JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

24
JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS Periode: 1 september 2009 - 31 augustus 2010 1. INLEIDING Dit jaarverslag rapporteert over het 38e werkjaar van onze vereniging. Ook in dit verenigingsjaar is het ledental weer toegenomen. Weliswaar was de groei niet zo spectaculair als in het verenigingsjaar 2008-2009 (een groei van meer dan 100 leden), maar een groei van 1057 naar 1125 leden is zeker iets om trots op te zijn. Naast de kwantitatieve groei zijn er ook dit jaar in kwalitatieve zin ontwikkelingen te melden, die de vereniging nog krachtiger maken om haar doelstellingen te bereiken: de bevordering van onderzoek en ontwikkeling van het medisch onderwijs in de meest ruime zin. Ook het NVMO congres mag zich verheugen in een steeds toenemend aantal deelnemers. In 2009 werd het congres bezocht door rond de 700 deelnemers. De nieuwe huisstijl, die vorig verenigingsjaar voor al het gedrukte materiaal is ingevoerd, heeft nu ook onze website een volstrekt nieuw aanzien gegeven. Naast een nieuwe vormgeving van de website is ook de hosting veranderd. Nadat het beheer van de website jarenlang vanuit het LUMC is ondersteund, is het beheer dit jaar overgegaan op een CMS waardoor het secretariaat op eenvoudiger wijze aanvullingen aan de website kan maken. Het bestuur heeft veel waardering voor de jarenlange ondersteuning vanuit het LUMC en heeft dit dan ook aan de betrokkenen laten weten. De wens om meer en directer teksten op de website te kunnen zetten was de aanleiding om tot de verandering over te gaan. Het is de bedoeling dat ook leden van werkgroepen en betrokkenen bij andere NVMO activiteiten zelf teksten op de website kunnen zetten. Het afgelopen jaar zijn er bij deze overgang van CMS en hosting wat aanloopproblemen geweest, maar het bestuur heeft er alle vertrouwen in dat in 2010-2011 deze doelstelling veel meer bereikt zal worden. In het afgelopen verenigingsjaar is concrete voortgang geboekt met de ethische toetsing van medisch onderwijskundig onderzoek. Vanaf 16 juli is via de NVMO website een ethische toetsing van voorstellen voor nieuw onderzoek van medisch onderwijs in de ruimste zin van het woord aan te vragen. Hier is een pilot periode aan vooraf gegaan. De ethische toetsing wordt uitgevoerd door de NVMO Ethical Review Board onder voorzitterschap van prof. Hans van Delden. Op 4 juni heeft de jaarlijkse gezamenlijke bijeenkomst van alle NVMO werkgroepen met het bestuur plaatsgevonden. Op deze dag vindt discussie en uitwisseling plaats tussen de werkgroepen onderling en tussen de werkgroepen en het bestuur over de belangrijkste activiteiten en ideeën die binnen de vereniging leven. Voor het eerst was de werkgroep Kwaliteitszorg, in de persoon van voorzitter Anita van Meeuwen, Erasmus MC, vertegenwoordigd. Deze werkgroep heeft tijdens het congres 2009 een oprichtingsbijeenkomst gehouden. Het afgelopen jaar het bestuur ook ingestemd met de oprichting van de werkgroep Onderzoek van Onderwijs. Deze werkgroep wil, in analogie aan de werkwijze van de werkgroep Praktijk van het Medisch Onderwijs, bijeenkomsten organiseren over relevante onderwerpen op het gebied van onderzoek van onderwijs die voor diverse doelgroepen interessant kunnen zijn. Dit jaar is voor het eerst de mogelijkheid geboden van een gecombineerd lidmaatschap van de NVMO en de DSSH (Dutch Society for Simulation in Healthcare). Tot nu toe hebben 70 leden voor deze combi gekozen. De internationale activiteiten van de NVMO hebben ook dit jaar de nodige aandacht gekregen. De NVMO heeft ook in 2009-2010 weer een actieve rol gespeeld binnen de AMEE, met name tijdens het jaarlijkse congres, dat dit jaar in Glasgow, Schotland, is gehouden. De NVMO werkgroepen hebben ook dit jaar weer gezorgd voor publicaties in Medical Teacher. De komende jaren worden conform de planning vervolgartikelen geschreven en gepubliceerd. Recent heeft de IAMSE, de International Association of Medical Science Educators, een gereduceerd lidmaatschap aangeboden aan NVMO leden.

Transcript of JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

Page 1: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

JAARVERSLAGvan de

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

Periode: 1 september 2009 - 31 augustus 2010

1. INLEIDING

Dit jaarverslag rapporteert over het 38e werkjaar van onze vereniging. Ook in dit verenigingsjaar is

het ledental weer toegenomen. Weliswaar was de groei niet zo spectaculair als in het

verenigingsjaar 2008-2009 (een groei van meer dan 100 leden), maar een groei van 1057 naar 1125

leden is zeker iets om trots op te zijn.

Naast de kwantitatieve groei zijn er ook dit jaar in kwalitatieve zin ontwikkelingen te melden, die

de vereniging nog krachtiger maken om haar doelstellingen te bereiken: de bevordering van

onderzoek en ontwikkeling van het medisch onderwijs in de meest ruime zin.

Ook het NVMO congres mag zich verheugen in een steeds toenemend aantal deelnemers. In 2009

werd het congres bezocht door rond de 700 deelnemers.

De nieuwe huisstijl, die vorig verenigingsjaar voor al het gedrukte materiaal is ingevoerd, heeft nu

ook onze website een volstrekt nieuw aanzien gegeven. Naast een nieuwe vormgeving van de

website is ook de hosting veranderd. Nadat het beheer van de website jarenlang vanuit het LUMC is

ondersteund, is het beheer dit jaar overgegaan op een CMS waardoor het secretariaat op

eenvoudiger wijze aanvullingen aan de website kan maken. Het bestuur heeft veel waardering voor

de jarenlange ondersteuning vanuit het LUMC en heeft dit dan ook aan de betrokkenen laten weten.

De wens om meer en directer teksten op de website te kunnen zetten was de aanleiding om tot de

verandering over te gaan. Het is de bedoeling dat ook leden van werkgroepen en betrokkenen bij

andere NVMO activiteiten zelf teksten op de website kunnen zetten. Het afgelopen jaar zijn er bij

deze overgang van CMS en hosting wat aanloopproblemen geweest, maar het bestuur heeft er alle

vertrouwen in dat in 2010-2011 deze doelstelling veel meer bereikt zal worden.

In het afgelopen verenigingsjaar is concrete voortgang geboekt met de ethische toetsing van

medisch onderwijskundig onderzoek. Vanaf 16 juli is via de NVMO website een ethische toetsing van

voorstellen voor nieuw onderzoek van medisch onderwijs in de ruimste zin van het woord aan te

vragen. Hier is een pilot periode aan vooraf gegaan. De ethische toetsing wordt uitgevoerd door de

NVMO Ethical Review Board onder voorzitterschap van prof. Hans van Delden.

Op 4 juni heeft de jaarlijkse gezamenlijke bijeenkomst van alle NVMO werkgroepen met het bestuur

plaatsgevonden. Op deze dag vindt discussie en uitwisseling plaats tussen de werkgroepen onderling

en tussen de werkgroepen en het bestuur over de belangrijkste activiteiten en ideeën die binnen de

vereniging leven. Voor het eerst was de werkgroep Kwaliteitszorg, in de persoon van voorzitter Anita

van Meeuwen, Erasmus MC, vertegenwoordigd. Deze werkgroep heeft tijdens het congres 2009 een

oprichtingsbijeenkomst gehouden. Het afgelopen jaar het bestuur ook ingestemd met de oprichting

van de werkgroep Onderzoek van Onderwijs. Deze werkgroep wil, in analogie aan de werkwijze van

de werkgroep Praktijk van het Medisch Onderwijs, bijeenkomsten organiseren over relevante

onderwerpen op het gebied van onderzoek van onderwijs die voor diverse doelgroepen interessant

kunnen zijn.

Dit jaar is voor het eerst de mogelijkheid geboden van een gecombineerd lidmaatschap van de NVMO

en de DSSH (Dutch Society for Simulation in Healthcare). Tot nu toe hebben 70 leden voor deze

combi gekozen.

De internationale activiteiten van de NVMO hebben ook dit jaar de nodige aandacht gekregen. De

NVMO heeft ook in 2009-2010 weer een actieve rol gespeeld binnen de AMEE, met name tijdens het

jaarlijkse congres, dat dit jaar in Glasgow, Schotland, is gehouden. De NVMO werkgroepen hebben

ook dit jaar weer gezorgd voor publicaties in Medical Teacher. De komende jaren worden conform

de planning vervolgartikelen geschreven en gepubliceerd.

Recent heeft de IAMSE, de International Association of Medical Science Educators, een gereduceerd

lidmaatschap aangeboden aan NVMO leden.

Page 2: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

2

Tot slot, wat betreft internationalisering: ons tijdschrift, TMO, heeft in januari als experiment een

dubbeldik Engelstalig nummer gepubliceerd in samenwerking met het Duitse zustertijdschrift

Zeitschrift für Medizinische Ausbildung (ZMA). De redactie van TMO heeft zich beraden over de vraag

of het TMO in de toekomst geheel of gedeeltelijk Engelstalig zou moeten worden en hierover een

businessplan opgesteld, dat met het bestuur is besproken. Tijdens de ALV in november zal hierover

besluitvorming plaatsvinden.

Het voorstel voor de instelling van prijzen voor het beste proefschrift en de beste

onderwijsinnovatie, dat tijdens de ALV 2009 is aangenomen, is verder uitgewerkt. Er zijn juryleden

voor beide prijzen aangezocht en de jury voor de beste proefschriftprijs is aan het werk gegaan.

Deze prijs zal op het congres van 2010 voor de eerste keer uitgereikt worden.

De NVMO kan opnieuw terugkijken op een boeiend en positief jaar. Ook voor het komend

verenigingsjaar verwacht de vereniging opnieuw een herkenbare, initiërende en bindende rol te

zullen spelen in de onderwijsontwikkelingen binnen het medisch onderwijs in de meest brede zin van

het woord in Nederland en Vlaanderen.

2. BESTUURSZAKEN

2.1 Samenstelling van het bestuur

De samenstelling van het Dagelijks Bestuur van de NVMO in het verslagjaar was als volgt:

prof.dr. Th.J. ten Cate, UMC Utrecht, voorzitter

prof.dr. P. van Beukelen, Universiteit Utrecht (Diergeneeskunde),

secretaris

dr. C.T. Postma, UMC Nijmegen, penningmeester

Het Bestuur was samengesteld uit de onder het dagelijks bestuur genoemde personen en

de volgende leden en adviseurs:

prof.dr. J. Bolk, LUMC, adviseur als hoofdorganisator van het NVMO Congres

prof.dr. J.C.C. Borleffs, UMC Groningen, adviseur als hoofdredacteur

TMO

mw.prof.dr. J. Denekens, Universiteit Antwerpen

Christian von Kriegenbergh, student Erasmus MC, afgevaardigde vanuit

het LMSO

prof.dr. J.B.M. Kuks, UMC Groningen

drs. P.L. Schoonheim, VUmc Amsterdam, vanuit Huisartsopleiding Nederland

prof.dr. R.J. Stolker, Erasmus MC, vanuit CCMS/CMS

2.2 Bestuursondersteuning

Het bestuur werd ondersteund door mw. M. Sterman-Vleeschdraager.

2.3 Bestuursactiviteiten

Bestuursvergaderingen.

Zowel het dagelijks bestuur als het bestuur vergaderden in de loop van 2009-2010 viermaal.

Algemene Ledenvergadering.

Op de ALV van 13 november heeft het bestuur verantwoording afgelegd over het afgelopen jaar

en werden de jaarverslagen goedgekeurd. De begroting van het verenigingsjaar 2009-2010 werd

eveneens goedgekeurd. Zie voor de verdere punten het verslag van de vergadering.

3. LEDENBESTAND

Per 31 augustus 2010 telde de NVMO in totaal 1125 leden (eind 2001 607, eind 2002 712, eind 2003

736, eind augustus 2004 757, eind augustus 2005 811, eind augustus 2006 818, eind augustus 2007

867, eind augustus 2008 946, eind augustus 1057) verdeeld over de volgende categorieën:

Individuele leden 575

Individuele student-leden 14

Ereleden 4

Seniorleden 13 (mogelijk sinds 2006)

Page 3: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

3

Collectieve leden 492

Bibliotheken 27

De mogelijkheid om bij aanmelding voor het NVMO Congres 2009 lid te worden leverde 37 nieuwe

leden op.

Vanaf dit verenigingsjaar bestaat de mogelijkheid een gecombineerd lidmaatschap af te sluiten voor

NVMO en DSSH (Dutch Society for Simulation in Healthcare). In totaal hebben 70 leden voor dit

gecombineerde lidmaatschap gekozen, 47 individuele en 23 collectieve.

4. TIJDSCHRIFT VOOR MEDISCH ONDERWIJS

In 2009/2010 bestond de redactie van het Tijdschrift voor Medisch Onderwijs (TMO) uit:

prof.dr. J.C.C. Borleffs (hoofdredacteur), dr. P.M. Boendermaker, dr. B. Bonke, dr. J. van Dalen, dr.

A.D.C. Jaarsma, prof.dr. G. Peeraer, prof.dr. F. Scheele, prof.dr. P.M.J. Stuyt, prof.dr. O.T. Terpstra

en mw. G. Karsten-van der Giessen (redactiesecretariaat).

De in samenwerking met het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) vormgegeven Pro- en

Contra rubriek over onderwijskundige onderwerpen is na nr 6 van 2009 stopgezet. Besloten is dat

m.i.v. nummer 4 van 2010 het TMO deze rubriek alleen gaat voortzetten.

De in het kader van de tussen de NVMO en Medical Teacher gemaakte afspraak twee maal per jaar

een artikel uit een van de NVMO-werkgroepen te plaatsen in Med Teach en in het TMO (in Nederlandse

vertaling) heeft in 2009/2010 geresulteerd in twee bijdragen: een artikel uit de werkgroep

Docentprofessionalisering (Molenaar et al.) dat is verschenen in Med Teach 2009;31(4) en in het TMO

2009;28(5) en een bijdrage uit de werkgroep Portfolio (Dekker et al.) die verschenen is in Med Teach

2009;31(10) en in het TMO 2010;29(2).

In het verlengde van het themanummer in TMO 2008;27(6) dat geheel gewijd was aan het ‘In VIVO’-

project, gericht op de modernisering van de vervolgopleidingen, zijn de initiatieven verder uitgewerkt

om 12 Richtlijnen, verspreid over twee jaren, als supplement bij het TMO in te sluiten. De eerste

Richtlijnen (Multisource feedback voor aios, Bekwaamverklaringen in de specialistenopleiding en

Interpretatie en gebruik van toetsresultaten in het portfolio) zijn respectievelijk als supplementen 1

en 2 verschenen bij TMO 2010;29(2) en als supplement 3 bij TMO 2010;29(3).

In samenwerking met het Duitse zustertijdschrift Zeitschrift für Medizinische Ausbildung (ZMA) is een

gemeenschappelijk dubbeldik Engelstalig nummer voorbereid, hetgeen geresulteerd heeft in een

‘joint issue’ dat als eerste nummer van het TMO 2010 is uitgekomen met topics die belicht zijn vanuit

de Nederlandstalige (Nederland/België) en Duitstalige (Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk) landen.

De mogelijkheid van registratie bij Thompson Scientific is onderzocht en heeft geleid tot

het starten van een aanvraagprocedure, die helaas niet is gehonoreerd. Naast de in 2008 verschenen

nummers 2, 3, 4, 5 en 6 die zijn ingestuurd ter beoordeling zijn in 2009 de eerste 5 nummers ook

voorgelegd.

In 2009/2010 verschenen 6 nummers van in totaal 379 bladzijden (nummers 4, 5, 6 van 2009 en de

nummers 1, 2 en 3 van 2010). De omvang van de supplementen 1, 2 en 3 bedroeg 102 bladzijden.

De redactie heeft in 2009/2010 vier maal vergaderd: drie maal telefonisch en één keer lijfelijk. Op

deze vergaderingen stond de door de redactie van het TMO gewenste koerswijziging (i.c. het

ombuigen van een Nederlandstalig TMO naar een Engelstalig tijdschrift) centraal. In het in maart 2010

per e-mail uitgevoerde lezersonderzoek, in aansluiting op het Engelstalige nummer, is ook gepeild in

hoeverre deze wens onder het lezerspubliek leeft. Ondanks het ontbreken van een eenduidige mening

heeft de redactie, ondersteund door het NVMO bestuur, de wens om op een Engelstalig TMO over te

gaan verder uitgewerkt en vormgegeven in een businessplan. Op het NVMO Congres in het najaar van

2010 zal het businessplan worden voorgelegd aan de leden en zal definitieve besluitvorming

plaatsvinden.

5. NVMO CONGRES 2009

Het jaarlijkse NVMO congres heeft in 2009 nogmaals plaatsgevonden in Hotel Zuiderduin in Egmond

aan Zee, op 12 en 13 november. De hoofdorganisatie lag in handen van dr. Griet Peeraer, verbonden

aan de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Antwerpen.

Voorafgaand aan het congres vonden op 11 november een aantal preconferentie workshops plaats.

Page 4: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

4

Bij het congres van 2009 werd voor de eerste keer gebruikt gemaakt van de nieuwe huisstijl; het

boek, dat vooraf in PDF op de website werd geplaatst, zat in een nieuw kleedje. Hiervoor werd

beroep gedaan op een lay-out bureau.

Verder werden de vernieuwingen van 2008 doorgezet, met als belangrijkste punt het programma dat

dankzij de lay-out van 2008 beter leesbaar was.

Ook nieuw in 2009 was de organisatie rond de preconferentie workshops. Ruim vooraf werd aan de

leden en de aanwezigen van 2008 gevraagd om een voorstel in te dienen. Deze voorstellen werden

grondig bekeken en uiteindelijk werden 13 workshops weerhouden. Deelnemers kregen informatie

over deze workshops in de brochure en konden zich ruim van te voren inschrijven.

De hoofdlezingen werden verzorgd door Amitai Ziv (Israël, simulatie onderwijs), Karl Dittrich (NVAO

Nederland, kwaliteitscultuur), Brian Hodges (Canada, globalisatie van medisch onderwijs) en Roland

Laan (Nederland, het Raamplan 2009).

Tijdens het congres vonden volgende sessies plaats:

-12 papersessies waarbij in totaal 47 papers werden voorgesteld

-4 sessies met wetenschappelijke papers waarbij 15 wetenschappelijke papers werden voorgesteld

-35 workshops

-6 promovendilezingen

-16 rondetafels

-7 postersessies met een totaal van 25 posters

-9 symposia

-4 fringe sessies waarvan 2 tai chi en 2 mindfulness

Het aantal congresbezoekers bedroeg rond de 700. Accreditatie werd toegekend door het

accreditatiebureau medisch specialisten, het college voor sociale geneeskunde en het college voor

huisarts- en verpleegkundigengeneeskunde.

Bohn Stafleu en van Loghum stelde prijzen beschikbaar. De prijswinnaars werden op de website

gepubliceerd.

Aan het einde van het congres werd door hoofdorganisatie overgedragen aan Prof.dr. Jan Bolk

(Universiteit Leiden). In de congrescommissie werd prof dr Richard Koopmans vervangen door dr

Mascha Verheggen en werd Anita Jacobs vervangen door dr Debbie Jaarsma.

6. WERKGROEPEN

Zoals de voorgaande jaren werd met veel succes op 4 juni een bijeenkomst georganiseerd van

vertegenwoordigers van de werkgroepen met het bestuur, waar verslag werd gedaan van de activiteiten

in het verenigingsjaar en waar plannen werden gepresenteerd voor de komende periode. De aanwezigen

stelden vooral de uitwisseling van elkaars activiteiten zeer nuttig. Inmiddels zijn er 12 werkgroepen

actief en 1 in opbouw.

6.1 Communicatie Onderwijs

Doel

Doel van de werkgroep Communicatie onderwijs is het uitwisselen en ontwikkelen van expertise

met betrekking tot de vorm en de inhoud van communicatie-onderwijs, consultvoering en de

toetsing ervan. In de werkgroep kunnen ideeën worden uitgewisseld over de organisatie van dit

onderwijs en van oplossingen voor praktische problemen. De focus ligt op activiteiten binnen het

communicatieonderwijs in basiscurricula geneeskunde (eindtermen raamplan), maar aandacht is er

ook voor de inbedding van communicatie-onderwijs in de geneeskunde (vervolg)opleidingen.

Samenstelling

De huidige samenstelling:

Dr. Evelyn van Weel-Baumgarten (voorzitter), Huisarts en UHD afd. Eerstlijnsgeneeskunde

UMC St Radboud

Page 5: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

5

Dr. Benno Bonke coördinator onderwijs en UHD Medische Psychologie & Psychotherapie

Erasmus MC Rotterdam

Drs. Jose van de Kreeke, hoofd onderwijs medische psychologie, VU medisch centrum

Drs. Marcel Fabriek, hoofd onderwijs medische psychologie AMC

Drs. Femke Jongen-Hermus, teamcoördinator en docent Medisch Technische vaardigheden,

afdeling Klinisch Vaardigheidsonderwijs, UMC Utrecht

Dr. Frans Grosfeld, docent en examinator afd. Klinisch Vaardigheids Onderwijs UMC Utrecht

Dr. Sandra van Dijk, UD. afd. medische psychologie LUMC

Dr. Jan van Dalen, coördinator onderwijs en toetsing communicatie vaardigheden, Skillslab,

Maastricht University

Drs. Frank van Es, Bekwaamheidscoördinator Communiceren en Coördinator Consult

Voorbereidend Onderwijs UMCG

Dr. Ellen Bazelmans, Klinisch Psycholoog, afdeling Medische Psychologie, UMC St Radboud.

Bijeenkomsten

De werkgroep bestaat uit 10 leden, die de acht geneeskundefaculteiten van ons land

vertegenwoordigen. Gestreefd wordt dat elke faculteit twee leden afvaardigt. De

bijeenkomsten vinden drie tot vier keer per jaar plaats en zijn besloten. In 2009 is ingevoerd

dat er éénmaal per jaar een open bijeenkomst is op het NVMO-congres.

Activiteiten 2009-2010

1. In 2009 is een start gemaakt met roulerende werkbezoeken. Het eerste werkbezoek heeft

plaatsgevonden in het AMC in oktober 2009. In de werkbezoeken wordt op locatie gekeken

vanuit welke uitgangspunten communicatie onderwijs plaatsvindt (eindtermen als rode

draad), hoe het georganiseerd is en welke werkwijzen en middelen er zijn.

2. De werkgroep heeft een symposium georganiseerd op het NVMO-congres in 2009 met de titel

“Nieuwe ontwikkelingen in het medisch onderwijs”. Deelnemers werd gevraagd de nieuwe

ontwikkelingen in hun eigen faculteit te beschrijven. Er waren acht gevarieerde bijdragen

uit Nederland en Vlaanderen. Een selectie van de vooraf ingediende beschrijvingen is

gepresenteerd.

3. Naar aanleiding van de uitnodiging om in het najaar van 2011 een artikel in te dienen bij

Medical Teacher is dit jaar een begin gemaakt met de opzet van een studie en het schrijven

van het artikel. Het artikel heeft als werktitel: “Training in breaking bad news in medical

schools in The Netherlands: an overview, and students’ self-reported effects of their

training”. Evelyn van Weel-Baumgarten, Jan van Dalen, Frans Grosfeld en Femke Jongen-

Hermus zijn betrokken bij de opzet van de studie en het schrijven.

4. In de werkgroep zijn (facultaire) boeken en readers uitgewisseld en is het boek “Medische

consultvoering” (Veening et al, 2009) geïntroduceerd.

5. Vanuit de werkgroep zijn in 2009 twee leden afgevaardigd naar de tEach. Ervaringen vanuit

deze werkgroep zijn uitgewisseld. Tevens zijn andere congreservaringen besproken.

6. (terugkerende) Onderwerpen van bespreking:

1. de samenhang tussen communicatie onderwijs en onderwijs professioneel gedrag

2. onderwijsontwikkelingen zowel inhoud als docentsparende onderwijsvormen

3. onderwijsresearch

4. de website

6.2 Diversiteit

In het studiejaar 2009-2010 is de NVMO-werkgroep Diversiteit tweemaal bijeen geweest, nl. op

16 september 2009 en 2 maart 2010 in het UMCU.

Op uitnodiging heeft de werkgroep een workshop georganiseerd over het thema ‘Diversiteit’

tijdens het IAMSE congres in Leiden (eind juni 2009). De deelnemers hebben kennisgemaakt met

drie verschillende werkvormen.

Onderwerpen

Onderwerpen die tijdens de bijeenkomst worden besproken, hangen samen met het thema van

de werkgroep: onderwijs over het omgaan met diversiteit in algemene zin. Hierbij komen twee

aspecten van diversiteit regelmatig aan de orde, namelijk omgaan met een diverse

patiëntenpopulatie, en omgaan met diversiteit bij studenten en artsen in opleiding.

Page 6: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

6

Bijeenkomsten

In de bijeenkomsten van 2009-2010 zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen:

Een voordracht van Jan Joosten over hoe en wat vorm te geven in het diversiteitsonderwijs in

de geneeskunde opleiding. Uitgangspunt daarbij was een notitie met een concrete uitwerking

van belangrijke onderwerpen voor onderwijs en de plaats binnen het curriculum waar het aan

de orde kan komen.

Voordracht van Eldine Oosterberg over het diversiteitsproject van het NHG, waarvan het doel is

om meer aandacht voor diversiteit in de richtlijnen van het NHG te krijgen. Zij vertelde over de

manieren waarop het NHG dit wil doen en welke vragen zij daarbij hebben.

Een voordracht van Hans Harmsen over het Europese Tricc-project (‘training intercultural and

bilingual competence in health and social care’). Dit is een project waarin verschillende

trainingen over o.a. het gebruik van tolken worden gegeven aan professionals in de

gezondheidszorg.

Terugkerende onderwerpen zijn verder o.a.: het uitwisselen van onderwijservaringen en –

materiaal op het gebied van diversiteit; bespreken van de ervaringen met de instroom van

Saoedische studenten geneeskunde in Maastricht en Groningen; bespreken van actuele

problemen/vragen rondom diversiteit in het onderwijs.

Opzet artikel Medical Teacher

Tijdens de bijeenkomsten afgelopen jaar is ook aandacht besteed aan mogelijke onderwerpen

voor een artikel voor Medical Teacher en het uitwerken daarvan. Na goed overleg binnen de

werkgroep is gekozen voor het onderwerp: ‘aandachtspunten valkuilen bij onderwijs over

interculturele communicatie’. Na een literatuursearch zijn artikelen over de leden van de

werkgroep verdeeld. Tijdens de volgende bijeenkomst (1 juni 2010) zullen de bevindingen

worden gerapporteerd. Dit zal de basis zijn voor het maken van een opzet en uitwerking van

het artikel.

Aanmelden en informatie

Deelname staat open voor collega’s die een bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van de

doelstellingen van de werkgroep vanuit hun betrokkenheid bij de opleiding geneeskunde in

Nederland of Vlaanderen.

Informatie: Maaike Kok/Conny Seeleman, voorzitters werkgroep Diversiteit

Contact: [email protected]; Telefoon: 088-7551975

[email protected]; Telefoon: 020-5664672

6.3 Docentprofessionalisering

Samenstelling van de werkgroep

In het afgelopen jaar was de werkgroep als volgt samengesteldDrs A.B.G.(Akkelien) Bergsma, Afd. Opleiding & Studentenzaken AMC, AmsterdamProf.Dr.P. (Peter) van Beukelen, Onderwijsbestuur / Leerstoel KwaliteitsbevorderingDiergeneeskundig Onderwijs, Faculteit Diergeneeskunde, Utrecht

Drs.R. (Rik) Engbers, afdeling Evaluatie en Kwaliteit van Onderwijs (EKO), Instituut voor

Wetenschappelijk Onderwijs en Opleidingen (IWOO), UMC St Radboud, NijmegenTh.E.Fick, chirurg (n.p.), Expertisecentrum voor Onderwijs en Opleiding dO&O, UMC UtrechtDr.W. (Willem) de Grave, Capaciteitsgroep O&O, Faculteit Geneeskunde, UniversiteitMaastrichtDrs. J.C.G. (Anita) Jacobs, Onderwijsinstituut, VU-mc, Amsterdam

Dr.D.D.(Desirée) Mansvelder-Longayroux, Directoraat Onderwijs en Opleidingen, LUMCProf.Dr.W.M. (Ineke) Molenaar (voorzitter), Centrum Docentprofessionalisering,Onderwijsinstituut FMW, UMCGroningen, voorzitterDr.J.M. (Marjoke) Vervoorn, ACTA (tandheelkunde), AmsterdamDr.A. (Anneke) Zanting, Opleidingsinstituut Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam

Bijeenkomsten

In het afgelopen jaar kwam de werkgroep 1 x formeel bijeen (18 februari 2010). Deze

bijeenkomst bestond uit een vergaderdeel voor de werkgroepleden en een praktisch deel dat

samen met de NVMO-werkgroep portfolio werd georganiseerd en ook open stond voor anderen.

Het thema was ‘Begeleidingstrajecten rondom docentportfolio’s: wat maakt het de moeite

Page 7: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

7

waard?’ Aan de hand van een presentatie van Jan van Tartwijk en Dineke Tigelaar (ICLON,

Leiden) werd door ruim 20 deelnemers gediscussieerd over diverse aspecten van het gebruik van

een docentportfolio tijdens het traject tot het behalen van een Basiskwalificatie Onderwijs

(BKO).

Activiteiten

Beschrijving Competenties van Docenten en Opleiders in het Medisch Onderwijs.

De activiteiten met betrekking tot de competentiebeschrijvingen werden afgerond en de

publicaties zijn verschenen.

Workshop IAMSE (30 juni 2009, Leiden): workshop Setting up faculty development and the use

of teacher competencies to improve the quality of teaching: an interactive session (Mariska

Min-Leliveld, Ineke Molenaar)

NVMO-congres 2009:

o workshop Naar een volwaardige plaats van onderwijs en opleiding en een

carrièreperspectief voor docenten (Coby Baane, Peter van Beukelen, Ineke Molenaar). Zie

samenvatting (www.nvmo.nl/werkgroepen: docentprofessionalisering)

o Helaas ging de preconference workshop van Tom Fick en Peter van Beukelen niet door.

Hiervoor in de plaats is een workshop binnen het congresprogramma verzorgd:

Basiskwalificatie onderwijs: tips en tricks voor de opzet, de begeleiding en de afronding

van een BKO traject, op basis van ervaringen van 10 jaar onderwijskwalificaties bij de

Universiteit Utrecht (Tom Fick, Tobias Boerboom, Peter van Beukelen)

Publicaties

Molenaar, W.M., Zanting, A., van Beukelen, P., de Grave, W., Baane, J.A., Bustraan, J.A.,

Engbers, R., Fick, Th.E., Jacobs, J.C.G., Vervoorn, J.M

A Framework of Teaching Competencies across the Medical Education Continuum

Medical Teacher, 31: 390 -396, 2009

Molenaar, W.M., Zanting, A., van Beukelen, P., de Grave, W., Baane, J.A., Bustraan, J.A.,

Engbers, R., Fick, Th.E., Jacobs, J.C.G., Vervoorn, J.M.

Een raamplan voor docentcompetenties binnen het medisch opleidingscontinuϋm

Tijdschr.Medisch Onderwijs 28 (5): 201 -211, 2009.

Taakgroep Docentkwalificatie OCG-DMW, tevens Werkgroep Docentprofessionalisering

NVMOCompetenties van Docenten en Opleiders In het Medisch Opleidingscontinuüm

Brochure NFU,

http://www.nfu.nl/fileadmin/documents/FolderCompetentiesDocenten091311.pdf

Terugblik op voorgenomen activiteiten 2009 – 2010

Het merendeel van de voorgenomen activiteiten heeft volgens plan plaats gevonden. Er zijn 2

afwijkingen:

Themabijeenkomst over seniorkwalificatie onderwijs (SKO): is besproken tijdens

werkgroepbijeenkomst in februari en komt verder aan de orde in najaarsbijeenkomst

Uitwisseling met andere gremia op het gebied van docentprofessionalisering: de uitnodiging

van de projectgroep opleidersprofessionalisering (CCMS) om deel te nemen in een

klankbordgroep is door de werkgroepvoorzitter geaccepteerd; de eerste bijeenkomst zal plaats

vinden in september 2010.

6.4 E-learning

DoelDe werkgroep E-learning richt zich op het educatief gebruik van informatie- en

communicatietechnologie (ICT) in het medisch onderwijs, dit in de meest brede zin van het

woord. De werkgroep bestaat sinds 1992 en heeft als doel de uitwisseling van kennis,

ervaringen en e-learning producten. Tevens is de werkgroep beschikbaar als adviesorgaan voor

NVMO-leden.

De leden van de werkgroep komen regelmatig bij elkaar voor het discussiëren over nieuwe

ontwikkelingen en het gezamenlijk bekijken van nieuwe toepassingen. Vanuit de werkgroep

worden initiatieven genomen voor gezamenlijke projecten, publicaties en presentaties op het

gebied van medische toepassingen van e-learning.

Page 8: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

8

Kernleden 2010-2011

Voorzitter: Mw. drs. M.E.W. Dankbaar (Erasmus MC)

Secretaris: Mw. drs. C. Steenbeeke (Universiteit Twente)

Penningmeester: Mw. drs. N.R. Bos (AMC)

De werkgroep bestaat uit 43 leden (mei 2010), waaronder vertegenwoordigers van alle

Nederlandse UMC's, de Universiteit van Gent en de opleiding Technische Geneeskunde

(Universiteit Twente). Alle leden van de werkgroep zijn NVMO-lid.

Activiteiten 2009/2010

Bijeenkomsten

De werkgroep komt 5 keer per jaar bij elkaar op één van de aangesloten instituten. 's Morgens

wordt er kort vergaderd en worden ervaringen uitgewisseld (o.a. elkaar informeren over

projecten in ontwikkeling, om dubbeling te voorkomen). 's Middags vinden er presentaties

plaats over relevante onderwerpen of wordt een werkbezoek afgelegd. De volgende

onderwerpen zijn in het afgelopen jaar aan bod gekomen:

- Gaming (21 september 2009)

- Verborgen digitale leeromgeving (24 november 2009)

- 14 januari 2010: Symposium Virtual Patients

- 18 maart 2010: Curriculum database

- 25 mei 2010: Elektronische leeromgeving

Congresbijdragen 2009

De werkgroepleden zijn actief in het presenteren van nieuwe toepassingen, ervaringen en

onderzoeksresultaten op congressen in binnen- en buitenland. In 2009 gebeurde dat onder

andere op het IAMSE congres (Leiden, juli 2009), en het NVMO-congres (november 2009). In

bijlage I is een overzicht opgenomen van de bijdragen.

Contributie

In dit jaar is door de werkgroep besloten de contributie voor lidmaatschap van de werkgroep te

laten vervallen. De belangrijkste reden voor contributie was de financiering van het beheer van

de portal Medischonderwijs.nl. De leden hebben, op voorstel van het bestuur van de werkgroep,

besloten het portal direct vanuit de UMC’s te financieren (hiervoor zijn nieuwe contracten

opgesteld en ondertekend door alle UMC’s) en voor de overige werkgroepactiviteiten evt.

subsidie aan te vragen bij het NVMO bestuur, net als de overige werkgroepen.

Het portal medischonderwijs.nl

Via het portal www.MedischOnderwijs.nl worden sinds 2004 e-learning toepassingen beschikbaar

gesteld ten behoeve van het medisch onderwijs. Alle Nederlandse opleidingen geneeskunde,

Technische Geneeskunde en de geneeskundeopleiding van de Universiteit Gent participeren in

dit portal. Het gebruik ervan wordt geregistreerd. Sinds de start is het gebruik gegroeid naar ca.

210.000 sessies in het (kalender)jaar 2008. Over de afgelopen 3 jaren was de groei van het

aantal sessies 68%. In 2008 zijn de meeste sessie genoteerd bij resp. het LUMC, Erasmus MC en

het AMC (zie bijlage II Gebruik Medischonderwijs.nl oktober 2009). Het gebruik vorig jaar is

verder gegroeid naar ca. 290.000 sessies in het (kalender)jaar 2009. De groei in 2009 was 38%

t.o.v. het kalenderjaar 2008. In 2009 zijn de meeste sessie genoteerd bij resp. het LUMC, AMC,

Erasmus MC en het VUMC. Zie onderstaande grafiek.

Page 9: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

9

MedischOnderwijs.nl symposium

Op 17 juni 2010 vond in het LUMC voor de tweede keer het symposium over e-learning in het

medisch onderwijs plaats. Er waren 212 bezoekers, waaronder een groot aantal leden van de

NVMO.

Presentaties op congressen

De werkgroepleden leveren aan verscheidene congressen (AMEE, Ottawa, IAMSE etc.) diverse

bijdragen, zoals posters, presentaties, workshops.

Analyse gebruik medischonderwijs.nl door UMC's

In 2010 zal opnieuw een analyse met betrekking tot het gebruik van Medischonderwijs.nl door de

verscheidene UMC’s plaatsvinden.

Overzicht bijdragen leden NVMO Werkgroep E-learning aan congressen en gepubliceerde artikelensept. 2009 tot sept. 2010

Bijdragen aan IAMSE-congres (Leiden, juli 2009)

1. Bos N.R, Sijsterman R, Jong P.G.M de. Audience Response Systems, do's and don'ts (workshop)

2. Bos N.R, Sijsterman R. Using formative and summative CBA to stimulate students' study

behaviour (presentatie)

3. Bos N.R, Sijsterman R. Developing high quality e-learning using the E-learning Life Cycle

(presentatie)

4. Bos N.R, Sijsterman R. The Grassroots initiative: does it work (presentatie)

5. Gobée O.P, Jansma D. Blended Learning Approach for Teaching Anatomy (focus-session)

6. Kies D.A, Jong P.G.M de. The use of E-Book Readers in Undergraduate Medical Education

Bijdragen aan AMEE-congres (Malaga, september 2009)

1. Dankbaar M.E.W. Training clinical skills effectively.

2. De Jong P.G.M, Kies D.A, Relan A, Riedstra A.W, Hewett J.K. Let me show you my toys:

Introducing PDA’s, MP3 players, i-phones, E-book readers and other new technology into

medical education (workshop)

3. Riedstra A.W, Maarleveld H.J, van den Broek PJ. Improving knowledge about patient safety

through the implementation of E-Learning (Short communication)

Bijdragen aan NVMO-congres (Egmond aan Zee, november 2009)

1. Dankbaar M.E.W. Een digitale taaltoets voor eerstejaars geneeskunde studenten

(presentatie)

2. Doets M. Hergebruik van video in het medisch onderwijs (presentatie)

Page 10: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

10

3. Dubois E.A, Franson K.L. Gebruik en profijt van niet-verplichte farmacotherapie e-learning

oefeningen (presentatie)

4. Dubois E.A, Gosselink M.J, Franson K.L. Verwerf je meer inzicht in pathofysiologie en

werkingsmechanismen van geneesmiddelen via statische figuren of animaties? (presentatie)

5. Eggermont S, Bloemendaal P.M, Warmerdam A.M. Ortello voor bijscholing van

radiotherapeutisch laboranten (presentatie)

6. Jong P.G.M. de, Moelker T.O, Bustraan J. Stemkastjes in onderwijs en nascholing: het maken

van interactieve dia’s en de didactische aspecten van het gebruik ervan (pre-conference

workshop)

7. Jong P.G.M de, Kies D.A, Bolk J.H. Sluit de E-bookreader aan bij het proces van ‘leren’ van de

student? (presentatie)

8. Thoonen B.P.A, Sagasser G, Kramer A, Bottema B.J.A.M. Elektronisch toetsen in het medisch

onderwijs (workshop)

9. Werkgroepleden (diverse) Rondetafel sessie E-learning

Bijdragen aan overige congressen

1. Bos N.R, Sijsterman R. Het summatief toetsen van grote groepen. UvA Proeve Congres,

Amsterdam januari 2009.

2. Bos N.R, Sijsterman R. Het summatief toetsen van grote groepen. SURF PCP, Utrecht maart

2009.

3. Bos N.R, Sijsterman R. Grootschalig digitaal toetsen. SURF Masterclass, Amsterdam mei 2009.

4. Bos N.R, Sijsterman R. Implementatie van E-learning van A tot Z. Congres E-learning in de

Zorg, Rotterdam juni 2009.

5. Bos N.R, Sijsterman R. Leipe Shit Ouwe! 11 jaar ICTO, Amsterdam november 2009.

6. Bos N.R, Sijsterman R, De Jong PGM. Stemmen in de les. SURF Onderwijsdagen 2009, Utrecht.

7. Dankbaar M.E.W. Wanneer is e-learning effectief? Congres E-learning in de Zorg, Rotterdam,

juni 2009

8. Dankbaar M.E.W. Hoe zet ik e-learning op voor mijn organisatie? Congres B-learning in

Ziekenhuizen, Utrecht oktober 2009

9. Dankbaar M.E.W. Implementatie van e-learning. E-learning Congres SBO, Eindhoven februari

2010

10. Dankbaar M.E.W. E-learning and simulation: how does it fit into the curriculum? DSSH

Congres, Utrecht maart 2010

11. Dankbaar M.E.W. Language skills and study performance, results of an assessment among first

year medical students. 14th International Ottawa Conference on Medical Education, Miami

mei 2010.

12. Finnerty E.P, Jong P.G.M de, Scott J.R, Hewett J.K. Strategies and Opportunities in Medical

Education to Publish your Scholarly Work. Generalists in Medical Education, Boston (USA)

2009.

13. Jong P.G.M de, Hewett J.K. How to publish your Research Paper in an International Journal?

Leiden International Medical Student Conference LIMSC, Leiden 2009.

14. Jong P.G.M de, Bos N.R, Sijstermans R. Using audience response systems for large Group

testing and session evaluation. 14th International Ottawa Conference on Medical Education,

Miami mei 2010.

2 artikelen zijn verschenen in TMO

1.De effectiviteit van e-learning en de implementatie in het medisch onderwijs, Dankbaar

M.E.W. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs, okt. ’09, BSL.

2.Computerondersteund samenwerkend leren in het coschap Sociale Geneeskunde, Turk R.F.M.,

Dankbaar M.E.W., Beeck van E.F.

Tijdschrift voor Medisch Onderwijs, dec. ’09, BSL.

Overige artikelen

1.De Jong, N. & Verstegen, D.M.L. (2009). A comparison of traditional face-to-face problem-

based learning (pbl) and online pbl tutorial groups in a public health masters programme at

Maastricht University: Experiences of the students and the tutor. In N. Brouwer et al. (Eds.),

Proceedings conference: Student Mobility and ICT: Dimensions of Transition. Maastricht: FEBA

ERD Press.

Page 11: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

11

6.5 Kwaliteitszorg

Inleiding

Op het NVMO-congres 2009 is de werkgroep kwaliteitszorg opgericht. Aanleiding hiervoor is de

steeds groter wordende aandacht voor kwaliteitszorg in het hoger onderwijs, het toenemend

besef dat gegevens uit evaluaties de basis vormen voor methodische onderwijsontwikkeling en

de daarmee groeiende behoefte tot uitwisseling van kennis en ervaring bij de mensen die

professioneel met kwaliteitszorg bezig zijn.

Nu, ruim zes maanden later, hebben medewerkers van de umc’s uit Amsterdam (VU en AMC),

Groningen, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht, de Diergeneeskunde faculteit Utrecht

én het Albert Schweitzer Ziekenhuis zich bij de werkgroep aangesloten.

Doelstelling

De werkgroep biedt een platform voor de uitwisseling van kennis en ervaringen op het gebied

van kwaliteitszorg van medisch onderwijs, zoals dat door de umc’s verzorgd wordt. In eerste

instantie richt de werkgroep zich op medewerkers in de kwaliteitszorg. In tweede instantie wil

de werkgroep de discussie over ontwikkelingen en plannen op het gebied van kwaliteitszorg bij

de medische faculteiten bevorderen. En zich daarmee ook richten op alle NVMO-leden die

belangstelling hebben voor aan kwaliteitszorg gerelateerde onderwerpen.

Werkwijze

Jaarlijks wordt een aantal bijeenkomsten georganiseerd (minimaal drie en maximaal vijf). Een

van deze bijeenkomsten vindt plaats op het het NVMO-congres, de anderen vinden plaats in het

vergadercentrum AZU van het UMC-Utrecht. De bijeenkomsten worden het komende jaar

aangekondigd via mailings aan deelnemers van (en belangstellenden voor) de werkgroep.

Tijdens een bijeenkomst wordt een onderwerp ingeleid door een of meerdere collega’s

werkzaam in de kwaliteitszorg medisch onderwijs. Na de inleiding volgt uitwisseling van

ervaringen en visies van andere deelnemers, bijvoorbeeld aan de hand van stellingen en vragen.

Coördinatie en samenstelling werkgroep

De werkgroep is bedoeld voor iedereen die in de praktijk van het medisch onderwijs

(basisopleiding, reserach masters, PhD en medische vervolgopleidingen) betrokken is bij de

kwaliteitszorg van het onderwijs. Zij staat open voor iedereen die geïnteresseerd is in het

onderwerp.

De coördinatie van de activiteiten van de werkgroep ligt in handen van Lenneke Ainsworth,

Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU), José Timmerman, Erasmus MC en Anita van

Meeuwen, Erasmus MC.

Contactpersoon voor de werkgroep is Anita van Meeuwen ([email protected]).

Activiteiten 2009 - 2010

In het cursusjaar 2009 – 2010 is de werkgroep driemaal bijeengekomen:

De oprichtingsbijeenkomst op het congres, waarin de belangstellenden kennis hebben

gemaakt met elkaar, ideeën en verwachtingen zijn uitgesproken en afspraken voor twee

vervolgbijeenkomsten zijn gemaakt.

Een bijeenkomst op 2 Maart, waarin verschillende UMC’s de inrichting van hun

kwaliteitszorgsysteem hebben gepresenteerd, gevolgd door verhelderende vragen en

discussie.

Een bijeenkomst op 27 Mei met een inleiding door Renee Filius met als thema ‘Respons op

evaluaties’.

Naast deze drie bijeenkomsten is de werkgroep actief geweest met het voorbereiden van

activiteiten voor het congres 2010: een Rondetafelsessie, een gezamenlijke postersessie en een

preconference.

6.6 Medische vervolgopleidingen

Doel

De NVMO werkgroep Medische Vervolg Opleidingen wil een bijdrage leveren aan de kwaliteit

van alle medisch specialistische opleidingen: inhoudelijk, onderwijskundig en organisatorisch.

Daarbij ambieert de werkgroep niet om pasklare antwoorden te geven op de vele vragen die bij

de ontwikkeling van de opleidingen een rol spelen. Wel wil zij thema’s aan de orde stellen

waarover betrokkenen met elkaar in gesprek gaan om ideeën op te doen en te worden

Page 12: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

12

uitgedaagd tot kritische reflectie. De werkgroep wil met een toekomstgerichte blik het

opleiden naar vorm en inhoud kritisch onder de loep te nemen. We leiden immers op voor

2020…

Leden

In 2009/2010 waren de volgende personen actief in de werkgroep:

Drs. J.A. (Coby) Baane

Dr. G.A. (Geke) Blok

Drs. G.J.M. (Liesbeth) Dirksen-de Tombe

Drs. CRMG (Lia) Fluit

Drs. B.J.A. (Beatrijs) de Leede

Dr. S.J. (Scheltus) van Luijk

Drs. Abe Meininger

Dr. H. (Hanneke) Mulder (voorzitter)

Prof. dr. F. (Fedde) Scheele

R.J. (Renske) Scheenstra (AIOS)

Dr. H.E. (Henk) Sluiter

Drs. M. (Marjo) Wijnen-Meijer

Werkwijze

De werkgroep komt regelmatig bijeen om te thema’s die relevant zijn voor de medische

vervolgopleidingen te bespreken, vanuit bijzondere aandacht voor mogelijke toekomst-

scenario’s voor de professie van de medisch specialist. Deze discussies leiden tot het vormgeven

van thema-bijeenkomsten voor andere geïnteresseerden, met als doel de medische vervolg-

opleidingen op een zowel inhoudelijk als qua vormgeving/werkvormen originele manier op de

agenda te zetten. De bijeenkomsten van de werkgroep hebben dus enerzijds een inhoudelijk,

verkennend en onderzoekend karakter (bespreking van thema’s) en anderzijds een meer

praktisch karakter (vertalen van deze thema’s in bijeenkomsten). Het idee is om jaarlijks één

of twee nieuwe thema’s te verkennen, en ondertussen parallel daaraan de eerder ontwikkelde

workshops te verzorgen.

De zes bijeenkomsten hebben onder meer geleid tot de ontwikkeling van de workshop "Loslaten

of vasthouden: het competentiedomein SAMENWERKEN in de opleiding op maandag 31 mei in

het Sint Lucas-Andreas Ziekenhuis in Amsterdam.

De inzet van de werkgroep is om een eenmaal ontwikkelde bijeenkomst (workshop) meerdere

malen te verzorgen op verschillende locaties verspreid over het land om een zo groot mogelijk

aantal geïnteresseerden te bereiken. Het streven is om opleidingsziekenhuizen als gastheer

(locatie en catering) te laten optreden.Daarnaast wil de werkgroep op het NVMO-congres en op het AMEE-congres activiteitenontplooien.

Bijeenkomsten van de werkgroep

Na een aantal voorbereidende besprekingen is de werkgroep sinds 8 oktober 2009 6x bijeen

geweest (8 oktober, 19 november, 10 december 2009, 11 februari, 4 maart en 15 april 2010).

Activiteiten die de werkgroep heeft georganiseerd/voorbereid

De werkgroep heeft de volgende activiteiten georganiseerd en/of voorbereid:

- September 2009: via een e-mailbericht aan een groot aantal potentieel geïnteresseerden

(NVMO-leden en anderen; opleiders, AIOS, onderwijskundigen, beleidsmakers) is het

bestaan van de werkgroep kenbaar gemaakt. Men kon zich aanmelden als belangstellende

(“ik wil op de hoogte worden gehouden van activiteiten”). Hierop hebben ca. 130 personen

gereageerd, zodat de werkgroep nu over een flink adressenbestand beschikt.

- November 2009: NVMO congres: Ronde tafel conferentie over de werkgroep

- Mei 2010: Workshop "Loslaten of vasthouden: het competentiedomein SAMENWERKEN in de

opleiding” in Amsterdam.

- September 2010: AMEE-congres in in Glasgow: preconference workshop: “Implementing

innovations in postgraduate medical education: how to start tomorrow?”

- November 2010: NVMO-congres in Egmond aan zee: preconference workshop: ‘Leren

implementeren: over regelgeving en creativiteit van de professional’ Tevens abstract

Page 13: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

13

ingediend voor en workshop: ‘Het competentiedomein ORGANISEREN in de vervolgopleiding’

6.7 Portfolio

Doelen

Doel van de werkgroep is het uitwisselen van ervaringen, inzichten en materialen, het

opbouwen van een gemeenschappelijk begrippenkader rondom portfolio en het afstemmen van

onderzoeksactiviteiten rond portfolio. De werkgroep is bedoeld voor personen die ook

daadwerkelijk praktisch bezig zijn met het ontwikkelen van portfolio’s binnen medisch

onderwijs. Met medisch onderwijs wordt naast de basisopleiding nadrukkelijk ook de

vervolgopleidingen bedoeld. Verder maken studenten deel uit van de werkgroep.

Samenstelling

Het kernteam bestaat uit Hanke Dekker (Groningen en voorzitter), Erik Driessen (Maastricht),

Edith ter Braak (Utrecht), Fedde Scheele (Amsterdam, Lucas Andreas Ziekenhuis), Jan van

Tartwijk (lLeiden) en Cees van der Vleuten (Maastricht). Naast dit kernteam bestaat de

werkgroep uit 70 mensen die participeren aan activiteiten van de werkgroep.

Terugblik 2009-2010

Samenstelling

De groep mensen die op de hoogte wil worden gehouden van activiteiten van de werkgroep is

gegroeid van 47 naar 70. Het kernteam bestaat nog uit dezelfde samenstelling.

Ervaringen uitwisselen

Er was op 14 oktober 2009 een bijeenkomst gepland speciaal voor collega’s actief met het

implementeren van portfolio tijdens de coschappen. Dit in samenwerking met Henny Peeters

(Maastricht) en Irene Slootweg (VU Amsterdam). Helaas waren er erg weinig aanmeldingen dus

moest besloten worden deze bijeenkomst af te zeggen.

Studiemiddag over intervisie

Dit plan heeft uiteindelijk het format gekregen van een symposium op het NVMO Congres 2009.

Hierbij betrokken waren Sascha van Kuppeveld en Petra van Gurp uit Nijmegen en Hanke

Dekker uit Groningen. Helaas was Petra van Gurp ziek tijdens het congres maar gelukkig heeft

Leo Aukes uit Groningen kunnen invallen. Dit symposium trok een mooie groep bezoekers en de

ervaringen van zowel de inleiders als de bezoekers waren positief

Studiemiddag over docentportfolio

Samen met de werkgroep docentprofessionalisering is er op een gezamenlijke studiemiddag

georganiseerd over het docentportfolio. Dineke Tigelaar en Jan van Tartwijk hadden de leiding

over deze middag. Er waren ongeveer 20 deelnemers.

Onderzoek

Het is niet gelukt om een speciale activiteit te plannen voor mensen die bezig zijn met

onderzoek naar effectief portfolio gebruik.

Studenteninbreng

Er zijn geen concrete stappen gezet om dit punten verder uit te bouwen.

Symposium NVMO congres

Verder heeft de werkgroep een symposium georganiseerd op het NVMO Congres 2009 met als

titel ‘Ins and outs' van effectief portfolio gebruik in vijf kwartier. Irene Slootweg (VU

Amsterdam) Marleen Erich (Groningen) en Karen Keijsers (Utrecht) hebben een belangrijke

bijdragen hieraan geleverd. Dit symposium werd goed bezocht en positief gewaardeerd.

Artikel

Het artikel ‘Mentoring portfolio use in under- and postgraduate training’ is geplaatst tijdschrift

Medical Teacher. Een vertaling in het Nederlands is gepubliceerd in het TMO nummer van april

2010.

Page 14: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

14

6.8 Praktijk van het Medisch Onderwijs (PMO)

I Organisatie

Doelstelling:

De NVMO-werkgroep Praktijk van het Medisch Onderwijs (PMO) stelt zich primair ten doel om de

uitwisseling van kennis en ervaring tussen medewerkers in het praktisch medisch onderwijs aan

de verschillende medische opleidingen te bevorderen. Afgeleid hiervan wordt beoogd om de

discussie over ontwikkelingen en plannen met betrekking tot het praktisch medisch onderwijs

aan de medische faculteiten te bevorderen en zo nodig adviezen te formuleren. Deze

werkgroep is géén expertisegroep; het gaat niet zozeer om het samenbrengen en ontwikkelen

van expertise, maar om het uitwisselen van expertise.

Werkwijze:

Jaarlijks worden vijf bijeenkomsten georganiseerd, waarvan één tijdens het NVMO-congres. De

vier overige bijeenkomsten vinden plaats het Vergadercentrum AZU van het Universitair

Medisch Centrum Utrecht (UMCU) van 14.00 – 17.00 uur. De bijeenkomsten worden

aangekondigd in mailings aan NVMO-leden, op de NVMO-website en indien mogelijk in het

Tijdschrift voor Medisch Onderwijs (TMO).

Tijdens een bijeenkomst wordt een onderwerp ingeleid door een of meerdere collega’s uit het

medisch onderwijsveld. Zij beschrijven een thema’s aan de hand van een vraagstelling. De

locale aanpak, ervaringen of ontwikkeling van dit thema worden besproken.

Vervolgens volgt een uitwisseling van ervaringen en visies van andere deelnemers, bijvoorbeeld

aan de hand van stellingen of vragen. Deelnemers ontvangen na afloop een mailing met een link

naar de NVMO-website. De presentaties en ander relevant materiaal zoals achtergrondartikelen

worden daar opgeslagen. Dit materiaal is voor iedereen toegankelijk.

Een ieder die betrokken is bij ontwikkeling en uitvoering van het praktisch medisch onderwijs

kan onderwerpen voor bijeenkomsten aandragen.

Participatie:

De bijeenkomsten zijn bedoeld voor alle NVMO-leden, in het bijzonder de betrokkenen en

geïnteresseerden in een bepaald onderwerp. Dit kunnen artsen, opleiders, coördinatoren,

psychologen, onderwijskundigen uit zowel de academische en perifere ziekenhuizen zijn. Zij

kunnen zich tot één week vóór de bijeenkomst opgeven voor deelname. Daarna volgt

bevestiging per email met eventuele aanvullende vragen of instructies ten aanzien van het

onderwerp. Ook niet NVMO-leden worden toegelaten. Hen wordt gewezen op het lidmaatschap

van het NVMO.

Coördinatie:

De coördinatie van de activiteiten van de werkgroep ligt in handen van Monica van de Ridder,

Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) en Maarten Verwijnen, Universiteit Maastricht (UM).

II Activiteiten cursusjaar 2009-2010

Werkzaamheden:

Ná november 2006 is begonnen met het benaderen van álle NVMO-leden. Deze werkwijze heeft

tot dusver geleid tot een toename van de participatie en een vergroting van diversiteit qua

achtergrond van de participanten en een verlevendiging van de uitwisseling van kennis,

ervaringen en visies. Evaluaties zijn positief; er wordt door de deelnemers uitgesproken om dit

concept vooralsnog te handhaven.

a) Bijeenkomst 26 september 2009: Implementatie van Evidence Based Education in het

(bio-)medisch curriculum

Deze bijeenkomst was een initiatief van Prof. Dr. Dirk Ruiter, patholoog en hoofd van de

afdeling Anatomie van het UMC St Radboud te Nijmegen.

Aan de hand van een inleiding van Dirk Ruiter over de wijze waarop in Nijmegen de vraag wordt

behandeld, werd gediscussieerd over mogelijkheden, beperkingen en ontwikkelingen.

Context

Evidence based education (EBE) beoogt om de kloof te dichten tussen de onderwijspraktijk

enerzijds en ontwikkeling en wetenschappelijk onderzoek van onderwijs anderzijds. Het EBE-

concept is inmiddels breed omarmd door de nationale overheid en de Europese Unie en er is

recent vanuit Groningen, Amsterdam en Maastricht een wetenschappelijk topinstituut over dit

onderwerp opgericht. De kern van het EBE-concept is het verkrijgen van wetenschappelijk

Page 15: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

15

inzicht in wat en hoe wordt geleerd en dit te vertalen naar de onderwijspraktijk. Gezien het

belang van EBE voor de kwaliteit en de wetenschappelijke statuur van het onderwijs is de

implementatie naar het (bio-)medisch curriculum zeer gewenst. Een gerede optie voor

implementatie van EBE is het monitoren van leereffecten bij studenten gedurende een

onderwijsblok als mogelijk aangrijpingspunt voor de verdere verbetering van de kwaliteit van

het onderwijs. In het UMC St Radboud is hiertoe in samenwerking met het IOWO een

trefwoordentest ontwikkeld waarvan de principes en eerste resultaten worden toegelicht.

Doel

Doel van deze bijeenkomst was om na de inleiding in afzonderlijke subgroepen: a) de

meerwaarde van tussentijds monitoren, b) de merites van de trefwoordentest als instrument, c)

de betekenis van de gemeten leereffecten, en d) de mogelijkheden voor verbetering van de

test, kritisch te bespreken en hierover plenair te rapporteren en te discussiëren.

Deelnemers werden uitgenodigd om te putten uit kennis en ervaring van de eigen werkplek om

ter plekke te kunnen delen en te bespreken.

Werkwijze

Na een inleiding door Dirk Ruiter werd in subgroepen gewerkt aan specifieke topics.

Na de pauze was er gelegenheid tot het uitwisselen van bevindingen en delen van kennis, visies

en ervaringen dmv een algemene plenaire discussie. Desgewenst is er ruimte voor aanvullende

presentaties over relevant eigen werk.

Doelgroep

Docenten in het medisch onderwijs, onderwijskundigen en medische studenten

b) Bijeenkomst NVMO-congres: Veranderingen in de co-schappen Albert Scherpbier

c) Bijeenkomst 20 januari 2010: Kwaliteitszorg in het Medisch Onderwijs

Hoe bepaal je de kwaliteit van het uitgevoerde onderwijs en hoe kun je daarmee het onderwijs

bijsturen? Dergelijke vragen werden besproken aan de hand van inleidingen door Anita van

Meeuwen en Annekee Russcher-van der Poel over de werkwijze aan het Erasmus Medisch

Centrum (ErasmusMC). Anita van Meeuwen, is werkzaam als kwaliteitszorg coördinator van het

ErasmusMC en Annekee Russcher-van der Poel, werkt als opleidingsadviseur in het Albert

Schweitzer ziekenhuis (ASz) te Dordrecht.

Context

Het Erasmus Medisch Centrum evalueert het onderwijs in de eigen instelling, maar ook het co-

schaponderwijs aan co-assistenten van het Erasmus MC in niet academische ziekenhuizen.

Door middel van onderwijs evaluaties wordt de onderwijskwaliteit gevolgd. Instellingen, krijgen

vervolgens inzicht in hun functioneren door de ogen van de coassistenten en daarmee, wat

mogelijke hun sterke en zwakke punten zijn. Op basis van deze evaluaties kan het onderwijs

worden bijgesteld. Belangrijk is dan dat de evaluatie-instrumenten en de procedures

betrouwbaar, valide en efficiënt zijn en dat de rapportage naar de betrokkenen duidelijk is.

Het Albert Schweitzer ziekenhuis is een van de geaffilieerde ziekenhuizen van het Erasmus MC.

In het kader van de kwaliteitszorg onderwijs worden coassistenten van het ASz al enige tijd

door het Erasmus MC bevraagd op het verloop van hun coschap.

In november 2008 heeft het Erasmus MC voor het eerst sinds jaren terugkoppeling gegeven op

de evaluatieresultaten aan alle geaffilieerde instellingen op basis van de vragenlijst voor de

coassistenten. De komende tijd werken het Erasmus MC en ASz samen om het evaluatieproces

te evalueren en waar nodig bij te stellen.

Doel

In deze bijeenkomst stonden de processen rondom het evalueren van onderwijs centraal. Hoe

bepaal je of je instrumenten goed zijn? Hoe licht je de betrokkenen bij het onderwijs zo goed

mogelijk in over hun evaluatie? Hoe kun je door middel van rapportage beïnvloeden dat de

onderwijsgevenden onderwijs aanpassen? Hoe bepaal je welke onderdelen worden geëvalueerd?

Hoe maak je de rapportage voor de niet academische ziekenhuizen optimaal? Daarnaast wordt

ingegaan op hoe de samenwerking rondom het evaluatieproces tussen het Erasmus MC en ASz

verloopt.

Deelnemers werden uitgenodigd om te putten uit kennis en ervaring van de eigen werkplek om

ter plekke te kunnen delen en te bespreken.

Werkwijze

Anita van Meeuwen, lichtte toe op welke manier het Erasmus MC haar onderwijs evalueert:

instrumenten, evaluatieprocedures en terugkoppeling worden besproken. Annekee Russcher-van

Page 16: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

16

der Poel, beschreef op welke manier zij betrokken is bij de evaluatieprocedure vanuit het ASz.

Vervolgens wordt ingegaan op overeenkomsten, verschillen, knelpunten, vraagtekens en acties

die in het evaluatieproces verbeterd kunnen worden.

Doelgroep

Docenten in het medisch onderwijs, onderwijskundigen en medische studenten

d) Bijeenkomst 25 maart 2010: Integratie van communicatieve en praktische vaardigheden

Dit onderwerp werd besproken aan de hand van een inleiding door Evelyn van Weel-Baumgarten

uit het UMC St Radboud, Nijmegen, waarin ze de Nijmeegse aanpak beschreef. Het programma

werd ontwikkeld in samenwerking met de afdeling eerstelijnsgeneeskunde, chirurgie en

medische psychologie.

Achtergrond en Context

In de laatste decennia wordt in alle curricula geneeskunde in Nederland en veel andere

medische en (vervolg)opleidingen in toenemende mate aandacht besteed aan onderwijs in

communicatievaardigheden. Deze vaardigheden worden meestal in aparte lesprogramma’s

getraind, los van medische inhoud en andere medisch technische vaardigheden. Dit heeft als

nadeel dat studenten wanneer zij de coschappen ingaan moeite hebben met het integreren van

andere vaardigheden met communicatie.

In het nieuwe curriculum met Bachelor/Master-structuur (2005) is aan het UMC St Radboud ook

een nieuw programma in communicatie en consultvoering (C&C) opgenomen. Het curriculum

geneeskunde is opgebouwd uit verschillende onderwijsperiodes (episodes genoemd) waarin

centraal klinisch onderwijs (CKO) is opgenomen. Studenten bereiden zich in deze CKO’s

specifiek voor op de kennis en vaardigheden die zij nodig hebben voor de co-schappen in die

episode.

In twee episodes in de Masterfase krijgen de studenten expliciet de gelegenheid om de

integratie van communicatieve en medische technische vaardigheden te oefenen. Het betreft

episode 3 die voorbereidt op het coschap heelkunde en episode 7, voorbereidend op het

coschap eerstelijnsgeneeskunde. In een kort spreekuur met zes verschillende simulatiepatiënten

(SP’s) moeten de studenten verschillende soorten gesprekken voeren en in enkele consulten ook

medisch technische handelingen (zoals een gericht lichamelijk onderzoek en hechten)

verrichten zoals dat ook in een spreekuur in de praktijk het geval is. Zij krijgen korte gerichte

feedback, zowel op communicatie als op de medische inhoud en vaardigheden door de bij deze

spreekuren betrokken SP’s, chirurgen, huisartsen en psychologen.

Doel

Deze bijeenkomst was bedoeld om ervaringen met deze vorm van onderwijs uit te wisselen en

te verdiepen. Hoe organiseer je dit onderwijs, wat zijn de randvoorwaarden, hoe ga je te werk

bij de voorbereiding van simulatiepatiënten en docenten,wat is wel en niet mogelijk, wat is de

beste plek in het curriculum, wat zijn de resultaten etcetera.

Werkwijze

Er was een korte uitleg over de Nijmeegse CKO-programma en de aanpak in spreekuren. Er

werden enkele voorbeelden getoond van deze spreekuren (DVD).

Doelgroep

Docenten in het medisch onderwijs, onderwijskundigen en medische studenten

Literatuur

- Moulton CA, Tabak D, Kneebone R, Nestel D, MacRae H, LeBlanc VR. Teaching

communication skills using the integrated procedural performance instrument (IPPI): a

randomized controlled trial. Am J Surg 2009 January;197(1):113-8.

- Gettman MT, Pereira CW, Lipsky K, Wilson T, Arnold JJ, Leibovich BC, Karnes RJ, Dong Y.

Use of high fidelity operating room simulation to assess and teach communication,

teamwork and laparoscopic skills: initial experience. J Urol 2009 March;181(3):1289-96.

- Kurtz S, Silverman J, Benson J, Draper J. Marrying content and process in clinical method

teaching: enhancing the Calgary-Cambridge guides. Acad Med. 2003 Aug;78(8):802-9.

e) Bijeenkomst 19 mei 2010: Keuzen in de zorg in spoedeisende situaties

Dit onderwerp werd behandeld in een workshop geleid door Reinier Haneveld van het

Universitair Medisch Centrum Utrecht. Tijdens de workshop konden de deelnemers participeren

in een interactief onderwijsspel dat speciaal ontwikkeld is om 6e jaars medische studenten de

ernst van een crisissituatie in de zorg zo realistisch mogelijk te laten ervaren.

Page 17: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

17

Achtergrond en context:

In het zesde jaar van de studie geneeskunde aan de Universiteit Utrecht wordt het blok

professionaliteit gegeven. Onderdeel van dat blok is het onderwerp “Keuzen in de zorg in

spoedeisende situaties”. Het onderwijs is verplicht voor alle medische studenten. De studenten

hebben hun coschappen grotendeels afgerond en zijn in hun “schakeljaar” bezig met zich te

oriënteren op de arbeidsmarkt.

In het raamplan artsopleiding 2009 wordt ondermeer beschreven dat de arts goed geïnformeerd

moet zijn over het Nederlandse gezondheidszorgsysteem, de kennis van de structuur, werking en

financiering in de praktijk toe moet kunnen passen en waar nodig adequate beslissingen moet

kunnen nemen over het effectief inzetten van gelimiteerde middelen voor gezondheidszorg en

ter zake bewust actie moet kunnen nemen (Raamplan 2009, p. 32 en 33)

http://www.vsnu.nl/Media-item/Raamplan-artsopleiding-2009.htm In de eindtermen van 2001

stond onder persoonlijk functioneren de eis dat de arts kan omgaan met stress, flexibel is en kan

omgaan met snel veranderende situaties (Raamplan 2001, p. 39).

(http://www.bigregister.nl/doc/pdf/Raamplanartsopleiding_tcm18-11658_20489.pdf).

Voor het onderwijs over het thema “Keuzen in de zorg in spoedeisende situaties” heeft de

vakgroep Public Health 1 uur hoorcollege en 2 uur werkgroep toegewezen gekregen. In deze tijd

moeten de aanstaande artsen adequaat worden voorbereid op het werken in spoedeisende

situaties en moet worden voldaan aan de eindtermen van de opleiding. Uiteraard kan dit niet in

de toebemeten tijd. De invulling moet worden gezien in samenhang met en complementair aan

de vaardigheden die studenten op het terrein van de spoedeisende zorg opdoen in de klinische

vakken.De extra dimensie die de sociale geneeskunde geeft betreft de organisatie van de

spoedzorg in Nederland, het ontwikkelen en implementeren van evidence based triage systemen

en –protocollen ten behoeve van de klinische praktijk en het aanbrengen van het bredere kader

van de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen, zoals omschreven in de wet GHOR

(Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen). Bij de invulling vanuit de sociale geneeskunde

wordt tevens de nadruk gelegd op het verantwoorden van de gemaakte keuzen in de zorg en het

ethisch handelen op basis van de KNMG gedragsregels voor artsen.

Doel & werkwijze

Deze NVMO PMO bijeenkomst was bedoeld om dezelfde ervaring op te doen als de studenten in

hun werkgroep. De deelnemers werden in een stressvolle spoedeisende situatie gebracht. Er

werd gewerkt in een rollenspel. Alle deelnemers kregen een rol te spelen.

Vanuit deze ervaringsleermomenten vond de nabespreking plaats. Het simulatiespel is zo

ontwikkeld dat het met minimale middelen in een willekeurig leslokaal kan worden gegeven. Een

deskundige docent is essentieel voor het welslagen van het onderwijs.

Er zijn diverse simulaties ontwikkeld, waardoor accenten in de inhoudelijke thema’s kunnen

variëren. Zo kan specifiek worden geoefend in triëren of in het organiseren van crisisberaad, het

omgaan met agressie of stress, contacten met de pers, en dergelijke. Het simulatiespel wordt

gegeven aan de 6e jaars geneeskunde studenten, maar ook aan AIOS en deelnemers aan de post-

doc masterclass spoedzorg van het Julius Centrum. Het spel wordt door ComplX Consultants

b.v., First things First b.v. en Crisicontrol b.v. toegepast in meer uitgebreide trainingen Zirop

(Ziekenhuis Rampen Opvang Plannen) in ziekenhuizen en instellingen in de gezondheidszorg en

trainingen in het kader van de GHOR en veiligheidsregio’s.

Doelgroep:

Docenten in het medisch onderwijs, onderwijskundigen en medische studenten. Medewerkers

GHOR, Zirop en verantwoordelijke functionarissen van veiligheidsregio’s en managers zijn

eveneens welkom.

Literatuur:

- Voor triage systemen: Wulp, I. van der; Reliability and validity of emergency department

triage systems. http://igitur-archive.library.uu.nl/dissertations/2010-0209-200146/wulp.pdf

- Spoedzorg: Schrijvers A.J.P.; Atlas en scenario’s voor Spoedzorg; Igitur; 2008.

- Organisatie spoedzorg: http://www.acutezorg.nl/

- GHOR: GHOR kennisnet http://www.nifv.nl/web/show/id=89192/level2=true en GHOR

http://www.ghor.nl/kr_rgf/

- Wet GHOR: http://www.st-

ab.nl/wetten/0516_Wet_geneeskundige_hulpverlening_bij_ongevallen_en_rampen_Wghr.ht

m

Page 18: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

18

III Terugblik

Uit de evaluaties blijkt dat de PMO-bijeenkomsten goed worden gewaardeerd. Aandachtspunten

zijn de werkvormen en opdrachten. Deelnemers willen soms meer interactie dan datgene wat

geboden werd. Daarnaast – en dat hangt natuurlijk met de werkvormen en opdrachten samen- is

er nog meer behoefte aan het uitwisselen van ervaringen.

De bijeenkomsten worden veelal bezocht door mensen met een medische studie-achtergrond,

die veelal werkzaam zijn in de academische ziekenhuizen, en dan met name in de

basisopleiding. Opvallend is dat er in de bijeenkomsten die geëvalueerd zijn, geen of weinig

betrokkenen in perifere opleidingsziekenhuizen werkzaam zijn en dat er weinig bezoekers bij de

vervolgopleidingen betrokken zijn.

6.9 Professioneel gedrag

Doel

Informatie uitwisseling

Deskundigheidsbevordering ondermeer door refereren van recente evidence in literatuur en

bespreken van leerzame casuïstiek dan wel bespreken van eigen ervaringen mbt onderwijs

en toetsing van professioneel gedrag en professionaliteit

Ontwikkelen en bespreken van concepten op gebied van onderwijs en toetsing van

professioneel gedrag en professionaliteit

Huidige leden

S van Luijk (voorzitter) VUmc

M. Fabriek UvA

B. Bonke (vicevoorzitter) ErasmusMC

M. Kok UMC-Utrecht

E. van Weel UMCN

N. Mastenbroek Diergeneeskunde

J. Prins UMCN

R. Gorter THK- ACTA Amsterdam

S. van Kuppeveld UMCN

T Ong THK - ACTA Amsterdam

M. Traudes Leiden

W van Mook MUMC Maastricht

L. Aukes Groningen

E. Feenstra THK - UMCG

L. Osei Loca (student)

M. Wolters UMC - Utrecht

M. van Zwieten AMC

P. van Gurp UMCN

P. van Katwijk UT-Twente

T. Wingelaar VUmc (student)

W. Brands THK - UMCN

Activiteiten curriculumjaar 2009-2010Aantal bijeenkomsten 2009-2010 (3x) waarbij de volgende thema’s zijn besproken:

12-5-2009 White Coat Ceremony26-10-2009 Samenwerken; hoe onderwezen en getoetst in basiscurriculum09-02-2010 Afgelast (teveel afmeldingen)12-05-2010 Onderwijs en toetsing reflectie vaardighedenGemiddelde opkomst: 10-12 personen.

Naast de reguliere (plenaire) bijeenkomsten zijn ook de subwerkgroepen bij elkaar geweest.Zoals vorig jaar aangegeven zijn er drie subwerkgroepen gevormd; werkgroep iudicium;werkgroep artikel; werkgroep onvoldoende PG bij arts-assistenten (AIOS).Vwb de subwerkgroep Iudicium Abeundi zijn er een aantal bijeenkomsten geweest om de eersteconcepten van het protocol door te spreken. Daarna hebben de auteurs (Bonke, van Luijk)uitvoerig de juristen geraadpleegd. Naar verwachting zal het protocol in juni 2010 voorgelegdworden aan de voorzitters van de RvB van de VSNU om het rapport goed te keuren en om tedienen als blauwdruk voor varianten voor andere studies dan genees- cq tandheelkunde en

Page 19: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

19

diergeneeskunde. Binnen de diverse RvB van medisch/tandheelkundige en diergeneeskundigefaculteiten dient te worden afgesproken in hoeverre men regelgeving wenst te coördineren encentraliseren zoals in het rapport wordt beoogd.De subwerkgroep artikel PG (auteurs: van Luijk, Gorter & van Mook) heeft per 1 april een conceptartikel ingediend voor MT. Naar verwachting zal de publicatie eind dit jaar kunnen plaatsvinden.De subwerkgroep “disfunctionerende AIOS” is niet van de grond gekomen. Een belangrijke redenwas de geringe belangstelling hiervoor gecombineerd met het feit dat degenen die hier wel aanwilden deelnemen al betrokken waren bij de eerder genoemde subwerkgroepen en dus geen tijdmeer over hadden. Gelet op het afronden van het Iudicium rapport en het artikel lijkt er ruimte tekomen om deze subwerkgroep het komende jaar opnieuw vorm en inhoud te geven.

6.10 Simulatie- en gestandaardiseerde patiënten

Algemeen

Doelstellingen van de werkgroep staan vermeld in verslag 2007/2008 en zijn ongewijzigd.

Werkwijze en vergaderfrequentie

De vergaderfrequentie is vastgesteld op drie bijeenkomsten per jaar, 3 uur lengte, locatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU), uitgezonderd één bijeenkomst voorafgaande

aan NVMO-congres. Tijdens elke bijeenkomst worden ervaringen uitgewisseld. Daarnaast

worden voor elke bijeenkomst een of meerdere thema’s gekozen, die nader belicht worden.

Deelnemers ontvangen na afloop een samenvattend verslag met actiepunten. Secretariaat

wordt gevoerd door Skillslab, FHML (Maastricht). Voorzitter is JJ Rethans, Skillslab, FHML

(Maastricht).

Participatie

Alle deelnemers zijn NVMO-leden, die betrokken zijn bij de coördinatie, werving, selectie

en/of training, en onderzoek van simulatie- of gestandaardiseerde patiënten van

Nederlandstalige Medische Opleidingen.

Aantal leden op mailinglijst is gestegen tot N=26 (was 20).

o Alleen Leids Universitair Medisch Centrum heeft geen afvaardiging.

Activiteiten cursusjaar 2009-2010

Overzicht bijeenkomsten 2009-2010

1. 11 november 2009 (voorafgaande aan NVMO-congres). Deelnemers:14

Thema: Feedback door SPs. Verder voorbereiden van NVMO-presentatie (symposium) de dag

erop, die eveneens ging over feedback door SPs.

2. 24 februari 2010. Deelnemers: 15.

Onderwerpen:Opname technieken van SP-contacten. Voor deze bijeenkomst was een trainer

van de firma Lionis (programma WEB-SP) aanwezig, die een demo gaf van wat er mogelijk is

met dat digitale programma.

3. 28 april 2010. Aantal deelnemers: 9

Onderwerpen:

- In deze bijeenkomst zijn 3 thema’s aan bod gekomen, waar de keren ervoor al

aangewerkt was, te weten:

i. Het trainen van SPs

ii. Een inventarisatie van SP inzet in alle medische opleidingen

iii. Uitwisseling van rolbeschrijvingen van SP-contacten (elke faculteit doet

dit op een eigen manier).

- Vaststellen van thema van onze presentatie tijdens as NVMO congres. Dit zal gaan

over het gebruik van SPs in specifieke onderwijssituaties (bijv SP in een groep):

wat kan je daar nu mee?

Presentatie tijdens NVMO congres 2009

De werkgroep heeft zich tijdens NVMO congres gepresenteerd via een symposium dat ging over

het geven van feedback door simulatiepatiënten: waarin verschilt dit van feedback door

bijvoorbeeld docenten (Coördinator J.H. Westen, Erasmus MC).

6.11 Skills- en simulatietechnieken

Omdat het een personele unie is met de DSSH betreft, zijn de notulen van alle

bestuursvergaderingen in te zien via de website www.dssh.nl

Page 20: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

20

- Voorjaarscongres 31-03-2010 erg succesvol, meer dan 200 bezoekers in samenwerking met

VNU beurs ‘Zorg en ICT. Het programma is aan alle NVMO leden verstuurd met Medical

Teacher.

- Aantal combinatieleden NVMO/DSSH groeiende, momenteel 35 (vanuit de DSSH) en 31

(vanuit de NVMO) geregistreerd; totaal 66;

- Bestuurswisseling binnen de DSSH: Tijdens de algemene ledenvergadering 31 maart j.l. heeft

een bestuurswisseling en -vernieuwing plaats gevonden. Het voorzitterschap van de DSSH is

door Prof. dr. Guid Oei overgedragen aan Dr. Marlies Schijven (voormalig penningmeester).

Guid Oei blijft actief als voorzitter van de commissie Communicatie en Public Relations.Prof.

dr. Fedde Scheele heeft zijn bestuursfunctie neergelegd; en het voorzitterschap van de

commissie Onderwijs overgedragen aan Jean-Pierre Pierie. Hij blijft wel actief lid van de

DSSH vereniging.

Nieuwe bestuursleden: Drs. Henk Schreuder; Drs. Henk W.R.Schreuder, gynaecoloog-

oncoloog, Universitair Medisch Centrum Utrecht (penningmeester); en Dr. Mario Maas,

radioloog Academisch Medisch Centrum Amsterdam (bestuurslid).

- Zeer actieve LinkedIN community opgericht; besloten voor DSSH leden.

- Website NVMO voor werkgroep Skills en Simulatie opnieuw ingericht

- Tijdens het jaarcongres van de NVMO zal een kleine reprise plaatsvinden van keynote

lectures (drietal) van het DSSH congres.

- NVMO leden worden met nadruk van harte uitgenodigd actief te participeren in de

vereniging.

6.12 Wetenschappelijke vorming

Doel

De NVMO werkgroep Wetenschappelijke Vorming (W.V.) wil door concentratie van expertise

de uitwisseling bevorderen van kennis en ervaring op het gebied van onderwijs, gericht op de

wetenschappelijke vorming in het medische opleidingscontinuüm. Alle acht Nederlandse

medische faculteiten/UMC’s zijn vertegenwoordigd en participeren elk met twee leden, die

nauw betrokken zijn bij het onderwijs en toonaangevende posities binnen hun UMC innemen.

De werkgroepleden worden gesteund door de decanen van hun faculteit.

Samenstelling en coördinatie van de werkgroep

In het verslagjaar hebben drie leden de werkgroep verlaten (dr. J. Kooman, prof.dr. G. Croiset

en prof.dr. J.C. Kluin-Nelemans) en zijn er drie nieuwe leden toegetreden (dr. M. van den

Akker, dr. H.E. Westerveld en dr. E.A. van Hell).

De huidige leden zijn:

dr. M. van den Akker (MUMC; [email protected])

drs. J. Bulte (UMC St. Radboud; [email protected])

dr. F.W. Dekker (LUMC; [email protected])

dr. M.R. van Dijk (UMCU; [email protected])

dr. N. van Dijk (AMC-UvA; [email protected])

prof.dr. M.A. Frens (Erasmus MC; [email protected])

dr. A. F.P.M. de Goeij (MUMC; [email protected])

dr. E.A. van Hell (UMCG; [email protected])

prof.dr. R.S.G. Holdrinet (UMC St. Radboud; [email protected])

dr.ing. M.H.W. Hooiveld (UMCG; [email protected])

prof.dr. E.S. Houwaart (VUmc; [email protected])

dr. J. Korevaar (AMC-UvA; [email protected])

drs. E.J. Spierenburg (Erasmus MC; [email protected])

dr. H.E. Westerveld (UMCU; [email protected])

dr. I.J. van Wijk (VUmc; [email protected]).

De coördinatie van de activiteiten van de werkgroep ligt in handen van dr. Anton F.P.M. de

Goeij (co-voorzitter, MUMC) en dr.ing. Michiel H.W. Hooiveld (co-voorzitter/secretaris,

UMCG). Secretariële ondersteuning wordt verleend door mw. Jans van Aalst-Ubels (UMCG).

Bijeenkomsten van de werkgroep W.V. (juni ’09 - mei ‘10)

In periode juni 2009 - mei 2010 is de werkgroep W.V. vijf keer bij elkaar geweest (15 juni

2009, 12 oktober 2009, 13 november 2009, 9 maart 2010 en 17 mei 2010).

Page 21: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

21

NVMO congres 2009

De werkgroep heeft tijdens het NVMO Congres 2009 een symposium georganiseerd over

kwaliteit en beoordeling van wetenschappelijke stages in de opleiding tot basisarts.

Publicatie in Medical Teacher

In het verslagjaar heeft de werkgroep op verzoek van het bestuur van de NVMO gewerkt aan

een manuscript voor het tijdschrift ‘Medical Teacher’ over de status van wetenschappelijke

vorming binnen de Nederlandse medische faculteiten en deze aangeboden aan het bestuur van

het NVMO. Het manuscript heeft een interne (binnen NVMO) en externe (redactie ‘Medical

Teacher’) review-procedure doorlopen en is eind 2009 geaccepteerd voor publicatie in het

tijdschrift ‘Medical Teacher’ (zie bijlage 1).

Referentie: Van Eyk H.J., Hooiveld M.H., van Leeuwen T.N., van der Wurff B.L., de Craen

A.J., Dekker F.W. (2010). Scientific output of Dutch medical students. Medical Teacher 32,

231-235

IAMSE congres 2009 (Leiden)

Vanuit de werkgroep is door dr.ing. M.H.W. Hooiveld en dr. F.W. Dekker op 3 juli 2009 een

focussessie verzorgd op het IAMSE congres te Leiden. Thema van de sessie was de

wetenschappelijke vorming binnen de Nederlandse medische curricula (titel: ‘Scientific

Training in Dutch Medical Schools’.

7. PROMOVENDINETWERK

Promovendidag 23 april 2010

Op vrijdag 23 april werd alweer de 5de promovendidag in Utrecht gehouden. Deze lustrumeditie

kende enkele vaste waarden zoals een inspirerende plenaire presentatie, parallelle sessies waarin

eigen onderzoek kon worden voorgesteld en een promotiesimulatie waarbij gevorderde promovendi

konden oefenen voor het echte werk. Daarnaast gaf de commissie ethische toetsing van het NVMO

een korte uiteenzetting over de ontwikkeling van ethische toetsing voor medisch onderwijskundig

onderzoek en werd in een panelgesprek met 3 ex-promovendi teruggekeken op hun promotietraject.

Tenslotte werd de dag afgesloten met een terugblik op 5 jaar promovendidagen. Hieronder volgt een

uitgebreidere beschrijving van het verloop van de verschillende onderdelen van de promovendidag

2010.

Plenaire presentatie

Jeroen van Merriënboer zette de dag prikkelend in met zijn presentatie over de zin en onzin van

theorieën in medisch-onderwijskundig onderzoek. Hierbij gaf hij aan dat alle theorieën beïnvloed

worden door paradigma’s en dat veel gebruikte theorieën in medisch onderwijskundig onderzoek

niet altijd even goed onderbouwd zijn. U vindt zijn presentatie samen met de andere presentaties

op de promovendidag op www.nvmo.nl/promovendinetwerk/bijeenkomsten.

Presentaties eigen onderzoek

Ook dit jaar was er een groot aanbod aan presentaties van eigen onderzoek. Er werden drie sessies

georganiseerd waarbij steeds vier presentaties aan bod kwamen geclusterd volgens de thema’s:

docentprofessionalisering,inrichting van de opleiding, en nieuwe onderwijs- en beoordelingsvormen.

Per presentatie werd er vooraf een referent aangeduid die een aantal kritische vragen formuleerde

en de aftrap van de discussie verzorgde. Deze discussies leidden tot interessante bevindingen rond

onder meer, de validiteit en betrouwbaarheid bij design based onderzoek, “Hoe komen co-assis-

tenten tot leren?”, “Wat is de rol van dokter als persoon?”, continue professionele ontwikkeling en

‘tips and tricks’ voor een literatuur-review. Bij de verschillende presentaties ontstonden boeiende

uitwisselingen tussen de onderzoekers, die wegens het strakke schema soms moesten worden

afgekapt. Om hierop in te spelen zou er in de toekomst meer tijd moeten voorzien worden voor deze

sessies.

Intervisie

Voor het tweede jaar op rij stond ‘intervisie’ als parallelsessie op het programma. In twee groepen

onder leiding van een voorzitter kwamen niet alleen promovendi bijeen, maar ook een aantal

begeleiders schoven aan. In de weken voorafgaand aan de promovendidag was er al gelegenheid

geweest om een vraag in te brengen. De ingeruimde tijd was voldoende om met de groep op 2 a 3

vragen in te gaan en elkaar hiermee op een laagdrempelige manier van informatie en goede tips te

Page 22: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

22

voorzien. Vragen gingen ondermeer over de manier waarop je praktijkkennis wel of niet mag

meenemen bij het opzetten van je onderzoek en het inbrengen van literatuur bij kwalitatief

onderzoek: als theoretisch kader aan het begin of in de discussie als verklaring voor gevonden

resultaten? Na deze aanzet tot uitwisseling van ervaringen werd er tijdens de lunch druk verder

overlegd.

Ethische toetsing

In navolging van de plenaire presentatie van verleden jaar op de promovendidag over ethische

toetsing gaf Olle ten Cate namens de commissie ethische toetsing in medisch onderwijskundig

onderzoek (ETMOO) een overzicht van de initiatieven die het NVMO hier omtrent aan het nemen is.

Vanaf eind juni 2010 zal het via de NVMO website mogelijk zijn een medisch onderwijskundig

onderzoeksvoorstel ethisch te laten toetsen, resulterend in een brief van goedkeuring, nodig voor

publicatie van onderzoek. Voor meer info over de te doorlopen procedure voor ethische toetsing

wordt verwezen naar de presentatie van deze sessie op de NVMO website en/of bij de commissie

ETMOO zelf.

Promotiesimulatie

Dit jaar hebben twee laatstejaars promovendi, Ann de Ketelaere en Mariska Leliveld, in een

plenaire sessie een artikel uit hun (aanstaande) proefschrift gepresenteerd en daarna met succes

verdedigd. De voorzitter Dirk Ruiter, in toga, en de jongerejaars opponenten (Niels Bakker, Esther

de Groot, Tobias Boerboom en Anja Karg ) hadden zich ook deze keer weer uitstekend voorbereid.

Na de gebruikelijk complimenten werden kritische vragen gesteld, zoals

“In uw onderzoek kijkt u naar de percepties en interpretaties van zowel coschappers als hun

supervisoren en gebruikt u verschillende manieren van dataverzameling om tot een model te

komen van het leerproces dat plaats vindt tijdens de klinische fase…”

“In dit model legt u niet alleen relaties tussen de klinische leerervaringen tijdens de internships,

maar geeft u tevens de wederkerige relaties (pijlen met aan twee kanten een punt) aan tussen de

componenten in uw model. U beschrijft deze relaties over het algemeen heel helder, maar voor de

componenten de ‘agenda of the internship’ en ‘attitude of supervisors’ vind ik de uitleg minder

duidelijk.”

“Dus ik zou graag van u willen weten:

- Wat zijn de beweegredenen om ook tussen deze componenten van uw model wederkerige

relaties te vooronderstellen?

- Wat betekent de aanwezigheid van dergelijke wederkerige relaties voor de toepassing van

uw model in de praktijk?”

Op deze manier kwamen ook het spanningsveld tussen formeel en informeel leren, definiëring en

gebruik van het begrip ‘community of practice’ en het nut van studentevaluaties in het organiseren

van docentprofessionalisering aan bod.

Nieuw dit jaar was het opponeren vanuit de zaal. Hoewel hiervoor geen specifieke voorbereiding

was gevraagd, werd de gelegenheid toch door een aantal mensen uit het publiek aangegrepen om

met de promovendi van gedachten te wisselen. Na het gebruikelijk ‘Hora est’, werd de plechtigheid

officieel afgesloten. In de aansluitende pauze was er daarna gelegenheid voor verdere discussie en

feedback.

Panelgesprek promotietraject, tips and tricks

In deze plenaire sessie deelden ex-promovendi Debbie Jaarsma, Pim Teunissen en Marc Soethout hun

ervaringen en inzichten over promoveren met de aanwezigen. Onder de voorzitterschap van Cees

van der Vleuten ontspon zich een zeer levendige discussie over hoe je zorgt dat je promotieproject

op tijd af is, hoe je patiëntenzorg en het doen van onderzoek kan combineren, wie de

bijeenkomsten met de begeleidingscommissie zou moeten voorzitten en hoe je, als je het even niet

meer ziet zitten, toch weer moed kunt vatten. Het gesprek was zo levendig dat niet alle

voorbereidde thema’s aanbod zijn gekomen. Gezien het enthousiasme van de deelnemers over deze

sessie is dan ook besloten om een workshop over SOS promotie: eerste hulp bij het doorlopen van

een promotietraject namens het promovendinetwerk op het NVMO congres te brengen.

Afsluiting

Als afsluiting stonden we stil bij 5 jaar promovendinetwerk en de mensen die bij de start een rol

speelde zoals Monica van de Ridder, Cees ven der Vleuten, Albert Scherpbier en Olle ten Cate.

Daarnaast werd degene die altijd op de achtergrond aanwezig was en nog steeds is, voor één keer

zelf in de spotlights gezet, Marijke Sterman, heel erg bedankt voor alles wat je voor ons deed en nog

steeds doet, namens het promovendinetwerk.

Evaluatie

Page 23: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

23

Wij kijken ook dit jaar weer terug op een zeer geslaagde promovendidag. De 55 deelnemers aan de

dag gaven opnieuw aan dat het stimulerend is om zo laagdrempelig ervaringen te kunnen uitwisselen

met andere promovendi. De verschillende programmaonderdelen werden wederom als zinvol en

inspirerend ervaren. De uitsmijter van de dag, een plenaire discussie onder de titel “Tips and

Tricks”, scoorde bij de evaluatie het allerhoogst. De deelnemers deden het nadrukkelijke verzoek

om dit onderdeel een vaste plaats te geven in het programma voor volgend jaar. En noteer die

datum alvast maar in uw agenda: vrijdag 29 april 2011!

8. ASSOCIATION FOR MEDICAL EDUCATION IN EUROPE (AMEE)

Van 4 september tot en met 8 september 2010 vond in Glasgow de jaarlijkse conferentie van de

AMEE plaats. Het congres was georganiseerd in samenwerking met een lokaal organiserend comité

(voorzitter: Jill Morrison). Dit keer opnieuw 2300 deelnemers, nu uit 85 landen en 1102 (!) abstracts

van bijdragen aan dit congres. Het was wederom perfect georganiseerd.

Nieuw dit jaar was dat AMEE online te volgen was en dat werd in grote getale gedaan over de hele

wereld. Nieuw was ook de AMEE twitter zodat allerlei interessante commentaren te horen waren

over wat er zoal gepresenteerd werd (iets voor NVMO?). AMEE doet veel online. Het afgelopen jaar

MedEdWorld flink gevuld met activiteiten. Zo weren er ‘Webinars’, interactieve lezingen in een

virtuele ruimte (Wimba) met één docent en met deelnemers over de hele wereld. Denk maar aan

Skype, maar dan voor een groep, met video en allerlei interactiemogelijkheden. Cees van der

Vleuten heeft er twee gegeven en had de ervaring dat het een interessante en heel werkbare manier

was van online onderwijs dat zonder meer toekomst heeft. Ook nieuw in MedEdWorld is ‘FACE’,

Finding a Consultant in Education. Het is een soort kennismakelaar, een plek op het web waarop

consultants zich kunnen aanbieden en instellingen hun vraag naar consultancy kwijt kunnen.

De career awards gingen dit jaar naar Andrzej Wojtczak (onder andere vanwege zijn rol in de start

van AMEE; hij zal binnenkort een geschiedenis van AMEE publiceren) en naar Ronald Harden zelf. Dat

laatste was stiekem georganiseerd, zodat het een complete verassing voor hem was. De Karolinska

prijs ging dit jaar naar David Irby (veel gedaan op het gebied van docentprofessionalisering) en

Richard Reznik (o.a. verantwoordelijk voor het ontstaan van nationale OSCEs in Canada).

Vermeldenswaard uit de Executive Committee vergaderingen:

1) BEME ontwikkelt zich verder, maar er wordt gezocht naar meer universitaire centra, naast

Warwick, die zich over BEME zouden willen ontfermen. Meer informatie is bij Cees van der Vleuten

te krijgen.

2) Steven Durning is benoemd als Executive Committee member. Dat is vooral interessant omdat hij

daarmee het eerste niet-Europees lid van het AMEE bestuur is. AMEE is voortdurend aan het wikken

en wegen hoe internationaal ze zich moet ontwikkelen. Vermoedelijk zal het Europese karakter op

de achterrond komen te staan. Maar moeten de congressen de wereld over? Ook de ‘young doctors

in training’ zijn vertegenwoordigd in AMEE met de benoeming van de Portugees Bernardo Bollen-

Pinto.

3) Er wordt flink nagedacht of AMEE op een of andere manier aan ‘Excellence Recognition’ zou

moeten gaan doen voor opleidingen. In de economie opleiding kent men zelfs complete

internationale accreditatie systemen. Tijdens AMEE was een groep verzameld om te brainstormen.

Er zal een rapport worden opgesteld met verschillende modellen van ‘Excellence Recognition’

bedoeld voor verdere belsuitvorming.

4) Een deel van de congresorganisatie zal worden ge-outsourced aan een bureau. Dit om de centrale

staf te ontlasten, maar ook om de organisatie minder kwetsbaar te maken. In eerdere vergaderingen

is dit als zorg geuit, evenals de ‘succession planning’ van de kartrekkers. Dat leverde interessante,

maar open debatten op.

5) De AMEE guides gaan onveranderd goed. Er zijn er nu ongeveer 50 klaar. De Guides worden

uitgebreid met een serie over theorievorming in het onderzoek. Daarvan zijn er op dit moment 14

gepland.

AMEE als ontmoetingsplek was wederom uitstekend geslaagd. De hoeveelheid officiële en officieuze

bijeenkomsten van groepen en instituties was wederom groot. Ondanks de regencape in de

congrestas heeft het weer zich goed gedragen. Volgende bijeenkomst zal zijn in Wenen (27-31

augustus 2011), daarna Lyon. Istanbul en Rome zijn kandidaat voor 2013.

Page 24: JAARVERSLAG van de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH ONDERWIJS

24

9 SAMENWERKING MET MEDICAL TEACHER

NVMO-artikelen, verschenen in Medical Teacher in 2009 en 2010:

NVMO-werkgroep Docentprofessionalisering

- Molenaar WM, Zanting A, P.van Beukelen P, de Grave W, Baane JA, J.A.Bustraan JA, Engbers R,

Fick ThE, Jacobs JCG, Vervoorn JM. A Framework of Teaching Competencies across the Medical

Education Continuum. Medical Teacher 2009; 31:5,390-396

- [solicited commentary] Steinert Y. Mapping the teacher's role: The value of defining core

competencies for teaching. Medical Teacher 2009;31(5):371-372

NVMO-werkgroep Portfolio

- Dekker H, Driessen E, Ter Braak E, Scheele F, Slaets J, Van Der Molen T, Cohen-Schotanus J.

Mentoring portfolio use in undergraduate and postgraduate medical education, Medical Teacher

2009;31(10):903-909

- [solicited commentary] Gans ROB. Mentoring with a formative portfolio: A case for reflection as

a separate competency role. Medical Teacher 2009;31(10):883-884

NVMO-werkgroep Wetenschappelijke vorming

- Eyk H.J. van, Hooiveld, Michiel H.W, Leeuwen, Thed.N. van, Wurff, Bert L.J. van der, Craen,

Anton J.M. de, Dekker, Friedo J. Scientific output of Dutch medical students, Medical Teacher

2010;32(3):231-235

- [solicited commentary] Roberts, Trudie E.Catch them early…….. Medical Teacher

2010;32(3):193-194

NVMO-werkgroep Professioneel gedrag

- Luyk, Scheltus J. van, Gorter, Ronald C., Mook, Walther N.K.A. van. Promoting professional

behaviour in undergraduate medical, dental and veterinary curricula in the Netherlands:

Evaluation of a joint effort. Medical Teacher 2010;32(9):733-739

- [solicited commentary] Cruess, Richard L., Cruess, Sylvia R. Professionalism is a generic term:

Practicing what we preach. Medical Teacher 2010;32(9):713-714.

NUTTIGE ADRESSEN

Nadere informatie over de organisatie en activiteiten van de NVMO, de samenstelling van het

bestuur, NVMO Congres, het Tijdschrift voor Medisch Onderwijs en de werkgroepen kunt u vinden op

de website van de NVMO: http://www.nvmo.nl. Het secretariaat is te bereiken via e-mail

[email protected].