Jaarverslag Pompestichting 2014
-
Upload
duongkhanh -
Category
Documents
-
view
219 -
download
0
Transcript of Jaarverslag Pompestichting 2014
Jaarverslag Pompestichting 2014
datum: mei 2015
status: 1.0
eigenaar: directie Pompestichting
Jaarverslag 2014v1.1.doc
Jaarverslag 2014v1.1.doc
Inhoudsopgave
1. Inleiding ................................................................................................................................. 1
1.1 Ontwikkelingen 2014 ..................................................................................................... 1
2. Verantwoording over de geleverde productie ..................................................................... 3
2.1 Gerealiseerde productie klinische clusters ................................................................... 3
2.2 Ambulante productie in functionele bekostiging (Kairos) ............................................. 4
2.3 Productie in DBBC’s ....................................................................................................... 4
3. Speerpunten Behandelkliniek Nijmegen/ LFPZ .................................................................... 4
3.1 Invoering zorgpaden/ROM ........................................................................................... 4
3.2 Sturen op resultaat ....................................................................................................... 5
3.3 Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) ....................................................................... 6
3.4 Dwang en drang ............................................................................................................ 7
4. Speerpunten Kairos (overige forensische zorg) ................................................................... 7
4.1 Forensische FACT (ForFACT) ......................................................................................... 7
4.2 Behandelen in detentie ................................................................................................ 8
4.3 E-health ......................................................................................................................... 8
4.4 Verdiepingsdiagnostiek ................................................................................................. 9
5. Prestatie-indicatoren ............................................................................................................ 9
5.1 Kernset tbs-gegevens .................................................................................................... 9
5.2 Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie ............................................................ 10
5.3 Prestatie-indicatoren doelmatigheid .......................................................................... 10
6. Jaarplan en managementafspraak 2014............................................................................. 11
7. Personeelsbeleid ................................................................................................................. 11
7.1 Personeelsbestand ...................................................................................................... 11
7.2 Ziekteverzuim ............................................................................................................. 12
8. Kairos ................................................................................................................................... 12
9. Overige forensische zorg ..................................................................................................... 13
9.1 Sociowoningen ............................................................................................................ 13
9.2 PPC .............................................................................................................................. 14
9.3 Pompeii ....................................................................................................................... 14
9.4 Diagnostiek, Onderzoek en Opleiding (DO&O) ........................................................... 14
10. Financiële verantwoording .................................................................................................. 15
Bijlage 1: Lijst van afkortingen ................................................................................................... I
Bijlage 2: Verantwoording DBBC-productie ............................................................................. II
Bijlage 3: Uitkomst genormeerde prestatatie-indicatoren forensische zorg 2014 ................ IV
Bijlage 4: Financiële verantwoording ....................................................................................... V
Jaarverslag 2014v1.1.doc
Jaarverslag 2014v1.1.doc 1
1. Inleiding
In dit jaarverslag is de realisatie van de doelstellingen van het jaarplan 2014 van de Pompe-
stichting beschreven voor zowel de Pompekliniek als de overige forensische zorg die de
Pompestichting levert. Ook de uitkomsten op de specifieke prestatie-indicatoren zijn in dit
verslag opgenomen.
1.1 Ontwikkelingen 2014
Doorstroom
In het jaar 2014 is veel aandacht gegaan naar de doorstroommogelijkheden/ vervolgzorg bij
het (voorwaardelijk) aflopen van de tbs-titel. De Pompestichting heeft in samenwerking met
RIBW Nijmegen & Rivierenland een transmurale voorziening opgezet. Deze is bestemd voor
patiënten die na klinische resocialisatie doorgaans moeizaam kunnen uitstromen naar de
reguliere RIBW vanwege hun delictachtergrond en het benodigde gecontroleerde
vrijhedenbeleid en risicomanagement. In de transmurale voorziening worden deze patiënten
voorbereid op plaatsing in een reguliere RIBW. Het begeleidingsteam bestaat uit medewerkers
van de RIBW en medewerkers van de Pompestichting. In augustus zijn de eerste patiënten hier
geplaatst. De verwachting is dat patiënten na een jaar doorstromen.
Binnen Pro Persona is een plan in voorbereiding om, naast de huidige capaciteit van FPA
Kompas, een substantieel aantal plaatsen in de locatie Wolfheze geschikt te maken als
voorziening met voldoende intensieve zorg en risicomanagement om meer
doorstroommogelijkheid voor o.a. forensische patiënten te bieden.
Veiligheid
Veel aandacht ging in 2014 naar veiligheid. Er zijn voorbereidingen getroffen om te komen tot
een Dashboard Veiligheid, waarmee materiele veiligheid, procedurele veiligheid en relationele
veiligheid kan worden gevolgd. De bedoeling is dat dit in 2015 zal gaan functioneren als
integraal veiligheidsplatform.
Om invoer en interne handel in contrabande zoveel als mogelijk tegen te gaan zijn diverse
maatregelen genomen. Zo is het hekwerk verbeterd bij de doorgang van het Kempehuis naar
de werkhallen van de Pompekliniek. Er wordt frequenter en uitgebreider gecontroleerd bij
toegang tot de Pompekliniek. Daarnaast zijn de werkwijzen en frequentie van kamer- en
afdelingscontroles aangepast en zijn de protocollen rond veiligheid op de afdelingen en de
werkhallen aangescherpt.
Voor alle onderdelen van de Pompestichting is een RI&E uitgevoerd. In 2015 zijn alle
uitkomsten vertaald naar plannen van aanpak.
Uit de evaluatie van het anti-agressiebeleid blijkt dat dit over het algemeen goed wordt
uitgevoerd en gewaardeerd door de medewerkers. Ondanks de blootstelling aan agressie en
geweld voelt de meerderheid zich veilig en voldoende toegerust.
Jaarverslag 2014v1.1.doc 2
Mediamiddelen
Gerelateerd aan veiligheid is het beleid rond mediamiddelen voor patiënten aangepast. Binnen
dit beleid is vastgesteld over welke mediamiddelen patiënten onder welke voorwaarden
mogen beschikken. Bovendien is er een samenwerking afgesproken met een vaste leverancier.
In overleg met de Pompestichting is een catalogus opgesteld met mediamiddelen die
patiënten kunnen bestellen. Deze apparatuur is verzegeld en beveiligd tegen het gebruik van
Wifi, zonder dat dit ten koste gaat van de garantie.
Verder is er een netwerkomgeving opgezet waar patiënten via afdelingspc’s op kunnen
inloggen.
In 2015 wordt het mediamiddelenbeleid geëvalueerd en verder ontwikkeld met mede als doel
dit toekomstgericht en ondersteunend aan behandelproces te maken.
Vergoeding voor dagbesteding
Gedurende de tbs-behandeling maakt dagbesteding/werk een belangrijk onderdeel uit van de
behandeling en verblijf in de kliniek. Dagbesteding/werk levert een bijdrage aan het versterken
van protectieve factoren en maatschappelijke integratie en gaat hospitalisatie tegen.
Bij dagbestedings-/werkactiviteiten leren patiënten in de Behandelkliniek Nijmegen aspecten
die van belang zijn bij uitstroom uit de tbs. Zij leren bijvoorbeeld zich langere tijd te
concentreren op een taak, om te gaan met collega’s en werkgevers. Hiermee vergroten zij hun
mogelijkheden op een actieve rol binnen de maatschappij in de vorm van (vrijwilligers) werk,
wat weer bijdraagt aan het verminderen van het recidiverisico.
Voor bewoners van de LFPZ gelden dezelfde leerelementen en draagt de dagbesteding bij aan
dagstructuur en kwaliteit van leven.
Dagbesteding wordt gestimuleerd en gewaardeerd middels o.a. financiële beloning.
Het beleid voor vergoeding van dagbesteding is in 2014 aangepast met als doel de
eenduidigheid te vergroten, de betaalbaarheid op basis van DBBC-opbrengsten te bewaken, de
mogelijkheden die Delta op het gebied van dagbesteding biedt te benutten, de inzet van de
patiënt te verhogen èn de patiënt uit te dagen verantwoordelijkheid te nemen voor gedrag.
Op grond van bestaande regelgeving en een uitspraak van de RSJ moest dit beleid op het
onderdeel uitbetaling ziektegeld worden herzien. Als gevolg hiervan is deelname aan
dagbesteding weer wat teruggelopen.
Ook dit beleid wordt in 2015 verder geëvalueerd en ontwikkeld om het nog beter aan te laten
sluiten op het behandel- en resocialisatiedoelstelling en aan de kwaliteit van leven.
Interculturele communicatie
In 2014 is een project gestart op het gebied van interculturele communicatie. Doel is het
bevorderen van een bewuste en effectieve communicatie tussen de allochtone patiënten en
behandelaars. Belangrijke onderwerpen in bejegening en behandeling van allochtone
patiënten zijn communicatie, ziektebeleving, individualisme versus collectivisme,
machtsverhoudingen en acculturatie (het overnemen van een andere cultuur).
Gestart is met de cursus Intercom, gericht op bewustwording van culturele verschillen en het
bespreekbaar maken van specifieke onderwerpen. Deze cursus is positief ontvangen.
Deelnemers geven aan behoefte te hebben aan meer kennis, handvatten, oplossingen en tips
voor in de dagelijkse omgang en communicatie. De kennis zou meer gericht kunnen worden
Jaarverslag 2014v1.1.doc 3
op: praktische zaken in de praktijk van de behandeling, actualiteiten, relatie stoornis en cultuur
en concrete oplossingen. In 2015 wordt vervolg gegeven aan dit project, onder andere in de
vorm van een cultureel interview.
Patiënttevredenheid
Uit een onderzoek naar de kwaliteit van leven onder de bewoners van LFPZ bleek dat
bewoners redelijk tevreden zijn. Het jaarlijkse onderzoek richtte zich op 16 onderwerpen
(gezondheid, seksualiteit, relatie met staf en medebewoners etc.). Het minst tevreden zijn
bewoners op het gebied van seksualiteit en verlof. De vragenlijst die door de Pompestichting is
vastgesteld, de Forensic inpatient Quality of Life questionnaire (FQL), is inmiddels gevalideerd,
gepubliceerd en vertaald naar het Engels, Duits en Spaans, dus internationaal in gebruik
genomen.
Onder de patiënten van Kairos wordt tweejaarlijks een patiënttevredenheidsonderzoek
uitgevoerd. In 2014 konden patiënten hun waardering aangeven op de volgende
gebieden/thema’s: verstrekte informatie, inspraak op behandelplan, de hulpverlener en de
resultaten van de behandeling. Patiënten bleken op alle locaties met betrekking tot alle
thema’s tevreden tot zeer tevreden te zijn. Vooral over de hulpverlener gaven patiënten aan
zeer tevreden te zijn. Van de 240 respondenten raadt 97% Kairos aan als hulpverlenende
instantie.
In Behandelkliniek Nijmegen is een pilot uitgevoerd waarbij het patiënttevredenheids-
onderzoek is gericht op focusgroepen. Thema is ‘betrokkenheid bij jouw behandeling’. Deze
opzet is als eerste uitgevoerd bij leden van de bewonersraad. In 2015 wordt deze opzet
toegepast bij 2 andere patiëntengroepen.
2. Verantwoording over de geleverde productie
2.1 Gerealiseerde productie klinische clusters
Overzicht capaciteit en bezetting naar producttype
2014 cap. 1-1 cap. 31-12 bez. 1-1 bez. 31-12 gem. cap. gem. bez.
LFPZ 112 112 107 109 112 109
Zeeland (incl. gevangenisgestraften)
88 88 86 85 88 85
Vught 24 24 21 24 24 24
Behandelkliniek Nijmegen 173 173 152 175 173 164
intramuraal 133 142 128 139 139 136
transmuraal 40 31 24 36 34 28
Totaal 285 285 259 284 285 273
Proefverlof n.v.t. n.v.t. 7 5 nvt 5
Sociowoningen 7,5 7,5 9 3 7,5 5
Jaarverslag 2014v1.1.doc 4
Vanaf 1-10-2014 vallen de transmurale patiënten van Oldenkotte onder de Pompestichting.
Op 31-12-2014 was de bezetting op de Sociowoningen tijdelijk vrij laag, dit is in januari 2015
weer gestegen naar 5 patiënten. Vanaf maart 2015 is de bezetting 6.
2.2 Ambulante productie in functionele bekostiging (Kairos)
Aard productie Productieafspraak 2014 Realisatie 2014
Nieuwe inschrijving 596 509
Intakecontact 550 461
Psychotherapiecontact 1.547 1.810
Groepscontact psychotherapie 800 505
Behandeling/begeleidingscontact 9.605 8.814
Telefonisch behand./begel.contact 1.150 1.367
Groepscontact beh./begeleiding 2.805 2.513
Toeslag contact buiten de instelling 1.950 2.038
Crisiscontact binnen kantooruren 10 0
2.3 Productie in DBBC’s
De gerealiseerde productie in DBBC’s, uitgesplitst naar klinische clusters, Kairos, Verdiepings-
diagnostiek, Sociowoningen en PPC is terug te vinden in bijlage 2.
3. Speerpunten Behandelkliniek Nijmegen/ LFPZ
In de volgende twee hoofdstukken wordt aangegeven wat de stand van zaken is op de
genoemde speerpunten, welke acties zijn ondernomen met welk resultaat op de knelpunten
die zijn benoemd of voorzien in het jaarplan 2014.
3.1 Invoering zorgpaden/ROM In 2014:
De zorgpaden voor de clusters zijn volledig uitgeschreven. Ook zijn de modules die binnen de
zorgpaden worden ingezet volledig uitgewerkt. Voor de zorgpaden van LFPZ is aansluiting
gezocht bij de zorgpaden van de Behandelkliniek Nijmegen. Er wordt nu nog gezocht naar een
evenwichtige verdeling waardoor de behandeling kostendekkend kan worden uitgevoerd.
Knelpunt jaarplan 2014
• Landelijk kader op gebied van ROM is nog niet duidelijk.
Ondernomen acties:
In de loop van 2014 is vastgesteld welke instrumenten gebruikt gaan worden voor het
systematisch meten van recidiverisico en voor de ernst van de problematiek. Voor het
Jaarverslag 2014v1.1.doc 5
meten van de ernst van de problematiek maakt de Pompestichting vanaf oktober 2014
gebruik van de HoNOS. Bij Kairos wordt hiervoor de LS/CMI (Level of Service/Case
Management Inventory) gebruikt. Daarnaast gebruikt Kairos de DROS voor de
zwakbegaafde patiënten.
Voor het meten van het recidiverisico maakte de Pompestichting gebruik van de HCR.
Hiervan is in 2014 een gereviseerde versie uitgebracht (HCR V3). Medewerkers zijn via een
e-learning module getraind in het gebruik. Vanaf 1-1-2015 wordt bij patiënten met behulp
van de HCR V3 het recidiverisico vastgesteld.
Conform landelijke afspraak wordt voor de wijziging van het recidiverisico gebruik gemaakt
van de K-items van de HKT-R. Ook hiervoor zijn medewerkers van de Pompestichting via e-
learning getraind. Dit instrument is per 1-1-2015 in gebruik genomen.
Resultaat/ vervolg:
De uitvoering van ROM-metingen wordt opgenomen in de zorgpaden.
In 2015 wordt door de leverancier van het elektronisch patiëntendossier User (Impulse)
een ROM-dashboard ontwikkeld waarop ROM-gegevens kunnen worden ingevoerd, ROM-
informatie wordt gegenereerd en waarmee gegevens aangeleverd kunnen worden bij de
Stichting Benchmark GGZ (SBG).
3.2 Sturen op resultaat In 2014:
Alle leidinggevenden binnen de Pompestichting volgen de leermodules van de Pro Persona
Academie voor leiderschap. Er is daarnaast veel energie gestoken in het versterken van het
duale leiderschap op de afdelingen. Voor behandelcoördinatoren en zorgmanagers is een dag
georganiseerd waarin het leiderschap specifiek binnen de Pompestichting centraal stond, met
als hoofdthema’s verbindend leiderschap en elkaar aanspreken.
3.2.1 Versterken duaal en persoonlijk leiderschap Knelpunten jaarplan 2014
• Door beperkte contractomvang en veelomvattende taken zijn er binnen de
Behandelkliniek Nijmegen vaak meerdere behandelcoördinatoren verbonden aan een
(gekoppelde) afdeling. Dit gaat ten koste van het vormen van een sterk duo.
• Doordat behandelcoördinatoren vaak ook behandelaar zijn is er druk op de wachtlijst, wat
ten koste kan gaan van een efficiënte doorstroom.
Ondernomen acties:
Op alle afdelingen is de verantwoordelijkheid van de afdelingsleiding duaal geborgd bij één
behandelcoördinator en één zorgmanager.
Er is meer onderscheid in coördinerende taken en behandeltaken. Hierdoor is de
behandelcapaciteit efficiënter inzetbaar. In 2014 is extra behandelcapaciteit ingezet om de
wachtlijsten te verminderen. Deze waren per 1 april 2015 opgelost.
Bovendien wordt dagbesteding voortaan gepland in User, waardoor de agenda van de
patiënten volledig zichtbaar is in User.
Jaarverslag 2014v1.1.doc 6
Resultaat/ vervolg:
In 2015 wordt het werken met kernteams versterkt. Het kernteam van een afdeling wordt
aangestuurd door de duale afdelingsleiding en bestaat uit assistent-BC, medewerker
behandelrapportage, Forensisch Maatschappelijk Werker, Mentor/ST en wordt
ondersteund door een vaste psychiater. Ook staat het werken volgens zorgpaden dan
centraal, wat de efficiëntie van de behandeling naar verwachting zal verbeteren.
3.2.2 Verbeteren multidisciplinaire samenwerking/ centraal plannen
Knelpunt jaarplan 2014
• Doordat meerdere behandelplanbesprekingen gelijktijdig kunnen plaatsvinden, kunnen
bijv. psychiaters of medewerkers vanuit dagbesteding regelmatig niet aansluiten bij de
bespreking en moeten zij hun bevindingen vooraf aangeven.
Ondernomen acties:
Met alle duale leidinggevenden zijn knelpunten in de behandelprocessen en de
overlegstructuur benoemd. Dit heeft geleid tot een groot aantal verbeterpunten in de
planning van, sturing op en ondersteuning van de behandelprocessen.
Resultaat/ vervolg:
De aanwezigheid van verschillende disciplines bij behandelplanbesprekingen is verhoogd.
In 2015 wordt gekeken naar verdere aanpassing van de zogenaamde blokkenstructuur,
waardoor de planning van behandeling nog verder verbeterd kan worden.
3.3 Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) In 2014:
Het veiligheidsmanagementsysteem van de Pompestichting is gericht op risico-inventarisatie,
veilig melden en analyse van incidenten. Dit wordt uitgebreid met een veiligheidsdashboard,
waarin alle ontwikkelingen die de veiligheid raken worden meegenomen.
Knelpunt jaarplan 2014
• Hetzelfde incident moet meerdere keren in verschillende systemen gemeld worden.
• De tijdspanne waarbinnen een SIRE moet worden uitgevoerd is erg moeilijk te realiseren
door de overvolle agenda's van het SIRE-team.
Ondernomen acties:
Onderzocht is of er een koppeling kan worden gemaakt tussen verschillende
incidentmeldingssystemen. Deze koppeling lijkt niet haalbaar omdat MITS niet vanuit een
ander systeem gevoed kan worden.
Er is een evaluatie geweest over werkwijze van de SIRE. Besloten is te gaan werken met
een kleiner team, waarbij een vast aantal specialisten bevraagd kan worden door het SIRE-
team bij specifieke incidenten.
Resultaat/ vervolg:
Inmiddels is binnen Pro Persona besloten een groep medewerkers te trainen in de SIRE-
methodiek. Twee medewerkers van de Pompestichting nemen hieraan deel. Deze
Jaarverslag 2014v1.1.doc 7
uitbreiding maakt het in de toekomst eenvoudiger om ‘externe’ medewerkers bij een
analyse te betrekken, wat de onafhankelijkheid van het onderzoek versterkt.
3.4 Dwang en drang In 2014:
In 2014 is zowel het aantal als de duur van separaties en afzonderingen toegenomen. Dit is
vooral het geval in de Behandelkiniek Nijmegen. De oorzaak hiervan ligt mogelijk in het grote
aantal nieuwe opnames en de hoge doorstroom. Bovendien is er een aantal specifieke
casussen dat een grote stempel drukt op deze cijfers.
Vroegsignalering komt nog onvoldoende van de grond. Daarom is vanuit de stuurgroep Dwang
en Drang een werkgroep onder leiding van de clustermanager patiëntenzorg ingesteld om
opnieuw aandacht te besteden aan de implementatie hiervan. Deze werkgroep heeft voor de
opnameafdeling een nieuw protocol ontwikkeld waarmee vroegsignalering beter kan worden
ingezet.
Voor het versterken van het gebruik van de SDAS (Social Dysfunction and Aggression Scale)
buigt een werkgroep zich over de automatisering hiervan in User zodat deze voor ST beter
aanluit op de behandeling en communicatie.
Knelpunten jaarplan 2014:
• In de gradatie van afzondering is behoefte aan meer gedifferentieerde mogelijkheden
waardoor patiënten die onrustig zijn adequaat kunnen worden opgevangen en onnodige
separatie kan worden voorkomen.
Ondernomen acties:
Er is besloten tot de inrichting van special care units waardoor beter gedifferentieerd
beleid ten aanzien van het terugdringen van dwang en drang mogelijk wordt. Zowel in de
locatie Zeeland als in de locatie Nijmegen wordt een dergelijke ruimte ingericht.
Resultaat/ vervolg:
Implementatie vindt naar verwachting plaats in 2015.
4. Speerpunten Kairos (overige forensische zorg)
4.1 Forensische FACT (ForFACT) In 2014:
Een multidisciplinair team is gestart met het geven van behandeling bij patiënten thuis op een
wijze die vergelijkbaar is met de FACT-benadering.
Het ForFACT-team voor Arnhem en Nijmegen is op 1-1-2014 van start gegaan, conform de
planning. In Tiel is men in september begonnen met een tweede ForFACT-team. Dit sluit beter
aan bij de behandel- en zorgbehoefte in die regio.
Knelpunt jaarplan 2014
• Het is erg problematisch om een ervaringsdeskundige te vinden die onderdeel kan
uitmaken van het team.
Jaarverslag 2014v1.1.doc 8
Ondernomen acties:
In 2014 is een ervaringsdeskundige toegevoegd aan het ForFACT-team Arnhem-Nijmegen.
Resultaat/ vervolg:
In de loop van 2015 zal worden bekeken hoe verder uitvoering kan worden gegeven aan
de medezeggenschap van de patiënten rondom ForFACT.
4.2 Behandelen in detentie In 2014:
Door sluiting van de P.I. in Doetinchem en door samenvoeging van het BID-team en het
ForFACT-team kan voldoende aan de vraag worden voldaan.
Knelpunten jaarplan 2014:
• Bij een plotselinge toename van de vraag ontstaat een capaciteitsprobleem.
Ondernomen acties:
Doordat van het BID-team en het ForFACT-team een gecombineerd team is gemaakt, is het
makkelijker te schakelen bij veranderingen in de vraag.
Resultaat/ vervolg:
De combinatie van het BID-team en het ForFACT-team is bevorderlijk voor de
zorgcontinuïteit, door middel van ketenzorg. Hieraan wordt in 2015 nog verdere
uitwerking gegeven.
4.3 E-health In 2014:
De module ‘Keer je kans’, de interactieve webapplicatie gericht op treatment readiness, is
opgeleverd door de drie eigenaren (Pompestichting, Trimbos en EFP). ‘Keer je kans’ wordt
doorontwikkeld en met de partners wordt gekeken welke fondsen hiertoe aangeboord kunnen
worden. Het hosten (toegankelijk maken) van ‘Keer je kans’ wordt via het EFP geregeld.
Knelpunten jaarplan 2014:
• Financiële basis voor doorontwikkeling is nog niet vastgesteld
Ondernomen acties:
Om E-health een meer centrale plaats te geven in de beleidsontwikkeling is de e-health-
ontwikkeling ondergebracht bij een aparte afdeling onder DO&O. Er is budget vrijgemaakt
voor de inzet van 8 uur per week om deze ontwikkeling te stimuleren.
Resultaat/ vervolg:
In overleg met clustermanagement wordt de agenda voor ontwikkeling vastgesteld. In
samenwerking met de Woenselsepoort wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een app
voor risicotaxatie.
Jaarverslag 2014v1.1.doc 9
Ook komt er in 2015 een patiëntenportal beschikbaar, in eerste instantie voor patiënten
van Kairos, daarna wordt dit uitgebreid naar patiënten op de klinische afdelingen.
4.4 Verdiepingsdiagnostiek In 2014:
Er zijn 2 categorieën toegevoegd aan de productgroep Verdiepingsdiagnostiek, 100-200
minuten en meer dan 800 minuten. Hierdoor is er meer differentiatie mogelijk.
Knelpunten jaarplan 2014:
• De aanmelding vanuit reclassering verloopt niet naar wens, er zijn problemen met
automatisering aan de kant van de aanvrager (IFZO).
• Er zijn geen kortlopende DBBC's.
Ondernomen acties:
Er zijn informatiebijeenkomst gehouden bij reclasseringsorganisaties. Daaruit bleek dat de
mogelijkheid om deze diagnostiek aan te vragen niet altijd bekend was.
Er zijn kortlopende DBBC’s afgesproken.
Resultaat/ vervolg:
Het aantal aanvragen is aanzienlijk toegenomen. Ook verloopt het aanvragen nu beter.
5. Prestatie-indicatoren
5.1 Kernset tbs-gegevens
No. Omschrijving Prestatie-indicator
Realisatie 1e 2e 3e Realisatie
2013 4-mnd 4-mnd 4-mnd 2014
1 Bezettingsgraad patiënten 90,8 93,20 94,95 98,87 96,69
2 Aantal ontvluchtingen 0 0 0 0 0
3 Aantal onttrekkingen
a vanaf terrein buiten beveiligingsring 0 0 0 0 0
b tijdens toegestaan verblijf buiten kliniek 7 1 0 0 1
4 Aantal gegronde klachten van patiënten 8 19 12 14 45
5 Aantal geweldsincidenten tussen patiënten
a fysiek geweld 5 0 1 4 5
b dreiging 1 1 0 0 1
6 Geweldplegingen tegen personeel
a fysiek geweld 7 4 1 3 8
b dreiging 9 6 0 0 6
7 Gemiddelde behandelduur
(uitgestroomde patiënten) 11j 208dgn 9j 329dgn
(peildatum 1 september 2013) Longstay 15j 109dgn 16j 195dgn
(peildatum 1 september 2013) Overig 7j 284 dgn 7j 200dgn
8 Financieel jaarresultaat inrichting
9 Instroom, voldoen aan het aantal te vergoeden 1e
opnames 32 5 6 3 14
Jaarverslag 2014v1.1.doc 10
No. Omschrijving Prestatie-indicator
Realisatie 1e 2e 3e Realisatie
2013 4-mnd 4-mnd 4-mnd 2014
10 Doorstroom
a start transmuraal traject 9 4 2 4 10
b start transmuraal GGZ 2 1 0 2 3
c overige bestemming 2 0 1 0 1
11 Uitstroom per vertrekcat. per kliniek
a beëindiging conform advies 2 0 0 0 0
b beëindiging contrair advies 1 0 0 0 0
c voorwaardelijke beëindiging 25 8 5 7 20
d
proefverlof dat geleid heeft tot (voorwaardelijke)
beëindiging 4 4 1 2 7
f overplaatsing naar andere tbs-kliniek 20 2 3 6 11
g overplaatsing naar andere justitievoorziening 0 0 0 0 0
h aantal gestarte proefverloven 7 0 2 1 3
i aantal ingetrokken proefverloven 0 0 0 0 0
12 Bijzonder voorval
a natuurlijke dood 0 2 0 1 3
b suïcide 0 0 0 0 0
c overige onnatuurlijke dood 0 0 0 0 0
d overige geweldsincidenten 1 0 0 0 0
e
overig incident van ernstige, politiek gevoelige of
publiciteitsgevoelige aard 2 0 0 0 0
13 Aantal recidive tijdens uitvoering tbs-maatregel 0 0
5.2 Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie In 2014 zijn financiële consequenties verbonden aan de aanlevering van de prestatie-
indicatoren forensische psychiatrie. Naast een juiste en volledige aanlevering, is een normering
toegepast op de indicatoren die betrekking hebben op Routine Outcome Monitoring (ROM).
Voor 2014 is een norm gesteld op de beginmeting van het op systematische wijze meten van
de ernst van de problematiek, op de beginmeting van het op systematische wijze meten van
het recidiverisico.
De Pompestichting heeft haar gegevens tijdig en volledig aangeleverd en voldoet aan de
gestelde normen. (zie bijlage 3)
5.3 Prestatie-indicatoren doelmatigheid In 2014 is gezamenlijk door de FPC’s en DForZo gezocht naar een manier waarop middels
normering een impuls wordt gegeven aan het verkorten van de behandelduur. Er is
overeenstemming gevonden in het normeren van twee indicatoren. Voor begeleid verlof is
vastgesteld dat een FPC onder het landelijk gemiddelde moet zitten of een dalende trend moet
kunnen laten zien. Een tweede normering is vastgesteld op de gemiddelde uitstroom naar
proefverlof of (voorwaardelijke) beëindiging binnen 8 jaar. Deze normering loopt op van 30%
in 2014 naar 50% in 2017.
Voor het monitoren en sturen op deze indicatoren heeft de Pompestichting instrumenten
ontwikkeld die inzichtelijk maken wanneer patiënten zijn opgenomen, wanneer
verlofmachtigingen zijn aangevraagd en de status van deze machtiging.
Jaarverslag 2014v1.1.doc 11
5.3.1 Percentage begeleid verlof
Het verslagjaar 2014 heeft betrekking op het cohort 2010-2012. In deze periode is er in de
Pompestichting onvoldoende instroom geweest om te voldoen aan de minimale grootte van
het cohort (15). Van de patiënten die instroomden beschikt 40% over een machtiging begeleid
verlof binnen de gestelde periode van 2 jaar.
5.3.2 Percentage uitstroom naar proefverlof/ (voorwaardelijke) beëindiging binnen 8 jaar
Het verslagjaar 2014 heeft voor deze prestatie-indicatoren betrekking op het cohort 2004-
2006. De norm voor 2014 is vastgesteld op 30%. De Pompestichting behaalt over deze periode
een percentage van 36,7%.
6. Jaarplan en managementafspraak 2014
Managementafspraken 2014
afspraak 2014 realisatie 2014
Reguliere capaciteit 156,00 274
- doorstroomplaatsen 73,95 73,95
- verblijfplaatsen 82,05 82,05
Tijdelijk capaciteit
- tender V regulier 35 35
- tender V Longstay 94 83
- forensische RIBW-woningen 7,5 5,26
Totaal aantal plaatsen (gemiddeld op jaarbasis) 285 279,26
Eerste opnames 5 14
Aantal plaatsen FPT 32 27
EVBG 6 6
7. Personeelsbeleid
In 2013 en 2014 is het functiehuis herzien. Functies zijn herschreven van taak- naar
resultaatgericht. Daarbij is de gesprekkencyclus herzien, deze is nu meer gericht op het
uitspreken van verwachtingen en maken van resultaatgerichte afspraken. In 2014 is gestart
met de invoering hiervan. Het systeem Careerplanning ondersteunt dit proces. Er is aandacht
voor het effectieve gebruik hiervan.
7.1 Personeelsbestand De cijfers rond personeelsbeleid gelden voor de gehele Pompestichting, dus inclusief Kairos.
Het personeelsbestand (excl. stagiaires en vrijwilligers) zag er in 2014 als volgt uit:
Jaarverslag 2014v1.1.doc 12
31 december 2013 31 december 2014
Vaste FTE 422,09 433,15
Tijdelijke FTE 20,14 47,25
Totaal 442,23 480,40
Vanwege de toename van het aantal patiënten in 2014 zijn er twee nieuwe patiënten-
afdelingen zijn geopend. Ook is tijdelijk personeel ingezet om de wachttijd op behandeling te
verkorten.
Verhouding vrouw-man (incl. 0-uren contracten)
31 december 2013 31 december 2014
Aantal mannen 262 273
Aantal vrouwen 289 338
Totaal 551 611
De verdeling van het personeel naar leeftijdsopbouw ziet er als volgt uit:
7.2 Ziekteverzuim
2014
Pompestichting landelijk
verzuimpercentage (exclusief zwangerschap) 5,34 4,83
8. Kairos
Kairos is een voorziening voor ambulante forensisch-psychiatrische zorg voor patiënten vanaf
18 jaar. De patiënten komen op afspraak en gaan na de behandeling weer naar huis. Kairos is
een reguliere GGZ-instelling die specialistische zorg biedt waarin het voorkómen van (nieuwe)
delicten centraal staat. Haar expertise ligt vooral op het snijvlak van psychopathologie en
Jaarverslag 2014v1.1.doc 13
crimineel gedrag. Er zijn vestigingen in Nijmegen, Arnhem, Den Bosch en Apeldoorn. In de loop
van 2014 is de polikliniek in Tiel omgevormd tot een ForFACT- team.
Daarnaast biedt een multidisciplinair team vanuit Kairos behandeling bij patiënten thuis op
een wijze die vergelijkbaar is met de FACT-benadering. Ook biedt Kairos Behandeling in
Detentie (BID). In 2013 is in het Masterplan DJI 2013-2018 vastgesteld dat een aantal
gevangenissen werd gesloten. Besloten is toen om van het BID-team en het ForFACT-team een
gecombineerd team te maken. De werkmethodieken hebben overeenkomsten en de
samenvoeging waarborgt de continuïteit beter.
Op 1 januari 2014 is het ForFACT-team voor Arnhem en Nijmegen van start gegaan, conform
de planning. In Tiel is men in september begonnen met een tweede ForFACT-team. Dit sloot
beter aan bij de behandel- en zorgbehoefte in die regio.
Er zijn diverse acties uitgezet om de bekendheid over het ForFACT-team te vergroten bij
verwijzers en zo de instroom te vergroten. Zo is bijv. gerichte informatie gestuurd naar
huisartsen en zijn presentaties gegeven bij de Reclassering.
Sinds november 2012 kan de Reclassering bij Kairos diagnostisch onderzoek aanvragen ter
onderbouwing van het advies van reclassering aan de rechtbank.
Vanaf 2014 wordt de e-health module ‘Keer je Kan’s aangeboden aan patiënten van Kairos. Dit
is een interactieve webapplicatie op basis van de theorie voor treatment readiness. In de loop
van het jaar is dit tijdelijk stopgezet vanwege een softwarefout.
Kairos heeft het jaar 2014 helaas afgesloten met een fors negatief resultaat, o.a. doordat over
het gehele jaar genomen gemiddeld minder declarabele uren zijn gerealiseerd dan begroot,
een lager aantal DBBC’s en een gemiddeld lagere omzet per DBBC productgroep. De
gemiddelde opbrengst voor de DBBC’s ligt bovendien ca. 10% lager dan die voor de DBC’s ten
gevolge van de lagere tariefstelling op de DBBC’s. Naast de slechte omzetresultaten was sprake
van een te hoog kostenniveau op de overhead binnen Kairos. In 2015 is een reorganisatieplan
ingevoerd om de kosten en baten in evenwicht te brengen.
9. Overige forensische zorg
9.1 Sociowoningen In de sociowoningen kunnen cliënten worden geplaatst binnen hun forensische titel voor wie
de stap naar zelfstandig wonen (nog) te groot is. De sociowoningen bieden een veilige
(tijdelijke) plek om te wonen in combinatie met professionele woonbegeleiding voor cliënten
met (forensisch) psychiatrische of psychosociale problematiek die risicovol gedrag vertonen of
vertoond hebben en (tijdelijk) niet over een eigen woonruimte beschikken. Deze cliënten
hebben baat bij een tijdelijke woonvoorziening waarbij zij, rekening houdend met hun
mogelijkheden, beperkingen en risicogedrag, begeleid worden naar een zo groot mogelijke
mate van zelfstandig functioneren in de maatschappij. De sociowoningen zijn gesitueerd in het
Meandergebouw dat buiten de beveiligde hekken van de FPC de Pompekliniek ligt.
Jaarverslag 2014v1.1.doc 14
9.2 PPC In PI Vught biedt de Pompestichting sinds 2010 zorg en behandeling aan PPC-geïndiceerden
die verdacht worden van of veroordeeld zijn wegens een zedendelict. In 2014 werd dit
behandelaanbod op basis van een tender opnieuw ingekocht door PI Vught. Vanaf 2015 geeft
de PI hieraan zelf invulling.
9.3 Pompeii Pompeii is het expertisecentrum van de Pompestichting. De medewerkers organiseren advies,
training en scholing en (werk-)conferenties over onder andere verlofbegeleiding,
contactveiligheid, klantvriendelijk beveiligen, veilige en beheersbare grenzen, forensisch
methodisch werken en werkplezier in de justitiële zorg. De vraag: ‘Wat werkt hier en nu?’ is
een belangrijk uitgangspunt. Daarom is kennismaking een belangrijk onderdeel van de
werkwijze, wordt er gewerkt met de praktijkervaringen van de deelnemers, spelen acteurs een
belangrijke rol in de trainingen en wordt geëxperimenteerd met alternatief gedrag, nieuwe
gezichtspunten en onorthodoxe invalshoeken. De programma’s nodigen uit tot een
nieuwsgierig en onderzoekend leerproces, met ruimte voor vragen, twijfels, onzekerheid,
moeilijkheden, vallen en opstaan. Dan worden immers kansen ontdekt voor persoonlijke groei,
professionele ontwikkeling, veiligheid en werkplezier.
Klanten zijn, bijvoorbeeld:
- Justitiële zorg: Directie Forensische Zorg, Pompestichting en andere FPC’s, Jeugd Justitiële
Instellingen, AvT / LAP), Dienst Vervoer & Ondersteuning, Detentiecentrum Soesterberg.
- de geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening, bijvoorbeeld: Pro
Persona e.a. GGZ-instellingen, Stichting Driekracht, Stichting Ontmoeting, Stichting HERA,
Woningcorporatie Patrimonium Veenendaal, gezondheidscentra, jeugdzorg.
9.4 Diagnostiek, Onderzoek en Opleiding (DO&O) De Pompestichting heeft een afdeling voor onderzoek en innovatie, gericht op
kwaliteitsverbetering van de zorgpraktijk en systematische monitoring van de
behandelresultaten.
De afdeling Diagnostiek van DO&O voert het verdiepingsonderzoek uit dat Reclassering via
IFZO aanvraagt. Deze onderzoeken kunnen worden aangevraagd bij strafrechtzaken waarbij
problematiek op het gebied van verslaving, psychiatrie en/of verstandelijke beperking een rol
speelt. De uitkomst hiervan wordt meegenomen in de inschatting van de reclasserings-
medewerker welke zorg/behandeling het best aansluit bij de problematiek van de patiënt. De
kwaliteit van deze verdiepingsdiagnostiek wordt door Reclassering als erg positief beoordeeld.
COST (European Co-operation in Science and Technology) heeft aan de afdeling Onderzoek van
DO&O, in samenwerking met cluster LFPZ, een subsidie toegekend voor een vierjarig
samenwerkingsproject met onderzoekers en behandelaren uit 18 andere Europese landen.
Deze samenwerking is gericht op het onderzoeken van de mechanismen die ten grondslag
liggen aan langdurige forensisch psychiatrisch zorg. Daarbij wordt gekeken naar
patiëntkarakteristieken, juridische systemen en beleid. Best- practices worden
Jaarverslag 2014v1.1.doc 15
geïnventariseerd en vergeleken waarbij de kwaliteit van leven een belangrijk aspect is. De
Pompestichting levert de voorzitter van dit project en de wetenschappelijke coördinator.
De afdeling Onderzoek heeft onderzoek gedaan naar kwaliteit van leven, het leefklimaat,
agressie, dwang en drang, habituele interpretatiefouten, predictoren van behandelsucces bij
patiënten met agressieregulatieproblemen, Keer je Kans (webapplicatie), patiënttevredenheid
en risicotaxatie in de ambulante forensische zorg. Een senior onderzoeker is gepromoveerd op
het thema: a neurobiological investigation of affective outcome processing in psychopathy.
Door Stichting Koningsheide is in 2014 een subsidie toegekend in het kader van
neurofysiologisch en neurocognitief assessment in de forensische psychiatrie. De subsidie is
bestemd voor de aanschaf van de software en hardware om forensisch psychiatrisch relevante
neurocognitieve en neurobiologische processen in een gebruikersvriendelijke
gecomputeriseerde omgeving vast te stellen. Deze metingen worden ingezet voor de
diagnostiek, het monitoren van effecten van de behandeling en wetenschappelijk onderzoek.
Het Kwaliteitsnetwerk Forensische Zorg (KFZ) heeft in 2014 de calls ‘Invulling en het gebruik
van delictanalyse in de forensische zorg’ en ‘Diagnose en delictgevaar van forensische
patiënten met de ontwikkelingsstoornis ASS’ aan DO&O toegekend.
Voor 2015 heeft de afdeling ingeschreven over verschillende onderzoeksvragen van het KFZ
gerelateerd aan E-health.
De afdeling Opleidingen van DO&O speelt een belangrijke rol bij opleidingen voor Gz-
psycholoog, psychotherapeut en klinisch psycholoog. In 2013 is de Pompestichting positief
beoordeeld door opleidingsinstituut SPON. Hiermee staat de Pompestichting tot 2017
geregistreerd als erkende opleidingsorganisatie voor deze opleidingen.
10. Financiële verantwoording
Voor de financiële verantwoording verwijzen wij naar de jaarrekening Pompestichting 2014 in
bijlage 4.
Jaarverslag 2014v1.1.doc 16
Jaarverslag 2014v1.1.doc I
Bijlage 1: Lijst van afkortingen
BID Behandelen in detentie
DBC Diagnose Behandeling Combinatie
DBBC Diagnose Behandeling- en Beveiligings Combinatie
DForZo Dienst Forensische Zorg
DJI Dienst Justitiële Inrichtingen
DO&O Diagnostiek, Onderzoek en Opleiding
DROS Dynamic Risk Outcome Scales
EFP Expertisecentrum Forensische Psychiatrie
EVBG Extreem Vlucht- en Beheers- Gevaarlijk
FAZ Forensische Agressieregulatietraining voor Zwakbegaafden
FACT Functie Assertive Community Treatment
ForFACT Forensische FACT
FPA Forensisch Psychiatrische Afdeling
FPC Forensisch Psychiatrisch Centrum
FPT Forensisch Psychiatrisch Toezicht
FQL Forensic inpatient Quality of Life (vragenlijst t.b.v. kwaliteit van leven)
GGZ Geestelijke Gezondheidszorg
HCR Historical, Clinical, and Risk management; risicotaxatie-instrument
HFMEA Healthcare Failure Mode and Effect Analysis
HKT Historisch, Klinisch, Toekomst; risicotaxatie-instrument
HoNOS Health of the Nation Outcome Scales
ICT Informatie- en communicatietechnologie
IFZO Informatievoorziening. Forensische Zorg
LS/CMI Level of Service/Case Management Inventory
LFPZ Langdurige Forensische Psychiatrische Zorg
MITS Monitoring Informatiesysteem Terbeschikking Stelling
RI&E Risico Inventarisatie en Evaluatie
RIBW Regionale Instelling voor Beschermd Wonen
ROM Routine Outcome Measurement
SDAS Social Dysfunction and Aggression Scale
SBG Stichting Benchmark GGZ
SIRE Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie
TBS Ter Beschikking Stelling
User Applicatie voor het elektronisch patiëntendossier
VMS Veiligheidsmanagementsysteem
ZB&V Ziekenhuisbegeleiding en Vervoer
Jaarverslag 2014v1.1.doc II
Bijlage 2: Verantwoording DBBC-productie
Gerealiseerde productie klinische clusters
De afgesloten DBBC's van 2014 (exclusief Kairos) zijn onder te verdelen in de volgende
productgroepen:
Productgroep Productieafspraak 2014 Realisatie 2014
Geen behandeling 0 3
Indirecte tijd 0 1
Diagnostiek 0 1
Behandeling kort 21 22
Aan een middel gebonden stoornissen 24 11
Stoornissen in impulsbeheersing 7 0
Misbruik of verwaarlozing 2 0
Persoonlijkheidsstoornis 115 123
Restgroep diagnoses 14 7
Schizofrenie en andere psychotische stoornissen 80 82
Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen 37 30
Stoornissen in de kindertijd 13 20
FPT 40 54
Eindtotaal 353 354
Gerealiseerde productie Kairos
Voor Kairos zijn de volgende DBBC’s afgesloten in 2014:
Productgroep Productieafspraak 2014 Realisatie 2014
Behandeling kort 85 137
Diagnostiek 60 41
Indirecte tijd 0 8
Aan een middel gebonden stoornissen 5 14
Stoornissen in impulsbeheersing 95 156
Misbruik of verwaarlozing 125 9
Persoonlijkheidsstoornis 185 233
Restgroep diagnoses 107 28
Schizofrenie en andere psychotische stoornissen 10 7
Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen
57 35
Stoornissen in de kindertijd 31 28
FPT proefverlof 2
Geen behandeling bij 24-uursverblijf 11
Eindtotaal 760 709
Jaarverslag 2014v1.1.doc III
Verdiepingsdiagnostiek (Kairos)
Aard productie Productieafspraak 2014 Realisatie 2014
Tijdsgrens 100-200 minuten 16 11
Tijdsgrens 200-400 minuten 99 59
Tijdsgrens 400-800 minuten 99 62
Tijdsgrens vanaf 800 minuten 11 0
Gerealiseerde productie Sociowoningen
Aard productie Productieafspraak 2014 Realisatie 2014
RIBW kleinschalig verblijf zwaar 7,5 5,26
veranderingsgericht/volledige begeleiding (dagen) 2.735 1.921
Gerealiseerde productie PPC
Aard productie Productieafspraak 2014 Realisatie 2014
uren behandelaren 1.440 1.422,83
Jaarverslag 2014v1.1.doc IV
Bijlage 3: Uitkomst genormeerde prestatatie-indicatoren forensische zorg 2014
Indicator 1. Op systematische wijze meten van de verandering van de ernst van de
problematiek.
Normering: Bij tenminste 25% van de patiënten is binnen 3 maanden na de opnamedatum een
geldige beginmeting aanwezig. Betreft de patiënten die in behandeling zijn genomen tussen 1-
1-2014 en 1-1-2015 en langer dan 3 maanden in behandeling zijn geweest.
Uitkomst Pompestichting: 26,4%.
In 2013 werd de GAF-score hiervoor gebruikt waardoor een percentage van 100% werd
behaald. In 2014 is gerekend met de HoNOS, die in de loop van 2014 pas in ingevoerd.
Indicator 3. Meten delictrisico
Normering FPC: Bij tenminste 70% van de patiënten is binnen 6 maanden na opnamedatum
een beginmeting gedaan met een risicotaxatie-instrument (vastgelegd in zorgdossier).
Betreft de patiënten die in behandeling zijn genomen tussen 1-1-2014 en 1-1-2015 en langer
dan 6 maanden in behandeling zijn geweest.
Uitkomst Pompestichting: 70,8%
Normering ambulante behandeling:
Bij tenminste 35% van de patiënten is binnen 3 maanden na opnamedatum een beginmeting
gedaan met een risicotaxatie-instrument (vastgelegd in zorgdossier).
Betreft de patiënten die in behandeling zijn genomen tussen 1-1-2014 en 1-1-2015 en langer
dan 3. maanden in behandeling zijn geweest.
Uitkomst Pompestichting (Kairos forensisch): 72,3%
Jaarverslag 2014v1.1.doc V
Bijlage 4: Financiële verantwoording