JAARVERSLAG 2018 - Vechtdal Wonen · Jaarverslag 2018 Voorwoord 4 We kijken terug en uit naar...
Transcript of JAARVERSLAG 2018 - Vechtdal Wonen · Jaarverslag 2018 Voorwoord 4 We kijken terug en uit naar...
JAARVERSLAG 20187 MEI 2019
Jaarverslag 2018 Inhoudsopgave 2
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD 3
1 | OVER DE VESTE 5- ONZE WAARDEN 5
- ONZE DROOM (MISSIE) 5
- ONZE AMBITIE (VISIE) 5
- STRATEGISCHE KEUZES 6
- ORGANOGRAM 6
- MEDEWERKERS 7
- STAGIAIRES 7
- VERBONDEN ONDERNEMINGEN 7
2 | WONEN, WONINGEN EN MAAT SCHAPPELIJKE RESULTATEN 9
- ONTWIKKELINGEN IN ONS BEZIT 9
- KWALITEIT VAN ONS BEZIT 12
- OPTIMALE WOON- EN LEEFOMGEVING 15
3 | PARTNERSHIPS 17- HUURDERSORGANISATIES 18
4 | HUISVESTING 20
5 | FINANCIËLE UITLEG 21- JAARRESULTAAT & WAARDERING VASTGOED 21
- BELEIDSWAARDE 22
- FINANCIEEL BELEID 22
- FINANCIËLE INSTRUMENTEN 24
- FINANCIËLE STRATEGIE 24
6 | KENGETALLEN 28
7 | BESTUUR EN EXTERN TOEZICHT 30- BESTUUR 30
- BEZOLDIGING BESTUUR 30
- EXTERN TOEZICHT 32
- ONDERNEMINGSRAAD 34
- KLACHTENMANAGEMENT 35
- GESCHILLENCOMMISSIE 35
- RISICOMANAGEMENT 36
8 | RAAD VAN COMMISSARISSEN 40- VISIE OP TOEZICHT 40
- FUSIE 42
- GOVERNANCECODE 42
- SAMENSTELLING EN FUNCTIONEREN 44
- BEZOLDIGING TOEZICHTHOUDENDE
TOPFUNCTIONARISSEN 48
- DANKWOORD 50
9 | JAARREKENING 2018 51- BALANS PER 31 DECEMBER 2018
(NA RESULTAATBESTEMMING) 51
- WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2018 53
- KASSTROOMOVERZICHT OVER 2018 54
- GRONDSLAGEN VAN WAARDERING
IN DE JAARREKENING 55
- GRONDSLAGEN VAN BALANSWAARDERING
IN DE JAARREKENING 56
- GRONDSLAGEN VAN RESULTAATBEPALING
IN DE JAARREKENING 65
- GRONDSLAGEN VOOR KASSTROOMOVERZICHT 69
- TOELICHTING BEHORENDE TOT DE BALANS
PER 31 DECEMBER 2018 69
- TOELICHTING BEHORENDE OP DE WINST-
EN VERLIESREKENING OVER 2018 83
- AFZONDERLIJKE PRIMAIRE OVERZICHTEN 90
- BALANS PER 31 DECEMBER 2018
(NA RESULTAATBESTEMMING)
VAN DAEB EN NIET-DAEB 91
- WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2018
VAN DAEB EN NIET-DAEB 93
- KASSTROOMOVERZICHT OVER 2018
VAN DAEB EN NIET-DAEB 94
- OVERIGE TOELICHTINGEN 96
- OVERIGE GEGEVENS 100
Jaarverslag 2018 Voorwoord 3
VOORWOORDSinds 2014 is bij Woningstichting De Veste een andere wind gaan waaien. In de afgelopen jaren hebben wij ons ontwikkeld
van een efficiënte vastgoedbeheerder tot een maatschappelijke volkshuisvester die zijn kwaliteiten en gezonde financiële
positie goed weet te bewaken. In april namen wij afscheid van Janine Godderij, op dat moment de directeur-bestuurder van
De Veste. Zij is overgestapt naar ZOwonen, een corporatie in Sittard die actief is in de Westelijke Mijnstreek. De transformatie
van De Veste is onder haar leiding goed gelukt. En daar zijn we allemaal trots op.
Samen met Woningcorporatie Beter Wonen Vechtdal spraken wij voor de zomer het voornemen uit om te fuseren tot
één corporatie in het Vechtdal. Al enige tijd werd er gewerkt aan verdere samenwerking tussen de corporaties. Begin dit
jaar resulteerde dat onder meer in ThuistrefferVechtdal.nl, een online platform waar woningzoekenden het meest complete
aanbod van huurwoningen vinden in het Vechtdal. We hebben dat doorgezet naar een fusie. Beter Wonen Vechtdal en
De Veste spannen zich beiden iedere dag in om betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit van sociale huurwoningen
in leefbare buurten te garanderen. Denk daarbij aan vraagstukken op het gebied van speciale doelgroepen, duurzaamheid,
de roep om externe verantwoording en het inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Belangrijke items hiervan zijn de verdere
digitalisering en het gebruik van data. Met een fusie creëren we een professionelere corporatie die minder kwetsbaar is.
Het samenvoegen van de twee organisaties helpt ons de portefeuille nog beter af te stemmen op de volkshuisvestelijke
opgaven, te investeren in de voorliggende duurzaamheidsopgave en een robuustere organisatie te zijn die ruimte biedt
voor zowel verdere verbetering van de dienstverlening als ontwikkeling van medewerkers. Een fusie met als resultaat één
werkorganisatie biedt de mogelijkheid om structurele kosten te besparen ten opzichte van de huidige situatie. Zo kunnen
beschikbare middelen optimaal worden ingezet voor de volkshuisvestelijke opgaven.
Aan het einde van het jaar hebben wij onze volkshuisvestelijke opgave op Terschelling overgedragen aan het sociaal
verhuurbedrijf WoonFriesland. Voor ons was het beheer van de woningen op Terschelling niet altijd makkelijk. De uitdagingen
kwamen zowel door de fysieke afstand als door de nieuwe regelgeving. Deze schrijft o.a. voor dat je geen nieuwe woningen
mag bouwen buiten je eigen regio. Zodoende besloten we om ons bezit op het eiland over te dragen aan een Friese
woningcorporatie, omdat zij dichterbij actief zijn. Het traject is in nauwe samenwerking met de gemeente Terschelling en de
Huurdersvereniging De Brandaris doorlopen. Op die manier hebben we een breed gedragen en voor alle partijen goede keuze
kunnen maken. Met het overdragen van onze opgave, concreet de woningen en medewerkers, wordt de dienstverlening aan
onze huurders gecontinueerd. Dat is een belangrijke voorwaarde geweest. Het bezit op Terschelling bestaat uit 414 sociale
huurwoningen en de campus met 204 studentenkamers. Voor alle huurders verandert alleen de komst van de nieuwe
verhuurder. Zo blijven de huurprijzen en het toewijzingsbeleid gehandhaafd.
Eind 2018 zijn de scores van de Aedes Benchmark gepresenteerd tijdens het jaarlijkse congres van Aedes, de branchevereniging
van woningcorporaties. Voor ons was de uitkomst ervan een bevestiging dat de reorganisatie die in 2015 startte op zijn
plek is gevallen. We zijn een sociale woningcorporatie die haar woningen toewijst aan de doelgroep en blijft werken aan de
tevredenheid van haar huurders. Zo behaalden we voor het prestatieveld beschikbaarheid en betaalbaarheid een A-notering!
We liggen op koers met onze duurzaamheidsambitie. Een kwalitatieve woning is voor ons een duurzame woning. Een woning
waar huurders comfortabel in kunnen wonen en leven. We hebben al een flink aantal woningen verduurzaamd en pakken tot
en met 2019 in totaal zo’n 2000 woningen aan. In het afgelopen jaar zijn hiervan 715 woningen aangepast.
Jaarverslag 2018 Voorwoord 4
We kijken terug en uit naar geslaagde initiatieven. Bijvoorbeeld Buurtgeluk. Met Buurtgeluk willen we onze huurders stimuleren
om met elkaar ideeën en initiatieven te bedenken die het woongeluk in de straat, buurt of wijk duurzaam en blijvend vergroten.
Geen éénmalige dingen als een straatbarbecue, buurtfeest of speelmiddag voor kinderen, maar wél bijvoorbeeld het oprichten
van een buurtcommissie, een centrale ontmoetingsplek met bankjes, een gezamenlijke moestuin of een buurtspeeltuin. Voor de
uitvoering van zulke ideeën is natuurlijk geld nodig. Als die de leefbaarheid in de woonomgeving blijvend verbeteren, geven
wij vanuit Buurtgeluk haar huurders een financiële bijdrage, zodat zij met elkaar aan de slag kunnen om hun plannen te
realiseren. Een mooi voorbeeld van afgelopen jaar is de gemeenschappelijke serre in de binnentuin van een seniorencomplex
in hartje Ommen.
We constateren dat het voor mensen die met spoed op zoek zijn naar een woning lastig is om binnen een zeer korte termijn
een woonplek te vinden. Zij hebben als woningzoekenden weinig tot geen inschrijftijd opgebouwd, maar wel dringend een
woning nodig. Met het plaatsen van zogenaamde ‘Tiny Houses’ bieden wij hen geschikte woningen aan. Er is hard gewerkt
om dit project in de Botermanswijk te Dedemsvaart te realiseren. We zijn trots op het feit dat de eerste bewoners eind
december de woningen hebben kunnen betrekken. De eerste reacties zijn positief.
Tot slot wil ik iedereen bedanken die heeft bijgedragen aan het tot stand komen van alle resultaten van De Veste over 2018,
de medewerkers, onze stakeholders en toezichthouders maar met name de huurders, waaronder de huurdersorganisaties,
die ons voorzien van waardevolle feedback. Zij stellen ons in staat onze dienstverlening continu te verbeteren.
Met een hartelijke groet,
Rienk van der Meulen
Directeur-bestuurder a.i.
Jaarverslag 2018 1 | Over De Veste 5
1 | OVER DE VESTE
In 2018 zijn wij ons blijven ontwikkelen van een vastgoed georiënteerd bedrijf naar een organisatie die gedreven wordt door
haar maatschappelijke droom en ambitie. Vanuit onze waarden koersen wij.
ONZE WAARDEN
WE ZIJN ALLEMAAL VERSCHILLEND EN DAT MAAKT ONS GELIJKVerschillen moeten worden gerespecteerd. Ze vormen de kleurrijke wereld, waarin we leven. Wij benaderen die verschillen
als een grote kracht. Zonder waardeoordeel, gelijkwaardig en altijd met een gezonde portie positieve energie. We brengen
wat we kunnen en halen wat nodig is om samen het verschil voor mensen te maken. Helpend waar het kan, prikkelend waar
nodig. Dat is wat ons beweegt.
ORGANISATIES ZIJN ER VOOR MENSENWe zijn een organisatie, maar geloven vooral in organiséren. Vanuit je eigen kracht, vanuit dat wat je zelf het allerleukst vindt
om te doen. Pas dan kun je je grootste bijdrage leveren. Pas dan kunnen organisaties bijdragen aan de kwaliteit van leven
van zoveel mogelijk mensen. Wij zijn er trots op dat we over de grenzen van onze eigen organisatie heen durven te kijken en
zo nieuwe wegen naar morgen ontdekken.
WE NEMEN HET PERSOONLIJKIedereen van De Veste ís De Veste. Stuk voor stuk zijn we allemaal ambassadeur van ons gedachtengoed. Dat gedachtengoed
delen we actief en we zijn er trouw aan, ook wanneer dat even moeilijk is. Juist op die moeilijke momenten maken we het
grootste verschil. We zijn standvastig, maar nooit star. Duidelijk, maar nooit hard. Beweeglijk als een verankerde boei die
deinend aangeeft waar de juiste route ligt.
GEWOON GOED VOOR ELKAARMeer geven meer dan dat waarom wordt gevraagd. Dat begint bij gezond zijn. We hebben al onze feitelijke zaken dan ook
goed voor elkaar. Dat is al een uitdaging op zich, maar we beseffen dat de meerwaarde die we willen leveren, begint bij waar
díe opgave eindigt. We vallen niet op omdat we doen wat van ons wordt gevraagd; we zijn bijzonder omdat we geven wat
niemand had verwacht.
ONZE DROOM (MISSIE)
We dromen van een duurzame en bewuste samenleving met liefde voor de medemens. Een trotse samenleving waarin
iedereen in zijn of haar kracht staat en zo een zo groot mogelijke, positieve bijdrage kan leveren aan het eigen geluk en dat
van anderen.
ONZE AMBITIE (VISIE)
Door er te zíjn voor mensen, écht naar ze te luisteren en te stáán voor wie we zijn en wat we zeggen, creëren we samen een
betere woon- en leefomgeving voor iedereen. Een omgeving waarin mensen worden gestimuleerd en in staat zijn de regie van
hun eigen leven te voeren, zodat ze trots zijn en er een opwaartse, maatschappelijke spiraal ontstaat.
Jaarverslag 2018 1 | Over De Veste 6
STRATEGISCHE KEUZES
In het najagen van onze droom en om onze ambitie te verwezenlijken hebben we de volgende strategische keuzes gemaakt:
• We transformeren intern
• We bouwen aan partnerships
• We gaan voor een passende woning voor jou en voor ons
• We willen continu verbeteren
• We gaan voor het experiment
• We zijn goede rentmeesters
ORGANOGRAM
Als woningstichting zijn we een organisatie, maar we geloven vooral in organiséren. Vanuit je eigen kracht, vanuit dat wat
je zelf het allerleukste vindt om te doen. Onze mensen werken daarom vanuit rollen en dragen zelf de verantwoordelijkheid.
In het organogram staat onze organisatie weergegeven.
ONDERSTEUNINGBoekhouding, ICT,
Facilitair inkoop, Business control, Financial control, Communicatie, Directie
secretariaat, P&O, Onderhoudsbegroting, Projectleider, Planner &
Onderhoud
PARTNERS Partners van
De Veste & de buitenwereld
WONENWoonconsulent, Wijkconsulent,
Gebiedsconsulent & Portefeuillebeheerder
MANAGEMENTManager
ondersteuning, Manager wonen,
Directeur-bestuurder en Risk & Compliance
Controller
ONZE
HUURDER STAAT CENTRAAL
HOE WIJ WERKEN: ONS ORGANOGRAM
WE ZIJN ALLEMAAL GELIJK AAN ELKAAR
RAAD VAN COMMISSARISSEN
Jaarverslag 2018 1 | Over De Veste 7
MEDEWERKERS
MEDEWERKERS PER 31 DECEMBER 2018
Fulltime equivalents (FTE’s) exclusief oproepkrachten, stagiaires en gedetacheerden 42,67
Aantal mensen 45
Percentage parttimers 24%
Percentage vrouwen 47%
Percentage mannen 53%
Aantal mensen nieuw in dienst 6
Aantal mensen uit dienst 7
Aantal mensen in de leeftijdscategorie 20 tot 35 jaar 14
Aantal mensen in de leeftijdscategorie 35 tot 50 jaar 14
Aantal mensen in de leeftijdscategorie 50 tot 65 jaar 17
Gemiddelde leeftijd 44
Verzuimpercentage 4,5%
Gemiddeld aantal ziekmeldingen per persoon 1,38
Er zijn in totaal 3 medewerkers van ons in dienst getreden bij WoonFriesland. Dit als gevolg van onze volkshuisvestelijke
taakoverdracht voor de activiteiten op Terschelling. Deze medewerkers zijn niet opgenomen in bovenstaande tabel.
STAGIAIRES
In 2018 waren er in totaal 5 stagiaires bij ons werkzaam, waarvan 2 uit dienst zijn gegaan als stagiaire en vervolgens een
contract bij ons hebben gekregen.
VERBONDEN ONDERNEMINGEN
We zijn op 31 december 2018 100% eigenaar van De Veste Participaties BV
(voorheen WOM Atol-Zuiderzeewijk BV).
Die deelnemingenstructuur ziet er zo uit:
De Veste Participaties BV is een deelneming waarvan het belang te verwaarlozen is op het geheel en valt dus buiten de
consolidatiekring.
De Veste Participaties BV heeft als doel het ontwikkelen van projecten en het verkrijgen, verwerven, vervreemden, huren,
verhuren, vervaardigen, administreren, financieren, beheren, exploiteren en bezwaren van onroerende zaken en andere
goederen. Er hebben in 2018 geen activiteiten plaatsgevonden in De Veste Participaties BV.
Woningstichting De Veste(ti)
De Veste Participaties BV
Jaarverslag 20183 | Partnerships 8
Jaarverslag 2018 2 | Wonen, woningen en maatschappelijke resultaten 9
2 | WONEN, WONINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE RESULTATEN
ONTWIKKELINGEN IN ONS BEZIT
OVERDRACHT VOLKSHUISVESTELIJKE OPGAVE TERSCHELLINGBegin 2018 zijn wij gestart met het proces om onze volkshuisvestelijke opgave, en daarmee ons bezit op Terschelling over te
dragen aan een andere corporatie. Bij het besluit om een andere corporatie te vragen om onze woningen over te nemen zijn
de huurdersvereniging De Brandaris en de gemeente Terschelling nauw betrokken geweest. Wij delen met elkaar het belang
dat wat bereikt is behouden moet blijven, maar zien hiervoor vooral de kans bij een andere corporatie die dichterbij actief
is. In afstemming met de gemeente Terschelling en de huurdersvereniging De Brandaris hebben we zorgvuldig alle stappen
doorlopen om tot een goede keuze te komen. Een partij die kan zorgdragen voor het realiseren van de volkshuisvestelijke
opgave waarbij de huurder centraal staat, nu en in de toekomst. Daarbij is de keuze gevallen op WoonFriesland.
Eind 2018 hebben wij dan ook onze volkshuisvestelijke opgave, en daarmee ons bezit, op Terschelling overgedragen aan
het sociaal verhuurbedrijf WoonFriesland. Hieronder vallen 414 sociale huurwoningen, campus met 204 studentenkamers,
7 overige verhuureenheden en 1 voorzieningengebouw. Voor alle huurders veranderde alleen de komst van de nieuwe
verhuurder. Onze medewerkers op het eiland zijn in dienst getreden bij WoonFriesland waarmee de vertrouwde gezichten
aanwezig blijven.
NIEUWBOUWIn 2018 hebben we een aantal nieuwbouwprojecten opgeleverd:
• 21 huurwoningen in 5 woningblokken, waarvan 10 hoekwoningen en 11 tussenwoningen in de Vlierbrink in Ommen.
Huurprijsklasse tussen de € 592,- en € 635,- (onder de 2de aftoppingsgrens);
• 15 huurwoningen in Haven West in Ommen (deeloplevering van 8 woningen in 2017). Huurprijsklasse onder de € 592,-
(1ste aftoppingsgrens) waarbij huurders zelf een gezamenlijke binnentuin hebben gecreëerd en gaan beheren;
• 12 Tiny Houses aan de Botermanswijk in Dedemsvaart. De tijdelijke eenpersoonswoningen zijn bestemd voor mensen
die per direct een woning nodig hebben (spoedzoekers).
VERKOOP IN 2018In 2018 verkochten we in totaal 7 verhuureenheden in het Vechtdal en 626 eenheden op Terschelling. De verkopen in het
Vechtdal betroffen 2 reguliere woningen, 4 zorgeenheden (één vastgoedobject) en 1 BOG-object. Het overgedragen bezit
in exploitatie op Terschelling heeft betrekking op 204 studentenwoningen, 7 bedrijfs- onroerendgoed eenheden, 1 voor-
zieningengebouw en 414 woningen.
In het plan Parcours hebben we 1 bouwkavel verkocht aan een particulier en middels een openbare aanbesteding hebben
we de overige bouwkavels verkocht aan een projectontwikkelaar. Ook verkochten we 7 bouwkavels in het plan Pluimswijk
in Balkbrug en heeft de levering plaatsgevonden van het terrein voor de ontwikkeling van 10 woningen a/d Serpentino in
’t Harde aan een plaatselijke ontwikkelaar.
RENOVATIEIn 2018 hebben we het volgende project opgeleverd:
• Renovatie grootkeuken van het zorgcomplex Dedemarke te Dedemsvaart.
Jaarverslag 2018 2 | Wonen, woningen en maatschappelijke resultaten 10
OPGESTARTIn 2018 zijn we gestart met de haalbaarheid, voorbereiden en aanbesteden (gunning 2019) van de volgende projecten:
• Nieuwbouw van 78 Nul-op-de-meter (NOM) woningen in de volgende plaatsen:
- 5 woningen Vlierlanden fase 1 Ommen
- 13 woningen Vlierlanden fase 2 Ommen
- 16 woningen Marslanden 2 Hardenberg
- 6 woningen Brandsveen Dedemsvaart
- 12 woningen Dedemsvaart voormalige Jumbo locatie
- 10 woningen Nieuwelanden 2 Lemelerveld
• Renovatie bouwdeel C Angeli Custodes
• Verbouw 6 zorgappartementen Magnolia 110
• Nieuwbouw Clara Feyoena Heem in Hardenberg verpleegzorg, in samenwerking met de Saxenburgh Groep
• Verduurzaming 296 woningen in Ommen, Balkbrug en Dedemsvaart, uitvoering 2019
• Verduurzaming 59 woningen, uitvoering 2019
TINY HOUSESVoor mensen die met spoed op zoek zijn naar een woning is het lastig om op zeer korte termijn een woonplek te vinden.
Zij hebben als woningzoekenden weinig tot geen inschrijftijd opgebouwd, maar wel dringend een woning nodig. Met het
plaatsen van zogenaamde ‘Tiny Houses’ bieden wij woningen aan voor deze doelgroep. Een Tiny House is een soort
springplank naar regie op je eigen leven. Denk daarbij aan mensen die bijvoorbeeld net gescheiden zijn, op straat staan
door een gedwongen verkoop van de woning, of door het overlijden van ouders. Er zijn tal van persoonlijke omstandigheden
waardoor iemand dringend betaalbare tijdelijke woonruimte nodig heeft. Deze mensen staan nog maar pas ingeschreven
bij ons. Ook mensen die in Nederland aan hun toekomst gaan bouwen, kunnen hier hun eerste woning vinden. Alle nieuwe
bewoners zullen maximaal 2 jaar in de Tiny Houses wonen om vervolgens door te stromen naar een andere permanente
woning in de huur of in de koop.
In de Botermanswijk in Dedemsvaart zijn de eerste Tiny Houses geplaatst. Daarbij is gekeken naar een plek die in de nabijheid
van een woonwijk ligt en de voorzieningen in het centrum. Wij vinden het namelijk belangrijk dat er verbinding ontstaat
met de wijk en haar bewoners. Als bewoner blijf je dan betrokken bij de buurt waarin je woont. Omdat niet iedereen een
echte spoedzoeker is, wordt in afstemming met het Samen Doen team besproken wie er komen wonen. Zo bieden we
echt plek voor die mensen die hoge woningnood hebben en vanuit hier straks door kunnen naar een huis dat bij hen past.
DUURZAAMHEIDSPROJECTENWe verbeteren de energieprestaties van onze huurwoningen en investeren in energiebesparende maatregelen. Zo houden
we de woonlasten voor onze huurders nu en in de toekomst betaalbaar en geven we vorm aan onze maatschappelijke
verantwoordelijkheid ten aanzien van duurzaamheid. Vooraf en tijdens de duurzaamheidswerkzaamheden betrekken wij
de bewoners intensief. Tijdens de informatiemomenten presenteren wij samen met onze aannemer de plannen aan de
bewoners en is er gelegenheid om vragen te stellen. Dan wordt informatie verstrekt over de werkzaamheden, wat de bewoner
daarvan merkt en wat de voordelen van de duurzaamheidsmaatregelen zijn. Tijdens de persoonlijke gesprekken wordt iedere
bewoner geïnformeerd door onze wijkconsulent en de aannemer en wordt stil gestaan bij de planning. Voor iedere bewoner
is oog voor zijn of haar persoonlijke situatie. Zo kan hulp bij het opruimen van de zolder gewenst zijn, zodat bijvoorbeeld de
dakisolatie kan worden aangebracht. Of wordt er gezocht naar een tijdelijk logeeradres, wanneer de situatie van de bewoner
daar om vraagt.
Jaarverslag 2018 2 | Wonen, woningen en maatschappelijke resultaten 11
Goede informatie, bijvoorbeeld in de bewonersmap, en duidelijke communicatie, maakt dat een bewoner weet wanneer en
met welke werkzaamheden de aannemer in zijn of haar woning aan de slag gaat. Getracht wordt om de overlast zo goed
mogelijk te beperken, zowel voor de bewoners als voor de buren. Aan het eind van het verduurzamingstraject bieden we
de bewoners de gelegenheid om in contact te komen met een energiecoach. Naast een energiezuinige woning helpt ook
energiezuinig gedrag. De energiecoaches weten alles van energiebesparende maatregelen en hebben veel praktische tips te
delen. Met die kennis komen ze bij mensen thuis en geven advies op maat.
Bijzonder is ook dat de duurzaamheidsmaatregelen worden uitgevoerd zonder huurverhoging voor de zittende huurders.
Hierdoor werken we niet alleen aan de kwaliteit van ons bezit, maar verbeteren wij ook de betaalbaarheid voor onze huurders.
306 WONINGEN IN DEDEMSVAART
In 2017 zijn we gestart met het verduurzamen van 306 woningen in Dedemsvaart. Daarvan zijn er totaal 208 woningen
opgeleverd. De overige 98 woningen zijn het 1e kwartaal van 2018 opgeleverd. De werkzaamheden die in deze woningen
zijn uitgevoerd betroffen onder meer het aanbrengen van dakisolatie aan de binnenzijde van het bestaande dakbeschot;
het isoleren van de spouwmuren en kruipruimtes (waar mogelijk), het vervangen van oude beglazing door HR++ beglazing,
het vervangen van cv-ketels (ouder dan 15 jaar), het plaatsen van mechanische afzuiging in de badkamers, het vervangen
van oud hang- en sluitwerk, het plaatsen van rookmelders, het aarden van elektra in de woning, het schilderen van de kozijnen
en het herstellen van het metselwerk. De bewonerstevredenheid is beoordeeld met een 8,3.
101 WONINGEN IN OMMEN, DEDEMSVAART, LEMELE, LEMELERVELD EN BEERZERVELD
Eind 2017 was het contract getekend voor de verduurzaming van in totaal 101 woningen in Ommen, Dedemsvaart, Lemele
en Beerzerveld. Tijdens de verduurzaming van deze woningen zijn de daken volledig vervangen. De overige werkzaamheden
komen overeen met het project 306 woningen welke we dit jaar ook verduurzaamd hebben. Over de communicatie,
de werkzaamheden en het eindresultaat waren de bewoners zeer tevreden bleek uit de enquête. De doelstelling van gemiddeld
energielabel B is ruimschoots gehaald. Een groot deel van de woningen is net als bij de 306 woningen uitgekomen op
energielabel. De bewonerstevredenheid is beoordeeld met een 8,0.
309 WONINGEN IN OMMEN, BEERZERVELD, LEMELE EN LEMELERVELD
Medio 2018 zijn we gestart met het verduurzamen van 309 woningen in Ommen, Beerzerveld, Lemele en Lemelerveld.
De laatste woningen zijn in november 2018 opgeleverd en begin 2019 wordt het project opgeleverd. De werkzaamheden die in
deze woningen zijn uitgevoerd komen overeen met die van de 306 woningen in Dedemsvaart, zoals eerder genoemd. Daarnaast
zijn er bij 70 woningen in Ommen nog oude kunststof kozijnen vervangen door nieuwe kuststof kozijnen. De doelstelling van
gemiddeld energielabel B is ruimschoots gehaald. Een groot deel van de woningen is zelfs uitgekomen op energielabel A.
Daarbij is de bewonerstevredenheid tijdens het project gemonitord en is het gemiddelde eindcijfer uitgekomen op een 8,0.
PILOT PROJECT 15 WONINGEN IN OMMEN
Het project 15 woningen komt voort uit de evaluatie van de eerste pilot in 2016 (verduurzaming 98 woningen in de Vogel- en
Bloemenbuurt). Met dit project is gezocht naar een andere vorm waarbij we de bewoners actief betrekken in de planvorming.
Daarom is het traject anders opgezet dan onze andere duurzaamheidsprojecten. We hebben in de selectiefase zoveel mogelijk
kennis uit de markt gehaald. We hebben aannemers gevraagd naar hun visie, hoe zij de wensen van bewoners meenemen
in het doorvoeren van de duurzaamheidsmaatregelen. De selectie heeft daarom alleen plaatsgevonden op basis van het
plan van aanpak. Dijkstra Draisma kwam daarbij na beoordeling door de betrokken wijkconsulenten en projectleider als
beste uit de bus. Na de selectie zijn de wijkconsulent en Dijkstra Draisma bij de bewoners aangeschoven aan de keukentafel
om te praten over verduurzaming, maar ook over andere aanvullende zaken zoals veiligheid, woongenot in de woning en
woongenot in de wijk. Doel hierbij was om zoveel mogelijk specifieke wensen boven de (keuken)tafel te krijgen. De specifieke
wensen waren minimaal en bestonden uit het vervangen van een aantal vloeren (vanwege doorzakking van de oude houten
vloeren) en een uitbreiding van de badkamer in verband met de huidige gezinsgrootte.
Jaarverslag 2018 2 | Wonen, woningen en maatschappelijke resultaten 12
Wat opvalt is dat de meeste wensen al onderdeel waren van ons “standaard” verduurzamingstraject zoals de maatregelen
tegen tocht, het doorvoeren van maatregelen om de energielasten te verminderen en het verhelpen van ventilatieklachten.
Ook hebben we gezien dat we met onze lopende en afgeronde projecten een proces hebben gevoerd dat zeer sterk lijkt op
de processen die wij gepresenteerd kregen van de aannemer.
KWALITEIT VAN ONS BEZIT
We kijken naar de kwaliteit van ons bezit vanuit de wensen en behoeftes van huurders en woningzoekenden. Die wensen en
behoeftes leggen we op onze visie, op het gebied en op ons bezit. Zo komen we tot maatregelen die leiden tot een optimale
kwaliteit van ons bezit.
KWALITEITSBELEIDDe Veste heeft in 2018 richting gegeven aan de verdere professionalisering van de organisatie door integrale sturing op
het vastgoed. Professioneel sturing geven aan het vastgoedproces vraagt om heldere doelstellingen en duidelijke kaders.
Eén van die kaders is de kwaliteit van ons bezit. Strategische geformuleerde doelen worden door het kwaliteitsbeleid
operationeel gemaakt, wat uiteindelijk leidt tot de gewenste kwaliteit van onze woningen. Het kwaliteitsbeleid draagt tevens
bij aan een transparante besluitvorming voor de verdeling van onze financiële middelen.
COMFORT IN WONINGEN We hanteren voor het verbeteren van de woningen het systeem van de V-meters. Met deze meters worden huurders in staat
gesteld om naar eigen keuze verbeteringen aan de woning te laten uitvoeren, waarbij de V-meter als betaalmiddel kan worden
ingezet. Er is in 2018 voor € 189.000 besteed aan V-meters. Verbeteringen kunnen volledig met V-meters betaald worden,
maar combinaties van V-meters met een geringe huurverhoging of een geringe bijbetaling zijn ook mogelijk. In het afgelopen
jaar hebben huurders onder meer hun V-meters ingezet voor het plaatsen van een douchecabine, het aanbrengen van een
toilet op de eerste verdieping, een radiator, een buitenkraan of het aanbrengen van een vaatwasser- of wasmachineaansluiting.
ENERGIEMAATREGELEN IN WONINGENVoor het aanbrengen van energetische maatregelen op verzoek van de huurder hanteren we de zogenaamde E-meters.
De E-meters worden bij duurzaamheidsproject afgeschreven op de verduurzaamde woningen. Na verloop van tijd vervallen
alle E-meters.
Voor een totaalbedrag van € 718.000 is er in 2018 aan energiebesparende maatregelen via het E-metersysteem verantwoord.
Waarvan € 89.000 betrekking heeft reguliere mutaties en € 629.000 is ingezet voor duurzaamheid. Huurders hebben in
het afgelopen jaar onder meer gekozen voor het aanbrengen van spouwisolatie, HR++ beglazing in de hal, badkamer of
slaapkamer of zonnepanelen.
ONDERHOUDHet dagelijks onderhoud is op te splitsen in reparatieverzoeken en mutatieonderhoud. Deze werkzaamheden zijn voor ruim
22% uitgevoerd door onze eigen onderhoudsdienst. Dat zijn werkzaamheden die gering van omvang zijn en binnen een kort
tijdsbestek kunnen worden ingepland en uitgevoerd. Onze onderhoudsdienst bestaat uit 6 buitendienstmedewerkers die
alle voorkomende werkzaamheden kunnen verrichten.
In totaal hebben we in 2018 bijna € 1.824.000 besteed aan reparatieverzoeken en € 810.000 aan mutatieonderhoud.
Het aantal reparatieverzoeken is ten opzichte van 2018 met 5,5% gestegen. Werkzaamheden die vielen onder nazorg van
opgeleverde nieuwbouw en werkzaamheden rondom duurzaamheid zijn hierin meegenomen. De buitendienstmedewerkers
pakken, wanneer zij in de woning zijn, veelal ook andere kleine reparaties op wanneer zij deze aantreffen.
Jaarverslag 2018 2 | Wonen, woningen en maatschappelijke resultaten 13
Het planmatige onderhoud en het contractonderhoud worden grotendeels opgedragen aan aannemers. Aan regulier
planmatig onderhoud is in 2018 bijna € 1.939.000 besteed en aan duurzaamheidsonderhoud een bedrag van € 5.501.000.
Aan contractonderhoud is in 2018 ongeveer € 631.000 besteed.
In het Vechtdal hebben we in 2018 voor het eerst de post “Vraag gestuurd onderhoud” voor douches, toiletten en keukens
(DTK) geïntroduceerd. Het betrof hier woningen waarvan de onderdelen eerder op wens van de zittende huurder niet
zijn vervangen en toch de wens van de huurder is ontstaan om het onderdeel te vervangen. In het Vechtdal ging het om
14 woningen: 10 keukens, 5 douches en 2 toiletten. Op Terschelling zijn 2 keukens, 6 douches en 4 toiletten vervangen.
De bewoners kwamen van tevoren langs in ons keuzecentrum om hun keuzes kenbaar te maken.
STRUCTURELE ONDERZOEKEN In 2018 hebben we de opzet voor het borgen van onze kwaliteit nader uitgewerkt door:
• Stem te geven aan de huurders en stakeholders
• Continu verbeteren vanuit wensen, verwachtingen en behoeften
• Op maat, passend bij ambitie en waarden
Dit doen we door een combinatie van continu monitoren en verdiepingsonderzoeken. Met continu monitoren meten we de
klantwaarderingen in de processen via online enquêtes. Deze enquêtes worden automatisch verstuurd aan onze huurders.
De metingen vinden plaats in de volgende drie processen:
• Nieuwe huurders
• Vertrokken huurders
• Reparatieverzoeken
Vanwege een technisch probleem zijn er vanaf mei geen continue metingen meer uitgevoerd. In 2018 hebben we ook de
volgende twee verdiepingsonderzoeken uitgevoerd:
• Huurdersverwachtingen
• Aedes Benchmark
AEDES BENCHMARKHet onderzoek dat de corporaties onderling met elkaar vergelijkt bevat 5 prestatievelden: Huurdersoordeel, Bedrijfslasten,
Duurzaamheid, Onderhoud & verbetering en Beschikbaarheid & betaalbaarheid en dat leidt tot een A-, B-, of C-notering. Op het
prestatieveld Beschikbaarheid & betaalbaarheid, dat inzicht biedt in het maatschappelijk presteren van corporaties, behaalden
wij een A-notering; een bevestiging dat de sociale huurwoningen zowel beschikbaar zijn voor de doelgroep als ook aan hen
worden toegewezen. Zo gaat 95,1% van de woningen naar huishoudens met een inkomen onder de huurtoeslaggrens.
En bieden wij onze huurders een huurprijs dat onder het landelijk gemiddelde ligt. Dat komt mede doordat de gevraagde
huurprijs 63,0% is van wat maximaal, vanuit landelijke richtlijnen, gevraagd mag worden aan onze huurder. Ons huurbeleid
biedt een sterk sociaal karakter, dat past bij onze waarden, droom en ambitie. We denken met onze huurders mee en
dat gaat over onderwerpen als betaalbaarheid, beschikbaarheid en de prijs-/kwaliteitverhouding van onze huurwoningen,
duurzaamheid en de nauwe samenwerking met huurdersverenigingen, gemeenten en andere partijen.
We hebben al een flink aantal woningen verduurzaamd en pakken tot en met 2020 in totaal circa 2000 woningen aan.
In het afgelopen jaar zijn hiervan 688 woningen verduurzaamd. Begin 2019 kan daardoor de ambitie van een gemiddeld
energielabel B gerealiseerd zijn. In de benchmark is die inzet nog niet zichtbaar, maar wordt het effect ervan pas volgend jaar
verzilverd. Dit jaar behaalden wij een C- notering.
Jaarverslag 2018 2 | Wonen, woningen en maatschappelijke resultaten 14
De bedrijfslasten in de Aedes Benchmark 2018 waren € 802 per verhuureenheid (vhe). Dit is gebaseerd op de bedrijfslasten
uit 2017. Hiermee zijn de bedrijfslasten lager dan in de vorige benchmark. Ten opzichte van het gemiddelde van de branche
bleef de notering op B staan. Op het onderdeel huurdersoordeel hebben wij ons vergeleken met het onderzoek van 2017
verbeterd en steeg de waardering van de reparaties van een 7,4 naar een 7,5 en waardeerden de vertrekkende huurders ons
met een 7,7. Vergeleken met andere corporaties zijn wij hierin gegroeid van een C-notering in 2017 naar een B-notering.
KWALITEIT ICT ONDERSTEUNINGOp basis van ons ICT-beleidsplan stellen wij jaarlijks een ICT-jaarplan op. Dit jaarplan is een uitwerking van de nodige
verbeteringen op het gebied van ICT. De implementatie van het huurders- en medewerkersportaal hebben we stopgezet
vanwege het gebrek aan vertrouwen in de stabiliteit bij de leverancier en het systeem hiervan. We hebben ons primaire systeem
verder geoptimaliseerd door het doorvoeren van kleine(re) aanpassingen. We hebben een social intranet geïntroduceerd
genaamd Embrace. Deze verbeteringen dragen bij aan de efficiency van onze processen en de interne samenwerking.
WOONRUIMTEVERDEELSYSTEMENSamen met partners hebben we in 2017 voor onze reguliere huisvesting in het Vechtdal, op Terschelling en onze
studentenhuisvesting in Enschede toegewerkt naar het realiseren van nieuwe platformen. Hierop kunnen woningzoekenden
zich inschrijven en zoeken naar een woning. Deze platformen zijn begin 2018 live gegaan. Voor de woningzoekenden biedt
dat één centrale plek met daarop al het actuele aanbod. Dat heeft voor hen als voordeel dat zij zich maar één keer hoeven
in te schrijven, zij betere zoekmogelijkheden op die centrale plek hebben en de regels voor toewijzing transparant en voor
iedere woningzoekende gelijk zijn. Wij en onze woningzoekenden zijn zeer tevreden over de werking hiervan. Thuistreffer
Vechtdal hebben wij gerealiseerd samen met onze collega-corporatie Woningstichting Beter Wonen Vechtdal.
In Enschede hebben wij samen met Stichting Jongeren Huisvesting (SJHT), de gemeente Enschede, de onderwijsinstellingen
Universiteit Twente en Saxion de website Roomspot gelanceerd. Dit is een nieuw online platform waar (internationale)
studenten en jongeren een compleet en actueel overzicht vinden van beschikbare kamers en zelfstandige woonruimten in
Enschede, Hengelo en omgeving. De samenwerking tussen deze partijen is uniek en succesvol.
HUURDERS- EN MEDEWERKERSPORTAAL Met het huurdersportaal wilden we huurders online en 24/7 toegang tot hun eigen gegevens bieden. De huurders ondersteunen
we hiermee in zelfregie. Door op een eigen moment ‘zaken’ te kunnen regelen, zijn zij niet gebonden aan openingstijden en
locatie. Het was de bedoeling om dit in 2018 live te brengen, echter hebben we helaas moeten concluderen dat het portaal
niet stabiel genoeg was qua volwassenheid. Wij hebben ervoor gekozen er op dit moment geen gebruik van te maken.
In 2019 zullen wij vanuit de nieuwe fusieorganisatie gaan onderzoeken welke leverancier het beste past bij onze ambities als
het gaat om de doorontwikkeling van onze digitale mogelijkheden.
OVERIGE Andere ICT-projecten zijn de omzetting naar een nieuw documentatie management systeem (DMS), de introductie van een
social intranet en het project datakwaliteit. Het nieuwe DMS is in 2018 voorbereid en zal in het 1e kwartaal 2019 doorgevoerd
worden, genaamd Klantvenster. Het social intranet is in juli live gegaan. Dit heeft een enorme verbetering opgeleverd voor de
interne communicatie. Met het project datakwaliteit brengen wij al onze data verder op orde. Door data op te schonen en in
de primaire systemen onder te brengen en niet in subsystemen, bereiken we een efficiëntere werkomgeving en kunnen we
betere data-analyses maken.
Jaarverslag 2018 2 | Wonen, woningen en maatschappelijke resultaten 15
OPTIMALE WOON- EN LEEFOMGEVING
Om continu een optimale woon- en leefomgeving voor onze huurders te creëren werken we aan de leefbaarheid in onze
dorpen, buurten en wijken. In 2018 zijn diverse activiteiten op dat gebied uitgevoerd.
BUURTGELUKWij zijn in 2017 gestart met het nieuwe initiatief ‘Buurtgeluk’, waarop huurders een beroep kunnen doen wanneer zij de
leefbaarheid in hun buurt of dorp willen vergroten. Afgelopen jaar werden daardoor diverse initiatieven mogelijk gemaakt.
Zo werd in Hoorn, onder meer met hulp van de gemeente Terschelling, een gezamenlijke buurtmoestuin gerealiseerd.
Het idee voor de moestuin ontstond tijdens de ‘Dag van het Buurtgeluk’. Samen met een aantal buurtgenoten ontstond
het idee om een groentetuin te realiseren tussen de laatste twee huizenblokken aan het Abt Folkertspad. De tuin heeft een
bijzondere naam: Aester Beansje Tûn “Lyste Lies. Een knipoog naar het verleden toen iedere eilandbewoner een boontjestuin
naast het huis had. Door de moestuin zal de wijk er niet alleen netter, kleurrijker en vriendelijker uitzien, maar wordt ook het
onderlinge contact in de buurt versterkt.
In Ommen kwamen bewoners van een seniorencomplex met het verzoek voor een gezamenlijke serre. Elkaar ontmoeten
en samen een kop koffie drinken. Vanuit de bewoners was er een wens voor een gezamenlijke serre in hun binnentuin.
Door middel van een overdekte, verwarmde gezelschapsruimte zou het makkelijker zijn om elkaar op te zoeken. Na goed
overleg met ons hebben wij dit met Buurtgeluk gerealiseerd. Uitgangspunt is dat het een initiatief van de bewoners moet
zijn dat bijdraagt aan verbinding in de buurt.
UITPROBEERDIENST IN DALFSENPlezierig thuis blijven wonen is een wens van velen, ook als men door ouderdom of beperkingen kwetsbaarder wordt.
Door de inzet van slimme technologie kunnen oplossingen worden geboden die dat mogelijk maken. Denk bijvoorbeeld aan
afstandsbedieningen voor gordijnen, deuren, lichtbronnen en apps (applicaties en slimme toepassingen) met gebruik van
smartphones en tablets. De belangrijkste vraag is hierbij: “Welke oplossing is passend in de situatie?” Voor die vraag is in
een samenwerkingsverband met diverse andere partijen, waaronder de gemeente Dalfsen en zorg- en welzijnsorganisaties,
de ‘Uitprobeerdienst Dalfsen’ ontwikkeld. Vrijwilligers helpen hier bij het zoekproces naar een oplossing voor de vraag.
Door bij te dragen aan dit initiatief ondersteunen wij onze huurders bij het zo lang en plezierig mogelijk thuis blijven wonen.
REGENTONNEN VOOR MOESTUIN DE BINDER‘Moestuin De Binder’ is een initiatief van een aantal inwoners van Gramsbergen. De Veste stelde 5 jaar geleden, na oplevering
van De Binder, een stuk grond beschikbaar om de moestuin te realiseren. De moestuin verbindt basisschoolleerlingen en
enthousiaste ouders met de bewoners en medewerkers en draagt bij aan contact en een stukje woongeluk. Dankzij onze
steun hebben de vrienden van het dorpshuis regentonnen en een buitenkraan kunnen realiseren. De speciale regentonnen
vangen regenwater op waarmee de moestuin besproeid kan worden. Samen met schoolkinderen van OBS Prinses Irene
wordt de tuin elk jaar ingeplant. Een deel van de oogst wordt gebruikt voor een speciaal kookproject waarbij kinderen hun
eigen gekweekte groente verwerken.
Jaarverslag 2018 2 | Wonen, woningen en maatschappelijke resultaten 16
TERSCHELLING DAG VAN HET HURENOp zaterdag 2 juni 2018 organiseerden wij de ‘Dag van het Huren’ op Terschelling. Thema van de Dag van het Huren was (T)
huis Terschelling. Tijdens deze tweede editie stond een fietstocht van West naar Oost op het programma voor alle huurders
van het eiland met onderweg op verschillende locaties vertellingen, film en proeverijen. Na een warm welkom door een
van onze wijkconsulenten op de campus van het Maritiem Instituut Willem Barentsz, gingen twee groepen per fiets op
pad. De locaties en de invulling van het programma pasten mooi bij waar De Veste voor staat en boden de deelnemers de
gelegenheid ook eens een kijkje te nemen bij andere huurders.
DAG VAN HET HUREN IN HET VECHTDALSamen met Beter Wonen Vechtdal organiseerden we bij de Beerze Bulten een gezellige, informatieve dag voor onze huurders
waarbij elkaar ontmoeten en plezier beleven centraal stonden. De uitzonderlijk grote opkomst, maakte het nóg specialer
en bood een prachtige gelegenheid om gezamenlijk ruim 1200 huurders, jong en oud, letterlijk in het zonnetje te zetten.
De locatie bood diverse activiteiten, er was muziek en er waren diverse infostands van de Energiecoach, het Zorgpunt,
Samen Doen, de huurdersorganisaties, de Twentse Groenonderneming en onze eigen medewerkers. Er was alle ruimte
voor contact met onze huurders. We stelden vragen als: “Hoe bevalt het huren?” of “Waar kunnen we meer in betekenen?”
Met de antwoorden en feedback kunnen wij als corporatie weer meer gericht verder.
KAMPIOENSCHAP VEILIG VLUCHTEN CAMPUS TERSCHELLINGIn september 2018 vond de eerste ‘Fire Escape Challenge Award’ plaats op de Campus op Terschelling waarin studenten
werden uitgedaagd om in korte tijd veilig te vluchten. Een aansprekende competitie waarmee wij samen met Brandweer
Friesland, het Maritiem Instituut Willem Barentsz (MIWB) en de gemeente Terschelling, studenten bewust wilden maken van
waarom een vluchtweg zonder obstakels in een woning belangrijk is. Voor alle deelnemers een unieke kans om zelf te ervaren
hoe het voelt om te vluchten in een gang vol rook. De woningen van De Veste voldoen prima aan alle brandveiligheidseisen,
maar bij controles blijkt vaak dat de vluchtwegen geblokkeerd zijn. Controles alleen dragen in de praktijk niet bij aan een
structurele oplossing voor het probleem. In de ideale situatie is er bij de bewoners inzicht over de noodzaak van het vrijhouden
van gangen en vluchtwegen en handelen zij hier ook naar. Een stukje bewustwording verpakt in een wedstrijdelement.
FIRE EVACUATION CHALLENGE CAMPUS ENSCHEDEOok op de Campus in Enschede werd, net als op Terschelling, bewustwording rondom brandveiligheid met een wedstrijdelement
onder de aandacht gebracht bij de studenten. De ‘UT Fire Evacuation Challenge’ werd georganiseerd, een kampioenschap
waarbij studenten zo snel en veilig mogelijk uit een ‘brandende’ studentenwoning moesten vluchten. In samenwerking met
Brandweer Twente proberen we studenten op deze manier te stimuleren om zich brandveiliger te gedragen. Brandweer
Twente ondersteunt ons bij het vinden van een structurele oplossing om de brandveiligheid in studentenhuisvesting bij de
UT te verhogen.
Jaarverslag 20183 | Partnerships 17
3 | PARTNERSHIPS
BETROKKENHEID EN BETROUWBAARHEIDPeriodiek hebben op bestuurlijk niveau overleggen plaatsgevonden met onze partners en stakeholders. Daar waar een
gezamenlijke opgave ligt, betrekken we onze stakeholders actief bij onze beleidsontwikkeling en activiteiten. In 2018 kwam dat
onder meer tot uiting in het gezamenlijk opstellen van de prestatieafspraken, het opstellen van beleid in het kader van
de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld, het vormgeven van een gezamenlijke aanpak in het kader van
armoedebestrijding, het evalueren en ontwikkelen van een gezamenlijk huurbeleid, alsmede participatie in bestaande en nieuwe
netwerken. Daarnaast zijn in 2018 een gedeeld woonruimteverdeelsysteem en een gezamenlijk urgentiebeleid voor zowel het
Vechtdal en voor Enschede geïmplementeerd. Als onze belanghebbenden zien wij maatschappelijke organisaties, gemeenten
in ons werkgebied, huurdersorganisaties, onderwijsinstellingen, zorgpartijen, collega-woningcorporaties en leveranciers.
PRESTATIEAFSPRAKENJaarlijks stellen we prestatieafspraken op met gemeenten. De prestatieafspraken hebben we in 2018 in nauwe en
goede samenwerking gemaakt met de gemeenten, de huurdersorganisaties en collega-corporaties. Alle betrokken
huurdersorganisaties hebben de prestatieafspraken medeondertekend. Het maken van prestatieafspraken is een jaarlijks
terugkerende proces. Om ervoor te zorgen dat het proces elk jaar verbetert hanteren we de zogenaamde ‘plan-do-act-check
methode’. In het voorjaar van 2018 hebben we de prestatieafspraken van 2017 met de gemeenten, huurdersorganisaties
en collega-corporaties geëvalueerd, is de voortgang van de lopende afspraken besproken en input voor het bod en de
nieuwe prestatieafspraken voor 2019 opgehaald. Dit heeft geleid tot een afgestemd bod, dat voor 1 juli is uitgebracht op de
woonvisies van de gemeenten. Het bod is input voor het gesprek geweest met de huurdersorganisaties en de gemeente met
als resultaat breed gedragen prestatieafspraken voor het jaar 2019. De afspraken zorgen ervoor dat we samen een goede
bijdrage leveren aan het prettig wonen in de gemeente. Belangrijke thema’s zijn: voldoende betaalbare huurwoningen, prettig
leefbare buurten en wijken, duurzaamheid en extra aandacht voor hen die het nodig hebben. Met deze afspraken dragen
partijen gezamenlijk en integraal bij aan de maatschappelijke opgaven op het terrein van zowel wonen, zorg en welzijn als
duurzaamheid.
In totaal zijn er 4 prestatieafspraken opgesteld, die voor 15 december opgestuurd zijn naar het ministerie. Het betreft de
volgende gemeenten:
• Dalfsen
• Enschede
• Hardenberg
• Ommen
Voor de gemeente Raalte zijn in 2017 vierjarige prestatieafspraken vastgesteld, waardoor het niet nodig was nieuwe afspraken
te ondertekenen. In het najaar van 2018 heeft Woningstichting WoonFriesland onze rol om te komen tot prestatieafspraken
voor Terschelling overgenomen, gezien de verkoop van ons bezit aan hen eind 2018.
Jaarverslag 20183 | Partnerships 18
SAMENWERKINGSVERBANDENIn 2018 hebben we bestaande samenwerkingsverbanden op het terrein van wonen, zorg, welzijn en veiligheid voortgezet en
geïntensiveerd. We hebben deelgenomen aan de maandelijkse monitoringsoverleggen en de integrale preventienetwerken
Veiligheid in de gebieden West, Noord, Kern en Zuid met de sociale wijkteams Samen Doen en andere betrokken
maatschappelijke partners / belanghebbenden, met als doel vroegtijdig leef- en huisvestingsproblematiek te signaleren
en vroegtijdig ondersteuning te kunnen bieden om zodoende onwenselijke huisuitzettingen te voorkomen. Samen met
de gemeenten Ommen en Hardenberg en onze collega-corporatie Beter Wonen Vechtdal hebben we in het verlengde
daarvan de eerste stappen gezet om te komen tot een samenwerkingsverband ‘Vroegsignalering’, waarbij we vroegtijdig
betalingsproblematiek kunnen signaleren en schulden kunnen voorkomen. Ook hebben we in 2018 samen met het Samen Doen
team een netwerkbijeenkomst georganiseerd om de bestaande samenwerkingen verder uit te bouwen en te komen tot een
bredere en verdergaande organisatie overstijgende samenwerking. Dit gezien vanuit onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om
mensen in staat te stellen weer regie op eigen leven te kunnen hebben, passend binnen de complexiteit van wet- en regelgeving.
Ter uitwerking van de samenwerking die we samen met onze collega-corporatie Beter Wonen Vechtdal en 13 andere
woningcorporaties zijn aangegaan met Stichting Kadera, hebben we een gezamenlijke aanpak ontwikkeld om medewerkers
van woningcorporaties bewust te maken van signalen van huiselijk geweld en de rol die zij in de aanpak hiervan kunnen
spelen. Dit heeft geresulteerd in een ‘handreiking huiselijk geweld voor woningcorporaties’.
In 2018 hebben we onze samenwerking vanuit de NOWOZO verdiept op het thema ‘duurzaamheid’ en is een aparte
werkgroep ingesteld. Dit met als doel om als NOWOZO-corporaties kennis en ervaringen te delen en samen te werken vanuit
verschillende disciplines om de ambities op het terrein van duurzaamheid te kunnen realiseren.
HUURBELEIDIn 2018 hebben we ons huurbeleid samen met de huurdersorganisaties en de gemeenten geëvalueerd en hebben we
aanvullend een brede sessie georganiseerd om in 2019 te komen tot een nieuw en breed gedragen huurbeleid voor de
fusiecorporatie ‘Vechtdal Wonen’. Daarvoor hebben we in het najaar van 2018 sessies georganiseerd met zowel Beter
Wonen Vechtdal en De Veste collega’s als de huurdersorganisaties en gemeenten. Met hen zijn we op zoek gegaan naar een
huurbeleid dat past bij de gezamenlijke ambities en binnen de gemeentelijke en landelijke kaders.
HUURDERSPARTICIPATIEIn 2018 hebben onze beide huurdersorganisaties in het Vechtdal ons hun Manifest ‘Huurdersparticipatie’ aangeboden,
waarin staat omschreven hoe zij in 2018 een nieuw vertegenwoordigingsmodel gaan ontwikkelen om de belangen van
huurders optimaal te behartigen. In 2018 hebben zij vanuit deze nieuwe vorm en als één gezamenlijk bestuur een gezamenlijk
advies uitgebracht. Deze nieuwe vorm van huurdersparticipatie is in 2018 on hold gezet. In 2019 wordt er in het kader van
het fusietraject met de huurdersorganisatie van Beter Wonen Vechtdal gezamenlijk gekeken naar een passende vorm.
HUURDERSORGANISATIES
Er zijn 3 formele organisaties die onze huurders vertegenwoordigden, te weten:
• Huurdersvereniging Verenigd Huurbelang Ommen
• Stichting Huurdersbelangen Hardenberg
• Huurdersvereniging De Brandaris (Terschelling)
Jaarverslag 20183 | Partnerships 19
In 2018 zijn met de huurdersorganisaties diverse gesprekken gevoerd op bestuurlijk niveau en is het contact met de
huurdersvertegenwoordigers geïntensiveerd als gevolg van het fusietraject met woningstichting Beter Wonen Vechtdal en
de verkoop van ons bezit op Terschelling aan woningstichting WoonFriesland. De huurdersvereniging De Brandaris is nauw
betrokken geweest bij de verkoop van ons bezit en hiervoor zijn meerdere bijeenkomsten en workshops georganiseerd.
Verder hebben we in het kader van de fusie zes reguliere bijeenkomsten en diverse klankbordbijeenkomsten georganiseerd.
De onderwerpen die daarbij werden besproken waren:
• Huuraanpassing 2018
• Integriteitsvraagstukken
• Jaarrekening
• Samenwerkings- en prestatieafspraken
• Sloop- en renovatiereglement
• Reglement geschillencommissie
• ZAV-beleid
• Fusietraject
De huurdersvertegenwoordigers hebben op 6 onderwerpen advies/instemming gegeven, te weten:
• Huuraanpassing 2018
• Sloop- en renovatiereglement
• Reglement geschillencommissie
• ZAV-beleid
• Klantbenadering fusie
• Instemmingsbesluit fusie
Jaarverslag 2018 4 | Huisvesting 20
4 | HUISVESTING
GEZAMENLIJKE URGENTIECOMMISSIEIn 2018 hebben we als onderdeel van de woonruimteverdeling ons gezamenlijk urgentiebeleid met collega- corporatie Beter
Wonen Vechtdal geïmplementeerd. In dit urgentiebeleid is vastgelegd wanneer een woningzoekende in aanmerking kan
komen voor urgentie. We kennen daarin 4 categorieën, te weten een WMO- urgentie, een medische urgentie, een sociale
urgentie of een herstructureringsurgentie. Het urgentiebeleid is van toepassing op het totale werkgebied van zowel Beter
Wonen Vechtdal als De Veste.
Om de beoordeling van de urgenties zo objectief mogelijk uit te voeren is een urgentiecommissie ingesteld en is er per categorie
een duidelijk toetsingskader vastgesteld. In 2018 heeft de urgentiecommissie in totaal 10 urgenties toegekend. Daarvan
betroffen het 5 urgenties in het werkgebied van Beter Wonen Vechtdal en 5 urgenties in het werkgebied van De Veste.
SPOEDZOEKERSVoor mensen die met spoed op zoek zijn naar een woning, maar niet in aanmerking komen voor urgentie hebben we in 2018
de zogenaamde ‘Tiny Houses’ ontwikkeld. Deze Tiny Houses zijn bedoeld voor mensen die per direct een woning nodig
hebben, maar door hun korte inschrijftijd niet in aanmerking komen voor een reguliere woning.
STATUSHOUDERSIn samenwerking met gemeente Ommen, Hardenberg en Dalfsen bieden we huisvesting aan mensen met een verblijfstatus.
Elk halfjaar geeft de overheid aan hoeveel statushouders een gemeente moet huisvesten. Het COA (Centraal Orgaan opvang
Asielzoekers) bepaalt vervolgens welke statushouders in welke gemeente gaan wonen.
In 2018 hebben wij conform de aan de gemeente opgelegde taakstelling statushouders gehuisvest. In de gemeente Ommen
zijn we samen met de gemeente verantwoordelijk voor de totale taakstelling. In Hardenberg dragen wij samen met de gemeente
en Beter Wonen Vechtdal zorg voor het behalen van de taakstelling. De verdeling hierin is naar rato; 69% door Beter Wonen
Vechtdal en 31% door De Veste. In de gemeente Dalfsen zijn wij samen met de gemeente en Woningstichting Vechthorst
verantwoordelijk voor het behalen van de taakstelling. Gezien ons geringe bezit in de gemeente Dalfsen leveren wij 2 woningen
per jaar te behoeve van de huisvesting van statushouders. De overige taakstelling wordt door de Vechthorst ingevuld.
Jaarverslag 2018 5 | Financiële uitleg 21
5 | FINANCIËLE UITLEG
JAARRESULTAAT & WAARDERING VASTGOED
Het resultaat na belastingen bedraagt over 2018 € 11.683.000 negatief. Hieronder wordt dit kort toegelicht. Hierbij is onderscheid
gemaakt naar resultaat uit exploitatie, verkoopresultaat en waardering gerelateerde posten:
RUBRIEK (BEDRAGEN X € 1.000) BEGROOT JRK JRK
2018 2018 2017
Exploitatie € 4.327 € 4.349 € 9.950
Verkoop € 2.265 € -33.375 € 1.836
Waardering € -14.881 € 17.343 € 20.177
TOTAAL € -8.289 € -11.683 € 31.963
RESULTAAT UIT EXPLOITATIE (JAARRESULTAAT EXCLUSIEF VERKOOP EN WAARDERING)Het resultaat uit exploitatie over 2018 is uitgekomen op € 4.3 miljoen positief, wat aansluit met het begrote resultaat over
2018. Ten opzichte van het boekjaar 2017 is dat een daling van € 5.6 miljoen. Deze daling wordt veroorzaakt door toename
onderhoudskosten betreffende duurzaamheid (€ 3.8 miljoen) en reparatiekosten (€ 0.6 miljoen) en hogere belastingen
& heffingen (€ 1.3 miljoen).
RESULTAAT UIT VERKOOP (NETTO RESULTAAT VERKOOPPORTEFEUILLE)Het gepresenteerde verkoopresultaat in 2018 heeft betrekking op het verkochte bezit op Terschelling (€ 35.7 miljoen negatief),
verkopen grondposities (€ 2.6 miljoen positief) en reguliere verkopen (€ 0.1 miljoen positief). Het bezit op Terschelling is
verkocht aan een collega-woningcorporatie. Om deze reden hebben wij ook een prijs gevraagd welke (substantieel)
lager bedroeg dan de marktwaarde in verhuurde staat (waarderingsgrondslag in de jaarrekening) met als gevolg een
boekhoudkundig verlies van € 35.7 miljoen.
WAARDERING (WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE EN BELASTINGEN)Het jaarresultaat wordt voor een groot deel beïnvloed door waardering gerelateerde posten. Deze waardering gerelateerde
posten hebben betrekking op de waarde mutatie van het bezit in exploitatie (niet-gerealiseerde waarde mutatie), onrendabele
top (overige waardeveranderingen) en de fiscale positie.
De niet-gerealiseerde waarde mutatie van de vastgoedportefeuille in exploitatie is in 2018 uitgekomen op € 30.1 miljoen
positief. De omvang hiervan is afhankelijk van de waarde ontwikkeling van het vastgoed in de regio waarin wij actief zijn.
Deze waardeontwikkeling is lager dan voorgaand jaar (€ 43.3 miljoen) maar substantieel hoger dan in de begroting 2018
was ingerekend.
Jaarverslag 2018 5 | Financiële uitleg 22
De omvang van de overige waarde verandering is afhankelijk van de voortgang van nieuwbouw- en duurzaamheidsprojecten
en de besluitvorming hieromtrent. Ten aanzien van nieuwbouw ontwikkeling is in 2018 een onrendabele top verantwoord van
€ 0.6 miljoen en een bedrag van € 9.7 miljoen ten aanzien van duurzaamheid. De duurzaamheidsinvesteringen worden volledig
onrendabele verwerkt en de onrendabele top van nieuwbouw wordt bepaald op basis van recent opgeleverde nieuwbouw.
Het fiscale resultaat in de jaarrekening (€ 2.3 miljoen negatief) bestaat uit een mutatie belastinglatentie van € 2.9 miljoen
negatief, een fiscale opbrengst van € 0.6 miljoen. De opbrengst komt voort uit de verliescompensatie (verkoop Terschelling)
op basis waarvan het fiscale resultaat over 2017 gecorrigeerd kan worden.
BELEIDSWAARDE
De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in
verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke
ontwikkelingen, zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale DAEB-huurwoningen. Daarom zal slechts een
deel van de in de jaarrekening verantwoorde marktwaarde in de toekomst gerealiseerd worden.
Het bestuur van De Veste heeft een inschatting gemaakt van het gedeelte van het vermogen dat bij ongewijzigd beleid niet
of eerst op zeer lange termijn realiseerbaar is. Deze inschatting heeft betrekking op het verschil tussen de marktwaarde en
beleidswaarde van het DAEB-bezit in exploitatie. De beleidswaarde sluit aan op het beleid van Woningstichting De Veste en
beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit van het vastgoed. In de onderstaande tabel wordt inzicht verschaft in het verloop
van marktwaarde naar beleidswaarde. In de jaarrekening wordt de beleidswaarde nog nader gesplitst naar DAEB en niet-DAEB.
MARKTWAARDE VERSUS BELEIDSWAARDE (BEDRAGEN X € 1.000) 2018 2017
Marktwaarde in verhuurde staat 01-01 € 451.987 € 471.443
Afslag: beschikbaarheid (doorexploitatiescenario) € -20.284 € -96.674
Afslag: betaalbaarheid (streefhuur) € -126.690 € -59.395
Afslag kwaliteit (onderhoud) € -29.426 € -15.965
Afslag beheer (beheerkosten) € -38.228 € -43.751
Beleidswaarde per 31-12 € 237.359 € 255.658
Verschil beleidswaarde - marktwaarde € 214.628 € 215.785
FINANCIEEL BELEID
Ons in 2015 nieuw vormgegeven financieel beleid en beheer geven de kaders voor het borgen van onze financiële continuïteit.
Voor de lange termijn hebben we dit uiteengezet in ons strategisch financieel beleid. De financiële continuïteit wordt jaarlijks
inzichtelijk gemaakt in de meerjarenbegroting. De kaders voor de lange termijn zijn doorvertaald naar spelregels voor de korte
termijn. De jaarlijkse begrotingskaders beschrijven de financiële spelregels voor de begroting van het volgende jaar.
Jaarverslag 2018 5 | Financiële uitleg 23
WONINGWETOok in de Woningwet wordt op het gebied van financieel beleid en beheer een kader aangegeven. Dit wettelijke kader is
geoperationaliseerd in het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 (BTIV). De nota geeft invulling aan artikel
55a van de Woningwet, waarin het volgende staat vermeld:
1. De toegelaten instelling voert een zodanig financieel beleid en beheer, dat haar financiële continuïteit niet in gevaar
wordt gebracht.
2. Zij stelt daartoe een reglement op, waarin zij in elk geval opneemt binnen welke grenzen de aan haar financiële
beleid en beheer verbonden risico’s aanvaardbaar zijn, en welk beleid zij beoogt te voeren ingeval haar financiële
continuïteit in gevaar komt of dreigt te komen. Het reglement heeft mede betrekking op de dochtermaatschappijen
en op de samenwerkingsvennootschappen waarin zij volledig aansprakelijke is. Bij of krachtens algemene maatregel
van bestuur worden nadere voorschriften gegeven omtrent de inhoud van het reglement.
Ons financieel beleid is onderdeel van de governance structuur en onlosmakelijk verbonden met de statuten, het reglement
RvC, het bestuursreglement, het Treasury statuut, het investeringsstatuut en de procuratie- en autorisatieregeling.
Onze visie (droom) en missie (ambitie) vormen de basis van ons financieel beleid. In het najagen en verwezenlijken hiervan
maken we strategische keuzes. Jaarlijks nemen we in onze plannen nieuwe activiteiten op. Het is daarbij belangrijk dat we
een goede balans vinden tussen die activiteiten en de kosten en opbrengsten ervan. Met de strategische financiële kaders
borgen we op de lange termijn onze continuïteit zodanig dat het financieel beleid en beheer daaraan dienstbaar is. Maar nog
belangrijker is dat het zo kan blijven bijdragen aan het bereiken van onze volkshuisvestelijke doelstellingen.
UITGANGSPUNTENVoor ons financieel beleid gelden de volgende uitgangspunten:
• Er is een Auditcommissie ingesteld die adviseert over het financieel beleid en beheer en de daarbij horende controlfunctie.
• De bestuurder is verantwoordelijk voor de kaderstelling, ontwikkeling en toetsing van het financieel beleid en beheer.
• De Risk & Compliance Controller is verantwoordelijk voor uitvoeren van de controlfunctie. Hij is gepositioneerd in
een onafhankelijke organisatie-eenheid en kan zowel gevraagd als ongevraagd adviseren en rapporteren betreffende
risico’s en te nemen maatregelen, in het kader van het financiële beleid en beheer.
• De administratie is zodanig ingericht dat het bestuur steeds op de hoogte kan zijn van de financiële situatie, in casu
de ontwikkeling van de waarden en prestatie-indicatoren die in de kadernota worden genoemd.
• De beheersing van de financiële risico’s is geïntegreerd in de bedrijfsvoering.
• De wijze waarop is vastgelegd in proces- en functieomschrijvingen.
• Het reglement van de RvC omvat voorschriften die waarborgen dat de RvC voldoende kennis heeft van financieel
beleid en beheer.
• De controlfunctie omvat ook de aspecten van de interne bedrijfsvoering en de effectiviteit en efficiency van de organisatie.
• De belangrijkste financiële risico’s worden ten minste twee keer per jaar besproken door het bestuur en de RvC.
Dit gebeurt aan de hand van een door het bestuur opgestelde rapportage, waarin inzicht wordt gegeven in de aard,
waarschijnlijkheid, de mogelijke omvang en de financiële gevolgen van die risico’s én in genomen of mogelijk te
nemen maatregelen met betrekking tot die risico’s.
• De RvC en de Auditcommissie kunnen de financiële risico’s, zonder dat de bestuurder daarbij aanwezig is, bespreken
met de accountant en met degenen die met de uitvoering van de controlfunctie belast zijn.
• Jaarlijks stelt de RvC samen met de bestuurder de controleaanpak en de speciale aandachtspunten voor de
accountantscontrole vast.
Jaarverslag 2018 5 | Financiële uitleg 24
FINANCIËLE INSTRUMENTEN
De Veste maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die De Veste blootstellen
aan markt- en/of kredietrisico’s. Het betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De Veste handelt
niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of
markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan De Veste verschuldigde betalingen blijven eventueel
daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of
fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijk financiële
instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s.
FINANCIËLE STRATEGIE
Onze financiële strategie zorgt ervoor dat onze financiële positie in lijn is met onze doelstellingen. Bij het realiseren van
passende woningen moeten ook onze keuzes voor verbetering, partnerships en het experiment worden gerealiseerd. Als de
financiële continuïteit daarbij is geborgd, het vereiste rendement volgens ons rendementsbeleid wordt behaald en het bezit
kwalitatief goed is, zijn we goede rentmeesters.
MEERJARENPERSPECTIEFDe uitwerking van onze strategie komt financieel tot uiting in onze meerjarenbegroting. In 2015 zijn we hiervoor gestart met
het samenstellen van ons portefeuilleplan, waarin we onze wensportefeuille hebben geformuleerd. De strategische
doorrekening hiervan heeft geleid tot een transformatieprogramma. Vervolgens is dit programma verder doorvertaald in onze
meerjarenbegroting. De financiële continuïteit wordt geborgd doordat de meerjarenbegroting niet buiten onze strategische
financiële kaders mag treden.
In 2018 hebben de Autoriteit woningcorporaties (Aw) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) hun beoordelings-
kader ter consultatie gepubliceerd. Met het gezamenlijk beoordelingskader zetten de Aw en het WSW een stap verder in de
eenduidige en transparante beoordeling van woningcorporaties. Hierin onderscheiden zij drie beoordelingsonderwerpen:
financiële continuïteit, bedrijfsmodel en governance & organisatie. Ze monitoren de financiële continuïteit middels onze
financiële positie op basis van de onderstaande ratio’s.
KENGETAL TOELICHTING
ICR In hoeverre we in staat zijn te voldoen aan onze rente verplichtingen vanuit de operationele kasstromen.
Solvabiliteit Omvang van het weerstandvermogen in relatie tot het totaal vermogen op basis van de grondslag beleidswaarde voor het bepalen van het vermogen.
Loan to Value Verhouding tussen de omvang van de lening portefeuille en de beleidswaarde van de vast-goedportefeuille.
Dekkingsratio Verhouding tussen de omvang van de lening portefeuille en de marktwaarde van het bezit.
De verwachte langetermijnontwikkeling van onze opbrengsten en kosten zijn afhankelijk van economische parameters, zoals
verwachte prijsstijgingen en renteontwikkelingen. Ook hiervoor sluiten we aan op de visie van het WSW.
Jaarverslag 2018 5 | Financiële uitleg 25
RENTEVERPLICHTINGENDe Interest Coverage Ratio (ICR) meet of we in het recente verleden en in de nabije toekomst uit de operationele kasstroom
de renteverplichtingen op het vreemd vermogen (hebben) kunnen voldoen. In 2018 is de ICR lager dan de gestelde norm.
Dit komt met name doordat er in 2018 een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2016 is betaald ter grootte van
€ 3,3 miljoen. Het fiscale verlies met betrekking tot de verkoop van het bezit op Terschelling zal worden verrekend waardoor
deze betaalde vennootschapsbelasting niet verschuldigd zal zijn. Zonder deze betaling was de ICR in 2018 1.6 en boven
de gestelde norm. In de tabel is zichtbaar dat de doorrekening van onze transformatieopgave leidt tot een liquiditeit die
voldoende is en blijft. De operationele kasstromen zijn ruim voldoende om de rentelast te dekken.
ICR (*€ 1000) 2017 2018 2019 2020 2021 2022
ICR DAEB 3,2 1,0 1,9 1,9 3,2 3,5
ICR niet-DAEB 3.2 0.9 - - - -
Norm financieel beleid DAEB 1,40 1,40 1,40 1,40 1,40 1,40
Vanaf 2019 is er geen ICR opgenomen voor de niet-DAEB tak. In 2018 is de interne lening van de niet-DAEB volledig afgelost
waardoor er geen rentelasten meer aanwezig zijn.
WE ZIJN SOLVABELDe solvabiliteit meet de omvang van het eigen vermogen in relatie tot het totale vermogen. Daarmee is het de maat voor de
financiële weerbaarheid op langere termijn. We drukken de solvabiliteit uit in het percentage eigen vermogen ten opzichte
van het balanstotaal. In de onderstaande tabel is de solvabiliteit weergeven zoals deze valt te herleiden vanuit de jaarrekening
2018 (marktwaarde in verhuurde staat).
SOLVABILITEIT IN % 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Solvabiliteit DAEB 75,9% 77,1% 74,5% 72,2% 70,5% 69,0%
Solvabiliteit niet-DAEB 60,9% 94,7% 92,1% 92,7% 92,9% 93,0%
Norm financieel beleid DAEB > 25% > 25% > 25% > 25% > 25% > 25%
Vastgoed op basis van marktwaarde in verhuurde staat
In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van de solvabiliteit weergegeven op basis van de beleidswaarde. Op basis van ons
financieel beleid dient deze voor de DAEB-tak minimaal 25% te zijn. De gepresenteerde ontwikkeling voldoet ruim aan de eis.
SOLVABILITEIT IN % 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Solvabiliteit DAEB 55,3% 58,2% 56,2% 51,8 % 49,0% 45,1%
Solvabiliteit niet-DAEB 57,5% 94,3% 92,1% 92,7% 92,9% 93,0%
Vastgoed DAEB op basis van beleidswaarde voor DAEB-tak
Jaarverslag 2018 5 | Financiële uitleg 26
OMVANG LENINGPORTEFEUILLEDe loan to value en de dekkingsratio borgen een gezonde financiële verhouding tussen enerzijds de omvang van de
leningportefeuille en anders de beleidswaarde van het bezit in exploitatie. Voor de LTV geldt dat deze niet meer mag bedragen
dan 75% van de beleidswaarde (DAEB) of marktwaarde (niet-DAEB) bedragen. Voor de dekkingsratio geldt een norm van
50% voor de DAEB-tak. De Veste voldoet ruim aan de norm van beide ratio’s.
LOAN TO VALUE IN % 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Loan to value DAEB 45,8% 41,0% 42,3% 48,3% 49,7% 54,0%
Loan to value niet-DAEB 81,1% - - - - -
Vastgoed DAEB op basis van beleidswaarde voor DAEB-tak
Zoals eerder vermeld heeft de niet-DAEB tak in 2018 haar lening volledig afgelost, derhalve is er geen LTV vanaf dat jaar.
DEKKINGSRATIO IN % 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Dekkingsratio DAEB 23,1% 21,3% 23,4% 26,6% 27,5% 29,4%
Dekkingsratio niet-DAEB 68,8% - - - - -
Vastgoed DAEB op basis van marktwaarde
Jaarverslag 2018 6 | Kengetallen 28
6 | KENGETALLEN
In totaal hebben we 1.250 DAEB-woningen/woonruimtes toegewezen aan woningzoekenden. Woningzoekenden weten zelf
het beste hoe ze willen wonen. Keuzevrijheid staat hierbij voorop. Toch zijn wij vanuit de wet gebonden aan een aantal regels,
waaronder de toewijzingsnorm.
In de tabel hieronder staan de percentages en de normen voor de toewijzingen weergegeven.
TOEWIJZINGEN WONINGEN MET EEN HUURPRIJS MINDER DAN € 710,68 IN 2018. (BEDRAGEN: PRIJSPEIL 1 JANUARI 2018)
INKOMEN HUURDER PERCENTAGE TOEWIJZINGEN TOEWIJZINGSNORM
Kleiner dan € 36.798 99,0% 80%
Tussen € 36.798 en € 41.056 0,7% 10%
Groter dan € 41.056 0,3% 10%
Vanaf 1 januari 2016 geldt naast de inkomenstoets, ook een passendheidstoets. De woningwet eist dat 95% van de toewijzingen
aan huishoudens met een inkomen tot en met de huurtoeslaggrens een kale huur heeft tot en met de aftoppingsgrenzen van
de huurtoeslag. In 2018 zijn 98,5% van de woningen passend toegewezen.
Jaarverslag 2018 6 | Kengetallen 29
AANTAL VERHUUREENHEDEN IN EXPLOITATIE
2018 2017
Woongelegenheden 5.611 6.195
Niet-woongelegenheden 166 178
TOTAAL VERHUUREENHEDEN 5.777 6.373
VOLKSHUISVESTELIJKE PRESTATIES
Aantal opgeleverde huur woongelegenheden (incl. renovatie) 40 244
Aantal opgeleverde huur niet-woongelegenheden - 1
Aantal regulier verkochte eenheden bestaand bezit -632 -204
Aantal verkochte eenheden ‘overig’ -1 -
BALANS EN RESULTATEN (X € 1.000)
Eigen vermogen 364.981 376.664
Voorzieningen 8.481 4.714
Balanstotaal 474.330 497.085
Huren en vergoedingen 35.608 34.703
Bedrijfsresultaat -4.761 53.399
Belastingen -2.276 -16.874
Jaarresultaat -11.683 31.963
FINANCIËLE RATIO'S
Solvabiliteit DAEB (o.b.v. marktwaarde) 77% 76%
Solvabiliteit DAEB (o.b.v. beleidswaarde) 58% 55%
Solvabiliteit niet-DAEB (o.b.v. marktwaarde) 95% 61%
Solvabiliteit niet-DAEB (o.b.v. beleidswaarde) 94% 58%
Current ratio 2,2 0,4
Interest-coverage ratio DAEB 1,0 3,2
Loan to value DAEB (o.b.v. beleidswaarde) 41% 46%
Loan to value niet-DAEB (o.b.v. beleidswaarde) - 81%
Jaarverslag 2018 7 | Bestuur en extern toezicht 30
7 | BESTUUR EN EXTERN TOEZICHT
BESTUUR
Het bestuur van De Veste bestond in 2018 uit één directeur-bestuurder. Begin 2018 heeft Janine Godderij (directeur-
bestuurder) kenbaar gemaakt per 1 mei 2018 te zullen vertrekken bij De Veste. Met het oog op haar aangekondigde vertrek,
heeft de raad een functieprofiel voor een nieuwe directeur-bestuurder a.i. opgesteld. Op basis van het functieprofiel is het
besluit genomen om Rienk van der Meulen te benoemen als directeur-bestuurder a.i. en samen met Beter Wonen Vechtdal
toe te werken naar één directeur-bestuurder voor de fusiecorporatie.
NEVENFUNCTIESUit hoofde van de functie als directeur-bestuurder bij De Veste zijn Janine Godderij en Rienk van der Meulen in de periode
als bestuurder tevens bestuursleden geweest bij Kences, de vereniging van corporaties die studenten huisvesten. Dit is op
vrijwillige basis.
VERANTWOORDELIJKHEDENDe directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor het besturen van de organisatie en is verantwoordelijk voor de algemene
gang van zaken. De directeur-bestuurder is daarnaast verantwoordelijk voor het realiseren van de missie en visie (droom
en ambitie), de strategische koers, de strategische en maatschappelijke doelen, de identiteit van de organisatie en voor de
financiële continuïteit. De directeur-bestuurder stelt het beleid vast dat mede door het Management Team is ontwikkeld.
Dit beleid wordt getoetst aan de strategische uitgangspunten en de wet- en regelgeving.
PE PUNTENIn 2018 heeft Janine Godderij middels diverse trainingen en seminars in totaal 21 PE punten behaald.
BEZOLDIGING BESTUUR
BEZOLDIGINGSINFORMATIE O.G.V. DE WET NORMERING TOPINKOMENSOp 1 januari 2013 is de Wet normering topinkomsten (WNT) in werking getreden. De WNT is van toepassing op De Veste.
Het voor De Veste toepasselijk bezoldigingsmaximum is in 2018 € 156.000 (2017 € 151.000) (klasse F).
Jaarverslag 2018 7 | Bestuur en extern toezicht 31
BEZOLDIGING LEIDINGGEVENDE TOPFUNCTIONARIS
2018 (BEDRAGEN X € 1) RIENK VAN DER MEULEN JANINE GODDERIJ
FUNCTIEGEGEVENS BESTUURDER BESTUURDER
Aanvang en einde functievervulling in 2018 01/05 – 31/12 01/01 – 30/04
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,0 1,0
Dienstbetrekking? Ja Ja
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen € 73.952 € 39.441
Beloningen betaalbaar op termijn € 11.298 € 6.680
Subtotaal € 85.250 € 46.121
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t. N.v.t.
Totale bezoldiging € 85.250 € 46.121
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 104.712 € 51.288
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t.
2017 (BEDRAGEN X € 1) JANINE GODDERIJ
FUNCTIEGEGEVENS
Aanvang en einde functievervulling in 2017 01/01-31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1.0
Dienstbetrekking? Ja
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen € 118.325
Beloningen betaalbaar op termijn € 19.614
Subtotaal € 137.939
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t.
Totale bezoldiging € 137.939
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 151.000
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t.
Jaarverslag 2018 7 | Bestuur en extern toezicht 32
EXTERN TOEZICHT
WAARBORGFONDS SOCIALE WONINGBOUW (WSW)Het WSW staat voor een groot gedeelte garant voor de leningen die corporaties afsluiten met andere partijen.
De woningvoorraad bij die corporaties geldt daarbij als onderpand. Voor het WSW is het daarom zaak zicht te hebben
op de cijfers van die corporaties én de risico’s die zij nemen.
RISICOBEOORDELINGSMODELOm de risico’s te kunnen beoordelen heeft het WSW een risicobeoordelingsmodel vastgesteld. Met dit model kan zij op een
eenduidige wijze de risico’s van een individuele corporatie identificeren, analyseren en interpreteren.
Met het risicobeoordelingsmodel bekijkt het WSW:
• de financiële risico’s op basis van de financiële kengetallen en
• de organisatorische risico’s op basis van de portefeuillestrategie, vastgoedvoorraad (samenstelling, transitie en beheer),
marktontwikkelingen en economische en politieke ontwikkelingen.
Doelen van de risicobeoordeling en het risicomanagement zijn:
• de aanspraken op het borgstelsel (WSW) zoveel mogelijk voorkomen,
• de solidariteit binnen het borgstelsel niet onnodig belasten en
• de zekerheidsstructuur verder verbeteren.
Op basis van alle gegevens van een corporatie bepaalt het WSW uiteindelijk wat het maximale borgingsplafond voor de
betreffende corporatie is. Dit borgingsplafond is het maximale bedrag aan geborgde leningen dat door het WSW aan een
deelnemer op enig moment gedurende het jaar wordt verstrekt.
OORDEEL OVER DE VESTEHet WSW heeft onze financiële positie beoordeeld als gezond. Zowel de kasstroom als de balansratio’s voldoen ruim aan
de WSW normen. Vanuit de financiële risico’s heeft het WSW ons aangemerkt als een corporatie met een laag risicoprofiel.
Het risicoprofiel is ongewijzigd gebleven ten opzichte van 2017 en wordt gezien als beheersbaar. Het WSW heeft vanuit
haar risicobeoordelingsmodel in 2018 onze business risks beoordeeld. De belangrijkste uitdagingen waar De Veste voor
staat betreft volgens het WSW het verduurzamen van haar bezit (i), het realiseren van de ambitie in de nieuwbouw (ii) en de
organisatorische ontwikkelingen richting de fusie.
Wat betreft de financieringsbehoefte die naar verwachting gaat ontstaat, adviseert het WSW ons om een goede afweging
te maken tussen kosten, stabiliteit en flexibiliteit. Gezien de ruime kasstroomratio’s en (relatief) beperkte opgaven in ons
werkgebied acht het WSW raadzaam om voldoende flexibiliteit in onze lening portefeuille te behouden en de looptijd en het
aflossingsprofiel van nieuwe leningen te laten aansluiten bij onze kasstromen. De fusie met Beter Wonen Vechtdal kan zorgen
voor mogelijkheden om de lening portefeuille verder te optimaliseren. Wij zullen hier in 2019 nader onderzoek naar verrichten.
Jaarverslag 2018 7 | Bestuur en extern toezicht 33
AUTORITEIT WONINGCORPORATIES (AW)In de Woningwet 2015 is vastgelegd dat de Aw onafhankelijk van het rijksbeleid en de standpunten van de sector een oordeel
geeft over het functioneren van alle woningcorporaties. De Aw maakt deze individuele beoordelingen jaarlijks openbaar.
Tevens rapporteert de Aw jaarlijks over de sector als geheel.
Naast het houden van toezicht is de Aw door de minister voor Wonen en Rijksdienst ook belast met het verlenen van goedkeuringen,
ontheffingen en zienswijzen. In 2018 hebben wij van de Aw goedkeuring gekregen om met Beter Wonen Vechtdal te fuseren.
Daarnaast ontvangen wij goedkeuring op de statutenwijziging van onze dochtermaatschappij De Veste Participaties B.V.,
benoeming van Rienk van der Meulen als directeur-bestuurder a.i. en benoeming van Jaap den Bakker als lid van de RvC.
OORDEELSBRIEF 2018In 2018 ontvingen we een oordeelsbrief inzake de staatssteunnorm en de passendheidsnorm over het verslagjaar 2016.
Het oordeel op beide punten is positief waarbij de Aw concludeert dat we voldoen aan beide normen. Ook ontvingen wij
in november 2018 een integrale oordeelsbrief. Aan de hand van nieuwe verantwoordingsinformatie (dvi 2017), en andere
beschikbare informatie heeft de Aw voorafgaande aan beoordeling een risicoselectie uitgevoerd. Op basis van deze
benadering heeft de Aw geen aanleiding gezien De Veste integraal te onderzoeken. Dit betekent dat vanuit de Aw geen
interventies zijn opgelegd.
KLOKKENLUIDERSREGELINGWe hebben een klokkenluidersregeling opgesteld. Deze regeling biedt de mogelijkheid om (een vermoeden van) misstanden
dan wel ongewenst gedrag binnen De Veste te melden bij een externe vertrouwenspersoon. De regeling maakt onderdeel uit
van de integriteitscode.
VISITATIEWe laten ons minimaal één keer in de vier jaar visiteren door een erkende, onafhankelijke visitatiecommissie. Wij zijn voor
het laatst in 2017 gevisiteerd door Raeflex. Het visitatierapport biedt inzicht in door ons geleverde maatschappelijke
prestaties in de periode van 2013 tot en met 2016.
Voor ons was het deze keer ook een mooie gelegenheid om de reacties op onze nieuwe koers te peilen. Hoe ervaart onze
omgeving de nieuwe weg die we twee jaar geleden insloegen en wat vindt men eigenlijk van onze toekomstplannen?
Het rapport gaf ons de antwoorden.
VOELBAAR EN HERKENBAAR ANDERSDe visitatiecommissie laat weten dat de veranderingen binnen De Veste duidelijk voelbaar en herkenbaar zijn. “De Veste
heeft zich ontwikkeld van een efficiënte vastgoedbeheerder tot een maatschappelijke volkshuisvester die zijn kwaliteiten en
gezonde financiële positie goed weet te bewaken”, zo staat er in het rapport.
Ook is de commissie onder de indruk van hoe wij tijdens alle veranderingen goed en zelfs beter presteerden in het werk dat
we doen. We kregen een pluim voor onze actieve manier van luisteren, onze open en opbouwende houding en hoe we midden
in de samenleving staan. Dicht bij iedereen die op welke manier dan ook betrokken is bij De Veste. Prachtige uitkomsten waar
we, zoals gezegd, enorm trots op zijn.
Jaarverslag 2018 7 | Bestuur en extern toezicht 34
ONDERNEMINGSRAAD
SAMENSTELLINGDe samenstelling van de ondernemingsraad was in 2018 als volgt.
LID (HER)BENOEMD AFGETREDEN
Rose Sangers, voorzitter 01-03-2018
Manon van der Wolf, lid 29-04-2018
Pauline Vlieger - Van der Spuy, lid 01-03-2018 15-06-2018
Richard Ditzel, voorzitter (tot 01-03-2018 lid) 01-03-2018
Jeannet Roelofs, vicevoorzitter 29-04-2018
Joke Vink, lid 15-06-2018
PERSONELE WISSELINGENIn 2018 zijn er een aantal personele wisselingen plaatsgevonden. Pauline Vlieger-Van der Spuy en Manon van der Wolf
hebben in verband met zwangerschappen hun plaats ter beschikking gesteld. Tevens heeft Rose Sangers haar functie
als voorzitter van de OR ter beschikking gesteld. Joke Vink en Jeannet Roelofs hebben de plaatsen van Pauline en Manon
ingenomen. Richard Ditzel heeft Rose Sangers opgevolgd als voorzitter.
FUSIE2018 heeft voor de ondernemingsraad voor een groot gedeelte in het teken gestaan van de fusie met Beter Wonen Vechtdal.
Begin maart maakte Janine Godderij bekend dat zij zou vetrekken bij De Veste. Tegelijkertijd maakten de Raden van
Commissarissen van De Veste en Beter Wonen Vechtdal bekend dat een fusie gewenst zou zijn. Over de volgende thema’s
heeft de ondernemingsraad een instemmings- of adviesaanvraag ontvangen en instemmend of positief geadviseerd:
- Voornemen tot fusie
- Adviesaanvraag met betrekking tot de inrichting van de hoofdstructuur van de organisatie
- Adviesaanvraag reiskosten woon/werkverkeer
- Instemmingsaanvraag werktijdenregeling (wordt begin 2019 behandeld)
- Advies ten behoeve van het profiel voor de te werven directeur-bestuurder fusiecorporatie
- Deelname aan de laatste ronde selectiegesprekken voor de nieuwe directeur-bestuurder
Waar nodig heeft de ondernemingsraad een jurist ingeschakeld voor advies. Naast de instemmings- of adviesverzoeken is
nauw samengewerkt met de ondernemingsraad van Beter Wonen Vechtdal en de fusiestuurgroep. Elke 2 weken is er overleg
geweest met de OR van Beter Wonen Vechtdal. Daarnaast vond er maandelijks een overleg plaats met de fusiestuurgroep.
In samenwerking is een transitieplan ontwikkeld, dat als doel heeft om medewerkers comfort te laten ervaren in de overgang
naar de nieuw te vormen organisatie.
Om de medewerkers op de hoogte te houden zijn er vrij regelmatig informele koffiemomenten georganiseerd. Op deze wijze
konden zorgen, ideeën en behoeften worden geïnventariseerd. Deze konden als input gebruikt worden tijdens de overleggen
met de fusiestuurgroep en de ondernemingsraad van Beter Wonen Vechtdal.
Jaarverslag 2018 7 | Bestuur en extern toezicht 35
KLACHTENMANAGEMENT
Onze klachtenprocedure bestaat uit:
• een interne procedure (binnen onze organisatie);
• een externe procedure (bij de Geschillencommissie);
• een procedure bij de Huurcommissie.
Met collega-corporatie Wetland Wonen hebben we een gezamenlijke geschillencommissie. Voordat een klacht door de
Geschillencommissie kan worden behandeld, moet eerst de interne procedure zijn gevolgd. Dat betekent dat de klacht
in eerste instantie intern beoordeeld wordt. Als de klager niet tevreden is met de afhandeling kan deze klacht voorgelegd
worden aan de Geschillencommissie.
Als een huurder het oneens is over gebreken in de woning, dan kan de huurder de Huurcommissie inschakelen
In 2018 zijn 25 klachten bij De Veste binnengekomen. Daaronder vallen 2 klachten die door de Geschillencommissie behandeld
zijn. Eén klacht is ingetrokken en de andere is door de Geschillencommissie afgewikkeld.
De overige 23 klachten betreffen:
Woning 3
Woningtoewijzing 2
Huurprijs/servicekosten 2
Communicatie en dienstverlening 6
Omwonenden/kopers 2
Verduurzaming 7
Overlast geur/geluid buren 1
GESCHILLENCOMMISSIE
Woningstichting De Veste en Stichting Wetland Wonen Groep
JAARVERSLAG 2018In het verslagjaar 2018 kwam onze commissie 3 keer bijeen. Eén keer voor zijn reguliere jaarvergadering, éénmaal ter
uitwerking en vaststelling van de reglementen die betrekking hebben op de werking van de commissie en éénmaal ter
behandeling van een bij stichting De Veste aanhangig gemaakt geschil.
De samenstelling van de commissie bleef ten opzichte van het voorgaande jaar ongewijzigd en bestond uit de volgende leden:
Dhr. A. Last
Dhr. P. Klaver
Dhr. P de Haan
Dhr. J. Liese, voorzitter
Jaarverslag 2018 7 | Bestuur en extern toezicht 36
Totaal werd in 2018 een tweetal geschillen aan de commissie voorgelegd. Bij slechts één van beide kwesties kwam het tot
een zitting.
De klager in de eerste zaak gaf kort voor aanvang van de zitting te kennen dat hij besloten had zijn klacht in te trekken,
waarmee het voor de commissie uiteindelijk niet tot een behandeling van de klacht kwam.
De tweede kwestie handelde om een klacht van een huurder van stichting De Veste naar aanleiding van renovatie / groot
onderhoud van zijn woning. Zowel klager als de corporatie zijn door de commissie ter zitting in de gelegenheid gesteld om de
kwestie van hun zijde te belichten. Na ampele overweging kwam de commissie, op basis van de schriftelijke en mondelinge
informatie tot het advies dat de klacht als ongegrond moest worden aangemerkt.
Klager en betrokken corporatie zijn daarvan via een schriftelijk advies op de hoogte gebracht.
Onze commissie werd in haar werkzaamheden gesteund door de secretariaatsmedewerkers van beide corporaties, die wij
van harte danken voor hun ondersteunende werkzaamheden.
Ommen / Vollenhove
Januari 2019,
J. Liese, voorzitter
RISICOMANAGEMENT
Woningcorporaties hebben steeds meer te maken met veranderingen in de omgeving die hun werkzaamheden beïnvloeden.
Ook worden deze veranderingen steeds complexer en meer divers. Wij zien risicomanagement als een middel om onze
strategische koers en daaruit vloeiende doelstellingen te realiseren. Om de hieruit voortvloeiende risico’s die onze prestaties
zouden kunnen beïnvloeden te managen en beheersen, beschikken wij over een intern risicobeheersings- en controlesysteem.
Dit risicobeheersings- en controlesysteem wordt door ons continu verder geoptimaliseerd.
Wij vinden het belangrijk om compliant en in control te zijn. Risicomanagement heeft om die reden ook een belangrijke
rol in onze dagelijkse besturing en processen. Zo worden risico’s structureel betrokken in ons besluitvormingsproces.
Het totale risicomanagementsysteem en de werking daarvan wordt bewaakt door de Risk & Compliance Controller. Hij is
verantwoordelijk voor een beheerst en ondernemend geheel, waarin aanvaardbare risico’s worden genomen. Het uitvoeren
van risicoanalyses met betrekking tot onze bedrijfsvoering is daarvan onderdeel. De impact van onze besluitvorming moet
vanuit risicobeheersing zodanig worden overzien dat de koers goed kan worden uitgezet.
Voor het verankeren van het risicomanagement in de organisatie zijn risico-eigenaren bepaald. De risico-eigenaren bepalen
gezamenlijk de strategiekaart en hieruit volgt ons risicoprofiel. De risico-eigenaar is vanuit zijn of haar rol op de hoogte van de
ontwikkeling van de benoemde risico’s. De risico-eigenaar is medeverantwoordelijk voor het bepalen van beheersmaatregelen
die gekoppeld zijn aan de benoemde risico’s en ziet toe op de naleving van de beheersmaatregelen. In 2018 zijn per kwartaal
de risico’s besproken met de risico-eigenaren. De eventuele wijzigingen in de maatregelen, de kans en de impact zijn verwerkt
in het risicoprofiel. Ons prestatiemanagement geeft inzicht in de voortgang van onze organisatiedoelstellingen op basis van
Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI’s). Onderdeel van deze rapportage is de risicoparagraaf. Hiermee hebben wij in 2018 een
eerste stap gezet om koppeling te maken tussen het risicomanagement en het prestatiemanagement binnen De Veste.
Jaarverslag 2018 7 | Bestuur en extern toezicht 37
De strategiekaart, het risicoprofiel, de maatregelen en de mutaties worden bijgehouden in een risicoregister. Dit register
genereert een risicokaart. Eind 2018 waren voor ons de belangrijkste risico’s:
• Capaciteit (continuïteit processen)
Door de voorbereidingen op de fusie is de druk op de reguliere processen toegenomen. Dit kan tot gevolg hebben dat
het dienstverleningsniveau omlaag gaat of dat reguliere werkzaamheden blijven liggen.
• Datakwaliteit
Het niet op orde hebben van data gaat ten koste van een efficiënte bedrijfsvoering. Een goede datakwaliteit is
essentieel om het inzicht in onze vastgoedportefeuille te vergroten, beter te kunnen rapporteren en beter te kunnen
sturen. In 2017 heeft er een eerste verbeterslag plaatsgevonden om de datakwaliteit in het primair systeem op orde
te krijgen. Hier is in 2018 een vervolg aan gegeven, waarbij in eerste instantie de focus ligt op de WWS-punten ten
behoeve van de marktwaarde waardering én bepaling van de huurprijzen bij nieuwe verhuringen.
• Datalek
Het beschermen van de gegevens van onze huurders, stakeholders, leveranciers en medewerkers vinden wij erg
belangrijk. Het niet voldoen aan de wetgeving rondom de AVG kan daarnaast met boetes en imagoschade grote impact
hebben op ons. Om ervoor te zorgen dat we in compliance zijn en dat we de kans op een datalek zoveel mogelijk
mitigeren, hebben we uitvoering gegeven aan een plan van aanpak Wet Bescherming Persoonsgegevens/AVG.
• Dienstverlening leverancier primair systeem
Het niet nakomen van de dienstverlening van onze IT-leverancier kan tot gevolg hebben dat ons huidige systeem niet
wordt onderhouden en dat nieuwe noodzakelijke aanpassingen niet meer mogelijk zijn.
De Veste is bereid risico’s te nemen, maar niet op het gebied van financiële continuïteit. De (lange termijn) financiële
continuïteit mag op geen enkele wijze in gevaar komen en vraagt om een solide financieel beleid. Dit strategisch financieel
beleid van De Veste is nader toegelicht in hoofdstuk 5.
Bewustwording van risico’s en risicobeheersing zijn focuspunten in de organisatie. Dat we er om maatschappelijke
redenen voor kiezen om niet het hoogste rendement te realiseren, brengt extra risico met zich mee. Om deze redenen
kennen wij bijvoorbeeld een investeringsstatuut en hebben we eind 2017 een rendementsbeleid opgesteld. Bij het toetsen
van de financiële haalbaarheid van investeringen wordt rekening gehouden met het risicoprofiel van het vastgoed, onze
maatschappelijke bijdrage en de noodzakelijke norm voor het minimaal laten groeien van het eigen vermogen. Dit hebben we
samengebracht in de WACC. Hiermee borgen wij de financiële continuïteit voor de lange termijn.
Jaarverslag 2018 7 | Bestuur en extern toezicht 38
INTERNE CONTROLEOnderdeel van het risicomanagement betreft de interne controle. Ieder jaar stellen we aan het begin van het jaar het auditjaarplan
vast. Het opstellen en uitvoeren van het auditjaarplan is de verantwoordelijkheid van de Risk & Compliance Controller waarbij
een actieve samenwerking plaats vindt met de rol Kwaliteit & Audit. Het doel van interne controle is het verkrijgen van een
redelijke mate van zekerheid over het bereiken van de (strategische) keuzes. Uitvoering van interne controle versterkt het
interne toezicht en hiermee borgen wij dat onze organisatie rechtmatig werkt volgens wet- en regelgeving. Daarnaast kan
met behulp van de interne controles aanbevelingen worden gedaan uit hoofde van het continu willen verbeteren van de
bedrijfsprocessen. Het programma is mede gebaseerd op een risicoweging die is afgeleid vanuit het risicoregister. Daarnaast
wordt het auditjaarplan gevoed door geïdentificeerde risico’s vanuit de processen, toezichthouders of de accountant.
Met de audits wordt onderzocht in hoeverre bestaande beheersmaatregelen een preventieve dan wel dempende werking
hebben op kans of impact van het risico. Na afronding van een interne controle worden de bevindingen gedeeld met de
betrokken manager(s) en met de directeur-bestuurder. Per kwartaal wordt een voortgangsrapportage opgesteld welke wordt
vastgesteld door het bestuur en ter informatie wordt verstrekt aan de RvC. In 2018 zijn controlewerkzaamheden verricht op de
volgende onderwerpen: implementatie AVG, (naleving) integriteitscode, ICT-programma, vastgoedinvesteringen, compliance,
toewijzingen, KPI-rapportage, aanbestedingen, (wijzigingen op) WWS-punten en leefbaarheidsuitgaven.
Jaarverslag 2018 8 | Raad van commissarissen 40
8 | RAAD VAN COMMISSARISSENIn dit hoofdstuk legt de RvC als onderdeel van een maatschappelijk ondernemende organisatie, publiekelijk verantwoording
af over de wijze waarop zij in het afgelopen jaar invulling hebben gegeven aan de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden.
Als gevolg van politieke, economische en maatschappelijke ontwikkelingen is het speelveld en zijn de mogelijkheden van
woningcorporaties de afgelopen jaren behoorlijk veranderd. Deze veranderingen leiden tot een herbezinning op taken en de
wijze waarop hieraan invulling wordt gegeven. Het vereist het maken van keuzes in de strategische sturing, bedrijfsvoering,
samenwerking met belanghouders en de inrichting van de organisatie. Het zijn keuzes waar het bestuur en de organisatie
van De Veste de afgelopen jaren voor hebben gestaan en waarbij de RvC vanuit zijn eigen rol verantwoordelijkheid en
betrokkenheid in heeft. Het blijven zorgdragen van huisvesting voor mensen die daar niet zelf in kunnen voorzien blijft
vanzelfsprekend het allerbelangrijkst.
VISIE OP TOEZICHT
De RvC houdt toezicht op het functioneren van het bestuur en de algemene gang van zaken binnen De Veste. De RvC adviseert
verder gevraagd en ongevraagd het bestuur, vervult zijn klankbordrol, is verantwoordelijk voor benoeming, schorsing en
ontslag van het bestuur en stelt haar beoordeling en arbeidsvoorwaarden vast. Daarnaast keurt de RvC de begroting jaarlijks
goed, geeft hij de accountant opdracht voor de controle van de jaarstukken en keurt hij vierjaarlijks de opdrachtverlening
voor de visitatie goed.
De RvC handelt op basis van de bevoegdheden die in de statuten zijn vermeld. De werkwijze is omschreven in het
RvC-reglement, wat ook geldt voor de twee separate commissies, met ieder een eigen reglement. De commissies adviseren
de RvC over onderwerpen die binnen hun taakgebied vallen en bereiden de besluitvorming van de raad voor. Dit laat de
verantwoordelijkheid voor de besluitvorming van en door de RvC onverlet.
TOEZICHT- EN TOETSINGSKADERBinnen de RvC en tussen het bestuur is een duidelijke taakverdeling. Deze is vastgelegd in de statuten en reglementen.
Het hoofduitgangspunt is dat het bestuur bestuurt en de raad daarop toezicht houdt. De raad beperkt zich in zijn rollen
tot uitspraken op hoofdlijnen en treedt niet in de bevoegdheid van het bestuur om zelfstandig, strategisch, tactisch en/of
operationeel beleid te voeren. De RvC richt zich met name op de normen en uitgangspunten waaraan de beslissingen van
het bestuur moeten voldoen. De RvC heeft in 2018 haar toezicht- en toetsingskader bepaald. Het toezichtkader beschrijft
op hoofdlijnen het speelveld en de taken van De Veste en omvat het geheel van spelregels die de RvC bij het uitoefenen
van zijn taken volgt. Daarbij wordt een extern (Governancecode en overige wet- en regelgeving) en intern toezichtkader
onderscheiden. Een aantal documenten is op de website van De Veste in te zien. Het toetsingskader is voor het bestuur
kaderstellend om te besturen en voor de RvC richtinggevend om toezicht te houden. Het heeft betrekking op zowel de
besturing als beheersing van de organisatie, waarbij een besturings- en beheersingskader wordt onderscheiden dat onder
meer bestaat uit het ondernemingsplan, begroting en de prestatieafspraken met gemeenten respectievelijk de financiële
meerjarenbegroting. Investeringsvoorstellen zijn onder meer getoetst aan het investeringsstatuut. In het kader van de rol
van toezichthouder worden investeringsvoorstellen en andere in de statuten genoemde bestuursbesluiten ter goedkeuring
voorgelegd aan de raad. Verder heeft toetsing plaatsgevonden aan de hand van de financiële meerjarenprognose. Begroting,
strategie en andere beleidsdocumenten, die voor goedkeuring aan de raad worden voorgelegd, bevatten een overzicht met
Jaarverslag 2018 8 | Raad van commissarissen 41
de belangrijkste risico’s en geven inzicht in de manier waarop die worden gemanaged. De onafhankelijke positionering
van de Risk - & Compliance Controller binnen de organisatie levert hier een belangrijke bijdrage in. Het treasuryjaarplan en
kasstroomoverzicht zijn onder meer toetsingskader voor financieel beleid, naast de algemene kaders van de Woningwet, het
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en de Autoriteit woningcorporaties (Aw). Voor het waarborgen van de financiële
continuïteit wordt uitgegaan van een minimaal noodzakelijk weerstands- ofwel volkshuisvestelijk vermogen. Deze financiële
normen zijn vastgelegd in het strategisch financieel beleid. De maatschappelijke prestaties zijn door de RvC getoetst aan
de afspraken die De Veste op dit vlak met (lagere) overheden heeft gemaakt. Deze afspraken zijn onder andere de reguliere
(prestatie)afspraken met de gemeenten. Het bod richting de gemeenten, welke kader stellend is voor prestatieafspraken, zijn
ter goedkeuring voorgelegd aan de RvC.
Het vorenstaande toezichtkader is door de raad gebruikt bij het nemen van beslissingen, het beoordelen van bestuursvoorstellen
en de bewaking van de realisatie van de corporatiedoelstellingen. De RvC gebruikte bij het uitoefenen van de toezichtstaken
in het verslagjaar de volgende documenten als toezicht- en toetsingskader:
Naast toezicht hierop heeft het toezicht zich met name gericht op de voorgenomen fusie met collega-corporatie Beter Wonen Vechtdal.
Corpodata
WSW
Governance CodeRaad van
Commissarissen
Reglement RvC Bestuursreglement
Integriteitscode &Klokkenluidersregeling
Ondernemingsplan
Bestuur
Statuten Ondernemingsraad
Visie op besturen en toezichthouden
Autoriteitwoningcorporaties
Minister
Huurders-organisaties
Participatieovereenkomst Woonvisies
Gemeenten: Ommen, Hardenberg,
Terschelling,Enschede,
Dalfsen en Raalte
Woningwet, BTIV, Veegwet,WNT+afgeleiden
Toegelaten Instelling
Prestatieafspraken
Begroting(meerjarenbegroting)
Jaarverslag &jaarrekening DVI / DPI
Reglement financieelbeleid en beheer
Treasurystatuut
Investeringsstatuut
Rendementsbeleid
Sloopreglement
Missie & visie
Kwaliteitsbeleid
Huurbeleid
Portefeuilleplan
Risicomanagement
Procuratieregeling
Reglement klachtencommissie
TOETSINGKADER
TOEZICHTKADER
Jaarverslag 2018 8 | Raad van commissarissen 42
FUSIE
Het afgelopen jaar stond in het teken van de fusie met collega corporatie Beter Wonen Vechtdal. De RvC heeft, in de rol van
toezichthouder, scherp gekeken naar nut, noodzaak en voortgang van deze voorgenomen fusie en is overtuigd van de meerwaarde.
Opschaling naar een groter gebied binnen het Vechtdal biedt vooral voordelen voor de huurders en woningzoekenden in het
gebied. Fusie betekent het beste van twee organisaties verenigen en biedt tevens ontwikkelingskansen voor de medewerkers.
De RvC kijkt met waardering terug op het proces van totstandkoming en de betrokkenheid en inzet van de medewerkers,
huurdersverenigingen en gemeenten.
In 2018 is aparte aandacht besteed aan de governance van de fusiecorporatie. In een afzonderlijke werkgroep, waaraan
zowel commissarissen van De Veste als van Beter Wonen Vechtdal deelnamen, is het voornemen uitgesproken dat de
fusiecorporatie een éénhoofdig bestuur kent. Op basis van dit uitgangspunt is in gezamenlijkheid een profielschets opgesteld
voor een bestuurder passend bij de fusiecorporatie. Werving van de nieuwe bestuurder is gestart in 2018 en zal naar
verwachting begin 2019 succesvol worden afgerond. De nieuwe RvC wordt samengesteld uit de 7 commissarissen die nu
zitting hebben in de RvC’s van de fuserende corporaties. De nieuwe RvC zal uiteindelijke bestaan uit 5 commissarissen als
gevolg van het rooster van aftreden. Bij de samenstelling van de RvC van de fusiecorporatie wordt rekening gehouden met
het belang van continuïteit en kennis van beide corporaties en de juiste mix van competenties. In 2019 gaat de RvC verder
met de inrichting van de rol als toezichthouder van de fusiecorporatie en de nadere invulling van de toezichtvisie.
GOVERNANCECODE
Bij de inrichting van de bestuurlijke organisatie passen wij de principes toe van de Governancecode Woningcorporaties. Deze
code kent 5 principes. De principes vullen elkaar aan en dienen in samenhang te worden gezien. Het belang van (toekomstige)
huurders of bewoners staat voorop in principe 1, waar het gaat over waarden en normen die passen bij de maatschappelijke
opdracht. Principe 2 behandelt de manier waarop bestuur en RvC aanspreekbaar zijn op resultaten. Principe 3 beschrijft
de toetsstenen van geschiktheid voor bestuur en RvC en principe 4 behandelt de dialoog met (toekomstige) bewoners,
gemeente en andere belanghebbende partijen. Principe 5 besteedt aandacht aan het beheersen van de risico’s verbonden
aan de activiteiten.
De Veste voldoet in 2018 aan de Governancecode Woningcorporaties. Wij zien de Governancecode als een richtlijn voor
bewaking en verbetering van onze kwaliteiten, het afleggen van verantwoording en transparantie.
INTEGRITEIT EN ONAFHANKELIJKHEIDIeder lid van de RvC dient integer te handelen. Commissarissen melden een (mogelijk) tegenstrijdig belang direct aan de
voorzitter van de RvC en aan de overige leden van de raad. Om elk potentieel tegenstrijdig belang c.q. elke schijn van
mogelijke belangenverstrengeling voor te zijn, is in het verslagjaar – ook op eigen verzoek van desbetreffende commissaris
– de (indirecte) zakelijke relatie tussen een opdrachtnemer van De Veste en van desbetreffende lid van de RvC, nader
onderzocht door de Risk- & Compliance Controller. Hierbij is geconcludeerd dat géén sprake is van mogelijke (schijn van)
belangenverstrengeling. Ook zijn er geen aanwijzingen dat de integriteit van het desbetreffende RvC-lid in het geding is.
De RvC is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook, onafhankelijk
en kritisch kunnen functioneren en hun taak naar behoren kunnen vervullen. De leden van de raad hebben geen nevenfuncties
die tegenstrijdig zijn aan het belang van De Veste. De leden melden nieuwe (neven)functies en bespreken die in de raad.
Jaarverslag 2018 8 | Raad van commissarissen 43
AANSPREEKBAARHEIDDe RvC hecht grote waarde aan zijn aanspreekbaarheid. De raad creëert daartoe momenten waarop hij voor stakeholders
en medewerkers van De Veste zichtbaar en benaderbaar is. Dat kan zijn in een formele setting (overleg met huurders-
vertegenwoordiging of ondernemingsraad), maar ook informeel. Bijvoorbeeld tijdens vergaderingen van huurdersorganisaties
en stakeholdersdagen.
MELDINGSPLICHTDe raad heeft zich op de hoogte gesteld van de brede meldingsplicht vanuit de nieuwe Woningwet. Ongewone omstandigheden
moeten worden gemeld aan de Aw. Er hebben zich in het verslagjaar geen gebeurtenissen voorgedaan waarvan melding
moest worden gemaakt.
PROFIELSCHETSWe hebben in ons reglement een benoemingsprocedure en profielschets opgesteld voor de RvC. Ten behoeve van de werving
van een nieuwe commissaris heeft herijking hiervan plaatsgevonden in 2018. In de profielschets zijn onder meer de gewenste
deskundigheid en ervaring van de toezichthouders bepaald.
De RvC bestaat uit tenminste 5 leden. De RvC is een collegiaal functionerend orgaan dat als eenheid optreedt. De RvC
beschikt over voldoende kennis en ervaring ten aanzien van:
• Governance
• Volkshuisvesting
• Vastgoedontwikkeling en -beheer
• Financiën en control
• Juridische zaken
Bij de samenstelling van de RvC worden aanvullend de volgende uitgangspunten in acht genomen:
• De RvC dient zodanig te zijn samengesteld dat een constructieve besluitvorming mogelijk is;
• De leden van de RvC dienen, zowel ten opzichte van elkaar als ten opzichte van (de leden van) het bestuur en welk
deelbelang dan ook, onafhankelijk en kritisch te kunnen opereren;
• Er dient in de RvC voldoende deskundigheid aanwezig te zijn op bestuurlijk en maatschappelijk terrein;
• De RvC dient pluriform te zijn samengesteld;
• De leden van de RvC hebben geen persoonlijk belang in de stichting of de door haar in stand gehouden ondernemingen.
Daarnaast onderschrijven alle leden van de RvC de missie (droom), visie (ambitie), waarden en doelstellingen van de organisatie.
Zij stellen zich onafhankelijk op, zijn maatschappelijk betrokken en hebben een kritische houding. In dat kader hebben de
leden van de RvC in 2018 externe bijeenkomsten over het maatschappelijk veld van woningcorporaties bijgewoond.
Jaarverslag 2018 8 | Raad van commissarissen 44
SAMENSTELLING EN FUNCTIONEREN
De RvC bestond eind 2018 uit 5 leden. In onderstaande tabel is de samenstelling per 31 december 2018 weergegeven, met
daarbij vermeld de taken en competenties van de individuele leden. Ook de hoofdfunctie en nevenfuncties worden genoemd.
SAMENSTELLING RAAD VAN COMMISSARISSEN PER 31 DECEMBER 2018
LID/GEBOORTE- DATUM
FUNCTIE EN COMMISSIE
BEROEP EN NEVENFUNCTIES
DESKUNDIGHEDEN/COMPETENTIES
AANVANG EN EINDE FUNCTIEPERIODE IN 2018
PE PUNTEN IN 2018
Jan van Walsem18 juni 1947
Voorzitter, Remuneratie-commissie
Visitator woning-corporaties, voorzitter RvC Waterland Ziekenhuis Purmerend, Ondernemings-kamer
Volkshuisvesting, governance en juridische zaken
01/01 – 31/12 8
Henny Olde Meule11 december 1954
Vicevoorzitter, Remuneratie- en Selectie-commissie (tijdelijk)
Eigenaar Olde Meule Consulting & Investment,lid RvC Rhenam Wonen
Vastgoed en werkgeverschap
01/01 – 31/12 8
Gerrit Bloemink12 juni 1947
Audit- commissie
Zelfstandig adviseur
Financiën & Control en governance
01/01 – 31/12 13
Annalize van der Holst-Vos 3 september 1960
Remuneratie- en Selectie-commissie (tijdelijk) - lid namens huurders
Zelfstandig ondernemer Jurist
Juridische zaken, volkshuisvesting en belanghouders
01/01 – 31/12 22
Jaap den Bakker, 26 juni 1957
Auditcom-missie - lid namens huurders
Zelfstandig ondernemer, Lid Raad van Toezicht Stichting Aquila
Financiën & Control en werkgeverschap
01/04 – 31/12 15
ROOSTER VAN AFTREDEN
LID (HER)BENOEMD HERBENOEMBAAR (UITERLIJK) AFTREDEND
Jan van Walsem, voorzitter 1 juli 2016 Niet 1 juli 2020
Henny Olde Meule, vicevoorzitter 1 juli 2016 Niet 1 juli 2020
Gerrit Bloemink 1 juli 2016 Niet 1 juli 2020
Jaap den Bakker 1 april 2018 Ja 1 april 2026
Annalize van der Holst-Vos 1 juli 2015 Niet 1 juli 2019
Jaarverslag 2018 8 | Raad van commissarissen 45
WERKGEVERSROLGoed werkgeverschap is een doorlopende taak. De RvC dient die zodanig uit te voeren dat de woningcorporatie altijd over
een goed bestuur beschikt, de bestuurder zijn of haar competenties volledig ten dienste van de corporatie kan inzetten en de
raad zelf zijn toezichtrol kan vervullen. Begin 2018 heeft Janine Godderij (directeur-bestuurder) kenbaar gemaakt per 1 mei
2018 te zullen vertrekken bij De Veste. Met het oog op haar aangekondigde vertrek, heeft de raad een functieprofiel voor een
nieuwe directeur-bestuurder a.i. opgesteld. Op basis van het functieprofiel is het besluit genomen om Rienk van der Meulen
te benoemen als directeur-bestuurder a.i. en samen met fusiepartner Beter Wonen Vechtdal toe te werken naar één nieuwe
directeur- bestuurder voor de fusiecorporatie.
BESLUITENTijdens reguliere vergaderingen (in totaal 6 in 2018) en tussentijdse overleggen met de directeur-bestuurder liet de RvC zich
op de hoogte stellen over de gang van zaken binnen de organisatie. Naast de voorgenomen fusie en de bestuurswissel stond
2018 in het teken van de overdracht van de volkshuisvestelijke taken op Terschelling en de verdere verduurzaming van het
vastgoed, dat een steeds groter maatschappelijk thema wordt. De RvC volgt nauwgezet de werkzaamheden van het bestuur
en meent dat met de gekozen oriëntatie en accenten goed wordt ingespeeld op de economische, sociale, maatschappelijke
en politieke omstandigheden, waarbij de samenwerking met huurders, gemeenten, zorg-/welzijnsorganisaties en andere
belanghebbenden steeds belangrijker wordt. In 2018 heeft de RvC de volgende besluiten genomen:
• Benoeming van de heer J. den Bakker als lid-RvC
• Benoeming van de heer R. van der Meulen als directeur-bestuurder a.i.
• Volkshuisvestelijke taakoverdracht van het bezit op Terschelling aan WoonFriesland
• Verlenging opdracht accountant (EY) met 1 jaar
• Ondernemingsplan
• Beslisdocument verduurzaming 309 woningen
• Beslisdocument verduurzaming 8 woningen Beerzeveld en Lemele
• Toezichts- en toetsingskader
• Bezoldiging RvC 2018
• Functieprofiel interim directeur-bestuurder
• Introductieprogramma nieuwe commissarissen
• Jaarverslag en jaarrekening 2017
• Voorgenomen- en definitief fusiebesluit met Beter Wonen Vechtdal
• Beslisdocument verduurzamen 167 studentenwoningen Enschede
• Het bod aan de gemeenten Dalfsen, Ommen, Enschede, Hardenberg, Terschelling en Raalte
• Begroting- en begrotingskader 2019
• Beslisdocument nieuwbouw 62 NOM woningen in het Vechtdal
• Beslisdocument verduurzaming 679 woningen in het Vechtdal
• Akte van statutenwijziging verbinding/deelneming
• Notitie herstructurering Oranjebuurt (besluit tot aankoop van 2 woningen)
De RvC houdt voorafgaand aan de vergadering een korte voorbespreking en na afloop een evaluatie-bespreking over de betreffende
vergadering. Hierbij is de directeur-bestuurder niet aanwezig. Er zijn verder separate gesprekken met de ondernemingsraad
en de huurdersbelangenvertegenwoordigers. Alle leden hebben hun functie onafhankelijk kunnen vervullen.
Jaarverslag 2018 8 | Raad van commissarissen 46
COMMISSIESDe Raad van Commissarissen werkte in 2018 vanuit 2 commissies:
• de Remuneratiecommissie
• de Auditcommissie
De Remuneratiecommissie is primair verantwoordelijk voor de voorbereiding en de uitvoering van de werkgeversrol ten
opzichte van de directeur-bestuurder. Zij adviseert de RvC omtrent de werving, selectie, (her)benoeming, beoordeling
en bezoldiging van bestuurders en leden van de RvC en bereidt de besluitvorming van de RvC daaromtrent voor.
De remuneratiecommissie heeft in 2018 een voorstel gedaan aan de RvC inzake de (tijdelijke) benoeming van Rienk van
der Meulen als directeur-bestuurder a.i. en zijn bezoldiging.
De primaire taak van de Auditcommissie is verankerd in het reglement Auditcommissie en bestaat uit de beoordeling van de
documenten uit de planning- en control cyclus, treasury-commissie, de begroting, de kwartaalrapportages, de jaarrekening
en het risicomanagement.
Afhankelijk van de te behandelen onderwerpen zijn ook één of meerdere financieel specialisten aanwezig bij de vergaderingen
van de Auditcommissie, waaronder de externe accountant. De belangrijkste onderwerpen die de Auditcommissie in 2018
heeft behandeld, zijn:
• Risicomanagement en (voortgang)auditjaarplan
• Fiscale strategie
• Jaarverslag en jaarrekening 2017
• KPI-rapportages
• Opdrachtverstrekking accountant (incl. aandachtspunten)
• Financieel beleid niet-DAEB
• Liquiditeitsoverzichten
• Accountantsverslag EY
• Begroting 2019
De Auditcommissie brengt tijdens de reguliere vergadering van de RvC verslag uit. Zij geeft advies over de voorliggende
rapportages en financiële stukken en bereidt waar nodig besluitvorming voor. In 2018 is de auditcommissie 4 keer
bijeengekomen.
INTRODUCTIEPROGRAMMANieuwe commissarissen bij De Veste doorlopen een introductieprogramma. Daarin wordt o.a. informatie gegeven over de
organisatie en het beleid en wordt kennisgemaakt met sleutelfunctionarissen en het bezit. In het verslagjaar heeft Jaap den
Bakker het introductieprogramma doorlopen. Hij is per 1 april 2018 toegetreden tot de RvC van De Veste.
Naast het introductieprogramma vindt er ook een inwerkprogramma plaats. Hierin wordt aandacht besteed aan deelname
aan opleidingen, workshops of cursussen.
We streven naar een evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen in ons bestuur en toezichthoudend orgaan. In 2018
bestond de RvC uit 4 mannen en 1 vrouw. Daarmee kan de evenwichtigheid nog verbeterd worden. Bij vervanging van de
aftredende leden zal rekening worden gehouden met dit vereiste evenwicht.
Jaarverslag 2018 8 | Raad van commissarissen 47
LIDMAATSCHAPPENDe leden van de RvC zijn lid van de Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties (VTW).
OPDRACHTGEVERSCHAP ACCOUNTANTDe RvC is kritisch op de werkzaamheden van de accountant. In 2018 heeft een evaluatie plaatsgevonden over het
functioneren van de accountant. De evaluatie is tweeledig ingestoken, namelijk een terugblik op de jaarrekeningcontrole
2017 en een vooruitblik op de controle over boekjaar 2018. De RvC concludeert hierbij content te zijn met de wijze waarop
de werkzaamheden van de accountant hebben plaatsgevonden.
TOEZICHT OP RISICOBEHEERSINGWoningcorporaties hebben te maken met grote (financiële) risico’s. Het bestuur is verantwoordelijk voor goede
risicobeheersing en de RvC houdt hierop toezicht. Het gaat hierbij niet alleen om de harde beheersmaatregelen maar ook
maatregelen die appelleren aan het risicobesef en het moraal binnen de corporatie. De RvC is positief over de wijze waarop
risicomanagement is ingebed in de organisatie alsmede hoe uitvoering wordt gegeven aan de interne controle binnen De
Veste. Het auditjaarplan tezamen met de managementletter van EY bieden de RvC een goed overzicht van de belangrijkste
aandachtspunten. De kwartaalrapportage waarin wordt gerapporteerd over de trends en de beheersing van de (top)risico’s
is elk kwartaal ingebracht en besproken in de vergadering van de Auditcommissie. De onafhankelijke positionering van de
Risk - & Compliance Controller binnen de organisatie levert een belangrijke bijdrage in het risicomanagement. Deze bijdrage
uit zich naast zijn toetsende rol onder andere in gevraagd en ongevraagd advies over belangrijke strategische en financiële
risico’s alsmede de interne beheersing. Uit hoofde van zijn functie is de Risk & Compliance Controller een vaste ‘deelnemer’
van de RvC-vergaderingen. Indien noodzakelijk heeft hij altijd rechtstreeks toegang tot de RvC. Per kwartaal is aan de RvC
gerapporteerd over de bevindingen van de uitgevoerde werkzaamheden vanuit het auditjaarplan 2018, inclusief respons
van het management en het bestuur. In 2018 heeft de RvC eenmaal, zonder aanwezigheid van het bestuur, met de Risk &
Compliance Controller gesproken.
ZELFEVALUATIEDe RvC is kritisch op haar eigen functioneren. In 2018 heeft een zelfevaluatie plaatsgevonden onder begeleiding van een
extern bureau. De bijeenkomst is gestart met een korte presentatie inzake de governance en de ontwikkeling van de rollen van
de RvC. In de zelfevaluatie is uitvoerig met elkaar besproken over zaken welke goed gaan, het wervingsproces van de nieuwe
commissaris en de opvolging van de afspraken uit de vorige zelfevaluatie. Daarnaast zijn de thema’s informatievoorziening
en permanente educatie besproken én is stil gestaan bij de aandachtspunten in het kader van de aanstaande fusie. In deze
zelfevaluatie is kritisch naar elkaar gekeken. De RvC trekt lering uit de zelfevaluatie en heeft de opmerkingen in het verslag
ten aanzien van de zelfevaluatie ter harte genomen. Ook zijn concrete acties geformuleerd ten aanzien van de opmerkingen.
Jaarverslag 2018 8 | Raad van commissarissen 48
BEZOLDIGING TOEZICHTHOUDENDE TOPFUNCTIONARISSEN
2018 (BEDRAGEN X €1) JAN VAN WALSEM HENNY OLDE MEULE GERRIT BLOEMINK
FUNCTIEGEGEVENS
Aanvang en einde functievervulling 01/01-31/12 01/01-31/12 01/01-31/12
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbareonkostenvergoedingen € 17.550 € 11.700 € 11.700
-/- Onverschuldigd betaald en nogniet terugontvangen bedrag N.v.t N.v.t N.v.t
TOTALE BEZOLDIGING € 17.550 € 11.700 € 11.700
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 23.400 € 15.600 € 15.600
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t N.v.t N.v.t
Toelichting op de vordering wegensonverschuldigde betaling N.v.t N.v.t N.v.t
2018 (BEDRAGEN X €1) ANNALIZE VAN DER HOLST-VOS JAAP DEN BAKKER
FUNCTIEGEGEVENS
Aanvang en einde functievervulling 01/01-31/12 01/04-31/12
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbareonkostenvergoedingen € 11.700 € 8.775
-/- Onverschuldigd betaald en nogniet terugontvangen bedrag N.v.t N.v.t
TOTALE BEZOLDIGING € 11.700 € 8.775
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 15.600 € 11.753
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t N.v.t
Toelichting op de vordering wegensonverschuldigde betaling N.v.t N.v.t
Jaarverslag 2018 8 | Raad van commissarissen 49
2017 (BEDRAGEN X €1) JAN VAN WALSEM HENNY OLDE MEULE GERRIT BLOEMINK
FUNCTIEGEGEVENS
Aanvang en einde functievervulling 01/01-31/12 01/01-31/12 01/01-31/12
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbareonkostenvergoedingen 16.988 € 11.325 € 11.325
-/- Onverschuldigd betaald en nogniet terugontvangen bedrag N.v.t N.v.t N.v.t
TOTALE BEZOLDIGING 16.988 € 11.325 € 11.325
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 22.650 € 15.100 € 15.100
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t N.v.t N.v.t
Toelichting op de vordering wegensonverschuldigde betaling N.v.t N.v.t N.v.t
2017 (BEDRAGEN X €1) ANNALIZE VAN DER HOLST-VOS WIM DANKELMAN
FUNCTIEGEGEVENS
Aanvang en einde functievervulling 01/01-31/12 01/01-30/06
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbareonkostenvergoedingen € 11.325 € 5.663
-/- Onverschuldigd betaald en nogniet terugontvangen bedrag N.v.t N.v.t
TOTALE BEZOLDIGING € 11.325 € 5.663
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 15.100 € 15.100
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t N.v.t
Toelichting op de vordering wegensonverschuldigde betaling N.v.t N.v.t
De totale bezoldiging aan de RvC bedroeg € 61.425 (2017: € 56.626). Er zijn geen functionarissen die in 2018 een bezoldiging
boven het toepasselijke WNT-maximum (Wet normering topinkomens) hebben ontvangen of waarvoor in eerdere jaren een
vermelding op grond van de WPOT (Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens) of WNT heeft
plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Ook zijn er in 2018 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald
die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
Jaarverslag 2018 8 | Raad van commissarissen 50
DANKWOORD
De RvC spreekt zijn waardering uit voor de inzet en betrokkenheid van bestuur en medewerkers van De Veste. Er is in 2018
veel werk verzet, met name rondom de overdracht van de volkshuisvestelijke taken op Terschelling en de voorgenomen
fusie met Beter Wonen Vechtdal. Tevens dankt de raad de ondernemingsraad en de huurdersorganisaties voor het open en
constructieve overleggen en hun inzet voor De Veste en haar huurders.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 51
9. JAARREKENING 2018
BALANS PER 31 DECEMBER 2018NA RESULTAATBESTEMMING
ACTIVA (BEDRAGEN X € 1.000) 2018 2017
VASTGOEDBELEGGINGEN
1 | DAEB vastgoed in exploitatie 444.470 461.783
1 | Niet-DAEB vastgoed in exploitatie 7.517 9.660
2 | Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 266 3.258
3 | Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 14 698
452.267 475.399
MATERIËLE VASTE ACTIVA
4 | Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 2.911 3.352
2.911 3.352
FINANCIËLE VASTE ACTIVA
5 | Deelneming 10 10
6 | Latente belastingvorderingen 2.661 5.589
2.671 5.599
TOTAAL VASTE ACTIVA 457.849 484.350
VLOTTENDE ACTIVA 2018 2017
VOORRADEN
7 | Vastgoed bestemd voor verkoop 390 1.648
8 | Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop - 491
9 | Overige voorraden 125 288
515 2.427
VORDERINGEN
10 | Huurdebiteuren 505 183
11 | Gemeenten 139 19
12 | Belastingen en premies sociale verzekeringen 3.474 146
13 | Overige vorderingen 4.562 376
14 | Overlopende activa 448 550
9.128 1.274
15 | Liquide middelen 6.838 9.034
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA 16.481 12.735
TOTAAL ACTIVA 474.330 497.085
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 52
PASSIVA 2018 2017
EIGEN VERMOGEN
16 | Overige reserves 188.652 192.558
16 | Herwaarderingsreserve 176.329 184.106
364.981 376.664
VOORZIENINGEN
17 | Voorziening onrendabele investeringen 6.353 1.297
18 | Overige voorzieningen 2.128 3.417
Totaal voorzieningen 8.481 4.714
LANGLOPENDE SCHULDEN
19 | Leningen overheid en kredietinstellingen 92.810 89.879
20 | Waarborgsommen 950 990
Totaal langlopende schulden 93.760 90.869
KORTLOPENDE SCHULDEN
21 | Schulden aan kredietinstellingen 1.782 16.921
22 | Schulden aan leveranciers 1.483 2.091
23 | Belastingen en premies sociale verzekeringen 298 1.366
24 | Overlopende passiva en overige schulden 3.545 4.460
Totaal kortlopende schulden 7.108 24.838
TOTAAL PASSIVA 474.330 497.085
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 53
WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2018
(BEDRAGEN X € 1.000) 2018 2017
25 | Huuropbrengsten 32.207 31.215
26 | Opbrengsten servicecontracten 3.401 3.488
27 | Overige opbrengst exploitatie bezit 124 137
28 | Lasten servicecontracten -3.511 -3.460
29 | Lasten verhuur- en beheeractiviteiten -7.265 -5.768
30 | Lasten onderhoudsactiviteiten -10.440 -5.877
31 | Overige directe operationele lasten exploitatie bezit -5.411 -5.154
Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille 9.105 14.581
32 | Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille 24.194 10.160
32 | Directe lasten verkoop -260 -
32 | Toegerekende organisatiekosten -318 -302
32 | Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille -56.991 -8.022
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille -33.375 1.836
33 | Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille -10.465 -6.304
34 | Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 30.084 43.355
Waardeveranderingen vastgoedbeleggingen 19.619 37.051
35 | Opbrengst overige activiteiten 95 110
35 | Kosten overige activiteiten -19 -18
Nettoresultaat overige activiteiten 76 92
36 | Leefbaarheid -186 -161
BEDRIJFSRESULTAAT -4.761 53.399
37 | Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten -4 1
38 | Rentelasten en soortgelijke kosten -4.642 -4.563
Saldo financiële baten en lasten -4.646 -4.562
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN -9.407 48.837
39 | Belastingen -2.276 -16.874
RESULTAAT NA BELASTINGEN -11.683 31.963
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 54
KASSTROOMOVERZICHT 2018
DIRECTE METHODE (BEDRAGEN X € 1.000) 2018 2017
Huuropbrengsten 32.515 31.728
Vergoedingen 3.400 3.488
Totaal ingaande operationele kasstromen 35.915 35.216
Erfpacht 486 477
Personeel 3.542 3.579
Onderhoudsuitgaven 11.171 6.777
Overige bedrijfsuitgaven 9.070 7.376
Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van het resultaat 395 27
Verhuurderheffing 3.112 2.567
Leefbaarheid externe uitgaven 19 -
Vennootschapsbelasting 3.327 -148
Rente uitgaven 4.935 4.654
Totaal uitgaande operationele kasstromen 36.057 25.309
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN -142 9.907
Verkoopontvangsten bestaande huur, woon- en niet woongelegenheden 10.695 3.576
Verkoopontvangsten nieuwbouw - 585
Verkoopontvangsten grond 4.457 6.279
Tussentelling ingaande kasstroom MVA 15.152 10.440
Uitgaven nieuwbouw huur, woon- en woongelegenheden -2.527 -9.950
Uitgaven woningverbeteringen -9.213 -6.277
Investeringen overig -294 -524
Externe kosten verkoop -261 -
Tussentelling uitgaande kasstroom MVA -12.295 -16.751
SALDO KASSTROOM UIT (DES)INVESTERINGEN 2.857 -6.311
Nieuwe te borgen leningen 12.000 -
Aflossingen geborgde leningen -16.911 -4.086
Kasstroom uit financieringsactiviteiten -4.911 -4.086
TOENAME / AFNAME GELDMIDDELEN -2.196 -490
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 55
AANSLUITING GELDMIDDELEN 2018 2017
1 januari 9.034 9.524
31 december 6.838 9.034
MUTATIE GELDMIDDELEN -2.196 -490
GRONDSLAGEN VAN WAARDERING IN DE JAARREKENING
ALGEMEENTOEGELATEN INSTELLING
Woningstichting De Veste, gevestigd aan de Eskampweg 1 te Ommen, is een stichting met de status van toegelaten
instelling conform artikel 70 eerste lid van de Woningwet. Het werkgebied van de toegelaten instelling betreft conform artikel
3 van de statuten: Ommen, Dalfsen, Hardenberg, Terschelling, Enschede, Zwolle, De Wolden, Lelystad, Elburg en Raalte.
Woningstichting De Veste is ingeschreven bij het Handelsregister Kamer van Koophandel onder nummer 05040996.
REGELGEVING
Woningstichting De Veste heeft de jaarrekening opgesteld met inachtneming van artikel 35 van de Woningwet. Het eerste lid
van dit artikel schrijft de toepassing van BW2 Titel 9 voor, behoudens enkele specifieke uitzonderingen. Behalve de Woningwet
zijn tevens het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting en de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting van
toepassing. Verder zijn de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke
sector (“WNT”) en de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven richtlijnen toegepast, waaronder Richtlijn 645
‘Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (herzien 2016) in het bijzonder.
OORDELEN EN SCHATTINGEN
Bij de toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur zich diverse
oordelen en schattingen. De belangrijkste oordelen en schattingen hebben betrekking op de activa in exploitatie (zowel het
DAEB als het niet-DAEB vastgoed), de voorzieningen, de waardeverminderingen en de acute en latente belastingen. De hierbij
behorende veronderstellingen zijn vermeld in de toelichting bij de hiervoor genoemde jaarrekeningposten.
LIJST VAN KAPITAALBELANGEN
In 2016 en 2017 hebben we onze verbindingen geherstructureerd. Middels een juridische fusie zijn alle activiteiten,
bezittingen en schulden overgeheveld aan Woningstichting De Veste (toegelaten instelling). Ultimo 2018 is er alleen nog
een kapitaalbelang aanwezig in De Veste Participaties B.V.. In deze deelneming vinden geen activiteiten plaats en is van te
verwaarlozen betekenis. Woningstichting De Veste stelt vanaf het boekjaar 2017 daarom geen geconsolideerde jaarrekening
meer op.
FINANCIËLE INSTRUMENTEN
Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten zoals vorderingen, effecten en schulden, als
afgeleide instrumenten verstaan. Alle aan- en verkopen volgens standaard markconventies van financiële activa worden
opgenomen per transactiedatum, dat wil zeggen de datum waarop de Woningstichting De Veste de bindende overeenkomst
aangaat. Voor de grondslagen van de primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 56
FUSIE 1 JANUARI 2019 WONINGSTICHTING DE VESTE MET BETER WONEN VECHTDAL
Woningstichting De Veste is op 1 januari 2019 gefuseerd met rechtspersoon Beter Wonen Vechtdal en gaat verder onder
de naam Woningstichting De Veste met als werknaam Vechtdal Wonen. Beter Wonen Vechtdal is een woningcorporatie
in Hardenberg met voornamelijk bezit in de gemeente Hardenberg en Ommen. Tot vaststelling en goedkeuring van
de statutenwijziging geldt als juridische naam “Woningstichting De Veste” en na vaststelling geldt de juridische naam
“Vechtdal Wonen”.
Bij deze juridische fusie was Woningstichting De Veste de verkrijgende rechtspersoon en was Beter Wonen Vechtal de
verdwijnende rechtspersoon. Door de fusie heeft Woningstichting De Veste onder algemene titel het gehele vermogen
van de verdwijnende rechtspersoon verkregen. De fusie heeft plaatsgevonden op 1 januari 2019 en harmonisatie van
waarderingsgrondslagen en resultaatbepalingsgrondslagen zal in 2019 plaats vinden. In de Jaarrekening over boekjaar
2019 zal inzicht worden verschaft in de effecten van harmonisatie van grondslagen op het eigen vermogen en resultaat
overeenkomstig RJ 216.
SCHATTINGSWIJZIGING
Woningstichting De Veste heeft in 2018 de inschatting van de realisatie van haar belastinglatenties herzien. Dat betekent dat
de latente belastingvordering voor blijvende verhuur is komen te vervallen en dat hiervoor in de plaats een belastingvordering
is opgenomen inzake het afschrijvingspotentieel. De belangrijkste redenen voor deze schattingswijziging zijn:
• Op grond van het beleidsvoornemen van duurzame exploitatie is het nominaal opnemen van een belastinglatentie
voor blijvende verhuur twijfelachtig. Realisatie van de afwijkende waardering vindt gedurende exploitatie alleen
plaats bij afschrijving en bij einde exploitatie bij sloop of verkoop. Nu einde exploitatie niet voorzienbaar is en in de
verre toekomst plaatsvindt, is de belastinglatentie nu alleen gevormd voor hetgeen De Veste voorzienbaar acht.
Het effect van deze schattingswijziging op het resultaat en vermogen bedraagt € 13.7 miljoen negatief en heeft betrekking
op het vervallen van een actieve belastingvordering voor verhuur (€ 15.7 miljoen negatief) en de vorming van een actieve
belastingvordering a.g.v. afschrijvingspotentieel van € 2 miljoen positief).
WIJZIGING VERGELIJKENDE CIJFERS
De vergelijkende cijfers zijn bij een aantal posten aangepast. Deze aanpassing heeft plaatsgevonden om te komen tot een
verbeterd inzicht in de verantwoording.
GRONDSLAGEN VAN BALANSWAARDERING IN DE JAARREKENING
VASTGOEDBELEGGINGEN
1. VASTGOED IN EXPLOITATIE
CLASSIFICATIE EN KWALIFICATIE
DAEB-vastgoed omvang woningen met een met een gereguleerd huurcontract, het maatschappelijk vastgoed en het overige
sociale vastgoed. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerendgoed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties,
waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs en culturele instellingen en dienstverleners conform vermelding in de bijlage 3 en 4 bij
artikel 49 van het BTIV en artikel 45 van de Woningwet.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 57
Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerendgoed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-,
welzijns-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in
de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen.
Niet-DAEB vastgoed in exploitatie betreft het overige vastgoed in exploitatie dat niet onder de definitie van DAEB vastgoed
in exploitatie valt.
COMPLEXINDELING
Het DAEB vastgoed en het niet-DAEB vastgoed is opgedeeld naar waarderingscomplexen. Een waarderingscomplex
is een samenstel van verhuureenheden, dat in principe bestaat uit vergelijkbare verhuureenheden voor wat betreft type
vastgoed, bouwperiode en locatie, en dat als één geheel aan een derde partij in verhuurde staat kan worden verkocht.
Een waarderingscomplex kan daarom worden gedefinieerd als een aaneengesloten blok verhuureenheden van dezelfde
bouwperiode. Alle verhuureenheden van Woningstichting De Veste maken deel uit van een waarderingscomplex of zijn een
afzonderlijk waarderingscomplex. Het kan voorkomen dat een waarderingscomplex bestaat uit DAEB en niet-DAEB vastgoed.
In dat geval wordt, nadat de waarde van het waarderingscomplex is bepaald, de waarde opgesplitst in een deel dat aan het
sociaal vastgoed, respectievelijk aan het commerciële deel kan worden toegerekend.
WAARDERING BIJ EERSTE VERWERKING DAEB EN NIET-DAEB VASTGOED
Bij de eerste verwerking wordt het DAEB vastgoed in exploitatie en het niet-DAEB vastgoed in exploitatie gewaardeerd
tegen de kostprijs. De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, inclusief transactiekosten minus eventuele
investeringssubsidies. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van de bestede externe kosten en
de hieraan direct toerekenbare kosten. De in de toekomst te maken kosten van sloop worden ten laste van het resultaat
verantwoord in het jaar dat de exploitatie door sloop wordt beëindigd.
WAARDERING NA EERSTE VERWERKING
Onroerende zaken in exploitatie worden op grond van artikel 35 lid 2 van de Woningwet na de eerste verwerking gewaardeerd
tegen actuele waarde. Op grond van artikel 31 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 vindt de
waardering plaats tegen de marktwaarde. Het Besluit actuele waarde is niet van toepassing. Op grond van artikel 14 van
de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 vindt de waardering tegen marktwaarde plaats overeenkomstig
de methodiek die is opgenomen in bijlage 2 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (“Handboek
modelmatig waarderen marktwaarde”).
Op basis van artikel 31 van het BTIV wordt bij de waardering onderscheid gemaakt naar de volgende categorieën:
• Woongelegenheden
• Bedrijfsmatig en maatschappelijk onroerend goed (BOG en MOG)
• Parkeergelegenheden
• Intramuraal zorgvastgoed
Woningstichting De Veste hanteert de full versie van het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde.
Bij de waardering van het vastgoed worden een doorexploiteer- en een uitpondscenario onderscheiden. De marktwaarde is de
hoogste van beide waarderingen. Het handboek volgt de netto contante waarde methode, de DCF-methode. Via de DCF-methode
worden de toekomstige inkomende en uitgaande kasstromen contant gemaakt naar het heden aan de hand van een disconteringsvoet,
inclusief de eindwaarde die de geschatte opbrengstwaarde is van het vastgoed aan het einde van de DCF-periode. Hierbij wordt
verondersteld dat de jaarbedragen medio het jaar ontvangen, respectievelijk betaald worden. De berekening van de netto
contante marktwaarde wordt bij alle typen vastgoed uitgevoerd voor een exploitatieperiode van 15 jaar.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 58
De bepaling van de toekomstige inkomende en uitgaande kasstromen vindt bij woongelegenheden en parkeergelegenheden
plaats aan de hand van twee scenario’s: enerzijds op basis van het doorexploiteerscenario en anderzijds op basis van het
uitpondscenario. Bij BOG, MOG en intramuraal vastgoed is alleen het doorexploiteerscenario van toepassing.
Na eerste verwerking wordt een waardevermindering of – vermeerdering van de marktwaarde van onroerende zaken in
exploitatie verantwoord in de winsten-verliesrekening van de periode waarin de wijziging zich voordoet. De waardevermindering
of – vermeerdering wordt separaat tot uitdrukking gebracht en in het resultaat verantwoord als “Niet-gerealiseerde
waardeveranderingen”.
UITGAVEN NA EERSTE VERWERKING
Uitgaven na eerste verwerking ten behoeve van het complex aangaande het DAEB en niet-DAEB vastgoed, die voldoen aan
de algemene activeringscriteria worden geactiveerd tegen kostprijs en vervolgens getoetst aan het verschil in marktwaarde
van het complex vóór en na deze uitgaven. Het marktwaardeverschil wordt in het actief verwerkt als een waardevermindering
of – vermeerdering en in het resultaat verantwoord als “Overige waardeveranderingen”.
HERWAARDERINGSRESERVE
Jaarlijks wordt op balansdatum de marktwaarde van onroerende zaken in exploitatie opnieuw bepaald. Winsten of verliezen
ontstaan door een wijziging in de marktwaarde worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Voor het positieve verschil
tussen de marktwaarde van het waarderingscomplex en de initiële verkrijgings- of vervaardigingsprijs, zonder rekening te
houden met enige afschrijving of waardevermindering, wordt een herwaarderingsreserve gevormd. Het expliciet opnemen
van een herwaarderingsreserve in de balans als onderdeel van het eigen vermogen benadrukt voor de gebruiker van de
jaarrekening dat een deel van het eigen vermogen op het waarderingsmoment nog niet gerealiseerd is.
AFSCHRIJVINGEN
Op de onroerende zaken in exploitatie gewaardeerd op marktwaarde wordt niet afgeschreven
BUITENGEBRUIKSTELLING ALS GEVOLG VAN SLOOP
Indien op het waarderingscomplex of een deel daarvan, op de waarde peildatum een ook voor een derde, onherroepelijke
verplichting tot sloop van toepassing is, wordt hier bij de waardering rekening mee gehouden. De sloopkosten worden in het
jaar van uitgave ten laste van het resultaat gebracht.
BELEIDSWAARDE VASTGOED IN EXPLOITATIE
In de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving heeft Richtlijn 645 betrekking op de jaarverslaggeving van Toegelaten Instellingen.
In 2018 alsmede recent in 2019 zijn bepalingen van Richtlijn 645 aangepast. Daarmee is de bedrijfswaarde komen te vervallen
en doet de beleidswaarde haar intrede.
De beleidswaarde sluit aan op het beleid van Woningstichting De Veste en beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit
van haar vastgoed in exploitatie, uitgaande van dit beleid. Onder de beleidswaarde wordt verstaan de contante waarde van
de aan een actief of samenstel van activa (kasstroom genererende eenheden) toe te rekenen toekomstige kasstromen
uitgaande van het beleid van Woningstichting De Veste. De grondslagen voor de beleidswaarde van het vastgoed in
exploitatie (zelfstandige- en onzelfstandige woongelegenheden) komen overeen met de grondslagen voor de bepaling van
de marktwaarde, met uitzondering van:
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 59
• Stap 1: Enkel uitgaan van het doorexploiteerscenario, derhalve geen rekening houden met een uitpondscenario en
geen rekening houden met voorgenomen verkopen van vastgoed in exploitatie. Hierbij wordt tevens uitgegaan van
eeuwigdurende looptijd in de eindwaarde. Ten aanzien van de gehanteerde exit yield wordt direct aangesloten bij de
gehanteerde methodiek volgens het Handboek modelmatig waarderen. Deze is daarmee niet langer als vrijheidsgraad
toegepast.
• Stap 2: Inrekening van de intern bepaalde streefhuur in plaats van de markthuur, vanaf het ingeschatte moment van
(huurders)mutatie. De streefhuur betreft de huur die volgens het beleid van de corporatie bij mutatie in rekening
wordt gebracht, passend binnen de geldende wet- en regelgeving, feitelijke beklemmingen en prestatieafspraken met
gemeenten. Woningstichting De Veste hanteert in haar beleid een streefhuur van 65% van de maximaal redelijke huur.
• Stap 3: Inrekening van toekomstige onderhoudslasten, bepaald overeenkomstig het (onderhouds)beleid van de
corporatie en het als onderdeel daarvan vastgestelde meerjaren onderhoudsprogramma voor het vastgoedbezit, in
plaats van onderhoudsnormen in de markt. Woningstichting De Veste hanteert hierbij de volgende uitgangspunten
ten opzichte van de marktwaarde:
o Een meerjaren onderhoudsbegroting op basis van “eeuwigdurende” exploitatie is gehanteerd als basis voor het
bepalen van de toekomstige onderhoudslasten;
o Voor de splitsing tussen onderhoudsbestedingen en investeringen voor combinatie projecten is aansluiting
gezocht bij de vastgestelde meerjaren begroting van Woningstichting De Veste welke overeenkomen met de
uitgangspunten van de ingediende prospectieve informatie (dPi).
o De financiële vertaling van de toekomstige onderhoudslasten hebben plaatsgevonden op basis van een
onderhoudsnorm per waarderingscomplex.
• Stap 4: Inrekening van toekomstige verhuur- en beheerslasten in plaats van marktconforme lasten ter zake. Hieronder
worden verstaan de directe en indirecte kosten die rechtstreeks zijn te relateren aan de verhuur- en beheeractiviteiten
van de corporatie en zoals deze worden opgenomen onder het hoofd ‘lasten verhuur en beheeractiviteiten en overige
directe operationele lasten exploitatie bezit’ in de resultatenrekening. Woningstichting De Veste hanteert hierbij de
volgende uitgangspunten ten opzichte van de marktwaarde:
o De directe en indirecte kosten welke direct zijn te relateren aan verhuur- en beheeractiviteiten zijn opgenomen
in de beleidswaarde.
o De directe en indirecte beheerkosten zijn gebaseerd op de vastgestelde meerjarenbegroting 2019 van
Woningstichting De Veste. Dit kostenniveau is representatief voor de langjarige toekomstige beheernorm.
o In het functionele model van de winst-en-verliesrekening van Woningstichting De Veste zijn de indirecte en directe
beheerkosten nog niet gesplitst naar verhuur- & beheeractiviteiten en onderhoudslasten. In de beleidswaarde is
deze splitsing wel opgenomen en zijn de niet-vastgoed gerelateerde kosten niet opgenomen.
o De financiële vertaling van de toekomstige beheerlasten naar de beleidswaarde heeft plaatsgevonden op basis
van één beheernorm per (gewogen) verhuureenheid.
De beleidswaarde van BOG / MOG / ZOG / Parkeervoorziening is gelijk aan de marktwaarde en hierbij wordt dus verondersteld
dat de marktuitgangspunten overeenkomen met de eigen beleidsuitgangspunten.
Voor zover afwijkend voor de bepaling van de marktwaarde in verhuurde staat gehanteerde uitgangspunten, zijn de
gehanteerde uitgangspunten voor de toekomstige exploitatie - zoals toegepast voor de bepaling van de beleidswaarde van
de activa in exploitatie - afgeleid van de meerjarenbegroting (ontwikkeling streefhuur, onderhoudslasten en de lasten van
verhuur & beheer) en geënt op de wettelijke voorschriften opgenomen in RTiV artikel 151. Woningstichting De Veste heeft
hierbij uitgangspunten bepaald die mede van invloed zijn op de beleidswaarde. Wijzigingen van deze uitgangspunten zijn
derhalve van invloed op deze waarde.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 60
2. VASTGOED IN ONTWIKKELING BESTEMD VOOR EIGEN EXPLOITATIE
VASTGOED
Dit betreft lopende investeringen in nieuwe complexen (nieuwbouw) en bestaande complexen (woningverbetering,
herstructurering, zie hiervoor tevens de grondslag onder uitgaven na eerste verwerking hiervoor). De waardering bij eerste
verwerking is tegen de kostprijs. De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs), rekening houdend met eigen
ontwikkelingskosten en overige hieraan direct toerekenbare kosten.
De waardering na eerste verwerking van het vastgoed in ontwikkeling is tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs dan
wel de lagere marktwaarde. De marktwaarde wordt bepaald met behulp van geprognosticeerde kasstromen op basis van
aannames zoals hiervoor toegelicht onder vastgoed in exploitatie onder Waardering na eerste verwerking.
Indien gerede twijfel bestaat of de reeds bestede kosten terugverdiend kunnen worden, wordt het vastgoed tegen de lagere
marktwaarde van het project in het bestaande ontwikkelingsstadium gewaardeerd en wordt het nadelig verschil in het
resultaat verantwoord onder de post Overige waardeveranderingen.
In het geval per balansdatum sprake is van een investeringsverplichtingen (intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd)
inzake DAEB en niet-DAEB vastgoed in ontwikkeling, waarbij de geschatte kostprijs van het vastgoed hoger is dan de
marktwaarde, wordt het verschil eerst in mindering gebracht op de reeds bestede kosten en wordt voor het resterend bedrag
een voorziening gevormd voor onrendabele investeringen en herstructureringen. De afwaardering van de bestede kosten tot
nihil wordt in het resultaat verantwoord onder de post Overige waardeveranderingen.
GRONDPOSITIES
Ingenomen grondposities (al dan niet met opstallen) worden aangeschaft met het oog op (her)ontwikkeling van huur-
en koopprojecten. De grondposities worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de kostprijs en bijkomende kosten.
Na eerste verwerking worden de grondposities gewaardeerd tegen de kostprijs of lagere marktwaarde, welke de huidige
marktverhoudingen omtrent de verwachte woningbouwwaarde van de grond weerspiegelt. De veranderingen in de
marktwaarde worden in het resultaat verantwoord onder de post Overige waardeveranderingen.
3. ONROERENDE ZAKEN VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN
Voor onroerende zaken in exploitatie die in het kader van een regeling Verkoop onder Voorwaarden (VOV) door de corporatie wordt
overgedragen aan derden waarbij de regeling kwalificeert als financieringstransactie, eindigt het eigen gebruik en wordt het
vastgoed gerubriceerd als vastgoed verkocht onder voorwaarden. De onroerende zaken verkocht onder voorwaarden worden
gewaardeerd op de getaxeerde leegwaarde onder aftrek van de contractuele korting. Een eventuele waardevermeerdering
of –vermindering van de boekwaarde van de onroerende zaken op het moment van de herclassificatie wordt verantwoord
in de winst-en-verliesrekening onder de post Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder
voorwaarden.
Na eerste verwerking vindt waardering plaats tegen de getaxeerde leegwaarde na aftrek van de in het VOV-contract
overeengekomen korting. De leegwaarde wordt jaarlijks opnieuw geschat. Waardeveranderingen worden in het resultaat
verantwoord onder de post Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden.
De regeling kwalificeert als een financieringstransactie indien niet alle belangrijke economische voor- en nadelen zijn
overgedragen. Dit is in het kader van een regeling VOV doorgaans het geval indien sprake is van een terugkoopplicht dan
wel een terugkooprecht tegen een significant lagere terugkoopprijs dan de verwachte reële waarde op terugkoopmoment.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 61
Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde heeft de corporatie een terugkoopverplichting, die jaarlijks
wordt gewaardeerd op de bij overdracht ontstane terugkoopverplichting, rekening houdend met de contractvoorwaarden
inzake terugkoop waaronder de deling van de jaarlijkse waardeontwikkeling van de woning in het economisch verkeer. De
terugkoopverplichting wordt als verplichting op de balans opgenomen zonder rekening te houden met de tijdswaarde van
geld aangezien inschatting van het tijdstip waarop terugkoop in de toekomst zal plaatsvinden, mede gelet op de onbeperkte
terugkooptermijn, niet goed mogelijk is. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden
wordt de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
De waardeveranderingen ter zake van de woningen verkocht onder voorwaarden (na herclassificatie) en die ter zake de
terugkoopverplichtingen worden in het resultaat verantwoord onder de post Niet-gerealiseerde waardeveranderingen
vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden.
Ultimo boekjaar wordt het verschil (indien positief) tussen de dan opnieuw vastgestelde leegwaarde na aftrek van contractuele
korting en de - gefixeerde - boekwaarde op moment van herclassificatie op basis van de oude grondslag verwerkt in een
herwaarderingsreserve.
MATERIELE VASTE ACTIVA
4. ONROERENDE EN ROERENDE ZAKEN TEN DIENSTE VAN DE EXPLOITATIE
De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs
of vervaardigingsprijs), minus eventuele investeringssubsidies, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien
van toepassing cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Er zijn geen rentekosten in de, tegen de vervaardigingsprijs
gewaardeerde, materiële vaste activa opgenomen.
De materiële vaste activa worden als volgt lineair afgeschreven op basis van de geschatte economische levensduur rekening
houdend met de restwaarde:
• de terreinen worden niet afgeschreven;
• de bedrijfsgebouwen over veertig jaar;
• de overige materiële vaste activa over vijf tot tien jaar.
Indien de verwachting omtrent de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop van de tijd wijzigingen
ondergaat, worden deze wijzigingen als een schattingswijziging verantwoord.
FINANCIËLE ACTIVA
5. DEELNEMINGEN
Niet geconsolideerde deelnemingen waarin Woningstichting De Veste invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en
financiële beleid worden tegen de vermogensmutatiemethode gewaardeerd. Voor de bepaling of sprake is van invloed
van betekenis worden de financiële instrumenten die potentiële stemrechten bevatten mede in aanmerking genomen.
Overeenkomstig de vermogensmutatiemethode worden de deelnemingen in de balans opgenomen tegen het aandeel van
Woningstichting De Veste in de nettovermogenswaarde. De nettovermogenswaarde wordt vermeerderd met haar aandeel
in de resultaten van de deelnemingen; haar aandeel in de directe mutaties in het eigen vermogen van de deelneming vanaf
het moment van verwerving, bepaald volgens de grondslagen zoals vermeld in deze jaarrekening en verminderd met haar
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 62
aandeel in de dividenduitkeringen van de deelnemingen. In de winst-en-verliesrekening wordt het aandeel van Woningstichting
De Veste in het resultaat van de deelnemingen opgenomen. Indien en voor zover de vennootschap niet zonder beperking
uitkering van de positieve resultaten aan haar kan bewerkstelligen, worden de resultaten in een wettelijke reserve opgenomen.
Het aandeel van Woningstichting De Veste in de rechtstreekse vermogensvermeerderingen en -verminderingen van de
deelnemingen wordt ook in de wettelijke reserve opgenomen, met uitzondering van herwaarderingen van activa die in de
herwaarderingsreserve worden verwerkt.
Indien de waarde van de deelneming volgens de vermogensmutatiemethode nihil is geworden, wordt deze methode niet
langer toegepast en blijft de deelneming bij ongewijzigde omstandigheden op nihil gewaardeerd. Hierbij worden andere
langlopende belangen in de deelneming die feitelijk worden aangemerkt als een onderdeel van de netto-investering, ook
meegenomen. Indien en voor zover geheel of gedeeltelijk voor de schulden van de deelneming wordt ingestaan respectievelijk
een feitelijke verplichting bestaat de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening
opgenomen. Een vervolgens verkregen aandeel in de winst van de deelneming wordt pas weer verwerkt indien en voor zover
het cumulatief niet-verwerkte aandeel in het verlies is ingelopen.
Na toepassing van de vermogensmutatiemethode bepaalt Woningstichting De Veste of het noodzakelijk is om voor de
deelneming een verlies wegens bijzondere waardevermindering op te nemen. De vennootschap bepaalt op elke verslagdatum
of er objectieve aanwijzingen zijn dat de deelneming een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Als dat het geval is,
berekent de vennootschap het bedrag aan bijzondere waardevermindering als zijnde het verschil tussen de realiseerbare
waarde van de deelneming en de boekwaarde en verantwoordt zij het bedrag in de winst-en-verliesrekening.
6. LATENTE BELASTINGVORDERINGEN
ACUTE BELASTINGEN
De belastingen worden berekend op basis van het verantwoorde resultaat uitgaande van het geldende belastingtarief, rekening
houdend met eventuele fiscaal vrijgestelde posten, en geheel of gedeeltelijk niet- aftrekbare kosten. De belastingvorderingen
en -verplichtingen worden gesaldeerd indien is voldaan aan de algemene voorwaarden voor saldering.
LATENTE BELASTINGEN
Voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de commerciële en fiscale balanswaardering, wordt een latente
belastingverplichting opgenomen. Voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de commerciële en fiscale
balanswaardering en voor beschikbare voorwaartse verliescompensatie wordt een latente belastingvordering opgenomen
voor zover er latente verplichtingen tegenover staan, of het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn voor
verrekening. De latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen onder de financiële vaste activa
respectievelijk voorzieningen.
De waardering van latente belastingverplichtingen en -vorderingen wordt gebaseerd op de fiscale gevolgen van de door
Woningstichting De Veste, per balansdatum, voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van activa, voorzieningen, schulden
of overlopende passiva. Latente vorderingen worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst
belastbare winsten zullen zijn die voor realisatie van het tijdelijk verschil dan wel compensabele verliezen kunnen worden
aangewend. Hierbij wordt uitgegaan van het geldende belastingtarief. De latente belastingverplichtingen en -vorderingen
worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
De latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien Woningstichting De Veste een in rechte
afdwingbaar recht heeft om actuele belastingvorderingen te salderen met actuele belastingverplichtingen en de uitgestelde
belastingvorderingen en de uitgestelde belastingverplichtingen verband houden met winstbelastingen die betrekking hebben
op dezelfde fiscale eenheid en door dezelfde belastingautoriteit worden geheven.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 63
VOORRADEN
7. VASTGOED BESTEMD VOOR VERKOOP
Dit betreft opgeleverde nieuwbouwwoningen bestemd voor verkoop. De waardering van de opgeleverde nieuwbouwwoningen
is tegen vervaardigingsprijs en daaraan toegerekende directe kosten dan wel lagere opbrengstwaarde. De waardering van
de teruggekochte woningen met een terugkoopplicht is op moment van verkrijging tegen de marktwaarde na aftrek van de
contractuele korting, hetgeen tevens de verkrijgingsprijs is voor de waardering als voorraad, en na eerste verwerking rekening
houdend met de lagere opbrengstwaarde. De lagere opbrengstwaarde is de verwachte verkoopprijs en wordt bepaald op
basis van taxaties dan wel recente verkooptransacties van referentiewoningen onder aftrek van kosten voor verkoop.
8. VASTGOED IN ONTWIKKELING BESTEMD VOOR VERKOOP
Dit betreft vastgoed in aanbouw voor verkoop dat nog niet verkocht is (onderhanden werk). De waardering is tegen
vervaardigingsprijs en daaraan toegerekende directe kosten dan wel lagere opbrengstwaarde. De lagere opbrengstwaarde
is gebaseerd op de verwachte verkoopprijs onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop. Onder de
post voorraden zijn verder grondposities zonder concrete bouwbestemming opgenomen, waarvan besloten is tot afstoting.
De waardering is tegen verkrijgingsprijs en daaraan toegerekende directe kosten dan wel lagere opbrengstwaarde.
9. OVERIGE VOORRADEN
De voorraad onderhoudsmaterialen wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere opbrengstwaarde.
10-14. VLOTTENDE VORDERINGEN
De verstrekte leningen en overige vorderingen die geen onderdeel zijn van de handelsportefeuille, worden bij eerste verwerking
opgenomen tegen de reële waarde vermeerderd met transactiekosten en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde
kostprijs minus benodigde voorziening voor oninbaarheid.
15. LIQUIDE MIDDELEN
Onder liquide middelen worden verstaan kasmiddelen, de tegoeden op bankrekeningen en wissels en cheques. Liquide
middelen worden gewaardeerd op basis van nominale waarde. Deposito’s worden onder liquide middelen opgenomen indien
zij in feite, zij het eventueel met opoffering van rentebaten, ter onmiddellijke beschikking staan.
16. EIGEN VERMOGEN
HERWAARDERINGSRESERVE
Waardevermeerderingen van activa die worden gewaardeerd tegen actuele waarde worden opgenomen in de herwaarderings-
reserve. Uitzonderingen hierop vormen financiële instrumenten en andere beleggingen die worden gewaardeerd tegen actuele
waarde. Waardevermeerderingen van die activa worden onmiddellijk in het resultaat verwerkt. De herwaarderingsreserve
wordt gevormd ten laste van de overige reserves.
De herwaarderingsreserve wordt gevormd per individueel actief en is niet hoger dan het positieve verschil tussen boekwaarde
op basis van actuele waarde en de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Voor het DAEB en niet-DAEB vastgoed in exploitatie
wordt de herwaarderingsreserve bepaald per waarderingscomplex, zoals gedefinieerd in bijlage 1 van het ‘Handboek
modelmatig waarderen marktwaarde’. Bij het bepalen van de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs wordt uitgegaan van
de initiële verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs, zonder rekening te houden met enige afschrijving of waardevermindering.
De herwaarderingsreserve wordt verminderd met de gerealiseerde herwaardering. Als een actief wordt vervreemd, valt een
eventueel aanwezige herwaarderingsreserve met betrekking tot dat actief vrij ten gunste van de overige reserves.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 64
CLASSIFICATIE EIGEN VERMOGEN EN VREEMD VERMOGEN
Een financieel instrument of de afzonderlijke componenten van het instrument worden in de jaarrekening als vreemd vermogen
of als eigen vermogen geclassificeerd, overeenkomstig de economische realiteit van de contractuele overeenkomst waaruit
het financieel instrument voortvloeit. Rente, baten en lasten met betrekking tot een (deel van een) financieel instrument
worden in de jaarrekening opgenomen afhankelijk van de classificatie van het financieel instrument als financiële verplichting
respectievelijk als eigen-vermogensinstrument.
VOORZIENINGEN
Een voorziening wordt gevormd indien Woningstichting De Veste op balansdatum een in rechte afdwingbare of feitelijke
verplichting heeft waarvan het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling een uitstroom van middelen noodzakelijk is en
waarvan de omvang betrouwbaar is te schatten. De omvang van de voorziening wordt bepaald door de beste schatting van de
bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen en verliezen per balansdatum af te wikkelen. Tenzij anders
vermeld, worden voorzieningen gewaardeerd tegen nominale waarde. Indien het waarschijnlijk is dat voor uitgaven die
noodzakelijk zijn om een voorziening af te wikkelen een vergoeding van een derde zal worden ontvangen, wordt deze
vergoeding gepresenteerd als een afzonderlijk actief.
17. VOORZIENING ONRENDABELE INVESTERINGEN EN HERSTRUCTURERINGEN
In het geval per balansdatum sprake is van feitelijke dan wel juridische investeringsverplichtingen inzake sociaal en
commercieel vastgoed in ontwikkeling, waarbij de geschatte kostprijs van het vastgoed hoger is dan de aan deze
investeringsverplichtingen toe te rekenen marktwaarde per balansdatum op basis van het Handboek modelmatig waarderen
marktwaarde, wordt het verschil eerst in mindering gebracht op de reeds bestede kosten en wordt voor het resterend bedrag
een voorziening gevormd voor onrendabele investeringen en herstructureringen. De afwaardering van de bestede kosten
tot nihil en de vorming van de voorziening wordt in het resultaat verantwoord onder de post Overige waardeveranderingen..
18. OVERIGE VOORZIENINGEN
De overige voorzieningen betreffen voorzieningen voor V- en E-meters en het loopbaanontwikkelingsbudget. De overige
voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
19-20. LANGLOPENDE SCHULDEN
Bij de eerste opname van langlopende schulden worden deze opgenomen tegen reële waarde. In geval dat de vervolgwaardering
niet tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening plaatsvindt, wordt bij de
eerste waardering de reële waarde verminderd met de direct daaraan toe te rekenen transactiekosten.
De langlopende schulden worden na de eerste waardering gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs volgens de
effectieve-rentemethode. Winst of verlies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen zodra de verplichtingen niet
langer op de balans worden opgenomen, alsmede via het amortisatieproces.
21-24. KORTLOPENDE SCHULDEN
Bij de eerste opname van kortlopende schulden worden deze opgenomen tegen reële waarde verminderd met de direct
daaraan toe te rekenen transactiekosten.
De kortlopende schulden worden na de eerste waardering gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs volgens de
effectieve-rentemethode. Winst of verlies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen zodra de verplichtingen niet
langer op de balans worden opgenomen, alsmede via het amortisatieproces.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 65
GRONDSLAGEN VAN RESULTAATBEPALING IN DE JAARREKENING
ALGEMEENBaten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben voor zover deze gerealiseerd zijn. De kosten worden
bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar
waarop zij betrekking hebben. (Voorzienbare) verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het
einde van het boekjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden en
overigens wordt voldaan aan de voorwaarden voor het opnemen van voorzieningen.
Bijzondere baten of lasten die behoren tot de gewone bedrijfsuitoefening, worden op grond van aard, omvang of het incidentele
karakter afzonderlijk toegelicht teneinde een goed inzicht te geven in het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van de
corporatie en met de ontwikkeling daarin. Bijzondere posten worden met het oog op de analyse en de vergelijkbaarheid van
de resultaten zoveel mogelijk naar aard en omvang afzonderlijk toegelicht.
De winst-en-verliesrekening wordt zoals voorgeschreven in de Woningwet, gepresenteerd op basis van de functionele
indeling, op basis van het op 25 oktober 2017 door het ministerie van Wonen en Rijksdienst uitgevaardigde modellenbesluit.
25. HUUROPBRENGSTEN
Opbrengsten uit de levering van (huur)diensten worden verantwoord naar rato van de geleverde prestaties. De huuropbrengsten
zijn het resultaat van het gevoerde huurprijsbeleid van Woningstichting De Veste, rekening houdend met de door het Rijk
bepaalde kaders (zoals maximale huurverhoging, maximaal redelijke huur en maximale huursomstijging) en onder aftrek van
huurderving wegens leegstand en oninbaarheid.
26. OPBRENGSTEN SERVICECONTRACTEN
De opbrengsten servicecontracten betreffen vergoedingen van huurders boven de netto huurprijs voor leveringen en diensten
(zoals energie, water, huismeesters, schoonmaakkosten, glasverzekering). De opbrengsten worden verminderd met derving
wegens oninbaarheid.
27. OVERIGE OPBRENGSTEN EXPLOITATIE BEZIT
De overige opbrengsten exploitatie bezit betreffen opbrengsten welke niet betrekking hebben op huuropbrengsten,
opbrengsten servicecontracten en verkoopopbrengsten. Een deel van deze serviceopbrengsten en servicekosten wordt
jaarlijks afgerekend. De verwachte afrekening met de huurder wordt opgenomen bij de servicekosten.
28. LASTEN SERVICE CONTRACTEN
De lasten service contracten betreffen de kosten voor leveringen en diensten zoals (zoals energie, water, huismeesters,
schoonmaakkosten, glasverzekering).
29. LASTEN VERHUUR EN BEHEERACTIVITEITEN
Hier worden zowel de directe lasten voor de verhuur en beheeractiviteiten als de indirecte lasten via de kosten- verdeelstaat
verantwoord.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 66
30. LASTEN ONDERHOUDSACTIVITEITEN
De werkelijke onderhoudskosten voor dagelijks- en mutatieonderhoud en planmatig onderhoud worden ten laste van de
exploitatie gebracht. Het dagelijks- en mutatieonderhoud worden onderscheiden in de kosten van derden en de kosten
van eigen dienst. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare uitgaven wanneer geen sprake is van
waardevermeerdering van het actief.
Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid
is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden.
Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt
onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen.
31. OVERIGE DIRECTE OPERATIONELE LASTEN EXPLOITATIE BEZIT
Hieronder worden verantwoord de verhuurderheffing, de kosten gerelateerd aan het niet kunnen incasseren van vorderingen
op huurders anders dan huur en andere exploitatiekosten die niet tot een meer specifieke kostensoort behoren. De groep
verwerkt de overheidsheffingen zoals onroerendezaakbelasting en verhuurderheffing op het moment dat aan alle voorwaarden
voor de overheidsheffing is voldaan.
32. NETTO GEREALISEERD RESULTAAT VERKOOP VASTGOEDPORTEFEUILLE
De post netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus
de toerekenbare verkoop- en organisatiekosten en de geactiveerde waarde met betrekking tot het vastgoed.
Opbrengst uit verkoop van vastgoed wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt als alle belangrijke rechten op economische
voordelen alsmede alle belangrijke risico’s met betrekking tot de activa zijn overgedragen aan de koper, het bedrag van de
opbrengst op betrouwbare wijze kan worden bepaald en ontvangst van de opbrengst waarschijnlijk is. Op basis van deze
criteria wordt onder deze post de verkoopopbrengst van vastgoed in exploitatie onder aftrek van verkoopkosten en de
boekwaarde verantwoord. De boekwaarde is op basis van de marktwaarde. Daarnaast wordt onder deze post verantwoordt
de opbrengstwaarde van verkocht vastgoed bestemd voor de verkoop (koopwoningen voor derden) onder aftrek van de
gemaakte direct toerekenbare verkoopkosten en de vervaardigingsprijs en daaraan toegerekende directe kosten, dan wel
de lagere opbrengstwaarde.Verder wordt hieronder verantwoord de verkoopopbrengst van onder VOV teruggekochte en
vervolgens zonder voorwaarden doorverkochte woningen onder aftrek van de boekwaarde. De boekwaarde is de marktwaarde
op terugkoopmoment onder aftrek van de contractuele korting. Gerealiseerde verkoopresultaten worden verantwoord op
het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op koopprojecten worden verantwoord zodra deze
voorzienbaar zijn.
Woningen verkocht onder voorwaarden worden niet in het resultaat verantwoord in het geval de belangrijkste economische
voor- en nadelen niet zijn overgedragen aan de koper. Dergelijke transacties worden verantwoord als financieringstransactie.
Verwezen wordt naar de post Vastgoed verkocht onder voorwaarden in de grondslagen van balanswaardering.
33. OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE
Hieronder zijn begrepen de overige waardeveranderingen en de waardeveranderingen met betrekking tot de vastgoedportefeuille
bestaande uit vastgoed in exploitatie, vastgoed in ontwikkeling, vastgoed verkocht onder voorwaarden en vastgoed bestemd
voor verkoop.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 67
34. NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een
wijziging in de waarde van het vastgoed bestemt.
35. NETTO RESULTAAT OVERIGE ACTIVITEITEN
Hieraan zijn de opbrengsten en kosten van beheer voor derden, VvE-beheer en erfpachtopbrengsten toegerekend.
36. LEEFBAARHEID
Onder deze post zijn leefbaarheidsuitgaven inzake sociale activiteiten en fysieke activiteiten opgenomen. De uitgaven inzake
sociale activiteiten omvatten wijkgebonden uitgaven voor ondersteuning van bewonersinitiatieven, gebiedsgericht personeel
(zoals leefbaarheidscoördinator, wijkbeheerder, huismeester), leefbaarheidsonderzoeken en uitgaven voor activiteiten zoals
welkomstbijeenkomsten nieuwe bewoners, bestrijding woonoverlast, buurtbemiddeling, opvang van dak- en thuislozen,
schuldsaneringen, tweede kansbeleid et cetera.
De uitgaven inzake fysieke activiteiten omvatten wijkgebonden uitgaven voor buurtcentra, bijzondere gebouwen (zoals
wijksteunpunten en buurtposten), onderhoud groenvoorziening, speeltoestellen, beveiliging openbare ruimte, cameratoezicht,
schoonmaakacties et cetera en uitgaven voor activiteiten zoals inbraakbeveiliging, brandpreventie, verlichting achterpad,
afsluiting portieken et cetera.
37-38. RENTEBATEN EN RENTELASTEN
Rentebaten worden tijdsevenredig in de winst-en-verliesrekening verwerkt rekening houdend met de effectieve rentevoet
van de desbetreffende actiefpost, indien hun bedrag bepaalbaar is en hun ontvangst waarschijnlijk. Rentelasten worden
toegerekend aan de opeenvolgende verslagperioden naar rato van de resterende hoofdsom. (Dis)agio en aflossingspremies
worden als rentelast aan de opeenvolgende verslagperioden toegerekend zodanig dat tezamen met de over de lening
verschuldigde rentevergoeding de effectieve rente in de winst-en- verliesrekening wordt verwerkt en in de balans de
amortisatiewaarde van de schuld. Periodieke rentelasten en soortgelijke lasten komen ten laste van het jaar waarover zij
verschuldigd worden.
39. BELASTINGEN
De belasting over het resultaat wordt berekend op basis van het in de winst-en-verliesrekening verantwoorde resultaat,
rekening houdend met fiscaal vrijgestelde posten en geheel of gedeeltelijk niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening
gehouden met de wijzigingen in de latente belastingvorderingen en –schulden uit hoofde van respectievelijk wijzigingen in
het belastingtarief, herbeoordeling van de mogelijkheid tot realisatie van latente belastingvorderingen of een wijziging van
de verwachte realisatie van een actief- of passiefpost. De aldus bepaalde belastingpost wordt in de winst-en-verliesrekening
opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking heeft op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden
opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt.
PERSONEELLonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst en- verliesrekening
voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 68
PENSIOENLASTENDe Veste heeft een pensioenregeling bij het SPW (bedrijfstakpensioenfonds). De regeling wordt gefinancierd door afdrachten
aan pensioenuitvoerders, te weten het bedrijfstakpensioenfonds. De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd volgens de
“verplichting aan pensioenuitvoerder benadering”. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie
als last in de winst-en-verliesrekening verantwoord.
Aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst wordt beoordeeld of, en zo ja welke, verplichtingen naast de betaling van
de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie op balansdatum bestaan. Deze additionele verplichtingen,
waaronder eventuele verplichtingen uit herstelplannen van de pensioenuitvoerder, leiden tot lasten voor De Veste en worden
in de balans opgenomen in een voorziening.
De waardering van de verplichting is de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om deze per balansdatum af
te wikkelen. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, wordt de verplichting gewaardeerd tegen contante
waarde. Discontering vindt plaats op basis van de rentetarieven van hoogwaardige ondernemingsobligaties. Toevoegingen
aan en vrijval van de verplichtingen komen ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening.
Een pensioenvordering wordt in de balans opgenomen wanneer De Veste beschikkingsmacht heeft over de pensioenvordering,
wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen die de pensioenvordering betrouwbaar kan worden
vastgesteld. Ultimo 2018 (en 2017) waren er voor De Veste geen pensioenvorderingen en geen verplichtingen naast de
betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie.
TOEREKENING BATEN EN LASTENOm tot de functionele indeling van de winst-en-verliesrekening te komen wordt gebruik gemaakt van een kostenverdeelstaat.
De kostenverdeelstaat dient een zo betrouwbaar mogelijke weergave te zijn van de werkelijkheid maar geen exactheid. Hierbij is
de afweging belangrijk tussen enerzijds nauwkeurigheid en anderzijds de administratieve lasten die hiermee gepaard gaan.
Middels deze kostenverdeelstaat worden de kosten van personeel, organisatie en afschrijving toegerekend naar de activiteiten
zoals opgenomen in de functionele winst-en-verliesrekening. Hierbij is de onderstaande verdeling toegepast welke in 2018
ongewijzigd is gebleven ten opzichte van 2017.
RUBRIEKEN LONEN SOCIALE LASTEN EN PENSIOENEN
ORGANISATIEKOSTEN
AFSCHRIJVING
Lasten verhuur en beheeractiviteiten in % 42,35 42,35 - -
Overige directe exploitatielasten in % 54,27 54,27 94,14 94,14
Verkoop vastgoedportefeuille in % 3,19 3,19 5,53 5,53
Kosten overige activiteiten in % 0,19 0,19 0,33 0,33
TOTAAL 100,00 100,00 100,00 100,00
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 69
GRONDSLAGEN VOOR KASSTROOMOVERZICHT
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en de vlottende effecten. De effecten kunnen
worden beschouwd als zeer liquide beleggingen. De op korte termijn zeer liquide beleggingen zijn beleggingen die zonder
beperkingen en zonder materieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie kunnen worden omgezet
in geldmiddelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest en vennootschapsbelasting zijn opgenomen onder de
kasstroom uit operationele activiteiten.
TOELICHTING BEHORENDE TOT DE BALANS PER 31 DECEMBER 2018
1. DAEB EN NIET-DAEB VASTGOED IN EXPLOITATIE 2018 2017 2018 2017
DAEB DAEB NIET-DAEB NIET-DAEB
Marktwaarde per 1 januari 461.783 408.500 9.660 9.944
MUTATIES IN HET BOEKJAAR
Investeringen 151 298 - -
Subsidie -190 - - -
Overboeking vastgoed in ontwikkeling 5.126 12.134 - -
Overboeking activa ten dienste van exploitatie 183 - - -
Herclassificatie - 351 - -351
Desinvestering en buitengebruikstelling -52.663 -2.361 -2.186 -
Overige mutaties -237 -129 - -
Overige waardeverandering 276 -298 - -
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen 30.041 43.288 43 67
Saldo -17.313 53.283 -2.143 -284
MARKTWAARDE PER 31 DECEMBER 444.470 461.783 7.517 9.660
De onderverdeling van het vastgoed in exploitatie naar vastgoedtype is als volgt:
DAEB DAEB NIET-DAEB NIET-DAEB
Woongelegenheden 364.917 383.827 2.192 2.660
Zorgeenheden 74.566 71.872 - -
MOG & BOG 4.965 6.062 4.800 6.478
Parkeerplaatsen 22 22 525 522
MARKTWAARDE PER 31 DECEMBER 444.470 461.783 7.517 9.660
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 70
MARKTWAARDEBij het bepalen van de marktwaarde in verhuurde staat is gebruik gemaakt van meerdere macro economische parameters en
of schattingen (full variant). Het handboek modelmatig waarderen marktwaarde bepaalt de marktwaarde van de onroerende
zaken in exploitatie op basis van de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen (Discounted Cash Flow
methode). De toekomstige kasstromen worden bepaald aan de hand van een doorexploitatie- en een uitpondscenario.
Bij het doorexploitatiescenario is de veronderstelling dat het volledige complex in exploitatie blijft gedurende de DCF-periode.
Bij het uitpondscenario is de veronderstelling dat na mutatie tot verkoop van individuele woningen tegen leegwaarde wordt
overgegaan. De berekening wordt uitgevoerd over een DCF-periode van vijftien jaar. In het doorexploiteerscenario wordt de huur
bij mutatie aangepast naar de markthuur of de maximale huur, afhankelijk of de woongelegenheid bij mutatie is te liberaliseren.
• Indien de maximale huur lager dan of gelijk is aan de huurliberalisatiegrens, dan is de nieuwe huur het minimum van
de markthuur en de maximale huur volgens het woningwaarderingsstelstel.
• Indien de maximale huur hoger is dan liberalisatiegrens, dan is de nieuwe huur de markthuur.
Om de te verwachten kasstromen in de DCF-berekening te bepalen, wordt gebruik gemaakt van de macro- economische parameters:
PARAMETERS WOONGELEGENHEDEN 2018 2019 2020 2021 2022 EV
Prijsinflatie 1,60% 2,50% 2,30% 2,20% 2,00%
Looninflatie 2,00% 2,90% 2,80% 2,70% 2,50%
Bouwkostenstijging 5,60% 5,90% 2,80% 2,70% 2,50%
Leegwaardestijging 7,50% 4,75% 2,00% 2,00% 2,00%
Instandhoudingsonderhoud per vhe - EGW € 970 € 970 € 970 € 970 € 970
Instandhoudingsonderhoud per vhe - MGW € 898 € 898 € 898 € 898 € 898
Instandhoudingsonderhoud per vhe - Studenteneenheid € 453 € 453 € 453 € 453 € 453
Instandhoudingsonderhoud per vhe - Zorgeenheid (extr.muraal)
€ 764 € 764 € 764 € 764 € 764
Mutatieonderhoud per vhe - EGW € 883 € 883 € 883 € 883 € 883
Mutatieonderhoud per vhe - MGW € 663 € 663 € 663 € 663 € 663
Mutatieonderhoud per vhe - Studenteneenheid € 199 € 199 € 199 € 199 € 199
Mutatieonderhoud per vhe - Zorgeenheid (extr.muraal) € 663 € 663 € 663 € 663 € 663
Beheerkosten per vhe - EGW € 436 € 436 € 436 € 436 € 436
Beheerkosten per vhe - MGW € 428 € 428 € 428 € 428 € 428
Beheerkosten per vhe - Studenteneenheid € 403 € 403 € 403 € 403 € 403
Beheerkosten per vhe - Zorgeenheid (extr.muraal) € 395 € 395 € 395 € 395 € 395
Gemeentelijke OZB (% van de WOZ) 0,14% 0,14% 0,14% 0,14% 0,14%
Belastingen, verzekeringen en overige zakelijke lasten (% van de WOZ)
0,12% 0,12% 0,12% 0,12% 0,12%
Verhuurderheffing (% van de WOZ) 0,37% 0,37% 0,37% 0,37% 0,37%
Huurstijging boven prijsinflatie voorgaand jaar - zelfstandige eenheden
0,34% 0,31% 0,44% 0,17% 0,17%
Huurstijging boven prijsinflatie voorgaand jaar - onzelfstandige eenheden
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Huurderving (% van de huursom) 1,00% 1,00% 1,00% 1,00% 1,00%
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 71
PARAMETERS WOONGELEGENHEDEN 2018 2019 2020 2021 2022 EV
Mutatiekans bij doorexploiteren 26,26% 26,26% 26,26% 26,26% 26,26%
Mutatiekans bij uitponden 9,40% 9,40% 9,40% 9,40% 9,40%
Verkoopkosten bij uitponden (% van de leegwaarde) 1,50% 1,50% 1,50% 1,50% 1,50%
Disconteringsvoet doorexploiteren: 7,60% 7,60% 7,60% 7,60% 7,60%
Disconteringsvoet uitponden: 7,30% 7,30% 7,30% 7,30% 7,30%
De hoogte van de mutatiekans bij doorexploiteren van woongelegenheden wordt veroorzaakt door de studentenhuisvesting
in Enschede met een hoge mutatiegraad. Voor splitsingskosten is een norm gehanteerd van € 518 per te splitsen eenheid.
De overdrachtskosten (bestaande uit overdrachtsbelasting alsmede notaris- en registratiekosten) bedragen 3% van de
berekende waarde van een verhuureenheid.
PARAMETERS BEDRIJFSMATIG EN MAATSCHAPPELIJK ONROEREND GOED
2018 2019 2020 2021 2022 EV
Instandhoudingsonderhoud per m2 bvo € 5,57 € 5,57 € 5,57 € 5,57 € 5,57
Mutatieonderhoud per m2 bvo € 10,81 € 10,81 € 10,81 € 10,81 € 10,81
Beheerkosten % van de markthuur - BOG 3,00% 3,00% 3,00% 3,00% 3,00%
Beheerkosten % van de markthuur - MOG 2,00% 2,00% 2,00% 2,00% 2,00%
Gemeentelijke OZB (% van de WOZ) 0,39% 0,39% 0,39% 0,39% 0,39%
Belastingen, verzekeringen en overige zakelijke lasten (% van de WOZ)
0,13% 0,13% 0,13% 0,13% 0,13%
Disconteringsvoet doorexploiteren: 7,55% 7,55% 7,55% 7,55% 7,55%
PARAMETERS PARKEERPLAATSEN 2018 2019 2020 2021 2022 EV
Instandhoudingsonderhoud - parkeerplaats € 50,00 € 50,00 € 50,00 € 50,00 € 50,00
Instandhoudingsonderhoud - garagebox € 166,00 € 166,00 € 166,00 € 166,00 € 166,00
Beheerkosten - parkeerplaats € 26,00 € 26,00 € 26,00 € 26,00 € 26,00
Beheerkosten - garagebox € 37,00 € 37,00 € 37,00 € 37,00 € 37,00
Gemeentelijke OZB (% van de WOZ) 0,39% 0,39% 0,39% 0,39% 0,39%
Belastingen, verzekeringen en overige zakelijke lasten (% van de WOZ)
0,24% 0,24% 0,24% 0,24% 0,24%
Disconteringsvoet doorexploiteren: 6,82% 6,82% 6,82% 6,82% 6,82%
Disconteringsvoet uitponden: 7,18% 7,18% 7,18% 7,18% 7,18%
PARAMETERS INTRAMURAAL ZORGVASTGOED 2018 2019 2020 2021 2022 EV
Instandhoudingsonderhoud per m2 bvo € 8,60 € 8,60 € 8,60 € 8,60 € 8,60
Mutatieonderhoud per m2 bvo € 12,17 € 12,17 € 12,17 € 12,17 € 12,17
Beheerkosten % van de markthuur 2,50% 2,50% 2,50% 2,50% 2,50%
Gemeentelijke OZB (% van de WOZ) 0,14% 0,14% 0,14% 0,14% 0,14%
Belastingen, verzekeringen en overige zakelijke lasten (% van de WOZ)
0,36% 0,36% 0,36% 0,36% 0,36%
Disconteringsvoet doorexploiteren: 7,28% 7,28% 7,28% 7,28% 7,28%
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 72
INSCHAKELING TAXATEURIn 2018 zijn alle onroerende zaken in exploitatie (100% full-waardering) getaxeerd door een onafhankelijke en ter zake deskundige
externe taxateur, ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs. Het taxatierapport en het taxatiedossier
waarin de waardering en de daarbij gehanteerde aanpassingen ten opzichte van de basisvariant zijn onderbouwd en
vastgelegd, zijn in het bezit van Woningstichting De Veste en op aanvraag beschikbaar voor de Autoriteit woningcorporaties.
TOEPASSING VRIJHEIDSGRADENWoningstichting De Veste heeft voor haar vastgoedbezit verplicht de full versie van het Handboek toegepast. De reikwijdte,
aard en omvang van de aanpassingen zijn van toepassing op meerdere complexen, derhalve worden de gehanteerde
vrijheidsgraden hierna schematisch op portefeuilleniveau toegelicht. Indien en voor zover op complexniveau is afgeweken
van de vrijheidsgraden op portefeuilleniveau, dan wordt dit separaat toegelicht. Ten slotte wordt hier opgemerkt dat bij de
gehanteerde vrijheidsgraden zoveel als mogelijk aansluiting is gezocht bij het document “Best Practices vrijheidsgraden
behorende bij het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde”, dat tot stand is gekomen op basis van een samenwerking
tussen diverse gespecialiseerde partijen. De hierna genoemde vrijheidsgraden hebben betrekking op de mate van afwijking
ten opzichte van de basisvariant.
VRIJHEIDSGRAAD TOELICHTING
Schematische vrijheid Deze vrijheidsgraad is niet toegepast.
Markthuur(stijging) Deze vrijheidsgraad is toegepast. Taxateur heeft op complexniveau referenties geraadpleegd, uit de NVM-database teneinde marktconforme markthuur(stijgingen) voor de getaxeerde objecten in de taxaties te kunnen verwerken.
Exit yield Deze vrijheidsgraad is toegepast. Taxateur acht een inschatting van de exit yield op basis het model van taxateur (waarbij onder meer de aanwezige huurpotentie als uitgangspunt wordt gehanteerd) beter passend en tot meer marktconforme waarderingsuitkomsten komt.
Leegwaarde(stijging) Deze vrijheidsgraad is toegepast. Taxateur heeft op complexniveau referenties geraadpleegd, uit de NVM-database teneinde marktconforme markthuur(stijgingen) voor de getaxeerde objecten in de taxaties te kunnen verwerken.
Disconteringsvoet Deze vrijheidsgraad is wel toegepast. Taxateur is van mening dat de discon-teringsvoet die tot stand komt op grond van de basisversie onvoldoende recht doet aan de afwijkende risicoprofielen van de complexen onderling, en heeft derhalve per complex een inschatting gemaakt van de disconteringsvoet.
Mutatie- en verkoopkans Deze vrijheidsgraad is toegepast voor zowel het doorexploiteer scenario als het verkoop scenario. Deze is gebaseerd op het basis uitgangspunt van een vijfjaars gemiddelde van de betreffende waarderingscomplexen. Per waarderingscomplex is deze inschatting beoordeeld door de onafhankelijk taxateur en indien nodig bijgesteld.
Onderhoud Deze vrijheidsgraad is niet toegepast.
Technische splitsingskosten Deze vrijheidsgraad is niet toegepast.
Bijzondere omstandigheden Deze vrijheidsgraad is niet toegepast.
Erfpacht Deze vrijheidsgraad is niet toegepast.
Exploitatiescenario Deze vrijheidsgraad is niet toegepast.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 73
SCHATTINGSELEMENTEN BEPALING MARKTWAARDEGelet op de huidige marktomstandigheden kunnen toekomstige marktontwikkelingen waarop zowel door interne als
door externe taxateurs gehanteerde aannames en schattingen ter bepaling van de reële waarde van het (commercieel)
vastgoed zijn gebaseerd, ten opzichte van de werkelijk te verwachten marktontwikkelingen van significante invloed zijn op de
uitkomsten van de huidige waardering in de jaarrekening.
HYPOTHECAIRE ZEKERHEDENHet sociaal vastgoed in exploitatie is gefinancierd met leningen onder borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Het WSW kan op eerste verzoek hypotheek vestigen op het ingezette onderpand. Voor deze borgstelling wordt door het
Waarborgfonds Sociale Woningbouw een obligo per lening gevraagd. Als gevolg hiervan zijn de onroerende en roerende
zaken in exploitatie die met geborgde leningen zijn gefinancierd niet met hypothecaire zekerheden bezwaard. De ultimo
boekjaar bestaande obligoverplichting is onder de “Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen” opgenomen.
WOZ-INFORMATIEDe WOZ-waarde van het bezit in exploitatie bedraagt ultimo 2018 € 539 miljoen (2017: € 604 miljoen). De daling wordt
veroorzaakt door de verkoop van het bezit op Terschelling.
BELEIDSWAARDEOmdat de doelstelling van Woningstichting De Veste is te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in
kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden. Dit betekent dat slechts een
deel van de in de jaarrekening verantwoorde marktwaarde in de toekomst zal worden gerealiseerd. Derhalve wordt hieronder
de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie toegelicht. Deze beleidswaarde sluit aan op het beleid van Woningstichting
De Veste en beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit van haar vastgoed uitgaande van dit beleid.
De beleidswaarde van het DAEB-vastgoed in exploitatie bedraagt per 31 december 2018 € 230,8 miljoen De beleidswaarde
van het niet-DAEB-vastgoed in exploitatie bedraagt per 31 december 2018 € 6,6 miljoen. Bij het bepalen van de beleidswaarde
is het waarderingshandboek gehanteerd. De berekening van de beleidswaarde kent als startpunt de marktwaarde.
De beleidswaarde wordt bepaald door op vier aspecten aanpassingen door te voeren in de uitgangspunten van de
berekening van de marktwaarde. Deze aspecten zijn:
• beschikbaarheid: voor de gehele portefeuille wordt het doorexploiteerscenario gehanteerd;
• betaalbaarheid: de markthuur wort vervangen door de beleidshuur;
• kwaliteit: de marktnorm voor onderhoud wordt vervangen door de onderhoudsnorm van de woningcorporatie;
• beheer: de marktnorm voor beheer wordt vervangen door de beheernorm van de woningcorporatie.
De aansluiting tussen de marktwaarde en de beleidswaarde kan als volgt worden weergegeven:
DAEB NIET-DAEB
Marktwaarde per 31-12-2018 444.470 7.517
Afslag wegens beschikbaarheid (doorexploiteerscenario) -20.177 -107
Afslag wegens betaalbaarheid (beleidshuur) -126.030 -660
Afslag wegens kwaliteit (onderhoud) -29.317 -109
Afslag wegens beheer (beheerskosten) -38.136 -92
BELEIDSWAARDE PER 31-12-2018 230.810 6.549
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 74
De gehanteerde uitgangspunten voor het bepalen van de beleidswaarde en de gepresenteerde afslagen zijn opgenomen in
de grondslagen van deze jaarrekening. De invulling van dit waardebegrip zal in de komende jaren nog nader wordt uitgewerkt
waardoor de beleidswaarde in de komende jaren zal kunnen afwijken ten opzichte van het verslagjaar 2018. Zie voor
nadere toelichting hiervan paragraaf “1. Vastgoed in exploitatie” (beleidswaarde) zoals opgenomen in de grondslagen van
balanswaardering van de post vastgoedbeleggingen.
2. VASTGOED IN ONTWIKKELING BESTEMD VOOR EIGEN EXPLOITATIE 2018 2017
Boekwaarde per 1 januari 3.258 7.769
MUTATIES IN HET BOEKJAAR
Investeringen 11.591 15.368
Subsidie -2.859 -
Dekking E-meters -240 -
Overboeking naar vastgoed in exploitatie -5.126 -12.134
Overboeking naar planmatig onderhoud -673 -
Dotatie voorziening onrendabele top 5.056 -1.739
Overige waardeveranderingen -10.741 -6.006
Saldo -2.992 -4.511
BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER 266 3.258
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie ultimo 2018 heeft betrekking op de lopende projecten welke nog
niet zijn opgeleverd. De opgeleverde projecten in 2018 zijn overgeboekt naar DAEB- en of niet-DAEB vastgoed in exploitatie.
Waardering van de opgeleverde projecten heeft plaatsgevonden op basis van de toegekende marktwaarde in verhuurde staat
ultimo 2018. Op basis van deze waarde is de definitieve onrendabele top verantwoord. Zie voor nadere uitsplitsing van deze
onrendabele top de rubriek overige waardeveranderingen vastgoedbeleggingen in de winst-en-verliesrekening.
3. ONROERENDE ZAKEN VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN 2018 2017
STAND PER 1 JANUARI
Boekwaarde per 1 januari 698 698
MUTATIES IN HET BOEKJAAR
Overdracht inzake verkoop activa & passiva -684 -
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen - -
Totaal mutaties in boekjaar -684 -
STAND PER 31 DECEMBER
BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER 14 698
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden betreft in totaal 1 (2017: 40) woningen. Gebruik wordt gemaakt van contractvormen
die de goedkeuring van de Minister hebben.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 75
4. ACTIVA TEN DIENSTE VAN EXPLOITATIE 2018 2017
STAND PER 1 JANUARI
Aanschafprijs 5.904 5.298
Cumulatieve afschrijvingen -2.552 -2.406
Boekwaarde per 1 januari 3.352 2.892
MUTATIES IN HET BOEKJAAR
Investeringen 351 686
Des-investeringen -250 -
Naar activa in exploitatie -183 -
Afboeking -92 -
Afschrijvingen -267 -226
Saldo -441 460
STAND PER 31 DECEMBER
Aanschafprijs 4.045 5.904
Cumulatieve afschrijvingen -1.134 -2.552
BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER 2.911 3.352
Voor het kantoor geldt dat over de grond niet wordt afgeschreven en dat voor het gebouw een afschrijvingstermijn geldt van
40 jaar. Indien de actuele waarde van het kantoor lager is dan de boekwaarde vindt afwaardering naar lagere actuele waarde
plaats. De overige activa wordt lineair afgeschreven met een maximale termijn van 5 jaar.
5-6. FINANCIËLE VASTE ACTIVA 2018 2017
FINANCIËLE VASTE ACTIVA BEGIN MUTATIE EIND BEGIN MUTATIE EIND
LATENTE BELASTING
Verhuur 15.759 -15.759 - 29.399 -13.640 15.759
Verkoop -450 501 51 -333 -117 -450
Disagio leningen 110 -21 89 135 -25 110
Voorziening groot onderhoud -9.830 5.047 -4.783 -8.590 -1.240 -9.830
Verrekenbaar verlies - 5.283 5.283 1.200 -1.200 -
Afschrijvings potentieel - 2.021 2.021 - - -
Totaal boekwaarde 5.589 -2.928 2.661 21.811 -16.222 5.589
Deelneming 10 - 10 10 - 10
TOTAAL FINANCIËLE VASTE ACTIVA 5.599 -2.928 2.671 21.821 -16.222 5.599
Het bovenstaande overzicht heeft betrekking op het verloop van de belasting latentie en de deelneming De Veste Participaties
B.V. In de deelneming vinden geen activiteiten plaats en derhalve is de boekwaarde niet gemuteerd in 2018. De latente
belastingvorderingen en belastingverplichtingen zijn gesaldeerd opgenomen in de jaarrekening.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 76
LATENTE BELASTINGVORDERINGENEN VERPLICHTINGEN
TOELICHTING
Exploitatie In 2018 heeft een schattingswijziging plaatsgevonden inzake de voor-zienbaarheid van realisatie van de belasting latentie voor vastgoed in blijvende verhuur. Als gevolg van het voornemen tot blijvende verhuur zal het tijdelijk verschil alleen gerealiseerd worden bij afschrijving. Derhalve heeft Woningstichting De Veste ervoor gekozen om de belastinglatentie niet langer in de oude vorm toe te passen. De latentie bedroeg ultimo 2017 € 15.759.000 welke is vrijgevallen ten laste van het fiscale resultaat 2018. Het tijdelijke waarderingsverschil inzake afschrijvingspotentieel bedraagt € 8.083.000 (2017: nvt). De nominale waarde van de belastingvordering hiervan bedraagt € 2.021.000 (2017: nvt). De looptijd van deze latentie bedraagt circa 5 jaar.
Te verkopen woningen In de begroting is opgenomen dat er naar verwachting jaarlijks 6 (2017: 6 woningen) worden verkocht. Het tijdelijke verschil inzake verkopen bedraagt € 200.000 (2017: € -50.000). De latente belasting-positie bedraagt nominaal € 51.000 (2017: € -450.000) (zijnde 25,0% over het verschil tussen fiscale waarde en boekwaarde). De gemiddelde looptijd bedraagt 6 jaar (2017: 6 jaar).
Lening portefeuille Het tijdelijke verschil inzake de leningenportefeuille bedraagt nominaal € 356.000 ( € 450.000).De latente belastingvordering bedraagt nominaal € 89.000 (2017 € 110.000) (zijnde 25% over het verschil tussen fiscale waarde en boekwaarde). De gemiddelde looptijd bedraagt 3 jaar.
Voorziening groot onderhoud Fiscaal is er een onderhoudsvoorziening gevormd. In 2018 heeft overleg plaatsgevonden met de belastingdienst omtrent het toepassen van de onderhoudsvoorziening. Dit onderhandelingsresultaat is verwerkt in de voorziening groot onderhoud ultimo 2018. Ultimo 2018 bedraagt de onderhoudsvoorziening een bedrag van € 19 miljoen (2017: € 39 miljoen). De latente belastingverplichting inzake voorziening groot onderhoud bedraagt nominaal € 4.783.000 (€ 2017: 9.83 miljoen). Dit bedrag is in de voorziening latente belastingverplichtingen opgenomen.
Compensabel verlies Het tijdelijke verschil inzake te verrekenen fiscale verliezen is opgenomen onder de actieve belastinglatenties. Deze latentie bedraagt nominaal € 5.283.000 (2017: nihil). Ultimo 2018 bedraagt het totaal aan beschikbaar compensabel verlies € 23.6 miljoen. Dit compensabel verlies is ontstaan als gevolg van de verkoop van het bezit op Terschelling aan een collega woningcorporatie.
Afschrijvingspotentieel Het tijdelijke waarderingsverschil inzake afschrijvingspotentieel bedraagt € 2.021.000 (2017: nvt). De nominale waarde hiervan bedraagt € 8.083.000. De looptijd van deze latentie bedraagt circa 5 jaar.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 77
VLOTTENDE ACTIVA
7-9. VOORRADEN 2018 2017
Vastgoed bestemd voor verkoop 390 1.648
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop - 491
Overige voorraden 125 288
TOTAAL VOORRADEN 515 2.427
De voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop betreft opgeleverde kavels en appartementen die ultimo boekjaar nog
niet zijn verkocht. De voorraad opgeleverde kavels en appartementen worden gewaardeerd tegen de bestede kosten en
toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering, dan wel lager
verwachte opbrengstwaarde. De verwachte opbrengstwaarde betreft de verkoopprijs waarvoor deze kavels zijn getaxeerd.
De appartementen zijn gewaardeerd tegen kostprijs minus de gerealiseerde verkoopopbrengsten. Het resterende deel van
het vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop is in 2018 verkocht.
De overige voorraden hebben betrekking op ‘grond- en ontwikkelposities’ en voorraad onderhoudsdienst. De grond- en
ontwikkelposities voor een bedrag van € 30 betreft de grondlocatie ten behoeve van ontwikkelingsprojecten die nog niet in
realisatie zijn genomen. Deze gronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De marktwaarde
is gebaseerd op de externe dan wel interne uitgevoerde toetsing van de waardering van gronden ultimo boekjaar. Deze interne
toetsing is gebaseerd op de kennis van de lokale markt alsmede kennis van de lokale ontwikkelmogelijkheden (waaronder
bestemmingswijzigingen). Het grootste deel van de positie is in 2017 en 2018 verkocht. De voorraad onderhoudsdienst voor
een bedrag van € 98 (2017: € 258) heeft betrekking op de aanwezige materialen in het magazijn en de onderhoudsbussen
ultimo boekjaar.
VORDERINGEN 2018 2017
Huurdebiteuren 505 183
Gemeenten 139 19
Belastingen en premies sociale verzekeringen 3.474 146
Overige vorderingen 4.562 376
Overlopende activa 448 550
TOTAAL VORDERINGEN 9.128 1.274
De reële waarde van de vorderen benadert de boekwaarde, gegeven het kortlopende karakter ervan en het feit dat waar
nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd. De overige vorderingen hebben met name betrekking op de ingediende
maar nog niet ontvangen subsidies voor gerealiseerde duurzaamheidsprojecten en op de nog te ontvangen gelden inzake de
verkoop van het bezit op Terschelling.
10. SPECIFICATIE HUURDEBITEUREN 2018 2017
Huurvorderingen 505 183
TOTAAL 505 183
De huurdebiteuren hebben betrekking op de nog niet betaalde huurvorderingen ultimo boekjaar. Er is geen voorziening voor
oninbaarheid opgenomen ultimo boekjaar (conform voorgaande jaren). In de vorderingen huurdebiteuren is een bedrag opgenomen
van € 141 (2017: €116) met een resterende looptijd van langer dan 6 maanden. Dit betreft bijzondere betalingsafspraken.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 78
11. SPECIFICATIE VORDERING OVERHEID 2018 2017
Gemeenten 139 19
TOTAAL 139 19
12. SPECIFICATIE BELASTINGEN EN PREMIES SOCIALE VERZEKERINGEN 2018 2017
Vennootschapsbelasting 3.474 146
TOTAAL BELASTINGEN EN PREMIES SOCIALE VERZEKERINGEN 3.474 146
De vordering vennootschapsbelasting heeft betrekking op de fiscale last uit 2017 van € 612.000 en de ingediende en
betaalde voorlopige aanslag 2018. Voor inzicht in de fiscale positie en en fiscale last wordt verwezen naar de toelichting op
de winstbelasting in de winst-en-verliesrekening.
13. SPECIFICATIE OVERIGE VORDERINGEN 2018 2017
Subsidie duurzaamheidsinvesteringen 2.453 -
Verkoop bezit in exploitatie 1.750 -
Vorderingen aan zorgcentra 52 19
Overige debiteuren 307 357
TOTAAL OVERIGE VORDERINGEN 4.562 376
De vordering verkoop bezit in exploitatie heeft betrekking op het deel wat nog betaald dient te worden inzake de verkoop
van het bezit op Terschelling. De vordering subsidie duurzaamheidsinvesteringen heeft betrekking op toegekende STEP
(stimuleringsregeling energieprestatie huursector) subsidie.
14. SPECIFICATIE OVERLOPENDE ACTIVA 2018 2017
Nog te ontvangen subsidie 190 -
Nog te ontvangen gelden inzake verkoop grond 165 296
Vooruitbetaalde verzekeringskosten 13 129
Overig 80 125
TOTAAL OVERLOPENDE ACTIVA 448 550
15. LIQUIDE MIDDELEN 2018 2017
Rekening courant banken 6.838 7.395
Spaarrekening - 1.639
Totaal liquide middelen 6.838 9.034
De liquide middelen staan volledig ter vrije beschikking en zijn direct opvraagbaar. Woningstichting De Veste heeft een
kredietfaciliteit afgesloten van € 3 miljoen. Hiervoor zijn zekerheden in de vorm van onderpand verstrekt met een woz-waarde
ultimo 2018 van € 5.7 miljoen. Dit onderpand is verstrekt met goedkeuring van het WSW.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 79
PASSIVA
16. EIGEN VERMOGEN 2018 2017
STAND PER 1 JANUARI 376.664 344.701
Resultaat boekjaar -11.683 31.963
STAND PER 31 DECEMBER 364.981 376.664
EIGEN VERMOGEN HERWAAR-DERING
OVERIGE RESERVES
TOTAAL HERWAAR-DERING
OVERIGE RESERVES
TOTAAL
1 januari 184.106 192.558 376.664 155.167 189.533 344.701
Resultaat boekjaar - -11.683 -11.683 - 31.963 31.963
Gerealiseerde herwaarderingen -20.308 20.308 - -3.025 3.025 -
Niet gerealiseerde herwaarderingen 12.531 -12.531 - 31.963 -31.963 -
31 DECEMBER 176.329 188.652 364.981 184.106 192.558 376.664
STATUTAIRE RESULTAATBESTEMMINGIn de statuten van De Veste is geen bepaling opgenomen m.b.t. de bestemming van het resultaat.
VOORSTEL BESTEMMING RESULTAAT BOEKJAAR 2018Het bestuur stelt de raad van commissarissen voor het negatieve resultaat over het boekjaar 2018 ten bedrage van € 11.683.000
geheel ten laste van het eigen vermogen te brengen. Dit voorstel is in de jaarrekening 2018 verwerkt.
EIGEN VERMOGENPer 31 december 2018 is in totaal € 176,3 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen begrepen
(2017: € 184,1 miljoen), zijnde het verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en
de kostprijs bepaald per waarderingscomplex inclusief het effect van belastinglatenties. De waardering van dit vastgoed is in
overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven
waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
Uitgaande van waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie is een bedrag van € 214,6 miljoen in het
eigen vermogen begrepen dat op basis van het beleid van de corporatie niet kan worden gerealiseerd. De realisatie van
het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van Woningstichting De
Veste. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in
verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke
ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling
van de corporatie is om duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van
het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden. Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in
uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds- en beheerslasten hoger
dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit- en beheersituatie van de corporatie.
17. VOORZIENING ONRENDABELE INVESTERING EN HERSTRUCTURERING 2018 2017
STAND PER 1 JANUARI 1.297 3.036
Mutatie boekjaar 5.056 -1.739
STAND PER 31 DECEMBER 6.353 1.297
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 80
De voorziening onrendabele investering en herstructurering heeft betrekking op de negatieve boekwaarde van lopende
investeringsprojecten in nieuwbouw en bestaande complexen.
18. OVERIGE VOORZIENINGEN 2018 2017
STAND PER 1 JANUARI 3.417 3.503
Toevoeging 261 258
Vrijval a.g.v. verkoop vastgoed in exploitatie -613 -
Onttrekking t.b.v. duurzaamheidsinvesteringen -629 -
Overige mutatie boekjaar -308 -344
STAND PER 31 DECEMBER 2.128 3.417
OVERIGE VOORZIENINGEN E-METERS V-METERS OVERIG TOTAAL
STAND PER 1 JANUARI 1.587 1.654 176 3.417
Toevoeging - 260 - 260
Onttrekking -718 -189 -29 -936
Vrijval -289 -324 - -613
BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER 580 1.401 147 2.128
Jaarlijks krijgen huurders voor € 100 V-meters toegekend voor verbetering van de huurwoning. Voor de nog niet bestede
V-meters is een voorziening opgenomen. Bewoners hebben eenmalig E-meters gekregen afhankelijk van de leeftijd van de
huurwoning te besteden aan energiebesparende maatregelen. Er is een voorziening opgenomen voor de nog niet bestede
E-meters.
De overige voorziening heeft betrekking op de toekomstige uitgaven inzake loopbaanontwikkelingsbudget.
19. LENINGEN OVERHEID EN KREDIETINSTELLINGEN 2018 2017
STAND PER 1 JANUARI 106.800 110.867
Bij: nieuwe leningen 12.000 -
Af: aflossingen -16.916 -4.067
Af: overdracht leningen -7.292 -
STAND PER 31 DECEMBER 94.592 106.800
Af: aflossingsverplichting volgend boekjaar -1.782 -16.921
TOTAAL LANGLOPENDE LENINGEN 92.810 89.879
Als onderdeel van de verkoop van het bezit op Terschelling is een bedrag aan leningen van € 7.292.000 overgegaan naar de
kopende partij.
VERVALKALENDER LENING PORTEFEUILLE 2018 2017
Aflossing < 1 jaar 1.782 16.921
Aflossing 2 - 5 jaar 17.843 15.104
Aflossing > =5 jaar 74.967 74.775
TOTAAL LENING PORTEFEUILLE 94.592 106.800
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 81
SAMENSTELLING LENING PORTEFEUILLE 2018 2017
Basisrente leningen 47.092 57.000
Vastrentende leningen 47.500 49.800
TOTAAL LENING PORTEFEUILLE 94.592 106.800
De basisrenteleningen hebben een rentetarief dat bestaat uit twee componenten, zijnde een basisrente en een liquiditeitsopslag.
De basisrente geldt voor de volledige looptijd van de leningen. De liquiditeitsopslag geldt voor de overeengekomen periode,
waarbij de eerste minimale looptijd 1 jaar bedraagt. Na de overeengekomen periode dient een nieuwe liquiditeitsopslag met
de bank overgekomen te worden. De liquiditeitsopslag van de huidige basisrenteleningen bedraagt tussen 0,21% en 0,58%.
De rente van de vastrentende leningen is voor de gehele looptijd gefixeerd dan wel tot het herzieningsmoment. Het risico van
deze leningen betreft:
• Op het moment van renteherziening indien de rente hoger dan wel lager is dan de oude contractrente
• De herfinanciering van de tussentijdse en eindaflossingen van de lening in een nieuwe lening met een hogere dan wel lagere rente.
TEGENPARTIJ RISICO 2018 2017
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten 47.092 40.745
Nationale waterschapsbank N.V. 47.500 65.757
Overige hypotheekverstrekkers - 298
94.592 106.800
Uit bovenstaande opstelling blijkt dat het tegenpartij risico is geconcentreerd bij N.V. Bank Nederlandse Gemeenten en
de Nationale Waterschapsbank N.V. De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is een bank van en voor overheden en
instellingen van maatschappelijk belang. BNG is een structuurvennootschap. Aandeelhouders van de bank zijn uitsluitend
overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en
een hoogheemraadschap. Nationale Waterschapsbank N.V. is een financiële dienstverlener voor de overheidssector.
Alle aandelen van de bank zijn in handen van overheden. Het tegenpartijrisico is hiermee gemitigeerd.
ZEKERHEDENDe leningen overheid en kredietinstellingen is € 94.592 (2017: € 103.653) geborgd door het WSW. Voor de geborgde leningen
heeft Woningstichting De Veste zich verbonden het onderliggend onroerend goed in exploitatie met een WOZ waarde van
€ 531.172 (2017: € 597.938’ niet zonder toestemming te bezwaren, van bestemming te veranderen, te vervreemden of teniet
doen gaan. Afname zekerheden in 2018 wordt veroorzaakt door verkocht bezit in exploitatie.
GEMIDDELD RENTEPERCENTAGEHet gemiddelde rentepercentage van de lening portefeuille bedraagt 4,23% (2017: 4,29%).
LOOPTIJDDe gewogen gemiddelde looptijd van de leningenportefeuille bedraagt ultimo 2018 25,8 (2017 23,2 jaar).
REËLE WAARDEDe marktwaarde van de lening portefeuille bedraagt ultimo 2018 € 115.010.000. De marktwaarde betreft de netto contante
waarde van de toekomstige kasstromen op basis van de IRS rentecurve (inclusief risico opslag van 0.5%). Voor de basis
rente leningen geldt dat de marktwaarde wordt berekend tot moment van renteherziening van de liquiditeitsopslag. Voor de
berekening van de marktwaarde is de OIS (overnight index swapdiscounting) rente curve gehanteerd.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 82
20. WAARBORGSOMMEN 2018 2017
STAND PER 1 JANUARI 990 923
Mutaties boekjaar -40 67
STAND PER 31 DECEMBER 950 990
KORTLOPENDE SCHULDEN 2018 2017
Schulden aan kredietinstellingen 1.782 16.921
Schulden aan leveranciers 1.483 2.091
Belastingen en premies sociale verzekeringen 298 1.366
Overlopende passiva en overige schulden 3.545 4.461
TOTAAL KORTLOPENDE SCHULDEN 7.108 24.838
21. SCHULDEN AAN KREDIETINSTELLINGEN 2018 2017
Schulden aan kredietinstellingen 1.782 16.921
22. SCHULDEN AAN LEVERANCIERS 2018 2017
Schulden aan leveranciers 1.483 2.091
23. SPECIFICATIE BELASTINGEN EN PREMIES SOCIALE VERZEKERINGEN 2018 2017
Vennootschapsbelasting - 652
Omzetbelasting 170 499
Loonheffing 89 177
Pensioen 39 38
TOTAAL BELASTINGEN EN PREMIES SOCIALE VERZEKERINGEN 298 1.366
24. SPECIFICATIE OVERLOPENDE PASSIVA EN OVERIGE SCHULDEN 2018 2017
Nog te betalen rentekosten leningen 1.671 1.959
Nog te verrekenen servicekosten 481 757
Vooruit ontvangen huren 301 257
Nog te betalen vakantiedagen 102 93
Overig 990 1.394
TOTAAL OVERIGE SCHULDEN 3.545 4.460
De nog te betalen servicekosten hebben betrekking op de afrekening met de huurders over het boekjaar 2018. Dit betreft het
verschil tussen de gefactureerde vergoedingen en ontvangen servicekosten en wordt afgerekend met de huurders in 2019.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 83
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN REGELINGEN EN VERPLICHTINGEN
INVESTERINGSVERPLICHTINGEN
Er zijn niet in de balans opgenomen verplichtingen voor nieuwbouw, renovatie en aankoop van woningen tot een bedrag van
€ 9.675.000 (2017: € 7.168.000).
ERFPACHTVERPLICHTINGEN
Een deel van de onroerende goederen is gebouwd op grond met erfpachtverplichtingen. In 2018 bedroeg de canonverplichtingen
€ 494.000 (2017: € 480.000). Het jaarlijks bedrag aan canonverplichtingen kan licht fluctueren in verband met indexaties en/
of mutaties in het bezit. De canonverplichtingen lopen van 2005 tot 2055.
OBLIGO WAARBORGFONDS SOCIALE WONINGBOUW
Per 31 december 2018 heeft De Veste een obligo uitstaan van € 3.642.000 (2017: € 3.991.000) uit hoofde van door
het Waarborgfonds Sociale Woningbouw verstrekte borgstellingen. Deze obligo is opeisbaar indien blijkt dat het totale
garantievermogen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw niet voldoende is om de afspraken op het Waarborgfonds
Sociale Woningbouw te dekken. Ultimo 2017 zijn er geen signalen/indicaties aanwezig dat deze obligo verplichting zal
worden opgevraagd.
GESCHIL & JURIDISCHE CLAIM
Woningstichting De Veste heeft een geschil met een aannemer omtrent opgeleverde nieuwbouw. Ten tijde van het opstellen
van de jaarrekening wordt er door een onafhankelijk onderzoeksbureau een bouwkundig onderzoek verricht. Op basis van
de resultaten van dit onderzoek zullen de eventuele herstelkosten in kaart worden gebracht. Aangezien het onderzoek op dit
moment nog niet is afgerond kan een betrouwbare kosten inschatting niet worden gemaakt en is het moment van verwachte
afwikkeling onbekend.Woningstichting De Veste heeft als standpunt dat de eventuele herstelkosten volledig verhaald kunnen
worden op de aannemer. De mogelijkheid bestaat dat hier een rechtsgeding uit voortvloeit.
TOELICHTING BEHORENDE OP DE WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2018
25. HUUROPBRENGSTEN 2018 2017
Huur 32.471 31.814
Derving wegens leegstand -239 -471
Derving wegens overige redenen -25 -128
TOTAAL HUUROPBRENGSTEN 32.207 31.215
De huuropbrengst is ten opzichte van voorgaand jaar toegenomen met € 992.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de
gemiddelde algemene huurverhoging van 1 juli van 1,4% (2017: 0.34%). De gemiddelde huurprijs van de woongelegenheden
als percentage van de maximaal redelijke huur bedraagt per 31 december 68,2% (2017: 69.0%).
26. OPBRENGST SERVICE CONTRACTEN 2018 2017
Vergoedingen 3.464 3.668
Derving als gevolg van leegstand en oninbaarheid -63 -180
TOTAAL OPBRENGST SERVICE CONTRACTEN 3.401 3.488
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 84
27. OVERIGE OPBRENGSTEN EXPLOITATIE BEZIT 2018 2017
Overige opbrengsten 124 137
TOTAAL OVERIGE OPBRENGSTEN 124 137
28. LASTEN SERVICE CONTRACTEN 2018 2017
Lasten service contracten -3.009 -2.566
Afrekening service contracten -502 -894
TOTAAL LASTEN SERVICE CONTRACTEN -3.511 -3.460
De bedragen die in rekening worden gebracht voor levering en diensten en overige onroerende en roerende zaken zijn
gebaseerd op de geraamde cq werkelijke kosten. Zij worden jaarlijks, indien nodig aangepast. Jaarlijks vindt afrekening plaats
met de huurder met betrekking tot de levering en diensten over het voorgaande jaar.
29. LASTEN VERHUUR- EN BEHEERACTIVITEITEN 2018 2017
Belasting exploitatie -1.486 -1.068
Verzekeringen -113 -97
Verhuurderheffing -3.112 -2.567
Saneringsheffing -361 -
Erfpacht -494 -480
Overige directe exploitatielasten -343 -190
Toegerekende afschrijvingen - -
Toegerekende personeelskosten -1.356 -1.366
Toegerekende overige organisatiekosten - -
-7.265 -5.768
De toegerekende kosten voor personeel, overige organisatie en afschrijving heeft betrekking op de activiteiten welke gericht
zijn op de verhuur van woningen en overige verhuureenheden.
30. LASTEN ONDERHOUDSACTIVITEITEN 2018 2017
Planmatig onderhoudskosten -1.939 -2.517
Planmatig onderhoudskosten duurzaamheidsprojecten -5.501 -993
Contractonderhoud -631 -682
Reparatie onderhoud -1.824 -1.212
Mutatie onderhoud -810 -656
Dekking onderhoudsdienst 331 407
Inzet V en E meters 254 -96
Overige onderhoudskosten -320 -128
TOTAAL LASTEN ONDERHOUDSACTIVITEITEN -10.440 -5.877
De planmatig onderhoudskosten van duurzaamheid hebben betrekking op werkzaamheden welke zijn uitgevoerd als
onderdeel van het totale duurzaamheidsproject. De dekking onderhoudsdienst heeft betrekking op de interne directe uren
van de vaklieden welke onderdeel uitmaken van met name de reparatiekosten.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 85
31. OVERIGE DIRECTE OPERATIONELE LASTEN EXPLOITATIE BEZIT 2018 2017
Toegerekende afschrijvingen -251 -213
Toegerekende overige organisatiekosten -1.739 -1.750
Toegerekende personeelskosten -3.421 -3.191
-5.411 -5.154
De overige directe operationele lasten exploitatie hebben betrekking op de indirecte kosten welke op basis van de
kostenverdeelstaat zijn toegerekend naar deze activiteit.
32. NETTO VERKOOPRESULTAAT VASTGOEDBELEGGINGEN 2018 2017
Opbrengst verkopen vastgoed in exploitatie 19.737 3.533
Opbrengst verkopen vastgoed niet in exploitatie 4.457 6.627
Af: verkoopkosten -260 -
Totaal verkoopopbrengst 23.934 10.160
Boekwaarde verkopen bestaand bezit in exploitatie -55.183 -2.348
Boekwaarde verkopen vastgoed niet in exploitatie -1.808 -5.674
Toegerekende afschrijvingen -15 -12
Toegerekende personeelskosten -102 -103
Toegerekende overige organisatiekosten -201 -187
Totaal -57.309 -8.324
NETTO VERKOOPRESULTAAT VASTGOEDBELEGGINGEN -33.375 1.836
In 2018 heeft Woningstichting De Veste haar bezit in exploitatie verkocht aan een collega woningcorporatie. De boekwaarde
van het verkochte bezit op Terschelling heeft betrekking op de boekwaarde (marktwaarde in verhuurde staat) van de
verkochte verhuureenheden en de waarde van de meeverkochte activa en passiva.
AANTAL VERKOCHTE VERHUUREENHEDEN
Aantal verkopen vastgoed in exploitatie 7 204
Aantal verkopen vastgoed in exploitatie Terschelling 626 -
Aantal verkochte koopwoningen - 3
Aantal overige verkopen - 7
TOTAL AANTAL VERKOCHTE EENHEDEN 633 214
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 86
33. OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE 2018 2017
NIEUWBOUW
Haven-West 262 -591
Vlierlanden 621 -621
Tiny-houses -171 -223
Marslanden -412 -
Bransveen -184 -
Julianastraat -333 -
Vlierlanden I -114 -
Vlierlanden II -401 -
Lemelerveld -323 -
Subsidie nieuwbouwprojecten 190 -
Afwikkeling opgeleverde projecten voorgaande jaren 237 -
Overige waarde veranderingen nieuwbouw -628 -1.435
DUURZAAMHEID
15 woningen Ommen - -247
93 woningen Beerzerveld, Dedemsvaart, Lemele, Lemelerveld en Ommen - -1.453
181 woningen Beerzerveld, Balkbrug, Lemele, Lemelerveld en Ommen - 488
306 woningen Dedemsvaart - -3.359
309 woningen Beerzerveld, Lemele, Lemelerveld en Ommen -3.879 -
8 woningen Beerzerveld en Lemele -143 -
167 woningen Enschede -964 -
293 woningen Dedemsvaart, Balkbrug, Ommen, Lemele, Lemelerveld, -4.988 -
Subsidie reeds opgeleverde projecten 287 -
Overige waarde veranderingen duurzaamheid -9.687 -4.571
Investeringen van geringe omvang -150 -298
Overige waarde veranderingen activa in exploitatie -150 -298
TOTAAL OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN -10.465 -6.304
De overige waarde veranderingen van investeringen betreft het verschil tussen de verwachte netto investering (stichtingskosten)
en de verwachte marktwaarde in verhuurde staat van investering. Verantwoording van de overige waarde verandering
geschiedt op moment van interne formalisatie en externe communicatie. Bij oplevering van het project wordt de definitieve
waarde verandering bepaald op basis van de netto stichtingskosten en getaxeerde marktwaarde in verhuurde staat
(nieuwbouw). Ten aanzien van de duurzaamheidsinvesteringen wordt verondersteld dat deze geen of een gering effect
hebben op de marktwaarde in verhuurde staat en derhalve zijn deze als volledig onrendabele verwerkt.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 87
34. NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERING VASTGOEDPORTEFEUILLE
2018 2017
DAEB vastgoedbeleggingen 30.041 43.288
Niet-DAEB vastgoedbeleggingen 43 67
30.084 43.355
De niet-gerealiseerde waardeverandering van de DAEB en niet-DAEB vastgoedbeleggingen heeft betrekking op de toename
van de marktwaarde in verhuurde staat welke ten gunste komt van het resultaat. De positieve waarde ontwikkeling wordt
vooral veroorzaakt door een stijging van de waarde van het bezit in exploitatie. Voor een nadere toelichting omtrent de
uitgangspunten en verloop van de marktwaarde in verhuurde staat wordt verwezen naar de toelichting op de balans van de
vastgoedbelegging.
35. NETTO RESULTAAT OVERIGE ACTIVITEITEN 2018 2017
OPBRENGSTEN
Verontreinigings- & rioolheffing 71 85
Overige bedrijfsopbrengsten 24 25
Totaal 95 110
KOSTEN
Toegerekende afschrijving -1 -1
Toegerekende personeel -6 -6
Toegerekende overige organisatiekosten -12 -11
Totaal -19 -18
TOTAAL NETTO RESULTAAT OVERIGE ACTIVITEITEN 76 92
36. LEEFBAARHEID 2018 2017
Leefbaarheid -186 -161
-186 -161
37. ANDERE RENTEBATEN EN SOORTGELIJKE OPBRENGSTEN 2018 2017
Overige rentebaten -4 -1
TOTAAL ANDERE RENTEBATEN EN SOORTGELIJKE OPBRENGSTEN -4 -1
38. RENTELASTEN EN SOORTGELIJKE KOSTEN 2018 2017
RENTE LANGLOPENDE SCHULDEN
Leningen kredietinstellingen -4.254 -4.555
Leningen overheid - -8
Belastingrente -388 -
TOTAAL RENTELASTEN -4.642 -4.563
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 88
39. BELASTINGEN 2018 2017
Mutatie latentie belastingen -2.928 -16.222
Acute vennootschapsbelasting 2017 652 -652
Acute vennootschapsbelasting 2018 - -
TOTAAL ANDERE RENTEBATEN EN SOORTGELIJKE OPBRENGSTEN -2.276 -16.874
AANSLUITING COMMERCIEEL EN FISCAAL RESULTAATToekomstige fiscale winsten kunnen tot een bedrag van € 23.6 miljoen worden gecompenseerd met in het verleden geleden
fiscale verliezen. De effectieve belastingdruk is nihil in 2018 (2017 4,0%) en kan als volgt worden gespecificeerd.
(BEDRAGEN X € 1.000) 2018 2018 2017 2017
Commercieel resultaat voor belastingen -9.407 48.837
AF:
Niet gerealiseerde waardeveranderingen -30.084 - -43.057 -
Fiscale afschrijvingen -1.562 - -1.333 -
Vrijval langlopende leningen -97 - -87
Herinvesteringsreserve - - -242 -
Verkopen - - -985 -
Dotatie onderhoudsvoorziening - - -8.388
Subtotaal - -31.743 - -54.092
BIJ:
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille 10.465 - 6.006 -
Verkopen 5.018 - - -
Onderhoudskosten ten laste van de voorziening 2.000 - 3.473 -
Saneringssteun 361 - - -
Vrijval voorziening loopbaanontwikkelingsbudget 165 - - -
Niet aftrekbare deel gemengde kosten 9 - 9 -
Subtotaal - 18.018 - 9.488
Totaal fiscaal resultaat -23.132 4.233
Mutatie compensabele verliezen - -1.625
Totaal belastbaar bedrag -23.132 2.608
ACUTE BELASTINGEN -652 652
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 89
In onderstaand overzicht zijn de totale lonen & salarissen en overige bedrijfslasten gepresenteerd op basis van de categoriale
indeling. Afzonderlijke presentatie hiervan is van toepassing omdat deze niet in alle gevallen afzonderlijk te herleiden zijn
vanuit de winst- en verliesrekening.
LONEN & SALARISSEN 2018 2017
Salarissen -2.416 -2.450
Sociale lasten -438 -423
Pensioenen -349 -352
-3.203 -3.225
PERSONEELSBESTANDGedurende het boekjaar 2018 bedroeg het gemiddeld aantal werknemers (exclusief ingehuurd personeel) bij Woningstichting
De Veste, omgerekend naar het aantal vaste fte’s 47.0 (2017: 48.5).
PENSIOENLASTENWoningstichting De Veste heeft een pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds (SPW). De beleidsdekkingsgraad
van het SPW bedraagt per ultimo 2018 115% (2017: 116%). De geschatte beleidsdekkingsgraad is de marktwaarde van
de beleggingen uitgedrukt in een percentage van de voorziening pensioenverplichtingen volgens de grondslagen van
De Nederlandse Bank (DNB). Het minimum vereist eigen vermogen (dekkingsgraad) volgens de DNB is 125%. Als de
dekkingsgraad van een fonds te laag is, moeten pensioenfondsen maatregelen treffen. Om die reden heeft het SPW een
herstelplan ingediend bij de DNB welke in 2016 is goedgekeurd. SPW verwacht hierbij binnen 7 jaar weer een afdoende
dekkingsgraad te hebben.
Aan het personeel is een pensioen toegezegd op de pensioengerechtigde leeftijd, afhankelijk van leeftijd, salaris en
dienstjaren. Deze toegezegde pensioenregeling is verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. Voor de
pensioenregeling betaalt Woningstichting De Veste verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfonds
en verzekeringsmaatschappij.
Behalve de betaling van premies heeft Woningstichting De Veste geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze
pensioenregeling. Woningstichting De Veste heeft in geval van een tekort bij het fonds geen verplichting tot het voldoen van
aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelskosten als
deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze tot een terugstorting
leiden of tot een vermindering van toekomstige betalingen.
OVERIGE BEDRIJFSLASTEN 2018 2017
Overige personeelskosten -850 -876
Huisvestingskosten -151 -114
Bestuurskosten -105 -155
Automatiseringskosten -819 -762
Accountantskosten -254 -134
Advies -469 -487
Fusiekosten -216 -
Overige bedrijfslasten -770 -861
-3.634 -3.389
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 90
ACCOUNTANTSHONORARIA EY ACCOUNTANTSIn het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht.
BEDRAGEN X € 1.000 2018 2017
Controle van de jaarrekening 2018 120 -
Controle van de jaarrekening 2017 101 15
Controle van de jaarrekening 2016 - 110
Andere controleopdrachten 2018 10 -
Andere controleopdrachten 2017 23 -
Fiscale advisering - 2
Andere niet-controlediensten - 7
TOTAAL ACCOUNTANTSHONORARIA 254 135
De accountantskosten in 2018 hebben betrekking op de afwikkeling van boekjaar 2017 (geen transitorische post voor opgenomen) en
de accountantskosten 2018 (inclusief transitorische post).
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUMWoningstichting De Veste is op 1 januari 2019 gefuseerd met rechtspersoon Beter Wonen Vechtdal en gaat verder onder de naam
Woningstichting De Veste met als werknaam Vechtdal Wonen. Beter Wonen Vechtdal is een woningcorporatie in Hardenberg
met voornamelijk bezit in de gemeente Hardenberg en Ommen. Tot vaststelling en goedkeuring van de statutenwijziging
geldt als juridische naam “Woningstichting De Veste” en na vaststelling geldt de juridische naam “Vechtdal Wonen”. Bij deze
juridische fusie was Woningstichting De Veste de verkrijgende rechtspersoon en was Beter Wonen Vechtal de verdwijnende
rechtspersoon.
Tot en met de datum van opmaken van de jaarrekening 2018 hebben, naast de fusie, geen gebeurtenissen na balansdatum
voorgedaan.
AFZONDERLIJKE PRIMAIRE OVERZICHTEN
ALGEMEENOp grond van artikel 15 lid 2 en 4 van de Regeling toegelaten instelling volkshuisvesting 2015 heeft woningcorporatie De Veste
onderscheid aangebracht tussen diensten van algemeen economisch belang (DAEB tak) en de overige diensten (niet-DAEB
tak). Daartoe zijn een afzonderlijke balans, winst-en-verliesrekening en kasstroomoverzicht voor respectievelijk de DAEB tak
en de niet-DAEB tak opgesteld.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 91
GRONDSLAGEN VOOR SPLITSING DAEB & NIET-DAEB ACTIVITEITENIn de toelichting zijn de volgende overzichten opgenomen: balans DAEB en niet-DAEB per 31 december 2018, winst-en-
verliesrekening DAEB en niet-DAEB over 2018 en kasstroomoverzicht DAEB en niet-DAEB over 2018. Voor het boekjaar
2018 is sprake van een uitzonderingssituatie waardoor in deze overzichten geen vergelijkende cijfers over het boekjaar
2017 zijn ogenomen. Bij het opstellen van deze overzichten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
• De balans, winst-en-verliesrekening en kasstroomoverzicht is samengesteld op basis van de uitgangspunten zoals
toegepast bij het goedgekeurde scheidingsvoorstel.
• De activa en passiva posten welke betrekking hebben op de niet-DAEB tak zijn toegerekend naar de niet-DAEB balans.
• Opbrengsten en kosten worden daar waar mogelijk direct toegerekend naar de niet-DAEB tak. Dit heeft betrekking op
de huuropbrengsten en onderhoudslasten.
• Niet direct toerekenbare opbrengsten en kosten worden verdeeld op basis van een verdeelsleutel (huuropbrengst
niet-DAEB versus totaal).
• De opbrengsten en kosten van de niet-DAEB tak worden jaarlijks als betaald verondersteld (boekhoudkundig) met
uitzondering van de componenten afschrijvingen, waarde mutatie vastgoedportefeuille en boekwaarde verkocht bezit
in exploitatie. Het resultaat in de winst-en-verliesrekening (m.u.v. benoemde componenten) is derhalve gelijk aan de
exploitatiekasstroom van de niet-DAEB tak.
• De administratie van de niet-DAEB tak wordt beheerd door de DAEB-tak waarbij de transacties lopen via de DAEB-tak
en vervolgens extracomptabel worden verwerkt in de verantwoording.
BALANS PER 31 DECEMBER 2018 VAN DAEB EN NIET-DAEB(BEDRAGEN X € 1.000) NA RESULTAATBESTEMMING
ACTIVA DAEB NIET-DAEB
VASTGOEDBELEGGINGEN
DAEB vastgoed in exploitatie 444.470 -
Niet-DAEB vastgoed in exploitatie - 7.517
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 266 -
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 14 -
444.750 7.517
MATERIËLE VASTE ACTIVA
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 2.911 -
2.911 -
FINANCIËLE VASTE ACTIVA
Deelneming 10 -
Latente belastingvorderingen 2.661 -
Netto vermogenswaarde niet-DAEB 12.706 -
15.377 -
TOTAAL VASTE ACTIVA 463.038 7.517
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 92
VLOTTENDE ACTIVA
VOORRADEN
Vastgoed bestemd voor verkoop 306 84
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop - -
Overige voorraden 95 30
401 114
VORDERINGEN
Huurdebiteuren 505 -
Gemeenten 139 -
Belastingen en premies sociale verzekeringen 3.474 -
Overige vorderingen 4.562 -
Overlopende activa 448 -
9.128 -
Liquide middelen 1.059 5.779
Totaal vlottende activa 10.588 5.893
TOTAAL ACTIVA 473.626 13.410
PASSIVA DAEB NIET-DAEB
EIGEN VERMOGEN
Overige reserves 190.211 11.147
Herwaarderingsreserve 174.770 1.559
364.981 12.706
VOORZIENINGEN
Voorziening onrendabele investeringen 6.353 -
Overige voorzieningen 2.128 -
Totaal voorzieningen 8.481 -
LANGLOPENDE SCHULDEN
Leningen overheid en kredietinstellingen 92.810 -
Waarborgsommen 950 -
Totaal langlopende schulden 93.760 -
KORTLOPENDE SCHULDEN
Schulden aan kredietinstellingen 1.782 -
Schulden aan leveranciers 1.483 -
Belastingen en premies sociale verzekeringen 298 -
Overlopende passiva en overige schulden 2.841 704
Totaal langlopende schulden 6.404 704
TOTAAL PASSIVA 473.626 13.410
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 93
WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2018 VAN DAEB EN NIET-DAEB
(BEDRAGEN X € 1.000) DAEB NIET-DAEB
Huuropbrengsten 31.469 738
Opbrengsten servicecontracten 3.323 78
Overige opbrengst exploitatie bezit 124 -
Lasten servicecontracten -3.432 -79
Lasten verhuur- en beheeractiviteiten -7.183 -82
Lasten onderhoudsactiviteiten -10.220 -220
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit -5.288 -123
Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille 8.793 312
Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille 18.716 5.478
Directe lasten verkoop vastgoedportefeuille -209 -51
Toegerekende organisatiekosten -110 -208
Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille -52.997 -3.994
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille -34.600 1.225
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille -10.465 -
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 30.041 43
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille VOV - -
Waardeveranderingen vastgoedbeleggingen 19.576 43
Opbrengst overige activiteiten 95 -
Kosten overige activiteiten -19 -
Nettoresultaat overige activiteiten 76 -
Leefbaarheid -186 -
BEDRIJFSRESULTAAT -6.341 1.580
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 129 -
Rentelasten en soortgelijke kosten -4.642 -133
Saldo financiële baten en lasten -4.513 -133
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN -10.854 1.447
Belastingresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening -2.276 -
Resultaat niet-DAEB 1.447 -
RESULTAAT NA BELASTINGEN -11.683 1.447
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 94
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2018 VAN DAEB EN NIET-DAEB
DIRECTE METHODE (BEDRAGEN X € 1.000) DAEB NIET-DAEB
Huuropbrengsten 31.777 738
Vergoedingen 3.322 78
Rente ontvangsten lening niet-DAEB 133 -
Totaal ingaande operationele kasstromen 35.232 816
Erfpacht -484 -2
Personeel -3.405 -137
Onderhoudsuitgaven -10.951 -220
Overige bedrijfsuitgaven -8.742 -328
Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van het resultaat -386 -9
Verhuurderheffing -3.112 -
Leefbaarheid externe uitgaven -19 -
Rente uitgaven -4.935 -
Rente uitgaven lening DAEB - -133
Vennootschapsbelasting -3.327 -
Totaal uitgaande operationele kasstromen -35.361 -829
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN -129 -13
Verkoopontvangsten bestaande huur, woon- en niet woongelegenheden 9.674 1.021
Verkoopontvangsten grond - 4.457
Tussentelling ingaande kasstroom MVA 9.674 5.478
Uitgaven nieuwbouw huur, woon- en woongelegenheden -2.527 -
Uitgaven woningverbeteringen -9.213 -
Investeringen overig -294 -
Externe kosten verkoop -210 -51
Tussentelling uitgaande kasstroom MVA -12.244 -51
SALDO KASSTROOM UIT (DES)INVESTERINGEN -2.570 5.427
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 95
Ontvangsten aflossingen interne lening 6.647 6.647
Saldo kasstroom financiële vaste activa 6.647 6.647
Kasstroom uit (des)investering 4.077 4.077
Nieuwe te borgen leningen 12.000 -
Aflossing interne lening DAEB - -6.647
Aflossingen geborgde leningen -16.911 -
Financieringskasstromen -4.911 -6.647
TOENAME / AFNAME GELDMIDDELEN -963 -1.233
AANSLUITING GELDMIDDELEN
1 januari 2.022 7.012
31 december 1.059 5.779
MUTATIE GELDMIDDELEN -963 -1.233
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 96
OVERIGE TOELICHTINGEN
BEZOLDIGINGSINFORMATIE O.G.V. DE WET NORMERING TOPINKOMENSOp 1 januari 2013 is de Wet normering topinkomsten (WNT) in werking getreden. De WNT is van toepassing op De Veste.
Het voor De Veste toepasselijk bezoldigingsmaximum is in 2018 € 156.000 (2017 € 151.000) (klasse F).
BEZOLDIGING LEIDINGGEVENDE TOPFUNCTIONARIS
2018 (BEDRAGEN X € 1) RIENK VAN DER MEULEN JANINE GODDERIJ
Functiegegevens Bestuurder ai Bestuurder
Aanvang en einde functievervulling in 2018 01/05 – 31/12 01/01 – 30/04
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,0 1,0
Dienstbetrekking? ja ja
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen € 73.952 € 39.441
Beloningen betaalbaar op termijn € 11.298 € 6.680
Subtotaal € 85.250 € 46.121
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t. N.v.t.
Totale bezoldiging € 85.250 € 46.121
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 104.712 € 51.288
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t.
2017 (BEDRAGEN X € 1) JANINE GODDERIJ
FUNCTIEGEGEVENS
Aanvang en einde functievervulling in 2018 01/01 – 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,0
Dienstbetrekking? ja
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen € 118.325
Beloningen betaalbaar op termijn € 19.614
Subtotaal € 137.939
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t.
Totale bezoldiging € 137.939
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 151.000
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 97
BEZOLDIGING TOEZICHTHOUDENDE TOPFUNCTIONARISSEN
2018 (BEDRAGEN X €1) JAN VAN WALSEM HENNY OLDE MEULE GERRIT BLOEMINK
FUNCTIEGEGEVENS
Aanvang en einde functievervulling 01/01-31/12 01/01-31/12 01/01-31/12
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbareonkostenvergoedingen € 17.550 € 11.700 € 11.700
-/- Onverschuldigd betaald en nogniet terugontvangen bedrag N.v.t N.v.t N.v.t
TOTALE BEZOLDIGING € 17.550 € 11.700 € 11.700
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 23.400 € 15.600 € 15.600
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t N.v.t N.v.t
Toelichting op de vordering wegensonverschuldigde betaling N.v.t N.v.t N.v.t
2018 (BEDRAGEN X €1) ANNALIZE VAN DER HOLST-VOS JAAP DEN BAKKER
FUNCTIEGEGEVENS
Aanvang en einde functievervulling 01/01-31/12 01/04-31/12
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbareonkostenvergoedingen € 11.700 € 8.775
-/- Onverschuldigd betaald en nogniet terugontvangen bedrag N.v.t N.v.t
TOTALE BEZOLDIGING € 11.700 € 8.775
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 15.600 € 11.753
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t N.v.t
Toelichting op de vordering wegensonverschuldigde betaling N.v.t N.v.t
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 98
2017 (BEDRAGEN X €1) JAN VAN WALSEM HENNY OLDE MEULE GERRIT BLOEMINK
FUNCTIEGEGEVENS
Aanvang en einde functievervulling 01/01-31/12 01/01-31/12 01/01-31/12
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbareonkostenvergoedingen 16.988 € 11.325 € 11.325
-/- Onverschuldigd betaald en nogniet terugontvangen bedrag N.v.t N.v.t N.v.t
TOTALE BEZOLDIGING 16.988 € 11.325 € 11.325
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 22.650 € 15.100 € 15.100
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t N.v.t N.v.t
Toelichting op de vordering wegensonverschuldigde betaling N.v.t N.v.t N.v.t
2017 (BEDRAGEN X €1) ANNALIZE VAN DER HOLST-VOS WIM DANKELMAN
FUNCTIEGEGEVENS
Aanvang en einde functievervulling 01/01-31/12 01/01-30/06
BEZOLDIGING
Beloning plus belastbareonkostenvergoedingen € 11.325 € 5.663
-/- Onverschuldigd betaald en nogniet terugontvangen bedrag N.v.t N.v.t
TOTALE BEZOLDIGING € 11.325 € 5.663
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 15.100 € 15.100
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t N.v.t
Toelichting op de vordering wegensonverschuldigde betaling N.v.t N.v.t
De totale bezoldiging aan de Raad van Commissarissen bedroeg € 61.425 (2017: € 56.626). Er zijn geen functionarissen
die in 2018 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen of waarvoor in eerdere jaren een
vermelding op grond van de WPOT (Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens) of WNT heeft
plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Ook zijn er in 2018 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald
die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 99
ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING
De jaarrekening van voormalig Woningstichting De Veste is opgesteld door het bestuur op 26 maart 2019.
Origineel getekend door:
RIENK VAN DER MEULEN CEES NABERMAN
Directeur-bestuurder a.i. Directeur-bestuurder a.i.
RAAD VAN COMMISSARISSENDe jaarrekening is vastgesteld door de raad van commissarissen op 7 mei 2019.
Origineel getekend door:
JAN VAN WALSEM HENNY OLDE MEULE
GERRIT BLOEMINK ANNALIZE VAN DER HOLST-VOS
JAAP DEN BAKKER NETTY WAKKER
MEINE FERNHOUT,
Voorzitter
Jaarverslag 2018 9 | De jaarrekening 100
OVERIGE GEGEVENS
STATUTAIRE REGELING BETREFFENDE DE BESTEMMING VAN HET RESULTAATIn de statuten van Woningstichting De Veste zijn geen bepalingen opgenomen aangaande de resultaatbestemming.
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANTDe onafhankelijke accountant heeft een goedkeurende controleverklaring afgegeven bij het jaarverslag 2018.
DE VESTEBellen (0529) 45 25 88
Faxen (0529) 45 56 05
Mailen [email protected]
Online www.veste.nl
Schrijven
Postbus 132, 7730 AC Ommen
Bezoeken
Eskampweg 1, 7731 TA Ommen
Openingstijden
Maandag t/m donderdag: 08.00 - 16.30 uur
Vrijdag: 08.00 - 12.30 uur