Jaarverslag 2016 OE Interne Geneeskunde - MSB Jonkerbosch · Sanne Heijmans 1 Adrie Lettink 1 Teske...

16
Jaarverslag OE IG Pagina | 1 Jaarverslag 2016 OE Interne Geneeskunde M.Berends M.A.G.J. Ten Dam A.S.M. Dofferhoff M.C.J. Ixkes S. Janssen S.D.P.W.M. de Jonge Peeters N.G. Laurens J.J.J.P.M. V.d. Leur C.M.P.W. Mandigers J.R. Meinardi C.G. ter Meulen M.J.T.M. Mol M. Oosterveld T. Sprong D.J. Van Spronsen B.A.J. Veldman

Transcript of Jaarverslag 2016 OE Interne Geneeskunde - MSB Jonkerbosch · Sanne Heijmans 1 Adrie Lettink 1 Teske...

Jaarverslag OE IG Pagina | 1

Jaarverslag 2016 OE Interne Geneeskunde

M.Berends M.A.G.J. Ten Dam A.S.M. Dofferhoff M.C.J. Ixkes

S. Janssen S.D.P.W.M. de Jonge

Peeters

N.G. Laurens J.J.J.P.M. V.d. Leur

C.M.P.W. Mandigers J.R. Meinardi C.G. ter Meulen M.J.T.M. Mol

M. Oosterveld T. Sprong D.J. Van Spronsen B.A.J. Veldman

Jaarverslag OE IG Pagina | 2

Voorwoord

Voor u ligt het jaarverslag van de organisatorische eenheid Interne Geneeskunde. We zijn een van de

grootse poortspecialismen en hebben een spilfunctie in de ziekenhuis zorg. We zijn verantwoordelijk

voor een groot deel van de acute en chronische patiënten zorg en daarnaast zijn we als groep ook erg

actief in nevenfuncties zowel binnen als buiten het ziekenhuis. Opleiding en onderzoek staat bij ons

hoog in het vaandel. We zijn actief betrokken bij de eerste lijn en werken samen met veel huisartsen,

we brengen zelfs internistische zorg naar de huisarts praktijk. Een paar pareltjes van het afgelopen

jaar:

Hoewel het Bernhove Ziekenhuis er reclame mee maakt, hebben wij het allang: een internist die

overdag op de eerste hulp aanwezig is en efficiënte zorg levert aan de poort. Als internisten

realiseren we ons het belang van de SEH als poort van het ziekenhuis waar kritieke zorg wordt

geleverd. We hopen dat we in de toekomst hier verder mee kunnen gaan bouwen.

In nauwe samenwerking met de afdeling Interne Geneeskunde biedt de afdeling reumatologie van de

Sint Maartenskliniek rheumatologische zorg in het CWZ. Dit is een aanwinst voor het CWZ en we

kijken uit naar ene goede samenwerking op dit vlak.

Als OE zijn we betrokken bij de opzet van het borstkankercentrum Nijmegen en hopen dat deze

ontwikkeling in 2017 zich zal uitkristalliseren tot een regionaal centrum voor de mammazorg.

Als OE zijn we begonnen met opstarten implementatie van het EPD. Met enige spanning zien we aan

hoe dit in 2017 zich gaat ontwikkelen tot de live-gang op 8 december 2017.

Aandachtspunten van 2016 die we meenemen in 2017 zijn:

De beddenproblematiek met veel verkeerd bed patiënten / gasten op de afdeling. Dit is een

bedreiging voor onze zorg en werkt niet efficiënt. Tot op heden is geen goede oplossing gevonden

voor dit probleem. Als afdeling interne geneeskunde zetten we nu in op strakker sturen en werken

we mee aan het opzetten van een AOA.

Een deel van het jaar was er te weinig radiologiecapaciteit met als gevolg lange wachttijden. Helaas

heeft deze situatie zich in 2017 herhaald. We hopen dat in de verdere toekomst maatregelen

genomen gaan worden om dit zo veel mogelijk te voorkomen.

Tot slot: toch onverwacht heeft Dick-Johan van Spronsen (internist-hematoloog) een carrièreswitch

gemaakt en heeft een nieuwe betrekking gevonden bij het Radboudumc. Dit zal de samenwerking

met het Radboudumc nog beter maken. Gelukkig hebben we in de persoon van Suzan de Jonge-

Peters een uitstekende nieuwe hematoloog weten aan te trekken om ons team te versterken.

Concluderend mogen we met trots terugkijken op de resultaten die we met zijn allen in 2016 hebben

geleverd.

Met vriendelijke groet, Tom Sprong, internist-infectioloog, Medisch manager

Jaarverslag OE Pagina | 3

Samenstelling OE

Maten

Naam FTE

Mw. M. Berends 0.8

Dr. ten Dam 0.9

Dr. Dofferhoff 1

Mw. M. Ixkes 0.8

Dr. S. Janssen 0.9

Mw. N. Laurens 0.9

J. v.d. Leur 1

Mw. Dr. C. Mandigers 0.6

Dr. J. Meinardi 0.8

Dr. R. ter Meulen 0.9

Dr. M. Mol 1

Mw. Dr. M. Oosterveld 0.8

Dr. T. Sprong 0.8

Dr. B. Veldman 0.9

Dr. D.J. van Spronsen (tot 1 juli) 0.8

Mw. Dr. de Jonge Peeters (vanaf 1 juli) 0.8

Chefs de clinique

Naam FTE

Mw. J. Reijnierse 0.5

Dr. B. Rodenburg (januari/februari) 0.8

Mw. B. Kleijnen (vanaf 1 juli) 0.6

Dr. v. Hoessel (juli/augustus) 0.4

AIOS / ANIOS

Naam FTE

G. Hoogzaad 1

A. Hoppenbrouwers 1

Mirjam Dautzenberg 1

Charlotte van der Heijden 1

Sanne Heijmans 1

Adrie Lettink 1

Teske Schoffelen 0.8

Melissa Resodikromo 1

Anne Exterkate 1

Jorieke Konijnenbelt 1

Jaarverslag OE IG Pagina | 4

Ilvy van Grimbergen 1

Michiel Zijlker 1

Celine Langenhof 1

Kalijn Bol 0.8

Marleen Duizer 1

Lars van Heijningen 1

Joyce Hogebrug 1

Sytske Jansen 1

Stephan Keijmel 1

Jordy Kerkhoff 1

Tanja Dekkers 0.8

Geke v.d. Elsen 1

Harvey Fijn 1

Jolien van Heek 1

Noortje v. Herwaarden 0.8

Dasha Osipova 0.8

Lonneke Paasse 0.8

Sophie Popma 1

Doreen Schutte 0.8

Anouk Spaanderman 1

Iris Storms 1

Maartje Verploegen 1

Philip Voets 1

Annemiek Wolters 1

Dide den Hollander 1

PA’s / VS

Naam FTE

F. Alofs (NP) 0,78

M. Boom (NP) 1

H. Fliervoet (NP) 1

S. Cranenbroek (PA) 0,83

Jaarverslag OE IG Pagina | 5

Samenwerking Samenwerking in de regio We werken samen met Radboudumc oncologie, hematologie, infectieziekten, HIV, en nefrologie voor o.a. niertransplantatie. We werken nauw samen met de huisartsen in en buiten onze regio.

Transmurale samenwerking Huisartsen kunnen via het ICT-programma ZorgDomein, consulten aanvragen voor nefrologie, endocrinologie en diabetologie. We zien een lichte toename van het aantal teleconsulten. We nemen deel aan consultatie in de eerste lijn, met name gericht op de zorgstandaard cardiovasculair risico management. We werken met intraveneuze Poliklinische Antimicrobiële Therapie (iPAT). Dit betekent dat patiënten die voorheen in het ziekenhuis moesten blijven voor antibiotica behandeling via het infuus, nu thuis, of in het eigen verpleeghuis behandeld kunnen worden. We nemen deel aan patiëntoverleg met huisartsen. Dit wordt zeer gewaardeerd door de huisartsen en de patiënten.

Kwaliteit Klanttevredenheidsonderzoek Met name poliklinisch scoort Interne Geneeskunde CWZ zeer hoog. Klinisch is de score iets lager dan gemiddeld. Kamer en verblijf, rust/privacy en opname via SEH zijn verbeterpunten. Hier wordt aan gewerkt. Zo wordt er een aantal éénpersoonskamers bij gemaakt. De toegangstijden zijn kort en vallen binnen de treeknorm. Op Zorgkaart Nederland hebben veel patiënten grote waardering uitgesproken voor de internistische zorg in het CWZ!

Kwaliteitsregistratie

OE IG is in 2013 gevisiteerd door de Nederlandse Internisten Vereniging. Het forum visitatorum heeft

in een positief rapport haar waardering uitgesproken en geconstateerd dat de Internisten CWZ

voldoen aan de ‘Kwaliteitsnormen Praktijkvoering interne geneeskunde’. Waardevolle aanbevelingen

zijn gedaan, welke inmiddels opgevolgd en geëvalueerd zijn. De volgende visitatie vindt plaats in 2018.

Jaarverslag OE IG Pagina | 6

Overdracht van zorg

In 2016 hebben we ervoor gezorgd, dat de informatie-overdracht bij ontslag van een patiënt óp het

moment van ontslag en volledig digitaal verzonden wordt naar de opvolgend zorgverlener. Dit tot

grote tevredenheid van de patiënten en alle partners in zorg.

Voor de poliklinische overdracht wordt dit aanvang 2018 georganiseerd bij invoering van het

elektronisch patiënten dossier.

Klachten Er zijn in 2016 20 klachten gemeld bij de klachtenfunctionaris, welke in samenspraak met de klager

afgehandeld zijn: 2 meldingen over de dagbehandeling oncologie, 7 over de polikliniek interne

geneeskunde, 9 over de vakgroep interne geneeskunde, 1 over de verpleegafdeling interne

geneeskunde en 1 over de verpleegafdeling oncologie.

Alle klachten worden in het maandelijks overleg van de OE Interne Geneeskunde besproken en de

informatie wordt gebruikt om de zorg- en of dienstverlening te verbeteren.

Complicaties

In 2016 zijn er 18 complicaties gemeld. De complicaties werden per kwartaal besproken. Hierbij werd

gerouleerd over de onderwerpen betreffende de oncologie, de nefrologie, en infectieziekten-

endocrinologie-vasculaire geneeskunde. Er werd hierbij een analyse gegeven van de complicatie aan

de hand van onder meer de richtlijnen.

A&A De internisten hebben deelgenomen aan A&A-trajecten.

Innovatie

De blijvende ‘drive’ van de OE Interne Geneeskunde om de zorg beter en efficiënter te maken zorgt

ervoor dat we als afdeling continue innovatief bezig zijn. Hierbij liggen de accenten op nieuwe

medische ontwikkelingen (bijvoorbeeld: betere behandelingen in de oncologie, nieuwe medicatie voor

chronische hepatitis), verplaatsing van zorg van tweede naar eerste lijn (bijvoorbeeld telenefrologie,

thuis intraveneuze antibiotica (iPAT), transmurale oncologie) en het verbeteren van de kwaliteit van

zorg (indicatoren, integraal risicomanagement). Ook het doen van succesvol wetenschappelijk

onderzoek draagt bij aan onze mogelijkheid om te blijven innoveren. De goede samenwerking met de

Santeon ziekenhuizen en het Radboudumc is ook vooral gericht op het kunnen blijven verbeteren van

de zorg. In de toekomst zal ICT een steeds belangrijkere rol gaan spelen in de zorg, en als OE Interne

Geneeskunde willen we ook hierin voorop blijven lopen.

Jaarverslag OE IG Pagina | 7

Opleiden en wetenschap

Opleiden De totale opleiding tot internist duurt 6 jaar, waarvan men maximaal 4 jaar in het CWZ kan doorlopen.

In de regel wordt de AIOS gemiddeld 3 jaar opgeleid in het CWZ en 3 jaar in het Radboudumc. Tijdens

de opleiding krijgen de AIOS de gelegenheid zich de competenties van de internist eigen te maken, in

samenwerking met de opleidingsregio Nijmegen.

Met de introductie van de individualisering van de opleidingsduur zal de opleiding met gemiddeld

7 maanden worden ingekort waarvan gemiddeld 4 maanden korting wordt toegekend in het perifere

deel van de opleiding. In 2015 en zeker in 2016 begonnen we de gevolgen van parttime werken en

verkorting van de opleidingsduur te merken. De continuïteit van het AIOS-bestand is niet meer

gewaarborgd, waardoor we in toenemende mate terugvallen op het inzetten van bijvoorbeeld ANIOS

om de bedrijfsvoering te waarborgen en opleidingen een optimaal aanbod van stages te blijven

bieden.

Om de administratieve druk op de assistenten op de spoedeisende hulp ’s avonds te verminderen en

daarmee de kwaliteit van zorg te verhogen, hebben we geparticipeerd in een landelijke pilot waarbij

scribes zijn ingezet. De scribes, geneeskunde studenten, ondersteunen de assistenten met het

verrichten van administratieve werkzaamheden waardoor AIOS meer tijd hebben voor

patiëntencontact. Omdat we er van overtuigd zijn geraakt dat dit de dienst voor de assistenten minder

belastend maakt heeft de opleidingsgroep besloten op eigen kosten het project met de scribes te

continueren.

De opleiding interne geneeskunde bestaat van oudsher naast het eerste jaar algemeen interne

geneeskunde uit het volgen van stages in delen van het vakgebied gedurende zes jaar. Het opleiden

vindt met name op de werkplek plaats, tijdens de patiëntenzorg. De stages beschrijven samen het

gehele vakgebied interne geneeskunde en vormen de kern van de verplichte leermiddelen. Zij zijn op

de werkvloer voor de AIOS herkenbaar aan de aard van de betrokken patiëntenpopulaties. Alle stages

bieden de mogelijkheid tot het groeien in de diverse competenties. Verplicht voor alle AIOS Interne is

het eerste jaar algemeen interne geneeskunde Daarna zijn er verplichtingen die per specialisatie

kunnen verschillen. Aan de verplichte stage in het eerste jaar worden leerdoelen gekoppeld, die dus

door alle AIOS moeten worden behaald. De overige leerdoelen zijn verdeeld over de stages na het

eerste opleidingsjaar (deels stage en deels opleidingsjaar gebonden). De stages worden vooral

gekenmerkt door de competentie medisch handelen (welke vertaald is in specifieke klinische

presentaties). De AIOS neemt tijdens de stages deel aan de relevante opleidingsmomenten waar hij op

dat moment stage loopt. De planning hiervan is verschillend per stageperiode. Sommige activiteiten

Jaarverslag OE IG Pagina | 8

zullen specifiek aandacht aan het leren besteden, dit zijn met name de onderwijsmomenten. Tijdens

deze opleidingsactiviteiten komen verschillende zaken aan de orde die door een supervisor

beoordeeld kunnen worden. Voor de ontwikkeling van kennis en wetenschap wordt onder andere

gebruik gemaakt van referaten, probleempatiëntbespreking en CAT. Door de groeicurve van de AIOS

gedurende de gehele opleiding wordt het niveau van en medisch specialist bereikt voor alle

competenties. Deze groei wordt bewaakt in de voorgangsgesprekken tussen opleider en AIOS.

Verslaglegging en documentatie ten aanzien van deze groei zijn terug te vinden in het portfolio van de

AIOS. De AIOS bespreekt de voor hem geldende leerdoelen per stage tevoren de supervisor die de

betreffende stage begeleidt in een beging-stage-blokgesprek. Bijzondere aandacht dient hierbij uit te

gaan naar de individuele leerdoelen. Deze worden vastgesteld tijdens het voortgangsgesprek met de

opleider. Zo wordt niet nodeloos veel energie gestoken in competenties die al op het nodige niveau

blijken te zijn ontwikkeld en slechts “periodiek onderhoud’ behoeven. Tevens wordt extra aandacht

besteed aan achterblijvende competenties, zodat een evenwichtig competentieprofiel ontstaat tijdens

de opleiding. Van de AIOS wordt verwacht dat er een toename plaatsvindt in het zelfstandig

functioneren (afname supervisie) in steeds complexere situaties. Het kennen van eigen grenzen (en

daarmee tijdig inschakelen van hulp) zijn belangrijke competenties die gedurende de opleiding

ontwikkeld worden.

Om de mate van zelfstandigheid nog beter te kunnen bepalen en de voortgang van het kennis en

kunde niveau van een AIOS nog beter te kunnen volgen is in 2016 een begin gemaakt met het werken

met EPA’s (entrustable professional activitities). De eerste EPA’s zijn in pilotvorm uitgeprobeerd en

betroffen de EPA’s 1 jr algemene interne (verdeeld over 4 EPA’s), de EPA poliklinishc werken,

consulten en IC. De eerste ervaringen zijn positief als het gaat over het concreet maken van

activiteiten die een AIOS met een bepaalde maat van zelfstandigheid kan uitvoeren. Momenteel wordt

er gewerkt aan een nieuw regionaal en lokaal opleidingsplan waarin deze EPA’s een duidelijke positie

gaan krijgen.

Naast de eerder erkende stages: algemeen interne geneeskunde, poliklinisch werken, consultatief

werken en intensive care hebben we sinds kort ook erkenning gekregen voor de differentiatiestages

infectieziekten, microbiologie en nefrologie. Ook is er een begin gemaakt naar het verkrijgen van de

differentiatiestage acute geneeskunde. Naar verwachting zal dit in 2017 operationeel zijn.

Wetenschap

Vanuit de OE Interne Geneeskunde wordt onderzoek erg belangrijk gevonden. Dit blijkt uit het feit dat

we al jaren in de top staan van het CWZ qua wetenschapsoutput. Ook in 2016 waren er weer diverse

publicaties vanuit onze afdeling, waaronder > 10 peer reviewed publicaties en betrokkenheid bij

> 10 multi-centre trials. Daarnaast waren we betrokken bij 2 promotietrajecten van AIOS, bij 2 was een

internist co-promotor. Er is een maandelijkse wetenschapsbespreking, waarbij de focus ligt op

onderwijs over het doen van onderzoek. Deze bespreking fungeert voor AIOS en internisten als

vliegwiel voor het opstarten van nieuw onderzoek.

Jaarverslag OE IG Pagina | 9

Publicaties

1. Virological responses to lamivudine or emtricitabine when combined with tenofovir and a protease inhibitor in treatment-naïve HIV-1-infected patients in the Dutch AIDS Therapy Evaluation in the Netherlands (ATHENA) cohort. Rokx C, Gras L, van de Vijver D, Verbon A, Rijnders B; ATHENA National Observational Cohort Study. HIV Med. 2016 Sep;17(8):571-80. doi: 10.1111/hiv.12355. Epub 2016 Feb 4.

2. Cumulative and current exposure to potentially nephrotoxic antiretrovirals and development of chronic

kidney disease in HIV-positive individuals with a normal baseline estimated glomerular filtration rate: a prospective international cohort study. Mocroft A, Lundgren JD, Ross M, Fux CA, Reiss P, Moranne O, Morlat P, Monforte Ad, Kirk O, Ryom L; Data Collection on Adverse events of Anti-HIV Drugs (D:A:D) Study.. Lancet HIV. 2016 Jan;3(1):e23-32. doi: 10.1016/S2352-3018(15)00211-8. Epub 2015 Nov 17.

3. Factors associated with presenting late or with advanced HIV disease in the Netherlands, 1996-2014:

results from a national observational cohort. Op de Coul EL, van Sighem A, Brinkman K, van Benthem BH, van der Ende ME, Geerlings S, Reiss P; ATHENA National Observational HIV Cohort.. BMJ Open. 2016 Jan 4;6(1):e009688. doi: 10.1136/bmjopen-2015-009688.

4. Ribavirin concentration determines treatment success of first-generation DAA-based chronic HCV

therapy. De Kanter CT, Buti M, DeMasi R, Ouwerkerk-Mahadevan S, Dofferhoff AS, Witek J, Drenth JP, Zeuzem S, Burger DM. Antivir Ther. 2016;21(2):153-9. doi: 10.3851/IMP2994. Epub 2015 Sep 17.

5. Short-term weight gain after antiretroviral therapy initiation and subsequent risk of cardiovascular

disease and diabetes: the D:A:D study. Achhra AC, Mocroft A, Reiss P, Sabin C, Ryom L, de Wit S, Smith CJ, d'Arminio Monforte A, Phillips Weber R, Lundgren J, Law MG; D:A:D Study Group.. HIV Med. 2016 Apr;17(4):255-68. doi: 10.1111/hiv.12294. Epub 2015 Jul 28.

6. Angiotensin II-Receptor Inhibition With Candesartan to Prevent Trastuzumab-Related Cardiotoxic Effects

in Patients With Early Breast Cancer: A Randomized Clinical Trial. Boekhout AH, Gietema JA, Milojkovic Kerklaan B, van Werkhoven ED, Altena R, Honkoop A, Los M, Smit WM, Nieboer P, Smorenburg CH, Mandigers CM, van der Wouw AJ, Kessels L, van der Velden AW, Ottevanger PB, Smilde T, de Boer J, van Veldhuisen DJ, Kema IP, de Vries EG, Schellens JH. JAMA Oncol. 2016 Aug 1;2(8):1030-7. doi: 10.1001/jamaoncol.2016.1726.

7. Upfront Genotyping of DPYD*2A to Individualize Fluoropyrimidine Therapy: A Safety and Cost Analysis.

Deenen MJ, Meulendijks D, Cats A, Sechterberger MK, Severens JL, Boot H, Smits PH, Rosing H, Mandigers CM, Soesan M, Beijnen JH, Schellens JH. J Clin Oncol. 2016 Jan 20;34(3):227-34. doi: 10.1200/JCO.2015.63.1325. Epub 2015 Nov 16.

8. A comparison of the diagnostic value of MRI and 18F-FDG-PET/CT in suspected spondylodiscitis.

Smids C, Kouijzer IJ, Vos FJ, Sprong T, Hosman AJ, de Rooy JW, Aarntzen EH, de Geus-Oei LF, Oyen WJ, Bleeker-Rovers CP. Infection. 2017 Feb;45(1):41-49. doi: 10.1007/s15010-016-0914-y. Epub 2016 Jun 17.

Jaarverslag OE IG Pagina | 10

9. [Spondylodiscitis in the elderly].

Kerkenaar ME, van Marum RJ, Sprong T, Bootsma JE. Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:A9375. Dutch.

10. Serum concentrations of amoxicillin in neonates during continuous intravenous infusion.

van Boekholt A, Fleuren H, Mouton J, Kramers C, Sprong T, Gerrits P, Semmekrot B. Eur J Clin Microbiol Infect Dis. 2016 Jun;35(6):1007-12. doi: 10.1007/s10096-016-2630-z. Epub 2016 Apr 2.

11. Genetic variation in TLR10 is not associated with chronic Q fever, despite the inhibitory effect of TLR10

on Coxiella burnetii-induced cytokines in vitro. Ammerdorffer A, Stappers MH, Oosting M, Schoffelen T, Hagenaars JC, Bleeker-Rovers CP, Wegdam-Blans MC, Wever PC, Roest HJ, van de Vosse E, Netea MG, Sprong T, Joosten LA.

12. [Proton pump inhibitors: not as safe as they seem].

van Herwaarden N, Bos JM, Veldman B, Kramers C. Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160(0):D487. Dutch.

Jaarverslag OE IG Pagina | 11

Productiecijfers OPERATIONEEL

Parameter Logex FY 2015 Logex FY 2016 Trend Trend BM

Unieke patienten 16.221 16.245 0 % +2 %

Totaal polikliniek 58.878 58.735 0 % +6 %

Eerste bezoeken 9.698 9.860 2 % 0 %

herhaalbezoeken 31.234 30.529 -2% 1 %

MDO 2.586 2.787 8% +56 %

ICC 438 394 -10 % - 7%

medebehandeling 3.714 3.589 -3 % 3 %

teleconsulten 11.208 11.576 3 % 25%

Kliniek 8.252 8.457 2 % 0 %

opnames 2.634 2.593 -2 % -1 %

dagopnames 5.618 5.864 4% 0 %

verpleegdagen 17.832 18.063 1 % 0 %

OUTPUT

Normuren 38.694 36.894 -5 % 1 %

Afgesloten zorgproducten 34.793 34.906 0 % 4%

ZP per patient 2.14 2.15 0 2%

Normtijd / ZP 65 62 -5 % -3 %

Jaarverslag OE IG Pagina | 12

EFFICIENCY

herhaalfactor 1.48 1.25 -15 % -16%

teleconsulten 0.33 0.25 -25 % -14 %

Verbruik kliniek

Verpleegdagen 18.247 17.799 -2 % -2 %

Dagverplegingen 5.887 5.835 -1 % -4 %

Gemiddelde ligduur 6.79 6.87 +1% +3%

Gebruik Ondersteuning

Radiologie 4.029 3.997 -1 % -5 %

Laboratorium 3.766 3.454 -8 % -16 %

Analyse Logex De OE Interne Geneeskunde is de grootst vakgroep binnen het JMSBN. De productie laat in 2016 een stabiel niveau zien, waarbij er kleine verschuivingen zijn van zwaardere naar lichtere zorg. Dit uit zich in een toename van het aantal patiënten, waarbij de herhaalfrequentie afneemt, en er een verschuiving van klinisch naar poliklinisch optreedt. De OE Interne Geneeskunde laat een efficiënte bedrijfsvoering zien, waarbij het aantal onderzoeken duidelijk lager is dan de benchmark: laboratorium -23 % t.o.v. benchmark, radiologie -5% t.o.v. benchmark. Ook het gebruik van kliniek en ondersteuning ligt onder de benchmark. Herhaalfactor voor poliklinische patiënten ligt iets hoger dan de benchmark, maar dat kan verklaard worden door de efficiëntere bedrijfsvoering qua onderzoek en ondersteuning.

Jaarverslag OE IG Pagina | 13

Nevenactiviteiten Marieke Berends

Oncologiebespreking

Uro-oncologie bespreking

MDO Slokdarmcentrum Oost-Nederland (SCON)

Werkgroep Transmurale zorg; transitie oncologische zorg

Stuurgroep SCON

Value Based Health Care prostaat

Redactie website Nederlandse vereniging medische Oncologie (NVMO)

IKNL tumorwerkgroep Gastro-enterologie

Werkgroep invoering EPD OE IG

Marc ten Dam

Lid kerngroep en adviseur A&A

Contrastnefropatiecommissie

Medisch manager unit zorgpartners

Commissie eerste/tweede lijn

Coach medische staf

Opleider nefrologie

Vicevoorzitter visitatiecommissie NfN

Ton Dofferhoff

Opleider

Medisch manager afdeling Education, Research & Development

Voorzitter COC

Financiële zaken OE Interne Geneeskunde

Gemandateerd lid van JMSBN

Poli- en algemene taken roosteringen

Voorzitter antibioticum commissie

Infectiecommissie

Penningmeester SWOIG

HIV poli Radboudumc

Lid redactie tijdschrift voor infectieziekten

Jaarverslag OE IG Pagina | 14

Michaela Ixkes

Manager dialyse

Lid Dagelijks Bestuur OE IG

Lid watercommissie

Sven Janssen

Voorzitter OE IG

Voorzitter Dagelijks Bestuur OE IG

Cie Kwaliteit

Coördinator diabeteszorg

Voorzitter SWOIG

Susan de Jonge-Peeters

Werkgroep invoering EPD

Commissie patiëntrollen

Nicole Laurens

Mammateam

Ketenvoorzitter GIO

Coördinatie oncologische dagverpleging B09

LMETC

Oncologiecommissie

IKO diverse

Joris van de Leur

Geneesmiddelencie IC

Donatiecie IC

Opleiding IC

Jaarverslag OE IG Pagina | 15

Caroline Mandigers

Secretaris SWOIG

Lid Dagelijks Bestuur OE IG

Mammateam

Vicevoorzitter oncologiecie

Palliatief en ondersteunend team

IKO diverse

Johan Meinardi

Opleider coassistenten interne geneeskunde

Lid IKN werkgroep schildkliercarcinoom

Affiliatie coördinator coassistenten CWZ

Rik ter Meulen

Voorzitter Geneesmiddelencie

Stuurgroep Deltaplan bedden

Stuurgroep medicatieoverdracht

Formulariumcie

Marc Mol

Roostering achterwacht internisten

Diabeteszorg 1e/2e lijn

Lid ziekenhuis sollicitatiecie

Ziekenhuiscie Opleiden in Bedrijf

Lid sectie vasculaire geneeskunde NIV

Margriet Oosterveld

Waarnemend opleider

Bloedtransfusiecie

Coördinator oncologie dagbehandeling

Cie Kwaliteit

Adviseur A&A

Oncologiecie

Jaarverslag OE IG Pagina | 16

Tom Sprong

Medisch manager

Lid Dagelijks Bestuur OE IG

Infectiecommissie

Antibioticacommissie

Kernteam overdracht

Informatieplatform ICT

Lid Qkoorts overleg

Lid COMBACTE

Bart Veldman

SEH-cie

DBC/DOT cie

DBC ziekenhuis

Cie ICT

Werkgroep HAP

Penningmeester JMSBN

Afgevaardigde JMSBN bij SPMS (Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten)

MIP-cie Dialyse

Protocollen-commissie dialyse