JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een...

66
JAARVERSLAG 2014

Transcript of JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een...

Page 1: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

JAARVERSLAG 2014

Page 2: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 1Inhoud

INHOUD  

 

Inleiding ................................................................................................................................................... 2 

Beleid ....................................................................................................................................................... 4 

Loopbaan ............................................................................................................................................... 12 

Examens ............................................................................................................................................ 13 

Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage ........................................................... 13 

Examen inzake beroepsbekwaamheid .......................................................................................... 14 

Mondelinge evaluatie‐examen ...................................................................................................... 15 

Beleid, tendensen en evoluties ..................................................................................................... 16 

Benoemingen en aanwijzingen ......................................................................................................... 20 

Inleiding ......................................................................................................................................... 20 

Kerncijfers ...................................................................................................................................... 21 

Tendensen en evoluties ................................................................................................................ 28 

Beleid en aanbevelingen ............................................................................................................... 32 

Vorming ............................................................................................................................................. 36 

Advies .................................................................................................................................................... 37 

Controle ................................................................................................................................................. 40 

Klachten ............................................................................................................................................. 41 

Audits en bijzondere onderzoeken ................................................................................................... 48 

Communicatie ....................................................................................................................................... 56 

Internationaal ........................................................................................................................................ 59 

Leden en personeel ............................................................................................................................... 61 

Rekeningen ............................................................................................................................................ 62 

 

  

   

Page 3: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 2Inleiding

  

 

 

 

 

 

INLEIDING  

 

 

 

 

Overeenkomstig artikel 151 van de Grondwet en hoofdstuk Vbis van het Gerechtelijk Wetboek heeft 

de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) in 2014 doorlopend activiteiten vervuld op het vlak van:  

Aanwerving, selectie en benoeming van de leden van de rechterlijke orde;  

Behandeling van klachten over de werking van de rechterlijke organisatie;  

Verstrekken van adviezen aan de minister van Justitie, de regering en het parlement over de 

werking van de rechterlijke organisatie; 

Doorlichting en bijzonder onderzoek van de werking van de rechterlijke organisatie. 

Op het vlak van beleid heeft de Hoge Raad in 2014 gewerkt aan de uitvoering van zijn meerjarenplan 

2012‐2016.  

Over deze activiteiten wordt gerapporteerd in dit verslag. 

 

 

 

 

 

 

Page 4: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 3Inleiding

HRJ IN HET KORT  

De Hoge Raad voor de  Justitie  (HRJ)  ijvert  sinds 2000 voor een betere werking van de  rechterlijke 

orde in België. Hij doet dat op drie manieren.  

Loopbaan: De HRJ organiseert de examens voor de magistratuur en draagt magistraten voor 

ter benoeming door de minister van Justitie.  

Controle:  De  HRJ  voert  externe  controle  uit  op  de werking  van  de  rechterlijke  orde,  via 

audits, bijzondere onderzoeken en de behandeling van klachten over de werking.  

Advies: De HRJ  neemt  initiatieven  en  geeft  adviezen  ter  verbetering  van  de werking  van 

justitie, ten behoeve van de burger.  

De Hoge Raad voor de Justitie telt 44 leden die een mandaat van vier jaar uitoefenen.  

Om  de  vier  jaar  worden  22  magistraten  verkozen  door  de  voltallige  Belgische  magistratuur  en 

worden 22 niet‐magistraten aangeduid door de Senaat. Hiervoor is een meerderheid van tweederde 

van de stemmen nodig.  

De HRJ is dus een gemengde instelling. Aan het eind van hun mandaat van vier jaar kunnen de leden 

zich één keer herverkiesbaar stellen. 

In september 2012 is het vierde mandaat (2012‐2016) van start gegaan. 

 

Onafhankelijk 

De  leden  hoeven  geen  verantwoording  af  te  leggen  aan  een  externe  instantie, wel  aan  de  eigen 

Algemene  Vergadering  van  de  Hoge  Raad,  onder  meer  in  verband  met  een  strikt  na  te  leven 

deontologie. 

   

Page 5: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 4Beleid

  

 

 

 

 

 

 

 

 

BELEID  

 

De Hoge Raad voor de Justitie heeft  in 2003 beslist zijn beleid voor het volgende decennium  in een 

“managementplan” vast te leggen. Dit plan omvat volgende strategische doelen: 

de selectie en loopbaan van de magistraten optimaliseren; 

voorwaarden scheppen voor een beter management in de rechterlijke orde; 

de toezichtsbevoegdheid van de Hoge Raad professionaliseren; 

de adviesverlening optimaliseren; 

een externe samenwerkingscultuur bevorderen; 

een communicatiebeleid ontwikkelen; 

de interne werking van de Hoge Raad optimaliseren. 

Bij het begin van ieder mandaat (4 jaar) worden een aantal van deze doelen vertaald in projecten die 

opgenomen worden  in een meerjarenplan. Dit plan wordt uitgevoerd gedurende het mandaat. De 

projecten hebben tot doel bij te dragen tot de realisatie van de voormelde strategische doelen. 

   

Page 6: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 5Beleid

Het meerjarenplan  2012‐2016,  dat  op  12  december  2012  werd  goedgekeurd,  groepeert  in  drie 

programma’s een geheel  van activiteiten die het uiteindelijke doel hebben de dienstverlening van 

justitie aan de burger te verbeteren en zijn vertrouwen in justitie te versterken: 

1. Programma  “De relatie tussen de burger/de maatschappij en justitie verbeteren” 

2. Programma  “Verbetering werking rechterlijke organisatie”  

3. Programma  “Verbetering dienstverlening Hoge Raad voor de Justitie” 

De twee eerste programma’s zijn extern gericht, enerzijds op de relatie burger‐justitie en anderzijds 

op de rechterlijke organisatie. Het derde programma is intern gericht.  

 

MEERJARENPLAN: ENKELE PROJECTEN  

Project “Interne controlesysteem rechterlijke organisatie” 

 

Hoofddoelstelling van dit project is het stimuleren van het management van een rechtbank of parket 

om de beheersing van de risico’s bij de uitvoering van de management‐ en operationele activiteiten 

binnen de organisatie te verbeteren.  

 

In 2013 werd beslist de rechtbanken en parketten kennis te laten maken met « interne controle » (IC) 

ten  einde  het  gebruik  ervan  te  stimuleren.  Workshops  in  control  self  assessment  worden  hen 

aangeboden. Zo kan de interne organisatie verbeteren, zal de HRJ met audits de IC in beeld kunnen 

brengen en aanbevelingen doen voor de verbetering ervan. 

 

De resultaten van een  in 2014 beëindigede audit betreffende het gebruik van beleidsplannen bij de 

rechtbanken van eerste aanleg (zie onder het hoofdstuk CONTROLE) wijzen duidelijk op de noodzaak 

om dergelijke workshops te organiseren. 

 

 

   

Page 7: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 6Beleid

Project “Deontologische code leden HRJ” 

 

Het  opstellen  van  een  deontologische  gids  voor  zijn  leden  heeft  tot  doel  het  vertrouwen  in  de 

objectiviteit en de onafhankelijkheid van de HRJ te vergroten. 

De gids werd voorbereid door de Deontologische Cel, die binnen de HRJ werd opgericht om adviezen 

te  verstrekken  over  deontologische  kwesties  en  om  eventuele  tekortkomingen  van  de  leden  te 

onderzoeken  (art.  22  en  37  van  het  huishoudelijk  reglement  van  de HRJ). De  gids werd  door  de 

algemene vergadering van de HRJ goedgekeurd op 25 juni 2014. 

In de inleiding ervan wordt erop gewezen dat de burger en de magistraten recht hebben op een HRJ 

die de hoogste mate van onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit garandeert en streeft naar 

de grootst mogelijk transparantie. Van alle  leden van de Hoge Raad wordt dan ook verwacht dat zij 

hun  rechten en plichten kennen, zich hiervan bewust zijn en overleg plegen met hun collega’s. De 

gids dient als een basis voor dit overleg en voor die zelfreflectie.  

Het algemeen deel van de gids bevat de deontologische principes die gelden ongeacht de commissie 

waarvan  een  lid  deel  uitmaakt:  de  onafhankelijkheid,  de  onpartijdigheid,  het  beroepsgeheim,  de 

loyauteit, de integriteit en de vrijheid van meningsuiting. 

In  het  tweede  deel  van  de  gids worden  deze  principes waar  nodig  verduidelijkt  of  aangevuld  in 

functie van de commissie waarvan het lid deel uitmaakt. 

 

 

Project “standaard functiebeschrijvingen en competentieprofielen van de magistratuur”  

 

Dit project heeft tot doel het opstellen van standaardfunctiebeschrijvingen voor de magistratuur.  

Ingevolge  de  wet  van  18  februari  2014  tot  invoering  van  een  verzelfstandigd  bestuur  voor  de 

rechterlijke  organisatie  werden  de  door  de  HRJ  aangemaakte  functieprofielen  (zijnde 

functiebeschrijvingen  en  bijhorende  competentieprofielen),  met  uitzondering  van  deze  van 

korpschef,  overgezonden  aan  het  College  van  de  Hoven  en  rechtbanken  en  het  College  van  het 

Openbaar Ministerie die hiervoor bevoegd werden vanaf 1 april 2014. 

Voor  de  functieprofielen  van  korpschef  (“standaardprofielen”  genoemd)  blijft  de  Raad  evenwel 

bevoegd.  Het  standaardprofiel  van  voorzitter  van  de  vrederechters  en  rechters  in  de 

politierechtbank, een nieuwe functie die in het kader van de hervorming werd opgericht, werd op 28 

januari 2014 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. 

In 2015 zal de FOD Justitie een volledige aanpassing van het koninklijk besluit van 15 maart 2000 tot 

vastlegging  van  de  categorieën  van  standaardprofielen  bekendmaken  in  het  Belgisch  Staatsblad. 

Daaropvolgend zal de Raad de nieuwe standaardprofielen in het Belgisch Staatsblad bekendmaken. 

 

 

 

Page 8: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 7Beleid

Project “Opinieonderzoek ‐ 4de justitiebarometer” 

 

Hebt  u  vertrouwen  in  Justitie?  Vindt  u  dat  de  rechtspraak  in  alle  onafhankelijkheid  plaatsvindt? 

Worden burgers op gelijke wijze behandeld door de rechters? Bent u voorstander van een volksjury 

of eerder van beroepsrechters? Moet de bemiddeling worden aangemoedigd? Moeten gevangenen 

het einde van hun straf uitzitten? Kan een vervroegde invrijheidstelling worden overwogen?  

Deze vragen en nog vele andere werden aan 1.511 Belgen gesteld tijdens een telefonische enquête 

die werd uitgevoerd op vraag van de Hoge Raad voor de Justitie naar aanleiding van de vierde editie 

van de Justitiebarometer na de barometers van 2002, 2007 en 2010. 

Dankzij de actieve medewerking van de burgers kon de Hoge Raad voor de  Justitie meten wat de 

Belgen denken over deze eigensoortige openbare dienstverlening die Justitie is, en of hun opvatting 

mettertijd is veranderd. 

Tijdens  deze  grote  opiniepeiling  kon  de  burger  zijn  magistraten  en  de  werking  van  Justitie 

beoordelen. Er werd ook een specifieke ruimte voorzien voor personen die in de afgelopen tien jaar 

met  een  burgerlijke  of  strafrechtelijke  rechtbank  in  contact  zijn  gekomen,  om  beter  te weten  te 

komen hoe ze dit contact met Justitie werkelijk hebben ervaren.  

Een centrale vraag heeft betrekking op het vertrouwen van de Belgische bevolking in 6 instellingen :  Ik ga u een lijst voorleggen met Belgische instellingen. Kan u mij voor elke instelling in het algemeen zeggen of u vertrouwen in deze instelling heeft?  U kan antwoorden met ja, eerder wel, eerder niet, neen.  

     

70%

32%

30%

21%

48%

18%

21%

29%

31%

27%

33%

20%

4%

16%

19%

24%

9%

22%

4%

16%

17%

25%

8%

32%

Onderwijs

Parlement

Justitie

Pers

Politie

Religieuzeinstellingen

Ja

Eerder wel

Eerder niet

Neen

2014 Algemee

8%

38

34

36

49

17

55

81

48

61

61

91

Page 9: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 8Beleid

Het onderwijs  (91%) en de politie  (81%) zijn de  instellingen die  inzake vertrouwen het best scoren (met name de optelsom van de antwoorden “ja” en “eerder wel”).   Het parlement en justitie verkrijgt een vertrouwen van 61%, de pers 48% en de religieuze instellingen (38%).  De resultaten voor het vertrouwen in deze instellingen in 2002, 2007, 2010 en 2014 zijn als volgt:  

   De  volledige  versie  van de  Justitiebarometer  2014  kan  je  terugvinden op de website  van de HRJ: 

http://www.hrj.be/sites/5023.b.fedimbo.belgium.be/files/press_publications/justitiebarometer_2014.pdf. 

 

   

Page 10: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 9Beleid

COLLOQUIA EN SEMINARIES  

De interneringsproblematiek 

Op 7 mei 2014 heeft de Hoge Raad in de Congreszaal van de Kamer van volksvertegenwoordigers een 

colloquium  georganiseerd omtrent de  interneringsproblematiek met  als  titel NO EXIT  ‐  Is er hoop 

voor geïnterneerden? 

Dit  colloquium  dat  meer  dan  200  mensen  heeft  bijeengebracht,  was 

bedoeld om een stand van zaken op te maken van de interneringssituatie 

van  personen  die  een  strafbaar  feit  hebben  gepleegd  of 

ontoerekeningsvatbaar werden  verklaard. De Hoge  Raad wilde met  dit 

colloquium de mensen  en de beleidsverantwoordelijken bewust maken 

van  deze  problematiek  door  expertise  en  kunst  te  verenigen.  Het 

colloquium  werd  immers  verfraaid  door  een  tentoonstelling  van 

portretten  van  geïnterneerden  van  de  Gentse  fotograaf,  Lieven  NOLLET,  en  de  thematiek  werd 

ingeleid door de vertoning van de film 9999 van de filmmaakster Ellen VERMEULEN. 

De  14  veroordelingen  van  België  door  het  Europees  Hof  voor  de  Rechten  van  de Mens  (EHRM) 

betreffende  het  lot  van  de  geïnterneerden  illustreren  in  overvloed  de  structurele  aard  van  de 

interneringsproblematiek  in ons  land. De HRJ wilde openlijk het aanhoudende gebrek aan gepaste 

verzorging  en  behandelingen  van  de  geïnterneerden  in  de  gevangenissen  aan  de  kaak  stellen  en 

heeft erop gewezen om hen dringend een geschikte therapeutische begeleiding te verzekeren.  

Zowel  het  onderdeel  verzorging  en  het  gerechtelijk  onderdeel  en  het wetgevend  kader  kwamen 

tijdens  dit  colloquium  aan  bod.  Er  waren  ook  sprankjes  hoop,  zoals  het  nieuw  Forensisch 

Psychiatrisch Centrum  in Gent dat  zijn deuren opende, ook  al werden  er  vragen  gesteld over het 

privébeheer van dit  centrum, de werking ervan  (272 plaatsen voor een  totale bevolking van 1100 

geïnterneerden)  en  de  decennia  dat  het  duurde  vooraleer  het  ontstaan  van  een  dergelijke 

gespecialiseerde opvang van hogerisicopatiënten kon worden vastgesteld. De nieuwe “wet Anciaux” 

werd gunstig onthaald onder voorbehoud dat er voldoende middelen worden voorzien. Zo niet dreigt 

ze  tevergeefs  te zijn  zoals bij een vorige wet over de  internering van 2007.  In dergelijk geval blijft 

België een wet over de internering toepassen die dateert van 1964! 

Het zijn niet enkel wetenschappers en mensen uit de praktijk, maar ook beleidsverantwoordelijken – 

de minister van Volksgezondheid, Laurette Onkelinx, en vertegenwoordigers van  Justitie en van de 

Gemeenschappen – die  ten overstaan van de deelnemers hebben gedebatteerd en ervoor hebben 

gepleit dat geïnterneerden de gevangenissen verlaten waarin ze niets te winnen hebben maar alles 

te verliezen.  

 

 

 

 

Page 11: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 10Beleid

De HRJ ontmoet de korpschefs van het nieuwe gerechtelijke landschap 

2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn 

de 27 gerechtelijke arrondissementen die we tot dan toe kenden, verdwenen om er voortaan slechts 

12 te vormen.  

De gerechtelijke organisatie is niet enkel op territoriaal maar ook op organisatorisch vlak hervormd. 

De hervorming strekt er namelijk toe om een grotere autonomie op het niveau van de middelen en 

het  personeel  toe  te  kennen  aan  deze  nieuwe  gerechtelijke  arrondissementen.  In  deze  context 

moeten de korpschefs van de zittende magistratuur (voorzitters van de rechtbank van eerste aanleg, 

van de  arbeidsrechtbank  en  van de  rechtbank  van  koophandel)  en  van het parket  (procureur des 

Konings en  arbeidsauditeur) binnen elk  arrondissement een  sleutelrol  spelen  in het beleid en het 

beheer dat er zal worden gevoerd.  

Een  van  de  belangrijkste  taken  van  de  HRJ  in  2014  was  de  voordracht  van  de meest  geschikte 

kandidaten om deze nieuwe functies te bekleden en uitvoering te geven aan de decentralisatie van 

de gerechtelijke organisatie (zie Hoofdstuk “Loopbaan ‐ De nieuwe korpschefs” bladzijde 26). 

Na deze voordrachten wilde de HRJ deze korpschefs ook ontmoeten nadat ze hun mandaat enkele 

maanden hadden uitgeoefend om met hen  van gedachten  te wisselen over hun opvatting  van de 

gerechtelijke  organisatie  zoals  ze  nu  is  en  zal  worden,  alsook  over  hun  deelname  aan  de 

werkzaamheden van de HRJ en hun interactie ermee. 

Niet minder dan 70 korpschefs hebben gehoor gegeven aan de uitnodiging van de HRJ en hebben 

actief deelgenomen aan de zeven vergaderingen die  tussen 21 november 2014 en 12  januari 2015 

georganiseerd  zijn.  De  succesvolle  gedachtewisselingen  in  dit  kader  hebben  ontegenzeglijk 

bijgedragen tot een beter begrip van de respectievelijke werkingswijzen en tot het optimaliseren van 

de samenwerking. 

 

   

Page 12: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 11Beleid

Seminarie “De externe controle op de werking van justitie na de invoering van het 

verzelfstandigd beheer bij de rechterlijke organisatie”. 

Op 4 en 5 december 2014 heeft de Verenigde Advies‐ en Onderzoekscommissie een seminarie voor 

haar  leden  georganiseerd met  als  thema  “De  externe  controle  op  de werking  van  justitie  na  de 

invoering van het verzelfstandigd beheer bij de rechterlijke organisatie”. 

Aanleiding  hiertoe  is  de  inwerkingtreding  op  1  april  2014  van  de wet    van  18  februari  2014  tot 

invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie. Deze voorziet onder meer 

dat    het  College  van  de Hoven  en  rechtbanken  en  het  College  van  het Openbaar Ministerie  een 

interne auditfunctie organiseren voor  respectievelijk de  rechtscolleges en de parketten(‐generaal). 

Dit biedt de Hoge Raad voor de  Justitie de mogelijkheid om  ten volle  in  te  zetten op het externe 

toezicht 

De eerste dag van het seminarie was gewijd aan de inzichten van de FOD Justitie met betrekking tot 

de implementatie van deze wet.  

Tijdens de  tweede dag werd het externe  toezicht op de werking van  justitie van  justitie uitvoering 

besproken en de activiteit omschreven die de Hoge Raad voor de justitie daarbij zal vervullen. 

Als externe auditor  zal de Hoge Raad  toezien op de goede werking van de  rechterlijke organisatie 

door het gericht uitvoeren van prestatie‐audits.  

Bij middel  van prestatie‐audits  zal de Hoge Raad de  resultaten  van het beleid  van de  rechterlijke 

organisatie in de samenleving beoordelen.  

Met  prestatie‐audits  beoogt  de  Raad  tevens  te  zorgen  voor  een  significante  verbetering  van  de 

werking van de rechterlijke organisatie mits opvolging van de aanbevelingen. 

Dank zij deze audits zullen ook de stakeholders van de rechterlijke organisatie (parlement, burger, …) 

zich  een  goed  beeld  kunnen  vormen  van  de  kwaliteit,  betrouwbaarheid  en  performantie  van  de 

rechterlijke organisatie. Dergelijke audits dragen immers bij tot het verhogen van de transparantie en 

accountability van de rechterlijke organisatie.  

Page 13: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 12Loopbaan

   

 

 

 

 

 

 

 

 

LOOPBAAN  

In België kan toegang tot de magistratuur enkel worden verkregen door te slagen voor een examen. 

Er  zijn  drie  soorten  examens:  het  vergelijkend  toelatingsexamen  tot  de  gerechtelijke  stage,  het 

examen inzake beroepsbekwaamheid en het mondelinge evaluatie‐examen. 

Deze  examens  worden  ingericht  door  de  Hoge  Raad  voor  de  Justitie.  Wie  voor  een 

magistratenexamen geslaagd  is en desgevallend de stage doorlopen heeft, wordt niet automatisch 

magistraat. Om te beginnen blijft het wel degelijk wachten op een vacature. Eens die in het Belgisch 

Staatsblad verschenen  is, heb  je een maand tijd om  je kandidaat te stellen. De Hoge Raad voor de 

Justitie moet de meest  geschikte  kandidaat  voordragen  voor  een benoeming  in  een  vacature  van 

magistraat of een aanwijzing in een mandaat van korpschef. 

Zoals  in  alle  sectoren  van  de  samenleving  staat  het  belang  van  een  goede  (bij)scholing  voor 

magistraten buiten kijf. De Hoge 

Raad  voor de  Justitie  schrijft de 

algemene  richtlijnen  voor  de 

gerechtelijke  stage  en  de 

permanente  opleiding  van  de 

magistraten. De opleiding wordt 

verzorgd door het  Instituut voor 

Gerechtelijke Opleiding.  

     Deelnemersexamens

Voordrachten Vacanteplaatsen

0 9 13

481

186 202

413

154 185

894

349400

Kerncijfers Verenigde commissie

NL commissie

FR commissie

Totaal

Page 14: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 13Loopbaan

PROFIEL GESLAAGDEN  Aantal     55 Man     31%  Vrouw     69% Gem. leeftijd  30 jaar Balie‐ervaring   82% 

EXAMENS VERGELIJKEND TOELATINGSEXAMEN TOT DE GERECHTELIJKE STAGE  

Het  vergelijkend  toelatingsexamen  tot  de  gerechtelijke  stage  is  bedoeld  voor  jonge  juristen met 

weinig beroepservaring  (minimum 1  jaar  juridische ervaring) die  snel een  loopbaan als magistraat 

willen beginnen. Dit is een onrechtstreekse toegangspoort tot de magistratuur omdat de geslaagden 

van dit examen eerst nog met succes een stage moeten doorlopen, alvorens ze kunnen solliciteren 

voor een vacante post.  

Aan het vergelijkend  toelatingsexamen  tot de 

gerechtelijke  stage  namen  tijdens  het 

gerechtelijk  jaar  2014‐2015  (oproep  tot 

kandidaatstelling  in  het  Belgisch  Staatsblad 

van  8  september  2014  bekendgemaakt)  242 

Nederlandstalige  kandidaten,  152  Franstalige 

kandidaten en 1 Duitstalige kandidaat deel. 

26 Nederlandstalige kandidaten  (of 10,7%) en 

29  (of  18,9%)  Franstalige  kandidaten  zijn 

geslaagd. Met het oog op een  indiensttreding 

op 1 oktober 2015 werden er 26 plaatsen van Nederlandstalige gerechtelijke stagiairs en 22 plaatsen 

van Franstalige stagiairs opengesteld. 

 

 

 

 

 

 

   

DEELNEMERS  Aantal    395  Man     27%  Vrouw     73% Gem. leeftijd  31 jaar Balie‐ervaring   71% 

Page 15: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 14Loopbaan

EXAMEN INZAKE BEROEPSBEKWAAMHEID  

Het  examen  inzake  beroepsbekwaamheid  kan  worden  beschouwd  als  een  “rechtstreekse” 

toegangsmogelijkheid tot de magistratuur. Dit examen  is bedoeld voor ervaren  juristen. Hoewel de 

enige  voorwaarde  voor  de  inschrijving  voor  het  examen  bestaat  in  het  bezitten  van  een 

licentie/master  in  de  rechten, moeten  geslaagden  voor  dit  examen  een  beroepservaring  van  ten 

minste vijf  jaar doen gelden om nuttig te kunnen solliciteren voor een plaats bij het parket, en tien 

jaar voor een plaats bij de zetel.  

Een geslaagd examen  levert een getuigschrift van beroepsbekwaamheid op, dat zeven  jaar geldig  is 

te rekenen vanaf de datum van het proces‐verbaal van het examen. 

Ook gedurende het jaar 2014 werd een examen inzake beroepsbekwaamheid georganiseerd (oproep 

tot kandidaatstelling in het Belgisch Staatsblad van 23 december 2013). 

Aan  dit  examen  hebben  231  Nederlandstalige  kandidaten  en  246  Franstalige  kandidaten 

deelgenomen.  29  Nederlandstalige  kandidaten  (of  12,5%)  en  33  (of  13,5%)  Franstalige 

kandidaten zijn geslaagd. 

 

 

 

 

 

 

   

DEELNEMERS   Aantal    477 Man     36%  Vrouw     64% Gem. Leeftijd  35 jaar Balie‐ervaring   83% 

PROFIEL GESLAAGDEN   Aantal    62 Man     37%  Vrouw     63% Gem. Leeftijd  34 jaar Balie‐ervaring   85% 

Page 16: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 15Loopbaan

PROFIEL GESLAAGDEN  Aantal     9 Man     56 %  Vrouw     44 % Gem. leeftijd  52 jaar Balie‐ervaring   28 jaren 

MONDELINGE EVALUATIE‐EXAMEN  

Het  mondelinge  evaluatie‐examen,  dat 

gewoonlijk  “de  derde  toegangsweg”  wordt 

genoemd, is bedoeld voor ervaren advocaten. 

Om  te  kunnen  deelnemen  moet  men 

gedurende  20  jaar  als  voornaamste 

beroepsactiviteit  het  beroep  van  advocaat 

hebben  uitgeoefend  of  minstens  15  jaar  als 

voornaamste beroepsactiviteit het beroep van 

advocaat hebben uitgeoefend en minstens vijf 

jaar  een  functie  hebben  bekleed  die  een 

gedegen kennis van het  recht vereist. Het mondelinge evaluatie‐examen wordt  tweemaal per  jaar 

georganiseerd. De geslaagden kunnen zich, gedurende drie  jaar te rekenen vanaf de datum van de 

afgifte van hun machtiging, kandidaat stellen voor een vacante betrekking als magistraat. 

Het aantal personen dat via deze weg tot de magistratuur kan toetreden, is per rechtsgebied beperkt 

tot  12%,  naar  gelang  van  het  geval,  van  het  totaal  aantal  vrederechters  en  rechters  in  de 

politierechtbank  van  het  rechtsgebied  van  het  hof  van  beroep  (art.  187ter  van  het  Gerechtelijk 

Wetboek), of van het  totaal aantal  rechters bij de  rechtbanken van eerste aanleg, de  rechtbanken 

van koophandel en de arbeidsrechtbanken gelegen  in het  rechtsgebied van het hof van beroep of 

van het arbeidshof (art. 191ter van het Gerechtelijk Wetboek). 

Aantal  deelnemers  aan  het  mondelinge  evaluatie‐examen  in  2014:  8  Nederlandstalige 

kandidaten en 14 Franstalige kandidaten. 

Aantal geslaagden: 4 Nederlandstalige kandidaten  (hetzij een slaagpercentage van 50%) en 

5 Franstalige kandidaten (hetzij een slaagpercentage van 36%). 

 

 

 

 

 

 

 

   

DEELNEMERS  Aantal    22  Man     64 %  Vrouw     36 % Gem. leeftijd  51 jaar Balie‐ervaring   26 jaren 

Page 17: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 16Loopbaan

BELEID, TENDENSEN EN EVOLUTIES  

Examenbeleid  

Het  programma  van  het  examen  inzake  beroepsbekwaamheid  georganiseerd  in  2014  werd 

bekrachtigd  bij  een  ministerieel  besluit  van  26  september  2013,  gepubliceerd  in  het  Belgisch 

Staatsblad van 30 september 2013. De programma's van het examen  inzake beroepsbekwaamheid 

en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage voor het gerechtelijk jaar 2014‐2015 werden bekrachtigd bij ministerieel besluit van 15  juli 2014, dat op 8 september 2014  in het 

Belgisch  Staatsblad  werd  gepubliceerd.  In  verband  met  die  programma’s  benadrukken  we  met 

prioriteit de volgende punten: 

Sinds 2013 worden het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en het examen 

inzake  beroepsbekwaamheid  georganiseerd  op  een  wijze  die  meer  de  nadruk  legt  op  het 

“kunnen” van een kandidaat‐magistraat, eerder dan op het “kennen”. Deze examenvorm werd 

behouden voor de betrokken periode. Met de nieuwe examenvorm wordt onder meer gepeild 

naar  het  juridisch  denkvermogen  van  de  kandidaten,  naar  hun  vermogen  om  een  casus  te 

analyseren en,  rekening houdend met alle elementen die eigen zijn aan die praktijkgeval, een 

(juridisch) correcte oplossing naar voren te schuiven die tevens een maatschappelijk effectieve 

oplossing  is. Van de kandidaten wordt  verwacht dat  zij bij het  formuleren van de  (juridische) 

oplossing optimaal  rekening houden met de specifieke en breed‐maatschappelijke context die 

de casus kenmerkt.  

De  beide  examens  bestaan  voortaan  uit  twee  onderdelen,  een  schriftelijke  proef  en  een 

mondelinge proef. 

De psychologische  testen, die  aanvankelijk  een  proefproject waren, werden behouden  in het 

kader  van  de  examens  inzake  beroepsbekwaamheid  in  2014  en  het  vergelijkend 

toelatingsexamen  tot de gerechtelijke  stage van de  zittijd 2014‐2015. Deze  testen kunnen een 

cognitief‐analytische  test  en/of  een  persoonlijkheidsvragenlijst  omvatten.  Toch  werd  er  een 

zekere soepelheid  in de examenprogramma’s gelaten zodat elke commissie kan beslissen of ze 

deze testen al dan niet organiseert, of op welk moment ze deze inlast (voor de deelnemers aan 

de  schriftelijke  proef,  dan wel  enkel  voor  de  deelnemers  aan  de mondelinge  proef). Met  dit 

project  neemt  de  Hoge  Raad  voor  de  Justitie  een  voorbeeld  aan  de  normen  inzake 

selectieprocedures en  ‐methoden die voor een hele brede waaier functies gehanteerd worden. 

Zoals voorgaande jaren zijn die testen niet eliminerend, maar dienen zij enkel om de commissie 

in te lichten over bepaalde competenties van de kandidaten ten aanzien van de competenties die 

van een magistraat mogen worden verwacht (adequaat omgaan met macht, besluitvaardigheid, 

stressbestendigheid enz.) en zo het onderhoud tijdens het mondelinge examengedeelte voor te 

bereiden. 

   

Page 18: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 17Loopbaan

Sensibiliseren en informeren  

De Hoge Raad voor de Justitie was opnieuw present op de jobinfobeurzen die de universiteiten voor 

de studenten rechten organiseren. Op die jobinfobeurzen kregen de aanwezigen informatie over de 

examens die de HRJ organiseert en over de loopbaanmogelijkheden binnen de magistratuur. Zo kan 

er bij potentiële kandidaten die anders misschien moeilijk kunnen worden bereikt, de interesse voor 

een loopbaan in de magistratuur gericht en prospectief worden gewekt. Burgers bewust maken van 

hun mogelijke toekomst binnen de magistratuur, is een investering die behouden moet blijven. 

Een opvallende vaststelling bij de laatstejaarsstudenten is hun belangstelling voor een loopbaan als 

parketmagistraat en voor de bijzondere mandaten van onderzoeks‐ en jeugdrechter. 

Net  zoals  de  voorgaande  jaren  hebben  de  benoemingscommissies  algemene  infosessies 

georganiseerd  voor  de  kandidaten  die  voor  de  examens  zijn  ingeschreven.  Daarin  werd  vooral 

toelichting  verschaft  over  de  examenprogramma’s,  de  concrete modaliteiten  van  de  examens  en 

over de verwachtingen van de jury’s. 

Opdat de kandidaten zich optimaal zouden kunnen voorbereiden, zijn er diverse documenten op de 

website  van  de  HRJ  gezet  zoals  de  powerpointpresentaties  van  de  infosessies,  enkele  goede 

examenkopijen van vorige  jaren (Franstalige commissie) of een tijdsplanning van de examens zodat 

(potentiële)  kandidaten  ruimschoots  op  voorhand  kunnen  inschatten  op welke  tijdstippen  zij  zich 

dienen vrij te maken voor de diverse proeven. 

Bovendien werd voor de kandidaten die dit wensten voorzien  in feedbacksessies met diverse  leden 

van de examenjury. 

    

Page 19: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 18Loopbaan

Tendensen en evoluties1  

Wat  het  aantal  inschrijvingen  voor  de  examens  betreft  hebben  we  in  2014  een  lichte  stijging 

waargenomen  van  het  aantal  inschrijvingen  voor  het  examen  inzake  beroepsbekwaamheid  (547 

inschrijvingen ten opzichte van 522 voor de tweede zittijd 2012‐2013). 

Het  aantal  inschrijvingen  voor  het  vergelijkend  toelatingsexamen  tot  de  gerechtelijke  stage  2014‐

2015  is  relatief  stabiel  gebleven  in  verhouding  tot  de  zittijd  2013‐2014  (463  inschrijvingen  ten 

opzichte van 460 voor de zittijd 2013‐2014). 

 

 

   

                                                            1 De cijfers weergegeven in dit onderdeel betreffen globale cijfers (Nederlandstalige + Franstalige kandidaten). 

0

200

400

600

800

1000

1992-199

3 .

1993-199

4 .

1994-199

5 .

1995-199

6 .

1996-199

7 .

1997-199

8 .

1998-199

9 .

1999-200

0 .

2000-200

1 .

2001-200

2 .

2002-200

3 .

2003-200

4 .

2004-200

5 .

2005-200

6 .

2006-200

7 .

2007-200

8 .

2008-200

9 .

2009-201

0 .

2010-201

1 .

2011-201

2 .

2012-201

3 1°

2012-201

3 2°

2013-201

4 .

2014-201

5 .

Evolutie inschrijvingen toegang tot de magistratuur (FR + NL)

Vergelijkend toelatingsexamen tot degerechtelijke stageExamen inzake beroepsbekwaamheid

Page 20: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 19Loopbaan

De meeste  kandidaten  komen  van de balie,  zowel  voor het  toelatingsexamen  tot de gerechtelijke 

stage (71%)  als  voor  het  examen  inzake  beroepsbekwaamheid  (83%).  Die  cijfers  zijn  nog meer 

uitgesproken bij de geslaagden (respectievelijk 82% advocaten bij het toelatingsexamen en 85% voor 

het  examen  inzake  beroepsbekwaamheid). De meeste  deelnemers  aan  de  examens  zijn  vrouwen 

(73% vrouwen tegenover 27% mannen voor het toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en 64% vrouwen  tegenover  36% mannen  voor  het  examen  inzake  beroepsbekwaamheid).  Bij  het  aantal 

geslaagden kunnen min of meer dezelfde verhoudingen worden vastgesteld: we zien 69% vrouwen 

en 31% mannen geslaagd voor het toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en 63% vrouwen en 

37% mannen geslaagd voor het examen  inzake beroepsbekwaamheid. Die  tendens zien we ook op 

Europees niveau. 

Voor wat het mondelinge evaluatie‐examen (3de weg) betreft werd een tegenovergestelde evolutie 

vastgesteld: het aantal geslaagde mannen ligt hier hoger (56%). 

 

Modernisering van de examenprocedures  

Sinds  2013 worden  de  schriftelijke  proeven  van  de  examens  via  computer  afgenomen.  Hiervoor 

wordt  jaarlijks  een  specifiek  budget  vrijgemaakt,  teneinde  gebruik  te  kunnen  maken  van  de 

infrastructuur van SELOR. De budgettaire  impact hiervan  is belangrijk en bedroeg 71.191 euro voor 

de  examens  georganiseerd  in  2014  (473  Nederlandstalige  kandidaten  en  399  Franstalige 

kandidaten)2. De samenstelling van de examendossiers en de verbetering der examenkopijen blijkt 

uiteraard een exclusieve bevoegdheid van de  leden van de benoemings‐ en aanwijzingscommissies. 

De overstap naar geïnformatiseerde proeven  vormt een  significante  verbetering  voor het  comfort 

van de kandidaten,  terwijl  tevens een voordeel wordt gerealiseerd op het vlak van de verbetering 

door de leden van de examenjury’s.  

Vanuit deze optiek beoogt de HRJ  in de toekomst tevens over te gaan tot een vereenvoudiging en 

modernisering  van  de  inschrijvingsprocedure  voor  de  examens.  Het  doel  bestaat  erin  aan  de 

kandidaten de mogelijkheid  te bieden om  zich on‐line, via de website van de HRJ,  in  te  schrijven. 

Bovendien  zouden  bepaalde  stavingstukken,  zoals  het  diploma,  indien  deze  reeds  eerder werden 

overgemaakt aan de HRJ, niet opnieuw gevraagd worden. In dit verband dringt zich een wijziging van 

de wettelijke en reglementaire bepalingen op.  

 

   

                                                            2 De kostprijs bedraagt +/‐ 80 euro per kandidaat. 

Page 21: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 20Loopbaan

BENOEMINGEN EN AANWIJZINGEN  

INLEIDING  

De benoemings‐ en aanwijzingscommissies van de HRJ dragen de magistraten voor die benoemd of 

“aangewezen” (in het geval van korpschefs) worden door de Koning (lees: de minister van Justitie). 

Na de dossiers te hebben onderzocht en de kandidaten te hebben gehoord, kan de commissie: 

ofwel  een  kandidaat  voordragen,  omdat  zij  bij  tweederde  meerderheid  van  haar  leden  van 

oordeel is dat hij de voor de functie vereiste kwaliteiten en competenties bezit; 

ofwel  geen  enkele  kandidaat  voordragen  (in welk  geval  de  vacante  plaats  door  de  Federale 

Overheidsdienst Justitie automatisch opnieuw wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad).  

De voordracht wordt meegedeeld aan de minister van Justitie.  

Vervolgens kan de Koning:  

ofwel de keuze van de commissie “bekrachtigen” door de kandidaat te benoemen;  

ofwel  deze  voordracht weigeren  en  zijn  beslissing met  redenen  omkleden  (in welk  geval  het 

dossier opnieuw wordt bezorgd aan de commissie, die een nieuwe beslissing moet nemen);  

ofwel de beslissing niet nemen binnen de voorgeschreven termijn van 60 dagen na de ontvangst 

van het proces‐verbaal van voordracht; in dat geval beschikt de commissie over een termijn van 

15 dagen om een aanmaning aan de Koning te betekenen; wanneer de Koning binnen 15 dagen 

na de betekening geen beslissing treft, staat zijn weigering gelijk met een afwijzende beslissing 

waartegen beroep kan worden aangetekend bij de Raad van State, en de vacature wordt dan 

opnieuw bekendgemaakt. 

   

Page 22: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 21Loopbaan

Voordrachten worden slechts uitzonderlijk geweigerd (zie onder). 

  Aantal voordrachten 

(CND + BAC + VBAC) ** 

Aantal benoemingen of aanwijzingen 

(CND + BAC + VBAC) ** 

Weigeringen 

(CND + BAC + VBAC) **

2001  333  307  25 

2002  316  308  25 

2003  300  294  6 

2004  247  245  1 

2005  243  239  4 

2006  298  293  5 

2007  236  234  1 

2008  225  225  0 

2009  217  216  1 

2010  239  232  6 

2011  210  204  6 

2012  248  244  4 

2013  288  288  2 

2014  349  348  4 

**  CND: Franstalige Benoemings‐ en aanwijzingscommissie (commission de nomination et de désignation)   BAC: Nederlandstalige benoemings‐ en aanwijzingscommissie   VBAC: Verenigde benoemings‐ en aanwijzingscommissie   

KERNCIJFERS  

De Nederlandstalige benoemings‐ en aanwijzingscommissie 

(BAC)  

De  Nederlandstalige  Benoemings‐  en 

aanwijzingscommissie  heeft  de  dossiers  van  791 

kandidaten  voor  202  vacant  verklaarde  plaatsen 

onderzocht, en heeft 186 voordrachten gedaan. Voor 

2014 resulteerden 185 voordrachten in een effectieve 

benoeming  of  aanwijzing.  Van  de  in  2014  gedane 

voordrachten werd er één geweigerd door de minister 

van  Justitie,  waarop  een  nieuwe  voordracht  werd 

gedaan.   

73 6146

22

367

300

86

38

Hoeveel kandidaten voor hoeveel plaatsen in 2014?

vacante plaatsen aantal kandidaten

Page 23: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 22Loopbaan

Voor  17  vacante  plaatsen  heeft  de  BAC  geen  enkele 

kandidaat  voorgedragen.  Verschillende  redenen 

kunnen worden aangevoerd voor deze beslissingen: 

 Alle  kandidaten  werden  reeds  voor  een  andere vacante  plaats  voorgedragen, werden  zeer  recent  op 

een  andere  plaats  benoemd  of  hadden  hun 

kandidatuur ingetrokken (7 gevallen); 

 

 De kandidaten werden door de commissie onvoldoende 

bekwaam  en  geschikt  geacht  om  in  aanmerking  te 

komen voor een voordracht (8 gevallen). 

 

De  kandidaten  voor  de  functie  vervulden  de 

benoemingsvoorwaarden  voor  de  vacante  betrekking 

niet (2 gevallen). 

 

Eén voordracht werd geweigerd door de Koning (lees: de minister van Justitie), op grond van de 

vaststelling dat de voorgedragen kandidaat afstand deed van zijn kandidatuur voorafgaand aan 

zijn benoeming. Voor de desbetreffende  vacante plaats werd door de BAC  een  andere  nuttig 

opgekomen kandidaat voorgedragen. Dit verklaart de discrepantie tussen het aantal door de BAC 

voorgedragen kandidaten en het aantal benoemde kandidaten. 

 

 

   791 KANDIDATEN  Mannen 45% Vrouwen 55%  

Beroepservaring: 

33 % magistraat, 22 % gerechtelijk stagiair, 36 % advocaat of 9 % andere (jurist in de overheids‐ of in de privésector, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris …) 

 

186 VOORGEDRAGEN KANDIDATEN  Mannen 49 % Vrouwen 51 %  

Beroepservaring:  

36 % magistraat, 16 % gerechtelijk stagiair, 40 % advocaat of 8 % andere (jurist in de overheids‐ of in de privésector, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris …) 

zetel parket

53%32%

47%

68%

Voorgedragen als magistraat

mannen vrouwen

Page 24: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 23Loopbaan

De Franstalige benoemings‐ en aanwijzingscommissie (CND) 

 

De Franstalige Benoemings‐ en aanwijzingscommissie 

heeft de dossiers van 627 kandidaten voor 185 vacant 

verklaarde  plaatsen  onderzocht  (sommige  plaatsen 

werden  meermaals  vacant  gesteld),  en  heeft  154 

voordrachten gedaan. Daarvan resulteerden er 154 in 

een  effectieve  benoeming  of  aanwijzing.  Van  de  in 

2014 gedane voordrachten werden er drie geweigerd 

door  de  minister  van  Justitie.  Deze  hebben  het 

voorwerp uitgemaakt van een nieuwe voordracht.   

Voor 31 vacante plaatsen heeft de CND geen enkele 

kandidaat voorgedragen.  

Daar zijn verscheidene redenen voor:  

1. De  kandidaten waren  al  voorgedragen  voor  een 

andere vacante plaats (22 gevallen). Wanneer een kandidaat die 

voor  verscheidene  vacante  plaatsen  postuleert,  reeds  werd 

voorgedragen  (maar  nog  niet  werd  benoemd),  heeft  de 

commissie de gewoonte om hem niet voor  te dragen voor een 

andere  vacante  plaats,  omwille  van  de  coherentie  in  haar 

voordrachtbeleid.  Het  zou  immers weinig  zin  hebben  om  een 

kandidaat  voor  te  dragen  die  kort  daarna  naar  alle 

waarschijnlijkheid elders benoemd zal worden. 

2. De kandidaten voor de functie beschikten niet over het vereiste 

profiel voor de vacante betrekking (6 gevallen). 

3. De  kandidaten  voor  de  functie  vervulden  de 

benoemingsvoorwaarden  voor  de  vacante  betrekking  niet  (2 

gevallen). 

4. De  (enige)  kandidaat  voor  de  functie  had  zijn  kandidatuur 

ingetrokken (1 geval). 

 

   

zetel parket

41% 40%

59% 60%

Voorgedragen als magistraat

mannen vrouwen

627 KANDIDATEN  Mannen 47 % Vrouwen 53 %  

Beroepservaring: 

36 % magistraat, 24 % gerechtelijk stagiair, 29 % advocaat of 10 % andere (jurist in de overheids‐ of in de privésector, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris …) 

154 VOORGEDRAGEN KANDIDATEN  Mannen 53 % Vrouwen 47 %  

Beroepservaring:  

48 % magistraat, 14 % gerechtelijk stagiair, 30 % advocaat of 8 % andere (jurist in de overheids‐ of in de privésector, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris …) 

86

4925 25

381

158

43 45

Hoeveel kandidaten voor hoeveel plaatsen in 2014?

vacante plaatsen aantal kandidaten

Page 25: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 24Loopbaan

Drie  voordrachten  werden  geweigerd 

door  de  Koning  (lees:  de minister  van 

Justitie): 

‐ weigering van de voordracht van een 

kandidaat  voor  de  vacante  plaats  van 

rechter in de arbeidsrechtbank te Luik ; 

‐  weigering  van  de  voordrachten  voor 

twee vacante plaatsen van rechter in de 

rechtbank  van  eerste  aanleg  te 

Luxemburg. 

Deze drie weigeringen waren gegrond op kritiek ten aanzien van de kwaliteit van de motivering van 

de  voordrachten.  Na  de  dossiers  aan  een  nieuw  onderzoek  onderworpen  te  hebben  en  na  een 

nieuwe beraadslaging heeft de commissie beslist om dezelfde kandidaten voor te dragen, zij het op 

grond van gewijzigde motieven. De kandidaten werden vervolgens door de Koning benoemd. 

  

De Verenigde benoemings‐ en aanwijzingscommissie (VBAC)  

De Verenigde benoemings‐ en aanwijzingscommissie (VBAC) bestaat uit de 14 Franstalige  leden van 

de  CND  en  de  14  Nederlandstalige  leden  van  de  BAC;  ze  volgt  de  pariteit  magistraten/niet‐

magistraten.  Ze  is  bevoegd  om  de  programma’s  vast  te  leggen  van  het  examen  inzake 

beroepsbekwaamheid, van het  toelatingsexamen  tot de gerechtelijke stage en van het mondelinge 

evaluatie‐examen, maar  ook  om,  ten  behoeve  van  het  Instituut  voor Gerechtelijke Opleiding,  de 

algemene richtlijnen voor de vorming van de magistraten en de gerechtelijke stage voor te bereiden. 

De  VBAC  is  ook  bevoegd  om  kandidaten  voor  te  dragen  voor  een  benoeming  in  het  gerechtelijk 

arrondissement Brussel, wanneer de wet vereist dat de kandidaat wettelijk tweetalig is (bijvoorbeeld 

voor de vrederechters), en voor de vacante plaatsen bij het federaal parket. 

Sinds  12  september  2014 wordt  de  VBAC  voor  een  periode  van  twee  jaar  voorgezeten  door  de 

voorzitter van de Nederlandstalig commissie. 

In 2014 is de VBAC 7 keer samengekomen om de dossiers van 25 kandidaten te onderzoeken voor 13 

vacante  plaatsen.  Ze  heeft  9  kandidaten  voorgedragen. Geen  enkele  voordracht werd  geweigerd 

door de minister van Justitie. 

Voor 4 vacante plaatsen heeft de VBAC geen enkele kandidaat voorgedragen:  

Alle kandidaten werden reeds voor een andere vacante plaats voorgedragen (2 gevallen); 

De kandidaten werden door de commissie onvoldoende bekwaam en geschikt geacht om in 

aanmerking te komen voor een voordracht (2 gevallen). 

 

Page 26: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 25Loopbaan

De nieuwe korpschefs 

In 2014 dienden de benoemings‐ en aanwijzingscommissies in het kader van de hertekening van het 

gerechtelijk landschap, te voorzien in de vervanging van de bestaande korpschefs en in de aanwijzing 

van  de  voorzitters  van  de  vrederechters  en  de  rechters  in  de  politierechtbank  van  de  nieuwe 

gerechtelijke arrondissementen. 

 

In het Belgisch Staatsblad van 23 december 2013 en van 31  januari 2014 werden 41 plaatsen van 

korpschef bij de zetel en bij het parket vacant verklaard. De benoemings‐ en aanwijzingscommissies 

hebben in dit kader 77 kandidaten gehoord en hebben 41 kandidaten voorgedragen aan de minister 

van Justitie. 

 

Naast deze nieuwe aanwijzingen zijn de benoemings‐ en aanwijzingscommissies overgegaan  tot de 

hernieuwing van 6 mandaten van korpschef.  

 

De  Verenigde  benoemings‐  en  aanwijzingscommissie  heeft  1  kandidaat  voorgedragen  voor  het 

vacante mandaat  van  procureur‐generaal  bij  het  hof  van  beroep  te  Brussel  (gepubliceerd  in  het 

Belgisch Staatsblad van 16 december 2013). 

 

Ter herinnering, wat de voordracht voor de mandaten van korpschefs betreft moeten de  leden van 

de commissie niet enkel de bekwaamheid en de geschiktheid3 van de kandidaten evalueren maar ook 

hun  overeenstemming  met  de  algemene  en  specifieke  competenties  die  bepaald  zijn  door  de 

standaardprofielen  voor  de  functies  van  korpschef4.  Hiertoe  beschikken  de  leden  over  de 

kandidaatsdossiers, de adviezen van de korpschefs en van de vertegenwoordiger van de balie, en ook 

over de beleidsplannen die door de  kandidaten  zijn opgesteld. De betrokkenen worden overigens 

gehoord5.  Vóór  hun  hoorzitting  dienen  de  kandidaten  een  simulatieoefening  (een  analyse‐  en 

presentatieoefening)  voor  te  bereiden  aan  de  hand  waarvan  de  commissie  bepaalde  technische 

vaardigheden maar ook “gedragsvaardigheden” kan toetsen. 

 

   

                                                            3 Art. 259quater, § 3, tweede  lid, van het Gerechtelijk Wetboek, dat verwijst naar art. 259ter, § 4, van datzelfde wetboek (zie in het bijzonder de tiende alinea). 4  De  standaardprofielen  werden  gepubliceerd  in  het  Belgisch  Staatsblad  van  16  september  2000.  Zie,  voor  wat  het standaardprofiel  voor  de  voorzitters  van  de  vrederechters  en  de  rechters  in  de  politierechtbank  betreft,  het  Belgisch Staatsblad van 28 januari 2014. 5 De hoorzitting is verplicht voor wat de kandidaten voor de mandaten van korpschef betreft (art. 259quater, § 3, tweede alinea, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek). 

Page 27: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 26Loopbaan

Voordrachten in 2014 (CND, BAC en VBAC) (*) De vacatures die in het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt en geen kandidatuur hebben ontvangen, 

zijn niet in de onderstaande tabel opgenomen. Deze vacatures worden automatisch opnieuw door de FOD 

Justitie bekendgemaakt. 

Type vacatures

Aantal vacante plaatsen

(*)

Aantal kandidaten

Aantal kandidaten dat werd gehoord

Aantal voordrachten

Aantal weigeringen

Aantal benoemingen

en aanwijzingen

Eerste voorzitter van het hof van beroep 1 1 1 1 0 1

Eerste voorzitter van het arbeidshof 2 2 2 2 0 2

Procureur-generaal bij het hof van beroep 1 2 2 1 0 1

Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg

9 15 15 9 0 9

Voorzitter van de rechtbank van koophandel

5 10 10 5 0 5

Voorzitter van de arbeidsrechtbank 6 11 11 6 0 6

Voorzitter van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank

10 14 14 10 0 10

Procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg

10 20 20 10 0 10

Arbeidsauditeur bij de arbeidsrechtbank 4 10 10 4 0 4

Federaal magistraat bij het federaal parket 2 4 4 2 0 2

Raadsheer in het Hof van Cassatie 1 8 8 1 0 1

Raadsheer in het hof van beroep 20 93 80 19 0 19

Raadsheer in het arbeidshof 3 10 9 3 0 3

Plaatsvervangend raadsheer in het hof van beroep

9 22 21 9 0 9

Substituut-procureur-generaal bij het hof van beroep

5 14 12 4 0 4

Substituut-generaal bij het arbeidshof 2 3 1 1 0 1

Vrederechter 30 90 76 27 1 26

Rechter in de politierechtbank 10 36 33 7 0 7

Page 28: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 27Loopbaan

Type vacatures

Aantal vacante plaatsen

(*)

Aantal kandidaten

Aantal kandidaten dat werd gehoord

Aantal voordrachten

Aantal weigeringen

Aantal benoemingen

en aanwijzingen

Rechter in de rechtbank van eerste aanleg 74 420 282 59 2 59

Rechter in de rechtbank van koophandel 15 58 44 14 0 14

Rechter in de arbeidsrechtbank 15 51 44 15 1 15

Plaatsvervangend rechter in de rechtbank van eerste aanleg

7 17 16 7 0 7

Plaatsvervangend rechter in de rechtbank van koophandel

17 31 31 14 0 14

Plaatsvervangend rechter in de arbeidsrechtbank 6 8 8 6 0 6

Plaatsvervangend rechter in de politierechtbank 9 21 17 5 0 5

Plaatsvervangend rechter in het vredegerecht 24 31 29 23 0 23

Substituut-procureur des Konings 83 407 322 68 0 68

Substituut-procureur des Konings, gespecialiseerd in fiscale aangelegenheden

2 2 2 2 0 2

Substituut-arbeidsauditeur 18 32 26 15 0 15

Total 400 1443 1150 349 4 348

 

 

   

Page 29: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 28Loopbaan

TENDENSEN en EVOLUTIES  

De magistraat van de zetel  

Over het algemeen stelt zich geen probleem met betrekking tot het aantal kandidaten die voor een 

effectieve plaats binnen de zittende magistratuur solliciteren. Tot nu toe worden voor elke vacature 

voldoende kandidaturen ingediend. We melden alleen enkele moeilijkheden om een aantal plaatsen 

in  te  vullen  van  tweetalige  vrederechters  in  het  gerechtelijk  arrondissement  van  Brussel.  Die 

vacatures  moesten  meermaals  worden  bekendgemaakt.  Enkele  plaatsen  van  plaatsvervangende 

rechters en plaatsvervangende raadsheren werden overigens niet ingevuld door een gebrek aan een 

voldoende aantal kandidaten. 

Het aantal vrouwelijke (50%) en mannelijke kandidaturen (50%) voor de zetel was gelijk. 

De voorgedragen kandidaten zijn afkomstig uit verschillende beroepsmilieus: 59 %  is al magistraat, 

31 %  is afkomstig van de balie, 5 % was gerechtelijke  stagiair en 5 % bekleedde andere  juridische 

functies (bijv. jurist in de overheidssector of in de privésector, parketjurist, referendaris …). 

 

 

 

 

 

 

 

 

   

mannen50%vrouwen

50%

magistraten59%

advocaten31%

gerechtelijke stagiairs 

5%

andere5%

Page 30: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 29Loopbaan

De parketmagistraat  

Het probleem van het tekort aan kandidaten voor sommige vacatures (zowel eentalig als tweetalig) 

in  de  parketten  bestaat  nog,  ook  al  neemt  het  geleidelijk  af.  De  commissies  werden  opnieuw 

geconfronteerd met een aantal in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte vacatures waarvoor geen 

enkele kandidatuur werd ingediend. Deze plaatsen werden bijgevolg door de FOD Justitie opnieuw in 

het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Het betreft in hoofdzaak plaatsen van substituut‐procureur 

des Konings (eentalig of tweetalig), van fiscale substituut en van substituut‐arbeidsauditeur.  

Deze problematiek heeft altijd bestaan voor wat het parket van Brussel betreft en was een bijzonder 

aandachtspunt  in  het  kader  van  de  splitsing  van  het  gerechtelijk  arrondissement  Brussel‐Halle‐

Vilvoorde. Door de organisatie van een tweede zittijd van het examen  inzake beroepsbekwaamheid 

in  mei/juni  2013  kon  de  situatie  gunstig  evolueren  want  een  aantal  geslaagden  hebben  zich 

kandidaat gesteld als substituut bij de parketten van Brussel en van Halle‐Vilvoorde. Niettemin werd 

vastgesteld dat 6 plaatsen van substituut‐procureur des Konings bij het parket te Brussel eind 2014 

nog steeds niet waren ingevuld. 

De benoemings‐ en aanwijzingscommissies blijven echter overtuigd van de noodzaak om het huidige 

imago van de parketten ten aanzien van de kandidaat‐magistraten te verbeteren, waarbij de nadruk 

dient te worden gelegd op het belang, de verantwoordelijkheid en het dynamische karakter van de 

functie van een parketmagistraat. 

Het  groter  aantal  vrouwelijke  kandidaturen  dan  mannelijke  kandidaturen  dient  te  worden 

aangestipt, met  name  64%  vrouwen  ten  opzichte  van  36% mannen.  Dit  gegeven moet  worden 

gekoppeld  aan  het  aantal  deelnemers  aan  het  vergelijkend  toelatingsexamen  tot  de  gerechtelijke 

stage en aan het examen inzake beroepsbekwaamheid, waaraan telkens een groter aantal vrouwen 

dan mannen heeft deelgenomen. 

De  voorgedragen  kandidaten  voor  de  parketten  komen  vanuit  verschillende  professionele 

achtergronden:  16%  was  reeds  magistraat,  19%  komt  uit  de  advocatuur,  47%  was  gerechtelijk 

stagiair  en  18%  vervulde  andere  juridische  functie  (bijv.  jurist  in  de  overheidssector  of  in  de 

privésector, parketjurist, referendaris …). 

 

  

   magistraten

16%

advocaten19%

gerechtelijke stagiairs47%

andere18%

mannen36%

vrouwen64%

Page 31: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 30Loopbaan

Beroepen bij de Raad van State  

Verenigde benoemings‐ en aanwijzingscommissie 

Beroepen  ingediend met betrekking  tot de  voordrachten die  in 2014 werden gedaan door de 

Verenigde benoemings‐ en aanwijzingscommissie: 

Een kandidaat heeft  twee afzonderlijke vorderingen  tot schorsing en  tot nietigverklaring  ingediend 

tegen de voordracht van een tegenkandidaat tot vrederechter van het derde kanton Brussel en tegen 

het koninklijk besluit houdende de benoeming van de betrokken kandidaat in dat ambt. De Raad van 

State heeft  in zijn arrest nr. 230.437 van 9 maart 2015 de vordering tot schorsing gericht tegen de 

voordracht van de VBAC verworpen bij gebrek aan spoedeisendheid. 

Franstalige benoemings‐ en aanwijzingscommissie 

Beroepen  ingediend met betrekking  tot de  voordrachten die  in 2014 werden gedaan door de 

Franstalige benoemings‐ en aanwijzingscommissie: 

 

o aanwijzingen tot de mandaten van korpschef: 

Een kandidaat heeft een beroep tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende de aanwijzing van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Nijvel. De Raad van State heeft de  vordering  tot  schorsing  verworpen  in  zijn arrest nr. 228.625  van 2 oktober 2014. De Raad  van State heeft zich nog niet uitgesproken over het beroep tot nietigverklaring.  

o benoemingen: 

Nihil. 

Door de Raad van State in 2014 genomen beslissingen met betrekking tot de door de Franstalige 

benoemings‐ en aanwijzingscommissie vóór 2014 gedane voordrachten:  

In  zijn  arrest  nr.  228.366  van  16  september  2014  heeft  de  Raad  van  State  de  vordering  tot 

nietigverklaring  van  het  Koninklijk  besluit  houdende  de  aanwijzing  van  de  voorzitter  van  de 

rechtbank van eerste aanleg te Nijvel verworpen. 

In  zijn  arrest  nr.  228.367  van  16  september  2014  heeft  de  Raad  van  State  de  vordering  tot 

nietigverklaring van het koninklijk besluit houdende aanwijzing van de eerste voorzitter van het hof 

van beroep  te Bergen gedeeltelijk ongegrond verklaard en werden de debatten heropend met het 

oog op het verrichten van een aanvullend onderzoek. 

   

Page 32: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 31Loopbaan

Nederlandstalige benoemings‐ en aanwijzingscommissie 

Beroepen  ingediend met  betrekking  tot  voordrachten  die  in  2014  werden  gedaan  door  de 

Nederlandstalige benoemings‐ en aanwijzingscommissie: 

 

o aanwijzingen tot de mandaten van korpschef: 

Een kandidaat heeft een verzoek tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende 

aanwijzing van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Gent. De Raad van State heeft zich 

nog niet uitgesproken over dit beroep. 

o benoemingen: 

Een  kandidaat  heeft  twee  verzoeken  tot  nietigverklaring  ingediend  tegen  de  koninklijke  besluiten 

houdende de benoeming van twee rechters  in de Nederlandstalige arbeidsrechtbank te Brussel. De 

Raad van State heeft zich nog niet uitgesproken over deze beroepen. 

Een kandidaat heeft een verzoek tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende 

de benoeming van een rechter  in de arbeidsrechtbank te Leuven. De Raad van State heeft zich nog 

niet uitgesproken over dit beroep. 

Een kandidaat heeft een verzoek tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende 

de benoeming  van  een  raadsheer  in het Hof  van Cassatie. De Raad  van  State heeft  zich nog niet 

uitgesproken over dit beroep.  

Door  de  Raad  van  State  in  2014  genomen  beslissingen  inzake  de  door  de  Nederlandstalige 

benoemings‐ en aanwijzingscommissie vóór 2014 gedane voordrachten: 

In zijn arrest nr. 227.763 van 19 juni 2014 heeft de Raad van State de vordering tot nietigverklaring 

van het koninklijk besluit houdende aanwijzing van de procureur des Konings bij de  rechtbank van 

eerste aanleg  te Turnhout gedeeltelijk ongegrond verklaard en werden de debatten heropend met 

het  oog  op  het  verrichten  van  een  aanvullend  onderzoek. De  verzoeker  heeft  vervolgens  afstand 

gedaan  van  zijn beroep,  afstand die door de Raad werd  vastgesteld bij  arrest nr. 229.308  van 25 

november 2014. 

De Raad van State heeft  in zijn arrest nr. 227.764 van 19 juni 2014 de vordering tot nietigverklaring 

van het Koninklijk besluit houdende benoeming van de vrederechter van het tweede kanton Hasselt 

verworpen. 

De  Raad  van  State  heeft  in  zijn  arrest  nr.  228.971  van  30  oktober  2014  de  vordering  tot 

nietigverklaring  ingesteld  tegen  het  koninklijk  besluit  houdende  benoeming  van  een  advocaat‐

generaal bij het Hof van Cassatie verworpen.  

   

Page 33: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 32Loopbaan

BELEID EN AANBEVELINGEN  

Inleiding  

Sinds  de  oprichting  van  de  Hoge  Raad  voor  de  Justitie  hebben  de  benoemings‐  en 

aanwijzingscommissies  hun  plaats  in  het  institutionele  landschap  ten  volle  bevestigd.  Bij  de 

motivering van de voordracht  leggen de benoemings‐ en aanwijzingscommissies de kwaliteitseisen 

voor  de  vergelijking  van  de  profielen,  de  objectiviteit  en  juridische  juistheid  erg  hoog.  Deze 

commissies  nemen  de  wet  en  de  rechtspraak  van  de  Raad  van  State  daarbij  als  leidraad.  De 

benoemings‐ en aanwijzingscommissies hanteren een positieve motiveringsstijl die, uitgaande van de 

kwaliteiten  van de meest geschikte en meest bekwame  kandidaat, een  vergelijking maakt met de 

niet‐voorgedragen kandidaten, in functie van de motieven die doorslaggevend waren voor de keuze 

van de voorgedragen kandidaat. Door te blijven waken over de kwaliteit van de voordracht van de 

kandidaten, hopen de benoemings‐ en aanwijzingscommissies de hoge verwachtingen die in hen zijn 

gesteld in te lossen. 

De benoemings‐ en aanwijzingscommissies hebben er ook uitdrukkelijk voor gekozen alle kandidaten 

ambtshalve  te  horen,  niettegenstaande  artikel  259ter,  §  4,  van  het  Gerechtelijk  Wetboek  de 

mogelijkheid voorziet om enkel de kandidaten te horen die  tijdig hierom verzoeken6. De keuze om 

alle  kandidaten  te  horen  kadert  eveneens  in  het  streven  om  een weloverwogen  afweging  tussen 

kandidaten te kunnen maken en niet enkel op de dossierstukken te beslissen. 

 

Gerechtelijke stagiairs  

1. De  benoemings‐  en  aanwijzingscommissies  betreuren  nog  steeds  het  ontbreken  van  een 

duidelijke visie  inzake de vaststelling van het aantal vacante stageplaatsen voor de gerechtelijke 

stagiairs. 

 

Voor het gerechtelijk jaar 2014‐2015 werden de stageplaatsen vastgelegd op 48 (26 plaatsen voor 

de Nederlandse  taalrol en 22 plaatsen voor de Franstalige  taalrol)7. Dit aantal, dat bij een  in de 

ministerraad  overlegd  koninklijk  besluit  is  bepaald,  is  sinds  2008  ongewijzigd  gebleven8.  De 

toekomst  is  verontrustend  in het  licht  van het  gegeven dat 36%  van de magistraten die  thans 

actief zijn, ouder is dan 55 jaar9 en dat er bijgevolg de komende jaren vele opruststellingen zullen 

volgen. De Hoge Raad  is van mening dat rekening moet worden gehouden met de problematiek 

van de  leeftijdspiramide binnen de magistratuur en dat zich aangepaste maatregelen opdringen, 

met name een verhoging,  in de toekomst, van het aantal vacante plaatsen voor de gerechtelijke 

stagiairs. 

                                                            6 De hoorzitting is verplicht voor de kandidaten voor het mandaat van korpschef. 7 Koninklijk besluit van 11 september 2013 (Belgisch Staatsblad van 30 september 2013). 8  Behoudens  voor  de  jaren  2012  (68  plaatsen)  en  2013  (77  plaatsen),  wegens  de  hervorming  van  het  gerechtelijk arrondissement Brussel‐Halle‐Vilvoorde. 9 Cijfers op 22 juli 2014. 

Page 34: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 33Loopbaan

2. De  Hoge  Raad  is  ook  zeer  bezorgd  over  de  bijzondere  situatie  van  de  geslaagden  voor  het 

vergelijkend  toelatingsexamen  tot  de  gerechtelijke  stage  van  de  examenperiode  2014‐2015. 

Ingevolge een wetswijziging van 201410 hebben de geslaagden die nog op de reservelijst van het 

vergelijkend examen van de vorige jaren staan en de geslaagden van de volgende examenperiode 

2015‐2016  voorrang  op  de  geslaagden  van  de  examenperiode  2014‐2015. Hierdoor  dreigt  een 

aantal van deze laatsten nooit de stage te kunnen aanvatten. De Hoge Raad heeft de minister van 

Justitie hierover geïnterpelleerd door – opnieuw – te pleiten voor een verhoging van het aantal 

stageplaatsen, en voor de goedkeuring van een  specifieke maatregel voor de geslaagden 2014‐

2015. 

3. Er moet overigens een structurele oplossing worden overwogen voor de gerechtelijke stagiairs die 

hun stage met succes hebben volbracht en die door een tekort aan vacante plaatsen niet kunnen 

worden  benoemd  voor  het  einde  van  de  tweede  verlenging  van  hun  stage.  Op  dat  ogenblik 

eindigt hun stage namelijk onherroepelijk. 

4. In het kader van hun sollicitatie voor de vacante plaatsen van magistraat dingen de gerechtelijke 

stagiairs  voor  elke  plaats  mee  met  andere  kandidaten  die  een  getuigschrift  van  beroeps‐

bekwaamheid hebben voor de uitoefening van gerechtelijke functies of die reeds magistraat zijn. 

Elke  categorie  kandidaten  voor  een  vacante  plaats  (gerechtelijke  stagiairs,  houders  van  een 

getuigschrift  inzake beroepsbekwaamheid en magistraten) heeft evenwel haar eigen kwaliteiten 

en vaardigheden. Om de meest geschikte en meest bekwame kandidaat voor elke vacante plaats 

voor  te dragen, moeten de benoemings‐ en aanwijzingscommissies voor elke plaats de delicate 

afweging maken tussen de kandidaten van de voornoemde categorieën. Hiervoor wordt er onder 

meer rekening gehouden met de bijzondere eigenschappen van elke vacant verklaarde plaats en 

met de bijzondere behoeften  van het  rechtscollege,  zoals  ze door de  korpschef  te  kennen  zijn 

gegeven.  De  benoemingscommissies  stellen  echter  vast  dat  het  huidige  aantal  gerechtelijke 

stagiairs  die  aan  het  einde  van  hun  stage  komen,  de  afweging  niet  vergemakkelijkt  tussen  de 

bijzondere en de specifieke kwaliteiten van de kandidaten van de verschillende categorieën. 

5. Naar  aanleiding  van  het  regeerakkoord  van  9  oktober  2014,  waarin  een  hervorming  van  de 

gerechtelijke  stage wordt voorgesteld, heeft de Hoge Raad voor de  Justitie opnieuw nagedacht 

over  de  organisatie  en  de  inhoud  van  de  gerechtelijke  stage.  Er  zullen  proactief  concrete 

voorstellen aan de minister van Justitie voorgelegd worden via een eventuele aanpassing van de 

aanbeveling  omtrent  de  gerechtelijke  stage  (op  30  juni  2004  door  de  Algemene  Vergadering 

goedgekeurd). 

   

                                                            10 Art. 259octies, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd door art. 13 van de wet van 25 april 2014, bepaalt dat  ‘’de kandidaten  die  geslaagd  zijn  voor  het  vergelijkend  toelatingsexamen  tot  de  gerechtelijke  stage  uiterlijk  drie  jaar  na  de afsluiting  van  het  examen  benoemd  kunnen  worden  tot  gerechtelijk  stagiair.  Onder  geslaagden  voor  twee  of  meer vergelijkende  toelatingsexamens  tot de gerechtelijke stage, wordt voorrang verleend aan de kandidaten die geslaagd zijn voor het vergelijkend examen waarvan het proces‐verbaal op de recentste datum is afgesloten’’. Bovendien bepaalt art. 14 van dezelfde wet dat “de kandidaten die geslaagd zijn voor het vergelijkend  toelatingsexamen  tot de gerechtelijke stage voor  de  inwerkingtreding  van  artikel  13  het  recht  op  voorrang  behouden  waarbij  voorrang  wordt  verleend  aan  de geslaagden waarvan het proces‐verbaal op de verst afgelegen datum is afgesloten’’. Het voornoemde art. 13 is op 24 mei 2014 in werking getreden. 

  

Page 35: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 34Loopbaan

Te formalistisch en rigide  

De  commissies  blijven  betreuren  dat  artikel  287sexies  van  het  Gerechtelijk  Wetboek,  of  de  te 

formalistische  en  rigide  toepassing  ervan,  als  negatief  effect  heeft  dat  een  zeker  aantal  valabele 

kandidaten niet de kans krijgt om hun bekwaamheid en competenties  te  laten vergelijken met die 

van de andere kandidaten voor een vacante plaats.  

Krachtens  artikel 287sexies  van het Gerechtelijk Wetboek moet  sinds begin  januari 2004 namelijk 

elke  kandidatuur  voor  een  benoeming  of  voor  een  aanwijzing  tot  korpschef  in  de magistratuur 

vergezeld zijn van (in tweevoud): 

alle stavingstukken met betrekking tot de studies en beroepservaring; 

een curriculum vitae overeenkomstig een door de minister van Justitie, op voorstel van de Hoge Raad voor de Justitie, bepaald standaardformulier.  

In  zijn  huidige  formulering  kan  artikel  287sexies  van  het  Gerechtelijk Wetboek  moeilijk  als  een 

voorbeeld van administratieve vereenvoudiging worden beschouwd.  

Zo moet iemand die zich kandidaat stelt voor verscheidene vacante plaatsen die in hetzelfde Belgisch 

Staatsblad werden  gepubliceerd,  elk  van  die  stukken  bij  elke  kandidaatstelling  voegen.  Indien  de 

kandidaat zich hier niet aan houdt, wordt zijn kandidatuur beschouwd als niet‐ontvankelijk (aan deze 

eis moet worden voldaan op straffe van verval). Dat geldt ook als niet alle vereiste stukken binnen de 

maand zijn overgemaakt. Overigens begrijpen vele kandidaten op dit moment nog steeds niet precies 

welke stavingstukken aan de minister van Justitie moeten worden overgemaakt.  

Een  gunstige  evolutie  kan  verwacht  worden  van  de  implementatie  door  de  FOD  Justitie  van  de 

recente wet van 5 mei 201411, die het principe van eenvormige gegevensverzameling invoert. 

In het algemeen staat de Hoge Raad voor de Justitie een vereenvoudiging en een modernisering van 

de procedures  voor,  zowel  inzake benoemingen/aanwijzingen  als wat de  toegangsexamens  tot de 

magistratuur  betreft.  Het  voorstel  tot  het  afschaffen  van  bepaalde  aangetekende  zendingen,  het 

gebruik van e‐mails, de  invoering van een elektronische  inschrijvingsprocedure voor de examens en 

de  vrijstelling  van  verzending  van  bepaalde  reeds  meegedeelde  documenten  (bijvoorbeeld  het 

diploma van licentiaat of master in de rechten) liggen in deze lijn. 

   

                                                            11 Wet van 5 mei 2014 houdende verankering van het principe van de unieke gegevensinzameling  in de werking van de diensten en instanties die behoren tot of taken uitvoeren voor de overheid en tot vereenvoudiging en gelijkschakeling van elektronische en papieren formulieren (Belgisch Staatsblad van 4 juni 2014). Deze wet is van kracht maar bepaalde federale instanties hebben een termijn tot 1 januari 2016 om aan deze vereisten te voldoen (art. 14). 

Page 36: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 35Loopbaan

Hernieuwing van de mandaten van korpschef  

In  september  2008  heeft  het  Grondwettelijk  Hof  verschillende  bepalingen  van  de  wet  van  18 

december 200612 vernietigd “voor zoverre zij van toepassing zijn op de korpschefs van de hoven en 

rechtbanken”. Het arrest van het Hof heeft als gevolg dat de evaluatie van de korpschef van de zetel 

afgeschaft is.  

Het probleem  is dat de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek nog  steeds niet werden herzien 

teneinde het rechtsvacuüm op te vullen dat door het arrest is ontstaan en een specifieke procedure 

te organiseren  als een  korpschef  van de  zetel de hernieuwing  van  zijn mandaat  aanvraagt.  In die 

hypothese  vloeit  daaruit  voort  dat  het  dossier  dat  aan  de  benoemingscommissies  wordt 

overgemaakt  enkel  bestaat  uit  de  hernieuwingsaanvraag  van  de  uittredende  korpschef  zelf, met 

uitsluiting  van  elk  ander  objectief  document  (bijv.  curriculum  vitae,  adviezen  van  verschillende 

autoriteiten ...). 

Dat stelt uiteraard problemen voor de bevoegde commissie wanneer deze zich over de bekwaamheid 

en  de  geschiktheid  moet  uitspreken,  behalve  als  ervan  wordt  uitgegaan  dat  het  horen  van  de 

kandidaat (wat verplicht blijft) op zich alleen al de commissie kan overtuigen in de ene of de andere 

zin. Dat veroorzaakt eveneens rechtsonzekerheid  in verband met de vraag van mogelijke beroepen 

bij de Raad van State (beroep van de korpschef waarvan het mandaat niet wordt hernieuwd, of,  in 

geval van hernieuwing, beroep van potentiële kandidaten die belang hadden bij het openstellen van 

het mandaat). 

Er werden door de  commissies punctuele oplossingen  uitgedacht  teneinde hun  informatie  aan  te 

vullen (horen van korpschefs, verzoek aan de kandidaat om bepaalde stukken voor te leggen …). 

Die  “oplossingen”  zijn evenwel niet  toereikend. De Hoge Raad voor de  Justitie heeft herhaaldelijk 

maar tevergeefs aangedrongen op het wegwerken van dit rechtsvacuüm. 

                                                            12    Wet  van  18  december  2006  tot  wijziging  van  de  artikelen  80,  259quater,  259quinquies,  259novies,  259decies, 259undecies, 323bis, 340, 341, 346 en 359 van het Gerechtelijk Wetboek, tot herstel in dit Wetboek van artikel 324 en tot wijziging van de artikelen 43 en 43quater van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken. 

Page 37: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 36Loopbaan

VORMING  

In  2012,  heeft  de  HRJ  richtlijnen  opgesteld  die  gelden  voor  de  vorming  van  magistraten, 

beroepsmagistraten en niet‐beroepsmagistraten, alsook de gerechtelijke stagiairs.  

In  twee algemene  richtlijnen wordt aan het  Instituut voor Gerechtelijke Opleiding of  IGO gevraagd 

zijn  activiteiten  binnen  het  eigen  wettelijke  kader  te  laten  verlopen  en  tot  een  onderbouwd 

opleidingsplan te komen, onder meer gestoeld op een diepgaande omgevings‐ en behoeftenanalyse. 

De bijzondere richtlijnen vormen echter de hoofdbrok van 

de HRJ‐richtlijnen inzake opleiding. Deze zijn gebaseerd op 

de  Standards  of  Exellence  for  the  Public  Administration 

Education  and  Training’  ontwikkeld  door  het  United 

Nations Department of Economic and Social Affairs (2008). 

Dit kader is ontwikkeld voor de opleiding van professionals 

met een functie in de publieke sector. 

Niet  alle  richtlijnen  kunnen  onmiddellijk  en  op  een 

optimale manier worden uitgevoerd. Daarom heeft de HRJ 

een aantal prioritaire  lijnen uitgezet waarop het  IGO zich, 

volgens de HRJ, de komende jaren best concentreert.  

Deze prioriteiten zijn de volgende: 

1. Opleidingsprogramma’s  uitbouwen  met 

oriëntaties, doelstellingen en strategieën op maat 

gesneden van de doelgroepen; 

2. Decentraliseren  en  technologisch  vernieuwen 

zodat het IGO aan haar volledige doelpubliek meer 

opleidingen kan geven (bijv. e‐learning); 

3. Organisatie  van meer  opleidingen  bestemd  voor 

de pas benoemde magistraten en de niet‐beroepsmagistraten. Deze  zouden minstens een 

“basisopleiding” moeten  krijgen, met  een  bijzondere  aandacht  voor  de  rechtspleging,  de 

deontologie en de contouren van het beroepsgeheim; 

4. Optimalisering van de samenwerking met de universiteiten en de hogescholen  in het kader 

van de bij wet voorziene mogelijkheden; 

5. Terbeschikkingstelling aan de korpschefs van meer managementopleidingen of opleidingen 

die  gericht  zijn  op  het  verwerven  van  niet‐juridische  vaardigheden  die  zouden  kunnen 

bijdragen tot een verbetering van hun rechtscollege/korps,  in het bijzonder op het vlak van 

human resources. 

 

De  HRJ wilde  de  opvolging  van  de  richtlijnen  in  2014  evalueren, maar  door  de  vertraging  die  is 

opgelopen bij het verkrijgen van de nodige informatie is deze evaluatie naar volgend jaar uitgesteld. 

 

Luidens de Grondwet oefent deHRJzijnbevoegdhedenmetnameuit op het vlak van de opleidingvan rechters en ambtenaren vanhetOpenbaarMinisterie.De wet van 31 januari 2007verduidelijkt dat de door het IGOopgestelde opleidings‐programma’sinovereenstemmingdienen te zijn met de richtlijnendiedoordeHRJzijnvoorbereidenbekrachtigd, voor ingeval zebetrekking hebben op deberoepsmagistraten van derechterlijke orde, de plaats‐vervangende magistraten, deraadsheren en rechters in socialezaken, de rechters inhandelszakenendeassessoren instrafuitvoeringszaken en degerechtelijkestagiairs.

Page 38: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 37Advies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ADVIES  

Zowel de Kamer en de Senaat als de minister van Justitie kunnen de Hoge Raad voor de Justitie om 

advies vragen over hun wetgevende initiatieven. De Hoge Raad kan ook het initiatief daartoe nemen. 

De Verenigde  advies‐  en onderzoekscommissie  is bevoegd om de  adviezen  of  voorstellen  voor  te 

bereiden, waarna de Algemene Vergadering ze goedkeurt.  

Weliswaar hebben de adviezen geen  formeel‐bindende of  zelfs maar  schorsende  kracht. Er wordt 

echter geluisterd wanneer de Raad advies uitbrengt over een wetsvoorstel of een justitiehervorming. 

Precies zijn samenstelling én zijn onafhankelijkheid van zowel de uitvoerende, de rechterlijke als de 

wetgevende macht geven de Hoge Raad voor de Justitie immers recht van spreken. 

Omwille van de  federale verkiezingen  in 2014 en de daaropvolgende  regeringsvorming ontving de 

Hoge Raad geen aanvragen voor advies.  

In 2014 heeft de Hoge Raad voor de Justitie ambtshalve 1 advies uitgebracht. 

  

 

 

Page 39: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 38Advies

ADVIES VAN 17 DECEMBER 2014 MET BETREKKING TOT DE  CONTROLE  OP  HET  BEWIND  OVER  BESCHERMDE PERSONEN  

Naar aanleiding van enkele belangrijke fraudegevallen, werd een werkgroep van de Hoge Raad gelast 

met  de  evaluatie  van  de  controle  door  de  vredegerechten  op  de  bewinden  over  beschermde 

personen. 

 

Na verschillende actoren van het veld te hebben gehoord, besloot de werkgroep dat de wijze waarop 

de  bewinden  worden  gecontroleerd  door  de  vredegerechten  moet  worden  verbeterd, 

geharmoniseerd  en  geprofessionaliseerd.  De  Wet  van  17  maart  2013  tot  hervorming  van  de 

regelingen  inzake onbekwaamheid en tot  instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt 

met de wenselijke waardigheid moet de basis vormen voor het uitbouwen van een performant en 

geharmoniseerd risicobeheersysteem. 

 

Dit advies heeft tot doel de grote lijnen te schetsen van een dergelijk controlesysteem. Het is aan de 

betrokken actoren om een systeem te ontwikkelen en te implementeren. 

 

De HRJ beveelt maatregelen aan op drie vlakken: 

 

1. De selectie en de aanwijzing van de bewindvoerders: 

‐   De  regelmatige uitoefening van de  functie van bewindvoerder dient afhankelijk  te worden 

gemaakt van het volgen van een gespecialiseerde opleiding waarvan het programma wordt 

bepaald door de representatieve organen van de vrederechters en de ordes. 

‐   Voor occasionele bewindvoerders dient een gids te worden opgesteld met op zijn minst een 

overzicht van de wettelijke bewindsregels en de taken die zij dienen te vervullen. 

‐   het aantal dossiers dat gelijktijdig door een zelfde bewindvoerder kan worden beheerd moet 

worden beperkt tot 100. 

 

2. De administratieve opvolging binnen de vredegerechten; 

‐   De  administratieve  opvolging  van  de  bewinden  en  de  communicatie met  de  beschermde 

persoon en de bewindvoerders dient te gebeuren door één of meerdere griffiemedewerkers, 

die daarvoor over de nodige kennis en vaardigheden te beschikken en de vereiste opleiding 

te krijgen. 

‐   Een geïnformatiseerd instrument dient te worden ontwikkeld dat de stipte opvolging van de 

neerlegging van de verslagen verzekert en ervoor zorgt dat het administratief dossier wordt 

voorgelegd aan de vrederechter  telkens wanneer de wet actie vereist  (bv. de evaluatie na 

twee jaar) of bepaalde “knipperlichten” in werking treden. 

   

Page 40: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 39Advies

 

3. Het uitvoeren van financiële controles. 

De financiële controles dienen te worden uitgevoerd in drie fases: 

‐ Eerstelijns  controle  door  een  griffiemedewerker  (zie  hierboven),  die  toeziet  op  de  stipte 

inlevering  van  de  verslagen,  controleert  of  de  verslagen  formeel  volledig  zijn  en  zijn 

opgesteld volgens het voorgeschreven model. 

‐ Tweedelijns controle door de vrederechter die de dossiers, na voorafgaand nazicht door de 

griffiemedewerker,  ontvangt  voor  goedkeuring  en  het  nemen  van  een  beschikking  tot 

toekenning  van  beheersloon  en  kostenvergoeding,  alsmede  telkens  wanneer  specifieke 

vragen of anomalieën rijzen; 

‐ Een  derdelijns  controle  door  een  technisch  adviseur,  daartoe  aangesteld  door  de 

vrederechter: 

indien er ernstige aanwijzingen zijn van tekortkomingen  in het beheer van een bewind 

of wanneer de complexiteit van de rekeningen dit rechtvaardigt. 

steekproefsgewijs volgens vooraf vastgestelde doelstellingen en criteria (omvang 

vermogen, periodiciteit, het aantal bewinden beheerd door de bewindvoerder, …). 

   

Page 41: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 40Controle

 

 

 

 

 

 

 

 

CONTROLE  

 

 

 

Door  klachten  te  behandelen,  audits  en  bijzondere  onderzoeken bij  de  rechterlijke  orde uit  te 

voeren, moet de Hoge Raad bijdragen aan een betere werking van justitie, ten dienste van de burger. 

Bovenop deze externe controles, kan de Raad ook de aanwending van  interne controlemiddelen bij 

de  rechterlijke orde systematisch doorlichten. Daartoe moeten de  instanties die bevoegd zijn voor 

deze controles jaarlijks verslag uitbrengen aan de VAOC. 

De externe controle behoort tot de bevoegdheid van de Verenigde advies‐ en onderzoekscommissie 

(VAOC),  en  tot  de  bevoegdheid  van  de  Nederlandstalige  (AOC)  en  Franstalige  (CAE) 

klachtencommissie van de Hoge Raad.  

   

Page 42: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 41Controle

KLACHTEN  

WELKE KLACHTEN BEHANDELT DE HRJ?  

De  Hoge  Raad  voor  de  Justitie  ontvangt  en 

behandelt  klachten  over  de  werking  van  de 

rechterlijke orde. 

De  behandeling  van  klachten maakt  deel  uit 

van  de  waaier  van  bevoegdheden  van  de 

Verenigde  advies‐  en  onderzoekscommissie 

(VAOC) van de Hoge Raad en vormt één van 

de  instrumenten  waarover  deze  commissie 

beschikt om haar toezichtsbevoegdheid op de 

werking  van  de  rechterlijke  orde  uit  te 

oefenen.  

 

Iedereen kan bij de Hoge Raad voor de  Justitie een 

klacht  indienen,  op  voorwaarde  dat  hij  een 

rechtmatig belang heeft.  

Verder moet een klacht schriftelijk worden ingediend 

met  handtekening,  datum  en  identiteit  van  de 

indiener  van  de  klacht  (naam,  voornaam,  adres, 

postcode en woonplaats).  

   

De  Hoge  Raad  is  enkel  bevoegd  voor  klachten over de werking van de rechterlijke orde.  Zelfs als een  klacht duidelijk de werking  van de rechterlijke  orde  betreft,  moet  de  commissie rekening  houden  met  vijf  bijkomende onbevoegdheidsgronden.   Zo is de Hoge Raad niet bevoegd voor: •  klachten die behoren tot de strafrechtelijke of 

tuchtrechtelijke  bevoegdheid  van  andere overheden; 

•  klachten over de  inhoud van een  rechterlijke beslissing; 

•  klachten  waarvan  het  doel  kan/kon  worden bereikt door het aanwenden van een gewoon of buitengewoon rechtsmiddel; 

•  klachten  die  reeds  behandeld  zijn  en  geen nieuwe elementen bevatten; 

•  klachten die kennelijk ongegrond zijn.  In  deze  gevallen  verwijst  de  Hoge  Raad  de indiener van de klacht steeds naar de bevoegde instantie.  Voor  een  klacht  over  een  advocaat, bijvoorbeeld,  verwijst  de  Raad  door  naar  de stafhouder. 

Page 43: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 42Controle

PROCEDURE  

Binnen de Verenigde advies‐ en onderzoekscommissie (VAOC) gebeurt de klachtenbehandeling door 

de bevoegde taalcommissie, respectievelijk door de Nederlandse taalcommissie (AOC) en de Franse 

taalcommissie (CAE). 

 

 

 

Indien de klacht gegrond is, kan de Hoge 

Raad  een  oplossing  voorstellen  aan  de 

bevoegde  rechtsinstanties,  een 

aanbeveling  formuleren  of  een  advies 

verlenen  om  de  werking  van  justitie  te 

verbeteren,  een  bijzonder  onderzoek 

laten instellen of een audit laten opstarten. 

 

En wat als de klacht ongegrond is? 

Indien de commissie geen disfunctie van de werking van de rechterlijke orde kon vaststellen, wordt 

het klachtendossier afgesloten. Tegen de beslissingen van de  commissie kan geen beroep worden 

aangetekend. 

   

De klachtenprocedure bestaat uit vijf fases:   1. de ontvangst van de klacht  2. het ontvankelijkheidsonderzoek 3. het bevoegdheidsonderzoek  4. het onderzoek naar de gegrond‐

heid van de klacht  5. de beoordeling van de klacht.  Doorheen  de  klachtenprocedure 

wordt  de  indiener  van  de  klacht 

steeds op de hoogte gebracht van de 

beslissingen  die  de  commissie  heeft 

genomen in zijn dossier. 

Page 44: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 43Controle

KLACHTEN IN 2014  

In  2014  werden  er  244  nieuwe  dossiers 

ingediend.  Er werden  228  dossiers  afgesloten, 

die samen 357 klachten bevatten: 158 klachten 

bij  de  AOC  en  199  klachten  bij  de  CAE.  Op 

31 december  2014  waren  er  129  dossiers 

hangende. 

 

 

Voor  240  klachten  van  de  357  (hetzij  67,23%  van  de 

klachten  die  in  2014  afgesloten  zijn),  hebben  de 

commissies  zich  onbevoegd  verklaard.  De  AOC 

verklaarde  zich  onbevoegd  voor  96  klachten,  de  CAE 

voor 144 klachten. 

De klachten van de in 2014 afgesloten dossiers hadden 

vooral  betrekking  op  de  inhoud  van  rechterlijke 

beslissingen  (94  of  26,33%),  op  advocaten  of 

justitiemandatarissen (38 of 10,64%), of op het verloop 

van de procedure (36 of 10,08%). 

Vervolgens  komen  de  klachten  die  geen  betrekking 

hebben over de werking van de rechterlijke orde (35 of 

9,80%) en traagheid van de rechtsgang (34 of 9,52%).  

Procedures  slepen  vaak  lang,  soms  zelfs 

onaanvaardbaar  lang  aan.  De  traagheid  van  justitie 

blijft één van de hoofdredenen van de ontevredenheid 

van de burger, naast het gevoel “slecht behandeld” te 

worden door het gerecht.  

Bij de behandelde klachten waren er nog andere redenen van ontevredenheid bijvoorbeeld over het 

gedrag  van  een magistraat,  een  griffier  of  een  deskundige,  die  als  ongepast  of  respectloos werd 

ervaren (28 of 7,84%) 

Nog andere klachten omvatten een verzoek tot tussenkomst (12 of 3,36%) van de Hoge Raad  eerder 

dan een klacht in strikte zin of een vraag om juridisch advies (11 of 3,08%) . 

 

   

Net  zoals de  vorige  jaren weerspiegelt een 

groot  aantal  klachten  de  ontevredenheid 

van de burger over de rechterlijke beslissing 

die  werd  genomen  in  zijn  zaak.  Zo  is  de 

burger vaak niet akkoord met het vonnis of 

het  arrest,  met  de  aanstelling  van  een 

deskundige, met  het  sepot  van  een  klacht 

door  de  procureur  des  Konings,  met  het 

(niet)  uitvoeren  van  bepaalde 

onderzoeksdaden  door  de 

onderzoeksrechter etc. 

Sommige  burgers  beschouwen  de  Hoge 

Raad  verkeerdelijk  als  een  soort 

beroepsinstantie  die  rechterlijke 

beslissingen  kan  wijzigen  of  ongedaan 

maken,  of  zelfs  in  een  lopende  procedure 

kan tussenkomen om het verloop ervan een 

andere wending te geven.  

Een  klachtendossier  kan  één  of  meerdere 

klachten  bevatten.  Bijvoorbeeld  een  persoon 

klaagt 1) over de  trage  rechtsgang, 2) over de 

beslissing  in  zijn  zaak  en  3)  over  de 

partijdigheid van de rechter. In dit geval opent 

de  commissie  slechts  één  dossier  dat  uit  drie 

klachten bestaat.  

Page 45: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 44Controle

GEGRONDE KLACHTEN IN 2014  

Van de 117 klachten (van de 357 klachten die  in 2014 zijn afgesloten) waarvoor de commissies zich 

bevoegd hebben verklaard (zijnde 32,77%), werden er 75 ongegrond verklaard en 42 gegrond (hetzij 

11,76% van het totale aantal klachten dat in 2014 werd afgesloten).  

Door de AOC werden er 31 klachten ongegrond verklaard en 31 klachten gegrond. De CAE verklaarde 

44 klachten ongegrond en 11 klachten gegrond. 

De  gegronde  klachten  gaan  hoofdzakelijk  over  de  trage  rechtsgang  (15  van  42)  en  de  gebrekkige 

communicatie met justitie (9 van 42) . 

De  klachten  die  ongegrond  werden  beoordeeld, 

zijn  ofwel  klachten waarvan  het  vaststond  dat  ze 

onterecht  waren,  ofwel  klachten  waarvan  het 

onderzoek  van de  klacht  geen onregelmatigheden 

had  aangetoond,  ofwel  klachten  waarvoor  de 

commissies  niet  met  zekerheid  hebben  kunnen 

vaststellen of ze terecht waren. 

Verder gebeurde het regelmatig dat de commissies een klacht ongegrond moesten verklaren omdat 

zij na het onderzoek van de klacht geen disfunctie van de werking van de rechterlijke orde konden 

vaststellen wegens het gebrek aan objectieve elementen. Dit doet  zich wel eens voor bij klachten 

over het onbeleefd gedrag van een magistraat of bij klachten over de trage rechtsgang waarvoor de 

partijen zelf, of hun raadslieden, mee verantwoordelijk zijn.  

In een burgerlijke procedure blijven de partijen  immers meester van het geding. Als  zij geen actie 

ondernemen, kan de rechtbank de zaak ook niet bespoedigen. 

 

   

Voornaamste redenen gegronde klachten in 2014 > Traagheid van de procedure   > Gebrek in de communicatie met justitie     (zetel, parket en griffie) 

Page 46: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 45Controle

ENKELE BESLISSINGEN GENOMEN IN 2014  

 De commissie heeft de klacht niet‐ontvankelijk verklaard  

De heer X en/of mevrouw Y beklaagde(n) zich over de benoeming en het zogenaamde wanbeleid van 

een  voorzitter  van  de  rechtbank  van  koophandel.  Uit  vrees  voor  represailles  zag  hij/zij  zich 

genoodzaakt om een anonieme klacht in te dienen.  

Beslissing:  

De  AOC  verklaarde  de  klacht  onontvankelijk  omdat  de  heer  X  en/of mevrouw  Y  zijn/haar  klacht 

anoniem had ingediend. Een regularisatie van de klacht was niet mogelijk. 

  

Klacht waarvoor de commissie zich onbevoegd heeft verklaard   De  heer  X,  een  gedetineerde,  beklaagde  zich  ove  rde  slechte materiële  omstandigheden  van  zijn 

detentie in de penitentiaire inrichting waarin hij zijn straf uitzat (ondervoeding, slechte behandeling 

…).  

Beslissing:  

De  CAE  verklaarde  zich  onbevoegd  omdat  zij  van mening  was  dat  deze  niet  de  werking  van  de 

rechterlijke orde betrof in de zin van artikel 259bis‐15, §1 van het Gerechtelijk Wetboek, aangezien de 

penitentiaire  instellingen afhankelijk zijn van het directoraat‐generaal penitentiaire  inrichtingen van 

de Federale Overheidsdienst Justitie.  

 

 

2 klachten waarvoor de commissie zich bevoegd heeft verklaard   (1) De  rechtbank  van  eerste  aanleg  veroordeelde  de  heer  X  tot  een  voorlopige  betaling  van  een 

alimentatievergoeding na echtscheiding aan zijn ex‐echtgenote.  

In april 2013 meldde de heer X aan de CAE dat de magistraat die het betwiste vonnis had gewezen, 

bevriend zou zijn met de advocaat van zijn ex‐echtgenote op de sociaalnetwerksite Facebook. Hieruit 

bleek dat hij met deze laatste een onbetwistbare intimiteit zou hebben. De heer X stelde zich vragen 

over  de  onafhankelijkheid  van  de magistraat  die  het  betwiste  geschil  had  gewezen  en  over  zijn 

onpartijdigheid in het kader van de betwiste procedure. 

Beslissing: 

Bij een eerste onderzoek van het dossier verklaarde de CAE zich bevoegd om kennis te nemen van de 

klacht, waaruit bleek dat de heer X kennis kreeg van de relatie van de magistraat en de advocaat van 

zijn  ex‐echtgenote  na  de  uitspraak  van  het  vonnis  en  dat  hij  dus  geen  nuttig  gebruik  had  kunnen 

maken van de wrakingsprocedure. De CAE wees op het openbare karakter van de situatie die door de 

klager werd aangekaart, en besliste om de betrokken overheden hierover te ondervragen. 

Page 47: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 46Controle

 

Door het ontbreken van reacties van deze overheden onderzocht de CAE het dossier opnieuw. Naar 

aanleiding hiervan hield ze rekening met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de 

rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dat iedere persoon het toegangsrecht garandeert 

op  een  onafhankelijke  en  onpartijdige  rechtbank.  Zij  herinnerde  heeft  eraan  dat  krachtens  de 

rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het adagium “justice must not 

only be done  it must also be seen to be done”, elke partij de zekerheid moet hebben dat de rechter 

niet  vooringenomen  is  en  geen  persoonlijk  belang  heeft. Deze  “objectieve”  onpartijdigheid  van  de 

rechter vormt een fundamentele vereiste voor de regelmatigheid van het proces. In dit geval meende 

de CAE dat de betrokken magistraat niet meer de vereiste schijn van onpartijdigheid had om te zaak 

te beoordelen en hij zich onbevoegd had moeten verklaren aangezien zijn relatie met de advocaat van 

de  ex‐echtgenote  van  de  klager  (bovendien  op  het  sociaal  netwerk  Facebook  openbaar  gemaakt) 

door deze laatste rechtmatig kan worden opgevat als een gebrek aan “objectieve” onpartijdigheid in 

de  zin  van  de  voornoemde  bepaling.  Bijgevolg  verklaarde  de  CAE  de  klacht  gegrond  te  verklaren. 

Bovendien herinnerde de CAE eraan dat de “Gids voor magistraten” die door de Hoge Raad voor de 

Justitie en de Adviesraad van de magistratuur werd gepubliceerd, de magistraat aanraadt “om ervoor 

te  zorgen dat hij noch door  zijn beroepsuitoefening, noch door  zijn persoonlijke houding  zijn eigen 

imago of dat van het gerecht of Justitie  in gevaar brengt”. Wat meer bepaald de sociale netwerken 

betreft  wijst  deze  gids  erop  dat  “het  deelnemen  aan  geïnformatiseerde  sociale  netwerken  een 

persoonlijke keuze  is maar grote voorzichtigheid vergt om te vermijden dat de onafhankelijkheid, de 

onpartijdigheid en de integriteit van de magistraat in het gedrang komen”. Na deze beslissing van de 

CAE hebben de orde‐instanties een forum voor advocaten georganiseerd over deze problematiek. 

 

 

 

(2) De heer X, die optreedt als  raadsman van een NV en een BVBA, beklaagde  zich over de  trage 

werking  van  de  rechtbank  van  eerste  aanleg.  De  NV  verhuurde  een  appartement  waarvan  de 

bewoners op 7 oktober 2010 overleden. Naar  aanleiding  van de  verwerping  van de nalatenschap 

door de erfgenamen diende de NV op 6  juni 2011 een verzoekschrift  in om de aanstelling van een 

curator  te verkrijgen. Na  lang aanslepen bij het parket werd het verzoekschrift  terug overgemaakt 

aan de burgerlijke griffie met het oog op de aanstelling van de curator. Via de griffie vernam de NV 

dat de rechter pas in 2012 uitspraak zou doen. Maar op het einde van 2012 kwam er nog geen schot 

in de  zaak.  Intussen was de NV, gezien de ernstige  financiële gevolgen van het uitblijven van een 

gerechtelijke beslissing, genoodzaakt om het appartement door te verkopen aan de BVBA. Ondanks 

talloze brieven die aan de rechtbank werden verstuurd, liet de rechtbank na om het nodige te doen. 

De BVBA  liet ondertussen het appartement door de vrederechter ontzegelen en staat/stond zelf  in 

voor de bewaring van de goederen die zich in het appartement bevonden. 

 

 

 

Page 48: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 47Controle

Beslissing: 

Uit het onderzoek van de AOC bleek dat er bij het gerecht te X  inderdaad een ernstig probleem van 

vertraging was geweest inzake de behandeling van de verzoekschriften tot aanstelling van curatoren 

bij onbeheerde nalatenschappen. Tot voor kort werden de verzoekschriften  tot aanstelling van een 

curator over een onbeheerde nalatenschap  steeds voor advies overgemaakt aan het parket. Nadat 

het  parket  in  de  periode  2011‐2012  echter  besliste  om  geen  adviezen  meer  te  verlenen  inzake 

onbeheerde nalatenschappen werden  tientallen dossiers  teruggestuurd naar de rechtbank, wat een 

grote achterstand veroorzaakte. In casu werd pas op 31 december 2012 een bevelschrift uitgesproken 

en een curator van de onbeheerde nalatenschap aangeduid. De AOC verklaarde de klacht dan ook 

gegrond wegens de te  lange duur van de procedure. Inmiddels werd de achterstand weggewerkt en 

worden  de  verzoekschriften  tot  aanstelling  van  een  curator  over  een  onbeheerde  nalatenschap 

opnieuw onmiddellijk behandeld.  

 

   

Page 49: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 48Controle

AUDITS EN BIJZONDERE ONDERZOEKEN  

Sedert 2014 heeft de Hoge Raad  voor de  Justitie drie  audits, de opvolging  van een  audit, en een 

bijzonder onderzoek gerealiseerd: 

1. Audit van het gebruik van beleidsplannen door de korpschefs (VAOC 20 maart 2014) 

2. Audit van de Nederlandstalige Rechtbank van Koophandel te Brussel (VAOC 26 februari 2015) 

3. Bijzonder onderzoek ‘voorrecht van rechtsmacht’ (AV 25 maart 2015) 

4. Opvolging van de audit van het beleid  inzake bijzondere mandaten  in de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen (VAOC 26 maart 2015) 

5. Audit van de Rechtbank van eerste aanleg van Henegouwen (VAOC 18 juni 2015) 

  

 

AUDIT GEBRUIK BELEIDSPLANNEN  

De Verenigde  advies‐  en  onderzoekscommissie  (VAOC)  heeft  op  20 maart  2014  de  audit  van  het 

gebruik van beleidsplannen door korpschefs van de rechtbanken van eerste aanleg goedgekeurd. Net 

voor het einde van de audit wordt op 4 maart eveneens de wet op het verzelfstandigd beheer van de 

rechterlijke  orde  gepubliceerd  die  op  1  april  van  datzelfde  jaar  in  werking  is  getreden.  Deze 

belangrijke  hervorming  geeft  een  aanzienlijke  uitbreiding  aan  de  beheersbevoegdheden  van  de 

korpschefs. Opvolging van prestatie wordt in de moderne rechterlijke organisatie noodzakelijk.  

Tijdens deze audit zijn volgende 17 vaststellingen gedaan: 

A. Regelgeving 

1. De hervorming van het gerechtelijk landschap is een uitgelezen opportuniteit voor de 

implementatie van een systematiek van interne beheersing voor zowel de verschillende 

gerechtelijke entiteiten als voor de rechterlijke organisatie als geheel; 

2. De gehanteerde terminologie in het bestaande en toekomstige wettelijke kader houdt een 

risico op begripsverwarring in zich (beleidsplan vs beheerplan); 

 

   

Page 50: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 49Controle

B. Gebruik beleidsplannen – interne beheersing 

1. De beheersingsomgeving in de rechtbanken van eerste aanleg is weinig tot niet ontwikkeld;  

2. De rechtbanken van eerste aanleg zijn niet vertrouwd met het begrip interne beheersing in 

de bedrijfskundige zin; 

3.  Bijna alle rechtbanken van eerste aanleg maken geen actief gebruik van hun beleidsplannen. 

Er bestaan op het terrein dan ook geen specifieke instrumenten om dit plan naar de 

organisatiepraktijk te vertalen; 

4. Doorgaans beschikt men niet over een aan de omgeving aangepast beleidsplan; 

5. Doelstellingen zijn doorgaans niet voldoende duidelijk gedefinieerd; 

6. Er bestaat geen praktijk van risicoanalyse in de rechtbanken van eerste aanleg; 

7. 54% van de rechtbanken volgt de achterstand in het beraad slechts gedeeltelijk of helemaal 

niet actief op, zoals voorzien in het Gerechtelijk Wetboek, en 73% van de rechtbanken 

koppelt aan een grote achterstand in het beraad slechts zelden de wettelijk voorziene 

sancties; 

8. De personeelsleden van de rechtbank van eerste aanleg worden niet geïnformeerd over hun 

taken en plichten in het verwezenlijken van de doelstellingen van de organisatie zoals deze 

staan beschreven in het beleidsplan; 

9. 88% van de rechtbanken van eerste aanleg geven aan niet of slechts gedeeltelijk te 

beschikken over uitgeschreven processen, procedures of handboeken; 

 

C. Analyse beleidsplannen 

1. 77% van de beleidsplannen geeft aan een grote waarde te hechten aan integriteit en 

ethische waarden. Vaak ontbreekt het echter aan een plan van aanpak over hoe men de 

integriteit en het respecteren van ethische waarden binnen de gerechtelijke entiteit wil 

bevorderen en garanderen; 

2. 58% van de beleidsplannen geeft aan een grote waarde te hechten aan de ontwikkeling van 

competenties van personeel; 

3. 50% van de beleidsplannen formuleert de doelstellingen ofwel te vaag ofwel te 

gedetailleerd. Dit is verwarrend voor de gebruiker. Deze doelstellingen worden  eerder 

geformuleerd op operationeel dan op strategisch niveau; 

4. 4% van de beleidsplannen maken melding van de nood aan een organisatiebrede 

risicoanalyse en 0% van de beleidsplannen maakt melding van het risico op fraude; 

5. 42% van de beleidsplannen melden de nood aan interne beheersingsactiviteiten. Slechts 8% 

van de beleidsplannen geeft hier concrete invulling aan; 

6. 38% van de beleidsplannen maakt melding van de nood aan specifieke beheerinformatie en 

slechts 11% van de beleidsplannen geeft de nood aan dat deze informatie tijdig aan de juiste 

persoon dient gemeld te worden; 

 

   

Page 51: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 50Controle

Op basis van deze vaststellingen zijn volgende 17 aanbevelingen geformuleerd: 

1. De begripsverwarringen in het huidige en toekomstige wettelijke kader dienen te worden 

uitgeklaard en weggewerkt door de wetgever;  

2. Bij de hervorming van het gerechtelijk landschap moeten de wetgever, de uitvoerende 

macht en de rechterlijke organisatie de omstandigheden creëren die een stapsgewijze 

implementatie van een systematiek van interne beheersing mogelijk maken voor zowel de 

verschillende gerechtelijke entiteiten als voor de rechterlijke organisatie als geheel; 

3. De rechterlijke organisatie moet werk maken van het implementeren van een systeem van 

interne beheersing volgens een internationaal erkend raamwerk. Er moet worden gestreefd 

naar een organisatiecultuur waarin interne beheersing een centrale rol speelt;  

4. De beleidsmakers moeten de nodige personele en materiële middelen voorzien om de 

implementatie van een systeem van interne beheersing te faciliteren; 

5. Het management van de rechterlijke organisatie moet er voor zorgen dat het 

beleidsplan/beheerplan aangepast is aan de actuele realiteit waarin de gerechtelijke entiteit 

opereert; 

6. Er moet door het management van de rechterlijke organisatie worden gewaakt over het 

systematisch formuleren van duidelijke doelstellingen op alle niveaus; 

7. Er moet door het management van de rechterlijke organisatie worden geïnvesteerd in het 

informeren van personeelsleden over hun specifieke taken en verantwoordelijkheden in het 

bereiken van doelstellingen; 

8. Het management van de rechterlijke organisatie moet er voor zorgen dat het 

beleidsplan/beheerplan op een gepaste manier wordt gecommuniceerd naar de leden van 

de rechtbank toe met het oog op het verhogen van de participatie; 

9. De achterstand in het beraad moet door het management van de rechterlijke organisatie als 

beheersingsmaatregel worden opgevolgd volgens de procedure van artikel 770 Ger.W.; 

10. Het management van de rechterlijke organisatie moet  de mogelijke obstakels voor het 

behalen van de doelstellingen van de gerechtelijke entiteit in kaart brengen en hieraan 

aangepaste reacties en acties koppelen; 

11. Het management van de rechterlijke organisatie moet nagaan welke informatie nodig is 

voor het bijsturen en opvolgen van doelstellingen, alsook bepalen op welke wijze en door 

wie deze gegevens wordt verzameld en hoe en door wie deze informatie dient te worden 

verwerkt/gebruikt; 

12. Er moet door het management van de rechterlijke organisatie worden voorzien in duidelijk 

uitgeschreven procedures, draaiboeken, processen met oog voor de interne beheersing en 

gebruik en toezicht door derden; 

13. Er moet door eenieder die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is bij de werking van de 

rechterlijke organisatie  werk worden gemaakt van het verhogen van het bewustzijn inzake 

het nut van interne beheersing bij de leden van de organisatie door opleiding, 

informatievergaderingen, documenten en andere hiervoor nuttige activiteiten; 

 

 

Page 52: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 51Controle

14. Het management van de rechterlijke organisatie moet in het beleidsplan/beheerplan 

duidelijke doelstellingen formuleren en dit op elk niveau; 

15. Het management van de rechterlijke organisatie moet er op toezien dat het taalgebruik in 

het  beleidsplan/beheerplan aangepast is aan de doelgroep; 

16. Het management van de rechterlijke organisatie dient te waken over een duidelijke 

congruentie tussen de missie, de visie en de doelstellingen van het beleidsplan/beheerplan;  

17. Het management van de rechterlijke organisatie moet er over waken dat de inhoud van het 

beleidsplan/beheerplan de beheersing van de organisatie kan faciliteren. 

 

De Hoge Raad voor de Justitie wijst erop dat er zo snel mogelijk werk dient te worden gemaakt van 

de implementatie van een interne beheersingssysteem. Dit betekent dat men bewust de organisatie 

moet sturen en moet organiseren in functie van de vooropgestelde doelstellingen.  Dit gaat gepaard 

met het formuleren van duidelijke  en meetbare strategische en operationele doelstellingen waarvan 

de  risico’s  worden  geëvalueerd  en  de  gepaste  reacties  bepaald.  Op  die manier  kan  er  redelijke 

zekerheid  komen  dat  de  doelstellingen  van  de  organisatie  worden  behaald.  Het  al  dan  niet 

beschikken  over  een  effectief  interne  beheersingssysteem  is  de  verantwoordelijkheid  van  het 

management.  

Dit zijn principes die reeds jaren gekend zijn  in de publieke sector en   waarvan de  implementatie  in 

een moderne rechterlijke organisatie niet kunnen uitblijven.  

Het welslagen van de gerechtelijke modernisering  is de  taak en de gedeelde verantwoordelijkheid 

van eenieder die rechtstreeks of onrechtstreeks bij de werking van Justitie is betrokken. Ook de Hoge 

Raad  voor  de  Justitie  wenst  zijn  verantwoordelijkheid  niet  te  ontlopen  en  heeft  zijn  know  how 

aangeboden  om  hier  actief  aan mee  te werken  (zie  project  interne  controlesysteem  rechterlijke 

organisatie p. 6).  

 

 

   

Page 53: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 52Controle

AUDIT  VAN  DE  NEDERLANDSTALIGE  RECHTBANK  VAN KOOPHANDEL TE BRUSSEL  

Er werd vastgesteld dat de problemen binnen de rechtbank hoofdzakelijk te maken hebben met de 

communicatie.  

De voorzitter heeft bij haar aantreden een aantal zaken willen veranderen (‘orde op zaken stellen’). 

Daartoe heeft ze een aantal maatregelen genomen die – alhoewel ze misschien verdedigbaar zijn – 

bij  een  groot  deel  van  de  rechtbank  op  onbegrip  zijn  gestoten, mede  omdat  ze  heeft  nagelaten 

hierover  op  een  behoorlijke  manier  te  communiceren,  de  betrokkenen  te  betrekken  en  de 

beslissingen duidelijk  te onderbouwen, ondanks de  intenties die op dat vlak  in het beleidsplan zijn 

geuit.  

De sleutel tot succesvolle verandertrajecten  ligt vaak bij goede  intermenselijke relaties.  Indien men 

bepaalde doelstellingen voor ogen heeft, dient men die duidelijk te formuleren en te communiceren 

en ook aan de medewerkers uit te leggen wat van hen wordt verwacht om die doelstellingen (mee) 

te helpen realiseren en daarna op te volgen of ze worden bereikt. Er bestonden tot juni 2014 echter 

weinig  tot  geen  duidelijke  richtlijnen  voor  de  magistraten  over  wat  van  hen  wordt  verwacht 

(bijvoorbeeld inzake kwaliteit en kwantiteit van vonnissen) en er was geen systematische opvolging. 

De  doorlichting  door  de  Hoge  Raad  en  de  aanbevelingen  moeten  het  aanknopingspunt  en  het 

momentum  zijn  voor  elkeen  om  de  ambitie waar  te maken,  de missie  van  de  rechtbank mee  te 

helpen realiseren: reasonable justice within reasonable delays at a reasonable cost. Er is geen enkel 

ander motief dat de magistraten en medewerkers van de rechtbank mag drijven. 

Het auditrapport reikt hiertoe 26 aanbevelingen aan.  

 

   

Page 54: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 53Controle

BIJZONDER  ONDERZOEK  VOORRECHT  VAN RECHTSMACHT  

In de rand van het gerechtelijk onderzoek naar de omstandigheden van het overlijden van Jonathan 

JACOB werd een gerechtelijk onderzoek gevoerd naar eventuele valsheid in geschrifte gepleegd door 

een substituut‐procureur des Konings van het Antwerpse parket. De Hoge Raad voor de Justitie heeft 

een  bijzonder  onderzoek  gevoerd  naar  de  procedure  voorrecht  van  rechtsmacht  lastens  deze 

magistraat. Het verslag van dit onderzoek werd op 25 maart 2015 goedgekeurd door de algemene 

vergadering. 

De beslissing om een bijzonder onderzoek te voeren werd reeds op 7 maart 2013 genomen door de 

verenigde advies‐ en onderzoekscommissie  (VAOC). Pas op 19 maart 2014 werd een kopie van het 

afgesloten dossier voorrecht van  rechtsmacht  lastens de betrokken magistraat ontvangen. Pas dan 

kon het eigenlijke onderzoek worden opgestart, omdat de VAOC nog steeds geen toegang heeft  lot 

lopende gerechtelijke dossiers.  

De Hoge Raad meent dat de huidige procedure  voorrecht  van  rechtsmacht  voorbijgestreefd  is en 

pleit er voor om deze procedure te wijzigen en nauwer te laten aansluiten bij de gewone regels van 

de  strafrechtsprocedure. Deze  gewone  regels  bieden  voldoende  garanties  op  een  onpartijdige  en 

serene rechtsbedeling.  

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat tijdens de procedure  lastens de magistraat van het Antwerpse 

parket de geldende regels correct toegepast lijken te zijn. De maatregelen die door het parket en het 

parket‐generaal  werden  genomen  om  nietige  onderzoekshandelingen  te  vermijden  en  om  de 

perceptie van partijdigheid weg te nemen, waren wettelijk.  

Het  bijzonder  onderzoek  heeft  ook  aangetoond  dat  het  documentenbeheer  bij  gerechtelijke 

onderzoeken  in de rechtbank van eerste aanleg en het parket te Antwerpen grote risico’s  inhoudt. 

Op  elk  moment  kan  een  stuk  worden  toegevoegd,  vervangen  of  verwijderd.  Voor  een  goed 

functionerend  rechtssysteem  is  het  essentieel  dat  dit wordt  aangepakt.  De  verantwoordelijkheid 

voor deze situatie  is gedeeld. Er  is zowel een probleem van onvoldoende aandacht, van gebrek aan 

risicobewustzijn, van  ingesteldheid, als een probleem van onvoldoende en adequate middelen. Een 

digitalisering en modernisering van het dossierbeheer dringt zich dan ook op. De Hoge Raad roept de 

wetgever,  de  uitvoerende  macht  en  de  Colleges  (parket  en  zetel)  op  om  de  modernisering  en 

digitalisering van het dossierbeheer te bevorderen en te faciliteren.   

De Hoge  Raad  doet  in  zijn  verslag  ook  18  aanbevelingen  aan  de wetgever,  de  Colleges  (zetel  en 

parket), het parket‐generaal, de rechtbank van eerste aanleg en het parket.  

4  aanbevelingen  gaan  over  het  systeem  voorrecht  van  rechtsmacht  en  de  toepassing  ervan.  De 

andere  14  gaan  over  het  dossierbeheer  (modernisering  en  digitaliseren,  interne  beheersing, 

risicobeheer, inventarisering, ketengericht denken, enz.). 

 

Page 55: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 54Controle

OPVOLGING VAN DE AUDIT BELEID INZAKE BIJZONDERE MANDATEN IN DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN.  

De  Hoge  Raad  voor  de  Justitie  heeft  in  2013  een  doorlichting  uitgevoerd  van  het  beleid  in  de 

rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen met betrekking tot de bijzondere mandaten.  

 

De Hoge Raad heeft in 2014, zoals aangekondigd in de conclusie van het auditverslag, de evolutie van 

de situatie in de Antwerpse rechtbank van eerste aanleg in 2014 strikt opgevolgd. Dit resulteerde in 

een opvolgingsverslag dat op 26 maart 2015 door de VAOC werd goedgekeurd. 

 

Er is bij de beoordeling rekening gehouden met:  

1. De  veranderde  omgeving.  Sinds  de  hervorming  van  het  gerechtelijk  landschap  bestaat  de 

rechtbank  van  eerste  aanleg  te  Antwerpen  uit  drie  afdelingen  (Antwerpen,  Mechelen  en 

Turnhout). 

2. Het gewijzigde management. Sinds 12 mei 2014 is er een nieuwe voorzitter in de rechtbank van 

eerste  aanleg  te Antwerpen, en  sinds 22 oktober 2014  is er een  (nieuwe)  afdelingsvoorzitter 

voor de afdeling Antwerpen. 

 

Er is gebleken dat: 

‐ Alle 16 aanbevelingen uit het auditverslag 2013 gedeeltelijk (5)  of volledig (11) zijn opgevolgd 

‐ De wettelijke  voorschriften  inzake aanwijzing en benoeming  in bijzondere mandaten  lijken  te 

worden gerespecteerd sinds het aantreden van de  nieuwe leiding van de rechtbank. 

‐ Tot  het  aantreden  van  de  nieuwe  voorzitter  er  door  alle  partijen  ad  hoc  inspanningen  zijn 

geleverd om conflicten te vermijden. Ondanks meervoudig aandringen door de Hoge Raad bij de 

vorige voorzitter, werd geen plan van aanpak opgesteld. Dit kan wijzen op het niet onderkennen 

van de problematiek die werd vastgesteld tijdens de audit, versterkt door het feit dat vaststond 

dat  zijn  mandaat  van  voorzitter  bij  het  aantreden  van  de  nieuwe  voorzitter  zou  worden 

beëindigd.  Sinds  de  komst  van  de  nieuwe  voorzitter  lijken  de  bestaande  spanningen  onder 

controle en momenteel te zijn ontmijnd. De beslissingen van de nieuwe leiding van de rechtbank 

lijken ook  te worden gerespecteerd en aanvaard. De nieuwe voorzitter en afdelingsvoorzitter 

moeten er echter waakzaam voor blijven dat hun beslissingen blijvend worden gerespecteerd en 

aanvaard,  zodat  zij  tijdig  kunnen  anticiperen en de nodige  initiatieven  kunnen nemen om de 

onderlinge relaties op een aanvaardbaar niveau en beheersbaar te houden. 

‐ De huidige voorzitter is zich bewust van het belang van een systeem van interne beheersing dat 

hem  toelaat om op een adequate wijze  te kunnen nagaan of zijn organisatie nog op de  juiste 

koers  zit  ten  aanzien  van het uitgestippelde beleid, en of de door het beleid  vooropgestelde 

doelstellingen  worden  bereikt  of  worden  bedreigd.  Het  laat  ook  toe  tijdig  te  reageren  op 

mogelijke verstoringen en waar nodig de gepaste beleidsmaatregelen te nemen.  

 

Page 56: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 55Controle

De VAOC heeft geconcludeerd dat het  in deze opvolging geen elementen ziet die een onmiddellijk 

verder onderzoek noodzaken. 

 

 

AUDIT VAN DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN HENEGOUWEN 

  

In de nabije  toekomst komt het beheer van de budgetten, van het personeel en van de materiële 

middelen bij de korpschefs te liggen. De toekenning van de begrotingsmiddelen wordt gekoppeld aan 

een  evaluatie  van  de  prestaties  (een  resultaatgerichte  budgettering)  teneinde  de  gerechtelijke 

instanties aan te sporen om de efficiëntie en de doeltreffendheid van hun prestaties te verbeteren. 

In deze context wil de VAOC alle  leden van de  rechterlijke organisatie  (korpschefs, magistraten en 

administratief personeel) bewustmaken  van de nood om  zich  aan  te passen  aan de hedendaagse 

vereisten voor het beheer van een openbare dienst. Dat houdt noodzakelijkerwijs de versterking van 

de interne controle binnen de gerechtelijke instanties in.  

Deze  versterking  is  des  te  meer  gerechtvaardigd  omdat  de  vergroting  van  de  gerechtelijke 

arrondissementen en het toenemende belang van de beheerstaken waarmee de korpschefs worden 

belast, hen  in de toekomst niet meer toelaten om hun korps enkel als goede huisvader te beheren 

(informeel  beheer  op  basis  van  praktijkkennis),  zonder  implementering  van  stelselmatige  en 

gecontroleerde beheersingsacties. 

Teneinde de gerechtelijke overheden nog meer bewust te maken van het belang van de versterking 

van  de  interne  controle  binnen  hun  respectievelijke  instanties  en  van  de  risicobeheersing 

(“meerjarenplan 2012‐2016” van de Hoge Raad voor de Justitie), heeft de VAOC in oktober 2014 een 

audit gestart bij de rechtbank van eerste aanleg van Henegouwen, de grootste rechtbank van eerste 

aanleg in Wallonië. 

      

  

 

   

 

 

   

Page 57: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 56Communicatie

 

   

COMMUNICATIE  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inleiding 

 In  2014  heeft  de  communicatiedienst  zijn  courante  activiteiten  vervuld:  Dagelijkse monitoring  & 

reporting;  Dagelijkse  persrelaties  ;  Redactie  en  versturen  van  persberichten;  Advies  aan 

bureau/commissies/leden i.v.m. mogelijke persrelaties ; (Maandelijkse) reporting over communicatie 

en debriefing van leden van het bureau.  

   

Page 58: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 57Communicatie

Enkele perscommuniqués  

PERSBERICHT 10/10/2014 : 

REGEERAKKOORD:  DE  HOGE  RAAD  VOOR  DE  JUSTITIE  HEEFT  VERTROUWEN  MAAR  IS WAAKZAAM! 

Het  regeerakkoord dat openbaar werd gemaakt,  formuleert de plannen  van de  volgende  regering 

voor de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ). 

De HRJ staat positief ten aanzien van de beslissing af te zien van het voorstel om de HRJ niet enkel de 

meest geschikte kandidaat voor het ambt van korpschef te laten voordragen, maar twee of meerdere 

kandidaten waarna de Minister van Justitie de vrijheid zou krijgen de door hem gekozen kandidaat 

voor te dragen voor benoeming aan de Koning. 

De HRJ  ziet  in dat de evaluatie die de  toekomstige  regering wil uitvoeren met betrekking  tot  zijn 

bevoegdheden, zijn samenstelling en zijn werking een logische stap kan zijn na zijn meer dan tienjarig 

bestaan  en  op  een moment  dat  de  recente  hervorming  het  gerechtelijk  landschap  grondig  heeft 

gewijzigd. 

De HRJ is daarentegen bezorgd door de voorgenomen versterking van het toezicht op de werking van 

Justitie voor zover dit zou toevertrouwd worden aan een  interne dienst van de FOD  Justitie of aan 

een specifieke parlementaire commissie. 

Waar  Justitie, zoals elke openbare dienst, verantwoording voor haar werking moet afleggen, moet 

evenwel  ten  stelligste  de  onafhankelijkheid  van  de  rechterlijke  macht  die  borg  staat  voor  de 

bescherming van de burger, bewaard blijven. De HRJ  is van mening dat dit niet meer het geval zou 

kunnen zijn wanneer het toezicht op de werkzaamheden van Justitie (opnieuw) politiek terrein wint, 

hetzij  rechtstreeks hetzij  via haar  administratie. De HRJ die  juist werd opgericht om een dergelijk 

belangenconflict tegen te gaan, blijft om deze reden waakzaam, maar is bereid hierover in overleg te 

treden met de nieuwe minister van  Justitie. Op basis van zijn verworven knowhow  inzake audit en 

bijzonder  onderzoek,  biedt  de  HRJ  aan  mee  te  werken  aan  de  uitwerking  van  een  goed 

functionerende  interne  controle  door  de  nieuwe  colleges.  Daarnaast  wil  de  HRJ  zijn  inzichten 

omtrent  de  nieuwe  invulling  van  de  externe  controle  op  de  werking  van  justitie,  gegeven  de 

beheersautonomie, delen met de minister van Justitie om te komen tot betere werkprocessen, een 

grotere efficiëntie en een verantwoordelijk beheer van de middelen. 

   

Page 59: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 58Communicatie

PERSBERICHT 10/09/2014

HRJ REAGEERT OP DE VOORSTELLEN VAN DE ONDERHANDELAARS VAN DE TOEKOMSTIGE REGERING 

De Hoge Raad  voor de  Justitie  (HRJ) heeft  vernomen dat  tussen de  voorstellen  inzake  Justitie die 

momenteel  door  de  onderhandelaars  van  de toekomstige  regering  worden  besproken,  zich  een 

voorstel  bevindt  om  de  modaliteiten  inzake  voordracht  van  de  toekomstige  korpschefs  van  de 

rechterlijke orde te wijzigen. Er is sprake om de Minister van Justitie de bevoegdheid te geven om de 

korpschef  te  selecteren  uit  een  lijst  van  twee  kandidaten  die  worden  voorgesteld  door  de 

benoemings‐ en aanwijzingscommissies van de HRJ. 

Actueel is het zo dat deze commissies de korpschefs voordragen op basis van een hoorzitting met alle 

kandidaten en na analyse van hun dossiers en de zich daarin bevindende adviezen. Op basis van een 

afweging  van  de  respectievelijke  verdiensten  van  de  kandidaten,  wordt  de  meest  bekwame  en 

geschikte kandidaat voor het uitoefenen van de  functie voorgedragen. De Minister mag hierbij zijn 

appreciatie niet in de plaats stellen van de HRJ. 

Het thans geformuleerde voorstel zou erin bestaan aan de Minister van justitie opnieuw de keuze toe 

te kennen van de personen die een sleutelrol vervullen binnen de rechterlijke organisatie. Dit houdt 

niet enkel opnieuw een politisering in van de benoemingsprocedure van magistraten – waarvan men 

nochtans 14 jaar geleden bewust was afgestapt met de oprichting van de HRJ – maar doet bovendien 

afbreuk aan de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. 

 

Informeren  van burger over klachtenafhandeling  

Informatie over klachten en FAQ is te vinden op de  HRJ website; 

Een uitgebreid verslag over het afhandelen van klachten in 2014 is eveneens op de  HRJ website 

beschikbaar.   

Page 60: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 59Internationaal

  

 

 

 

 

 

 

 

 

INTERNATIONAAL  

De Hoge Raad voor de Justitie is stichtend lid van het European Network of Councils for the Judiciary 

(ENCJ),  dat  voor  de  lidstaten  van  de  Europese  Unie  de  nationale  instellingen  verenigt  die 

onafhankelijk  zijn  van  de  uitvoerende  en  wetgevende  macht  of  autonomie  genieten,  en  die 

verantwoordelijk  zijn  voor  de  ondersteuning  van  de  rechterlijke  orde  in  zijn  opdracht  van 

onafhankelijke rechtsbedeling.  

Het  ENCJ  is  een  internationale  vereniging  zonder winstoogmerk  naar Belgisch  recht. Het  beschikt 

over een vast secretariaat in Brussel.  

De Algemene Vergadering van het Netwerk is in Rome samengekomen van 11 tot 13 juni 2014.  

Het  algemene  thema  van  de  vergadering was "Independence and Accountability of the Justice System”. 

Tijdens deze bijeenkomst hebben de ongeveer 100 deelnemers de werkzaamheden van het werkjaar 

2013‐2014 bekeken en de rapporten van volgende projecten goedgekeurd: 

Independence and Acountability of the  Judiciary. Het samengaan van onafhankelijkheid van de 

rechterlijke organisatie en het afleggen van verantwoording;

Standards on allocation of cases. Standaarden met betrekking tot het toebedelen van zaken  in 

rechtbanken (Minimum standards IV)

Distillation of ENCJ guidelines. Distilleren  van ENCJ  richtlijnen,  aanbevelingen en principes uit 

alle door het netwerk tot dan toe aangemaakte documenten. 

 

Page 61: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 60Internationaal

In de Rome Declaration wordt naar aanleiding van de 10de verjaardag van het netwerk vastgesteld 

dat: 

‐ De ENCJ  zijn hoofddoel om de  samenwerking en het wederzijds vertrouwen  te verbeteren 

tussen de raden voor de justitie en de rechterlijke organisaties van EU lidstaten en kandidaat 

lidstaten heeft bereikt; 

‐ De ENCJ een cruciale  rol speelt  in het behoud van de  rechterlijke onafhankelijkheid, welke 

zorgt voor de bescherming van de rechten van de burgers in Europa; 

‐ De ENCJ de unieke vertegenwoordiger is van instellingen die bevoegd zijn voor de organisatie 

van de justitiesystemen in Europa; 

‐ De ENCJ het vertrouwen van de burger in de justitiesystemen in Europa promoot. 

De  verslagen  en  de  Rome  Declaration  kunnen  worden  geraadpleegd  op  de  site  van  het  ENCJ, 

www.encj.eu. 

Op  diezelfde  bijeenkomst  werd  beslist  om  tijdens  het  werkjaar  2014‐2015  volgende  nieuwe 

projectgroepen op te starten: 

a) Independence and accountability : het ontwikkelen van  indicatoren voor het vaststellen van 

onafhankelijkheid  en  afleggen  van  rekenschap  door  zowel  de  zetel  als  het  openbaar 

ministerie;  

b) Minimum Standards  V (inzake tuchtregels voor rechters) 

In  2014  heeft  de  HRJ  zijn  programma  van  bilaterale  ontmoetingen  voortgezet:  delegaties  van 

advocaten, rechters, procureurs en/of professoren werden ontvangen op de Hoge Raad.  

De HRJ was eveneens aanwezig op de stichtingsvergadering van het Réseau francophone des conseils 

de la magistrature judiciaire op  5 november 2014 in Ottawa. 

   

Page 62: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 61Leden en personeel

 

 

 

 

 

 

 

 

LEDEN EN PERSONEEL  

 

LEDEN  

De Hoge Raad voor de Justitie bestaat uit 44  leden, 4 van deze 

leden vormen het Bureau. Hij bestaat uit 22 magistraten en 22 

niet‐magistraten  (van wie 8 advocaten, 6 professoren van een 

universiteit of hogeschool en 8 leden uit het middenveld). 

De  44  leden  zijn  onderverdeeld  in  twee  taalcolleges  (NL/FR), 

waarin  telkens  22  leden  zitten:  11  magistraten  en  11  niet‐

magistraten.  In  elke  taalgroep  moeten  er  bij  de  11  niet‐

magistraten tenminste 4 advocaten en 3 hoogleraren zijn. 

In 2014 hebben twee Nederlandstalige leden‐ magistraat en een 

Nederlandstalig lid niet‐magistraat ontslag genomen uit de 

Raad. Hun vervangers werden onmiddellijk aangewezen.   

PERSONEEL  

Op 31 december 2014 waren  41  personeelsleden  in dienst:  18 niveau A (master‐diploma) 9 niveau B (bachelor‐diploma) 14 niveaus C en D  (middelbare studies)  Dit  is  73  percent  van  de  56 

betrekkingen  die  het 

personeelskader voorziet: 

20 niveau A 14 niveau B 20 niveau C 2 niveau D  

Page 63: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 62Rekeningen

  

 

 

 

 

 

REKENINGEN  

 

 

 

DUBBELE BOEKHOUDING  

Voor de opmaak van haar  rekeningen houdt de HRJ  rekening met de principes van het  ‘deugdelijk 

bestuur’.  Sinds  2004  werd  deze  werkwijze  vastgelegd  in  een  door  de  Algemene  Vergadering 

goedgekeurd reglement.  

De HRJ houdt haar  rekeningen op basis van een dubbele boekhouding. Er  is dus  te allen  tijde niet 

enkel inzage in de kosten en opbrengsten mogelijk, maar ook in de financiële positie en de toestand 

van alle bezittingen, vorderingen en schulden.  

Hoewel dit geen verplichting is, beoogt de HRJ daarmee een grotere transparantie en wenst de HRJ 

vooruit te lopen op toekomstige verplichtingen.  

 

   

Page 64: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 63Rekeningen

INTERNE EN EXTERNE CONTROLE  

Na de opmaak worden de  rekeningen  van de Hoge Raad nagezien door  twee  commissarissen der 

rekeningen,  die worden  aangeduid  door  en  uit  de  Algemene  Vergadering  van  de  leden.  Daartoe 

voeren zij een grondig nazicht uit van de boekhoudkundige stukken. Daarna wordt de boekhouding 

ter  goedkeuring  voorgelegd  aan  de  Algemene  Vergadering.  Het  Rekenhof  heeft  een  permanente 

controlebevoegdheid op de rekeningen van de HRJ, die zij uitvoert in opdracht van de Kamer. 

 

Verdeling uitgaven   2009  2010  2011 

Leden van HRJ € 1.226.944,07  23,87%  € 1.356.416,83  24,41%  € 1.287.260,65  22,06% 

Administratief personeel  € 2.438.773,54  47,44%  € 2.647.942,84  47,66%  € 2.997.654,75  51,36% 

Gebouwen  € 822.095,31  15,99%  € 837.988,44  15,08%  € 858.075,34  14,70% 

Andere werkingskosten  € 580.036,54  11,28%  € 685.832,26  12,34%  € 661.503,69  11,33% 

Kapitaaluitgaven  € 72.615,95  1,41%  € 28.060,41  0,51%  € 31.805,00  0,54% 

Totaal van de uitgaven  € 5.140.465,41  100,00%  € 5.556.240,78  100,00%  € 5.836.299,43  100,00% 

 

Verdeling uitgaven   2012  2013  2014 

Leden van HRJ € 1 357 139,46  23,23%  € 1 524 431,38  23,43%  € 1 368 887,68  22,57% 

Administratief personeel  € 2 844 233,29  48,69%  € 3 114 878,70  47,87%  € 3 167 871,86  52,24% 

Gebouwen  € 964 957,00  16,52%  € 1 080 892,77  16,61%  € 803 623,54  13,25% 

Andere werkingskosten  € 643 758,97  11,02%  € 709 667,61  10,91%  € 669 805,08  11,04% 

Kapitaaluitgaven  € 31 805,00  0,54%  € 76 584,63  1,18 %  € 54 404,42  0,90% 

Totaal van de uitgaven  € 5 841 893,72  100,00%  € 6 506 455,09  100,00 %  € 6 064 592,58  100,00 % 

 

   

Page 65: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

 64Rekeningen

UITGAVEN 2014  

Waar  de  uitgaven  in  2013 met meer  dan  11 %  stegen,  keerden  zij  nu  terug  naar  het  niveau  van voorheen.   

  

De personeelskosten en de vergoedingen voor de 44 leden van de HRJ nemen de grootste hap uit de 

begroting. Dit grote aandeel is een evidentie bij elke dienstverlenende organisatie.  

 

 

€ 0,00

€ 500.000,00

€ 1.000.000,00

€ 1.500.000,00

€ 2.000.000,00

€ 2.500.000,00

€ 3.000.000,00

€ 3.500.000,00

2009 2010 2011 2012 2013 2014

Membres du CSJ / Leden van HRJ

Personnel administratif / Adminsitratief personeel

Bâtiments / Gebouwen

Autres frais de fonctionnement / Andere werkingskosten

Dépenses de capital / Kapitaaluitgaven

€ 1.368.887,68

€ 3.167.871,86

€ 803.623,54

€ 669.805,08

€ 54.404,42

Membres du CSJ / Leden van HRJ

Personnel administratif /Adminsitratief personeel

Bâtiments / Gebouwen

Autres frais de fonctionnement /Andere werkingskosten

Dépenses de capital /Kapitaaluitgaven

Page 66: JAARVERSLAG 2014 - MAKEMEWEBJAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD ... 2014 werd gekenmerkt door een grondige hervorming van het gerechtelijk landschap. Op 1 april zijn de 27 gerechtelijke

IJzerenkruisstraat 671000 Brussel

Telefoon: 02/535.16.16FAX: 02/535.16.20

www.hrj.be

VU: France Blanmailland, HRJ-voorzitster