Jaarverslag 2011 - Transdev Nederland ·  · 2012-07-13Werkplezier, trots en teamspirit staan...

124
Jaarverslag 2011

Transcript of Jaarverslag 2011 - Transdev Nederland ·  · 2012-07-13Werkplezier, trots en teamspirit staan...

Jaarverslag 2011

Jaarverslag 2011

3Jaarverslag 2011

4

Inhoud

1 Profiel van de onderneming 6

2 Verslag van de Raad van Commissarissen 10

3 Verslag van de Raad van Bestuur 12

4 Curricula Vitae van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur 20

5. Ondernemingsstructuur 24

5.1 Organogram van de Vennootschap 24

5.2 Bestuursorganen van de Vennootschap 25

6. Jaarrekening 2011 27

6.1 Geconsolideerde balansen 28

6.2 Geconsolideerde winst-en-verliesrekeningen 30

6.3 Geconsolideerde overzichten van het totaalresultaat 31

6.4 Geconsolideerde kasstroomoverzichten 32

6.5 Geconsolideerde overzichten van het verloop van het eigen vermogen 34

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 36

6.6.1 Algemeen 36

6.6.2 Belangrijkste rapportage grondslagen 36

6.6.3 Materiële vaste activa 54

6.6.4 Immateriële activa 56

6.6.5 Financiële activa en passiva 57

6.6.6 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures 58

6.6.7 Overige beleggingen, inclusief derivaten 60

6.6.8 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen 62

6.6.9 Voorraden 63

6.6.10 Handels- en overige vorderingen 64

6.6.11 Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop 65

6.6.12 Blootstelling aan kredietrisico 66

6.6.13 Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders 66

6.6.14 Leningen en overige financieringsverplichtingen 67

6.6.15 Voorzieningen 70

6.6.16 Afgeleide financiele instrumenten 72

6.6.17 Handelsschulden en overige verplichtingen, inclusief derivaten 73

6.6.18 Vooruitontvangen baten 74

6.6.19 Verplichtingen geclassificeerd als aangehouden voor verkoop 74

6.6.20 Pensioenen 74

6.6.21 Acquisitie van dochtermaatschappijen 77

6.6.22 Niet in de balans opgenomen verplichtingen 78

6.6.23 Opbrengsten 79

6.6.24 Inkoopwaarde van de omzet 79

6.6.25 Personeelskosten 80

6.6.26 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 80

6.6.27 Netto financieringsbaten 81

Jaarverslag 2011

5

6.6.28 Resultaat van geassocieerde deelnemingen 81

6.6.29 Winstbelastingen 82

6.6.30 Transacties met verbonden partijen 83

6.7 Vennootschappelijke balansen 86

6.8 Vennootschappelijke winst- en verliesrekeningen 88

6.9 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening 89

6.9.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 89

6.9.2 Investeringen in dochtermaatschappijen 89

6.9.3 Handels- en overige vorderingen 91

6.9.4 Leningen en overige financieringsverplichtingen 91

6.9.5 Voorzieningen 92

6.9.6 Handelsschulden en overige verplichtingen 92

6.9.7 Niet in de balans opgenomen verplichtingen 93

6.9.8 Transacties met verbonden partijen 93

7 Overige Informatie 94

7.1 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 94

7.2 Bestemming Resultaat 2011 95

7.3 Gebeurtenissen na balans datum 95

8 Corporate Governance, risico management en interne controle 96

8.1 Corporate Governance 96

8.1.1 Algemeen 96

8.1.2 Algemene Vergadering van Aandeelhouders 96

8.1.3 Raad van Commissarissen 97

8.1.4 Raad van Bestuur 99

8.1.5 Controle van de jaarrekening en positie van de externe accountant 104

8.1.6 Dividendbeleid 104

8.1.7 Gedragscode en Klokkenluidersregeling 105

8.2 Risico management en interne controle 105

8.2.1 Risico’s gerelateerd aan de strategie en de markt 106

8.2.2 Risico’s gerelateerd aan de operationele activiteiten 106

8.2.3 Risico’s gerelateerd aan de financiering en onzekerheid gerelateerd aan de Bedrijfsvoering 106

8.3 Beoordeling Raad van Bestuur over risico management en interne controle 107

9 Jaarrekening veiligheid, gezondheid en milieu 108

9.1 Inleiding 108

9.2 Kwaliteit 109

9.3 Veiligheid en Gezondheid 110

9.4 Arbeidspraktijken 113

9.5 Milieu 114

10 Global Reporting Initiative 118

Colofon 122

6

1 Profiel van de onderneming

Connexxion wil de beste keuze zijn op het gebied van personen- en zorgvervoer.

Connexxion is marktleider op het gebied van regionaal personenvervoer en ambulancezorg in Nederland. Dagelijks

maken meer dan één miljoen mensen van onze diensten gebruik.

Connexxion verbindt. Met zorg brengen wij mensen op hun bestemming door middel van toegankelijk, duurzaam

en veilig vervoer, via weg, rails en water. Daarmee vervullen wij een belangrijke maatschappelijke functie. Met onze

innovatieve diensten bieden wij comfort en gemak. De wensen van onze (potentiële) reizigers en opdrachtgevers

vormen de basis voor het verbeteren van onze dienstverlening. Met bijna 13.808 medewerkers stáát Connexxion

voor de mobiliteit in Nederland, nu en in de toekomst. Ons motto is dan ook: ‘Alles voor de reiziger’.

De diensten van Connexxion

Connexxion is een multimodale aanbieder van personenvervoer. Connexxion biedt openbaar stads- en streekvervoer

en (besloten) taxi- en touringcarvervoer, als ook groepsreizen. Daarnaast is Connexxion Ambulancezorg marktleider

in het ambulancevervoer in Nederland.

Openbaar Vervoer

Met meer dan 3.200 bussen, treinen en schepen richt Connexxion zich op openbaar-vervoersdiensten over weg, rail

en water. Daarbij gaat het om zowel regionaal personenvervoer als stadsvervoer in een aantal grote en middelgrote

steden. Onze focus ligt op reizigersgroei, door onder meer het verbeteren van de tevredenheid van reizigers- en

opdrachtgevers, innovatie, efficiency en doeltreffende reizigersinformatie.

Taxi Services

Connexxion Taxi Services is met meer dan 4.200 taxi’s en taxibussen actief in verschillende vormen van kleinschalig,

vraagafhankelijk personenvervoer. Dit doen wij in opdracht van gemeenten, (stads-)regio’s, provincies en

zorg verzekeraars. Connexxion Taxi Services is ook actief in directievervoer, besloten groepsvervoer en Schipholvervoer.

Tours

Connexxion Tours verzorgt met meer dan 100 touringcars groepsvervoer, bedrijfscontract-vervoer en verhuur van

bussen met chauffeur. Connexxion Projexx is onderdeel van Connexxion Tours.

Ambulancezorg

Connexxion Ambulancezorg is marktleider in het ambulancevervoer. Ruim 12% van het ambulancevervoer in

Nederland wordt door Connexxion Ambulancezorg verzorgd.

Jaarverslag 2011

7

Wij zijn betrokkenConnexxion staat midden in de maatschappij. Wij moeten ons werk daarom op

een verantwoorde en betrouwbare wijze uitvoeren. Aandacht voor reizigers,

opdrachtgevers en medewerkers staan dan ook voorop. Wij bieden duurzaam,

‘groen’ en toegankelijk vervoer en besteden veel zorg aan het verbeteren van de

veiligheid van onze reizigers en medewerkers.

Wij hebben teamspiritConnexxion wil al haar medewerkers een prettige werkomgeving bieden.

Werkplezier, trots en teamspirit staan daarin centraal. Open communicatie, respect en het nemen van verantwoordelijkheid zijn daarbij belangrijke

waarden. Bovendien kunnen wij alleen door een goede interne samenwerking

concurrerend zijn op de markt. Tevreden medewerkers vormen de basis voor

tevreden klanten.

Wij zijn ambitieusDe beste zijn; dat is onze drive. Met de expertise en persoonlijke inzet van onze

medewerkers komen wij tot een vernieuwende aanpak bij het oplossen van

mobiliteitsvraagstukken. Met onze innovatieve dienstverlening onderscheiden

wij ons in de markt. Een financieel gezonde en resultaatgerichte organisatie

is essentieel om onze ambities te kunnen blijven realiseren. Nieuwe activiteiten

worden kritisch beoordeeld op hun mogelijkheden om onze financiële positie

te versterken.

Wij zijn servicegerichtDe wensen van reizigers vormen voor Connexxion het uitgangspunt bij

het verbeteren van de dienstverlening en zijn de basis voor strategische

keuzes. Samen met onze opdrachtgevers zijn wij blijvend op zoek naar

mogelijkheden voor innovatie en verbetering, zowel in het vervoer zelf als in

de aanvullende diensten.

Onze kernwaardenConnexxion realiseert haar doelstellingen op basis van de volgende kernwaarden:

8

1 Profiel van de onderneming

Onze aandeelhouders

Connexxion is via haar grootaandeelhouder onderdeel van de VeoliaTransdev-groep. Sinds 2007 is twee derde van

de aandelen van Connexxion in het bezit van het consortium van Transdev en Bank Nederlandse Gemeenten. De

overige aandelen zijn in bezit van de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Financiën.

Op 3 maart 2011 vond de fusie van Transdev met Veolia Transport plaats. Daarmee is een toonaangevend wereldwijd

opererend personenvervoerbedrijf ontstaan, waarin de kennis en expertise van de beide organisaties zijn gebundeld.

Dientengevolge zijn Connexxion en Veolia Transport Nederland nu lid van dezelfde groep, VeoliaTransdev.

Strategie

De strategie van Connexxion is gericht op versterking van onze vooraanstaande positie in Nederland. Het feit

dat Connexxion onderdeel uitmaakt van VeoliaTransdev, biedt veel mogelijkheden op het gebied van stads- en

streekvervoer in Nederland, aangezien we de aanwezige kennis en ervaring binnen deze groep ten volle kunnen

benutten voor de eigen dienstverlening. Veolia Transdev is een internationale onderneming met een uitgebreide

ervaring op het gebied van (light)rail- en tramvervoer en publiek-private samenwerkings-verbanden.

Connexxion brengt op haar beurt brede ervaring in op het gebied van vraagafhankelijke vervoersdiensten, het opereren

in een zeer concurrerende markt, procesoptimalisatie, milieubeheer en kwaliteitsmanagement.

Dankzij de uitgebreidere kennis van de markt en ervaring op het gebied van de planning en regie van personenvervoer,

zijn wij in staat om optimaal op de wensen van reizigers en opdrachtgevers in te spelen. Onze strategie is erop gericht

de beste multimodale vervoersoplossingen te bieden, waarbij we de verschillende vormen van vervoer zoveel mogelijk

op elkaar laten aansluiten en als één geïntegreerd pakket aanbieden. Hiervoor is groei in onze activiteiten op het gebied

van rail noodzakelijk. Daarnaast geeft groei binnen de andere vervoersvormen mogelijkheden voor schaalvoordelen

en het verbeteren van de efficiency.

Connexxion richt zich continu op het verbeteren van haar dienstverlening. Niet alleen voor wat betreft het vervoer

zelf, maar ook waar het gaat om moderne reisformatievoorziening en overige innovatieve, aanvullende diensten.

Hiermee spelen we in op de wensen van klant en kunnen we tegelijkertijd onze marktpositie en winstgevendheid

verder versterken.

Veolia Transport

Veolia Transport NL

Transdev

Transdev / BNG

VeoliaTransdev

Veolia Environnement Caisse des Dépôts

100%

BNG

Ministerie van Financiën

25%75%

67%

50% 50%

33%

100%

Connexxion

Jaarverslag 2011

9

2011 2010 2009 2008 2007

Aantal medewerkers

Aantal medewerkers

(ultimo nominaal) 13.808 14.338 15.023 14.713 14.634

Aantal medewerkers (ultimo fte) 10.545 11.307 11.614 11.647 11.580

Bedragen in EUR miljoenen, tenzij anders vermeld.

Balans

Balanstotaal 559 562 633 755 788

Gemiddeld geïnvesteerd vermogen 262 280 357 473 484

Werkkapitaal per jaar-einde** (138) (150) (179) (151) (106)

Eigen vermogen 178 171 164 150 198

Winst-en-verliesrekening

Opbrengsten* 1.096 1.105 1.154 1.045 1.040

Bedrijfskosten* (1.086) (1.088) (1.138) (1.052) (1.022)

als % van de opbrengsten 99,1% 98,5% 98,6% 100,7% 98,2%

Resultaten uit bedrijfsactiviteiten 9 17 16 (8) 19

als % van de opbrengsten 0,9% 1,5% 1,4% (0,8%) 1,8%

Winst over de verslagperiode 14 6 3 (25) 3

als % van de opbrengsten 1,3% 0,5% 0,3% (2,4%) 0,3%

Financiële positie

EBITDA 73 91 106 69 89

Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 62 44 115 35 61

Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten (6) (16) (31) (1) (74)

Kasstroom voor financieringsactiviteiten

(Free cash flow) 56 29 84 34 (13)

* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden

** Niet aangepast voor acquisitie

Kerncijfers

10

2 Verslag van de Raad van Commissarissen

Op 15 maart 2012 heeft de Raad van Commissarissen

het door de Raad van Bestuur opgestelde jaarverslag

en de jaarrekening 2011 besproken met de Raad van

Bestuur in aanwezigheid van de externe accountant.

De externe accountant heeft een goedkeurende accoun-

tantsverklaring afgegeven bij de jaarrekening 2011.

Deze verklaring is opgenomen in hoofdstuk 7.1 van dit

jaarverslag.

De Raad van Bestuur stelt voor om de winst van EUR

14,1 miljoen toe te voegen aan de ingehouden winst

en geen dividend over het boekjaar 2011 uit te keren.

De Raad van Commissarissen is van mening dat het

dividendvoorstel in overeenstemming is met het

geldende reserverings- en dividendbeleid en vraagt de

Algemene Vergadering van Aandeelhouders dan ook dit

voorstel aan te nemen.

De Raad van Commissarissen verzoekt de Algemene

Vergadering van Aandeelhouders het door het bestuur

in het boekjaar 2011 gevoerde beleid goed te keuren

en de bestuurders daarvoor decharge te verlenen.

Bovendien verzoekt de Raad van Commissarissen

de Algemene Vergadering van Aandeelhouders het

door de Raad van Commissarissen in het boekjaar

2011 gehouden toezicht goed te keuren en de

commissarissen daarvoor decharge te verlenen.

Op 6 oktober 2011 zijn de heer Thierry Walrafen en de

heer Frédéric Gagey door de Raad van Commissarissen

voorgedragen voor herbenoeming door de Algemene

Vergadering van Aandeelhouders. Beide heren zijn op

10 oktober 2011 herbenoemd in hun functie.

Op 14 november 2011 is de heer Bruno Bruins

afgetreden als lid van de Raad van Bestuur en per 31

december 2011 trad hij officieel uit dienst. De Raad

van Commissarissen spreekt haar dank uit aan de heer

Bruno Bruins voor zijn bijdrage aan de Vennootschap

gedurende de afgelopen drie jaar. Op 31 oktober

werd de heer Richard Dujardin door de Raad van

Commissarissen voorgedragen voor benoeming als

Chief Commercial Officer. Hij is door de Algemene

Vergadering van Aandeelhouders op 2 november 2011

in deze functie benoemd per 15 november 2011.

In 2011 heeft de Raad van Commissarissen negen

keer vergaderd met de Raad van Bestuur. De Raad

Van Commissarissen is tevens bijeengekomen zonder

dat daarbij de Raad van Bestuur aanwezig was, o.a.

om haar eigen functioneren te bespreken. De Raad

van Commissarissen heeft de strategie, de algemene

gang van zaken, het beloningsbeleid voor de Raad

van Bestuur besproken, evenals speciale projecten

zoals Project 180, het in 2010 gestarte programma ter

verlaging van de indirecte kosten.

Verder werd speciale aandacht besteed aan de

gevolgen van Project 180 voor de Vennootschap en de

organisatie. De Raad van Commissarissen bracht tevens

een werkbezoek aan de ambulancelocatie in Alkmaar.

In 2011 is de Auditcommissie vier keer bijeengekomen.

De belangrijkste onderwerpen waren de jaar- en

halfjaarcijfers, de kwartaalberichten, de begroting

en de accountantscontrole. De Voorzitter van de

Audicommissie rapporteerde haar bevindingen en

conclusies aan de Raad van Commissarissen.

De Beloningscommissie heeft vijf maal vergaderd. De

belangrijkste onderwerpen waren het beloningsbeleid

voor de Raad van Bestuur, de vaststelling van de

variabele beloning en het bepalen van de doelstellingen

voor de leden van de Raad van Bestuur. De Voorzitter

rapporteerde de bevindingen aan de Raad van

Commissarissen en maakte een voorstel voor de door

de Raad van Commissarissen te nemen besluiten. Door

de Raad van Commissarissen werden de financiële en

niet-financiële criteria voor de bonussen voor de leden

van de Raad van Bestuur voor het jaar 2011 vastgesteld.

Jaarverslag 2011

11

De Selectie- en Benoemingscommissie vergaderde twee

maal om de voordracht van een nieuw lid van de Raad

van Bestuur te bespreken.

De Raad van Commissarissen onderhield veel

individuele en informele contacten op de verschillende

niveaus in de organisatie. De contacten met de Centrale

Ondernemingsraad (COR) worden gezien als zeer

waardevol. De leden van de Raad van Commissarissen

zijn in principe bij toerbeurt aanwezig bij de gesprekken

tussen de COR en de Voorzitter van de Raad van Bestuur.

De Raad van Commissarissen wil tot slot de Raad van

Bestuur en alle werknemers van Connexxion bedanken

voor hun inzet en betrokkenheid in 2011.

12

3 Verslag van de Raad van Bestuur

Financiële resultaten

In 2011 bedroeg de omzet EUR 1.096 miljoen, een

kleine daling ten opzichte van voorgaand jaar (2010:

EUR 1.105 miljoen). De omzet van de divisie Openbaar

Vervoer, inclusief onderlinge transacties, bedroeg EUR

752 miljoen in vergelijking tot EUR 765 voorgaand jaar.

De daling was met name te wijten aan het verlies van

Openbaar Vervoer concessies Midden-Overijssel (vanaf

September 2010), Q-liner en Lelystad (vanaf medio

2011).

De omzet voor de Divisie Taxi, Tours en Ambulancezorg,

inclusief onderlinge leveringen, bedroeg EUR 391

miljoen. De omzet taxi daalde, met name door lagere

percentage gewonnen tenders in 2010 hetgeen

invloed heeft op de omzet in 2011. Dit is gedeeltelijk

gecompenseerd door de acquisitie van twee

taxibedrijven. In 2011 steeg het percentage gewonnen

tenders. De omzet Tours werd beïnvloed door de

vertraging in de algemene economie. De omzet van

Ambulancezorg steeg ten opzichte van voorgaand jaar

als gevolg van een acquisitie medio 2011.

In 2011 bedroegen de geconsolideerde bedrijfskosten

EUR 1.086 miljoen in vergelijking tot EUR 1.088 miljoen

voorgaand jaar. De directe kosten daalden met name

door verlies van Openbaar Vervoer concessies en

productiviteitsverbeteringen. Deze ontwikkelingen

werden deels te niet gedaan door de stijgende

dieselprijs. Eind 2010 initieerde Connexxion Project

180 met als doel de indirecte kosten te verminderen.

Alhoewel dit project pas net is begonnen, zijn de eerste

resultaten bemoedigend.

Eind 2011 had Connexxion 10.545 FTE’s in dienst,

een daling van 752 FTE’s ten opzichte van 2010 (eind

2010: 11.307 FTE’s). Deze is hoofdzakelijk veroorzaakt

door verlies van Openbaar Vervoer concessies en een

tijdelijke aanname stop voor indirect personeel. Het

arbeidsverzuim daalde van 6,9% in 2010 naar 6,7% in

2011.

In 2011 bedroegen de netto financieringsbaten EUR

6 miljoen in vergelijking tot EUR 10 miljoen lasten

in 2010. De netto financieringbaten bevatten EUR

12 miljoen niet geldelijke baten uit hoofde van vaste

bijdrage regelingen pensioenfonds SPOV. Zonder deze

niet geldelijke bate daalden de netto financierings-

lasten met EUR 3 miljoen ten opzichte van voorgaand

jaar. Deze verbetering is hoofdzakelijk te danken aan

een lagere gemiddelde netto schuldpositie en lagere

interest marges.

In 2011 daalde het gemiddeld werkzaam vermogen

naar EUR 262 miljoen (2010: EUR 280 miljoen). Deze

daling is met name veroorzaakt door afschrijving terwijl

de investeringen in nieuwe activa lager waren. Ook het

werkkapitaal daalde. Het rendement op het gemiddeld

geïnvesteerd vermogen bedroeg 5.4% (2010: 6.2%)

De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg 62

miljoen, een stijging van 17 miljoen in vergelijking

met voorgaand jaar. Deze stijging is in hoge mate te

danken aan een strakke sturing op werkkapitaal en

lagere betalingen uit voorzieningen. In 2011 bedroeg

de netto kasstroom voor investeringsactiviteiten EUR 6

miljoen. (2010: EUR 16 miljoen). Dit bedrag is inclusief

de acquisitie van 2 taxibedrijven en een ambulance

bedrijf. Daarnaast werd ook middels operationele lease

contracten voor EUR 16 miljoen in rollend materieel

geïnvesteerd (2010: EUR 31 miljoen).

Aanvullende informatie over de financiële risico’s en

afgeleide financiële instrumenten is opgenomen in

paragraaf 6.6.

Vooruitzichten

Connexxion blijft zich richten op haar kernactiviteiten,

klanten – zowel reizigers als concessieverleners – en

werknemers. Voor het realiseren van de strategie van

de onderneming en de financiering van de vereiste

investeringen is het van belang dat de winstgevendheid

van Connexxion verder wordt verbeterd. Connexxion

blijft alle mogelijkheden onderzoeken voor verbetering

van de bedrijfsopbrengsten en voor het genereren van

kasstromen. In dit kader heeft Connexxion een nieuwe

commerciële strategie ontwikkeld, die beter aansluit

bij de wensen van de klant. Zo zijn in het verslagjaar

een aantal nieuwe activiteiten gelanceerd, waaronder:

Connexxion Breaxx, Connexxion TV en Connexxion

Verzekeringen.

Jaarverslag 2011

13

Aanbestedingen

Beheersing van financiële risico’s

Inherent aan de aard van de gewone activiteiten van

Connexxion, is de Groep blootgesteld aan bepaalde

financiële risico’s. Zie hoofdstuk 6.6 voor nadere

informatie.

Openbaar vervoer

De financiële situatie van Connexxion is niet alleen

sterk gerelateerd aan het aantal aanbestedingen dat

wordt gewonnen of verloren, maar ook aan het type

aanbestedingen. In de sterk concurrerende openbaar

vervoersmarkt wil Connexxion concessies winnen op

basis van goede kwaliteit tegen een reële prijs. Daarbij

waarderen we het dat onze opdrachtgevers veel

interesse tonen in duurzaam ondernemen. Wij vinden

het ook prettig dat wij met onze opdrachtgevers in

dialoog zijn om meer reizigers naar het openbaar

vervoer te trekken. In de komende jaren blijft het

een belangrijk doel, voor zowel opdrachtgevers als

Connexxion, de aangeboden vervoersmodaliteiten

beter op elkaar aan te laten sluiten.

Voor Connexxion zijn nieuwe markten ontstaan

doordat het kabinet definitief heeft besloten het

openbaar vervoer rond de drie grote steden Amsterdam,

Rotterdam en Den Haag aan te besteden. Connexxion

ziet ook uit naar verdere openbare aanbesteding van

het regionaal railvervoer in Nederland. De regionale

vervoerders, verenigd in de Federatie Mobiliteitsbe-

drijven Nederland (FMN), hebben in 2011 het ‘Het

Nieuwe Spoorplan’ gepresenteerd aan de Tweede

Kamer. Dit plan is gericht op het verdelen van het

regionale spoor tussen de regionale vervoerders. Dit is

een belangrijke stap om te komen tot een multimodaal

netwerk met meer toegevoegde waarde voor de reiziger.

Vanwege overheidsbezuinigingen moeten concessie-

verleners flinke bezuinigingen doorvoeren. We zitten

dan ook regelmatig met hen aan tafel om bestaande

contracten te heronderhandelen. Inzet daarbij is om de

efficiency verder te verhogen.

In 2011 won Connexxion Openbaar Vervoer de

aanbesteding van de nieuwe concessie van de

Stadsregio Arnhem Nijmegen. Onder de merknaam

Breng zal Connexxion ook na 9 december 2012 voor

tien jaar het openbaar vervoer in de Stadsregio Arnhem

Nijmegen verzorgen. Daarnaast heeft de Stadsregio

Rotterdam de aanbesteding voor de ParkShuttle aan

Connexxion gegund. Dit betekent dat tenminste

tot eind 2016 de elektronisch geleide automatische

vervoerservice door Connexxion wordt uitgevoerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op

3 november 2011 de gunning van Bestuur Regio Utrecht

(BRU) aan Qbuzz opnieuw geschorst. Als gevolg hiervan

heeft BRU besloten opnieuw te gaan aanbesteden. Dit

betekent dat Connexxion tot minimaal 8 december

2013 het openbaar vervoer verzorgt in Regio Utrecht.

Taxi Services, Tours en Ambulancezorg

Van de 77 aanbestedingen (en verlenging van

aanbestedingen) waarop Connexxion Taxi Services

in 2011 inschreef, werden er 27 gewonnen. Dit is

51% van de Totaale omzet die wordt aanbesteed.

Voor wat betreft vraagafhankelijk vervoer, heeft

Connexxion de contracten voor regionaal taxivervoer

in Twente gewonnen. Bovendien werd het contract

voor Leerlingenvervoer in Utrecht, Gooi & Vechtstreek

en Amsterdam aan Connexxion gegund. Verder werd

het Valys-contract met een jaar verlengd door het

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Overnames

In de verslagperiode heeft Connexxion Taxi Services,

Tours en Ambulancezorg enkele acquisities gedaan.

Connexxion Ambulancezorg heeft Witte Kruis Holding

B.V. in Den Haag overgenomen. Bij deze overname,

die perfect past in het beleid dat Connexxion

Ambulancezorg ambieert, zijn ruim 150 medewerkers

betrokken. Taxi Blaakman in Vlissingen is in 2011 door

Connexxion Taxi Services overgenomen. Verder heeft

Connexxion Taxi Services in de verslagperiode De

Hollandse Vervoert/Zeevang Taxi’s overgenomen.

14

3 Verslag van de Raad van Bestuur

OV-chipkaart

Op 3 november 2011 is definitief afscheid genomen

van de strippenkaart, een historisch moment. De

strippenkaart, die in mei 1980 zijn intrede deed in

het openbaar vervoer is nu volledig vervangen door

de OV-chipkaart. De introductie van de OV-chipkaart

is geleidelijk aan verlopen. De finale overgang van

strip naar chip vond in vier fasen plaats in de periode

mei-november 2011.

Het fors toenemend gebruik en de voordelen die steeds

meer reizigers ervaren, overtuigen Connexxion dat de

OV-chipkaart een goed en succesvol betaalmiddel is.

De kaart vergroot het reizigersgemak en daarmee de

toegankelijkheid tot het openbaar vervoer.

Op 8 juni 2011 heeft voormalig minister van Verkeer &

Waterstaat, Karla Peijs, de tien miljoenste OV-chipkaart

uitgereikt. Bijna vijf jaar eerder gaf toenmalig minister

Peijs groen licht tot de gefaseerde invoering van de

OV-chipkaart. In 2011 maakten in totaal vier miljoen

reizigers gebruik van de OV-chipkaart in onze bussen,

trams en treinen. Het totaal aantal transacties met

de OV-chipkaart is gedurende het jaar toegenomen.

In januari 2011 werden 11 miljoen ritten met de

OV-chipkaart betaald in bussen, trams en treinen van

Connexxion en aan het einde van het jaar waren dit er

16 miljoen. Connexxion registreerde in het verslagjaar

meer dan 133 miljoen ritten die door de reizigers met

de OV-chipkaart werden betaald.

In 2011 is Connexxion tevens verder gegaan met

het inrichten van winkels als distributiepunt voor de

OV-chipkaart. Reizigers kunnen inmiddels bij meer dan

500 van deze winkels hun OV-chipkaart kopen, activeren

en saldo en/of een reisproduct op de kaart laden.

Connexxion heeft daarvoor contracten afgesloten met

diverse winkelketens, zoals Primera en Ako. Verder zijn

de bussen van Connexxion voorzien van ‘afhaal-‘ en

‘oplaad’-apparatuur, waarmee reizigers reisproducten

die via internet besteld zijn, kunnen afhalen en saldo

op hun OV-chipkaart kunnen zetten.

In het verslagjaar zijn landelijke week-, maand- en

jaarkaarten en zelfs regionale kaarten beschikbaar

gekomen die op de OV-chipkaart gezet kunnen worden.

Papieren kaartjes worden nog wel door buschauffeurs

verkocht aan reizigers die incidenteel reizen. Hiermee

zorgen wij dat het openbaar vervoer toegankelijk is voor

een ieder die met Connexxion wenst te reizen.

Reizigersontwikkeling openbaar vervoer

In 2011 liet het aantal OV-reizigers voor bus- en

treinvervoer, na correctie voor concessiewisselingen,

een lichte daling van 2,4% zien. De grootste groei (6%)

werd bereikt in de Valleilijn, gevolgd door IJsselmond,

Amstelland Meerlanden (incl. Zuidtangent), Almere

(stad- en streekvervoer) en Voorne-Putten met een

groei van 1 tot 3%. De overige concessies lieten een

gemiddelde daling van 4% zien.

Klanttevredenheid

Connexxion hecht veel waarde aan de tevredenheid

van haar klanten. Elk jaar wordt onder reizigers de

OV-Klantenbarometer gehouden, een onafhankelijk

onderzoek dat jaarlijks wordt uitgevoerd door KPVV.

Over 2011 behaalde Connexxion een gemiddeld

rapportcijfer van een 7,3. Daarmee wordt Connexxion

hoger gewaardeerd dan het landelijk gemiddelde van

een 7,2. De Valleilijn komt als beste treinverbinding uit

de bus. De sneltram in Utrecht als de beste tramdienst.

Nieuwe markten

Connexxion heeft vorig jaar een nieuwe commerciële

strategie ontwikkeld, waarin de wensen van reizigers

nog meer centraal staan. Met de verbreding van de

activiteiten wil Connexxion meer comfort en gemak

bieden, om daarmee huidige klanten beter te binden

en nieuwe klanten aan te trekken. De nieuwe diensten

sluiten aan bij de wensen van de klant en hebben tevens

ten doel de winstgevendheid en marktpositie van

Connexxion verder te versterken. Zo is dit verslagjaar

gestart met het winkelconcept Breaxx in Enschede en

Alkmaar. De komende jaren zullen op meer locaties

gemakswinkels van Breaxx verschijnen.

Jaarverslag 2011

15

Onder de naam Connexxion Verzekeringen is in 2011

een start gemaakt met het aanbieden van drie verzeke-

ringsproducten, namelijk een reis-, auto- en huisdieren-

verzekering. Dit verslagjaar is eveneens Connexxion

TV geïntroduceerd. Een pilot in Noord-Holland Noord

moet aantonen of dit concept aanslaat, waarbij

reizigers in de bus een combinatie van reisinformatie,

nieuws en entertainment te zien krijgen. Daarnaast

biedt Connexxion TV bedrijven een platform om te

adverteren.

Tot slot is onder de vlag van Connexxion Taxi Services

in oktober 2011 een sorteer- en distributiecentrum

voor pakketpost ingericht, in samenwerking met

Selektvracht.

Innovatief

Dankzij internet en smartphones hebben onze reizigers

tegenwoordig overal toegang tot informatie. Dit

betekent dat Connexxion haar dienstverlening ook op

het digitale vlak verder optimaliseert.

Website

In 2011 is de website www.connexxion.nl vernieuwd.

De reiziger kan zijn reis van deur tot deur volledig

plannen, waarbij alle actuele vertrektijden worden

getoond. Via calamiteiteninformatie, zoals extreme

weersomstandigheden, ontvangt de reiziger up to date

informatie over de dienstregeling. De website kent ook

een virtuele assistent, Lisa, die antwoord geeft op de

vragen die een bezoeker op de website stelt. In 2011

heeft de website van Connexxion 12 miljoen bezoekers

verwelkomd.

Speciaal voor mensen met een functiebeperking heeft

Connexxion de website Drempelvrij ontwikkeld, die is

gemaakt volgens de eisen van de Stichting Waarmerk

drempel-vrij.nl. Alle reisinformatie, zoals dienstrege-

lingen, vertrektijden, omleidingen, etc. zijn via deze

website volledig toegankelijk.

Twitter

Connexxion zet al sinds 2009 Twitter in. Op http://

twitter.com/@connexxion staan korte berichten met

wijzigingen in de dienstregeling, nieuwsitems en

actuele omleidingen

Mobiele app

Voor mensen met een smartphone biedt Connexxion

ook reisinformatie aan in een applicatie voor de

iPhone. Hierin kan de reiziger zijn hele reis van deur

tot deur plannen, waarbij alle vervoersvormen worden

meegenomen in het reisadvies. De Connexxion App,

die in 2012 ook beschikbaar komt voor Android

en Blackberry, biedt ook de zeer handige optie om

eenvoudig de dichtstbijzijnde bushalte te vinden,

inclusief de actuele vertrektijden van de bussen daar.

Eind 2011 was de Connexxion App al bijna 55.000 keer

gedownload.

DRIS

Het Dynamische Reizigers Informatie Systeem (DRIS)

is een digitaal informatiepaneel. Het paneel vermeldt

bij haltes niet alleen de actuele vertrektijden maar

attendeert reizigers ook op rituitval. En het is ook

mogelijk om op de panelen korte berichten voor

reizigers te laten zien. Connexxion loopt voorop in deze

ontwikkeling, waarmee de informatievoorziening aan

de reiziger wederom verder verbeterd wordt.

MIPOV

Ook de informatievoorziening richting opdrachtgevers

heeft in 2011 een nieuwe impuls gekregen, dankzij de

ontwikkeling van het MIPOV-dashboard. Hier vinden

de concessieverleners in een oogopslag informatie over

punctualiteit, rituitval, klachten en OV-chipkaartcijfers.

Infomonitor Taxipoints

De infomonitor is een beeldscherm waarop de

reiziger real-time wordt geïnformeerd of zijn of

haar taxi geboekt is en hoe laat de taxi arriveert.

Deze infomonitoren staan in enkele ziekenhuizen en

instellingen, als extra service van Connexxion Taxi

Services voor haar reizigers.

Google Transit

Vanaf 2012 is Connexxion aangesloten op Google

Transit. Google Transit is de onlangs in Nederland

geïntroduceerde OV-reisplanner van Google Maps.

16

3 Verslag van de Raad van Bestuur

Draadloos internet

Friese jongeren gaven in het kader van een speciale

campagne aan dat ze graag draadloos internet in de bus

wilden. Connexxion en de provincie Friesland hebben

daarop besloten om in dertien bussen gratis draadloos

internet (wifi) aan te bieden. De treinen van Connexxion

op de Valleilijn zijn overigens al enkele jaren voorzien

van draadloos internet.

Innovaties bij Ambulancezorg

Ook op andere vlakken toont Connexxion haar

innovatieve kant. In navolging van Zeeland is in 2010

in Noord- en Oost Gelderland de ‘digitale vooraankon-

diging ambulance’ geïntroduceerd. Dit betekent dat

terwijl de ambulance nog op weg is, de patiëntregis-

tratie in de status al digitaal verzonden kan worden

naar de Eerste Hulpafdeling van het ziekenhuis. Deze

ontwikkeling zorgt ervoor dat de patiënt sneller

overgedragen kan worden aan het ziekenhuis.

Bovendien kan de Eerste Hulpafdeling zich beter

voorbereiden op de komst van de patiënt. Connexxion

Ambulancezorg is in 2011 ook gestart met repatriëring.

Daarbij gaat het om vervoer van luchthaven naar een

ziekenhuis.

Sociale veiligheid

In 2011 vond een aantal incidenten plaats waarbij

de veiligheid van onze medewerkers en reizigers in

het geding was. Daarbij ging het ook om een aantal

ernstige incidenten, mishandelingen en bedreigingen.

Connexxion heeft het thema Veiligheid nog steeds hoog

op de agenda staan. Samen met andere stakeholders

wordt aan oplossingen gewerkt. Dit vraagt om een

gezamenlijke aanpak; het gaat immers ook om een

algemeen maatschappelijk probleem.

In het verslagjaar is Connexxion een nieuwe pilot

gestart met het regionaal politiekorps Almere. Het is

sinds april 2011 mogelijk om ernstige incidenten aan

de politie te melden via Skype.

Onze toezichthoudende organisatie heet vanaf juli 2011

geen VIC meer maar Service & Veiligheid. Deze nieuwe

naam vormt een betere afspiegeling van de veranderde

visie op maatschappelijke veiligheid. Connexxion wil het

gevoel van service en veiligheid vergroten en het aantal

incidenten verlagen door middel van gastheerschap,

zichtbare aanwezigheid en gerichte controles.

In 2009 werd er door drie ministeries een taskforce

opgericht voor veiliger openbaar vervoer. Als

afgevaardigde en portefeuillehouder Sociale

Veiligheid binnen de Federatie Mobiliteitsbedrijven

Nederland (FMN) neemt Connexxion actief deel aan

de taskforce. Een aantal maatregelen is voorgesteld die

door de FMN in 2010 zijn opgepakt. In het jaar 2011

zijn er twee maatregelen genomen. In de concessies

Stadsregio Arnhem Nijmegen, Rijn- en Bollenstreek

Midden Holland en Haarlem IJmond is er een

inhaalslag gemaakt met het plaatsen van camera's.

Deze maatregelen zijn volledig gesubsidieerd. De FMN

is in september 2011 van start gegaan met de pilot

‘Verbeterd Toezicht’. Via deze pilot werden zestig extra

toezichthouders concessieoverstijgend ingezet. Dit

vond plaats in elf concessiegebieden van Connexxion,

Veolia en Arriva. De bijbehorende subsidie werd door

zes centrale en decentrale overheden betaald. De

FMN draagt bij in natura. Het doel van de pilot is een

reductie van 20 procent van het aantal incidenten en

een substantiële verhoging van de veiligheidsbeleving

van onze medewerkers en reizigers.

Samen met de partners binnen de FMN, te weten

Arriva, Syntus en Veolia, blijft Connexxion zich sterk

maken voor een basisnorm sociale veiligheid in

aanbestedingen, in plaats van te concurreren op dit

vlak. De FMN is van mening dat de veiligheid van ons

personeel en onze reizigers geen concurrentiefactor

mag vormen. De onderhandelingen bevinden zich in

de laatste fase.

Jaarverslag 2011

17

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)

Met meer dan één miljoen klantcontacten per dag

staat Connexxion midden in de samenleving. Daarbij

hebben wij verantwoordelijkheden richting reizigers,

opdrachtgevers en medewerkers. Connexxion

onderneemt op het gebied van MVO dan ook een

groot aantal initiatieven. Zo werken wij, vaak in

samenwerking met opdrachtgevers, continu aan de

veiligheid en toegankelijkheid van onze diensten en

aan de duurzaamheid van het openbaar vervoer.

In 2009 werd Connexxion ‘Full Signatory’ van de

‘Charter on Sustainable Development’ van de UITP

(International Association of Public Transport). Als ‘Full

Signatory Member’ willen wij onze ambities ten aanzien

van duurzaam vervoer verder vormgeven. Connexxion

committeert zich aan de Charter door het bevorderen

van duurzame ontwikkeling en het uitwisselen van

rapportages en best practices met alle stakeholders.

Connexxion rapporteert omtrent MVO op het ‘Global

Reporting Initiative G3 level C’ en de relevante items

waar opdrachtgevers om vragen als onderdeel van

contracten.

Duurzaamheid

In 2011 bestond 93% van ons wagenpark uit

lage-emissiebussen (2010: 87%). Bijna al onze

voertuigen zijn inmiddels volledig toegankelijk voor

reizigers met een lichamelijke beperking.

In de afgelopen jaren zijn er in samenwerking met

opdrachtgevers en andere partijen diverse initiatieven

gestart met schone bussen die van alternatieve

brandstoffen gebruik maken. Zo rijden er in de provincie

Zeeland sinds september 2009 bussen op groen gas en

rijden vanaf 2010 alle stadsbussen in Nijmegen op

aardgas. Eind 2010 is er bovendien een proef geweest

met een inductiebus in Utrecht. Deze bus, genaamd

Coulombus, rijdt op een accu die via inductietechniek

wordt bijgeladen. Dit pilotproject was een initiatief van

Connexxion, ProRail en Stichting Doen.

Met ingang van de nieuwe concessie van Stadsregio

Arnhem Nijmegen per 9 december 2012 gaat

Connexxion alleen nog trolleybussen inzetten en

bussen die op aardgas rijden met certificaten voor

groen gas. Dankzij afspraken met CNG-Net, Essent en

ARN zal dit groen gas zijn dat duurzaam en regionaal

geproduceerd is.

Verder is Connexxion in 2010 een samenwerking

aangegaan met Wheels4all om reizigers nog meer

keuze in vervoer te bieden, waarbij gemakkelijk, milieu-

vriendelijk en betaalbaar van deur-tot-deur kan worden

gereisd. Wheels4all heeft een landelijk netwerk van

buurtauto’s die door meerdere personen in één buurt

gedeeld worden. Dankzij deze samenwerking kunnen

reizigers op eenvoudige wijze naar de bushalte rijden,

of vanaf de bushalte naar hun bestemming reizen.

Connexxion en Wheels4all willen met deze creatieve

oplossing de drempel verlagen om nieuwe, bewuste

vervoerkeuzes te maken.

Midden in de samenleving

Connexxion toont haar maatschappelijke betrokkenheid

ook op diverse andere wijzen, bijv. door maatschap-

pelijke initiatieven te steunen die de integratie van

mensen met een functiebeperking in de maatschappij

bevorderen. Met een aantal organisaties, zoals Zideris

en Prinsenstichting, werkt Connexxion samen, om

mensen met een verstandelijke beperking beter deel

te kunnen laten nemen aan de maatschappij. Deze

organisaties verzorgen onder meer de schoonmaak

van bussen. Een ander voorbeeld is het cateringteam

van Connexxion Taxi Services Tours en Ambulancezorg.

Voor reizigers met een visuele beperking is een speciale

OV-chipkaart ontwikkeld, het Viziris-abonnement.

Reizigers met een OV-begeleiderskaart (B) en een

persoonlijke OV-chipkaart kunnen dit abonnement op

hun OV-chipkaart laden en daarmee voor tien euro per

maand in heel Nederland reizen met metro, bus, tram

en over water.

18

3 Verslag van de Raad van Bestuur

In 2011 heeft Connexxion Ambulancezorg een

ambulance geschonken aan de Stichting Twentse

Wensambulance. Het voertuig wordt ingezet om

hartenwensen te vervullen van langdurig chronische

zieken of mensen die in een terminale levensfase

verkeren.

Connexxion was de eerste personenvervoerder die

een innovatief systeem implementeerde waarmee

AMBER Alerts te zien zijn op beeldschermen in bussen.

Hiermee wil Connexxion een bijdrage leveren aan

het snel terugvinden van vermiste kinderen. In de

concessies BRU, provincie Utrecht, Almere en Stadsregio

Amsterdam, Zaanstreek en regio Gooi- en Vechtstreek

zijn de alerts in de bussen te zien. Vanaf begin 2011

worden ook AMBER Alerts uitgestuurd naar de taxi’s

van Connexxion.

Diverse MVO-activiteiten van Connexxion worden

belicht in het jaarmagazine 2011 van Connexxion, dat

naast dit officiële jaarverslag wordt uitgegeven.

Medewerkers

Connexxion is in vele opzichten een 'mensenbedrijf'.

Met bijna 14.000 medewerkers behoort Connexxion tot

de grootste werkgevers in Nederland. Connexxion heeft

aandacht voor zowel de fysieke arbeidsomstandigheden

als de inhoudelijke kwaliteit van het werk. Begin 2012

werd door Connexxion de werknemerstevredenheid

wederom gemeten. De werknemers waardeerden

hun werk en werkomgeving bij Connexxion met een

gemiddeld cijfer van 7,1, een verbetering in vergelijking

met het voorgaande onderzoek in 2011.

Een van de prioriteiten in het HR-beleid is het verlagen

van het ziekteverzuim. Er wordt dan ook veel aandacht

geschonken aan verlaging van het ziekteverzuim en

re-integratie. Vier jaar geleden benoemde Connexxion

een adviseur re-integratie. Allereerst om de huidige

problematiek in kaart te brengen en ten tweede

om controle en grip te hebben op de ingehuurde

re-integratiebedrijven. Verder zijn casemanagers en

mobiliteitsadviseurs ingehuurd ter ondersteuning

van managers bij het vinden van oplossingen voor

het verzuim op hun afdeling. Zij versnellen het

re-intregatie proces voor de werknemers of zoeken

andere oplossingen voor verzuimreductie.

Connexxion maakte tevens regelmatig gebruik van

het re-integratienetwerk Nexus, dat een aantal jaren

geleden samen met andere bedrijven is opgezet. Als

er geen geschikt werk binnen Connexxion is voor

gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, kunnen zij

bij een van de deelnemende bedrijven te werk worden

gesteld. Dit geldt ook andersom.

Preventie staat eveneens hoog op de agenda. In het

verslagjaar is Connexxion in Noord-Holland Noord

een pilot Gezondheidsmonitor gestart. Dit moet

gedetailleerd inzicht geven in hoe het is gesteld met

de gezondheid van de medewerkers en de organisatie.

Verder bezocht een speciale ingerichte bus in 2011

een aantal vestigingen om gezondheidscontroles te

houden en voorlichting te geven aan chauffeurs van

Connexxion. Daarnaast volgen alle buschauffeurs

een speciale nascholingscursus, om hen inzicht te

verschaffen in hoe ze mogelijke psychische en/of

lichamelijke klachten kunnen voorkomen of aanpakken.

Connexxion heeft in 2011 ook besloten een initiatief

van jonge medewerkers te steunen; zij richtten

het platform ‘Young Connexxion’ op. Dit platform

heeft de volgende drie doelstellingen: meer jonge

medewerkers aantrekken, de werkomstandigheden

van jonge medewerkers verbeteren en kennisopbouw

en –uitwisseling bevorderen. Ook werd aandacht

geschonken aan een diversiteitsprogramma, waarmee

we het aandeel van vrouwen in posities in het senior

management willen vergroten.

Reorganisatie

Eind 2010 is Connexxion gestart met het Project 180.

Connexxion wil met dit project een gezonde toekomst

van het bedrijf zeker stellen en tegelijkertijd inspelen

op de verwachte ontwikkelingen op de Nederlandse

markt, via een multimodale benadering. Dit heeft

geleid tot integratie van de modaliteiten Taxi Services

en Openbaar Vervoer op districtsniveau.

De holdingactiviteiten zijn samengevoegd met de

hoofdkantoren van de divisies Openbaar Vervoer en Taxi

Services, Tours en Ambulancezorg. Tevens is de efficiency

van de indirecte activiteiten verhoogd. Alle indirecte

kosten zijn hiervoor in kaart gebracht, zoals personele

kosten van het hoofdkantoor, de divisiekantoren en de

servicecentra, kosten voor huisvesting, adviseurs en

ontwikkeling van diensten etc..

Jaarverslag 2011

19

Fusie

Op 3 maart 2011 werd een definitief akkoord

ondertekend tussen de personenvervoerbedrijven

Transdev en Veolia Transport. Daarmee zijn Connexxion

en Veolia Transport Nederland lid geworden van dezelfde

groep; VeoliaTransdev. De nieuwe onderneming biedt

werk aan ruim 120.000 medewerkers en heeft een

omzet van EUR 8 miljard. Concreet betekent dit dat

het indirecte moederbedrijf van Connexxion, Transdev,

nu deel uitmaakt van een nieuwe onderneming waarin

Caisse des Depôts en Veolia Environnement ieder een

aandeel van 50 procent hebben.

Begin december 2011 heeft Veolia Environnement

echter bekendgemaakt dat het haar aandeel in

VeoliaTransdev wil verkopen. Caisse des Depôts dat dus

de andere 50 procent aandelen van VeoliaTransdev in

bezit heeft, heeft aangegeven dat zij blijft bijdragen

aan de ontwikkeling van VeoliaTransdev op de lange

termijn. De verwachting is dat de toekomstige

wijziging in de samenstelling van de aandeelhouders

van VeoliaTransdev geen invloed heeft op de visie of de

strategie van VeoliaTransdev in ons land.

Raad van Bestuur/Executive Committee (Excom)

Bruno Bruins, Chief Customer Relations Officer en lid

van de Raad van Bestuur en de Excom van Connexxion

heeft per 14 november 2011 Connexxion verlaten.

Connexxion bedankt Bruno Bruins voor wat hij voor

Connexxion heeft betekend, vooral voor zijn positieve

bijdrage aan de contacten met opdrachtgevers, de

politiek en de media.

Op 15 november 2011 werd Richard Dujardin benoemd

tot Chief Commercial Officer (CCO) van Connexxion. Tot

zijn aantreden was Richard CEO van Veolia Transport

Nederland. Richard Dujardin werd tevens [statutair] lid

van de Raad van Bestuur van Connexxion.

De Raad van Bestuur/ExCom telde eind 2011 de

volgende leden:

Hubert Guyot (Chief Executive Officer en voorzitter Raad

van Bestuur), Bram Drexhage (Chief Financial Officer en

lid van de Raad van Bestuur), Richard Dujardin (Chief

Commercial Officer en lid van de Raad van Bestuur),

Theo Vegter (Chief Operating Officer), Herman Kuipers

(directeur Project 180) en Peter-Paul Witte (Chief

Human Resources Officer). Dirk Slijper (directeur

Juridische Zaken) is secretaris van de ExCom.

De Raad van Bestuur/Excom heeft gedurende het

jaar met een goede teamspirit de uitdagingen van

de ambitieuze projecten het hoofd kunnen bieden.

Met verdere interactie en samenwerking op allerlei

gebieden verwacht de Raad van Bestuur/ExCom in de

toekomst nog meer vruchten te plukken van de goede

samenwerking.

Tot slot

Connexxion is trots op haar resultaten over 2011. Het

positieve financiële resultaat is met name te danken aan

‘operational excellence’, dat door onze medewerkers

wordt uitgevoerd. Onze klanten waarderen deze

‘operational excellence’ getuige de resultaten van

Connexxion in diverse tevredenheidonderzoeken.

Wij willen graag alle medewerkers van Connexxion

bedanken voor hun inzet. Met hun enthousiasme voor

hun dagelijkse werk weten zij onze reizigers optimaal

te bedienen. Dat waarderen wij ten zeerste.

Hilversum,

Namens de Raad van Bestuur van Connexxion Holding NV

H.A.B. Guyot B.J. Drexhage R.J. Dujardin

Chief Executive Officer Chief Financial Officer Chief Commercial Officer

20

4 Curricula Vitae van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur

Th.G.J. (Thierry) Walrafen

Van december 2004 tot december 2007 was Thierry Walrafen Inspecteur Général des

Finances. Van 1992 tot 2004 was hij lid van het bestuur van Caisse des Dépôts. Tot mei

1992 was hij topambtenaar op het Franse Ministerie van Economische Zaken en Financiën,

waar hij in 1968 in dienst was getreden. Hij heeft verschillende functies bekleed op het

departement voor Economisch Beleidsonderzoek van dit Ministerie en vertegenwoordigde

de Franse Treasury in o.a. Beiroet (Libanon), Washington DC (V.S.), Bonn (Duitsland) en Den

Haag (als Financial Minister aan de Franse ambassade). Thierry Walrafen is afgestudeerd

aan de Ecole Nationale d’Administration (Parijs) en heeft studies afgerond aan de Faculté

de Droit (Parijs) en het Institut d’Etudes Politiques (Parijs). Sinds het voorjaar van 1996 is hij

redacteur van de Revue d’Economie Financière.

F.N.P. (Frédéric) Gagey

Frédéric Gagey is afgestudeerd aan de Ecole Polytechnique en de Ecole Nationale de la

Statistique et de l’Administration Economique (ENSAE). Hij heeft tevens een postdoctorale

opleiding Economie aan de Université de Paris 1 afgerond. Hij begon zijn carrière bij het Franse

Bureau voor de Statistiek (INSEE) en het Franse Ministerie van Financiën. Van september 1994

tot april 1997 was hij Vice President Budget & Control bij de Franse luchtvaartmaatschappij

Air Inter. Na de fusie tussen Air Inter en Air France in april 1997 werd Frédéric Gagey Vice

President en hield zich bezig met de privatisering en de financiële communicatie voor Air

France. In juni 1999 werd hij benoemd tot Vice President Financiën bij Air France. Hij trad

op 1 januari 2005 toe tot de Raad van Bestuur en werd Managing Director & Chief Financial

Officer bij KLM NV. Frédéric Gagey is tevens lid van het Group Executive Committee van Air

France KLM en voorzitter van het bestuur van Groupe des Ecoles Nationales d’Economie et

de Statistique (GENES).

J.R.H. (Hanja) Maij-Weggen

Hanja Maij-Weggen heeft vanaf 1977 tot haar pensioen diverse (bestuurs-) functies bekleed

in de publieke sector. Zo was zij lid van het Europees Parlement, Minister van Verkeer en

Waterstaat en Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Momenteel is mevrouw

Maij-Weggen o.a. President van World Society for the Protection of Animals (W.S.P.A.)

Netherlands en W.S.P.A. International. Naast deze functies is mevrouw Maij-Weggen

toezichthouder in zowel de publieke als de private sector, o.a. bij ING Nederland en

Wageningen University.

Raad van Commissarissen

Jaarverslag 2011

21

J.J.M. (Joost) van der Does de Willebois

Joost van der Does de Willebois, tot 1 juni 2010 voorzitter van NYSE Euronext Amsterdam,

is in zijn jaren bij Shell rechtstreeks betrokken geweest bij de logistieke sector. Bij Shell

Nederland was hij verantwoordelijk voor de retail-activiteiten. Verder vervulde hij bij deze

onderneming diverse internationale, leidinggevende posities, onder meer in Frankrijk en in

Franse overzeese gebieden. In 1998 maakte de heer Van der Does de Willebois de overstap

naar de financiële sector. Hij bekleedde diverse bestuursfuncties bij de ING Groep. Bij de

ING Groep en in zijn functie bij NYSE Euronext heeft hij sterke financieel-economische

vaardigheden opgedaan. De heer Van der Does de Willebois heeft veel kennis van kapitaal-

intensieve sectoren en heeft waardevolle expertise als het gaat om retail in een sterk

competitieve markt met lage winstmarges. Bovendien heeft hij ruime ervaring met grote

organisaties in complexe omgevingen en is hij adviseur voor de Raad van Bestuur van

PricewaterhouseCoopers en Senior Board Advisor bij NIBC.

E.J.J. (Hans) Schenk

Hans Schenk is hoogleraar Organisatie-economie aan de faculteit Recht, Economie, Bestuur

en Organisatie van de Universiteit Utrecht. Daarnaast is hij plaatsvervangend kroonlid van

de Sociaal-Economische Raad en fellow van het Tjaling C. Koopmans Instituut, Netspar, Encore

en CIBAM (Universiteit van Cambridge). De heer Schenk geldt als een van de bekendste

Nederlandse economen op het gebied van fusies en overnames, regulering en corporate

governance. In 2009-2010 heeft hij, in opdracht van de Tweede Kamer, het wetenschappelijk

onderzoek naar de achtergronden van de kredietcrisis geleid (Commissie De Wit).

22

De Raad van Commissarissen en haar commissies zijn ultimo 2011 als volgt samengesteld:

Nationaliteit Benoemd/ Tot Commissie

Herbenoemd in

Thierry Walrafen Frans 2011 2015 Voorzitter Raad van Commissarissen

Lid Auditcommissie

Voorzitter Selectie- en

Benoemingscommissie

Lid Bezoldigingscommissie

Frédéric Gagey Frans 2011 2015 Voorzitter Auditcommissie

Lid Selectie- en Benoemingscommissie

Hanja Maij-Weggen Nederlands 2010 2014 Voorzitter Bezoldigingscommissie

Lid Selectie- en Benoemingscommissie

Joost van der Does Nederlands 2010 2014 Lid Auditcommissie

de Willebois

Hans Schenk Nederlands 2010 2014 Lid Bezoldigingscommissie

4 Curricula Vitae van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur

Jaarverslag 2011

23

H.A.B. (Hubert) Guyot (1950)

Hubert Guyot is op 5 december 2008 toegetreden tot de Raad van Bestuur van Connexxion

Holding NV en bekleedt de functie van CEO en voorzitter van de Raad van Bestuur. Daarvoor

bekleedde hij onder andere de functie van CEO bij Yarra Trams in het Australische Melbourne

(1999-2005), Managing Director bij AMT Genua (Italië), Managing Director bij Semitag in

Grenoble (Frankrijk) en directeur Human Resources van de Transdev Groep. Vanaf 1980 is

hij werkzaam in de openbaarvervoersector en heeft daarin veel ervaring opgedaan met

het integreren van buitenlandse bedrijven. Hij is expert op het gebied van publiek-private

samenwerkingsconstructies. De heer Guyot is verder lid geweest van de UTP & FNVT Board

of Directors (1991-1999) en van UITP International Lightrail Commission (1984-1993).

Hubert Guyot is afgestudeerd ingenieur aan de Ecole Centrale Arts et Manufactures in Parijs

(Frankrijk).

B.J. (Bram) Drexhage (1955)

Bram Drexhage is op 1 september 2009 toegetreden tot de Raad van Bestuur van Connexxion

Holding NV. Hij vervult de functie van Chief Financial Officer. Voordat hij bij Connexxion

kwam, heeft Bram Drexhage een ruime bestuurlijke ervaring opgebouwd in verschillende

sectoren. Zijn meest recente functie was General Manager bij een TNT-postbedrijf in

Duitsland. In 2002 ging hij werken bij DHL, een dochter van Deutsche Post, als financieel

directeur van Van Gend & Loos. Daarna werd hij CFO van DHL Express Europe. De heer

Drexhage heeft verschillende financiële managementfuncties bekleed bij bedrijven zoals Sara

Lee, AGA en ICI. Hij heeft tevens uitgebreide ervaring opgedaan met financiële optimalisatie-

projecten in verschillende sectoren en met fusies, overnames en integratieprocessen. Bram

Drexhage is afgestudeerd in Economie en Bedrijfskunde aan de Universiteit van Groningen.

R.J. (Richard) Dujardin (1968) (per 15 november 2011)

Richard Dujardin trad toe tot de Raad van Bestuur van Connexxion Holding N.V. op

15 november 2011. Hij bekleedt de functie van Chief Commercial Officer. Voor zijn benoeming

was hij Chief Executive Officer bij Veolia Transport Benelux, Ierland en Engeland. Hij maakte

in 2002 de overstap naar de openbaarvervoersector, toen hij als Managing Director van

Veolia Transport Ierland werd benoemd. Zijn taak was het nieuw gebouwde lightrailsysteem

in Dublin operationeel te maken. Vanaf 1992, toen zijn carrière begon, is de heer Dujardin

altijd betrokken geweest bij publiek-private samenwerkings-verbanden op het gebied van

milieudiensten (water, afvalwater, transport). Hij is afgestudeerd aan l’Institut Catholique

des Arts et Métiers Lille (Frankrijk) en heeft de graad Master of Business Administration

behaald aan de Reims Management School (Frankrijk).

Raad van Bestuur per jaareinde 2011

24

5 Ondernemingsstructuur

5.1 Organogram van de Vennootschap

ConnexxionHolding

Connexxionstafafdelingen

en servicecentra

ConnexxionTaxi Services, Tours & Ambulancezorg

ConnexxionOpenbaar Vervoer

(incl. GVU, Novio,

Hermes, Water en TSN)

Jaarverslag 2011

25

5.2 Bestuursorganen van de Vennootschap

De organen van de vennootschap kenden per ultimo 2011 de volgende leden:

Raad van Commissarissen

Thierry Walrafen Voorzitter

Frédéric Gagey

Hanja Maij-Weggen

Joost van der Does de Willebois

Hans Schenk

Dirk Slijper Secretaris

Raad van Bestuur

Hubert Guyot Chief Executive Officer, Voorzitter

Bram Drexhage Chief Financial Officer

Richard Dujardin Chief Commercial Officer (vanaf 15 november 2011)

Dirk Slijper Secretaris

Executive Committee

Hubert Guyot Chief Executive Officer, Voorzitter

Bram Drexhage Chief Financial Officer

Richard Dujardin Chief Commercial Officer (vanaf 15 november 2011)

Herman Kuipers Directeur Project 180

Theo Vegter Chief Operating Officer

Peter-Paul Witte Chief Human Resources Officer

Dirk Slijper Secretaris

26

5 Ondernemingsstructuur

Vervolg van de vorige pagina:

Centrale Ondernemingsraad (COR)

Maarten Sweep Voorzitter

Reinald Bakker Secretaris

Willem Schulenberg Plaatsvervangend voorzitter

Hans Cornet Plaatsvervangend secretaris

De leden:

Esmi Swart

Kor Dijkhuizen

Henk van Eerden

Toon Kwakernaat

Bert Leenards

Henk Maas

Aad Riekwel

Willem van der Tol

Jo Collard

Roel van der Poel

Reinier Hatting

Dick Knutzen

Peer van der Biggelaar

Werner van Hartingsveldt

Aad Wayenberg (Voorzitter), Elly Bakker, Rein Snijder en Johan van de Velde traden in de vergadering van 14 april 2011

af. Per dezelfde datum werd Maarten Sweep, de plaatsvervangend secretaris, benoemd tot Voorzitter. Vervolgens werd

Willem Schulenberg benoemd tot plaatsvervangend voorzitter en Reinald Bakker tot plaatsvervangend secretaris.

Op 14 juli trad Dick Knutzen af als secretaris. Vervolgens werd Reinald Bakker per deze datum benoemd tot deze functie.

Op 15 september 2011 werd Hans Cornet benoemd tot plaatsvervangend secretaris.

Jaarverslag 2011

2727Jaarrekening 20116.1 Geconsolideerde balansen 28

6.2 Geconsolideerde winst-en-verliesrekeningen 30

6.3 Geconsolideerde overzichten van het totaalresultaat 31

6.4 Geconsolideerde kasstroomoverzichten 32

6.5 Geconsolideerde overzichten van het verloop

van het eigen vermogen 34

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 36

6.7 Vennootschappelijke balansen 86

6.8 Vennootschappelijke winst-en-verliesrekeningen 88

6.9 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening 89

28

6.1 Geconsolideerde balansen

Voor verwerking van de voorgestelde winstverdeling

Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010

Activa

Vaste activa

Materiële vaste activa 6.6.3 303,6 335,1

Immateriële activa 6.6.4 13,3 11,2

Investeringen in geassocieerde deelnemingen

en joint ventures 6.6.6 1,2 1,2

Overige beleggingen, inclusief derivaten 6.6.7 12,3 24,3

Uitgestelde belastingvorderingen 6.6.8 29,7 25,4

Totaal vaste activa 360,1 397,2

Vlottende activa

Voorraden 6.6.9 7,7 7,4

Handels- en overige vorderingen 6.6.10 147,4 119,9

Geldmiddelen en kasequivalenten 44,0 18,5

Totaal vlottende activa 199,1 145,8

Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop 6.6.11 - 18,5

Totaal activa 559,2 561,5

De toelichting op pagina 36 t/m 85 is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.

Jaarverslag 2011

29

Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010

Eigen vermogen en passiva

Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders 6.6.13 178,0 171,1

Minderheidsbelang - (0,2)

Totaal eigen vermogen 178,0 170,9

Langlopende Verplichtingen

Leningen en overige financieringsverplichtingen 6.6.14 32,5 49,1

Voorzieningen 6.6.15 22,6 26,4

Uitgestelde belastingverplichtingen 6.6.8 8,1 5,1

Derivaten 6.6.16 0,4 2,2

Totaal langlopende verplichtingen 63,6 82,8

Kortlopende verplichtingen

Leningen en overige financieringsverplichtingen 6.6.14 11,3 16,2

Handelsschulden en overige verplichtingen,

inclusief derivaten 6.6.17 166,4 151,9

Vooruitontvangen baten 6.6.18 124,3 123,9

Voorzieningen 6.6.15 15,6 15,1

Totaal kortlopende verplichtingen 317,6 307,1

Verplichtingen geclassificeerd als aangehouden

voor verkoop 6.6.19 - 0,7

Totaal verplichtingen 381,2 390,6

Totaal eigen vermogen en verplichtingen 559,2 561,5

30

6.2 Geconsolideerde winst-en-verliesrekeningen

Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010

Opbrengsten 6.6.23 1.095,7 1.104,7

Bedrijfskosten

Inkoopwaarde van de omzet 6.6.24 (162,6) (175,3)

Personeelskosten 6.6.25 (597,4) (597,5)

Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 6.6.26 (63,2) (74,5)

Overige bedrijfskosten (263,1) (240,9)

Totaal bedrijfskosten (1.086,3) (1.088,2)

Resultaten uit bedrijfsactiviteiten 9,4 16,5

Netto financieringslasten 6.6.27 (6,5) (9,5)

Netto financieringsbaten uit toegezegd

pensioenregelingen 6.6.27 12,3 -

Netto financieringsbaten (-lasten) 5,8 (9,5)

Resultaat geassocieerde deelnemingen 6.6.28 - 0,2

Winst voor winstbelastingen 15,2 7,2

Winstbelastingen 6.6.29 (1,1) (1,4)

Winst over de verslagperiode 14,1 5,8

Toe te rekenen aan:

Aandeelhouders van de vennootschap 14,1 5,8

Winst over de verslagperiode 14,1 5,8

De toelichting op pagina 36 t/m 85 is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.

Jaarverslag 2011

31

6.3 Geconsolideerd overzichten van het totaalresultaat

Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010

Niet-gerealiseerde resultaten:

Wijziging in reële waarde kasstroom hedges 2,7 6,6

Effect vennootschapsbelastingen (0,7) (1,7)

Actuariële winsten uit toegezegd pensioenregelingen (12,3) -

Effect vennootschapsbelastingen 3,1 -

Totaal niet gerealiseede resultaten (7,2) 4,9

Winst over de verslagperiode 14,1 5,8

Totaalresultaat over de verslagperiode 6,9 10,7

Toe te rekenen aan:

Aandeelhouders van de vennootschap 6,9 10,7

Totaalresultaat over de verslagperiode 6,9 10,7

De toelichting op pagina 36 t/m 85 is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.

32

6.4 Geconsolideerd kasstroomoverzichten

Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010

Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten

Winst voor belastingen 15,2 7,2

Aanpassingen voor:

Afschrijvingen, amortisatie en bijzondere

waardeverminderingen 63,2 74,5

Boekresultaat op verkoop vaste activa 0,3 (6,6)

Dotatie, vrijvallen en onttrekking voorzieningen 6.6.15 (3,5) (20,0)

Netto financieringslasten 6.6.27 6,5 9,5

Netto financieringsbaten uit toegezegd pensioenregelingen (12,3) -

69,4 64,6

Mutatie werkkapitaal (8,7) (20,9)

Ontvangen dividend 0,2 0,2

Resultaat geassocieerde bedrijven - (0,2)

Ontvangen rente 0,9 0,7

(7,6) (20,2)

Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 61,8 44,4

Jaarverslag 2011

33

Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 61,8 44,4

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Acquisities na aftrek van verworven geldmiddelen 6.6.21 (5,9) -

Verwerving van (im)materiële vaste activa (27,3) (41,2)

Ontvangsten uit verkoop van (im)materiële vaste activa 19,8 23,8

Mutatie in overige beleggingen 6.6.7 7,7 1,6

Overige mutaties (0,1) -

Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten (5,8) (15,8)

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Ontvangsten van leningen en overige

financieringsverplichtingen 6.6.14 57,5 161,3

Aflossing leningen en overige financieringsverplichtingen 6.6.14 (81,7) (176,1)

Betaalde interest (6,3) (8,1)

Overige mutaties 6.6.13 - (5,2)

Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten (30,5) (28,1)

Mutatie in geldmiddelen en kasequivalenten 25,5 0,5

Geldmiddelen en kasequivalenten begin boekjaar 18,5 18,0

Geldmiddelen en kasequivalenten einde boekjaar 44,0 18,5

Mutatie in geldmiddelen en kasequivalenten 25,5 0,5

De toelichting op pagina 36 t/m 85 is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.

Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010

34

6.5 Geconsolideerde overzichten van het verloop van het eigen vermogen

Bedragen in miljoenen euro's 2010

Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders

Wettelijke

en overige

niet uit- Resultaat Inge- Minder- Totaal

Aandelen keerbare Overige over de houden heids eigen

kapitaal reserves reserves periode winsten Totaal belang vermogen

Boekwaarde per 1 januari 2010 79,5 2,2 (2,7) 2,3 83,0 164,3 (0,2) 164,1

Resultaat over de periode - - - 5,8 - 5,8 - 5,8

Allocatie resultaat voorgaande

periode - - - (2,3) 2,3 - - -

Niet-gerealiseerde resultaten - - 4,9 - - 4,9 - 4,9

Totaal resultaat - - 4,9 3,5 2,3 10,7 - 10,7

Overige niet uitkeerbare reserves - 4,0 - - (4,0) - - -

Acquisitie minderheidsbelang - - - - - - - -

Overige mutaties - - - - (3,9) (3,9) - (3,9)

Boekwaarde per

31 december 2010 79,5 6,2 2,2 5,8 77,4 171,1 (0,2) 170,9

De toelichting op pagina 36 t/m 85 is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.

Jaarverslag 2011

35

Bedragen in miljoenen euro's 2011

Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders

Wettelijke

en overige

niet uit- Resultaat Inge- Minder- Totaal

Aandelen keerbare Overige over de houden heids eigen

kapitaal reserves reserves periode winsten Totaal belang vermogen

Boekwaarde per 1 januari 2011 79,5 6,2 2,2 5,8 77,4 171,1 (0,2) 170,9

Resultaat over de periode - - - 14,1 - 14,1 - 14,1

Allocatie resultaat voorgaande

periode - - - (5,8) 5,8 - - -

Niet-gerealiseerde resultaten - - (7,2) - - (7,2) - (7,2)

Totaal resultaat - - (7,2) 8,3 5,8 6,9 - 6,9

Overige niet uitkeerbare reserves - 6,4 - - (6,4) - - -

Acquisitie minderheidsbelang - - - - - - 0,2 0,2

Overige mutaties - - - - - - - -

Boekwaarde per

31 december 2011 79,5 12,6 (5,0) 14,1 76,8 178,0 - 178,0

36

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.1 Algemeen

Connexxion Holding NV (hierna: ‘de Vennootschap’) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht, waarvan

de aandelen voor twee derde in handen zijn van Transdev-BNG-Connexxion Holding BV, het consortium van het Franse

vervoersbedrijf Transdev en Bank Nederlandse Gemeenten, en een derde in handen zijn van de Staat der Nederlanden.

De onderneming heeft haar statutaire zetel in Utrecht en haar hoofdvestiging in Hilversum. De geconsolideerde

jaarrekening van de vennootschap voor het jaar, geëindigd op 31 december 2011, omvat de vennootschap en haar

dochterondernemingen (tezamen te noemen “de Groep”) en het belang van de Groep in (niet-geconsolideerde)

geassocieerde deelnemingen en entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend. De belangrijkste

activiteiten van de Groep zijn het verlenen van diensten op het gebied van openbaar en besloten personenvervoer

en daaraan gerelateerde activiteiten. Ten aanzien van de enkelvoudige winst-en-verliesrekening is gebruik gemaakt

van de vrijstelling ingevolge artikel 402, Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

De Raad van Bestuur heeft de jaarrekening opgesteld, welke door de Raad van Commissarissen voor publicatie werd

goedgekeurd op 8 april 2011. De jaarrekening wordt ter vaststelling aan de volgende Algemene Vergadering van

Aandeelhouders voorgelegd.

6.6.2 Belangrijkste rapportagegrondslagen

Gehanteerde grondslagen bij de opstelling

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards

(IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie (hierna: EU-IFRS) en de IFRIC-interpretaties. De grondslagen voor de

financiële verslaggeving zijn consequent toegepast op alle in deze geconsolideerde jaarrekening vermelde perioden.

De grondslagen zijn tevens consequent toegepast door alle groepsentiteiten. De geconsolideerde jaarrekening is

opgesteld op basis van historische kosten, met dien verstande dat:

- afgeleide financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde;

- voor verkoop aangehouden financiële activa worden gewaardeerd tegen reële waarde.

De hierna genoemde bedragen zijn vermeld in miljoenen euro's, afgerond op het dichtstbijzijnde honderdduizendtal,

tenzij anders vermeld.

Jaarverslag 2011

37

Wijzigingen in rapportagegrondslagen en toelichtingsvereisten

De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen in standaarden zijn verplicht vanaf het boekjaar dat aanvangt per

1 januari 2011:

- IAS 24 (herzien), ‘Toelichtingen over verbonden partijen’, uitgegeven november 2009 vervangt IAS 24. Deze wijziging

wordt met terugwerkende kracht toegepast, in overeenstemming met IAS 8, ‘Grondslagen voor Financiële verslag-

legging, schattingswijzigingen en fouten’. De standaard verduidelijkt de definities van een verbonden partij en

vraagt om een meer gedetailleerde beschrijving van inter-groep transacties. De goedkeuring van deze wijziging

heeft geen impact op de financiële positie of prestaties van de groep.

- IFRIC 14 (wijziging), ‘Vooruitbetaling bij minimaal vereiste financieringsverplichting’. Deze wijziging is met

terugwerkende kracht voor de eerste periode van het boekjaar waar de jaarrekening op van toepassing is waarin

de entiteit IFRCI 14 toepaste. De wijziging maakt een vooruitbetaling van de toekomstige pensioenkosten mogelijk

door deze te classificeren als pensioen actief. De groep is niet onderworpen aan vereisten inzake minimale

financiering, daarom heeft de wijziging van de interpretatie geen invloed op de jaarrekening van de groep.

- IFRIC 19 ‘Aflossing van financiële verplichtingen met eigen vermogensinstrumenten’, met ingang van 1 juli 2010.

De interpretatie wordt met terugwerkende kracht toegepast. De interpretatie verduidelijkt dat eigen vermogens-

instrumenten die aan een crediteur verstrekt zijn om een financiële verplichting geheel of gedeeltelijk af te lossen

nadat over de voorwaarden van de verplichting is heronderhandeld, in overeenstemming met paragraaf 41 van

IAS 39 ‘Financiële instrumenten opname en waardering’. Elke winst of verlies wordt direct opgenomen in de winst

en verliesrekening.

Deze wijzigingen in de grondslagen zijn door de Groep opgevolgd en hebben geen invloed van betekenis op de

jaarrekening over 2011.

De volgende nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties dienen voor de eerste keer te worden toegepast in

de jaarrekening 2011, maar zijn momenteel niet relevant voor de Groep.

- IAS 32 ‘Financiële instrumenten: presentatie – classificatie van uitgegeven rechten (herzien)’, uitgegeven in

oktober 2009 is van toepassing op verslagperioden die met ingang van of na 1 februari 2010 aanvangen. De

wijziging bewerkstelligt een wijziging in de definitie van een financiële verplichting om entiteiten rechten

kwesties en bepaalde opties of garanties als eigen vermogeninstrumenten te classificeren. De groep heeft dit

soort instrumenten niet.

Verbeteringen aangaande IFRS

In mei 2010, publiceerde de IASB zijn derde omnibus van wijzigingen aangaande de grondslagen, in de eerste plaats

met het oog op het verwijderen van inconsistenties en verduidelijking van de formulering. De goedkeuring van de

volgende wijzigingen heeft geleid tot wijzigingen in grondslagen van Financiële verslaggeving, maar hebben geen

invloed op de financiële positie of prestaties van de Groep.

38

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

De verbeteringen aangaande IFRS aan de volgende standaarden had geen invloed op de grondslagen voor financiële

verslaglegging, financiële positie of prestatie van de Groep:

- IFRS 3 Bedrijfscombinaties (Waardering van minderheidsbelangen): de beschikbare waarderingsmogelijkheden

van minderheidsbelangen zijn gewijzigd. Alleen onderdelen van het minderheidsbelang welke een huidig eigen-

domsbelang vertegenwoordigen die de houder ervan het recht geeft op een evenredig aandeel in de netto activa

van de entiteit in geval van liquidatie moet worden gewaardeerd tegen reële waarde. Alle andere componenten

moeten worden gewaardeerd tegen hun reële aanschafwaarde op overnamedatum.

- IFRS 3 Bedrijfscombinaties (voorwaardelijke vergoeding als gevolg van bedrijfscombinatie voorafgaand aan de

toepassing van IFRS 3 (herziene versie van 2008)): De aanpassing maakt duidelijk dat de wijzigingen in IFRS

7 Financiële Instrumenten: Toelichtingen, IAS 32 Financiële Instrumenten: presentatie van IAS 39 Financiële

Instrumenten: Opname en waardering, welke de vrijstelling voor voorwaardelijke vergoeding elimineren, deze

zijn niet van toepassing op een voorwaardelijke vergoeding die voortvloeiden uit bedrijfscombinaties waarvan

de aankoopdata voorafgaan aan de toepassing van IFRS 3 (herziene versie van 2008).

- IFRS 3 Bedrijfscombinaties (Niet vervangen en vrijwillig vervangen op aandelen gebaseerde betalingen): De

aanpassing vereist een entiteit in de bedrijfscombinatie om rekening te houden met de op aandelen gebaseerde

betalingstransacties van de overgenomen partij (al dan niet vrijwillig of verplicht). Deze transacties moeten worden

verdeeld tussen de betaalde vergoeding als onderdeel van de bedrijfscombinatie en kosten na combinatie. Echter,

als de entiteit de overgenomen vervallen betalingen vervangt als gevolg van de bedrijfscombinatie, worden deze

beschouwd als kosten na combinatie.

- IFRS 7 Financiële Instrumenten – Toelichtingen: De wijziging was bedoeld om de verstrekte informatie eenvoudiger

te maken door vermindering van het aantal toelichtingen over aangehouden zekerheden en het verbeteren van

de toelichtingen door eisen te stellen aan kwalitatieve informatie om de kwantitatieve informatie in context te

plaatsen.

- IAS 1 Presentatie van de jaarrekening: De wijziging maakt duidelijk dat een entiteit een analyse van elk component

van niet-gerealiseerde resultaten mag presenteren hetzij in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen of in

de toelichting van de jaarrekening.

- IAS 27 De geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening: De wijziging maakt duidelijk dat het om

belangrijke wijzigingen gaat van IAS 27 ten aanzien van IAS 21 het effect van veranderingen van wisselkoersen,

IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en IAS 31 Belang in joint ventures die vermoedelijk van

toepassing zijn voor boekjaren die aanvangen met ingang van of na 1 juli 2009 of zoveel eerder als IAS 27 eerder

is toegepast.

- IAS 34 Interim Financial Statements: De wijziging biedt een leidraad om te illustreren hoe de bekendmaking-

principes toegepast moeten worden in IAS 34 en is aanvullende informatie vereist op:

- De omstandigheden die de reële waarde en indeling van financiële instrumenten beïnvloeden.

- Overdracht van financiële instrumenten tussen de verschillende reële waarde hiërarchie niveaus.

- Veranderingen in de classificatie van financiële vaste activa.

- Veranderingen in de voorwaardelijke activa en passiva.

- IFRIC 13 Loyaliteitsprogramma’s (bepalen van de reële waarde van de spaarpunten): De wijziging maakt duidelijk

dat wanneer de reële waarde van de spaarpunten is gemeten op basis van de waarde van de prijzen waarvoor ze

kunnen worden afgelost, er moet rekening gehouden worden met de toegewezen kortingen en/of stimulansen

die zijn verstrekt aan klanten die niet deelnemen aan de prijs krediet regeling.

Consolidated

Jaarverslag 2011

39

Een aantal nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden en interpretaties zijn nog niet van kracht voor het jaar

eindigend op 31 december 2011, en zijn niet toegepast bij de opstelling van deze geconsolideerde jaarrekening:

- IFRS 7, ‘Financiële instrumenten: Toelichtingen (wijziging)’, vanaf 1 juli 2011.

- IAS 12, ‘Inkomstenbelastingen – uitgestelde belastingen (wijziging)’: Herstel van onderliggende activa, met ingang

van of na 1 januari 2012.

- IFRS 9, ‘Financiële Instrumenten’, uitgegeven in november 2009. De standaard is de eerste stap in het proces om

IAS 39 ‘Financiële instrumenten: opname en waardering’ te vervangen. De standaard zal ingaan per 1 januari 2013

maar is beschikbaar voor eerdere opname. De standaard is nog niet goedgekeurd door de EU. De Groep is nog de

volledige impact van IFRS 9 aan het beoordelen.

- IFRS 10, ‘Geconsolideerde jaarrekening, IAS 27 Enkelvoudige jaarrekening’, met ingang van of na 1 januari 2013.

- IFRS 11, ‘Joint Arrangements, IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures’, met ingang

van of na 1 januari 2013.

- IFRS 12, ‘Bekendmaking van belangen in andere entiteiten’, met ingang van of na 1 januari 2013.

- IFRS 13, ‘Waardering tegen reële waarde’, met ingang van of na 1 januari 2013.

- IAS 1, ‘Presentatie van items van het totaalresultaat – wijzigingen in IAS 1’, met ingang van of na 1 januari 2012.

- IAS 19, ‘Personeelsbeloningen (herziene versie)’, met ingang van of na 1 januari 2013.

Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving

Dochtermaatschappijen

Dochtermaatschappijen zijn die ondernemingen waarin Connexxion Holding NV direct dan wel indirect beslissende

zeggenschap heeft. Beslissende zeggenschap houdt in dat Connexxion direct dan wel indirect de financiële en

operationele bedrijfsvoering van een onderneming beheerst met als doel voordelen te behalen uit de activiteiten

van die onderneming. De jaarrekeningen van deze dochterondernemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening

opgenomen vanaf de datum dat beslissende zeggenschap verworven wordt tot het moment dat Connexxion

beslissende zeggenschap verliest. De grondslagen voor financiële verslaggeving zijn waar nodig aangepast aan de

door de Groep gehanteerde grondslagen.

Overnames door de Groep van dochterondernemingen worden verwerkt volgens de overnamemethode. De kostprijs

van een overname wordt bepaald op de reële waarde op transactiedatum van de overgedragen activa, de vermogens-

instrumenten en de schulden, inclusief de kosten die direct zijn toe te wijzen aan de acquisitie. Bij de eerste opname

worden de identificeerbare activa en passiva en voorwaardelijke verplichtingen van de overgenomen vennootschap

opgenomen tegen de reële waarde per de overnamedatum, ongeacht de omvang van een minderheidsbelang. Per

acquisitie waardeert de Groep een eventueel minderheidsbelang in de overgenomen partij ofwel op reële waarde

ofwel op het evenredige deel van de netto-activa van de overgenomen partij.

De belangrijkste in de consolidatie van Connexxion Holding opgenomen groepsmaatschappijen zijn:

- Connexxion Openbaar Vervoer NV, Haarlem 100%

- Hermes Groep NV, Weert 100%

- GVU NV, Utrecht 100%

- Novio NV, Nijmegen 100%

- Connexxion Taxi Services BV, Schiedam 100%

- Connexxion Tours BV, Hilversum 100%

- Connexxion Ambulancezorg BV, Haarlem 100%

40

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

Eliminatie van transacties bij consolidatie

Intragroepsaldi en -transacties, alsmede niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties binnen de Groep

worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde winsten uit hoofde van transacties met deelnemingen verwerkt volgens

de vermogensmutatiemethode worden geëlimineerd naar rato van het belang dat de Groep in de deelneming heeft.

Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde wijze geëlimineerd als niet-gerealiseerde winsten, maar slechts voor

zover er geen aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering.

Geassocieerde deelnemingen en entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt

uitgeoefend

De geassocieerde deelnemingen zijn deelnemingen waarin invloed van betekenis op het financiële en zakelijke beleid

wordt uitgeoefend zonder dat de Groep er zeggenschap over heeft. Deze deelnemingen worden gewaardeerd volgens

de vermogensmutatiemethode, rekening houdend met bijzondere waardeverminderingen vanaf het moment dat

de invloed van betekenis aanvangt tot het moment dat deze daadwerkelijk eindigt. De belangrijkste geassocieerde

deelnemingen zijn:

- REISinformatiegroep BV, Utrecht 32,8%

- ANT (Advanced Netherlands Transport) BV, Capelle a/d IJssel 20%

- Bedrijfsvervoer Limburg, Roermond 25%.

Entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend zijn ondernemingen waarover de Groep middels

contractuele afspraken met één of meer partijen gezamenlijk zeggenschap heeft. Deze entiteiten worden gewaardeerd

volgens de vermogensmutatiemethode vanaf het moment dat de gezamenlijke zeggenschap aanvangt tot het

moment dat deze daadwerkelijk eindigt. De belangrijkste entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt

uitgeoefend zijn:

- Schiphol Travel Taxi BV, Schiphol, 50%

- CTS Noord B.V, Assen, 51%. (De entiteit wordt opgenomen als een entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap

wordt uitgeoefend op basis van een bepaling betreffende algemene stemmen.)

Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een volgens de vermogens-

mutatiemethode verwerkte deelneming, wordt de boekwaarde van dat belang (inclusief lange-termijn investeringen)

in de balans van de Groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen

behalve voor zover de Groep een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens de deelneming. De

waarderingsgrondslagen van entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en geassocieerde

deelnemingen zijn aangepast aan de waarderingsgrondslagen van de Groep.

De lijst met gegevens betreffende de kapitaalbelangen, zoals bedoeld in artikel 379 en 414, Titel 9, Boek 2 van het

Burgerlijk Wetboek, is gedeponeerd bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel te Hilversum.

Jaarverslag 2011

41

Vreemde valuta’s

Transacties luidend in vreemde valuta worden in de betreffende functionele valuta van de groepsentiteiten

omgerekend tegen de geldende wisselkoers per de transactiedatum. Koersresultaten worden verwerkt in de winst-

en verliesrekening. In vreemde valuta luidende monetaire activa en passiva worden per balansdatum in de functionele

valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers.

Goodwill

Alle bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de overnamemethode. Goodwill wordt opgenomen naar aanleiding

van de overname van dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en entiteiten waarover gezamenlijk de

zeggenschap wordt uitgeoefend. Goodwill is het verschil tussen de kostprijs van de overname en de reële waarde

van de overgenomen netto identificeerbare activa.

Goodwill wordt gewaardeerd tegen de historische kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingen,

waarbij jaarlijks, of vaker indien er aanwijzingen voor zijn, wordt vastgesteld of een bijzondere waardevermindering

(impairment test) noodzakelijk is. Hier zijn de kasstroomgenererende eenheden gelijk aan de divisies: Openbaar

Vervoer en Taxi Services, Tours en Ambulancezorg. Negatieve goodwill die bij een overname ontstaat, wordt direct in

de winst-en-verliesrekening verantwoord.

Voor entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en geassocieerde deelnemingen wordt de

boekwaarde van goodwill opgenomen in de boekwaarde van de investering in de entiteit waarover gezamenlijk de

zeggenschap wordt uitgeoefend of de geassocieerde deelneming.

Geactiveerde contractrechten

Geactiveerde contractrechten hebben betrekking op de door acquisitie van dochtermaatschappijen verkregen vervoers-

contracten. De waarde op het moment van overname wordt bepaald door middel van kasstroom berekeningen van

toekomstige opbrengsten en kosten van vervoerscontracten. Geactiveerde contractrechten worden lineair afgeschreven

over de (resterende) looptijd van het contract. Contractrechten met een onbepaalde looptijd worden niet afgeschreven.

Op de verslagdatum beoordeelt de Groep of er aanwijzingen zijn voor een mogelijke bijzondere waardevermindering

van een geactiveerd contractrecht. Indien een dergelijke indicatie bestaat, maakt de onderneming een schatting

van de realiseerbare waarde van het geactiveerde contractrecht. Een verlies uit hoofde van een bijzondere waarde-

vermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde hoger is dan de indirecte opbrengstwaarde. De indirecte

opbrengstwaarde is gebaseerd op de toekomstige kasstromen, waarbij is uitgegaan van een disconteringsvoet waarin

het risico is weerspiegeld van de onderliggende contracten.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs of veronderstelde kostprijs, verminderd met de

cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs is inclusief uitgaven die direct zijn

toe te rekenen aan de verwerving van het actief.

Materiele vaste activa die worden afgestoten worden aangemerkt als voor verkoop aangehouden. Winsten en verliezen

op de verkoop van een materieel vast actief worden vastgesteld aan de hand van een vergelijking van de verkoop-

opbrengsten met de boekwaarde van de materiële vaste activa en worden netto verantwoord onder de kosten in de

winst-en-verliesrekening.

Voor zover een materieel vast actief omvangrijke bestanddelen bevat welke in economische levensduur uiteenlopen,

worden deze als afzonderlijke materiële vaste activa verantwoord. Connexxion past voor de afschrijving van deze

omvangrijke bestanddelen de zogeheten componentenmethode toe.

42

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

De vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering worden gewaardeerd tegen de gedane uitgaven.

Lease-overeenkomsten waarbij de Groep feitelijk alle risico’s en voordelen van eigendom heeft, worden geclassificeerd

als financiële lease. Materiële vaste activa die door financiële lease zijn verworven, worden gewaardeerd tegen de

reële waarde of indien deze lager is de contante waarde van het minimaal verplichte leasebetalingen bij aanvang van

de lease verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.

Na de eerste verantwoording van financiële lease activa worden deze verwerkt als activa in eigendom, waarbij rekening

wordt gehouden met de leasetermijn.

Periodieke vervangingsuitgaven die samenhangen met materiële vaste activa worden geactiveerd mits de toekomstige

economische voordelen voortvloeiend uit het actief naar de Groep zullen gaan en de kosten van dergelijke periodieke

vervangingsinvesteringen betrouwbaar bepaald kunnen worden. Alle overige uitgaven worden als last in de winst-en-

verliesrekening verantwoord wanneer deze zich voordoen. Het deel dat vervangen is wordt niet langer opgenomen

in de balans, conform de bepalingen van IAS 16.70.

De afschrijvingen zijn gebaseerd op de economische gebruiksduur en worden berekend op basis van een percentage

van de kostprijs, rekening houdend met een (gegarandeerde) restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment

van ingebruikneming.

De jaarlijkse afschrijving naar een vast percentage van de kostprijs voor de verschillende categorieën vaste activa,

gebaseerd op de geschatte economische levensduur, luidt als volgt:

Terreinen: 0%

Gebouwen1): 2%

Voertuigen2): 3% - 20%

Overige: 5% - 34%

1) Gebouwen op in erfpacht verkregen grond worden conform de looptijd van het desbetreffende contract afgeschreven als deze

afschrijvingstermijn korter is.

2) Mede afhankelijk van de duur van de concessie en de betreffende activa.

Bijzondere waardeverminderingen van niet-financiële activa

De boekwaarde van de niet-financiële activa van de Groep, wordt op iedere verslaggevingsdatum opnieuw bezien om

te bepalen of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, wordt

een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief. Van goodwill en overige immateriële activa met

een onbepaalde gebruiksduur of die nog niet gebruiksklaar zijn, wordt op iedere verslagdatum een schatting gemaakt

van de realiseerbare waarde. Voor een actief of een kasstroomgenererende eenheid is de realiseerbare waarde gelijk

aan de bedrijfswaarde of, indien hoger, de reële waarde minus verkoopkosten. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde

wordt de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen berekend met behulp van een disconteringsvoet

vóór belasting die een afspiegeling vormt van zowel de actuele markttaxaties van de tijdswaarde van geld als van de

specifieke risico's met betrekking tot het actief. Voor de toetsing op bijzondere waardevermindering worden activa

samengevoegd in de kleinste te onderscheiden groep activa die uit voortgaand gebruik kasstromen genereert die in

grote lijnen onafhankelijk zijn van andere activa en groepen activa (de “kasstroomgenererende eenheid”). De in een

bedrijfscombinatie verworven goodwill wordt voor de toetsing op bijzondere waardevermindering toegerekend aan

kasstroomgenererende eenheden die naar verwachting zullen profiteren van de synergievoordelen van de combinatie.

Binnen Connexxion worden de divisies Openbaar Vervoer en Taxi Services, Tours en Ambulancezorg beschouwd als

kasstroomgenererende eenheden.

Jaarverslag 2011

43

Voor alle overige activa wordt getoetst of er sprake is van een bijzondere waardevermindering op het niveau van de

kasstroomgenererende eenheden.

Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief of de kasstroom-

genererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde. Bijzondere waarde-

verminderingsverliezen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Bijzondere waardeverminderingsver-

liezen opgenomen met betrekking tot kasstroomgenererende eenheden worden eerst in mindering gebracht op

de boekwaarde van aan de eenheden toegerekende goodwill, en vervolgens naar rato in mindering gebracht op de

boekwaarde van de overige activa van de eenheid (of groep van eenheden). Met betrekking tot goodwill worden

bijzondere waardeverminderingsverliezen niet teruggenomen. Voor andere activa worden in voorgaande perioden

opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen bij elke verslagdatum beoordeeld op indicaties dat het

verlies afgenomen is of niet langer bestaat. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen als de

schattingen zijn veranderd aan de hand waarvan de realiseerbare waarde was bepaald. Een bijzonder waardever-

minderingsverlies wordt uitsluitend teruggenomen voor zover de boekwaarde van het actief niet hoger is dan de

boekwaarde, na aftrek van afschrijvingen of amortisatie, die zou zijn bepaald als geen bijzonder waardeverminde-

ringsverlies was opgenomen.

Classificatie van financiële activa

De Groep classificeert haar financiële activa in de volgende categorieën: tegen reële waarde met verwerking van

waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, leningen en vorderingen, en voor verkoop beschikbaar. De

classificatie is afhankelijk van het doel waarvoor de financiële activa zijn verworven. Management bepaalt de

classificatie bij de eerste verantwoording.

Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en

verliesrekening

Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening zijn

financiële activa die worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Een financieel actief wordt in deze categorie

ingedeeld indien zij voornamelijk is verworven met het doel deze op korte termijn te verkopen. Derivaten worden

tevens aangemerkt als aangehouden voor handelsdoeleinden tenzij ze worden aangemerkt als hedges. Activa in

deze categorie worden aangemerkt als vlottende activa indien zij naar verwachting binnen 12 maanden worden

afgewikkeld. Indien dit niet zo is, worden ze aangemerkt als vaste activa.

Leningen en vorderingen

Leningen en vorderingen zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve

markt zijn genoteerd. Zij worden opgenomen in vlottende activa, behalve indien hun looptijd langer is dan 12 maanden

na het einde van de verslagperiode. Ze worden geclassificeerd als vaste activa. De leningen en vorderingen van de Groep

betreffen de posten ‘handelsvorderingen en overige vorderingen’ en ‘geldmiddelen en kasequivalenten’ in de balans.

Voor verkoop beschikbare financiële activa

Voor verkoop beschikbare financiële activa zijn niet-afgeleide financiële activa die aan deze categorie worden

toegerekend of die niet in de andere categorieën vallen. Zij worden opgenomen in de vlottende activa tenzij ze

aflopen of het management van plan is ze binnen 12 maanden na het einde van de verslagperiode te verkopen.

44

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

Opname en waardering

Een aankoop of verkoop van financiële activa volgens standaard marktconventies wordt opgenomen op de

transactiedatum, dat is de datum waarop de Groep zich ertoe verbindt om het actief te kopen of verkopen.

Investeringen worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten

voor alle financiële activa die niet tegen reële waarde worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Financiële

activa worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en de transactiekosten worden opgenomen

in de winst- en verliesrekening. Financiële activa worden niet langer in de balans opgenomen als de rechten op de

kasstromen van de investeringen zijn verlopen of zijn overgedragen en de Groep nagenoeg alle risico’s en voordelen

verbonden aan het eigendom heeft overgedragen. Voor verkoop beschikbare financiële activa en financiële activa

tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Leningen en vorderingen

worden vervolgens opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode.

Winsten of verliezen die voortkomen uit veranderingen in de reële waarde van de categorie 'financiële activa tegen

reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening’ worden opgenomen in de

winst- en verliesrekening in de post netto financieringsbaten en lasten in de periode waarin zij zich voordoen.

Bijzondere waardeverminderingen van financiële activa

Op iedere verslagdatum wordt van een financieel actief beoordeeld of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het

actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. De criteria die de Groep gebruikt om te bepalen of er

objectieve aanwijzingen zijn omvatten:

- aanzienlijke financiële problemen van de emittent of schuldenaar;

- contractbreuk, zoals wanbetaling met betrekking tot rentebetalingen of aflossingen;

- de Groep heeft vanwege economische of juridische redenen in verband met financiële problemen van de

leningnemer aan hem een concessie verleend die zij normaliter niet zouden overwegen;

- waarschijnlijkheid van faillissement of een andere financiële reorganisatie van de leningnemer;

- het wegvallen van een actieve markt voor het betreffende financieel actief vanwege financiële moeilijkheden;

- waarneembare gegevens die erop wijzen dat er sprake is van een meetbare afname van de verwachte toekomstige

kasstromen uit een portefeuille financiële activa sinds de eerste opname in de balans van deze activa, hoewel de

afname nog niet is waar te nemen bij de individuele financiële activa in de portefeuille, waaronder:

a) nadelige veranderingen in de betalingsstatus van schuldenaars in de portefeuille; en

b) nationale of lokale economische omstandigheden die nauw samenhangen met de wanbetaling op activa in

de portefeuille.

Belangrijke financiële activa worden individueel op bijzondere waardevermindering getoetst. De overige financiële

activa worden ondergebracht in groepen met vergelijkbare kredietrisico-kenmerken en worden collectief beoordeeld.

Indien het bedrag van het bijzondere waardeverminderingsverlies in een volgende periode afneemt en de daling

objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die na de afboeking plaatsvond (zoals een verbetering

van de kredietwaardigheid van de debiteur), dient het voorheen opgenomen bijzondere waaardeverminderingsverlies

te worden vermeld in de geconsolideerde winst- en verliesrekening.

Overige beleggingen, inclusief derivaten

De langlopende vorderingen en leningen worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs verminderd met

bijzondere waardeverminderingen. Op elke balansdatum wordt beoordeeld of er objectieve indicaties zijn dat een

boekwaarde niet realiseerbaar is. De waardevermindering is het verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en de

waarde van de toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van de vordering.

Kasstromen met een resterende looptijd korter dan twaalf maanden worden niet gedisconteerd.

Voor de behandeling van afgeleide financiële instrumenten wordt verwezen naar de vorige paragraaf.

Jaarverslag 2011

45

Handelsvorderingen en overige vorderingen

Handelsvorderingen en overige vorderingen worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en

vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode, onder aftrek van

een voorziening voor bijzondere waardevermindering.

Voorraden

De voorraden worden gewaardeerd tegen historische kostprijs of, indien deze lager is, de directe opbrengstwaarde,

onder aftrek van een voorziening wegens incourantheid. Voorzieningen voor voorraden worden bepaald op basis van

een individuele beoordeling van de voorraden op productgroepniveau. De directe opbrengstwaarde is de geschatte

verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de geschatte kosten van voltooiing en de

verkoopkosten. De historische kostprijs is gebaseerd op gewogen gemiddelde prijzen en is inclusief de verwervings-

kosten en vervoerskosten.

Afgeleide financiële instrumenten

De Groep maakt gebruik van derivaten om de risico’s van schommelingen in de te betalen rente op leningen en

vorderingen, en schommelingen in brandstofprijzen te beperken. Afgeleide financiële instrumenten worden bij

de eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs; toerekenbare transactiekosten worden als last in de winst- en

verliesrekening opgenomen wanneer zij worden gemaakt. Na de eerste opname worden afgeleide financiële

instrumenten tegen reële waarde gewaardeerd. De Groep wijst de derivaten aan als afdekkingen van een bepaald

risico dat is verbonden met een zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige transactie (kasstroomafdekking).

Op het tijdstip van het aangaan van de transactie documenteert de Groep de relatie tussen de afdekkingsinstrumenten

en de afgedekte posten, evenals de doelstellingen van de Groep ten aanzien van risicobeheer en haar strategie bij

het aangaan van verschillende afdekkingstransacties. De Groep documenteert tevens haar beoordeling, zowel bij

het aangaan van de afdekking als daarna, of de derivaten die worden gebruikt in afdekkingstransacties feitelijk zeer

effectief zijn geweest in het bereiken van compensatie van aan het afgedekte risico toe te rekenen veranderingen

in reële waarde of kasstromen van afgedekte posten. Het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van de

derivaten die als kasstroomafdekkingen worden aangemerkt, worden rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten

verwerkt. De winst of het verlies betreffende het niet-effectieve deel wordt direct in de winst- en verliesrekening

opgenomen.

De cumulatieve bedragen opgenomen in het aan de aandeelhouders toe te rekenen eigen vermogen vallen vrij ten

laste van het resultaat in de periode waarin de afgedekte post van invloed is op het resultaat. Het effectieve deel van

de wijzigingen in de reële waarde van de derivaten wordt rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen.

Het ineffectieve deel van de wijziging in de reële waarde wordt direct ten laste van de netto financiële lasten in de

winst- en verliesrekening gebracht. De afdekkingen worden gedocumenteerd, waarin tevens wordt opgenomen hoe

de prospectieve of retrospectieve beoordeling op effectiviteit plaatsvindt. Als een afdekkingstransactie afloopt, blijft

het uitgestelde resultaat nog steeds opgenomen in het aan de aandeelhouders toe te rekenen vermogen en wordt

verwerkt in de winst- en verliesrekening als de verwachte transactie wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Indien het echter onwaarschijnlijk is dat verwachte transactie nog plaats zal vinden, wordt het in het eigen vermogen

verantwoorde cumulatieve resultaat onmiddellijk ten gunste dan wel ten laste van de winst- en verliesrekening

gebracht.

46

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

Niet-afgeleide financiële instrumenten worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde, vermeerderd

met de transactiekosten voor instrumenten die niet tegen reële waarde worden opgenomen in de winst- en

verliesrekening. Na de eerste verantwoording worden niet-afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd zoals

hieronder beschreven.

De investeringen van de Groep in aandelen en effecten en bepaalde schuldbewijzen worden aangemerkt als voor

verkoop beschikbare financiële activa. Na de eerste verantwoording worden ze tegen reële waarde opgenomen en

de wijzigingen hierin worden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten.

Geldmiddelen en kasequivalenten

De geldmiddelen en kasequivalenten betreffen de kasmiddelen alsmede tegoeden op bankrekeningen. Direct

opvraagbare deposito’s worden beschouwd als geldmiddelen en kasequivalenten. De Groep kan direct beschikken

over alle liquide middelen.

Voor verkoop aangehouden vaste activa

Vaste activa (of een groep activa en passiva die wordt afgestoten) worden geclassificeerd als aangehouden voor

verkoop indien hun boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie en de verkoop

zeer waarschijnlijk is. De activa (of een groep af te stoten activa) worden vervolgens gewaardeerd op basis van de

boekwaarde, of, indien deze lager is, de reële waarde (beide minus verkoopkosten).

Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders

Het aandelenkapitaal wordt gekwalificeerd als eigen vermogen. Dividend wordt als een verplichting verantwoord in

de periode waarin deze wordt vastgesteld.

Minderheidsbelang

Het minderheidsbelang toont het aandeel van derden in de verschillende geconsolideerde dochtermaatschappijen.

Het minderheidsbelang is gebaseerd op het oorspronkelijke aandeel in de verschillende geconsolideerde dochter-

maatschappijen, aangepast voor hun aandeel in de resultaten van deze dochtermaatschappijen.

Leningen en overige financieringsverplichtingen

Bij het aangaan worden leningen en overige financieringsverplichtingen gewaardeerd tegen de historische kostprijs, na

aftrek van transactiekosten. Na initiële opname worden leningen en overige financieringsverplichtingen gewaardeerd

tegen de geamortiseerde kostprijs, met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode, waarbij een verschil tussen de

kostprijs en de aflossingswaarde over de looptijd van de leningen in de winst-en-verliesrekening wordt verantwoord.

De betaalde rente op deze leningen en overige financieringsverplichtingen wordt in de winst- en verliesrekening

onder financiële lasten verantwoord. De geactiveerde financieringskosten worden over de resterende looptijd van

de betreffende financiering en onder gebruikmaking van de effectieve-rentemethode in de winst- en verliesrekening

opgenomen onder netto financieringsbaten en lasten.

Voorzieningen

Voorzieningen worden opgenomen voor bestaande, in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen per balansdatum,

waarbij de verplichting op betrouwbare wijze geschat kan worden en waarbij het waarschijnlijk is dat voor de

afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen in de toekomst plaatsvindt.

Voorzieningen met een looptijd langer dan één jaar worden bepaald door de verwachte toekomstige kasstromen

contant te maken op basis van een disconteringsvoet voor belasting die een afspiegeling is van de actuele marktsituatie

en de risico’s die inherent zijn aan de verplichting. Voorzieningen met een looptijd korter dan één jaar worden

verantwoord tegen nominale waarde onder de kortlopende voorzieningen.

Jaarverslag 2011

47

Langetermijnpersoneelsbeloningen

Voor vaste uitkeringsregeling pensioenen worden the operationele en financieringskosten separaat in de winst en

verlies rekening getoond. In de operationele kosten worden de lasten van de pensioenaangroei van werknemers

getoond vermeerderd met de eventuele kosten van het verhogen of verlagen van de pensioenopbouw of het

collectief overdragen van de pensioenverplichtingen naar een andere pensioenuitvoerder waarmee ten aanzien van

de betreffende pensioenregeling geen toekomstige winsten of verliezen meer kunnen ontstaan. Het bedrag dat ten

gunste of ten laste van de financieringskosten wordt gebracht is gelijk aan het verwachte rendement over de pensioen-

beleggingen verminderd met de benodigde rentetoevoeging aan de pensioenverplichtingen. Verschillen tussen het

verwachte rendement op de pensioenbeleggingen en het feitelijk rendement worden direct in de balans verwerkt in

de niet-gerealiseerde resultaten. Het tekort of overschot voor elke afzonderlijke salaris diensttijd pensioenregeling

wordt op de balans van de onderneming opgenomen. Het tekort of overschot wordt bepaald door de marktwaarde

van de pensioenbeleggingen te verminderen met de waarde van de pensioenverplichtingen die zijn bepaald tegen

een discontovoet die is afgeleid van het rendement op hoogwaardige bedrijfsobligaties. Voor beschikbare premie-

regelingen en bedrijfstakpensioenfonds regelingen waaraan de onderneming een relatief beperkte bijdrage levert

zijn de jaarlijkse pensioenkosten gelijk aan de daadwerkelijk afgedragen pensioenpremies. De pensioenbeleggingen

en pensioenverplichtingen van dergelijke pensioenregeling zijn niet op de balans van de onderneming opgenomen.

De overige pensioenfondsen waarbij de Groep is aangesloten geven aan dat zij de ingevolge IAS 19 vereiste informatie

niet kunnen verstrekken. Alle pensioenregelingen betreffen meerdere werkgevers. De Groep heeft bij tekorten in de

betreffende pensioenfondsen geen verplichting tot aanvullende bijdragen anders dan toekomstige premieverho-

gingen. Om voornoemde redenen classificeert de Groep haar toegezegde pensioenregelingen als toegezegde bijdrage-

regelingen. Bijdragen aan pensioenregelingen zijn derhalve verantwoord als toegezegde bijdrage regelingen en worden

als last in de winst-en-verliesrekening opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. Overige langetermijn-

personeelsbeloningen betreffen voorzieningen voor langdurig zieken, jubileumuitkeringen, einde dienstuitkeringen

en Functioneel Leeftijdsontslag (FLO).

Voorziening voor lopende schades

De voorziening voor lopende schades is met name gevormd met het oog op toekomstige afrekeningen

inzake letselschades, waarbij voertuigen van de Groep betrokken zijn geweest. De voorziening wordt door de

WAM-verzekeraars (Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen) op basis van de geldende normering bij

letselschades vastgesteld. Hierbij worden van ervaringscijfers van verzekeraars gebruik gemaakt.

Voorziening voor verlieslatende contracten

Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt getroffen indien de onvermijdbare kosten van het voldoen

aan de contractuele verplichtingen naar verwachting hoger zijn dan de verwachte economische voordelen van het

betreffende contract.

Reorganisatievoorziening

De reorganisatievoorzieningen zijn gevormd op basis van gedetailleerde en formele reorganisatieplannen, die door

de Raad van Bestuur zijn goedgekeurd en die ofwel zijn gestart dan wel aan de betrokkenen zijn gecommuniceerd.

Milieuvoorziening

De milieuvoorziening is bestemd voor het saneren van verontreinigde grond, waarbij de verontreiniging door de Groep

of haar rechtsvoorgangers veroorzaakt is. De hoogte van de voorziening is met medewerking van deskundigen op dit

gebied aan de hand van zogeheten ‘prikonderzoeken’ bepaald.

48

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

Risico's uit claims, geschillen en rechtsgedingen

Voorzieningen voor risico’s uit claims, geschillen en rechtsgedingen worden getroffen wanneer het waarschijnlijk is

dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen benodigd zal zijn.

Kortlopende verplichtingen

De kortlopende verplichtingen worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en vervolgens

opgenomen tegen de geamortiseerde kostprijs onder gebruikmaking van de effectieve rentemethode.

Winstbelastingen en uitgestelde belastingen

De belastinglast in de winst en verliesrekening vertegenwoordigt de totale belastinglast gebaseerd op het

gerapporteerde resultaat gecorrigeerd voor de niet-aftrekbare kosten en de onbelaste winst. Uitgestelde belasting-

vorderingen en -verplichtingen worden gevormd voor tijdelijke verschillen; ongebruikte verliescompensatie of

ongebruikte belastingfaciliteiten. De berekening van de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt

tegen de op het eind van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in komende jaren geldende tarieven

waarvan de wetgeving (materieel) is afgerond. Tijdelijke verschillen komen voort uit het verschil tussen de fiscale

waardering van activa en passiva en hun boekwaarde in de geconsolideerde jaarrekening. Een uitgestelde belasting-

vordering wordt opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze verrekend kan worden met toekomstige fiscale

winsten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingvordering wordt beoordeeld op elke balansdatum en verlaagd

in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn om de vordering geheel of

gedeeltelijk te realiseren. Actuele en uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden slechts gesaldeerd

indien de onderneming een in rechte afdwingbaar recht heeft om te salderen, en de vorderingen en verplichtingen

verband houden met dezelfde belastingautoriteit en belastingplichtige alsmede, bij uitgestelde belasting-

verplichtingen, dezelfde looptijd hebben. De vennootschapsbelasting wordt zoveel mogelijk aan de betreffende

dochter maatschappijen toegerekend alsof deze zelfstandig belastingplichtig zijn.

Opbrengsten

Onder opbrengsten, exclusief kortingen en omzetbelassting, inclusief overheidsbijdragen behalve die voor activa,

wordt verstaan de opbrengst van de in het verslagjaar verleende diensten en geleverde goederen onder aftrek van

kortingen en over de opbrengsten geheven belastingen. Opbrengsten zijn verantwoord naar rato van de verrichte

prestaties op balansdatum indien:

- het bedrag van de opbrengst betrouwbaar bepaald kan worden

- het waarschijnlijk is dat de economische voordelen naar de Groep zullen vloeien

- de mate waarin diensten op balansdatum zijn verricht betrouwbaar bepaald kunnen worden en

- de geleden kosten voor de transactie en de kosten om de transactie te voltooien betrouwbaar bepaald kunnen

worden.

Leaseovereenkomsten

Een leaseovereenkomst waaronder vrijwel alle aan het eigendom van het actief verbonden risico’s en beloningen bij

de lessor blijven, worden geclassificeerd als operationele lease. Operationele leases worden lineair als baten in de

winst- en verliesrekening opgenomen over de leaseperiode, tenzij een andere verdeling meer representatief is voor

de gebruiksvoordelen van het actief. Vergoedingen die worden ontvangen in het kader van leaseovereenkomsten

worden opgenomen gedurende de leaseperiode.

Indien de Groep optreedt als lessor in een operationele leaseovereenkomst, worden de activa in de balans opgenomen

volgens de aard van het actief. Baten uit operationele leases worden lineair als baten in de winst- en verliesrekening

opgenomen gedurende de leaseperiode, tenzij een andere verdeling meer representatief is voor de gebruiksvoordelen

van het actief.

Jaarverslag 2011

49

Financiële baten en lasten

De financiële baten en lasten bestaan uit te betalen rente in verband met opgenomen leningen en te ontvangen

rente in verband met belegde middelen, en het gerealiseerde resultaat van het niet effectieve deel van een hedge.

Rentebaten worden in de winst- en verliesrekening toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. De

rentelastcomponent van betalingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten wordt op basis van de impliciete

rentevoet in de winst- en verliesrekening verwerkt. Het effect van het contant maken van vlottende balansposten

wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening onder de netto financiële lasten.

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld conform de indirecte methode. Het kasstroomoverzicht maakt een

onderscheid tussen kasstromen uit bedrijfs-, investerings- en financieringsactiviteiten.

Betaalde en ontvangen rente wordt opgenomen onder de nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten.

Beheersing van financiële risico’s

In het kader van de normale activiteiten, het verlenen van diensten op het gebied van openbaar en besloten

personenvervoer en daaraan gerelateerde activiteiten, loopt de Groep bepaalde financiële risico's. De strategie van

de Groep binnen de alliantie met Transdev is gericht op versterking van haar vooraanstaande positie in Nederland. De

Groep financiert haar activiteiten in een adequate verhouding met rente-dragende kredietfaciliteiten en vermogen.

Kapitaalbeheer

Het vermogen van de Groep bestaat uit eigen vermogen dat als volgt kan worden gespecificeerd:

- Aandelenkapitaal;

- Niet-gerealiseerde resultaten;

- Wettelijke en overige niet uitkeerbare reserves;

- Ingehouden winsten.

De doelstellingen van de Groep ten aanzien van het kapitaalbeheer zijn als volgt:

- het zorgdragen voor voldoende continuïteit van de onderneming;

- het in lijn brengen van het risicodragend kapitaal met de ondernemingsrisico's;

- voldoen aan externe eisen ten aanzien van risicodragend kapitaal.

De behoefte aan risicodragend kapitaal op de lange termijn wordt vastgesteld door middel van een inschatting van

de ontwikkelingen in de activa van de onderneming en de verwachte toekomstige financieringsmogelijkheden. Deze

meerjarenbegrotingen en de daarin opgenomen investeringsbegroting maken een integraal onderdeel uit van het

vigerende businessplan dat een horizon kent van 2012 tot en met 2017. In het jaarplan worden de meest actuele

gegevens opgenomen omtrent de aan de Groep gegunde concessies die voor een belangrijk deel de hoogte van

de investeringen in de komende jaren bepalen. De Groep beschikt over een doorlopende kredietfaciliteit om haar

activiteiten te financieren. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.6.14.

Kredietrisico

Het management van de Groep heeft een kredietbeleid vastgesteld. Voor iedere tegenpartij, waaronder opdrachtgevers,

wordt indien relevant een kredietwaardigheidsbeoordeling uitgevoerd en limieten vastgesteld. Deze limieten worden

periodiek getoetst. Het kredietrisico wordt door de Groep beperkt geacht, omdat het grootste deel van de opbrengsten

wordt gerealiseerd bij (decentrale) overheden. Derivatentransacties worden uitsluitend afgesloten met financiële

instellingen die een kredietwaardigheid hebben gelijk of hoger dan een A-rating. Daarnaast verlangt de Groep altijd

een verrekeningsovereenkomst met de tegenpartij. Voor meer informatie over het dekkingsbeleid wordt verwezen

naar paragraaf 6.6.16.

Voor een overzicht van de blootstelling aan kredietrisico’s, zie paragraaf 6.6.12.

50

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

Liquiditeitsrisico

Het beleid van de Groep is om te allen tijde adequate toegang te hebben tot financiële middelen om aan haar

verplichtingen te kunnen voldoen. In dit verband dient vermeld te worden dat in de overeenkomsten met financiële

instellingen een 'change of control'-clausule is opgenomen. Dit betekent dat de financieringsovereenkomsten

opzegbaar zijn indien er een belangrijke wijziging in de eigendomsverhouding plaatsvindt. Voor de vervalkalender

van langlopende vorderingen en leningen en overige financieringsverplichtingen wordt verwezen naar respectievelijk

paragraaf 6.6.7 en paragraaf 6.6.14. De Groep beschikt over een doorlopende kredietfaciliteit om haar activiteiten te

financieren. Voor een verder toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.6.14. De onbenutte financieringsfaciliteit

bedraagt op 31 december 2011 EUR 131,8 miljoen (2010: EUR 155,0 miljoen).

Marktrisico

De marktrisico's bestaan uit:

- Prijsrisico;

- Renterisico;

- Valutarisico.

Prijsrisico

Het beleid is erop gericht prijsrisico's welke voortvloeien uit de inkoop van dieselolie ten behoeve van lopende vervoers-

concessies af te dekken, voor zover dit prijsrisico niet of onvoldoende wordt afgedekt door bepalingen uit het contract

voor opbrengstindexaties.

De reële waarde van de uitstaande posities bedraagt ultimo 2011 EUR 5,4 miljoen (2010: EUR 3,4 miljoen). De Groep

heeft zich verplicht door middel van deze contracten per saldo het verschil tussen de vaste en variabele prijs af te

rekenen met de tegenpartij.

De Groep evalueert periodiek de gevoeligheid van de diesel- en rente hedges. Een stijging van de dieselprijs (exclusief

accijnzen) met 1% eurocent zou betekenen dat het resultaat over 2011 met EUR 0,1 miljoen negatief (2010:

EUR 0,1 miljoen negatief) wordt beïnvloed. Voor 2012 heeft de groep echter 75% van haar ingeschatte dieselverbruik

afgedekt door middel van swaps.

Renterisico

De Groep beoordeelt continu of de strategie van de onderneming aanleiding geeft haar financiering aan te passen.

Connexxion financiert haar activiteiten hoofdzakelijk met langlopende rentedragende leningen en financiële en

operationele leases. De langlopende leningen kennen een variabele rente. Het grootste deel van de rente-exposure

is echter afgedekt met een renteswap. De financiële en operationele leaseverplichtingen hebben over het algemeen

een langere looptijd met bijbehorende lange rente. De geldmiddelen en kasequivalenten, bestaande uit kas- en

banktegoeden, bedragen ultimo 2011 EUR 44,0 miljoen (2010: EUR 18,5 miljoen).

Voor zover de swaps kwalificeren als kasstroomhedges wordt deze mutatie na correctie voor latente belastingen

opgenomen als een component van de niet-gerealiseerde resultaten.

Jaarverslag 2011

51

Valutarisico

De Groep loopt geen valutarisico, omdat nagenoeg alle transacties in euro's plaatsvinden.

Aansprakelijkheidsrisico

De Groep heeft vanwege de grootte van de onderneming ervoor gekozen alleen die risico's te verzekeren indien daartoe

een wettelijke verplichting bestaat en/of indien het risico zogenaamde excedent-schade tot gevolg zou kunnen hebben. Dit

betekent dat de Groep verzekerd is tegen aansprakelijkheidsrisico's en dat daarnaast bezittingen - met een fors eigen behoud

- verzekerd zijn tegen een aantal risico's. Binnen de Groep bestaat een schadepreventieprogramma voor het wagenpark dat

zorgt voor een regelmatige screening van de verzekerde risico's.

Verplichtingen ten behoeve van dochtermaatschappijen

De vennootschap en haar dochtermaatschappijen vormen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting (uitgezonderd

Waterbus BV) en voor de omzetbelasting (uitgezonderd Waterbus BV, P.G.W. Janssen B.V., Delfland Bedrijfsdiensten B.V. en

Speedwell Reisbureau B.V.). De vennootschap is uit dien hoofde hoofdelijk aansprakelijk voor alle belastingverplichtingen van

dochtermaatschappijen voor de periode dat zij deel uitmaken van die fiscale eenheid.

Gerechtelijke procedures

De Groep heeft een voorziening voor risico's, geschillen en rechtsgedingen opgenomen. Op basis van momenteel voorhanden

gegevens en ingewonnen juridisch advies en gezien de bedragen waarvoor voorzieningen zijn getroffen, wordt verwacht dat

de uitkomst van genoemde procedures geen wezenlijk nadelige gevolgen voor de financiële positie van de Groep zal hebben.

Schattingen reële waarde

In onderstaande tabel staat een specificatie per waarderingsmethode van financiële instrumenten die op reële waarde worden

gewaardeerd. De volgende levels gelden hierbij:

1. Waarneembare prijzen (niet gecorrigeerd) in actieve markten voor gelijke activa en passiva (level 1).

2. Marktgegevens, niet zijnde marktprijzen, opgenomen in level 1 die waarneembaar zijn voor het actief of passief, ofwel

direct ofwel indirect (afgeleid uit prijzen) (level 2).

3. Marktgegevens voor activa of passiva die niet gebaseerd zijn op waarneembare marktgegevens (level 3).

De reële waarde van een financieel instrument genoteerd op een actieve markt is gebaseerd op de genoteerde marktprijs per

balansdatum. Een markt wordt als actief beschouwd als er op eenvoudige wijze en regelmatige genoteerde prijzen beschikbaar

zijn, afkomstig van een beurs, handelaar, makelaar, sectorgroep, ‘pricing service’ of regelgevende instantie, en deze prijzen

ontleend zijn aan daadwerkelijke en regelmatig uitgevoerde markttransacties tussen onafhankelijke partijen. De genoteerde

marktprijs die wordt gebruikt voor door de groep gehouden financiële activa is de actuele biedkoers. Deze instrumenten

worden opgenomen in ‘level 1’. De reële waarde van financiële instrumenten die niet op een actieve markt worden verhandeld

(bijv. OTC-derivaten) wordt bepaald met behulp van een waarderingstechniek. Deze waarderingstechnieken maken zoveel

mogelijk gebruik van marktgegevens die zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van gegevens die specifiek zijn voor de entiteit.

Als alle belangrijke marktgegevens benodigd voor de waardering van een instrument op reële waarde waarneembaar zijn,

wordt het instrument opgenomen in 'level 2'. Als een of meer van de belangrijke marktgegevens niet wordt verhandeld op

een actieve markt, en niet gebaseerd is op waarneembare marktgegevens, wordt het instrument opgenomen in ‘level 3’.

52

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

Level 1 Level 2 Level 3 Totaal

Financiële vorderingen en verplichtingen tegen reële waarde

met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en

verliesrekening

Derivaten inzake hedging - 5,3 - 5,3

Voor verkoop beschikbare financiële activa

Obligaties 4,7 - - 4,7

Totaal 4,7 5,3 - 10,0

Onderstaande tabel specificeert de activa en passia van de Groep die worden gewaardeerd tegen reële waarde per 31 december 2010.

Op 31 december 2011 en 31 december 2010 was de reële waarde van handelsvorderingen, handelsschulden, leningen en overige

financieringsverplichtingen nagenoeg gelijk aan de boekwaarde.

Onderstaande tabel specificeert de activa en passia van de Groep die worden gewaardeerd tegen reële waarde per 31 december 2011.

Level 1 Level 2 Level 3 Totaal

Financiële vorderingen en verplichtingen tegen reële waarde

met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en

verliesrekening

Derivaten inzake hedging - 2,3 - 2,3

Voor verkoop beschikbare financiële activa

Obligaties 6,3 - - 6,3

Totaal 6,3 2,3 - 8,6

Jaarverslag 2011

53

Gebruik van schattingen en beoordelingen

Openbaarvervoeropbrengsten

Voor het openbaar vervoer worden de reizigersopbrengsten uit kaarverkoop en SOV-kaarten geschat voor het vierde

kwartaal. Deze schatting is gebaseerd op een extrapolatie van historische gegevens afgeleid uit van derden ontvangen

informatie met betrekking tot reizigersopbrengsten over het jaar tot en met oktober.

In het verleden bleek dat indien er werd afgeweken van deze schattingen, dit geen belangrijk effect heeft op de

opbrengsten over het voorgaande jaar. Iedere afwijking met betrekking tot verkopen die in het volgende jaar is

opgenomen wordt echter direct verantwoord als een winst- of verliescomponent.

Brandstofverbruik

Er kon in het boekjaar 2011 wederom geen landelijke overeenstemming worden bereikt met de concessieverleners

ten aanzien van de compensatie van dieselprijzen en indexering. Aangezien het voorlopige akkoord uit juni 2008 het

standpunt van de geprivatiseerde OV-bedrijven dat zij recht hebben op compensatie voor de extravagante stijging

van de dieselprijzen in de afgelopen jaren sterk ondersteunt, heeft de Groep een deel van de compensatie waarop

zij recht heeft ontvangen in 2011.

Uitgestelde belastingvorderingen

De Groep verantwoord uitgestelde belastingvorderingen voor te verrekenen verliezen op basis van de waarschijn-

lijkheid dat er voldoende toekomstige winst beschikbaar zal zijn om deze verliezen mee te compenseren voordat zij

verlopen. De beoordeling is gebaseerd op het bedrijfsplan van de Groep. Dit plan beslaat de periode tot en met 2017.

54

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.3 Materiële vaste activa

2010

Niet aan de

Bedrijfs- Bedrijfs- bedrijfs- Andere

gebouwen Rollend middelen in uitoefening Bedrijfs-

en -terreinen materieel uitvoering dienstbaar middelen Totaal

Aanschafwaarde

Stand per 1 januari 2010 39,7 550,8 19,1 0,2 142,8 752,6

Investeringen 0,2 18,1 1,1 - 13,2 32,6

Effect van acquisities - - - - - -

Desinvesteringen - - (0,8) - (6,1) (6,9)

Reclassificatie van/(naar) activa

aangehouden voor verkoop (8,0) (68,0) - - (0,7) (76,7)

Reclassificatie 0,1 10,3 (15,6) - 3,0 (2,2)

Overige mutaties - - - - (17,1) (17,1)

Stand per 31 december 2010 32,0 511,2 3,8 0,2 135,1 682,3

Cumulatieve afschrijving en

bijzondere waardeverminderingen

Stand per 1 januari 2010 (12,4) (268,7) - (0,1) (79,4) (360,6)

Afschrijvingen (1,7) (51,0) - - (14,2) (66,9)

In de winst- en verliesrekening

opgenomen bijzondere

waardeverminderingsverliezen

(inclusief terugboeking) - (3,4) - - (0,1) (3,5)

Effect van acquisities - - - - - -

Desinvesteringen - - - - 4,3 4,3

Reclassificatie van/(naar) activa

aangehouden voor verkoop 3,0 56,6 - - 0,6 60,2

Reclassificatie - 1,1 - - 1,1 2,2

Overige mutaties - - - - 17,1 17,1

Stand per 31 december 2010 (11,1) (265,4) - (0,1) (70,6) (347,2)

Boekwaarde

Per 1 januari 2010 27,3 282,1 19,1 0,1 63,4 392,0

Per 31 december 2010 20,9 245,8 3,8 0,1 64,5 335,1

Jaarverslag 2011

55

2011

Niet aan de

Bedrijfs- Bedrijfs- bedrijfs- Andere

gebouwen Rollend middelen in uitoefening Bedrijfs-

en -terreinen materieel uitvoering dienstbaar middelen Totaal

Aanschafwaarde

Stand per 1 januari 2011 32,0 511,2 3,8 0,2 135,1 682,3

Investeringen 0,6 17,1 5,3 - 4,6 27,6

Effect van acquisities - 6,9 0,8 - 0,8 8,5

Desinvesteringen - (38,5) (0,5) (36,9) (0,3) (76,2)

Reclassificatie van/(naar) activa

aangehouden voor verkoop 8,9 - - 79,4 - 88,3

Reclassificatie - 1,8 (4,1) - 2,4 0,1

Stand per 31 december 2011 41,5 498,5 5,3 42,7 142,6 730,6

Cumulatieve afschrijving en

bijzondere waardeverminderingen

Stand per 1 januari 2011 (11,1) (265,4) - (0,1) (70,6) (347,2)

Afschrijvingen (1,6) (46,0) - - (12,9) (60,5)

In de winst- en verliesrekening

opgenomen bijzondere

waardeverminderingsverliezen

(inclusief terugboeking) - (0,7) - - - (0,7)

Effect van acquisities - (3,1) - - (0,8) (3,9)

Desinvesteringen - 26,6 - 28,3 0,3 55,2

Reclassificatie van/(naar) activa

aangehouden voor verkoop (5,5) - - (64,4) - (69,9)

Stand per 31 december 2011 (18,2) (288,6) - (36,2) (84,0) (427,0)

Boekwaarde

Per 1 januari 2011 20,9 245,8 3,8 0,1 64,5 335,1

Per 31 december 2011 23,3 209,9 5,3 6,5 58,6 303,6

56

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

Bijzondere waardeverminderingen

In 2011 heeft de Groep een berekening gemaakt ten aanzien van verlieslatende contracten, waarbij rekening wordt gehouden met

de realiseerbare waarde van voertuigen. Hierbij is gebruik gemaakt van een een disconteringsvoet van 6,5%. In 2011 bedraagt de

afwaardering (inclusief terugboeking) op rollend materieel naar directe opbrengstwaarde EUR 0,7 miljoen (2010: EUR 3,5 miljoen). De

bijzondere waardevermindering op het rollend materieel wordt veroorzaakt, doordat een aantal concessies een structureel negatief

resultaat vertoont en derhalve is het bijbehorende (direct toerekenbare) rollend materieel afgewaardeerd.

Activa gefinancierd door middel van financiële lease

In de post rollend materieel zijn financiële lease contracten begrepen met een boekwaarde van EUR 30,4 miljoen (2010: EUR 37,3

miljoen). De huurverplichtingen van bedrijfsgebouwen die beschouwd worden als financial leaseverplichtingen hebben een boekwaarde

van EUR 8 miljoen (2010: EUR 9 miljoen).

In onderpand gegeven materiële vaste activa

De Groep heeft materiële vaste activa met een boekwaarde van EUR 193,3 miljoen (2010: EUR 245,8 miljoen) als bankgarantie in

onderpand gegeven, hetgeen voornamelijk bestaat uit rollend materieel. Daarnaast bestaat er een verplichting om zekerheid te stellen

op bedrijfsgebouwen en -terreinen op eerste verzoek. Deze zekerheid kon uitgeoefend worden indien de Groep niet aan bepaalde

leningconvenanten voldoet.

6.6.4 Immateriële activa

Goodwill Geactiveerde contractrechten Totaal

2011 2010 2011 2010 2011 2010

Aanschafwaarde

Stand per 1 januari 3,9 3,9 24,5 31,8 28,4 35,7

Effect van acquisities 2,7 - 1,5 - 4,2 -

Desinvesteringen - - (0,9) (7,3) (0,9) (7,3)

Stand per 31 december 6,6 3,9 25,1 24,5 31,7 28,4

Cumulatieve afschrijving

en bijzondere

waarde verminderingen

Stand per 1 januari (0,4) (0,4) (16,8) (20,0) (17,2) (20,4)

Afschrijvingen - - (2,0) (4,1) (2,0) (4,1)

Desinvesteringen - - 0,8 7,3 0,8 7,3

Stand per 31 december (0,4) (0,4) (18,0) (16,8) (18,4) (17,2)

Boekwaarde

Per 1 januari 3,5 3,5 7,7 11,8 11,2 15,3

Per 31 december 6,2 3,5 7,1 7,7 13,3 11,2

Jaarverslag 2011

57

Goodwill

De goodwill ultimo 2011 heeft betrekking op geacquireerde activiteiten die in de divisie Openbaar Vervoer en de divisie Taxi, Tours en

Ambulance zijn opgenomen. Minimaal een keer per jaar wordt beoordeeld of een bijzondere waardevermindering van de goodwill

noodzakelijk is. Op het moment dat de boekwaarde de realiseerbare waarde overstijgt zal er een bijzondere waardevermindering op

de goodwill plaatsvinden. Bij toetsing op bijzondere waardeverminderingen heeft de Groep een groeifactor van 2% en een discon-

tonteringsvoet van 6,5% gebruikt. The Group's 5 operating segments have been defined as cash generating units for the purpose of

impairment testing. With regard to the assessment of value in use, no reasonably possible change in the key assumptions would

cause the carrying value of the unit to materially exceed its recoverable amount. The Group has used infinitive cash flows to calculate

the present value. Impairment testing evidenced sufficient head room over the carrying amount. De 5 divisies zijn aangewezen als

kasstroom genererende eenheden ten behoeve van de toetsing op bijzondere waardeverminderingen. De Groep gebruikt oneindige

kasstromen voor de berekening van de contante waarde van de kasstromen. Uit de berekeningen blijkt dat de contante waarde van

de kasstromen de boekwaarde overstijgt. In 2011 heeft een bijzondere waardevermindering ter grootte van EUR 0 miljoen (2010: EUR

0 miljoen) plaatsgevonden. De acquisities hebben betrekking op Witte Kruis en De Hollandse Vervoert. Zie paragraaf 6.6.21.

Geactiveerde contractrechten

Geactiveerde contractrechten betreffen met name vervoerscontracten binnen GVU NV, Ambulance Services en Taxi Services. Bij

toetsing op bijzondere waardeverminderingen heeft Connexxion een groeifactor van 2% en een disconteringsvoet van 6,5% gebruikt.

Uit de berekeningen blijkt dat de contante waarde van de kasstromen de boekwaarde overstijgt. Onder de geactiveeerde contractrechten

zijn contractrechten met een oneindige levensduur begrepen van EUR 3,7 miljoen (2010: EUR 3,4 miljoen). Op deze bedragen wordt

niet afgeschreven omdat het onderliggend contract oneindig is. De acquisities hebben betrekking op Witte Kruis en De Hollandse

Vervoert. Zie paragraaf 6.6.21.

6.6.5 Financiële activa en passiva

De uitsplitsing van de boekwaardes van de categoriën zoals gedefinieerd in IAS 39 is:

2011 2010

Afgeleide financiële instrumenten

Tot einde looptijd aangehouden beleggingen:

Diesel hedge derivaten 5,4 3,4

Interest hedge derivaten (0,1) (1,1)

Leningen en vorderingen

Handels- en overige vorderingen 140,4 119,9

Geldmiddelen en kasequivalenten 44,0 18,5

Handelsschulden en overige verplichtingen (166,2) (166,6)

Financiële lease verplichtingen (40,5) (44,5)

Leningen bij financiële instellingen (3,3) (19,9)

Beschikbaar voor verkoop

Voor verkoop beschikbare financiële activa 4,7 6,3

58

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.6 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures

De post investeringen verwerkt volgens de 'equity' methode betreft geassocieerde deelnemingen en joint ventures.

Geassocieerde

deelnemingen Joint ventures Totaal

2011 2010 2011 2010 2011 2010

Stand per 1 januari 1,4 1,4 (0,2) (0,1) 1,2 1,3

Resultaat over verslagperiode 0,2 0,2 - (0,1) 0,2 0,1

Ontvangen dividend (0,2) (0,2) - - (0,2) (0,2)

Stand per 31 december 1,4 1,4 (0,2) (0,2) 1,2 1,2

De classificatie van de waarderingsmethodiek is als volgt:

Reële waarde methodiek Reële waarde methodiek

Genoteerde prijs (level 1) Voor verkoop beschikbare financiële activa

Afgeleide waarde (level 2) Diesel swaps

Interest rate swaps

Niet ontleend aan een marktnotering (level 3) Niet van toepassing

Jaarverslag 2011

59

Belangen in geassocieerde deelnemingen

Het totaalbedrag van activa, verplichtingen, opbrengsten en winst of verlies van de geassocieerde deelnemingen zijn per 31 december

als volgt (op basis van 100%):

Niet in de

balans

opgenomen

Aandeel Verplich- Eigen Op- Winst / verplich-

Connexxion Activa tingen vermogen brengsten verlies (-) tingen

2011

REISinformatiegroep BV 32,8% 6,0 1,5 4,5 8,2 (0,3) 1,2

Bedrijfsvervoer Limburg BV 25,0% - - - - - -

Advanced Netherlands Transport BV 20,0% 0,1 0,1 - - - -

2010

REISinformatiegroep BV 32,8% 5,8 1,4 4,8 9,4 1,2 -

Bedrijfsvervoer Limburg BV 25,0% - - - - - -

Advanced Netherlands Transport BV 20,0% 0,1 0,1 - - - -

Belangen in joint ventures

Het totaalbedrag van activa, verplichtingen, opbrengsten en winst of verlies van de joint ventures zijn per 31 december als volgt

(op basis van 100%):

Niet in de

balans

opgenomen

Aandeel Verplich- Eigen Op- Winst / verplich-

Connexxion Activa tingen vermogen brengsten verlies (-) tingen

2011

Schiphol Travel Taxi BV 50,0% 0,6 0,7 (0,1) 5,0 - -

CTS Noord BV 51,0% 0,7 0,9 (0,2) 0,6 0,1 -

2010

Schiphol Travel Taxi BV 50,0% 0,6 0,7 (0,1) 4,8 - -

CTS Noord BV 51,0% 0,3 0,5 (0,2) 0,6 (0,1) -

60

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.7 Overige beleggingen, inclusief derivaten

Toelichting 2011 2010

Afgeleide financiële instrumenten 6.6.16 3,6 2,8

Obligaties - 6,3

Leningen 8,7 15,2

Totaal overige beleggingen, inclusief derivaten 12,3 24,3

Onder de afgeleide financiële instrumenten zijn de dieselswaps verantwoord (zie paragraaf 6.6.16).

De leningen hebben betrekking op acquistie van ambulance ondernemingen in 2008.

Aflossingen op langlopende vorderingen in het komende jaar

Financiële leasevorderingen - 0,1

Overig 0,3 0,3

Totaal aflossingen op langlopende vorderingen in

het komende jaar 6.6.10 0,3 0,4

De aflossingen op overige langlopende vorderingen in het komende jaar zijn gerangschikt onder de kortlopende vorderingen.

Jaarverslag 2011

61

Mutaties in de overige langlopende vorderingen

De mutaties in de overige langlopende vorderingen zijn als volgt:

2011 2010

Stand per 1 januari 15,6 14,0

Verstrekte vorderingen 1,4 -

Aflossingen (6,5) (1,6)

Bijzondere waardeverminderingen - -

Effect van amortisatie 0,2 3,2

Reclassificatie (1,7) -

Stand per 31 december 9,0 15,6

Specificatie van de overige langlopende vorderingen naar looptijd en rentepercentage

2011

Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar > 5 jaar Totaal

Tot 4% 0,3 7,0 0,8 8,1

Van 4% tot 6% - 0,9 - 0,9

Totaal 0,3 7,9 0,8 9,0

2010

Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar > 5 jaar Totaal

Tot 4% 0,3 9,5 - 9,8

Van 4% tot 6% 0,1 5,7 - 5,8

Totaal 0,4 15,2 - 15,6

62

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.8 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen

De verantwoorde uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen zijn aan de navolgende posten toe te rekenen:

2011 2010

Uitgestelde Uitgestelde Uitgestelde Uitgestelde

belasting- belasting- belasting- belasting-

vorderingen verplichtingen vorderingen verplichtingen

Materiële vaste activa 3,9 2,9 1,9 3,4

Voorzieningen 7,4 - 7,0 -

Compensabele verliezen 18,4 - 16,1 -

Voorziening compensabel verlies (3,2) - - -

Afgeleide financiële instrumenten 0,1 1,5 0,4 0,9

Vaste uitkeringsregeling pensioenen 3,1 3,1 - -

Overig - 0,6 - 0,8

Totaal uitgestelde belastingen 29,7 8,1 25,4 5,1

De per saldo uitgestelde belastingvordering heeft een verwachte looptijd van circa 4 jaar. Voor nadere toelichting wordt verwezen

naar paragraaf 6.6.2, Gebruik van schattingen en beoordelingen.

Jaarverslag 2011

63

Overzicht van de mutaties in tijdelijke belastingverschillen

Gedurende het jaar hebben de volgende mutaties in de tijdelijke belastingverschillen plaatsgevonden:

Stand per Opgenomen Stand per

1 januari Opgenomen in het eigen 31 december

2011 in resultaat vermogen 2011

Materiële vaste activa (1,5) 2,5 - 1,0

Voorzieningen 7,0 0,4 - 7,4

Compensabele verliezen 16,1 2,3 - 18,4

Voorziening compensabel verlies - (3,2) - (3,2)

Afgeleide financiële instrumenten (0,5) (0,2) (0,7) (1,4)

Vaste uitkeringsregeling pensioenen - (3,1) 3,1 -

Overig (0,8) 0,2 - (0,6)

Totaal uitgestelde belastingen 20,3 (1,1) 2,4 21,6

Stand per Opgenomen Stand per

1 januari Opgenomen in het eigen 31 december

2010 in resultaat vermogen 2010

Materiële vaste activa (1,9) 0,4 - (1,5)

Voorzieningen 10,2 (3,2) - 7,0

Compensabele verliezen 14,7 1,4 - 16,1

Afgeleide financiële instrumenten 1,0 0,2 (1,7) (0,5)

Overig (2,0) (0,2) 1,4 (0,8)

Totaal uitgestelde belastingen 22,0 (1,4) (0,3) 20,3

6.6.9 Voorraden

2011 2010

Onderdelen 5,1 5,4

Overige voorraden 2,6 2,0

Totaal voorraden 7,7 7,4

De voorziening voor incourante voorraden bedraagt ultimo 2011 EUR 0,4 miljoen (2010: EUR 2 miljoen).

64

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.10 Handels- en overige vorderingen

Toelichting 2011 2010

Handelsvorderingen 42,4 49,9

Nog te ontvangen gelden openbaar vervoer 34,3 22,1

Aflossingen op langlopende vorderingen

in het komende jaar 6.6.7 0,3 0,4

Financiele vaste activa beschikbaar voor verkoop 4,7 -

Afgeleide financiële instrumenten 2,3 2,6

Overlopende activa 60,1 40,6

Overige vorderingen 3,3 4,3

Totaal handels- en overige vorderingen 147,4 119,9

De financiele vaste activa beschikbaar voor verkoop hebben betrekking op obligaties die in 2012 aflopen. In 2010 waren deze onder

Overige beleggingen, inclusief derivaten, verantwoord.

Debiteuren

2011 2010

Bruto bedrag 45,1 53,1

Voorziening (2,7) (3,2)

Stand per 31 december 42,4 49,9

Ouderdom handelsdebiteuren

De ouderdom van de handelsdebiteuren kan als volgt gespecificeerd worden:

2011 2010

Binnen vervaldatum 29,8 43,8

0 - 30 dagen na vervaldatum 5,8 1,1

31 - 60 dagen na vervaldatum 1,5 1,4

61 - 90 dagen na vervaldatum 0,6 1,0

Meer dan 90 dagen na vervaldatum 7,4 5,8

Totaal 45,1 53,1

De handelsvorderingen zijn verpand als zekerheid voor rentedragende verplichtingen.

Jaarverslag 2011

65

6.6.11 Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop

2011 2010

Materiële vaste activa - 18,5

Totaal activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop - 18,5

De materiële vaste activa, geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, bestaan voornamelijk uit rollend materieel en panden.

Aangezien de Groep geen verbintenis is aangegaan om de activa te verkopen per 31 december 2012, wordt dit bedrag nu verantwoord

onder de materiële vaste activa.

Het verloop in de activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop is als volgt:

2011 2010

Stand per 1 januari 18,5 17,9

Reclassificatie van materiële vaste activa (18,5) 16,5

Desinvesteringen - (15,9)

Stand per 31 december - 18,5

Het verloop van de voorziening debiteuren is als volgt:

2011 2010

Stand per 1 januari (3,2) (3,6)

Dotatie (0,5) (0,5)

Gebruik 1,0 0,9

Stand per 31 december (2,7) (3,2)

66

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.12 Blootstelling aan kredietrisico

De boekwaarde van financiële activa laat de maximale blootstelling aan kredietrisico zien. De maximale blootstelling aan kredietrisico

van de financiële activa op de verslagdatum bedraagt:

2011 2010

Handelsvorderingen 45,1 53,1

Leningen en overige vorderingen 105,1 82,2

Voor verkoop beschikbare financiële activa 4,7 6,3

Geldmiddelen en kasequivalenten 44,0 18,5

Voor cash flow hedging gebruikte derivaten 5,9 11,7

204,8 171,8

6.6.13 Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders

Maatschappelijk kapitaal

Het maatschappelijk kapitaal van Connexxion Holding NV bedraagt EUR 350,0 miljoen verdeeld in 350.000 gewone aandelen met

een nominale waarde van EUR 1.000 per aandeel. Het maatschappelijk kapitaal is zowel in nominale waarde als in aantal gedurende

het boekjaar (en het voorafgaande boekjaar) niet gewijzigd.

Geplaatst kapitaal

Het geplaatst kapitaal bedraagt EUR 79,5 miljoen verdeeld in 79553 gewone aandelen met een nominale waarde van EUR 1.000 per

aandeel. Het geplaatst kapitaal is volledig volgestort. Het geplaatst kapitaal is zowel in waarde als in aantal gedurende het boekjaar

(en het voorafgaande boekjaar) niet gewijzigd.

Wettelijke en overige niet uitkeerbare reserves

De wettelijke en overige niet uitkeerbare reserves hebben betrekking op niet uitgekeerde winsten van geassocieerde deelnemingen

en joint ventures en het gebonden vermogen van de Ambulancedienst conform de richtlijnen College Tarieven Gezondheidszorg. Het

gebonden vermogen van de Ambulancedienst bedraagt ultimo 2011 EUR 12,6 miljoen (2010: EUR 6,2 miljoen).

Overige reserves

De overige reserves van EUR 5 miljoen negatief per 31 december 2011 (2010: EUR 2,2 miljoen) bestaan uit ongerealiseerde resultaten

van cash flow hedges van EUR 4,2 miljoen (2010: EUR 2,2 miljoen) en de reserve voor actuariële winsten en verliezen uit vaste bijdrage

regelingen van EUR 9,2 miljoen (2010: EUR 0 miljoen). De ongerealiseerde resultaten van cash flow hedges is een wettelijke reserve.

Ingehouden winsten

De Raad van Bestuur stelt voor het resultaat over de verslagperiode toe te rekenen aan de aandeelhouders van de vennootschap, ter

grootte van EUR 14,1 miljoen, volledig ten gunste te brengen aan de overige reserves. Het verloop van de post ingehouden winsten is

opgenomen in het geconsolideerd overzicht van de mutaties in het eigen vermogen. De overige mutaties in 2010 hebben betrekking

op vroegpensioenverplichtingen onder aftrek van het effect van belastingen over de periode vanaf 1996 die voorheen niet opgenomen

waren

Minderheidsbelang

Gedurende het jaar verkreeg de Groep alle aandelen van Waterbus BV.

Jaarverslag 2011

67

De Groep heeft in 2009 een financieringsfaciliteit afgesloten welke de vorige financieringsfaciliteit, afgesloten op 19 september

2006, vervangt. Activa van de Groep zijn als onderpand verstrekt ter garantstelling voor de financieringsfaciliteit. Leningen onder de

financieringsfaciliteit dragen een variabele interest welke is gerelateerd is aan EURIBOR. De rentemarge varieert met de leverage ratio

(staffel) en bedraagt bij aanvang 3.50%. De financieringsfaciliteit bevat bepaalde restricties voor de Groep, waaronder de mogelijkheid

om aanvullende schulden aan te gaan. De Groep is ook verplicht om de opbrengsten uit verkoop van activa deels te gebruiken ter

aflossing van de schuld. De Groep moet onder de financieringsfaciliteit voldoen aan bepaalde financiële ratio’s. Per 31 december 2011

heeft de Groep met voldoende ruimte voldaan aan deze convenanten.

6.6.14 Leningen en overige financieringsverplichtingen

2011 2010

Langlopende leningen en overige financieringsverplichtingen

Financiële leaseverplichtingen 29,2 29,2

Leningen bij financiële instellingen 3,3 19,9

Totaal langlopende leningen en financieringsverplichtingen 32,5 49,1

Aflossingen op leningen en overige financieringsverplichtingen

Financiële leaseverplichtingen 11,3 15,3

Overig - 0,9

Totaal aflossingen op leningen en overige

financieringsverplichtingen in het komende jaar 11,3 16,2

Totaal leningen en overige financieringsverplichtingen 43,8 65,3

De aflossingen op leningen en overige financieringsverplichtingen worden verantwoord als kortlopende verplichtingen.

De mutatie kan als volgt gespecificeerd worden:

2011 2010

Stand per 1 januari 65,3 78,5

Verstrekte leningen 57,5 161,3

Effect van acquisities 0,4 -

Aflossingen (81,7) (176,1)

Financieringskosten 2,3 1,6

Stand per 31 december 43,8 65,3

68

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

2011

Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar > 5 jaar Totaal

Tot 4% 1,1 4,4 4,9 10,4

Van 4% tot 6% 10,2 18,6 4,6 33,4

Totaal 11,3 23,0 9,5 43,8

2010

Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar > 5 jaar Totaal

Tot 4% - 17,0 2,9 19,9

Van 4% tot 6% 16,2 26,1 3,1 45,4

Totaal 16,2 43,1 6,0 65,3

Verstrekte zekerheden ten aanzien van leningen en overige financieringsverplichtingen

De Groep heeft rollend materieel met een boekwaarde van EUR 193,3 miljoen (2010: EUR 245,8 miljoen) als zekerheid verstrekt

ten aanzien van de rentedragende verplichtingen (zie paragraaf 6.6.3). Daarnaast is er een verplichting om zekerheid te stellen op

bedrijfsgebouwen en -terreinen op eerste verzoek. Deze zekerheid kan gebruikt worden wanneer de Groep niet aan bepaalde lening-

convenanten voldoet. Daarnaast zijn de handelsvorderingen verpand als zekerheid voor rentedragende verplichtingen.

Specificatie van leningen en overige financieringsverplichtingen naar looptijd en rentepercentage

Jaarverslag 2011

69

Financiële leaseverplichtingen

De Groep is financiële leaseverplichtingen aangegaan ten behoeve van het rollend materieel. De nominale en contante waarde van de

leasebetalingen van de financiële leaseverplichting kunnen als volgt worden gespecificeerd:

2011 2010

Contante Contante

Nominale waarde Nominale waarde

lease lease lease lease

betalingen betalingen betalingen betalingen

< 1 jaar 12,6 11,3 16,6 15,3

1 - 5 jaar 25,2 22,5 26,3 26,1

> 5 jaar 7,7 6,7 6,1 3,1

Totaal nominale leasebetalingen 45,5 49,0

Effect van discontering 5,0 4,5

Totaal contante waarde leasebetalingen 40,5 40,5 44,5 44,5

Ten aanzien van de financiële leaseverplichtingen zijn de volgende voorwaarden gesteld: De Groep is verplicht het object in goede

staat te onderhouden en te verzekeren en het gebruik van het object is alleen toegestaan door de Groep. Het eigendom van het object

gaat pas over naar de Groep na betaling van de laatste termijn en de overdrachtsprijs. De leaseovereenkomst wordt alleen ontbonden

door het teniet gaan van het object of door faillissement van de Groep. De Groep heeft geen voorwaardelijke leasebetalingen als last

opgenomen in de winst- en verliesrekening. Er zijn geen beperkingen in de leaseovereenkomst opgelegd.

De boekwaarde van het rollend materieel welke gefinancierd is door middel van financiële lease bedraagt per 31 december 2011 EUR

30,4 miljoen (2010: EUR 37,3 miljoen). De boekwaarde van gebouwen en terreinen welke gefinancierd is door middel van financiële

lease bedraagt per 31 december 2011 EUR 8 miljoen (2010: EUR 9 miljoen).

70

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.15 Voorzieningen

Het verloop van de voorzieningen is als volgt:

Reclassificatie

voor verkoop

aange-

Boekwaarde Effect van houden Overige Boekwaarde

01-01-2010 Dotaties Acquisities Vrijvallen amortisatie passiva passiva 31-12-2010

Langetermijnpersoneelsbeloningen 23,8 6,4 (8,1) (2,2) 3,6 - (1,7) 21,8

Lopende schades 13,8 9,6 (15,5) - 0,4 - - 8,3

Verlieslatende contracten 9,6 1,6 (5,4) (3,3) - - - 2,5

Reorganisatie 7,8 2,1 (4,9) (1,4) (0,2) - - 3,4

Milieu 1,8 - (0,1) (0,6) 0,7 (0,1) - 1,7

Geschillen en vorderingen - 2,3 - - - - - 2,3

Overig 1,3 0,1 (0,1) (0,5) (0,1) - 0,8 1,5

Totaal voorzieningen 58,1 22,1 (34,1) (8,0) 4,4 (0,1) (0,9) 41,5

Reclassificatie

voor verkoop

aange-

Boekwaarde Effect van houden Overige Boekwaarde

01-01-2011 Dotaties Acquisities Vrijvallen amortisatie passiva passiva 31-12-2011

Langetermijnpersoneelsbeloningen 21,8 2,1 (4,7) (2,2) 0,3 - (2,1) 15,2

Lopende schades 8,3 8,1 (6,9) (0,2) 0,9 - - 10,2

Verlieslatende contracten 2,5 - (1,2) (0,3) - - - 1,0

Reorganisatie 3,4 3,7 (1,9) (0,2) (0,1) - - 4,9

Milieu 1,7 - - (0,3) 0,2 0,7 - 2,3

Geschillen en vorderingen 2,3 0,7 (0,2) (0,9) 0,3 - - 2,2

Overig 1,5 1,1 (0,2) - - - - 2,4

Totaal voorzieningen 41,5 15,7 (15,1) (4,1) 1,6 0,7 (2,1) 38,2

Jaarverslag 2011

71

Voor een algemene beschrijving van bovenstaande voorzieningen wordt verwezen naar de grondslagen (zie paragraaf 6.6.2).

Langetermijnpersoneelsbeloningen

De voorziening langetermijnpersoneelsbeloningen is bestemd voor uitkeringen in het kader van langdurig zieke werknemers,

toekomstige jubileumuitkeringen, voor eindedienstuitkeringen en voorzieningen voor functioneel leeftijdsontslag. Voor de berekening

van de toekomstige jubileumuitkering,einde dienstuitkering en voor functioneel ontslag , gaat de Groep uit van een gemiddelde trend

van 2,5%. De levensverwachting zijn gebaseerd op de AG prognosetafel 2010-2060 met ervaringssterfte TW 2010 zonder een correctie

in de gemiddelde levensverwachting. Als disconteringsrente wordt er gebruikt gemaakt van obligaties met een AA rating.

Lopende schades

De voorziening vertegenwoordigt de maximale eigen risico inzake letselschade, vermindert met de reeds verrichte betalingen.

Verlieslatende contracten

De voorziening voor verlieslatende contracten heeft betrekking op openbaarvervoercontracten die naar inschatting van het

management gedurende de resterende looptijd van de betreffende concessie (het contract) verlieslatend zijn voor Connexxion. De

kosten die kunnen worden vermeden door toekomstig handelen worden niet in de inschatting betrokken en tevens worden alleen

kosten die direct kunnen worden toegerekend meegenomen in de bepaling van de kosten. Bij deze inschatting vergelijkt Connexxion

de kosten van het contract met de verwachte economische voordelen daarvan. Als disconteringsvoet wordt een percentage gebruikt

waarin het risico is weerspiegeld van de onderliggende verplichting.

Reorganisatie

Reorganisatievoorzieningen zijn voorzieningen voor toekomstige betalingen aan personeel. Het saldo per 31 december 2011 heeft

hoofdzakelijk betrekking op reorganisaties en kostenbesparingsprogramma's uit 2011.

Specificatie van voorzieningen naar looptijd

2011 2010

Looptijd < 1 jaar > 1 jaar < 1 jaar > 1 jaar

Langetermijnpersoneelsbeloningen 6,0 9,2 5,5 16,3

Lopende schades 2,1 8,1 6,2 2,1

Verlieslatende contracten 0,6 0,4 1,4 1,1

Reorganisatie 3,7 1,2 1,5 1,9

Milieu 0,6 1,7 0,1 1,6

Geschillen en claims 2,2 - - 2,3

Overig 0,4 2,0 0,4 1,1

Totaal voorzieningen 15,6 22,6 15,1 26,4

72

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.16 Afgeleide financiele instrumenten

De post derivaten betreft afgeleide financiële instrumenten ter afdekking van het dieselprijsrisico en het risico van een wijziging in de

rentetarieven. Aan het afdekken van toekomstige aankopen van diesel middels cash flow hedges ligt een dieselbeleid ten grondslag.

Ter voorkoming van speculatie mag maximaal de totale behoefte van de gewonnen concessie voor de gehele looptijd van de concessie

worden ingedekt. Derivate transacties worden uitsluitend afgesloten met financiële instellingen die een kredietwaardigheid hebben

gelijk of hoger dan een A-rating.

De boekwaarde van de derivaten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

2011 2010

Overige beleggingen, inclusief derivaten 3,6 2,8

Handels- en overige vorderingen 2,3 2,6

Derivaten (0,4) (2,2)

Handelsschulden en overige verplichtingen, inclusief derivaten (0,2) (0,9)

Totaal 5,3 2,3

Gedurende 2011 voldeden de rente swaps niet aan de criteria voor de kasstroomafdekking. Als gevolg hiervan werden deze wijzigingen

in de reële waarde als financiële baten geboekt.

De navolgende tabel laat de perioden zien waarin de kasstromen met betrekking tot derivaten die als kasstroomafdekkingen fungeren

naar verwachting zullen plaatsvinden en de winst of het verlies zullen beïnvloeden:

Per 31 december 2011 2012 2013

Aantal gehedgede liters diesel (x1 miljoen) 29,2 7,2

2012 2013 Totaal

Verwachte kasstromen dieselswap (1,0) (0,2) (1,2)

Totaal (1,0) (0,2) (1,2)

Jaarverslag 2011

73

De navolgende tabel laat de perioden zien waarin de kasstromen met betrekking tot derivaten die als kasstroomafdekkingen fungeren

naar verwachting zullen plaatsvinden en de winst of het verlies zullen beïnvloeden vanaf 31 december 2010:

Per 31 december 2010 2011 2012 2013

Aantal gehedgede liters diesel (x1 miljoen) 32,7 29,2 7,3

Lening afgedekt door een renteswap (x EUR 1 miljoen) 80,0 - -

2011 2012 2013 Totaal

Verwachte kasstromen dieselswap (0,9) (0,7) (0,5) (2,1)

Verwachte kasstromen renteswap (1,0) (0,1) - (1,1)

Totaal (1,9) (0,8) (0,5) (3,2)

6.6.17 Handelsschulden en overige verplichtingen, inclusief derivaten

Toelichting 2011 2010

Handelsschulden 60,5 50,8

Afgeleide financiële instrumenten 6.6.16 0,2 0,9

Personeelskosten 38,4 42,0

Overlopende passiva 38,6 25,5

Overige verplichtingen 28,7 32,7

Totaal handelsschulden en overige verplichtingen,

inclusief derivaten 166,4 151,9

74

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.18 Vooruitontvangen baten

2011 2010

OV-fondsen 105,3 107,0

Overige vooruitontvangen bedragen 19,0 16,9

Totaal vooruitontvangen baten 124,3 123,9

6.6.19 Verplichtingen geclassificeerd als aangehouden voor verkoop

De verplichtingen geclassificeerd als aangehouden voor verkoop van EUR 0,7 miljoen per 31 december 2010 hebben betrekking op het

kortlopende deel van de milieuvoorziening voor de panden die geclassificeerd zijn als voor verkoop aangehouden activa. Aangezien

de panden worden gepresenteerd als materiële vaste activa, is deze verplichting in 2011 verantwoord als milieuvoorziening. In 2011

heeft er een vrijval van de milieuvoorziening, welke was geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, plaats gevonden voor EUR 0

miljoen ( 2010: EUR 1,1 miljoen) als gevolg van de verkoop van de betreffende panden.

6.6.20 Pensioenregelingen

De onderneming is de belangrijkste contributant aan het bedrijfstakpensioenfonds voor het openbaar vervoer (SPOV). Een groot

aantal werknemers, voormalige werknemers en gepensioneerden hebben pensioenaanspraken en pensioenrechten op basis van deze

pensioenregeling. De SPOV pensioenregeling is een middelloon regeling met discretionaire indexatie. Voorheen was niet voldoende

informatie beschikbaar om voor deze pensioenregeling onder IAS19 personeelsbeloningen toe te passen.

Per balansdatum kon de onderneming niet rekenen op baten uit de pensioenregeling, zoals terugstortingen of premieverlagingen.

Als gevolg daarvan is het niet mogelijk om een surplus in de balans van de onderneming op te nemen.

De netto pensioenkosten die in de winst en verliesrekening zijn opgenomen, zoals vermeld verdeeld over operationele and financierings-

kosten, waren in het boekjaar als volgt:

Netto pensioenkosten 2011

Pensioenaangroei 42,8

Rentetoevoeging aan de pensioenverplichtingen 60,4

Verwacht rendement op de pensioenbeleggingen (72,6)

Netto pensioenkosten 30,6

Jaarverslag 2011

75

Het verloop van de pensioenverplichtingen en de pensioenbeleggingen in het boekjaar waren als volgt:

Pensioenverplichtingen 2011

Pensioenverplichtingen per 1 januari 1.342,8

Pensioenaangroei 42,8

Rentetoevoeging aan de pensioenverplichtingen 60,4

Werknemersbijdragen 11,8

Actuariële (winsten)/verliezen (29,4)

Pensioenuitkeringen (61,6)

Pensioenverplichtingen per 31 december 1.366,8

De reële waardeverandering van de pensioenbeleggingen zijn als volgt:

Pensioenbeleggingen 2011

Pensioenbeleggingen per 1 januari 1.516,5

Verwacht rendement op de pensioenbeleggingen 72,6

Actuariële winst/(verlies) op pensioenbeleggingen 31,1

Werkgevers bijdragen 42,8

Werknemersbijdragen 11,8

Pensioenuitkeringen (61,6)

Pensioenbeleggingen per 31 december 1.613,2

In de geconsolideerde balans zijn de volgende bedragen opgenomen: 2011

Pensioenverplichtingen voor kapitaalgedekte pensioenregelingen 1.366,8

Pensioenbeleggingen 1.613,2

Tekort (surplus) voor kapitaalgedekte pensioenregelingen (246,4)

Effect van limitering van op de balans op te nemen surplus 246,4

Netto pensioenverplichting (activa) per 31 december -

76

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

De verwachte pensioenpremies die de onderneming verwacht af te dragen zijn gelijk aan het niveau van de in 2011 afgedragen

pensioenpremies.

De veronderstellingen die gebruikt worden voor het vaststellen van de pensioenverplichtingen en de netto pensioenkosten vereisen

een inschatting van een aantal macro-economische grootheden. De daadwerkelijke realisatie kan afwijken van de gemaakte veronder-

stellingen. De gebruikte veronderstellingen waren als volgt:

Actuariële veronderstellingen 2011

Discontovoet 4,7%

Verwacht rendement op beleggingen 4,8%

Toekomstige salarisaanpassingen 0,0%

Toekomstige indexaties 1,0%

Voor wat betreft de veronderstelde overlevingskansen is de “AG Prognosetafel 2010-2060” gebruikt zonder verdere aanpassingen

daarop. De discontovoet is gebaseerd op hoogwaardige bedrijfsleningen (met AA rating) in dezelfde valuta als waarin de pensioen-

verplichtingen zijn aangegaan en met dezelfde rentegevoeligheid als de pensioenverplichtingen.

Onderstaande tabel toont het effect op de pensioenverplichtingen van een 0,5% punt hogere en lagere discontovoet ultimo 2011

Positieve bedragen geven een toename weer van de pensioenverplichting en negatieve bedrage een afname:

Hogere discontovoet Lagere discontovoet

Pensioenverplichtingen voor kapitaalgedekte pensioenregelingen (1.272,5) (1.468,5)

Pensioenbeleggingen 1.613,2 1.613,2

Tekort (surplus) voor kapitaalgedekte pensioenregelingen 340,7 144,7

Effect van limitering van op de balans op te nemen surplus (340,7) (144,7)

Netto pensioenverplichting (activa) - -

Jaarverslag 2011

77

6.6.21 Acquisitie van dochtermaatschappijen

Gedurende 2011 verkreeg de Groep 3 bedrijven welke binnen de werkingsfeer van IFRS 3 vallen. In May 2010 heeft de IASB een

aantal verbeteringen in deze standaard aangebracht zoals opgenomen in paragraaf 6.6.2 ‘Belangrijkste rapportagegrondslagen’.Deze

wijzigingen hebben geen invloed van betekenis op de financiële positie.

Op 30 juni 2011 verkreeg de Groep alle aandelen in Witte Kruis Holding BV en haar 100% dochtermaatschappijen Witte Kruis Zorg BV,

Witte Kruis Ambulancezorg BV, Witte Kruis International BV and Garage Assendelft BV. Witte Kruis is gepecialiseerd in zorgtransport.

De Groep heeft Witte Kruis verkregen ten einde haar bang in ziekenvervoer te vergroten. Het totaal bedrag aan betaalde goodwill

bedroeg EUR 2,7 miljoen (2010: EUR 0 miljoen) en heeft hoofdzakelijk betrekking op de verwachte verbetering in martkpositie.

Op 15 februari 2011 verkreeg de Groep de activiteiten van De Hollandse Vervoert BV, een bedrijf in personenvervoer uit Purmerend.

De activiteiten van De Hollandsche Vervoert zijn opengegaan in de divisie Taxi Services.

Op 25 januari 2011 verkreeg de Groep alle aandelen in Taxi Blaakman BV, een personenvervoerder uit Vlissingen. De Groep verkreeg

Taxi Blaakman om de omzet in in the Taxi Services segment te vergroten. In 2010 waren er geen bedrijven geacquireerd

De Groep betaalde EUR 5,9 miljoen in contanten voor deze acquisities, onder aftrek van verkregen geldmiddelen van EUR 4.0 miljoen.

De Groep verantwoorde EUR 0,9 miljoen badwill (2010: EUR 0 miljoen).

Het effect van bovenstaande acquisitie op de activa en passiva van de Groep per overnamedatum is als volgt:

2011 2010

Vaste activa 8,8 -

Vlottende activa 6,2 -

Totaal activa 15,0 -

Eigen vermogen 10,8 -

Langlopende verplichtingen 0,2 -

Kortlopende verplichtingen 4,0 -

Totaal verplichtingen 4,2 -

Totaal eigen vermogen en verplichtingen 15,0 -

De overname droeg in totaal EUR 17,4 miljoen aan opbrengsten bij en EUR 1,4 miljoen aan nettowinst over het boekjaar..

78

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.22 Niet in de balans opgenomen verplichtingen

Investeringsverplichtingen

De Groep is voor een bedrag van EUR 62,1 miljoen (2010: EUR 5,4 miljoen) verplichtingen aangegaan voor de aankoop van activa. De

investeringsverplichtingen hebben allen betrekking op 2012.

Operationele leaseverplichtingen, huurverplichtingen en erfpacht

De Groep heeft operationele lease-overeenkomsten voor rollend materieel, panden en erfpacht. Het totaal van de nominale

leasebetalingen onder niet-opzegbare operationele leases, toekomstige huurtermijnen van de met derden aangegane huurverplich-

tingen met betrekking tot onroerende zaken en de erfpachtverplichtingen met betrekking tot terreinen bedragen EUR 139,2 miljoen

(2010: EUR 143,9 miljoen) en kan als volgt worden gespecificeerd:

2011 2010

< 1 jaar 36,5 37,1

1 - 5 jaar 91,5 86,4

> 5 jaar 11,2 20,4

Totaal operationele leaseverplichtingen,

huurverplichtingen en erfpacht 139,2 143,9

In 2011 is EUR 39,9 miljoen (2010: EUR 38,0 miljoen) aan operationele leasekosten ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening.

Garanties en borgstellingen

Per 31 december 2011 is door de Groep een bedrag van EUR 29,3 miljoen (2010: EUR 16,3 miljoen) aan garanties en borgstellingen

verstrekt. Het bedrag kan als volgt worden gespecificeerd:

2011 2010

< 1 jaar 12,5 4,3

1 - 5 jaar 16,0 11,2

> 5 jaar 0,8 0,8

Totaal garanties en borgstellingen 29,3 16,3

Jaarverslag 2011

79

6.6.23 Opbrengsten

2011 2010

Openbaarvervoeropbrengsten 724,8 731,0

Taxi-, tour- en ambulancevervoeropbrengsten 342,9 343,6

Overige opbrengsten 28,0 30,1

Totaal opbrengsten 1.095,7 1.104,7

Openbaarvervoeropbrengsten bestaan met name uit reizigersopbrengsten, opbrengsten inzake de OV Studentenkaart en overheids-

bijdragen.

6.6.24 Inkoopwaarde van de omzet

2011 2010

Kosten van uitbesteed werk (153,3) (167,8)

Kosten van reserve onderdelen (9,3) (7,5)

Totaal inkoopwaarde van de omzet (162,6) (175,3)

80

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.26 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen

2011 2010

Afschrijvingen materiële vaste activa (60,5) (66,9)

Amortisatie immateriële activa (2,0) (4,1)

Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa (0,7) (3,5)

Totaal afschrijvingen, amortisatie en

bijzondere waardeverminderingen (63,2) (74,5)

6.6.25 Personeelskosten

2011 2010

Lonen en salarissen (413,4) (418,5)

Sociale lasten (47,5) (55,6)

Pensioenlasten (58,1) (60,0)

Ingehuurd personeel (51,9) (36,7)

Overige personeelskosten (26,5) (26,7)

Totaal personeelskosten (597,4) (597,5)

Het aantal werknemers van de Groep uitgedrukt in voltijd equivalenten (fte) ultimo het verslagjaar bedroeg 10.545 FTE’s (2010

11.370 FTE’s).

In 2011 is EUR 15.3 miljoen (2010: EUR 60 miljoen) aan pensioenpremies voor vaste bijdrage regelingen in het resultaat verantwoord.

In 2010 werden alle pensioenregelingern verantwoord als vaste bijdrage regelingen.

Jaarverslag 2011

81

6.6.28 Resultaat van geassocieerde deelnemingen

2011 2010

REISinformatiegroep BV 0,1 0,2

CTS Noord BV 0,1 -

Other (0,2) -

Resultaat geassocieerde deelnemingen - 0,2

6.6.27 Netto financieringsbaten

Financieringsbaten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

2011 2010

Rentebaten 0,8 0,8

Terugneming bijzondere waardeverminderingen obligaties 0,9 1,6

Oprenting voorzieningen 0,2 0,1

Actuariële winsten en verliezen 12,3 -

Netto financieringsbaten 14,2 2,5

Financieringslasten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

2011 2010

Financieringslasten (6,8) (10,5)

Oprenting voorzieningen (1,6) (1,5)

Netto financieringslasten (8,4) (12,0)

82

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

6.6.29 Winstbelastingen

In percentage In miljoenen euro's

Aansluiting effectief belastingtarief 2011 2010 2011 2010

Winst vóór belasting 15,2 7,2

Belasting volgens geldende tarieven vennootschapsbelasting 25,0 % 25,5 % (3,8) (1,8)

Aanpassing waardering uitgestelde belastingvordering

en - verplichting (12,5) % 2,5 % 1,9 (0,2)

Effect van deelnemingsvrijstelling - (0,1) % - -

Niet aftrekbare kosten 2,6 % 6,3 % (0,4) (0,4)

Opbrengsten vrijgesteld van winstbelasting (7,9) % (14,2 )% 1,2 1,0

Totaal winstbelastingen 7,2 % 20,0 % (1,1) (1,4)

Jaarverslag 2011

83

6.6.30 Transacties met verbonden partijen

Als verbonden partijen van de Groep zijn te onderscheiden; de geassocieerde deelnemingen en joint ventures (zie paragraaf 6.6.2),

de bestuurders en commissarissen van Connexxion en de aandeelhouders, te weten het consortium van het Franse vervoerbedrijf

Transdev en Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Staat der Nederlanden. Alle transacties met verbonden partijen worden

verricht tegen marktprijzen.

De volgende transacties hebben plaatsgevonden met verbonden partijen:

2011

Bedragen Bedragen

Verkopen Aankopen te vorderen verschuldigd

aan van van aan

Naam verbonden partij

Transdev Group 0,4 2,4 0,4 2,4

0,4 2,4 0,4 2,4

2010

Bedragen Bedragen

Verkopen Aankopen te vorderen verschuldigd

aan van van aan

Naam verbonden partij

Transdev Group 0,6 2,7 - -

0,6 2,7 - -

Met bestuurders en commissarissen van Connexxion en de Staat der Nederlanden hebben geen transacties in het verslagjaar

plaatsgevonden.

Accountantskosten

Accountantskosten zijn niet openbaar gemaakt op grond van de bepaling BW2 art. 382a-3.

84

6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

Korte termijn

variabele

Bedragen in duizenden euro's Salarissen beloningen Pensioenlasten

2011 2010 2011 2010 2011 2010

Naam

Hubert Guyot,

Chief Executive Officer 308 302 120 100 71 69

Bram Drexhage,

Chief Financial Officer 270 255 105 95 60 56

Bruno Bruins,

Chief Customer Relations Officer 205 202 80 67 45 44

Richard Dujardin,

Chief Commercial Officer 36 - - - - -

819 759 305 262 176 169

Bezoldiging en vergoeding van (voormalige) bestuurders en commissarissen

Bezoldiging van de Raad van Bestuur

De Bezoldigingscommissie van de Raad van Commissarissen heeft de variabele beloning van de leden van de Raad van Bestuur

vastgesteld. De bezoldiging van de Raad van Bestuur bedraagt in 2011 EUR 1,2 miljoen (2010: EUR 1,2 miljoen). Het bedrag kan als

volgt per individueel lid van de Raad van Bestuur worden gespecificeerd:

De Raad van Bestuur bestaat op 31 december 2011 uit de heren Guyot, Drexhage en Dujardin.

Jaarverslag 2011

85

Vergoedingen aan de Raad van Commissarissen

Het bedrag kan als volgt per individueel lid van de Raad van Commissarissen worden gespecificeerd:

Raad van Als lid Totaal Totaal

Bedragen in duizenden euro's Commissarissen commissies 2011 2010

Naam

Thierry Walrafen, voorzitter 35 9 44 44

Frédéric Gagey 23 8 31 31

Hanja Maij-Weggen 23 6 29 27

Joost van der Does de Willebois 23 3 26 24

Hans Schenk 23 3 26 15

Totaal bezoldiging Raad van Commissarissen 127 29 156 141

86

6.7 Vennootschappelijke balansen

Voor verwerking van de voorgestelde winstverdeling

Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010

Activa

Vaste activa

Investeringen in dochtermaatschappijen 6.9.2 211,8 201,2

Overige beleggingen, inclusief derivaten - 4,8

Uitgestelde belastingvorderingen 17,8 15,1

Totaal vaste activa 229,6 221,1

Vlottende activa

Handels- en overige vorderingen 6.9.3 68,7 85,9

Totaal vlottende activa 68,7 85,9

Totaal activa 298,3 307,0

De toelichting op pagina 89 t/m 93 is een integraal onderdeel van deze vennootschappelijke jaarrekening.

Jaarverslag 2011

87

Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010

Eigen vermogen en passiva

Eigen vermogen

Aandelen kapitaal 79,5 79,5

Wettelijke en overige niet-uitkeerbare reserves 12,6 6,2

Overige reserves (5,0) 2,2

Ingehouden winsten 76,8 77,4

Resultaat boekjaar 14,1 5,8

Eigen vermogen 178,0 171,1

Langlopende Verplichtingen

Leningen en overige financieringsverplichtingen 6.9.4 56,2 72,6

Voorzieningen 6.9.5 59,4 58,5

Uitgestelde belastingverplichtingen 4,6 1,8

Totaal langlopende verplichtingen 120,2 132,9

Kortlopende verplichtingen

Handelsschulden en overige verplichtingen,

inclusief derivaten 6.9.6 0,1 2,9

Voorzieningen 6.9.5 - 0,1

Totaal kortlopende verplichtingen 0,1 3,0

Totaal verplichtingen 120,3 135,9

Totaal eigen vermogen en verplichtingen 298,3 307,0

88

6.8 Vennootschappelijke winst- en verliesrekeningen

Bedragen in miljoenen euro's 2011 2010

Resultaten uit bedrijfsactiviteiten - -

Netto financieringslasten (6,0) (7,4)

Aandeel in resultaat uit dochtermaatschappijen,

geassocieerde deelnemingen en joint ventures 16,6 11,5

Winst voor winstbelastingen 10,6 4,1

Winstbelastingen 3,5 1,7

Winst over de verslagperiode 14,1 5,8

De toelichting op pagina 89 t/m 93 is een integraal onderdeel van deze vennootschappelijke jaarrekening.

Jaarverslag 2011

89

6.9 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening

6.9.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Algemeen

Er is gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot een vereenvoudigde opstelling van de Vennootschappelijke winst- en verliesrekening,

conform artikel 402, Titel 9, Boek 2 van het Burgelijk Wetboek.

Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling

De Vennootschappelijke jaarrekening van Connexxion Holding NV, eindigend op 31 december 2011, is opgesteld volgens Titel 9 Boek

2 BW met toepassing van de optie om de waarderingsgrondslagen te hanteren die in de geconsolideerde jaarrekening zijn toegepast

(artikel 362 lid 8). De deelnemingen worden gewaardeerd volgens de 'equity'-methode. Voor het overige beleid van de enkelvoudige

jaarrekening wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening.

Het aandeel in het resultaat van dochtermaatschappijen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van Connexxion

Holding NV in de resultaten van deze dochtermaatschappijen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva

tussen Connexxion Holding NV en haar dochtermaatschappijen en tussen dochtermaatschappijen onderling heeft plaatsgevonden,

zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.

6.9.2 Investeringen in dochtermaatschappijen

Toelichting 2011 2010

Dochtermaatschappijen 6.9.2.1 211,8 201,2

Totaal investeringen in dochtermaatschappijen 211,8 201,2

90

6.9 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening

6.9.2.1 Eigen vermogen en resultaat van dochtermaatschappijen

Het eigen vermogen en het resultaat van de dochtermaatschappijen zijn per 31 december als volgt:

% van aandelenkapitaal Boekwaarde Resultaat

2011 2010 2011 2010 2011 2010

Subsidiaries

Connexxion Nederland NV,

Utrecht 100% 100% 69,9 61,7 17,3 3,6

Connexxion Vastgoed BV,

Hilversum 100% 100% 59,7 59,0 0,7 4,2

Overig 82,2 80,5 (0,2) 4,9

Totaal dochtermaatschappijen

met een positief eigen vermogen 211,8 201,2 17,8 12,7

Connexxion Facilitair Bedrijf BV,

Hilversum 100% 100% (15,6) (14,4) (1,2) (1,2)

Connexxion Vloot BV,

Hilversum 100% 100% (43,8) (43,8) - -

Totaal dochtermaatschappijen

met een negatief eigen vermogen (59,4) (58,2) (1,2) (1,2)

Totaal dochtermaatschappijen 152,4 143,0 16,6 11,5

Overige dochtermaatschappijen bestaan uit Connexxion Participates BV, Hermes Groep NV, Connexxion Finance BV en Connexxion

International NV. Dochtermaatschappijen met een negatieve vermogenswaarde worden als voorziening gepresenteerd (zie

paragraaf 6.9.5).

6.9.2.2 Dochtermaatschappijen

2011 2010

Stand per 1 januari 143,0 130,5

Resultaat over verslagjaar 16,6 11,5

Gerealiseerde waardemutaties financiële instrumenten 2,0 4,9

Pensioenen (9,2) -

Overig - (3,9)

Stand per 31 december 152,4 143,0

Jaarverslag 2011

91

6.9.3 Handels- en overige vorderingen

2011 2010

Vorderingen op dochtermaatschappijen 68,7 85,0

Overige vorderingen en overlopende activa - 0,9

Totaal handels- en overige vorderingen 68,7 85,9

6.9.4 Leningen en overige financieringsverplichtingen

2011 2010

Langlopende leningen en overige financieringsverplichtingen

Dochtermaatschappijen 56,2 56,2

Leningen bij financiële instellingen - 16,4

Totaal langlopende leningen en financieringsverplichtingen 56,2 72,6

2011 2010

Stand per 1 januari 72,6 72,4

Verstrekte leningen 50,0 157,9

Aflossingen (68,6) (159,3)

Overige mutaties 2,2 1,6

Stand per 31 december 56,2 72,6

De aflossingen op leningen en overige financieringsverplichtingen worden verantwoord als kortlopende verplichtingen. Zie ook

hoofdstuk 6.6.14.

92

6.9 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening

6.9.5 Voorzieningen

De voorzieningen betreffen dochtermaatschappijen met een negatieve vermogenswaarde voor een bedrag van EUR 59,4 miljoen in

2011 (2010: EUR 58,2 miljoen) en een voorziening voor lopende schades voor een bedrag van EUR 0 miljoen in 2011 (2010: EUR 0,4

miljoen). Aangezien de Vennootschap garanties heeft verstrekt conform Artikel 403, Titel 9, Boek 2 BW, is er een voorziening voor de

dochtermaatschappijen met een negatieve vermogenswaarde gevormd, omdat dit de beste schatting is aangaande de uitgaande

kasstroom betreffende deze garantie.

Splitsing van de leningen van de financiële instellingen op basis van hun looptijd en rente.

2011

Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar Totaal

Van 4% tot 6% - - -

Totaal - - -

2010

Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar Totaal

Van 4% tot 6% - 16,4 16,4

Totaal - 16,4 16,4

6.9.6 Handelsschulden en overige verplichtingen

2011 2010

Overlopende passiva en vooruitontvangen bedragen 0,1 0,2

Overige verplichtingen - 2,7

Totaal handelsschulden en overige verplichtingen,

inclusief derivaten 0,1 2,9

Jaarverslag 2011

93

6.9.7 Niet in de balans opgenomen verplichtingen

Ten aanzien van de niet in de balans opgenomen verplichtingen, waaronder gerechtelijke procedures en gebeurtenissen na balansdatum,

wordt verwezen naar de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening en de overige gegevens. Bovendien heeft de Vennootschap

garanties verstrekt conform Artikel 403,Titel 9,Boek 2 BW. Connexxion Holding NV is het groepshoofd van een fiscaal eenheid voor de

vennootschapsbelasting en BTW. De Vennootschap is uit dien hoofde op grond van de standaardvoorwaarden hoofdelijk aansprakelijk

voor alle belastingverplichting van de tot de fiscale eenheid behorende dochtermaatschappijen.

6.9.8 Transacties met verbonden partijen

De transacties met verbonden partijen betreffen interestbaten en -lasten van dochtermaatschappijen (Connexxion Finance NV, Hermes

Group NV, Novio NV en GVU NV). In 2011 bedroeg de interestlast van verbonden partijen EUR 2,6 miljoen (2010:EUR 2,6 miljoen).

Hilversum, 15 maart 2012

Namens de Raad van Bestuur Connexxion Holding NV

H.A.B. Guyot B.J. Drexhage R.J. Dujardin

Chief Executive Officer Chief Financial Officer Chief Commercial Officer

94

7 Overige Informatie

7.1 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2011, zoals opgenomen op pagina 27 tot en met 93, van Connexxion Holding

N.V. te Hilversum gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde

jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2011, de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2011,

het geconsolideerde overzicht van het totaal resultaat, het geconsolideerde overzicht van het verloop van het eigen vermogen, het

geconsolideerde kasstroomoverzicht over 2011 en de toelichting waarin zijn opgenomen een overzicht van de belangrijke grondslagen

voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige balans per 31

december 2011 en de enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van

de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat

getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese

Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag

in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het

noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van

fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle

verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen

aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van

zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen

in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met

inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.

Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het

opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend

zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de

effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de

gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de vennootschap gemaakte

schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel

te bieden.

Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening

Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van

Connexion Holding N.V. per 31 december 2011 en van het resultaat en de kasstromen over 2011 in overeenstemming met International

Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW.

Jaarverslag 2011

95

7.2 Bestemming resultaat 2011

In artikel 10 van de statuten is opgenomen dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders de bestemming van het resultaat bepaald

van Connexxion Holding NV. De Raad van Bestuur stelt voor het resultaat over de verslagperiode toe te reken aan de aandeelhouders

van de Vennootschap ter grootte van EUR 14,1 miljoen volledig ten gunste te brengen van de overige reserves.

7.3 Gebeurtenissen na balans datum

In maart 2012 heeft Connexxion overeenstemming bereikt over een nieuwe kredietfaciliteit voor een bedrag van EUR 220 miljoen,

voor een periode van 5 jaar.

Er hebben zich geen significante gebeurtenissen voorgedaan tussen de balansdatum en de datum van goedkeuring van de jaarrekening

2011, die er toe leiden dat er wijzigingen of aanvullende informatie moet worden opgenomen in de jaarrekening 2011.

Oordeel betreffende de jaarrekening

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Connexxion Holding

N.V. per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen

Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het

onderzoek of het jaarverslag, zoals opgenomen op pagina 12 tot en met 19, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig

Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens

vermelden wij dat het jaarverslag, zoals opgenomen op pagina 12 tot en met 19, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar

is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.

Eindhoven, 21 maart 2012

Ernst & Young Accountants LLP

W.g. drs. W.J. Spijker R

96

8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing

8.1 Corporate Governance

8.1.1 Algemeen

Connexxion onderschrijft het uitgangspunt van de Nederlandse Corporate Governance Code (de ‘Code Tabaksblat’):

de Vennootschap is een langetermijnsamenwerkingsverband van diverse bij de Vennootschap betrokken partijen. De

belanghebbenden zijn de entiteiten, groepen en individuen die direct of indirect het bereiken van de doelstellingen van

de Vennootschap beinvloeden of erdoor beinvloed worden. Tot deze belanghebbenden worden in elk geval gerekend

de reizigers, opdrachtgevers, afnemers en werknemers van de Vennootschap, haar aandeelhouders en andere

kapitaalverschaffers, haar toeleveranciers, maar ook de decentrale overheden en maatschappelijke groeperingen. De

Raad van Bestuur, het Executive Committee (ingesteld in september 2009) en de Raad van Commissarissen hebben

een integrale verantwoordelijkheid voor de afweging van deze deelbelangen, vanuit het perspectief en het belang

van de onderneming als geheel. Daarbij streeft de Vennootschap naar het creeren van aandeelhouderswaarde op de

lange termijn en naar een intensieve samenwerking met Veolia Transdev in de vorm van een Alliantie.

Connexxion Holding NV is een structuurvennootschap naar Nederlands recht. De bepalingen uit hoofdstuk III

respectievelijk IV van de Code niet worden toegepast waar deze specifiek betrekking hebben op de ‘one-tier’ bestuurs-

structuur, respectievelijk beursgenoteerde vennootschappen. Connexxion zet jaarlijks de hoofdlijnen van de corporate

governance structuur in het jaarverslag uiteen en legt derhalve elke substantiele verandering daarin ter bespreking

voor aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.

8.1.2 Algemene Vergadering van Aandeelhouders

Twee maal per jaar vindt een Algemene Vergadering van Aandeelhouders plaats. Andere aandeelhoudersvergade-

ringen kunnen worden gehouden op verzoek van de Raad van Bestuur, de voorzitter van de Raad van Commissarissen

of de aandeelhouders van Connexxion.

De agenda wordt opgesteld door degene die de vergadering bijeenroept. De aandeelhouders kunnen voorstellen

inbrengen tot dertig dagen voor de vergadering. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen,

tenzij bij wet of in de statuten een gekwalificeerde meerderheid wordt voorgeschreven.

Jaarverslag 2011

97

8.1.3 Raad van Commissarissen

Taken

De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het beleid van het Executive Committee en op de algemene gang

van zaken van Connexxion, en adviseert de Raad van Bestuur ten aanzien van deze onderwerpen. Hierbij wordt de

Raad van Commissarissen geleid door de belangen van Connexxion’s stakeholders.

Benoeming

De Algemene Vergadering van Aandeelhouders benoemt commissarissen op voordracht van de Raad van

Commissarissen. De Aandeelhoudersovereenkomst tussen Transdev-BNG- Connexxion Holding BV (TBC Holding)

en de Nederlandse Staat bevat de bepaling dat TBC Holding drie van de vijf leden van de Raad van Commissarissen

mag voordragen, d.w.z. twee door Transdev – een vanuit de ‘Caisse des Dépôts’ belanghebbenden en een vanuit de

belanghebbenden van de Frans-Nederlandse vervoerders – en een door BNG. Een kandidaat kan worden voorgedragen

door de Staat der Nederlanden. Voor een derde van het aantal commissarissen geldt dat de Raad een door de Centrale

Ondernemingsraad voorgedragen persoon voordraagt, tenzij de Raad van Commissarissen bezwaar heeft tegen deze

voordracht omdat zij verwacht dat de kandidaat ongeschikt is voor de vervulling van de taken van een Raad van

Commissarissen of omdat zijn/haar benoeming zal leiden tot een onjuiste samenstelling van de Raad. Indien het

aantal commissarissen niet kan worden gedeeld door drie, wordt het naast lagere aantal dat kan worden gedeeld

door drie aangehouden bij de bepaling van het aantal leden waarvoor dit versterkt aanbevelingsrecht geldt. De Raad

van Commissarissen is van deze bepaling op de hoogte en houdt hier rekening mee.

Commissarissen nemen zitting in de Raad voor een periode van maximaal vier jaar, en komen daarna in aanmerking

voor herbenoeming, met dien verstande dat de zittingsperiode van een lid nooit langer kan zijn dan drie termijnen,

of indien van toepassing, twaalf jaar. De Raad van Commissarissen bestaat uit tenminste drie en ten hoogste zeven

leden. De Raad van Commissarissen benoemt uit zijn midden de voorzitter van de Raad. De voorzitter is verantwoor-

delijk voor het naar behoren functioneren van de Raad van Commissarissen en van haar commissies.

Profiel, commissies en rooster van aftreden

De Raad van Commissarissen stelt een rooster op volgens welk de commissarissen periodiek aftreden. Bij herbenoeming

vindt toetsing plaats aan de profielschets van de Raad van Commissarissen. In dit profiel zijn kenmerken opgenomen,

rekening houdend met de aard van de activiteiten en de risico’s van de onderneming. De leden dienen ten opzichte

van elkaar onafhankelijk en kritisch te opereren, in een goede onderlinge vertrouwensrelatie.

98

8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing

Voor een naar behoren samengestelde Raad van Commissarissen van Connexxion Holding NV geldt, onverminderd

de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het college als geheel, dat de Raad over kennis van en ervaring met de

volgende aandachtsgebieden (gedeeltelijk in combinatie) dient te beschikken:

- ervaring op bestuursniveau in (een) onderneming(en) op het gebied van logistieke dienstverlening;

- ervaring op bestuursniveau in (een) onderneming(en) op het gebied van consumentgerichte activiteiten;

- ervaring op bestuursniveau in (een) internationaal opererende onderneming(en);

- ervaring op het gebied van management en organisatieontwikkeling in commerciele organisaties;

- financieel-economische expertise en expertise op het vlak van toepassing van informatietechnologie;

- openbaar bestuurlijke of beleidsmatige ervaring op hoog niveau op voor de onderneming relevante terreinen van

overheidsbeleid;

- expertise op het gebied van sociale verhoudingen.

Overeenkomstig de Code Tabaksblat hebben de leden van de Raad van Commissarissen niet meer dan vijf

commissariaten bij beursgenoteerde Nederlandse ondernemingen. Een voorzitterschap telt in dat verband dubbel. Er

worden geen nieuwe leden van de Raad van Commissarissen benoemd die meer dan vijf van dergelijke commissariaten

bekleden.

De Raad van Commissarissen kan bepaalde bevoegdheden delegeren aan haar commissies. De betreffende commissies

rapporteren aan de Raad van Commissarissen over de beslissingen die zij genomen hebben op basis van deze

gedelegeerde bevoegdheden. De Raad van Commissarissen blijft collectief verantwoordelijk voor de beslissingen

van de commissies.

De Raad van Commissarissen heeft een Selectie- en Benoemingscommissie, een bezoldigingscommissie en een

Auditcommissie ingesteld. De Selectie- en Benoemingscommissie selecteert kandidaten en beveelt hen aan voor

benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur. De Bezoldigingscommissie adviseert de

Raad van Commissarissen over het honoreringsbeleid voor de Raad van Bestuur, alsmede de honorering van individuele

leden van de Raad van Bestuur.

De Auditcommissie houdt toezicht op alle activiteiten betreffende financiele rapportage, risicomanagement en interne

beheersingssystemen, de externe accountantscontrole, de wijze waarop geldende wetten en regels worden nageleefd

en de rol en bevindingen van de Interne Audit Dienst. De Auditcommissie bespreekt het werkplan van de Interne Audit

Dienst, dat tevens wordt afgestemd met de externe accountant. Bij vergaderingen van de Auditcommissie worden

in het algemeen de verantwoordelijke financiele sleutelfunctionarissen, het hoofd van de Interne Audit Dienst en de

externe accountants uitgenodigd. De Auditcommissie adviseert de Raad van Commissarissen over de

benoeming van de externe accountant en bespreekt diens vergoeding en onafhankelijkheid. Zij vergadert tenminste

eenmaal per jaar met de externe accountant en de manager van de Interne Audit Dienst zonder dat de leden van de

Raad van Bestuur hierbij aanwezig zijn.

Jaarverslag 2011

99

8.1.4 Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur brengt, conform haar statutaire verplichting, regelmatig verslag uit aan de Raad van

Commissarissen en bespreekt het bedrijfsbeleid zoals ontwikkeld door de Executive Committee. Tenminste een maal

per jaar legt de Raad van Bestuur de strategie, de parameters met betrekking tot de strategie en de operationele en

financiële doelstellingen waarop de strategie stoelt voor aan de Raad van Commissarissen. De belangrijkste punten

van de strategie worden in het Profiel van de onderneming vermeld.

Overeenkomstig de bepalingen van het verzwakte structuurregime, benoemt (en ontslaat) de Algemene Vergadering

van Aandeelhouders de leden van de Raad van Bestuur. De Raad van Commissarissen heeft besloten dat naast de

besluiten die conform de wet en de statuten ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen worden voorgelegd,

ook bepaalde andere besluiten ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen moeten worden voorgelegd. In dit

verband heeft de Raad van Commissarissen procedures en een autorisatieschema opgesteld. Belangenconflicten

of mogelijke belangenconflicten tussen de Vennootschap en de leden van de Raad van Bestuur dienen te worden

vermeden. Een lid van de Raad van Bestuur zal onmiddellijk alle wezenlijke belangenconflicten of mogelijke belangen-

conflicten melden aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen, evenals aan de andere leden van de Raad van

Bestuur.

Contractduur en opzegtermijn

Nieuw te benoemen leden van de Raad van Bestuur worden benoemd voor een periode van vier jaar en hierbij geldt

een opzegtermijn van zes maanden. De betreffende leden kunnen worden herbenoemd door het bevoegde orgaan

na afloop van deze periode van vier jaar.

100

8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing

Beloningsbeleid Raad van Bestuur Connexxion Holding NV

Het beloningsbeleid van de onderneming is erop gericht gekwalificeerde en deskundige bestuursleden aan te trekken,

te motiveren en te behouden met een marktconforme beloning als doelstelling in overeenkomst met:

- huidige vergelijkbare praktijkervaring in de sector

- het belongsbeleid voor andere bestuurders binnen Connexxion, en in andere onderdelen van Veolia Transdev,

rekening houdend met de verschillen in elk land.

- De beginselen en methode voor duurzaam belonginsbeleid voor staatsbedrijven zoals uiteengezet in de brief van

de Minister van Financiën aan het Nederlandse Parlement van 24 oktober 2008.

De beloning voor de statutaire leden van de Raad van Bestuur dient concurrerend te zijn in vergelijking met de markt

voor topmanagement in een groep vergelijkbare ondernemingen in een vergelijkbare gemeenschap en overige

(semi-) overheidsinstellingen (mediaan niveau*). De Raad van Commissarissen definieert deze groep vergelijkbare

ondernemingen (peer group) op basis van de aanbevelingen van de Bezoldigingscommissie. De peer group bestaat

uit ondernemingen in de marktsector met een gewicht van 75% en in de (semi-)overheidssector met een gewicht van

25%. De mediaan verwijst naar het totale bedrag van de contante beloning, waarbij totale contante beloning staat

voor het vaste salaris plus het maximale bedrag aan variabele beloning.

Iedere vier jaar wordt bezien in hoeverre de totale beloning van de statutaire leden van de Raad van Bestuur nog

voldoet aan dit uitgangspunt. Deze taak wordt voorbereidend verricht door de Bezoldigingscommissie van de Raad

van Commissarissen, zo nodig met hulp van externe adviseurs.

De Raad van Commissarissen stelt uiteindelijk op basis van het beleid en de concrete voorstellen van de Commissie

en na overleg met de aandeelhouders de beloning vast. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft het

beloningsbeleid goedgekeurd.

Dit beleid geldt voor ieder statutair lid van de Raad van Bestuur dat nieuw worden benoemd vanaf 1 januari 2010.

*) Mediaan niveau = het salarisniveau waarbij 50% van de in kaart gebrachte beloning boven dit niveau ligt, en 50%

onder dit niveau.

Jaarverslag 2011

101

Vast jaarsalaris

De statutaire leden van de Raad van Bestuur ontvangen een vast jaarsalaris dat past bij de verantwoordelijkheden van

hun functie. Bovendien is het vaste salaris gebaseerd op de zwaarte van de functie en een vergelijking met een peer

group. Het vaste salaris is in beginsel niet hoger dan de mediaan van de vastgestelde peer group, rekening houdend

met het totale contante mediaan niveau.

Ter objectivering van de uitkomst van deze functiezwaarte- en peergroupvergelijking wordt deze bovendien getoetst

aan de mediaan van de algemene markt voor bestuurders, zoals deze door externe specialisten wordt bijgehouden.

Om de functiezwaarte vast te stellen, wordt gekeken naar de interne inschaling van bestuurdersfuncties in Veolia

Transdev. Naast hun vaste salaris, hebben leden van de Raad van Bestuur recht op bepaalde emolumenten, zoals een

forfaitaire kostenvergoeding, vervoer, alsmede overige gebruikelijke emolumenten zoals die voor veel seniormede-

werkers gelden.

Het maximum vast jaarsalaris van de CEO, peildatum 1 juli 2009, is EUR 300.000 bruto. Dit maximum kan worden

verhoogd op 1 juli van ieder jaar, vanaf 1 juli 2010, met maximaal het gewogen gemiddelde van het aanvangssalaris

van de belangrijkste CAO's binnen Connexxion voor het voorgaande jaar (d.w.z. de CAO Openbaar Vervoer en de CAO

Taxivervoer). De Raad van Commissarissen bepaalt of deze verhoging wordt toegepast; deze is niet automatisch. Na

een periode van vier jaar wordt dit maximum opnieuw beoordeeld conform bovenstaande methode. Het maximum

vaste jaarsalaris voor de statutaire leden van de Raad van Bestuur het functieniveau van CEO is tenminste 15% minder

dan het maximum voor de CEO.

Pensioenen

Voor de werknemers van Connexxion Holding NV en haar dochtermaatschappijen geldt een toegezegd pensioen-

regeling die is ondergebracht bij een aantal bedrijfstakpensioenfondsen. Het pensioen van de werknemers van

Connexxion Openbaar Vervoer NV, Connexxion Nederland NV en Connexxion Holding NV en de statutaire leden van

de Raad van Bestuur is ondergebracht bij het bedrijfstakfonds Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer (SPOV). Het

fonds hanteert een geindexeerd middelloonstelsel en een pensioenleeftijd van 65 jaar; een deel van de pensioenpremie

wordt betaald door de werkgever, welk percentage voor alle werknemers van Connexxion gelijk is.

102

8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing

Variabele beloning

Naast het vaste jaarsalaris komen de statutaire leden van de Raad van Bestuur in aanmerking voor een variabele

beloning (die tevens de jaarlijkse bonus wordt genoemd) ter extra stimulering van de statutaire leden van de Raad

van Bestuur om de doelstellingen van het jaarplan (financieel) en het meerjarenbedrijfsplan te behalen, en een aantal

apart overeengekomen doelstellingen (niet-financieel/individueel). De variabele beloning is niet pensioenscheppend.

De bonussen zijn flexibel, en een statutair lid van de Raad van Bestuur dient beduidend boven de norm te presteren

om een hogere bonus te kunnen ontvangen.

Een vijfde van de toegekende bonus wordt betaald aan het einde van de zittingsduur van vier jaar, op voorwaarde

dat de ontvanger dan nog in dienst is bij de Vennootschap, en de onderneming geen verliezen heeft geleden in het

laatste jaar van die periode van vier jaar (bonusbank). De Raad van Commissarissen zorgt ervoor dat indien er geen

verliezen worden geleden in het vierde jaar, dit niet te danken is aan incidentele winsten.

Een deel van de jaarlijkse bonus, met een maximum van 30% van het vaste jaarsalaris, is gekoppeld aan het behalen

van de financiële doelstellingen zoals opgenomen in het door de Raad van Commissarissen vastgestelde jaarplan

(bijv. EBIT, operationeel resultaat, kasstromen) conform onderstaande tabel:

Werkelijk / Budget (financieel) uitkering

<85% nihil

85% 10%

100% 20% (prestatie cf norm)

>115% 30% (maximum)

Een ander deel van de jaarlijkse bonus, met een maximum van 15% van het vaste jaarsalaris, is gekoppeld aan

het behalen van niet-financiële doelstellingen (zoals klanttevredenheid, werknemertevredenheid, ziekteverzuim,

duurzaamheid, diversity) die voor ieder statutair lid afzonderlijk worden bepaald. Een uikering van 10% wordt

toegekend indien het betreffende bestuurslid zijn/haar doelstellingen heeft bereikt.

Werkelijk / Budget (niet-financieel) uitkering

< 85% nihil

85% 5%

100% (at target) 10%

>115% 15% (maximum)

Tussenliggende realisaties leiden tot proportionele bonuspercentages.

De jaarlijkse bonus wordt samen met het maandsalaris in de maand volgend op de jaarlijkse Algemene Vergadering

van Aandeelhouders uitbetaald; dit geldt niet voor het deel dat in de bonusbank zit.

Jaarverslag 2011

103

Indien een lid van de Raad van Bestuur een aanvullende variabele beloning ontvangt uit een andere positie die direct

te maken heeft met het lidmaatschap van de Raad van Bestuur van Connexxion (mogelijk het lidmaatschap van de

COMEX van Veolia Transdev) en indien deze aanvulling leidt tot een totale variabele beloning van meer dan 45% van

het vaste jaarsalaris, zorgt de Raad van Commissarissen ervoor dat het bestuurslid afstand doet van zijn/haar recht

op de aanvullende variabele beloning voor het deel dat 45% van het vaste jaarsalaris te boven gaat. Dientengevolge

bedragen de door de statutaire leden van de Raad van Bestuur van Connexxion ontvangen variabele beloning en de

variabele beloning ontvangen voor de hoedanigheid van een aanvullende functie samen nimmer meer dan 45%.

Bovendien is de aanvullende variabele beloning die vanuit het COMEX wordt ontvangen gemaximaliseerd op 15%

van het vaste jaarsalaris. Bij tussentijdse aanvaarding van het dienstverband van een statutair lid van de Raad van

Bestuur, of verbreking van het dienstverband voor het einde van het jaar, wordt de jaarlijkse bonus evenredig berekend.

In bijzondere omstandigheden kan de Raad van Commissarissen beslissen om de variabele beloning aan te passen,

indien zij van mening is dat toepassing van de vooraf vastgestelde prestatiecriteria zouden resulteren in een

ongewenste variabele beloning of zou leiden tot een onredelijk of ongewenst effect. De Raad van Commissarissen

is bevoegd een terugvordering in te stellen voor variabele beloning die is toegekend op basis van onjuiste gegevens,

ongeacht of deze onjuiste gegevens van financiële aard zijn.

Vervoer

De Raad van Commissarissen is bevoegd om op individuele basis een auto met chauffeur beschikbaar te stellen voor

zakelijk gebruik, of een leaseauto ingevolge de leaseregeling van de onderneming van Connexxion.

Ontslagvergoedingen

Bij onvrijwillig vertrek geldt een ontslagvergoeding van maximaal een vast jaarsalaris conform de Corporate

Governance Code.

Executive Committee

De Vennootschap en haar dochtermaatschappijen worden door de Executive Committee geleid. De Executive

Committee handelt in de praktijk vergelijkbaar met en niet apart van de Raad van Bestuur zoals bedoeld in Artikel

18, lid 1 van de statuten. Hierbij wordt geen afbreuk gedaan aan de wettelijke en statutaire positie van de leden van

de Raad van Bestuur. De Executive Committee bestaat uit drie statutaire en vier niet-statutaire leden. De leden van

de Executive Committee delen, onder uiteindelijke verantwoordelijkheid van de voorzitter, de verantwoordelijkheid

voor het zorgen dat het bedrijf haar strategie en beleid bepaalt en opstelt, haar doelstellingen behaalt en een gezond

personeelsbestand ontwikkelt.

104

8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing

8.1.5 Controle van de jaarrekening en positie van de externe accountant

De jaarrekening van Connexxion is aan externe controle onderhevig. De externe accountant woont de vergadering van

de Raad van Commissarissen bij waarin de jaar- en halfjaarcijfers worden besproken. Hiernaast is hij aanwezig bij de

betreffende vergaderingen van de Auditcommissie. De externe accountant van de Groep wordt ieder jaar benoemd

door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De externe accountant woont ook de Algemene Vergadering van

Aandeelhouders bij, zodat de aandeelhouder hem vragen kan stellen over de accountantsverklaring. Met de externe

accountant wordt afgesproken dat de leidende partner nooit langer dan vijf jaar verantwoordelijk is voor de controle.

De Auditcommissie beoordeelt ieder jaar de vergoeding die de externe accountant in rekening brengt en gaat na

of deze betrekking heeft op de jaarrekening of op andere activiteiten die verband houden met de controle. De

Auditcommissie en de Raad van Bestuur bespreken jaarlijks de rol en het functioneren van de externe accountant en

zijn opdracht. De Raad van Commissarissen wordt geinformeerd over het resultaat van deze besprekingen. Eens per

vier jaar worden de activiteiten van de externe accountant in detail beoordeeld. De belangrijkste conclusies van deze

beoordeling worden dan aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders medegedeeld. Op basis hiervan oordeelt

zij dan over de voordracht voor de benoeming van de externe accountant.

8.1.6 Dividendbeleid

Het dividendbeleid is gericht op het maximeren van het aandeelhoudersrendement. Connexxion streeft naar een

optimale vermogenspositie om voldoende slagkracht te hebben en zich daarmee te kunnen handhaven in de markt

van het personenvervoer. Voor het dividendbeleid vindt een toetsing plaats op basis van de verwachte ontwikkelingen

in de nettoschuld ten opzichte van ‘Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortisation (EBITDA)’ en de

‘interest coverage’ (rentedekkings-) ratio. Deze ratio’s worden vooral beinvloed door het investeringsvolume. Op basis

van deze financiele kaders, die te allen tijde marktconform moeten blijven, wordt de in te houden winst en het uit te

keren dividend bepaald. De doelstelling is echter vijftig procent van het resultaat uit te keren aan de

aandeelhouders van Connexxion Holding NV. Een dividenduitkering kan worden onderworpen aan criteria voor de

bankconvenanten.

Jaarverslag 2011

105

8.1.7 Gedragscode en Klokkenluidersregeling

Connexxion is een dienstverlenend bedrijf. Reizigers en concessieverleners rekenen op betrouwbaar en stipt vervoer.

Reputatie is in deze dan ook zeer belangrijk. De persoonlijke integriteit van de bestuurders, managers en medewerkers

van Connexxion vormt het fundament onder de kwaliteit van haar organisatie, de door haar geleverde diensten en

haar reputatie. Connexxion heeft aanvullende maatregelen getroffen om de integriteit van de onderneming zeker

te stellen door het invoeren van een Gedragscode en een Klokkenluidersregeling. De Gedragscode van Connexxion

richt zich op alle medewerkers van de onderneming en heeft tot doel voor alle medewerkers helder te formuleren

wat op het vlak van integriteit en andere waarden en normen van hen wordt verwacht. Dat geldt onderling, alsook

in de relaties met reizigers, opdrachtgevers en toeleveranciers en andere belanghebbenden. De Gedragscode kent

een compliance officer in de persoon van de directeur Juridische Zaken. Hij is tevens de secretaris van de Raad van

Commissarissen, respectievelijk secretaris van de Executive Committee.

De Klokkenluidersregeling stelt werknemers in de gelegenheid vermeende misstanden binnen de onderneming

van algemene, operationele of financiële aard te melden, waarbij rechten en plichten worden uiteengezet van een

medewerker die een melding doet in het kader van de regeling. Tevens zet de regeling de verplichtingen van het

management uiteen. Medewerkers die een beroep doen op de Klokkenluidersregeling en misstanden melden, kunnen

dit doen zonder hun rechtspositie in gevaar te brengen. De Gedragscode en de Klokkenluidersregeling zijn gepubliceerd

op de website van de onderneming.

8.2 Risicomanagement en interne beheersing

De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor een effectieve sturing en beheersing van Connexxion. Zij is tevens

verantwoordelijk voor de financiering van de Groep en voor de beheersing van de aan de bedrijfsactiviteiten gelieerde

risico’s. De Raad van Bestuur rapporteert over en legt verantwoording af voor het risicomanagement en de interne

beheersmaatregelen aan de Raad van Commissarissen en de Auditcommissie. Voor de sturing en beheersing is onder

meer een managementcontrolcyclus ingericht, een duidelijke verantwoordelijkheidsstructuur gedefinieerd, een

gedragscode en klokkenluidersregeling opgesteld en een risicomanagementsysteem ingevoerd. Ook heeft Connexxion

een Interne Audit Dienst.

Binnen Connexxion en haar divisies zijn de risico’s geidentificeerd, geprioriteerd, geevalueerd en, waar nodig, door

beheersmaatregelen en of bijbehorende acties beperkt. Deze risico’s en hun beheersmaatregelen zijn in een risico

en beheersingsmaatregelen-register vastgelegd. In de reguliere managementcontrolcyclus wordt elk kwartaal over

de risico’s en hun beheersing gerapporteerd. Deze rapportages worden in het kader van de reguliere management-

controlcyclus in zogeheten operational review meetings besproken. Ook zijn er door de bedrijfsonderdelen manage-

mentbeoordelingen uitgevoerd. Deze beoordelingen zijn gericht op de evaluatie van de geschiktheid, adequaatheid

en doeltreffendheid van het beschikbare managementsysteem en de mate van interne beheersing. De belangrijkste

risico’s, zowel qua impact, als de kans dat deze zich voordoen, en zoals door Connexxion in kaart gebracht, staan

hieronder beschreven. Tevens worden de betreffende controlemaatregelen behandeld.

106

8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing

8.2.1 Risico’s gerelateerd aan de strategie en de markt

Politieke omgeving en effecten van marktwerking

Opbrengsten zijn afhankelijk van indexatie en overheidsbijdragen. De opbrengsten en resultaten en Connexxion zijn

in grote mate afhankelijk van algemene en overheidsindexatie. Connexxion kan het risico lopen dat de indexatie van

de opbrengsten lager is dan de stijging in de arbeids- en/of energiekosten. Ook de vermindering van de regeringsbe-

groting als gevolg van bezuinigingen kan een impact hebben op de omzet van Connexxion.

Connexxion is actief in een zeer competitieve markt

Connexxion is actief in een zeer competitieve markt. Veel van de concurrenten bieden dezelfde of vergelijkbare

diensten als Connexxion aan dezelfde markt en klanten. Aanbestedingen en concurrentie kunnen een groot effect

op het marktaandeel van Connexxion hebben. Naar verwachting wordt het gemeentelijk vervoer in de G3-steden

(Amsterdam, Rotterdam en Den Haag) aanbesteed onder strikte door de Europese Commissie gestelde voorwaarden.

Deze ontwikkeling heeft een positief effect op de omvang van de markt waarop Connexxion kan opereren.

8.2.2 Risico’s gerelateerd aan de operationele activiteiten

Reizigersgroei en OV- chipkaart

Een belangrijk instrument voor Connexxion om reizigersgroei te realiseren, is de invoering van de OV-chipkaart.

Met de OV-chipkaart is het voor de reiziger mogelijk met een toegangsbewijs in het gehele openbaar vervoer te

reizen. Door het gemak van de OV-chipkaart zal naar verwachting het aantal reizigers toenemen. De introductie

van de OV-chipkaart leidt tot twee naast elkaar bestaande distributiesystemen voor vervoersbewijzen. De invoering

van de OV-chipkaart leidt tot een verdeling van werkelijke reizigersopbrengsten in plaats van opbrengsten die met

WROOV-sleutels zijn verdeeld. Een overgang naar een werkelijke verdeling houdt een opbrengstenrisico in, waarop

Connexxion inspeelt door te komen tot afspraken met opdrachtgevers over opbrengstenneutraliteit in een bepaalde

periode na de invoering. Ook de stabiliteit van de OV-chipkaart en de onzekerheid in reisgedrag zijn geïdentificeerde

risico’s.

8.2.3 Risico’s gerelateerd aan de financiering en onzekerheid gerelateerd aan de bedrijfsvoering

Risico gerelateerd aan de schuldpositie

Eind 2010 heeft Connexxion een schuldpositie van circa EUR 204,8 miljoen. Per jaareinde had Connexxion EUR 131,8

miljoen ongebruikte kredietfaciliteit tot haar beschikking. Opgemerkt dient te worden dat een belangrijk deel van de

activa van Connexxion als onderpand zijn verstrekt ten aanzien van de verplichtingen onder de kredietfaciliteit en zijn

dus niet beschikbaar ter dekking van de overige schulden. Indien de cash flow en kapitaalbehoeften van Connexxion

niet toereikend zijn om haar schuldpositie te voldoen, kan Connexxion wellicht gedwongen worden om de geplande

uitbreiding en investeringen te verminderen of uit te stellen, belangrijke activa of operationele activiteiten te verkopen,

additioneel kapitaal aan te trekken of haar schulden te herstructureren.

Overige financiele risico’s

Overige financiele risico’s worden in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening (hoofdstuk 6.6) toegelicht.

Jaarverslag 2011

107

8.3 Directiebeoordeling risicomanagement en interne beheersing

De Raad van Bestuur is ervan overtuigd dat de risicobeheersings- en controlesystemen in het verslagjaar een redelijke

mate van zekerheid geven dat de financiele verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat. Het

management van de Groep evalueert continu de mogelijkheden om haar risico’s verder in te perken.

108

9 Jaarrekening Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid en Milieu

9.1 Inleiding

Tot de scope van deze rapportage behoren alle divisies en bedrijfsonderdelen van Connexxion Holding NV. Er zijn

geen belangrijke wijzigingen opgetreden ten opzichte van het vorige verslagjaar voor wat betreft de omvang van de

bedrijfsactiviteiten en de uitbestede activiteiten. Met dit rapport leggen wij verantwoording af over het gevoerde

beleid, dat is afgestemd op onze belangrijkste stakeholders: opdrachtgevers, reizigers, werknemers, aandeelhouders

en de overheid. Er is voor gekozen om de indicatoren met de grootste impact als gevolg van onze bedrijfsactiviteiten te

rapporteren. In onderstaande paragrafen wordt aangegeven welke indicatoren overeen komen met de GRI-indicatoren.

Connexxion heeft zich ten doel gesteld de kwaliteit van de dienstverlening en de prestaties op het gebied van

veiligheid, gezondheid en milieu te waarborgen en continu te verbeteren. Bij Connexxion draait alles om de reiziger.

Bij Connexxion beseffen we dat mobiliteit een cruciale voorwaarde voor economische groei vormt. Door oplossingen

te zoeken voor mobiliteitsvraagstukken levert Connexxion niet alleen een aanzienlijke toegevoegde waarde aan de

toegankelijkheid van steden maar ook aan de beschikbaarheid van personenvervoer in de landelijke gebieden. De

veiligheid, gezondheid en milieu aspecten van dit soort mobiliteit zijn onlosmakelijk verbonden met de bedrijfs-

activiteiten in het algemeen. De gehele organisatie draagt verantwoordelijkheid voor de beheersing van deze aspecten.

We voeren een proactief beleid op het gebied van kwaliteit, veiligheid, gezondheid en milieu, gericht op een continue

verbetering en op naleving van wet- en regelgeving.

Jaarverslag 2011

109

9.2 Kwaliteit

Klanttevredenheid (PR5)

Klant- en opdrachtgevertevredenheid staan centraal. Connexxion verbetert constant haar dienstverlening door

de tevredenheid van klanten en opdrachtgevers te meten, en de resultaten te vertalen in doeltreffende vervoer-

oplossingen tegen een acceptabele en marktconforme prijs/kwaliteitverhouding. Alle bedrijfsonderdelen van

Connexxion beschikken over een gecertificeerd managementsysteem volgens NEN-EN-ISO 9001: 2008.

De belangrijkste doelstellingen in ons kwaliteitsbeleid zijn:

- Levering van geïntegreerde mobiliteitsdiensten

- Verbeterde informatievoorziening aan onze klanten

- Innovatie van vervoersdiensten (veiligheid, duurzaamheid)

- Verhoging van het aantal reizigers.

De volgende principes liggen ten grondslag aan de dienstverlening aan onze reizigers: punctualiteit, goede

reisinformatie voor het publiek, reinheid van de voertuigen, hoogstaande klantenservice en klantencontacten en

een efficiënte klachtenafhandeling.

Onderzoeken

De tevredenheid van de reizigers in het openbaar vervoer wordt jaarlijks gemeten door middel van de OV-Klant-

barometer, die wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De resultaten worden

altijd in maart van het daaropvolgende jaar gerapporteerd. Het cijfer dat reizigers het Valys-taxicontract van

Connexxion gaven, is gestegen naar een 8,6. Voor ambulancezorg wordt iedere twee jaar een uitgebreid onderzoek

onder patiënten uitgevoerd. Het laatste onderzoek werd in 2010 verricht; de controlekamers scoorden toen een 8,6

en de zorg in de ambulance een gemiddelde van 8,5.

Naar aanleiding van alle onderzoeken worden waar nodig verbeterpunten gedefinieerd.

110

9 Jaarrekening Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid en Milieu

9.3 Veiligheid en gezondheid

Connexxion streeft naar optimale omstandigheden qua veiligheid en gezondheid in alle transportsystemen en –

activiteiten voor alle medewerkers, reizigers en derden die in contact komen met de door Connexxion geleverde

diensten.

De belangrijkste risico’s hebben betrekking op verkeersveiligheid, arbeidsveiligheid en sociale veiligheid.

Veiligheid van vervoerssystemen

Passagiersvervoer vindt plaats over de weg, per spoor en over het water. Ter verlaging van het aantal verkeerson-

gevallen werd een bewustwording campagne gestart waarbij chauffeurs getraind zijn en ongeval- en blackspot-

analyses zijn uitgevoerd.

In 2011 is het aantal ongevallen per miljoen kilometer licht gestegen. De doelstelling van een verlaging met 10% werd

niet behaald. Dit werd met name veroorzaakt door twee noodstoppen, waarbij relatief veel reizigers gewond raakten.

Van de gewonde personen ging het in 39% om passagiers (2010: 24%). Het aantal ongevallen met dodelijke afloop

(7) was gelijk aan 2010. Bij deze ongevallen ging het om botsingen met een motorrijder, een automobilist en vijf

maal met een fietser.

Dodelijke ongelukken

Blijvend letsel

Letsel met verzuim

Letsel zonder verzuim

Incidenten

7(7)

0(0)

78(59)

479(439)

6.233(5.851)

Connexxion, letselongevallen derden 2011 (2010)

Realisatie in 2011

Aantal letselgevallen per miljoen km: 1,5

(2010: 1,4)

Jaarverslag 2011

111

Arbeidsveiligheid (LA7)

In 2011 zijn mishandelingen van chauffeurs opgenomen in het aantal arbeidsincidenten. Een vergelijking met 2010

kan dan ook niet worden gemaakt. Het aantal arbeidsincidenten per miljoen arbeidsuren exclusief mishandelingen

in 2011 bleef met 3,2 gelijk aan 2010.

Van het aantal gemelde arbeidsongevallen had 48% te maken met mishandelingen. De overige arbeidsongevallen

houden verband met het werk in de werkplaatsen (verwondingen aan hand of hoofd) en met het vallen of struikelen

van chauffeurs. Er is één fataal ongeval gemeld (2010: 1) als gevolg van een botsing van een bus met een overstekende

chauffeur.

Sociale veiligheid

Connexxion wil goed openbaar vervoer bieden, waarin de reiziger zich aangenaam, comfortabel, maar vooral ook

veilig voelt. Als werkgever spannen wij ons in om voor onze medewerkers veilige werkomstandigheden te creëren.

We investeren dan ook in een veilige omgeving voor zowel reizigers als medewerkers. Doelstelling is te komen tot

een voor reizigers en medewerkers optimale sociale veiligheid. Dit wil zeggen:

- vermindering van het aantal feitelijke incidenten (objectieve doelstelling) en

- continue verbetering van het veiligheidsgevoel in en rond het openbaar vervoer (subjectieve doelstelling), zowel

van reizigers als van medewerkers.

Ten opzichte van 2010 is het aantal incidenten in absolute en relatieve zin gedaald.

Realisatie in 2011

Aantal arbeidsongevallen per miljoen

arbeidsuren 6,3

Connexxion, arbeidsongevallen 2011

Dodelijke ongevallen

Blijvend letsel

Letsel met verzuim

Letsel zonder verzuim

Incidenten

1

1

43

79

4.488

112

9 Jaarrekening Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid en Milieu

Incidenten sociale veiligheid

Code Categorie 2011 2010 2009 Trend

(totaal) (totaal) (totaal) (2010/2011)

Categorie A (strafrecht en APV):

A1 Mishandeling 148 177 141

A2 Bedreiging met wapen 22 47 47

A3 Bedreiging zonder wapen 273 242 280

A4 Diefstal/beroving 19 36 29

A5 Optreden bij drugsoverlast 12 19 29

A6 Vandalisme, brandstichting, graffiti 677 884 843

A7 Overige overtredingen:

duwen, trekken, spugen etc. 504 548 517

Subtotaal 1.655 1.953 1.886

Categorie B (overtredingen wet

personenvervoer):

B1 Schelden 879 961 811

B2 Lastigvallen 250 300 257

B3 Optreden bij betalingsproblemen 347 435 388

B4 Overige verstoringen:

misbruik voorzieningen/noodrem etc. 96 150 197

Subtotaal 1.572 1.846 1.653

Categorie C (overtredingen besluit

personenvervoer en huisregels):

C1 Overtredingen huisregels:

voeten op de bank, roken etc. 504 344 354

C2 Overige overlast:

verontreiniging in- en exterieur 748 374 294

Subtotaal 1.252 718 648

Totaal absoluut 4.479 4.517 4.187

Incidenten per 1.000 DRU 0.55 0.59 0.51

Jaarverslag 2011

113

9.4 Arbeidspraktijken

Arbeidspraktijken en goede arbeidsomstandigheden vormen een onderdeel van ons duurzaamheidsprogramma.

- Personeelsbestand (LA1, LA4, LA13)

Van het personeelsbestand valt 98% onder CAO's. De diversiteit was 17% (doelstelling: 30% vrouwen aan de top

+ subtop in 2015).

- Personeelsverloop (LA2)

Het personeelsverloop, gecorrigeerd voor de effecten van concessiewisselingen, was 10,5%.

- Gezondheid (LA7)

Verzuim vanwege ziekte was 6,7% (2010: 6,9%). De doelstelling was een verbetering te bewerkstelligen.

- Opleiding en onderwijs (LA11)

Management van vaardigheden ondersteunt de inzetbaarheid van de medewerkers. Het aantal opleidingsuren

per FTE was 51,9 in 2011 (doelstelling 27,5).

- Medewerkertevredenheid

De tevredenheid van medewerkers was 7,2 (2011: 7,1).

- Beoordelingen van prestaties en loopbaanontwikkeling (LA12)

Alle chauffeurs in de openbaarvervoersdivisies en alle indirecte medewerkers worden jaarlijks beoordeeld.

114

9 Jaarrekening Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid en Milieu

9.5 MilieuVoor wat betreft het milieu streeft Connexxion naar vermindering van schadelijke emissies (NOx, PM en CO2), scheiding

en hergebruik van afval, verminderd gebruik van natuurlijke hulpbronnen en voorkoming van bodemverontreiniging

en geluidoverlast. Alle bedrijfs-onderdelen van Connexxion beschikken over een gecertificeerd managementsysteem

volgens NEN-EN-ISO 14001: 2004.

Het ontwikkelen van duurzame oplossingen voor de groeiende mobiliteit vormt een uitdaging. Collectief

personenvervoer vormt een prima alternatief voor vervoer per auto, waarmee de uitstoot en verkeersopstoppingen

kunnen worden verminderd. Duurzaamheid staat steeds vaker centraal in aanbestedingen. Schonere voertuigen

voor een betere luchtkwaliteit, verlaging van CO2-uitstoot en milieuverantwoord operationeel management zijn

terugkerende onderwerpen. Connexxion is overtuigd van het nut van een nauwe samenwerking met onze klanten

bij de ontwikkeling van duurzame vervoersplannen.

Energieverbruik en luchtemissies (EN3, EN6, EN16, EN18, EN20)

Luchtemissies en energieverbruik per vervoersactiviteit zijn van aanzienlijke invloed op het milieu. Energieverbruik en

CO2-emissies hebben een direct verband. De belangrijkste uitdaging is een verlaging van de CO2-emissies. Connexxion

heeft zich ten doel gesteld de CO2-emissies te verlagen en de luchtkwaliteit te verbeteren door lagere luchtemissies

(NOx, PM).

- verlaging CO2-emissies met 3% in 2012 (emissiepeil 2009) voor personenvervoer-activiteiten

- luchtkwaliteit: 89% lage-emissiebussen* in 2011.

*) Een lage-emissiebus is gedefinieerd als een voertuig voorzien van CRT-filter, SCR-systeem, brandstofcel- of hybridesysteem of een voertuig

dat rijdt op CNG, LPG, elektriciteit, biobrandstof of waterstof.

Realisatie van bovenstaande doelstellingen vindt plaats door het bestaande wagenpark schoner te maken, nieuwe

schonere en zuinigere voertuigen in te kopen, onderzoek naar mogelijkheden van alternatieve aandrijvingen en

brandstoffen te verrichten, onze chauffeurs te trainen en de productie en planning voor wat brandstofverbruik

constant bij te sturen.

Om de emissies te verlagen doet Connexxion veel aan innovatie, soms vanwege door de concessieverlener gestelde

contractuele verplichtingen bij contracten voor openbaar vervoer- of taxidiensten, maar ook op eigen initiatief door

middel van verschillende plannen en pilots op het gebied van alternatieve brandstoffen. Het grootste deel van het

wagenpark van Connexxion loopt op diesel en Connexxion voldoet aan iedere nieuwe EURO-milieunorm.

Connexxion investeert in (bio)gas, biodiesel, CNG, hybride en elektrische voertuigen en brandstofcelbussen. Wij

doen ook op eigen initiatief aan innovatie, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van brandstofcelbussen en elektrische

voertuigen.

Jaarverslag 2011

115

De directe CO2-emissies ten gevolge van onze vervoeractiviteiten bedroegen 242 KTon (2010: 248 KTon). Dit is te

danken aan betere brandstofefficiëntie en het gebruik van biogas. Van het CNG-verbruik bestond 22% uit groengas. In

relatieve zin bedroegen de CO2-emissies 0,64 kg/km. In vergelijking met het peil van 2009 waren de emissies 11% lager.

120

2002

Inde

x (b

asel

ine

2002

)

100

80

60

40

20

0

CO2

NOx

COHC

PMSO2

Emissies Connexxion

2003 2005 2006 2007 2008 2009 201120102004

2002 2004 2005 2006 20072003 2008 2009 2010 2011

CO2 i

n kg

/km

0,00 -25%

0%

Redu

ctie

(bas

elin

e 20

02)

CO2-indicator Connexxion

0,20

0,10

0,30

0,40

0,50

0,60

0,70

0,80

-20%

-15%

-10%

-5%

0,90

Alle luchtemissies zijn gereduceerd. De productie (km) is met 4% toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Inmiddels

bestaat 93% van het wagenpark uit lage-emissievoertuigen (2010: 87%). Het directe energieverbruik voor de vervoer-

activiteiten was 7 miljoen GJ (2010: 7).

116

9 Jaarrekening Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid en Milieu

Afvalstoffen (EN22)

Doelstelling van Connexxion is de hoeveelheid afvalstoffen te minimaliseren en afval gescheiden in te zamelen.

Connexxion heeft een inzamelingcontract getekend dat gebaseerd is op het uitgangspunt “afval bestaat niet”. Dit

betekent dat er meer terugwinning van grondstoffen plaatsvindt voor restafval, papier en gevaarlijk afval. Het Totaale

volume van afval bij Connexxion is in 2011 met 2% gedaald ten opzichte van 2010. De hoeveelheid geproduceerd

afval was 12.8 gram/km (2010: 13.5).

2009

2,105

328

2,617

2010

1,954

297

2,587

2011

1,747

313

2,727 Restafval

Papier

Gevaarlijk afval

Afval

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

Ton

Naleving (EN28)

Voor elke vestiging waar activiteiten worden verricht, is een milieuvergunning dan wel een melding in het kader van

een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) noodzakelijk. Als gevolg van veranderingen in het dienstenaanbod en

door overnames is het aantal locaties dat onder de Wet milieubeheer valt per saldo toegenomen tot 118 (2010: 114).

Connexxion heeft 18 meldingen gedaan van wijzigingen (2010: 41).

Het aantal inspecties varieert van jaar tot jaar. In 2011 werden 39 milieuinspecties uitgevoerd (2010: 32). Er werd

geen enkel proces-verbaal opgemaakt en er werden geen boetes opgelegd (2010: 0).

Bodem en milieu-incidenten

Het beleid van Connexxion is erop gericht bodemverontreiniging te voorkomen. Connexxion had per 31 december

2011 acht gevallen van bodemverontreiniging (2010: 9). De afname is het gevolg van saneringen. Van deze acht

locaties moet in twee gevallen (Ermelo en Gulpen) de komende jaren een stabiele eindsituatie worden aangetoond. In

Hilversum vindt momenteel een bodemsanering plaats. In 2011 deden zich geen nieuwe gevallen van verontreinigde

bodem voor.

Jaarverslag 2011

117

118

10 Global Reporting Initiative

Connexxion rapporteert omtrent haar duurzaamheid conform het Global Reporting Initiative. De onderstaande tabel is opgesteld in

overeenstemming met GRI vereisten.

Onze duurzaamheidsverslaggeving is gebaseerd op Global Reporting Initiative G3 toepassingsniveau C, relevante aspecten waar

aandeelhouders en klanten om vragen in het kader van contracten. De gegevens zijn verkregen uit de informatiesystemen van

Connexxion en door middel van vragenlijsten. Alle divisies van Connexxion en meerderheidsdeelnemingen zijn opgenomen in de

reikwijdte van de rapportage. Uitbesteed werk is niet opgenomen in het rapport.

Onderwerp Indicator Hoofdstuk Pagina

Strategie en analyse 1.1 Verklaring 1 8

Organisatieprofiel 2.1 Naam van de organisatie 1 6

2.2 Voornaamste merken, producten, en/of diensten 1 6

2.3 Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van

divisies, werkmaatschappijen, dochterondernemingen en

samenwerkingsverbanden 6 36

2.4 Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie 6 36

2.5 Het aantal landen waar de organisatie actief is en namen

van landen met ofwel grootschalige activiteiten, ofwel met

specifieke relevantie voor de duurzaamheidskwesties die in

het verslag aan de orde komen 1 6

2.6 Eigendomsstructuur en rechtsvorm 1 8

2.7 Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren die worden

bediend en soorten klanten/begunstigden) 3 12

2.8 Omvang van de verslaggevende organisatie 6 27

2.9 Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft

omvang, structuur of eigendom 3 18

2.10 Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode werden toegekend 3 12

Verslagparameters 3.1 Verslagperiode 6 27

3.2 Datum van het meest recente verslag 6 27

3.3 Verslaggevingscyclus 6 27

3.4 Contactpunt voor vragen over het verslag of de Inhoud daarvan Colofon 122

3.5 Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag 9.2 109

3.6 Afbakening van het verslag n.v.t.

3.7 Vermeld eventuele specifieke beperkingen voor de reikwijdte

of afbakening van het verslag n.v.t.

3.8 Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden,

dochterondernemingen in gedeeltelijk eigendom, gehuurde

faciliteiten, uitbestede activiteiten of andere entiteiten die de

vergelijkbaarheid tussen verschillende verslagperioden of

verslaggevende organisaties aanzienlijk beïnvloeden 6.6 39

3.10 Uitleg over de gevolgen van eventuele herformuleringen

van eerder verstrekte informatie n.v.t.

3.11 Significante veranderingen ten opzichte van vorige verslag-

periodes ten aanzien reikwijdte, afbakening of meetmethoden

die voor het verslag zijn toegepast n.v.t.

Jaarverslag 2011

119

Onderwerp Indicator Hoofdstuk Pagina

Bestuur, verplichtingen,

en betrokkenheid 4.1 De bestuursstructuur van de organisatie 8 96

4.2 Geef aan of de voorzitter van het hoogste bestuursorgaan

eveneens een leidinggevende functie heeft 8 96

4.3 Voor organisaties met een enkelvoudige bestuursstructuur:

vermeld het aantal onafhankelijke en/of niet-leidinggevende

leden van het hoogste bestuurslichaam n.v.t.

4.4 Mechanismen die aandeelhouders en medewerkers de

gelegenheid geven om aanbevelingen te doen aan of

medezeggenschap uit te oefenen op het hoogste bestuurslichaam 8 105

4.14 Lijst van groepen belanghebbenden die de organisatie heeft

betrokken 3 12

4.15 Basis voor inventarisatie en selectie van belanghebbenden

die moeten worden betrokken 3 1

Milieu EN3 Direct energieverbruik door primaire bron 9.5 114

EN6 Initiatieven t.b.v. energie-efficiënte of op duurzame energie

gebaseerde producten en diensten, evenals verlagingen van de

energie-eisen als resultaat van deze initiatieven 9.5 114

EN16 Totaale directe en indirecte emissie van broeikasgassen

naar gewicht 9.5 115

EN18 Initiatieven ter verlaging van de emissie van broeikasgassen

en gerealiseerde verlagingen 9.5 114

EN20 NO, SO en andere significante luchtemissies naar type

en gewicht 9.5 114

EN22 Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode 9.5 116

EN28 Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal

niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van milieuwet-

en –regelgeving 9.5 11

Product-

verantwoordelijkheid PR5 Beleid ten aanzien van klanttevredenheid, met inbegrip van

resultaten van onderzoeken naar klanttevredenheid 9.2 109

120

10 Global Reporting Initiative

Onderwerp Indicator Hoofdstuk Pagina

Arbeidsomstandig-

heden decent work LA1 LA1 Totaale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst

en regio 9.4 113

LA2 Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop per leeftijds-

groep, geslacht en regio 9.4 113

LA4 Percentage medewerkers dat onder een CAO valt 9.4 113

LA7 Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het

aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio 9.3 & 9.4 110

LA12 Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht

omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling 9.4 113

LA13 Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van

medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep,

het behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid

en andere indicatoren van diversiteit 9.4 113

Economische

prestaties EC1 Directe economische waarden die zijn gegenereerd en

gedistribueerd, waaronder inkomsten, operationele kosten,

personeelsvergoedingen, donaties en overige maatschappelijke

investeringen, ingehouden winst en betalingen aan kapitaalverstrekkers

en overheden 6 27

EC4 Significante financiële steun van de overheid n.v.t.

Jaarverslag 2011

121

122

colofon

Idee, realisatie en redactie

Connexxion, Hilversum

Veronica Concept Design, Hilversum

Vormgeving

Veronica Concept Design, Hilversum

contact detailsConnexxion Holding NV

Postbus 224

1200 AE Hilversum

Telefoon: +31 (0) 35 6251600

Telefax: +31 (0) 35 6251699

Het Jaarverslag 2011 is gepubliceerd op de website van Connexxion: www.connexxion.com

De orginele jaarrekening is opgesteld in de Engelse taal. Dit document is een in de Nederlandse taal

vertaalde versie hiervan. In geval van verschillen tussen de Nederlandse en Engelse tekst prevaleert de laatste.