Jaarverslag 2011 - Transdev Nederland · · 2012-07-13Werkplezier, trots en teamspirit staan...
-
Upload
nguyenthien -
Category
Documents
-
view
215 -
download
1
Transcript of Jaarverslag 2011 - Transdev Nederland · · 2012-07-13Werkplezier, trots en teamspirit staan...
4
Inhoud
1 Profiel van de onderneming 6
2 Verslag van de Raad van Commissarissen 10
3 Verslag van de Raad van Bestuur 12
4 Curricula Vitae van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur 20
5. Ondernemingsstructuur 24
5.1 Organogram van de Vennootschap 24
5.2 Bestuursorganen van de Vennootschap 25
6. Jaarrekening 2011 27
6.1 Geconsolideerde balansen 28
6.2 Geconsolideerde winst-en-verliesrekeningen 30
6.3 Geconsolideerde overzichten van het totaalresultaat 31
6.4 Geconsolideerde kasstroomoverzichten 32
6.5 Geconsolideerde overzichten van het verloop van het eigen vermogen 34
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 36
6.6.1 Algemeen 36
6.6.2 Belangrijkste rapportage grondslagen 36
6.6.3 Materiële vaste activa 54
6.6.4 Immateriële activa 56
6.6.5 Financiële activa en passiva 57
6.6.6 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures 58
6.6.7 Overige beleggingen, inclusief derivaten 60
6.6.8 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen 62
6.6.9 Voorraden 63
6.6.10 Handels- en overige vorderingen 64
6.6.11 Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop 65
6.6.12 Blootstelling aan kredietrisico 66
6.6.13 Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders 66
6.6.14 Leningen en overige financieringsverplichtingen 67
6.6.15 Voorzieningen 70
6.6.16 Afgeleide financiele instrumenten 72
6.6.17 Handelsschulden en overige verplichtingen, inclusief derivaten 73
6.6.18 Vooruitontvangen baten 74
6.6.19 Verplichtingen geclassificeerd als aangehouden voor verkoop 74
6.6.20 Pensioenen 74
6.6.21 Acquisitie van dochtermaatschappijen 77
6.6.22 Niet in de balans opgenomen verplichtingen 78
6.6.23 Opbrengsten 79
6.6.24 Inkoopwaarde van de omzet 79
6.6.25 Personeelskosten 80
6.6.26 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 80
6.6.27 Netto financieringsbaten 81
Jaarverslag 2011
5
6.6.28 Resultaat van geassocieerde deelnemingen 81
6.6.29 Winstbelastingen 82
6.6.30 Transacties met verbonden partijen 83
6.7 Vennootschappelijke balansen 86
6.8 Vennootschappelijke winst- en verliesrekeningen 88
6.9 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening 89
6.9.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 89
6.9.2 Investeringen in dochtermaatschappijen 89
6.9.3 Handels- en overige vorderingen 91
6.9.4 Leningen en overige financieringsverplichtingen 91
6.9.5 Voorzieningen 92
6.9.6 Handelsschulden en overige verplichtingen 92
6.9.7 Niet in de balans opgenomen verplichtingen 93
6.9.8 Transacties met verbonden partijen 93
7 Overige Informatie 94
7.1 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 94
7.2 Bestemming Resultaat 2011 95
7.3 Gebeurtenissen na balans datum 95
8 Corporate Governance, risico management en interne controle 96
8.1 Corporate Governance 96
8.1.1 Algemeen 96
8.1.2 Algemene Vergadering van Aandeelhouders 96
8.1.3 Raad van Commissarissen 97
8.1.4 Raad van Bestuur 99
8.1.5 Controle van de jaarrekening en positie van de externe accountant 104
8.1.6 Dividendbeleid 104
8.1.7 Gedragscode en Klokkenluidersregeling 105
8.2 Risico management en interne controle 105
8.2.1 Risico’s gerelateerd aan de strategie en de markt 106
8.2.2 Risico’s gerelateerd aan de operationele activiteiten 106
8.2.3 Risico’s gerelateerd aan de financiering en onzekerheid gerelateerd aan de Bedrijfsvoering 106
8.3 Beoordeling Raad van Bestuur over risico management en interne controle 107
9 Jaarrekening veiligheid, gezondheid en milieu 108
9.1 Inleiding 108
9.2 Kwaliteit 109
9.3 Veiligheid en Gezondheid 110
9.4 Arbeidspraktijken 113
9.5 Milieu 114
10 Global Reporting Initiative 118
Colofon 122
6
1 Profiel van de onderneming
Connexxion wil de beste keuze zijn op het gebied van personen- en zorgvervoer.
Connexxion is marktleider op het gebied van regionaal personenvervoer en ambulancezorg in Nederland. Dagelijks
maken meer dan één miljoen mensen van onze diensten gebruik.
Connexxion verbindt. Met zorg brengen wij mensen op hun bestemming door middel van toegankelijk, duurzaam
en veilig vervoer, via weg, rails en water. Daarmee vervullen wij een belangrijke maatschappelijke functie. Met onze
innovatieve diensten bieden wij comfort en gemak. De wensen van onze (potentiële) reizigers en opdrachtgevers
vormen de basis voor het verbeteren van onze dienstverlening. Met bijna 13.808 medewerkers stáát Connexxion
voor de mobiliteit in Nederland, nu en in de toekomst. Ons motto is dan ook: ‘Alles voor de reiziger’.
De diensten van Connexxion
Connexxion is een multimodale aanbieder van personenvervoer. Connexxion biedt openbaar stads- en streekvervoer
en (besloten) taxi- en touringcarvervoer, als ook groepsreizen. Daarnaast is Connexxion Ambulancezorg marktleider
in het ambulancevervoer in Nederland.
Openbaar Vervoer
Met meer dan 3.200 bussen, treinen en schepen richt Connexxion zich op openbaar-vervoersdiensten over weg, rail
en water. Daarbij gaat het om zowel regionaal personenvervoer als stadsvervoer in een aantal grote en middelgrote
steden. Onze focus ligt op reizigersgroei, door onder meer het verbeteren van de tevredenheid van reizigers- en
opdrachtgevers, innovatie, efficiency en doeltreffende reizigersinformatie.
Taxi Services
Connexxion Taxi Services is met meer dan 4.200 taxi’s en taxibussen actief in verschillende vormen van kleinschalig,
vraagafhankelijk personenvervoer. Dit doen wij in opdracht van gemeenten, (stads-)regio’s, provincies en
zorg verzekeraars. Connexxion Taxi Services is ook actief in directievervoer, besloten groepsvervoer en Schipholvervoer.
Tours
Connexxion Tours verzorgt met meer dan 100 touringcars groepsvervoer, bedrijfscontract-vervoer en verhuur van
bussen met chauffeur. Connexxion Projexx is onderdeel van Connexxion Tours.
Ambulancezorg
Connexxion Ambulancezorg is marktleider in het ambulancevervoer. Ruim 12% van het ambulancevervoer in
Nederland wordt door Connexxion Ambulancezorg verzorgd.
Jaarverslag 2011
7
Wij zijn betrokkenConnexxion staat midden in de maatschappij. Wij moeten ons werk daarom op
een verantwoorde en betrouwbare wijze uitvoeren. Aandacht voor reizigers,
opdrachtgevers en medewerkers staan dan ook voorop. Wij bieden duurzaam,
‘groen’ en toegankelijk vervoer en besteden veel zorg aan het verbeteren van de
veiligheid van onze reizigers en medewerkers.
Wij hebben teamspiritConnexxion wil al haar medewerkers een prettige werkomgeving bieden.
Werkplezier, trots en teamspirit staan daarin centraal. Open communicatie, respect en het nemen van verantwoordelijkheid zijn daarbij belangrijke
waarden. Bovendien kunnen wij alleen door een goede interne samenwerking
concurrerend zijn op de markt. Tevreden medewerkers vormen de basis voor
tevreden klanten.
Wij zijn ambitieusDe beste zijn; dat is onze drive. Met de expertise en persoonlijke inzet van onze
medewerkers komen wij tot een vernieuwende aanpak bij het oplossen van
mobiliteitsvraagstukken. Met onze innovatieve dienstverlening onderscheiden
wij ons in de markt. Een financieel gezonde en resultaatgerichte organisatie
is essentieel om onze ambities te kunnen blijven realiseren. Nieuwe activiteiten
worden kritisch beoordeeld op hun mogelijkheden om onze financiële positie
te versterken.
Wij zijn servicegerichtDe wensen van reizigers vormen voor Connexxion het uitgangspunt bij
het verbeteren van de dienstverlening en zijn de basis voor strategische
keuzes. Samen met onze opdrachtgevers zijn wij blijvend op zoek naar
mogelijkheden voor innovatie en verbetering, zowel in het vervoer zelf als in
de aanvullende diensten.
Onze kernwaardenConnexxion realiseert haar doelstellingen op basis van de volgende kernwaarden:
8
1 Profiel van de onderneming
Onze aandeelhouders
Connexxion is via haar grootaandeelhouder onderdeel van de VeoliaTransdev-groep. Sinds 2007 is twee derde van
de aandelen van Connexxion in het bezit van het consortium van Transdev en Bank Nederlandse Gemeenten. De
overige aandelen zijn in bezit van de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Financiën.
Op 3 maart 2011 vond de fusie van Transdev met Veolia Transport plaats. Daarmee is een toonaangevend wereldwijd
opererend personenvervoerbedrijf ontstaan, waarin de kennis en expertise van de beide organisaties zijn gebundeld.
Dientengevolge zijn Connexxion en Veolia Transport Nederland nu lid van dezelfde groep, VeoliaTransdev.
Strategie
De strategie van Connexxion is gericht op versterking van onze vooraanstaande positie in Nederland. Het feit
dat Connexxion onderdeel uitmaakt van VeoliaTransdev, biedt veel mogelijkheden op het gebied van stads- en
streekvervoer in Nederland, aangezien we de aanwezige kennis en ervaring binnen deze groep ten volle kunnen
benutten voor de eigen dienstverlening. Veolia Transdev is een internationale onderneming met een uitgebreide
ervaring op het gebied van (light)rail- en tramvervoer en publiek-private samenwerkings-verbanden.
Connexxion brengt op haar beurt brede ervaring in op het gebied van vraagafhankelijke vervoersdiensten, het opereren
in een zeer concurrerende markt, procesoptimalisatie, milieubeheer en kwaliteitsmanagement.
Dankzij de uitgebreidere kennis van de markt en ervaring op het gebied van de planning en regie van personenvervoer,
zijn wij in staat om optimaal op de wensen van reizigers en opdrachtgevers in te spelen. Onze strategie is erop gericht
de beste multimodale vervoersoplossingen te bieden, waarbij we de verschillende vormen van vervoer zoveel mogelijk
op elkaar laten aansluiten en als één geïntegreerd pakket aanbieden. Hiervoor is groei in onze activiteiten op het gebied
van rail noodzakelijk. Daarnaast geeft groei binnen de andere vervoersvormen mogelijkheden voor schaalvoordelen
en het verbeteren van de efficiency.
Connexxion richt zich continu op het verbeteren van haar dienstverlening. Niet alleen voor wat betreft het vervoer
zelf, maar ook waar het gaat om moderne reisformatievoorziening en overige innovatieve, aanvullende diensten.
Hiermee spelen we in op de wensen van klant en kunnen we tegelijkertijd onze marktpositie en winstgevendheid
verder versterken.
Veolia Transport
Veolia Transport NL
Transdev
Transdev / BNG
VeoliaTransdev
Veolia Environnement Caisse des Dépôts
100%
BNG
Ministerie van Financiën
25%75%
67%
50% 50%
33%
100%
Connexxion
Jaarverslag 2011
9
2011 2010 2009 2008 2007
Aantal medewerkers
Aantal medewerkers
(ultimo nominaal) 13.808 14.338 15.023 14.713 14.634
Aantal medewerkers (ultimo fte) 10.545 11.307 11.614 11.647 11.580
Bedragen in EUR miljoenen, tenzij anders vermeld.
Balans
Balanstotaal 559 562 633 755 788
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen 262 280 357 473 484
Werkkapitaal per jaar-einde** (138) (150) (179) (151) (106)
Eigen vermogen 178 171 164 150 198
Winst-en-verliesrekening
Opbrengsten* 1.096 1.105 1.154 1.045 1.040
Bedrijfskosten* (1.086) (1.088) (1.138) (1.052) (1.022)
als % van de opbrengsten 99,1% 98,5% 98,6% 100,7% 98,2%
Resultaten uit bedrijfsactiviteiten 9 17 16 (8) 19
als % van de opbrengsten 0,9% 1,5% 1,4% (0,8%) 1,8%
Winst over de verslagperiode 14 6 3 (25) 3
als % van de opbrengsten 1,3% 0,5% 0,3% (2,4%) 0,3%
Financiële positie
EBITDA 73 91 106 69 89
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 62 44 115 35 61
Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten (6) (16) (31) (1) (74)
Kasstroom voor financieringsactiviteiten
(Free cash flow) 56 29 84 34 (13)
* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
** Niet aangepast voor acquisitie
Kerncijfers
10
2 Verslag van de Raad van Commissarissen
Op 15 maart 2012 heeft de Raad van Commissarissen
het door de Raad van Bestuur opgestelde jaarverslag
en de jaarrekening 2011 besproken met de Raad van
Bestuur in aanwezigheid van de externe accountant.
De externe accountant heeft een goedkeurende accoun-
tantsverklaring afgegeven bij de jaarrekening 2011.
Deze verklaring is opgenomen in hoofdstuk 7.1 van dit
jaarverslag.
De Raad van Bestuur stelt voor om de winst van EUR
14,1 miljoen toe te voegen aan de ingehouden winst
en geen dividend over het boekjaar 2011 uit te keren.
De Raad van Commissarissen is van mening dat het
dividendvoorstel in overeenstemming is met het
geldende reserverings- en dividendbeleid en vraagt de
Algemene Vergadering van Aandeelhouders dan ook dit
voorstel aan te nemen.
De Raad van Commissarissen verzoekt de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders het door het bestuur
in het boekjaar 2011 gevoerde beleid goed te keuren
en de bestuurders daarvoor decharge te verlenen.
Bovendien verzoekt de Raad van Commissarissen
de Algemene Vergadering van Aandeelhouders het
door de Raad van Commissarissen in het boekjaar
2011 gehouden toezicht goed te keuren en de
commissarissen daarvoor decharge te verlenen.
Op 6 oktober 2011 zijn de heer Thierry Walrafen en de
heer Frédéric Gagey door de Raad van Commissarissen
voorgedragen voor herbenoeming door de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders. Beide heren zijn op
10 oktober 2011 herbenoemd in hun functie.
Op 14 november 2011 is de heer Bruno Bruins
afgetreden als lid van de Raad van Bestuur en per 31
december 2011 trad hij officieel uit dienst. De Raad
van Commissarissen spreekt haar dank uit aan de heer
Bruno Bruins voor zijn bijdrage aan de Vennootschap
gedurende de afgelopen drie jaar. Op 31 oktober
werd de heer Richard Dujardin door de Raad van
Commissarissen voorgedragen voor benoeming als
Chief Commercial Officer. Hij is door de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders op 2 november 2011
in deze functie benoemd per 15 november 2011.
In 2011 heeft de Raad van Commissarissen negen
keer vergaderd met de Raad van Bestuur. De Raad
Van Commissarissen is tevens bijeengekomen zonder
dat daarbij de Raad van Bestuur aanwezig was, o.a.
om haar eigen functioneren te bespreken. De Raad
van Commissarissen heeft de strategie, de algemene
gang van zaken, het beloningsbeleid voor de Raad
van Bestuur besproken, evenals speciale projecten
zoals Project 180, het in 2010 gestarte programma ter
verlaging van de indirecte kosten.
Verder werd speciale aandacht besteed aan de
gevolgen van Project 180 voor de Vennootschap en de
organisatie. De Raad van Commissarissen bracht tevens
een werkbezoek aan de ambulancelocatie in Alkmaar.
In 2011 is de Auditcommissie vier keer bijeengekomen.
De belangrijkste onderwerpen waren de jaar- en
halfjaarcijfers, de kwartaalberichten, de begroting
en de accountantscontrole. De Voorzitter van de
Audicommissie rapporteerde haar bevindingen en
conclusies aan de Raad van Commissarissen.
De Beloningscommissie heeft vijf maal vergaderd. De
belangrijkste onderwerpen waren het beloningsbeleid
voor de Raad van Bestuur, de vaststelling van de
variabele beloning en het bepalen van de doelstellingen
voor de leden van de Raad van Bestuur. De Voorzitter
rapporteerde de bevindingen aan de Raad van
Commissarissen en maakte een voorstel voor de door
de Raad van Commissarissen te nemen besluiten. Door
de Raad van Commissarissen werden de financiële en
niet-financiële criteria voor de bonussen voor de leden
van de Raad van Bestuur voor het jaar 2011 vastgesteld.
Jaarverslag 2011
11
De Selectie- en Benoemingscommissie vergaderde twee
maal om de voordracht van een nieuw lid van de Raad
van Bestuur te bespreken.
De Raad van Commissarissen onderhield veel
individuele en informele contacten op de verschillende
niveaus in de organisatie. De contacten met de Centrale
Ondernemingsraad (COR) worden gezien als zeer
waardevol. De leden van de Raad van Commissarissen
zijn in principe bij toerbeurt aanwezig bij de gesprekken
tussen de COR en de Voorzitter van de Raad van Bestuur.
De Raad van Commissarissen wil tot slot de Raad van
Bestuur en alle werknemers van Connexxion bedanken
voor hun inzet en betrokkenheid in 2011.
12
3 Verslag van de Raad van Bestuur
Financiële resultaten
In 2011 bedroeg de omzet EUR 1.096 miljoen, een
kleine daling ten opzichte van voorgaand jaar (2010:
EUR 1.105 miljoen). De omzet van de divisie Openbaar
Vervoer, inclusief onderlinge transacties, bedroeg EUR
752 miljoen in vergelijking tot EUR 765 voorgaand jaar.
De daling was met name te wijten aan het verlies van
Openbaar Vervoer concessies Midden-Overijssel (vanaf
September 2010), Q-liner en Lelystad (vanaf medio
2011).
De omzet voor de Divisie Taxi, Tours en Ambulancezorg,
inclusief onderlinge leveringen, bedroeg EUR 391
miljoen. De omzet taxi daalde, met name door lagere
percentage gewonnen tenders in 2010 hetgeen
invloed heeft op de omzet in 2011. Dit is gedeeltelijk
gecompenseerd door de acquisitie van twee
taxibedrijven. In 2011 steeg het percentage gewonnen
tenders. De omzet Tours werd beïnvloed door de
vertraging in de algemene economie. De omzet van
Ambulancezorg steeg ten opzichte van voorgaand jaar
als gevolg van een acquisitie medio 2011.
In 2011 bedroegen de geconsolideerde bedrijfskosten
EUR 1.086 miljoen in vergelijking tot EUR 1.088 miljoen
voorgaand jaar. De directe kosten daalden met name
door verlies van Openbaar Vervoer concessies en
productiviteitsverbeteringen. Deze ontwikkelingen
werden deels te niet gedaan door de stijgende
dieselprijs. Eind 2010 initieerde Connexxion Project
180 met als doel de indirecte kosten te verminderen.
Alhoewel dit project pas net is begonnen, zijn de eerste
resultaten bemoedigend.
Eind 2011 had Connexxion 10.545 FTE’s in dienst,
een daling van 752 FTE’s ten opzichte van 2010 (eind
2010: 11.307 FTE’s). Deze is hoofdzakelijk veroorzaakt
door verlies van Openbaar Vervoer concessies en een
tijdelijke aanname stop voor indirect personeel. Het
arbeidsverzuim daalde van 6,9% in 2010 naar 6,7% in
2011.
In 2011 bedroegen de netto financieringsbaten EUR
6 miljoen in vergelijking tot EUR 10 miljoen lasten
in 2010. De netto financieringbaten bevatten EUR
12 miljoen niet geldelijke baten uit hoofde van vaste
bijdrage regelingen pensioenfonds SPOV. Zonder deze
niet geldelijke bate daalden de netto financierings-
lasten met EUR 3 miljoen ten opzichte van voorgaand
jaar. Deze verbetering is hoofdzakelijk te danken aan
een lagere gemiddelde netto schuldpositie en lagere
interest marges.
In 2011 daalde het gemiddeld werkzaam vermogen
naar EUR 262 miljoen (2010: EUR 280 miljoen). Deze
daling is met name veroorzaakt door afschrijving terwijl
de investeringen in nieuwe activa lager waren. Ook het
werkkapitaal daalde. Het rendement op het gemiddeld
geïnvesteerd vermogen bedroeg 5.4% (2010: 6.2%)
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg 62
miljoen, een stijging van 17 miljoen in vergelijking
met voorgaand jaar. Deze stijging is in hoge mate te
danken aan een strakke sturing op werkkapitaal en
lagere betalingen uit voorzieningen. In 2011 bedroeg
de netto kasstroom voor investeringsactiviteiten EUR 6
miljoen. (2010: EUR 16 miljoen). Dit bedrag is inclusief
de acquisitie van 2 taxibedrijven en een ambulance
bedrijf. Daarnaast werd ook middels operationele lease
contracten voor EUR 16 miljoen in rollend materieel
geïnvesteerd (2010: EUR 31 miljoen).
Aanvullende informatie over de financiële risico’s en
afgeleide financiële instrumenten is opgenomen in
paragraaf 6.6.
Vooruitzichten
Connexxion blijft zich richten op haar kernactiviteiten,
klanten – zowel reizigers als concessieverleners – en
werknemers. Voor het realiseren van de strategie van
de onderneming en de financiering van de vereiste
investeringen is het van belang dat de winstgevendheid
van Connexxion verder wordt verbeterd. Connexxion
blijft alle mogelijkheden onderzoeken voor verbetering
van de bedrijfsopbrengsten en voor het genereren van
kasstromen. In dit kader heeft Connexxion een nieuwe
commerciële strategie ontwikkeld, die beter aansluit
bij de wensen van de klant. Zo zijn in het verslagjaar
een aantal nieuwe activiteiten gelanceerd, waaronder:
Connexxion Breaxx, Connexxion TV en Connexxion
Verzekeringen.
Jaarverslag 2011
13
Aanbestedingen
Beheersing van financiële risico’s
Inherent aan de aard van de gewone activiteiten van
Connexxion, is de Groep blootgesteld aan bepaalde
financiële risico’s. Zie hoofdstuk 6.6 voor nadere
informatie.
Openbaar vervoer
De financiële situatie van Connexxion is niet alleen
sterk gerelateerd aan het aantal aanbestedingen dat
wordt gewonnen of verloren, maar ook aan het type
aanbestedingen. In de sterk concurrerende openbaar
vervoersmarkt wil Connexxion concessies winnen op
basis van goede kwaliteit tegen een reële prijs. Daarbij
waarderen we het dat onze opdrachtgevers veel
interesse tonen in duurzaam ondernemen. Wij vinden
het ook prettig dat wij met onze opdrachtgevers in
dialoog zijn om meer reizigers naar het openbaar
vervoer te trekken. In de komende jaren blijft het
een belangrijk doel, voor zowel opdrachtgevers als
Connexxion, de aangeboden vervoersmodaliteiten
beter op elkaar aan te laten sluiten.
Voor Connexxion zijn nieuwe markten ontstaan
doordat het kabinet definitief heeft besloten het
openbaar vervoer rond de drie grote steden Amsterdam,
Rotterdam en Den Haag aan te besteden. Connexxion
ziet ook uit naar verdere openbare aanbesteding van
het regionaal railvervoer in Nederland. De regionale
vervoerders, verenigd in de Federatie Mobiliteitsbe-
drijven Nederland (FMN), hebben in 2011 het ‘Het
Nieuwe Spoorplan’ gepresenteerd aan de Tweede
Kamer. Dit plan is gericht op het verdelen van het
regionale spoor tussen de regionale vervoerders. Dit is
een belangrijke stap om te komen tot een multimodaal
netwerk met meer toegevoegde waarde voor de reiziger.
Vanwege overheidsbezuinigingen moeten concessie-
verleners flinke bezuinigingen doorvoeren. We zitten
dan ook regelmatig met hen aan tafel om bestaande
contracten te heronderhandelen. Inzet daarbij is om de
efficiency verder te verhogen.
In 2011 won Connexxion Openbaar Vervoer de
aanbesteding van de nieuwe concessie van de
Stadsregio Arnhem Nijmegen. Onder de merknaam
Breng zal Connexxion ook na 9 december 2012 voor
tien jaar het openbaar vervoer in de Stadsregio Arnhem
Nijmegen verzorgen. Daarnaast heeft de Stadsregio
Rotterdam de aanbesteding voor de ParkShuttle aan
Connexxion gegund. Dit betekent dat tenminste
tot eind 2016 de elektronisch geleide automatische
vervoerservice door Connexxion wordt uitgevoerd.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op
3 november 2011 de gunning van Bestuur Regio Utrecht
(BRU) aan Qbuzz opnieuw geschorst. Als gevolg hiervan
heeft BRU besloten opnieuw te gaan aanbesteden. Dit
betekent dat Connexxion tot minimaal 8 december
2013 het openbaar vervoer verzorgt in Regio Utrecht.
Taxi Services, Tours en Ambulancezorg
Van de 77 aanbestedingen (en verlenging van
aanbestedingen) waarop Connexxion Taxi Services
in 2011 inschreef, werden er 27 gewonnen. Dit is
51% van de Totaale omzet die wordt aanbesteed.
Voor wat betreft vraagafhankelijk vervoer, heeft
Connexxion de contracten voor regionaal taxivervoer
in Twente gewonnen. Bovendien werd het contract
voor Leerlingenvervoer in Utrecht, Gooi & Vechtstreek
en Amsterdam aan Connexxion gegund. Verder werd
het Valys-contract met een jaar verlengd door het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Overnames
In de verslagperiode heeft Connexxion Taxi Services,
Tours en Ambulancezorg enkele acquisities gedaan.
Connexxion Ambulancezorg heeft Witte Kruis Holding
B.V. in Den Haag overgenomen. Bij deze overname,
die perfect past in het beleid dat Connexxion
Ambulancezorg ambieert, zijn ruim 150 medewerkers
betrokken. Taxi Blaakman in Vlissingen is in 2011 door
Connexxion Taxi Services overgenomen. Verder heeft
Connexxion Taxi Services in de verslagperiode De
Hollandse Vervoert/Zeevang Taxi’s overgenomen.
14
3 Verslag van de Raad van Bestuur
OV-chipkaart
Op 3 november 2011 is definitief afscheid genomen
van de strippenkaart, een historisch moment. De
strippenkaart, die in mei 1980 zijn intrede deed in
het openbaar vervoer is nu volledig vervangen door
de OV-chipkaart. De introductie van de OV-chipkaart
is geleidelijk aan verlopen. De finale overgang van
strip naar chip vond in vier fasen plaats in de periode
mei-november 2011.
Het fors toenemend gebruik en de voordelen die steeds
meer reizigers ervaren, overtuigen Connexxion dat de
OV-chipkaart een goed en succesvol betaalmiddel is.
De kaart vergroot het reizigersgemak en daarmee de
toegankelijkheid tot het openbaar vervoer.
Op 8 juni 2011 heeft voormalig minister van Verkeer &
Waterstaat, Karla Peijs, de tien miljoenste OV-chipkaart
uitgereikt. Bijna vijf jaar eerder gaf toenmalig minister
Peijs groen licht tot de gefaseerde invoering van de
OV-chipkaart. In 2011 maakten in totaal vier miljoen
reizigers gebruik van de OV-chipkaart in onze bussen,
trams en treinen. Het totaal aantal transacties met
de OV-chipkaart is gedurende het jaar toegenomen.
In januari 2011 werden 11 miljoen ritten met de
OV-chipkaart betaald in bussen, trams en treinen van
Connexxion en aan het einde van het jaar waren dit er
16 miljoen. Connexxion registreerde in het verslagjaar
meer dan 133 miljoen ritten die door de reizigers met
de OV-chipkaart werden betaald.
In 2011 is Connexxion tevens verder gegaan met
het inrichten van winkels als distributiepunt voor de
OV-chipkaart. Reizigers kunnen inmiddels bij meer dan
500 van deze winkels hun OV-chipkaart kopen, activeren
en saldo en/of een reisproduct op de kaart laden.
Connexxion heeft daarvoor contracten afgesloten met
diverse winkelketens, zoals Primera en Ako. Verder zijn
de bussen van Connexxion voorzien van ‘afhaal-‘ en
‘oplaad’-apparatuur, waarmee reizigers reisproducten
die via internet besteld zijn, kunnen afhalen en saldo
op hun OV-chipkaart kunnen zetten.
In het verslagjaar zijn landelijke week-, maand- en
jaarkaarten en zelfs regionale kaarten beschikbaar
gekomen die op de OV-chipkaart gezet kunnen worden.
Papieren kaartjes worden nog wel door buschauffeurs
verkocht aan reizigers die incidenteel reizen. Hiermee
zorgen wij dat het openbaar vervoer toegankelijk is voor
een ieder die met Connexxion wenst te reizen.
Reizigersontwikkeling openbaar vervoer
In 2011 liet het aantal OV-reizigers voor bus- en
treinvervoer, na correctie voor concessiewisselingen,
een lichte daling van 2,4% zien. De grootste groei (6%)
werd bereikt in de Valleilijn, gevolgd door IJsselmond,
Amstelland Meerlanden (incl. Zuidtangent), Almere
(stad- en streekvervoer) en Voorne-Putten met een
groei van 1 tot 3%. De overige concessies lieten een
gemiddelde daling van 4% zien.
Klanttevredenheid
Connexxion hecht veel waarde aan de tevredenheid
van haar klanten. Elk jaar wordt onder reizigers de
OV-Klantenbarometer gehouden, een onafhankelijk
onderzoek dat jaarlijks wordt uitgevoerd door KPVV.
Over 2011 behaalde Connexxion een gemiddeld
rapportcijfer van een 7,3. Daarmee wordt Connexxion
hoger gewaardeerd dan het landelijk gemiddelde van
een 7,2. De Valleilijn komt als beste treinverbinding uit
de bus. De sneltram in Utrecht als de beste tramdienst.
Nieuwe markten
Connexxion heeft vorig jaar een nieuwe commerciële
strategie ontwikkeld, waarin de wensen van reizigers
nog meer centraal staan. Met de verbreding van de
activiteiten wil Connexxion meer comfort en gemak
bieden, om daarmee huidige klanten beter te binden
en nieuwe klanten aan te trekken. De nieuwe diensten
sluiten aan bij de wensen van de klant en hebben tevens
ten doel de winstgevendheid en marktpositie van
Connexxion verder te versterken. Zo is dit verslagjaar
gestart met het winkelconcept Breaxx in Enschede en
Alkmaar. De komende jaren zullen op meer locaties
gemakswinkels van Breaxx verschijnen.
Jaarverslag 2011
15
Onder de naam Connexxion Verzekeringen is in 2011
een start gemaakt met het aanbieden van drie verzeke-
ringsproducten, namelijk een reis-, auto- en huisdieren-
verzekering. Dit verslagjaar is eveneens Connexxion
TV geïntroduceerd. Een pilot in Noord-Holland Noord
moet aantonen of dit concept aanslaat, waarbij
reizigers in de bus een combinatie van reisinformatie,
nieuws en entertainment te zien krijgen. Daarnaast
biedt Connexxion TV bedrijven een platform om te
adverteren.
Tot slot is onder de vlag van Connexxion Taxi Services
in oktober 2011 een sorteer- en distributiecentrum
voor pakketpost ingericht, in samenwerking met
Selektvracht.
Innovatief
Dankzij internet en smartphones hebben onze reizigers
tegenwoordig overal toegang tot informatie. Dit
betekent dat Connexxion haar dienstverlening ook op
het digitale vlak verder optimaliseert.
Website
In 2011 is de website www.connexxion.nl vernieuwd.
De reiziger kan zijn reis van deur tot deur volledig
plannen, waarbij alle actuele vertrektijden worden
getoond. Via calamiteiteninformatie, zoals extreme
weersomstandigheden, ontvangt de reiziger up to date
informatie over de dienstregeling. De website kent ook
een virtuele assistent, Lisa, die antwoord geeft op de
vragen die een bezoeker op de website stelt. In 2011
heeft de website van Connexxion 12 miljoen bezoekers
verwelkomd.
Speciaal voor mensen met een functiebeperking heeft
Connexxion de website Drempelvrij ontwikkeld, die is
gemaakt volgens de eisen van de Stichting Waarmerk
drempel-vrij.nl. Alle reisinformatie, zoals dienstrege-
lingen, vertrektijden, omleidingen, etc. zijn via deze
website volledig toegankelijk.
Connexxion zet al sinds 2009 Twitter in. Op http://
twitter.com/@connexxion staan korte berichten met
wijzigingen in de dienstregeling, nieuwsitems en
actuele omleidingen
Mobiele app
Voor mensen met een smartphone biedt Connexxion
ook reisinformatie aan in een applicatie voor de
iPhone. Hierin kan de reiziger zijn hele reis van deur
tot deur plannen, waarbij alle vervoersvormen worden
meegenomen in het reisadvies. De Connexxion App,
die in 2012 ook beschikbaar komt voor Android
en Blackberry, biedt ook de zeer handige optie om
eenvoudig de dichtstbijzijnde bushalte te vinden,
inclusief de actuele vertrektijden van de bussen daar.
Eind 2011 was de Connexxion App al bijna 55.000 keer
gedownload.
DRIS
Het Dynamische Reizigers Informatie Systeem (DRIS)
is een digitaal informatiepaneel. Het paneel vermeldt
bij haltes niet alleen de actuele vertrektijden maar
attendeert reizigers ook op rituitval. En het is ook
mogelijk om op de panelen korte berichten voor
reizigers te laten zien. Connexxion loopt voorop in deze
ontwikkeling, waarmee de informatievoorziening aan
de reiziger wederom verder verbeterd wordt.
MIPOV
Ook de informatievoorziening richting opdrachtgevers
heeft in 2011 een nieuwe impuls gekregen, dankzij de
ontwikkeling van het MIPOV-dashboard. Hier vinden
de concessieverleners in een oogopslag informatie over
punctualiteit, rituitval, klachten en OV-chipkaartcijfers.
Infomonitor Taxipoints
De infomonitor is een beeldscherm waarop de
reiziger real-time wordt geïnformeerd of zijn of
haar taxi geboekt is en hoe laat de taxi arriveert.
Deze infomonitoren staan in enkele ziekenhuizen en
instellingen, als extra service van Connexxion Taxi
Services voor haar reizigers.
Google Transit
Vanaf 2012 is Connexxion aangesloten op Google
Transit. Google Transit is de onlangs in Nederland
geïntroduceerde OV-reisplanner van Google Maps.
16
3 Verslag van de Raad van Bestuur
Draadloos internet
Friese jongeren gaven in het kader van een speciale
campagne aan dat ze graag draadloos internet in de bus
wilden. Connexxion en de provincie Friesland hebben
daarop besloten om in dertien bussen gratis draadloos
internet (wifi) aan te bieden. De treinen van Connexxion
op de Valleilijn zijn overigens al enkele jaren voorzien
van draadloos internet.
Innovaties bij Ambulancezorg
Ook op andere vlakken toont Connexxion haar
innovatieve kant. In navolging van Zeeland is in 2010
in Noord- en Oost Gelderland de ‘digitale vooraankon-
diging ambulance’ geïntroduceerd. Dit betekent dat
terwijl de ambulance nog op weg is, de patiëntregis-
tratie in de status al digitaal verzonden kan worden
naar de Eerste Hulpafdeling van het ziekenhuis. Deze
ontwikkeling zorgt ervoor dat de patiënt sneller
overgedragen kan worden aan het ziekenhuis.
Bovendien kan de Eerste Hulpafdeling zich beter
voorbereiden op de komst van de patiënt. Connexxion
Ambulancezorg is in 2011 ook gestart met repatriëring.
Daarbij gaat het om vervoer van luchthaven naar een
ziekenhuis.
Sociale veiligheid
In 2011 vond een aantal incidenten plaats waarbij
de veiligheid van onze medewerkers en reizigers in
het geding was. Daarbij ging het ook om een aantal
ernstige incidenten, mishandelingen en bedreigingen.
Connexxion heeft het thema Veiligheid nog steeds hoog
op de agenda staan. Samen met andere stakeholders
wordt aan oplossingen gewerkt. Dit vraagt om een
gezamenlijke aanpak; het gaat immers ook om een
algemeen maatschappelijk probleem.
In het verslagjaar is Connexxion een nieuwe pilot
gestart met het regionaal politiekorps Almere. Het is
sinds april 2011 mogelijk om ernstige incidenten aan
de politie te melden via Skype.
Onze toezichthoudende organisatie heet vanaf juli 2011
geen VIC meer maar Service & Veiligheid. Deze nieuwe
naam vormt een betere afspiegeling van de veranderde
visie op maatschappelijke veiligheid. Connexxion wil het
gevoel van service en veiligheid vergroten en het aantal
incidenten verlagen door middel van gastheerschap,
zichtbare aanwezigheid en gerichte controles.
In 2009 werd er door drie ministeries een taskforce
opgericht voor veiliger openbaar vervoer. Als
afgevaardigde en portefeuillehouder Sociale
Veiligheid binnen de Federatie Mobiliteitsbedrijven
Nederland (FMN) neemt Connexxion actief deel aan
de taskforce. Een aantal maatregelen is voorgesteld die
door de FMN in 2010 zijn opgepakt. In het jaar 2011
zijn er twee maatregelen genomen. In de concessies
Stadsregio Arnhem Nijmegen, Rijn- en Bollenstreek
Midden Holland en Haarlem IJmond is er een
inhaalslag gemaakt met het plaatsen van camera's.
Deze maatregelen zijn volledig gesubsidieerd. De FMN
is in september 2011 van start gegaan met de pilot
‘Verbeterd Toezicht’. Via deze pilot werden zestig extra
toezichthouders concessieoverstijgend ingezet. Dit
vond plaats in elf concessiegebieden van Connexxion,
Veolia en Arriva. De bijbehorende subsidie werd door
zes centrale en decentrale overheden betaald. De
FMN draagt bij in natura. Het doel van de pilot is een
reductie van 20 procent van het aantal incidenten en
een substantiële verhoging van de veiligheidsbeleving
van onze medewerkers en reizigers.
Samen met de partners binnen de FMN, te weten
Arriva, Syntus en Veolia, blijft Connexxion zich sterk
maken voor een basisnorm sociale veiligheid in
aanbestedingen, in plaats van te concurreren op dit
vlak. De FMN is van mening dat de veiligheid van ons
personeel en onze reizigers geen concurrentiefactor
mag vormen. De onderhandelingen bevinden zich in
de laatste fase.
Jaarverslag 2011
17
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)
Met meer dan één miljoen klantcontacten per dag
staat Connexxion midden in de samenleving. Daarbij
hebben wij verantwoordelijkheden richting reizigers,
opdrachtgevers en medewerkers. Connexxion
onderneemt op het gebied van MVO dan ook een
groot aantal initiatieven. Zo werken wij, vaak in
samenwerking met opdrachtgevers, continu aan de
veiligheid en toegankelijkheid van onze diensten en
aan de duurzaamheid van het openbaar vervoer.
In 2009 werd Connexxion ‘Full Signatory’ van de
‘Charter on Sustainable Development’ van de UITP
(International Association of Public Transport). Als ‘Full
Signatory Member’ willen wij onze ambities ten aanzien
van duurzaam vervoer verder vormgeven. Connexxion
committeert zich aan de Charter door het bevorderen
van duurzame ontwikkeling en het uitwisselen van
rapportages en best practices met alle stakeholders.
Connexxion rapporteert omtrent MVO op het ‘Global
Reporting Initiative G3 level C’ en de relevante items
waar opdrachtgevers om vragen als onderdeel van
contracten.
Duurzaamheid
In 2011 bestond 93% van ons wagenpark uit
lage-emissiebussen (2010: 87%). Bijna al onze
voertuigen zijn inmiddels volledig toegankelijk voor
reizigers met een lichamelijke beperking.
In de afgelopen jaren zijn er in samenwerking met
opdrachtgevers en andere partijen diverse initiatieven
gestart met schone bussen die van alternatieve
brandstoffen gebruik maken. Zo rijden er in de provincie
Zeeland sinds september 2009 bussen op groen gas en
rijden vanaf 2010 alle stadsbussen in Nijmegen op
aardgas. Eind 2010 is er bovendien een proef geweest
met een inductiebus in Utrecht. Deze bus, genaamd
Coulombus, rijdt op een accu die via inductietechniek
wordt bijgeladen. Dit pilotproject was een initiatief van
Connexxion, ProRail en Stichting Doen.
Met ingang van de nieuwe concessie van Stadsregio
Arnhem Nijmegen per 9 december 2012 gaat
Connexxion alleen nog trolleybussen inzetten en
bussen die op aardgas rijden met certificaten voor
groen gas. Dankzij afspraken met CNG-Net, Essent en
ARN zal dit groen gas zijn dat duurzaam en regionaal
geproduceerd is.
Verder is Connexxion in 2010 een samenwerking
aangegaan met Wheels4all om reizigers nog meer
keuze in vervoer te bieden, waarbij gemakkelijk, milieu-
vriendelijk en betaalbaar van deur-tot-deur kan worden
gereisd. Wheels4all heeft een landelijk netwerk van
buurtauto’s die door meerdere personen in één buurt
gedeeld worden. Dankzij deze samenwerking kunnen
reizigers op eenvoudige wijze naar de bushalte rijden,
of vanaf de bushalte naar hun bestemming reizen.
Connexxion en Wheels4all willen met deze creatieve
oplossing de drempel verlagen om nieuwe, bewuste
vervoerkeuzes te maken.
Midden in de samenleving
Connexxion toont haar maatschappelijke betrokkenheid
ook op diverse andere wijzen, bijv. door maatschap-
pelijke initiatieven te steunen die de integratie van
mensen met een functiebeperking in de maatschappij
bevorderen. Met een aantal organisaties, zoals Zideris
en Prinsenstichting, werkt Connexxion samen, om
mensen met een verstandelijke beperking beter deel
te kunnen laten nemen aan de maatschappij. Deze
organisaties verzorgen onder meer de schoonmaak
van bussen. Een ander voorbeeld is het cateringteam
van Connexxion Taxi Services Tours en Ambulancezorg.
Voor reizigers met een visuele beperking is een speciale
OV-chipkaart ontwikkeld, het Viziris-abonnement.
Reizigers met een OV-begeleiderskaart (B) en een
persoonlijke OV-chipkaart kunnen dit abonnement op
hun OV-chipkaart laden en daarmee voor tien euro per
maand in heel Nederland reizen met metro, bus, tram
en over water.
18
3 Verslag van de Raad van Bestuur
In 2011 heeft Connexxion Ambulancezorg een
ambulance geschonken aan de Stichting Twentse
Wensambulance. Het voertuig wordt ingezet om
hartenwensen te vervullen van langdurig chronische
zieken of mensen die in een terminale levensfase
verkeren.
Connexxion was de eerste personenvervoerder die
een innovatief systeem implementeerde waarmee
AMBER Alerts te zien zijn op beeldschermen in bussen.
Hiermee wil Connexxion een bijdrage leveren aan
het snel terugvinden van vermiste kinderen. In de
concessies BRU, provincie Utrecht, Almere en Stadsregio
Amsterdam, Zaanstreek en regio Gooi- en Vechtstreek
zijn de alerts in de bussen te zien. Vanaf begin 2011
worden ook AMBER Alerts uitgestuurd naar de taxi’s
van Connexxion.
Diverse MVO-activiteiten van Connexxion worden
belicht in het jaarmagazine 2011 van Connexxion, dat
naast dit officiële jaarverslag wordt uitgegeven.
Medewerkers
Connexxion is in vele opzichten een 'mensenbedrijf'.
Met bijna 14.000 medewerkers behoort Connexxion tot
de grootste werkgevers in Nederland. Connexxion heeft
aandacht voor zowel de fysieke arbeidsomstandigheden
als de inhoudelijke kwaliteit van het werk. Begin 2012
werd door Connexxion de werknemerstevredenheid
wederom gemeten. De werknemers waardeerden
hun werk en werkomgeving bij Connexxion met een
gemiddeld cijfer van 7,1, een verbetering in vergelijking
met het voorgaande onderzoek in 2011.
Een van de prioriteiten in het HR-beleid is het verlagen
van het ziekteverzuim. Er wordt dan ook veel aandacht
geschonken aan verlaging van het ziekteverzuim en
re-integratie. Vier jaar geleden benoemde Connexxion
een adviseur re-integratie. Allereerst om de huidige
problematiek in kaart te brengen en ten tweede
om controle en grip te hebben op de ingehuurde
re-integratiebedrijven. Verder zijn casemanagers en
mobiliteitsadviseurs ingehuurd ter ondersteuning
van managers bij het vinden van oplossingen voor
het verzuim op hun afdeling. Zij versnellen het
re-intregatie proces voor de werknemers of zoeken
andere oplossingen voor verzuimreductie.
Connexxion maakte tevens regelmatig gebruik van
het re-integratienetwerk Nexus, dat een aantal jaren
geleden samen met andere bedrijven is opgezet. Als
er geen geschikt werk binnen Connexxion is voor
gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, kunnen zij
bij een van de deelnemende bedrijven te werk worden
gesteld. Dit geldt ook andersom.
Preventie staat eveneens hoog op de agenda. In het
verslagjaar is Connexxion in Noord-Holland Noord
een pilot Gezondheidsmonitor gestart. Dit moet
gedetailleerd inzicht geven in hoe het is gesteld met
de gezondheid van de medewerkers en de organisatie.
Verder bezocht een speciale ingerichte bus in 2011
een aantal vestigingen om gezondheidscontroles te
houden en voorlichting te geven aan chauffeurs van
Connexxion. Daarnaast volgen alle buschauffeurs
een speciale nascholingscursus, om hen inzicht te
verschaffen in hoe ze mogelijke psychische en/of
lichamelijke klachten kunnen voorkomen of aanpakken.
Connexxion heeft in 2011 ook besloten een initiatief
van jonge medewerkers te steunen; zij richtten
het platform ‘Young Connexxion’ op. Dit platform
heeft de volgende drie doelstellingen: meer jonge
medewerkers aantrekken, de werkomstandigheden
van jonge medewerkers verbeteren en kennisopbouw
en –uitwisseling bevorderen. Ook werd aandacht
geschonken aan een diversiteitsprogramma, waarmee
we het aandeel van vrouwen in posities in het senior
management willen vergroten.
Reorganisatie
Eind 2010 is Connexxion gestart met het Project 180.
Connexxion wil met dit project een gezonde toekomst
van het bedrijf zeker stellen en tegelijkertijd inspelen
op de verwachte ontwikkelingen op de Nederlandse
markt, via een multimodale benadering. Dit heeft
geleid tot integratie van de modaliteiten Taxi Services
en Openbaar Vervoer op districtsniveau.
De holdingactiviteiten zijn samengevoegd met de
hoofdkantoren van de divisies Openbaar Vervoer en Taxi
Services, Tours en Ambulancezorg. Tevens is de efficiency
van de indirecte activiteiten verhoogd. Alle indirecte
kosten zijn hiervoor in kaart gebracht, zoals personele
kosten van het hoofdkantoor, de divisiekantoren en de
servicecentra, kosten voor huisvesting, adviseurs en
ontwikkeling van diensten etc..
Jaarverslag 2011
19
Fusie
Op 3 maart 2011 werd een definitief akkoord
ondertekend tussen de personenvervoerbedrijven
Transdev en Veolia Transport. Daarmee zijn Connexxion
en Veolia Transport Nederland lid geworden van dezelfde
groep; VeoliaTransdev. De nieuwe onderneming biedt
werk aan ruim 120.000 medewerkers en heeft een
omzet van EUR 8 miljard. Concreet betekent dit dat
het indirecte moederbedrijf van Connexxion, Transdev,
nu deel uitmaakt van een nieuwe onderneming waarin
Caisse des Depôts en Veolia Environnement ieder een
aandeel van 50 procent hebben.
Begin december 2011 heeft Veolia Environnement
echter bekendgemaakt dat het haar aandeel in
VeoliaTransdev wil verkopen. Caisse des Depôts dat dus
de andere 50 procent aandelen van VeoliaTransdev in
bezit heeft, heeft aangegeven dat zij blijft bijdragen
aan de ontwikkeling van VeoliaTransdev op de lange
termijn. De verwachting is dat de toekomstige
wijziging in de samenstelling van de aandeelhouders
van VeoliaTransdev geen invloed heeft op de visie of de
strategie van VeoliaTransdev in ons land.
Raad van Bestuur/Executive Committee (Excom)
Bruno Bruins, Chief Customer Relations Officer en lid
van de Raad van Bestuur en de Excom van Connexxion
heeft per 14 november 2011 Connexxion verlaten.
Connexxion bedankt Bruno Bruins voor wat hij voor
Connexxion heeft betekend, vooral voor zijn positieve
bijdrage aan de contacten met opdrachtgevers, de
politiek en de media.
Op 15 november 2011 werd Richard Dujardin benoemd
tot Chief Commercial Officer (CCO) van Connexxion. Tot
zijn aantreden was Richard CEO van Veolia Transport
Nederland. Richard Dujardin werd tevens [statutair] lid
van de Raad van Bestuur van Connexxion.
De Raad van Bestuur/ExCom telde eind 2011 de
volgende leden:
Hubert Guyot (Chief Executive Officer en voorzitter Raad
van Bestuur), Bram Drexhage (Chief Financial Officer en
lid van de Raad van Bestuur), Richard Dujardin (Chief
Commercial Officer en lid van de Raad van Bestuur),
Theo Vegter (Chief Operating Officer), Herman Kuipers
(directeur Project 180) en Peter-Paul Witte (Chief
Human Resources Officer). Dirk Slijper (directeur
Juridische Zaken) is secretaris van de ExCom.
De Raad van Bestuur/Excom heeft gedurende het
jaar met een goede teamspirit de uitdagingen van
de ambitieuze projecten het hoofd kunnen bieden.
Met verdere interactie en samenwerking op allerlei
gebieden verwacht de Raad van Bestuur/ExCom in de
toekomst nog meer vruchten te plukken van de goede
samenwerking.
Tot slot
Connexxion is trots op haar resultaten over 2011. Het
positieve financiële resultaat is met name te danken aan
‘operational excellence’, dat door onze medewerkers
wordt uitgevoerd. Onze klanten waarderen deze
‘operational excellence’ getuige de resultaten van
Connexxion in diverse tevredenheidonderzoeken.
Wij willen graag alle medewerkers van Connexxion
bedanken voor hun inzet. Met hun enthousiasme voor
hun dagelijkse werk weten zij onze reizigers optimaal
te bedienen. Dat waarderen wij ten zeerste.
Hilversum,
Namens de Raad van Bestuur van Connexxion Holding NV
H.A.B. Guyot B.J. Drexhage R.J. Dujardin
Chief Executive Officer Chief Financial Officer Chief Commercial Officer
20
4 Curricula Vitae van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur
Th.G.J. (Thierry) Walrafen
Van december 2004 tot december 2007 was Thierry Walrafen Inspecteur Général des
Finances. Van 1992 tot 2004 was hij lid van het bestuur van Caisse des Dépôts. Tot mei
1992 was hij topambtenaar op het Franse Ministerie van Economische Zaken en Financiën,
waar hij in 1968 in dienst was getreden. Hij heeft verschillende functies bekleed op het
departement voor Economisch Beleidsonderzoek van dit Ministerie en vertegenwoordigde
de Franse Treasury in o.a. Beiroet (Libanon), Washington DC (V.S.), Bonn (Duitsland) en Den
Haag (als Financial Minister aan de Franse ambassade). Thierry Walrafen is afgestudeerd
aan de Ecole Nationale d’Administration (Parijs) en heeft studies afgerond aan de Faculté
de Droit (Parijs) en het Institut d’Etudes Politiques (Parijs). Sinds het voorjaar van 1996 is hij
redacteur van de Revue d’Economie Financière.
F.N.P. (Frédéric) Gagey
Frédéric Gagey is afgestudeerd aan de Ecole Polytechnique en de Ecole Nationale de la
Statistique et de l’Administration Economique (ENSAE). Hij heeft tevens een postdoctorale
opleiding Economie aan de Université de Paris 1 afgerond. Hij begon zijn carrière bij het Franse
Bureau voor de Statistiek (INSEE) en het Franse Ministerie van Financiën. Van september 1994
tot april 1997 was hij Vice President Budget & Control bij de Franse luchtvaartmaatschappij
Air Inter. Na de fusie tussen Air Inter en Air France in april 1997 werd Frédéric Gagey Vice
President en hield zich bezig met de privatisering en de financiële communicatie voor Air
France. In juni 1999 werd hij benoemd tot Vice President Financiën bij Air France. Hij trad
op 1 januari 2005 toe tot de Raad van Bestuur en werd Managing Director & Chief Financial
Officer bij KLM NV. Frédéric Gagey is tevens lid van het Group Executive Committee van Air
France KLM en voorzitter van het bestuur van Groupe des Ecoles Nationales d’Economie et
de Statistique (GENES).
J.R.H. (Hanja) Maij-Weggen
Hanja Maij-Weggen heeft vanaf 1977 tot haar pensioen diverse (bestuurs-) functies bekleed
in de publieke sector. Zo was zij lid van het Europees Parlement, Minister van Verkeer en
Waterstaat en Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Momenteel is mevrouw
Maij-Weggen o.a. President van World Society for the Protection of Animals (W.S.P.A.)
Netherlands en W.S.P.A. International. Naast deze functies is mevrouw Maij-Weggen
toezichthouder in zowel de publieke als de private sector, o.a. bij ING Nederland en
Wageningen University.
Raad van Commissarissen
Jaarverslag 2011
21
J.J.M. (Joost) van der Does de Willebois
Joost van der Does de Willebois, tot 1 juni 2010 voorzitter van NYSE Euronext Amsterdam,
is in zijn jaren bij Shell rechtstreeks betrokken geweest bij de logistieke sector. Bij Shell
Nederland was hij verantwoordelijk voor de retail-activiteiten. Verder vervulde hij bij deze
onderneming diverse internationale, leidinggevende posities, onder meer in Frankrijk en in
Franse overzeese gebieden. In 1998 maakte de heer Van der Does de Willebois de overstap
naar de financiële sector. Hij bekleedde diverse bestuursfuncties bij de ING Groep. Bij de
ING Groep en in zijn functie bij NYSE Euronext heeft hij sterke financieel-economische
vaardigheden opgedaan. De heer Van der Does de Willebois heeft veel kennis van kapitaal-
intensieve sectoren en heeft waardevolle expertise als het gaat om retail in een sterk
competitieve markt met lage winstmarges. Bovendien heeft hij ruime ervaring met grote
organisaties in complexe omgevingen en is hij adviseur voor de Raad van Bestuur van
PricewaterhouseCoopers en Senior Board Advisor bij NIBC.
E.J.J. (Hans) Schenk
Hans Schenk is hoogleraar Organisatie-economie aan de faculteit Recht, Economie, Bestuur
en Organisatie van de Universiteit Utrecht. Daarnaast is hij plaatsvervangend kroonlid van
de Sociaal-Economische Raad en fellow van het Tjaling C. Koopmans Instituut, Netspar, Encore
en CIBAM (Universiteit van Cambridge). De heer Schenk geldt als een van de bekendste
Nederlandse economen op het gebied van fusies en overnames, regulering en corporate
governance. In 2009-2010 heeft hij, in opdracht van de Tweede Kamer, het wetenschappelijk
onderzoek naar de achtergronden van de kredietcrisis geleid (Commissie De Wit).
22
De Raad van Commissarissen en haar commissies zijn ultimo 2011 als volgt samengesteld:
Nationaliteit Benoemd/ Tot Commissie
Herbenoemd in
Thierry Walrafen Frans 2011 2015 Voorzitter Raad van Commissarissen
Lid Auditcommissie
Voorzitter Selectie- en
Benoemingscommissie
Lid Bezoldigingscommissie
Frédéric Gagey Frans 2011 2015 Voorzitter Auditcommissie
Lid Selectie- en Benoemingscommissie
Hanja Maij-Weggen Nederlands 2010 2014 Voorzitter Bezoldigingscommissie
Lid Selectie- en Benoemingscommissie
Joost van der Does Nederlands 2010 2014 Lid Auditcommissie
de Willebois
Hans Schenk Nederlands 2010 2014 Lid Bezoldigingscommissie
4 Curricula Vitae van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur
Jaarverslag 2011
23
H.A.B. (Hubert) Guyot (1950)
Hubert Guyot is op 5 december 2008 toegetreden tot de Raad van Bestuur van Connexxion
Holding NV en bekleedt de functie van CEO en voorzitter van de Raad van Bestuur. Daarvoor
bekleedde hij onder andere de functie van CEO bij Yarra Trams in het Australische Melbourne
(1999-2005), Managing Director bij AMT Genua (Italië), Managing Director bij Semitag in
Grenoble (Frankrijk) en directeur Human Resources van de Transdev Groep. Vanaf 1980 is
hij werkzaam in de openbaarvervoersector en heeft daarin veel ervaring opgedaan met
het integreren van buitenlandse bedrijven. Hij is expert op het gebied van publiek-private
samenwerkingsconstructies. De heer Guyot is verder lid geweest van de UTP & FNVT Board
of Directors (1991-1999) en van UITP International Lightrail Commission (1984-1993).
Hubert Guyot is afgestudeerd ingenieur aan de Ecole Centrale Arts et Manufactures in Parijs
(Frankrijk).
B.J. (Bram) Drexhage (1955)
Bram Drexhage is op 1 september 2009 toegetreden tot de Raad van Bestuur van Connexxion
Holding NV. Hij vervult de functie van Chief Financial Officer. Voordat hij bij Connexxion
kwam, heeft Bram Drexhage een ruime bestuurlijke ervaring opgebouwd in verschillende
sectoren. Zijn meest recente functie was General Manager bij een TNT-postbedrijf in
Duitsland. In 2002 ging hij werken bij DHL, een dochter van Deutsche Post, als financieel
directeur van Van Gend & Loos. Daarna werd hij CFO van DHL Express Europe. De heer
Drexhage heeft verschillende financiële managementfuncties bekleed bij bedrijven zoals Sara
Lee, AGA en ICI. Hij heeft tevens uitgebreide ervaring opgedaan met financiële optimalisatie-
projecten in verschillende sectoren en met fusies, overnames en integratieprocessen. Bram
Drexhage is afgestudeerd in Economie en Bedrijfskunde aan de Universiteit van Groningen.
R.J. (Richard) Dujardin (1968) (per 15 november 2011)
Richard Dujardin trad toe tot de Raad van Bestuur van Connexxion Holding N.V. op
15 november 2011. Hij bekleedt de functie van Chief Commercial Officer. Voor zijn benoeming
was hij Chief Executive Officer bij Veolia Transport Benelux, Ierland en Engeland. Hij maakte
in 2002 de overstap naar de openbaarvervoersector, toen hij als Managing Director van
Veolia Transport Ierland werd benoemd. Zijn taak was het nieuw gebouwde lightrailsysteem
in Dublin operationeel te maken. Vanaf 1992, toen zijn carrière begon, is de heer Dujardin
altijd betrokken geweest bij publiek-private samenwerkings-verbanden op het gebied van
milieudiensten (water, afvalwater, transport). Hij is afgestudeerd aan l’Institut Catholique
des Arts et Métiers Lille (Frankrijk) en heeft de graad Master of Business Administration
behaald aan de Reims Management School (Frankrijk).
Raad van Bestuur per jaareinde 2011
24
5 Ondernemingsstructuur
5.1 Organogram van de Vennootschap
ConnexxionHolding
Connexxionstafafdelingen
en servicecentra
ConnexxionTaxi Services, Tours & Ambulancezorg
ConnexxionOpenbaar Vervoer
(incl. GVU, Novio,
Hermes, Water en TSN)
Jaarverslag 2011
25
5.2 Bestuursorganen van de Vennootschap
De organen van de vennootschap kenden per ultimo 2011 de volgende leden:
Raad van Commissarissen
Thierry Walrafen Voorzitter
Frédéric Gagey
Hanja Maij-Weggen
Joost van der Does de Willebois
Hans Schenk
Dirk Slijper Secretaris
Raad van Bestuur
Hubert Guyot Chief Executive Officer, Voorzitter
Bram Drexhage Chief Financial Officer
Richard Dujardin Chief Commercial Officer (vanaf 15 november 2011)
Dirk Slijper Secretaris
Executive Committee
Hubert Guyot Chief Executive Officer, Voorzitter
Bram Drexhage Chief Financial Officer
Richard Dujardin Chief Commercial Officer (vanaf 15 november 2011)
Herman Kuipers Directeur Project 180
Theo Vegter Chief Operating Officer
Peter-Paul Witte Chief Human Resources Officer
Dirk Slijper Secretaris
26
5 Ondernemingsstructuur
Vervolg van de vorige pagina:
Centrale Ondernemingsraad (COR)
Maarten Sweep Voorzitter
Reinald Bakker Secretaris
Willem Schulenberg Plaatsvervangend voorzitter
Hans Cornet Plaatsvervangend secretaris
De leden:
Esmi Swart
Kor Dijkhuizen
Henk van Eerden
Toon Kwakernaat
Bert Leenards
Henk Maas
Aad Riekwel
Willem van der Tol
Jo Collard
Roel van der Poel
Reinier Hatting
Dick Knutzen
Peer van der Biggelaar
Werner van Hartingsveldt
Aad Wayenberg (Voorzitter), Elly Bakker, Rein Snijder en Johan van de Velde traden in de vergadering van 14 april 2011
af. Per dezelfde datum werd Maarten Sweep, de plaatsvervangend secretaris, benoemd tot Voorzitter. Vervolgens werd
Willem Schulenberg benoemd tot plaatsvervangend voorzitter en Reinald Bakker tot plaatsvervangend secretaris.
Op 14 juli trad Dick Knutzen af als secretaris. Vervolgens werd Reinald Bakker per deze datum benoemd tot deze functie.
Op 15 september 2011 werd Hans Cornet benoemd tot plaatsvervangend secretaris.
Jaarverslag 2011
2727Jaarrekening 20116.1 Geconsolideerde balansen 28
6.2 Geconsolideerde winst-en-verliesrekeningen 30
6.3 Geconsolideerde overzichten van het totaalresultaat 31
6.4 Geconsolideerde kasstroomoverzichten 32
6.5 Geconsolideerde overzichten van het verloop
van het eigen vermogen 34
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 36
6.7 Vennootschappelijke balansen 86
6.8 Vennootschappelijke winst-en-verliesrekeningen 88
6.9 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening 89
28
6.1 Geconsolideerde balansen
Voor verwerking van de voorgestelde winstverdeling
Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010
Activa
Vaste activa
Materiële vaste activa 6.6.3 303,6 335,1
Immateriële activa 6.6.4 13,3 11,2
Investeringen in geassocieerde deelnemingen
en joint ventures 6.6.6 1,2 1,2
Overige beleggingen, inclusief derivaten 6.6.7 12,3 24,3
Uitgestelde belastingvorderingen 6.6.8 29,7 25,4
Totaal vaste activa 360,1 397,2
Vlottende activa
Voorraden 6.6.9 7,7 7,4
Handels- en overige vorderingen 6.6.10 147,4 119,9
Geldmiddelen en kasequivalenten 44,0 18,5
Totaal vlottende activa 199,1 145,8
Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop 6.6.11 - 18,5
Totaal activa 559,2 561,5
De toelichting op pagina 36 t/m 85 is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.
Jaarverslag 2011
29
Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010
Eigen vermogen en passiva
Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders 6.6.13 178,0 171,1
Minderheidsbelang - (0,2)
Totaal eigen vermogen 178,0 170,9
Langlopende Verplichtingen
Leningen en overige financieringsverplichtingen 6.6.14 32,5 49,1
Voorzieningen 6.6.15 22,6 26,4
Uitgestelde belastingverplichtingen 6.6.8 8,1 5,1
Derivaten 6.6.16 0,4 2,2
Totaal langlopende verplichtingen 63,6 82,8
Kortlopende verplichtingen
Leningen en overige financieringsverplichtingen 6.6.14 11,3 16,2
Handelsschulden en overige verplichtingen,
inclusief derivaten 6.6.17 166,4 151,9
Vooruitontvangen baten 6.6.18 124,3 123,9
Voorzieningen 6.6.15 15,6 15,1
Totaal kortlopende verplichtingen 317,6 307,1
Verplichtingen geclassificeerd als aangehouden
voor verkoop 6.6.19 - 0,7
Totaal verplichtingen 381,2 390,6
Totaal eigen vermogen en verplichtingen 559,2 561,5
30
6.2 Geconsolideerde winst-en-verliesrekeningen
Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010
Opbrengsten 6.6.23 1.095,7 1.104,7
Bedrijfskosten
Inkoopwaarde van de omzet 6.6.24 (162,6) (175,3)
Personeelskosten 6.6.25 (597,4) (597,5)
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 6.6.26 (63,2) (74,5)
Overige bedrijfskosten (263,1) (240,9)
Totaal bedrijfskosten (1.086,3) (1.088,2)
Resultaten uit bedrijfsactiviteiten 9,4 16,5
Netto financieringslasten 6.6.27 (6,5) (9,5)
Netto financieringsbaten uit toegezegd
pensioenregelingen 6.6.27 12,3 -
Netto financieringsbaten (-lasten) 5,8 (9,5)
Resultaat geassocieerde deelnemingen 6.6.28 - 0,2
Winst voor winstbelastingen 15,2 7,2
Winstbelastingen 6.6.29 (1,1) (1,4)
Winst over de verslagperiode 14,1 5,8
Toe te rekenen aan:
Aandeelhouders van de vennootschap 14,1 5,8
Winst over de verslagperiode 14,1 5,8
De toelichting op pagina 36 t/m 85 is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.
Jaarverslag 2011
31
6.3 Geconsolideerd overzichten van het totaalresultaat
Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010
Niet-gerealiseerde resultaten:
Wijziging in reële waarde kasstroom hedges 2,7 6,6
Effect vennootschapsbelastingen (0,7) (1,7)
Actuariële winsten uit toegezegd pensioenregelingen (12,3) -
Effect vennootschapsbelastingen 3,1 -
Totaal niet gerealiseede resultaten (7,2) 4,9
Winst over de verslagperiode 14,1 5,8
Totaalresultaat over de verslagperiode 6,9 10,7
Toe te rekenen aan:
Aandeelhouders van de vennootschap 6,9 10,7
Totaalresultaat over de verslagperiode 6,9 10,7
De toelichting op pagina 36 t/m 85 is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.
32
6.4 Geconsolideerd kasstroomoverzichten
Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Winst voor belastingen 15,2 7,2
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen, amortisatie en bijzondere
waardeverminderingen 63,2 74,5
Boekresultaat op verkoop vaste activa 0,3 (6,6)
Dotatie, vrijvallen en onttrekking voorzieningen 6.6.15 (3,5) (20,0)
Netto financieringslasten 6.6.27 6,5 9,5
Netto financieringsbaten uit toegezegd pensioenregelingen (12,3) -
69,4 64,6
Mutatie werkkapitaal (8,7) (20,9)
Ontvangen dividend 0,2 0,2
Resultaat geassocieerde bedrijven - (0,2)
Ontvangen rente 0,9 0,7
(7,6) (20,2)
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 61,8 44,4
Jaarverslag 2011
33
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 61,8 44,4
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Acquisities na aftrek van verworven geldmiddelen 6.6.21 (5,9) -
Verwerving van (im)materiële vaste activa (27,3) (41,2)
Ontvangsten uit verkoop van (im)materiële vaste activa 19,8 23,8
Mutatie in overige beleggingen 6.6.7 7,7 1,6
Overige mutaties (0,1) -
Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten (5,8) (15,8)
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Ontvangsten van leningen en overige
financieringsverplichtingen 6.6.14 57,5 161,3
Aflossing leningen en overige financieringsverplichtingen 6.6.14 (81,7) (176,1)
Betaalde interest (6,3) (8,1)
Overige mutaties 6.6.13 - (5,2)
Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten (30,5) (28,1)
Mutatie in geldmiddelen en kasequivalenten 25,5 0,5
Geldmiddelen en kasequivalenten begin boekjaar 18,5 18,0
Geldmiddelen en kasequivalenten einde boekjaar 44,0 18,5
Mutatie in geldmiddelen en kasequivalenten 25,5 0,5
De toelichting op pagina 36 t/m 85 is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.
Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010
34
6.5 Geconsolideerde overzichten van het verloop van het eigen vermogen
Bedragen in miljoenen euro's 2010
Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders
Wettelijke
en overige
niet uit- Resultaat Inge- Minder- Totaal
Aandelen keerbare Overige over de houden heids eigen
kapitaal reserves reserves periode winsten Totaal belang vermogen
Boekwaarde per 1 januari 2010 79,5 2,2 (2,7) 2,3 83,0 164,3 (0,2) 164,1
Resultaat over de periode - - - 5,8 - 5,8 - 5,8
Allocatie resultaat voorgaande
periode - - - (2,3) 2,3 - - -
Niet-gerealiseerde resultaten - - 4,9 - - 4,9 - 4,9
Totaal resultaat - - 4,9 3,5 2,3 10,7 - 10,7
Overige niet uitkeerbare reserves - 4,0 - - (4,0) - - -
Acquisitie minderheidsbelang - - - - - - - -
Overige mutaties - - - - (3,9) (3,9) - (3,9)
Boekwaarde per
31 december 2010 79,5 6,2 2,2 5,8 77,4 171,1 (0,2) 170,9
De toelichting op pagina 36 t/m 85 is een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.
Jaarverslag 2011
35
Bedragen in miljoenen euro's 2011
Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders
Wettelijke
en overige
niet uit- Resultaat Inge- Minder- Totaal
Aandelen keerbare Overige over de houden heids eigen
kapitaal reserves reserves periode winsten Totaal belang vermogen
Boekwaarde per 1 januari 2011 79,5 6,2 2,2 5,8 77,4 171,1 (0,2) 170,9
Resultaat over de periode - - - 14,1 - 14,1 - 14,1
Allocatie resultaat voorgaande
periode - - - (5,8) 5,8 - - -
Niet-gerealiseerde resultaten - - (7,2) - - (7,2) - (7,2)
Totaal resultaat - - (7,2) 8,3 5,8 6,9 - 6,9
Overige niet uitkeerbare reserves - 6,4 - - (6,4) - - -
Acquisitie minderheidsbelang - - - - - - 0,2 0,2
Overige mutaties - - - - - - - -
Boekwaarde per
31 december 2011 79,5 12,6 (5,0) 14,1 76,8 178,0 - 178,0
36
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.1 Algemeen
Connexxion Holding NV (hierna: ‘de Vennootschap’) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht, waarvan
de aandelen voor twee derde in handen zijn van Transdev-BNG-Connexxion Holding BV, het consortium van het Franse
vervoersbedrijf Transdev en Bank Nederlandse Gemeenten, en een derde in handen zijn van de Staat der Nederlanden.
De onderneming heeft haar statutaire zetel in Utrecht en haar hoofdvestiging in Hilversum. De geconsolideerde
jaarrekening van de vennootschap voor het jaar, geëindigd op 31 december 2011, omvat de vennootschap en haar
dochterondernemingen (tezamen te noemen “de Groep”) en het belang van de Groep in (niet-geconsolideerde)
geassocieerde deelnemingen en entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend. De belangrijkste
activiteiten van de Groep zijn het verlenen van diensten op het gebied van openbaar en besloten personenvervoer
en daaraan gerelateerde activiteiten. Ten aanzien van de enkelvoudige winst-en-verliesrekening is gebruik gemaakt
van de vrijstelling ingevolge artikel 402, Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De Raad van Bestuur heeft de jaarrekening opgesteld, welke door de Raad van Commissarissen voor publicatie werd
goedgekeurd op 8 april 2011. De jaarrekening wordt ter vaststelling aan de volgende Algemene Vergadering van
Aandeelhouders voorgelegd.
6.6.2 Belangrijkste rapportagegrondslagen
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards
(IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie (hierna: EU-IFRS) en de IFRIC-interpretaties. De grondslagen voor de
financiële verslaggeving zijn consequent toegepast op alle in deze geconsolideerde jaarrekening vermelde perioden.
De grondslagen zijn tevens consequent toegepast door alle groepsentiteiten. De geconsolideerde jaarrekening is
opgesteld op basis van historische kosten, met dien verstande dat:
- afgeleide financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde;
- voor verkoop aangehouden financiële activa worden gewaardeerd tegen reële waarde.
De hierna genoemde bedragen zijn vermeld in miljoenen euro's, afgerond op het dichtstbijzijnde honderdduizendtal,
tenzij anders vermeld.
Jaarverslag 2011
37
Wijzigingen in rapportagegrondslagen en toelichtingsvereisten
De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen in standaarden zijn verplicht vanaf het boekjaar dat aanvangt per
1 januari 2011:
- IAS 24 (herzien), ‘Toelichtingen over verbonden partijen’, uitgegeven november 2009 vervangt IAS 24. Deze wijziging
wordt met terugwerkende kracht toegepast, in overeenstemming met IAS 8, ‘Grondslagen voor Financiële verslag-
legging, schattingswijzigingen en fouten’. De standaard verduidelijkt de definities van een verbonden partij en
vraagt om een meer gedetailleerde beschrijving van inter-groep transacties. De goedkeuring van deze wijziging
heeft geen impact op de financiële positie of prestaties van de groep.
- IFRIC 14 (wijziging), ‘Vooruitbetaling bij minimaal vereiste financieringsverplichting’. Deze wijziging is met
terugwerkende kracht voor de eerste periode van het boekjaar waar de jaarrekening op van toepassing is waarin
de entiteit IFRCI 14 toepaste. De wijziging maakt een vooruitbetaling van de toekomstige pensioenkosten mogelijk
door deze te classificeren als pensioen actief. De groep is niet onderworpen aan vereisten inzake minimale
financiering, daarom heeft de wijziging van de interpretatie geen invloed op de jaarrekening van de groep.
- IFRIC 19 ‘Aflossing van financiële verplichtingen met eigen vermogensinstrumenten’, met ingang van 1 juli 2010.
De interpretatie wordt met terugwerkende kracht toegepast. De interpretatie verduidelijkt dat eigen vermogens-
instrumenten die aan een crediteur verstrekt zijn om een financiële verplichting geheel of gedeeltelijk af te lossen
nadat over de voorwaarden van de verplichting is heronderhandeld, in overeenstemming met paragraaf 41 van
IAS 39 ‘Financiële instrumenten opname en waardering’. Elke winst of verlies wordt direct opgenomen in de winst
en verliesrekening.
Deze wijzigingen in de grondslagen zijn door de Groep opgevolgd en hebben geen invloed van betekenis op de
jaarrekening over 2011.
De volgende nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties dienen voor de eerste keer te worden toegepast in
de jaarrekening 2011, maar zijn momenteel niet relevant voor de Groep.
- IAS 32 ‘Financiële instrumenten: presentatie – classificatie van uitgegeven rechten (herzien)’, uitgegeven in
oktober 2009 is van toepassing op verslagperioden die met ingang van of na 1 februari 2010 aanvangen. De
wijziging bewerkstelligt een wijziging in de definitie van een financiële verplichting om entiteiten rechten
kwesties en bepaalde opties of garanties als eigen vermogeninstrumenten te classificeren. De groep heeft dit
soort instrumenten niet.
Verbeteringen aangaande IFRS
In mei 2010, publiceerde de IASB zijn derde omnibus van wijzigingen aangaande de grondslagen, in de eerste plaats
met het oog op het verwijderen van inconsistenties en verduidelijking van de formulering. De goedkeuring van de
volgende wijzigingen heeft geleid tot wijzigingen in grondslagen van Financiële verslaggeving, maar hebben geen
invloed op de financiële positie of prestaties van de Groep.
38
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
De verbeteringen aangaande IFRS aan de volgende standaarden had geen invloed op de grondslagen voor financiële
verslaglegging, financiële positie of prestatie van de Groep:
- IFRS 3 Bedrijfscombinaties (Waardering van minderheidsbelangen): de beschikbare waarderingsmogelijkheden
van minderheidsbelangen zijn gewijzigd. Alleen onderdelen van het minderheidsbelang welke een huidig eigen-
domsbelang vertegenwoordigen die de houder ervan het recht geeft op een evenredig aandeel in de netto activa
van de entiteit in geval van liquidatie moet worden gewaardeerd tegen reële waarde. Alle andere componenten
moeten worden gewaardeerd tegen hun reële aanschafwaarde op overnamedatum.
- IFRS 3 Bedrijfscombinaties (voorwaardelijke vergoeding als gevolg van bedrijfscombinatie voorafgaand aan de
toepassing van IFRS 3 (herziene versie van 2008)): De aanpassing maakt duidelijk dat de wijzigingen in IFRS
7 Financiële Instrumenten: Toelichtingen, IAS 32 Financiële Instrumenten: presentatie van IAS 39 Financiële
Instrumenten: Opname en waardering, welke de vrijstelling voor voorwaardelijke vergoeding elimineren, deze
zijn niet van toepassing op een voorwaardelijke vergoeding die voortvloeiden uit bedrijfscombinaties waarvan
de aankoopdata voorafgaan aan de toepassing van IFRS 3 (herziene versie van 2008).
- IFRS 3 Bedrijfscombinaties (Niet vervangen en vrijwillig vervangen op aandelen gebaseerde betalingen): De
aanpassing vereist een entiteit in de bedrijfscombinatie om rekening te houden met de op aandelen gebaseerde
betalingstransacties van de overgenomen partij (al dan niet vrijwillig of verplicht). Deze transacties moeten worden
verdeeld tussen de betaalde vergoeding als onderdeel van de bedrijfscombinatie en kosten na combinatie. Echter,
als de entiteit de overgenomen vervallen betalingen vervangt als gevolg van de bedrijfscombinatie, worden deze
beschouwd als kosten na combinatie.
- IFRS 7 Financiële Instrumenten – Toelichtingen: De wijziging was bedoeld om de verstrekte informatie eenvoudiger
te maken door vermindering van het aantal toelichtingen over aangehouden zekerheden en het verbeteren van
de toelichtingen door eisen te stellen aan kwalitatieve informatie om de kwantitatieve informatie in context te
plaatsen.
- IAS 1 Presentatie van de jaarrekening: De wijziging maakt duidelijk dat een entiteit een analyse van elk component
van niet-gerealiseerde resultaten mag presenteren hetzij in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen of in
de toelichting van de jaarrekening.
- IAS 27 De geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening: De wijziging maakt duidelijk dat het om
belangrijke wijzigingen gaat van IAS 27 ten aanzien van IAS 21 het effect van veranderingen van wisselkoersen,
IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en IAS 31 Belang in joint ventures die vermoedelijk van
toepassing zijn voor boekjaren die aanvangen met ingang van of na 1 juli 2009 of zoveel eerder als IAS 27 eerder
is toegepast.
- IAS 34 Interim Financial Statements: De wijziging biedt een leidraad om te illustreren hoe de bekendmaking-
principes toegepast moeten worden in IAS 34 en is aanvullende informatie vereist op:
- De omstandigheden die de reële waarde en indeling van financiële instrumenten beïnvloeden.
- Overdracht van financiële instrumenten tussen de verschillende reële waarde hiërarchie niveaus.
- Veranderingen in de classificatie van financiële vaste activa.
- Veranderingen in de voorwaardelijke activa en passiva.
- IFRIC 13 Loyaliteitsprogramma’s (bepalen van de reële waarde van de spaarpunten): De wijziging maakt duidelijk
dat wanneer de reële waarde van de spaarpunten is gemeten op basis van de waarde van de prijzen waarvoor ze
kunnen worden afgelost, er moet rekening gehouden worden met de toegewezen kortingen en/of stimulansen
die zijn verstrekt aan klanten die niet deelnemen aan de prijs krediet regeling.
Consolidated
Jaarverslag 2011
39
Een aantal nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden en interpretaties zijn nog niet van kracht voor het jaar
eindigend op 31 december 2011, en zijn niet toegepast bij de opstelling van deze geconsolideerde jaarrekening:
- IFRS 7, ‘Financiële instrumenten: Toelichtingen (wijziging)’, vanaf 1 juli 2011.
- IAS 12, ‘Inkomstenbelastingen – uitgestelde belastingen (wijziging)’: Herstel van onderliggende activa, met ingang
van of na 1 januari 2012.
- IFRS 9, ‘Financiële Instrumenten’, uitgegeven in november 2009. De standaard is de eerste stap in het proces om
IAS 39 ‘Financiële instrumenten: opname en waardering’ te vervangen. De standaard zal ingaan per 1 januari 2013
maar is beschikbaar voor eerdere opname. De standaard is nog niet goedgekeurd door de EU. De Groep is nog de
volledige impact van IFRS 9 aan het beoordelen.
- IFRS 10, ‘Geconsolideerde jaarrekening, IAS 27 Enkelvoudige jaarrekening’, met ingang van of na 1 januari 2013.
- IFRS 11, ‘Joint Arrangements, IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures’, met ingang
van of na 1 januari 2013.
- IFRS 12, ‘Bekendmaking van belangen in andere entiteiten’, met ingang van of na 1 januari 2013.
- IFRS 13, ‘Waardering tegen reële waarde’, met ingang van of na 1 januari 2013.
- IAS 1, ‘Presentatie van items van het totaalresultaat – wijzigingen in IAS 1’, met ingang van of na 1 januari 2012.
- IAS 19, ‘Personeelsbeloningen (herziene versie)’, met ingang van of na 1 januari 2013.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
Dochtermaatschappijen
Dochtermaatschappijen zijn die ondernemingen waarin Connexxion Holding NV direct dan wel indirect beslissende
zeggenschap heeft. Beslissende zeggenschap houdt in dat Connexxion direct dan wel indirect de financiële en
operationele bedrijfsvoering van een onderneming beheerst met als doel voordelen te behalen uit de activiteiten
van die onderneming. De jaarrekeningen van deze dochterondernemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening
opgenomen vanaf de datum dat beslissende zeggenschap verworven wordt tot het moment dat Connexxion
beslissende zeggenschap verliest. De grondslagen voor financiële verslaggeving zijn waar nodig aangepast aan de
door de Groep gehanteerde grondslagen.
Overnames door de Groep van dochterondernemingen worden verwerkt volgens de overnamemethode. De kostprijs
van een overname wordt bepaald op de reële waarde op transactiedatum van de overgedragen activa, de vermogens-
instrumenten en de schulden, inclusief de kosten die direct zijn toe te wijzen aan de acquisitie. Bij de eerste opname
worden de identificeerbare activa en passiva en voorwaardelijke verplichtingen van de overgenomen vennootschap
opgenomen tegen de reële waarde per de overnamedatum, ongeacht de omvang van een minderheidsbelang. Per
acquisitie waardeert de Groep een eventueel minderheidsbelang in de overgenomen partij ofwel op reële waarde
ofwel op het evenredige deel van de netto-activa van de overgenomen partij.
De belangrijkste in de consolidatie van Connexxion Holding opgenomen groepsmaatschappijen zijn:
- Connexxion Openbaar Vervoer NV, Haarlem 100%
- Hermes Groep NV, Weert 100%
- GVU NV, Utrecht 100%
- Novio NV, Nijmegen 100%
- Connexxion Taxi Services BV, Schiedam 100%
- Connexxion Tours BV, Hilversum 100%
- Connexxion Ambulancezorg BV, Haarlem 100%
40
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Eliminatie van transacties bij consolidatie
Intragroepsaldi en -transacties, alsmede niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties binnen de Groep
worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde winsten uit hoofde van transacties met deelnemingen verwerkt volgens
de vermogensmutatiemethode worden geëlimineerd naar rato van het belang dat de Groep in de deelneming heeft.
Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde wijze geëlimineerd als niet-gerealiseerde winsten, maar slechts voor
zover er geen aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering.
Geassocieerde deelnemingen en entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt
uitgeoefend
De geassocieerde deelnemingen zijn deelnemingen waarin invloed van betekenis op het financiële en zakelijke beleid
wordt uitgeoefend zonder dat de Groep er zeggenschap over heeft. Deze deelnemingen worden gewaardeerd volgens
de vermogensmutatiemethode, rekening houdend met bijzondere waardeverminderingen vanaf het moment dat
de invloed van betekenis aanvangt tot het moment dat deze daadwerkelijk eindigt. De belangrijkste geassocieerde
deelnemingen zijn:
- REISinformatiegroep BV, Utrecht 32,8%
- ANT (Advanced Netherlands Transport) BV, Capelle a/d IJssel 20%
- Bedrijfsvervoer Limburg, Roermond 25%.
Entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend zijn ondernemingen waarover de Groep middels
contractuele afspraken met één of meer partijen gezamenlijk zeggenschap heeft. Deze entiteiten worden gewaardeerd
volgens de vermogensmutatiemethode vanaf het moment dat de gezamenlijke zeggenschap aanvangt tot het
moment dat deze daadwerkelijk eindigt. De belangrijkste entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt
uitgeoefend zijn:
- Schiphol Travel Taxi BV, Schiphol, 50%
- CTS Noord B.V, Assen, 51%. (De entiteit wordt opgenomen als een entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap
wordt uitgeoefend op basis van een bepaling betreffende algemene stemmen.)
Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een volgens de vermogens-
mutatiemethode verwerkte deelneming, wordt de boekwaarde van dat belang (inclusief lange-termijn investeringen)
in de balans van de Groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen
behalve voor zover de Groep een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens de deelneming. De
waarderingsgrondslagen van entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en geassocieerde
deelnemingen zijn aangepast aan de waarderingsgrondslagen van de Groep.
De lijst met gegevens betreffende de kapitaalbelangen, zoals bedoeld in artikel 379 en 414, Titel 9, Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek, is gedeponeerd bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel te Hilversum.
Jaarverslag 2011
41
Vreemde valuta’s
Transacties luidend in vreemde valuta worden in de betreffende functionele valuta van de groepsentiteiten
omgerekend tegen de geldende wisselkoers per de transactiedatum. Koersresultaten worden verwerkt in de winst-
en verliesrekening. In vreemde valuta luidende monetaire activa en passiva worden per balansdatum in de functionele
valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers.
Goodwill
Alle bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de overnamemethode. Goodwill wordt opgenomen naar aanleiding
van de overname van dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en entiteiten waarover gezamenlijk de
zeggenschap wordt uitgeoefend. Goodwill is het verschil tussen de kostprijs van de overname en de reële waarde
van de overgenomen netto identificeerbare activa.
Goodwill wordt gewaardeerd tegen de historische kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingen,
waarbij jaarlijks, of vaker indien er aanwijzingen voor zijn, wordt vastgesteld of een bijzondere waardevermindering
(impairment test) noodzakelijk is. Hier zijn de kasstroomgenererende eenheden gelijk aan de divisies: Openbaar
Vervoer en Taxi Services, Tours en Ambulancezorg. Negatieve goodwill die bij een overname ontstaat, wordt direct in
de winst-en-verliesrekening verantwoord.
Voor entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en geassocieerde deelnemingen wordt de
boekwaarde van goodwill opgenomen in de boekwaarde van de investering in de entiteit waarover gezamenlijk de
zeggenschap wordt uitgeoefend of de geassocieerde deelneming.
Geactiveerde contractrechten
Geactiveerde contractrechten hebben betrekking op de door acquisitie van dochtermaatschappijen verkregen vervoers-
contracten. De waarde op het moment van overname wordt bepaald door middel van kasstroom berekeningen van
toekomstige opbrengsten en kosten van vervoerscontracten. Geactiveerde contractrechten worden lineair afgeschreven
over de (resterende) looptijd van het contract. Contractrechten met een onbepaalde looptijd worden niet afgeschreven.
Op de verslagdatum beoordeelt de Groep of er aanwijzingen zijn voor een mogelijke bijzondere waardevermindering
van een geactiveerd contractrecht. Indien een dergelijke indicatie bestaat, maakt de onderneming een schatting
van de realiseerbare waarde van het geactiveerde contractrecht. Een verlies uit hoofde van een bijzondere waarde-
vermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde hoger is dan de indirecte opbrengstwaarde. De indirecte
opbrengstwaarde is gebaseerd op de toekomstige kasstromen, waarbij is uitgegaan van een disconteringsvoet waarin
het risico is weerspiegeld van de onderliggende contracten.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs of veronderstelde kostprijs, verminderd met de
cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs is inclusief uitgaven die direct zijn
toe te rekenen aan de verwerving van het actief.
Materiele vaste activa die worden afgestoten worden aangemerkt als voor verkoop aangehouden. Winsten en verliezen
op de verkoop van een materieel vast actief worden vastgesteld aan de hand van een vergelijking van de verkoop-
opbrengsten met de boekwaarde van de materiële vaste activa en worden netto verantwoord onder de kosten in de
winst-en-verliesrekening.
Voor zover een materieel vast actief omvangrijke bestanddelen bevat welke in economische levensduur uiteenlopen,
worden deze als afzonderlijke materiële vaste activa verantwoord. Connexxion past voor de afschrijving van deze
omvangrijke bestanddelen de zogeheten componentenmethode toe.
42
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
De vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering worden gewaardeerd tegen de gedane uitgaven.
Lease-overeenkomsten waarbij de Groep feitelijk alle risico’s en voordelen van eigendom heeft, worden geclassificeerd
als financiële lease. Materiële vaste activa die door financiële lease zijn verworven, worden gewaardeerd tegen de
reële waarde of indien deze lager is de contante waarde van het minimaal verplichte leasebetalingen bij aanvang van
de lease verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
Na de eerste verantwoording van financiële lease activa worden deze verwerkt als activa in eigendom, waarbij rekening
wordt gehouden met de leasetermijn.
Periodieke vervangingsuitgaven die samenhangen met materiële vaste activa worden geactiveerd mits de toekomstige
economische voordelen voortvloeiend uit het actief naar de Groep zullen gaan en de kosten van dergelijke periodieke
vervangingsinvesteringen betrouwbaar bepaald kunnen worden. Alle overige uitgaven worden als last in de winst-en-
verliesrekening verantwoord wanneer deze zich voordoen. Het deel dat vervangen is wordt niet langer opgenomen
in de balans, conform de bepalingen van IAS 16.70.
De afschrijvingen zijn gebaseerd op de economische gebruiksduur en worden berekend op basis van een percentage
van de kostprijs, rekening houdend met een (gegarandeerde) restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment
van ingebruikneming.
De jaarlijkse afschrijving naar een vast percentage van de kostprijs voor de verschillende categorieën vaste activa,
gebaseerd op de geschatte economische levensduur, luidt als volgt:
Terreinen: 0%
Gebouwen1): 2%
Voertuigen2): 3% - 20%
Overige: 5% - 34%
1) Gebouwen op in erfpacht verkregen grond worden conform de looptijd van het desbetreffende contract afgeschreven als deze
afschrijvingstermijn korter is.
2) Mede afhankelijk van de duur van de concessie en de betreffende activa.
Bijzondere waardeverminderingen van niet-financiële activa
De boekwaarde van de niet-financiële activa van de Groep, wordt op iedere verslaggevingsdatum opnieuw bezien om
te bepalen of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, wordt
een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief. Van goodwill en overige immateriële activa met
een onbepaalde gebruiksduur of die nog niet gebruiksklaar zijn, wordt op iedere verslagdatum een schatting gemaakt
van de realiseerbare waarde. Voor een actief of een kasstroomgenererende eenheid is de realiseerbare waarde gelijk
aan de bedrijfswaarde of, indien hoger, de reële waarde minus verkoopkosten. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde
wordt de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen berekend met behulp van een disconteringsvoet
vóór belasting die een afspiegeling vormt van zowel de actuele markttaxaties van de tijdswaarde van geld als van de
specifieke risico's met betrekking tot het actief. Voor de toetsing op bijzondere waardevermindering worden activa
samengevoegd in de kleinste te onderscheiden groep activa die uit voortgaand gebruik kasstromen genereert die in
grote lijnen onafhankelijk zijn van andere activa en groepen activa (de “kasstroomgenererende eenheid”). De in een
bedrijfscombinatie verworven goodwill wordt voor de toetsing op bijzondere waardevermindering toegerekend aan
kasstroomgenererende eenheden die naar verwachting zullen profiteren van de synergievoordelen van de combinatie.
Binnen Connexxion worden de divisies Openbaar Vervoer en Taxi Services, Tours en Ambulancezorg beschouwd als
kasstroomgenererende eenheden.
Jaarverslag 2011
43
Voor alle overige activa wordt getoetst of er sprake is van een bijzondere waardevermindering op het niveau van de
kasstroomgenererende eenheden.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief of de kasstroom-
genererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde. Bijzondere waarde-
verminderingsverliezen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Bijzondere waardeverminderingsver-
liezen opgenomen met betrekking tot kasstroomgenererende eenheden worden eerst in mindering gebracht op
de boekwaarde van aan de eenheden toegerekende goodwill, en vervolgens naar rato in mindering gebracht op de
boekwaarde van de overige activa van de eenheid (of groep van eenheden). Met betrekking tot goodwill worden
bijzondere waardeverminderingsverliezen niet teruggenomen. Voor andere activa worden in voorgaande perioden
opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen bij elke verslagdatum beoordeeld op indicaties dat het
verlies afgenomen is of niet langer bestaat. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen als de
schattingen zijn veranderd aan de hand waarvan de realiseerbare waarde was bepaald. Een bijzonder waardever-
minderingsverlies wordt uitsluitend teruggenomen voor zover de boekwaarde van het actief niet hoger is dan de
boekwaarde, na aftrek van afschrijvingen of amortisatie, die zou zijn bepaald als geen bijzonder waardeverminde-
ringsverlies was opgenomen.
Classificatie van financiële activa
De Groep classificeert haar financiële activa in de volgende categorieën: tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, leningen en vorderingen, en voor verkoop beschikbaar. De
classificatie is afhankelijk van het doel waarvoor de financiële activa zijn verworven. Management bepaalt de
classificatie bij de eerste verantwoording.
Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en
verliesrekening
Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening zijn
financiële activa die worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Een financieel actief wordt in deze categorie
ingedeeld indien zij voornamelijk is verworven met het doel deze op korte termijn te verkopen. Derivaten worden
tevens aangemerkt als aangehouden voor handelsdoeleinden tenzij ze worden aangemerkt als hedges. Activa in
deze categorie worden aangemerkt als vlottende activa indien zij naar verwachting binnen 12 maanden worden
afgewikkeld. Indien dit niet zo is, worden ze aangemerkt als vaste activa.
Leningen en vorderingen
Leningen en vorderingen zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve
markt zijn genoteerd. Zij worden opgenomen in vlottende activa, behalve indien hun looptijd langer is dan 12 maanden
na het einde van de verslagperiode. Ze worden geclassificeerd als vaste activa. De leningen en vorderingen van de Groep
betreffen de posten ‘handelsvorderingen en overige vorderingen’ en ‘geldmiddelen en kasequivalenten’ in de balans.
Voor verkoop beschikbare financiële activa
Voor verkoop beschikbare financiële activa zijn niet-afgeleide financiële activa die aan deze categorie worden
toegerekend of die niet in de andere categorieën vallen. Zij worden opgenomen in de vlottende activa tenzij ze
aflopen of het management van plan is ze binnen 12 maanden na het einde van de verslagperiode te verkopen.
44
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Opname en waardering
Een aankoop of verkoop van financiële activa volgens standaard marktconventies wordt opgenomen op de
transactiedatum, dat is de datum waarop de Groep zich ertoe verbindt om het actief te kopen of verkopen.
Investeringen worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten
voor alle financiële activa die niet tegen reële waarde worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Financiële
activa worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en de transactiekosten worden opgenomen
in de winst- en verliesrekening. Financiële activa worden niet langer in de balans opgenomen als de rechten op de
kasstromen van de investeringen zijn verlopen of zijn overgedragen en de Groep nagenoeg alle risico’s en voordelen
verbonden aan het eigendom heeft overgedragen. Voor verkoop beschikbare financiële activa en financiële activa
tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Leningen en vorderingen
worden vervolgens opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode.
Winsten of verliezen die voortkomen uit veranderingen in de reële waarde van de categorie 'financiële activa tegen
reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening’ worden opgenomen in de
winst- en verliesrekening in de post netto financieringsbaten en lasten in de periode waarin zij zich voordoen.
Bijzondere waardeverminderingen van financiële activa
Op iedere verslagdatum wordt van een financieel actief beoordeeld of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het
actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. De criteria die de Groep gebruikt om te bepalen of er
objectieve aanwijzingen zijn omvatten:
- aanzienlijke financiële problemen van de emittent of schuldenaar;
- contractbreuk, zoals wanbetaling met betrekking tot rentebetalingen of aflossingen;
- de Groep heeft vanwege economische of juridische redenen in verband met financiële problemen van de
leningnemer aan hem een concessie verleend die zij normaliter niet zouden overwegen;
- waarschijnlijkheid van faillissement of een andere financiële reorganisatie van de leningnemer;
- het wegvallen van een actieve markt voor het betreffende financieel actief vanwege financiële moeilijkheden;
- waarneembare gegevens die erop wijzen dat er sprake is van een meetbare afname van de verwachte toekomstige
kasstromen uit een portefeuille financiële activa sinds de eerste opname in de balans van deze activa, hoewel de
afname nog niet is waar te nemen bij de individuele financiële activa in de portefeuille, waaronder:
a) nadelige veranderingen in de betalingsstatus van schuldenaars in de portefeuille; en
b) nationale of lokale economische omstandigheden die nauw samenhangen met de wanbetaling op activa in
de portefeuille.
Belangrijke financiële activa worden individueel op bijzondere waardevermindering getoetst. De overige financiële
activa worden ondergebracht in groepen met vergelijkbare kredietrisico-kenmerken en worden collectief beoordeeld.
Indien het bedrag van het bijzondere waardeverminderingsverlies in een volgende periode afneemt en de daling
objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die na de afboeking plaatsvond (zoals een verbetering
van de kredietwaardigheid van de debiteur), dient het voorheen opgenomen bijzondere waaardeverminderingsverlies
te worden vermeld in de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
Overige beleggingen, inclusief derivaten
De langlopende vorderingen en leningen worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs verminderd met
bijzondere waardeverminderingen. Op elke balansdatum wordt beoordeeld of er objectieve indicaties zijn dat een
boekwaarde niet realiseerbaar is. De waardevermindering is het verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en de
waarde van de toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van de vordering.
Kasstromen met een resterende looptijd korter dan twaalf maanden worden niet gedisconteerd.
Voor de behandeling van afgeleide financiële instrumenten wordt verwezen naar de vorige paragraaf.
Jaarverslag 2011
45
Handelsvorderingen en overige vorderingen
Handelsvorderingen en overige vorderingen worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en
vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode, onder aftrek van
een voorziening voor bijzondere waardevermindering.
Voorraden
De voorraden worden gewaardeerd tegen historische kostprijs of, indien deze lager is, de directe opbrengstwaarde,
onder aftrek van een voorziening wegens incourantheid. Voorzieningen voor voorraden worden bepaald op basis van
een individuele beoordeling van de voorraden op productgroepniveau. De directe opbrengstwaarde is de geschatte
verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de geschatte kosten van voltooiing en de
verkoopkosten. De historische kostprijs is gebaseerd op gewogen gemiddelde prijzen en is inclusief de verwervings-
kosten en vervoerskosten.
Afgeleide financiële instrumenten
De Groep maakt gebruik van derivaten om de risico’s van schommelingen in de te betalen rente op leningen en
vorderingen, en schommelingen in brandstofprijzen te beperken. Afgeleide financiële instrumenten worden bij
de eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs; toerekenbare transactiekosten worden als last in de winst- en
verliesrekening opgenomen wanneer zij worden gemaakt. Na de eerste opname worden afgeleide financiële
instrumenten tegen reële waarde gewaardeerd. De Groep wijst de derivaten aan als afdekkingen van een bepaald
risico dat is verbonden met een zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige transactie (kasstroomafdekking).
Op het tijdstip van het aangaan van de transactie documenteert de Groep de relatie tussen de afdekkingsinstrumenten
en de afgedekte posten, evenals de doelstellingen van de Groep ten aanzien van risicobeheer en haar strategie bij
het aangaan van verschillende afdekkingstransacties. De Groep documenteert tevens haar beoordeling, zowel bij
het aangaan van de afdekking als daarna, of de derivaten die worden gebruikt in afdekkingstransacties feitelijk zeer
effectief zijn geweest in het bereiken van compensatie van aan het afgedekte risico toe te rekenen veranderingen
in reële waarde of kasstromen van afgedekte posten. Het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van de
derivaten die als kasstroomafdekkingen worden aangemerkt, worden rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten
verwerkt. De winst of het verlies betreffende het niet-effectieve deel wordt direct in de winst- en verliesrekening
opgenomen.
De cumulatieve bedragen opgenomen in het aan de aandeelhouders toe te rekenen eigen vermogen vallen vrij ten
laste van het resultaat in de periode waarin de afgedekte post van invloed is op het resultaat. Het effectieve deel van
de wijzigingen in de reële waarde van de derivaten wordt rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen.
Het ineffectieve deel van de wijziging in de reële waarde wordt direct ten laste van de netto financiële lasten in de
winst- en verliesrekening gebracht. De afdekkingen worden gedocumenteerd, waarin tevens wordt opgenomen hoe
de prospectieve of retrospectieve beoordeling op effectiviteit plaatsvindt. Als een afdekkingstransactie afloopt, blijft
het uitgestelde resultaat nog steeds opgenomen in het aan de aandeelhouders toe te rekenen vermogen en wordt
verwerkt in de winst- en verliesrekening als de verwachte transactie wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Indien het echter onwaarschijnlijk is dat verwachte transactie nog plaats zal vinden, wordt het in het eigen vermogen
verantwoorde cumulatieve resultaat onmiddellijk ten gunste dan wel ten laste van de winst- en verliesrekening
gebracht.
46
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Niet-afgeleide financiële instrumenten worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde, vermeerderd
met de transactiekosten voor instrumenten die niet tegen reële waarde worden opgenomen in de winst- en
verliesrekening. Na de eerste verantwoording worden niet-afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd zoals
hieronder beschreven.
De investeringen van de Groep in aandelen en effecten en bepaalde schuldbewijzen worden aangemerkt als voor
verkoop beschikbare financiële activa. Na de eerste verantwoording worden ze tegen reële waarde opgenomen en
de wijzigingen hierin worden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten.
Geldmiddelen en kasequivalenten
De geldmiddelen en kasequivalenten betreffen de kasmiddelen alsmede tegoeden op bankrekeningen. Direct
opvraagbare deposito’s worden beschouwd als geldmiddelen en kasequivalenten. De Groep kan direct beschikken
over alle liquide middelen.
Voor verkoop aangehouden vaste activa
Vaste activa (of een groep activa en passiva die wordt afgestoten) worden geclassificeerd als aangehouden voor
verkoop indien hun boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie en de verkoop
zeer waarschijnlijk is. De activa (of een groep af te stoten activa) worden vervolgens gewaardeerd op basis van de
boekwaarde, of, indien deze lager is, de reële waarde (beide minus verkoopkosten).
Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders
Het aandelenkapitaal wordt gekwalificeerd als eigen vermogen. Dividend wordt als een verplichting verantwoord in
de periode waarin deze wordt vastgesteld.
Minderheidsbelang
Het minderheidsbelang toont het aandeel van derden in de verschillende geconsolideerde dochtermaatschappijen.
Het minderheidsbelang is gebaseerd op het oorspronkelijke aandeel in de verschillende geconsolideerde dochter-
maatschappijen, aangepast voor hun aandeel in de resultaten van deze dochtermaatschappijen.
Leningen en overige financieringsverplichtingen
Bij het aangaan worden leningen en overige financieringsverplichtingen gewaardeerd tegen de historische kostprijs, na
aftrek van transactiekosten. Na initiële opname worden leningen en overige financieringsverplichtingen gewaardeerd
tegen de geamortiseerde kostprijs, met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode, waarbij een verschil tussen de
kostprijs en de aflossingswaarde over de looptijd van de leningen in de winst-en-verliesrekening wordt verantwoord.
De betaalde rente op deze leningen en overige financieringsverplichtingen wordt in de winst- en verliesrekening
onder financiële lasten verantwoord. De geactiveerde financieringskosten worden over de resterende looptijd van
de betreffende financiering en onder gebruikmaking van de effectieve-rentemethode in de winst- en verliesrekening
opgenomen onder netto financieringsbaten en lasten.
Voorzieningen
Voorzieningen worden opgenomen voor bestaande, in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen per balansdatum,
waarbij de verplichting op betrouwbare wijze geschat kan worden en waarbij het waarschijnlijk is dat voor de
afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen in de toekomst plaatsvindt.
Voorzieningen met een looptijd langer dan één jaar worden bepaald door de verwachte toekomstige kasstromen
contant te maken op basis van een disconteringsvoet voor belasting die een afspiegeling is van de actuele marktsituatie
en de risico’s die inherent zijn aan de verplichting. Voorzieningen met een looptijd korter dan één jaar worden
verantwoord tegen nominale waarde onder de kortlopende voorzieningen.
Jaarverslag 2011
47
Langetermijnpersoneelsbeloningen
Voor vaste uitkeringsregeling pensioenen worden the operationele en financieringskosten separaat in de winst en
verlies rekening getoond. In de operationele kosten worden de lasten van de pensioenaangroei van werknemers
getoond vermeerderd met de eventuele kosten van het verhogen of verlagen van de pensioenopbouw of het
collectief overdragen van de pensioenverplichtingen naar een andere pensioenuitvoerder waarmee ten aanzien van
de betreffende pensioenregeling geen toekomstige winsten of verliezen meer kunnen ontstaan. Het bedrag dat ten
gunste of ten laste van de financieringskosten wordt gebracht is gelijk aan het verwachte rendement over de pensioen-
beleggingen verminderd met de benodigde rentetoevoeging aan de pensioenverplichtingen. Verschillen tussen het
verwachte rendement op de pensioenbeleggingen en het feitelijk rendement worden direct in de balans verwerkt in
de niet-gerealiseerde resultaten. Het tekort of overschot voor elke afzonderlijke salaris diensttijd pensioenregeling
wordt op de balans van de onderneming opgenomen. Het tekort of overschot wordt bepaald door de marktwaarde
van de pensioenbeleggingen te verminderen met de waarde van de pensioenverplichtingen die zijn bepaald tegen
een discontovoet die is afgeleid van het rendement op hoogwaardige bedrijfsobligaties. Voor beschikbare premie-
regelingen en bedrijfstakpensioenfonds regelingen waaraan de onderneming een relatief beperkte bijdrage levert
zijn de jaarlijkse pensioenkosten gelijk aan de daadwerkelijk afgedragen pensioenpremies. De pensioenbeleggingen
en pensioenverplichtingen van dergelijke pensioenregeling zijn niet op de balans van de onderneming opgenomen.
De overige pensioenfondsen waarbij de Groep is aangesloten geven aan dat zij de ingevolge IAS 19 vereiste informatie
niet kunnen verstrekken. Alle pensioenregelingen betreffen meerdere werkgevers. De Groep heeft bij tekorten in de
betreffende pensioenfondsen geen verplichting tot aanvullende bijdragen anders dan toekomstige premieverho-
gingen. Om voornoemde redenen classificeert de Groep haar toegezegde pensioenregelingen als toegezegde bijdrage-
regelingen. Bijdragen aan pensioenregelingen zijn derhalve verantwoord als toegezegde bijdrage regelingen en worden
als last in de winst-en-verliesrekening opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. Overige langetermijn-
personeelsbeloningen betreffen voorzieningen voor langdurig zieken, jubileumuitkeringen, einde dienstuitkeringen
en Functioneel Leeftijdsontslag (FLO).
Voorziening voor lopende schades
De voorziening voor lopende schades is met name gevormd met het oog op toekomstige afrekeningen
inzake letselschades, waarbij voertuigen van de Groep betrokken zijn geweest. De voorziening wordt door de
WAM-verzekeraars (Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen) op basis van de geldende normering bij
letselschades vastgesteld. Hierbij worden van ervaringscijfers van verzekeraars gebruik gemaakt.
Voorziening voor verlieslatende contracten
Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt getroffen indien de onvermijdbare kosten van het voldoen
aan de contractuele verplichtingen naar verwachting hoger zijn dan de verwachte economische voordelen van het
betreffende contract.
Reorganisatievoorziening
De reorganisatievoorzieningen zijn gevormd op basis van gedetailleerde en formele reorganisatieplannen, die door
de Raad van Bestuur zijn goedgekeurd en die ofwel zijn gestart dan wel aan de betrokkenen zijn gecommuniceerd.
Milieuvoorziening
De milieuvoorziening is bestemd voor het saneren van verontreinigde grond, waarbij de verontreiniging door de Groep
of haar rechtsvoorgangers veroorzaakt is. De hoogte van de voorziening is met medewerking van deskundigen op dit
gebied aan de hand van zogeheten ‘prikonderzoeken’ bepaald.
48
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Risico's uit claims, geschillen en rechtsgedingen
Voorzieningen voor risico’s uit claims, geschillen en rechtsgedingen worden getroffen wanneer het waarschijnlijk is
dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen benodigd zal zijn.
Kortlopende verplichtingen
De kortlopende verplichtingen worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en vervolgens
opgenomen tegen de geamortiseerde kostprijs onder gebruikmaking van de effectieve rentemethode.
Winstbelastingen en uitgestelde belastingen
De belastinglast in de winst en verliesrekening vertegenwoordigt de totale belastinglast gebaseerd op het
gerapporteerde resultaat gecorrigeerd voor de niet-aftrekbare kosten en de onbelaste winst. Uitgestelde belasting-
vorderingen en -verplichtingen worden gevormd voor tijdelijke verschillen; ongebruikte verliescompensatie of
ongebruikte belastingfaciliteiten. De berekening van de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt
tegen de op het eind van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in komende jaren geldende tarieven
waarvan de wetgeving (materieel) is afgerond. Tijdelijke verschillen komen voort uit het verschil tussen de fiscale
waardering van activa en passiva en hun boekwaarde in de geconsolideerde jaarrekening. Een uitgestelde belasting-
vordering wordt opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze verrekend kan worden met toekomstige fiscale
winsten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingvordering wordt beoordeeld op elke balansdatum en verlaagd
in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn om de vordering geheel of
gedeeltelijk te realiseren. Actuele en uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden slechts gesaldeerd
indien de onderneming een in rechte afdwingbaar recht heeft om te salderen, en de vorderingen en verplichtingen
verband houden met dezelfde belastingautoriteit en belastingplichtige alsmede, bij uitgestelde belasting-
verplichtingen, dezelfde looptijd hebben. De vennootschapsbelasting wordt zoveel mogelijk aan de betreffende
dochter maatschappijen toegerekend alsof deze zelfstandig belastingplichtig zijn.
Opbrengsten
Onder opbrengsten, exclusief kortingen en omzetbelassting, inclusief overheidsbijdragen behalve die voor activa,
wordt verstaan de opbrengst van de in het verslagjaar verleende diensten en geleverde goederen onder aftrek van
kortingen en over de opbrengsten geheven belastingen. Opbrengsten zijn verantwoord naar rato van de verrichte
prestaties op balansdatum indien:
- het bedrag van de opbrengst betrouwbaar bepaald kan worden
- het waarschijnlijk is dat de economische voordelen naar de Groep zullen vloeien
- de mate waarin diensten op balansdatum zijn verricht betrouwbaar bepaald kunnen worden en
- de geleden kosten voor de transactie en de kosten om de transactie te voltooien betrouwbaar bepaald kunnen
worden.
Leaseovereenkomsten
Een leaseovereenkomst waaronder vrijwel alle aan het eigendom van het actief verbonden risico’s en beloningen bij
de lessor blijven, worden geclassificeerd als operationele lease. Operationele leases worden lineair als baten in de
winst- en verliesrekening opgenomen over de leaseperiode, tenzij een andere verdeling meer representatief is voor
de gebruiksvoordelen van het actief. Vergoedingen die worden ontvangen in het kader van leaseovereenkomsten
worden opgenomen gedurende de leaseperiode.
Indien de Groep optreedt als lessor in een operationele leaseovereenkomst, worden de activa in de balans opgenomen
volgens de aard van het actief. Baten uit operationele leases worden lineair als baten in de winst- en verliesrekening
opgenomen gedurende de leaseperiode, tenzij een andere verdeling meer representatief is voor de gebruiksvoordelen
van het actief.
Jaarverslag 2011
49
Financiële baten en lasten
De financiële baten en lasten bestaan uit te betalen rente in verband met opgenomen leningen en te ontvangen
rente in verband met belegde middelen, en het gerealiseerde resultaat van het niet effectieve deel van een hedge.
Rentebaten worden in de winst- en verliesrekening toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. De
rentelastcomponent van betalingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten wordt op basis van de impliciete
rentevoet in de winst- en verliesrekening verwerkt. Het effect van het contant maken van vlottende balansposten
wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening onder de netto financiële lasten.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld conform de indirecte methode. Het kasstroomoverzicht maakt een
onderscheid tussen kasstromen uit bedrijfs-, investerings- en financieringsactiviteiten.
Betaalde en ontvangen rente wordt opgenomen onder de nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten.
Beheersing van financiële risico’s
In het kader van de normale activiteiten, het verlenen van diensten op het gebied van openbaar en besloten
personenvervoer en daaraan gerelateerde activiteiten, loopt de Groep bepaalde financiële risico's. De strategie van
de Groep binnen de alliantie met Transdev is gericht op versterking van haar vooraanstaande positie in Nederland. De
Groep financiert haar activiteiten in een adequate verhouding met rente-dragende kredietfaciliteiten en vermogen.
Kapitaalbeheer
Het vermogen van de Groep bestaat uit eigen vermogen dat als volgt kan worden gespecificeerd:
- Aandelenkapitaal;
- Niet-gerealiseerde resultaten;
- Wettelijke en overige niet uitkeerbare reserves;
- Ingehouden winsten.
De doelstellingen van de Groep ten aanzien van het kapitaalbeheer zijn als volgt:
- het zorgdragen voor voldoende continuïteit van de onderneming;
- het in lijn brengen van het risicodragend kapitaal met de ondernemingsrisico's;
- voldoen aan externe eisen ten aanzien van risicodragend kapitaal.
De behoefte aan risicodragend kapitaal op de lange termijn wordt vastgesteld door middel van een inschatting van
de ontwikkelingen in de activa van de onderneming en de verwachte toekomstige financieringsmogelijkheden. Deze
meerjarenbegrotingen en de daarin opgenomen investeringsbegroting maken een integraal onderdeel uit van het
vigerende businessplan dat een horizon kent van 2012 tot en met 2017. In het jaarplan worden de meest actuele
gegevens opgenomen omtrent de aan de Groep gegunde concessies die voor een belangrijk deel de hoogte van
de investeringen in de komende jaren bepalen. De Groep beschikt over een doorlopende kredietfaciliteit om haar
activiteiten te financieren. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.6.14.
Kredietrisico
Het management van de Groep heeft een kredietbeleid vastgesteld. Voor iedere tegenpartij, waaronder opdrachtgevers,
wordt indien relevant een kredietwaardigheidsbeoordeling uitgevoerd en limieten vastgesteld. Deze limieten worden
periodiek getoetst. Het kredietrisico wordt door de Groep beperkt geacht, omdat het grootste deel van de opbrengsten
wordt gerealiseerd bij (decentrale) overheden. Derivatentransacties worden uitsluitend afgesloten met financiële
instellingen die een kredietwaardigheid hebben gelijk of hoger dan een A-rating. Daarnaast verlangt de Groep altijd
een verrekeningsovereenkomst met de tegenpartij. Voor meer informatie over het dekkingsbeleid wordt verwezen
naar paragraaf 6.6.16.
Voor een overzicht van de blootstelling aan kredietrisico’s, zie paragraaf 6.6.12.
50
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Liquiditeitsrisico
Het beleid van de Groep is om te allen tijde adequate toegang te hebben tot financiële middelen om aan haar
verplichtingen te kunnen voldoen. In dit verband dient vermeld te worden dat in de overeenkomsten met financiële
instellingen een 'change of control'-clausule is opgenomen. Dit betekent dat de financieringsovereenkomsten
opzegbaar zijn indien er een belangrijke wijziging in de eigendomsverhouding plaatsvindt. Voor de vervalkalender
van langlopende vorderingen en leningen en overige financieringsverplichtingen wordt verwezen naar respectievelijk
paragraaf 6.6.7 en paragraaf 6.6.14. De Groep beschikt over een doorlopende kredietfaciliteit om haar activiteiten te
financieren. Voor een verder toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.6.14. De onbenutte financieringsfaciliteit
bedraagt op 31 december 2011 EUR 131,8 miljoen (2010: EUR 155,0 miljoen).
Marktrisico
De marktrisico's bestaan uit:
- Prijsrisico;
- Renterisico;
- Valutarisico.
Prijsrisico
Het beleid is erop gericht prijsrisico's welke voortvloeien uit de inkoop van dieselolie ten behoeve van lopende vervoers-
concessies af te dekken, voor zover dit prijsrisico niet of onvoldoende wordt afgedekt door bepalingen uit het contract
voor opbrengstindexaties.
De reële waarde van de uitstaande posities bedraagt ultimo 2011 EUR 5,4 miljoen (2010: EUR 3,4 miljoen). De Groep
heeft zich verplicht door middel van deze contracten per saldo het verschil tussen de vaste en variabele prijs af te
rekenen met de tegenpartij.
De Groep evalueert periodiek de gevoeligheid van de diesel- en rente hedges. Een stijging van de dieselprijs (exclusief
accijnzen) met 1% eurocent zou betekenen dat het resultaat over 2011 met EUR 0,1 miljoen negatief (2010:
EUR 0,1 miljoen negatief) wordt beïnvloed. Voor 2012 heeft de groep echter 75% van haar ingeschatte dieselverbruik
afgedekt door middel van swaps.
Renterisico
De Groep beoordeelt continu of de strategie van de onderneming aanleiding geeft haar financiering aan te passen.
Connexxion financiert haar activiteiten hoofdzakelijk met langlopende rentedragende leningen en financiële en
operationele leases. De langlopende leningen kennen een variabele rente. Het grootste deel van de rente-exposure
is echter afgedekt met een renteswap. De financiële en operationele leaseverplichtingen hebben over het algemeen
een langere looptijd met bijbehorende lange rente. De geldmiddelen en kasequivalenten, bestaande uit kas- en
banktegoeden, bedragen ultimo 2011 EUR 44,0 miljoen (2010: EUR 18,5 miljoen).
Voor zover de swaps kwalificeren als kasstroomhedges wordt deze mutatie na correctie voor latente belastingen
opgenomen als een component van de niet-gerealiseerde resultaten.
Jaarverslag 2011
51
Valutarisico
De Groep loopt geen valutarisico, omdat nagenoeg alle transacties in euro's plaatsvinden.
Aansprakelijkheidsrisico
De Groep heeft vanwege de grootte van de onderneming ervoor gekozen alleen die risico's te verzekeren indien daartoe
een wettelijke verplichting bestaat en/of indien het risico zogenaamde excedent-schade tot gevolg zou kunnen hebben. Dit
betekent dat de Groep verzekerd is tegen aansprakelijkheidsrisico's en dat daarnaast bezittingen - met een fors eigen behoud
- verzekerd zijn tegen een aantal risico's. Binnen de Groep bestaat een schadepreventieprogramma voor het wagenpark dat
zorgt voor een regelmatige screening van de verzekerde risico's.
Verplichtingen ten behoeve van dochtermaatschappijen
De vennootschap en haar dochtermaatschappijen vormen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting (uitgezonderd
Waterbus BV) en voor de omzetbelasting (uitgezonderd Waterbus BV, P.G.W. Janssen B.V., Delfland Bedrijfsdiensten B.V. en
Speedwell Reisbureau B.V.). De vennootschap is uit dien hoofde hoofdelijk aansprakelijk voor alle belastingverplichtingen van
dochtermaatschappijen voor de periode dat zij deel uitmaken van die fiscale eenheid.
Gerechtelijke procedures
De Groep heeft een voorziening voor risico's, geschillen en rechtsgedingen opgenomen. Op basis van momenteel voorhanden
gegevens en ingewonnen juridisch advies en gezien de bedragen waarvoor voorzieningen zijn getroffen, wordt verwacht dat
de uitkomst van genoemde procedures geen wezenlijk nadelige gevolgen voor de financiële positie van de Groep zal hebben.
Schattingen reële waarde
In onderstaande tabel staat een specificatie per waarderingsmethode van financiële instrumenten die op reële waarde worden
gewaardeerd. De volgende levels gelden hierbij:
1. Waarneembare prijzen (niet gecorrigeerd) in actieve markten voor gelijke activa en passiva (level 1).
2. Marktgegevens, niet zijnde marktprijzen, opgenomen in level 1 die waarneembaar zijn voor het actief of passief, ofwel
direct ofwel indirect (afgeleid uit prijzen) (level 2).
3. Marktgegevens voor activa of passiva die niet gebaseerd zijn op waarneembare marktgegevens (level 3).
De reële waarde van een financieel instrument genoteerd op een actieve markt is gebaseerd op de genoteerde marktprijs per
balansdatum. Een markt wordt als actief beschouwd als er op eenvoudige wijze en regelmatige genoteerde prijzen beschikbaar
zijn, afkomstig van een beurs, handelaar, makelaar, sectorgroep, ‘pricing service’ of regelgevende instantie, en deze prijzen
ontleend zijn aan daadwerkelijke en regelmatig uitgevoerde markttransacties tussen onafhankelijke partijen. De genoteerde
marktprijs die wordt gebruikt voor door de groep gehouden financiële activa is de actuele biedkoers. Deze instrumenten
worden opgenomen in ‘level 1’. De reële waarde van financiële instrumenten die niet op een actieve markt worden verhandeld
(bijv. OTC-derivaten) wordt bepaald met behulp van een waarderingstechniek. Deze waarderingstechnieken maken zoveel
mogelijk gebruik van marktgegevens die zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van gegevens die specifiek zijn voor de entiteit.
Als alle belangrijke marktgegevens benodigd voor de waardering van een instrument op reële waarde waarneembaar zijn,
wordt het instrument opgenomen in 'level 2'. Als een of meer van de belangrijke marktgegevens niet wordt verhandeld op
een actieve markt, en niet gebaseerd is op waarneembare marktgegevens, wordt het instrument opgenomen in ‘level 3’.
52
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Level 1 Level 2 Level 3 Totaal
Financiële vorderingen en verplichtingen tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en
verliesrekening
Derivaten inzake hedging - 5,3 - 5,3
Voor verkoop beschikbare financiële activa
Obligaties 4,7 - - 4,7
Totaal 4,7 5,3 - 10,0
Onderstaande tabel specificeert de activa en passia van de Groep die worden gewaardeerd tegen reële waarde per 31 december 2010.
Op 31 december 2011 en 31 december 2010 was de reële waarde van handelsvorderingen, handelsschulden, leningen en overige
financieringsverplichtingen nagenoeg gelijk aan de boekwaarde.
Onderstaande tabel specificeert de activa en passia van de Groep die worden gewaardeerd tegen reële waarde per 31 december 2011.
Level 1 Level 2 Level 3 Totaal
Financiële vorderingen en verplichtingen tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en
verliesrekening
Derivaten inzake hedging - 2,3 - 2,3
Voor verkoop beschikbare financiële activa
Obligaties 6,3 - - 6,3
Totaal 6,3 2,3 - 8,6
Jaarverslag 2011
53
Gebruik van schattingen en beoordelingen
Openbaarvervoeropbrengsten
Voor het openbaar vervoer worden de reizigersopbrengsten uit kaarverkoop en SOV-kaarten geschat voor het vierde
kwartaal. Deze schatting is gebaseerd op een extrapolatie van historische gegevens afgeleid uit van derden ontvangen
informatie met betrekking tot reizigersopbrengsten over het jaar tot en met oktober.
In het verleden bleek dat indien er werd afgeweken van deze schattingen, dit geen belangrijk effect heeft op de
opbrengsten over het voorgaande jaar. Iedere afwijking met betrekking tot verkopen die in het volgende jaar is
opgenomen wordt echter direct verantwoord als een winst- of verliescomponent.
Brandstofverbruik
Er kon in het boekjaar 2011 wederom geen landelijke overeenstemming worden bereikt met de concessieverleners
ten aanzien van de compensatie van dieselprijzen en indexering. Aangezien het voorlopige akkoord uit juni 2008 het
standpunt van de geprivatiseerde OV-bedrijven dat zij recht hebben op compensatie voor de extravagante stijging
van de dieselprijzen in de afgelopen jaren sterk ondersteunt, heeft de Groep een deel van de compensatie waarop
zij recht heeft ontvangen in 2011.
Uitgestelde belastingvorderingen
De Groep verantwoord uitgestelde belastingvorderingen voor te verrekenen verliezen op basis van de waarschijn-
lijkheid dat er voldoende toekomstige winst beschikbaar zal zijn om deze verliezen mee te compenseren voordat zij
verlopen. De beoordeling is gebaseerd op het bedrijfsplan van de Groep. Dit plan beslaat de periode tot en met 2017.
54
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.3 Materiële vaste activa
2010
Niet aan de
Bedrijfs- Bedrijfs- bedrijfs- Andere
gebouwen Rollend middelen in uitoefening Bedrijfs-
en -terreinen materieel uitvoering dienstbaar middelen Totaal
Aanschafwaarde
Stand per 1 januari 2010 39,7 550,8 19,1 0,2 142,8 752,6
Investeringen 0,2 18,1 1,1 - 13,2 32,6
Effect van acquisities - - - - - -
Desinvesteringen - - (0,8) - (6,1) (6,9)
Reclassificatie van/(naar) activa
aangehouden voor verkoop (8,0) (68,0) - - (0,7) (76,7)
Reclassificatie 0,1 10,3 (15,6) - 3,0 (2,2)
Overige mutaties - - - - (17,1) (17,1)
Stand per 31 december 2010 32,0 511,2 3,8 0,2 135,1 682,3
Cumulatieve afschrijving en
bijzondere waardeverminderingen
Stand per 1 januari 2010 (12,4) (268,7) - (0,1) (79,4) (360,6)
Afschrijvingen (1,7) (51,0) - - (14,2) (66,9)
In de winst- en verliesrekening
opgenomen bijzondere
waardeverminderingsverliezen
(inclusief terugboeking) - (3,4) - - (0,1) (3,5)
Effect van acquisities - - - - - -
Desinvesteringen - - - - 4,3 4,3
Reclassificatie van/(naar) activa
aangehouden voor verkoop 3,0 56,6 - - 0,6 60,2
Reclassificatie - 1,1 - - 1,1 2,2
Overige mutaties - - - - 17,1 17,1
Stand per 31 december 2010 (11,1) (265,4) - (0,1) (70,6) (347,2)
Boekwaarde
Per 1 januari 2010 27,3 282,1 19,1 0,1 63,4 392,0
Per 31 december 2010 20,9 245,8 3,8 0,1 64,5 335,1
Jaarverslag 2011
55
2011
Niet aan de
Bedrijfs- Bedrijfs- bedrijfs- Andere
gebouwen Rollend middelen in uitoefening Bedrijfs-
en -terreinen materieel uitvoering dienstbaar middelen Totaal
Aanschafwaarde
Stand per 1 januari 2011 32,0 511,2 3,8 0,2 135,1 682,3
Investeringen 0,6 17,1 5,3 - 4,6 27,6
Effect van acquisities - 6,9 0,8 - 0,8 8,5
Desinvesteringen - (38,5) (0,5) (36,9) (0,3) (76,2)
Reclassificatie van/(naar) activa
aangehouden voor verkoop 8,9 - - 79,4 - 88,3
Reclassificatie - 1,8 (4,1) - 2,4 0,1
Stand per 31 december 2011 41,5 498,5 5,3 42,7 142,6 730,6
Cumulatieve afschrijving en
bijzondere waardeverminderingen
Stand per 1 januari 2011 (11,1) (265,4) - (0,1) (70,6) (347,2)
Afschrijvingen (1,6) (46,0) - - (12,9) (60,5)
In de winst- en verliesrekening
opgenomen bijzondere
waardeverminderingsverliezen
(inclusief terugboeking) - (0,7) - - - (0,7)
Effect van acquisities - (3,1) - - (0,8) (3,9)
Desinvesteringen - 26,6 - 28,3 0,3 55,2
Reclassificatie van/(naar) activa
aangehouden voor verkoop (5,5) - - (64,4) - (69,9)
Stand per 31 december 2011 (18,2) (288,6) - (36,2) (84,0) (427,0)
Boekwaarde
Per 1 januari 2011 20,9 245,8 3,8 0,1 64,5 335,1
Per 31 december 2011 23,3 209,9 5,3 6,5 58,6 303,6
56
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Bijzondere waardeverminderingen
In 2011 heeft de Groep een berekening gemaakt ten aanzien van verlieslatende contracten, waarbij rekening wordt gehouden met
de realiseerbare waarde van voertuigen. Hierbij is gebruik gemaakt van een een disconteringsvoet van 6,5%. In 2011 bedraagt de
afwaardering (inclusief terugboeking) op rollend materieel naar directe opbrengstwaarde EUR 0,7 miljoen (2010: EUR 3,5 miljoen). De
bijzondere waardevermindering op het rollend materieel wordt veroorzaakt, doordat een aantal concessies een structureel negatief
resultaat vertoont en derhalve is het bijbehorende (direct toerekenbare) rollend materieel afgewaardeerd.
Activa gefinancierd door middel van financiële lease
In de post rollend materieel zijn financiële lease contracten begrepen met een boekwaarde van EUR 30,4 miljoen (2010: EUR 37,3
miljoen). De huurverplichtingen van bedrijfsgebouwen die beschouwd worden als financial leaseverplichtingen hebben een boekwaarde
van EUR 8 miljoen (2010: EUR 9 miljoen).
In onderpand gegeven materiële vaste activa
De Groep heeft materiële vaste activa met een boekwaarde van EUR 193,3 miljoen (2010: EUR 245,8 miljoen) als bankgarantie in
onderpand gegeven, hetgeen voornamelijk bestaat uit rollend materieel. Daarnaast bestaat er een verplichting om zekerheid te stellen
op bedrijfsgebouwen en -terreinen op eerste verzoek. Deze zekerheid kon uitgeoefend worden indien de Groep niet aan bepaalde
leningconvenanten voldoet.
6.6.4 Immateriële activa
Goodwill Geactiveerde contractrechten Totaal
2011 2010 2011 2010 2011 2010
Aanschafwaarde
Stand per 1 januari 3,9 3,9 24,5 31,8 28,4 35,7
Effect van acquisities 2,7 - 1,5 - 4,2 -
Desinvesteringen - - (0,9) (7,3) (0,9) (7,3)
Stand per 31 december 6,6 3,9 25,1 24,5 31,7 28,4
Cumulatieve afschrijving
en bijzondere
waarde verminderingen
Stand per 1 januari (0,4) (0,4) (16,8) (20,0) (17,2) (20,4)
Afschrijvingen - - (2,0) (4,1) (2,0) (4,1)
Desinvesteringen - - 0,8 7,3 0,8 7,3
Stand per 31 december (0,4) (0,4) (18,0) (16,8) (18,4) (17,2)
Boekwaarde
Per 1 januari 3,5 3,5 7,7 11,8 11,2 15,3
Per 31 december 6,2 3,5 7,1 7,7 13,3 11,2
Jaarverslag 2011
57
Goodwill
De goodwill ultimo 2011 heeft betrekking op geacquireerde activiteiten die in de divisie Openbaar Vervoer en de divisie Taxi, Tours en
Ambulance zijn opgenomen. Minimaal een keer per jaar wordt beoordeeld of een bijzondere waardevermindering van de goodwill
noodzakelijk is. Op het moment dat de boekwaarde de realiseerbare waarde overstijgt zal er een bijzondere waardevermindering op
de goodwill plaatsvinden. Bij toetsing op bijzondere waardeverminderingen heeft de Groep een groeifactor van 2% en een discon-
tonteringsvoet van 6,5% gebruikt. The Group's 5 operating segments have been defined as cash generating units for the purpose of
impairment testing. With regard to the assessment of value in use, no reasonably possible change in the key assumptions would
cause the carrying value of the unit to materially exceed its recoverable amount. The Group has used infinitive cash flows to calculate
the present value. Impairment testing evidenced sufficient head room over the carrying amount. De 5 divisies zijn aangewezen als
kasstroom genererende eenheden ten behoeve van de toetsing op bijzondere waardeverminderingen. De Groep gebruikt oneindige
kasstromen voor de berekening van de contante waarde van de kasstromen. Uit de berekeningen blijkt dat de contante waarde van
de kasstromen de boekwaarde overstijgt. In 2011 heeft een bijzondere waardevermindering ter grootte van EUR 0 miljoen (2010: EUR
0 miljoen) plaatsgevonden. De acquisities hebben betrekking op Witte Kruis en De Hollandse Vervoert. Zie paragraaf 6.6.21.
Geactiveerde contractrechten
Geactiveerde contractrechten betreffen met name vervoerscontracten binnen GVU NV, Ambulance Services en Taxi Services. Bij
toetsing op bijzondere waardeverminderingen heeft Connexxion een groeifactor van 2% en een disconteringsvoet van 6,5% gebruikt.
Uit de berekeningen blijkt dat de contante waarde van de kasstromen de boekwaarde overstijgt. Onder de geactiveeerde contractrechten
zijn contractrechten met een oneindige levensduur begrepen van EUR 3,7 miljoen (2010: EUR 3,4 miljoen). Op deze bedragen wordt
niet afgeschreven omdat het onderliggend contract oneindig is. De acquisities hebben betrekking op Witte Kruis en De Hollandse
Vervoert. Zie paragraaf 6.6.21.
6.6.5 Financiële activa en passiva
De uitsplitsing van de boekwaardes van de categoriën zoals gedefinieerd in IAS 39 is:
2011 2010
Afgeleide financiële instrumenten
Tot einde looptijd aangehouden beleggingen:
Diesel hedge derivaten 5,4 3,4
Interest hedge derivaten (0,1) (1,1)
Leningen en vorderingen
Handels- en overige vorderingen 140,4 119,9
Geldmiddelen en kasequivalenten 44,0 18,5
Handelsschulden en overige verplichtingen (166,2) (166,6)
Financiële lease verplichtingen (40,5) (44,5)
Leningen bij financiële instellingen (3,3) (19,9)
Beschikbaar voor verkoop
Voor verkoop beschikbare financiële activa 4,7 6,3
58
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.6 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures
De post investeringen verwerkt volgens de 'equity' methode betreft geassocieerde deelnemingen en joint ventures.
Geassocieerde
deelnemingen Joint ventures Totaal
2011 2010 2011 2010 2011 2010
Stand per 1 januari 1,4 1,4 (0,2) (0,1) 1,2 1,3
Resultaat over verslagperiode 0,2 0,2 - (0,1) 0,2 0,1
Ontvangen dividend (0,2) (0,2) - - (0,2) (0,2)
Stand per 31 december 1,4 1,4 (0,2) (0,2) 1,2 1,2
De classificatie van de waarderingsmethodiek is als volgt:
Reële waarde methodiek Reële waarde methodiek
Genoteerde prijs (level 1) Voor verkoop beschikbare financiële activa
Afgeleide waarde (level 2) Diesel swaps
Interest rate swaps
Niet ontleend aan een marktnotering (level 3) Niet van toepassing
Jaarverslag 2011
59
Belangen in geassocieerde deelnemingen
Het totaalbedrag van activa, verplichtingen, opbrengsten en winst of verlies van de geassocieerde deelnemingen zijn per 31 december
als volgt (op basis van 100%):
Niet in de
balans
opgenomen
Aandeel Verplich- Eigen Op- Winst / verplich-
Connexxion Activa tingen vermogen brengsten verlies (-) tingen
2011
REISinformatiegroep BV 32,8% 6,0 1,5 4,5 8,2 (0,3) 1,2
Bedrijfsvervoer Limburg BV 25,0% - - - - - -
Advanced Netherlands Transport BV 20,0% 0,1 0,1 - - - -
2010
REISinformatiegroep BV 32,8% 5,8 1,4 4,8 9,4 1,2 -
Bedrijfsvervoer Limburg BV 25,0% - - - - - -
Advanced Netherlands Transport BV 20,0% 0,1 0,1 - - - -
Belangen in joint ventures
Het totaalbedrag van activa, verplichtingen, opbrengsten en winst of verlies van de joint ventures zijn per 31 december als volgt
(op basis van 100%):
Niet in de
balans
opgenomen
Aandeel Verplich- Eigen Op- Winst / verplich-
Connexxion Activa tingen vermogen brengsten verlies (-) tingen
2011
Schiphol Travel Taxi BV 50,0% 0,6 0,7 (0,1) 5,0 - -
CTS Noord BV 51,0% 0,7 0,9 (0,2) 0,6 0,1 -
2010
Schiphol Travel Taxi BV 50,0% 0,6 0,7 (0,1) 4,8 - -
CTS Noord BV 51,0% 0,3 0,5 (0,2) 0,6 (0,1) -
60
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.7 Overige beleggingen, inclusief derivaten
Toelichting 2011 2010
Afgeleide financiële instrumenten 6.6.16 3,6 2,8
Obligaties - 6,3
Leningen 8,7 15,2
Totaal overige beleggingen, inclusief derivaten 12,3 24,3
Onder de afgeleide financiële instrumenten zijn de dieselswaps verantwoord (zie paragraaf 6.6.16).
De leningen hebben betrekking op acquistie van ambulance ondernemingen in 2008.
Aflossingen op langlopende vorderingen in het komende jaar
Financiële leasevorderingen - 0,1
Overig 0,3 0,3
Totaal aflossingen op langlopende vorderingen in
het komende jaar 6.6.10 0,3 0,4
De aflossingen op overige langlopende vorderingen in het komende jaar zijn gerangschikt onder de kortlopende vorderingen.
Jaarverslag 2011
61
Mutaties in de overige langlopende vorderingen
De mutaties in de overige langlopende vorderingen zijn als volgt:
2011 2010
Stand per 1 januari 15,6 14,0
Verstrekte vorderingen 1,4 -
Aflossingen (6,5) (1,6)
Bijzondere waardeverminderingen - -
Effect van amortisatie 0,2 3,2
Reclassificatie (1,7) -
Stand per 31 december 9,0 15,6
Specificatie van de overige langlopende vorderingen naar looptijd en rentepercentage
2011
Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar > 5 jaar Totaal
Tot 4% 0,3 7,0 0,8 8,1
Van 4% tot 6% - 0,9 - 0,9
Totaal 0,3 7,9 0,8 9,0
2010
Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar > 5 jaar Totaal
Tot 4% 0,3 9,5 - 9,8
Van 4% tot 6% 0,1 5,7 - 5,8
Totaal 0,4 15,2 - 15,6
62
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.8 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen
De verantwoorde uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen zijn aan de navolgende posten toe te rekenen:
2011 2010
Uitgestelde Uitgestelde Uitgestelde Uitgestelde
belasting- belasting- belasting- belasting-
vorderingen verplichtingen vorderingen verplichtingen
Materiële vaste activa 3,9 2,9 1,9 3,4
Voorzieningen 7,4 - 7,0 -
Compensabele verliezen 18,4 - 16,1 -
Voorziening compensabel verlies (3,2) - - -
Afgeleide financiële instrumenten 0,1 1,5 0,4 0,9
Vaste uitkeringsregeling pensioenen 3,1 3,1 - -
Overig - 0,6 - 0,8
Totaal uitgestelde belastingen 29,7 8,1 25,4 5,1
De per saldo uitgestelde belastingvordering heeft een verwachte looptijd van circa 4 jaar. Voor nadere toelichting wordt verwezen
naar paragraaf 6.6.2, Gebruik van schattingen en beoordelingen.
Jaarverslag 2011
63
Overzicht van de mutaties in tijdelijke belastingverschillen
Gedurende het jaar hebben de volgende mutaties in de tijdelijke belastingverschillen plaatsgevonden:
Stand per Opgenomen Stand per
1 januari Opgenomen in het eigen 31 december
2011 in resultaat vermogen 2011
Materiële vaste activa (1,5) 2,5 - 1,0
Voorzieningen 7,0 0,4 - 7,4
Compensabele verliezen 16,1 2,3 - 18,4
Voorziening compensabel verlies - (3,2) - (3,2)
Afgeleide financiële instrumenten (0,5) (0,2) (0,7) (1,4)
Vaste uitkeringsregeling pensioenen - (3,1) 3,1 -
Overig (0,8) 0,2 - (0,6)
Totaal uitgestelde belastingen 20,3 (1,1) 2,4 21,6
Stand per Opgenomen Stand per
1 januari Opgenomen in het eigen 31 december
2010 in resultaat vermogen 2010
Materiële vaste activa (1,9) 0,4 - (1,5)
Voorzieningen 10,2 (3,2) - 7,0
Compensabele verliezen 14,7 1,4 - 16,1
Afgeleide financiële instrumenten 1,0 0,2 (1,7) (0,5)
Overig (2,0) (0,2) 1,4 (0,8)
Totaal uitgestelde belastingen 22,0 (1,4) (0,3) 20,3
6.6.9 Voorraden
2011 2010
Onderdelen 5,1 5,4
Overige voorraden 2,6 2,0
Totaal voorraden 7,7 7,4
De voorziening voor incourante voorraden bedraagt ultimo 2011 EUR 0,4 miljoen (2010: EUR 2 miljoen).
64
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.10 Handels- en overige vorderingen
Toelichting 2011 2010
Handelsvorderingen 42,4 49,9
Nog te ontvangen gelden openbaar vervoer 34,3 22,1
Aflossingen op langlopende vorderingen
in het komende jaar 6.6.7 0,3 0,4
Financiele vaste activa beschikbaar voor verkoop 4,7 -
Afgeleide financiële instrumenten 2,3 2,6
Overlopende activa 60,1 40,6
Overige vorderingen 3,3 4,3
Totaal handels- en overige vorderingen 147,4 119,9
De financiele vaste activa beschikbaar voor verkoop hebben betrekking op obligaties die in 2012 aflopen. In 2010 waren deze onder
Overige beleggingen, inclusief derivaten, verantwoord.
Debiteuren
2011 2010
Bruto bedrag 45,1 53,1
Voorziening (2,7) (3,2)
Stand per 31 december 42,4 49,9
Ouderdom handelsdebiteuren
De ouderdom van de handelsdebiteuren kan als volgt gespecificeerd worden:
2011 2010
Binnen vervaldatum 29,8 43,8
0 - 30 dagen na vervaldatum 5,8 1,1
31 - 60 dagen na vervaldatum 1,5 1,4
61 - 90 dagen na vervaldatum 0,6 1,0
Meer dan 90 dagen na vervaldatum 7,4 5,8
Totaal 45,1 53,1
De handelsvorderingen zijn verpand als zekerheid voor rentedragende verplichtingen.
Jaarverslag 2011
65
6.6.11 Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop
2011 2010
Materiële vaste activa - 18,5
Totaal activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop - 18,5
De materiële vaste activa, geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, bestaan voornamelijk uit rollend materieel en panden.
Aangezien de Groep geen verbintenis is aangegaan om de activa te verkopen per 31 december 2012, wordt dit bedrag nu verantwoord
onder de materiële vaste activa.
Het verloop in de activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop is als volgt:
2011 2010
Stand per 1 januari 18,5 17,9
Reclassificatie van materiële vaste activa (18,5) 16,5
Desinvesteringen - (15,9)
Stand per 31 december - 18,5
Het verloop van de voorziening debiteuren is als volgt:
2011 2010
Stand per 1 januari (3,2) (3,6)
Dotatie (0,5) (0,5)
Gebruik 1,0 0,9
Stand per 31 december (2,7) (3,2)
66
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.12 Blootstelling aan kredietrisico
De boekwaarde van financiële activa laat de maximale blootstelling aan kredietrisico zien. De maximale blootstelling aan kredietrisico
van de financiële activa op de verslagdatum bedraagt:
2011 2010
Handelsvorderingen 45,1 53,1
Leningen en overige vorderingen 105,1 82,2
Voor verkoop beschikbare financiële activa 4,7 6,3
Geldmiddelen en kasequivalenten 44,0 18,5
Voor cash flow hedging gebruikte derivaten 5,9 11,7
204,8 171,8
6.6.13 Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders
Maatschappelijk kapitaal
Het maatschappelijk kapitaal van Connexxion Holding NV bedraagt EUR 350,0 miljoen verdeeld in 350.000 gewone aandelen met
een nominale waarde van EUR 1.000 per aandeel. Het maatschappelijk kapitaal is zowel in nominale waarde als in aantal gedurende
het boekjaar (en het voorafgaande boekjaar) niet gewijzigd.
Geplaatst kapitaal
Het geplaatst kapitaal bedraagt EUR 79,5 miljoen verdeeld in 79553 gewone aandelen met een nominale waarde van EUR 1.000 per
aandeel. Het geplaatst kapitaal is volledig volgestort. Het geplaatst kapitaal is zowel in waarde als in aantal gedurende het boekjaar
(en het voorafgaande boekjaar) niet gewijzigd.
Wettelijke en overige niet uitkeerbare reserves
De wettelijke en overige niet uitkeerbare reserves hebben betrekking op niet uitgekeerde winsten van geassocieerde deelnemingen
en joint ventures en het gebonden vermogen van de Ambulancedienst conform de richtlijnen College Tarieven Gezondheidszorg. Het
gebonden vermogen van de Ambulancedienst bedraagt ultimo 2011 EUR 12,6 miljoen (2010: EUR 6,2 miljoen).
Overige reserves
De overige reserves van EUR 5 miljoen negatief per 31 december 2011 (2010: EUR 2,2 miljoen) bestaan uit ongerealiseerde resultaten
van cash flow hedges van EUR 4,2 miljoen (2010: EUR 2,2 miljoen) en de reserve voor actuariële winsten en verliezen uit vaste bijdrage
regelingen van EUR 9,2 miljoen (2010: EUR 0 miljoen). De ongerealiseerde resultaten van cash flow hedges is een wettelijke reserve.
Ingehouden winsten
De Raad van Bestuur stelt voor het resultaat over de verslagperiode toe te rekenen aan de aandeelhouders van de vennootschap, ter
grootte van EUR 14,1 miljoen, volledig ten gunste te brengen aan de overige reserves. Het verloop van de post ingehouden winsten is
opgenomen in het geconsolideerd overzicht van de mutaties in het eigen vermogen. De overige mutaties in 2010 hebben betrekking
op vroegpensioenverplichtingen onder aftrek van het effect van belastingen over de periode vanaf 1996 die voorheen niet opgenomen
waren
Minderheidsbelang
Gedurende het jaar verkreeg de Groep alle aandelen van Waterbus BV.
Jaarverslag 2011
67
De Groep heeft in 2009 een financieringsfaciliteit afgesloten welke de vorige financieringsfaciliteit, afgesloten op 19 september
2006, vervangt. Activa van de Groep zijn als onderpand verstrekt ter garantstelling voor de financieringsfaciliteit. Leningen onder de
financieringsfaciliteit dragen een variabele interest welke is gerelateerd is aan EURIBOR. De rentemarge varieert met de leverage ratio
(staffel) en bedraagt bij aanvang 3.50%. De financieringsfaciliteit bevat bepaalde restricties voor de Groep, waaronder de mogelijkheid
om aanvullende schulden aan te gaan. De Groep is ook verplicht om de opbrengsten uit verkoop van activa deels te gebruiken ter
aflossing van de schuld. De Groep moet onder de financieringsfaciliteit voldoen aan bepaalde financiële ratio’s. Per 31 december 2011
heeft de Groep met voldoende ruimte voldaan aan deze convenanten.
6.6.14 Leningen en overige financieringsverplichtingen
2011 2010
Langlopende leningen en overige financieringsverplichtingen
Financiële leaseverplichtingen 29,2 29,2
Leningen bij financiële instellingen 3,3 19,9
Totaal langlopende leningen en financieringsverplichtingen 32,5 49,1
Aflossingen op leningen en overige financieringsverplichtingen
Financiële leaseverplichtingen 11,3 15,3
Overig - 0,9
Totaal aflossingen op leningen en overige
financieringsverplichtingen in het komende jaar 11,3 16,2
Totaal leningen en overige financieringsverplichtingen 43,8 65,3
De aflossingen op leningen en overige financieringsverplichtingen worden verantwoord als kortlopende verplichtingen.
De mutatie kan als volgt gespecificeerd worden:
2011 2010
Stand per 1 januari 65,3 78,5
Verstrekte leningen 57,5 161,3
Effect van acquisities 0,4 -
Aflossingen (81,7) (176,1)
Financieringskosten 2,3 1,6
Stand per 31 december 43,8 65,3
68
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
2011
Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar > 5 jaar Totaal
Tot 4% 1,1 4,4 4,9 10,4
Van 4% tot 6% 10,2 18,6 4,6 33,4
Totaal 11,3 23,0 9,5 43,8
2010
Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar > 5 jaar Totaal
Tot 4% - 17,0 2,9 19,9
Van 4% tot 6% 16,2 26,1 3,1 45,4
Totaal 16,2 43,1 6,0 65,3
Verstrekte zekerheden ten aanzien van leningen en overige financieringsverplichtingen
De Groep heeft rollend materieel met een boekwaarde van EUR 193,3 miljoen (2010: EUR 245,8 miljoen) als zekerheid verstrekt
ten aanzien van de rentedragende verplichtingen (zie paragraaf 6.6.3). Daarnaast is er een verplichting om zekerheid te stellen op
bedrijfsgebouwen en -terreinen op eerste verzoek. Deze zekerheid kan gebruikt worden wanneer de Groep niet aan bepaalde lening-
convenanten voldoet. Daarnaast zijn de handelsvorderingen verpand als zekerheid voor rentedragende verplichtingen.
Specificatie van leningen en overige financieringsverplichtingen naar looptijd en rentepercentage
Jaarverslag 2011
69
Financiële leaseverplichtingen
De Groep is financiële leaseverplichtingen aangegaan ten behoeve van het rollend materieel. De nominale en contante waarde van de
leasebetalingen van de financiële leaseverplichting kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2011 2010
Contante Contante
Nominale waarde Nominale waarde
lease lease lease lease
betalingen betalingen betalingen betalingen
< 1 jaar 12,6 11,3 16,6 15,3
1 - 5 jaar 25,2 22,5 26,3 26,1
> 5 jaar 7,7 6,7 6,1 3,1
Totaal nominale leasebetalingen 45,5 49,0
Effect van discontering 5,0 4,5
Totaal contante waarde leasebetalingen 40,5 40,5 44,5 44,5
Ten aanzien van de financiële leaseverplichtingen zijn de volgende voorwaarden gesteld: De Groep is verplicht het object in goede
staat te onderhouden en te verzekeren en het gebruik van het object is alleen toegestaan door de Groep. Het eigendom van het object
gaat pas over naar de Groep na betaling van de laatste termijn en de overdrachtsprijs. De leaseovereenkomst wordt alleen ontbonden
door het teniet gaan van het object of door faillissement van de Groep. De Groep heeft geen voorwaardelijke leasebetalingen als last
opgenomen in de winst- en verliesrekening. Er zijn geen beperkingen in de leaseovereenkomst opgelegd.
De boekwaarde van het rollend materieel welke gefinancierd is door middel van financiële lease bedraagt per 31 december 2011 EUR
30,4 miljoen (2010: EUR 37,3 miljoen). De boekwaarde van gebouwen en terreinen welke gefinancierd is door middel van financiële
lease bedraagt per 31 december 2011 EUR 8 miljoen (2010: EUR 9 miljoen).
70
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.15 Voorzieningen
Het verloop van de voorzieningen is als volgt:
Reclassificatie
voor verkoop
aange-
Boekwaarde Effect van houden Overige Boekwaarde
01-01-2010 Dotaties Acquisities Vrijvallen amortisatie passiva passiva 31-12-2010
Langetermijnpersoneelsbeloningen 23,8 6,4 (8,1) (2,2) 3,6 - (1,7) 21,8
Lopende schades 13,8 9,6 (15,5) - 0,4 - - 8,3
Verlieslatende contracten 9,6 1,6 (5,4) (3,3) - - - 2,5
Reorganisatie 7,8 2,1 (4,9) (1,4) (0,2) - - 3,4
Milieu 1,8 - (0,1) (0,6) 0,7 (0,1) - 1,7
Geschillen en vorderingen - 2,3 - - - - - 2,3
Overig 1,3 0,1 (0,1) (0,5) (0,1) - 0,8 1,5
Totaal voorzieningen 58,1 22,1 (34,1) (8,0) 4,4 (0,1) (0,9) 41,5
Reclassificatie
voor verkoop
aange-
Boekwaarde Effect van houden Overige Boekwaarde
01-01-2011 Dotaties Acquisities Vrijvallen amortisatie passiva passiva 31-12-2011
Langetermijnpersoneelsbeloningen 21,8 2,1 (4,7) (2,2) 0,3 - (2,1) 15,2
Lopende schades 8,3 8,1 (6,9) (0,2) 0,9 - - 10,2
Verlieslatende contracten 2,5 - (1,2) (0,3) - - - 1,0
Reorganisatie 3,4 3,7 (1,9) (0,2) (0,1) - - 4,9
Milieu 1,7 - - (0,3) 0,2 0,7 - 2,3
Geschillen en vorderingen 2,3 0,7 (0,2) (0,9) 0,3 - - 2,2
Overig 1,5 1,1 (0,2) - - - - 2,4
Totaal voorzieningen 41,5 15,7 (15,1) (4,1) 1,6 0,7 (2,1) 38,2
Jaarverslag 2011
71
Voor een algemene beschrijving van bovenstaande voorzieningen wordt verwezen naar de grondslagen (zie paragraaf 6.6.2).
Langetermijnpersoneelsbeloningen
De voorziening langetermijnpersoneelsbeloningen is bestemd voor uitkeringen in het kader van langdurig zieke werknemers,
toekomstige jubileumuitkeringen, voor eindedienstuitkeringen en voorzieningen voor functioneel leeftijdsontslag. Voor de berekening
van de toekomstige jubileumuitkering,einde dienstuitkering en voor functioneel ontslag , gaat de Groep uit van een gemiddelde trend
van 2,5%. De levensverwachting zijn gebaseerd op de AG prognosetafel 2010-2060 met ervaringssterfte TW 2010 zonder een correctie
in de gemiddelde levensverwachting. Als disconteringsrente wordt er gebruikt gemaakt van obligaties met een AA rating.
Lopende schades
De voorziening vertegenwoordigt de maximale eigen risico inzake letselschade, vermindert met de reeds verrichte betalingen.
Verlieslatende contracten
De voorziening voor verlieslatende contracten heeft betrekking op openbaarvervoercontracten die naar inschatting van het
management gedurende de resterende looptijd van de betreffende concessie (het contract) verlieslatend zijn voor Connexxion. De
kosten die kunnen worden vermeden door toekomstig handelen worden niet in de inschatting betrokken en tevens worden alleen
kosten die direct kunnen worden toegerekend meegenomen in de bepaling van de kosten. Bij deze inschatting vergelijkt Connexxion
de kosten van het contract met de verwachte economische voordelen daarvan. Als disconteringsvoet wordt een percentage gebruikt
waarin het risico is weerspiegeld van de onderliggende verplichting.
Reorganisatie
Reorganisatievoorzieningen zijn voorzieningen voor toekomstige betalingen aan personeel. Het saldo per 31 december 2011 heeft
hoofdzakelijk betrekking op reorganisaties en kostenbesparingsprogramma's uit 2011.
Specificatie van voorzieningen naar looptijd
2011 2010
Looptijd < 1 jaar > 1 jaar < 1 jaar > 1 jaar
Langetermijnpersoneelsbeloningen 6,0 9,2 5,5 16,3
Lopende schades 2,1 8,1 6,2 2,1
Verlieslatende contracten 0,6 0,4 1,4 1,1
Reorganisatie 3,7 1,2 1,5 1,9
Milieu 0,6 1,7 0,1 1,6
Geschillen en claims 2,2 - - 2,3
Overig 0,4 2,0 0,4 1,1
Totaal voorzieningen 15,6 22,6 15,1 26,4
72
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.16 Afgeleide financiele instrumenten
De post derivaten betreft afgeleide financiële instrumenten ter afdekking van het dieselprijsrisico en het risico van een wijziging in de
rentetarieven. Aan het afdekken van toekomstige aankopen van diesel middels cash flow hedges ligt een dieselbeleid ten grondslag.
Ter voorkoming van speculatie mag maximaal de totale behoefte van de gewonnen concessie voor de gehele looptijd van de concessie
worden ingedekt. Derivate transacties worden uitsluitend afgesloten met financiële instellingen die een kredietwaardigheid hebben
gelijk of hoger dan een A-rating.
De boekwaarde van de derivaten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2011 2010
Overige beleggingen, inclusief derivaten 3,6 2,8
Handels- en overige vorderingen 2,3 2,6
Derivaten (0,4) (2,2)
Handelsschulden en overige verplichtingen, inclusief derivaten (0,2) (0,9)
Totaal 5,3 2,3
Gedurende 2011 voldeden de rente swaps niet aan de criteria voor de kasstroomafdekking. Als gevolg hiervan werden deze wijzigingen
in de reële waarde als financiële baten geboekt.
De navolgende tabel laat de perioden zien waarin de kasstromen met betrekking tot derivaten die als kasstroomafdekkingen fungeren
naar verwachting zullen plaatsvinden en de winst of het verlies zullen beïnvloeden:
Per 31 december 2011 2012 2013
Aantal gehedgede liters diesel (x1 miljoen) 29,2 7,2
2012 2013 Totaal
Verwachte kasstromen dieselswap (1,0) (0,2) (1,2)
Totaal (1,0) (0,2) (1,2)
Jaarverslag 2011
73
De navolgende tabel laat de perioden zien waarin de kasstromen met betrekking tot derivaten die als kasstroomafdekkingen fungeren
naar verwachting zullen plaatsvinden en de winst of het verlies zullen beïnvloeden vanaf 31 december 2010:
Per 31 december 2010 2011 2012 2013
Aantal gehedgede liters diesel (x1 miljoen) 32,7 29,2 7,3
Lening afgedekt door een renteswap (x EUR 1 miljoen) 80,0 - -
2011 2012 2013 Totaal
Verwachte kasstromen dieselswap (0,9) (0,7) (0,5) (2,1)
Verwachte kasstromen renteswap (1,0) (0,1) - (1,1)
Totaal (1,9) (0,8) (0,5) (3,2)
6.6.17 Handelsschulden en overige verplichtingen, inclusief derivaten
Toelichting 2011 2010
Handelsschulden 60,5 50,8
Afgeleide financiële instrumenten 6.6.16 0,2 0,9
Personeelskosten 38,4 42,0
Overlopende passiva 38,6 25,5
Overige verplichtingen 28,7 32,7
Totaal handelsschulden en overige verplichtingen,
inclusief derivaten 166,4 151,9
74
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.18 Vooruitontvangen baten
2011 2010
OV-fondsen 105,3 107,0
Overige vooruitontvangen bedragen 19,0 16,9
Totaal vooruitontvangen baten 124,3 123,9
6.6.19 Verplichtingen geclassificeerd als aangehouden voor verkoop
De verplichtingen geclassificeerd als aangehouden voor verkoop van EUR 0,7 miljoen per 31 december 2010 hebben betrekking op het
kortlopende deel van de milieuvoorziening voor de panden die geclassificeerd zijn als voor verkoop aangehouden activa. Aangezien
de panden worden gepresenteerd als materiële vaste activa, is deze verplichting in 2011 verantwoord als milieuvoorziening. In 2011
heeft er een vrijval van de milieuvoorziening, welke was geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, plaats gevonden voor EUR 0
miljoen ( 2010: EUR 1,1 miljoen) als gevolg van de verkoop van de betreffende panden.
6.6.20 Pensioenregelingen
De onderneming is de belangrijkste contributant aan het bedrijfstakpensioenfonds voor het openbaar vervoer (SPOV). Een groot
aantal werknemers, voormalige werknemers en gepensioneerden hebben pensioenaanspraken en pensioenrechten op basis van deze
pensioenregeling. De SPOV pensioenregeling is een middelloon regeling met discretionaire indexatie. Voorheen was niet voldoende
informatie beschikbaar om voor deze pensioenregeling onder IAS19 personeelsbeloningen toe te passen.
Per balansdatum kon de onderneming niet rekenen op baten uit de pensioenregeling, zoals terugstortingen of premieverlagingen.
Als gevolg daarvan is het niet mogelijk om een surplus in de balans van de onderneming op te nemen.
De netto pensioenkosten die in de winst en verliesrekening zijn opgenomen, zoals vermeld verdeeld over operationele and financierings-
kosten, waren in het boekjaar als volgt:
Netto pensioenkosten 2011
Pensioenaangroei 42,8
Rentetoevoeging aan de pensioenverplichtingen 60,4
Verwacht rendement op de pensioenbeleggingen (72,6)
Netto pensioenkosten 30,6
Jaarverslag 2011
75
Het verloop van de pensioenverplichtingen en de pensioenbeleggingen in het boekjaar waren als volgt:
Pensioenverplichtingen 2011
Pensioenverplichtingen per 1 januari 1.342,8
Pensioenaangroei 42,8
Rentetoevoeging aan de pensioenverplichtingen 60,4
Werknemersbijdragen 11,8
Actuariële (winsten)/verliezen (29,4)
Pensioenuitkeringen (61,6)
Pensioenverplichtingen per 31 december 1.366,8
De reële waardeverandering van de pensioenbeleggingen zijn als volgt:
Pensioenbeleggingen 2011
Pensioenbeleggingen per 1 januari 1.516,5
Verwacht rendement op de pensioenbeleggingen 72,6
Actuariële winst/(verlies) op pensioenbeleggingen 31,1
Werkgevers bijdragen 42,8
Werknemersbijdragen 11,8
Pensioenuitkeringen (61,6)
Pensioenbeleggingen per 31 december 1.613,2
In de geconsolideerde balans zijn de volgende bedragen opgenomen: 2011
Pensioenverplichtingen voor kapitaalgedekte pensioenregelingen 1.366,8
Pensioenbeleggingen 1.613,2
Tekort (surplus) voor kapitaalgedekte pensioenregelingen (246,4)
Effect van limitering van op de balans op te nemen surplus 246,4
Netto pensioenverplichting (activa) per 31 december -
76
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
De verwachte pensioenpremies die de onderneming verwacht af te dragen zijn gelijk aan het niveau van de in 2011 afgedragen
pensioenpremies.
De veronderstellingen die gebruikt worden voor het vaststellen van de pensioenverplichtingen en de netto pensioenkosten vereisen
een inschatting van een aantal macro-economische grootheden. De daadwerkelijke realisatie kan afwijken van de gemaakte veronder-
stellingen. De gebruikte veronderstellingen waren als volgt:
Actuariële veronderstellingen 2011
Discontovoet 4,7%
Verwacht rendement op beleggingen 4,8%
Toekomstige salarisaanpassingen 0,0%
Toekomstige indexaties 1,0%
Voor wat betreft de veronderstelde overlevingskansen is de “AG Prognosetafel 2010-2060” gebruikt zonder verdere aanpassingen
daarop. De discontovoet is gebaseerd op hoogwaardige bedrijfsleningen (met AA rating) in dezelfde valuta als waarin de pensioen-
verplichtingen zijn aangegaan en met dezelfde rentegevoeligheid als de pensioenverplichtingen.
Onderstaande tabel toont het effect op de pensioenverplichtingen van een 0,5% punt hogere en lagere discontovoet ultimo 2011
Positieve bedragen geven een toename weer van de pensioenverplichting en negatieve bedrage een afname:
Hogere discontovoet Lagere discontovoet
Pensioenverplichtingen voor kapitaalgedekte pensioenregelingen (1.272,5) (1.468,5)
Pensioenbeleggingen 1.613,2 1.613,2
Tekort (surplus) voor kapitaalgedekte pensioenregelingen 340,7 144,7
Effect van limitering van op de balans op te nemen surplus (340,7) (144,7)
Netto pensioenverplichting (activa) - -
Jaarverslag 2011
77
6.6.21 Acquisitie van dochtermaatschappijen
Gedurende 2011 verkreeg de Groep 3 bedrijven welke binnen de werkingsfeer van IFRS 3 vallen. In May 2010 heeft de IASB een
aantal verbeteringen in deze standaard aangebracht zoals opgenomen in paragraaf 6.6.2 ‘Belangrijkste rapportagegrondslagen’.Deze
wijzigingen hebben geen invloed van betekenis op de financiële positie.
Op 30 juni 2011 verkreeg de Groep alle aandelen in Witte Kruis Holding BV en haar 100% dochtermaatschappijen Witte Kruis Zorg BV,
Witte Kruis Ambulancezorg BV, Witte Kruis International BV and Garage Assendelft BV. Witte Kruis is gepecialiseerd in zorgtransport.
De Groep heeft Witte Kruis verkregen ten einde haar bang in ziekenvervoer te vergroten. Het totaal bedrag aan betaalde goodwill
bedroeg EUR 2,7 miljoen (2010: EUR 0 miljoen) en heeft hoofdzakelijk betrekking op de verwachte verbetering in martkpositie.
Op 15 februari 2011 verkreeg de Groep de activiteiten van De Hollandse Vervoert BV, een bedrijf in personenvervoer uit Purmerend.
De activiteiten van De Hollandsche Vervoert zijn opengegaan in de divisie Taxi Services.
Op 25 januari 2011 verkreeg de Groep alle aandelen in Taxi Blaakman BV, een personenvervoerder uit Vlissingen. De Groep verkreeg
Taxi Blaakman om de omzet in in the Taxi Services segment te vergroten. In 2010 waren er geen bedrijven geacquireerd
De Groep betaalde EUR 5,9 miljoen in contanten voor deze acquisities, onder aftrek van verkregen geldmiddelen van EUR 4.0 miljoen.
De Groep verantwoorde EUR 0,9 miljoen badwill (2010: EUR 0 miljoen).
Het effect van bovenstaande acquisitie op de activa en passiva van de Groep per overnamedatum is als volgt:
2011 2010
Vaste activa 8,8 -
Vlottende activa 6,2 -
Totaal activa 15,0 -
Eigen vermogen 10,8 -
Langlopende verplichtingen 0,2 -
Kortlopende verplichtingen 4,0 -
Totaal verplichtingen 4,2 -
Totaal eigen vermogen en verplichtingen 15,0 -
De overname droeg in totaal EUR 17,4 miljoen aan opbrengsten bij en EUR 1,4 miljoen aan nettowinst over het boekjaar..
78
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.22 Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Investeringsverplichtingen
De Groep is voor een bedrag van EUR 62,1 miljoen (2010: EUR 5,4 miljoen) verplichtingen aangegaan voor de aankoop van activa. De
investeringsverplichtingen hebben allen betrekking op 2012.
Operationele leaseverplichtingen, huurverplichtingen en erfpacht
De Groep heeft operationele lease-overeenkomsten voor rollend materieel, panden en erfpacht. Het totaal van de nominale
leasebetalingen onder niet-opzegbare operationele leases, toekomstige huurtermijnen van de met derden aangegane huurverplich-
tingen met betrekking tot onroerende zaken en de erfpachtverplichtingen met betrekking tot terreinen bedragen EUR 139,2 miljoen
(2010: EUR 143,9 miljoen) en kan als volgt worden gespecificeerd:
2011 2010
< 1 jaar 36,5 37,1
1 - 5 jaar 91,5 86,4
> 5 jaar 11,2 20,4
Totaal operationele leaseverplichtingen,
huurverplichtingen en erfpacht 139,2 143,9
In 2011 is EUR 39,9 miljoen (2010: EUR 38,0 miljoen) aan operationele leasekosten ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening.
Garanties en borgstellingen
Per 31 december 2011 is door de Groep een bedrag van EUR 29,3 miljoen (2010: EUR 16,3 miljoen) aan garanties en borgstellingen
verstrekt. Het bedrag kan als volgt worden gespecificeerd:
2011 2010
< 1 jaar 12,5 4,3
1 - 5 jaar 16,0 11,2
> 5 jaar 0,8 0,8
Totaal garanties en borgstellingen 29,3 16,3
Jaarverslag 2011
79
6.6.23 Opbrengsten
2011 2010
Openbaarvervoeropbrengsten 724,8 731,0
Taxi-, tour- en ambulancevervoeropbrengsten 342,9 343,6
Overige opbrengsten 28,0 30,1
Totaal opbrengsten 1.095,7 1.104,7
Openbaarvervoeropbrengsten bestaan met name uit reizigersopbrengsten, opbrengsten inzake de OV Studentenkaart en overheids-
bijdragen.
6.6.24 Inkoopwaarde van de omzet
2011 2010
Kosten van uitbesteed werk (153,3) (167,8)
Kosten van reserve onderdelen (9,3) (7,5)
Totaal inkoopwaarde van de omzet (162,6) (175,3)
80
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.26 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
2011 2010
Afschrijvingen materiële vaste activa (60,5) (66,9)
Amortisatie immateriële activa (2,0) (4,1)
Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa (0,7) (3,5)
Totaal afschrijvingen, amortisatie en
bijzondere waardeverminderingen (63,2) (74,5)
6.6.25 Personeelskosten
2011 2010
Lonen en salarissen (413,4) (418,5)
Sociale lasten (47,5) (55,6)
Pensioenlasten (58,1) (60,0)
Ingehuurd personeel (51,9) (36,7)
Overige personeelskosten (26,5) (26,7)
Totaal personeelskosten (597,4) (597,5)
Het aantal werknemers van de Groep uitgedrukt in voltijd equivalenten (fte) ultimo het verslagjaar bedroeg 10.545 FTE’s (2010
11.370 FTE’s).
In 2011 is EUR 15.3 miljoen (2010: EUR 60 miljoen) aan pensioenpremies voor vaste bijdrage regelingen in het resultaat verantwoord.
In 2010 werden alle pensioenregelingern verantwoord als vaste bijdrage regelingen.
Jaarverslag 2011
81
6.6.28 Resultaat van geassocieerde deelnemingen
2011 2010
REISinformatiegroep BV 0,1 0,2
CTS Noord BV 0,1 -
Other (0,2) -
Resultaat geassocieerde deelnemingen - 0,2
6.6.27 Netto financieringsbaten
Financieringsbaten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2011 2010
Rentebaten 0,8 0,8
Terugneming bijzondere waardeverminderingen obligaties 0,9 1,6
Oprenting voorzieningen 0,2 0,1
Actuariële winsten en verliezen 12,3 -
Netto financieringsbaten 14,2 2,5
Financieringslasten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2011 2010
Financieringslasten (6,8) (10,5)
Oprenting voorzieningen (1,6) (1,5)
Netto financieringslasten (8,4) (12,0)
82
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6.6.29 Winstbelastingen
In percentage In miljoenen euro's
Aansluiting effectief belastingtarief 2011 2010 2011 2010
Winst vóór belasting 15,2 7,2
Belasting volgens geldende tarieven vennootschapsbelasting 25,0 % 25,5 % (3,8) (1,8)
Aanpassing waardering uitgestelde belastingvordering
en - verplichting (12,5) % 2,5 % 1,9 (0,2)
Effect van deelnemingsvrijstelling - (0,1) % - -
Niet aftrekbare kosten 2,6 % 6,3 % (0,4) (0,4)
Opbrengsten vrijgesteld van winstbelasting (7,9) % (14,2 )% 1,2 1,0
Totaal winstbelastingen 7,2 % 20,0 % (1,1) (1,4)
Jaarverslag 2011
83
6.6.30 Transacties met verbonden partijen
Als verbonden partijen van de Groep zijn te onderscheiden; de geassocieerde deelnemingen en joint ventures (zie paragraaf 6.6.2),
de bestuurders en commissarissen van Connexxion en de aandeelhouders, te weten het consortium van het Franse vervoerbedrijf
Transdev en Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Staat der Nederlanden. Alle transacties met verbonden partijen worden
verricht tegen marktprijzen.
De volgende transacties hebben plaatsgevonden met verbonden partijen:
2011
Bedragen Bedragen
Verkopen Aankopen te vorderen verschuldigd
aan van van aan
Naam verbonden partij
Transdev Group 0,4 2,4 0,4 2,4
0,4 2,4 0,4 2,4
2010
Bedragen Bedragen
Verkopen Aankopen te vorderen verschuldigd
aan van van aan
Naam verbonden partij
Transdev Group 0,6 2,7 - -
0,6 2,7 - -
Met bestuurders en commissarissen van Connexxion en de Staat der Nederlanden hebben geen transacties in het verslagjaar
plaatsgevonden.
Accountantskosten
Accountantskosten zijn niet openbaar gemaakt op grond van de bepaling BW2 art. 382a-3.
84
6.6 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Korte termijn
variabele
Bedragen in duizenden euro's Salarissen beloningen Pensioenlasten
2011 2010 2011 2010 2011 2010
Naam
Hubert Guyot,
Chief Executive Officer 308 302 120 100 71 69
Bram Drexhage,
Chief Financial Officer 270 255 105 95 60 56
Bruno Bruins,
Chief Customer Relations Officer 205 202 80 67 45 44
Richard Dujardin,
Chief Commercial Officer 36 - - - - -
819 759 305 262 176 169
Bezoldiging en vergoeding van (voormalige) bestuurders en commissarissen
Bezoldiging van de Raad van Bestuur
De Bezoldigingscommissie van de Raad van Commissarissen heeft de variabele beloning van de leden van de Raad van Bestuur
vastgesteld. De bezoldiging van de Raad van Bestuur bedraagt in 2011 EUR 1,2 miljoen (2010: EUR 1,2 miljoen). Het bedrag kan als
volgt per individueel lid van de Raad van Bestuur worden gespecificeerd:
De Raad van Bestuur bestaat op 31 december 2011 uit de heren Guyot, Drexhage en Dujardin.
Jaarverslag 2011
85
Vergoedingen aan de Raad van Commissarissen
Het bedrag kan als volgt per individueel lid van de Raad van Commissarissen worden gespecificeerd:
Raad van Als lid Totaal Totaal
Bedragen in duizenden euro's Commissarissen commissies 2011 2010
Naam
Thierry Walrafen, voorzitter 35 9 44 44
Frédéric Gagey 23 8 31 31
Hanja Maij-Weggen 23 6 29 27
Joost van der Does de Willebois 23 3 26 24
Hans Schenk 23 3 26 15
Totaal bezoldiging Raad van Commissarissen 127 29 156 141
86
6.7 Vennootschappelijke balansen
Voor verwerking van de voorgestelde winstverdeling
Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010
Activa
Vaste activa
Investeringen in dochtermaatschappijen 6.9.2 211,8 201,2
Overige beleggingen, inclusief derivaten - 4,8
Uitgestelde belastingvorderingen 17,8 15,1
Totaal vaste activa 229,6 221,1
Vlottende activa
Handels- en overige vorderingen 6.9.3 68,7 85,9
Totaal vlottende activa 68,7 85,9
Totaal activa 298,3 307,0
De toelichting op pagina 89 t/m 93 is een integraal onderdeel van deze vennootschappelijke jaarrekening.
Jaarverslag 2011
87
Bedragen in miljoenen euro's Toelichting 2011 2010
Eigen vermogen en passiva
Eigen vermogen
Aandelen kapitaal 79,5 79,5
Wettelijke en overige niet-uitkeerbare reserves 12,6 6,2
Overige reserves (5,0) 2,2
Ingehouden winsten 76,8 77,4
Resultaat boekjaar 14,1 5,8
Eigen vermogen 178,0 171,1
Langlopende Verplichtingen
Leningen en overige financieringsverplichtingen 6.9.4 56,2 72,6
Voorzieningen 6.9.5 59,4 58,5
Uitgestelde belastingverplichtingen 4,6 1,8
Totaal langlopende verplichtingen 120,2 132,9
Kortlopende verplichtingen
Handelsschulden en overige verplichtingen,
inclusief derivaten 6.9.6 0,1 2,9
Voorzieningen 6.9.5 - 0,1
Totaal kortlopende verplichtingen 0,1 3,0
Totaal verplichtingen 120,3 135,9
Totaal eigen vermogen en verplichtingen 298,3 307,0
88
6.8 Vennootschappelijke winst- en verliesrekeningen
Bedragen in miljoenen euro's 2011 2010
Resultaten uit bedrijfsactiviteiten - -
Netto financieringslasten (6,0) (7,4)
Aandeel in resultaat uit dochtermaatschappijen,
geassocieerde deelnemingen en joint ventures 16,6 11,5
Winst voor winstbelastingen 10,6 4,1
Winstbelastingen 3,5 1,7
Winst over de verslagperiode 14,1 5,8
De toelichting op pagina 89 t/m 93 is een integraal onderdeel van deze vennootschappelijke jaarrekening.
Jaarverslag 2011
89
6.9 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening
6.9.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Algemeen
Er is gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot een vereenvoudigde opstelling van de Vennootschappelijke winst- en verliesrekening,
conform artikel 402, Titel 9, Boek 2 van het Burgelijk Wetboek.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling
De Vennootschappelijke jaarrekening van Connexxion Holding NV, eindigend op 31 december 2011, is opgesteld volgens Titel 9 Boek
2 BW met toepassing van de optie om de waarderingsgrondslagen te hanteren die in de geconsolideerde jaarrekening zijn toegepast
(artikel 362 lid 8). De deelnemingen worden gewaardeerd volgens de 'equity'-methode. Voor het overige beleid van de enkelvoudige
jaarrekening wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening.
Het aandeel in het resultaat van dochtermaatschappijen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van Connexxion
Holding NV in de resultaten van deze dochtermaatschappijen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva
tussen Connexxion Holding NV en haar dochtermaatschappijen en tussen dochtermaatschappijen onderling heeft plaatsgevonden,
zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.
6.9.2 Investeringen in dochtermaatschappijen
Toelichting 2011 2010
Dochtermaatschappijen 6.9.2.1 211,8 201,2
Totaal investeringen in dochtermaatschappijen 211,8 201,2
90
6.9 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening
6.9.2.1 Eigen vermogen en resultaat van dochtermaatschappijen
Het eigen vermogen en het resultaat van de dochtermaatschappijen zijn per 31 december als volgt:
% van aandelenkapitaal Boekwaarde Resultaat
2011 2010 2011 2010 2011 2010
Subsidiaries
Connexxion Nederland NV,
Utrecht 100% 100% 69,9 61,7 17,3 3,6
Connexxion Vastgoed BV,
Hilversum 100% 100% 59,7 59,0 0,7 4,2
Overig 82,2 80,5 (0,2) 4,9
Totaal dochtermaatschappijen
met een positief eigen vermogen 211,8 201,2 17,8 12,7
Connexxion Facilitair Bedrijf BV,
Hilversum 100% 100% (15,6) (14,4) (1,2) (1,2)
Connexxion Vloot BV,
Hilversum 100% 100% (43,8) (43,8) - -
Totaal dochtermaatschappijen
met een negatief eigen vermogen (59,4) (58,2) (1,2) (1,2)
Totaal dochtermaatschappijen 152,4 143,0 16,6 11,5
Overige dochtermaatschappijen bestaan uit Connexxion Participates BV, Hermes Groep NV, Connexxion Finance BV en Connexxion
International NV. Dochtermaatschappijen met een negatieve vermogenswaarde worden als voorziening gepresenteerd (zie
paragraaf 6.9.5).
6.9.2.2 Dochtermaatschappijen
2011 2010
Stand per 1 januari 143,0 130,5
Resultaat over verslagjaar 16,6 11,5
Gerealiseerde waardemutaties financiële instrumenten 2,0 4,9
Pensioenen (9,2) -
Overig - (3,9)
Stand per 31 december 152,4 143,0
Jaarverslag 2011
91
6.9.3 Handels- en overige vorderingen
2011 2010
Vorderingen op dochtermaatschappijen 68,7 85,0
Overige vorderingen en overlopende activa - 0,9
Totaal handels- en overige vorderingen 68,7 85,9
6.9.4 Leningen en overige financieringsverplichtingen
2011 2010
Langlopende leningen en overige financieringsverplichtingen
Dochtermaatschappijen 56,2 56,2
Leningen bij financiële instellingen - 16,4
Totaal langlopende leningen en financieringsverplichtingen 56,2 72,6
2011 2010
Stand per 1 januari 72,6 72,4
Verstrekte leningen 50,0 157,9
Aflossingen (68,6) (159,3)
Overige mutaties 2,2 1,6
Stand per 31 december 56,2 72,6
De aflossingen op leningen en overige financieringsverplichtingen worden verantwoord als kortlopende verplichtingen. Zie ook
hoofdstuk 6.6.14.
92
6.9 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening
6.9.5 Voorzieningen
De voorzieningen betreffen dochtermaatschappijen met een negatieve vermogenswaarde voor een bedrag van EUR 59,4 miljoen in
2011 (2010: EUR 58,2 miljoen) en een voorziening voor lopende schades voor een bedrag van EUR 0 miljoen in 2011 (2010: EUR 0,4
miljoen). Aangezien de Vennootschap garanties heeft verstrekt conform Artikel 403, Titel 9, Boek 2 BW, is er een voorziening voor de
dochtermaatschappijen met een negatieve vermogenswaarde gevormd, omdat dit de beste schatting is aangaande de uitgaande
kasstroom betreffende deze garantie.
Splitsing van de leningen van de financiële instellingen op basis van hun looptijd en rente.
2011
Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar Totaal
Van 4% tot 6% - - -
Totaal - - -
2010
Rentepercentage < 1 jaar 1 - 5 jaar Totaal
Van 4% tot 6% - 16,4 16,4
Totaal - 16,4 16,4
6.9.6 Handelsschulden en overige verplichtingen
2011 2010
Overlopende passiva en vooruitontvangen bedragen 0,1 0,2
Overige verplichtingen - 2,7
Totaal handelsschulden en overige verplichtingen,
inclusief derivaten 0,1 2,9
Jaarverslag 2011
93
6.9.7 Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Ten aanzien van de niet in de balans opgenomen verplichtingen, waaronder gerechtelijke procedures en gebeurtenissen na balansdatum,
wordt verwezen naar de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening en de overige gegevens. Bovendien heeft de Vennootschap
garanties verstrekt conform Artikel 403,Titel 9,Boek 2 BW. Connexxion Holding NV is het groepshoofd van een fiscaal eenheid voor de
vennootschapsbelasting en BTW. De Vennootschap is uit dien hoofde op grond van de standaardvoorwaarden hoofdelijk aansprakelijk
voor alle belastingverplichting van de tot de fiscale eenheid behorende dochtermaatschappijen.
6.9.8 Transacties met verbonden partijen
De transacties met verbonden partijen betreffen interestbaten en -lasten van dochtermaatschappijen (Connexxion Finance NV, Hermes
Group NV, Novio NV en GVU NV). In 2011 bedroeg de interestlast van verbonden partijen EUR 2,6 miljoen (2010:EUR 2,6 miljoen).
Hilversum, 15 maart 2012
Namens de Raad van Bestuur Connexxion Holding NV
H.A.B. Guyot B.J. Drexhage R.J. Dujardin
Chief Executive Officer Chief Financial Officer Chief Commercial Officer
94
7 Overige Informatie
7.1 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2011, zoals opgenomen op pagina 27 tot en met 93, van Connexxion Holding
N.V. te Hilversum gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde
jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2011, de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2011,
het geconsolideerde overzicht van het totaal resultaat, het geconsolideerde overzicht van het verloop van het eigen vermogen, het
geconsolideerde kasstroomoverzicht over 2011 en de toelichting waarin zijn opgenomen een overzicht van de belangrijke grondslagen
voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige balans per 31
december 2011 en de enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van
de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat
getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese
Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag
in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het
noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van
fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle
verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen
aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van
zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen
in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met
inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het
opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend
zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de
effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de
gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de vennootschap gemaakte
schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel
te bieden.
Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van
Connexion Holding N.V. per 31 december 2011 en van het resultaat en de kasstromen over 2011 in overeenstemming met International
Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW.
Jaarverslag 2011
95
7.2 Bestemming resultaat 2011
In artikel 10 van de statuten is opgenomen dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders de bestemming van het resultaat bepaald
van Connexxion Holding NV. De Raad van Bestuur stelt voor het resultaat over de verslagperiode toe te reken aan de aandeelhouders
van de Vennootschap ter grootte van EUR 14,1 miljoen volledig ten gunste te brengen van de overige reserves.
7.3 Gebeurtenissen na balans datum
In maart 2012 heeft Connexxion overeenstemming bereikt over een nieuwe kredietfaciliteit voor een bedrag van EUR 220 miljoen,
voor een periode van 5 jaar.
Er hebben zich geen significante gebeurtenissen voorgedaan tussen de balansdatum en de datum van goedkeuring van de jaarrekening
2011, die er toe leiden dat er wijzigingen of aanvullende informatie moet worden opgenomen in de jaarrekening 2011.
Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Connexxion Holding
N.V. per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het
onderzoek of het jaarverslag, zoals opgenomen op pagina 12 tot en met 19, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig
Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens
vermelden wij dat het jaarverslag, zoals opgenomen op pagina 12 tot en met 19, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar
is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Eindhoven, 21 maart 2012
Ernst & Young Accountants LLP
W.g. drs. W.J. Spijker R
96
8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing
8.1 Corporate Governance
8.1.1 Algemeen
Connexxion onderschrijft het uitgangspunt van de Nederlandse Corporate Governance Code (de ‘Code Tabaksblat’):
de Vennootschap is een langetermijnsamenwerkingsverband van diverse bij de Vennootschap betrokken partijen. De
belanghebbenden zijn de entiteiten, groepen en individuen die direct of indirect het bereiken van de doelstellingen van
de Vennootschap beinvloeden of erdoor beinvloed worden. Tot deze belanghebbenden worden in elk geval gerekend
de reizigers, opdrachtgevers, afnemers en werknemers van de Vennootschap, haar aandeelhouders en andere
kapitaalverschaffers, haar toeleveranciers, maar ook de decentrale overheden en maatschappelijke groeperingen. De
Raad van Bestuur, het Executive Committee (ingesteld in september 2009) en de Raad van Commissarissen hebben
een integrale verantwoordelijkheid voor de afweging van deze deelbelangen, vanuit het perspectief en het belang
van de onderneming als geheel. Daarbij streeft de Vennootschap naar het creeren van aandeelhouderswaarde op de
lange termijn en naar een intensieve samenwerking met Veolia Transdev in de vorm van een Alliantie.
Connexxion Holding NV is een structuurvennootschap naar Nederlands recht. De bepalingen uit hoofdstuk III
respectievelijk IV van de Code niet worden toegepast waar deze specifiek betrekking hebben op de ‘one-tier’ bestuurs-
structuur, respectievelijk beursgenoteerde vennootschappen. Connexxion zet jaarlijks de hoofdlijnen van de corporate
governance structuur in het jaarverslag uiteen en legt derhalve elke substantiele verandering daarin ter bespreking
voor aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
8.1.2 Algemene Vergadering van Aandeelhouders
Twee maal per jaar vindt een Algemene Vergadering van Aandeelhouders plaats. Andere aandeelhoudersvergade-
ringen kunnen worden gehouden op verzoek van de Raad van Bestuur, de voorzitter van de Raad van Commissarissen
of de aandeelhouders van Connexxion.
De agenda wordt opgesteld door degene die de vergadering bijeenroept. De aandeelhouders kunnen voorstellen
inbrengen tot dertig dagen voor de vergadering. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen,
tenzij bij wet of in de statuten een gekwalificeerde meerderheid wordt voorgeschreven.
Jaarverslag 2011
97
8.1.3 Raad van Commissarissen
Taken
De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het beleid van het Executive Committee en op de algemene gang
van zaken van Connexxion, en adviseert de Raad van Bestuur ten aanzien van deze onderwerpen. Hierbij wordt de
Raad van Commissarissen geleid door de belangen van Connexxion’s stakeholders.
Benoeming
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders benoemt commissarissen op voordracht van de Raad van
Commissarissen. De Aandeelhoudersovereenkomst tussen Transdev-BNG- Connexxion Holding BV (TBC Holding)
en de Nederlandse Staat bevat de bepaling dat TBC Holding drie van de vijf leden van de Raad van Commissarissen
mag voordragen, d.w.z. twee door Transdev – een vanuit de ‘Caisse des Dépôts’ belanghebbenden en een vanuit de
belanghebbenden van de Frans-Nederlandse vervoerders – en een door BNG. Een kandidaat kan worden voorgedragen
door de Staat der Nederlanden. Voor een derde van het aantal commissarissen geldt dat de Raad een door de Centrale
Ondernemingsraad voorgedragen persoon voordraagt, tenzij de Raad van Commissarissen bezwaar heeft tegen deze
voordracht omdat zij verwacht dat de kandidaat ongeschikt is voor de vervulling van de taken van een Raad van
Commissarissen of omdat zijn/haar benoeming zal leiden tot een onjuiste samenstelling van de Raad. Indien het
aantal commissarissen niet kan worden gedeeld door drie, wordt het naast lagere aantal dat kan worden gedeeld
door drie aangehouden bij de bepaling van het aantal leden waarvoor dit versterkt aanbevelingsrecht geldt. De Raad
van Commissarissen is van deze bepaling op de hoogte en houdt hier rekening mee.
Commissarissen nemen zitting in de Raad voor een periode van maximaal vier jaar, en komen daarna in aanmerking
voor herbenoeming, met dien verstande dat de zittingsperiode van een lid nooit langer kan zijn dan drie termijnen,
of indien van toepassing, twaalf jaar. De Raad van Commissarissen bestaat uit tenminste drie en ten hoogste zeven
leden. De Raad van Commissarissen benoemt uit zijn midden de voorzitter van de Raad. De voorzitter is verantwoor-
delijk voor het naar behoren functioneren van de Raad van Commissarissen en van haar commissies.
Profiel, commissies en rooster van aftreden
De Raad van Commissarissen stelt een rooster op volgens welk de commissarissen periodiek aftreden. Bij herbenoeming
vindt toetsing plaats aan de profielschets van de Raad van Commissarissen. In dit profiel zijn kenmerken opgenomen,
rekening houdend met de aard van de activiteiten en de risico’s van de onderneming. De leden dienen ten opzichte
van elkaar onafhankelijk en kritisch te opereren, in een goede onderlinge vertrouwensrelatie.
98
8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing
Voor een naar behoren samengestelde Raad van Commissarissen van Connexxion Holding NV geldt, onverminderd
de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het college als geheel, dat de Raad over kennis van en ervaring met de
volgende aandachtsgebieden (gedeeltelijk in combinatie) dient te beschikken:
- ervaring op bestuursniveau in (een) onderneming(en) op het gebied van logistieke dienstverlening;
- ervaring op bestuursniveau in (een) onderneming(en) op het gebied van consumentgerichte activiteiten;
- ervaring op bestuursniveau in (een) internationaal opererende onderneming(en);
- ervaring op het gebied van management en organisatieontwikkeling in commerciele organisaties;
- financieel-economische expertise en expertise op het vlak van toepassing van informatietechnologie;
- openbaar bestuurlijke of beleidsmatige ervaring op hoog niveau op voor de onderneming relevante terreinen van
overheidsbeleid;
- expertise op het gebied van sociale verhoudingen.
Overeenkomstig de Code Tabaksblat hebben de leden van de Raad van Commissarissen niet meer dan vijf
commissariaten bij beursgenoteerde Nederlandse ondernemingen. Een voorzitterschap telt in dat verband dubbel. Er
worden geen nieuwe leden van de Raad van Commissarissen benoemd die meer dan vijf van dergelijke commissariaten
bekleden.
De Raad van Commissarissen kan bepaalde bevoegdheden delegeren aan haar commissies. De betreffende commissies
rapporteren aan de Raad van Commissarissen over de beslissingen die zij genomen hebben op basis van deze
gedelegeerde bevoegdheden. De Raad van Commissarissen blijft collectief verantwoordelijk voor de beslissingen
van de commissies.
De Raad van Commissarissen heeft een Selectie- en Benoemingscommissie, een bezoldigingscommissie en een
Auditcommissie ingesteld. De Selectie- en Benoemingscommissie selecteert kandidaten en beveelt hen aan voor
benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur. De Bezoldigingscommissie adviseert de
Raad van Commissarissen over het honoreringsbeleid voor de Raad van Bestuur, alsmede de honorering van individuele
leden van de Raad van Bestuur.
De Auditcommissie houdt toezicht op alle activiteiten betreffende financiele rapportage, risicomanagement en interne
beheersingssystemen, de externe accountantscontrole, de wijze waarop geldende wetten en regels worden nageleefd
en de rol en bevindingen van de Interne Audit Dienst. De Auditcommissie bespreekt het werkplan van de Interne Audit
Dienst, dat tevens wordt afgestemd met de externe accountant. Bij vergaderingen van de Auditcommissie worden
in het algemeen de verantwoordelijke financiele sleutelfunctionarissen, het hoofd van de Interne Audit Dienst en de
externe accountants uitgenodigd. De Auditcommissie adviseert de Raad van Commissarissen over de
benoeming van de externe accountant en bespreekt diens vergoeding en onafhankelijkheid. Zij vergadert tenminste
eenmaal per jaar met de externe accountant en de manager van de Interne Audit Dienst zonder dat de leden van de
Raad van Bestuur hierbij aanwezig zijn.
Jaarverslag 2011
99
8.1.4 Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur brengt, conform haar statutaire verplichting, regelmatig verslag uit aan de Raad van
Commissarissen en bespreekt het bedrijfsbeleid zoals ontwikkeld door de Executive Committee. Tenminste een maal
per jaar legt de Raad van Bestuur de strategie, de parameters met betrekking tot de strategie en de operationele en
financiële doelstellingen waarop de strategie stoelt voor aan de Raad van Commissarissen. De belangrijkste punten
van de strategie worden in het Profiel van de onderneming vermeld.
Overeenkomstig de bepalingen van het verzwakte structuurregime, benoemt (en ontslaat) de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders de leden van de Raad van Bestuur. De Raad van Commissarissen heeft besloten dat naast de
besluiten die conform de wet en de statuten ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen worden voorgelegd,
ook bepaalde andere besluiten ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen moeten worden voorgelegd. In dit
verband heeft de Raad van Commissarissen procedures en een autorisatieschema opgesteld. Belangenconflicten
of mogelijke belangenconflicten tussen de Vennootschap en de leden van de Raad van Bestuur dienen te worden
vermeden. Een lid van de Raad van Bestuur zal onmiddellijk alle wezenlijke belangenconflicten of mogelijke belangen-
conflicten melden aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen, evenals aan de andere leden van de Raad van
Bestuur.
Contractduur en opzegtermijn
Nieuw te benoemen leden van de Raad van Bestuur worden benoemd voor een periode van vier jaar en hierbij geldt
een opzegtermijn van zes maanden. De betreffende leden kunnen worden herbenoemd door het bevoegde orgaan
na afloop van deze periode van vier jaar.
100
8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing
Beloningsbeleid Raad van Bestuur Connexxion Holding NV
Het beloningsbeleid van de onderneming is erop gericht gekwalificeerde en deskundige bestuursleden aan te trekken,
te motiveren en te behouden met een marktconforme beloning als doelstelling in overeenkomst met:
- huidige vergelijkbare praktijkervaring in de sector
- het belongsbeleid voor andere bestuurders binnen Connexxion, en in andere onderdelen van Veolia Transdev,
rekening houdend met de verschillen in elk land.
- De beginselen en methode voor duurzaam belonginsbeleid voor staatsbedrijven zoals uiteengezet in de brief van
de Minister van Financiën aan het Nederlandse Parlement van 24 oktober 2008.
De beloning voor de statutaire leden van de Raad van Bestuur dient concurrerend te zijn in vergelijking met de markt
voor topmanagement in een groep vergelijkbare ondernemingen in een vergelijkbare gemeenschap en overige
(semi-) overheidsinstellingen (mediaan niveau*). De Raad van Commissarissen definieert deze groep vergelijkbare
ondernemingen (peer group) op basis van de aanbevelingen van de Bezoldigingscommissie. De peer group bestaat
uit ondernemingen in de marktsector met een gewicht van 75% en in de (semi-)overheidssector met een gewicht van
25%. De mediaan verwijst naar het totale bedrag van de contante beloning, waarbij totale contante beloning staat
voor het vaste salaris plus het maximale bedrag aan variabele beloning.
Iedere vier jaar wordt bezien in hoeverre de totale beloning van de statutaire leden van de Raad van Bestuur nog
voldoet aan dit uitgangspunt. Deze taak wordt voorbereidend verricht door de Bezoldigingscommissie van de Raad
van Commissarissen, zo nodig met hulp van externe adviseurs.
De Raad van Commissarissen stelt uiteindelijk op basis van het beleid en de concrete voorstellen van de Commissie
en na overleg met de aandeelhouders de beloning vast. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft het
beloningsbeleid goedgekeurd.
Dit beleid geldt voor ieder statutair lid van de Raad van Bestuur dat nieuw worden benoemd vanaf 1 januari 2010.
*) Mediaan niveau = het salarisniveau waarbij 50% van de in kaart gebrachte beloning boven dit niveau ligt, en 50%
onder dit niveau.
Jaarverslag 2011
101
Vast jaarsalaris
De statutaire leden van de Raad van Bestuur ontvangen een vast jaarsalaris dat past bij de verantwoordelijkheden van
hun functie. Bovendien is het vaste salaris gebaseerd op de zwaarte van de functie en een vergelijking met een peer
group. Het vaste salaris is in beginsel niet hoger dan de mediaan van de vastgestelde peer group, rekening houdend
met het totale contante mediaan niveau.
Ter objectivering van de uitkomst van deze functiezwaarte- en peergroupvergelijking wordt deze bovendien getoetst
aan de mediaan van de algemene markt voor bestuurders, zoals deze door externe specialisten wordt bijgehouden.
Om de functiezwaarte vast te stellen, wordt gekeken naar de interne inschaling van bestuurdersfuncties in Veolia
Transdev. Naast hun vaste salaris, hebben leden van de Raad van Bestuur recht op bepaalde emolumenten, zoals een
forfaitaire kostenvergoeding, vervoer, alsmede overige gebruikelijke emolumenten zoals die voor veel seniormede-
werkers gelden.
Het maximum vast jaarsalaris van de CEO, peildatum 1 juli 2009, is EUR 300.000 bruto. Dit maximum kan worden
verhoogd op 1 juli van ieder jaar, vanaf 1 juli 2010, met maximaal het gewogen gemiddelde van het aanvangssalaris
van de belangrijkste CAO's binnen Connexxion voor het voorgaande jaar (d.w.z. de CAO Openbaar Vervoer en de CAO
Taxivervoer). De Raad van Commissarissen bepaalt of deze verhoging wordt toegepast; deze is niet automatisch. Na
een periode van vier jaar wordt dit maximum opnieuw beoordeeld conform bovenstaande methode. Het maximum
vaste jaarsalaris voor de statutaire leden van de Raad van Bestuur het functieniveau van CEO is tenminste 15% minder
dan het maximum voor de CEO.
Pensioenen
Voor de werknemers van Connexxion Holding NV en haar dochtermaatschappijen geldt een toegezegd pensioen-
regeling die is ondergebracht bij een aantal bedrijfstakpensioenfondsen. Het pensioen van de werknemers van
Connexxion Openbaar Vervoer NV, Connexxion Nederland NV en Connexxion Holding NV en de statutaire leden van
de Raad van Bestuur is ondergebracht bij het bedrijfstakfonds Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer (SPOV). Het
fonds hanteert een geindexeerd middelloonstelsel en een pensioenleeftijd van 65 jaar; een deel van de pensioenpremie
wordt betaald door de werkgever, welk percentage voor alle werknemers van Connexxion gelijk is.
102
8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing
Variabele beloning
Naast het vaste jaarsalaris komen de statutaire leden van de Raad van Bestuur in aanmerking voor een variabele
beloning (die tevens de jaarlijkse bonus wordt genoemd) ter extra stimulering van de statutaire leden van de Raad
van Bestuur om de doelstellingen van het jaarplan (financieel) en het meerjarenbedrijfsplan te behalen, en een aantal
apart overeengekomen doelstellingen (niet-financieel/individueel). De variabele beloning is niet pensioenscheppend.
De bonussen zijn flexibel, en een statutair lid van de Raad van Bestuur dient beduidend boven de norm te presteren
om een hogere bonus te kunnen ontvangen.
Een vijfde van de toegekende bonus wordt betaald aan het einde van de zittingsduur van vier jaar, op voorwaarde
dat de ontvanger dan nog in dienst is bij de Vennootschap, en de onderneming geen verliezen heeft geleden in het
laatste jaar van die periode van vier jaar (bonusbank). De Raad van Commissarissen zorgt ervoor dat indien er geen
verliezen worden geleden in het vierde jaar, dit niet te danken is aan incidentele winsten.
Een deel van de jaarlijkse bonus, met een maximum van 30% van het vaste jaarsalaris, is gekoppeld aan het behalen
van de financiële doelstellingen zoals opgenomen in het door de Raad van Commissarissen vastgestelde jaarplan
(bijv. EBIT, operationeel resultaat, kasstromen) conform onderstaande tabel:
Werkelijk / Budget (financieel) uitkering
<85% nihil
85% 10%
100% 20% (prestatie cf norm)
>115% 30% (maximum)
Een ander deel van de jaarlijkse bonus, met een maximum van 15% van het vaste jaarsalaris, is gekoppeld aan
het behalen van niet-financiële doelstellingen (zoals klanttevredenheid, werknemertevredenheid, ziekteverzuim,
duurzaamheid, diversity) die voor ieder statutair lid afzonderlijk worden bepaald. Een uikering van 10% wordt
toegekend indien het betreffende bestuurslid zijn/haar doelstellingen heeft bereikt.
Werkelijk / Budget (niet-financieel) uitkering
< 85% nihil
85% 5%
100% (at target) 10%
>115% 15% (maximum)
Tussenliggende realisaties leiden tot proportionele bonuspercentages.
De jaarlijkse bonus wordt samen met het maandsalaris in de maand volgend op de jaarlijkse Algemene Vergadering
van Aandeelhouders uitbetaald; dit geldt niet voor het deel dat in de bonusbank zit.
Jaarverslag 2011
103
Indien een lid van de Raad van Bestuur een aanvullende variabele beloning ontvangt uit een andere positie die direct
te maken heeft met het lidmaatschap van de Raad van Bestuur van Connexxion (mogelijk het lidmaatschap van de
COMEX van Veolia Transdev) en indien deze aanvulling leidt tot een totale variabele beloning van meer dan 45% van
het vaste jaarsalaris, zorgt de Raad van Commissarissen ervoor dat het bestuurslid afstand doet van zijn/haar recht
op de aanvullende variabele beloning voor het deel dat 45% van het vaste jaarsalaris te boven gaat. Dientengevolge
bedragen de door de statutaire leden van de Raad van Bestuur van Connexxion ontvangen variabele beloning en de
variabele beloning ontvangen voor de hoedanigheid van een aanvullende functie samen nimmer meer dan 45%.
Bovendien is de aanvullende variabele beloning die vanuit het COMEX wordt ontvangen gemaximaliseerd op 15%
van het vaste jaarsalaris. Bij tussentijdse aanvaarding van het dienstverband van een statutair lid van de Raad van
Bestuur, of verbreking van het dienstverband voor het einde van het jaar, wordt de jaarlijkse bonus evenredig berekend.
In bijzondere omstandigheden kan de Raad van Commissarissen beslissen om de variabele beloning aan te passen,
indien zij van mening is dat toepassing van de vooraf vastgestelde prestatiecriteria zouden resulteren in een
ongewenste variabele beloning of zou leiden tot een onredelijk of ongewenst effect. De Raad van Commissarissen
is bevoegd een terugvordering in te stellen voor variabele beloning die is toegekend op basis van onjuiste gegevens,
ongeacht of deze onjuiste gegevens van financiële aard zijn.
Vervoer
De Raad van Commissarissen is bevoegd om op individuele basis een auto met chauffeur beschikbaar te stellen voor
zakelijk gebruik, of een leaseauto ingevolge de leaseregeling van de onderneming van Connexxion.
Ontslagvergoedingen
Bij onvrijwillig vertrek geldt een ontslagvergoeding van maximaal een vast jaarsalaris conform de Corporate
Governance Code.
Executive Committee
De Vennootschap en haar dochtermaatschappijen worden door de Executive Committee geleid. De Executive
Committee handelt in de praktijk vergelijkbaar met en niet apart van de Raad van Bestuur zoals bedoeld in Artikel
18, lid 1 van de statuten. Hierbij wordt geen afbreuk gedaan aan de wettelijke en statutaire positie van de leden van
de Raad van Bestuur. De Executive Committee bestaat uit drie statutaire en vier niet-statutaire leden. De leden van
de Executive Committee delen, onder uiteindelijke verantwoordelijkheid van de voorzitter, de verantwoordelijkheid
voor het zorgen dat het bedrijf haar strategie en beleid bepaalt en opstelt, haar doelstellingen behaalt en een gezond
personeelsbestand ontwikkelt.
104
8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing
8.1.5 Controle van de jaarrekening en positie van de externe accountant
De jaarrekening van Connexxion is aan externe controle onderhevig. De externe accountant woont de vergadering van
de Raad van Commissarissen bij waarin de jaar- en halfjaarcijfers worden besproken. Hiernaast is hij aanwezig bij de
betreffende vergaderingen van de Auditcommissie. De externe accountant van de Groep wordt ieder jaar benoemd
door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De externe accountant woont ook de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders bij, zodat de aandeelhouder hem vragen kan stellen over de accountantsverklaring. Met de externe
accountant wordt afgesproken dat de leidende partner nooit langer dan vijf jaar verantwoordelijk is voor de controle.
De Auditcommissie beoordeelt ieder jaar de vergoeding die de externe accountant in rekening brengt en gaat na
of deze betrekking heeft op de jaarrekening of op andere activiteiten die verband houden met de controle. De
Auditcommissie en de Raad van Bestuur bespreken jaarlijks de rol en het functioneren van de externe accountant en
zijn opdracht. De Raad van Commissarissen wordt geinformeerd over het resultaat van deze besprekingen. Eens per
vier jaar worden de activiteiten van de externe accountant in detail beoordeeld. De belangrijkste conclusies van deze
beoordeling worden dan aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders medegedeeld. Op basis hiervan oordeelt
zij dan over de voordracht voor de benoeming van de externe accountant.
8.1.6 Dividendbeleid
Het dividendbeleid is gericht op het maximeren van het aandeelhoudersrendement. Connexxion streeft naar een
optimale vermogenspositie om voldoende slagkracht te hebben en zich daarmee te kunnen handhaven in de markt
van het personenvervoer. Voor het dividendbeleid vindt een toetsing plaats op basis van de verwachte ontwikkelingen
in de nettoschuld ten opzichte van ‘Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortisation (EBITDA)’ en de
‘interest coverage’ (rentedekkings-) ratio. Deze ratio’s worden vooral beinvloed door het investeringsvolume. Op basis
van deze financiele kaders, die te allen tijde marktconform moeten blijven, wordt de in te houden winst en het uit te
keren dividend bepaald. De doelstelling is echter vijftig procent van het resultaat uit te keren aan de
aandeelhouders van Connexxion Holding NV. Een dividenduitkering kan worden onderworpen aan criteria voor de
bankconvenanten.
Jaarverslag 2011
105
8.1.7 Gedragscode en Klokkenluidersregeling
Connexxion is een dienstverlenend bedrijf. Reizigers en concessieverleners rekenen op betrouwbaar en stipt vervoer.
Reputatie is in deze dan ook zeer belangrijk. De persoonlijke integriteit van de bestuurders, managers en medewerkers
van Connexxion vormt het fundament onder de kwaliteit van haar organisatie, de door haar geleverde diensten en
haar reputatie. Connexxion heeft aanvullende maatregelen getroffen om de integriteit van de onderneming zeker
te stellen door het invoeren van een Gedragscode en een Klokkenluidersregeling. De Gedragscode van Connexxion
richt zich op alle medewerkers van de onderneming en heeft tot doel voor alle medewerkers helder te formuleren
wat op het vlak van integriteit en andere waarden en normen van hen wordt verwacht. Dat geldt onderling, alsook
in de relaties met reizigers, opdrachtgevers en toeleveranciers en andere belanghebbenden. De Gedragscode kent
een compliance officer in de persoon van de directeur Juridische Zaken. Hij is tevens de secretaris van de Raad van
Commissarissen, respectievelijk secretaris van de Executive Committee.
De Klokkenluidersregeling stelt werknemers in de gelegenheid vermeende misstanden binnen de onderneming
van algemene, operationele of financiële aard te melden, waarbij rechten en plichten worden uiteengezet van een
medewerker die een melding doet in het kader van de regeling. Tevens zet de regeling de verplichtingen van het
management uiteen. Medewerkers die een beroep doen op de Klokkenluidersregeling en misstanden melden, kunnen
dit doen zonder hun rechtspositie in gevaar te brengen. De Gedragscode en de Klokkenluidersregeling zijn gepubliceerd
op de website van de onderneming.
8.2 Risicomanagement en interne beheersing
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor een effectieve sturing en beheersing van Connexxion. Zij is tevens
verantwoordelijk voor de financiering van de Groep en voor de beheersing van de aan de bedrijfsactiviteiten gelieerde
risico’s. De Raad van Bestuur rapporteert over en legt verantwoording af voor het risicomanagement en de interne
beheersmaatregelen aan de Raad van Commissarissen en de Auditcommissie. Voor de sturing en beheersing is onder
meer een managementcontrolcyclus ingericht, een duidelijke verantwoordelijkheidsstructuur gedefinieerd, een
gedragscode en klokkenluidersregeling opgesteld en een risicomanagementsysteem ingevoerd. Ook heeft Connexxion
een Interne Audit Dienst.
Binnen Connexxion en haar divisies zijn de risico’s geidentificeerd, geprioriteerd, geevalueerd en, waar nodig, door
beheersmaatregelen en of bijbehorende acties beperkt. Deze risico’s en hun beheersmaatregelen zijn in een risico
en beheersingsmaatregelen-register vastgelegd. In de reguliere managementcontrolcyclus wordt elk kwartaal over
de risico’s en hun beheersing gerapporteerd. Deze rapportages worden in het kader van de reguliere management-
controlcyclus in zogeheten operational review meetings besproken. Ook zijn er door de bedrijfsonderdelen manage-
mentbeoordelingen uitgevoerd. Deze beoordelingen zijn gericht op de evaluatie van de geschiktheid, adequaatheid
en doeltreffendheid van het beschikbare managementsysteem en de mate van interne beheersing. De belangrijkste
risico’s, zowel qua impact, als de kans dat deze zich voordoen, en zoals door Connexxion in kaart gebracht, staan
hieronder beschreven. Tevens worden de betreffende controlemaatregelen behandeld.
106
8 Corporate Governance, risicomanagement en interne beheersing
8.2.1 Risico’s gerelateerd aan de strategie en de markt
Politieke omgeving en effecten van marktwerking
Opbrengsten zijn afhankelijk van indexatie en overheidsbijdragen. De opbrengsten en resultaten en Connexxion zijn
in grote mate afhankelijk van algemene en overheidsindexatie. Connexxion kan het risico lopen dat de indexatie van
de opbrengsten lager is dan de stijging in de arbeids- en/of energiekosten. Ook de vermindering van de regeringsbe-
groting als gevolg van bezuinigingen kan een impact hebben op de omzet van Connexxion.
Connexxion is actief in een zeer competitieve markt
Connexxion is actief in een zeer competitieve markt. Veel van de concurrenten bieden dezelfde of vergelijkbare
diensten als Connexxion aan dezelfde markt en klanten. Aanbestedingen en concurrentie kunnen een groot effect
op het marktaandeel van Connexxion hebben. Naar verwachting wordt het gemeentelijk vervoer in de G3-steden
(Amsterdam, Rotterdam en Den Haag) aanbesteed onder strikte door de Europese Commissie gestelde voorwaarden.
Deze ontwikkeling heeft een positief effect op de omvang van de markt waarop Connexxion kan opereren.
8.2.2 Risico’s gerelateerd aan de operationele activiteiten
Reizigersgroei en OV- chipkaart
Een belangrijk instrument voor Connexxion om reizigersgroei te realiseren, is de invoering van de OV-chipkaart.
Met de OV-chipkaart is het voor de reiziger mogelijk met een toegangsbewijs in het gehele openbaar vervoer te
reizen. Door het gemak van de OV-chipkaart zal naar verwachting het aantal reizigers toenemen. De introductie
van de OV-chipkaart leidt tot twee naast elkaar bestaande distributiesystemen voor vervoersbewijzen. De invoering
van de OV-chipkaart leidt tot een verdeling van werkelijke reizigersopbrengsten in plaats van opbrengsten die met
WROOV-sleutels zijn verdeeld. Een overgang naar een werkelijke verdeling houdt een opbrengstenrisico in, waarop
Connexxion inspeelt door te komen tot afspraken met opdrachtgevers over opbrengstenneutraliteit in een bepaalde
periode na de invoering. Ook de stabiliteit van de OV-chipkaart en de onzekerheid in reisgedrag zijn geïdentificeerde
risico’s.
8.2.3 Risico’s gerelateerd aan de financiering en onzekerheid gerelateerd aan de bedrijfsvoering
Risico gerelateerd aan de schuldpositie
Eind 2010 heeft Connexxion een schuldpositie van circa EUR 204,8 miljoen. Per jaareinde had Connexxion EUR 131,8
miljoen ongebruikte kredietfaciliteit tot haar beschikking. Opgemerkt dient te worden dat een belangrijk deel van de
activa van Connexxion als onderpand zijn verstrekt ten aanzien van de verplichtingen onder de kredietfaciliteit en zijn
dus niet beschikbaar ter dekking van de overige schulden. Indien de cash flow en kapitaalbehoeften van Connexxion
niet toereikend zijn om haar schuldpositie te voldoen, kan Connexxion wellicht gedwongen worden om de geplande
uitbreiding en investeringen te verminderen of uit te stellen, belangrijke activa of operationele activiteiten te verkopen,
additioneel kapitaal aan te trekken of haar schulden te herstructureren.
Overige financiele risico’s
Overige financiele risico’s worden in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening (hoofdstuk 6.6) toegelicht.
Jaarverslag 2011
107
8.3 Directiebeoordeling risicomanagement en interne beheersing
De Raad van Bestuur is ervan overtuigd dat de risicobeheersings- en controlesystemen in het verslagjaar een redelijke
mate van zekerheid geven dat de financiele verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat. Het
management van de Groep evalueert continu de mogelijkheden om haar risico’s verder in te perken.
108
9 Jaarrekening Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid en Milieu
9.1 Inleiding
Tot de scope van deze rapportage behoren alle divisies en bedrijfsonderdelen van Connexxion Holding NV. Er zijn
geen belangrijke wijzigingen opgetreden ten opzichte van het vorige verslagjaar voor wat betreft de omvang van de
bedrijfsactiviteiten en de uitbestede activiteiten. Met dit rapport leggen wij verantwoording af over het gevoerde
beleid, dat is afgestemd op onze belangrijkste stakeholders: opdrachtgevers, reizigers, werknemers, aandeelhouders
en de overheid. Er is voor gekozen om de indicatoren met de grootste impact als gevolg van onze bedrijfsactiviteiten te
rapporteren. In onderstaande paragrafen wordt aangegeven welke indicatoren overeen komen met de GRI-indicatoren.
Connexxion heeft zich ten doel gesteld de kwaliteit van de dienstverlening en de prestaties op het gebied van
veiligheid, gezondheid en milieu te waarborgen en continu te verbeteren. Bij Connexxion draait alles om de reiziger.
Bij Connexxion beseffen we dat mobiliteit een cruciale voorwaarde voor economische groei vormt. Door oplossingen
te zoeken voor mobiliteitsvraagstukken levert Connexxion niet alleen een aanzienlijke toegevoegde waarde aan de
toegankelijkheid van steden maar ook aan de beschikbaarheid van personenvervoer in de landelijke gebieden. De
veiligheid, gezondheid en milieu aspecten van dit soort mobiliteit zijn onlosmakelijk verbonden met de bedrijfs-
activiteiten in het algemeen. De gehele organisatie draagt verantwoordelijkheid voor de beheersing van deze aspecten.
We voeren een proactief beleid op het gebied van kwaliteit, veiligheid, gezondheid en milieu, gericht op een continue
verbetering en op naleving van wet- en regelgeving.
Jaarverslag 2011
109
9.2 Kwaliteit
Klanttevredenheid (PR5)
Klant- en opdrachtgevertevredenheid staan centraal. Connexxion verbetert constant haar dienstverlening door
de tevredenheid van klanten en opdrachtgevers te meten, en de resultaten te vertalen in doeltreffende vervoer-
oplossingen tegen een acceptabele en marktconforme prijs/kwaliteitverhouding. Alle bedrijfsonderdelen van
Connexxion beschikken over een gecertificeerd managementsysteem volgens NEN-EN-ISO 9001: 2008.
De belangrijkste doelstellingen in ons kwaliteitsbeleid zijn:
- Levering van geïntegreerde mobiliteitsdiensten
- Verbeterde informatievoorziening aan onze klanten
- Innovatie van vervoersdiensten (veiligheid, duurzaamheid)
- Verhoging van het aantal reizigers.
De volgende principes liggen ten grondslag aan de dienstverlening aan onze reizigers: punctualiteit, goede
reisinformatie voor het publiek, reinheid van de voertuigen, hoogstaande klantenservice en klantencontacten en
een efficiënte klachtenafhandeling.
Onderzoeken
De tevredenheid van de reizigers in het openbaar vervoer wordt jaarlijks gemeten door middel van de OV-Klant-
barometer, die wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De resultaten worden
altijd in maart van het daaropvolgende jaar gerapporteerd. Het cijfer dat reizigers het Valys-taxicontract van
Connexxion gaven, is gestegen naar een 8,6. Voor ambulancezorg wordt iedere twee jaar een uitgebreid onderzoek
onder patiënten uitgevoerd. Het laatste onderzoek werd in 2010 verricht; de controlekamers scoorden toen een 8,6
en de zorg in de ambulance een gemiddelde van 8,5.
Naar aanleiding van alle onderzoeken worden waar nodig verbeterpunten gedefinieerd.
110
9 Jaarrekening Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid en Milieu
9.3 Veiligheid en gezondheid
Connexxion streeft naar optimale omstandigheden qua veiligheid en gezondheid in alle transportsystemen en –
activiteiten voor alle medewerkers, reizigers en derden die in contact komen met de door Connexxion geleverde
diensten.
De belangrijkste risico’s hebben betrekking op verkeersveiligheid, arbeidsveiligheid en sociale veiligheid.
Veiligheid van vervoerssystemen
Passagiersvervoer vindt plaats over de weg, per spoor en over het water. Ter verlaging van het aantal verkeerson-
gevallen werd een bewustwording campagne gestart waarbij chauffeurs getraind zijn en ongeval- en blackspot-
analyses zijn uitgevoerd.
In 2011 is het aantal ongevallen per miljoen kilometer licht gestegen. De doelstelling van een verlaging met 10% werd
niet behaald. Dit werd met name veroorzaakt door twee noodstoppen, waarbij relatief veel reizigers gewond raakten.
Van de gewonde personen ging het in 39% om passagiers (2010: 24%). Het aantal ongevallen met dodelijke afloop
(7) was gelijk aan 2010. Bij deze ongevallen ging het om botsingen met een motorrijder, een automobilist en vijf
maal met een fietser.
Dodelijke ongelukken
Blijvend letsel
Letsel met verzuim
Letsel zonder verzuim
Incidenten
7(7)
0(0)
78(59)
479(439)
6.233(5.851)
Connexxion, letselongevallen derden 2011 (2010)
Realisatie in 2011
Aantal letselgevallen per miljoen km: 1,5
(2010: 1,4)
Jaarverslag 2011
111
Arbeidsveiligheid (LA7)
In 2011 zijn mishandelingen van chauffeurs opgenomen in het aantal arbeidsincidenten. Een vergelijking met 2010
kan dan ook niet worden gemaakt. Het aantal arbeidsincidenten per miljoen arbeidsuren exclusief mishandelingen
in 2011 bleef met 3,2 gelijk aan 2010.
Van het aantal gemelde arbeidsongevallen had 48% te maken met mishandelingen. De overige arbeidsongevallen
houden verband met het werk in de werkplaatsen (verwondingen aan hand of hoofd) en met het vallen of struikelen
van chauffeurs. Er is één fataal ongeval gemeld (2010: 1) als gevolg van een botsing van een bus met een overstekende
chauffeur.
Sociale veiligheid
Connexxion wil goed openbaar vervoer bieden, waarin de reiziger zich aangenaam, comfortabel, maar vooral ook
veilig voelt. Als werkgever spannen wij ons in om voor onze medewerkers veilige werkomstandigheden te creëren.
We investeren dan ook in een veilige omgeving voor zowel reizigers als medewerkers. Doelstelling is te komen tot
een voor reizigers en medewerkers optimale sociale veiligheid. Dit wil zeggen:
- vermindering van het aantal feitelijke incidenten (objectieve doelstelling) en
- continue verbetering van het veiligheidsgevoel in en rond het openbaar vervoer (subjectieve doelstelling), zowel
van reizigers als van medewerkers.
Ten opzichte van 2010 is het aantal incidenten in absolute en relatieve zin gedaald.
Realisatie in 2011
Aantal arbeidsongevallen per miljoen
arbeidsuren 6,3
Connexxion, arbeidsongevallen 2011
Dodelijke ongevallen
Blijvend letsel
Letsel met verzuim
Letsel zonder verzuim
Incidenten
1
1
43
79
4.488
112
9 Jaarrekening Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid en Milieu
Incidenten sociale veiligheid
Code Categorie 2011 2010 2009 Trend
(totaal) (totaal) (totaal) (2010/2011)
Categorie A (strafrecht en APV):
A1 Mishandeling 148 177 141
A2 Bedreiging met wapen 22 47 47
A3 Bedreiging zonder wapen 273 242 280
A4 Diefstal/beroving 19 36 29
A5 Optreden bij drugsoverlast 12 19 29
A6 Vandalisme, brandstichting, graffiti 677 884 843
A7 Overige overtredingen:
duwen, trekken, spugen etc. 504 548 517
Subtotaal 1.655 1.953 1.886
Categorie B (overtredingen wet
personenvervoer):
B1 Schelden 879 961 811
B2 Lastigvallen 250 300 257
B3 Optreden bij betalingsproblemen 347 435 388
B4 Overige verstoringen:
misbruik voorzieningen/noodrem etc. 96 150 197
Subtotaal 1.572 1.846 1.653
Categorie C (overtredingen besluit
personenvervoer en huisregels):
C1 Overtredingen huisregels:
voeten op de bank, roken etc. 504 344 354
C2 Overige overlast:
verontreiniging in- en exterieur 748 374 294
Subtotaal 1.252 718 648
Totaal absoluut 4.479 4.517 4.187
Incidenten per 1.000 DRU 0.55 0.59 0.51
Jaarverslag 2011
113
9.4 Arbeidspraktijken
Arbeidspraktijken en goede arbeidsomstandigheden vormen een onderdeel van ons duurzaamheidsprogramma.
- Personeelsbestand (LA1, LA4, LA13)
Van het personeelsbestand valt 98% onder CAO's. De diversiteit was 17% (doelstelling: 30% vrouwen aan de top
+ subtop in 2015).
- Personeelsverloop (LA2)
Het personeelsverloop, gecorrigeerd voor de effecten van concessiewisselingen, was 10,5%.
- Gezondheid (LA7)
Verzuim vanwege ziekte was 6,7% (2010: 6,9%). De doelstelling was een verbetering te bewerkstelligen.
- Opleiding en onderwijs (LA11)
Management van vaardigheden ondersteunt de inzetbaarheid van de medewerkers. Het aantal opleidingsuren
per FTE was 51,9 in 2011 (doelstelling 27,5).
- Medewerkertevredenheid
De tevredenheid van medewerkers was 7,2 (2011: 7,1).
- Beoordelingen van prestaties en loopbaanontwikkeling (LA12)
Alle chauffeurs in de openbaarvervoersdivisies en alle indirecte medewerkers worden jaarlijks beoordeeld.
114
9 Jaarrekening Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid en Milieu
9.5 MilieuVoor wat betreft het milieu streeft Connexxion naar vermindering van schadelijke emissies (NOx, PM en CO2), scheiding
en hergebruik van afval, verminderd gebruik van natuurlijke hulpbronnen en voorkoming van bodemverontreiniging
en geluidoverlast. Alle bedrijfs-onderdelen van Connexxion beschikken over een gecertificeerd managementsysteem
volgens NEN-EN-ISO 14001: 2004.
Het ontwikkelen van duurzame oplossingen voor de groeiende mobiliteit vormt een uitdaging. Collectief
personenvervoer vormt een prima alternatief voor vervoer per auto, waarmee de uitstoot en verkeersopstoppingen
kunnen worden verminderd. Duurzaamheid staat steeds vaker centraal in aanbestedingen. Schonere voertuigen
voor een betere luchtkwaliteit, verlaging van CO2-uitstoot en milieuverantwoord operationeel management zijn
terugkerende onderwerpen. Connexxion is overtuigd van het nut van een nauwe samenwerking met onze klanten
bij de ontwikkeling van duurzame vervoersplannen.
Energieverbruik en luchtemissies (EN3, EN6, EN16, EN18, EN20)
Luchtemissies en energieverbruik per vervoersactiviteit zijn van aanzienlijke invloed op het milieu. Energieverbruik en
CO2-emissies hebben een direct verband. De belangrijkste uitdaging is een verlaging van de CO2-emissies. Connexxion
heeft zich ten doel gesteld de CO2-emissies te verlagen en de luchtkwaliteit te verbeteren door lagere luchtemissies
(NOx, PM).
- verlaging CO2-emissies met 3% in 2012 (emissiepeil 2009) voor personenvervoer-activiteiten
- luchtkwaliteit: 89% lage-emissiebussen* in 2011.
*) Een lage-emissiebus is gedefinieerd als een voertuig voorzien van CRT-filter, SCR-systeem, brandstofcel- of hybridesysteem of een voertuig
dat rijdt op CNG, LPG, elektriciteit, biobrandstof of waterstof.
Realisatie van bovenstaande doelstellingen vindt plaats door het bestaande wagenpark schoner te maken, nieuwe
schonere en zuinigere voertuigen in te kopen, onderzoek naar mogelijkheden van alternatieve aandrijvingen en
brandstoffen te verrichten, onze chauffeurs te trainen en de productie en planning voor wat brandstofverbruik
constant bij te sturen.
Om de emissies te verlagen doet Connexxion veel aan innovatie, soms vanwege door de concessieverlener gestelde
contractuele verplichtingen bij contracten voor openbaar vervoer- of taxidiensten, maar ook op eigen initiatief door
middel van verschillende plannen en pilots op het gebied van alternatieve brandstoffen. Het grootste deel van het
wagenpark van Connexxion loopt op diesel en Connexxion voldoet aan iedere nieuwe EURO-milieunorm.
Connexxion investeert in (bio)gas, biodiesel, CNG, hybride en elektrische voertuigen en brandstofcelbussen. Wij
doen ook op eigen initiatief aan innovatie, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van brandstofcelbussen en elektrische
voertuigen.
Jaarverslag 2011
115
De directe CO2-emissies ten gevolge van onze vervoeractiviteiten bedroegen 242 KTon (2010: 248 KTon). Dit is te
danken aan betere brandstofefficiëntie en het gebruik van biogas. Van het CNG-verbruik bestond 22% uit groengas. In
relatieve zin bedroegen de CO2-emissies 0,64 kg/km. In vergelijking met het peil van 2009 waren de emissies 11% lager.
120
2002
Inde
x (b
asel
ine
2002
)
100
80
60
40
20
0
CO2
NOx
COHC
PMSO2
Emissies Connexxion
2003 2005 2006 2007 2008 2009 201120102004
2002 2004 2005 2006 20072003 2008 2009 2010 2011
CO2 i
n kg
/km
0,00 -25%
0%
Redu
ctie
(bas
elin
e 20
02)
CO2-indicator Connexxion
0,20
0,10
0,30
0,40
0,50
0,60
0,70
0,80
-20%
-15%
-10%
-5%
0,90
Alle luchtemissies zijn gereduceerd. De productie (km) is met 4% toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Inmiddels
bestaat 93% van het wagenpark uit lage-emissievoertuigen (2010: 87%). Het directe energieverbruik voor de vervoer-
activiteiten was 7 miljoen GJ (2010: 7).
116
9 Jaarrekening Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid en Milieu
Afvalstoffen (EN22)
Doelstelling van Connexxion is de hoeveelheid afvalstoffen te minimaliseren en afval gescheiden in te zamelen.
Connexxion heeft een inzamelingcontract getekend dat gebaseerd is op het uitgangspunt “afval bestaat niet”. Dit
betekent dat er meer terugwinning van grondstoffen plaatsvindt voor restafval, papier en gevaarlijk afval. Het Totaale
volume van afval bij Connexxion is in 2011 met 2% gedaald ten opzichte van 2010. De hoeveelheid geproduceerd
afval was 12.8 gram/km (2010: 13.5).
2009
2,105
328
2,617
2010
1,954
297
2,587
2011
1,747
313
2,727 Restafval
Papier
Gevaarlijk afval
Afval
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
Ton
Naleving (EN28)
Voor elke vestiging waar activiteiten worden verricht, is een milieuvergunning dan wel een melding in het kader van
een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) noodzakelijk. Als gevolg van veranderingen in het dienstenaanbod en
door overnames is het aantal locaties dat onder de Wet milieubeheer valt per saldo toegenomen tot 118 (2010: 114).
Connexxion heeft 18 meldingen gedaan van wijzigingen (2010: 41).
Het aantal inspecties varieert van jaar tot jaar. In 2011 werden 39 milieuinspecties uitgevoerd (2010: 32). Er werd
geen enkel proces-verbaal opgemaakt en er werden geen boetes opgelegd (2010: 0).
Bodem en milieu-incidenten
Het beleid van Connexxion is erop gericht bodemverontreiniging te voorkomen. Connexxion had per 31 december
2011 acht gevallen van bodemverontreiniging (2010: 9). De afname is het gevolg van saneringen. Van deze acht
locaties moet in twee gevallen (Ermelo en Gulpen) de komende jaren een stabiele eindsituatie worden aangetoond. In
Hilversum vindt momenteel een bodemsanering plaats. In 2011 deden zich geen nieuwe gevallen van verontreinigde
bodem voor.
118
10 Global Reporting Initiative
Connexxion rapporteert omtrent haar duurzaamheid conform het Global Reporting Initiative. De onderstaande tabel is opgesteld in
overeenstemming met GRI vereisten.
Onze duurzaamheidsverslaggeving is gebaseerd op Global Reporting Initiative G3 toepassingsniveau C, relevante aspecten waar
aandeelhouders en klanten om vragen in het kader van contracten. De gegevens zijn verkregen uit de informatiesystemen van
Connexxion en door middel van vragenlijsten. Alle divisies van Connexxion en meerderheidsdeelnemingen zijn opgenomen in de
reikwijdte van de rapportage. Uitbesteed werk is niet opgenomen in het rapport.
Onderwerp Indicator Hoofdstuk Pagina
Strategie en analyse 1.1 Verklaring 1 8
Organisatieprofiel 2.1 Naam van de organisatie 1 6
2.2 Voornaamste merken, producten, en/of diensten 1 6
2.3 Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van
divisies, werkmaatschappijen, dochterondernemingen en
samenwerkingsverbanden 6 36
2.4 Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie 6 36
2.5 Het aantal landen waar de organisatie actief is en namen
van landen met ofwel grootschalige activiteiten, ofwel met
specifieke relevantie voor de duurzaamheidskwesties die in
het verslag aan de orde komen 1 6
2.6 Eigendomsstructuur en rechtsvorm 1 8
2.7 Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren die worden
bediend en soorten klanten/begunstigden) 3 12
2.8 Omvang van de verslaggevende organisatie 6 27
2.9 Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft
omvang, structuur of eigendom 3 18
2.10 Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode werden toegekend 3 12
Verslagparameters 3.1 Verslagperiode 6 27
3.2 Datum van het meest recente verslag 6 27
3.3 Verslaggevingscyclus 6 27
3.4 Contactpunt voor vragen over het verslag of de Inhoud daarvan Colofon 122
3.5 Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag 9.2 109
3.6 Afbakening van het verslag n.v.t.
3.7 Vermeld eventuele specifieke beperkingen voor de reikwijdte
of afbakening van het verslag n.v.t.
3.8 Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden,
dochterondernemingen in gedeeltelijk eigendom, gehuurde
faciliteiten, uitbestede activiteiten of andere entiteiten die de
vergelijkbaarheid tussen verschillende verslagperioden of
verslaggevende organisaties aanzienlijk beïnvloeden 6.6 39
3.10 Uitleg over de gevolgen van eventuele herformuleringen
van eerder verstrekte informatie n.v.t.
3.11 Significante veranderingen ten opzichte van vorige verslag-
periodes ten aanzien reikwijdte, afbakening of meetmethoden
die voor het verslag zijn toegepast n.v.t.
Jaarverslag 2011
119
Onderwerp Indicator Hoofdstuk Pagina
Bestuur, verplichtingen,
en betrokkenheid 4.1 De bestuursstructuur van de organisatie 8 96
4.2 Geef aan of de voorzitter van het hoogste bestuursorgaan
eveneens een leidinggevende functie heeft 8 96
4.3 Voor organisaties met een enkelvoudige bestuursstructuur:
vermeld het aantal onafhankelijke en/of niet-leidinggevende
leden van het hoogste bestuurslichaam n.v.t.
4.4 Mechanismen die aandeelhouders en medewerkers de
gelegenheid geven om aanbevelingen te doen aan of
medezeggenschap uit te oefenen op het hoogste bestuurslichaam 8 105
4.14 Lijst van groepen belanghebbenden die de organisatie heeft
betrokken 3 12
4.15 Basis voor inventarisatie en selectie van belanghebbenden
die moeten worden betrokken 3 1
Milieu EN3 Direct energieverbruik door primaire bron 9.5 114
EN6 Initiatieven t.b.v. energie-efficiënte of op duurzame energie
gebaseerde producten en diensten, evenals verlagingen van de
energie-eisen als resultaat van deze initiatieven 9.5 114
EN16 Totaale directe en indirecte emissie van broeikasgassen
naar gewicht 9.5 115
EN18 Initiatieven ter verlaging van de emissie van broeikasgassen
en gerealiseerde verlagingen 9.5 114
EN20 NO, SO en andere significante luchtemissies naar type
en gewicht 9.5 114
EN22 Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode 9.5 116
EN28 Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal
niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van milieuwet-
en –regelgeving 9.5 11
Product-
verantwoordelijkheid PR5 Beleid ten aanzien van klanttevredenheid, met inbegrip van
resultaten van onderzoeken naar klanttevredenheid 9.2 109
120
10 Global Reporting Initiative
Onderwerp Indicator Hoofdstuk Pagina
Arbeidsomstandig-
heden decent work LA1 LA1 Totaale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst
en regio 9.4 113
LA2 Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop per leeftijds-
groep, geslacht en regio 9.4 113
LA4 Percentage medewerkers dat onder een CAO valt 9.4 113
LA7 Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het
aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio 9.3 & 9.4 110
LA12 Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht
omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling 9.4 113
LA13 Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van
medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep,
het behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid
en andere indicatoren van diversiteit 9.4 113
Economische
prestaties EC1 Directe economische waarden die zijn gegenereerd en
gedistribueerd, waaronder inkomsten, operationele kosten,
personeelsvergoedingen, donaties en overige maatschappelijke
investeringen, ingehouden winst en betalingen aan kapitaalverstrekkers
en overheden 6 27
EC4 Significante financiële steun van de overheid n.v.t.
122
colofon
Idee, realisatie en redactie
Connexxion, Hilversum
Veronica Concept Design, Hilversum
Vormgeving
Veronica Concept Design, Hilversum
contact detailsConnexxion Holding NV
Postbus 224
1200 AE Hilversum
Telefoon: +31 (0) 35 6251600
Telefax: +31 (0) 35 6251699
Het Jaarverslag 2011 is gepubliceerd op de website van Connexxion: www.connexxion.com
De orginele jaarrekening is opgesteld in de Engelse taal. Dit document is een in de Nederlandse taal
vertaalde versie hiervan. In geval van verschillen tussen de Nederlandse en Engelse tekst prevaleert de laatste.