jaarverslag 2010 - geheel DEFoud.fw.nl › redactie › files › jaarverslag_2010.pdf ·...

38
Jaarverslag 2010 Federatie Welstand Amsterdam Juni 2011

Transcript of jaarverslag 2010 - geheel DEFoud.fw.nl › redactie › files › jaarverslag_2010.pdf ·...

Jaarverslag 2010

Federatie Welstand Amsterdam Juni 2011

2

Inhoud

1 De tering en de nering 3

2 Het jaar 2010 in beeld 6

3. Ontwikkelingen in beleid en organisatie 18

4. Bestuursleden en commissies 2010 24

5. Externe contacten 28

6. Cijfers 32

7. Publicaties 34

3

1De tering en de neringDe tering en de neringDe tering en de neringDe tering en de nering

Paradoxale tijden zijn het, en 2010 was een jaar waarin dat duidelijker werd dan ooit. De gemeenten staan voor de taak enerzijds de bureaucratie af te slanken, terwijl anderzijds de aanzwellende roep van burgers om kwaliteit en medeverantwoordelijkheid een beleidsmatige invulling moet krijgen. Wij hebben ons, vanuit het vakgebied van welstands- en monumentenadvisering, het afgelopen jaar meer dan ooit beziggehouden met de uitermate complexe regelgeving op het gebied van het omgevingsrecht, paradoxaal genoeg als gevolg van de wens om te dereguleren. Met de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo), die op 1 oktober 2010 van kracht werd, is het aantal afzonderlijke vergunningen sterk afgenomen. Maar de regels – vooral de regels voor vergunningvrij bouwen – zijn dermate complex, dat zelfs de experts in verhitte internetdiscussies steeds nieuwe mazen en feilen ontdekken. Die discussie is ook niet verwonderlijk. Regels zijn nooit een doel op zich geweest. Ze zijn er gekomen omdat, op basis van een analyse van bestaande waarden, ambities geformuleerd zijn met betrekking tot de omgevingskwaliteit. Het instrumentarium is gebouwd om die ambities te kunnen realiseren. Een ordentelijke overheid stelt eerst vast welke waarden er aanwezig zijn, hoe zij met die waarden om wil gaan (ambitie), en tenslotte richt zij het beleid en het instrumentarium in om die ambities vorm te kunnen geven. Wie gaat morrelen aan beleid en instrumentarium, wie regels afschaft en kosten reduceert, moet beseffen dat de onderliggende waarden nog steeds bestaan en dat zijn gemorrel dus onvermijdelijk consequenties heeft voor de ambities. Houd je vast aan je ambities, terwijl je de regels vermindert, dan krijg je paradoxale, contraproductieve en uiteindelijk peperdure maatregelen, waar burgers en ondernemers weinig mee opschieten. Een voorbeeld. Op rijksniveau zijn tal van beleidsambities geformuleerd met betrekking tot de kwaliteit van het open landschap. Er zijn Nationale Landschappen aangewezen, de rijksnota Ruimte schenkt veel aandacht aan het belang van groene openheid rond en tussen de steden, en de regering subsidieert (inter-)gemeentelijke Landschapsontwikkelingsplannen. Daar bovenop kwam het programma Mooi Nederland, waarmee oud-minister Cramer de verrommeling van het landschap te lijf ging. Niet alleen mooie woorden, maar ook boter bij de vis: er kwam bijvoorbeeld geld voor het saneren van verspreid liggende kassen. In tien voorbeeldprojecten werd flink geïnvesteerd; waar de ruimte-voor-ruimteregeling niet voldoende bleek (en vaak was dat het geval), werd er wat extra geld bijgeplust.

4

Het is diezelfde minister Cramer, die door de Tweede Kamerfractie van het CDA bejubeld werd als een ‘heldin van deze tijd’, als kampioen dereguleerder, omdat ze door de invoering van de omgevingsvergunning niet alleen veel lange en soms tegenstrijdige procedures saneerde en samenvoegde, maar vooral ook de mogelijkheden om bouwwerken zonder een vergunning te kunnen oprichten aanzienlijk uitbreidde. Door die nieuwe regels, die op 1 oktober 2010 van kracht werden, kunnen er nu overal in het open buitengebied kassen bij agrarische bedrijven worden gebouwd. Zonder enige discussie, zonder eisen aan de vormgeving, lichtuitstraling of aan de plaatsing op het erf. Daarmee wordt de kassensanering uit het programma Mooi Nederland tot onbegrijpelijk, paradoxaal, contraproductief, en peperduur non-beleid. Het is één voorbeeld uit vele, dat aantoont dat het onverstandig is om te morrelen aan beleidsregels en uitvoeringsinstrumenten, terwijl ambities in het beschermen van wat waardevol is, fier overeind gehouden worden. De welstandssector heeft zich de afgelopen jaren verzet tegen de uitbreiding van het vergunningvrije bouwen en het schrappen van het welstandsvereiste op alle Nederlandse achter- en zijerven. Dat gebeurde niet uit bezorgdheid om het lot van de welstandscommissies, maar omdat er met één rijkspennestreek een streep gezet wordt door de gemeentelijke autonome opdracht om, waar dat nodig wordt geacht, zorgvuldige eisen te stellen aan de bouw- en beeldkwaliteit van de publieke ruimte. Het verzet was niet geheel zonder succes, want het is dankzij de inbreng vanuit de welstandsorganisaties dat de Tweede Kamer op het nippertje voorkwam dat naast de welstandseisen ook nog eens de bestemmingsplannen op de achter- en zijerven werden geschrapt. Door dat succes kunnen gemeenten, zij het moeizaam en omslachtig en slechts tot op bepaalde hoogte, nog steeds kwalitatieve randvoorwaarden opstellen voor vergunningvrije bouwwerken, in het belang van de publieke ruimtelijke kwaliteit. Vandaar ook dat vanuit de welstandssector in 2010 een handreiking (‘Vergunningvrij bouwen en ruimtelijke kwaliteit’) werd gepubliceerd over het gebruik van het bestemmingsplan, de welstand en de cultuurhistorie voor het bereiken van ruimtelijke kwaliteit. De dereguleringswens, de economische crisis en de politieke wens om te bezuinigen komen in de welstandssector hard aan, laten we daar geen doekjes om winden. Toch is het slechts een kleine minderheid die meent dat zorg voor de ruimtelijke kwaliteit onder dit ongunstige gesternte geen prioriteit meer verdient. Juist in krimpgemeenten is investeren in kwaliteit het enige middel om te voorkomen dat een teruglopend aantal inwoners verloedering in de hand werkt en daarmee een negatieve spiraal in gang zet. Zo ver is het gelukkig nog bijna nergens, en door in te zetten op kwaliteit zal het ook nergens zover hoeven komen. De maatschappelijke omstandigheden dwingen de welstandssector echter tot een heroriëntatie. En gelukkig maar, want een nieuwe hervorming van de welstandsadvisering kan alleen maar leiden tot verdere vermaatschappelijking en vergroting van het draagvlak.

5

Alle gemeenten eisen maatwerk van hun commissies, ze willen dat er efficiënt, goedkoop en professioneel geadviseerd wordt en dat er geen ‘gedoe’ ontstaat. Dat vraagt om een grote flexibiliteit van welstandsorganisaties en commissies. Enerzijds kunnen (door afgenomen planaanbod en uit kostenoverwegingen) schaalvoordelen behaald worden door met meer gemeenten samen één commissie in te richten, anderzijds leidt de vraag naar maatwerk tot een behoefte aan ad hoc inzetbare specialisten voor specifieke vragen. Het expertisenetwerk Team Ruimtelijke Kwaliteit, dat in 2010 is opgezet, voorziet in dat laatste. In het netwerk kunnen de regionale welstandsorganisaties en hun commissies naar behoefte expertise inhuren die niet in de eigen organisatie, maar wel elders in het land beschikbaar is. Het gaat om zo’n tweehonderd gekwalificeerde deskundigen die samen elke denkbare vraag op het gebied van ruimtelijke kwaliteit kunnen beantwoorden, uiteenlopend van de begeleiding van particulier en collectief opdrachtgeverschap, via grote ervaring in de herbestemming van cultureel erfgoed, langs deskundigheid in streekeigen bebouwing en beplanting van erven en de inpassing van snelwegen tot de core-business van welstands- en monumentenadvisering. De maatschappelijke vraag gaat echter verder dan aanpassing van procedures en werkwijze. Ook de ‘klant’ verandert. Uiteraard blijft het gemeentebestuur de opdrachtgever van de adviescommissies ruimtelijke kwaliteit, en gaat het eindadvies over welstand, monumenten, stedenbouw en reclame ook naar de wethouder. Maar in toenemende mate ontpoppen de commissies zich in spreekuren en in het vooroverleg als de partij die naast de burger en ondernemer staat in de zoektocht naar de beste ontwerpkwaliteit, binnen de eisen die de omgeving en het budget stellen. Indien de gemeenten de commissies de ruimte en de juiste opdracht geven, dan zal de welstandscommissie niet meer gezien kunnen worden als obstakel bij het verkrijgen van een vergunning voor het bouwen, maar als een oplosser van het weerbarstige probleem om een ruimtelijk initiatief te realiseren dat niet alleen de wensen van de opdrachtgever vervult, maar ook een aanwinst is voor de identiteit van de omgeving. Flip ten Cate, Directeur Federatie Welstand.

6

2Het jaar 20Het jaar 20Het jaar 20Het jaar 2010 10 10 10 in beeldin beeldin beeldin beeld

De onduidelijkheid over de toekomst van de welstandsadvisering duurt voort. Al in november 2008 nam het toenmalige kabinet op voordracht van minister Vogelaar het besluit om de onafhankelijke welstandscommissie of stadsbouwmeester als verplichte adviseur uit de Woningwet te schrappen en om de regels voor welstand uit de Woningwet te halen en over te hevelen naar de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Een minister struikelde, een kabinet viel, er kwamen gemeenteraadsverkiezingen, parlementsverkiezingen en begin 2011 zelfs Statenverkiezingen tussendoor, een nieuw kabinet werd gevormd, en nog steeds duurt de onduidelijkheid over de toekomst van de welstandsadvisering voort. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de ministerswisselingen: Vogelaar werd opgevolgd door Van der Laan, die door Van Middelkoop en inmiddels bestiert minister Donner van Binnenlandse Zaken het dossier. Maar ontegenzeggelijk heeft het ook te maken met de weerbarstigheid van de materie. Wie wil dereguleren plukt het eerst het laaghangend fruit; de welstandsadvisering lijkt daartoe te behoren, maar bij nadere beschouwing blijkt het nut van onafhankelijke advisering over ruimtelijke kwaliteit vele malen groter dan de hinder ervan. 2010 stond beslist in het teken van de deregulering. Met de invoering van de Wabo op 1 oktober 2010 werden 25 verschillende vergunningen op het terrein van de leefomgeving tot één omgevingsvergunning samengevoegd. Verreweg de meeste aandacht ging echter niet naar deze dereguleringswinst, maar naar de introductie van een grote nieuwe groep ‘vergunningvrije bouwwerken’ en natuurlijk naar de verschrikkelijke ICT-perikelen die kennelijk met de introductie van ieder nieuw automatiseringssysteem gepaard moeten gaan. Voor kwaliteitsadviseurs zoals de leden van de Federatie Welstand is het nog steeds onbegrijpelijk dat het parlement, de gemeenten en de vakwereld van stedenbouwers en architecten zonder al te veel protest akkoord zijn gegaan met het schrappen van de mogelijkheid om op achtererven kwaliteitseisen te kunnen stellen. De centrale overheid heeft met harde hand ingegrepen in de gemeentelijke autonomie en een eind gemaakt aan de mogelijkheid om lokaal, gebiedsgericht en met oog voor de details, te kunnen bepalen welke kwaliteit in een gebied gewenst is, en welke niet.

CrisisCrisisCrisisCrisis De crisis in de economie en financiële sector lijkt het langst te woeden in de bouw en vastgoedwereld. Architectenbureaus zijn ingekrompen of soms zelfs failliet gegaan, projectontwikkelaars reorganiseren, nemen afstand van het oude gebruik om grote aantallen eenvormige gebouwen op maagdelijke grond te bouwen: ze richten zich op de veel lastiger opgave om de bestaande gebouwenvoorraad te transformeren en beheren. Ook in de gemeentefinancièn

7

klinkt de crisis door. Geen bestuurscollege is na de verkiezingen ontkomen aan de noodzaak drastisch te bezuinigen. Dat alles heeft gevolgen voor de welstands- en monumentencommissies en –organisaties. De regionale welstandsorganisaties zijn in hoge mate financieel afhankelijk van de inkomsten uit bouwleges. Nu de legesinkomsten overal met ten minste dertig procent zijn teruggevallen, is geen regionale welstandsorganisatie ontkomen aan ingrijpende en soms pijnlijke reorganisaties. In diverse collegeakkoorden is sprake van opheffing of vermindering van de welstandszorg. In de pogingen om de administratieve druk te verlichten met behoud van zorg voor ruimtelijke kwaliteit is echter voor de welstandscommissies nog geen goed alternatief gevonden. Gemeenten wijzen vaak welstandsvrije gebieden aan, maar dat levert geen geld op voor de gemeentekas: de welstand wordt immers geheel betaald uit de bouwleges, dus als de welstandsadvisering wordt geschrapt, dalen ook de legesinkomsten evenredig.

Vergunningvrij bouwenVergunningvrij bouwenVergunningvrij bouwenVergunningvrij bouwen

Op 1 oktober werd in het kader van de deregulering, de bouwvergunning geschrapt voor alle bouwwerken tot 5 meter hoog op alle achter- en zijerven van ons land. Van werkelijke deregulering is geen sprake: ook bij vergunningvrije bouwwerken blijven de regels bestaan, alleen wordt de verantwoordelijkheid verschoven van de overheid naar de particulier. Voor een vergunningvrij bouwwerk vindt geen gemeentelijke toets meer plaats aan het bestemmingsplan en het Bouwbesluit (met al zijn eisen ten aanzien van veiligheid, brandweer en milieubescherming), voortaan zijn de burgers en ondernemers zelf verantwoordelijk voor het naleven van deze regels. De enige regel die wel geschrapt is, is de welstandseis: de vergunningvrije bouwwerken hoeven niet te voldoen aan redelijke eisen van welstand. Alleen wanneer sprake is van een exces kan de overheid nog optreden. Uiteraard verschuift daarmee niet alleen de verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke kwaliteit, maar ook de aansprakelijkheid in geval van een bouw-calamiteit van de overheid naar de particulieren en ondernemers. Het valt te verwachten dat die aansprakelijkheidswijziging op den duur gevolgen zal hebben voor de contracten van hypotheekverstrekkers en verzekeraars. Het is niet ondenkbaar dat zij eisen zullen stellen aan de constructieve kwaliteit van bouwwerkzaamheden en onderhoudswerk, maar ook aan de beeldkwaliteit daarvan. Ondeugdelijk werk heeft immers rechtstreeks effect op de waarde van de gebouwen, en voortaan kan van de overheid op dit terrein geen toezicht meer verwacht worden. Modernisering MonumentenzorgModernisering MonumentenzorgModernisering MonumentenzorgModernisering Monumentenzorg

Aan het eind van 2010 werden de eerste wetswijzigingen voorgesteld voor de modernisering van de Monumentenzorg. Het vorige kabinet had al tot deze ‘MoMo’-operatie besloten. Kern ervan is verschuiving van objectgerichte naar gebiedsgerichte monumentenzorg, deregulering en meer aandacht voor herbestemming van leegkomende karakteristieke gebouwen en gebieden.

8

De Federatie Welstand is positief over de voorgestelde modernisering, maar werd wat zorgelijk toen in december duidelijk werd dat de ‘deregulering’ niet alleen tot gevolg had dat voor bepaalde onderhoudswerkzaamheden aan monumenten niet langer een vergunning nodig is, maar ook dat bijgebouwen in beschermde stads- en dorpsgezichten vergunningvrij worden. Dit laatste aspect maakte geen deel uit van het MoMo-pakket, maar is door het kabinet Rutte toegevoegd. Het is voor de Federatie Welstand een onbegrijpelijke toevoeging: het cultuurhistorisch belang van stads- en dorpsgezichten bestaat immers niet alleen aan de zichtbare zijde van het gezicht, maar ook aan de achterkant waar het kabinet nu verrommeling toestaat. Daarmee wordt het gezicht gereduceerd tot een toeristische attractie en verliest het zijn waarde uit cultuurhistorisch oogpunt.

Een ander, verheugend, aspect van de MoMo-wetgeving is de verplichting om voortaan bij het opstellen van ieder bestemmingsplan onderzoek te doen naar de cultuurhistorische waarden, en die in het plan op te nemen. De consequentie is wel dat voortaan elk bouwplan getoetst moet worden aan die beschreven cultuurhistorische waarden. Het is nog de vraag of het oordeel van de traditionele bouwplantoetser, die meestal belast wordt met de toets van een bouwaanvraag aan het bestemmingsplan, in rechte stand kan houden, indien dat aangevochten wordt door een topexpert op het gebied van cultuurhistorie. De interpretatie van cultuurhistorische waarden is immers veel minder objectief dan de interpretatie van de centimeters of de functiebepalingen uit het bestemmingsplan. Projecten onder de vlag van de Federatie WelstandProjecten onder de vlag van de Federatie WelstandProjecten onder de vlag van de Federatie WelstandProjecten onder de vlag van de Federatie Welstand

Gemeenten sluiten aan op WelstandTransparant

Van Nellefabriek, Rotterdam

9

Met de introductie van de omgevingsvergunning wordt het voor veel gemeenten duidelijk dat WelstandTransparant voordelen inhoudt. Dat kan niet anders, wanneer er veel efficiencywinst (dus een bezuiniging) in de vergunningverlening te behalen is. Burgers en bedrijven kunnen immers de welstandsnota snel en gemakkelijk raadplegen met de garantie dat het de actuele versie is. Alle welstandscriteria op een locatie worden getoond. Loketbezoek neemt af en de kennis van het welstandsbeleid neemt toe. Maar de meerwaarde van een landelijke digitale uitwisselingsstandaard blijkt nog duidelijker, wanneer een koppeling met andere beleidsterreinen gemaakt wordt. Bepalingen van het bestemmingsplan, de monumentenstatus en welstandscriteria kunnen op één locatie getoond worden. Verschillende grote gemeenten zoals Den Haag, Amsterdam en Leiden zijn dan ook in 2010 aangesloten op WelstandTransparant. Het jaar 2011 staat in het licht van verbreding. Softwareleveranciers en notamakers worden uitgenodigd partner te worden in de uitrol van WelstandTransparant. De Open Standaard maakt het mogelijk dat andere partijen software ontwikkelen op basis van die standaard, iets dat steeds meer gebeurt en steeds meer mogelijkheden biedt aan gemeenten, notamakers en eindgebruikers, zowel burgers, commissies als architecten. De Federatie Welstand heeft geen commerciële belangen bij Welstand Transparant, maar wil het project succesvol zijn, dan moeten meer gemeenten zich aansluiten. De Federatie moedigt de gemeenten aan om de softwareleveranciers, beleidsnotamakers en externe adviseurs die voor hen werken, kennis te laten maken met de voordelen van WelstandTransparant. De betrokkenheid van de Federatie bij dit project ligt, naast het enthousiasmeren van gemeenten, in het beheer en onderhoud van de onderliggende digitale infrastructuur: het Informatiemodel Welstand (IMWE2008) en de Landelijke Centrale Voorziening Welstand. (G.M. van der Waal, projectcoördinator WelstandTransparant)

Routes naar Welstand Het project Routes naar Welstand is in 2009 afgerond. Van het budget voor stimulering van gemeentelijk kwaliteitsbeleid in snelwegomgevingen, dat Rijkswaterstaat bij de Federatie Welstand had ondergebracht, is ondanks onze inspanningen geen gebruik gemaakt. In 2010 is, in

10

samenwerking met Jan Wabeke van het Gelders Genootschap en op verzoek van Rijkswaterstaat en de rijksadviseur voor de infrastructuur Ton Venhoeven een projectvoorstel opgesteld om enerzijds te onderzoeken welke belemmeringen er waren voor gemeenten om ruimtelijk kwaliteitsbeleid rond snelwegen op te stellen, en anderzijds om te onderzoeken op welke manier de kwaliteitsambities van het rijk voor een nieuwe generatie van geluidsschermen zodanig vorm kunnen krijgen dat ze door gemeenten en lokale welstandscommissies geaccepteerd worden. Dit projectvoorstel is in de loop van 2011 met Rijkswaterstaat besproken. Algemene Ledenvergadering in Soest De 79e Algemene Ledenvergadering van de Federatie Welstand vond op donderdag 1 juli 2010 in de gemeente Soest plaats. Plaats van samenkomst was het Hilton Royal Parc in Soestduinen waar ’s ochtends een vergadering van het Algemeen Bestuur, gevolgd door de Algemene Ledenvergadering werden gehouden. Na de lunch vertrokken de leden op de fiets naar het nabijgelegen landgoed de Palts, waar in het bezoekerscentrum ‘ Hart van de Heuvelrug’ een toelichting werd gegeven op dit bijzondere project. s. Soest is één van de vijf gemeenten op de Utrechtse Heuvelrug, die betrokken zijn bij het gemeenschappelijke, mede door de provincie ondersteunde en gefinancierde project ‘Hart van de Heuvelrug’. De bedoeling is dankzij een ruilverkaveling van terreinen en functies een (landschappelijk) samenhangend gebied te creëren dat de gemeentegrenzen overstijgt. Hoewel de miljoeneninvestering van de provincie zeker niet te versmaden is en mee zal helpen om het project van de grond te trekken en betrokkenheid van de gemeenten te ‘kopen’, is hier sprake van een voor Nederlandse begrippen unieke gebiedsontwikkeling die sterk leunt op ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke waarden. De zachte waarden die zelden zo geprononceerd bij gebiedsontwikkeling op de voorgrond treden. De basisgedachte hierbij is het behoud en de versterking van aanwezig groen in een gebied dat sterk onder druk staat van verstedelijking en toenemende infrastructuur, met als gevolg dat de laatste aaneengesloten waardevolle terreinen, waaronder de voormalige landgoederen, dreigen te versnipperen. Zo is in Soest een voormalig bedrijfsterrein van 6 hectare, waar Kodak ooit resideerde, ‘teruggegeven’ aan de natuur: alle gebouwen werden gesloopt en het terrein werd beplant door schoolkinderen. Daarentegen worden er op een terrein in Huis ter Heide, in eigendom van een zorginstelling, verouderde zorghuisjes gesloopt en nieuwe teruggebouwd, en worden op het terrein meteen ook nog enige tientallen koopwoningen gebouwd. Groen en rood worden zo goed mogelijk met elkaar in balans gebracht. Tot de in totaal 25 projecten waarvan de realisering zich over vele jaren zal uitstrekken, behoren zowel ecoducten over de A28 als de reconstructie van vliegveld Soesterberg naar een combinatie van natuurgebied, bedrijventerrein en woningbouw. Vooral over dit laatste project sprak de Utrechtse gedeputeerde Bart Krol met grote passie. Hij was door de Federatie uitgenodigd het proces rond de voormalige vliegbasis uit te leggen: de ambities, de geldstromen, de gouden toekomst. Het vliegveld is indertijd voor relatief weinig geld door de provincie overgenomen van het Rijk. De gedeputeerde haalde volledig zijn gelijk, toen de deelnemers aan de ledenvergadering op de fiets waren geklommen. De vliegbasis met zijn lange startbanen is in

11

ruimtelijk opzicht adembenemend en verkeert juist door zijn staat van afwachting over wat er precies op het hectaren grote terrein gaat gebeuren, in dat voor bezoekers zo aantrekkelijke limbo van grote lege loodsen, half ontmantelde benzinestations en andere halfverroeste relicten uit de vliegveldhistorie. Het terrein biedt veel kansen: woningbouw aan de rand, eventueel een nieuw vliegtuigmuseum, en vooral het behoud van de open ruimte en het typerende groen. De ledenvergadering werd afgesloten met een borrel in het Hilton Hotel. Derde secretarissenoverleg Eindhoven Sinds 2008 komen de secretarissen van gemeenten die direct bij de Federatie zijn aangesloten, eenmaal per jaar bij elkaar. Eerst in Den Haag, vervolgens in Almere en op 24 september 2010 in Eindhoven, en altijd op uitnodiging van de betreffende gemeente. De formule van de bijeenkomst is eenvoudig. De secretaris van de ontvangende gemeente vertelt hoe het beleid rond welstand en monumenten daar is geregeld. Daarnaast wordt er nog een actueel onderwerp behandeld; in Eindhoven waren dat de consequenties van Wabo voor het werk van de secretarissen. En verder worden er vooral vragen gesteld, wordt er gediscussieerd en worden tips uitgewisseld.

In Eindhoven is een aantal jaren geleden een geïntegreerde commissie ingesteld, vergezeld van een raadsbesluit waarin haar taken nauwgezet zijn omschreven. Juist dit raadsbesluit is een uniek document, waarin de gemeente Eindhoven haar streven om ruimtelijke kwaliteit als een samenhangend fenomeen te zien dat alle gemeentelijke diensten bindt, heeft vastgelegd. Het raadsbesluit was het puntje op de i van een historisch gegroeide situatie in Eindhoven, waarbij de diensten en de commissie meer en meer toenadering zochten om in vooroverleg tot gezamenlijke standpunten te komen en van elkaars expertise gebruik te maken. Door deze uitwisseling van informatie nu ook met een raadsbesluit te bekrachtigen, werd dit proces geïnstitutionaliseerd en kreeg het extra status. Sinds die tijd adviseert de geïntegreerde commissie over alle beleidsstukken, initiatieven en plannen van zowel de gemeente als particuliere partijen. Er is in Eindhoven een

12

transparante en zakelijke hiërarchie in de werkwijze aangebracht, van een spreekuur voor burgers tot en met een grote commissie. Maar het secretarissenoverleg in Eindhoven draaide vooral ook om praktische zaken en uitwisseling van ervaringen die direct met de invoering van de Wabo najaar 2010 te maken hadden. Hoe gaan gemeenten om met het vereiste van het digitaal aanleveren van stukken? Hoe werkt dit door bij de commissievergaderingen? Hoe is de relatie tussen commissie en supervisor? Worden er leges in het vooroverleg gerekend? Hoe functioneert het vooroverleg in de verschillende gemeenten; is een toename van plannen in het vooroverleg te signaleren, omdat initiatiefnemers bang zijn anders niet uit te komen met de vergunningstermijn? En wanneer gaat de teller lopen: bij de intake of wanneer het plan bij welstand ligt? En hoe is de praktijk van parallelle toetsing van bestemmingsplan en welstand? De secretarissen zien een toekomst waarin voor de omgevingsvergunning uiteindelijk één adres kan worden ingetoetst om alle gegevens op te vragen. Maar zover is het nog lang niet. De digitalisering en de hele omslag naar de omgevingsvergunning is vooralsnog een proces met kinderziekten, waar je doorheen moet. Opvallend was de flexibele houding van deze secretarissen ten aanzien van de Wabo. Ze realiseerden zich slechts een klein radertje te zijn in een complex geheel. Koepel van welstands- en monumentenorganisaties De vlag (‘Federatie Welstand’) dekt de lading niet meer. Sinds een aantal jaren houdt de Federatie Welstand zich intensief bezig met de lobby en vraagstukken rond monumentenzorg en cultuurhistorie. Een statutenwijziging, laat staan een naamsverandering van de Federatie Welstand heeft echter nog niet plaatsgevonden. Het veld verandert intussen flink. Meer en meer schuiven gemeenten hun welstands- en monumentencommissies in elkaar. Herbestemming is een speerpunt in het rijksbeleid en tot uit te voeren ‘project’ verheven bij de RCE. Om de twee weken wordt er ergens in Nederland een kerk gesloten. Maar ook de bedrijvenparken van nu met hun leegstaande, overbodig geworden gebouwen kun je met enige goede wil als cultuurhistorisch fenomeen beschouwen. Zij zijn immers het gevolg van een vooroorlogs denken over functiescheiding, voornamelijk door ontwerpers in CIAM-verband. En zo kwam het idee in alle naoorlogse stedenbouwkundige plannen terecht en werd het vervolgens nog een keer opgepakt in de stadsvernieuwingsprocessen (ook gerund door ontwerpers) uit de jaren zeventig, waarna de laatste fabrieken en werkplaatsen uit de steden verdwenen. In allerlei ondernemingen van de Federatie, zoals het jaarlijkse secretarissenoverleg, de cursussen of de bijdrage van de Federatie aan de voorbereiding van het cursusprogramma ‘Erfgoed in de praktijk’ van NRF, RCE en Erfgoed Nederland wordt ingezet op betrokkenheid bij en aandacht voor cultuurhistorie. Deze inspanningen van de Federatie hebben intussen geleid tot het ontstaan van een belangrijk netwerk, waarin samenwerking met andere partijen een grote rol speelt. Visitatie Visitatie is een middel om te beoordelen of je je werk goed doet, zowel naar de inhoud als naar de vorm. De Federatie Welstand heeft in 2009/2010 voor de tweede keer een ronde visitaties

13

gehouden, dit keer naar 16 gemeenten; de visitatie staat nu permanent op de agenda staat zodat er jaarlijks een aantal gemeenten bezocht worden. Door bij deze bezoeken allerlei personen binnen het welstandswerk, met verschillende functies daarin, en bovendien externen uit te nodigen in de waarnemingscarrousel mee te draaien, kunnen er verfrissende en leerzame blikken in andermans keuken worden geworpen. De visitatie krijgt hiermee het karakter van een intervisie. De vraag luidt telkens: onder welke voorwaarden kunnen welstands- en monumentenadviezen nog beter worden? Maar ook: hoe kan de koepel die de Federatie Welstand vertegenwoordigt, beter reageren op mogelijke signalen die uit de visitaties oprijzen? De visitatie van 2007 keek terug op de lichting nieuwe welstandscommissies die als gevolg van de Woningwet 2003 onder andere, verbeterde omstandigheden moesten gaan functioneren. Deze commissies bevonden zich in een nieuwe situatie en dit vergde gewenning. In 2007 kon worden vastgesteld dat ongeveer de helft van de veertig bezochte welstandscommissies goed tot redelijk professioneel was en dat er bij de andere helft nog verbeteringen noodzakelijk waren, soms kleine, soms aanzienlijke. In 2010 is de conclusie uit 16 visitaties dat een kwart er nog een schep bovenop moet doen. In 2007 werden de verbeteringen gezocht in de taak van de voorzitter, integriteit en deskundigheid, openbaarheid en effectiviteit. Met dat laatste punt werd de interessante, maar nogal hypothetische vraag opgeworpen of ruimtelijke kwaliteit erop vooruit is gegaan, sinds er adviezen worden gegeven onder de vlag van een nota en criteria. Of is er soms geen verschil met de situatie van voor 2003, toen die kaders ontbraken? (Het is een mooi onderwerp voor een diepgravende vergelijkende studie om de talrijke cesuren in het inmiddels lange bestaan van het welstandswerk te ijken.) De commissies kan niet langer verweten worden dat adviezen in achterkamertjes worden bekokstoofd; de gemeenteraad heeft immers haar handtekening onder nota en criteria gezet en de commissie gaat dienstbaar om met die opdracht. Met de toenemende juridisering, ook bij burgers zelf, moet dat een rustig gevoel geven; volledige objectiviteit is immers onbereikbaar, wat het adviseren rijk, maar ook kwetsbaar maakt. Een ander belangrijke vooruitgang is dat de kennis (geografisch, planologisch, cultuurhistorisch, enz.) over de gemeenten sterk is toegenomen; een groot deel daarvan is sinds 2003 neergedaald in de welstandsnota’s. (Bij gebrek aan stedenbouwkundige afdelingen in kleinere gemeenten, willen de welstandsnota‘s zelfs wel als ruimtelijk kader fungeren). En de toetsing zelf blijkt volop ruimte te geven om zowel precies binnen de kaders te blijven, als marges aan te grijpen voor collegiaal overleg en debat. Uit de 16 visitaties van 2009/2010 blijkt dat de secretarissen gegroeid zijn in hun taak. Veel secretarissen zijn actief betrokken geweest bij – of hebben zelfs geschreven aan – de welstandsnota’s in 2003. Daarmee hebben zij buitengewoon veel kennis vergaard over de gemeente, die zij op keer op keer met de commissie delen. Door de Woningwet is hun functie helder omlijnd. Net als het belang van de voorzitter, kan een commissie haar werk niet optimaal uitvoeren zonder een secretaris die de vergadering degelijk voorbereidt en alle achtergrondinformatie verzamelt. Bovendien zal de secretaris over het benodigde inzicht in architectuur en stedenbouw moeten beschikken, in het bijzonder binnen zijn gemeente, plus een vaardige en rationele pen moeten hanteren, om het verslag helder, afgewogen en – niet onbelangrijk tegenwoordig –

14

juridisch houdbaar op papier te krijgen. De helderheid van het verslag is een sine qua non om latere misverstanden over planbehandeling te vermijden. Het tijdig rouleren van commissieleden – om de drie jaar, met een eenmalige verlenging van drie jaar – waarbij zo goed mogelijk de gewenste disciplinaire samenstelling van een commissie wordt nagestreefd, is nuttig voor een telkens nieuwe onbevangen kijk op de ingediende plannen. De continuïteit in de advisering, die van het grootste belang is voor de status van het advies, wordt gewaarborgd door commissieleden om beurten te vervangen. Nog steeds maken architecten het grootste deel uit van commissies, hoewel de gemeenten met veel monumenten (of gewoon met veel ambitie) hun commissies heterogeen samenstellen. Sinds de crisis zijn er andere inzichten in de Nederlandse bouwopgave ontstaan en kan men zich voorstellen dat andere onderwerpen dan alleen nieuwbouw de agenda van het commissiewerk gaan bepalen: herbestemming, reparatie en verdichting van stedenbouwkundige weefsels en landschappelijke opgaven die door het vooroverleg ook tot het takenpakket van de commissie zijn gaan behoren, maar ook bestemmingsplannen en beeldkwaliteitplannen. Bij deze onderwerpen is niet zozeer het ontwerpen aan de orde, maar is veel eerder een brede deskundigheid (zeg maar: wijsheid) nodig op de vlakken van ruimtelijke ordening, landschap of cultuurhistorie. Met de invoering van de omgevingsvergunning najaar 2010 hebben ingrijpende wijzigingen plaatsgevonden die van invloed zijn op de toetsing van welstand en monumenten. Behandeltermijnen worden korter, wat een goede samenwerking tussen alle gemeentelijke afdelingen pertinent maakt. Het rijksvoornemen is uitgesproken om welstand op termijn over te hevelen naar de Wro en op het moment dat dit jaarverslag wordt geschreven, is nog steeds niet duidelijk of de wettelijke grondslag voor de welstandstoets overeind blijft. Op welke actiepunten moet als conclusie van deze 16 visitaties worden ingezet? - De professionalisering van welstand kan nog steeds beter, dat geldt voor commissies,

deskundige en niet-deskundige leden en voorzitters, maar ook voor secretarissen. Kort en goed moet de wet worden nageleefd: transparantie, zittingstermijnen, deskundigheid in een commissie, enz.

- Best practices zouden op alle fronten moeten worden gecommuniceerd en gedeeld, van de manier waarop je een goed advies schrijft, tot en met een website, waar informatie over welstand duidelijk en snel te vinden is.

- Het verdient aanbeveling welstands- en monumentencommissies te integreren, op voorwaarde dat het monumentenaandeel niet ondergesneeuwd raakt. Een subcommissie speciaal voor de typische monumentenaspecten is dan aan te raden.

- Een beter contact met de politiek is zeer wenselijk en leidt onmiddellijk tot een beter vertrouwen. In de gemeenten waar welstand steun, betrokkenheid en waardering ondervindt, blijkt altijd de wethouder de dragende figuur voor dit vertrouwen te zijn. Dit optimum zal niet altijd haalbaar blijken, maar pogingen daartoe moeten niet worden nagelaten.

- De terugkoppeling van de resultaten van beleidsadviezen moet worden verbeterd. Daar ligt ook een verantwoordelijkheid voor de adviseur, die op gezette tijd moet informeren wat er met het advies is gebeurd.

15

- Ook de samenwerking met ambtenaren uit belendende gemeentelijke diensten moet worden verstevigd. Met de Wabo moet er meer dan ooit snel en loyaal worden samengewerkt om de vergunning binnen de termijnen gereed te hebben. Meer vooroverleg, waarbij ieder zich bewust is van zijn eigen verantwoordelijkheid, is de toekomst.

- De publieke informatie over welstand kan beslist beter. - Het ligt in de rede per jaar ongeveer twintig gemeenten te bezoeken, in een roulerend systeem

van kleine, middelgrote en grote gemeenten. Ook is het zinvol gebleken de mandaatcommissies te visiteren, om een goed beeld te krijgen van de advisering bij (kleinere) plattelandsgemeenten. Het is onmogelijk de 430 gemeenten in Nederland bijvoorbeeld om de vijf jaar allemaal te evalueren. De minder goed functionerende commissies zouden in elk geval om de zoveel jaar bezocht moeten worden.

Aan de visitaties in 2009/2010 leverden de volgende gemeenten of organisaties een bijdrage: gemeente Almere, gemeente Arnhem, gemeente Bergen op Zoom, BNA, Dorp Stad & Land, gemeente Eindhoven, Hûs en Hiem, Libau, gemeente Rotterdam en gemeente Utrecht. De Federatie is hen veel dank verschuldigd voor de tijd die zij belangeloos in het visitatie-project gestoken hebben. Daarnaast is nog gebruik gemaakt van de diensten van de twee oud-secretarissen van Amsterdam en Utrecht. Expertmeetings In 2010 organiseerde de Federatie Welstand twee expertmeetings. Deze bijeenkomsten zijn bedoeld om externe deskundigheid op te roepen als basis voor projecten die de Federatie wil opzetten. Voor de zomer werd een bijeenkomst van planjuristen, planologen en stedenbouwkundigen belegd. De invoering van de Wabo met de zeer aanzienlijke en ingrijpende uitbreiding van het vergunningvrije bouwen lag voor het najaar van 2010 in het vooruitzicht. Door deze AmvB zijn gemeenten niet meer in staat ruimtelijk-kwaliteitsbeleid te voeren voor wijken of plekken binnen hun grondgebied die zij in aanmerking vinden komen voor een dergelijk beleid. Een rijksregel verbiedt gemeenten zelfs om

dit beleid te voeren, en alleen als een gemeente zeer specifieke bestemmingsplanvoorschriften heeft, kan hiervan worden afgeweken. De meeste bestemmingsplannen zijn nu juist de laatste jaren globaal geworden om soepel op veranderende ruimtelijke overwegingen te reageren. De autonomie van gemeenten is met deze AmvB aan banden gelegd. Verrommeling van nog intacte achterterreinen of binnengebieden ligt in het vooruitzicht. Om nu

gemeenten behulpzaam te zijn bij het vinden van instrumenten om toch zelf ruimtelijk-kwaliteitsbeleid te voeren, heeft de directeur van de Federatie Welstand een handreiking geschreven. Deze werd eind 2010 gepubliceerd en was in een oplage van 1.500 exemplaren gratis beschikbaar. Nadat de oplage was uitgeput, is de tekst verder als pdf beschikbaar gesteld op de website van de Federatie. Ter voorbereiding van de handreiking is op 18 juni 2010 een middag

16

gebrainstormd met experts uit het veld van planjuristen, planologen en stedenbouwkundigen, enz.. Behalve het gesprekspanel, bestaande uit Wico Ankersmit, José van Campen, Gert-Jan van Leeuwen, Tonny Nijmeijer, Bert Rademaker en Jan Struiksma, waren in de zaal ook een aantal toehoorders aanwezig. De uitkomsten van deze expertmeeting zijn verwerkt in de publicatie Vergunningvrij Bouwen en Ruimtelijke Kwaliteit. Project ‘Duurzame Schoonheid’ In het verslagjaar werd nagedacht over een handreiking met de werktitel “Duurzame schoonheid’. Een voorstel hiervoor werd in juni 2010 aangeboden aan het Algemeen Bestuur en dit resulteerde in een eerste bijeenkomst in december 2010. Intussen peilde de directeur op verschillende plaatsen de kans om met andere partijen een coproductie tot stand te brengen (onder andere voerde hij gesprekken met Nyenrode University). De klimaatdoelstellingen die sinds de top in Kopenhagen op de Nederlandse agenda staan, behelzen onder andere klimaatneutrale gemeenten en subsidies voor energiebesparing en decentrale energieopwekking. Er wordt fors ingezet op wind- en zonne-energie. Deze activiteiten hebben grote invloed op de ruimtelijke kwaliteit. Omdat er de komende jaren eerder sprake zal zijn van beheer en aanpassing van de bestaande voorraad dan nieuwbouw, voelt de Federatie Welstand zich betrokken bij mogelijke oplossingen daarvoor. De discussies over grootschalige windmolenparken die nu al woeden, maken dat er zorgvuldig nagedacht moet worden op welke manier de klimaatdoelstellingen gehaald kunnen worden, zonder dat de ‘schoonheid’ van onze gebouwde omgeving teniet wordt gedaan. De discussie die in december werd gevoerd, om te polsen welke richting een handreiking zou moeten uitgaan, leverde een aantal interessante en onverwachte uitspraken op. De belangrijkste constatering van de architect Doeke van Wieren was de contradictie (en daarmee het dilemma) dat we duurzaamheid plegen te verbinden aan eeuwigheidswaarde, maar dat het probleem van duurzame technologie nu juist zijn snelle veroudering is, zowel in materiaaltechnisch opzicht als qua wetgeving. De techniek ontwikkelt zich zo snel dat een product bijna direct wordt ingehaald door iets nieuws. Om die reden is het slimmer ‘duurzame’ ingrepen tijdelijk en omkeerbaar te maken, zodat ze snel door iets anders, nieuwers, beters vervangen kunnen worden. Van Wieren voorziet consequenties van klimaatgericht ontwerpen tot op het niveau van de stedenbouw en bepleit een grotere aandacht voor het ontwerp van het dak, omdat dit de verzamelplaats zal zijn van

Buitengevelisolatie

17

installaties. Voor monumenten is duurzaamheid vaak een drama: voor de dus eigenlijk weinig ‘duurzame’ ingrepen worden monumenten veel te ingrijpend aangepakt. Volgens de restauratie-architect Evert-Jan Nusselder, auteur van het handboek Duurzame Monumentenzorg, is low-tech de beste remedie en daarbij zal het gebouw zelf de grens moeten bepalen. Door goed na te denken over de structuur van het gebouw en niet te snel over een nacht ijs te gaan, zijn er slimme, low-tech oplossingen mogelijk. Overigens meenden alle aanwezigen dat de industrie veel te weinig aan productontwerp en -verbetering doet en daar echt een slag moet worden geslagen, met nadruk op mensvriendelijke systemen. Het gesprek over het project zal in 2011 worden vervolgd. Cursussen van de Federatie Welstand - Kwaliteit in commissie De Federatie Welstand neemt sinds enige tijd deel aan de programmacommissie ‘Erfgoed in de praktijk’ van stichting Erfgoed Nederland (voorheen Nationaal Contact Monumenten), het Nationaal Restauratiefonds en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten. In 2010 heeft de Federatie twee cursussen gegeven: in Zaltbommel en Deventer. Rode draad bij de cursussen is de omgang met cultuurhistorie, waaraan de Federatie Welstand als koepel van zowel welstands- als monumentencommissies en – organisaties een inhoudelijk aandeel kan leveren. Niet alleen nieuwe wet- en regelgeving wordt in deze cursus behandeld, maar er worden ook verbanden gelegd tussen beleid en praktijk door voorbeelden te presenteren. In Zaltbommel was dat het proces rond een nieuwbouwwijk in het beschermd stadsgezicht, in Deventer de bezoeken aan twee voormalige ziekenhuizen en wat daarbij de marges zijn voor ingrepen. In beide gemeenten kwamen vooral ook de processen aan de orde: de verwerving, de gemeentelijke speelruimte, de mening van de burgerij, de positie van de eigenaren en natuurlijk de plannen zelf en wat ervan was uitgevoerd. - Schriftelijk welstandsadvies Schriftelijk welstandsadvies is een training voor secretarissen en commissieleden uit welstands-, monumenten en geïntegreerde commissies die de Federatie Welstand probeert een- of tweemaal per jaar te geven. De cursus draait om de verbetering van kennis hoe je een welstandsadvies moet opbouwen: logisch, juridisch deugdelijk en goed geformuleerd, waardoor er geen misverstanden kunnen ontstaan. Er wordt op deze cursus onder andere gekeken naar helder taalgebruik, waardoor de ruimte om adviezen linksom of rechtsom te interpreteren wordt beperkt. Maar er worden ook aanbevelingen gedaan en trucjes voorgelegd die adviezen kunnen optimaliseren, zowel inhoudelijk als naar de letter. De cursus wordt gegeven door twee docenten: iemand met kennis van taalvaardigheden en iemand met kennis van welstandswerk. Deze combinatie zorgt voor de wenselijke relatie tussen de inhoud en de vorm van het advies. Op deze cursus krijgen de deelnemers bijvoorbeeld ook de opdracht adviezen te analyseren. In 2010 waren er in voor- en najaar telkens net niet voldoende inschrijvers op de cursus Schriftelijk Welstandsadvies, waaraan de bezuinigingen bij gemeenten dankzij de crisis zeker hebben bijgedragen. De cursus staat echter wel weer gepland voor 2011.

18

3Ontwikkelingen in beleid en organisatieOntwikkelingen in beleid en organisatieOntwikkelingen in beleid en organisatieOntwikkelingen in beleid en organisatie

Nieuwe ledenNieuwe ledenNieuwe ledenNieuwe leden / opzeggingen / opzeggingen / opzeggingen / opzeggingen In 2010 hebben de gemeenten Beek (L.) (14 januari 2010), Gulpen-Wittem (18 juni 2010) en Heerlen (13 oktober 2010) het lidmaatschap van de Federatie Welstand opgezegd. Deze gemeenten waren in directe lijn lid van de Federatie. In april 2010 schreef de gemeente Sneek dat ze door een naderende fusie die begin 2011 zou ingaan, haar lidmaatschap wilde opzeggen. Sneek was de enige gemeente in Friesland die rechtstreeks lid was van de Federatie Welstand. Door de fusie wordt Sneek in 2011 samengevoegd met vier andere gemeenten tot de gemeente Sudwest Fryslan. Sneek zal per 2011 voor de welstands- en monumententoets gebruik gaan maken van de diensten van de regionale welstandsorganisatie Hûs & Hiem in Leeuwarden, die bij de Federatie Welstand is aangesloten. In 2010 heeft de gemeente Veere het lidmaatschap van Dorp Stad & Land opgezegd. De drie gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen zijn in 2010 gaan samenwerken: ze beschikken elk over een eigen welstandscommissie, maar maken gebruik van (leden) van één commissie. De vergaderfrequentie is iets verhoogd; als er zich een noodgeval rond de vergunningstermijn voordoet, kan een plan in een van de buurgemeente aan de commissie worden voorgelegd. De gemeente Laren is in 2010 lid geworden van WMMN. Door het opheffen van de Gemeenschappelijke Regeling Welstandszorg Noord-Brabant (met ingang van 1 januari 2012) kwam er in 2009 al een einde aan de werkzaamheden en het bureau van WZNB. Het lidmaatschap van de Federatie werd per 1 januari 2010 opgezegd. De Federatie heeft in 2010 de Brabantse gemeenten opgeroepen lid te worden van de Federatie, echter zonder resultaat. Inmiddels heeft het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) voor een aantal gemeenten de welstands- en monumententaken van WZNB overgenomen. In 2010 is er gesproken over samenwerking met het SRE, welk gesprek eind 2010 nog niet was afgerond. Bestuursactiviteiten en commissiesBestuursactiviteiten en commissiesBestuursactiviteiten en commissiesBestuursactiviteiten en commissies Het Algemeen Bestuur (AB) van de Federatie Welstand vergaderde driemaal in 2010: 3 maart, 1 juli en 13 oktober. De AB vergadering op 1 juli werd gecombineerd met de Algemene Ledenvergadering. Het DB kwam in 2010 vijf maal bijeen: 27 januari, 3 maart, 12 april, 20 september en 13 oktober. In 2010 heeft een aantal mutaties in het Algemeen Bestuur (AB) plaatsgevonden:

19

De heer F. Altenburg heeft schriftelijk te kennen gegeven als waarnemer/adviseur uit het AB te willen treden. Het waarnemerschap bleek lastig te combineren met zijn functie bij RCE. De heer D. Lambert, de heer F. van den Meiracker (Dorp Stad en Land) en de heer J. Mühren (WZNH) zijn op de Algemene Ledenvergadering van 1 juli 2010 benoemd in het AB. Jaarcongres en Algemene LedenvergaderingJaarcongres en Algemene LedenvergaderingJaarcongres en Algemene LedenvergaderingJaarcongres en Algemene Ledenvergadering De 79e Algemene Ledenvergadering (ALV) werd in 2010 gehouden in de gemeente Soest in het Hilton Royal Parc Soestduinen. Het Algemeen Bestuur kwam ter voorbereiding van de ledenvergadering nog even bijeen, voordat de Algemene Ledenvergadering een aanvang nam. Op de Algemene Ledenvergadering werden eerst de zakelijke onderdelen afgehandeld, zoals het goedkeuren van de beide jaarverslagen en de begroting/meerjarenraming. Ook werden twee nieuwe bestuursleden geïnstalleerd. De Federatie Welstand is al enige tijd op zoek naar een nieuwe naam, die duidelijk maakt dat de Federatie zich ook bezighoudt met cultuurhistorie en monumenten. Vanwege de haken en ogen rond de naamsverandering, werd besloten dat de Federatie zich alvast waar mogelijk van de naam Federatie Welstand en Cultuurhistorie zal bedienen. Er werd vervolgens druk gediscussieerd over de invoering van de Wabo in het najaar van 2010 en over de uitbreiding van het vergunningvrije bouwen, maar ook over de toekomstige positie van welstand in het politieke klimaat van het verslagjaar. Het zijn onderwerpen waarbij de leden zich zeer betrokken voelen. Na de lunch buiten op het terras van het Hilton hotel, kregen de leden in een voormalig koetshuis op landgoed de Palts een toelichting op het project ‘Hart van de Heuvelrug’ en dan vooral de plannen rond het vliegveld Soesterberg. Thema van het middagprogramma was de gebiedsontwikkeling met de naam ‘Hart van de Heuvelrug’. In dit langlopende project heeft een groot aantal partijen zich verbonden om via een soort ruilverkaveling te werken aan ruimtelijke kwaliteit: hier wordt een bedrijfsterrein opgedoekt en veranderd in bos, daar kan er wat meer gebouwd worden op het terrein van een zorginstelling. Gemeenten, de provincie, zorginstellingen, de Kamers van Koophandel, een totaal van 17 organisaties heeft zich verenigd in de doelstelling om

Startbaan vliegbasis Soesterberg, project Hart van de Heuvelrug

20

versnippering van groengebieden over gemeentegrenzen heen, tegen te gaan. Ruimtelijke kwaliteit is hierbij de rode draad. Vervolgens fietste men onder leiding van een medewerker van de provincie Utrecht door een gedeelte van het werkterrein van ‘Hart van de Heuvelrug’. Apotheose was de vliegbasis zelf. De zonnige dag werd afgesloten met een borrel op het terras van het Hilton Hotel. De Federatie Welstand werd bij de organisatie van de ledenvergadering ondersteund door de directeur van WMMN, de heer A. Tom. Overige projecten in 20Overige projecten in 20Overige projecten in 20Overige projecten in 2010101010 De medewerkers van de Federatie Welstand hebben in 2010, in overeenstemming met het beleidsplan, hun tijd besteed aan de volgende onderwerpen (NB: een inhoudelijke beschrijving van de projecten treft u aan in het vorige hoofdstuk van dit jaarverslag): a. Communicatie met de leden De directe communicatie: Het bureau van de Federatie Welstand krijgt veel vragen om advies, zowel telefonisch, maar de laatste jaren vooral via de mail. De advisering heeft betrekking op veranderende wet- en regelgeving (in verband met de naderende Wabo in het najaar van 2010 werden er veel vragen gesteld aan de Federatie Welstand), maar beantwoordt ook verzoeken om een second opinion en plaatst bijvoorbeeld vacatures voor gevraagde voorzitters en leden van commissies. Leden hebben vaak specifieke vragen, bijvoorbeeld over de honorering en zittingstermijnen van commissieleden, de formulering van een excessenregeling, de mandatering door ambtenaren of het afwijken van een welstandsadvies. Men stelt bijvoorbeeld de vraag of windmolens ergens in het land in een welstandsnota staan beschreven. De Federatie fungeert vaak als doorgeefluik voor dit type vragen; ze worden doorgestuurd naar partijen die het beste op de hoogte zijn, deskundigheid wordt zo gedeeld. Maar de Federatie maakt zelf ook meer en meer gebruik van haar leden om vragen uit te zetten en te enquêteren. Hoe ver is men gevorderd met de digitalisering van de vergunningafhandeling, of wat doet men met het formulier op de website van de Federatie waarin de klanttevredenheid bij een commissievergadering kan worden gemeten? De indirecte communicatie: De website wordt regelmatig gevuld met het laatste nieuws uit politiek Den Haag, de laatste jurisprudentie of de aankondiging van cursussen. Ook worden er dossiers op de website gezet, zodat leden ontwikkelingen kunnen volgen, bijvoorbeeld in 2010 over de toekomst van de welstandsadvisering. De nieuwsbrief is een andere manier om leden en geïnteresseerden te informeren. Actualiteiten, maar ook relevante rapporten worden hier besproken. Ook is in 2010 besloten om de nieuwsbrief in 2011 ook als platform voor commentaren van buitenaf te laten fungeren. Daarnaast organiseert de Federatie nog cursussen en expertmeetings, dikwijls samen met andere partijen: de regionale welstands- en monumentenorganisaties, gemeenten of instituten. Het

21

netwerk waarmee de Federatie zich verbonden voelt, breidt zich gaandeweg uit. Samenwerking is essentieel om een groter begrip voor het welstandswerk te kweken en gezamenlijke standpunten over de toekomst van ruimtelijke kwaliteit te formuleren en naar buiten te brengen. Team Ruimtelijke Kwaliteit Nederland: Op uitnodiging van de directeuren van de acht regionale welstands- en monumentenorganisatie Hûs en Hiem, Libau, Drents Plateau, Het Oversticht, Gelders Genootschap, Welstand en Monumenten Midden-Nederland (WMMN), Welstandszorg Noord-Holland (WZNH) en Dorp Stad & Land (DSL) is de Federatie aanwezig bij het reguliere overleg dat zij met elkaar voeren. (De provincies Limburg en Brabant hebben in dit overleg geen regionale welstands- en monumentenorganisatie meer). In 2010 is de naam van dit gezelschap gewijzigd van Dirov (‘Directeuren Overleg’) in Team Ruimtelijke Kwaliteit (TRK) Nederland. Met deze naamswijziging wordt ook een intensivering van de samenwerking aangeduid. Het Team Ruimtelijke Kwaliteit kan beschikken over ongeveer 200 experts op het gebied van architectuur, welstand, landschap, stedenbouw, erven, infrastructuur, particulier opdrachtgeverschap, regelgeving, bestuursrecht e.d. De afzonderlijke deelnemers in dit kennisnetwerk hebben niet zelf al deze expertise in huis, maar stellen hun experts onderling beschikbaar – incidenteel, projectmatig of desgewenst op detacheringsbasis. In 2010 is voor deze organisaties ook een besloten platform op internet geopend (www.teamruimtelijkekwaliteit.nl) waar informatie en kennisvragen worden uitgewisseld. Ook de Federatie Welstand maakt deel uit van TRK Nederland. De directeur en beleidsmedewerker van de Federatie zijn aanwezig bij de bijeenkomsten van de TRK-directeuren, waar niet alleen gesproken wordt over dringende praktische zaken, maar inhoudelijke, toekomstgerichte en strategische onderwerpen op de agenda staan die de samenwerking onderling moeten bevorderen. De Federatie hoort zo uit de eerste hand wat er speelt. Als koepel van mede deze organisaties, voert de Federatie allerlei taken uit zoals de politieke lobby, het onderhouden van contacten of het volgen van bijeenkomsten. Er worden gezamenlijk projecten ondernomen en de directeuren staan waar nodig de Federatie bij met raad en daad. Secretarissenoverleg: Sinds 2008 organiseert de Federatie Welstand een secretarissenoverleg, waarvoor de secretarissen van alle direct bij de Federatie Welstand aangesloten gemeenten worden uitgenodigd. Het secretarissenoverleg is een platform voor uitwisseling van kennis en informatie en voor het leggen van onderlinge contacten die misschien nuttig kunnen zijn bij de uitvoering van het werk. De secretarissen ontmoeten elkaar telkens in een andere gemeente die zich hiervoor als gastheer aandient; de gemeenten Den Haag, Almere en Eindhoven hebben zich tot nu daarvoor opgeworpen. De bijeenkomsten worden goed bezocht, omdat hier een mogelijkheid wordt geboden vragen te stellen en vooral ervaringen uit te wisselen. Gemeenten leveren duidelijk maatwerk, wat betreft hun welstands- en monumentenadvisering. Horen hoe buurgemeenten het aanpakken, kan heel nuttig zijn voor een heroriëntatie op staande praktijken.

22

In 2010 heeft de gemeente Eindhoven de secretarissen uitgenodigd. Ze werden ontvangen in het stadhuis door Ton Langenberg, secretaris van de commissie ruimtelijke kwaliteit van Eindhoven, en zijn collega’s uit de gemeentelijke diensten. Op de bijeenkomst in Eindhoven waren aanwezig de secretarissen van de gemeenten: Almere, Amstelveen, Arnhem, Assen, Kerkrade, Maastricht, Nijmegen, Sittard-Geleen, Utrecht, Voorschoten en Weert. Ook waren er twee secretarissen van de regionale welstands- en monumentenorganisatie Dorp Stad & Land aanwezig. b. Externe communicatie De belangrijkste taak van de Federatie Welstand ligt in de belangenbehartiging en het vertegenwoordigen van het ‘gezicht’ van de welstands- en monumentencommissies. Ook 2010 is wat dat betreft een druk en vol jaar voor de Federatie. Ook in 2010 is er immers nog steeds geen zekerheid over de toekomst van de welstandsadvisering en leidt de invoering van de Wabo in het najaar met de uitbreiding van het vergunningvrije bouwen tot een hectische periode, waarin intensief wordt gecommuniceerd met bestuurders, ambtenaren en met brancheorganisaties in de sector van bouw, cultuurhistorie, ontwerp en ruimtelijke ordening. De landelijke politiek eist permanent de aandacht op van de Federatie. Daarvoor worden gesprekken gevoerd met Kamerleden. De val van het kabinet, de verkiezingen en de formatieperiode hebben veel van de aandacht van de Federatie opgeëist. Door de opsplitsing van de ministeries van VROM en LNV en de fusies met Verkeer en Waterstaat, BZK en EZ, veranderde het speelveld ingrijpend. Vanzelfsprekende contacten en informatielijnen gingen verloren en nieuwe moesten worden opgebouwd. Enige tijd bleef onduidelijk of het aanspreekpunt voor Welstandszaken nu het nieuwe ministerie van Infrastructuur en Mobiliteit zou zijn, of Binnenlandse Zaken, waar de bouwregelgeving werd ondergebracht. Overigens was de verwarring en onzekerheid voor een belangrijk instituut als het College van Rijksadviseurs nog veel groter en langduriger. Ook in de Tweede Kamer vond een grote verschuiving plaats. De woordvoering op het gebied van bouwregelgeving, monumentenzorg en ruimtelijke kwaliteit werd in veel gevallen gesplitst en in nagenoeg iedere Kamerfractie traden nieuwe woordvoerders aan. Zij missen het geheugen en de expertise op het gebied van bouwregelgeving, welstand en de borging van ruimtelijke kwaliteit, die in intensief contact de afgelopen jaren bij de Kamerspecialisten was opgebouwd. Er is eind 2010 een nieuw begin gemaakt met het informeren van deze nieuwe woordvoerders over de politieke en bestuurlijke relevantie van kwaliteitsborging en welstandsadvisering. Het gebrek aan expertise in de Kamer bleek op pijnlijke wijze, toen de Tweede kamer op 16 december zonder debat bij hamerslag akkoord ging met een ingrijpende Algemene Maatregel van Bestuur, die vergunningvrije onderhoudsactiviteiten en ingrepen in rijksmonumenten mogelijk maakt, alsmede vergunningvrije bijgebouwen en aanbouwen in de beschermde stads- en dorpsgezichten. Later hebben diverse Kamerleden erkend dat gebrek aan expertise de oorzaak is van deze stilzwijgende aanvaardig van dit onderwerp. In een aparte strategiegroep, die in 2009 is ingesteld, worden de meest urgente kwesties die met de toekomst van welstand te maken hebben, besproken. De strategiegroep bestaat uit: Kees van

23

Esch (directeur Gelders Genootschap), Wijbrand Havik (directeur Libau), Heero Meindersma (oud-directeur Het Oversticht), Manon van der Wiel (secretaris Welstand en Monumenten Utrecht), Flip ten Cate (directeur Federatie Welstand) en Christian Braak (secretaris, bureaumedewerker Federatie Welstand). Beleidsmedewerker Gerda ten Cate heeft het contact met de lidgemeenten verstevigd. Er is frequent (mail)contact met tal van ambtelijk welstandssecretarissen en er worden ook bezoeken afgelegd. Ook het netwerk van organisaties die samenwerken in het Landschapsmanifest is voor de Federatie welstand een interessant gremium. De Federatie-directeur is voorzitter van het Platform Kwaliteitszorg van het Landschapsmanifest, en is uit dien hoofde betrokken bij het beoordelen en begeleiden van het instrumentarium voor ruimtelijke kwaliteit. De deelnemers aan het Landschapsmanifest maken zich, net als de Federatie Welstand, zorgen over het instrumentarium voor ruimtelijke kwaliteit en de verrommeling van het landschap. Welstandscommissies en adviesteams ruimtelijke kwaliteit genieten in dit gezelschap van onder meer natuur-, agrarische en terreinbeherende organisaties een goed aanzien. Sinds jaar en dag participeert de Federatie ook in het Overlegplatform Bouwregelgeving en de daaronder ressorterende Juridisch-technische Commissie – twee adviesorganen van het ministerie van VROM. c. Diverse lopende reguliere werkzaamheden In 2010 is door de medewerkers van de Federatie Welstand structureel aan de volgende onderwerpen gewerkt: - WelstandTransparant, het project voor digitalisering van welstandsbeleid - Vergunningvrij Bouwen en Ruimtelijke Kwaliteit, inclusief publicatie - expertmeeting en projectvoorbereiding ‘Duurzame Schoonheid’ - projectvoorbereiding ‘kwaliteit van geluidsschermen’ - modernisering monumentenzorg (MoMo) - secretarissenoverleg - Algemene Ledenvergadering 2010 - cursussen - communicatie - up to date houden van website www.fw.nl

24

4 Bestuursleden en commissies Bestuursleden en commissies Bestuursleden en commissies Bestuursleden en commissies per ultimo 2010 per ultimo 2010 per ultimo 2010 per ultimo 2010

Algemeen BestuurAlgemeen BestuurAlgemeen BestuurAlgemeen Bestuur De heer D.A.M. Akkermans Burgemeester van gemeente Echt-Susteren, namens de ledencategorie gemeenten met een eigen welstandsorgaan De heer drs. F.H.J. Altenburg Senior beleidsmedewerker planologische monumentenzorg, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, niet stemhebbend De heer drs. ing. D. Baalman Directeur Het Oversticht, namens de ledencategorie provinciale/regionale welstands- en monumentenorganisaties (Overijssel en Drenthe) Mevrouw ing. C.L.M. Buys Dienst Ruimtelijke Ordening gemeente Amsterdam, namens de ledencategorie rechtspersonen (NVTL) De heer ir. C.E. van Esch Directeur Gelders Genootschap, namens de ledencategorie provinciale/regionale welstands- en monumentenorganisaties (Utrecht en Gelderland) De heer ir. P.W. Havik Directeur Libau, namens de ledencategorie provinciale/regionale welstandsorganisaties (Groningen en Friesland) De heer ir. J. Iding Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling gemeente Oss, namens de ledencategorie gemeenten met een eigen welstandsorgaan De heer ir. F. van den Meiracker

25

Directeur Dorp Stad & Land, namens de ledencategorie onder art. 7.1d van de statuten, op persoonlijke titel De heer drs. J.E.F. Mühren Directeur WZNH, namens de ledencategorie provinciale/regionale welstands- en monumentenorganisaties (Noord-Holland en Zuid-Holland) De heer mr. G.J. Jansen Commissaris der Koningin te Overijssel, namens de ledencategorie onder art. 7.1d van de statuten, op persoonlijke titel De heer ing. arch. G.-J. van Leeuwen Directeur Bouw- en Woningtoezicht Nederland (BWTN), namens de categorie rechtspersonen De heer prof. dr. N.J.M. Nelissen Namens de ledencategorie onder art. 7.d van de statuten, op persoonlijke titel Mevrouw drs. A.M.J. Rijckenberg Voorzitter Commissie voor Welstand en Monumenten Amsterdam, namens de ledencategorie gemeenten met een eigen welstandsorgaan Mevrouw drs. M.P. van der Wiel Secretaris Commissie Welstand en Monumenten Utrecht, namens de ledencategorie gemeenten met een eigen welstandsorgaan Dagelijks bestuurDagelijks bestuurDagelijks bestuurDagelijks bestuur De heer mr. G.J. Jansen, commissaris der Koningin te Overijssel, voorzitter De heer ir. C.E. van Esch, directeur Gelders Genootschap, penningmeester en vice-voorzitter Mevrouw drs. M. van der Wiel, secretaris Commissie Welstand en Monumenten Utrecht, secretaris De heer F. ten Cate, directeur Federatie Welstand BureauBureauBureauBureau Flip ten Cate, directeur Gerda ten Cate, beleidsadviseur Christian Braak, bureaumedewerker

26

Secretariaat Federatie Welstand Tussen de Bogen 18 1013 JB Amsterdam Telefoon: 020 – 412 49 64 Fax: 020 – 612 13 70 E-mail: [email protected] Website: www.fw.nl Postrekening 333 666 t.n.v. Federatie Welstand, Amsterdam Samenstelling commissiesSamenstelling commissiesSamenstelling commissiesSamenstelling commissies Het bestuur en het bureau van de Federatie Welstand worden geadviseerd door een aantal commissies. Hieronder volgt een overzicht van de samenstelling per 31 december 2009. StrategiegroepStrategiegroepStrategiegroepStrategiegroep Kees van Esch (Gelders Genootschap) Wijbrand Havik (Libau) Heero Meindersma (oud-directeur Het Oversticht) Flip ten Cate (Federatie Welstand) Manon van der Wiel (gemeente Utrecht) Christian Braak (secretaris, Federatie Welstand) Project WelstandTransparantProject WelstandTransparantProject WelstandTransparantProject WelstandTransparant Stuurgroep: Federatie Welstand (Flip ten Cate) Federatie Welstand / Dorp, Stad & Land (Frans van den Meiracker) Ministerie van VROM/ WWI (Hajé van Egmond) Ministerie van BZK (Bastiaan Garnier) Ministerie van OC&W/ RACM (Ronald Wiemer) Vereniging BWT (Edward de Wit) BNA/ BNSP (Bert Oomen, Croonen Adviseurs) Geonovum (Marcel Reuvers) *Paul Francissen is door het ministerie van BZK als adviseur van ICTU betrokken bij het project WelstandTransparant (o.a. voor de oplevering van de pilots), maar is geen lid van de stuurgroep. Projectteam: GerhardMark van der Waal (projectcoördinator, Dorp, Stad & Land) Martijn Snel (ICT-adviseur, Dorp, Stad & Land) Ruud Kuipéri (projectmedewerker, Dorp, Stad & Land)

27

Project Routes naar Welstand Project Routes naar Welstand Project Routes naar Welstand Project Routes naar Welstand Expertteam Ruimtelijke Kwaliteit Routeontwerp: Marja Haring, architect, gemeente Rotterdam; adviseur Dorp, Stad & Land Frank Meijer, landschapsarchitect, MTD landschapsarchitecten, Den Bosch Jan Wabeke, secretaris, Gelders Genootschap Gijs Wolfs, stedenbouwkundige, wUrck architectuur stedenbouw landschap, Rotterdam Deelnemers project vDeelnemers project vDeelnemers project vDeelnemers project visitatieisitatieisitatieisitatie 2009/2010 2009/2010 2009/2010 2009/2010: Tim Brill, Hûs en Hiem (gemandateerd architect) Remke Brouwer, gemeente Almere (secretaris welstandscommissie) Flip ten Cate, directeur Federatie Welstand Frans Gijsbers, gemeente Eindhoven (voorzitter commissie ruimtelijke kwaliteit) Wijbrand Havik, directeur Libau Paul Jongen, oud-secretaris commissie welstand en monumenten Amsterdam) Frank Keuls, gemeente Almere (secretaris welstandscommissie) Carla de Kovel, Dorp, Stad & Land (gemandateerd architect) Jan Koning, oud-secretaris commissie welstand en monumenten Utrecht) Alexander Pastoors, BNA Rob Rijk, gemeente Bergen op Zoom (secretaris welstandscommissie) Jan van Rijn, BNA Hugo Schut, gemeente Rotterdam (secretaris welstandscommissie) Bert Statema, gemeente Arnhem (voorzitter commissie voor welstand en monumenten) Renso Woltjes, Libau (welstandssecretaris Libau)

Kantoor Federatie Welstand, Amsterdam

28

5Externe contacten Externe contacten Externe contacten Externe contacten

De laatste jaren is de belangenbehartiging voor welstand en monumenten een steeds groter deel van het werk van de Federatie Welstand gaan uitmaken. Dit heeft alles te maken met de dynamische positie van welstand en monumenten binnen het politieke veld. Dit noopt tot veel overleg met Kamerleden, brancheorganisaties of belangenbehartigers die direct of indirect met welstand en monumenten te maken hebben. Hieronder volgt een overzicht van de structurele gesprekken die in 2011 zijn gevoerd; incidenteel overleg is buiten beschouwing gelaten. Ook de interviews met de pers zijn opgenomen in dit jaarverslag. Overleg en Overleg en Overleg en Overleg en adviesadviesadviesadvies De Federatie Welstand is een van de deelnemers aan het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB) en de Juridisch-technische Commissie (JTC), twee adviesorganen van het ministerie van VROM op het terrein van de bouwregelgeving. Beide organen komen gemiddeld viermaal per jaar bijeen. OPB en JTC bespreken vooral technische voorstellen voor aanpassing en verbetering van de bouwregelgeving. Het belangrijkste onderwerp in deze beide overlegorganen betrof de vernieuwing van het Bouwbesluit. Ook is er gesproken over vergunningvrij bouwen en de Wabo, en over de te verwachten gecertificeerde Bouwbesluit-toets, waardoor ook private partijen een bouwaanvraag zullen kunnen toetsen op de vraag of in het ontwerp het Bouwbesluit wordt nageleefd. De Federatie Welstand is lid van de programmacommissie van Erfgoed Nederland, Nationaal Restauratiefonds en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Deze commissie stelt jaarlijks een cursusprogramma ‘ Erfgoed in de Praktijk’ samen, waaraan de Federatie Welstand een bijdrage levert. In het voorjaar en najaar van 2010 heeft de Federatie introductiecursussen over welstands- en monumentenadvisering georganiseerd, in Zaltbommel en Deventer. De cursus ‘Kwaliteit in commissie’ is bestemd voor nieuwe commissieleden, zowel professionals als leken, maar kan ook gevolgd worden door de commissiesecretarissen. In november 2005 is door een groot aantal partijen het ‘Landschapsmanifest’ ondertekend, een oproep van een alliantie van professionals om de kwaliteiten van het Nederlandse cultuurlandschap te agenderen, bevorderen, beheren en ontwikkelen. De inmiddels 48 betrokken partijen, uiteenlopend van Natuurmonumenten via de Land- en tuinbouworganisaties tot projectontwikkelaar AM, zijn alle op de een of andere manier betrokken bij de transformatie van het

29

cultuurlandschap. Ook de Federatie Welstand is sinds de oprichting bij de alliantie betrokken. De directeur van de Federatie Welstand is een actief lid van de stuurgroep van het Landschapsmanifest en voorzitter van het Platform Kwaliteitszorg. Dit platform geeft uitvoering aan deelafspraken die gemaakt zijn tijdens de LandschapsTop die de alliantie van het Landschapsmanifest op 26 en 27 september 2008 organiseerde in Radio Kootwijk. Tijdens deze top, die tevens de afsluiting was van de eerste Landschapstriënnale, werd het ‘Akkoord van Apeldoorn’ ondertekend door deelnemers aan het Landschapsmanifest en vertegenwoordigers van Rijk, provincies en gemeenten. Ook is de Federatiedirecteur lid van de ‘kleine stuurgroep’, het dagelijks bestuur van het Landschapsmanifest. Eén van de afspraken uit het Akkoord van Apeldoorn op het gebied van landschapskwaliteit betreft de borging van kwaliteitsnoties in gemeentelijke en provinciale structuurvisies. Het Platform Kwaliteitszorg is om die reden betrokken geweest bij totstandkoming en begeleiding van de gemeentelijke structuurvisie van Bloemendaal, waarin op een voorbeeldige manier aandacht is geschonken aan cultuurhistorie en cultuurlandschappelijke kwaliteiten. Pogingen vanuit het Platform om (samen met een cultuurhistoricus, een planoloog, een landschapsarchitect en een stedenbouwkundige) een handreiking op te stellen voor gemeentelijke structuurvisies, opdat in elke structuurvisie de bestaande ruimtelijke kwaliteit wordt onderzocht en op zinvolle manier benoemd, strandden op gebrek aan middelen en op gebrek aan belangstelling bij provincies en Rijk (hoewel beide partijen in het Akkoord van Apeldoorn wel mede-ondertekenaar zijn van de afspraak om landschapskwaliteit in structuurvisies te borgen). Overige externe vertegenwoordiging van de Federatie Welstand: De directeur van de Federatie Welstand had in 2009 als voorzitter zitting in de stuurgroep van het project WelstandTransparant. De Federatie Welstand is, vanwege de bijzondere expertise, in 2010 door de Rijksdienst Cultureel Erfgoed betrokken bij de voorbereiding van vergunningvrije activiteiten bij monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten. In 2010 is de Federatie Welstand lid geworden van de Vereniging Kunsten ’92, die de belangen behartigt van organisaties actief op het terrein van kunst, cultuur, architectuur en erfgoed. Publicitaire aandachtPublicitaire aandachtPublicitaire aandachtPublicitaire aandacht In 2010 is de directeur van de Federatie Welstand geïnterviewd voor artikelen in het tijdschrift Landwerk (maart 2010) en het tijdschrift van Monumentenwacht Nederland (april 2010).

30

In de aanloop naar de raadsverkiezingen van maart 2010 heeft het laatste nummer van het tijdschrift Oog voor welstand, dat verscheen in december 2009 en veel artikelen bevatte die juist met het oog op de raadsverkiezingen geschreven zijn, zijn weg naar een breed publiek gevonden. Het blad is uitgereikt op diverse bijeenkomsten en verkiezingsdebatten (onder andere het debat in Utrecht in januari 2010, georganiseerd door Kunsten ’92), zowel door de Federatie zelf, als door de (regionale en lokale) leden. De publicatie van de vastgestelde plannen op het gebied van vergunningvrij bouwen, op de Federatie-website op 1 april 2010, heeft veel aandacht in de (digitale) media opgeleverd en artikelen in vakbladen op het gebied van bouw, bestuur en architectuur. Ook de publicatie van gegevens uit het klanttevredenheidsonderzoek in september 2010, het van kracht worden van de Wabo in oktober 2010 en de handreiking ‘Vergunningvrij bouwen en ruimtelijke kwaliteit’ in december 2010 hebben veel aandacht getrokken. Lezingen, debatten en expertmeetingsLezingen, debatten en expertmeetingsLezingen, debatten en expertmeetingsLezingen, debatten en expertmeetings De Federatie Welstand heeft een bijdrage geleverd aan de volgende debatten en expertmeetings: Januari 2010: Arcam-debat voor aankomend raadsleden in Amsterdam Maart 2010: Debat over Particulier Opdrachtgeverschap en Welstand in Almere April 2010: Debat over beschermde stads- en dorpsgezichten en welstandsadvisering in Geertruidenberg April 2010: Expertmeeting over ‘moderne welstand’, georganiseerd door KPMG in opdracht van het ministerie van BZK in Utrecht Mei 2010: Expertmeeting vergunningvrij bouwen en het bestemmingsplan, in Utrecht September 2010: Debat over vergunningvrij bouwen in Lux (Nijmegen) September 2010: Lezing Borging van Ruimtelijke Kwaliteit op een symposium van Welstand en Monumenten Midden Nederland, in Kasteel Duurstede November 2010: Deelname aan expertmeeting over Welstand, Cultuurhistorie en Ruimtelijke Ordening in Alkmaar November 2010: Workshop vergunningvrij bouwen en ruimtelijke kwaliteit op de Dag van de Wabo, Nijkerk December 2010: Expertmeeting over welstand en het instrumentarium voor Ruimtelijke Ordening, georganiseerd door Croonen Adviseurs, Amsterdam. December 2010: Expertmeeting over MER en landschapskwaliteit, Amersfoort. Opvolger ‘Oog voor Welstand’Opvolger ‘Oog voor Welstand’Opvolger ‘Oog voor Welstand’Opvolger ‘Oog voor Welstand’ Eind 2009 en het eerste kwartaal van 2010 heeft de Federatie Welstand intensief met enkele andere partners (met name het projectbureau Herbestemming, BNSP en Blauwe Kamer en beoogd hoofdredacteur Marijke Bovens) de mogelijkheden onderzocht van een gezamenlijk tijdschrift over

31

het thema ‘ruimtelijke kwaliteit’. Met het verdwijnen van Oog en de opheffing van het projectbureau Belvedere leek er voldoende aanleiding te zijn voor een dergelijke verkenning. In mei 2010 moest echter vastgesteld worden dat er, ondanks enthousiasme en veel energie van de deelnemende partijen, geen markt bestaat voor de uitgave van het tijdschrift dat de werktitel ‘R’ had gekregen. De markt voor tijdschriften op het gebied van ruimtelijke ordening, cultuurhistorie, architectuur, bouwen en publieke ruimte is overvoerd; hoewel een blad dat in al deze terreinen synergie brengt onder de noemen ‘ruimtelijke kwaliteit’ niet bestaat, bleek het onwaarschijnlijk dat abonnees van gespecialiseerde tijdschriften massaal zullen kiezen voor een blad dat een breder, overkoepelend thema brengt.

32

62020202010101010 in cijfers in cijfers in cijfers in cijfers (verkorte jaarrekening) (verkorte jaarrekening) (verkorte jaarrekening) (verkorte jaarrekening)

Staat van baten en lastenStaat van baten en lastenStaat van baten en lastenStaat van baten en lasten werkelijkwerkelijkwerkelijkwerkelijk begrotingbegrotingbegrotingbegroting werkelijkwerkelijkwerkelijkwerkelijk

2009200920092009 2009200920092009 2008200820082008

€ € €

OpbrengstenOpbrengstenOpbrengstenOpbrengsten

Contributies 341.664 358.327 350.884

Projectopbrengsten 6.755 - 183.509

Activiteitsopbrengsten 294 37.500 12.035

Som der opbrengsten 348.713 395.827 546.428

KostenKostenKostenKosten

Kosten projecten 382 p.m. 197.879

Activiteitskosten - 37.500 10.605

Personeelskosten 211.672 220.385 197.326

Afschrijvingen Afschrijvingen Afschrijvingen Afschrijvingen

Materiële vaste activa 598 2000 -

Overige bedrijfskostenOverige bedrijfskostenOverige bedrijfskostenOverige bedrijfskosten

Bureaukosten 45.343 46.500 55.411

Bestuurskosten 5.041 8.000 4.752

Huisvesting 15.511 18.000 15.064

Algemene kosten 4.351 18.500 9.202

Bijdragen in projecten - 38.000 2.500

70.246 129.000 86.929

Som der bedrijfslasten 282.898 388.885 492.739

Exploitatieresultaat voor intrest 65.815 6.942 53.689

Intrest 2.853 3.000 1.832

Exploitatieresultaat 68.668 11.330 55.521

Verdeling exploitatieresultaatVerdeling exploitatieresultaatVerdeling exploitatieresultaatVerdeling exploitatieresultaat

Mutatie algemene reserve 31.168 47.442 18.021

Onttrekking bestemmingsreserve -10.000 - 37.500

Toevoeging aan bestemmingsreserve 47.500 37.500

68.668 9.942 55.521

33

BalansBalansBalansBalans na verwerking exploitatieresultaat

31 december 2031 december 2031 december 2031 december 2010101010 31 december 200 31 december 200 31 december 200 31 december 2009999

Vaste activaVaste activaVaste activaVaste activa

Boekwaarde materiële vaste activa 3.339 0

3.339 0

Vlottende activaVlottende activaVlottende activaVlottende activa Vorderingen en overlopende activaVorderingen en overlopende activaVorderingen en overlopende activaVorderingen en overlopende activa

Debiteuren 3.096 11.337

Overige vorderingen 7.196 16.408

10.292 27.745

Liquide middelenLiquide middelenLiquide middelenLiquide middelen 304.369 233.392

Som der vlottende activa 318.000 261.137

Kortlopende schulden en overlopende passivaKortlopende schulden en overlopende passivaKortlopende schulden en overlopende passivaKortlopende schulden en overlopende passiva

Crediteuren 11.743 19.403

Belastingen en premies sociale verzekeringen 5.062 8.134

Overige schulden 64.001 65.074

80.806 92.611

Uitkomst activa min kortlopende schulden 237.194 168.526

Eigen vermogenEigen vermogenEigen vermogenEigen vermogen

Algemene reserve 152.194 121.026

Bestemmingsreserves 85.000 47.500

237.194 168.526

Vergaderlocatie Commissie Welstand Groningen

34

7Publicaties Publicaties Publicaties Publicaties

Handreiking Handreiking Handreiking Handreiking Vergunningvrij Bouwen en ruimtelijke kwaliteitVergunningvrij Bouwen en ruimtelijke kwaliteitVergunningvrij Bouwen en ruimtelijke kwaliteitVergunningvrij Bouwen en ruimtelijke kwaliteit Belangrijk wapenfeit einde 2010 was de publicatie van de handreiking ‘Vergunningvrij bouwen en ruimtelijke kwaliteit’. Deze door Flip ten Cate geschreven handleiding werd gedrukt in een oplage van 1.500 exemplaren en gratis verspreid. De oplage was binnen een mum van tijd weggegeven, waarna de Federatie Welstand de handreiking als pdf heeft verstuurd. En op de website beschikbaar gesteld. De belangstelling was enorm. Aan het maken van de handreiking ging een expertmeeting met bouwplanjuristen, stedenbouwkundigen en planologen vooraf. De opheffing van de categorie lichtvergunningplichtig bouwen en de uitbreiding van de categorie vergunningvrij bouwen was in praktische zin een nieuwe tak van sport voor gemeenten. De wetswijziging op rijksniveau betekent echter ook dat gemeenten minder instrumenten hebben om zelf - en weloverwogen - kwaliteitsbeleid te voeren, daar waar zij denken dat nodig te hebben. In feite worden zij door deze maatregel van hogerhand ernstig beknot in de uitoefening van een op hun eigen omstandigheden toegesneden ruimtelijk beleid. De handreiking is dan ook geschreven vanuit het idee dat er toch mogelijkheden blijven om dat gemeentelijke kwaliteitsbeleid uit te voeren en dat er voorbeelden te vinden zijn die dat laten zien. De handreiking is een middel om die

mogelijkheden met anderen te delen. Intussen is er op de website van de Federatie een dynamisch dossier over ‘Vergunningvrij bouwen en ruimtelijke kwaliteit’ aangemaakt, waar telkens nieuwe ervaringen, gezichtspunten en wettelijke uitspraken op worden gezet. Ook worden via Linkedin nuttige discussies gevoerd, die vervolgens weer een plek krijgen op de website.

35

WebsiteWebsiteWebsiteWebsite De website van de Federatie Welstand bevat nuttige informatie en wordt regelmatig geactualiseerd. Op de website staat nieuws van de leden, recente jurisprudentie, nieuwsberichten, een vacaturebank en het aanbod van bijeenkomsten en cursussen. Een nieuwsbrief op het web geeft om de twee maanden informatie over de Federatie en uit het veld. Ook is er in de vorm van

dossiers veel documentatie te vinden over wet- en regelgeving en kunnen publicaties, handreikingen en modellen worden gedownload. Bijgaande tabel en staafdiagram geven een indruk van het webbezoek in 2010. Bezoekers bereiken de websites van de Federatie Welstand meestal door in de browser rechtstreeks het url-adres in te typen: www.fw.nl. De bezoeken aan de andere websites van de Federatie Welstand (www.federatiewelstand.nl; www.oogvoorwelstand.nl; www.welstand.org; www.datismooinederland.nl; www.welstandstoezicht.nl; www.welstand-transparant.nl) zijn veel minder frequent. De bezoekersaantallen zijn voor een organisatie als de Federatie Welstand bevredigend. Een gemiddelde van 1.907 unieke bezoekers per maand, die gemiddeld 1,8 bezoek per maand aflegden is een fraaie score. Er is ook een duidelijke

opgaande lijn waarneembaar. In 2008 brachten 14.253 bezoekers in totaal 21.093 bezoeken aan de website. In 2009 lag het aantal bezoekers vijfduizend hoger, en er zijn zelfs tienduizend bezoeken meer geregistreerd. In 2010 werden er nog weer ruim drieduizend bezoekers meer geteld dan in 2009, die opnieuw tienduizend maal vaker de website bezochten.

Maand Unieke bezoekers

Aantal bezoeken

jan-10 1536 2498

feb-10 1701 2767

mrt-10 1720 2849

apr-10 2864 5553

mei-10 2008 3365

jun-10 1891 3190

jul-10 1561 2590

aug-10 1618 2771

sep-10 2048 3375

okt-10 2200 3868

nov-10 2134 4782

dec-10 1611 4103

TotaalTotaalTotaalTotaal 22892 41711

(cijfers ’09)(cijfers ’09)(cijfers ’09)(cijfers ’09) 19555195551955519555 31592315923159231592

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

jan-1

0

feb-1

0

mrt

-10

apr-

10

mei-10

jun-1

0

jul-10

aug-1

0

sep-1

0

okt-

10

nov-1

0

dec-1

0

Unieke bezoekers

Aantal bezoeken

Bezoek websites Federatie Welstand 2010

36

Het aantal bezoekers neemt dus toe, maar ook het aantal malen dat zij de site bezoeken, wat een indicatie is voor de interesse in de aangeboden informatie. De statistiek laat duidelijke pieken zien in april 2010 en in oktober/november 2010. Deze toegenomen belangstelling hangt samen met de persaandacht die de Federatie kreeg voor het vergunningvrije bouwen. Op 1 april publiceerde de Federatie als eerste de nieuwe regels voor vergunningvrij bouwen, die per 1 oktober 2010 van kracht zouden worden, inclusief een samenvatting van de voorstellen en plaatjes ervan. Het persbericht daarover werd breed verspreid, wat resulteerde in een absoluut record aan bezoekers voor de website op 1 april 2010 (508 bezoekers). In oktober en november was het vergunningvrij bouwen een feit, en ook toen werd de documentatie op de Federatie-site goed gevonden. Vanaf april is er een sterke stijging in het aantal zoekwoorden over vergunningvrij bouwen en omgevingsrecht, waarmee bezoekers de Federatie-site weten te vinden. Overigens zijn de meest voorkomende zoekwoorden nog steeds ‘welstand’ en ‘Federatie Welstand’. Net als vorige jaren blijkt dat een zichtbare aanwezigheid van de Federatie Welstand in de digitale wereld wel duidelijke gevolgen heeft. Tussen een kwart en een derde van de bezoekers bereikt de website via een link op een andere pagina. Er wordt vooral doorgelinkt vanuit nieuwsberichten op andere websites. de nieuwsbrief van IKCRO, maar vooral ook die van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland, omgevingsvergunning.com, architectenweb of het ministerie van VROM. Ook het sociale platform linkedin brengt nogal wat bezoekers naar onze website. De Federatie Welstand heeft het voornemen om de website in 2011 zowel inhoudelijk als visueel een face-lift te geven. Klanttevredenheidsonderzoek Klanttevredenheidsonderzoek Klanttevredenheidsonderzoek Klanttevredenheidsonderzoek Samen met de regionale welstands- en monumentenorganisaties, verenigd in het Dirov, is een klanttevredenheidsformulier ontwikkeld met een nog meer op de bezoeker van een welstands-commissie afgestemde vragenlijst. Bezoekers kunnen hun mening geven over de aard van het advies en hun ervaringen in de welstandsvergadering. De Federatie wil met de resultaten waar nodig verbeteringen in het advieswerk stimuleren. Het project wordt geleid door Ap Timmermans, directeur Hûs en Hiem. In 2005 is een eerste bezoekerspeiling gedaan. In 2009 is een tweede bezoekerspeiling voltooid, waarvan de resultaten in september 2010 werden gepubliceerd. Ditmaal hebben veel minder organisaties aan het onderzoek deelgenomen. Slechts de regionale welstandsorganisaties in Friesland, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland hebben enquêteformulieren uitgereikt aan de bezoekers van de welstandscommissies. De vier betreffende welstands- en monumentenorganisaties ontvingen 327 formulieren terug. Ook dat is veel minder dan in de vorige ronde, toen een kleine duizend reacties werden ontvangen. Tachtig procent van de mensen die hun bouwplan laten beoordelen, vinden het belangrijk dat er gelet wordt op de kwaliteit van hun directe woonomgeving. Evenveel mensen vinden dat de commissie goed moet letten op de kwaliteit van het stads- of dorpscentrum. Een iets kleinere

37

groep vindt het belangrijk dat de commissie aandacht besteedt aan de kwaliteit van het buitengebied (76 procent) en aan de kwaliteit van bedrijventerreinen (62 procent). De groep mensen die welstandsadvisering volstrekt onbelangrijk vindt, is verwaarloosbaar klein: slechts twee procent (als het over de eigen woonomgeving gaat) tot vijf procent (in het geval van de bedrijventerreinen). Ook zijn de geënquêteerde bezoekers aan de welstandscommissie over het

algemeen te spreken over de manier waarop hun plan behandeld wordt. Ze geven de commissie het rapportcijfer 8 voor de manier waarop het werk wordt gedaan. De bewoners en architecten vinden dat er voldoende ruimte is voor overleg en inspraak, en ook over de snelheid van de besluitvorming zijn de bezoekers tevreden. Natuurlijk wilde de Federatie Welstand weten of mensen die

teleurgesteld moesten worden, omdat hun bouwplan niet aan de welstandseisen voldoet, veel negatiever oordelen over het nut van de welstandsadvisering en de behandeling door de welstandscommissie. Dat bleek tot onze eigen verrassing niet zo te zijn. Ook al kregen ze een negatief welstandsadvies, ze vinden welstandszorg net zo belangrijk (79 procent) als de anderen, en ze vinden dat ze voldoende gelegenheid kregen om over hun plan met de commissie in gesprek te gaan. De steekproef is erg klein, omdat maar 44 respondenten een negatief advies kregen, maar van hen vinden slechts drie personen dat welstandszorg niet erg belangrijk (2), of helemaal niet (1) belangrijk is. Uitgaven Uitgaven Uitgaven Uitgaven Federatie WelstandFederatie WelstandFederatie WelstandFederatie Welstand, voor zover voorradig verkrijgbaar bij het secretariaat:, voor zover voorradig verkrijgbaar bij het secretariaat:, voor zover voorradig verkrijgbaar bij het secretariaat:, voor zover voorradig verkrijgbaar bij het secretariaat:

• Flip ten Cate, ‘Vergunningvrij bouwen en ruimtelijke kwaliteit’, Amsterdam, december 2010.

• Bezwaar en beroep bij welstandsadvisering, vierde herziene druk, 2010. • Nico Nelissen en Flip ten Cate, ‘ Mooi Europa – Ruimtelijke kwaliteitszorg in Europa’., uitg.

SUN en Federatie Welstand, Amsterdam, 2009

• ‘Gebiedskwaliteit rond infrastructuur’, met bijdragen van Hugo Priemus, Friso de Zeeuw/Henk Lichter, Jeroen den Uyl, Flip ten Cate, Jan Wabeke en David van Zelm van Eldik, Federatie Welstand, Amsterdam, 2009.

• ‘WelstandTransparant’, folder, Federatie Welstand, Amsterdam, april 2009. • ‘Handreiking Gemeentelijke Monumentencommissies’ , een uitgave van de Vereniging

Nederlandse Gemeenten in samenwerking met Federatie Welstand en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Den Haag/Amsterdam/Amersfoort, september 2009.

Welstandszorg is belangrijk voor mijn

woonomgeving

27%

53%

14%

4%

2%

zeer eens

eens

geen mening

oneens

zeer oneens

38

• ‘Welstand langs wegen – Handreiking voor lokaal beleid’, Federatie Welstand en Architectenwerk Twan Jütte stedenbouw en architectuur, Amsterdam/Delft, maart 2009.

• F. ten Cate, ‘Kwaliteitszorg en deregulering; een spagaat in het Haagse debat over welstandscommissies’, overdruk uit het jaarverslag Federatie Welstand 2007, Amsterdam, 2008.

• ’10 uitgangspunten voor het omgaan met monumenten’, Werkgroep Monumentenpublicaties/Federatie Welstand, Amsterdam, november 2008.

• ‘Zorg voor Kwaliteit - Welstandsbeleid’, themabijlage Nieuwe Hollandse Waterlinie, Amsterdam, december 2007.

• F. ten Cate, ‘Verrommeling bestrijden; lokale adviesteams bevorderen kwaliteit’, overdruk uit het jaarverslag Federatie Welstand 2006, Amsterdam, oktober 2007.

• Heero Meindersma, Flip ten Cate, Rapportage ‘Evaluatie Welstandscommissies - visitatiebezoeken bij veertig commissievergaderingen’, Amsterdam, februari 2007.

• Reader en film ‘Gegrond en bewogen - kwaliteitsborging in het landelijk gebied’, ter gelegenheid van het jubileumcongres, mei 2006.

• ‘ Welstand in ontwikkeling - 75 jaar Federatie Welstand’, uitgave ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum in samenwerking met Bouwfonds MAB, mei 2006.

• ‘Waarborgen voor publieke kwaliteit’, Federatie Welstand, december 2004 (uitverkocht). • Beek en Kooiman, ‘Welstand als Culturele Opgave’, Federatie Welstand, Amsterdam, 2004

(CD-Rom).

• A.M. Nannen e.a., ‘Eindrapport Welstand op een Nieuwe Leest’, Projectbureau Welstand op een Nieuwe Leest, Amsterdam, 2004.

• ‘Welstand, een publieke zaak’, Projectbureau Welstand op een Nieuwe Leest, Amsterdam, 2004.

• F. ten Cate en Th. van Oeffelt (red.), ‘Welstandnota’s: De Eerste Oogst’ - een vergelijkend onderzoek naar negen van de eerste welstandsnota’s’, Federatie Welstand, Arnhem, 2003.

• M. Bogie, ‘Monitoring Welstandsnota’s’, Federatie Welstand, Arnhem, 2003. • V. Freijser e.a.,‘Welstand en het ontwerp van de HSL-Zuid - Evaluatie’, Federatie Welstand,

Arnhem, 2003.

• M. de Boer e.a., ‘Welstand met nieuw elan’, Federatie Welstand, Arnhem, 2003.

• ‘Model Kwaliteitssysteem Welstandsadvisering’, Federatie Welstand, Arnhem, 2003.

• W. Havik en H. Meindersma: ‘Geen Top zonder Berg’, Arnhem, 1996 (uitverkocht).