jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers...

17
jaargang 5, nummer 1, februari 2011 Personeelsblad van GGZ Friesland GZine Zorgprogrammering voor iedereen!

Transcript of jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers...

Page 1: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

jaar

gang

5, n

umm

er 1,

febr

uari

2011

Pers

onee

lsbl

ad v

an G

GZ Fr

iesl

and

GZine

Zorgprogrammering

voor iedereen!

Page 2: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

‘Je mag op de plek van Hans!’ Met die opmerking probeerden de makers van GZine me te verleiden. Daaruit kan je inderdaad concluderen dat ik niet direct overliep van enthousiasme om een column te schrijven. Mijn gezicht verraadde me : "Alsof ik nog niet genoeg te doen heb." Gelukkig ben ik niet het meest impulsieve type, dus begon ik met het bedenken van een tactiek om er netjes onderuit te komen. Om mezelf wat tijd te kopen zei ik dat ik er nog over na wilde denken...

Maar in plaats van smoesjes te bedenken, merkte ik dat ik na ging denken over wat ik zou kunnen schrijven in een column. Het mag iets persoonlijks zijn. Een eigen invulling. Kijk dat is nog eens verleidelijk!En elke keer kwam ik eropuit dat ik iets wilde zeggen over mijn nieuwe motorfiets. Een Victory Vegas 8-ball. Wacht, ik zal een plaatje laten zien. Dat zegt meer dan woorden. Nu weet ik wat veel van jullie denken. Penopauze... Tja, ik zal dat niet ontkennen. Sterker nog, waarschijnlijk klopt het wel. De leeftijd komt aardig overeen, iets van vermoeidheid en uitgeblustheid tezamen met gedachten: "Is dit het nu wat het leven voor mij in petto heeft" zijn me niet vreemd.Hoewel de meerderheid van mijn collega's van het andere geslacht is, meen ik het laatste jaar ook enige symptomen bij hen te kunnen herkennen. Wat verslagen moedeloos, neigend naar burnout. En er is misschien ook reden genoeg om niet al te vrolijk te worden als je kijkt naar bepaalde ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg en de GGZ. Verplaatsingsrondes, krapte bij specialisten, wegvallen van administratieve ondersteuning, genoeg om over te klagen...Vanmiddag, in de auto, op de terugweg van een bezoek aan een vriend had ik Radio 1 op staan. Op het Journaal las de nieuwslezer een bericht voor. De minister van Volksgezondheid gaat 300 miljoen teveel betaalde vergoedingen aan ziekenhuizen terugvorderen. Ziekenhuizen gaan vacatures schrappen, gedwongen ontslagen zijn niet uitgesloten. Dure (bijvoorbeeld oncologische) behandelingen, die ziekenhuizen meer kosten dan opleveren, worden geschrapt. Nee, het gras is echt niet groener aan de overkant.

Je zou er moedeloos van worden.Even terug naar mijn nieuwe motorfiets. Hij komt pas in maart. Maar bijna iedere dag, vermoeid van het werk, kruip ik toch even op het internet om haar te bekijken. Ik heb

inmiddels een ton aan accessoires en gadgets gekocht, zodat ik straks lekker kan gaan sleutelen. Dat gaat van verwarmde handvaten, een andere uitlaat, tot sjablonen voor opspuiten van "tribal" patronen. Dat zoiets als een simpele motorfiets zoveel passie in je kan losmaken. En passie geeft een waterval aan energie, kan ik melden.

Met passie zijn een aantal specialisten bezig geweest met het realiseren van een vakgroep binnen GGZ Friesland. Vanuit de overtuiging dat met een gezamenlijke specialistenvakgroep we daadwerkelijk kunnen meepraten en meebeslissen. Binnen GGZ Friesland zullen we pijnlijke keuzes moeten maken. We zullen in de nabije toekomst niet alles meer kunnen blijven doen. De specialisten zijn de aangewezen professionals om daarin de inhoudelijke keuzes te gaan maken. Dat moeten we echt niet overlaten aan een Raad van Bestuur, managers of zorgverzekeraars. Dat soort keuzes zullen specialisten er zelden individueel door kunnen krijgen. Maar in gezamenlijkheid is alles mogelijk. Als wij dat niet doen, zullen anderen het doen.

De specialistenvakgroep zou een soort Ark van Noach kunnen zijn. Een drijvend vehikel dat langs de kleine eilandjes van GGZ Friesland vaart en iedere specialist uitnodigt om van dat eilandje af te stappen om aan boord te komen en aan het roer te komen staan. Soms zal de verleiding groot zijn om op het eilandje te blijven zitten. Immers aan boord komen betekent dat je met velen samen moet overleggen wat de koers zal zijn. Tja, en dat kan soms behoorlijk vermoeiend zijn.

Maar het is wel nodig als we willen dat de specialisten aan het roer van de inhoudelijke koers staan. We realiseren ons soms te weinig hoeveel macht we als specialisten kunnen hebben als we gezamenlijk optrekken. En dat we die zeggenschap hebben is terecht. Niet voor niets heeft de organisatie het professioneel statuut aangenomen waarin de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de invulling en uitvoering aan hen wordt gegeven. Niet voor niets bepalen de specialisten en andere expertises binnen GGZ Friesland de inhoud van de zorgprogramma’s, waarover deze GZine gaat.

Ik ben heel nieuwsgierig om het komende jaar van alle specialisten te horen op welke manier wij denken dat de zorg binnen GGZ Friesland georganiseerd moet worden. Erg benieuwd ben ik naar reacties op de zorgprogramma’s. Welke antwoorden wij daarin verder gaan formuleren voor de problemen van morgen, zodat we gezamenlijk goede zorginhoudelijke keuzes kunnen maken. Maar het allerliefst hoor ik van iedereen hoe we daar onze passie in kunnen vinden.Want als dat lukt, verdwijnt die penopauze vanzelf wel, is mijn ervaring.

Personeelsverenigingin een oogopslag Hieronder tref je het programma van de personeels-vereniging aan tot halverwege dit jaar. In één oogopslag kun je je vergewissen van de activiteiten in 2011.

Dinsdag 1 februari 2011Cabaret: Droog Brood De personeelsvereniging is er voor haar grote avond weer in geslaagd om een topper vast te leggen! Het met vele onderscheidingen en aanmoedigingsprijzen gelauwerde ‘Droog Brood’ is gecontracteerd.

Vrijdag 25 maart 2011Muziekavond met “Frozen Candys”Ook dit jaar organiseert de personeelsvereniging opnieuw een muziekavond. Nu met de band ‘Frozen Candy’s’ uit Amsterdam. De locatie is “de Stee” in Leeuwarden.

Vrijdag 15 april 2011 Weekend Berlijn In april kunnen leden van de personeelsvereniging een weekend naar Berlijn. Deze activiteit is bijna volgeboekt! Vrijdag 15 april tot zondag 17 of maandag 18 april

Dinsdag 19 april 2011Paaskienen om indrukwekkende prijzen!

Zondag 1 mei 2011 Bezoek zwarte markt Beverwijk Op zondag 1 mei organiseert de Personeelsvereniging een uitstapje naar de Zwarte Markt in Beverwijk. Nadere bijzonderheden worden nog bekendgemaakt.

zaterdag 21 mei 2011Wandeltocht / Wandelkanotocht ca 25 km Vorig jaar waren de wandeltocht en de wandelkanotocht een groot succes. Daarom gaan we deze dit jaar weer doen.

vrijdag 3 juni 2011Boottocht Terschelling Eilanden doen het altijd goed om even tot rust te komen en te genieten. Op 3 juni kan iedereen daarom lekker uitwaaien op Terschelling.

Meer informatie via de intranetpagina's van de personeelsvereniging.

Penopauze

Oetse Haagsma

2 3

Page 3: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

Uitnodiging

Inhoud8 Doordeogenvandepatiënt

10 Zorgprogrammeringisneteenpoolexpeditie

16 Eenheidagoverdebeslisbomen

vandeouderenpsychiatrie

28 Wewillendemedewerkersmeenemen

indezorgprogrammering

26

16

28

10

32

8

24

verder 6 Nieuws

13 Waarom willen we zorgprogramma’s?

18 De voortgang van de diverse

zorgprogramma’s

21 Column: Irene Barends

22 Twee organisaties met één missie

24 De balans tussen cijfers en inhoud

26 Bewakers van de zorgkwaliteit

30 Dé stappen voor 2011

32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

Voor je ligt een speciale editie van de GZine. Het hele nummer staat volledig in het teken van de zorgprogrammering. Het is nu begin 2011 en nog dit jaar zal binnen heel GGZ Friesland gewerkt worden vanuit zorgprogramma’s. Voor velen van jullie zal dat wennen zijn, misschien zelfs onwerkelijk, en op dit moment waarschijnlijk nog vragen oproepen.

Daarom is in samenwerking met de taskforce zorgprogrammering deze GZine ontwikkeld. Met deze zorgprogrammaspecial kun je thuis op de bank of misschien tijdens je pauze op het werk vast het één en ander tot je nemen. De rest van het jaar volgen vanzelfsprekend bijeenkomsten, vergaderingen en een organisatiebrede werkconferentie.

De invoering van zorgprogramma’s betekent immers een grote verandering voor de gehele organisatie. Om daar gedegen op voorbereid te zijn, is het van belang dat iedereen op de hoogte is van wat zorgprogrammering betekent: voor de eigen werkwijze, voor die van anderen en voor de patiënt. Iedere medewerker moet leren werken met bijvoorbeeld zorgpaden, beslisbomen en behandelplangenerators.

Daarom wordt op vrijdag 13 mei een bijeenkomst belegd voor alle medewerkers van GGZ Friesland: hulpverleners en ondersteuners. Alles wat van belang is rond zorgprogrammering passeert daar de revue, van beslisbomen tot evaluatie-instrumenten, van intakeoverleg tot ROM-vragenlijsten. In een tweetal workshoprondes is er gelegenheid om meer te weten te komen over de zorgprogramma’s. Medewerkers van de zorgprogramma’s brengen hun ervaringen in en ook kun je kennisnemen van het vernieuwde EPD.

Om deelname voor zoveel mogelijk medewerkers mogelijk te maken worden deze middag op alle afdelingen weekenddiensten gedraaid. Het precieze programma wordt tijdig bekend gemaakt.

We rekenen op je komst!

Vriendelijke groeten,

Werkconferentie Zorgprogrammering

Wanneer 13 meiTijd 12.30 - 17.30Waar WTC hotel,

Heliconweg 52Leeuwarden

Colofon

GZine Personeelsblad van GGZ Friesland, februari 2010, jaargang 5, nummer 1,

Redactieadres: Afdeling Communicatie GGZ Friesland, Postbus 932, 8901 BS

Leeuwarden, telefoon 058-2848715, e-mail: [email protected] Redactie en

redactieraad: Marco Boonstra, katja Westra, Douwe Schuhmacher, Renate

Mulder Eindredactie: Louwra Weisfelt Vormgeving: Groot Haar + Orth

Fotografie: Fotobureau Hoge Noorden Drukwerk: Grafisch Bedrijf Hellinga,

Leeuwarden Oplage: 2.750 exemplaren

Taskforce Zorgprogrammering

4 5

Page 4: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

nieuws

Veel minder tijd tussen aanmelding en intakeAanmelding GGZ Friesland is gestart per 1 februari 2010. De zorg- programma’s voor Angst- en Stemmingsstoornissen liepen toen al. Voor de eerste drie kwartalen van dat jaar is in kaart gebracht hoeveel tijd er zat tussen de aanmelding en intake. De resultaten daarvan kunnen worden gezien als een eerste succes van de nieuwe werkwijze.

Zoals de grafieken bij dit artikel laten zien is voor zowel angsten als stemmingsstoornissen het aantal dagen flink omlaag gegaan. In de vier regio’s waar vanuit zorgprogrammering gewerkt wordt is voor stemmingsstoornissen het aantal dagen verminderd tot rond de dertig dagen. Terwijl voor angstklachten het gemiddelde rond de veertig dagen schommelt. Vergeleken met de situatie in januari 2010 is dat een enorme verbetering.

Het Trimbos-instituut zoekt ggz-instellingen bij wie een onderzoek naar de effectiviteit van zorgpaden uitgevoerd zou kunnen worden. Als kandidaten kwamen uit de bus: GGZ Eindhoven, De Gelderse Roos én GGZ Friesland. Samen met PsyQ behoren we op dit moment tot de instellingen die het verste zijn met het ontwikkelen van zorgpaden voor angst en depressie.

Het Trimbos-instituut gaat daarom misschien binnen onze muren onderzoeken of zorgprogrammering leidt tot de verwachte

doelmatiger zorg. De programmadirectie van Angst en Stemming is hier vanzelfsprekend blij mee. Het past bij het motto ‘echt weten waar we mee bezig zijn'. Niet alleen de inhoud van het zorgprogramma moet de toets aan de nieuwste wetenschappelijke inzichten kunnen doorstaan, ook voor de methodiek die we hebben gekozen om het zorgprogramma vorm te geven geldt dat we deze kritisch willen toetsen. Het onderzoeksvoorstel ligt nu als gezamenlijke subsidieaanvraag bij het ministerie. Daarover valt waarschijnlijk pas midden 2011 een beslissing.

In de top drie van het Trimbos

Als je mensen spreekt die al jaren werken in de zorg dan is er één woord wat telkens weer boven komt drijven, namelijk verandering. Decennialang ging alles zijn gangetje. Dokter, verwijsbriefje, ziekenhuis, verpleegster, wijkverpleegster. Iedereen heeft er wel een voorstelling bij.

Zeker in het laatste decennium heeft de verandering toegeslagen. Verandering is niet per definitie verkeerd. Het biedt nieuwe kansen,

nieuwe inzichten in medische aanpak en verandert zowel de inhoud van zorg als de mens die deze verleent.

Binnen GGZ Friesland is een begin gemaakt met zorgprogrammering. Behandelaars gaan samen afspraken maken welke zorg ze het beste kunnen bieden voor de patiënt waarbij ook gekeken wordt naar financiële en praktische haalbaarheid. Een goede verandering, samenwerken om zodoende te werken aan het herstel van de patiënt.

Als Familieraad zien we veel kansen in deze nieuwe aanpak. ‘Samen’ is ook iets waar wij voor staan. We hopen dat behandelaars ‘verandering’ en ‘samen’ niet los van elkaar zien en vanaf de start van de behandeling tegen elkaar zeggen: samen gaan we veranderen en het beter maken!

Sybren van Tuinenvoorzitter Famileraad

Familie en zorgprogrammering

Op de vraag wat zorgprogrammering voor de patiënt betekent, stuurde de centrale cliëntenraad deze uiterst creatieve bijdrage in:

Wij zijn onder de indruk,Zorgprogrammering lijkt voor de cliënten een geluk.

Dat afspraak ook afspraak isHet zeggen wat je doet en doen wat je zegt, dat is gewis.

Om tot een goede samenwerking te komen,Moet de rode draad door de ggz stromen.

Aan Iedere cliënt kan hiermee duidelijkheid worden gegevenEn dat is het motto van de GGZ

Geiske Burmania,lid Centrale Cliëntenraad

De cliëntenraad

6 7

Page 5: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

21 juni 2010‘Een beetje spannend vond ik het wel. Vandaag heb ik mijn intakegesprek gehad. Ik sprak in totaal een uur met een GZ-psycholoog. Aan het eind van het gesprek zei zij dat ze met de vragenlijsten en op basis van het gesprek zou gaan overleggen. Daarna zou ze samen met haar collega’s een behandeladvies opstellen. Een week later kon ik terugkomen voor een adviesgesprek. In de wachtkamer vulde ik na dit gesprek een OQ45-vragenlijst in. De antwoorden op deze vragen geven inzicht in hoe ik me op dat moment voelde.’

28 juni 2010‘Vandaag is tijdens het adviesgesprek naar voren gekomen dat bij mij sprake is van een matige depressie. De psycholoog heeft me uitgebreid uitgelegd op welke manier zij dacht dat ik het beste geholpen kon worden. Ze legde uit dat ik twaalf tot zestien gesprekken zou krijgen. Daarbij kon ik running therapy volgen. Ik zou door het afsprakenbureau gebeld worden om de reeks afspraken in te plannen.’Ik kon mij vinden in dit advies en heb hiermee ingestemd.

26 augustus 2010‘Tijdens de zomervakantie, waarin ik veel thuiszat, werd ik gebeld of op 26 augustus het eerste gesprek plaats kon vinden en of het mogelijk was zestien gesprekken vooruit te plannen. Dat kon en ik heb de afsprakenreeks keurig per post gekregen. Dus heb ik net tijdens het eerste gesprek kennisgemaakt met mijn behandelaar en we hebben samen een behandelingsplan opgesteld. Ik zal vanaf nu elke week langskomen voor cognitieve gedragstherapie. Na acht gesprekken evalueren we samen of de hulp aanslaat en of ik de laatste acht gesprekken nog nodig heb.’

2 september 2010‘Omdat ik ook running therapy zou volgen sta ik vandaag in mijn trainingspak bij het Jelgerhuis. Ik heb met de behandelaar afgesproken dat ik twee keer per week met een psychomotorisch therapeut ga hardlopen. Bewegen zorgt namelijk voor een stofje in je hoofd waar je je actiever en beter van gaat voelen. In totaal ga ik op die manier 24 keer hardlopen.’

4 november 2010‘Vandaag vul ik online thuis voor de tweede keer de OQ45-vragenlijst in. De antwoorden geven aan of ik me beter voel dan een paar maanden terug. Aan het eind van de behandeling, als we evalueren, kan mijn behandelaar deze lijst mede gebruiken om te beoordelen of het goed met me gaat.’

27 januari 2011‘Ik heb mijn behandeling nu bijna afgerond. Ik voel me al een stuk beter. Ik merk dat ik me weer beter kan concentreren op de studie en dat ik weer meer plezier heb in het leven. Met running therapy ben ik al klaar. Het gaf me altijd een goed gevoel over mezelf. In mijn vrije tijd loop ik daarom nog steeds hard. Tijdens het zestiende gesprek in februari evalueren we of ik weer helemaal gezond ben. Als dat zo is, dan wordt mijn behandeling afgesloten. Mocht ik nog baat hebben bij wat extra hulp dan komt dat in de evaluatie naar voren en kan die hulp weer worden gepland.’

13 mei 2010‘Aan het begin van 2010 ging het niet goed met me. Ik had weinig zin om te studeren en afspreken met vrienden vond ik niet leuk meer. Begin mei ben ik daarom langsgegaan bij de huisarts. Hij constateerde dat mijn klachten te maken hebben met een depressie. Hij heeft mij doorverwezen naar Aanmelding GGZ Friesland.’

17 mei 2010‘Kort daarna werd ik gebeld door een vrouw van het afsprakenbureau. Ze plande samen met mij een intakegesprek en een adviesgesprek. Op 17 mei vond ik een bevestigende uitnodigingsbrief op de mat. Daarin stond ook wat ik precies mee moest nemen en er zat informatie bij over de organisatie. Een paar weken later kon ik terecht.’

Zorgprogrammering is niet alleen bedoeld om de kwaliteit van de zorg te waarborgen,

maar is er ook op gericht de service aan de patiënt te verbeteren. Met snelle doorloop-

tijden en heldere afspraken. Bij Angst en Stemming zijn de effecten van die nieuwe

werkwijze al duidelijk te merken. Hieronder een reconstructie van de hulp die Ben de Vries

kreeg voor zijn depressie. De naam Ben de Vries is verzonnen. De beschreven behandeling

volgt wel de beslisbomen en behandelmodules uit het zorgprogramma.

13 mei 2010 17 mei 2010 21 juni 2010 28 juni 2010 26 augustus 2010 2 september 2010 4 november 2010 27 januari 2011

ZORGPROGRAMMERING

InTakEGEsPREk OQ45-VRaGEnLIjsT

Ik VOEL ME EEn sTUk BETER!

DEPREssIE?

aFsPRakEn BUREaU

aDVIEsGEsPREk RUnnInG THERaPy

BEHanDELInGsPLan

door de ogen van de patiënt

8 9

Page 6: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

Heel GGZ Friesland maakt zich op om met

zorgprogramma’s te werken. Twee zorgprogramma’s

draaien al. Wat zijn de pionierservaringen? Hoe is

het om met beslisbomen te werken? Passen die

zorgpaden altijd wel? Vier programmaspecialisten

van Angst en Stemming in gesprek over de eerste

effecten van zorgprogrammering.

Sinds februari 2010 werken de ambulante teams van Leeuwarden, Drachten, Sneek, Heerenveen en Dokkum met de zorgprogramma’s Angst en Stemming. Wat zijn de ervaringen met de nieuwe werkwijze? Ellen Swart, programmaspecialist Stemming in Dokkum: ‘Qua inhoud loopt het goed. We bieden nog niet alle zorgpaden, een deel van de mensen wordt daarvoor nog opgeleid, maar we passen de beslisboom wel steeds meer toe. Je merkt echt dat je daardoor zorgvuldiger naar de inhoud kijkt. Voorheen was het al gauw: de dokter en de SPV moeten er maar mee aan de slag. Nu kijk je kritischer naar wat de behandeling zou moeten zijn.’

niet meer nadenken? juist wel!Frans Huitema, programmaspecialist Angst, werkzaam in Drachten en Leeuwarden, ziet dat effect ook. ‘De beslisboom leidt ertoe dat je nadrukkelijker nadenkt over de gewenste behandeling. Een veronderstelling is dat je bij zorgprogrammering niet meer hoeft na te denken, omdat alles al in beslisbomen is vastgelegd. Dat is dus niet zo. De beslisbomen dwingen je juist om elke stap heel bewust te nemen en steeds kritisch gade te slaan: ben ik hier nou tevreden mee? Zou dit inderdaad de behandeling moeten zijn?’

Ook hij schetst als beeld dat de inhoud van de zorgprogramma’s al aardig is ‘ingedaald’. Maar over wat er daarna volgt – of zou moeten volgen – zijn de ervaringen minder positief. Welk formulier moet worden ingevuld? Wie moet dat hebben? Waar is de wachtlijst? Frans zoekt naar woorden om het verloop van de zorglogistiek aan te duiden. Er klinkt gelach bij zijn diplomatieke kwalificatie ‘nog niet optimaal’.

Qua inhoud loopt het goed, logistiek nog niet optimaal

Zorgprogrammering is net een poolexpeditie

10 11

Page 7: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

Het Trimbos-instituut beschrijft een zorgprogramma als een samenhangend hulpaanbod voor mensen met psychische stoornissen. Professor Aart Schene, psychiater in het Amsterdams Medisch Centrum en verantwoordelijk voor het zorgprogramma stemmingsstoornissen, concretiseert dit. Hij meent dat zorgprogramma’s aangeven wat, wanneer en waar gebeurt in de behandeling en zorgverlening, door wie, voor hoelang, in welke volgorde en in welke combinatie.

Met zijn uitleg legt Schene direct bloot wat het verschil is met richtlijnen, die voorheen leidend waren voor de zorg. Een richtlijn beschrijft alleen de inhoud van de behandeling. Er wordt uitgelegd hoe een professional een goede diagnose kan stellen en welke behandelingen daarna tot verbetering van de klachten kan leiden. Een zorgprogramma is veelomvattender en heeft, vergeleken met een richtlijn, een meer verplichtend karakter.

Duidelijkheid…Een zorgprogramma zet naast de voorkeursbehandeling uiteen wat voor het uitvoeren van die behandeling precies nodig is, wanneer een evaluatie nodig is, aan welke criteria een patiënt exact moet voldoen om in dat zorgprogramma behandeling te krijgen en hoe deze zorg gefinancierd wordt. Ze houden rekening met de aard en ernst van de klachten en hoe de hulp binnen de organisatie aangeboden wordt.1

Dat GGZ Friesland vanuit zorgprogramma’s wil werken heeft natuurlijk een reden. En die reden is te vatten in één woord: duidelijkheid. Bijna alle voordelen die zorgprogrammering biedt houden verband met duidelijkheid.

…voor de patiëntAllereerst is het voor de patiënt prettig om van tevoren te weten op welke zorg hij kan rekenen. Zodra via Aanmelding GGZ Friesland een zorgprogramma is toegewezen en in de intake is gebleken om welk zorgpad het binnen dat zorgprogramma gaat, weet de patiënt precies hoe wij hem gaan helpen. Het is duidelijk dat hij bijvoorbeeld 14 keer cognitieve gedragstherapie krijgt, aangevuld met een facultatieve module running therapy. De patiënt weet door de evaluaties of de behandeling aanslaat. Al deze kennis maakt de patiënt mondiger. Hij kan direct laten zien dat als een behandeling niet werkt en helpt de patiënt onderhandelen over een vervolgbehandeling.2

1 Tiemens, Kaasenbrood, De Niet, Evidence based werken in de GGZ, 2010.2 Boerema, Zorgprogrammering & onderzoek, presentatie Trimbos-instituut, 2008.

Waarom willen we eigenlijk zorgprogramma’s?

FrustratieMirjam Blaauw, als programmaspecialist Stemming werkzaam in Leeuwarden, is in dat verband blij met de EPD-training. ‘Eindelijk een rustig moment om wegwijs te worden in de nieuwe formulierenstroom. Daar was bij de invoering van de zorgprogramma’s gewoon te weinig tijd voor. Met alle frustratie die daarbij komt kijken. Als je twee keer vergeefs op een knop hebt gedrukt, denk je laat maar.’

Henk van der Pol, sinds september als psychiater werkzaam in Sneek, ziet als duidelijk pluspunt van zorgprogrammering dat de behandeling is afgepast. ‘Je geeft op voorhand al aan hoe lang de behandeling gaat duren en dat is alleen maar helder voor de patiënt.’ Hij plaatst wel een relativerende kanttekening bij het concept van zorgprogrammering: ‘De diagnostische categorieën waarop we ons in de psychiatrie baseren zijn nog steeds vrij arbitrair. Een patiënt kan in het ene zorgpad geplaatst worden, maar met een iets andere redenering is een ander zorgpad ook passend.’

Mirjam Blaauw ziet het belang van een goede diagnose. ‘Zonder deze kun je de beslisboom niet goed doorlopen.’ Ondertussen bevatten de zorgprogramma’s al wel een vrij precieze categorisering van groepen patiënten en daarbij horende overwegingen om tot de keuze van een zorgpad te komen. ‘De indeling in zorgpaden brengt met zich mee dat we nu veel zorgvuldiger bij de patiënt uitvragen wat relevante kenmerken zijn.’

achterdeur openZorgprogrammering brengt een heel gestructureerde werkwijze met zich mee: het aantal behandelsessies ligt vast en evaluaties worden direct bij de start ingepland. Ellen Swart: ‘Ik vind een groot voordeel van die strakke vorm dat de evaluatie structureel aandacht krijgt. Daarmee gaat de achterdeur veel meer open. Je hebt als behandelaar toch gauw het idee dat iemand nog niet zonder je kan, dat is dokters eigen, ik ervaar het zelf ook. Ik kan in mijn eigen team het verschil echt merken. De evaluaties bleven er vaak bij, daar hadden we geen duidelijke structuur voor, het accent lag veel meer op de intakes.’ Mirjam ziet dat die vooraf aangekondigde evaluatie ook op patiënten effect heeft. ‘Het geeft richting aan de behandeling en brengt de patiënt eerder in beweging. Die weet wat de doelen zijn en het aantal afgesproken sessies.’

Beredeneerd afwijkenHoe fundamenteel anders is het werken met zorgprogramma’s nu eigenlijk? Is het een betrekkelijke verandering of vraagt het van behandelaren echt een andere instelling?Mirjam: ‘Mij geeft het energie! Maar ja, ik heb dan ook vanaf het begin meegewerkt aan de totstandkoming van het programma. Wat je van behandelaren wel hoort, is dat ze het ervaren als een verlies van vrijheid. Ik geef dan altijd maar aan, dat je zeker wel van de beslisboom kunt afwijken, die vrijheid is er, maar als je dat dan maar wel beredeneerd doet.’

Henk: ‘Ik vind het werken met een zorgprogramma niet wezenlijk anders. In grote lijnen blijft het zo dat patiënten met dezelfde soort problemen zitten en dat wij hen hetzelfde kunnen bieden. Wat verandert zijn een aantal afspraken over de vorm waarin we dingen doen.’Die vormverandering heeft wel effect, is Frans van mening. ‘Je merkt het in het werken met het nieuwe EPD. Daar popt dan weer die vraag op en dan weer dat bolletje. Met een heel consequente vraagstelling: wilt u doorgaan? stoppen? naar een ander zorgpad? Die strakheid in vorm houdt je steeds bij de les en geeft beweging in ons denken.’

Mirjam benadrukt de relatie tussen vorm en inhoud: ‘We hanteren een meer uitgesproken vorm juist ook om de inhoud te versterken. Daar hoort bij dat we in specialistische teams werken en dat we nu opleidingstrajecten in gang hebben gezet om ontbrekende deskundigheid aan te vullen. Het draait echt om de kwaliteit van de behandeling.’

VoortrekkerDe teams hebben de afgelopen maanden in hoog tempo allerlei veranderingen in hun werkwijze moeten aanbrengen. ‘Het was wel bijzonder dat je als programmaspecialist in datzelfde tempo mee moest. Dan zat men jou ademloos aan te kijken, terwijl je zelf soms nog maar amper wist hoe het allemaal zat’, geeft Frans aan. Er was bij de invoering zeker wel het nodige geknarsetand, beamen de programmaspecialisten. Rond zorglogistieke zaken die nog niet op orde waren, maar ook over de plek van bepaalde disciplines in de zorgpaden. ‘Zeker voor SPV’en was het wel slikken om te zien dat ze in deze twee programma’s een kleiner aandeel hebben’, verwoordt Frans. ‘Ik verwacht overigens dat in andere programma’s juist wel een uitgesproken rol voor de SPV’er zal zijn weggelegd.’

adviezenGevraagd naar een advies aan alle teams die binnenkort met zorgprogrammering van start gaan, is Mirjams antwoord: ‘Doe het stapsgewijs en neem de tijd om het als team echt goed met elkaar door te spreken.’ Ellen Swart geeft kort maar krachtig aan: ‘Volhouden en doorbijten!’ Henk zijn insteek is: ‘Laat je de kop niet gek maken. Met zorgprogramma’s valt op zich goed te werken, maar hou ’t gezond verstand er ook gewoon bij om te zien wat het beste voor de patiënt is.’ Frans wil wel enigszins meegaan in de relativering die Henk bij zorgprogrammering aanbrengt, maar waarschuwt ook: ‘Als we maar niet terugvallen in het oude patroon dat ieder ’t weer op zijn eigen wijze doet. Het staat of valt ermee dat we ons houden aan de afgesproken werkwijze!’

In 2010 is erg veel tijd en energie

gestopt in het beschrijven

en implementeren van

zorgprogramma’s. De programma’s

van Angst- en Stemmingsstoornissen

gingen van start. Die van

ontwikkelingsstoornissen,

traumagerelateerde stoornissen,

persoonlijkheidsstoornissen,

psychose en herstel, neuropsychiatrie,

Kinnik, ouderenpsychiatrie,

ziekenhuispsychiatrie, forensische

psychiatrie, eetstoornissen en

seksuele problemen zijn geschreven

en zullen in 2011 losgaan. Maar

waarom doen we dat nou eigenlijk:

werken vanuit zorgprogramma’s?

12 13

Page 8: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

Juist deze duidelijkheid maakt dat de patiënt gemotiveerder aan een behandeling start. In het verleden werd de geestelijke gezondheidszorg nogal eens vergeleken met een ‘black box’. Je wist als patiënt niet precies wat je te wachten stond en hoe lang de behandeling zou gaan duren. Dat is niet prettig. De stap om psychische hulp te zoeken is vaak al groot. Als je dan ook nog eens niet weet wat de instelling precies gaat doen, zal de drempel nog hoger worden. Zorgprogrammering draagt dan ook bij aan het toegankelijker maken van zorg.

...voor de professionalNiet alleen de patiënt heeft voordeel van de zorgprogrammering. De behandelaar weet als hij werkt vanuit een up to date zorgprogramma zeker dat hij behandeling biedt volgens de meest recente wetenschappelijke inzichten. Hij kan zowel zichzelf als zijn patiënt daarom voorhouden dat de behandeling kwalitatief goed is. Bovendien bieden de beslisbomen in de zorgprogramma’s goede houvast om systematisch te werken. Als je als professional vasthoudt aan de zorgpaden weet je zeker dat je op gezette tijden evalueert en kun je monitoren of de behandeling die je biedt voor elke individuele patiënt aanslaat. Daarmee stuur je hem niet naar huis als het probleem nog niet is opgelost en dat voorkomt op de lange termijn terugvallen.

Uiteindelijk moet zorgprogrammering leiden tot goede, kwalitatieve, efficiënte behandelingen. Doordat de patiënt van tevoren weet wanneer hij verwacht wordt, zullen behandelaren met minder no-shows geconfronteerd worden. De vaart blijft daarmee in de behandelingen en dat is weer gunstig voor het uiteindelijke resultaat. Elke professional hoeft zich minder bezig te houden met de randvoorwaarden. Het inplannen van afspraken en andere randvoorwaarden wordt gedaan. Daarmee blijft meer tijd over voor de behandeling zelf en het beantwoorden van vragen van collega’s en verwijzers.

Maar er is nog een ander belangrijk voordeel. Met zorgprogrammering kun je als behandelaar specialiseren. Je bent de professional op jouw expertisegebied en dat is leuk. Dat zorgt er namelijk voor dat je, wanneer een arts consultatie van je vraagt, goed beslagen ten ijs komt.

Ook biedt zorgprogrammering meer ruimte voor wetenschappelijk onderzoek. Uit de evaluaties blijkt bijvoorbeeld direct of een behandeling aanslaat en daaraan zijn dan ook conclusies te verbinden.

…voor de organisatieLange tijd stonden inhoud van de zorg los van de financiën. Bijna vanzelfsprekend trok de zorgverzekeraar de portemonnee en betaalde de kosten die GGZ Friesland, lange tijd monopolist, declareerde. Anno 2011 kan dat niet meer. De zorgverzekeraar wil precies weten welke zorg we verlenen en wat dat kost en pas bij het juist registreren van de zorg die we leveren, komen ze met een vergoeding over de brug. Dit betekent dat de duidelijkheid en transparantie gewoonweg noodzakelijk is voor GGZ Friesland als organisatie.

Zorgprogrammering draagt hieraan bij. Het biedt inzicht in het gehele zorgaanbod dat GGZ Friesland biedt. Dat maakt het gemakkelijker om in te schatten waar bijvoorbeeld extra personeel naartoe moet, hoe de financiële middelen verdeeld kunnen worden en hoe het aanbod zich verhoudt met de klachten van de inwoners van Friesland. Als de zorgprogrammering volledig draait, zorgt dit voor een efficiencyslag.

Maar ook naar ketenpartners en verwijzers toe is de zorgprogrammering erg praktisch. Nu al zeggen verwijzers dat ze het gevoel hebben dat er hard gewerkt wordt bij GGZ Friesland en dat er een frisse wind waait. Als we het komende jaar al onze zorgprogrammering geïmplementeerd hebben, kunnen we het resultaat daarvan letterlijk laten zien. In gesprekken kunnen we aangeven welke behandelmodules we bieden voor mensen met psychische stoornissen en daarmee etaleren we wat we voor ze kunnen betekenen.

Haal het beste uit uw levenVan al deze factoren blijft het uiteindelijke behandelresultaat het belangrijkste. Zorgprogrammering schept de mogelijkheden om vanuit de expertise van de vele professionals binnen GGZ Friesland de patiënt beter te maken of te begeleiden bij het omgaan met blijvende psychische klachten. Zorgprogrammering brengt de inhoud en de bedrijfsvoering samen. Het helpt alle medewerkers van GGZ Friesland door samen te werken met resultaat het beste uit het leven van de patiënt te halen.

TaskFORCE ZORGPROGRaMMERInG

Halverwege de zomer heeft de Raad van Bestuur besloten om een taskforce zorgprogrammering in te stellen om de implementatie van de zorgprogramma’s te bespoedigen. Met name de programma’s Angst en Stemming, die in de implementatiefase zaten, waren in het begin onderwerp van aandacht voor de taskforce. De grootste knelpunten in de implementatie waren:- Gebrek aan stuurinformatie- Centrale agendaplanning- Voldoende en juiste expertisemix in de

organisatie- Cultuur en opleidingen

Op alle knelpunten is inmiddels in meer of mindere mate vooruitgang geboekt. Zo is inzichtelijk gemaakt in hoeverre er door de behandelaren al met de zorgprogramma’s gewerkt wordt. Hieruit blijkt dat voor ongeveer één derde van alle patiënten die zijn door verwezen naar de zorgprogramma’s Angst en Stemming een beslisboom is ingevuld. Deze informatie is van essentieel belang voor de implementatie. Weten waar het goed gaat en waar er bijgestuurd moet worden.

Het invoeren van zorgprogrammering is vooral het invoeren van een zeer verfijnde zorglogistiek. Op de locaties waar dit een knelpunt is, komt de implementatie al snel in een impasse terecht. Dit proces verdient dan ook blijvende aandacht. De taskforce heeft hiervoor dit jaar een speciaal traject ingericht om de locaties zo goed mogelijk te ondersteunen. Het helpen inrichten van de systemen, het werken met basisagenda’s en het verzorgen van opleidingen zijn hiervan een paar voorbeelden.

Het implementeren van de zorgprogramma’s Angst en Stemming versie 2.0 zal gepaard gaan met de nodige opleidingen. Het werken met het EPD binnen de zorgprogrammering, de nieuwe beslisbomen en de bijbehorende processen krijgen de nodige aandacht.

Met deze inspanningen proberen we ervoor te zorgen dat alle behandelaren dit jaar volledig met de zorgprogramma’s gaan werken.

De andere zorgprogramma’s die ontwikkeld en geaccordeerd zijn in de programmaraad zullen ook dit jaar worden geïmplementeerd. Hiervoor is door de taskforce een handleiding implementatie geschreven waarin de stappen staan beschreven om de implementatie tot een succes te maken. Er is nog veel werk aan de winkel, maar eind 2011 hebben we als het goed is alle programma’s draaiend.

Taskforce ZorgprogrammeringDouwe Schuhmacher14 15

Page 9: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

‘WaT MIsT In HET ZORGPaD MaTIGE DEPREssIE?’ Een heidag over de beslisbomen van de ouderenpsychiatrie

Glibberend over besneeuwde wegen trekken begin december een tiental

medewerkers van de ouderenpsychiatrie naar Wilhelminaoord in Sint

Nicolaasga. De hele dag staat in het teken van één van de zorgprogramma’s

van ouderen, namelijk stemmingsstoornissen. Met een kritische blik

gaan zij de opgestelde beslisbomen onder de loep nemen. De kou buiten

staat in schril contrast met de warmte in de vergaderruimte. Want zo’n

zorgprogramma doornemen is hard werken.

De tafels in de vergaderzaal staan in een grote u-vorm. De aan - wezigen hebben stuk voor stuk het concept zorgprogramma voor zich liggen. Het projectiescherm hangt nog omlaag. Daarop is even daarvoor gepresenteerd hoe de eerste opzet van het programma eruitziet. De rest van de dag wordt gesproken over verantwoordelijkheden, volledigheid, vraag en aanbod, het loslaten van de leeftijdsgrens en wat in de beslisbomen anders zou moeten.

Wanneer naar Ouderen?Eerste vraag bij het opstellen van een zorgprogramma is altijd: voor welke doelgroep is dit programma bedoeld? Bij Ouderen behoeft dit zeker bespreking want – zo maakte programmadirecteur Harry Venema aan de start van de dag gelijk duidelijk – het bestaande leeftijdscriterium van 65 jaar komt te vervallen. ‘Zo’n leeftijdsgrens is te willekeurig, zeker nu de levensduur toeneemt’, licht Harry toe. ‘We willen toe naar een toewijzing op basis van problematiek, dan komt de inhoud van ons specialisme ook veel beter tot zijn recht.’

Maar wanneer moet een oudere patiënt met stemmings klachten dan naar Ouderen en niet naar Volwassenen? Een paar criteria zijn zo te noemen: somatische klachten, levensfaseproblematiek en verlies van mobiliteit. Maar hoe omschrijf je die nu zo eenduidig dat bij de voordeur gelijk een goede schifting is te maken? Het begrip ‘frailty’, of te wel kwetsbaarheid van de patiënt, biedt misschien uitkomst waarvoor ook een passend screeningsinstrument beschikbaar is.

Daarmee is de eerste beslisboom afgehandeld. ‘Maar’, zo stelt Katja Westra, beleidsmedewerker en betrokken bij veel zorgprogramma’s,‘Hoe zorg je ervoor dat een patiënt in het juiste zorgpad terechtkomt?’ Daarvoor zal dan eerst nog moeten worden bepaald om welke stoornis het gaat. Dat is bij ouderen in de regel nog best een puzzel, omdat symptomen vaak verscholen gaan achter comorbide problematiek. De intake moet dus beslist zorgvuldig gebeuren, is al gauw een gedeeld standpunt.

Maar hoe verloopt die dan precies? Nieuw is de rol van de programmaspecialist in de pre-intake: deze wordt verantwoordelijk voor toewijzing van de aanmelding aan een intaker. Die intaker moet thuis zijn in verschillende zorgprogramma’s en de bijhorende beslisbomen. ‘Bij twijfel is deze opzet misschien onvoldoende’, oppert iemand in de groep. ‘De problemen bij ouderen zijn soms complex en overlappen de verschillende zorgprogramma’s. Wat doen we dan?’. Na kort beraad komt er een oplossing. De intaker kan altijd de programmaspecialist vragen om mee te kijken, bijvoorbeeld als sprake is van comorbiditeit en onduidelijk is welk probleem prioriteit heeft.

Verschillende modulesMaar met een eerste diagnose van de stoornis is een behandeling nog niet rond. Een beslisboom moet alle overwegingen bevatten om tot het juiste zorgpad te komen. En dus is dat het volgende onderwerp op de agenda. Nynke Dijkema, psychiater en schrijfster van het zorgprogramma, neemt het voortouw: ‘Bij alle klachten in

het zorgprogramma is psycho-educatie de eerste stap. Hiermee kunnen we ouderen hun klachten doen inzien en dat maakt dat ze gemotiveerder aan de vervolgbehandeling beginnen.’ Anderen zijn het daar snel mee eens.

Tijdens de psycho-educatie wordt bij een matige depressie gekeken of mensen daarna in een groep behandeld kunnen worden. ‘Want’, zo meent Harry, ‘groepsbehandeling heeft de voorkeur. Patiënten hebben veel baat bij lotgenotencontact. Maar met welke modules vullen we die voorkeursbehandeling nog aan? En welke zorgpaden willen we dan nog meer voor een matige depressie?’

Daarover zijn de meningen verdeeld. Truus Dijkstra, GZ-psycholoog, is kritisch: ‘We moeten toch kijken naar mogelijkheden om de zeer gewaardeerde huisbezoeken in te plannen. De thuissituatie kan belangrijke aanknopingspunten bieden.’ Ook Akke Postma, activiteitenbegeleidster, heeft een aanvulling: ‘Welke plek is er gereserveerd voor reactivering en daginvulling? Door dingen te doen gaan mensen zich vaak beter voelen.’

Een boeiende discussie breekt los. Opvallend is dat elke aanwezige zijn of haar zegje doet. Niemand is dicterend en er wordt naar elkaar geluisterd. Uiteindelijk wordt besloten om pas huisbezoeken te doen als iemand bijvoorbeeld slecht ter been is en daardoor niet in staat om naar een poliklinische locatie te komen en als blijkt dat doelen van de gestarte groepsbehandeling niet bereikt worden. Als het lichamelijk juist goed gaat, wordt de patiënt gemotiveerd om te reactiveren, bijvoorbeeld in een module ‘ bewegen’ of ‘op zoek naar zin’.

Blokje voor blokjeOp vergelijkbare wijze zijn de medewerkers van de ouderenpsychiatrie blokje voor blokje de modules van de andere zorgpaden langsgegaan. Daarbij stond steeds de vraag centraal welke modules zijn nu in het zorgpad opgenomen? Is dat de beste manier om iemand te helpen en wat is er eventueel aan verdere ondersteuning nog niet opgenomen? Maar er is ook gekeken naar verantwoordelijkheden en hoe bepaald moet worden in welk zorgpad iemand thuishoort en welke modules vast zijn en welke facultatief.

Een belangrijk gesprekspunt was ook de vraag hoe je bepaalt in welke setting een patiënt het beste behandeld kan worden. Bij de keuze voor polikliniek, dagbehandeling of kliniek hebben niet alleen de psychische klachten invloed. Deze keuze hangt vooral af van het sociale vangnet, de dagstructuur die iemand heeft en andere psychosociale factoren. Het uiteindelijke zorgprogramma laat ongetwijfeld zien hoe deze beslissingen zijn ingepast.

Aan het eind van de dag is de conclusie van de deelnemers dat het heel inspirerend is om zo nauwgezet met elkaar door te nemen wat de meest gewenste behandeling is. ‘Dit gaat echt over de kern van onze professie’, is het algemene gevoel. Het werk zit er nog niet op. De hoofdlijn van het zorgprogramma ligt er nu wel, maar er zijn nog veel details die om invulling vragen. Het huiswerk is snel verdeeld.

16 17

Page 10: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

De voortgang van de diverse zorgprogramma’s

De vele uren die in de

zorgprogrammering gestoken

worden laten zien dat hiermee

titanenwerk verzet wordt. Een

proces gekenmerkt door overleggen,

schrijven, bijstellen, voorleggen

aan de programmaraad en opnieuw

bijstellen tot een uitgebreid

behandelaanbod is beschreven.

Maar hoe ver zijn de verschillende

zorgprogramma’s gevorderd?

Negen zorg ­programma’s van Kinnik

Met zorgprogrammering wil GGZ Friesland een aanbod bieden van 0 tot 100 jaar. Daarbij is het belangrijk dat de zorg van Kinnik kind en jeugd GGZ goed aansluit op die van Volwassenen. Zodat jongvolwassenen, als dat nodig zou zijn, door kunnen stromen of jongvolwassenen beter bij Kinnik behandeld kunnen worden. Om dat te bewerkstelligen zijn binnen Kinnik negen zorgprogramma’s beschreven, onder andere voor stemmingsstoornissen, angststoornissen, ADHD en Autisme Spectrum Stoornissen.

In de programmaraad van 13 december 2010 zijn deze programma’s voor -gelegd. Ze zullen op een aantal kleine punten aangepast worden en daarna worden doorgerekend. Marike Lubbert, directeur behandelzaken bij Kinnik, schat in dat 80% van de psychiatrische problemen die bij kinderen of jongeren spelen, in een van de zorgprogramma’s onder te brengen is. De overige 20% vallen straks in het zorgprogramma ziekenhuispsychiatrie, neuropsychiatrie of het zorgprogramma ‘overig’ dat nog beschreven moet worden. De komende tijd worden medewerkers binnen Kinnik stapsgewijs over de zorgprogramma’s geinformeerd en waar nodig geschoold.

Domy van der Werf vertelt dat hij bezig

is de laatste hand te leggen aan het

zorgprogramma Forensische Psychiatrie.

Hij is een aantal punten nog iets aan het

bijstellen. Deze aanpassingen zijn onder

andere voortgekomen uit opmerkingen van

de programmaraad, waaraan het programma

werd voorgelegd. De komende tijd wordt in

eerste instantie het zorgaanbod van de Polikliniek Forensische Psychiatrie

verder geïmplementeerd. De behandeling in de kliniek FPA verloopt al

grotendeels volgens het zorgprogramma en de verdere implementatie

volgt spoedig.

Daarnaast is er voor sommige modules uit het zorgprogramma nog extra

tijd en aandacht nodig om deze te gaan realiseren. Het aanbod voor

justitiabelen met een laag IQ, zoals non-verbale therapieën en psycho-

educatie over verslaving, is nog nader in ontwikkeling. Dat geldt ook voor

scholing van medewerkers. Er is een jaaropleidingsplan gemaakt om dat

te realiseren. Deze gaat in 2011 uitgevoerd worden.

De komende maanden staan verder in het teken van samenwerking.

Domy vertelt daarover: ‘Het is voor ons belangrijk nauwe banden

te hebben met de zorgprogramma’s psychose en rehabilitatie,

persoonlijkheidsstoornissen, ASS en ADHD. Als de taak van de Forensische

Psychiatrie erop zit, dan kunnen patiënten baat hebben bij een plek in één

van die programma’s. De doorstroming wordt nu al vanaf binnenkomst

bij Forensische Psychiatrie actief opgepakt. Samen werken we toe naar

meer transparantie en efficiëntie.’

Forensische psychiatrie

Net als de andere zorgprogramma’s is het programma voor spoedeisende psychiatrie volledig beschreven. Dit is geaccordeerd door de programmaraad en op intranet te vinden. Staaf Staverman, programmadirecteur, is erg tevreden over de voortgang de afgelopen maanden. ‘Een goed stel medewerkers heeft veel input geleverd en geschreven.’

Vanaf april wordt volgens de planning begonnen met de implementatie van het zorgprogramma dat uit drie hoofdlijnen bestaat. Een deel van het zorgprogramma beschrijft het behandelprogramma rond de opnamebedden. Een ander deel van de spoedeisende psychiatrie draait om de dagbehandeling. Daarin is weer onderscheid gemaakt tussen kortdurende dagbehandeling,

tot maximaal zes weken, en langere dagbehandeling.

Het derde onderdeel beslaat de beschrijving van de hulp aan patiënten die in een directe crisis belanden. Daarin is verwerkt dat het ACT-team en SPITS en de huidige crisisdienst één GGZ Friesland Spoed gaan vormen, die zowel binnen als buiten kantoortijden de crisissen op zich neemt. ‘Er moet voordat het zover is vanzelfsprekend nog gekeken worden naar de samenstelling van het team en de opleiding. Maar als dat geregeld is, komen crisissen binnen GGZ Friesland altijd via het nieuwe GGZ Friesland Spoed binnen. We hopen mensen zo snel mogelijk adequaat en met zo weinig mogelijk klinische middelen te helpen.’

spoedeisende psychiatrie

Het zorgprogramma persoonlijkheidsstoornissen is vers van de pers, geaccordeerd door de programmaraad en wordt op dit moment binnen de teams uitgedeeld.Nicolaas Balk, programmaspecialist van het zorgprogramma persoonlijkheidstoornissen vindt het fantastisch om met de zorgprogramma’s te gaan werken. ‘Het komt de zorg ten goede dat we ons gaan specialiseren. Er ligt nu een duidelijk, transparant en evidence based zorgprogramma klaar dat doorgerekend en geïmplementeerd kan gaan worden.’

Nicolaas:’Persoonlijkheidsstoornissen zijn goed te behandelen. Hier dacht men een aantal jaren geleden anders over. Vroeger werd er onderwezen dat een persoonlijkheidsstoornis niet te behandelen was. De behandelingen die werden gegeven waren gericht op stabiliseren en duurden vaak lang omdat ze uitgevoerd werden door onvoldoende geschoold personeel. Inmiddels weten we dat er meer mogelijk is.

Er is twee jaar geleden een nieuwe landelijke richtlijn uitgekomen. Hieruit blijkt dat psychotherapie met de juiste intensiteit en deskundigheid bewezen effectief is en dit wel degelijk mensen met een persoonlijkheidsstoornis kan helpen. Deze richtlijn diende als basis voor het nieuwe zorgprogramma.’

De implementatie van het zorgprogramma zal niet geheel zonder slag of stoot gaan. Nicolaas: ‘De zorg die nu gegeven wordt, moet hervormd worden naar het nieuwe model. Dit vraagt om herschikking, herverdeling en deskundigheidsopbouw. We kunnen veel meer doen in het ambulante veld dan nu het geval is mist voldoende en bekwaam personeel daar wordt ingezet. Pas dan kunnen we de juiste zorg bieden die onze patiënten verdienen.’

Zorgprogramma persoonlijkheidsstoornissenMet de aanstelling van een nieuwe seksuoloog, Janneke van der Velde, krijgen de zorgprogramma’s van de Polikliniek Seksuologie snel gestalte. Irene van Beusekom, verantwoordelijk voor het zorgprogramma vertelt: ‘Zij heeft eerder zorgprogramma’s ontwikkeld voor seksuele problemen. Met ons team zijn we in januari daarom druk aan het schaven en schrijven aan de beslisbomen. Midden februari leggen we het zorgprogramma voor aan de programmaraad. Daarna volgt het aanpassen naar aanleiding van de opmerkingen van de programmaraad en de doorrekening.

In de zorgprogrammering wordt hoogstwaarschijnlijk onderscheid gemaakt tussen een steunend en inzichtgevend aanbod. Met steunend wordt psycho-educatie en coaching (advies en voorlichting) bedoeld. Terwijl inzicht gegeven wordt door middel van onder andere cognitieve therapie en sekstherapie. ‘Het grote voordeel is dat we al een consistent team hebben en dat we tijdens het ontwikkelen van de zorgpaden al het financiële plaatje proberen mee te nemen. Midden 2011 moeten de programma’s gaan draaien’, vertelt Irene.

Seksuologie

18 19

Page 11: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

Bij de invoering van zorgprogramma Angst en Stemming viel het met die personele verschuivingen wel mee. Vrijwel iedereen is geplaatst in het zorgprogramma van zijn of haar voorkeur. Nu zijn deze twee programma’s niet zonder meer maatgevend voor de andere programma’s. Veel hangt af van de vraag die bij elk zorgprogramma aan de orde is: welke zorgpaden willen we waar in de provincie bieden?

Daarbij spelen overwegingen als ‘welke behandeling moet gemakkelijk toegankelijk zijn?’, ‘voor welke specialistische zorgpaden kunnen patiënten wel reizen?’ en ‘wat is de minimum omvang van een team?’ Zijn die vragen beantwoord dan kan de teamindeling van het zorgprogramma worden bepaald. Is één provinciaal team gewenst (misschien met spreekuur in de regio)? Of moet er in elke regio een team voor dat zorgprogramma zijn? Omvang van de patiëntenpopulatie speelt daarbij natuurlijk ook een rol,

evenals de gewenste samenwerking tussen dagbehandeling en ambulant..

Gewenste teamsamenstellingMomenteel zitten we nog midden in dat proces van afwegingen. Zoals het nu lijkt zullen er voor de zorgprogramma’s van psychosen en rehabilitatie en voor Persoonlijkheidstoornissen wel de nodige wijzigingen in de teamindeling gaan optreden. Hoe groot die zullen zijn, is pas te bepalen als de programma’s precies zijn doorgerekend op de benodigde personele bezetting en de gewenste disciplines.

Ook bij andere programma’s kunnen kleine verschuivingen tussen teams aan de orde zijn. Een bepaalde discipline – nodig voor de zorgpaden – kan in het ene team ondervertegenwoordigd zijn, terwijl er in een ander team teveel van die formatie is. Over de provincie gerekend gaat het niet om grote aantallen, maar voor een team kan een wijziging met één of twee formatieplaatsen toch wel het nodige betekenen.

Dit is de consequentie van dat we de patiënt centraal stellen: om die goed van dienst te zijn, zullen wíj moeten bewegen. Natuurlijk gaan we daarbij zorgvuldig met onze medewerkers om. Zo werken we in principe met zogenaamde volgfuncties (iemand krijgt een aanstelling bij een bepaald zorgprogramma die aansluit op de huidige functie). Verder wordt op basis van belangstellingsregistratie geïnventariseerd waar de voorkeur van de medewerker naar uitgaat. Bij plaatsing zal hier zoveel mogelijk rekening mee worden gehouden.

De planning is dat uiterlijk per 1 juni 2011 duidelijk is welke zorgpaden waar en met welke disciplinemix aangeboden worden. En dat voor de zomervakantie helder is hoe de teams bezet worden.

Column: Irene Barends

regiomanager en lid van de stuurgroep zorgprogrammering

Wat gaat zorgprogrammering voor medewerkers betekenen?

Met de schrik van de herinrichting in 2009

nog in de benen, vragen veel medewerkers

zich af wat zorgprogrammering voor personele

gevolgen zal hebben. Wordt dit weer zo’n grote

operatie met tig overplaatsingen?

Angst en Stemming 2.0Terwijl het in de beleving misschien zo lijkt dat we nog maar net met de zorgprogramma's Angst en Stemming van start zijn gegaan, is er al bijna een versie 2.0 klaar. Voortschrijdend inzicht en aanpassingen maken het zorgprogramma up to date. Opmerkingen van medewerkers zijn daar in meegenomen. Er komt bijvoorbeeld een kort zorgpad van 8 sessies dat in kan worden gezet als vervolg op het zorgpad individuele cognitieve gedragstherapie van zestien sessies. Soms is een patiënt wel enigszins opgeknapt, maar heeft hij nog enige behandeling nodig. Dan kan dit zorgpad uitkomst bieden. Voordat een patiënt start met groepsbehandeling kan hij terecht bij een behandelaar voor een kort individueel startgesprek. Ook is het aantal contacten rond farmacotherapie teruggebracht. Daarbij is een begeleidingsaanbod voor mensen met een chronische depressie of chronische angststoornis in de maak.Begin 2011 worden de wijzigingen en aanvullingen ingevoerd. Een nieuwe planningstool helpt daarbij. De programmadirectie komt bij elk team uitleg geven. 'Groot verschil met de eerste presentatie van het zorgprogramma begin dit jaar is dat we nu niet meer ‘droogzwemmen', maar de wijzigingen kunnen beoordelen op grond van de praktijkervaring die we al hebben opgedaan', legt Sybolt Okke de Vries, programmadirecteur via intranet uit.

Zorgprogramma psychosen en rehabilitatieSinds de start van de zorgprogramma’s spraken we over het zorgprogramma SMI dat de zorg beschrijft aan patiënten met chronische, vaak ernstige problematiek. Tijdens het schrijven van dit artikel is voor duidelijk geworden dat deze naam gaat veranderen in het zorgprogramma psychosen en rehabilitatie. De afgelopen tijd hebben Lex Wunderink en Nynke Boonstra, samen met Daniël van Dijk het conceptplan van Haye bij de Weg afgerond. De implementatie start in het voorjaar. Zoals de programmanaam al doet vermoeden, richt het zorgprogramma zich aan de ene kant op het behandelen en voorkomen van psychosen. Er is de afgelopen jaren veel meer zicht gekomen op het beïnvloeden van de prognose bij een psychose. Hierin speelt het VIP-team een belangrijke rol. Daarnaast staat in het zorgprogramma beschreven hoe een psychose gestabiliseerd en vervolgens behandeld kan worden. Aan de andere kant is natuurlijk aandacht voor de patiëntengroep die door een langdurig psychiatrisch probleem beperkingen ervaart in de samenleving. GGZ Friesland biedt de zorg voor deze doelgroep ‘stepped care’. De hulp wordt zoveel mogelijk vanuit ambulant geboden. Als het nodig is komt daar extra begeleiding bij van bijvoorbeeld het ACT-team of vanuit een woonvorm. Naast patiënten met een psychotische stoornis kunnen in de fase van herstel patiënten instromen vanuit de andere zorgprogramma’s die functionele beperkingen hebben op ten minste 2 levensdomeinen.

Regulier ambulant

Preventie (VIPP VIP

aCT

structurerende deeltijdbehandeling klinische opname

VIP

aCT

R&R ambulant

aCT

Woon-arrangementen

VerhoogdRisico

Recent begin stabilisatie Herstel

Intensief ambulant (aCT)

20 21

Page 12: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

Vier tot vijf jaar geleden werd binnen GGZ Drenthe voor het eerst over zorgprogrammering gesproken. Het idee was om binnen de verschillende divisies kritisch te kijken naar de behandelingen en hoe die beter konden worden. Uiteindelijk bleek deze decentrale aanpak toch wel erg ingewikkeld. Twee jaar geleden werd daarom besloten centraal zorgprogramma’s te ontwikkelen en vervolgens in 2010 deze binnen de divisies te implementeren. Sinds juli 2009 is hiervoor een project opgezet.

Op dit moment zijn de zorgprogramma’s Angst en Stemming ontwikkeld, evenals een programma voor psychiatrische zorg aan verstandelijk gehandicapten. Het programma voor psychotische stoornissen is bijna gereed. Aan de overige programma’s wordt hard gewerkt. De divisies zijn verantwoordelijk voor de implementatie van de programma’s. Daarbij speelt nog steeds de centrale aansturing een rol. Dit schetst dat zorgprogrammering, net als binnen GGZ Friesland, een ingewikkelde operatie is.

Pakt GGZ Drenthe zorgprogrammering anders aan?

Twee organisaties met één missie

Dat het uitwerken en de implementatie van zorgprogrammering een grote klus is, beamen

Jaap Last, projectleider zorgprogrammering, en Willeke van der Plas, divisiedirecteur

behandelzaken. Allebei werken ze bij GGZ Drenthe en vinden zorgprogrammering

belangrijk, omdat daarmee de bedrijfsvoering en de zorg meer op elkaar aan gaan sluiten.

Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen GGZ Friesland en GGZ Drenthe?

PresentatieWaarom zorgprogrammering onmisbaar is, kan Jaap door de presentatie, die hij al aan meer dan vijftig afdelingen gaf, bijna dromen. De redenen, die in heel Nederland bij verschillende ggz-instellingen naar voren komen, beschrijven een kwaliteitsslag door te werken volgens wetenschappelijk getoetste landelijke richtlijnen. Maar ook een beter inzicht in de zorg voor zowel patiënten, verwijzers als de zorgverzekeraar. Daarnaast draagt zorgprogrammering bij aan de logistiek van behandelingen en de beoordeling of deze financieel uit kunnen.

‘Juist het financiële plaatje krijgt, in tegenstelling tot bij GGZ Friesland, bij het informeren van de afdelingen veel aandacht’, vertelt Jaap. ‘We hebben een rekenmodel gemaakt, waarmee we iedere afdeling kunnen laten zien of een behandeling uit kan. Stel dat een behandeling te duur is, dan kunnen we met dat model kijken hoe deze rendabeler kan worden. We zetten de inkomsten uit DBC’s en zorgzwaartepakketten af tegen de kosten. Een groot voordeel daarvan is dat de eigen werkprocessen daarmee door middel van zorgprogrammering flink verbeterd kunnen worden.’

BehandelingenOok Willeke vindt het belangrijk naar de efficiëntie van behandelingen te kijken, maar benadrukt dat het vooral belangrijk is kwaliteit te winnen: ‘Voorheen was de GGZ vaak een black box. De patiënt en verwijzer wisten niet goed wat ze van een behandeling konden verwachten. Met de zorgprogrammering beschrijven we beter de verantwoordelijkheden, dus welke discipline wat doet. Ook definiëren we wat de behandeling op moet leveren en meten met Routine Outcome Monitoring of de patiënt opknapt.'

In Hoogeveen heeft GGZ Drenthe een pilotonderzoek gedaan naar deze nieuwe manier van werken. Daaruit kwamen opvallende resultaten naar voren. Willeke: ‘Van tevoren waren medewerkers sceptisch. Ze meenden bijvoorbeeld dat de ingekorte gesprekstijden niet toereikend waren. Achteraf hoorde ik echter vaak dat het juist heel goed werkte. Patiënten kwamen actiever naar de behandeling toe, omdat ze wisten wat ze gingen doen. Het gesprek werd daardoor sneller concreet en dat kwam het behandelresultaat ten goede.'

ImplementatieJaap en Willeke zien dat er bij beide organisaties nog veel te doen is, maar bepaalde aandachtspunten verschillen. Jaap vertelt: ‘Wat sowieso anders is, is de organisatiestructuur. In Drenthe werken we nog vanuit verschillende regio’s, die wij divisies noemen. Dit is met de implementatie van de zorgprogrammering onhandig. We hebben namelijk geen programmadirecteuren, zoals bij jullie. Dat heeft ertoe geleid dat wij nu expertgroepen aan het samenstellen zijn, omdat er iemand verantwoordelijk moet zijn voor de inhoud van de zorgprogramma’s. Dat is ook voor een goede implementatie een voorwaarde. Hier is voor ons dus werk aan de winkel, terwijl die verantwoordelijkheid bij jullie geborgd zit in de matrixstructuur.’

‘Omdat die divisiestructuur al zo lang bestaat en de divisies behoorlijk zelfstandig opereren, zijn wij’, meent Willeke, ‘meer bezig met draagvlak creëren. Op verschillende plekken binnen de divisies moet straks geïmplementeerd worden en om een uniform aanbod te krijgen moeten de verschillende verantwoordelijken het belang en de inhoud van de zorgprogramma’s goed weten. Om de winst die we nu boeken vast te houden en de implementatie rond te krijgen, zijn dat grote aandachtspunten.’

Een ander belangrijk verschil is Aanmelding GGZ Friesland. GGZ Drenthe heeft nog geen centrale aanmelding en dat maakt de coördinatie en toewijzing van zorgprogramma’s en zorgpaden lastiger. ‘Ook op ICT-gebied liggen jullie voor. Zaken als agendaplanning en de inrichting van het EPD zijn bij jullie al verder gevorderd’, denkt Jaap.

OvereenkomstenHoewel de implementatie enigszins verschillend aangepakt wordt, is de indeling van de zorgprogramma’s voor het grootste deel gelijk. Ook in Drenthe zijn en worden programma’s ontwikkeld voor uiteenlopende stoornissen. Ook in deze aangrenzende provincie is geschaafd aan behandelmodules, zorgpaden en uiteindelijk gekozen voor de beste ‘evidence based’ behandelingen. De inhoud van de zorg zal voor de patiënt dus bij de meeste klachten hetzelfde uitpakken.

De komende periode zullen beide organisaties stap voor stap de zorgprogramma’s tot uitvoer brengen. Dit moet vervolgens resulteren in een prachtig, inzichtelijk behandelaanbod, waarbij elk type zorg goed geregistreerd wordt. Een aanbod waarbij bedrijfsvoering en zorg hand in hand gaan.

22 23

Page 13: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

naar 76% gaat. 'Maar’, zo nuanceert ze, ‘deze normtijden zijn op dit moment wel een lastig verhaal. Er lopen nog maar twee van de zes zorgprogramma’s en dat maakt de doorstroom lastig. Het komende jaar gaat daarom hard gewerkt worden om de behandelaar te faciliteren en informeren om die normtijden eerder mogelijk te maken.’

Sybolt Okke vult haar aan: ‘Ik denk dat we ook naar meer moeten kijken dan alleen productiviteit en normtijden. Het is belangrijk om aan de medewerkers te laten zien dat ook in andere kosten wordt gesneden. De winst zit niet alleen in de doorrekening van de zorgprogramma’s, en de inzet van disciplines, maar in het totaalplaatje. De centrale vraag daarbij is: wegen de totale organisatiekosten op tegen de opbrengst uit de behandelingen.’

komend jaarIn 2011 verwachten zowel Sybolt Okke als Wiekie een betere situatie. Elkaar aanvullend vertellen ze: ‘Tijdens de najaarsconferentie

is geld vrijgemaakt voor het implementeren van de zorgprogramma’s. Daarmee kunnen medewerkers getraind worden en geïnformeerd worden over hoe er met de zorgprogramma’s gewerkt gaat worden. Een goede ICT-ondersteuning is daarbij ook belangrijk. Goede informatie in het EPD, gemakkelijk vindbare beslisbomen en als het mogelijk is zelfs voor de behandelaren inzichtelijk maken van de productie zijn daar voorbeelden van.’

Pratend over de toekomst blijken de doelen van Wiekie en Sybolt Okke raakvlakken te hebben. Sybolt Okke vindt het logisch dat de kosten en de baten van een zorgprogramma in evenwicht zijn. Het is begrijpelijk dat de kosten binnen de organisatie betaald worden uit de opbrengsten. Wiekie weet dat een goede inrichting van de zorg en het faciliteren van het personeel bijdragen aan deze opbrengsten en dat dit uiteindelijk de inhoud van de zorg ten goede komt. Zowel de programmadirecteur als de regiomanager streven een kwaliteitsslag na. Zorgprogrammering kan bijdragen de

efficiëntie en de kwaliteit te verbeteren. Door wetenschappelijk getoetste behandelingen aan te bieden en tijdig te evalueren of de hulp aanslaat, zouden patiënten sneller op moeten knappen, wat weer ruimte biedt voor andere patiënten om in te stromen.

Als dit slaagt zijn alle partijen tevreden. ‘Psychiaters, psychologen en andere behandelaren willen hun patiënten helpen. Ze willen zien dat ze opknappen. Elke hulpverlener streeft na om kwaliteit te leveren in de behandeling. Dat zorgt voor voldoening’, meent Sybolt Okke. ‘En juist de transparantie en die kwaliteit van de zorgprogramma’s zorgt ervoor dat verwijzers en patiënten bij ons aankloppen. Het schept vertrouwen en dat hebben we als GGZ Friesland nodig om er in de toekomst voor onze patiënten te kunnen blijven zijn!’, aldus Wiekie.

Sybolt Okke, die al sinds zijn studie de wetenschap een warm hart toe draagt, is duidelijk over wat hij met zorgprogrammering wil bereiken: ‘Ik wil graag een volledig evidence based programma neerzetten. Waarin de hulp die we bieden systematisch is opgeschreven en rekening houdt met de verscheidenheid aan patiënten en hun klachten. Daarmee beogen we behandelingen efficiënter te laten verlopen en meer mensen van de zorg van GGZ Friesland te laten profiteren.’

De behandeling sluit dus naadloos aan bij de wensen en behoeften van de patiënt. Sybolt Okke weet dit nog te concretiseren: ‘Het is belangrijk om het tempo erin te houden als dat kan. Zodat iemand met lichte klachten zo snel mogelijk opknapt. Maar de behandeling moet wel zo lang zijn als nodig is. Als de problemen complex zijn kun en moet je daar de tijd voor nemen, omdat een patiënt sneller een terugval krijgt als je de behandeling te snel afsluit. Juist door doelmatiger hulp te verlenen bij lichtere klachten, kun je meer tijd nemen voor de complexe psychiatrie.’

Geoliede machineWiekie neemt het woord efficiëntie regelmatig in de mond. Zij ziet in de zorgprogrammering een kans om binnen de

regio Heerenveen een goed geoliede machine neer te zetten: ‘Daarbij vind ik het belangrijk dat de juiste mensen op de juiste plek zitten. Dus gespecialiseerde behandelaars die goede zorg verlenen en die kunnen bouwen op een goed samenspel tussen receptie, zorgadministratie en andere collega’s. Dit moet leiden tot tevreden patiënten en medewerkers.’

In 2010 waren de doelen van zowel Sybolt Okke als Wiekie nog moeilijk te realiseren. ‘We hadden afgelopen jaar te weinig financiële middelen om onze plannen uit te voeren. Om de specialisatie van het personeel en de formatie goed in te richten was extra geld nodig geweest. Daardoor kon ik bijvoorbeeld niet de extra psychiater aannemen die ik nodig had’, legt Sybolt Okke uit.

Wiekie herkent dat wel: ‘De kosten die we als regio maken, horen we te betalen uit de productie. Met de behandelaren willen we afspreken dat de patiëntgebonden tijd

DE BaLans TUssEn CIjFERs

En InHOUDTijdens de najaarsconferentie en andere vergaderingen zitten

Sybolt Okke de Vries, programmadirecteur voor Angst en Stemming en Wiekie Gorter, regiomanager in Heerenveen, regelmatig bij

elkaar aan tafel. In 2010 is hierbij vanzelfsprekend veel gepraat over zorgprogrammering. Welke belangen spelen er voor allebei en op

welke manier komen ze gezamenlijk tot een oplossing?

In gesprek met de programmadirecteur en de regiomanager

Voor goede zorgprogramma’s moeten efficiëntie en kwaliteit hand in hand gaan. Hoewel de programmadirecteur en regiomanager verschillende belangen hebben, ligt de oplossing in het midden. Het is als handje drukken, maar dan zonder een uiteindelijke winnaar.

24 25

Page 14: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

roepen te zijn in de woestijn’, meent Oetse. ‘Want de specialist is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg en wij als vakgroep kunnen daarom gevraagd of ongevraagd adviezen geven aan de Raad van Bestuur, programmaraad en andere specialisten over onder andere formatie, opleidingen, onderzoek en inhoud van de zorg.’ Om dergelijke adviezen te kunnen geven komen de vakgroep en de Raad van Bestuur op gezette tijden bij elkaar. Daarbuiten zien de drie verschillende specialismen, psychiaters, klinisch psychologen en verpleegkundig specialisten, elkaar afzonderlijk. Afgevaardigden van die drie groepen overleggen binnen de vakgroep specialisten. Op deze manier komt informatie uit alle geledingen bij de vakgroep terecht. Eerste stappenInmiddels heeft de vakgroep haar eerste adviezen gegeven en met resultaat. Mia de Wolf, klinisch psycholoog, vertelt daarover: ‘De specialistendag gaat bijvoorbeeld jaarlijks terugkomen. Tijdens zo’n dag staan we stil bij de ontwikkelingen en wat we daarvan vinden. Je kunt dan bij je collega’s toetsen of dat wat jou opvalt breed gedragen wordt. Als blijkt dat het een gemeenschappelijk probleem betreft zijn vervolgens de lijnen kort, omdat we als vakgroep dat weer elders onder de aandacht kunnen brengen.’ Specifiek had in 2010 vooral het tekort aan psychiaters, de werkbelasting en de scholing en toetsing van specialisten de aandacht. Mia: ‘De organisatie is gebaat bij professionele specialisten. In onze gesprekken hebben we bijvoorbeeld gepraat over hoe we aan nieuwe specialisten kunnen komen en hoe GGZ Friesland ervoor kan zorgen dat we ze vasthouden. We kunnen elkaar bijvoorbeeld meer aanspreken op wat we als professionals aan het doen zijn. Dit komt de kwaliteit ten goede en maakt je een betere hulpverlener. Met HR hebben daarom gesproken over formele manieren om elkaar van feedback te voorzien.’ Omdat de vakgroep specialisten net van start is, stond de eerste tijd voor een deel in het teken van inventariseren wat er leeft, leden zoeken voor het dagelijks bestuur en manieren vinden om

contact te houden met de achterban. Ineke de Jong, verpleegkundig specialist in Franeker, vertelt: ‘Natuurlijk spreek je je collega’s regelmatig en weet je daardoor goed wat er leeft. Maar het is zeker een voordeel dat veel van de mensen in de vakgroep ook participeren in andere werkgroepen, zoals de verpleegkundige adviesraad. Hoe meer inhoudelijke verbindingen hoe beter!’ Het jaar 2011Het komende jaar wil de vakgroep zichzelf verder gaan profileren. Oetse vertelt daarover: ‘In 2010 konden we bijvoorbeeld pas achteraf de jaarplannen bekijken. Het zou mooi zijn als we daar voortaan al van tevoren wat over kunnen zeggen. Dan kunnen we bijvoorbeeld adviseren op welke manier de doelen voor het jaar ook binnen de organisatie goed onder de aandacht gebracht kunnen worden. Ook kunnen we meekijken naar wat volgens ons de core-business van GGZ Friesland is, zoals de crisisdienst en de complexe problematiek. Daarmee kunnen we efficiëntie en kwaliteit hand in hand laten gaan.’ In dat kader houdt de vakgroep de zorgprogrammering dan ook nauwlettend in de gaten. Oetse, Mia en Ineke vertellen elkaar aanvullend: ‘Het is goed om zo effectief mogelijk te behandelen. Dat streeft elke specialist na. Het is goed dat we met zorgprogrammering transparanter gaan werken. De doelen die we stellen zijn wel heel ambitieus. Wij als vakgroep zullen zeker in de gaten houden of die doelen bereikt worden. Het idee achter zorgprogrammering is dat we door het grootste deel van de patiënten in een zorgpad te behandelen, meer tijd krijgen voor de complexe problemen. Of dat in de praktijk zo werkt zullen we zeker terugkoppelen.’ Het uiteindelijke doel en zeker een aandachtspunt voor 2011 is ertoe bij te dragen dat specialisten zich gehoord en goed voelen binnen de organisatie. Kunnen ze het werk dat ze doen behappen? Worden ze voldoende gefaciliteerd vanuit het management en vooral is er de ruimte om vanuit je professie te innoveren? Want vanuit onderzoek en innovatie kan GGZ Friesland de zorg verder verbeteren en dat maakt de organisatie aantrekkelijk voor de specialist.

Oetse Haagsma, psychiater binnen de kliniek in

het Jelgerhuis, verwoordt waarom een vakgroep

specialisten belangrijk is. ‘De specialisten

binnen GGZ Friesland hebben vaak ideeën over

hoe de zorg beter kan en signaleren problemen

op de afdelingen. Voorheen was onduidelijk hoe

ze deze zaken naar voren konden brengen. Wij

hebben gesprekken met de Raad van Bestuur

en kunnen daar adviezen geven die de zorg ten

goede komen.’

Het besef dat een dergelijke specialistengroep, bestaande uit psychiaters, klinisch psychologen en verpleegkundig specialisten, belangrijk is, bestond al langer. Maar deze lang bestaande wens werd tijdens de eerste specialistendag op 19 januari 2010 unaniem hardop uitgesproken. Tijdens die dag bespraken de specialisten hun verantwoordelijkheden, zoals beschreven in het professioneel statuut. Daaruit bleek dat ze gezamenlijk ervoeren dat ze vanuit een goed georganiseerd adviesorgaan het professioneel handelen binnen GGZ Friesland actief kunnen stimuleren. ‘Daardoor ontstaat meer cohesie tussen de specialisten en kunnen we ertoe bijdragen dat iemand met een goed idee of bij het signaleren van knelpunten niet het gevoel heeft aan het

De vakgroep specialisten signaleert en adviseert

Bewakers van de zorgkwaliteit

Vanaf linksonder met de klok mee: Mia de Wolf, Irene de Jong, Oetse Haagsma en Peter van Drunen

26 27

Page 15: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

aansturingOp bovenstaande vragen willen Ingrid en Irene de komende maanden antwoorden geven. ‘In nauw overleg met de programmaraad’, geeft Ingrid aan. ‘De eerste stappen om de aansturing weer meer helder te maken zijn gezet. Voor de verschillende zorgprogramma’s zijn in de regio’s aandachtsfunctionarissen aangewezen (zie kader). Zij zijn de voorlopers van de later aan te wijzen programmaspecialisten. Met inhoudelijke vragen kunnen medewerkers deze aandachtsfunctionarissen raadplegen.

De aandachtsfunctionarissen kwamen op 24 januari 2011 voor het eerst bij elkaar om over de implementatie van de zorgprogramma’s te gaan spreken. Ze hebben vooral gesproken over de middelen die nodig zijn om de zorgprogramma’s te ondersteunen. Daarbij valt te denken aan het juist inrichten van het EPD en het maken van behandelplangenerators. ‘Vanuit

de aandachtsfunctionarissen komen tijdens die bijeenkomst vast meer punten voor overleg”, meent Irene.

Teamsamenstelling Maar het allerbelangrijkste voor de medewerker is hoe de teams eruit komen te zien. ‘Helaas kan ik daar nu nog geen antwoord op geven’, geeft Ingrid aan. ‘Gegevens van de doorrekening, de zorgvraag in de provincie en een antwoord op de vraag of je van patiënten mag verwachten dat ze voor specifieke hulp mogen reizen, zijn voor het samenstellen van het team noodzakelijk. Het is de bedoeling dat de teamsamenstelling op 1 april bekend is.’

Ingrid en Irene geven aan dat ze beseffen dat 1 april nog wel even duurt. Tot die tijd willen ze niet achteroverleunen. ‘Er zijn genoeg brandjes te blussen. Daarvoor zoeken we kortetermijnoplossingen. Maar zodra de teams bekend zijn kunnen we echt gaan bouwen. Dan kunnen we scholingstrajecten starten om mensen klaar te stomen voor het werken met zorgprogrammering. Er is budget voor scholing vrijgemaakt en daaruit zullen in 2011 en 2012 opleidingen worden aangeboden.’

anders denken‘Wat me wel opvalt, is dat verschillende regio’s, de ‘wachttijd’ zeer verschillend hebben overbrugd. Sommige teams zijn nog hechter geworden, sommige zijn uiteengeslagen.’, vertelt Ingrid.

En juist dat moet komend jaar vooral veranderen. We moeten de ommezwaai maken van regionaal functionerende teams naar teams die gespecialiseerd zijn in een bepaalde stoornis en die provinciebreed met elkaar communiceren om de zorg die zij bieden inhoudelijk steeds sterker te maken. Zowel Ingrid als Irene meent dat daar wel de kracht ligt van zorgprogrammering: ‘Medewerkers zeggen vaak dat ze het toch goed deden. Maar dat goede was overal anders en straks bieden we overal het beste.’

‘De komende maand is er dus werk aan de winkel’, concludeert Ingrid. ‘Zodat we samen een goed product neerzetten en trots kunnen zijn op wat we doen. Het klinkt misschien gek, maar ik heb het idee dat we dat geloof in ons eigen kunnen soms kwijt zijn. Al rond de fusie met Lentis spraken we over onszelf alsof we het minder deden, terwijl dat volgens mij niet klopt. Wij stellen ons onterecht vaak bescheiden op en daar kan ik me wel eens over opwinden.’

aandachtsfunctionarissen

OntwikkelingsstoornissenJuco Wester (Sneek)Andre Tjaarda (Heerenveen)Frans Huitema (Drachten)Haye bij de Weg (Leeuwarden)

Traumagerelateerde stoornissenMia de Wolf (Leeuwarden)Elbert Jaap Schipper (Leeuwarden)

Persoonlijkheidsstoornissen2e lijns zorg Liesbeth Renckens (Sneek)Fred Hoebe (Sneek)Nu nog: Annemarie Booij (Heerenveen) (vacature)Nynke Zandstra (Drachten)Nicolaas Balk (Leeuwarden)Nicolien Fennema (Leeuwarden) Peter van Drunen (Leeuwarden)

3e lijns zorgJulie-Anne Arendsen-Hein (Leeuwarden)Marleen Wildschut (Leeuwarden)

seksuele stoornissenIrene van Beusekom

EetstoornissenEls Caneel

‘Omdat de implementatie van de Specifieke Zorgprogramma’s lang op zich laat wachten, weten teams die zich op deze zorg richten al heel lang niet waar ze aan toe zijn. Ook lijkt het alsof in die wachttijd een “bulldozer” door sommige teams heen is gereden. De samenhang is zoek, mensen weten niet goed waar ze met vragen terechtkunnen. In korte tijd is daar veel veranderd en daarmee zijn zekerheden van voorheen afgebroken. Wat mij raakte’, vertelt Ingrid hierover. ‘Is de grote behoefte van deze medewerkers aan duidelijkheid.

Irene legt verder uit: ‘Er is onzekerheid over de teamindeling en hoe het werk eruit gaat zien met zorgprogrammering. Behandelaren vragen zich hardop af of ze het voorheen dan altijd fout hebben gedaan en of datgene wat zij bieden in de zorgprogrammering nog wel terug gaat komen.’ Ingrid vult haar nog aan: ‘Sommige teams worstelen met hun identiteit. Wat mogen en zijn we straks nog, vragen ze zich af.’

De afgelopen maanden zijn Ingrid Overmeer, programma directeur Specifieke Zorg, en Irene van Beusekom, waarnemend directeur, door de provincie getrokken. Ze hebben kennisgemaakt met de verschillende teams en hun oor te luister gelegd op de afdelingen.

We Willen de medeWerkers meenemen in de zorgprogrammeringIngrid en Irene willen de zorgprogramma's veilig laten landen

28 29

Page 16: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

Stap 1 Vaststelling zorgprogramma’sEerste stap is dat elk zorgprogramma wordt goedgekeurd door de programmaraad. In het overzicht op de pagina hiernaast zie je voor welke programma’s dat al is gebeurd en voor welke dat op de planning staat.

Stap 2 DoorrekeningBehalve een inhoudelijke beoordeling is ook een financiële toets van belang. Vallen de kosten van de zorgpaden binnen de vergoeding die daar tegenover staat? Het is niet gezegd, dat een zorgpad nooit verliesgevend zou kunnen zijn – kwaliteit is immers de eerste overweging – maar voor het zorgprogramma in zijn geheel geldt wel dat het uit moet kunnen.

Stap 3 Wat komt waar?Vervolgens is aan de orde welke zorgpaden waar aangeboden zouden moeten worden. Gaat het om behandelvormen die gemakkelijk toegankelijk zouden moeten zijn? Of betreft het een specialistisch aanbod voor een betrekkelijk kleine groep patiënten?

Stap 4 TeamsamenstellingIs de vraag naar de gewenste spreiding beantwoord, dan kan de teamindeling van het zorgprogramma worden bepaald. Is één provinciaal team gewenst (misschien met spreekuur in de regio)? Of moet er in elke regio een team voor dat zorgprogramma zijn? Ook moet gekeken worden naar de samenstelling van het team: wat moet de omvang van de verschillende disciplines zijn?

Stap 5 Beslisbomen in EPDOm gemakkelijk met het zorgprogramma te kunnen werken is inbouwen daarvan in het EPD een voorwaarde. Het gaat dan vooral om de beslisboom die helpt om te bepalen in welk zorgpad de patiënt het beste geplaatst kan worden. Verder is er nog een zogenaamde behandelplangenerator, waarmee gemakkelijk een behandelplan kan worden opgesteld, passend bij dat zorgpad.

Stap 6WerkprocessenZorgprogrammering vraagt ook om een aanpassing van de werkprocessen. Om snelle doorlooptijden te realiseren, moet voor elke fase in het behandelproces precies helder zijn wie wat doet. Nieuw is de rol van het afsprakenbureau bij de agendaplanning, ook dat moet goed voorbereid zijn.

Stap 7scholingTeams moeten zich gedegen in de nieuwe zorgprogramma’s kunnen bekwamen, voordat het programma echt ‘live’ gaat. Dan gaat het niet alleen om de inhoud ervan, maar ook om principes er omheen, zoals een andere opzet van het behandeloverleg, evalueren op de uitzondering en ook het systematisch meten van het effect van de behandeling.

Stap 8I-teamsOm ervoor te zorgen dat op locatie ook echt alles tot in detail is voorbereid, gaan zogenaamde i-teams aan de slag. Voor de puntjes op de spreekwoordelijke ‘i’ dus. Het i-team bestaat uit de teammanager, de programmaspecialist, een medewerker van het afsprakenbureau, de regionale zorgadministrateur en nog een teamlid.

Dé stappen voor 2011:

op 1 oktober zijn alle zorgprogramma’s operationeel

VoorlichtingsbijeenkomstenDe komende maanden worden diverse voorlichtingsbijeenkomsten belegd om de nieuwe zorgprogramma’s toe te lichten. Ben je geïnteresseerd in een bepaald zorgprogramma en wil je weten wanneer daarover een bijeenkomst staat gepland, dan kun je contact opnemen met [email protected]. De voorlichtingsronde wordt later gevolgd door een scholingsprogramma per team, zodat alle medewerkers van een team goed voorbereid zijn op de nieuwe werkwijze.

Overzicht behorend bij stap 1

Vaststelling zorgprogramma’s In 2010 heeft de programmaraad de volgende zorgprogramma’s vastgesteld:- ontwikkelingsstoornissen- persoonlijkheidsstoornissen- traumagerelateerde stoornissen- forensische psychiatrie- spoedeisende psychiatrie.

In de eerste maanden van 2011 staat de vaststelling van de overige zorgprogramma’s ingepland:- psychotische stoornissen ( januari)- zorgprogramma’s Kinnik ( januari/februari)- eetstoornissen ( januari)- seksuele stoornissen ( januari)- ouderen stemmingsstoornissen (februari)- cognitieve stoornissen (februari)- ouderen angststoornissen (maart)- neuropsychiatrie (maart)- ziekenhuispsychiatrie (maart)- psychiatrie & verstandelijke

beperking (maart)

Waar vind ik meer informatie?Van alle goedgekeurde zorgprogramma’s zijn op intranet samenvattingen te vinden. Deze staan in het hoofdmenu onder het betreffende programma (dus trauma staat onder Specifieke zorgprogramma’s, stemming ouderen staat onder Ouderen enz.).

De ambitie is hoog: in de loop van dit jaar moeten alle zorgprogramma’s invoeringsklaar zijn, zodat vanaf 1 oktober alle nieuwe patiënten behandeld worden volgens een zorgprogramma. We zijn al een eind op weg, het merendeel van de zorgprogramma’s is uitgeschreven. Maar voordat daar ook echt mee gewerkt kan worden, moet er nog belangrijk aanvullend voorwerk worden gedaan. Hieronder alle stappen op een rij.

30 31

Page 17: jaargang 5, nummer 1, februari 2011 - GGZ Friesland24 De balans tussen cijfers en inhoud 26 Bewakers van de zorgkwaliteit 30 Dé stappen voor 2011 32 De onmisbare rol van het afsprakenbureau

De stappen die bij het plannen gezet worden, zijn helder. ‘Aanmelding GGZ Friesland krijgt een nieuwe aanmelding binnen’, legt Karin Bleeker, haar directe collega uit. ‘Als deze persoon in Sneek behandeld wil worden, zet ik hem of haar over op ons team. Eén van de drie programmavoorzitters, te weten Liesbeth Renckens van het programma Overig, Henk van der Pol van het programma Stemming of Hans Postma van het programma Angst beoordeelt de aanmeldreden en geeft met behulp van het planbord aan bij welke behandelaar ruimte is voor de intake en het adviesgesprek.’

Met behulp van XM-care wordt het vervolgtraject bepaald. ‘Als duidelijk is bij wie een patiënt gepland moet worden, bel ik patiënt voor overleg over dag en tijd die ik in gedachten heb. Vervolgens plan ik een intakegesprek en een week later een adviesgesprek. Tussen beide gesprekken heeft de intaker gelegenheid tot overleg met één van de collega’s.

Door middel van de beslisboom van het zorgprogramma komt de behandelaar uiteindelijk op een bepaald zorgpad uit. Dat bevat een standaardmodule en eventueel nog één of twee facultatieve modules. Een patiënt is bijvoorbeeld gebaat bij 16 gesprekken bij een psycholoog, aangevuld met een medicatieconsult. Het secretariaat werkt dit uit in een planningstool en daarna plant het afsprakenbureau, wederom in overleg met patiënt een afsprakenreeks.

De praktijkEen voordeel van deze manier van werken is dat een patiënt goed weet waar hij aan toe is. ‘Men weet wanneer de behandeling start wanneer deze geëvalueerd en beëindigd wordt. Vroeger werd er na

elke afspraak een vervolgafspraak gemaakt en kon de behandeling tot in het “oneindige” doorgaan. Al is het wel zo dat ik bij bijvoorbeeld 16 gesprekken, één keer in de twee weken, bijna een jaar vooruit plan. Dat gaat mensen soms wat ver’, vertelt Janny.

Het afsprakenbureau Sneek dient als pilot en is sinds 1 februari 2010 gestart door Karin en Janny. Provinciebreed zien ze allebei verbeterpunten: Karin vertelt: ‘In XM-care staan de zogenaamde prognoses. Dit is de totale inhoud van de agenda en bestaat uit behandeltijd en overige activiteiten. Het zijn momenten waarop de behandelaar en teammanager hebben afgesproken dat er gepland kan worden. Om het plannen te vergemakkelijken is het van belang dat de prognose vooruitloopt op het plannen van patiëntencontacten. In de praktijk gebeurt dit niet altijd. Dit geeft dan weer veel (verzet)werk en is vervelend voor de patiënt.

Daarnaast wordt gewerkt aan een uniforme aanpak in de provincie. Een belangrijke rol speelt het I-team. Dit team bestaat uit de programmaspecialisten, de regiomanager en afgevaardigden van het afsprakenbureau en komen eens in de twee weken bij elkaar. Er wordt gekeken naar de manco’s, wat goed gaat en hoe het beter kan. Afgevaardigden van deze regionale teams overleggen op provinciaal niveau, zodat heel GGZ Friesland meeprofiteert.

Mede door deze teams en de inspanningen van de betrokkenen wordt het plannen van de afspraken steeds beter gestroomlijnd. Uiteindelijk zorgt die planning ervoor dat de vaart in de behandelingen blijft en daarmee een beter behandelresultaat neergezet kan worden.

Om de vaart in een behandeling te houden is een goed op elkaar

aansluitende afsprakenreeks essentieel. De verschillende

afsprakenbureaus van GGZ Friesland plannen in overleg met de patiënt de

contactmomenten. Met de drukbezette agenda’s van de

behandelaren kan het plannen een hele puzzel zijn. Volgens

Janny Epema, medewerker zorgadministratie in Sneek,

maakt dat het werk uitdagend.

De onmisbare rol van het afsprakenbureau

Door middel van de beslisboom van het zorgprogramma komt

de behandelaar uiteindelijk op een

bepaald zorgpad uit.

Karin en Janny in de weer met het planbord

32