Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden...

12
>>> vereniging klein e kernen noord-braban t Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 KERNKRACHT is het gratis informatiemagazine voor leden van de vereniging kleine kernen noord-brabant In deze KERNKRACHT onder andere: Pagina 3 Pagina 10 Licht op Jong Pagina 12 Brand- preventiemiddag Pagina 8 Samenwerkings- school Column voorzitter Symposium: ‘Dorp van de Toekomst’ Willy Donkers, voorzitter van Dorpsoverleg Elsendorp was de gastheer van het symposium: ‘Dorp van de Toekomst’. Ruim 250 gasten uit het hele land waren in Elsendorp neergestreken in de gymzaal van de brede school, die uitstekend geschikt bleek als congreszaal. Het symposium was een initiatief van Dorpsover- leg Elsendorp en de vereniging kleine kernen noord-brabant met adviesbureau Emma Communicatie als organisator. Het multifunctionele gebouw herbergt ook het gemeenschapshuis met een ruime foyer, keuken en bar. Kompleet met alle voorzieningen is de Dompelaar, zoals het multifunctionele gebouw is genoemd, met recht het centrum van Elsendorp. Onder leiding van een Brabantse profes- sional, Theo Verbruggen, als dagvoorzitter werden een aantal zeer inspirerende inlei- dingen gehouden over de ontwikkelingen van leefbaarheid in de toekomst. De bood- schap die hij het gezelschap meegaf was: ‘Daadkracht omzetten in draagkracht’. Burgerkracht Gedeputeerde Brigitte van Haaften was als eerste aan het woord met een inspirerende visie op de toekomst van de leefbaarheid van het platteland zoals de provincie die wil stimuleren. Dorpen zullen zelf het initiatief moeten nemen zoals ze dat al gedaan hebben met de opstelling van IDOP’s. In de toekomst zullen de kleinste dorpen steeds meer samen moeten werken om de leefbaarheid op peil te houden. Daarvoor heeft de provincie stimuleringsmiddelen beschikbaar gesteld in het programma: leefbaar@brabant (L@B).

Transcript of Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden...

Page 1: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

>>>

vereniging kleine kernennoord-brabant

Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014

KERNKRACHT is het gratis informatiemagazine voor

leden van de vereniging kleine kernen noord-brabant

In deze KERNKRACHT onder andere:

Pagina 3

Pagina 10

Licht op Jong

Pagina 12

Brand-preventiemiddag

Pagina 8

Samenwerkings-school

Column voorzitter

Symposium: ‘Dorp van de Toekomst’

Willy Donkers, voorzitter van Dorpsoverleg Elsendorp was de gastheer van het symposium: ‘Dorp van de Toekomst’. Ruim 250 gasten uit het hele land waren in Elsendorp neergestreken in de gymzaal van de brede school, die uitstekend geschikt bleek als congreszaal. Het symposium was een initiatief van Dorpsover-leg Elsendorp en de vereniging kleine kernen noord-brabant met adviesbureau Emma Communicatie als organisator. Het multifunctionele gebouw herbergt ook het gemeenschapshuis met een ruime foyer, keuken en bar. Kompleet met alle voorzieningen is de Dompelaar, zoals het multifunctionele gebouw is genoemd, met recht het centrum van Elsendorp.

Onder leiding van een Brabantse profes-sional, Theo Verbruggen, als dagvoorzitter werden een aantal zeer inspirerende inlei-dingen gehouden over de ontwikkelingen van leefbaarheid in de toekomst. De bood-schap die hij het gezelschap meegaf was: ‘Daadkracht omzetten in draagkracht’.

BurgerkrachtGedeputeerde Brigitte van Haaften was als eerste aan het woord met een inspirerende

visie op de toekomst van de leefbaarheid van het platteland zoals de provincie die wil stimuleren. Dorpen zullen zelf het initiatief moeten nemen zoals ze dat al gedaan hebben met de opstelling van IDOP’s. In de toekomst zullen de kleinste dorpen steeds meer samen moeten werken om de leefbaarheid op peil te houden. Daarvoor heeft de provincie stimuleringsmiddelen beschikbaar gesteld in het programma: leefbaar@brabant (L@B).

Page 2: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

� jaargang 11 - nummer 4 - december �014

>>>Nieuwe economische ontwikkelingen zijn noodzakelijk voor behoud van de leefbaarheid. Als gevolg van de ver-grijzing is vooral op gebied van zorg eigen initiatief noodzakelijk. Door de verdere ontwikkeling van zorgcoö-peraties, worden de mensen uit het dorp opgevangen en kunnen zolang mogelijk thuis wonen. Elsendorp is een voorbeeld waar ze op eigen wijze de zorg hebben georganiseerd.

In Noord-Brabant is de Agenda van Brabant het beleidsplan dat de toekomst richting geeft. Stad en platteland moeten samenwerken om met elkaar plannen te ontwikkelen en te verbinden. Dat wil de provincie aanpakken met een variant op de drie O’s: Overheidsparticipatie, Ontrege-len en Optimaliseren. De Provincie gaat vanaf �015 werken met doe- budgetten waarmee locale initiatieven van burgers gestimuleerd worden en waarmee kennis delen met elkaar wordt bereikt. De vereniging kleine kernen noord-brabant kan daarbij een uitstekende rol spelen.

Kracht van samenwerkingHoogleraar TUE Caroline Hummels ging in op de ontwikkelingen die nu aan de gang zijn. Burgers stellen zich de vraag: wat voor ‘community’ willen we zijn? We leven in een transformatie-eco-nomie waarbij er grote uitdagingen liggen voor lokale oplossingen. Van onderop komen steeds meer initiatieven van zelfsturing voor lo-kale uitdagingen. De opkomst van burgercoöperaties, bijvoorbeeld op het gebied van zorg, zijn daarvan een voorbeeld. Bij onderzoek naar vitale wijken kwam naar voren dat er behoefte is aan sociale contac-ten. Door jong en oud bij elkaar te brengen kunnen ervaringen worden uitgewisseld en ontstaat er meer sociale cohesie in de wijken. Het ontwikkelen van verbinding kan op meerdere manieren: digitaal, fysiek of creatief. Ga dingen samen doen zoals rituelen, iets creatiefs maken.

Laat de mensen in een buurt zelf bepalen hoe een wijk eruit moet zien, pak dingen samen op om iets veranderd te krijgen. Alles kan op verschillende manieren en op ver-schillende niveaus bekeken en aan-gepakt worden. Maak het zichtbaar, digitaal of visueel, en maak daardoor de creativiteit in de mensen los.

SamenwerkingIn de koffiepauze kwam de verras-sing: op een creatieve wijze ‘sa-menwerking’ in de praktijk brengen. Drum Café, een groep drummers met Afrikaanse drums, kwam de zaal in en met hen ook �50 drums, voor elke deelnemer een. Met zijn allen hebben we toen een creatieve sessie drum-

men uitgevoerd waarbij iedereen hartstochtelijk heeft deelgenomen. Er ontstond een volkomen ontspannen sfeer en was iedereen enthousiast over de wijze van dit gezamenlijk optreden als grote drumband.

Bouwen aan de toekomstHet nieuwe groot is klein, zo be-toogde Joop Petit, architect, innova-tor en initiator. De toekomst van het dorp heeft grote potentie, als kleine bloeiende gemeenschap. Hij is ook dorpsbouwmeester van Peel en Maas en streeft daarbij naar behoud en (her)gebruik van monumentale ge-bouwen in de dorpen: “Die mogen niet afgebroken worden”. Kom daarom ‘In Rep en Roer’. >>>

Page 3: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

�jaargang 11 - nummer 4 - december �014

Leegstand van vastgoed noopt tot herbezinning van functies en heront-wikkeling van bestaande gebieden en gebouwen. Zijn mening staat haaks op die van de vele ruimtelijke ordenaars die stellen dat de trek naar de stad onomkeerbaar is. We staan aan de start van de derde industriële revolutie.De maatschappelijke ontwikkelingen laten zien dat steeds meer kleine initiatieven tot een slagvaardige aanpak komen van problemen die zich aandienen. Een terugtrekkende overheid op gebied van zorg. Daarbij heeft de gemeente veel meer taken op dat gebied gekregen en zal eigen initiatieven van zelfsturing van zorg maar al te graag accepteren.Ook op andere terreinen zijn deze tendensen waarneembaar, er ont-

staat een systeemverschuiving. Het nieuwe groot is klein:

van segregatie naar integratie; van planeconomie naar proceseconomie; van aanbod gestuurd naar vraaggericht; van financieel gestuurd naar resultaat gericht; van 100% overheid naar 100% zelfbestuur.

Burgers gaan zelf bepalen met wie, waar en wanneer ze hun omgeving en behoeften gaan organiseren en uitvoeren. De ontwikkelingen zullen verder gaan: thuiszorg wordt zorg thuis; wij gaan bepalen welke producten er in de supermarkt komen; lokaal geproduceerd voedsel is in opkomst; producten uit de buurt.

>>>In de verdere ontwikkeling, zie de op-komst van �D-printen waarbij we zelf een kast in elkaar zetten en wellicht ons huis kunnen printen!Door de sterke sociale cohesie zullen we als dorp zelf de verantwoordelijk-heid nemen over onze activiteiten:

Het dorp wordt Ons dorpNa een smaakvolle lunch werd het middagprogramma voorgezet met een zestal workshops. In groepjes van circa �5 personen werd er in de klaslokalen gebrainstormd over nieuwe kansen en mogelijkheden op de volgende gebieden:

leefbaarheid de Peel: kracht van de samenwerking;winkelen in de toekomst;wonen, coöperatie �.0;energie en duurzaamheid, nieuwe horizonten;onderwijs, de school als verbin-dende schakel;dorpsondernemingen, de kracht van combinatie;

De rapportages van deze workshops komen beschikbaar via de websites van Elsendorp en vkknoordbrabant.nl.

Als laatste onderdeel het slotdebat over de ‘Zorg van de Toekomst’. Wethouder Jan Bevers van Gemert-Bakel, Joël Gijzen, directeur zorg van CZ, huisarts Joep Gondrie en Wim van Hest van de koepel van Zorg-coöperaties Zuid Nederland gingen daarover met elkaar in debat. De grote onzekerheid op korte termijn, met name over de jeugdzorg, roept de nodige discussie op. Voor de regu-liere zorg maakt huisarts Gondrie zich voor Elsendorp niet zo bang. Echter op plaatsen waar de sociale cohesie veel minder is of ontbreekt, kan er wel iets mis gaan met de WMO.

De discussie werd afgesloten door Theo Verbruggen met de medede-ling dat de verslaglegging digitaal beschikbaar komt.

Wim van Lith

<<<

Page 4: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

4 jaargang 11 - nummer 4 - december �014

Even voorstellenChrist-Jan, stel jezelf even voor aan onze lezers.Ik ben Christ-Jan van Bedaf, ik ben getrouwd met Kara en we hebben drie kinderen: een zoon van 11 en twee dochters van 10 en 6 jaar. Mijn hele leven al woon ik in Achtmaal en sinds �01� ben ik bestuurslid van de VKKNB. Samen met twee an-dere inwoners van Achtmaal heb ik in �006, omdat er te weinig woningen werden gebouwd en de jeugd het dorp uittrok, de dorpsraad opgericht.

Je runt een supermarkt in Acht-maal, daar zit een hele familiege-schiedenis aan vast?Sinds 1899 runt familie Van Bedaf de winkel, zelf ben ik de vierde ge-neratie.

Je hebt je best gedaan want je bent lokaal en landelijk genomineerd geweest?In �006 zijn we uitgeroepen tot beste buurtsuper van Nederland. In �010 waren we �e , in �01� �e en dit jaar weer de �e plaats behaald als beste buurtsuper van Nederland.

Kun je jezelf (of de winkelformule) nog verbeteren?Iedere dag zie en leer je weer dingen die beter kunnen, stilstand is achter-uitgang en de consumentenbehoef-ten en -gewoontes veranderen ook constant en daar moet je in mee.

Denk je aan uitbreiding?Uitbreiding is niet mogelijk en nodig zolang Achtmaal niet meer inwoners krijgt. Wij moeten blij zijn dat we de omzet vast kunnen houden.

Maar de buurtsuper is niet het enige waar je je mee bezighoudt in Achtmaal, waar zet je je nog meer voor in?

Ik zit ook in het bestuur van de school en het dorpshuis en ben, zoals al eerder vermeld, voorzitter van de Dorpsraad. Tevens help ik bij het organiseren van evenementen in het dorp als sponsor. Samenwerking met de grensdor-pen is geloof ik ook een thema dat je bezighoudt? We hebben een paar keer overleg gehad en hebben ervaringen en ideeën uitgewisseld. We zijn nu aan het kijken of we gezamenlijk subsidie aan kunnen vragen voor grensover-schrijdende initiatieven. Er zijn nog geen concrete resultaten behaald in verband met de eisen en voorwaarde die de provincie stelt om de subsidie aan te vragen.

Wat zie jij sowieso als belangrijk voor samenwerking / wanneer be-reik je het meest?Regelmatig overleggen met andere dorpsraden om ervaring uit te wis-selen en van elkaar te leren, zodat je niet allemaal het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. Hanneke Somers-Neutkens

Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de gemeente een dorpsontwikkelingsplan (i-dop) opgesteld. Mijn motivatie om voorzit-ter van de dorpsraad en bestuurslid van de VKKNB te zijn is om te zorgen dat Achtmaal leefbaar blijft zodat mijn kinderen hier naar school kunnen blijven gaan en als eigenaar van de buurtsuper van Achtmaal is het na-tuurlijk ook van groot belang dat er genoeg inwoners zijn.

<<<

Page 5: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

5jaargang 11 - nummer 4 - december �014

<<<

Dorpen in veranderingBrabant bestaat al eeuwen en er zijn zelfs dorpen in Brabant die al 1300 jaar bestaan. Bakel is zo’n dorp en dit werd gevierd op 29 oktober 2014 met een lezing van onze Commissaris van de Koning Prof. W. van de Donk en Prof. F. Thissen van de Universiteit van Amsterdam.Ik neem jullie graag mee naar de sfeer van die avond en naar de interessante bespiegelingen over dorpen en kerngemeenschappen.

Brabant is een ‘stadteland’: dorpen en steden groeien naar elkaar toe. De dorpen en kleine kernen liggen over het algemeen zo dicht bij de stede-lijke voorzieningen dat je er binnen een half uur kunt zijn. Als je naar de bioscoop of het theater wilt, ben je in Brabant zo in de stad. De vereniging kleine kernen spreekt dan ook van kerngemeenschappen, waar onderlinge verbondenheid is tussen mensen en identiteit een rol speelt. Mensen kennen elkaar en voelen zich betrokken bij elkaar en hun directe omgeving.

Het beeld dat het platteland ‘ouder-wets’ is, is niet meer van deze tijd. Aan de keukentafel zie je de meest nieuwe expresso-machines staan.

Innovatie en vernieuwing begint juist vaak vanuit de kleine kernen, aldus de sprekers bij Bakel 1�00. Het is van belang dat hier ruimte voor wordt geboden en dat regelgeving de vernieuwing niet belemmert. Als het gaat om gemeenschapszin bestaan er overeenkomsten tussen de kern-gemeenschappen buiten en binnen de stedelijke gebieden.

Wat is nodig voor het dorp van de toekomst? Dit was het thema van het congres dat Elsendorp heeft ge-organiseerd op 1� november �014. Hier kom ik een volgende column nog op terug. Op basis van de lezing Bakel 1�00 lijkt nodig: woonkwaliteit, ontmoetingsplekken, sociaal kapitaal, solidariteit en duurzaamheid. Van-uit de gedachte dat er een actieve oriëntatie is van bewoners op de veranderende identiteit van hun kern-gemeenschap. Hierbij gaat het om het vertellen van verhalen. Dit vormt een rode draad door de geschiedenis en identiteit van een gebied.

Het is belangrijk dat het goed wonen is in de kleine kern: rust, ruimte en een groene woonomgeving. Met alle evenementen, digitale bereikbaarheid en prikkels om ons heen blijkt de behoefte aan een rustige woonomge-

ving groter te worden. Uit onderzoek blijkt dat een groeiend aantal bewoners de aanwe-zige voorzieningen als minder belangrijk be-schouwen. Ze komen voor de woonkwaliteit en gaan voor de voor-zieningen naar stedelijk gebied. Interessant in dit verband is om te zien hoe de bewoners

zich verplaatsen. Wonen en werken is steeds minder op dezelfde plek. In die zin is er volgens de heer Thissen een verandering aan de gang van autonoom dorp naar woondorp.

Van de �,5 miljoen Brabanders wo-nen er 440.000 in kleine dorpen. De vereniging kleine kernen zet zich graag in voor kleine kerngemeen-schappen en de kennisdeling over de veranderingen die aan de gang zijn. Dit is pas het begin. We staan aan de vooravond van het jaar �015, het jaar waarin de vereniging 15 jaar zal bestaan. We gaan hier zeker aandacht aan besteden maar willen �014 ook goed afsluiten. Namens het bestuur van de vereniging kleine kernen noord-brabant wil ik u fijne feestdagen wensen vol aandacht en warmte voor elkaar en een inspire-rend nieuw �015 !

Ingeborg Verschuuren

<<<

Page 6: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

6 jaargang 11 - nummer 4 - december �014

<<<

Eerste Jongerennummer rolt van de persen Een toepasselijkere plaats dan op het symposium ‘Het Dorp van de Toekomst’ in Elsendorp kon niet worden gevonden voor de overhan-diging van het eerste Jongerennum-mer van de Kleine Kernen Krant. Bij-gestaan door twee jongeren bekeek en las voorzitter van de vereniging kleine kernen noord-brabant, Inge-borg Verschuuren, de krant waarin jongeren centraal staan.

En het mag dan misschien clichéma-tig klinken maar de spreuk “Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst!” blijft nog altijd actueel.”In de krant brengen we leuke en min-der leuke berichten over activiteiten in dorpen en wijken. Op dit moment zijn er veel ontwikkelingen bijvoorbeeld op het gebied van de zorg, partici-patie, nieuws over evenementen, woningbouw voor starters et cetera. Daarbij zullen jongeren nu en in de toekomst een belangrijke rol gaan spelen. In het nummer staan prakti-sche voorbeelden wat op dit gebied door jongeren - in samenwerking met ‘ouderen’ - van de grond komt. En dat is heel wat!”, aldus eindredacteur Bertrand Verhelst.

Ingeborg Verschuuren is eveneens verheugd met de uitgave en inhoud van het eerste Jongerennummer en ziet ook een duidelijke rol voor de jongeren weggelegd: “Zorg ervoor dat alle inwoners van jouw dorp weten wat voor jullie belangrijk is en stimuleer ze om die belangen te behartigen. Op die manier werk je mee om de lokale samenleving voor jezelf aantrekkelijk te maken en te houden.“

JongerenredactieMet het uitbrengen van het eerste Jongerennummer is tevens het start-sein gegeven om te komen tot een jongerenredactie. “Jongeren weten goed wat ze willen en kunnen. De in het Jongerennummer beschreven initiatieven, projecten en zeker ook de rubriek “jongeren aan het woord” geven dat feilloos aan. Daarom willen we de jongeren zowel een digitaal als een papieren platform gaan ge-ven waar ze hun ei in kwijt kunnen”, aldus de redactie van de Kleine Kernen Krant. “We willen beginnen met een jongerenkatern met nieuws voor en zoveel mogelijk door jonge-ren gemaakt en verwerkt.” Via de

Dorpsraden en leefbaarheidsgroepen zal daarom binnenkort een oproep worden gedaan om ook jongeren-nieuws aan te dragen. Het bestuur van jongerencentrum Ramblaz uit Oirschot heeft al aangeboden om mee te gaan denken over de invulling van de jongerenredactie. Jongeren kunnen zelf natuurlijk ook contact opnemen via Twitter en Facebook.

Extra nummersGratis extra nummers van het Jon-gerennummer kunnen leden van de vereniging kleine kernen noord-brabant aanvragen via info@ klei-nekernenkrant.nl. Via dit adres kan ook een digitale versie van de krant worden besteld. Het Jongerennum-mer verschijnt in samenwerking met de vereniging kleine kernen noord-brabant, diverse instanties en is mede mogelijk gemaakt door de Provincie Noord-Brabant

Nieuws voor het jongerenkatern kan worden aangeleverd per mail: [email protected],Twitter #kernenkrant of Facebook: kleinekernenkrant

Page 7: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

�jaargang 11 - nummer 4 - december �014

<<<

NLdoet: heel Nederland doet mee!Stichtingen, zorginstellingen, scholen en (sport)verenigingen opgelet! Dit is uw kans om een grote klus te klaren én nieuwe vrij-willigers te werven. Doe mee met NLdoet op 20 en 21 maart 2015. Knap het speelplein of het jeugd-honk op, neem ouderen een dagje uit of geef de kantine een likje verf. Meedoen is eenvoudig. Meld uw klus nu aan op de website van het Oranje Fonds. Belangstellende klussers kunnen zich dan via de site aanmelden.

Vrijwilligers zijn het kloppende hart van sociale initiatieven. Met NLdoet stimuleert het Oranje Fonds jong en oud om zich in te zetten voor de sa-menleving en zet vrijwillige inzet in de spotlights. Vorig jaar waren ��5.000 Nederlanders actief tijdens NLdoet, een recordaantal. In �015 wil het Oranje Fonds nog veel meer mensen op de been brengen. Samen aan de slagOveral in het land zijn leuke vrij-willigersactiviteiten te doen. Het opknappen van een clubhuis, een dierenverblijf of een speeltuin. Een paar uur erop uit met ouderen of ge-handicapten. Tussen al deze klussen vindt u vast en zeker een mooie ac-tiviteit die u samen met uw collega’s, familie of sportteam kunt doen. Bent u maatschappelijk betrokken en heef u zin om een dag(deel) de handen uit de mouwen te steken? Meld u aan op www.nldoet.nl. Er komen dagelijks nieuwe activiteiten bij!

Een klus?Ben of kent u een maatschappelijke organisatie waar vrijwilligers nodig zijn? NLdoet is de uitgelezen kans om elke activiteit met hen aan te pakken. Meedoen betekent extra handen, nieuwe netwerken en naamsbekend-heid voor uw organisatie. Hebt u een klus te klaren of wilt u tijdens NLdoet net dat beetje extra doen? Meldt uw

klus dan aan op tijd aan op www.nl-doet.nl (meestal start de inschrijving eind december/begin januari). Hoe u dat doet vindt u op de site van NLdoet. Wie op tijd is kan een bijdrage van het Oranje Fonds bemachtigen. Wees er snel bij want OP=OP!

Schijnwerpers op vrijwillige inzetVrijwilligerswerk vormt het hart van sociale initiatieven. Daarom zet het Oranje Fonds met NLdoet de schijn-werpers op vrijwillige inzet. Zo laten

ze zien hoe belangrijk actieve burgers zijn voor de samenleving en dragen ze bij aan een goed imago van het vrijwilligerswerk. Het Oranje Fonds steunt sociale initiatieven binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Dat doen ze met geld, kennis en contacten. Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima zijn het beschermpaar van het Fonds. Het Oranje Fonds is een onafhankelijk fonds. Het geld komt o.a. van de Nationale Postcode Loterij, van De Lotto en uit giften en legaten.

JAM – winnaar Brabantse Kempentrofee 2014JAM is zaterdag 8 november uitgeroe-pen tot de winnaar van de Brabantse Kempentrofee �014 en ontving de trofee uit handen van gedeputeerde Yves de Boer tijdens een feestelijke bijeenkomst in De Ploeg in Bergeijk.

�,5 jaar geleden starten Ruud, Mi-randa en Martijn Schippers (toen nog 19,18 en 16 jaar) een onlineplatform waar jongeren uit de Kempen terecht konden voor een bijbaantje. Inmid-dels maken �0 bedrijven en 150 jon-geren gebruik van deze ‘marktplaats’. JAM brengt de vraag en aanbod van deze partijen bij elkaar. Door jongeren

te laten zien en ervaren hoe het er bij verschillende mooie Kempische bedrijven aan toe gaat, wordt de drempel om op latere leeftijd in de Kempen te blijven verlaagd. Zo biedt dit initiatief niet alleen voordelen voor nu, maar ook voor de toekomst.

<<<

Page 8: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

8 jaargang 11 - nummer 4 - december �014

>>>

Internetconsultatie Wetsvoorstel SamenwerkingsschoolHet ministerie van Onderwijs, Cul-tuur en Wetenschap (OCW) heeft een internetconsultatie open-gesteld over het Wetsvoorstel Samenwerkingsschool. Tot 15 december aanstaande kunnen organisaties en burgers reageren op de concept-tekst.

Het doel van het wetsvoorstel is om de bestaande wettelijke regeling om een samenwerkingsschool te vormen te vereenvoudigen. Het ministerie van OCW wil hiermee bewerkstelligen dat het, met name in gebieden met sterke leerlingendaling, aantrekkelijker wordt om een samenwerkingsschool tot stand te brengen. Zo kan, ook in dorpen en wijken met sterke krimp, een divers scholenaanbod gewaar-borgd blijven. Een samenwerkings-school kan een uitweg bieden voor de gedwongen keuze of de laatste school in het dorp een openbare, dan wel een bijzondere school zal zijn.

Bent u betrokken of betrokken ge-weest bij de vorming van een samen-werkingsschool? Of is in uw dorp of regio ‘krimp’ aan de orde, en zou een samenwerkingsschool een welkome optie kunnen zijn om te zorgen dat er een school in het dorp blijft?

SamenwerkingsschoolEen samenwerkingsschool is een school waarin openbaar en bijzonder (rk, prot. chr., alg. bijzonder, etc.) onder één dak plaatsvinden. Op basis van de wetten voor het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en de Expertisecentra kan een sa-menwerkingsschool nu al tot stand worden gebracht, maar scholen en schoolbesturen ervaren de huidige regelgeving als te belastend, zodat vaak wordt gekozen voor samen-

werkingsvormen die tot ‘informele samenwerkingsscholen’ leiden. Dit heeft als nadeel dat de diversiteit in het denominatieve aanbod op de langere termijn onzeker is, omdat een ‘informele samenwerkingsschool’ for-meel gesproken altijd een openbare of bijzondere school is. Vandaar dat de regering de oprichting van échte samenwerkingsscholen eenvoudiger wil maken.

KrimpIn grote delen van Nederland is leer-lingendaling aan de orde. De krimp treft nu met name het basisonderwijs, maar zal later ook in het voortgezet onderwijs voelbaar worden. Een en-kel cijfer: op 1 oktober �01� waren er in het basisonderwijs ��.000 leerlin-gen minder dan op 1 oktober �01�.Het gevolg is dat in veel gebieden scholen onder de opheffingsnorm dreigen te komen.

Page 9: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

9jaargang 11 - nummer 4 - december �014

<<<

Scholen moeten dan vanwege te weinig leerlingen sluiten. De samen-werkingsschool biedt de mogelijkheid om schoolpopulaties, die van oudsher gescheiden zouden zijn, samen te voegen zodat er een grotere overle-vingskans ontstaat.

Inhoud wetsvoorstel Eerbiediging GrondwetHet wetsvoorstel blijft binnen de kaders van de Grondwet. Aan de vrij-heid van onderwijs en de gelijkwaar-digheid van openbaar en bijzonder onderwijs mag niet worden getornd. Het is daarom niet de bedoeling dat de samenwerkingsschool een ‘gewoon’ verschijnsel wordt. Een samenwerkingsschool mag alleen ontstaan door een fusie van een openbare en een bijzondere school, niet door stichting. Verder is de opzet een samenwerkingsschool alleen toe te staan als de continuïteit van het openbaar en/of bijzonder onderwijs in gevaar komt door de krimp. Ook moet de overheersende invloed van de overheid op het openbaar onderwijs gehandhaafd blijven.

UitwerkingHierna volgende belangrijkste re-gelingen, zoals voorgesteld in het wetsvoorstel:

Het stichtingsbestuur van de sa-menwerkingsschool moet waken over de identiteit van het open-baar en bijzonder onderwijs in de school. Dat wordt vastgelegd in de statuten van de stichting. De stichting stelt daartoe een iden-titeitscommissie in waaraan een aantal bevoegdheden worden overgedragen die op de identiteit van de school betrekking hebben. De identiteitscommissie bestaat uit leden die de denominaties bin-nen de school vertegenwoordigen. Hun taak is de beoordeling van de wijze waarop de school via het schoolplan en de schoolgids vorm geeft aan haar identiteit.

Verder heeft de identiteitscom-missie een rol bij, bijvoorbeeld, de aanstelling van het personeel en de aanschaf van lesmethoden.Omdat de identiteitsbewaking door het schoolbestuur wordt overge-dragen aan een identiteitscommis-sie, wordt het voor schoolbesturen in het openbaar onderwijs mogelijk om een samenwerkingsschool te besturen. Dit was tot nu toe niet mogelijk omdat schoolbesturen in het openbaar onderwijs al-leen openbaar onderwijs mogen aanbieden en geen bijzonder on-derwijs. Samenwerkingsscholen worden daarom tot nu toe steeds door bijzondere schoolbesturen aangestuurd. Omdat de identi-teitscommissie ‘er tussen wordt geplaatst’ kan ook een openbaar schoolbestuur in het vervolg een samenwerkingsschool besturen.De statutaire bepalingen met be-trekking tot de identiteitscommissie moeten door de gemeente worden goedgekeurd. Dit vanwege de borging van de identiteit van het openbaar onderwijs.De samenwerkingsschool ontstaat door een fusie van scholen. Dit fusieproces dient volgens de gang-bare regels te verlopen. Er dient een fusie-effectrapportage te wor-den opgesteld en de medezeggen-schapsraad en de gemeenteraad behoren op de gangbare wijze bij het proces te worden betrokken. Een fusietoets is echter niet nodig, omdat het doel van de samen-werkingsschool en de fusietoets met elkaar overeenstemmen: het behoud van schoolkeuzevrijheid voor de ouders. In het basisonderwijs mag een samenwerkingsschool worden gevormd als één van de scholen in enig jaar 60 of minder leerlingen bovenop de opheffingsnorm heeft. Dus: stel, de opheffingsnorm in een gemeente is 40 leerlingen. Dan komt een samenwerkingsschool in beeld als een school minder dan 100 (40 + 60) leerlingen heeft.

In het voorgezet onderwijs geldt 4/� van de opheffingsnorm als grens. Tenzij het gaat om scholengemeen-schappen (VMBO, HAVO en VWO samen). Dan mag een samenwer-kingsschool alleen worden gevormd als één van de scholen minder leer-lingen heeft dan twee keer de ophef-fingsnorm. In het speciaal onderwijs mag een samenwerkingsschool tot stand worden gebracht als één van scholen minder leerlingen heeft dan de aantallen die in artikel 8� lid � van de WEC worden genoemd. Tot nu toe is het zo dat een samen-werkingsschool alleen is toegestaan als één van de scholen binnen 6 jaar onder de opheffingsnorm komt. Deze regel werkt niet, omdat schoolbesturen in de praktijk niet 6 jaar gaan wachten, maar al eerder met de opheffing beginnen.

De vragen in het kader van de In-ternetconsultatie Het ministerie van OCW wil graag weten hoe er in de maatschappij over het wetsvoorstel Samenwer-kingsschool wordt gedacht en roept daarom burgers en organisaties op om op het wetsvoorstel te reageren door een antwoord te geven op de volgende drie vragen:

Denkt u dat de voorgenomen wijzigingen voldoende ruimte bieden om in gebieden met leerlingendaling samenwerkings-scholen te vormen?Denkt u dat dit wetsvoorstel het voldoende aantrekkelijk maakt voor informele samenwerkings-scholen om onder de nieuwe wettelijke regeling te vallen? Biedt de voorgestelde wetswij-ziging voldoende garanties voor ouders met kinderen op samen-werkingsscholen dat de identiteit van het bijzonder onderwijs en het openbare karakter van het onderwijs overeind blijven?

Reageren kan tot 15 december via: https://www.internetconsultatie.nl//sa-menwerkingsschool

1.

�.

�.

>>>

Page 10: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

10 jaargang 11 - nummer 4 - december �014

Licht op Jong! Een onderzoek onder jongeren over het wonen in een kleine kernWat vinden jongeren belangrijk in hun woonomgeving? In welke mate voldoen dorpen daaraan? Willen zij graag in hun dorp blijven wonen, maar hebben zij moeite met het vin-den van een betaalbare woning? Of willen zij het liefst zo snel mogelijk weg uit het dorp?

Jongeren trekken weg uit de kleine dorpenHet platteland vergrijst en ontgroent. Steeds meer jongeren trekken weg uit de kleine dorpen en vestigen zich in de stad of in de grotere dorpen. Dit heeft grote gevolgen voor de bevol-kingsopbouw en daarmee ook voor de leefbaarheid in de kleine dorpen. Er ontstaan andere verhoudingen op de arbeidsmarkt, verenigingen lopen leeg en voorzieningen als scholen en winkels staan onder druk en drei-gen te verdwijnen. Ook de zorg voor elkaar, waarbij jong en oud elkaar nodig hebben, moet op een andere wijze worden ingevuld.

Onvoldoende zicht op de redenen om weg te gaanOnvoldoende betaalbare woningen voor jongeren wordt veel genoemd als oorzaak voor het vertrek. Maar is dat ook daadwerkelijk de (belang-rijkste) reden voor jongeren om het dorp te verlaten? Nu wordt vaak door middel van het bouwen van starter-woningen geprobeerd om jongeren te behouden, maar de vraag is of dat wel de juiste oplossing is of dat er andere maatregelen nodig zijn. Een andere veel gehoorde opvat-ting is dat jongeren sowieso niet in een dorp willen blijven wonen, maar liever dichtbij voorzieningen in de stad gaan wonen. Ook hierin schuilt vast een kern van waarheid, maar de mate waarin de genoemde motieven doorslaggevend zijn om te gaan ver-huizen en de daadwerkelijke redenen waarom jongeren wegtrekken zijn niet dusdanig bekend.

Research community Licht op Jong! geeft antwoordSamen met de vereniging kleine ker-nen noord-brabant en de provincie Noord-Brabant is het PON (onder-zoeks- en adviesbureau voor soci-aal-maatschappelijke vraagstukken) een research community gestart. In de periode van 10 t/m �4 november gingen 55 jongeren met bijzonder veel enthousiasme op een afgesloten online platform met elkaar en met de onderzoekers in gesprek.

Enthousiaste deelnemers en veel interessante informatieNa een gezamenlijke online kick off stonden de deelnemers te trappelen om op de community in te loggen en hun verhaal met anderen te delen. Op het eerste topic: ‘Zou je drie punten kunnen noemen die voor jou belang-rijk zijn in je (ideale) woonomgeving?’ kwamen in de eerste � dagen al 8� reacties binnen; uitvoerige en doordachte antwoorden waarbij de

>>>

Page 11: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

11jaargang 11 - nummer 4 - december �014

>>>

<<<

deelnemers steeds volop op elkaar reageerden. Veel jongeren leken al in hun ideale woonomgeving te wonen, waarop het volgende topic inging op welke zaken de deelnemers wel be-langrijk vinden, maar in hun huidige woonomgeving missen. Het derde topic ging in op de redenen van jon-geren om weg te gaan uit hun dorp. Zijn vrienden vertrokken of waren ze zelf eerst weggegaan uit het dorp en waarom?

Dorp A versus dorp B!Vervolgens werd de discussie ge-voerd over wat het ene dorp nu leuker maakt dan het andere dorp. Uit recent onderzoek van het PON blijkt namelijk dat in sommige dorpen jongeren juist willen blijven wonen, terwijl in andere dorpen jongeren het liefst zo snel mogelijk het dorp willen verlaten. De deelnemers konden aangeven welke verschillen zij zien tussen dorpen, hoe zij denken dat die verschillen zijn ontstaan en waarom ze in het ene dorp wel en het andere niet zouden willen wonen.

Een kijkje in de toekomst…In een ander topic werden de deelne-mers gefeliciteerd met hun veertigste verjaardag. Ze maakten een sprong in de tijd en kregen de vraag voorgelegd of verjaardagskaarten nog steeds naar een adres in hun dorp gestuurd konden worden en ze moesten na-denken over hoe hun dorp er rond hun veertigste verjaardag uit zou zien volgens hen. Aan de jongeren die tij-dens het onderzoek niet meer in een dorp woonden werd gevraagd of zij op hun veertigste verjaardag weer zijn teruggekeerd. Bij al deze vragen was de waarom-vraag essentieel.

DenktankHoe we jongeren uiteindelijk écht in de dorpen kunnen houden kunnen ze ons natuurlijk het beste zelf vertellen! In een brainstorm konden zij al hun creatieve ideeën kwijt die volgens hen een bijdrage kunnen leveren aan het jongerenproof houden of maken van kleine dorpen.

Polls: eens of oneens?Naast de interactieve gespreks-ses-sies, is via diverse polls de mening van de jongeren getoetst over stel-lingen als ‘Dorpen hebben jongeren niets te bieden’, ’De sfeer in een klein dorp is beter dan in een stad’ of ‘Er kan niets gedaan worden om jonge-ren in een klein dorp te behouden’. In een later stadium konden ze hun antwoorden nader toelichten.

De deelnemers De 55 communityleden wonen ver-spreid over Brabant. Ze variëren in de leeftijdsgroep van 18 t/m �5 jaar. Er doen meer vrouwen mee dan man-nen en ongeveer een derde woont nog bij de ouders thuis. Bijna de helft is getrouwd of samenwonend, waarvan een aantal communityleden ook kinderen heeft. 1�% van de deel-nemers is student of scholier en het merendeel is werkzaam in loondienst. Bijna driekwart heeft een HBO of uni-

versitaire opleiding afgerond of volgt deze momenteel.

Benieuwd naar de resultaten?Zodra de analyse van de resultaten is afgerond, worden de conclusies op verschillende plekken, waaronder de Kernkracht, breed verspreid..Vervol-gens gaan de provincie Noord-Bra-bant, de vereniging kleine kernen en het PON met elkaar bekijken hoe zij samen met de dorpsraden, gemeen-ten en andere organisaties in Brabant beleid kunnen maken dat aansluit bij de wensen van de jongeren. Ook de oorzaken van het wegtrekken van jongeren die niet beïnvloedbaar zijn komen aan bod. De belangrijkste uitdaging waar Brabant voor staat is hoe we de kleine dorpen aantrekkelijk kunnen houden of maken voor jonge-ren en welke voorwaarden moeten worden gecreëerd voor hen om er te kunnen gaan of blijven wonen.

Jeugdlintje voor vier jongerenBurgemeester Kleijngeld van Waal-wijk heeft �0 november, de Interna-tionale Dag van de Rechten van het Kind, vier Jeugdlintjes uitgereikt. De jongeren kregen het Jeugdlintje voor hun inzet voor vrijwilligerswerk. Zij zijn een voorbeeld voor andere jongeren. In aanwezigheid van hun naaste familie, docenten, begelei-ders, mentoren en leerlingen kregen Stan en Stef Biemans (15 jaar), Es-mèe Didden (16 jaar) en Sander van ’t Westeinde (1� jaar) op hun school het Jeugdlintje uitgereikt.

Sander van ’t Westeinde is sinds oktober �01� is vrijwilliger bij woon-zorgcentrum Antoniushof. Elke dinsdagavond haalt hij de ouderen op, zorgt voor de koffie en zingt met de bewoners mee.Stan en Stef Biemans organiseer-den tijdens de ‘80 van de Lang-straat’ in �01� een sponsorloop voor Floja Malawi, een project van zorg voor weeskinderen en kwetsbare kinderen in Afrika.

Esmee Didden is sinds twee jaar vrij-willigster bij verpleeghuis Eikendonk. Esmee vindt het leuk en heeft liefde en passie voor de bewoners. Ze straalt rust uit en weet hoe ze met demente-rende mensen om moet gaan.

Esmee Didden

<<<

Page 12: Jaargang 11 - nummer 4 - december 2014 Symposium: ‘Dorp ... · Hanneke Somers-Neutkens Ook wilden we de leefbaarheid veilig stellen voor de toekomst en hebben daarom samen met de

1� jaargang 11 - nummer 4 - december �014

KERNKRACHT is een uitgave van de vereniging kleine kernen noord-brabant en komt tot stand met financiële ondersteuning van de provincie Noord-Brabant.

Met bijdragen van:Willy Donkers Antoon KoevoetsWim van LithHanneke NeutkensBertrand Verhelst Ingeborg VerschuurenHans Ursem

Redactie:Antoon KoevoetsWim van LithHanneke NeutkensTim NiessenWilma Numans Hans Ursem

Realisatie:Ursem Communicatie

vereniging kleine kernen noord-brabantSpoorlaan 444 Postbus �0�850�8 CH TILBURGT: (01�) 58� 99 9�E: [email protected]

Brandpreventiemiddag in Stampersgat

van de kinderen mede in goede ba-nen leidde. “Uiteindelijk draait deze middag om bewustwording bij brand”, aldus Franken. “Wij willen samen met onze partners laten zien dat brand niet eng hoeft te zijn, als je maar weet hoe te handelen. Daarnaast vergrijst ons dorp, net als heel Nederland tamelijk snel, ook onze senioren moeten beter worden voorbereid op het langer zelfstandig thuis blijven wonen in hun eigen (brand) veilige woonomgeving.”Mede in dit kader organiseert de Seniorenraad Halderberge en de Sa-menwerkende Ouderenorganisaties Halderberge (SOH) in samenwerking met diezelfde gemeente en brand-weer op woensdag 1� december in Fidei et Arti in Oudenbosch een in-formatie en voorlichtingsmiddag met als thema: Veilig wonen in uw eigen woonomgeving. Brandpreventie is momenteel een hot item.Tja en wie wil er nu niet spelen met echte brandweer spullen, zoals met een heuse brandweerspuit ballen van oranje pionnen spuiten. De enthousiaste leerlingen konden zelf ervaren hoe het voelt om te blus-sen. Ook een kijkje in een knalrode brandweerauto met echte toeters en bellen werd door de jeugd met beide handen aangegrepen. Ook een tank-autospuit stond op het plein opgesteld waar door professionals de werking ervan werd uitgelegd. Dit spektakel vond gretig gehoor bij de kinderen. Er

waren op het schoolplein diverse ac-tiviteiten uitgestald waar de kinderen volop genoten van deze speelse en educatieve opzet. Vol enthousiasme gaven de schoolkinderen zich hier-aan over. Dat er af en toe eens een klein straaltje wat afweek was all-in the game. Dat het ook leerzaam was geweest bleek wel uit de reacties van de kinderen. “Ik had het heel anders verwacht,” aldus een van de deelnemertjes”. Ook burgemeester Giel Janssen gaf met zijn aanwezigheid het belang van deze middag weer. “Mensen zijn in eerste instantie zelf verant-woordelijk. De mensen moeten zich bewust zijn van het feit dat ze brand moeten voorkomen.” Dit werd mede onderschreven door Mark van der Kaap van de Brandweer Midden en West-Brabant en voegde er aan toe: “Onzer inspanningen zijn niet alléén gericht op het paraat staan bij o.a. woningbrand. Maar wij willen graag met onze partners en andere maatschappelijke instellingen werken aan voorkoming van branden. Als er dan toch brand uitbreekt moeten mensen in eerste instantie een veilige vluchtweg vinden. Immers het dit ontvluchten moet gebeuren vóórdat de brandweer arriveert.” Deze mid-dag was niet alleen speels, maar er werd ook voorlichting gegeven aan de kinderen en hun ouders.

Antoon Koevoets

Op woensdag 29 oktober organi-seerde de gemeente Halderberge in samenwerking met Brandweer Midden en West-Brabant en De Samenstichting een leuke en leer-zame middag op het schoolplein van basisschool De Steiger in Stampersgat.

Een middag spelen met water, waarbij de kinderen al dan niet met behulp van leden van de jeugdbrandweer Halderberge spelenderwijs werden gewezen en onderwezen op de geva-ren van brand in je directe woonom-geving. Namens De Samenstichting Stampersgat was bestuurslid Chantal Franken-Hak aanwezig die het ‘vuur’

<<<