Jaarboek vereniging Oud Monnickendam
-
Upload
vincent-keesmaat -
Category
Documents
-
view
259 -
download
7
description
Transcript of Jaarboek vereniging Oud Monnickendam
Vereniging Oud Monnickendam
j a a r b o e k 2 0 0 7
ve
re
ni
gi
ng
o
ud
m
on
ni
ck
en
da
m
ja
ar
bo
ek
2
00
7
VOM_jaarboek07_omslag 30-07-2007 10:48 Pagina 1
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 120
Vereniging Oud Monnickendam
j a a r b o e k 2 0 0 7
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 1
Vereniging Oud Monnickendam
voorzitter
Jan Konijn
vice voorzitter
Koert Kraak
secretaris
Vincent Keesmaat
Wendelmoet Claesdochterlaan 15
1141 ja Monnickendam
telefoon 0299 6551 67
v.keesmaatAwxs.nl
penningmeester
Jaap Balvers
Rielant 63
1141 re Monnickendam
telefoon 0299 651938
leden
Garrelt Bont
Klaas Roos
Lise Schokking
Ed Willms
Ton Meijer
2
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 2
Inhoud
Voorwoord 4
Website Vereniging Oud Monnickendam 6
Jaarverslag Vereniging Oud Monnickendam 2006 7
Verslag algemene ledenvergadering 21 september 2006 11
De drooglegging van de Gouwzee Drs. J. Mewe-Reekers 17
Twee bekende Monnickendammers: Nicolaas Hoefnagel, Jacob Kroonenburg 31
Nicolaas Hoefnagel Ds. C.A. E. Groot 32
Jacob Kroonenburg Ds. C.A. E. Groot 66
Verslag van de penningmeester over het jaar 2006 91
Jaarverslag 2006 van de Stadsgidsen 95
Stichting Museum de Speeltoren – jaarverslag 2006 98
Commissie Stads- en Dorpsbeheer Gemeente Waterland 2005 107
3
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 3
Voorwoord
Het bestuur is verheugd u het Jaarboek 2007 van de Vereniging Oud Monnic-
kendam aan te kunnen bieden. Ook doen de diverse aan onze vereniging geli-
eerde stichtingen en groepen wederom verslag van hun activiteiten in het afge-
lopen jaar. En natuurlijk zijn er wederom diverse interessante artikelen over de
Monnickendamse geschiedenis in het jaarboek opgenomen. Ik verwijs u hier-
voor naar de inhoudsopgave waarbij u het artikel met de naam van de auteur
kunt vinden.
De vereniging heeft het afgelopen jaar haar aandacht geschonken aan verschil-
lende acties en vernieuwingen, zoals het gebruik maken van e-mail als commu-
nicatiemiddel, het opzetten van een eigen website, automatische incasso voor
het innen van de contributie en het opstellen van een vernieuwd verkeerscircu-
latieplan voor de oude binnenstad van Monnickendam. Hieronder worden deze
acties en vernieuwingen kort toegelicht.
Internet en e-mail
Vernieuwingen waren er o.a. in de vorm van het gebruik van internet. Ook aan
onze vereniging geeft het medium internet vele nieuwe communicatiemoge-
lijkheden met zowel leden als niet-leden.
Door onze secretaris is een geheel nieuwe website (www.oudmonnickendam.nl)
ontwikkeld, waarbij wij ons op een efficiënte manier kunnen presenteren en in-
formatie kunnen geven over Monnickendam en zijn historie. Velen hebben
onze website reeds benaderd en gebruik gemaakt van de informatie die via dit
medium beschikbaar is.
Ook wil onze vereniging in toenemende mate gebruik gaan maken van de mo-
gelijkheid direct per e-mail met onze leden te communiceren. Het is de bedoe-
ling, dat in de toekomst informatie en mededelingen grotendeels via de e-mail
naar onze leden worden verstuurd. Naast de snelheid van dit medium, bespaart
het ook veel werk en kosten. Degenen die niet beschikken over een computer of
4
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 4
5
e-mailadres, zullen uiteraard de informatie via onze gebruikelijke mailings
blijven ontvangen. Ons secretariaat heeft inmiddels een begin gemaakt met het
toevoegen van alle e-mailadressen aan de ledenadministratie. Echter, nog lang
niet alle leden hebben hun e-mailadres doorgegeven. Daarom verzoek ik u vrien-
delijk doch dringend dit, voor zover u dit nog niet hebt gedaan, op korte termijn
door te geven aan het secretariaat.
Automatische incasso contributie
Uw bijzondere aandacht wil ik vragen voor het verlenen van een machtiging om
de jaarlijkse contributie automatisch te laten incasseren. Al enkele jaren verzoe-
ken wij onze leden de betaling van de contributie via een machtiging voor auto-
matische incasso te laten plaatsvinden. Deze wijze van betaling is zowel voor de
vereniging als voor onze leden een eenvoudige en makkelijke manier om het
bedrag van de contributie over te maken.
Er zal een tijd komen dat zonder machtiging het jaarboek niet meer kan wor-
den verzonden. Onze penningmeester besteedt jaarlijks veel tijd aan het binnen
krijgen van de contributie.
VCP en aanpak parkeerproblematiek
Het afgelopen jaar stond voor een groot deel in het teken van het opstellen van
een vernieuwd Verkeerscirculatieplan (VCP) voor de oude binnenstad van Mon-
nickendam en hieraan gekoppeld een plan om de parkeerproblematiek aan te
pakken. En ook het komend jaar zal dit onderwerp prominent op de agenda van
het VOM-bestuur blijven staan. In februari 2007 heeft de vereniging haar leden
bijeen geroepen om van gedachten te wisselen over zaken zoals de verkeerscir-
culatie en de parkeerproblematiek in de oude binnenstad van Monnickendam
nu en in de toekomst. Op die avond is tevens een enquête onder de aanwezigen
gehouden, waaruit bleek dat een meerderheid van de aanwezigen in het alge-
meen positief is over de voorstellen zoals op die avond werden gepresenteerd.
Het bestuur is druk doende met het verwerken van de opmerkingen en sugges-
ties en de verdere ontwikkeling van haar voorstellen en hoopt nog voor de jaar-
vergadering enige concrete voorstellen op papier te hebben. Op korte termijn
zal het concept VCP ook op de website worden gepresenteerd.
Elk jaar is het samenstellen en verzamelen van het Jaarboek een heel karwei.
Ook dit jaar hebben wij het weer voor elkaar gekregen alle puntjes en komma’s
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 5
op een rij te zetten en daarom wil ik al diegenen bedanken die hebben mee-
gewerkt aan het tot stand komen van dit prachtige Jaarboek 2007.
Wij hopen dat u dit Jaarboek met veel plezier en genoegen zult lezen en als na-
slagwerk zult gaan gebruiken.
Met vriendelijke groet,
Namens het bestuur van de Vereniging Oud Monnickendam
Jan Konijn, voorzitter
Monnickendam, april 2007
6
Website Vereniging Oud Monnickendam
Sinds maart 2007 heeft de Vereniging Oud Monnickendam een eigen website!
Op de website kan men informatie vinden over de doelstelling en de activiteiten van de ver-
eniging. Ook kan men via de ‘beeldbank’ grasduinen in een verzameling foto’s van het
Monnickendam in vroeger tijden. Bovendien is er een archief opgenomen met daarin de ar-
tikelen zoals verschenen in de jaarboeken van de vereniging. Deze artikelen zijn via een
zoekterm, een jaartal of een auteursnaam gemakkelijk op te roepen. En natuurlijk is er nog
veel meer op de site te vinden zoals een lange lijst met interessante links, het laatste nieuws
rondom zaken die de vereniging aangaan en een lijst met artikelen die via de vereniging
kunnen worden aangeschaft.
Het adres van de website is: www.oudmonnickendam.nl (met introfilmpje)
of www.oudmonnickendam.nl/VOM.html (zonder introfilmpje).
De komende tijd zal er nog ver-
der aan de website worden ge-
bouwd. Er zal worden gepro-
beerd de informatie op de web-
site zo actueel mogelijk te hou-
den en waar mogelijk uit te
breiden. Suggesties voor aan-
passingen en uitbreidingen van
de website zijn van harte wel-
kom en kunnen aan de secreta-
ris kenbaar worden gemaakt.
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 6
Jaarverslag Vereniging Oud Monnickendam 2006
Het verslagjaar begon dramatisch door de ziekte van Cees Lagrand. Ed Willms
nam zijn taken over totdat wij een nieuwe secretaris hadden gevonden. Cees ver-
vulde meer taken dan alleen die van secretaris. Hij was actief voor het museum,
verzorgde met Lise het jaarboek en vervulde samen met zijn vrouw een voortrek-
kersrol bij de Stadsgidsen. Na enkele maanden zag het er niet naar uit dat Cees
de functie van secretaris nog zou kunnen vervullen en is gezocht naar een nieu-
we secretaris. Zo kwamen wij Vincent Keesmaat op het spoor. Na een uitvoerig
gesprek met hem verklaarde hij zich bereid de taken van Cees op zich te nemen
en werd hij in de jaarvergadering van september 2006 gekozen tot de nieuwe se-
cretaris.
Uitgifte boeken
De VOM heeft ook dit jaar weer een boek uitgegeven. Het boek over de Grote
Kerk, geschreven door Harry Voogel, is op vrijdag 27 oktober gepresenteerd in
de Grote Kerk. Vele genodigden en leden van de vereniging zagen de uitgave
met veel belangstelling tegemoet. Het boek telt 128 bladzijden met meer dan
170 foto’s. Bij zijn onderzoek heeft Harry gebruik gemaakt van het onderzoeks-
werk van Gerard Verloop. Dik Oosterveld, oud-voorzitter van onze vereniging
en sinds jaren zeer actief in de dagelijkse activiteiten van de Grote Kerk, schreef
het voorwoord.
De Vereniging heeft van het Prins Bernardfonds een financiële bijdrage ontvan-
gen voor de publicatie van het boek ‘Monnickendam in Waterland’, geschreven
door Addy van Overbeeke. Het verschijnen van het jaarboek 2006 ondervond
enige vertraging vanwege de situatie met Cees Lagrand. In plaats van in mei/
juni werd het jaarboek eind november 2006 naar de leden gezonden.
Excursies
Op 20 mei is er een succesvolle voorjaarsexcursie gehouden naar Hoorn met als
thema ‘de VOC periode’. Onze zustervereniging Oud Hoorn heeft ons ontvan-
gen en voor de gidsen gezorgd. Het was een zeer geslaagde dag in de bijzondere
maar vooral mooie stad Hoorn.
7
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 7
8
Rondvaart in Amersfoort (boven); Museum Flehite, Amersfoort (onder) foto’s Lise Schokking
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 8
De najaarsexcursie ging dit jaar op 30 september naar Amersfoort. Deze stad,
die menigeen voorbijrijdt op weg naar vakantie, is een heel bijzondere stad ge-
bleken met een lange historie. Een stad ook waar nog veel historische gebouwen
bewaard zijn gebleven. De rondvaart was voor menigeen heel bijzonder en werd
ervaren als het hoogtepunt van de dag. De stadswandeling was zeer uitgebreid
en de lunch, als altijd zeer belangrijk bij een dergelijke excursie, was naar ieders
wens, geanimeerd en goed verzorgd. Al met al een geslaagde dag.
Bezoek zustervereniging Historische Kring IJsselstein aan Monnickendam
Door ons contact met andere historische verenigingen is Monnickendam een
geliefde stad geworden voor een tegenbezoek. De gidsen verzorgden ’s morgens
de rondleidingen en na een lunch bij de Waegh werd door Klaas Roos uitleg ge-
geven over het leerbehang in het voormalige stadhuis aan het Noordeinde.
Daarna werd de middag na een bezoek aan de Lutherse Kerk afgesloten in de
Grote Kerk. In de Grote Kerk werd de geschiedenis met grote belangstelling ge-
volgd en was de Stichting IJsschuiten aanwezig met enkele IJsschuiten en een
doorlopende filmvoorstelling.
Samenwerking Areópagus
Ook dit jaar zijn enkele lezingen georganiseerd samen met Areópagus. Drie le-
zingen werden gehouden over de Grote Kerk over respectievelijk het gebouw,
het orgel en de gebruikers van de Grote Kerk. Lise, Koert en Jaap zijn de contact-
personen tussen VOM en Areópagus.
Werkgroepen
Naast de diverse werkgroepen is, buiten de WG Areópagus en de WG Stads- en
Dorpsbeheer (SDB), de WG website met succes opgestart. De website is in maart
2007 ‘online’ gegaan. De eerste resultaten zijn zeer positief en heel veel infor-
matie, jaarboekartikelen en oude foto’s zijn er nu op te raadplegen. Ook links
naar andere verenigingen en groepen zijn opgezet. Dankzij Vincent heeft de
vereniging een nieuwe vorm van communiceren met zijn leden en uiteraard
ook andere belangstellenden tot stand gebracht. Ik zou zeggen: bezoek onze
website eens, want die is zeer de moeite waard!!!
De WG SDB heeft dit jaar een gesprek gehad met Burgemeester en wethouders
over de bouwvoorschriften en de handhaving daarvan. In een open gesprek
hebben wij de ogen kunnen openen voor schrijnende gevallen waarbij de ge-
meente vele steken heeft laten vallen op het gebied van controle en handhaving.
Met een digitale presentatie van Ton Meijer zijn de diverse objecten getoond en
overhandigd aan Anne van Wijngaarden. Er is afgesproken dat regelmatig ge-
9
j a a r v e r s l a g v e r e n i g i n g o u d m o n n i c k e n d a m 2 0 0 6
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 9
sprekken gaan plaatsvinden met de gemeente, waarin de voortgang met betrek-
king tot handhaving en controle van de bouwvoorschriften en de naleving van
bouwvergunningen worden besproken. Helaas moeten wij constateren dat ‘re-
gelmatig’ als een ruim te interpreteren begrip wordt toegepast door de gemeen-
te Waterland. Want sinds het eerste gesprek is alleen nog een verslag ontvangen
waarin na een jaar nogmaals de zaken onder de loep worden genomen. Sinds-
dien is niets meer vernomen. Ondertussen is weer met de gemeente contact op-
genomen om toch de gesprekken regelmatiger te laten plaatsvinden, omdat
volgens de WG nauwelijks iets ondernomen is door de gemeente.
Verkeerscirculatieplan (VCP)
Een aanzet is gemaakt voor een nieuw Verkeerscirculatieplan met daarin het par-
keerprobleem als hoofdonderwerp. Het idee is om de binnenstad van Monnic-
kendam zoveel mogelijk parkeervrij te maken zodat onze mooie stad tot zijn
recht komt en de mooie plekjes niet door auto’s onnodig worden verborgen.
Het plan moet evenwichtig zijn en alle partijen moeten zich erin kunnen vin-
den. Nieuwe parkeermogelijkheden moeten worden gecreëerd en offers zullen
worden gevraagd van de bewoners in de binnenstad. Overleg en inspraakavon-
den zullen worden georganiseerd om voldoende draagkracht te kunnen ver-
krijgen, niet alleen van onze leden maar vooral van de inwoners en winkeliers
en ondernemers van de binnenstad.
Bij het tot stand komen van dit jaarboek zijn de plannen gepresenteerd en is een
enquête gehouden onder aanwezigen. De plannen zijn op grond van deze avond
en de informatie via de enquête verder ontwikkeld en wij staan aan de voor-
avond van een tweede presentatie.
10
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 10
Verslag algemene ledenvergadering 21 september 2006
Locatie: het Oude Weeshuis
Aanwezig: 8 bestuursleden en 23 leden; afwezig met bericht: mw. H. Slauerhof
1. Opening
De voorzitter verontschuldigt zich voor het feit dat de ledenvergadering een half
jaar later wordt gehouden dan normaal het geval is. Dit heeft verschillende oor-
zaken: de afwezigheid wegens zeer ernstige ziekte van de secretaris Cees Lagrand
en de eveneens ernstige gezondheidsproblemen van zijn vervangster Lise Schok-
king. Door deze betreurenswaardige feiten heeft ook het uitkomen van het Jaar-
boek ernstige vertraging opgelopen. De planning is nu dat het Jaarboek begin
december gereed zal zijn voor verspreiding onder de leden.
2. Notulen jaarvergadering d.d. 10 mei 2005
Er zijn geen opmerkingen. De notulen worden goedgekeurd.
3. Notulen ledenvergadering d.d. 23 mei 2006
Er zijn geen opmerkingen. De notulen worden goedgekeurd.
4. Mededelingen van het bestuur
a. Terugloop van het ledenaantal van de VOM
Er is bezorgdheid over de terugloop van het ledenaantal van de VOM. Dit punt
heeft blijvend grote aandacht binnen het bestuur. Er bestaan verschillende idee-
ën om dit probleem aan te pakken: 1. per wijk de bewoners benaderen (via en fol-
der in de brievenbus; hier is reeds mee gestart), 2. Het in de lucht brengen van een
aantrekkelijke website waarin de vereniging zichzelf en haar activiteiten presen-
teert (dit zou in het komende jaar z’n beslag moeten krijgen), 3. Het aanbieden
van een gecombineerd lidmaatschap met de zusterverenigingen Vereniging IJs-
schuiten Monnickendam en Gidsen Historische Binnenstad Monnickendam.
4. Het betrekken van de Monnickendamse jeugd door het ontwikkelen van les-
pakketten waar docenten op basis- en middelbare school mee kunnen werken.
11
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 11
b. Uitbreiding Museum de Speeltoren
De besluitvorming rond de uitbreiding van museum de Speeltoren is inmiddels
in een vergevorderd stadium. De laatste ontwikkelingen zijn positief. Klaas Roos
geeft een uitgebreide toelichting. De verwachting is dat na het doorlopen van alle
noodzakelijke (ambtelijke en technische) procedures de bouwvergunning over
ongeveer een half jaar wordt afgegeven. Pas als ook de financiering rond is geko-
men kan er met de bouw worden gestart.
c. Evenementen in Canada en Australië voor de vereniging IJsschuiten.
Er zijn verzoeken gekomen uit Canada en Australië betreffende de participatie
van de Vereniging Ijschuiten Monnickendam aan evenementen in de nabije toe-
komst. Hier valt echter nog weinig over te zeggen.
d. Boek Harry Voogel over de Grote of St-Nicolaaskerk te Monnickendam
Het nieuwe boek van Harry Voogel over de Grote of St-Nicolaaskerk te Monnic-
kendam is klaar en zal op 27 oktober worden gepresenteerd. Uiteraard in de
Grote Kerk. Alle leden van de V.O.M. en de vereniging Vrienden van de Hervorm-
de Kerk hebben hierover een schrijven ontvangen. De mogelijkheid bestaat vóór
in te schrijven voor dit boek. Men krijgt dan een kleine korting. Van elk verkocht
boek zal 1 euro worden geschonken t.b.v. de renovatie van de kerk. Harry heeft
bij de samenstelling van dit boek deskundige ondersteuning gekregen.
e. Najaarsexcursie 2006 naar Amersfoort
Aangezien deze excursie reeds over tien dag zal plaatsvinden, is de verloting van
twee gratis kaarten niet meer mogelijk. De excursie kent een gevarieerd pro-
gramma met o.a. een boottocht en een wandeling. Er zijn nog enkele plaatsen
vrij.
f. Bijeenkomst over de plannen voor een nieuwe bestemming van het Hemmeland
Het bestuur roept de aanwezige leden op om op woensdagavond 27 september
a.s. om 20.00 uur in de grote Kerk aanwezig te zijn bij de bijeenkomst over de
plannen voor een nieuwe bestemming van het Hemmeland. Het bestuur is van
mening dat eventuele vernieuwingen op het Hemmeland slechts dan gereali-
seerd mogen worden als er een goede balans wordt gevonden met de bestaande
situatie.
g. Discussie over de locatie van het nieuwe bedrijventerrein
De vereniging heeft nog niet echt actief aan deze discussie deelgenomen, ook
omdat deze nog amper op gang is gekomen. Het bestuur is van mening dat de
plannen eerst moeten uitventileren.
12
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 12
5. Jaarverslag V.O.M. 2005
Na verzoek aan de aanwezige leden direct op bepaalde punten te reageren, leest
de voorzitter leest het verslag voor. De volgende zaken komen achtereenvolgens
aan de orde:
a. samenwerking met Areopgagus: Er worden hierbij door sommige leden kantteke-
ningen geplaatst. Is het niet mogelijk dat de VOM weer op eigen initiatief lezin-
gen gaat organiseren? Men is bang ondergesneeuwd te raken onder het over-
weldigende lezingenaanbod van Areopgagus en de grote populariteit die deze
vereniging geniet onder de Monnickendamse bevolking. Het is nu niet duide-
lijk wat de plaats van de VOM is binnen het lezingencircuit. Het voorzitter zegt
toe dit punt binnen het bestuur aan de orde te stellen.
b. werkgroep Jeugd: vanaf dit najaar zullen er binnen het bestuur plannen worden
ontwikkeld om de jeugd meer te betrekken bij de rijke historie van Monnicken-
dam.
c. werkgroep ledenwerving: vooral in de buitenwijken zijn er nog weinig lidmaat-
schappen. Deze wijken moeten dus extra aandacht krijgen bij de werving van
nieuwe leden.
d. werkgroep website: het ligt in de bedoeling dat er binnen nu en een jaar er een in-
teressante, gebruiksvriendelijke en aantrekkelijke website van onze vereniging
in de lucht wordt gebracht.
e. werkgroep cruise: Lise ontvouwt haar ideeën om een deel van de (groeiende)
cruise-passagiersmarkt naar Waterland te lokken. Dit zou kunnen door een aan-
trekkelijk bootreisaanbod vanuit Amsterdam door de binnenwateren naar Broek
in Waterland en Monnickendam, waar een rondwandeling met gids zou kunnen
plaatsvinden en dan eventueel door naar Marken. Vervolgens gaat men met de
bus weer naar Amsterdam. Lise heeft inmiddels contact gehad over deze plan-
nen met de Stichting Promotie Waterland, de verschillende touroperators en de
Provincie maar de gesprekken bevinden zich nog in een prematuur stadium.
Achterliggende gedachte is ook om de bruggen en sluizen in en rond Monnic-
kendam te laten draaien.
f. werkgroep CSDB: Men vraagt waarom Klaas Roos hier geen deel van uitmaakt.
De voorzitter antwoordt dat dat niet mogelijk is vanwege de mogelijke schijn
van belangenverstrengeling.
De werkgroep is, wegens ontevredenheid over de activiteiten van de CSDB en de
betrokken gemeente-afdelingen begin dit jaar op zelf zoek gegaan naar achter-
stallig onderhoud en verkeerd uitgevoerde bouwvergunningen in de binnen-
stad en heeft hier foto’s van gemaakt. Deze zijn op CD-ROM aangeleverd bij de
gemeente, afdeling Bouw- en Woningtoezicht. Men heeft het idee dat de CSDB
13
v e r s l a g a l g e m e n e l e d e n v e r g a d e r i n g 2 1 s e p t e m b e r 2 0 0 6
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 13
als adviesorgaan te weinig daadkracht kan tonen. Het werkgebeid van deze
commissie breidt zich uit over een groot deel van Waterland waardoor de Mon-
nickendamse belangen misschien niet altijd even scherp op het netvlies staan.
En bij de gemeente blijkt handhaving van de regelgeving geen prioriteit te heb-
ben. De werkgroep bespeurt een gebrek aan bezieling bij de betreffende ambte-
naren als het gaat om de bescherming van het stadsgezicht van Monnickendam.
De gemeente heeft inmiddels wel via een officiële brief laten weten binnen een
jaar op deze foto’s te reageren. De leden sporen de werkgroep aan om de mid-
dels herinneringsbrieven aan de gemeente, de kwestie levend te houden.
Vraag uit de zaal: waarom is er geen werkgroep ‘Jaarboek’? En wie kunnen de
leemte na het wegvallen van dhr. L. Appel bij het schrijven van interessante arti-
kelen gaan vullen? Lise antwoordt dat in de persoon van dominee C. H. E. Groot
inmiddels een waardig opvolger van Leen Appel is gevonden. En er zijn momen-
teel meer personen die iets willen schrijven in het Jaarboek.
6. Financieel verslag van de Penningmeester over het jaar 2005
Koert Kraak licht het financiële jaarverslag toe. Enkele opmerkingen: Het voor-
nemen om het fonds Gouwzeewerf op te heffen en het vermogen aan het fonds
‘Museum de Speeltoren’ toe te voegen, zal in de volgende ledenvergadering in
stemming worden gebracht. Het is correct dat er twee keer een subsidie van het
Prins Bernhardfonds is ontvangen, nl. voor 2005 en 2006. Het begroot bedrag
van de contributie is iets verhoogd. De jaarcontributie is niet verhoogd. Met de
verkoop van het boek ‘Monnickendam in Waterland’ is in 2005 korte tijd verlies
geleden. Het duurt altijd even voordat er break-even wordt gespeeld. Dit verlies
is nu weer teniet gedaan.
Het verslag wordt goedgekeurd.
7. Verslag van de kascommissie
Afgelopen maandag zijn de boeken gecontroleerd door mw. Mulder, de heer C.
Karmelk en de heer J. Regeling. Men heeft kas en boeken op orde bevonden. Voor-
stel aan het bestuur is daarom om de penningmeester te herkiezen.
8. Benoeming nieuwe kascommissie
Dhr. Bekkers biedt aan om volgend jaar deze controletaak op zich te nemen.
Het is nog niet duidelijk wie het reservelid wordt.
14
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 14
9. Verkiezing/Samenstelling Bestuur
Zoals eerder aangegeven kan Cees Lagrand zijn taken als secretaris wegens zeer
ernstige gezondheidsklachten niet meer uitvoeren. Dit wordt zeer door de leden
betreurd. Zoals iedereen weet, heeft Cees zich jaren achtereen met een tomeloze
inzet op allerlei gebied verdienstelijk gemaakt voor de vereniging. Het bestuur
draagt nu Vincent Keesmaat voor als nieuwe secretaris. Vincent stelt zich voor
en vertelt dat hij Neerlandicus is, sinds twee jaar in de Markgouw woont en voor-
ouders heeft die vanaf de 17e tot en met begin 19e eeuw in Monnickendam heb-
ben gewoond. Lise en Koert hebben zich herkiesbaar gesteld voor een nieuwe
periode van drie jaar. De ledenvergadering gaat akkoord met de benoeming en
herbenoeming van bovengenoemde personen.
10. Rondvraag
Vraag 1: Wanneer kunnen de paaltjes in de Kerkstraat verdwijnen? Auto’s die
parkeren naast de paaltjes worden niet eens meer bekeurd!
Antwoord bestuur: Dit is een blijvend actiepunt van het bestuur. Net zoals het au-
tovrij maken van de binnenstad. De fietsers lopen nu te veel gevaar. Er zal echter
nog heel wat moeten gebeuren voordat dit zal worden gerealiseerd. Men denke
alleen al aan de parkeerproblematiek die hierdoor zou ontstaan.
De voorzitter stelt voor om een aparte avond met de leden te beleggen over de
verkeersproblematiek in de binnenstad om een duidelijk standpunt te bepalen.
Dit voorstel wordt positief ontvangen.
Vraag 2: Hoe staat het met de herbouw van Molen de Vriendschap?
Antwoord: Hier valt nog weinig over te zeggen maar het ingezamelde geld is
zeker niet verloren. Ook dit blijft een aandachtspunt.
Vraag 3: Dhr. S. Koerse zou graag zien dat in het jaarverslag onder ‘Nieuwbouw
museum’ de zinsnede ‘negatieve reacties’ wordt veranderd in ‘afkeurende reac-
ties’.
Vraag 4: Komt er nog een financieel verslag van het Hoofdcomité Stadsfeesten?
Antwoord: De boeken worden gecontroleerd door een accountantsbureau. Daar
is echter nog niets van vernomen. Er zal een brief aan dit bureau worden opge-
steld.
11. Sluiting van de vergadering
De voorzitter bedankt de leden hartelijk voor hun aanwezigheid en hun deelna-
me aan de discussies en sluit de vergadering.
15
v e r s l a g a l g e m e n e l e d e n v e r g a d e r i n g 2 1 s e p t e m b e r 2 0 0 6
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 15
12. Lezing van dhr. S. Koerse
Na de pauze houdt dhr. S. Koerse een interessante lezing over grachten en sloten
in Monnickendam door de eeuwen heen. Eén en ander wordt geïllustreerd aan
de hand van een grote kaart van Monnickendam waar de gegraven en gedempte
sloten en grachten kunnen worden opgeplakt en afgehaald. Het wordt duidelijk
dat Monnickendam in vroeger dagen over nog veel meer sloten en grachten be-
schikte dan nu het geval is.
13. Volgende vergadering
De volgende vergadering wordt verwacht plaats te vinden in mei/juni 2007.
16
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 16
De drooglegging van de Gouwzee Hoe 40 jaar plannen maken uiteindelijk nergens toe leidde
Drs. J. Mewe-Reekers
Inleiding
In het begin van de 17e eeuw waren er veel droogmakerijen benoorden het IJ.
Het meest bekend zijn de Beemster, de Schermer en de Purmer. Maar ook de drie
Waterlandse meren, het Broeker-, Buiksloter en Belmermeer werden in die tijd
drooggelegd.
Al deze droogmakerijen waren door de bevolkingstoename, die eind 16e eeuw
begon en waarvoor meer voedsel nodig was en door een lang aanhoudende stij-
ging van de grondprijs, zeer lucratief. Niet voor de boeren, die waren arm, maar
voor de steden en hun kapitaalkrachtige bewoners.
De drooglegging van de Purmer
Op 6 december 1612 werd door de colleges van burgemeesters van de steden
Monnickendam en Edam octrooi aangevraagd bij de Staten van Holland en
West-Friesland voor het droogmalen van de Purmer.1 Steden en dorpen die zich
in hun belangen bedreigd zagen, m.n. Purmerend, Alkmaar, Katwoude, Purmer-
land, Ilpendam en ook het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen
dienden allen bezwaren in. In reactie op al deze bezwaren kochten Monnicken-
dam en Edam alle gronden onder het water van de Purmer op, zodat niemand
daar nog rechten op kon doen gelden.2 Alkmaar zag in de bedijking een gevaar
voor haar scheepvaart naar de Zuiderzee, aan dit bezwaar werd tegemoetgeko-
men door vaststelling van een zodanig peil van het boezemwater van de Purmer
dat de schepen konden blijven varen.
Het Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen vreesde een verkleining van zijn
waterberging, waardoor meer overtollig water moest worden afgevoerd. Door
het maken van een nieuwe sluis in Edam en het graven van een kanaal met stenen
sas werd hieraan tegemoet gekomen.3
Door tegemoet te komen aan deze bezwaren en ook door de vertegenwoordi-
ging van de gedeputeerden, meestal één of twee burgemeesters en de goede con-
tacten van hun stadsadvocaat, de pensionaris bij de Staten, had men directe en
positieve invloed op de besluitvorming. In juni 1617 verkregen Edam en Mon-
17
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 17
nickendam dan ook het octrooi voor de bedijking van de Purmer.4 In 1618 jaar
begonnen de werkzaamheden en in 1622 viel de nieuwe polder droog. Voor
Monnickendam waren de belangen bij de drooglegging groot. Zij kreeg als
hoofdingeland meer grond in bezit. In dit gebied kon zij daardoor inkomsten
verkrijgen uit de verhuur van grond, uit belastingen en uit het innen van boe-
ten, waarover zij de jurisdictie had. De producten die de eigen grond opleverde,
werden in de stad geleverd en de inkopen van de huurders van de percelen wer-
den gedaan bij lokale producenten. Ook Edam, Katwoude en Purmerend werd
grond in de nieuwe polder toegewezen.
Pieter Tedingh van Berckhout
Tot de hoofdingelanden van de Purmer behoorden ook een aantal particulie-
ren, waaronder twee telgen uit het geslacht Tedingh van Berckhout, Adriaan en
Pieter.5 Zij waren telgen uit het gelijknamige geslacht uit Hoorn.6
Van deze familie woonde al in 1579 een vertegenwoordiger in de stad Monnic-
kendam. In dat jaar namelijk vroeg Jan Pietersz Berckhout, brouwer, uitstel van
betaling voor de komende zes jaar.7 Zijn zoon Jan Jansz Teding erfde de brou-
werij en was in 1583 en 1584 vroedschapslid in Monnickendam.8 Een andere zoon,
de bovengenoemde Pieter Tedingh van Berckhout (1586-1656) zat in de vroed-
schap en was lange tijd officier in Monnickendam. Waarschijnlijk was Adriaan,
ook hoofdingeland, een broer van Pieter, hij overleed in 1620.
Door de gunstige ervaringen van Pieter van Berckhout met de drooglegging van
de Purmer liet hij zijn oog nu vallen op de Gouwzee. Dit water en diverse
meren, w.o. de Haarlemmer- en Starnmeer en diverse slikken en schorren ston-
den op een lijst die de Gecommitteerde Raden in Den Haag aan de Camer van de
Rekeninge hadden aangeboden met het voorstel deze te verkopen.9 De op-
brengst zou zeer welkom zijn gezien de slechte financiële situatie van ’s lands
kas. De verkopen zijn nooit doorgegaan, maar het geeft wel aan dat de Gouwzee
als een ondiep, onbelangrijk deel van de Zuiderzee werd beschouwd. Op dit ge-
bied had Pieter van Berckhout, zoals gezegd, zijn oog laten vallen.
Eerste octrooi-aanvraag voor de drooglegging van de Gouwzee
Op 21 november 1626 wordt het verzoek van Pieter Tedingh van Berckhout en
zijn medestanders om hen octrooi te verlenen voor de drooglegging van de
Gouwzee behandeld in de Staten van Holland en West-Friesland.10 De verte-
genwoordigers van de edelen in de Staten stelden voor het verzoek te zenden
naar de Camer van de Rekeninge voor advies. Hiermee werd het voorlopig op de
lange baan geschoven.
18
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 18
Vermoedelijk hoorden de vertegenwoordigers van de stad Monnickendam toen
voor het eerst van deze plannen want zij verzochten om een kopie van het oc-
trooiverzoek, zodat zij met de overige burgemeesters en de vroedschap konden
overleggen.11 Ook de gedeputeerden van Amsterdam, Edam en Hoorn vroegen
om een kopie. Deze steden hadden hun belangen op het oog en wilden niet ge-
confronteerd worden met voor hun stad negatief uitwerkende effecten. De Sta-
ten besloten dat deze vier steden een kopie van het verzoek tot drooglegging
van de Gouwzee zou worden toegezonden.12
Bezwaren van de hoofddorpen van Waterland
De burgemeesters van de zes hoofddorpen van Waterland, Broek in Waterland,
Zuiderwoude, Zunderdorp, Ransdorp, Schellingwoude en Landsmeer moeten
ook van de bedijkingplannen hebben gehoord, want op 16 januari 1627 reageer-
den zij hierop. En ook de burgemeesters van Purmerland en Landsmeer hadden
zich hierbij aangesloten. Zij allen voorzagen grote problemen voor Water-
land.13
Door de nieuwe dijk zouden de rietvelden voor de Waterlandse zeedijk verdwij-
nen. Deze rietvelden waren heel belangrijk, door het neerslaan van slib in deze
velden kon het verslibde riet gebruikt worden voor onderhoud van de dijk.
Grond was een schaars goed in Waterland. Na de dijkdoorbraken in 1625 bij
Durgerdam deed Waterland zijn naam eer aan. Goede grond was nergens te vin-
den. Voor het dichten van de dijk moest men grond halen uit de buitendijkse
hogere gronden van de Nes en het Hemmeland. Zij eisten dan ook dat voor de
dijk in de Gouwzee de bedijkers grond moesten halen buiten de ring van Water-
land.
Ook zou door het bedijken Waterland van haar twee beste plaatsen voor het uit-
wateren worden beroofd, de duiker bij de Poel en de sluis van Zuiderwoude. Bij
laag water en zuidwesten wind kon nu het overtollige water hier heel snel af-
vloeien.
Ter compensatie moesten de bedijkers zorgen voor watermolens op deze plaat-
sen. De kosten, ook voor de molenaars, zouden voor altijd betaald moeten wor-
den door de bedijkers. Bovendien wilde men voor de verdwenen sluis en duiker
f. 13.- vergoeding voor ieder dorp.
Ook voorzag men grote problemen als de bedijking, b.v. door oorlog, niet vol-
tooid zou worden en de nieuwe dijken weer zouden verdwijnen. Dan zou Wa-
terland heel kwetsbaar worden, zonder de rietvelden tot bescherming en onder-
houd van de Waterlandse zeedijk.
19
d e d r o o g l e g g i n g v a n d e g o u w z e e
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 19
Voordelen voor Monnickendam
Inmiddels was ook Monnickendam als belanghebbende in zicht gekomen.
Naast de grondaanwinning, de burgemeesters en de vroedschap wilden 1/5 á 1/6
deel van het nieuwe land in eigendom, zag men grote mogelijkheden voor het
verbeteren van de toegankelijkheid van hun haven. In het water tussen de dijk
van Katwoude en het Hemmeland, het gat van Monnickendam, lag de vaargeul
naar de stad die langzaam dichtslibde. Na het afsluiten van het Stinkevuil in
1401 was de schurende werking van eb en vloed verdwenen, die nodig was om de
vaargeul op diepte te houden.14 De Monnickendammer haven was alleen nog
maar te bereiken voor beurt- en marktschuiten. Door op goede diepte gemaakte
ringsloten aan de noord- en zuidzijde van de nieuwe polder zou men een goede
verbinding met Hoorn en Amsterdam hebben. Voor grotere schepen was een
vaart vanaf de haven door het Hemmeland, door de nieuwe polder, dwars door
Marken en via een sluis op de Zuiderzee uitkomend, gepland.15
Overeenkomst met Waterlandse hoofddorpen
De stad sloot, samen met Pieter van Berckhout ‘burger en inwoonder’van Mon-
nickendam een overeenkomst met de burgemeesters van Purmerland ,Ilpen-
dam en de zes Waterlandse hoofddorpen ‘noopende’ de bedijking.16 De inwo-
ners van Waterland zouden alle vrijheden behouden die zij bezaten met betrek-
king tot het malen van de molens, de uitwatering door sluizen en duikers en het
vissen, die zij vóór de bedijking bezaten. De bedijkers zouden voor altijd de
nieuwe zeedijk, die vanaf de Zuiderpoort tot de Poel op het groene land, dus
achter de oude dijk zou komen, onderhouden. De rietlanden noch het Hemme-
land mochten verspit worden voor de nieuwe dijk. Zodra de drooglegging een
feit was en de eerste belastingen geheven zouden worden, moest Pieter van
Berckhout aan Monnickendam en de bovenstaande dorpen zeventienduizend
carolusguldens van XL grooten Vlaams geld betalen.
Het aangevraagde octrooi werd echter nooit verleend.
De plannen worden concreter
Maar zowel Pieter van Berckhout met zijn medebedijkers als Monnickendam
hadden er alle belang bij dat de bedijking van de Gouwzee zou worden gereali-
seerd. Er waren echter ook nadelen: de stad zou geruime tijd afgesloten zijn van
de waterweg naar de Zuiderzee en de risico’s bij het maken van een dijk in open
water met eb en vloed waren groot, veel groter dan bij het bedijken van een
meer. De voordelen wogen echter op tegen de nadelen. Monnickendam bleef
20
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 20
overleggen met Pieter van Berckhout. Het bestuur durfde echter lange tijd de
knoop niet door te hakken en meerdere malen beklaagde Pieter van Berckhout
zich hierover. Zijn opdrachtgevers drongen er op aan dat de stad een beslissing
nam. Op verzoek van de stad liet hij zes kaarten maken door landmeter Jan
Hagen van de mogelijkheden tot inpassing van een polder in de ‘Goutsee’.17
Ook werden de kosten per eventueel te maken polder begroot. Helaas zijn deze
kaarten verloren gegaan. Ook met de Waterlandse hoofddorpen werd regelma-
tig vergaderd. Zij waren nu ook overtuigd geraakt van de noodzaak tot bedij-
king van de Gouwzee.
Toen Pieter van Berckhout met zijn mede aanvragers medio 1637 opnieuw het
verzoek van octrooi voor de drooglegging naar de Staten van Holland en West-
Friesland zonden, stuurden zij een brief naar de Staten met het dringende ver-
zoek het octrooi toe te staan.18 Hierbij refereerden zij aan de negatieve gevolgen
die het afwijzen van de drooglegging voor hen zou hebben. Zij moesten veel
zware oude dijken, niet alleen aan de Gouwzee maar ook aan de Zuiderzee en op
het Y onderhouden. De vele kosten die dit met zich meebracht waren voor velen
niet meer op te brengen waardoor veel inwoners al ‘de spade van alle hare goe-
deren hebben moeten steecken’ d.i. hun gronden verlaten. Door de nieuwe dij-
ken zou de oude Waterlandse zeedijk geen last meer hebben van noordelijke en
noordwestelijke stormen, hoge vloed en ijsgang en zouden de onderhoudskos-
ten aanzienlijk dalen.
De burgemeesters van Monnickendam, de Waterlandse dorpen, Ilpendam en
Purmerland sloten een overeenkomst met Pieter van Berckhout over de nieuwe
polder in de Gouwzee. De oude dijk zou niet eerder worden doorstoken dan dat
de nieuwe dijk klaar zou zijn.
Voor de afwatering van Waterland moest in een totale breedte van 72 voeten aan
sluizen en sassen worden aangelegd.19 Op 28 juli 1637 sloot Zuiderwoude een
aparte overeenkomst met Pieter van Berckhout. Hij beloofde één jaar na de
drooglegging aan het dorp twaalfhonderd guldens te zullen betalen.20
Katwoude en Marken scharen zich achter het plan
Nu de plannen wat concreter werden, kwamen ook Katwoude en Marken in
zicht. Zij hadden ook een verzoek tot realisatie van de bedijking naar Den Haag
gezonden. Ook zij zagen voordelen voor hun arme dorpen. Het eiland Marken
moet vroeger groter zijn geweest, vooral aan de westkant moet in de loop der
tijd veel grond zijn afgeslagen.21 Marken had nooit een goede zeedijk gehad,
maar alleen een kadijk. Deze lage dijk bood het eiland weinig bescherming
tegen wester- en zuidwesterstormen. Ook bij hoog water liep het eiland onder.
De huizen stonden op terpen bijeen.
21
d e d r o o g l e g g i n g v a n d e g o u w z e e
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 21
Op 19 juli 1637 sloten burgemeesters en regeerders van Marken met Pieter van
Berckhout een overeenkomst , waarin in de eerste plaats werd afgesproken dat
het eiland zo veel mogelijk binnen de geplande bedijking zou komen te lig-
gen.22 De volgende punten geven aan dat de bewoners van het eiland zeer arm
waren. De traktementen van de predikant, schoolmeester en vroedvrouw zou-
den voortaan door de bedijkers worden betaald, evenals het onderhoud aan de
kerk. Men deed afstand van alle kerkelijke goederen en inkomsten hieruit.
Beloofd werd op Marken geen andere ‘negocie, commercie, neringe of hand-
werk van wat soorte of soorten dselve so mogen sijn’, te laten beginnen naast de
vier huidige kramers, die het eiland nodig had voor zijn inwoners. Ook mocht
Monnickendam niet benadeeld worden, alleen met toestemming van deze stad
mocht op het eiland een nieuwe ‘negocie’ worden begonnen.
De burgemeesters en regenten van Katwoude sloten op 26 juli 1637 een overeen-
komst met Pieter van Berckhout.23 Voor het dorp waren de plannen ingrijpend,
de oude zeedijk zou op twee plaatsen doorsneden worden. Men zou beginnen
ten noorden van Monnickendam bij de buurt, die Vijfhuizen heette. Daar zou
de oude dijk worden doorgegraven, door het oude land zal de nieuwe dijk
komen in de vorm van een halve maan tot ‘besuijden de breeck daer Pouwels
Pietersz huis tegenwoordich is staande’. Daar zal de oude dijk opnieuw worden
doorgegraven voor de nieuwe dijk. Alle te maken kosten zouden voor de bedij-
kers zijn.
De arme inwoners zouden altijd het hooi op de nieuwe dijk mogen oogsten.
Zodra de dijk klaar zou zijn, moest voor de armen een som van ‘hondert couran-
te guldens’ worden betaald, dit ter compensatie voor de huur die zij nu voor de
oude dijk ontvangen. Voor de vermindering van haar grondgebied en vernieti-
ging van haar visserij zou het dorp elfduizend tweehonderd gulden ontvangen.
Zodra het werk voltooid zou zijn moest deze som betaald worden. Katwoude
van haar kant beloofde de werkzaamheden op geen enkele manier te zullen hin-
deren.
Tweede octrooi-aanvraag
Ook dit keer ging het echter niet voorspoedig met de plannen. Het octrooiver-
zoek werd op 23 juli 1636 door Pieter van Berckhout gezonden naar de Staten
van Holland en West-Friesland.24 Hij beschreef weer de noodzaak van de nieu-
we bedijking, 3500 roeden zeedijk zouden niet meer moeten worden onderhou-
den. De nieuwe dijk zou zeer sterk worden gemaakt met aan binnen- en buiten-
zijde voorzien plempwerken en paalwerken, per roede zouden de kosten min-
stens zeshonderd gulden bedragen. Door de te maken hoge kosten vroeg hij
voor vijftig jaar vrijstelling van belasting, vrijstelling van de tienden voor de
22
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 22
tijd van veertig jaar en voor alle middelen van consumptie voor twintig jaar.
Van deze octrooiaanvraag werd vanuit Den Haag een kopie gezonden naar
Haarlem, Amsterdam, Hoorn, Edam en Monnickendam. Op 5 augustus 1637
werd het octrooiverzoek besproken in een zitting van de Staten van Holland en
West-Friesland.25 Pieter van Berckhout had voorgesteld enige afgevaardigden
uit de vergadering een ‘inspectie oculair’ te laten houden. Ook de verzoeken van
de voorstanders, de zes Waterlandse dorpen, Marken en Katwoude waren gele-
zen, maar ook van de tegenstanders, Edam, Amsterdam en Purmerend.
Amsterdam was bang voor een verdere ‘verdrooginge van ’t Pampus’en het ver-
dwijnen van de schuilhaven aan de noord-oost zijde van Marken. Deze werd bij
storm gebruikt door schepen van en naar Amsterdam. Voor Edam en Purme-
rend zal een welvarend Monnickendam een bedreiging hebben gevormd.
In de Staten werd besloten dat ‘requirant’ d.i. Pieter van Berckhout eerst met
alle partijen overeenstemming moest verkrijgen voordat een beslissing kon
worden genomen. De pensionaris van Monnickendam, Anthonis de Wael, schreef
bijna een jaar later, op 8 maart 1638, dat de realisatie van de bedijking belangrijk
was voor de welvaart van Monnickendam, maar dat Edam en Amsterdam bleven
tegenwerken.26 Er werden pogingen gedaan om beide steden over de streep te
trekken, maar helaas is dat niet gelukt. Voor de tweede keer was een verzoek tot
bedijking van de Gouwzee gestrand. Ook deze keer weer door de tegenwerking
van derden.
Eerste poging verdieping vaargeul
Een aantal inwoners van Monnickendam liet het er niet bij zitten en kwam in
1643 met het voorstel de vaarweg in het Gadt van Monnickendam tot Jan Ha-
genhoek, de nu nog steeds zo genoemde oosthoek van de dijk bij Katwoude, te
verbreden en verdiepen. Men hoopte dat hiermee de handel zich zou verbete-
ren. Ook deze plannen zouden niet gerealiseerd worden.
Derde octrooi-aanvraag voor bedijking
In 1652 kwam Pieter van Berckhout met een nieuw plan, dit keer om de inham
van de Gouwzee te bedijken.27 Nu niet een bedijking die Marken voor groot
deel en Katwoude deels zou incorporeren, maar een polder met een dijk die in
rechte lijnen langs het Hemmeland zou gaan tot iets ten oosten van Jan Hagens
Hoek en vandaar in een rechte lijn onder Marken op de punt van de Nes en langs
de zuidzijde van de Nes naar de oude zeedijk. Vandaar deze zeedijk volgend tot
vlak voorbij de Poel, daar oostelijk van de oude dijk richting Hemmeland. (zie
kaart 1)28
23
d e d r o o g l e g g i n g v a n d e g o u w z e e
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 23
24
kaart 1
Op een tweede kaart, die waarschijnlijk wat later is gemaakt, is de scherpe hoek
van de nieuwe polder aan de noordoostzijde wat gebogen getekend. (kaart 2)29
Hierdoor zou het opstuwende water bij een noordoostelijke storm minder scha-
de aan de dijk kunnen aanrichten. Op beide kaarten is de kerk van Marken gete-
kend, duidelijk is te zien dat sindsdien aan de westzijde veel grond is weggesla-
gen. De oude scheepvaartroute naar de haven van Monnickendam, het gat, tus-
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 24
sen de nieuwe polder en de dijk van Katwoude zou worden verdiept, waardoor
de stad voor grotere schepen weer veel toegankelijker zou worden.
Men hoopte dat de steeds slechter wordende economische situatie met deze be-
dijking en verdieping van de vaargeul zich ten goede zou keren. Begin 1656
overleed Pieter van Berckhout maar werden de plannen door burgemeester en
vroedschappen verder uitgewerkt.
25
d e d r o o g l e g g i n g v a n d e g o u w z e e
kaart 2
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 25
Begin 1657 werden de condities waaronder de bedijking zou worden uitgevoerd
vastgesteld.
De toegang tot de haven van Monnickendam zou door de bedijkers worden ge-
maakt op een breedte van 60 roeden (ca 205 m)en 10 voeten ( 2.85 m) diep.30 Het
onderhoud en het op diepte houden zou voor altijd door hen moeten worden
uitgevoerd. Het bestuur van de nieuwe polder moest grotendeels uit inwoners
van Monnickendam bestaan.
Eerst werd besloten pas na verkrijgen van het octrooi met Zuiderwoude of an-
dere Waterlandse dorpen te spreken over de nieuwe plannen, maar later kwam
men hier weer op terug.31 De burgemeesters van de stad zouden met de regen-
ten van Zuiderwoude overleggen over de toezeggingen met betrekking tot ju-
risdictie en geldsom, die Pieter Berckhout met hen in 1637 had afgesproken. De
dorpen in Waterland zonden ook dit keer een verzoek naar de Staten van Hol-
land en West-Friesland sturen om toe te stemmen in het realiseren van de bedij-
king.32 De situatie was door zware stormen en hoog water verslechterd, de ka-
dijken van het Hemmeland en de Nes overstroomden regelmatig waardoor dik-
wijls ‘int schoonste’ van de zomer het hooi dat op de velden lag ‘comt wech’ te
drijven.
Wanneer beide buitendijkse landen zouden verdwijnen kwam de Waterlandse
zeedijk onbeschermd te liggen en zou bij een dijkdoorbraak niet alleen Water-
land, maar ook de dijkage van de Beemster, Purmer en Wormer gevaar lopen.
26
kaart 3: het Gadt van Monnickendam
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 26
Ook de drie Waterlandse meren zouden dan onder water komen.
De hoge kosten voor het onderhoud van de zware zeedijk waren voor veel boe-
ren haast niet meer op te brengen. Op 28 juli 1657 werd een nieuw contract met
Zuiderwoude opgesteld, de jurisdictie van dit dorp op de Nes en het water of
grond van de Gouwzee gingen over naar Monnickendam. In ruil hiervoor zou
Zuiderwoude binnen een jaar nadat de bedijking voltooid was 1200 gulden ont-
vangen.33
Een nieuwe diplomatieke strategie
Gezien de vorige slechte ervaringen in Den Haag besloten burgemeesters en
vroedschap van Monnickendam op 27 mei 1659 het octrooiverzoek eerst aan de
vertegenwoordigers van de steden van het Noorderkwartier, de Gecommitteer-
de Raden, en de Kamer van Rekeninge te zenden voor advies, voordat het naar
de Staten van Holland en West-Friesland zou worden gezonden.34 Pas eind 1660
reageerden de de Gecommitteerde Raden en de Kamer van Rekeninge. Beiden
reageerden zo positief, dat besloten werd het octrooi in Den Haag aan te vragen.
Met Edam werd later afgesproken dat de nieuwe dijk richting de Nes niet ooste-
lijker zou komen te liggen.35 Hierdoor zou immers de vaarweg van die stad naar
Amsterdam aan de westzijde van Marken niet meer goed bevaarbaar zijn.
Om de goedkeuring van zoveel mogelijk vertegenwoordigers van de steden in
de Staten van Holland en West-Friesland te verkrijgen werd enige omkoping
niet geschuwd. De stadsgedeputeerden kregen de opdracht om die vertegen-
woordigers, die hen ‘behulpelijk’ zouden zijn een stuk grond of water in eigen-
dom aan te bieden.
In 1661 vroeg het bestuur van Hoorn Monnickendam om bij realisatie van de be-
dijking een hoofdingeland en/of heemraad te mogen hebben in de nieuwe pol-
der. De regeerders verbaasden zich over dit verzoek en gingen er niet op in.36
Blijkbaar werd er nog steeds op het diplomatieke vlak geprobeerd toestemming
voor de bedijking te krijgen. Uiteindelijk bleken ook nu de tegenkrachten ster-
ker en gebeurde er weer niets.
Twee poging verdieping vaargeul
In juli 1663 werden in de vroedschap de klachten van enige Monnickendamse
burgers besproken. Zij klaagden over de slechte toegankelijkheid van de stad.
De geul van de haven naar de Zuiderzee was nu zodanig dichtgeslibd dat men
bang was dat die helemaal zou verdrogen (zie kaart 3). Soms was het zelfs onmo-
gelijk met een schip met lading de stad te bereiken.
Besloten werd dat de burgemeesters met een aantal vroedschapleden zouden
27
d e d r o o g l e g g i n g v a n d e g o u w z e e
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 27
onderzoeken welke mogelijkheden er waren om de vaargeul te verdiepen. Ook
moesten zij bij vissers en ‘dijkers’ informeren.
De stadsgedeputeerde in Den Haag moest bij de vertegenwoordiger van Hoorn
informeren of men de stadsmoddermolen van deze stad zou mogen lenen. Uit-
eindelijk werd besloten zelf een moddermolen, met een aantal modderpramen
voor de afvoer van de modder, te laten maken.37 Voor de betaling van de bouw
hiervan, alleen al voor het benodigde hout was veel geld nodig, moest wel een
‘fons’ worden gevonden, men dacht aan een lijfrentelening aan de inwoners van
de stad van twaalfduizend gulden tegen 6 %.38
Uiteindelijk werd in 1665 de moddermolen gebouwd, maar daar de stadskas
bijna leeg was wilde men deze met toebehoren weer verkopen.39
In maart 1667 was de verkoop nog niet gelukt en werd de molen aan Enkhuizen
verhuurd.
Een jaar later werd besloten de molen in te zetten, maar dan moesten de burge-
meesters wel een goede plaats aanwijzen voor de opgebaggerde modder.40
Waarschijnlijk was de molen in Monnickendam tot die tijd nooit gebruikt. In
het najaar toonde Medemblik belangstelling en werd, uit puur geldgebrek,
door de regeerders besloten de moddermolen voor een goede prijs aan die stad
te verkopen.41 Hierna wordt het stil rond de Gouwzee, ruim veertig jaren plan-
nen maken, vergaderen en het inzenden van meerdere rekwesten hadden Mon-
nickendam en Waterland geen enkel voordeel gebracht.
1. Ongedrukte bronnen
Regionaal Archief te Purmerend
- oud-archief Broek in Waterland
- oud-archief Monnickendam
2. Literatuur
Aten (Diederik), Als het gewelt comt. Politiek en economie in Holland benoorden het IJ,
1500-1800. (Hilversum 1995)
Huurdeman (Piet), Drie en halve eeuw ‘De Purmer’. (Purmerend, z.j.)
Schmidt (dr C.), Om de eer van de familie. Het geslacht Teding van Berckhout 1500-1950.
(Amsterdam, 1986)
Woude (A.M. van der), Het Noorderkwartier. Een regionaal onderzoek in de demografische en
economische geschiedenis van westelijk Nederland van de late middeleeuwen tot het begin
van de negentiende eeuw. 3 delen (Wageningen 1972)
28
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 28
3. Niet gepubliceerde stukken
Mewe – Reekers (J), De vergroting van de vrijheid van de stad Monnickendam in 1404. (januari
1981)
4 Illustraties
Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam (kaart 1)
Nationaal Archief, Den Haag (kaarten 2 en 3)
noten
1 Woude, A.M. van der, 1972, pp 47-48
2 Huurdeman, P., z.j., p 19
3 ibidem, p. 19
4 ibidem, p. 19
5 Aten, D., 1995, p. 72
6 Huurdeman, P., z.j., p. 127
7 Schmidt, C. dr, 1986, p. 19
8 SAW, OA Monnickendam, no. 1, 02-10-1579
9 SAW, OA Monnickendam, no. 1,
10 Stellingwerff, N., bewerkt door Haagman, E.C.M. e.a., 1989, 3655
11 SAW OA Monnickendam, no. 838
12 ibidem, no. 838
13 ibidem, no. 838
14 SAW OA Broek in Waterlan, no. 17/3
15 Mewe –Reekers, J., 1981, blz. 9
16 SAW, OA Monnickendam, no. 838
17 ibidem, no. 838
18 ibidem, no. 3, p. 95
19 SAW OA Monnickendam, no. 838
20 ibidem, no. 838
21 ibidem, no. 838
22 Woude, A.M. van der, 1972, p. 39
23 SAW OA Monnickendam, no. 838
24 ibidem, no. 838
25 ibidem, no. 838
26 Stellingwerff, N. bewerkt door Haagman, E.C. H. e.a., 1989, no. 147
27 SAW OA Monnickendam, no. 838
28 ibidem
29 Bibliotheek Universiteit van Amsterdam, Kaartenkamer
30 Nationaal Archief, Den Haag, 4 VTH 2549, 1660
31 SAW OA Monickendam, no. 838
29
d e d r o o g l e g g i n g v a n d e g o u w z e e
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 29
32 SAW OA Monnickendam, no. 7,blz. 24
33 SAW OA Monnickendam, no 838
34 ibidem
35 SAW OA Monnickendam, no 7, 03-12-1660
36 ibidem, 05-03-1661
37 ibidem, no 8, p. 1
38 SAW OA Monnickendam, no. 8, 19-08-1663
39 ibidem, 11-03-1664
40 ibidem, 24-10-1665
41 ibidem, 10-03-1668
42 ibidem, 12-11-1668
30
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 30
Twee ‘bekende’ Monnickendammers:
Nicolaas Hoefnagel en Jacob Kroonenburg
De nummers tussen haakjes verwijzen naar de noten aan het eind van het artikel.
Daar vindt u ook de geraadpleegde bronnen en enkele bijlagen.
Monnickendam heeft enkele opvallende persoonlijkheden voortgebracht.
Ik denk aan:
* Wendelmoet Claesdochter, de vrouw die haar geloof met de prijs van haar
leven moest betalen (1).
* Burgemeester Cornelis Dirksz die bekendheid kreeg vanwege zijn strijd
met de Spanjaarden tijdens de slag op de Zuiderzee (2).
* Capiteijn Jan Mauw, nog zo’n krijgsman uit de 17e eeuw (3).
* De doopsgezinde predikant Jan Nieuwenhuyzen, in november 1784 oprich-
ter van de ‘Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen’ (4).
* Schoolmeester Henk Gras die een aantal kinderboeken heeft geschreven (5).
Weliswaar niet in Monnickendam geboren, maar wel belangrijk voor het
kerkelijk leven is Ds. Petrus Nahuijs, predikant van de Gereformeerde ge-
meente in Monnickendam van 1723 tot 1766. Nahuijs die in 1743 een nieuw
lidmatenregister aanlegde, schreef twee boeken voor catechetisch onderwijs
die tot ver in de 19e eeuw werden gebruikt. Nog in 1854 verscheen er een acht-
ste druk van deel één en in 1863 een zevende druk van deel twee (6).
Maar er zijn in Monnickendam nog meer mensen geboren, die tot ver buiten
de stadsmuren bekendheid hebben gekregen. Een kennismaking met twee
Monnickendammers die allebei de pen ter hand hebben genomen, zij het
met verschillende intenties. De eerste is de vlugschriftschrijver Nicolaas
Hoefnagel, de tweede de dichter Jacob Kroonenburg, niet te verwarren met
de bekende organist Jaap Kroonenburg, die de muziek van Feike Asma zo
uitmuntend weet te vertolken.
Ds. C.A. E. Groot
Barneveld
31
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 31
32
Nicolaas Hoefnagel
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 32
Nicolaas (Klaas) Hoefnagel (1735–1784)
Ds. C.A. E. Groot
Nicolaas Hoefnagel leefde in de 18e eeuw, de tijd van de zogeheten Verlichting,
een periode in de Europese cultuurgeschiedenis. Meer in het algemeen heeft
het woord ‘Verlichting’ de betekenis van een op verstandelijk inzicht gebaseer-
de oordeelsvrije houding. Het is moeilijk aan te geven wanneer de Verlichting
als cultuurhistorisch tijdperk begint en eindigt, omdat veel kenmerken ook
vroeger en later voorkomen. Sommigen laten de Verlichting beginnen met de
Engelse Revolutie van 1688 en als einde de Franse revolutie van 1789, ruwweg
samenvallend met de 18e eeuw dus.
In de 18e eeuw ondergingen opvattingen over politiek, filosofie, wetenschap en
religie een grondige wijziging. Het belangrijkste principe van de Verlichting is
wel dat de rede (ratio) allesbepalend werd. Alles kon uitgelegd worden met be-
hulp van het gezonde verstand. Emoties waren niet belangrijk, het ging meer
en meer om kennen en weten (Rationalisme).
Dat deze manier van denken in conflict kwam met de bestaande gedachtepatro-
nen op politiek en religieus gebied, zal duidelijk zijn. Heel wat aanhangers van
het Verlichtingsdenken hebben dan ook, vanwege hun ideeën, in de gevangenis
gezeten of moesten vluchten.
De kennis op allerlei terrein nam geweldig toe. Er kwam een industriële revolu-
tie – de overgang van handwerk naar een productieproces met machines. Het
kontakt met andere volken, het ontdekken van nieuwe delen van de wereld, ar-
cheologische vondsten, allerlei uitvindingen, het speelde allemaal een rol in het
‘nieuwe denken’. Tussen 1751 en 1772 ontstond de eerste encyclopedie van de
hand van de Fransman Diderot en anderen.
Het Verlichtingsdenken speelde zich in eerste instantie in de hogere kringen af,
maar door publicaties op het niveau van de gewone man, drongen de ideeën
meer en meer in Europa door. De oprichting van de ‘Maatschappij tot Nut van
het Algemeen’ is daar, wat betreft Monnickendam, een voorbeeld van.
De literatuur uit de tijd van de Verlichting concentreerde zich vooral op actuele,
menselijke zaken, waarbij satire een belangrijk genre was om een bericht of op-
vatting aan de man te brengen. Broodschrijvers, al of niet getalenteerd, verdien-
den er hun boterham mee, ook al was dat vaak geen dik belegde boterham.
Het is tegen deze achtergrond, dat we Nicolaas Hoefnagel en zijn pennevruch-
33
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 33
ten moeten bezien. Een verhaal over afkomst, leven en werk van deze in Mon-
nickendam geboren schrijver, publicist van pamfletten en satirische stukjes in
diverse periodieken.
Onderzoekers die zich in zijn leven en werken verdiept hebben, noemen hem
een broodschrijver, ‘éen van de vruchtbaarste en vuilste pamfletschijvers’. De in
1941 in Monnickendam geboren André Hanou, die verschillende artikelen over
Hoefnagel gepubliceerd heeft, typeert hem als ‘éen van de grootste producenten
van politieke pulp in de jaren 1780-1784’ en noemt hem een 18e eeuwse boule-
vardjournalist (7).
Afkomst
Nicolaas Hoefnagel wordt in 1735 te Monnickendam geboren en op 18 septem-
ber van dat jaar in de grote kerk gedoopt met als doopgetuige Aaltje Tonning,
een zus van zijn moeder (8). Hij is een zoon van François (Frans) Hoefnagel die
op 8 november 1721 te Monnickendam in ondertrouw gaat met Maritje Heijns
van Sanen (9).
Vader Frans Hoefnagel komt uit
Haarlem waar hij op 4 augustus
1700 is gedoopt. Meer over de fa-
milie Hoefnagel in bijlage 1.
Bij de ondertrouw-aangifte wordt
de bruid terzijde gestaan door
haar voogd Aam Klaas Jongklaas.
De bruidegom heeft een brief van
zijn moeder bij zich, waarin deze
toestemming geeft tot het huwe-
lijk. Frans’ vader is dan vermoe-
delijk al overleden.
Als op zondag 23 november 1721
het huwelijk wordt gesloten, zijn
kort daarvoor, op 19 november bij
notaris Jacob Ketel, de huwelijks-
voorwaarden opgesteld (10).
Maritje van Sanen
De moeder van Klaas heet Maar-
tie (Maritje) van Sanen, geboren
in 1704 en op 6 maart van dat jaar
34
Doop van Klaas Hoefnagel
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 34
gedoopt in de grote kerk (11). Zij is een telg uit een bekend Monnickendams ge-
slacht, waarvan de oudste naamdragers al vóór 1600 in M’dam genoemd wor-
den. Meer over de familie van Sanen in bijlage 2.
Maritje is een voorkind van Heijn van Sanen die op 25 oktober 1704 in onder-
trouw gaat met Annetje Klaas Tonning (12).
Heijn Jacobsz van Sanen is op 7 november 1680 gedoopt en in 1708 lidmaat van
de Gereformeerde gemeente geworden. Hij is een zoon van Jacob Heijnsz van
Sanen die rond 1677 trouwt met Aaltje Claas.
Maritjes moeder, Annetje Claas Tonningh, is op 7 november 1680 gedoopt,
dochter van Klaas Semmes Tonning, begraven 12 november 1693 en Maritje Roe-
mers Cleijnsorg, begraven 11 januari 1683.
Annetje Tonning heeft maar kort voor haar kind kunnen zorgen. Zeven maan-
den na haar huwelijk wordt ze op 19 juni 1705 in de kerk begraven, grafrij 13,
graf 16 (13).
Heijn vindt een nieuwe vrouw. Hij ondertrouwt op 9 juni 1708 en trouwt op 24
juni van dat jaar met Neeltje Mens Cuijp, op 30 april 1682 gedoopt in de gerefor-
meerde gemeente, dochter van Mens Jansz Cuijp en Aafje Cornelis. Uit dit twee-
de huwelijk worden tussen 1711 en 1719 vijf kinderen geboren.
Standsverschil
Leden van het geslacht Van Sanen vervulden van generatie op generatie be-
stuurlijke functies in het maatschappelijke en kerkelijke leven. Sommigen
maakten deel uit van de vroedschap van Monnickendam.
Maritje kwam, gelet op het beroep van haar vader (koster en doodgraver), uit
een wat minder invloedrijk deel van de familie. Uit een passage in de huwelijks-
voorwaarden zou je kunnen opmaken dat er wel enig standsverschil tussen de
families Hoefnagel en Van Sanen was. ‘Eerstelick sal hij, Bruidegom, tot onder-
stant deses huwelijks niets (!caeg) inbrengen dan sijn clederen van Linnen en
Wollen ’t sijnde lijvs en gerijve behoorendt’. De voorwaarden gaan dan verder
met: ‘De bruid daarentegen sal tot onderstant deses huwelijkcks inbrengen
soodanigen goederen als bij specificatie daarvan te maecken sal blijcken’. (zie 10)
Als op 20 januari 1722 bij dezelfde notaris een testament wordt opgemaakt,
blijkt Maritje een erfgename te zijn van Eefje Roemers, de voormalige huis-
vrouw van Claas Semmes Tonning, afkomstig uit een niet onbemiddeld ge-
slacht (14).
Zowel Frans als Maritje konden schrijven, hetgeen blijkt uit de ondertekening
van diverse akten.
35
n i c o l a a s h o e f n a g e l
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 35
Heijn van Sanen op de vlucht
Over Maritjes vader nog dit. In september 1719 wordt zijn vijfde kind geboren,
dat de 24e in de Gereformeerde gemeente wordt gedoopt. Het kost zijn tweede
vrouw echter het leven. Ze wordt op 28 september 1719 in de kerk begraven,
grafrij 40, graf 4.
Het lijkt er op dat Heijn hierdoor totaal van slag is geraakt. Op 28 november
1719 melden de notulen van de Kerkenraad dat koster Heijn van Sanen voort-
vluchtig is. Hij heeft vier zilveren avondmaalsbekers bij de bank van lening ver-
pand en is er met de opbrengst vandoor gegaan. Twee ‘onnosele’ kinderen –
Jacob van 6 en Mens van 3 – zijn ouderloos achtergebleven. Ze zijn niet in het
weeshuis opgenomen maar ‘besteet’, dat wil zeggen, ondergebracht bij een
gezin (familie?) in de stad (15).
Het stadsbestuur moet een nieuwe koster zoeken. Dat wordt Cornelis Teunisz
Mol die op 29 november zijn aanstelling ontvangt.
Heijn heeft voor de vier bekers 72 gulden gekregen. De Kerkenraad weet niet
goed wie voor de kosten van het lossen van de bekers moet opdraaien, de Ker-
kenraad of de Diaconie. Het zijn uiteindelijk de diakenen die verantwoordelijk
worden gehouden voor het beheer en dus moet betalen.
Stadsomroeper en zilversmid
Op 4 november 1723 laten de burgemeesters notuleren: ‘Op voorstelling van
burgemeester Willem van Sanen is tot stadsomroeper aangesteld François
Hoefnagel in plaats van Pieter Pietersz Schalmer welke is overleden’ (16). De
laatstgenoemde is op 5 november begraven.
De vader van Nicolaas krijgt dus een aanstelling als stadsomroeper en is dat tot
aan zijn dood toe gebleven. Maar hij had nog een beroep. Op 17 april 1734 lezen
we in het Memoriaal van de burgemeesters: ‘Frans Hoefnagel, als nieuwgeko-
zen silversmidbaas bij ’t gilt gekozen sijnde, heeft den gerequireerden (vereiste,
caeg) eedt ingevolge ’t placaat op het Silversmidtgilt geëmaneert (voortvloeiend
36
Handtekeningen onder de huwelijksvoorwaarden
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 36
uit, caeg) van haar Ed. Gr. Mog. in dato 23 october 1733 in handen van de heren
Burgemeesters gedaan en afgeleijt’ (17).
Frans was dus omroeper én zilversmid. In 1738 en 1739 wordt hij als deken van
het gilde genoemd, in 1750 en 1752 als keurmeester. Zijn merk was H 1738 (18).
Vader Hoefnagel heeft zich, maatschappelijk gezien, dus wat opgewerkt.
Momenten uit het leven van Frans en Maritje
Frans en Maritje krijgen tien kinderen waarvan er negen jong overlijden! Zie
bijlage 3. Nicolaas, de enige die de volwassen leeftijd bereikt, heeft dus negen
broertjes en zusjes geboren zien worden en dood zien gaan. Wat doet dat met
een kind?
Op 27 februari 1729 wordt Frans als lidmaat van de gereformeerde gemeente
van Monnickendam aangenomen. Maritje volgt op 2 maart 1732.
37
n i c o l a a s h o e f n a g e l
Omroeper Aanstelling als zilversmid
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 37
Op 26 juli 1732 krijgt Frans’ moeder, de weduwe Elisabeth Snellinx, toestem-
ming om in Monnickendam te komen wonen. Ze moet echter wel vanuit Haar-
lem een zogeheten akte van borgtocht meebrengen ‘ingevalle desselve in ar-
moede mogte comen te vervallen’ (19). Omdat Elisabeth op 15 december 1736 in
Haarlem is begraven, is ze óf niet naar Monnickendam gekomen óf op een later
tijdstip weer teruggegaan. Ik vermoed het eerste, want er is ook geen kerkelijke
attestatie van Elisabeth.
Een welkome gift is ongetwijfeld de 100 gulden die Frans en zijn vrouw krijgen
uit de nalatenschap van de vrouw van Cornelis Joosten Bok in Enkhuizen, An-
netje Cleijnsorg.
De notariële akte dateert van 6 oktober 1736 (20).
Een jaar later (24 augustus 1737) tekent Frans een schuldbekentenis aan een ze-
kere Hendrik Pauw, koopman in kruidenierswaren te Amsterdam. Het ver-
schuldigde bedrag, 200 gulden, zal in porties van tien gulden per half jaar afge-
lost worden. Zijn huis is daarbij onderpand (21).
Op 7 november 1740 laten Frans en Maritje bij notaris Teerhuijs een langstle-
vende testament/acte van voogdij opmaken. De weesmeesters worden uitgeslo-
ten van voogdijschap. De wederzijdse ouders zullen bij overlijden de voogdij op
zich nemen (22).
38
Kerkstraat, hoek Kermergracht
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 38
In 1748 wonen Frans en Maritje met de dan 13-jarige Klaas in de Kerkstraat, het
rechterdeel van het huidige huis nummer 44, ter hoogte van de Kermergracht,
destijds verpondingsnummer 470. Eerder woonde daar Jan Bleus met zijn twee-
de vrouw Aaltje Bastiaans Blaubijl uit Edam. Wanneer Frans dit huis heeft ge-
kocht, heb ik niet kunnen achterhalen. Als buren worden genoemd: Pieter Gras
en weduwe Welmoet Pruijs (23).
Op tien januari 1750 vraagt Frans Hoefnagel aan het stadsbestuur of hij als slij-
ter wijn, brandewijn en gedistilleerde wateren ‘bij de clijne maet’ mag verko-
pen. Dat is akkoord mits hij zich gedraagt conform de ordonnantie. Het kost
hem dat jaar twaalf gulden impost, maar bij zijn naam staat aangetekend ‘niet
geaccordeert’. Daaruit valt op te maken dat de verkoop geen succes was (24).
Een half jaar later – 4 juli 1750 – krijgt Maritje van Sanen toestemming om
‘scheijn’ (bier, caeg) te mogen verkopen, mits ze zich gedraagt overeenkomstig
de daarvoor geldende bepalingen (25).
Frans Hoefnagel kan zich niet houden aan het akkoord met de burgemeesters
gesloten, ‘wegens de stadsimpost op de wijnen, brandewijnen, maar aannemende
wanneer bij hem eenige dranken werden ingeslagen den stadsimpost daar op ge-
stelt te zullen betalen’. Opnieuw laat de verkoop van drank en daarmee de in-
komsten blijkbaar te wensen over. Frans is niet de enige. Ook Jannetje Groot en
Jacob Appel kampen met het probleem. Datum 23 januari 1751 (26).
Frans Hoefnagel is 49 jaar als hij overlijdt. Hij wordt op 8 april 1752 in de kerk
begraven, grafrij 17, graf 8 (27). Maritje betaalt de begraafkosten, waaronder
drie gulden impost. Een week later wordt Roemer Pietersz Teerhuijs als nieuwe
omroeper aangesteld. Net als Frans is ook hij zilversmid.
Maritje van Sanen weduwe
Maritje blijft alleen achter met haar zoon Klaas. Een week na de begrafenis van
Frans vraagt ze aan de burgemeesters of zij, net als haar overleden man, als slij-
ter wijn, brandewijn, azijn en allerhande gedestilleerde wateren mag verkopen.
Dat is akkoord mits ze zich gedraagt overeenkomstig de daarvoor geldende or-
donnantie (28).
Tussen februari 1750 en april 1754 komen we Maritje tegen in het inkomsten en
uitgavenboek van het weeshuis. Ze levert behoorlijke hoeveelheden stroop en
krijgt daar uiteraard voor betaald. Op 24 april 1754 wordt 341 liter afgerekend,
waarvoor zij 28 gulden 6 stuivers en 2 penningen ontvangt.
39
n i c o l a a s h o e f n a g e l
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 39
Op 14 juni 1755 krijgt Maritje permissie om ‘coffie, thee en chocolade’ te mogen
verkopen. Ook nu geldt weer, mits ze zich daarbij houdt aan de regels (29). Zo
kan Maritje dus in haar onderhoud voorzien, maar erg breed zal ze het niet heb-
ben gehad, vermoed ik. In de diaconieregisters komt ze evenwel niet voor. Ze
heeft dus geen beroep op de kerk behoeven te doen voor steun in natura (turf) of
geld.
In 1761 zijn bij het stadsbestuur verschillende klachten binnen gekomen over
Pieter Mars. Hij zou regelmatig zijn vrouw (Niesje Jans Donker, caeg) slaan en
mishandelen. Besloten wordt om de buren te horen, Harmanus Keijser en Ma-
ritje van Sanen. Beiden bevestigen het bericht. Ze hebben ‘een en ander met
eigen ogen gezien en met eigen oren gehoord’. Het is voor de burgemeesters
aanleiding om Pieter een week op de gijselkamer te zetten. Daarna zullen ze
hem ‘horen’ (30). Tja, zo ging dat vroeger.
Volgens het Gereformeerd lidmatenboek zou Maritje van Sanen in 1768 zijn
overleden, maar haar naam komt in het begraafboek van Monnickendam niet
voor. Dat lijkt te kloppen met de volgende gegevens. Op 28 januari 1762 ver-
koopt Maritje van Sanen haar huis in de Kerkstraat voor 130 gulden aan Hen-
drik Litman. De buren zijn: Harmanus Keijser en de weduwe van Pieter Mars
(31).
Ze vertrekt naar Purmerend waar Maritje op 4 juni 1762 als gereformeerd lid-
mate wordt ingeschreven. Ze woont daar aan of bij de Steenen brug (32).
Omdat er geen begraafboek van Purmerend over die periode bestaat, valt niet
na te gaan of ze dáar wellicht in 1768 is overleden. In het gaardersregister van
Purmerend wordt ze niet genoemd. Het betekent dat ze ‘pro deo’ is begraven.
Het leven van Nicolaas Hoefnagel
Klaas is bijna 22 jaar als hij Monnickendam verlaat. Hij gaat naar Purmerend en
woont in de ‘Dubbele Buurt’. In Purmerend wordt hij, na belijdenis, op 3 juni
1757 als lidmaat van de Gereformeerde gemeente aangenomen (33).
Op 9 mei 1761 gaat Klaas in ondertrouw met Jacoba de Vaal uit Amsterdam, waar
ze op 8 juli 1739 in de Lutherse kerk is gedoopt. Ze is een dochter van Albertus
Vaal en Catharina Vermeulen.
Albertus Vaal is op 26 augustus 1712 in de Lutherse kerk van Amsterdam ge-
doopt, zoon van Albertus Vaal en Elsje Boom die voor 1690 in Amsterdam zijn
getrouwd. Albertus ondertrouwt op 2 mei 1738 in Amsterdam met Catharina
40
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 40
Vermeulen. Deze vrouw is na mei 1741 overleden, waarna Albertus Vaal op 25
juli 1749 ondertrouwt met Gesina Steenbergen.
Als Jacoba met Nicolaas trouwt, woont ze al in Purmerend. Na de drie onder-
trouw- afkondigingen in de kerk, op 10, 17 en 24 mei wordt op de 24e mei het hu-
welijk gesloten (34).
Jacoba is kort na haar huwelijk overleden, zeer waarschijnlijk in Purmerend.
Omdat er echter over die periode geen overlijdensregister bewaard is gebleven,
is de begraafdatum niet te vinden. Ook in het gaardersregister wordt Jacoba
niet genoemd.
Tweede huwelijk
Frans leert zijn tweede vrouw kennen: Jannetje Schuijt. Ze wordt op 8 juni 1759
in Purmerend als lidmaat van de Gereformeerde gemeente ingeschreven, geko-
men met attestatie van Alkmaar (35).
Jannetje, dochter van Klaas Jansz Schuijt, woont tot aan haar huwelijk in de
Hoogstraat. Ze is vermoedelijk op 10 mei 1716 in Oude Niedorp gedoopt en op 8
juni 1759 ingeschreven als lidmate van de Gereformeerde gemeente van Alk-
41
n i c o l a a s h o e f n a g e l
Twee ondertrouw-/huwelijksaktes
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 41
maar. Haar vader woont in Alkmaar op het Verdronkenoord en is op 22 mei 1740
getrouwd met Jannetje Cornelis Hille van de Achterdam aldaar. Jannetje Hille is
al weduwe wanneer ze op 3 juli 1780 wordt begraven.
De ondertrouw is op 21 augustus 1762. Klaas woont nog steeds in Purmerend,
maar het huwelijk wordt nadat de drie afkondigingen hebben plaatsgevonden
(22 en 29 augustus en 5 september), op zondag 5 september in Alkmaar gesloten
(36). Het paar gaat in Alkmaar wonen bij de Geester-, of Bergerpoort. Onderaan
de ondertrouwakte staat geschreven: ‘Aan deze personen Betoog verleent om
daarop tot Alkmaar of ergens elders te mogen trouwen, des zal van den trouw
behoorlijk moeten blijken.’
Hun beider vertrek naar Alkmaar wordt in het lidmatenregister van de kerk
niet gemeld.
Kinderen
In 1766 wordt een zoon geboren die François wordt genoemd. Het kind wordt op
5 oktober 1766 in de Gereformeerde gemeente gedoopt. Dit jongetje is echter op
31 augustus 1771 uit een raam gevallen en aan de gevolgen daarvan overleden.
Klaas schrijft later in ‘de Noordhollander’ dat hij twee kinderen had, een jonge-
tje en een meisje, maar dat hij alleen het meisje over had, ‘want het zoontje (dat
voor het kind gelukkig is) viel voor enige maanden doodt uit het venster daar hy
nu woont, een en ander nauw volgend op de toevallen van zijn vrouw’ (37). Je zou
uit dat zinnetje tussen haakjes op kunnen maken, dat de kleine François ziek of
42
Geesterpoort Alkmaar in 1787
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 42
gehandicapt was. Klaas weerspreekt in dat artikel uitdrukkelijk dat hij of zijn
vrouw schuldig zouden zijn aan het overlijden van hun kind. Over het dochter-
tje is verder niets bekend.
Amsterdam
Het dodelijke ongeval met de bijna vijfjarige François vindt in Amsterdam
plaats, de stad waar Klaas en Jannetje in 1770 gaan wonen. Vermoedelijk kwa-
men ze toen uit Den Haag. Over deze periode schrijft Hanou: ‘Voor Hoefnagels
bezigheden in Den Haag, waar hij, naar zijn zeggen, tussen zijn verblijf te Alk-
maar en Amsterdam in gewoond zou hebben, ontbreken aanwijzingen. Moge-
lijk was hij in Den Haag een al te bekende figuur geworden en werd misschien
daarom zijn spectator ‘De Reizende Haagsche Advocaat’ om onopgehelderde rede-
nen op 23 juli 1774 juist in Den Haag verboden’ (38). Dat het paar in Den Haag
heeft gewoond, wordt bevestigd
door een kerkelijke attestatie voor
Klaas en Jannetje uit 1767. Het be-
vindt zich in het archief van de
Ned. Hervormde gemeente aldaar.
Uit het Gildenarchief van Den Haag
komt de volgende aantekening: ‘23
julij 1774. De gilde knegt rond ge-
sonde om uijt naam van de wel Ed.
Agtb. Magistraat van ’s Gravenhage
aan alle Boekverkopers te verbie-
den, het Drukken en verkopen van
‘de Reijsenden Advocaat’ en het geene er reeds van uijt is, niet meer te verkoopen’
(39). Blijkbaar was het stadsbestuur van Den Haag niet erg ingenomen met
Hoefnagels pennevruchten!
Nicolaas en Johanna hebben een jaar of twaalf in Amsterdam gewoond, op ver-
schillende adressen. Rond 1782 in de Reguliers Breestraat. Beiden zijn doopge-
tuige, in november 1773 (Oude kerk) en augustus 1781 (Amstelkerk).
In Amsterdam overlijdt Jannetje. Ze wordt op 9 april 1782 op het Leidsche en
Heiligewegkerkhof van Amsterdam begraven.
Testamenten
Eerder vertelde ik u dat Jannetje Schuijt een dochter is van Klaas Jansz Schuijt
en Jannetje Cornelis Hille. Van haar moeder Jannetje Hille, die een winkel
runde, zijn twee testamenten bewaard gebleven (40). De eerste dateert van de-
43
n i c o l a a s h o e f n a g e l
Andre Hanou
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 43
cember 1772. Daarin worden haar dochters Anna en Jannetje (de vrouw van
Klaas Hoefnagel dus) als universele erfgenamen genoemd of bij hun overlijden
hun kind of kinderen.
In dat testament is echter een merkwaardige bepaling opgenomen betreffende
de erfportie van haar dochter Jannetje: ‘dat soo hare tegenwoordige man op het
overlijden van de testatrice nogh in leven mogte sijn, zij dan als provisioneel zal
moeten afstaan en tevreden zijn met de naakte en blote legitieme portie haar na
scherpheijd van regten toekomende en dat het verdere en meerdere door de
natenoeme executeurs zal moeten worden bewaart ende geadministreert tot
het overlijden van deselve hare man, omme hetselve als dan en eerder niet, aan
haar of bij haar overlijden aan hare kind ofte kinderen in eigendom afgegeven
worden’.
Je kunt daar uit opmaken dat de moeder van Jannetje de nodige voorzichtig-
heid heeft betracht ten aanzien van haar schoonzoon, die er regelmatig blijk
van gaf nogal eens tegen de gevestigde orde te zijn en vermoedelijk ook wel eens
zonder geld zal hebben gezeten.
In het tweede testament van 31 mei 1780 worden alle voorgaande testamenten
ongeldig verklaard. Jannetje en Anna zijn opnieuw de universele erfgenamen
van hun moeder. De passage, zojuist geciteerd, staat er niet meer in.
Jannetje
In een anonieme brief uit 1771 geeft een tegenstander van Nicolaas, een ‘voor-
naam heer uit Noord-Holland’ de afkomst van Klaas’ vrouw toe en schrijft: ‘Op
zyn manier is hy getrouwt en zyn Wyf is van goeden huizen’. Deze anonieme
schrijver vervolgt dan: ‘Het scheelt haar nu en dan voornamentlyk somers in het
hoofdt’.
Klaas reageert furieus: ‘Hoe durft gy zeggen, ‘op zyn manier is hy getrouwt’? Is
dat niet zoveel gezegd, alsof ik met een hoer of slet huis hield? Absoluut ja, en
gy moet zeer slegt onderregt zyn van de wetten van ons Land; weet gy wel, dat
zoo wanneer ik Reprezailje zogt, dat gy daar slegt meeden zou staan’?
Dat zijn vrouw toevallen zou hebben, noemt hij onzin en de aanvaller wordt be-
titeld als eerdief, leugenaar, sullevaar, wreedaart, bloedhond, barbaar, reekel en
lafaard (41).
In een ander geschrift (‘De Reizende advocaat’) spreekt Nicolaas waarderend over
‘zij die bij hem woont’. Op een dag als hij in ‘slecht gezelschap is’ weigert hij
mee te gaan naar een stil huis. Waarom? ‘Hy heeft aan een Schepseltje beloften
van Kuisheid gedaan’. Dat ‘Schepseltje’ is zijn Jannetje (42).
44
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 44
Vurig patriot
In de laatste jaren van zijn leven
stort Nicolaas zich op de poli-
tiek. Er verschijnen allerlei pa-
triottische schotschriften van
zijn hand, waarin hij op wat
vulgaire manier de Orangisten
(aanhangers van de prins van
Oranje) te lijf gaat. Klaas is naar
Utrecht verhuisd, ‘toen de groei-
ende politiek patriotse agitatie
te Utrecht de markt voor broodschrijvers aldaar aantrekkelijk maakte’, aldus
Hanou en vervolgt dan: ‘Enig werkelijk politiek inzicht is hem vreemd. Uitzon-
deringen daargelaten bestaat zijn argumentatie uit schelden en verdachtma-
kingen. Hij heeft wel enig talent. Zo is hij in staat redelijk ingewikkelde en
soms planogrote (ongevouwen, folioformaat papier, caeg), tevens geïllustreerde
‘ begrafenisceduls’ te vervaardigen op bijvoorbeeld de ‘Ouderwetse Nederland-
sche Patriot’, waarin hij achter de lijkkist allerlei Orangisten (aanhangers van de
prins van Oranje) laat volgen’ (43).
De dood van Nicolaas Hoefnagel
In de strijd tussen de Oranje-aanhangers en de Patriotten werd aan het einde
van de 18e eeuw alles uit de kast gehaald om elkaar het leven zuur te maken.
Daarvoor werden wel zogeheten begrafenisceduls gebruikt. Hanou: ‘Men kan
tegenstanders laten overlijden; aanwijzen wie zijn vrienden zijn; hen tooien
met symbolen die indicatie zijn van immorele eigenschappen’ (44).
Zo’n begrafeniscedul hebben de tegenstanders van Hoefnagel aangegrepen om
hem, na zijn dood, nog een hak te zetten.
Hanou: ‘Het ziet er in dit geval naar uit dat Hoefnagel met deze begrafeniscedul
een koekje van eigen deeg toebedeeld krijgt (..) Deze satirische cedul komt
hoogstwaarschijnlijk van volks-orangistische zijde. De nogal espritloze (klein-
geestig, bekrompen, caeg) bewoordingen wijzen daar op en tevens rare spelvor-
men als Vaderlandslieffende en Franççiscus. Erg inventief (vindingrijk, caeg) is de
inventor niet. Hij vindt het waarschijnlijk wel grappig Hoefnagel te laten be-
graven op de 6e december. Dat verwijst immers naar het zogenaamde ‘Sint Ni-
colaasoproer’ van het Haagse gajes in 1782, waarover de patriotten, inclusief
Hoefnagel, zich geweldig hebben opgewonden. Hoefnagel wordt dus ‘begra-
ven’ op een betekenisvolle orangistische dag! ‘Leuk’ is ook in de naam van de zo-
genaamd overledene op te nemen het begrip s’ Jaco; verwijzing naar de bekende
45
n i c o l a a s h o e f n a g e l
Patriotten in Utrecht
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 45
46
Begrafeniscedul
Begrafenisbericht Hoefnagel
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 46
Amsterdamse bandiet en moordenaar
uit de Jordaan, Jaco (Sjako) Muller. De
implicatie (de bijgedachte, caeg) is:
Sjako en Klaas (de andere Amsterdamse
volksman) zijn beiden gevangenisgajes.
Schavuiten zijn het, allebei’ (45).
Overigens, zes december is niet de wer-
kelijke overlijdens- of begraafdatum.
Klaas is 49 jaar als hij op 24 november
1784 in de Utrechtse Buurkerk wordt
begraven. ‘Zijn begrafenis zou volgens
een orangistische bron bekostigd zijn,
deels uit de armenkas, deels uit de kas
van het exercitiekorps’ (46). Het begraafregister zegt het echter zó: Nicolaas
Hoefnagel in de Havenstraat, laatna geen vrouw of kinderen, begr. Door order
van het Gerecht deezer Stad’.
De werken van Nicolaas
In de periode 1500-1800 nam de hoeveelheid nieuws en belangstelling voor
nieuws enorm toe. Overheden waren dikwijls bang voor kritische persgeluiden.
Daarom probeerden zij zoveel mogelijk de berichtgeving te censureren, maar be-
nutten tegelijk de ‘pers’ voor eigen propagandistische doeleinden. Omdat er al-
lerlei vormen van berichtgeving ont-
stonden, was het echter niet altijd
even gemakkelijk de ‘media’ te beteu-
gelen. Kranten, pamfletten, periodie-
ken, toneelstukken en ballades wer-
den gebruikt om nieuws te versprei-
den en meningen over controversiële
onderwerpen te verkondigen. Tegen
die achtergrond kijken we naar de ge-
schriften van Nicolaas Hoefnagel.
In het algemeen weten we tamelijk weinig over wat er in de 18e eeuw werd ge-
schreven. Dat heeft, aldus Hanou, o.a. te maken met ‘het 19e eeuwse kiesheids-
syndroom, ten gevolge waarvan niet alleen bepaalde teksten, tijdschriften en
auteurs nooit reële aandacht hebben gekregen, maar ten gevolge waarvan ook
dikwijls aan onze aandacht ontsnapt naar welke teksten gezocht zou kúnnen
47
n i c o l a a s h o e f n a g e l
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 47
worden om een reëel inzicht in het 18e eeuwse tekstbestand te verkrijgen’ (47).
Hanou vervolgt: ‘J. Hartog bijvoorbeeld, die in de vorige eeuw als éen der eer-
sten de 18e eeuwse periodieken begon te inventariseren in zijn boeiende Specta-
toriale geschriften van 1741-1800, stelde daarbij zeer eigen normen. Buiten be-
schouwing hield hij staatkundige, godgeleerde, wijsgerige en toneelkundige
bladen’.
Hanou citeert Hartog opnieuw als deze vervolgens schrijft: ‘Evenmin reken ik
mij verplicht af te dalen tot de vuile blaadjes, ook al in dien vorm uitgegeven
door den beruchten N. Hoefnagel, van Monnickendam geboren. Ze zijn in den-
zelfden smaak als de bekende schotschriften van Jacob Campo Weijerman, maar
zo mogelijk nog grover en gemener. De Herbergspraat, de Mercurius, de Nederland-
sche Faam, de Nederlansche Echo, de Overweger (periodieken in de 18e eeuw, caeg), ze
gaan alle perken te buiten en zijn afschuwelijk. Geen wonder dat hem (Hoefna-
gel) een gelijk lot trof als Weijerman die in de gevangenis (Gevangenpoort Den
Haag, caeg) werd gezet, terwijl de regering zijn schimpschriften verbood. In dit
slijk te wroeten heeft niet het minste nut, aangezien het ons niet te doen is om
de chronique scandaleuse’ (48).
In het voorwoord van een in 2002 verschenen boek ‘Achter slot en grendel’ gaat
Hanou wat uitgebreider in op de geschriften van de 18e eeuw. De volgende ali-
nea is een korte samenvatting van dit voorwoord (49).
In de 18e eeuw kregen schrijvers allerlei beperkingen opgelegd die, als ze zich te
openhartig zouden uiten, een verblijf in een cel, verbeterhuis of iets dergelijks
zou betekenen. ‘Personaliseren’, d.w.z. het aantasten van een persoon in zijn
goede naam, door het bekend maken van allerlei gegevens over diens handel en
wandel, was verboden. Klachten van de kerk vormden dikwijls de basis van de
boekvervolging door de overheid. Achtergrond van dit alles was het zogeheten
Verlichtingsdenken waarbij de traditionele politieke en kerkelijke kaders niet
langer meer vanzelfsprekend waren. Het geloof verloor haar invloed en het ver-
stand stond centraal. De wereld werd bij wijze van spreken ‘ontdekt’ en dat
bracht veranderingen met zich mee, ook op het terrein van de letteren. Omdat
‘de wereld openging’ met daarbij allerlei nieuwe ‘vergezichten’, ontstond er een
nieuw fenomeen: de schrijver die van zijn pennevruchten probeert te leven. Je
kunt deze ontwikkeling zien als voorloper van de krant of het tijdschrift, want
het ging vaak over onderwerpen waar iedereen wel mee te maken had of zou
krijgen.
Toch gaf dat ook spanning, want enerzijds moest het schrijven geld in het laad-
je brengen, maar tegelijk moesten de auteurs voortdurend op hun hoede zijn
omdat er veel ‘gevaarlijke’ onderwerpen bestonden. Teveel politiek, erotiek of
teveel aan herkenbaarheid bij een beschreven persoon, het kon zo maar opslui-
48
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 48
ting betekenen. Sommige auteurs schreven daarom onder pseudoniem. Dat de
gevoeligheid van bepaalde themata voor de schrijver regelmatig een tekort aan
inkomsten met zich meebracht, laat zich raden. Broodschrijvers leefden regel-
matig aan de zelfkant van de maatschappij.
Ondanks deze ‘censuur’ is er nog wel een en ander te vertellen over de werken
van Hoefnagel, want er zijn zo’n honderd geschriften van onze Klaas bewaard
gebleven. Zie bijlage 4.
Het is niet de bedoeling om alles wat hij geschreven heeft de revue te laten pas-
seren. Ik maak een uitzondering voor een boek.
Het juichend Noordholland
In juli 1773 maakt prins Willem V
een plezierreisje door Noord-Hol-
land. Bezocht wordt o.a. Nieuwen-
dam, Buiksloot, Broek in Waterland
(50), Monnickendam en meer naar
het noorden gelegen plaatsen. Van
die reis die twee dagen duurt heeft
Nicolaas Hoefnagel verslag gedaan
in zijn boek: ‘Het juichend Noord-Hol-
land of Verhaal van de Reize van Zijne
Doorluchtige Hoogheid Willem den Vijf-
den, den 21 en 22 julij 1773’, uitgegeven
door Gerrit Bom, Amsterdam 1773.
In dat boek o.a. een overzicht van
alle erepoorten en bogen met diver-
se inscripties.
Mr. J. van Lennep schrijft daarover: ‘Van die Prinselijke kijkreis, welke twee
dagen duurde, gaf een jeugdig Monnickendammer en echte Noorhollander, die
er zich op beroemde, dat in heel Noord-Holland geen stad of dorp was waar hij
geen familie had wonen – Nicolaas Hoefnagel genaamd – een boek uit...(met de
titel zojuist genoemd). Van Lennep vervolgt: ‘De stijl van het boek is suikerzoet
en het geheel heeft veel van een boerekermiskoek vol bloempjes en rijmpjes. De
schrijver deelt niet alleen de rijmen mee die hij van de gezegde Eerenpoorten en
Boogen afgeschreven had, maar wisselt zijn zoetvloeiende proza telkens met
nog zoetvloeiender poësie van eigen maaksel af, nooit zonder een beleefde bui-
ging of een cierlijken draaiom’. Van Lennep geeft een voorbeeld: ‘Maar eer ik zo
ver koom zal ik de eer hebben om te zeggen:
49
n i c o l a a s h o e f n a g e l
Willem V
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:39 Pagina 49
Omslag ‘Boek der Opschriften
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 50
Hier ziet men de zilverde eeuw,
Het is alles hier in vreeden,
het schaap rust bij de Leeuw,
Men ziet hier al de Leeden, enz.
‘Zeker’, aldus van Lennep, ‘de Monnikendammers zullen er wel trotsch op zijn
geweest dat zulk een Dichter uit hun midden was voortgekomen. Zelfs geeft
Klaas Hoefnagel al de namen op van de Noord-Hollansche meisjes – in zijn stijl
‘Mejuffers’ – al de Niesjes en Neeltjes, de Marrijtje en de Titia’s die de ere-
poorten vercierd en den prins met bloemen bestrooid hadden; en die daar toch
heel Noord-Holland familie van hem
was, zeker ook allemaal zijn nichtjes
waren’.
Spottend besluit van Lennep dan:
‘Natuurlijk kon Gerit Bom met de uit-
gave van dit boek geen kwaad; – heel
Noord-Holland moest het koopen; ’t
was een provinciaal familiestuk. En
wij geven bij deze gelegenheid tevens
aan alle uitgevers de raad, om ’t voor-
beeld van dezen Gerrit Bom na te vol-
gen, en alvorens een boek te laten
drukken, onderzoek te doen naar de
familiebetrekkingen van den Schrij-
ver, ten einde daarnaar de oplage te
kunnen regelen’ (51).
Over die familiebetrekkingen, waar
van Lennep het over heeft, schrijft
Hoefnagel in zijn boek: ‘Als men eens
nagaat, dat ik de eer heb, dat in geheel Noord-Holland geen Stad of plaats is, of
ik heb daar Familie wonen, zelfs geen een Stad, herzeg ik, of daar bevind zich
Familie van my, die in Staats, Stads en Kerkelyke Vergadering zitten, niet dat ik
dit zeg uit Glorieusheid, verre van my, maar om aan te toonen de naauwe be-
trekking die ik voor Noord-Holland heb’ (52). Ik ga er vanuit dat hij het vooral
heeft over het geslacht Van Sanen, de familie van zijn moeder die, zoals eerder
werd opgemerkt, inderdaad op bestuurlijk- maatschappelijk en kerkelijk ter-
rein hun bijdrage aan de geschiedenis van Noord-Holland heeft geleverd. Maar
er is wel sprake van ‘enige’ overdrijving.
51
n i c o l a a s h o e f n a g e l
Jacob van Lennep
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 51
Overigens heeft dit bezoek van de prins nog een vervelende nasleep gekregen.
Lees het artikel van de heer Appel in het jaarboekje van de vereniging 1995 blz.
63-69.
De mens Hoefnagel
Over zijn opleiding is niets bekend. Hij blijkt later wel Frans te kunnen spre-
ken/schrijven en misschien kende hij ook wat basis latijn.
Op het portret (begin van dit artikel) zit Nicolaas met een steek op. Op tafel lig-
gen de attributen van een schrijver – veer en inktkoker – en een exemplaar van
de bladen ‘Echoo’ en de ‘Overweeger’.
Over Nicolaas als persoon schrijft
Hanou: ‘In al zijn publikaties komt
Hoefnagel naar voren als een wat zor-
genloze, levenslustige figuur, een
vriendelijk type hackwriter, althans
voor hij zich in het politieke strijdge-
woel stortte.
Als de ‘Noordhollander’ hem in 1771 be-
schrijft als ‘kort van persoon, gaat
veele in het wit gekleet en een weinig
bukkende, ziet ‘er bleek gerimpelt en
verzopen uit’ is Nicolaas het daar niet
mee eens. Kort is hij ja, maar veel in ’t
wit? Sinds zijn achtste jaar niet meer.
Altoos heb ik andere Couleuren ge-
draagen. Een weinig bukkend? Dat
kan hy zagt Raaden, want die veel met
zyn harsens werkt loopt veel in ge-
dachten, maar dat ik booven ’t bleeke
nog gerimpelt zou zyn is een louter
leugen, want myne jaaren noch geen
Rimpels meede brengen; en dat ik er
verzopen uit zou zien, zulks is myn
niet eens de moeiten waart om dit te
wederleggen, alzo dit van alle die my
kennen beeter geweeten word’. In dezelfde weerlegging geeft hij aan zelden
sterke drank te gebruiken. Over dat laatste schrijft Hanou: ‘Dat laatste zou
nogal ongewoon zijn in 1770 en lijkt ook niet aangepast aan Hoefnagels reisbe-
schrijvingen, bij voorbeeld in de Reizende Advocaat; er wordt overvloedig ge-
52
Omslag ‘De Overweeger’
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 52
pauzeerd in ontspanningen en dergelijke. Nergens in zijn werk blijkt hij voor-
stander van een matig gedrag, maar zodra hij zich de kwestie bewust wordt, al
beschrijvende zegt hij zijn lezers nooit meer per dag te nemen dan een ‘half
Vlesje Wyn’(53).
Schilder
In zijn ‘Echte verantwoording’ verklaart Klaas de schilderkunst beoefend te
hebben, maar hoe serieus dat is geweest, is niet duidelijk. Zelf noemt hij zich
een ordinaire kladschilder die wat ‘stille waterstukjes’ produceerde (54). Wat
dat schilderen betreft had hij dus mogelijk enig talent van zijn grootvader van
vaders kant, Francois Snellinx, geërfd.
Oost-Indië
Er zouden, aldus Hanou, in 1769 plannen zijn geweest om naar Oost-Indië te
gaan. Misschien was Hoefnagel daartoe gedwongen of ging hij als gelukszoe-
ker. Maar Hoefnagels vrouw heeft dit tegengehouden. Zij wilde geen lange
scheiding. Hanou citeert in dit verband de eerder genoemde ‘Brief van een
‘voornaam Noorhollander’ die het volgende over Hoefnagel zegt: ‘Al van vroeg
af heeft hy zich tot niets goeds willen schikken; verwers knegt zynde zoals wy
hier zeggen, is hy nooit anders dan een luywammes geweest die altoos veel lie-
ver in de Kroeg dan by de Verwpot was. (..). ‘Voor maar een jaar of twee stondt hy
op het puntje van na Oost Inje te varen, want er was geen andere uitkomst voor
hem, alles was ‘er deur en zyn Ambagt verstondt hy niet; daarboven was hy geen
braaf mensch gezien; evenwel schynt het er niet toe gekomen te zyn, want hy is
zedert aan het zwerven geraakt en heeft hier en daar bankrot gespeelt, en heeft
zig te Alkmaar en hier en daar met lage dingen opgehouden, tot dat hy zig dan
eindelyk heeft opgeworpen tot een Schryver en dat wel een Schryver van den
laagste rang, en zo als ick hem UE heb voorgestelt een openbaar Pasquillemaker
(beledigend schotschrift in woord of beeld, caeg) die zyn pen verhuurt ten koste van het
fatsoen en de reputatie van alle eerlyke lieden die het ongeluk hebben onder
zyne Schimpzuchtige en verhongerde handen te vallen, een elendige Brood-
winning voorwaar, die hem en met redden de afschrik en gemeene veragting
van een igelyk op de hals moet halen’ (55).
Inkomsten
In het pamflet ‘Alle de Magistraatsgezinde schrijvers’ schrijft Hoefnagel dat hij
‘arm en beroijd in hun stad (Amsterdam) kwam. Dat sluit aan bij wat u zojuist
las. Arm was hij en wel deeglijk arm ook, want hoe wel hij als een Heer voor het
licht kwam, was doch alles schraaltjes’ (56). Toen hij echter op 12 november 1770
begon met schrijven in ‘Neerlandsch Echo’ veranderde zijn inkomen ten goede.
53
n i c o l a a s h o e f n a g e l
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 53
Nicolaas Hoefnagel en Monnickendam
Hoe was de relatie van Klaas met zijn geboortestad?
In zijn ‘Echte Verantwoording’ schrijft hij over Monnickendam: ‘daar is ’t bijna on-
mooglijk om drie Daagen te huisvesten of woonagtig te zijn, of ieder kent zo-
daanig een nieuweling; en hij is er zelden Veertien daagen geweest, of zy wee-
gen hem al op een aas na, hoe swaar dat hy is’ (57).
In ‘De solliciterende postmeester in het hembd’ (1782) komt de volgende zinsnede
voor: ‘Wat zoude ik zeggen, ik ben nooit gewoon te veinzen, myn Landaard en
voornamelyk de Waterlantsche boeren, in welke Hoofdstad ik de Eer hebbe ge-
booren te zijn, verstaan hun die kunst niet’ (58)
In het eerder genoemde ‘Juichend Noordholland’ vinden we evenwel een andere
toon. Bij zijn beschrijving van de intocht van Willem V noemt hij expliciet de
Wel. Ed. gestrenge Heer Hoofd-Officier, Mr. Hendrik Nahuijs en dan nog wel
voor de burgemeesters! Bij de andere steden doet hij dat niet. Misschien wilde
hij, door schade en schande wat wijzer geworden, de man van de wet te vriend
houden, suggereert Hanou (59).
Als in 1771, na een fikse rel, zijn weekblad ‘Neerlandsch Echo’ verboden wordt, ant-
woord hij éen van zijn aanvallers dat deze niets van Monnickendamse toestan-
den afwist: ‘Klaas was immers niet van gemene afkomst; zijn familie van va-
ders- en moederskant zaten op stads- en landskussens; zijn vader was eenen-
dertig jaar met zijn moeder getrouwd en had bijna veertig jaar in
Monnickendam gewoond, heette François en géén Klaas Pieterszoon, was bo-
vendien zilversmid en geen ‘Kladtschilder’ en verschillende malen Overman
van het Gild’ (60).
Nicolaas en justitie
‘Het vak van journalist, beroepsauteur en/of schandaaljager schijnt sinds de
achttiende eeuw enkele vaste gedragspatronen bij de schrijver met zich mee te
brengen, zoals een wat luiddruchtiger gezelschapsleven ( ) daar de stof voor
spektators en geschriften opgedaan moest worden in taveerne en pleisterplaats,
hetzij in de vele vaste Amsterdamse stamkroegen, hetzij bij het reizend op tallo-
ze plaatsen aanleggen – zoals gebeurt in Hoefnagels optreden als ‘Reizende Haag-
sche Advocaat’. Een dezer escapades eindigt zelfs met een nachtelijk opgebracht
worden door de politie, 3 maart 1772, overigens in pro- en contrageschriften
luidruchtig en genoeglijk beschreven’ (61)
De eerder aangehaalde J. Hartog schrijft, als hij Hoefnagel met een collega
–Jacob Campo Weijerman- heeft vergeleken: ‘Geen wonder dat hem een gelijk
lot trof als Weijerman, die in de gevangenis werd gezet, terwijl de regering zijn
schimpscheuten verbood’ (62).
54
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 54
Ontwikkeling
Er is in de geschriften van Hoefnagel een ontwikkeling waar te nemen. Hanou
schrijft daar dit over: ‘Opvallend is dat voor eind 1771 een groot deel van zijn
werk een wat serieuzer karakter droeg. Aangevallen bij het gedwongen beëindi-
gen van zijn Neerlandsch Echo somt hij in de Echte en ware verantwoording (begin
1772) al zijn tot dan toe geschreven werken op (..). een niet onaanzienlijk oeu-
vre; maar toch moet het hem financiëel weinig opgeleverd hebben, als hij pas
goed uit de zorgen was door het schrijven van de Echo en diens opvolgers. Uit
zijn andere satirieke werkjes moet hij begrepen hebben welk type lektuur op de
grootste afzet mocht rekenen en in overeenstemming daarmee ook welk bedrag
daarvoor door uitgevers betaald werd (..). In het nummer van Neerlandsch Echo
beschrijft hij, hoe, toen hij bij het aankomstpunt van een trekschuit een groot
aantal mensen zich zag verdringen bij een aantal spraakmakende geschriftjes,
hij zich realiseerde waar geld te krijgen was – hij was immers platzak (..). ‘Dat
dit werkje, aldus Hoefnagel, van ‘my ondernoomen werd, is eindelyk en ten
laatsten niet anders als om myn lezers te vermaaken en om die mooie bekoorly-
ke schyven, Alias ’t geld die groote magtigen Godin, daar de Dominees meeste
part om preeken, de Doctoors om praktizeeren en geheelen Turfmanden vol
Latyn voor uytkomen te braaken, daar de Heeren Advocaten vry wat voor op
haar Conscientien neemen, en daar menig een mooi Meisje die anders eerlyk
zou gebleeven hebben een hoer om word, en haar dikwils een braaf man om in
een Schelm veranderd’ (63).
Na het meer serieuze werk dus de satire etc. om te eindigen met het schrijven
van schotschriften in de patriottentijd. Daarover merkt Hanou nog op: ‘Ver-
mindering van aandacht kan ook voor Hoefnagel gegolden hebben, die na 1780
misschien meer uit winstbejag dan uit politieke overtuiging in de patriottische
pamflettenslag beland was’ (64).
Niet correctief
Tot besluit nog wat notities. Nicolaas zou wat driftig en mogelijk ook ‘stijfhoof-
dig’ zijn geweest ‘want dat zo niet zynde zoude hy als geen eerst meester in de
Nederduitsche Taal zynde, toestaan, dat zyn Werk gecorrigeerd wierd van Spel-
fouten, maar neen, zoo men hem dat onder het oog brengt zegt hy die het niet
leezen kunnen moogen het leggen laaten, ik heb Schryven geleerd, laaten zy
Leezen leeren, ik Schryf voor Cordaten Lieden en geen Fitters’ (65)
Zingen
‘Zingen daarentegen kan hij niet, volgens zijn zeggen: ‘ECHO is blydt dat hy
niet zingen kan, ’t heugt ECHO nog dat hy zingen zou leeren, maar wanneer
zyn Meester en een andere dieciepel behalve ik ECHOIBUS, onze stemmen lie-
55
n i c o l a a s h o e f n a g e l
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 55
ten horen, sturve de katte van schrik’. Hanou merkt daarover op: ‘Dit is enigs-
zins merkwaardig, omdat hij met voorliefde liedjes en wijsjes noemt, en hem
ook verschillende volksliedjes toegeschreven worden’(66).
Kleedgewoonten
Hoefnagel had de merkwaardige gewoonte om geheel verschillend gekleed te
gaan. Hij zou wat ‘Glorieus in Kleeding’ zijn. De Naakte waarheid deelt in 1782
mee: ‘die knaap heeft van jaren herwaards een wonderlyke rol bij ons (te Am-
sterdam) gespeeld, dan was hy boer, dan weer van Heer een kruyer, vandaag zag
men hem langs straat loopen met een deegen op zyde, een goud boordzel om
den hoed; weinige dagen naderhand kon men hem als oppasser in een hoerhuis,
met een wit sloofje voor, ontmoeten, en dat is zoo gebleven tot heeden toe;
thans is hy er boven op en speelde den gebraden haan’ (67).
Slot
Er zou over deze kleurrijke figuur uit de achttiende eeuw, geboren Monnicken-
dammer, nog meer te vertellen zijn. Wie meer wil weten, verwijs ik naar de ge-
schriften van Dr. Hanou.
Wat u las is een schets van een man die met zijn pen heel wat overhoop heeft ge-
haald.
Het verhaal over het leven en werk van Nicolaas Hoefnagel (1735-1784) laat op
bescheiden wijze iets zien van het gedachtegoed en de omstandigheden in Hol-
land in de tweede helft van de 18e eeuw. Het moet (ik herhaal) vooral gelezen
worden tegen de achtergrond van de ‘Verlichting’, een nieuwe manier van den-
ken die tot op vandaag doorwerkt. Het is ook het verslag van van de 18e eeuw dat
zal uitlopen op de grote omwenteling van 1795: de Franse Revolutie. Zowel de
Verlichting als de Franse Revolutie laten tot op vandaag hun sporen na!
56
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 56
Bronvermelding
Hoefnagel met daarachter de aanhaling in het notenapparaat:
* Jaarboekjes Oud-Monnickendam (OM)
* Historisch Monnickendam, W. Lamm (HM)
* Doop-, trouw-, begraafregisters (DTB) van Monnickendam, Purmerend, Alkmaar en Amster-
dam
* Lidmatenregister (Gereformeerd) van Monnickendam, Purmerend en Alkmaar (LG).
* Memorialen van de burgemeesters van Monnickendam (MB).
* Hanou, A, Een 18e eeuws broodschrijver: Nicolaas François Hoefnagel I in: Spektator 2
(1972/73), blz. 62-81 (Hanou 1)
* Hanou, A, Een 18e eeuws broodschrijver: Nicolaas François Hoefnagel II in: Spektator 2
(1972/73), blz. 535-548 (Hanou 2)
* Hanou, A, Bibliografie Nicolaas Hoefnagel (1735-1784) in: Documentatieblad Werkgroep 18e
eeuw nr. 18, jan. 1973 blz. 21-43 (Hanou 3)
* Hanou, A, idem vervolg in nr. 21, sept. 1973, blz. 15-38 (Hanou 4)
* Hanou, A, ‘Een dood van Klaas Hoefnagel’ in: MedJCW (2004) 35,36 (Hanou 5)
Noten
1. OM 1978, blz. 43-48; OM 2000, blz. 132-137
2. De slag op de Zuiderzee, L. Appel, 1973; OM 1977 blz. 51-54; 1987 blz. 60
3. HM blz. 23,24
4. HM blz. 22,23; OM 1984 blz. 89, 92 (afbeelding); OM 2000 blz. 104
5. OM 1991 blz. 93-98
6. OM 1991 blz. 34-36
7. Dr. Andreas Johannes Antonius Maria Hanou is op 13 april 1941 in Monnickendam geboren.
Hij is een zoon van Christiaan Jozef Hanou, geboren in Bussum, in Velsen getrouwd met Ida
Jeanette Bertha van Dongen, geboren in Amsterdam. Het echtpaar komt 4 maart 1927 in
Monnickendam wonen. Daar worden twee meisjes en drie jongens geboren.
André Hanou is mede-oprichter van het tijdschrift Spektator (1971), van de stichting Jacob
Weijerman (1977) en uitgeverij Astraea (1994). De stichting Jacob Weijerman heeft als doel het
bevorderen van studie en onderzoek van de 18e eeuwse cultuur in de breedste zin.
Publicaties van Dr. Hanou over Nicolaas Hoefnagel vindt u bij de bronvermelding. Daar aan
toegevoegd kan worden:
* De ‘kleinzoon van Campo: Nicolaas Hoefnagel in: MedJCW (Mededelingen Stichting Jacob
Campo Weijerman) ‘8 (1985), 17-25. (Dit verhaal over Hoefnagel heb ik helaas niet onder ogen
gehad).
* Voorwoord in: ‘Achter slot en grendel’. Schijvers in Nederlandse gevangenschap 1700-1800
onder redactie van Anna de Haas, Walburg pers, Zutphen 2002, p. 11-14. In dat voorwoord gaat
het om losse gedachten over schrijvers in de eeuw van de Verlichting. Het boek zelf gaat in op
schrijvers die in de 18e eeuw vanwege hun werk of anderszinds gevangen hebben gezeten.
57
n i c o l a a s h o e f n a g e l
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 57
Meer algemeen is het werk: ‘De andere achttiende eeuw’. Het gaat over mensen die het nieuwe
medium van hun tijd – het tijdschrift – gebruikten om de aandacht te vestigen op nieuwe en
oude ontwikkelingen.
8. DTB M’dam 3B blz. 400
9. DTB M’dam 24 blz. 25A en 35 blz. 54
10. Not. Archief M’dam 3455
11. DTB M’dam 1 blz. 225
12. DTB M’dam 23 blz. 273
13. DTB M’dam 11D blz. 575
14. Not. Archief M’dam 3455. Het testament verwijst naar een ouder testament d.d. 5.10.1705
(not. D. Admiraal) en naar een testament d.d. 26.10.1785 (not. F. Thamis)/
15. OM 1999 blz. 141 en 142 en MB 34 d.d. 29.11.1719
16. MB 34 blz. 350
17. MB 35 blz. 9
18. OM 91/109. Zie ook blz. 110 Roemer Pietersz Teerhuijs, de opvolger van Frans als omroeper
en zilversmid.
19. MB 34 blz. 463. Een acte van borgtocht, ook wel acte van Indemniteit genoemd, zorgde er
voor dat de stad van herkomst zes jaar garant stond voor ondersteuning, voor het geval een
man, vrouw of gezin in een nieuwe woonplaats tot armoede zou vervallen en dus geldelijk af-
hankelijk werd.
20. Not. Archief M’dam 3484, not. Claas Pranger acte 304
21. ORA M’dam 3577 d.d. 24.8.1737
22. Not. Archief M’dam 3475, not. Claas teerhuijs, d.d. 7.11.1740
23. Overzicht inwoners M’dam rond 1747 en verpondingsboeken.
24. MB 35 blz. 278 en 293
25. MB 35 blz. 297
26. MB 35 blz. 311, 312
27. DTB M’dam 12 blz. 181
28. MB 35 blz. 348
29. MB 35 blz. 457
30. MB 36 blz. 235
31. ORA M’dam 3578 d.d. 28.1.1762
32. Lidmaten Purmerend Greformeerd, PU 134.
33. Idem, PU 133
34. DTB Purmerend 53 blz. 170 = PU 110
35. Lidmaten Purmerend Gereformeerd, PU 134
36. DTB Purmerend 58 blz. 194 = PU 125
37. Hanou 1 blz. 66
38. Hanou 1blz. 68. Een ‘spectator’ is een opmerker, iemand die waarneemt wat er ver weg en
dichtbij gebeurt. De naam is vooral bekend als titel van weekbladen met een moralistisch/di-
58
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 58
dactische strekking sinds de eerste helft van de 18e eeuw.
39. Hanou 1 blz. 68
40. Hanou 1 blz. 67, 68
41. Hanou 1 blz. 66
42. Hanou 1 blz. 66
43. Hanou 5 blz. 35
44. Hanou 5 blz. 35
45. Hanou 5 blz. 36
46. Hanou 5 blz. 36
47. Hanou 1 blz. 63
48. Hanou 1 blz. 63
49. Voorwoord, blz. 11-14 (zie bibliografie Hanou onder 7)
50. Broeker Bijdragen 1980-1987, blz. 153vv (uitgave: Oud Broek in Waterland). Zie voor het be-
zoek aan Monnickendam de Vroedschapsresoluties en de Memorialen van de Burgemeesters
van juli 1773.
51. Het boek der opschriften. Een bijdrage tot de Geschiedenis van het Nederlandsche Volksle-
ven, mr. J. van Lennep en J. ter Gouw, herdruk door M.A. Seijen, Leeuwarden 1974.
52. Hanou 1 blz. 65,66
53. Hanou 1 blz. 73, 75
54. Hanou 1 blz. 69
55. Hanou 1 blz. 69,70
56. Hanou 1 blz. 70,71
57. Hanou 1 blz. 70
58. Hanou 1 blz. 65
59. Hanou 1 blz. 70
60. Hanou 1 blz. 65
61. Hanou 2 blz. 535
62. Hanou 1 blz. 63
63. Hanou 1 blz. 71
64. Hanou 1 blz. 64
65. Hanou 2 blz. 536
66. Hanou 2 blz. 537
67. Hanou 2 blz. 536, 538
Bijlage 1: Het geslacht Hoefnagel
Cornelis Cornelisz. Hoefnagel, gedoopt in Breda op 23 mei 1667, is tussen 1708 en 1721 overle-
den, vermoedelijk in Haarlem. Hij is een zoon van Cornelis Hoefnagel en NN.
Cornelis trouwt op 25 september 1689 in Haarlem met Elisabet Snellinx, gedoopt in Haarlem
op 8 april 1665, dochter van Franciscus Snellinx en Clementia van der Sprang, overleden 15
december 1736 in Haarlem.
59
n i c o l a a s h o e f n a g e l
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 59
Elisabeths vader, Franciscus of François Snellinx (het geslacht komt vermoedelijk uit Belgie),
geboren in Haarlem op 25 augustus 1627, was in zijn tijd een bekend figuur. Hij was dichter en
lid van de Rederijkerskamer ‘De wijngaertrancken’ van Haarlem die als lijfspreuk had: ‘Liefde
bovenal’.
Gedichten van deze Francois zijn te vinden in werken als: Klioos-Kraam, Apollo’s harp en Bloe-
menkrans.
Francois (Franciscus) Snellinx werd ook geroemd als schilder. Op 24 februari 1669 is deze veel-
zijdige man in zijn geboortestad Haarlem overleden. Misschien is hij familie van de beroemde
Belgische schilder Jan Snellinx.
Kinderen van Cornelis Hoefnagel en Elisabeth Snellinx:
* Cornelius, dp. 20.12.1691, tr. 27.8.1713 met jd. Johanna Akersloot uit Hillegom. Kinderen:
Martinus, dp. Haarlem 4.8.1715, Cornelia, dp. 1.9.1716 en Cornelis, dp. 5.10.1717.
* Margaretha Clementia, dp. 25.3.1693, overl. M’dam voor 11.1757 (ontbreekt een deel begraaf-
register), trouwt (1) Haarlem 24.12.1713 met Jan de Wit; trouwt (2) 7.1.1731 met Jacob Gouwe
Leeuw, begr. M’dam 13.7.1767.
* Francois, dp. 19.6.1695, jong overleden
* Johannes, 6.8.1697, begraven 21.11.1703
* Francois (Frans) 4.8.1700, de vader van Klaas
* Simon, 26.6.1709, begraven 3.7.1717
Mogelijk zijn er nog meer kinderen geboren want er wordt ook een kind begraven op 23 mei
1718.
Bijlage 2: Het geslacht van Sanen (zie ook OM 1990 blz. 40-42)
Stamvader is ene Jan... van Sanen.
Kinderen:
1. Jacob Jansz (v) Sanen, begr. 3.12.1637, voor 1623 getrouwd met Claasje IJsbrands
Kinderen:
* Jan, dp. 3.9.1623, zie 6.
* Ijsbrand, dp. 19.4.1626, zie 7
* Jacob, dp. 12.11.1628, begr. 30.11.1637?
* Heijn, dp. 5.5.1633, zie 8
* Lutgertje Jacobs Sanen, trouwt maart 1641 met Barend Jacobs Spangiaart (Not. 3413 d.d.
23.3.1641)
* Pieter Jacobs v Sanen, schuldbekentenis in december 1648 met zijn broers Jan en IJsbrand als
getuigen (Not. 3418 d.d. 4.12.1648)
2. Claas Jansz (v) Sanen, begr. 10.6.1636, ontvanger, notaris, voor 1625 getrouwd met Eefje Pie-
ters.
60
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 60
Kinderen:
* Jan, dp. 27.4.1625, zie 9
* Pieter, dp. 21.12.1627, zie 10
* Jacob, dp. 19.12.1632
3. Cornelis Jans v Sanen, trouwt ca. 1635 met Trijntje Frederiks (Not. 3411 d.d. 6.11.1635 en 3441
d.d. 7.12.1669).
4. Aaltje Jans van Sanen, genoemd als mogelijke erfgename in het testament van haar broer
Cornelis d.d. 6.11.1635
5. Pieter Jansz v Sanen, burg. begr. 16.9.1681
Een zoon Aam trouwt 4.11.1646 met Grietje Frederiks
6. Jan Jacobs v Sanen, dp. 1623, trouwt 28.10.1646 Maritje Heijmans
Kinderen:
* Maritje, zie 11
7. Ijsbrand Jacobs v Sanen, geb. 1626, trouwt 6.10.1647 Aaltje Jans (Edam)
8. Heijn Jacobs v Sanen, geb. 1633 trouwt 13.2.1656 Neeltje Arends
Kinderen:
* Jacob, dp. 20.8.1656, begr. 4.4.1657
* Jacob, dp. 6.1.1658, zie 12
* Arent, 15.4.1660, zie 13
9. Jan Klaasz Sanen, geb. 1625, tr. 26.11.1645 Aaltje Dirks Hagen, begr. 25.3.1683
10. Pieter Klaas Sanen, advocaat. otr. 20.9.1654 Stijntje Pieters Lakemans
Kinderen:
* Claas, dp. 29.4.1655
* Meijnsje, dp. 18.5.1659, lidm. 1724 (att. v Den Haag), ovl. 1727. Zij otr. met advocaat Mr. Sijmon
Admirael
* Eefje (Eva), dp. 18.9.1661, lidm. 1685, otr. op 11.10.1682 met wedn. Pieter Willemsz Houting.
11. Maritje Jans v Sanen, trouwt 14.7.1661 met Pieter Florisz Bloem, zoon v capt. Floris Florisz
Bloem en Sijbrich Pieters Wrocht
12. Jacob Heijns v Sanen, geb. 1658 trouwt ca. 1677 Aaltje Klaas
Kinderen:
Heijn, dp. 9,10.1678, begr.
61
n i c o l a a s h o e f n a g e l
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 61
Heijn, 7.11.1680, zie 14
13. Arent Heijnsz v Sanen, geb. 1660, apotheker, lidm. 1684 begr. 24.8.1716, graf 54/19, otr. voor
1684 Jannetje Willems Hagen, lidm. 1684, begr. 29.3.1730. (Not. 3451 d.d. 21.9.1693)
Kinderen:
* Willem, dp. 12.10.1684, zie 15
14. Heijn Jacobs v Sanen, geb. 1680, koster, lidm. 1608, otr. 25.10.1704 Annetje Klaas Tonning,
dp. 7.11.1680, begr.19.6.1705, dr. van Klaas Semmes Tonning en Maritje Roemer. (Not. 3447 d.d.
19.12.1704).
Kinderen:
Maritje, dp. 6.3.1704, lidm. 1732, ovl. 1768 otr. 8.11.1721 Frans Hoefnagel
Heijn otr. (2) 9.6.1708 Neeltje Mens Cuijp, dp. 30.4.1682, lidm. 1708, begr. 28.9.1719, zws als ge-
volg van de geboorte van het laatste kind Jan, dochter van Mens Jansz. Cuijp en Aafje Cornelis
Kinderen uit het 2e huwelijk:
Jacob, dp. 1.3.1711, begr. 25.3.1711
Jacob, 13.7.1713, zie 16
Mens, 23.7.1716
Jan, 10.2.1718, jong overleden
15. Mr. Willem Arents v Sanen tr. met Catharina Gansneb Tengnagel, dr. v Mattheus Gansneb
Tengnagel, dp. Catharina Amsterdam.
Kinderen:
* Catharina, dp. 2.10.1710 x 18.5.1738 Hendrik Dirksz Boon
* Arent, dp. 15.6.1721, zie 17
* Cornelia, dp. 27.1.1726 x Jan Roos
16. Jacob Heijnsz van Sanen, geb. 1713, begr. 14.1.1777, otr. 16.5.1742 Maretje Meeuwis. Vertrek
naar Beemster.
In 1772 worden Jacob en Maretje aangesteld als vader en moeder van het weeshuis, zie OM 2003
blz. 130vv.
17. Mr. Arent Willems van Sanen, geb. 1721, lidm. 1745, begr. 20.6.1781, otr. 13.5.1747 Clasiena de
Leeuw, begr. 22.7.1752 (graf 54/19), dr. van
Kinderen:
* Catharina Wilhemina, dp. 4.2.1749, lidm. 1746 otr. 16.9.1770 Jan Kloek uit Amsterdam, lidm.
1771 zn v mr. Willem Kloek en
Helena Koster. Zij vertrekken 1794 naar Alkmaar
* Elisabeth Margaretha, dp. 8.4.1751, lid, 1766, otr. 16.9.1770 Jacob Jansz Teengs, Edam, zn v Jan
Jacobsz Teengs en Grietje Pieters van der Leij. Zij vertrekken 1770 naar Edam.
62
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 62
Bijlage 3: De kinderen van Frans Hoefnagel en Maritje van Sanen
Frans en Maritje krijgen tussen 1722 en 1744 tien kinderen waarvan er negen vroegtijdig over-
lijden.
Kinderen:
* Annetje, dp. 24.9.1722, begr. 29.10.1722
* Cornelis, dp. 28.11.1723, begr. 27.1.1745,
* Klaas, dp. 7.4.1726, begr. 22.9.1728
* Klaas, dp. 23.1.1729, begr. 3.5.1729
* Klaas, dp. 18.9.1735, zie onder
* Aam, dp. 18.10.1736, begr. 21.6.1738
* Jacob, dp. 22.5.1738, begr. 24.10.1738
* Aam, dp. 24.11.1739.
* Annetje, dp. 5.8.1742.
* Annetje, dp. 29.3.1744.
Op 15.3.1743, 11.6.1744 en 23.1.1747 wordt er een kind van Frans begraven. Dat zijn de drie laatst
geboren kinderen. Al deze kinderen worden in een kerkelijk graf begraven, waarbij Frans voor
de meesten van hen drie gulden impost betaald, voor zijn zoon Cornelis (ongehuwd) zelfs zes
gulden.
Bijlage 4: Publikaties van Nicolaas Hoefnagel
In het Documentatieblad Werkgroep 18e eeuw 1973, nr. 18 en 21 staat van de hand van Dr.
Hanou een bibliografie van Nicolaas Hoefnagel. Hij schrijft: ‘Voorzover is na te gaan, zijn
thans een honderdtal geschriften op zijn naam te verenigen: satyrische spectators, romans, to-
neelstukken, vele, vele politieke schrifturen, enzovoorts’, blz. 21,22
De bibliografie is ingedeeld volgens enkele hoofgroepen: 1. Romans, 2. Spectators, 3. Beschrij-
ving van historische gebeurtenissen, 4. Herstruktureringsplannen, 5. Pamfletten over a. inte-
ressante voorvallen, b. politieke schotschriften, c. andere; 6. Verweerschriften, 7.Toneel en an-
dere; 8. Overige.
Van elk wat voorbeelden. (Een vollediger overzicht Hanou 3 en 4)
Romans
De beedelende edelman of de Edelmoedige beedelaar.
Het wonderlijke lotgeval van twee broeders en éen zuster, zijnde geboren Hagenaars
Spectators
* Neerlandsch Echo of Weerklank van Klugtige, schertsende, Raare, Snaaksche, Ver-/liefde, Ga-
lante, bespottelijke, Schelmachtige, Listige zoo stille als openbaare Gerugten (1770/1771)
* Nederlandsche Overweeger (1771/1772) met als ondertitel: overweegende: de bespottelyke, on-
geregelde, Verliefde, Galante, Schelmägtige, Listige, zoo stille als openbaare Geruchten.
* Iets over alles of Vertoog aller Vertoogen (1772)
63
n i c o l a a s h o e f n a g e l
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 63
* Mercurius ( 1772/1773)
* De Naamlooziana of Vertoog zonder naam, over vraagen zonder vinding(1772)
* De Onmondige ofr Het kind spreekt de waarheid (1770-1782)
* De vrolijke Onzigtbare
* De reiznede Haagsche Advocaat. Verhandelingen wat hij tijdens zijn reizen hoort en ziet van
deze en gene passagiers, in trekschuiten, veerschuiten als postwagens, herbergen, logemen-
tenb en coffiehuizen
Beschrijving van historische gebeurtenissen
* Het juichend Noord-Holland of verhaal van de reis van prins Willem V in Junij 1773, Amster-
dam
* Het verheugd Friesland of verhaal der reis van prins Willem V van den 4 Julij tot den 3 Augus-
tus 1773, Amsterdam
Herstruktureringsplannen
Staat en uitrekening der enorme grove winsten, welke getrokken worden door de Heeren capi-
teins, eerste schrijvers en doctors, varende op des lands schepen van oorlog
Pamfletten over interessante voorvallen
Hoeren en boeven
Zielverkopers en ronselaars
De Hollandsche faam. Vliegende over de Amsterdamsche kermis
Politieke schotschriften
De ware aart des geschils tusschen de regenten van Holland en den hertog Lodewijk van Bruns-
wijk
Goed Staats, goed prins, goed Magistraats
Verweerschriften
Herbergspraatje. Over het Wekelijkse blaadje genaamt Den Echo, waarin de schrijver voor zijn
vuil en lasterlijk heekelen, op een geetsige wijs afgerost en zijn Persoon en Caracter aan ’t pu-
bliek opentlijk ten toon gestelt.
Antwoord van N Hoefnagel aan vier eerdieven.
Toneel en andere
* De huichelaars op het Leydsche eeuwfeest: ten huize van de geklopte kastelyn, of de listen van
waard Kochel en zyn vrouw Mager en Kwaat ontdekt, kluchtspel, ca. 1775. Het behandelt een
bekend 18e eeuws thema, nl. dat van de hypocrisie van de vromen. Een verhaal van een over-
spelige verhouding.
* De gestrafte Comptoirnar of het bedrogen juffertje, kluchtspel, 1775
64
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 64
Overige
* De drie boeken der Antichrist
* 1783 Antwoord op de memorie van Z. Pruyssische Majesteit
* 1782 Luzifer in zyn biegtstoel, hoorende de biegt van den hertig en veertien van zyn mede-
vloekgenoote
* 1782 De vrolyke Walon met de rarekiek-kas.
* 1782 Elk vogeltje zingt na het gebekt is
* 1782 Aller oogen wagten op uw, o Heeren, Hoogmogende Heeren Staaten Generaal
* 1782 Rondborstige en vinnige spoorslag voor de heeren Curtenius, Hubert, van Herwerden
etc
* ’t Geheim van de mis, of bril voor de gemeene eenvoudige man; waardoor men een bevatting
van de tegenwoordige oorlog kan krygen enz. Toneelstukje, 1781.
* De mislukte begrafenis, van de ouderwetse Nederlandsche patriot, of de vervoering door
Luzifer; en twaalf van zyn by naam genoemde swarte engelen; met het lyk door de schoorsteen,
’s avonds op den 31 Dec. 1781. Zinnebeeldig kluchtspel, 1781, herdruk in 1782
* Den ouderwetschen Nederlandschen patriot ontmaskert, of de bedroge verwagting van som-
mige kwalykgezinden. Blijspel 1782, herdruk ca. 1783
* De bedrogen verwachting, of ’t Haagsche oproer. ca. 1783
* Gedimitteerde zee-capitein Andries de Bruijn, de militaire dienst deezer landen ontzegt; of
de matroozen rechtbank. Toneelspel, ca. 1781.
* De zeven wyse en twaalf dwaase maagden, 1782
* Historiesch verhaal aangaende het tweede eeuwgetey der Leydsche Hooge Schoole, 1775
* Goed staats, goed prins, goed magistraats, 1780
* Lyk-dicht op de Ouderwetsche Nederlandsche Patriot, 1781
* Het testament ofte uyterste wille van den nu overleedene Ouderwetsche Nederlandsche
Patriot.
65
n i c o l a a s h o e f n a g e l
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 65
66
Jaap Kroonenburg, juli 1935
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 66
Jacob Kroonenburg (1901–1938)
Ds. C.A. E. Groot
De tweede ‘bekende’ Monnickendammer leeft in de eerste helft van de twintig-
ste eeuw. Het is de dichter Jacob Kroonenburg die, naast wat proza, ook een
roman heeft geschreven.
Zijn pennevruchten worden wat meer inzichtelijk als we zijn leven bezien tegen
de achtergrond van de eerste helft van de 20e eeuw. Een tijd die o.a. door Geert
Mak in zijn boek ‘De eeuw van mijn
vader’ zo uitmuntend is verwoord.
Jacob Kroonenburg is op kerkelijk
gebied gekleurd door zijn Gerefor-
meerde achtergrond. Een kerkver-
band dat in 1892 is ontstaan.
Een tweede achtergrond is de econo-
mische crisis van de jaren dertig met
veel werkeloosheid en armoede. De
verstedelijking nam toe, waardoor
velen van het platte land naar de
grote stad verhuisden, met alle con-
sequenties van dien.
Maar vooral de ziekte TBC, die zich in
zijn tienertijd openbaarde, heeft zijn leven en werk gekleurd. Dat zal bij het lezen
van het nu volgende verhaal en werk wel duidelijk worden.
Jaap, vernoemd naar zijn grootvader Jacob Esselman, wordt op dinsdag 21 mei
1901 om twee uur ’s middags op Overleek, in de gemeente Monnickendam, gebo-
ren. Vader Hendrik doet een dag later de aangifte van de geboorte, in gezelschap
van een broer van zijn vrouw, de 45-jarige boerenarbeider Jacob Esselman.
Ouders
Jaap groeit op in het landbouwgebied Overleek, in het miljeu van eenvoudige,
hardwerkende mensen. Nuchter en vroom, maar in een wereld waar gevoelens
niet of nauwelijks geuit worden. Zijn moeder noemt Jaap wel eens ‘mijn jongen’.
Daar zou je iets van zorg en tederheid en misschien ook wel bezorgheid in kun-
nen horen.
67
Geboorte akte Jacob Kroonenburg
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 67
Jaap is een zoon van timmerman
(eerder kastelein) Hendrik Kroon-
enburg, op 24 juli 1855 in Purmer-
land (Ilpendam) geboren. Als hij
op 28 mei 1891 in Ilpendam
trouwt, is hij al weduwnaar. Meer
over het geslacht Kroonenburg in
bijlage 5.
Jaaps moeder Eefje komt op 23
oktober 1859 ter wereld. Ze is een
dochter van landman Jacob Essel-
man en Eefje Jans Schokker Eefje
stamt uit een van oorsprong Duits
geslacht. Haar voorouders zijn
rond 1750 vanuit het gebied
rondom Hannover, naar Nederland gekomen en in Monnickendam neergestre-
ken. De meeste ‘Esselmannen’ zijn lid van de Evangelisch-Lutherse gemeente,
maar Hendrik en Eefje, eerst lid van de Hervormde gemeente, sluiten zich na
1896 aan bij de in 1892 ontstane Gereformeerde kerk.
68
Huis Overleek 5
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 68
Wees
Jaap is pas vier jaar, als op 16 november 1905 zijn vader sterft en een tiener als
zijn moeder, Eefje Esselman, op 5 februari 1918 op 58-jarige leeftijd overlijdt. De
diaconie van de Gereformeerde kerk ontfermt zich over hem. Waar Jacob na de
dood van zijn moeder heeft gewoond, blijft onduidelijk. De gezinskaart van
Monnickendam over de periode 1900-1940 geeft aan, dat Jacob op 11 juli 1919 bij
zijn ooms Jan Esselman (1852—1924) en Willem Esselman (1864-?) in huis is geko-
men. Op de boerderij – Overleek nr. 5 – woont ook nog een tante van Jaap, Aafje
Esselman (1853-1921) en Grietje Visser (geboren 1875 Kwadijk), de vrouw van
Willem met wie deze op 10 juni 1909 is getrouwd.
Volgens de gebroeders Theo (Monnickendam) en Just (Purmerend) Kroon die op
Overleek hebben gewoond, hadden de Esselmannen twee bullen waarmee koei-
en konden worden gedekt (1).
School
Op de lagere school zit Jaap in de klas bij Neeltje Snieder, een zus van de latere
vroedvrouw Maria Kaars-Snieder (2). Jaap en Neeltje mochten elkaar wel en
zouden elkaar beloofd hebben om samen te trouwen. Maar tot een huwelijk is
het niet gekomen. Het ene bericht spreekt over een verbod van de vader van
Neeltje. Een ander bericht zegt dat Jacob Neeltje niet wilde opschepen met een
zieke man.
Neeltje is verpleegster (psychiatrie) geworden en werkte o.a. in een sanatorium
in Bussum.
Dat er tussen de twee een goede verstandhouding is geweest, blijkt wel uit een
gedicht dat Jacob speciaal voor Neeltje Snieder heeft gemaakt. Er staat boven:
Die donkere lucht, zonder licht, zonder eene ster is mijn hemel, Nely Snieder.
Het begint zó:
Donkere lucht zonder sterrengeflonker,
Zonder het licht van de lichtende zon,
Gij zijt mijn lust en mijn vreugde, mijn hemel,
Sinds gij’ t voor mij van de dageraad won.
Dan volgen nog negen coupletten. Je krijgt een kijkje in het hart van Jaap. On-
duidelijk is wanneer hij dit gedicht in een keurig handschrift, voor Neeltje
heeft geschreven.
Het gedicht eindigt met de zin: ‘Ook ik ben een mens in ’t diepst van mijn ge-
dachten.’ Jaap ondertekent met J. K. B.
69
j a c o b k r o o n e n b u r g
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 69
Handel
Na de lagere school probeert Jacob met een bescheiden handel de kost te verdie-
nen. Hij trekt met ket en kar door de Streek. Maar een infectieziekte maakt het
hem onmogelijk om nog langer met zijn ‘kettekar’ (een wagen met een klein
paard er voor) groenten uit te venten, hoewel hij het heel lang volgehouden
heeft.
TBC
Als Jaap zestien is, openbaart zich de longziekte die bepalend zal blijken te zijn
voor de rest van zijn leven. Hij krijgt tuberculose, een ziekte die in het begin van
de 20e eeuw veel voorkomt en wel de ‘gesel van zijn tijd’ werd genoemd (3). Zijn
ziekte maakt werken onmogelijk.
70
Kettenkar
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 70
Sanatorium
Omdat zijn ziekte besmettelijk is, wordt
Jacob op 10 juli 1918 met een botter naar het
sanatorium Sonnevanck in Harderwijk ge-
bracht, een sanatorium voor TBC patienten
op de Tonsel 34, midden in de bossen. Dat zou goed voor de longen zijn was de
leidende gedachte in de medische wereld van toen (4). Een patientenkaart be-
vestigt zijn verblijf aldaar.
Als de directeur van Sonnevanck Jacob voor het eerst ziet, zegt hij: ‘Dit is geen
patient voor Sonnevanck, die jongen is erg ziek’. Maar Jacob mag toch blijven.
Hij is meerdere keren geopereerd. Hij werd ‘het wonder van Sonnevanck’ ge-
noemd.
Terwijl de gemiddelde tijd van opname ongeveer vier/vijf maanden is, brengt
Jacob een jaar of zes in Sonnevanck door. In 1924 gaat hij terug naar Overleek en
wordt opnieuw ingeschreven op adres Overleek 5.
Over het verblijf in een sanatorium schrijft Dr. Werkman: ‘Ieder volkssanatori-
um was toch wel overgeleverd aan een ‘nivellerende invloed naar beneden.
Doordat mensen die zich eigenlijk niet ziek voelden niets te doen hadden dan
liggen en rusten. De meesten wenden snel aan hun luie situatie. De wilskracht
verminderde in het algemeen en de energie smolt weg. Wachten was het ant-
woord, wachten op de maaltijd, op de arts, op bezoek, op het slapengaan’ (5).
Hoe Jacob zijn ziek-zijn heeft beleefd, kun je opmaken uit een gedicht dat niet
in zijn bundel is opgenomen. Het is verschenen in het tijdschrift ‘Opgang’.
71
j a c o b k r o o n e n b u r g
Sonnevanck
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 71
Ziekenkamer
De kale kamer stond vol zon;
De zieken lagen peinzende te wachten
Alsof de lichte dag iets brengen kon,
Iets dat het leed van jaren zou verzachten.
Ze lagen stil en klaagden niet,
Alleen hun oogen deden niets dan vragen
En als ze zongen, schreide in hun lied
De weemoed, om ’t verloren gaan der dagen.
Ze lieten stil de uren gaan
En zagen ’t zonlicht langzaam weer verdwijnen.
De lichte dag had niets gebracht; een traan
Deed d’ oude wonden smartelijker schrijnen.
Toen heeft een hand de pijn verzacht;
’t Geloof deed hen de handen biddend vouwen
En door het venster van den lijdensnacht
In wijde verten van Gods liefde schouwen.
Diakonale zorg
In die periode van de geschiedenis is er nog nauwelijks sprake van sociale voor-
zieningen. Jacob is zodoende geheel aangewezen op hulp van de diaconie. Tus-
sen 1918 en 1939 wordt dat diakonale werk van de Gereformeerde kerk beheerst
door de zorg die men op zich heeft genomen voor de kinderen van Hendrik
Kroonenburg en zijn vrouw en voor de aan tuberculose lijdende Jaap Kroonen-
burg. De drie kinderen zijn bij gastgezinnen geplaatst. De diaconie betaalt de
verblijfkosten in Harderwijk.
De financiële lasten die dat alles met zich meebrengt, drukken zwaar op de be-
groting. Maar met veel inspanning lukt het om tot aan de dood van Jaap Kroon-
enburg en tot de dag dat de drie wezen meerderjarig worden de benodigde bij-
stand te verlenen.
Extra inkomsten voor de diaconie
Uit het kerkblad van 3 maart 1927 komt het volgende bericht: ‘De meisjesver-
eniging onder leiding van mevrouw Koppenaal besluit, vanwege de langdurige
uitgaven ten behoeve van Jacob in het sanatorium, een bazar te houden. In ge-
bouw Samuel worden zelfgemaakte goederen uitgestald en verkocht. De bazar
72
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 72
wordt druk bezocht. De weinige materialen die
nog over zijn, worden verloot’. Het levert het voor
die tijd enorme bedrag van ruim 1300 gulden op!
Bijzondere ontmoeting
Als Jacob op een dag door de gang van het sanato-
rium loop, ontmoet hij juffrouw Nieveen, gewe-
zen onderwijzeres in Monnickendam. Jaap heeft
bij haar in de klas gezeten en herkent zijn juf on-
middellijk, maar zij hem niet. Op school was Jaap
een bedeesd en schuchter jongetje en nu staat hij
als een volwassen, grote man van circa 1.85/1.90
voor haar. Juffrouw Nieveen bezoekt een vriend
die ook patiënt is. Ze worden aan elkaar voorge-
steld en dat heeft voor Jaap enorme gevolgen.
Deze man is leraar Nederlandse taal en letterkun-
de en bevriend met Meindert Boss, een lotgenoot,
die onder het pseudoniem J. K. van Eerbeek naam heeft gemaakt als romanschrij-
ver. Meindert Boss had tijdens zijn militaire dienst een longaandoening opgelo-
pen waardoor hij, net als Jacob, moest kuren (6).
73
j a c o b k r o o n e n b u r g
Meindert Boss,
alias F. K. van Eerbeek
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 73
Tussen dit drietal ontstaat een hechte vriendschap. Als kind was Jaap nogal ver-
legen, maar wel leergierig. De leraar geeft hem Nederlandse les en met z’n
drieën lezen ze veel, om dat vervolgens met elkaar te bespreken. In die tijd gaan
Jaaps ogen open voor de schoonheid van onze Nederlandse taal. Hij geniet veel
van deze vriendschap en overleeft beide mannen.
Jacob als schrijver
Sonnevanck heeft een maandblad ‘Contact’ waarin maandelijks een brief van
Jacob wordt opgenomen. Zo’n brief ondertekent hij met de woorden: ‘Je vriend
Fre’. Pas na zijn dood komt men er achter dat die ‘vriend’ Jacob Kroonenburg is.
De brieven zijn voor velen een bron van troost. Brieven, soms vol humor maar
meestal met een ernstige ondertoon. Immers Jacob en zijn lotgenoten weten dat
de dood nooit ver weg is.
Meindert Boss
Tijdens de vriendschap tussen deze mannen, die tot hun dood toe is gebleven,
ontpopt Jacob zich voor het eerst als dichter. De Groot (over hem later meer)
merkt daarover op: ‘Ik weet niet of Van Eerbeek tijdens hun gezamenlijk ver-
blijf in een sanatorium invloed heeft gehad op de ontwikkeling van Jaap Kroon-
enburgs dichterschap. Wel vertelde de laatste van zijn vriendschap met Van Eer-
beek en het plezier dat ze samen konden maken, ondanks het feit dat ze de
onafwendbaarheid van een vroege dood kenden. Het mag dan ook wel als zeker
worden aangenomen dat Jaap Kroonenburg een goed deel van zijn schrijver-
schap te danken heeft aan de omgang met een man als Van Eerbeek die van pro-
fessie onderwijzer was’.
Hoe dichtbij de dood was, daarover schrijft Dr. Werkman: ‘Als Meindert in het
bos achter het hoofdgebouw wandelde, trof hij onder de kruinen een verse
rechthoek aan: een begraafplaatsje voor patiënten en personeelsleden’.
Over Jacob schrijft Werkman nog: ‘Kroonenburgs poëzie gaat over schuld, be-
rouw en vergeving en nog meer over isolement, eenzaamheid en dood, onder-
werpen waaraan Meindert zich verwant voelde’.
Terug naar Monnickendam
Jacob is 23 jaar als hij op 10 juli 1924 weer in Monnickendam wordt ingeschre-
ven. Hij staat in het Bevolkingsregister genoemd op adres Overleek 5, hetzelfde
adres waar hij als wees ook al woonde: bij de Esselmannen.
Over de jaren 1924 tot 1928 heb ik geen informatie kunnen vinden. Misschien is
Jacob nog in een ander sanatorium (in het Gooi?) opgenomen geweest, zoals
Jan. H de Groot in zijn Inleiding schrijft.
74
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 74
Broek in Waterland
Op 19 mei 1928 verhuist Jaap van Overleek naar
Broek in Waterland waar hij de 22e wordt inge-
schreven. Hij woont bij Nicolaas Stolk en zijn
vrouw, wijk 1 nr. 360, later nr. 437. Een echtpaar
zonder kinderen dat door Jacob met ome Klaas
en tante Mina werd aangesproken. Ook nu zal
de diaconie van de Gereformeerde kerk financië-
le steun hebben gegeven. Echter, omdat het ar-
chief van de kerk, op het moment dat ik dit arti-
kel schreef, helaas niet toegankelijk was, blijft
dat gissen.
Veenarbeider Nicolaas Stolk
is op 11.2.1877 in Nieuwer
Amstel geboren. Hij trouwt
in Baarn op 23.9.1904 met
Wilhelmina Schouten, geb.
in Baarn in 1883.
Vanwege het grote besmet-
tingsgevaar woont Jaap in
een huisje of op het erf van
de familie Stolk. Medicatie
was in die tijd voor TBC-pa-
tienten niet voorhanden en
dus werden deze mensen
buiten de gemeenschap ge-
houden. Jaap heeft met vrij-
wel niemand contact dan al-
leen zijn hospita, tante Mina, zo vertelt Jan H. de Groot later. Een dappere vrouw,
die Jaap tot aan zijn dood heeft verpleegd.
Uit een telefoongesprek dat ik had met de literatuurcriticus Dr. Hans Werkman
bleek, dat Jacob destijds enig kontakt had met een boerenknecht, Andries Prins,
geboren in 1907. Hij is in 1925 in Broek in Waterland komen wonen en trouwde
met Wil Catsburg. Dr. Werkman heeft tussen 1990 en 2000 regelmatig telefoni-
sche gesprekken gehad met deze Andries Prins. Uit die gesprekken kwam naar
voren, dat Prins Jacob geld zou hebben gegeven om van dokter Grafhorst fles-
sen tonicum te kunnen kopen. De dokter gaf uit sympathie voor de vrienden-
75
j a c o b k r o o n e n b u r g
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 75
dienst korting op een doos flessen. Prins beweert dat hij het leven van Jaap met
dertien jaar verlengd heeft door die tonicum voor hem te kopen. Over die laat-
ste notitie heb ik zo mijn twijfels, maar vind het toch belangrijk om van deze ge-
sprekken melding te maken.
Jaap als dichter
Eind 1934 stuurt Jacob het ge-
dicht ‘De eenzame’ naar de re-
dactie van het jongerentijd-
schrift ‘Het korenland’, een
maandblad voor cultuur en
jeugdvorming. Het wordt in ja-
nuari 1935 geplaatst.
Het gedicht gaat over een man
met een bochel, maar je kunt het
lezen als een ‘zelfbeeld’ van de
dichter. In de gedichtenbundel
‘Mens en Nood’ staan trouwens
meer gedichten waarin de dich-
ter iets van zichzelf prijs geeft.
Ik noem: ‘Aan een moeilijke ver-
trooster’, ‘Rebellen’, ‘Onwaardig
bidden’ en ‘Vrees voor de dood’.
Jan Hendrik de Groot (7)
Een tweede persoon, naast Mein-
dert Boss, die een belangrijke rol
in Jaaps leven heeft gespeeld en
met wie hij, zij het maar kort,
76
Jan H. de Groot
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 76
zeer bevriend was, is Jan Hendrik de Groot. Hij debuteert in 1924 in het tijd-
schrift ‘Opwaartsche wegen’ met het gedicht ‘De karakiet’
De Groot heeft Jaap eind juli 1937, dus pas in de laatste fase van diens leven voor
het eerst persoonlijk ontmoet en daarbij iets ervaren van zijn eenzaamheid,
maar vooral ook van zijn vreugde om een vers dat hij schrijven mocht.
Om de dichter Kroonenburg wat beter te leren kennen luisteren we wat De
Groot over Jacob heeft geschreven in het voorwoord van de bundel ‘Mens en
Nood’. ‘Jaap hield van critiek op-de-man-af en wenste niet gespaard te worden,
zelfs niet toen hij nauwelijks meer in staat was zich op te richten en elke adem-
haling een worsteling was. Niemand wist ook beter de beperktheid van zijn
dichterlijk vermogen dan Jaap Kroonenburg zelf’ (...).’Hij was een zoon van het
Noord-Hollandse boerenland en zijn vak was boerenknecht. Niets meer en niets
minder. Maar geen mens zal het feit betwisten, dat in deze levenskring niet in
de eerste plaats de voorwaarden gevonden worden, waaronder dichters tot
grootheid komen. Zijn ontwikkeling was klein, zijn leven hard en naar de aarde
gericht’ (...).’Eerst in de laatste vier jaar openbaarde zich de dichter. Hij heeft
zich de beheersing van de taal zelf en alleen eigen gemaakt en met alle hardnek-
kigheid van zijn Noord-Hollandse boerenaard heeft hij volgehouden, tot hij
een vers schreef, dat eenvoudig en oprecht was’. De Groot vervolgt met: ‘Jaap
Kroonenburg toonde in gesprekken met mij een openheid over zijn leven, zijn
gedachtenwereld en zijn dichterlijke ambities die strijdig leek met het karak-
terbeeld van de Gereformeerde Waterlandse boerenarbeider. De verklaring
moet wel gevonden worden in de omstandigheid dat hij in het dagelijks leven
met niemand over zijn werk kon praten. Wanneer er dan eens een belangstel-
lende collega op bezoek kwam, stortte hij zijn hart uit. Maar niet met klachten
over het uitblijven van belangstelling voor zijn werk of over zijn gezondheids-
toestand. Nee, hij sprak over verzen die hij gelezen had of boeken, zoals van
Randwijks ‘Burgers in Nood’, een titel die op zichzelf al weerklank bij hem
vond (9).
Jaaps gedichtenbundel
Over de gedichtenbundel merkt De Groot het volgende op: ‘Het werd een keus
die de dichter zelf nog bepalen kon. Misschien was een strengere selectie wense-
lijker geweest indien literaire overwegingen waren gevolgd, maar het wilde
hem beter voorkomen zich vollediger te geven, met alle gebreken en tekortko-
mingen van zijn dichterlijk werk. De kleine wereld waarin hij leefde, heeft hem
de stof geschonken voor zijn poëzie. De mensen van zijn dorp, de gebeurtenis-
sen uit zijn omgeving, de nood en het onrecht die hij ervoer, het wereldge-
77
j a c o b k r o o n e n b u r g
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 77
78
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 78
beuren uit de krant, zijn eigen moeilijk innerlijk leven, zieleworsteling, twijfel
en overwinning en dan vooral het land waarop hij leefde en dat hij liefhad, het
Noord-Hollandse land vlak ten noorden van de hoofdstad’. Op 2 augustus 1937
schrijft Jan H. de Groot aan uitgeverij Kok dat Jaap Kroonenburg gedichten
heeft gepubliceerd in de volgende tijdschriften: Opwaartsche Weegen, De Werk-
plaats; de Libel; De Vriend des Huizes; Elckerlijc, Opgang en De Jonge Vrouw.
Dat klopt met wat ik aan kopieën onder ogen heb gehad van wijlen mevr. Snieder.
Crisis in ‘Opgang’ 1934
Verloren Zoon, De Libel 1935
Bekentenis, De Libel sept. 1935
Contrasten, De Libel nov. 1935
Gods vrijmacht, juli 1936
Ook dit, Elckerlijc, juni 1938
Auto-ongeluk, Elckerlijc, november 1938
Smokkelaar, Korenland, 1938
Ds. J. J. Buskes
Toen in 1958 de vierde druk van Jaaps gedichtenbundel verscheen, uitgegeven
door Ds. J. J. Buskes, kreeg de bundel een andere naam: ‘Zij hebben witte klede-
ren aan’.
Buskes zelf schreef een inleiding. Hij gaat in op de sfeer die de gedichten uit-
stralen en zegt daarover het volgende: ‘Het leven van Jaap Kroonenburg is hard
en moeilijk geweest. Hij was een eenzame, stugge, gesloten figuur en het groot-
ste deel van zijn leven was hij ziek. Telkens weer moest hij in een sanatorium
worden opgenomen. Tot de nood van de mensen rekende Jaap Kroonenburg
ook de zonde, de verkeerdheid van heel ons bestaan, onze afkeer en onze ver-
vreemding van God. Ook die nood heeft hij gekend en meer nog dan aan zijn
eenzaamheid en zijn ziekte heeft hij ervaren dat wij niet God zoeken, maar dat
God ons zoekt’.
Buskes gaat dan verder met: ‘De verzen van Jaap Kroonenburg zijn niet mooi.
Ze zijn nuchter en strak als het land van Noord-Holland. Al het overtollige ont-
breekt. Ook al wat naar sentiment zweemt. De dichter kende de beperktheid
van zijn dichterlijk vermogen, maar zijn verzen zijn eerlijk, eenvoudig, sober,
niet altijd gaaf, soms onbeholpen en stroef, een enkele keer ruw, maar altijd
voor iedereen en direct verstaanbaar. Hij is geen mooiprater. Wij herkennen zijn
geluid als waarachtig en zuiver op de innerlijke klank’ (10).
Of Ds. Buskes Jacob persoonlijk heeft ontmoet heb ik niet kunnen achterhalen,
maar zijn typering van de gedichten van Jacob zijn, wat mij betreft, heel her-
kenbaar.
79
j a c o b k r o o n e n b u r g
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 79
Ook De Groot geeft zijn visie op
Jaaps gedichten als hij schrijft: ‘Zijn
poëzie is helder van eenvoud, realis-
tisch van observatie en bewogen om
het dikwijls benarde lot van ande-
ren. De nood van de medemens en
die van de dichter zelf – in zijn niet aflatend zondebesef – staan centraal. Hij ge-
tuigt van het eeuwig tekort dat voor ieder mens anders, maar onvermijdelijk is
(..). Zijn poëzie ontroert en doet vragen naar de diepe bevlogenheden die in het
werk van deze dichter schuilen (..). Zij die voor poëzie gevoelig zijn, voelen zich
verrukt om een plotseling geluk dat zij ervaren, een ontroering die zij onder-
gaan, die zij nauwelijks meester zijn en waar geen woorden voor te vinden zijn.
Ook Jaap Kroonenburg heeft zulke verrassende verzen geschreven. Zijn talent
was beperkt. Hij wist dat zelf, maar zijn inspiratie, zijn bevlogenheid was van
een zuiver gehalte’.
Proza en een roman
‘Jaap Kroonenburg heeft ook enig proza nagelaten. In het augustusnummer
van ‘Elckerlyc’ 1937 schreef hij een korte impressie van de Merijntje Gijzen-
film, onder de titel ‘Een film draait’. Het fragment gaat over het verdriet van
Merijntje die treurt omdat zijn vriend de ‘Kruik’ in de gevangenis is terechtge-
komen. Het einde van de film toont het knaapje snikkend tegen de muur van de
80
Omslag en eerste pagina van de roman ‘De Groote Zondaar’
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 80
gevangenis. Jaap schrijft daarover: ‘Eén moment is het mij of ik daar zit, achter
éen van die getraliede vensters en alsof mijn moeder ergens om mij zit te schrei-
en’. Hij vervolgt: ‘Ik zit in de gevangenis. En het is een verdiende plaats’. Maar:
‘Als tot besluit van deze impressie in de bioscoop de lichten aangaan, ga ik als
een vrij man naar buiten’.
Misschien geïnspireerd door Van Randwijk heeft Jaap ook een roman geschre-
ven ‘De grote zondaar’, een boek van 207 pagina’s, evenals zijn gedichtenbundel
uitgegeven door C. J. Terwee in Putten, Gelderland. Het verhaal speelt zich af in
de tijd dat het fabrieksleven mensen van het platteland naar de grote stad lokt.
Niet iedereen kon met dat nieuwe bestaan en de daarmee gepaard gaande ver-
leidingen goed overweg.
De Groot: ‘Het verhaal biedt meer dan de avonturen van Jan Geelhof. Het weer-
spiegelt ook de periode waarin de economie stagneerde, de jaren dertig. Fabrie-
ken sluiten, de crisis ontreddert de gemeenschap, de werkeloosheid groeit en de
armoede staat op het erf van de kleine man, de boerenarbeider. Een eentonig
verhaal van telkens terugkerende situaties en telkens terugkerend zondebesef’.
De roman geeft een goed beeld wat het in die tijd betekende werkeloos te zijn.
Jacobs dood
We luisteren nog een keer naar Jan H. de Groot. ‘Er is wel eens door critici in de
krant geschreven dat Jaap Kroonenburg bang is geweest voor het sterven. Alsof
dat iets bijzonders zou zijn en in strijd met zijn groot Godsvertrouwen. Ik heb
Jaap niet gekend in zijn jonge en jong-volwassen jaren. En geconfronteerd met
de kennis van een dodelijke ziekte zal hij met bange afkeer naar de toekomst
hebben uitgezien. Het zou mij zelfs niet verwonderen als hij momenten van pa-
niek heeft moeten overwinnen. Maar in de jaren van zijn dichterschap, de vier
laatste jaren voor zijn dood, toen ik regelmatig met hem correspondeerde, heb
ik nimmer iets van stervensangst gemerkt.
Het jaar voor zijn overlijden is Jaap zeer produktief geweest. Verscheidene ver-
zen zijn gemaakt in het jaar van zijn dood, vroeg in 1938, evenals zijn proza. Ik
herinner mij dat ik hem in zijn laatste dagen eens vroeg of hij nog wel eens
nieuwe verzen schreef. Hij keek mij verdrietig aan: ‘Nee’, zei hij, ‘dat kan ik niet
meer’. Ik ben daarvan geschrokken. Het drong tot mij door dat het ziekteproces
bezig was hem van zijn laatste krachten te ontdoen.
De eerdergenoemde Andries Prins vertelde via de telefoon aan Dr. Werkman dat
Jaap de Kerst (het jaar wordt niet genoemd maar het moet 1937 zijn) doorbracht
bij een vriend, de koster van de Hervormde kerk aan de Kattenburgstraat in
Amsterdam. Na het eten zei Jacob: ‘Ik heb lekker gegeten’. Hij rekte zich uit
waardoor zijn long barstte. Een week of zeven later is Jacob overleden.
81
j a c o b k r o o n e n b u r g
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 81
De Groot: ‘De laatste dag van zijn leven (zijn hulp had mij opgebeld dat het niet
lang meer kon duren) zat ik naast zijn bed. Zijn grote handen lagen doelloos op
het laken. Ik vroeg hem zachtjes: ‘Jong, ben je bereid om in te gaan?’ Toen hak-
kelde hij met zijn laatste kracht: ‘zij hebben witte klederen aan’. In dat visioen is
hij gestorven.
Gedicht
Jan de Groot heeft over de laatste momenten van Jacobs leven een gedicht ge-
schreven dat als eerste is opgenomen in de bundel ‘Zij hebben witte klederen
aan’ onder de titel: ‘Jaap Kroonenburg sterft’.
Hospita
Ik schreef het al eerder, met veel waardering schrijft De Groot over de vrouw die
Jacob tot het einde toe heeft verzorgd: Tante Mina. Hij zegt: ‘Ik heb in de jaren
van onze vriendschappelijke omgang nimmer gemerkt dat hij binnen zijn milieu
contact had met een ander, een vriend, een buurtgenoot, die enig begrip toonde
voor zijn leven en werk’. (Noot: Hoe deze opmerking te rijmen valt met de vriend-
schap van de heer A. Prins, is me niet duidelijk, caeg).
Dat had tenminste twee redenen. Ten eerste het enorme besmettingsgevaar. Tu-
berculose was toendertijd volksvijand nummer éen. Maar er was nog een ande-
re reden. Voor gelovigen met een calvinistische achtergrond waren artistieke
creaties niet belangrijk. Dat was de mening van de bekende theoloog Dr. Abra-
ham Kuijper. En als ‘Abraham de geweldige’ zoals hij wel werd genoemd, zoiets
zei of schreef dan volgde de goegemeente gehoorzaam.
De Groot vervolgt: ‘Alleen met zijn hospita onderhield hij een vriend-
schappelijke verstandhouding. Ik heb herinnering aan haar pronte verschij-
ning, aan de klank van haar stem als ik haar bij mijn bezoek ontmoette. Daarom
en daarom alleen heb ik het gevoel behouden, dat zij in Jaap Kroonenburg en
82
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 82
zijn werk meer zag dan de zieke
boerenjongen die zij moest verple-
gen. Er sprak enig ontzag uit haar
houding. Zij heeft hem met grote
toewijding tot aan zijn dood toe
verzorgd’.
Begrafenis
Jacob Kroonenburg is nog maar 37
jaar, als hij op zondag 20 februari
1938 om kwart voor twaalf ’s avonds
in Broek in Waterland sterft op
adres Galggouw 437, nu nummer
10. (Het oude huis is vervangen door nieuwbouw!). De aangifte van zijn overlij-
den wordt een dag later gedaan door de 45-jarige veenarbeider Jan Jacob Hoet-
mer uit Broek in Waterland, akte 2. Geen rouwadvertentie in een krant, alleen
een notitie van Jacobs overlijden in de Waterlander van 26 februari (kopje: Bur-
gerlijke Stand).
Over zijn begrafenis schrijft Jan de Groot: ‘Op woensdagmiddag 23 februari
1938, een kille, donkere winterdag, hebben enkele buurtgenoten hem ten grave
gedragen, letterlijk. Jaap Kroonenburg is zonder enige plichtpleging van de
armen begraven. Ik heb hem aan het open graf herdacht. Er was een groepje
mannen en vrouwen samengekomen. Mensen met onbewogen, gesloten ge-
zichten. Hij, de dichter Jaap Kroonenburg, was
in dit milieu een vreemdeling, een eenzame.
We hebben dit woord bijna als Leitmotiv geko-
zen voor het totale beeld van leven en werk van
Jaap Kroonenburg. En toen ik dat groepje
mensen overzag, bleek mij dat hij niet alleen
door zijn ziekte op zichzelf teruggeworpen
was, maar ook gemeden werd omdat hij verzen
schreef. Een vreemde aandoening. Hij was een
vijandige figuur in deze gemeenschap van on-
wetenden. Lieden die van hun geestelijke lei-
ders hadden gehoord dat het schrijven van ge-
dichten als wereldgelijkvormigheid geoordeeld
diende te worden. Een zondige bezigheid. Ik-
zelf, die het woord ter nagedachtenis nam, werd
bijna met vijandige kilheid bejegend. Er was
83
j a c o b k r o o n e n b u r g
Overlijdensakte Jacob Kroonenburg
Jan H. de Groot
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 83
geen predikant die het ‘Onze Vader’ bad. De man zou op slag zijn aanzien heb-
ben verloren. Jaap heeft er ook niet om gevraagd. Alleen een heilssoldaat in uni-
form bevond zich onder de omstanders. De profeet mag in eigen land niet geë-
erd zijn, in dit land is de dichter het evenmin’.
Deze woorden schreef de inmiddels 89-jarige Jan H. de Groot kort voor zijn
eigen overlijden op 1 december 1990 (11). Hij besluit zijn inleiding op de bundel
met: ‘Vijftig jaar na zijn dood heb ik de dichter Jaap Kroonenburg wederom in
de aandacht van de tegenwoordige mensengemeenschap mogen plaatsen. Zijn
bescheiden oeuvre weerspiegelt helder zijn complete lichamelijke en geestelij-
ke structuur. Helder als glas. Onophoudelijk vragend naar de bedoelingen van
God de Vader en de Zoon, in Wie hij met kinderlijke vroomheid geloofde. Jaap
Kroonenburg spreekt nog nadat hij gestorven is’.
Ik weet niet of het Jacobs woorden zijn, maar op de achterkant van de foto waar-
in hij in zijn ‘huisje’ in Broek in Waterland zit, staan de woorden: ‘Wie veel gele-
den heeft, weet hoeveel de mensch te hopen heeft’!
Naschrift
U hebt het verhaal gelezen van twee totaal verschillende ‘bekende’ Monnickendammers.
De eerste uit de 18e eeuw, de tweede uit de 20e eeuw. Beiden namen de pen ter hand, maar met
geheel verschillende intenties. Beiden maakten deel uit van hun wereld en hun tijd.
Met dank aan:
* De medewerkers van het Waterlands Archief Purmerend
* De mannen/vrouwen die via internet gegevens hebben aangeleverd
* De dames Pronk, Monnickendam
* Dhr. Dr. H. Werkman, Amersfoort
* Mevr. Boertien, Zaandam
* Fam. Stolk, Broek in Waterland.
* De gebroeders Theo en Just Kroon
* Dhr. Bark (Overleek 4)
84
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 84
Bronvermelding
Jacob Kroonenburg
* Inleiding van Jan H. de Groot in de gedichtenbundel ‘Mens en nood’, Kok, Kampen 1992, aan-
gehaald als ‘Inleiding’.
* Inleiding Ds. J. J. Buskes in dezelfde gedichtenbundel (1958) die dan heet: ‘Zij hebben witte
klederen aan’.
* ‘De haven uitgediept’, proefschrift over het leven van Meindert Boss, alias F. K. van Eerbeek,
een lotgenoot van Jacob Kroonenburg, hoofdstuk 13, Dr. H. Werkman, Amersfoort 2004.
* Aantekeningen van gesprekken van Dr. H. Werkman met dhr. A. Prins uit Ruinerwold, vol-
gens zeggen destijds een vriend van Jacob Kroonenburg.
* Notities uit het archief van de Gereformeerde kerk van Monnickendam
* Eigen onderzoek in het Waterlands-archief te Purmerend.
Noten
1. Telefonische informatie
2. Zie jaarboekje Oud Monnickendam 2006, blz 155v)
3. Tuberculose (TBC) is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie en kan lei-
den tot ernstige aantasting van met name de longen. Omdat patiënten met een longtubercu-
lose door bijvoorbeeld hoesten of niezen besmettingsgevaar op leveren voor de omgeving, wer-
den ze geweerd uit de samenleving.
In het begin van de 20e eeuw was meer dan 10% van de Nederlanse bevolking besmet met TBC.
Het aantal dodelijke slachtoffers was enorm. Op een bevolking van ca. 800.000 mensen zijn er
ongeveer 7500 overleden.
TBC werd gezien als een ‘armeluisziekte’ die het meest voorkwam bij mensen die leefden in
mindere hygiënische omstandigheden (slechte behuizing, slechte voeding etc.)
4. In 1905 werd de Vereniging tot Christelijk Hulpbetoon aan Tuberculoselijders opgericht. In
sanatorium Sonnevanck te Harderwijk kuurden tussen 1907 en 1974 tienduizend tuberculose-
patienen, soms jarenlang, om van hun gevreesde ziekte af te komen.
Meer over dit sanatorium in het boek ‘Honderd jaar Sonnevanck’ geschreven door Theo Bakker
en Gerri Hoveling.
5. Notitie uit hfst 13 van H. Werkman ‘De haven uitgediept’.
6. Van Eerbeek (Meinard Boss dus), onderwijze van beroep, is geboren op 22 juli 1898 in Zwolle
en daar overleden op 5 november 1937. Hij is een van de belangrijkste, maar weinig op de voor-
grond tredende schrijvers uit de Protestants-christelijke literaire beweging die in 1923 allure
kreeg met de uitgave van het christelijk letterkundig tijdschrift ‘Opwaartsche wegen’. Een
ander pseudoniem van Meinard Boss is ‘M. van Kempen’.
Dr. Hans Werkman is gepromoveerd op een studie over Meinart Boss. Zijn proefschrift is uitge-
geven onder de titel: ‘Een haven uitgediept, 2004.
7. Jan H. de Groot is op 13 maart 1901 in Alkmaar geboren (was dus twee maanden ouder dan
Jaap) in, zoals hij zelf zegt ‘een harmonieus gezin uit het gereformeerde huis van cultureel ver-
85
j a c o b k r o o n e n b u r g
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 85
lichte ouders (zang, dans en snarenspel), geneigd tot liefde voor toneel, beeldende kunst en
oratoria’. Zijn eerste dichtbundel verschijnt in 1927.
In ‘Opwaartsche wegen’ publiceert hij in het kerstnummer van 1938 een felle aanklacht tegen
Hitler. Zijn verhaal is tevens een pleidooi om de Nederlandse grenzen voor Duitse Joden open
te stellen.
Tijdens de oorlog zijn Jan de Groot en zijn vrouw Nel nauw bij het verzet betrokken en bieden
o.a. hulp aan onderduikers.
De oorlog betekent een ommekeer in zijn denken. De moord op miljoenen joden brengt hem
in conflict zijn visie op een almachtig God. Hij breekt met zijn protestantse verleden maar
blijft wel lid van de Hervormde Kerk.
Jan H. de Groot blijft ook bijdragen aan protestants-christelijke literaire tijdschriften, o.a. aan
Woordwerk, dat, opgericht in 1984, nog steeds bestaat.
De dichter, oud-verzetsman en journalist overlijdt, negenentachtig jaar oud, op 1 december
1990 te Zeist. Een geëngageerd persoon, betrokken bij de mens en zijn tekortkomingen en be-
perkingen, zoals hij laat zien in zijn betrokkenheid bij het laatste deel van het leven van Jaap
Kroonenburg.
De aanhaling komt uit zijn inleiding op de gedichtenbundel van Jacob Kroonenburg.
8. Het christelijk letterkundig tijdschrift ‘Opwaartsche wegen’ heeft bestaan van 1923 tot 1940.
Annie M.G. Schmidt debuteerde in 1938 in dit tijdschrift met gedichten. Ook Henriette Holst
en Meinert Boss schreven bijdragen.
9. Het boek ‘Burgers in nood’ uit 1936 bevat een verhaal dat zich afspeelt in de economische cri-
sis voor de Tweede Wereldoorlog. De schrijver/onderwijzer H.M. van Randwijk is 1909 gebo-
ren en in 1966 in Purmerend overleden. In de crisisjaren ontwikkelde hij linkse opvattingen,
waardoor hij moeite had een school te vinden. Door bemiddeling van Ds. Buskes lukte dat en
werd hij onderwijzer op een school in de Jordaan. In de oorlog behoorde van Randwijk tot het
86
H.M. van Randwijk
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 86
verzet. Met anderen richtte hij ‘vrij Nederland’ op. Op het Weteringplantsoen in Amsterdam,
tijdens de oorlog fusilladeplaats, is een monument opgericht dat gesierd wordt door de be-
roemd geworden dichtregels van Van Randwijk: ‘Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer
dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht’.
10. Ds. Johannes Jacob Buskes, geboren 16 september 1899, was Nederlands Hervormd predi-
kant. Een markant figuur die regelmatig op de TV verscheen en op de radio te horen was. Grote
bekendheid kreeg hij na een intervieuw met Mies Bouwman op de TV.
Hij schreef een aantal boeken die een brede verspreiding kregen. Tijdens de Tweede Wereld-
oorlog was Buskes een man van het verzet, op de kansel, in pamfletten en in daden. Hij werd
gearresteerd en op transport gesteld naar Dachau, maar onderweg uit de trein gehaald, waar-
door hij in een kamp te Sint Michielsgestel belandde.
Hij werkte lange tijd in Amsterdam, met name onder de arbeiders. Buskes staat bekend als de
‘rode dominee’ omdat hij zich aangetrokken voelde tot het socialisme. Hij was lid van de SDAP
die na de oorlog is opgegaan in de PvdA; aktief in de beweging ‘Kerk en Vrede’. Hij overlijdt op
9 maart 1980 in Dachau!, maar is in Amsterdam (Zorgvlied) begraven.
11. Voorwoord van de bundel ‘Mens en nood’, Kok Kampen, 1992
Bijlage 5: Het geslacht Kroonenburg
1. Klaas Gerrits (de oude) Kroonenburg, woont aan de Jisperweg te Beemster, tr. ca. 1680 met
Meijnou Jans.
2. Cornelis Claas Kroonenburg, dp. de Beemster 8.7.1695, begr. Ilpendam 10.1.1780, tr. Ilpen-
dam 5.3.1719 Claasje Pieters Mulder, dp. Ilpendam 14.3.1696.
3. Jan Cornelisz. Kroonenburg, tr. ca. 1755 (Ilpendam?) met Grietje Gerbrants Stalenboog. Vier
kinderen waaronder
4. Gerbrant Jansz Kroonenburg, geboren op 9 december 1764 te Ilpendam, ovl. Ilpendam
8.10.1821 (57 jaar), zoon van Jan Cornelisz Cronenburgh en Grietje Gerbrants Stalenboog.
Gerbrant trouwt op 5 juni 1792 met Klaartje Jans Oosterling. Zij krijgen acht kinderen, waar-
onder
5. Jan Gerbrandsz Kroonenburg, op 12 januari 1801 te Ilpendam geboren. Hij was eerst boeren-
knecht en later herbergier.
Jan trouwt op 14 maart 1821 in Ilpendam met Ariaantje van den Berg, op 8 mei 1795 in Gronin-
gen gedoopt, dr van Hendrik van den Berg en Negje Lucas van Hees. Zij krijgen zeven kinde-
ren, waaronder
6. Jan Jansz Kroonenburg, timmerman, geboren op 13 februari 1829 in Ilpendam, overleden na
1891, trouwt op 13 mei 1852 in Ilpendam met Antje Doets, geboren in de Beemster op 8 oktober
1828, dochter van Hendrik Doets en Jannetje de Geus.
Als Antje Doets op 21 juli 1883 in Ilpendam overlijdt (52 jaar), trouwt Jan (2) op 10 augustus
1899 (hij is dan 70 jaar) in Ilpendam met de 41-jarige Maartje Beets, geboren in Ilpendam rond
1858, dr. van Meindert Beets en Trijntje Haan, weduwe van Jan Hijn.
87
j a c o b k r o o n e n b u r g
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 87
Er worden uit het eerste huwelijk acht kinderen geboren waarvan Hendrik de oudste is.
7. Hendrik Jansz Kroonenburg, timmerman, later kastelein, geboren op 25 juli 1855 in Ilpen-
dam. Hij trouwt op 25 maart 1883 in Krommenie met Mijntje Kakes, geboren in Krommenie op
22 juni 1851, dochter van timmerman Jan Kakes en Maartje van Vliet.
Hendrik was bepaald niet honkvast. Op 16 juni 1884 wordt hij, samen met zijn vrouw Mijntje
Kakes, als lidmaat van de Hervormde gemeente van Monnickendam ingeschreven, met attesta-
tie gekomen van Oost-Knollendam (gemeente Wormer). Hij is dan kastelein en gaat aan de
Kloosterdijk wonen. Op 21 maart van dat jaar koopt hij voor f 5000,- het huis en erf van kaste-
lein Gerrit la Farge aan de Kloosterdijk, wijk 5 nr. 62. vergunning 20.3.1884 (op 1.1.1886 Hen-
drik Bakker), daarvoor Gerrit Lafarque. Zie OM 81 blz. 92 en 89 blz. 76-90.
Maar Hendrik redt het niet en gaat een jaar later al failliet. Op 26 november 1885 wordt de her-
berg publiekelijk verkocht. Met een verlies van meer dan f 2500,- gaat het pand over in handen
van koopman Cornelis de Moes.
Hendrik wordt in 1886 uitgeschreven vanwege vertrek naar Zaandam.
Kinderen
Vader Hendrik had uit zijn huwelijk met Mijntje Kakes enkele kinderen. Op 30 mei 1884 wordt
In Monnickendam Jan geboren (dp. 22 juni), die echter al na 17 maanden, op 18 november 1885,
overlijdt. Op 4 oktober 1885 volgt Maria, eveneens in Monnickendam. Het meisje wordt op 24
januari 1886 gedoopt. Deze Maria trouwt op 13 oktober 1909 in Zaandam met houtwerker Jan
Esselman, geboren in 1887 in BiW, zoon van Pieter Esselman en Jannetje Ordeman.
Een kleine twee jaar later komt op 21 juli 1887 in Sloten Antje ter wereld. Ze is huishoudster als
ze op 3 maart 1910 in Monnickendam trouwt met weduwnaar en veehouder Willem Reijnders,
geboren in Warder in 1868, zoon van Klaas Reijnders en Grietje Ubbels.
Daarna volgt de geboorte van Jan op 1 oktober 1889 te Krommenie. Hij wordt houtwerker en
trouwt in Zaandam op 12 oktober 1910 met Trijntje Esselman, geboren in BiW in 1889, dr van
Pieter Esselman en Jannetje Ordeman.
Overlijden Mijntje Kakes
Een half jaar later, op 13 april 1890, overlijdt in haar geboorteplaats Krommenie Mijntje Kakes,
39 jaar oud, dus geboren in 1851. Hendrik is dan timmerman.
Tweede huwelijk
Op 28 mei 1891 trouwt Hendrik in Monnickendam met Eefje Esselman, geboren op 23 oktober
1859, dochter van landman Jacob Esselman (1827-1881) die op 20 januari 1850 trouwt met Eefje
Jans Schokker uit Edam (1824-1901)
Op 4 oktober 1892 heeft Hendrik zich opnieuw als kastelein in de gemeente Monnickendam
gevestigd, gekomen van Ilpendam.
Uit dit tweede huwelijk wordt op 10 januari 1899 in Monnickendam een jongetje geboren. Het
88
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 88
wordt Jacob genoemd maar dit ventje overlijdt op 21 november 1900.
Vader is dan geen kastelein meer, maar zoals voorheen timmerman. Dat beroep wordt ook ver-
meld als in 1901 Jacob wordt geboren, de man wiens levensverhaal u hebt gelezen.
Bijlage 6: Overzicht van de gedichten van Jacob Kroonenburg
De kolommen verwijzen naar respectievelije 1e, 4e, 5e en laatste druk (zie onder).
De getallen verwijzen naar de pagina waar het gedicht te vinden is.
Te laat 11 31 27 23
Onwaardig bidden 12 32 28 24
Heer, ontferm u 13 47 41 25
Gods vrijmacht 14 22 20 26
Hulp 15 33 29 27
Vrees voor de dood 16 34 30 28
Inzicht en uitzicht 17 49 43 29
God laat niet los 18 11 09 30
Schemeruur 19 25 21 31
Herfstavond 20 13 11 32
Lentedag op kerkhof 21 26 22 33
Amerikaans kerkhof 22 27 23 34
Twee menschen 23 14 12 35
Eentonig liedje 24 15 13 36
De zwarte wagen 25 161 14 37
(In ‘Zij hebben..’ is het opschrift ‘In memoriam’)
Auto-ongeluk 26 17 15 38
Verloren zoon 27 48 42 39
Laster 28 28 24 40
Moeilijke vertrooster 29 35 31 41
Kruisdragers 30 12 10 42
Hypocriet 31 36 32 43
Crisis 32 45 44
Tijdbeeld 33 29 25 45
Stempelaar 34 24 46
Marie 35 51 45 47
Onder het oordeel 36 52 48 48
Smokkelaar 37 53 49
Overgave 38 50 44 50
Te elfder ure 39 54 46 51
Als ze ouder wordt 40 18 16 52
De eenzame 41 55 47 53
89
j a c o b k r o o n e n b u r g
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 89
Vader en Zoon 42 19 17 54
Een blinde 43 30 26 55
Judas 44 46 56
Orpa 45 37 33 57
Ook dit 46 38 34 58
Rebellen 47 39 35 59
Dualisme 48 20 18 60
Anderen en wij 49 23 61
Een kind klaagt 50 21 19 62
De jeugd getuigt 51 40 36 63
Kerkgang 52 41 37 64
Late kerstboodschap 53 42 38 65
U behoort ons hart 54 43 39 66
Zegepraal 55 44 40 67
Jaap Kroonenburg sterft 08 06
De gedichten zijn opgenomen in de bundel ‘Mensch en Nood’, in 1939 uitgegeven door drukke-
rij Terwee in Putten (Gld), waar in 1940 een derde druk verscheen. In 1958 heeft Ds. J. J. Buskes
uit Amsterdam op persoonlijke titel de vierde druk uitgegeven en daarvoor een inleiding ge-
schreven. De bundel kreeg toen een andere naam: ‘Zij hebben witte klederen aan’, een regel uit
het eerste (toegevoegde) gedicht. De Vereniging tot verspreiding van de Heilige Schrift heeft
daarna onder dezelfde naam de productie en verspreiding op zich genomen (5e druk). Het
voorwoord van Ds. Buskes, iets bijgewerkt, bleef gehandhaafd.
Zes gedichten uit de oorspronkelijke bundel werden weggelaten. Toegevoegd werd het gedicht
‘Jaap Kroonenberg sterft’. In 1992 is de bundel door uitgeverij Kok in Kampen opnieuw uitge-
geven onder de oorspronkelijke naam ‘Mens en nood’. De inleiding, geschreven door een goede
vriend van Jaap, Jan H. de Groot, geeft bijzonderheden over Jaaps leven waar ik dankbaar ge-
bruik van heb gemaakt, zonder overigens steeds expliciet naar deze bron te verwijzen.
Een aantal van deze gedichten wordt door Jan H. de Groot besproken in zijn inleiding op
‘Mens en Nood’, van Kok, Kampen
Het gedicht ‘Ziekenkamer’ is niet in deze bundel opgenomen. Het is gepubliceerd in ‘Opgang’.
90
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 90
Verslag van de penningmeester over het jaar 2006
Rekening van baten en lasten over 2006
2006 begroting 2005
2006
Baten H H H
Contributie 12.414,80 12.600,00 13.265,74
Subsidie Gemeente Waterland – – –
Giften 338,08 – 661,87
Interest 1.655,03 1.700,00 1.704,42
Winst op verkopen 2.580,01 - 2.500,00 - 3.761,04 -
Totaal baten 11.827,90 11.800,00 11.870,99
Lasten
Algemene kosten, zoals drukwerk,
portikosten, ledenvergaderingen
en lezingen 4.085,97 4.000,00 3.836,24
Drukkosten jaarboek 5.334,42 5.000,00 5.043,57
Assurantie 481,50 500,00 481,50
Donatie Stichting Museum
de Speeltoren 3.177,00 3.177,00 3.177,00
St. Vrienden van de Grote en
Lutherse Kerk 398,00
Activiteiten 650 jaar stadsrechten 261,40
Totaal lasten 13.476,89 12.677,00 12.799,71
De baten bedroegen 11.827,90 11.800,00 11.870,99
De lasten bedroegen 13.476,89 12.677,00 12.799,71
Voordelig saldo 1.648,99 - 877,00 - 928,72 -
Toelichting: De winst op verkopen is in 2006 nadelig uitgekomen wegens de uitgave van het
boek De Grote Kerk van Monnickendam. Het merendeel van de aangeschafte boeken was eind 2006
nog niet verkocht. De bijdrage aan de Stichting Vrienden van de Grote en Lutherse Kerk betreft
een gift van H 1,00 per verkocht boek.
91
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 91
Balans per 31 december
31-12-2006 31-12-2005
H H
Voorraden 1,00 1,00
Vorderingen 3.313,33 5.977,68
Kas en Bank 103.858,19 106.419,94
107.172,52 112.398,62
Vermogen 65.446,48 67.095,47
Fonds Museum de Speeltoren 20.880,29 26.558,08
Fonds Gouwzeewerf 10.284,85 10.037,26
Schulden 10.560,90 8.707,81
107.172,52 112.398,62
Toelichting op de balans per 31 december 2006
Vorderingen
Interest 2.557,72 2.587,54
Verkopen 755,61 1.090,14
Subsidie Prins Bernhard Cultuur Fonds 2.300,00
3.313,33 5.977,68
Kas en bank
Kas 117,68 31,28
Postbank 3.277,99 2.744,60 Ra-
bobank 407,22 1.426,30 Ra-
bobank rendementrekening 100.055,30 102.217,76
103.858,19 106.419,94
Vermogen
Per 31 december 2006/2005 bedroeg het vermogen 67.095,47
68.024,19
Bijgeboekt het nadelig/voordelig saldo 2005/2004 1.648,99 - 928,72 -
Het vermogen per 31 december 2006/2005 65.446,48 67.095,47
›
92
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 92
› 31-12-2006 31-12-2005
H H
Fonds aankopen Museum de Speeltoren
Per 31 december 2005/2004 bedroeg dit fonds 26.558,08 25.911,72
Aankoop schilderij W. B. Tholen, twee botters
op helling te Monnickendam 6.332,89 -
Bijgeboekt aan rente 655,10 646,36
Per 31 december 2006/2005 bedroeg dit fonds 20.880,29 26.558,08
Fonds Gouwzeewerf
Per 31 december 2005/2004 bedroeg dit fonds 10.037,26 9.792,98
Bijgeboekt aan rente 247,59 244,28
Per 31 december 2006/2005 bedroeg dit fonds 10.284,85 10.037,26
Schulden
Ontvangen in 2006/2005 aan contributie 2007/2006 2.811,08 2.317,00
Overschot excursies 1985 t/m 2006 2.020,40 2.001,40
Algemene onkosten 1.000,00 1.000,00
Stichting Museum de Speeltoren 3.177,00 3.177,00
Af te dragen gelden inzake restauratie stoepen 212,41
Stichting Vrienden van de Grote en Lutherse Kerk 398,00
Te betalen drukkosten Jaarboek 2006 1.154,42
10.560,90 8.707,81
93
v e r s l a g v a n d e p e n n i n g m e e s t e r o v e r h e t j a a r 2 0 0 6
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 93
Begroting 2007
2007 2006
H H
Rekening van baten en lasten
Baten
Contributies 12.500,00 12.600,00
Subsidie gemeente Waterland – –
Interest 1.700,00 1.700,00
Winst op verkopen 1.000,00 2.500,00 -
Totaal baten 15.200,00 11.800,00
Lasten
Algemene kosten, zoals drukwerk,
porti, kosten ledenvergadering,
lezingen enz. 4.000,00 4.000,00
Drukwerk jaarboek 5.500,00 5.000,00
Stichting restauratie Grote Kerk 398,00
Verzekering premies 500,00 500,00
Ontwikkelkosten website 1.000,00
Kosten Verkeerscirculatie en parkeren 1.500,00
Bijdrage in exploitatie Museum de Speeltoren 3.177,00 3.177,00
Totaal lasten 16.075,00 12.677,00
De baten worden begroot op 15.200,00 11.800,00
De lasten worden begroot op 16.075,00 12.677,00
Begroot nadelig/voordelig saldo 875,00 - 877,00 -
Toelichting: Voor 2007 verwachten we geen nieuwe boeken uit te geven. Vandaar dat een
positief resultaat wordt begroot. De ontwikkelkosten website betreft het opstarten van de
website van de vereniging. De kosten verkeerscirculatie en parkeren betreft te maken kosten
voor het ontwikkelen van een alternatief plan voor een aantrekkelijk, veilig en bereikbaar
Monnickendam.
J. Balvers, penningmeester
Monnickendam, maart 2007
94
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 94
Jaarverslag 2006 van de Stadsgidsen
Ook het jaar 2006 van de stadsgidsen was succesvol, hoewel we natuurlijk zeer
aangedaan waren door de ziekte van onze collega Cees Lagrand.
Met 1091 gasten haalden we weliswaar niet het aantal van 2005, maar in dat jaar
zijn in het kader van de stadsfeesten, ook een paar honderd schoolkinderen rond-
geleid.
Wij doen dit gidsenwerk nu al weer twaalf jaar met veel plezier. Door de oplei-
ding van vorig jaar van zeven nieuwe gidsen is de continuïteit van ons korps ook
niet in gevaar.
Wij mochten in 2006 41 keer een groep rondleiden. Terwijl we het hele jaar rond-
leidingen geven, waren de maanden mei, juni en september de uitschieters.
De gratis vrijdagavond rondleidingen waren niet zo’n succes. Daarom nogmaals
een extra pleidooi voor de vrijdagavond in de maanden mei tot en met septem-
ber.
95
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 95
Men hoeft zich niet van tevoren aan te melden; een van ons staat om 19.30 uur
bij de Speeltoren en de rondleiding is gratis.
Wellicht is het ook niet algemeen bekend dat u met onze gidsen de toren van de
Grote Kerk kunt beklimmen. Waarvan akte!
Wist u trouwens dat u, behalve in onze eigen taal,ook in het Frans, Duits, Engels
en Italiaans een rondleiding kunt krijgen?
Door de ziekte van Cees Langrand kwam er dit jaar niets van de bijscholingen
terecht, maar het in oktober uitgebrachte boek over de Grote Kerk fungeert mede
als studieboek.
Nieuwe voorzitter
Toen Cees Lagrand in januari 2006 ziek werd heb ik het voorzitterschap van
zijn vrouw Anne weer op mij genomen. Anne en ondergetekende hebben bei-
den het voorzitterschap zes jaar vervuld en hebben 1 januari jongstleden het
roer overgegeven aan Greetje de Haan. Bij haar kan dus in het vervolg een rond-
leiding worden aangemeld, telefoon 0299-653904.
Harry Voogel, waarnemend voorzitter
96
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 96
Stadsgidsen Monnickendam – financieel verslag 2005-2006
Eindsaldo 2005 H 8868,71
Ontvangen over 2005/2006
Rondleidingen H 2685,50
Rente H 138,81
Giften H 285,00
H 3109,31
Subtotaal H 11978,02
Onkosten H 1143,03
Netto saldo H 10834,99
Saldo rendementrekening H 9066,61
Saldo betaalrekening H 1603,28
In kas H 165,10
Netto saldo H 10834,99
Joop Klaver, penningmeester Stadsgidsen
8 november 2006
97
j a a r v e r s l a g 2 0 0 6 v a n d e s t a d s g i d s e n
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 97
98
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 98
Stichting Museum de Speeltoren – jaarverslag 2006
Tentoonstelling in 2006
NZH: Niet Zo Haastig
De wisseltentoonstelling van 2006 stond in het teken van de Waterlandse tram,
die vijftig jaar geleden – op 30 september 1956 – zijn laatste rit maakte. Hij ver-
dween daarmee uit het Waterlandse landschap maar niet uit de harten van de
Waterlanders. Het 50-jarig jubileum van dit afscheid plus de schenking van een
schaalmodel van de tram door de heer Woestenburg, was de directe aanleiding
voor de keuze van dit onderwerp. Gezien de werkzaamheden aan de Noord-
Zuidlijn in Amsterdam-Noord is het ook een actueel onderwerp.
Wij beschikken slechts over een kleine collectie foto’s en ‘trammemorabilia’.
Maar dankzij genereuze bruiklenen van een aantal inwoners en het NZH-Ver-
voermuseum in Haarlem kon een interessante tentoonstelling samengesteld
worden met bewegende beelden en geluiden.
Voor kenners zijn er in het landschap nog stille getuigen van de tram te vinden.
In een kleine fotopresentatie ‘sporen van het spoor’ hebben wij dit laten zien en
voor de geschiedenis vastgelegd.
De belangstelling en waardering van zowel locale bezoekers als toeristen was
boven verwachting. Bij de eerste groep was de kreet ‘O ja, da’s waar ook’ niet van
de lucht en het zoeken naar bekenden op de uitvergrote foto van het feestelijk
uitluiden van de tram in 1956 was een populair tijdverdrijf.
Gedurende de openingstijd van het museum van 8 april tot en met 15 oktober
2006 was de tentoonstelling te bezichtigen.
Voortgang nieuwbouw Museum de Speeltoren in 2006
Naast de vele kleine en soms trage bewegingen op het papieren vlak zijn er afge-
lopen jaar ook echte concrete vorderingen gemaakt. De architect Bosch van Dra-
kenstein kreeg tijdens de bijeenkomst van Areopagus (21 september 2005) een
duidelijke voorkeur vanuit zaal en bestuur voor zijn historiserende aanpak. Dat
resulteerde in een opdracht van het bestuur de Speeltoren.
99
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 99
In het voorjaar 2006 werd door Bosch van Drakenstein een nieuwe ‘oude’ façade
gepresenteerd, links van de toren een Vingboonsgevel en rechts een klassiekere
gevel met lijst. In de daarop volgende periode zijn de beide gevels en het reeds
bestaande binnenplan door de architect en Klaas Roos op papier verder op el-
kaar aangesloten.
Met deze tekeningen in de hand kon het bestuur de omwonenden uitnodigen
voor een avond waarin alle plannen uitgelegd werden en de knelpunten en be-
zwaren van de buren besproken
werden. Veel werd besproken en
opgelost. Een paar discussiepun-
ten over de poortbreedte ná of
vóór aftrek van de deurposten
van elk 7,5 cm en het eigendoms-
recht van een klein stukje grond
achter de gevel, bleken bij een van
de buren op onoverkomelijke be-
zwaren te stuiten. Aangezien de
Speeltoren niet gaat over grond-
rechten maar de gemeente, ligt de
oplossing van het probleem niet
bij ons. Vooralsnog kan aan die
twee eisen niet worden voldaan
en dat is ook meegedeeld aan de
betrokkene.
Vervolgens werden de bouwteke-
ningen ingediend bij de gemeen-
te Waterland ter behandeling.
Ondertussen is het bestuur in het najaar begonnen om zich te buigen over de
nieuwe inrichting en vooral over de inhoudelijke keuzes: welke verhalen willen
we vertellen, voor wie, waarom en hoe. Dat zijn de steekwoorden. Het is immers
alleen met duidelijke plannen en doelen dat de externe fondsen voor subsidies
benaderd kunnen worden.
In de laatste maanden zijn discussiestukken geproduceerd en kleine historische
onderzoekjes gedaan. Langzaam begint duidelijk te worden welke onderwer-
pen in de toekomstige Speeltoren behandeld zullen worden. Een belangrijk ge-
geven is dat het bestuur zich realiseert dat Waterland meer is dan Monnicken-
dam en dat Waterlandse subsidies ook uit de zakken van de andere kernen
komen. Museum de Speeltoren wil in de toekomst dan ook aandacht besteden
aan de historie en betekenis van de andere kernen. De ontstaansgeschiedenis van
100
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 100
Monnickendam zal zich gaan mengen met de grotere geschiedenis van Water-
land. Dat alles uiteraard zonder het mooie Marker Museum met hun eigen ver-
haal te gaan dupliceren.
Zo gaan we stap voor stap verder op deze lange weg maar we blijven in ieder
geval in beweging!
Aanwinsten
De tentoonstelling over de Waterlandse tram bracht enkelen ertoe om nog
‘tramartikelen’ bij ons in te brengen.
De heer J. Nienhuis schonk een tweetal geëmailleerde tekstbordjes, afkomstig
van de balkons van tramwagens. De heer L.A. D. F. Meens te Diemen bracht di-
verse papieren herinneringen aan de tram, waaronder kopieën van affiches. En
een onbekende bezoeker schonk een foto van de tram.
Enkele van deze voorwerpen konden nog in de tentoonstelling worden geëxpo-
seerd.
De overige aanwinsten gedurende het afgelopen jaar waren:
Een drietal grote blokken (katrollen), afkomstig van de voormalige scheepswerf
aan ’t Prooyen waar ze dienden om schepen de helling op te trekken. Deze zijn
door het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem aan ons museum overge-
dragen.
De heer K. Tolman bracht ons uit zijn archief een tweetal tekeningen van het in-
middels niet meer bestaande Gouwzee museum aan de Haringburgwal.
Mevr R. Maas-Hoogland schonk enkele herinneringen aan de feesten in 1955
rond de viering van 600 jaar stadsrechten.
Mevr. Van Driel schonk een album met foto’s en andere herinneringen aan de
feesten in 1973 rond de herdenking van de Slag op de Zuiderzee die in 1573
plaatsvond.
Van mevr. Rood kregen we een rijwielbelastingplaatje (met gaatje) uit 1939.
Tenslotte kregen we het boek
dat de oud-Monnickendammer
Herman Steur schreef ter gele-
genheid van 25 jaar ‘Holland Sri
Lanka Family Help Programme’
Alle schenkers hartelijk dank.
101
s t i c h t i n g m u s e u m d e s p e e l t o r e n – j a a r v e r s l a g 2 0 0 6
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 101
Bezoekers
Het museumbezoek in 2006 kon de vergelijking met voorgaande jaren door-
staan. Het aantal bezoekers in het hoogseizoen was niet spectaculair maar voor-
al in het naseizoen kwamen nog opvallend veel bezoekers speciaal voor onze
tentoonstelling over de Waterlandse tram.
De aantallen bezoekers die wij dit jaar en in voorgaande jaren mochten verwel-
komen zijn:
Jaar 2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000
Bezoekers 1464 1689 1279 1488 1127 1501 1350
Stichting Museum de Speeltoren – financieel verslag 2006
Balans 31-12-06 31-12-05
H H
Activa
Inventaris 1 1
Voorraden 1 1
Vorderingen 3.476 2.765
Subtotaal 3.478 2.767
Liquide middelen 38.481 32.916
Totaal activa 41.959 35.683
Passiva
Vermogen 13.514 13.371
Voorzieningen
Gebouw en inventaris 16.197 12.547
Collectie 12.131 9.721
Totaal voorzieningen 28.328 22.268
Kortlopende schulden 117 44
Totaal passiva 41.959 35.683
102
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 102
Exploitatierekening 2006 2005
Baten H H
Entreegelden 1.028 1.163
Subsidie gemeente Waterland 250 250
Bijdragen Vrienden van het museum 6.407 6.618
Donaties en bijdragen 3.632 3.557
Verkoop artikelen 555 595
Verhuur bakkerskar 0 115
Rentebaten 617 486
Diverse baten 66 106
Totaal baten 12.554 12.890
Lasten
Presentatiekosten 741 901
Bureaukosten 585 423
Collectie 2.460 1.376
Gebouw en inventaris 3.779 1.405
Aankoop artikelen 0 111
Vaste lasten 4.791 4.613
Diversen 57 5
Totaal lasten 12.412 8.864
Exploitatiesaldo 143 4.026
Toelichting algemeen
De grondslagen voor de waardering van de activa en de passiva en de bepaling
van het exploitatieresultaat zijn gebaseerd op historische kosten.
Voor zover niet anders is vermeld, worden de activa en de passiva opgenomen
tegen nominale waarde. De baten en lasten zijn zoveel mogelijk toegerekend
aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
Inventaris en voorraad
De inventaris en de voorraad zijn gewaardeerd op het symbolische bedrag van
H 1,-. De baten worden verantwoord op het moment van verkoop. De kosten
zijn ten laste van het resultaat gebracht op het moment van inkoop.
103
s t i c h t i n g m u s e u m d e s p e e l t o r e n – j a a r v e r s l a g 2 0 0 6
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 103
Toelichting op de balans
H
Vorderingen
Vereniging Oud Monnickendam 2.421
Te vorderen BTW 183
Overige vorderingen w.o. rente 872
3.476
Liquide middelen
Kas 248
Rabobank 35.588
Postbank 2.645
38.481
Vermogen
1 januari 2006 13.371
Dotatie exploitatieresultaat 2006 143
31 december 2006 13.514
Voorzieningen voor gebouw en inventaris
1 januari 2006 12.547
Dotatie 2006 3.650
31 december 2006 16.197
Voorzieningen voor collectie
1 januari 2006 9.721
Dotatie 2006 2.410
31 december 2006 12.131
Omdat met de nieuwbouwplannen weer een stap voorwaarts kon worden gezet
zijn de dotaties aan de reserveringen voor gebouw, inventaris en collectie be-
langrijk verhoogd t.o.v. voorgaande jaren. Dit is ook doorgezet in de begroting
voor het volgende jaar.
Toelichting op de exploitatierekening
Entreegelden
Van de 1464 bezoekers die het museum gedurende het jaar 2006 hebben bezocht
is een bedrag ad H 1.028 aan entreegelden geïnd. De toegangsprijzen bedroegen
gedurende 2006 H 1,50 voor volwassenen en H 0,50 voor kinderen. De toegang is
104
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 104
gratis voor houders van een museumkaart en voor de Vrienden van Stichting
Museum De Speeltoren met hun introducées (zie informatie elders in dit Jaar-
boek).
Subsidie
Van de gemeente Waterland heeft de Stichting in 2006 een bijdrage van ontvan-
gen van H 250. Deze subsidie gold ook al voor het jaar 2005 en is door de ge-
meente vastgesteld als een ‘waarderingssubsidie’ die jaarlijks wordt verstrekt
mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
Donaties en bijdragen H
Vrienden van het museum (zie apart hoofdstuk) 6.407
Vereniging Oud Monnickendam 3.177
Stichting Museumkaart 255
Gift 200
10.039
Het van de buurtvereniging van de Markgouw ‘Gouwe Troeters’ ontvangen be-
drag, groot H 200, is geheel toegevoegd aan voorziening voor gebouw en inven-
taris. Hartelijke dank voor deze gift.
Verkopen
De verkopen via de museumwinkel hebben gedurende 2006 geleid tot een bate
van H 555.
Presentatiekosten H
Suppoosten 262
Publicatie, presentatie en website 204
Diversen 275
741
Bureaukosten
Telefoonkosten 308
Diversen 277
585
Vaste lasten
Gas, water en elektra 1.553
Huur 2.540
OZB, rioolrecht, verontreinigingsheffing 378
Diversen 320
4.791
105
s t i c h t i n g m u s e u m d e s p e e l t o r e n – j a a r v e r s l a g 2 0 0 6
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 105
Vrienden van Museum de Speeltoren
Dit jaar mochten we van 709 vrienden een bijdrage ontvangen, in de jaren ’05,
’04 en ’03 waren dit er respectievelijk 757, 669 en 683. Het totaal van de ontvan-
gen bijdragen was H 6.407 (’05 H 6.618, ’04: H 5.562 en ’03: H 5.577).
Vrienden hartelijk dank. Uw bijdragen zijn nodig voor behoud en uitbreiding
van de collectie en de exploitatie van het museum. Het moment waarop we be-
langrijke uitgaven zullen moeten doen i.v.m. de aanschaf van inventaris voor
het vernieuwde en vergrote museum is weer dichterbij gekomen. Uw steun
wordt dus hoe langer hoe meer nodig. We hopen daarom ook in de komende
jaren op u te mogen rekenen.
Men kan vriend van Museum De Speeltoren worden door minimaal H 5,00 over
te maken op giro 4461088 t.n.v. Vrienden van Museum De Speeltoren te Mon-
nickendam, of door middel van de acceptgirokaart die de Vereniging Oud Mon-
nickendam bij de rondzending toevoegt.
Men krijgt dan een vriendenkaart die een jaar lang gratis toegang geeft tot ons
museum voor de vriend en zijn/haar introducées.
De Vereniging Oud Monnickendam verloot elk jaar onder de vrienden twee gra-
tis deelnames aan de najaarsexcursie. De verloting vindt plaats tijdens de jaar-
vergadering van de vereniging.
106
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 106
Commissie Stads- en Dorpsbeheer Gemeente Waterland 2006
De commissie is in de loop van 2006 13 maal bijeen geweest om de plannen bin-
nen de beschermde stads- en dorpsgezichten te beoordelen. In dit verslag be-
perk ik mij tot datgene wat zich in de oude binnenstad van Monnickendam
heeft afgespeeld. Voor de beoordeling van de individuele plannen verwijs ik
naar de lijst, die zoals gebruikelijk is bijgevoegd. Indien u belangstelling heeft
voor de wijze waarop de commissie daarover geoordeeld heeft, dan verwijs ik u
daarvoor naar het desbetreffende verslag dat bij de gemeente of op de website
van de gemeente te allen tijde is in te zien.
Eerst een paar opvallende bouwplannen, die in de stad aan de orde geweest zijn
en daarna een paar specifieke punten, die zijn beoordeeld in de openbare ruim-
te, zoals de terrassen en muurgedichten.
Rozendaal 10
In de loop van 2006 zijn de werkzaamheden begonnen en hier en daar nog wat
aangepast. In februari en in mei was het daarom in de commissie nogmaals ter
bespreking. Het resultaat kan een ieder nu zien en beoordelen. Ik durf de stel-
ling wel aan, dat, zoals ik vorig jaar al veronderstelde, er een aanvaardbare toe-
voeging van het stadsgezicht is ontstaan.
Bloemendaal 2
De stolpwoning op deze plek, waarvoor in 2005 al een procedure in gang is
gezet, loopt nog steeds en er zijn derhalve nog geen activiteiten te bespeuren.
Vanwege de grote ingreep in de bestaande situatie hebben B&W een advies aan
de Raad gevraagd en is het plan daarna ook aan GS van Noord-Holland ter be-
oordeling voorgelegd (een zo genaamde zware artikel 19 procedure in het kader
van de wet ruimtelijke ordening).
107
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 107
Zuster Bloemstraat 24
Op een open plek in deze straat wordt binnenkort een nieuwe woning ge-
bouwd, waarvoor een plan ter beoordeling is voorgelegd. Weliswaar valt dit
deel niet direct onder het beschermde stadsgezicht, maar het naoorlogse deel
van de binnenstad, valt wel onder de competentie van de commissie. De com-
missie heeft zich vooral bezig gehouden met de stedebouwkundige inpassing
in relatie tot de directe omgeving. Ook vond zij de gevelindeling weinig even-
wichtig en de plaatsing van de ramen in eerste opzet niet goed passend. Na een
aantal fundamentele veranderingen is de commissie accoord gegaan met het
bouwplan
Grote Kerk, Zarken 2
Zoals bekend is er een grootscheepse restauratie van de Grote Kerk aan de gang
waar de commissie uiteraard bij betrokken wordt. Er is ondermeer een voorlo-
pig oordeel gevraagd over een verlichtingsplan binnen in de kerk en een belich-
tingsplan voor de buitenzijde. Vooralsnog vindt men het nog te overdadig voor-
al bij de belichting van de toren en de kerk. Een eindoordeel zal pas later plaats-
vinden. Verdere initiatieven om de grote kerk beter bruikbaar te maken voor
veelsoortige evenementen zult u elders in dit of het volgende jaarverslag aan-
treffen.
Terrassen in de binnenstad
Het zal niemand ontgaan zijn dat het terras van Middendam 6 aanleiding is ge-
weest voor een pittige discussie. De commissie acht het tot haar taak goed aan-
dacht te besteden aan de inrichting van de openbare ruimte in de binnenstad. Het
aanvankelijk plan voor een voorlopige vergunning van de gemeente, werd door
de commissie dan ook negatief beoordeeld, omdat het niet voldoet aan de uit-
gangspunten van de welstandsnota inzake dit soort voorzieningen in bescherm-
de stadsgezichten en omdat het bovendien elementen bevat, die vast aangebracht
zijn aan een rijksmonument, zonder dat daarvoor de vereiste vergunningen zijn
verleend. Het gemeentebestuur heeft echter toch gemeend toestemming te moe-
ten verlenen voor de komende zomer. Daarmee wordt vooruit gelopen op een
binnenkort nog vast te stellen terrassenbeleid, dat in een verordening zal worden
geregeld. Dat leidt dus tot een precedentwerking voor vergelijkbare situaties.
Deze handelwijze is voor het bestuur van onze vereniging daarom aanleiding ge-
weest om bezwaar tegen deze vergunning aan te tekenen; de procedure daarvan
loopt op dit moment nog. We houden u van de afloop op de hoogte.
108
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 108
Muurgedichten van Areopagus
De commissie heeft van een aantal gedichten de uitvoering en kleurtoepassing
beoordeeld in de beschermde gebieden. Ze moeten tenslotte ook een verrijking
van de openbare ruimte zijn!
Lijst van bouwprojecten behandeld in de CDSB in 2006
Datum Bouwaanvraag Bouwplan
januari 2006 Gooische Kaai 16 alternatief voorstel voorgevel
januari 2006 De Zarken 29 uitbreiding woning en realiseren
dakterras
februari 2006 Noordeinde 66 oprichten schuur
februari 2006 Haringburgwal 6 plaatsen luifel voorgevel
februari 2006 Rozendaal 10 wijz. voor- en achtergevel en maken
kelders
februari 2006 Weezenland 17 verlengen bijgebouw
februari 2006 Nieuwe Zijds Burgwal 54 maken van een berging
maart 2006 Herengracht 3 plaatsen dakvensters
maart 2006 Vesting 6 plaatsing dakvensters
maart 2006 Oude Zijds burgwal 45 uitbreiding woonhuis achterzijde
maart 2006 Oude Zijds Burgwal 5 uitbreiding woonhuis achterzijde
maart 2006 Haringburgwal 6 wijzigen voorgevel
april 2006 Fluwelen Burgwal 10 verhogen dakconstructie bijgebouw
april 2006 Middendam 6 terrasafscheiding
april 2006 Zonnepad 7 plaatsen dakopbouw woonhuis
april 2006 Oude Zijds Burgwal 2 beoordelen steenmonster gevel
april 2006 Herengracht 3 dakvensters in stolp (herhaalplan)
april 2006 Haven beoordeling palen stroom-
voorziening
april 2006 Weezenland 16 plaatsing bijgebouw als schuur
mei 2006 Noordeinde 7 aanbouw achtergevel woonhuis
mei 2006 Middendam 6 beoordelen terrasafscherming
mei 2006 Rozendaal 1 wijzigen gevel en woningindeling
mei 2006 Zuideinde 10 wijzigen van dakkapel
mei 2006 De Zarken 2 Grote kerk herstel interieur van de kerk
mei 2006 Zuster Bloemstraat 24 bouwen van een nieuwe woning
mei 2006 Niesenoort 10 vergroten bijgebouw
109
c o m m i s s i e s t a d s - e n d o r p s b e h e e r g e m e e n t e w a t e r l a n d 2 0 0 6
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 109
mei 2006 Niesenoort 13 nieuwe voorgevel en vergroten dak-
kapel
juni 2006 Kerkstraat 12 wijzigen voor- en achtergevel
juni 2006 Haringburgwal 5 wijzigen gevels
juli 2006 Bloemendaal 2 beoordelen materialen nieuwe stolp
augustus 2006 Havenstraat 1 restauratie en verbouw gemeentelijk
monument
Havenstraat 1 aanvraag restauratiesubsidie
hiervoor
september 2006 ’t Zand 1 beoordelen stenen voor bijgebouw
september 2006 Zuideinde 48 plaatsen van een schuur
september 2006 Noordeinde 85 uitbreiden woonhuis achterzijde en
plaatsen van een schuur
oktober 2006 Oude Zijds Burgwal 55 verbouwen gemeentelijk monument
oktober 2006 Haringburgwal 4 plaatsen van een hek
oktober 2006 Zuster Bloemstraat 24 nieuwe woning (herhaalplan)
november 2006 Herinrichting Vesting gemeente: wegindeling en parkeer-
plekken
november 2006 Nieuwe Niesenoort-
burgwal 13 deur in de voorgevel
november 2006 Zuster Bloemstraat 24 nieuwe woning (hernieuwde beoor-
deling)
december 2006 Noordeinde 19 subsidie herstel orgel RK-kerk
december 2006 Haringburgwal 11d herstel van de gevel en aanbrengen
houten frontplaten. (komt terug in
2007)
Maarten Verwey, lid van de Commissie Stads- en Dorpsbeheer
mei 2007
110
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 110
VOM_jaarboek07_TXT 30-07-2007 10:40 Pagina 111
Vereniging Oud Monnickendam
j a a r b o e k 2 0 0 7
ve
re
ni
gi
ng
o
ud
m
on
ni
ck
en
da
m
ja
ar
bo
ek
2
00
7
VOM_jaarboek07_omslag 30-07-2007 10:48 Pagina 1