jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke...

30
POP-document naam cursist: Bauwens Jasper stageplaats: Emiliani vzw leefgroep: Korendreef 1 doelgroep: volwassenen met matig/diep verstandelijke beperking mentor: Eline Mattan praktijklector: Eveline Rogge klas/groep: 2 GOPA semester: 2 Beginsituatie Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren en positief in het leven sta. Ook kan ik me goed inleven in de cliënten en ga ik respectvol met hen om. Mijn humor is een grote troef en ik blijf altijd rustig. Flexibiliteit is ook geen probleem. Werkpunten: Wanneer ik zelf een moeilijke dag heb, kan ik dit moeilijk verbergen. Er zijn veel factoren in mijn omgeving die me kunnen beïnvloeden. Ik heb weinig ervaring in de sector dus kan en moet ik nog erg veel leren. Ook moet ik nog bewuster reflecteren en dieper nadenken waarom ik welbepaalde acties onderneem. Diepgang en kritische zin is erg belangrijk het komende semester en hier wil ik ook graag aan werken. 1

Transcript of jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke...

Page 1: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

POP-document

naam cursist: Bauwens Jasper

stageplaats: Emiliani vzw

leefgroep: Korendreef 1

doelgroep: volwassenen met matig/diep verstandelijke beperking

mentor: Eline Mattan praktijklector: Eveline Rogge

klas/groep: 2 GOPA semester: 2

Beginsituatie

Kwaliteiten:

Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren en positief in het leven sta. Ook kan ik me goed inleven in de cliënten en ga ik respectvol met hen om. Mijn humor is een grote troef en ik blijf altijd rustig. Flexibiliteit is ook geen probleem.

Werkpunten:

Wanneer ik zelf een moeilijke dag heb, kan ik dit moeilijk verbergen. Er zijn veel factoren in mijn omgeving die me kunnen beïnvloeden.

Ik heb weinig ervaring in de sector dus kan en moet ik nog erg veel leren. Ook moet ik nog bewuster reflecteren en dieper nadenken waarom ik welbepaalde acties onderneem. Diepgang en kritische zin is erg belangrijk het komende semester en hier wil ik ook graag aan werken.

Context van de praktijkplaats die een invloed kan hebben:

Binnen het team heerst er een erg goeie sfeer en er is erg veel ruimte voor een grapje. Hierdoor voel ik me erg op mijn gemak. Op vlak van verzorging had ik ook geen ervaring maar ik ben erg blij dat ik hierover al veel heb bijgeleerd.

1

Page 2: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Soms kan het wel eens gebeuren dat er door de drukte van de dag minder tijd is voor activiteiten, wat ik erg jammer vind. Het is wel positief dat ik enkele activiteiten mag en kan begeleiden. Zo leer ik de cliënten op een andere manier kennen. Het is wel spijtig dat de meeste activiteiten vast liggen waardoor er minder ruimte is tot een eigen inbreng. Verder vallen de vergaderingen ook op donderdag en moet ik deze dus altijd missen aangezien ik donderdag op school verwacht wordt. Ook was het even wennen aan mijn nieuwe mentor, Eline, maar dit komt zeker en vast in orde.

Verwachtingen mentor:

Ik heb met mijn mentor samengezeten en mijn leerdoelen besproken.

Plannen en acties

Leerdoel 1: Tegen het eind van het semester denk ik nog kritischer over mijn handelingen en stel ik deze in vraag. Ook krijg ik nog verder inzicht in de cliënten.

Motivatie: Ik scoorde hierop niet erg hoog in het eerste semester en weet dat dit nu van mij verwacht wordt.

Actieplan: - Eigen ervaringen reflecteren en hierover communiceren met collega’s - Vragen stellen en conclusies trekken - Op de kleine dingen letten qua technieken en methodieken, hoe je specifiek met een cliënt omgaat - Luisteren naar feedback Ondernomen acties:- 5 reflecties geschreven en deze mondeling toegelicht bij verschillende

collega’s en feedback gevraagd.- Meermaals mijn handelen in vraag gesteld- Dieper ingaan op specifiek gedrag van een cliënt en hierover vragen

gesteld.- Handelingsplannen van verschillende cliënten gelezen.

- Ik ben naar een vorming over Sociaal-Emotionele ontwikkeling (SEO) geweest met daar op aansluitend nog een opleiding Van Inschatten Naar Ondersteunen (VINO)

Nummer(s) bijlage(n): 1,2,3,4,5,6Tussentijdse evaluatie: 11/04/2016Periode van 11/04/2016 tot 31/05/2016Besluit leerdoel 1: Dit leerdoel was op zich misschien wel het moeilijkste van alle drie en ook van de hele evaluatiebundel. Het is niet

2

Page 3: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

mogelijk om steeds op je buikgevoel te vertrouwen ook al zit dat meestal wel goed. Je buikgevoel moet ondersteund worden door je denken en kritisch zijn. Op het moment van de tussentijdse evaluatie heb ik ook gezegd dat ik dit erg moeilijk vond aangezien sommige dingen zo vanzelfsprekend zijn. Ik heb geprobeerd om hier toch meer over te communiceren en dan vooral op vlak van mijn reflecties. Dit zijn specifieke gebeurtenissen die je niet op zomaar gelijk welke manier aanpakt en waar je dus kritisch bij moet nadenken. Ook heb ik 2 vormingen bijgewoond waardoor bepaald gedrag van cliënten duidelijker lijkt. Ik denk wel dat deze competentie iets is waar je zeker je eerste jaren aan moet blijven werken en waar je ook ervaring voor nodig hebt. Ook moet je je rugzak nog bijvullen met eventuele methodieken die we nog zullen leren. Mijn conclusie is dus dat dit leerdoel op zich wel al verbeterd is maar dat het misschien toch nog een werkpunt blijft voor later.

Leerdoel 2: Aan het einde van mijn stage kan ik een activiteit methodisch uitwerken

Motivatie: Activiteiten liggen vaak vast en ook vanuit de module 3

Page 4: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Beroepspraktijk 3 en Orthopedagogische thema’s A is dit een leerdoel.

Actieplan:- Een activiteit analyseren en op papier zetten zoals we geleerd hebben bij OTA. Ondernomen acties:

- Ik heb een activiteit voorzien, die ook onder veel omstandigheden kon doorgaan en deze uitgewerkt. Ik heb stilgestaan bij de verschillende doelstellingen van een activiteit die op zich maar simpel lijkt maar waar je wel erg veel mee kan bereiken.

Nummer(s) bijlage(n): 3Tussentijdse evaluatie: 11/04

Besluit leerdoel 2: Dit is een leerdoel dat ik na de tussentijdse evaluatie heb aangepakt aangezien ik niet goed wist hoe er aan te beginnen. Ik vond toen de activiteitenfiche op de ELO en heb een activiteit uitgewerkt. Weliswaar een zeer eenvoudige activiteit aangezien de doelgroep nogal zwak is. Ik heb goed nagedacht over de doelstellingen die ik wou bereiken, zowel persoonlijk als voor de cliënt. Deze zijn ook bereikt en achteraf gezien ben ik ook tevreden over wat ik bereikt heb met deze cliënt. Het positieve gevoel van de deelnemer aan de activiteit primeert en ook leer je hem/haar op een andere manier kennen dan binnen de leefgroep zelf. Hierdoor schep je ook een band. Dit alles is ook te lezen in de reflectie die ik achteraf gemaakt heb na de activiteit. De feedback op de activiteit is goed.

Leerdoel 3: Gedurdende mijn stage wil ik meer inzicht krijgen in de visie en doelstellingen van de organisatie.

Motivatie: De organisatie bestaat uit meer dan alleen deze leefgroep. Dit leerdoel is er vooral uit persoonlijke interesse.

4

Page 5: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Actieplan: - Het kwaliteitshandboek doornemen op het intranet. - Dag van de zorg bijwonen.

Ondernomen acties:- Ik heb het kwaliteitshandboek verwerkt in mijn laatste 2 reflecties. Zowel de missie als de visie komen aan bod (in mijn eigen woorden). Ook heb ik nog visieteksten gelezen over grensoverschrijdend gedrag en vrijheidsbeperkende maatregelen.- Ik ben naar de ‘Dag van de Zorg’ geweest (20/03/2016). We kregen een rondleiding in het grootste deel van de voorziening. - Ik heb 2 keer een Individueel Disciplinair Overleg bijgewoond.- Ik ben naar een vorming over Sociaal-Emotionele ontwikkeling (SEO) geweest met daar op aansluitend nog een opleiding Van Inschatten Naar Ondersteunen (VINO)

Nummer(s) bijlage(n): 4,5,6,7Tussentijdse evaluatie: 11/04/2016Besluit leerdoel 3: Ik heb het kwaliteitshandboek doorgenomen en deeltjes verwerkt in mijn laatste 2 reflecties. Zowel de missie als de visie komen aan bod (in mijn eigen woorden). Ook heb ik nog visieteksten gelezen over grensoverschrijdend gedrag en vrijheidsbeperkende maatregelen. Dit komt ook aan bod in de reflectie. Verder ben ik naar de ‘Dag van de Zorg’ geweest op 20/03/2016. Hierbij kregen we een rondleiding in de voorziening met een hapje en een drankje. We konden een kijkje nemen bij de kinesist, de keuken,.. Ook konden we op speciale fietsen rijden en ons zo inleven in de doelgroep, die trouwens ook zoveel mogelijk betrokken werd tijdens die dag. Ik ben erg blij dat ik de kans heb gekregen om 2 keer een IDO te mogen bijwonen. Dit was zeer leerrijk aangezien ik zo ook inzicht kreeg in het multidisciplinair team en eigenlijk het handelingsplan van de cliënt ook overlopen werd waardoor ik nog beter inzicht kreeg. Ook kon ik bij sommige punten mijn eigen ervaringen delen en zo een bijdrage leveren tijdens het overleg.Verder heb ik nog 2 vormingen over Sociaal-Emotionele ontwikkeling mogen bijwonen. Hierbij werden de cliënten ‘onderverdeeld’ in 5 verschillende fasen. Elke fase had een ander hulpvraag. Ook werden er verschillende thema’s toegelicht zoals probleemgedrag, communicatie, structuur en grenzen,… Op sommige cliënten waren bepaalde dingen van toepassing en kon ik me hierna beter in hun plaats stellen over hoe zij zich voelden of over welke hulpvraag ze hadden.

Algemeen besluit:

De tussentijdse evaluatie maakte al duidelijk dat ik op de meeste competenties al redelijk goed zat. Enkele moesten nog wat bijgespijkerd worden. Deze werkpunten heb ik weggewerkt enkel de kritische zin en het geven van advies naar de toekomstige aanpak van cliënten is iets waar ik

5

Page 6: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

nog in moet groeien. Dit komt ook met ervaring. Het is ook spijtig dat ik de vergaderingen niet kon bijwonen door de verplichte les op donderdag. Respect en empathie zijn mijn troeven op vlak van basiscompetenties naast mijn humor die ik ook veel gebruik en door iedereen geapprecieerd wordt.

Op vlak van beroepsspecifieke competenties heb ik deze die niet vanzelfsprekend waren eruit gekozen als leerdoelen namelijk het inzicht in de organisatie en het uitwerken van een activiteit. Het werken aan de leerdoelen is iets waar je veel tijd en moeite in steekt, wat soms lastig is na een vermoeiende dag en af en toe vergeet je eens iets maar al bij al is het reflecteren en bijsturen wel goed om zo je competenties en leerdoelen te bereiken. Deze module heeft me vooral geleerd dat je erg veel van anderen kan leren en altijd moet openstaan voor alternatieven of andere meningen.

Ik vond het aangenaam tijdens de stage dat het team erg open is naar elkaar toe en er ruimte is voor humor. Ik voel me echt goed binnen het team van collega’s maar ken wel mijn plaats als stagiair. Ze hebben me ook gevraagd om er vakantiejob te doen en dit ben ik ook van plan dus dat is sowieso al positief. Af en toe was de werkdruk erg hoog door het soms te kort aan mankracht maar al bij al viel dat nog goed mee. Ik had wel graag nog wat meer activiteiten meegepikt die ik nu heb moeten missen.

Na de tussentijdse evaluatie ben ik nog meer gaan stilstaan bij mijn handelen. Dat was het voornaamste werkpunt en de activiteit en het inzicht in de organisatie was ik geleidelijk aan al mee bezig.

Ook het contact met beide mentoren verliep goed. In het begin was het wel even wennen als ik een andere mentor had dan in het eerste semester aangezien je die dan nog niet goed kent. Misschien moet ik soms wel zelf nog meer naar mijn mentor stappen om dingen te vragen of na te lezen omdat ik nu vaak denk dat ik dingen wel alleen zal en kan oplossen. Dat is sowieso iets naar volgende stages toe. Meer feedback en nog meer vragen stellen.

In het algemeen ben ik wel tevreden over de afgelopen stage. Ik had niet zo een goed beeld van de gehandicaptensector en ben heel blij dat ik de ervaring nu heb gekend. Het viel ook beter mee dan in het begin verwacht en ik vind dat de doelgroep me ook wel ligt. Het resultaat is ook iets waar ik tevreden over kan zijn en ik hoop dat ik nog verder kan groeien.

Ik heb mijn stageplaats voor volgend semester normaal gezien al beet. Dat is ook iets wat ik al in mijn hoofd had en zeker eens wou doen. Het is

6

Page 7: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

met kinderen van rond de acht jaar die geplaatst zijn in die voorziening door de jeugdrechter en daar ook overnachten. Hopelijk wordt het een leuke en leerrijke stage.

Bijlage 1: Reflectieverslag 1Fase 1: Handelen, ervaren

Waarvoor maak ik mij nog steeds boos? Waarvoor blijf ik steeds enthousiast? Wat maakt me iedere keer verdrietig als ik erover vertel?

7

Page 8: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

De vraag die ik me steeds opnieuw stel is of ik op dat moment juist gehandeld heb en of ik niet kordater had moeten optreden.

Fase 2: Terugblikken

a) De omstandigheden waaronder je deze ervaring hebt opgedaan Wat gebeurde er precies? Wanneer? Wie waren erbij? Wat was jouw functie en rol in de situatie? Wat was de functie en rol van de anderen? Hoe gebeurde het?

Het was namiddag, wanneer F. de aan zijn tafel ging zitten om aan te geven dat hij wou kleuren. Dit is iets wat hij heel graag en meermaals per dag doet. Ik nam hem een blad papier uit de kast en gaf hem zijn kleurpotloden. Ik tekende iets voor hem, als aanzet om hem een teken te geven dat hij mocht starten met kleuren. Terwijl hij wat kleurde, wou ik de koffie klaar zetten. Ik was in de keuken en hoorde hem zijn tekening scheuren. Dit is iets wat niet mag (algemene afspraak) en dus stuurde ik hem naar de gang en gaf hem een tekening die hij eerder die dag had gemaakt. Toen een andere cliënt terug naar de living kwam, kwam F. mee met hem. Ik kon hem niet tegenhouden en besloot om hem binnen te laten. F. wou terug kleuren en ging weer aan zijn tafel zitten. De potloden lagen er nog en ook zijn gescheurde tekening. Ik zei hem dat hij nog één kans kreeg om te kleuren en hij deze niet mocht scheuren want dat hij anders terug naar de gang moest. F. ging verder met kleuren en maakte een mooie tekening.

b)Wat jij deed, dacht, voelde, wilde in die situatie. Het is zaak zo precies mogelijk aan te geven wat jij deed, maar ook wat je dacht, voelde en wilde; vooraf, tijdens en na je handelen.

Mijn bedoeling was vooral verder doen met koffie zetten en F. iets geven dat hem kon bezig houden aangezien hij veel aandacht nodig heeft. Hij had eerder die dag al aangetoond dat hij aandacht nodig had (spuwen en helm afzetten). Het was niet mijn bedoeling om hem te straffen maar wel om hem aan te tonen dat zijn gedrag niet door de beugel kon. Eerst wou ik hem eigenlijk terug naar de gang sturen maar toen ik hem niet kon tegenhouden en hij aan zijn tafel ging zitten, dacht ik dat hij toch nog een kans verdiende om opnieuw te kleuren.

c) Wat de andere(en) deed/deden, dacht(en), voelde(n), wilde(n) in die situatie? ‘De ander’ is in dit verband de cliënt of een groep cliënten, je collega, je leidinggevende, iemand met wie je samenwerkt of een medecursist, je stagebegeleider of je lector. Vooral de vragen over de ander kunnen lastig zijn. Je zult vaak niet weten wat de ander wilde, voelde of dacht, maar hooguit kunnen weergeven wat je vernam.

Volgens mij had F. gewoon een mindere dag en dit was ook wat hij al had proberen aantonen met eerder gesteld gedrag in de voormiddag. Toen hij dan de kans kreeg om te kleuren en dus na een tijdje terug aandacht kreeg, wou hij laten merken dat hij meer aandacht wou dan enkel het

8

Page 9: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

kleuren. Ook wou hij waarschijnlijk testen hoever hij kan gaan tot wanneer iemand op zijn gedrag reageert, zoals wel vaker het geval is. Door hem naar de gang te sturen, heeft hij gemerkt dat zijn gedrag niet correct was. Maar hij wou wel nog altijd kleuren ondanks dat hij dat blaadje had gescheurd en dus ging hij terug zitten aan die tafel.

Fase 3: Je bewust worden van essentiële aspecten

a) Reflecteren en bewust verdiepenWat precies raakt jou? Waarmee heeft dat te maken (voor jou als persoon, cursist, professional in opleiding)?

Het gedrag dat F. stelde, kon niet door de beugel en ik wou hem dat aantonen. Wanneer je de kans krijgt om iets te doen dat je graag doet, moet je dat proberen appreciëren.

b) Inzichten benoemen Welke inzicht levert je dat op?

Het is voor F. duidelijk wat de grenzen zijn alleen probeert hij deze nog steeds af te tasten. Ook maakt hij ons duidelijk wanneer we hem te weinig aandacht geven door negatief gedrag te stellen. Hij moet hier op gewezen worden en kan daarna verder gaan met wat hij wou.c) Generaliseren Kun je wat je leert uit deze ervaring generaliseren naar de context waarin je werkt, het werkveld, de beroepsgroep, de beroepstaken?

Het aftasten van grenzen is iets wat vooral door F. veel gedaan wordt maar in de sector krijgen we vaak te maken met personen die dit proberen. Ook bij kinderen zien we dit vaak terug. Dit merk ik wanneer ik scheidsrechter ben bij de kleintjes tijdens het voetbal.

d) Formuleren leervraag Vervolgens formuleer je wat je uit deze situatie wenst te leren. (formuleer een leervraag ook als een open vraag!) Ook formuleer je hier wat je je voorneemt voor een volgende keer.

Ik wil op de best mogelijke manier grenzen stellen. Ook wil ik probleemgedrag zo goed mogelijk aanpakken en hierop inspelen. (Nieuwe kans geven of sanctioneren).

Fase 4: Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen Voordat je overgaat tot concrete actie, overweeg je eerst nog de verschillende elementen in die leervraag en de mogelijke alternatieven die je ziet, de voor-en nadelen van die alternatieven. Vervolgens maak je een keuze. Deze keuze bespreek je (indien mogelijk) eerst met je collega’s. Onderbouw je strategie indien mogelijk met theoretische invalshoeken en/of methodieken.

9

Page 10: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Ik had kordater kunnen optreden en F. terug naar de gang kunnen sturen en hem dus geen nieuwe kans geven. Waarschijnlijk zou F. dan opnieuw negatief gedrag stellen om aan te tonen dat hij wou kleuren en niet akkoord is met dat ik hem op de gang laat. Een ander alternatief is dat ik niet reageer op het feit dat hij zijn tekening scheurt en hem dus laat doen. Dit is geen correcte manier van aanpakken aangezien hij weet dat hij dit niet mag en er duidelijke grenzen zijn.

Fase 5: Doelgericht uitproberen – ervaren Dat levert nieuwe ervaringen op, die opnieuw onderwerp van reflectie kunnen worden.

Volgende keer zal ik op dezelfde manier handelen. Ik zal optreden tegen het negatieve gedrag en wanneer het kan zal ik een nieuwe kans geven om terug aan te vatten met hetgeen waarmee de cliënt bezig was. Verder wil ik hier ook feedback op krijgen en probleemgedrag zo goed mogelijk aanpakken.

Bijlage 2: Reflectieverslag 2Fase 1: Handelen, ervaren

Waarvoor maak ik mij nog steeds boos? Waarvoor blijf ik steeds enthousiast? Wat maakt me iedere keer verdrietig als ik erover vertel?

Ik heb over mijn aanpak op dat moment complimenten gekregen en hierdoor ben ik toch nog altijd erg fier op mezelf. Ik had het probleem creatief opgelost en ook de cliënt was achteraf tevreden, dat is het allerbelangrijkste.

Fase 2: Terugblikken

10

Page 11: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

a) De omstandigheden waaronder je deze ervaring hebt opgedaan Wat gebeurde er precies? Wanneer? Wie waren erbij? Wat was jouw functie en rol in de situatie? Wat was de functie en rol van de anderen? Hoe gebeurde het?

Het was rond 13.00h. Dat is het tijdstip wanneer P. elke dag behalve in het weekend naar de tuin in een andere leefgroep mag om daar wat rond te lopen omdat hij graag buiten is. Het was bewolkt maar droog. Ik liet P. nog eens naar het toilet gaan, deed zijn jas aan en vertrok naar de andere leefgroep met de tuin.

Toen we daar aankwamen, viel de regen met bakken uit de lucht. Ik probeerde P. duidelijk te maken dat hij nu niet naar de tuin kon omdat hij dan kletsnat zou worden. Maar dit hielp niet. Ik bedacht toen een plannetje. Normaal gezien laten we P. naar de tuin en komen we hem na een tijdje terug halen voor een koffie. Ik liet P. dus naar de tuin en deed alsof ik terug naar onze leefgroep ging. Maar eigenlijk wachtte ik gewoon achter de deur en riep na 2 minuten dat P. terug mee moest naar de leefgroep. P. was hier uiteindelijk mee akkoord en deed hier niet moeilijk over.

b)Wat jij deed, dacht, voelde, wilde in die situatie. Het is zaak zo precies mogelijk aan te geven wat jij deed, maar ook wat je dacht, voelde en wilde; vooraf, tijdens en na je handelen.

Ik vond het zonde voor P. dat hij niet naar de tuin kon omdat hij hier elke dag zo naar uitkijkt. Ik vond dus voor mezelf dat ik een oplossing moest bedenken waar hij tevreden mee was. En ook wou ik hem zonder problemen terug proberen meenemen naar de leefgroep. Dit was geen simpele opgave en omdat ik hem een beetje heb beetgenomen, heb ik P. in onze leefgroep op het overdekte terras nog wat buiten laten genieten. Zo kon hij naar de regen kijken, iets wat hem echt fascineert.

c) Wat de andere(en) deed/deden, dacht(en), voelde(n), wilde(n) in die situatie? ‘De ander’ is in dit verband de cliënt of een groep cliënten, je collega, je leidinggevende, iemand met wie je samenwerkt of een medecursist, je stagebegeleider of je lector. Vooral de vragen over de ander kunnen lastig zijn. Je zult vaak niet weten wat de ander wilde, voelde of dacht, maar hooguit kunnen weergeven wat je vernam.

Het is altijd gokken wat P. denkt maar hij verwacht net zoals elke andere weekdag dat hij naar de tuin mag. Dit is hij zo gewoon en hij kan hier ook erg van genieten. Zo heb ik P. het gevoel proberen geven dat hij wel naar de tuin is geweest ondanks dat dat maar voor korte tijd was door de omstandigheden, de hevige regen dus. Toen hij buiten kwam, zal hij ook zelf wel gemerkt hebben dat het te hard aan het regenen was en dat hij te nat zou worden. Daarom zal hij ook makkelijker met mij meegegaan zijn.

11

Page 12: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Toen hij buiten op het overdekte terras dan stond, met volle aandacht voor de donkere wolken en regen, zag ik dat hij erg tevreden naar buiten keek.

Fase 3: Je bewust worden van essentiële aspecten

a) Reflecteren en bewust verdiepenWat precies raakt jou? Waarmee heeft dat te maken (voor jou als persoon, cursist, professional in opleiding)?

Het deed me deugd om te zien dat P. achteraf ondanks dat het niet zoals de normale gang van zaken ging, tevreden was.

b) Inzichten benoemen Welke inzicht levert je dat op?

P. zag ook in dat het te hard regende en ondanks hij in het begin protesteerde voor hij naar buiten was geweest, is er toch ruimte voor alternatieven. Wanneer een cliënt zelf ervaart dat iets niet kan, zal hij met een andere oplossing ook tevreden zijn. Soms is het dan wel creatief zijn.

c) Generaliseren Kun je wat je leert uit deze ervaring generaliseren naar de context waarin je werkt, het werkveld, de beroepsgroep, de beroepstaken?

Vaak is het creatief te wezen binnen het werkveld en binnen deze leefgroep. En af en toe hebben we dingen niet in de hand zoals bijvoorbeeld het weer waar we dan op moeten inspelen door het bedenken van alternatieven.

d) Formuleren leervraag Vervolgens formuleer je wat je uit deze situatie wenst te leren. (formuleer een leervraag ook als een open vraag!) Ook formuleer je hier wat je je voorneemt voor een volgende keer.

Heb ik dit goed aangepakt en de cliënt niet belogen ook al had ik achteraf een goed gevoel erbij? Kon ik dit anders aanpakken?

Fase 4: Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen Voordat je overgaat tot concrete actie, overweeg je eerst nog de verschillende elementen in die leervraag en de mogelijke alternatieven die je ziet, de voor-en nadelen van die alternatieven. Vervolgens maak je een keuze. Deze keuze bespreek je (indien mogelijk) eerst met je collega’s. Onderbouw je strategie indien mogelijk met theoretische invalshoeken en/of methodieken.

Toen ik dit vertelde tegen mijn collega(‘s) stonden ze versteld dat P. mee terug is gekomen naar boven. Ze vonden het creatief bedacht. Ik had P. ook buiten laten staan maar dat is natuurlijk geen optie. Dan zou hij ziek worden van de kou. Ook had ik met hem kunnen discussiëren alvorens

12

Page 13: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

hem te laten ervaren dat hij nu niet naar buiten kon maar dan zou hij ook niet terug hebben willen meegaan naar de leefgroep.

Fase 5: Doelgericht uitproberen – ervaren Dat levert nieuwe ervaringen op, die opnieuw onderwerp van reflectie kunnen worden.

Ik zal dit op dezelfde manier aanpakken wanneer dit nog gebeurt. Het is creatief zijn maar ik wil er altijd voor zorgen dat de cliënt een goed gevoel overhoudt bij mijn handelingen. Dit was deze keer het geval dus vind ik dat ik dit goed heb aangepakt.

Bijlage 3: Activiteitenfiche + reflectie 3

Activiteitenfiche

Een wandeling

1. voorbereiding:

werk uit

- Waarom ga je deze activiteit uitvoeren? Motiveer!

13

Page 14: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

De cliënt kan tot rust komen gedurende de wandeling en ondertussen genieten van het zonnetje. Verder prikkelen we de zintuigen door basale stimulatie.

- Welke doelstellingen wil je bereiken (cliëntgerichte doelstellingen)? Let op dat je deze doelstellingen juist formuleert! (SMART)

o Gedurende de wandeling gebruik maken van basale stimulatie.

o De cliënt tijdens de activiteit actief proberen betrekken om de zintuigen te stimuleren.

o De cliënt laten tot rust komen door de drukte te vermijden en in een rustige omgeving te zijn gedurende de wandeling.

- Hoe wil je deze doelstelling bereiken (via welke methodiek(en), (didactische)werkvorm, (gespreks)techniek, …..) Motiveer uw keuze voor deze methodiek/techniek.

Basale stimulatie door prikkeling van de zintuigen.

Zijn ze geschikt voor de doelgroep? Zijn ze geschikt om te werken aan de cliëntgerichte

doelstellingen? Zijn ze geschikt voor deze activiteit/situatie?

Het is een nogal zwakkere doelgroep die vooral nood heeft aan de basisbehoeften. We gaan dus daarom ook inspelen op de zintuigen door basale stimulatie. De ontwikkeling van de cliënten wordt gestimuleerd. Net zoals ze even uit de drukte worden genomen om zo het basale te stimuleren.

- Welke randvoorwaarden moeten in orde zijn (materiaal, begeleiding, geld, …met wat moet je allemaal rekening houden?….)

De route van de wandeling moet makkelijk toegankelijk zijn met de rolstoel, waarvan de banden moeten opgepompt zijn. Ook met weersomstandigheden dient rekening gehouden te worden. Verder zoeken we een route waar de cliënt tot rust kan komen, bij voorkeur in de natuur.

14

Page 15: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

- Werk kort een planning uit (wanneer zal de activiteit plaatsvinden, met wie, hoe lang kan/mag de activiteit door, enz…)

Deze activiteit kan worden voorzien wanneer er een uurtje tijd is en moet niet zodanig heel goed voorbereid worden aangezien het simpel kan gehouden worden.

2. Reflectie op de activiteit (verslag)

Dit verslag kan je maken aan de hand van het reflectiemodel van Korthagen:

Fase 1 = je concrete ervaring KRITISCH INCIDENT

Wat is er gebeurd, wat zag je, hoorde je, wat heb je gedaan, waar, met wie? Probeer dit zo objectief mogelijk weer te geven!

(geen interpretaties)

Ik heb de activiteit op een zonnige namiddag gepland. Ik ben toen met J. in het Molsbroek gaan wandelen. Dit was een rustige omgeving in de natuur waar hij erg tot rust kwam. De focus lag op het horen en rondkijken. Ook gaf ik hem enkele takjes in de hand omdat hij deze graag breekt en hij zo ook geprikkeld wordt door het voelen van verschillende soorten plantjes.

Fase 2 = terugblikken op je handelen JE BELEVING

Hoe heb je dit ervaren, wat dacht je, wat voelde je …? Hoe was dit voor de ander?

Mijn bedoeling was vooral om J. een rustmoment te bieden en mijn band met hem te versterken. Tijdens een activiteit zie je de cliënt op een andere manier bezig dan in de leefgroep zelf. Ook wou ik zijn zintuigen zoveel mogelijk prikkelen door basale stimulatie. J. zelf leek me erg ontspannen en tevreden en genoot van het buiten zijn en het zonnetje. Ook het breken van de takjes en voelen van andere soorten plantjes vond

15

Page 16: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

hij leuk. Het deed me deugd om te zien dat J. ontspannen terug kwam, want die dag was hij in de voormiddag erg gespannen.

Fase 3 = BEWUSTWORDING/BETEKENISGEVING

Hoe hangen de antwoorden op vorige vragen met elkaar samen? Wat betekende dit voor mij? Wat is eigenlijk het probleem? (dit kan te maken hebben met de cliënt en met je functioneren, persoonlijke leerdoelen)

J. heeft net zoals ieder ander persoon graag ook een persoonlijk moment van aandacht. In de leefgroep is het vaak ook druk en dus was het fijn voor hem om even uit de drukte tot rust te kunnen komen in het zonnetje. Zo kon hij zich ontspannen en kon hij met een positief gevoel terug naar de leefgroep. J. heeft ook graag iets om handen en breekt dus ook erg graag takjes. Door hem verschillende plantjes te geven, kon hij ook het verschil in scheuren of breken ervaren.

Fase 4 = ALTERNATIEVEN ONTWIKKELEN

Je bespreekt deze situaties/reflecties in eerste instantie met collega’s en/of je projectbegeleider. Je vraagt telkens feedback (reacties op je handelen, extra informatie om de situatie beter te begrijpen, alternatieven, enz...).

Welke alternatieven, oplossingen zie ik, welke voor-en nadelen hebben die?

Tips naar volgende activiteit.

Door de nogal zwakke doelgroep is het kiezen van een alternatief soms nogal moeilijk. Een hapje of een drankje had misschien nog een pluspunt geweest voor bij de wandeling. Verder is het goed om de ontwikkeling van J. op verschillende manieren te stimuleren, vooral de focus op het basale.

3. Formuleren van een besluit

16

Page 17: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Vergeet je vooropgestelde doelstellingen + methodieken uit de voorbereiding niet te evalueren per activiteit.

Maw

Heb je de vooropgestelde doelstelling(en) bereikt? Ja? Neen? Waarom wel? Waarom niet?(Zowel de cliëntgerichte doelstellingen als je eigen doelstellingen!)

Wat vond je van de gekozen/gebruikte methodieken? Technieken?

Wat lag nog aan de oorzaak van het al dan niet slagen van deze activiteit?

Je maakt zowel een product als een procesevaluatie.

De vooropgestelde doelstellingen van zowel begeleider als cliënt zijn bereikt. De activiteit is op zich iets heel eenvoudig maar waar je op zich toch nog veel kan uithalen door de basale stimulatie. De zintuigen werden zeker geprikkeld door zowel het voelen als ruiken en zien. De cliënt kwam duidelijk tot rust en was ontspannen (ondanks de gespannen houding in de voormiddag) en ook heb ik hem actief betrokken gedurende activiteit.

Feedback collega:

Het zou voor J. fijn geweest zijn moest je nog een hapje of een drankje hebben voorzien maar het feit dat hij ontspannen is, zegt al veel. Je ziet dat hij er van genoten heeft. Ook is het positief dat je de zintuigen geprikkeld hebt, iets wat vaak over het hoofd gezien wordt tijdens een misschien ‘doodgewone, saaie’ wandeling.

17

Page 18: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Bijlage 4: Reflectieverslag 4Fase 1: Handelen, ervaren

Waarvoor maak ik mij nog steeds boos? Waarvoor blijf ik steeds enthousiast? Wat maakt me iedere keer verdrietig als ik erover vertel?

Deze fase gaf me achteraf een teleurstellend gevoel. Deze situatie kan wel vaker voorkomen omdat vele mensen op straat niet vertrouwd zijn met de doelgroep. Ze hebben misschien enigszins schrik naar het onbekende maar dit vond ik geen juiste manier van reageren.

Fase 2: Terugblikken

a) De omstandigheden waaronder je deze ervaring hebt opgedaan Wat gebeurde er precies? Wanneer? Wie waren erbij? Wat was jouw functie en rol in de situatie? Wat was de functie en rol van de anderen? Hoe gebeurde het?

Ik was met K. aan het wandelen door een wijk achter de voorziening. Dit doet hij graag en tijdens het wandelen roept K. ook vaak. Het is een luid en schel geroep dat opvalt. We passeerden voorbij een bouwwerf waar werkmannen aan het werk waren. Toen ik met de cliënt passeerde en hij nog steeds riep, hoorde ik dat de bouwvakkers het geroep van K. nabootsten en terugriepen. Ik vond dit zeer respectloos aangezien ze niet

18

Page 19: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

eens gezien hebben wie de cliënt was. Verder kon ik ook weinig doen en ben gewoon snel doorgestapt met K.

b)Wat jij deed, dacht, voelde, wilde in die situatie. Het is zaak zo precies mogelijk aan te geven wat jij deed, maar ook wat je dacht, voelde en wilde; vooraf, tijdens en na je handelen.

Ik vond de reactie van de werkmannen zeer respectloos. Ze hebben K. niet eens gezien en reageren gewoon op het geroep. Ik kon de bouwvakkers niet zien dus kon ik er ook niet op reageren. Ik wist wel dat mensen op straat nog niet echt vertrouwd zijn met de doelgroep van mensen met een beperking maar om daar zo op te reageren vind ik nogal flauw. Ik ben blij voor K. dat hij niet besefte dat ze met hem aan het spotten waren. Cliënten moeten op een respectvolle manier behandeld worden. Elk persoon heeft zijn eigen persoonlijkheid en unieke talenten. Het is dan ook niet enkel aan de voorziening maar ook aan de omgeving om hier in te ondersteunen, bijvoorbeeld op vlak van inclusie.

c) Wat de andere(en) deed/deden, dacht(en), voelde(n), wilde(n) in die situatie? ‘De ander’ is in dit verband de cliënt of een groep cliënten, je collega, je leidinggevende, iemand met wie je samenwerkt of een medecursist, je stagebegeleider of je lector. Vooral de vragen over de ander kunnen lastig zijn. Je zult vaak niet weten wat de ander wilde, voelde of dacht, maar hooguit kunnen weergeven wat je vernam.

Zoals hierboven reeds vermeld, is schrik voor het onbekende misschien hetgeen wat mensen zo afschrikt naar deze doelgroep toe. Maar aangezien ze K. niet konden zien, was het gewoon spotten met het geroep dat wel opvalt omdat het nogal schel is.

Fase 3: Je bewust worden van essentiële aspecten

a) Reflecteren en bewust verdiepenWat precies raakt jou? Waarmee heeft dat te maken (voor jou als persoon, cursist, professional in opleiding)?

Ik kan niet goed tegen mensen die te snel oordelen of vooroordelen hebben. Ook vind ik het gewoon respectloos, een basiswaarde die ieder persoon toch wel een beetje moet bezitten.

b) Inzichten benoemen Welke inzicht levert je dat op?

Het grootste deel van de mensen op straat zal niet altijd op de gepaste manier reageren op deze doelgroep. Omdat ze deze niet goed kennen, schrik hebben of niet weten hoe te reageren. Maar de doelgroep dient wel met respect behandeld te worden door iedereen.

c) Generaliseren

19

Page 20: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Kun je wat je leert uit deze ervaring generaliseren naar de context waarin je werkt, het werkveld, de beroepsgroep, de beroepstaken?

Toen ik met een andere cliënt een koffie was gaan drinken in een tearoom was er ook een mevrouw die me vertelde dat ze het heel mooi vond wat ik deed voor die mensen want dat ze eigenlijk toch niet veel kunnen en maar dutsen zijn. Waarschijnlijk zal ik nog vaker zo situaties tegenkomen en je moet hier ook niet altijd op reageren tenzij het er echt over gaat.

d) Formuleren leervraag

Klopt mijn manier van denken? Is het grootste deel van de mensen op straat zo onwetend van deze doelgroep (mensen met een beperking) in het algemeen?

Vervolgens formuleer je wat je uit deze situatie wenst te leren. (formuleer een leervraag ook als een open vraag!) Ook formuleer je hier wat je je voorneemt voor een volgende keer.

Fase 4: Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen Voordat je overgaat tot concrete actie, overweeg je eerst nog de verschillende elementen in die leervraag en de mogelijke alternatieven die je ziet, de voor-en nadelen van die alternatieven. Vervolgens maak je een keuze. Deze keuze bespreek je (indien mogelijk) eerst met je collega’s. Onderbouw je strategie indien mogelijk met theoretische invalshoeken en/of methodieken.

Ik had op de werkmannen kunnen reageren maar dan weet ik niet hoe het had afgelopen. Vaak is het ook verloren moeite aangezien hun beeld over deze doelgroep niet van de ene dag op de andere zal veranderen. Toch wil ik op momenten waar het respect ver te zoeken is, reageren weliswaar op een beleefde manier om ook de kwaliteiten van de doelgroep naar voor te brengen.

Fase 5: Doelgericht uitproberen – ervaren Dat levert nieuwe ervaringen op, die opnieuw onderwerp van reflectie kunnen worden.

In toekomstige situaties zal ik bekijken wanneer ik kan of moet reageren en dit op een gepaste wijze doen.

20

Page 21: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Bijlage 5: Reflectieverslag 5Fase 1: Handelen, ervaren

Waarvoor maak ik mij nog steeds boos? Waarvoor blijf ik steeds enthousiast? Wat maakt me iedere keer verdrietig als ik erover vertel?

Deze fase wil ik bespreken om na te denken over mijn handelen. Een specifiek gevoel achteraf heb ik hier niet bij.

Fase 2: Terugblikken

a) De omstandigheden waaronder je deze ervaring hebt opgedaan Wat gebeurde er precies? Wanneer? Wie waren erbij? Wat was jouw functie en rol in de situatie? Wat was de functie en rol van de anderen? Hoe gebeurde het?

F. en alle andere cliënten waren bezig aan het avondmaal. Aangezien we met 9 cliënten zijn, moeten we de aandacht dus ook verdelen. Toen F. zijn boterhammen voorgeschoteld kreeg en we weer met een andere cliënt bezig waren, begon hij op zijn hoofd te slaan (herkenbaar gedrag). Normaal gezien draagt hij hier een helm voor en kan dit geen kwaad maar tijdens het eten en de activiteiten is deze af. Ik heb F. zijn helm genomen en deze op zijn hoofd gezet, uit veiligheid voor zichzelf. Zijn gedrag was schadelijk voor zijn welbevinden. Toen hij weer even rustig was, heb ik zijn helm terug af zijn hoofd genomen en is hij verder gegaan met het eten van zijn boterhammen.

b)Wat jij deed, dacht, voelde, wilde in die situatie. Het is zaak zo precies mogelijk aan te geven wat jij deed, maar ook wat je dacht, voelde en wilde; vooraf, tijdens en na je handelen.

21

Page 22: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Het was voor mij een reflex om naar de helm naar F. te grijpen. Dit omdat hij zijn eigen veiligheid en welbevinden in gevaar brengt. Het was voor mij dus ook niet de bedoeling om hem te straffen of dergelijke maar hij moet wel weten dat zijn grensoverschrijdend gedrag (GOG) niet door de beugel kan. Dreigen met een vrijheidsbeperking, het afnemen van iets (zijn boterhammen), creëert voor een cliënt een extra spanningsfactor terwijl er niets aan de situatie of omstandigheden die het voor hem of haar moeilijk maken, wijzigt. Ik wou hem dus de kans geven om tot rust te komen en daarna weer verder te gaan met eten.

c) Wat de andere(en) deed/deden, dacht(en), voelde(n), wilde(n) in die situatie? ‘De ander’ is in dit verband de cliënt of een groep cliënten, je collega, je leidinggevende, iemand met wie je samenwerkt of een medecursist, je stagebegeleider of je lector. Vooral de vragen over de ander kunnen lastig zijn. Je zult vaak niet weten wat de ander wilde, voelde of dacht, maar hooguit kunnen weergeven wat je vernam.

F. heeft het moeilijk met het delen van aandacht en aangezien er tijdens het eetmoment ook veel aandacht naar anderen gaat kan dit de reden geweest zijn waarom hij op zijn hoofd begon te slaan. Ook kan hij geen zin hebben gehad in de boterhammen, of voelde hij zich niet goed in zijn vel. Eens hij zijn helm op zijn hoofd heeft, weet hij ook dat het oke is. Die helm is zijn veiligheid die we hem hiermee kunnen garanderen.

Fase 3: Je bewust worden van essentiële aspecten

a) Reflecteren en bewust verdiepenWat precies raakt jou? Waarmee heeft dat te maken (voor jou als persoon, cursist, professional in opleiding)?

F. moest beschermd worden tegen zijn GOG om vervolgens verder te eten. Het was voor mij zijn veiligheid die primeerde.

b) Inzichten benoemen Welke inzicht levert je dat op?

GOG moet niet worden aangepakt met vrijheidsbeperkende maatregelen. Dit is een verkeerde manier van het oplossen.

c) Generaliseren Kun je wat je leert uit deze ervaring generaliseren naar de context waarin je werkt, het werkveld, de beroepsgroep, de beroepstaken?

F. heeft het af en toe moeilijk maar kan na even tot rust te komen gewoon verder zijn ding doen. Zijn helm is voor hem een zekerheid, iets wat veiligheid biedt.

22

Page 23: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

d) Formuleren leervraag

Vervolgens formuleer je wat je uit deze situatie wenst te leren. (formuleer een leervraag ook als een open vraag!) Ook formuleer je hier wat je je voorneemt voor een volgende keer.

Is het soms mogelijk dat er wel een vrijheidsbeperking wordt toegepast als dit niet anders kan? (naarmate de aard en ernst van GOG)

Fase 4: Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen Voordat je overgaat tot concrete actie, overweeg je eerst nog de verschillende elementen in die leervraag en de mogelijke alternatieven die je ziet, de voor-en nadelen van die alternatieven. Vervolgens maak je een keuze. Deze keuze bespreek je (indien mogelijk) eerst met je collega’s. Onderbouw je strategie indien mogelijk met theoretische invalshoeken en/of methodieken.

F. zijn eten afnemen was een ander alternatief geweest, weliswaar niet correct aangezien het niks veranderd aan de situatie en hiermee ook zijn veiligheid niet gegarandeerd is. Hem naar een andere ruimte brengen was niet nodig aangezien het gedrag ook gekend is en ook het welzijn van andere cliënten niet in gevaar brengt.

Fase 5: Doelgericht uitproberen – ervaren Dat levert nieuwe ervaringen op, die opnieuw onderwerp van reflectie kunnen worden.

Ik wil GOG zo goed mogelijk kunnen inschatten en de juiste beslissing nemen in functie van de cliënt en omgeving.

23

Page 24: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Bijlage 6: document vorming SEO

24

Page 25: jasperbauwens03042014.files.wordpress.com  · Web viewBeginsituatie. Kwaliteiten: Mijn sterke kanten die zowel door mij als mijn mentor benoemd worden zijn dat ik erg goed kan relativeren

Bijlage 7: Wedstrijdformulier ‘Dag van de Zorg’

25