IS PURE VRIJHEID UIT DE KLOKTIJD RAKEN · Maar het is een comebackkid. `Meer en meer filosofen...

2
L4 LETTEREN DE STANDAARD VRIJDAG 28 FEBRUARI 2014 HANS COTTYN We gaan niet goed om met tijd. We vinden voortdurend dat we er geen hebben, of niet genoeg. En we zijn experts geworden in het verlummelen ervan. In Stil de tijd had Joke Hermsen het over filoso- fen, schrijvers, schilders en com- ponisten die de sprong maken van ‘tijd hebben’ naar ‘tijd zijn’. Het boek uit 2009 werd met een opla- ge boven de 70.000 exemplaren een verrassende hit. Verrassend, want hoe toegankelijk geschreven ook, het blijft een boek dat dieper graaft dan de gemiddelde thriller of chicklit. Dat heet dan allicht het juiste boek op het juiste moment. Hermsen: ‘Ja, ik heb wel iets met timing. Als filosoof probeer ik een beetje een jazzmuzikant te zijn. Mijn lezingen zijn ook altijd een soort improvisaties.’ Timing, het is een eigentijdse ma- nifestatie van de vergeten Griekse god Kairos, de jongste zoon van Zeus. De andere, bekendere god die we met tijd associëren is Chro- nos, meestal afgebeeld als een ou- de man met een baard en een zandloper. Hij staat voor de meet- bare kloktijd. Kairos daarentegen is een jonge, gespierde god met vleugels aan schouders en voeten. Hij toont het andere gezicht van de tijd en staat voor tijd die bevlo- gen maakt, inspirerend is. Kairos is helemaal kaal maar heeft op zijn voorhoofd een haarlok. ‘Kairos is de god van het geschikte ogenblik, van de intense aan- dacht. Om het moment van ver- nieuwing, inzicht en inspiratie te grijpen moet je geconcentreerd zijn, hyperalert, gebogen over je eigen ziel, op één ding gericht, de specifieke context tot in alle de- tails bestuderen. Dan pas kun je Kairos bij zijn lok grijpen. Uit de kloktijd raken is pure vrijheid, die moeten we leren herwaarderen.’ Op weg naar dit interview hoor- de ik op de radio een uitspraak van componist Leonard Bern- stein: ‘Om iets groots te berei- ken, heb je twee dingen nodig. Een plan, en te weinig tijd.’ ‘Ja, dat herken ik. Zonder deadline was dit boek er niet geweest, al is het drie maanden later klaar dan voorzien. Ook ik heb, zoals velen, aanleg tot treuzelen. Het is zeer verleidelijk om te denken dat je ergens geen tijd voor hebt. Grap- pig dat dit boek dan ook het eerste is waar ik de deadline niet voor haal. Maar het gaat er vooral om het juiste evenwicht tussen Chro- nos en Kairos te bereiken.’ Tot de zestiende eeuw dook Kai- ros voortdurend op. Waarom kennen we hem nu niet meer? ‘Sinds de industrialisering gingen we arbeid in tijd meten. We voer- den prikklokken en fabrieksflui- ten in. De kloktijd werd geld. We hadden de klok nodig om onge- lukken met trein of vliegtuig te voorkomen. Chronos heeft Kairos verdrukt. We vergaten dat er ook een andere, meer innerlijk erva- ren en persoonlijke tijd bestond.’ ‘De kloktijd is vereconomiseerd, en de economie kent de wetmatig- heden van versnelling en groei, en schaarste en gebrek. Die bepalen onze ervaring van tijd. We hebben de afgelopen twee eeuwen in de industrie, het huishouden of het transport duizenden tijdbespa- rende machines bedacht. Met als resultaat dat we minder tijd heb- ben dan ooit tevoren. Die verwe- venheid met de economie heeft ons vervreemd van de tijd, en van Kairos.’ Maar het is een comebackkid. ‘Meer en meer filosofen beginnen de laatste jaren over Kairos te schrijven. Ook tv-makers, thriller- auteurs, striptekenaars en marke- teers hebben hem herontdekt. Met Kairos probeer ik de tijdgeest te pakken.’ Kan Kairos zin geven aan het bestaan? ‘De klassieke instituten voor dui- ding zijn weggevallen. De kerk, maar ook de politieke ideologie- en, de partij, de toneelvereniging, al die clubs waar we vroeger lid van waren… Het is verdwenen zonder dat er veel voor in de plaats is gekomen. Ik geloof niet dat een monotheïstische god ons nog kan overtuigen. Dat hebben we geprobeerd, met matig succes. Maar de religieuze behoefte is niet verdwenen. Ik geloof met Nietz- sche dat we het goddelijke binnen de mens moeten zoeken, om het nieuwe te vinden.’ Kairos komt in een flits langs en is maar te grijpen aan zijn kuif. Ik krijg al stress: kans niet ge- grepen is kans verkeken. ‘Ja, en dan glijden je handen langs zijn kale schedel af. Kairos heeft niet zozeer met stress te maken als wel met het focussen van de aandacht. In Stil de tijd lag de na- druk op het durven wegdromen, op de ontspanning. Na de rust moeten we op een bepaalde ma- nier weer in beweging komen, niet lukraak, in het wilde weg, maar door heel scherp de aan- dacht te bundelen en de omstan- digheden zorgvuldig te bestude- ren. In het Kairos-ogenblik zijn betekent in de flow zijn: je vergeet de kloktijd en raakt meer verbon- den met zowel het stromen van de tijd als met jezelf en de wereld om je heen. Het is een moment van transgressie. Van daaruit kan de mens toekomen aan wat hem als mens het meest bepaalt: het ver- mogen om het nieuwe te schep- pen en de empathie, het kunnen meevoelen met anderen.’ Icarus, een gevleugelde én be- vlogen jongeling uit de Griekse mythologie, wilde een nieuw be- gin maken. Hij was zeer creatief en vloog het doolhof uit. Maar het liep niet goed af. ‘De moderne mens worstelt voort- durend met opposities: autoch- toon-allochtoon, arm-rijk, man- vrouw, Noord-Europa-Zuid-Euro- pa, moslim-niet-moslim. Kairos heeft alles te maken met het scheppen van een nieuw even- wicht tussen beide polen van een oppositie. De juiste handeling ver- richt je als je vaardigheden en je doel in evenwicht zijn. Icarus was eigenlijk pure hoogmoed, geen evenwicht. Kairos geeft niet al- leen het juiste ogenblik voor een handeling aan, maar ook de juiste maat. We bevinden ons in een tijd van transitie waarin we op allerlei terreinen zoeken naar nieuwe ver- houdingen. Dat maakt Kairos op dit moment zo boeiend als allego- rische figuur, en verklaart waar- om hij overal opduikt.’ Kunst en literatuur kunnen lei- den tot onbewaakte, bevlogen Kairos-ogenblikken? ‘Ja, als we lezen of naar muziek luisteren bundelen we onze aan- dacht en herstellen we met behulp van onze verbeelding de verhou- ding tot onszelf. Zo kan de kunst ons het Kairos-ogenblik binnen- leiden. Kunst heeft decennialang tegen een grote scepsis en ironie moeten opboksen. Maar het tij keert: er is een nieuw engagement in de kunst aan het ontstaan. Hoe kunnen we weer enthousiasme en inspiratie in ons leven brengen, is de vraag nu. De kunst kan daar een rol in spelen, zoals Sloterdijk met behulp van Rilkes dichtregel zegt: “Je moet je leven verande- ren.” Ik geloof dat de kunst ons in- derdaad kan oproepen tot zowel verandering als mededogen, mits we ons voor de transgressieve kracht ervan openstellen en kunst niet ook tot een economisch pro- duct reduceren.’ Moet verandering niet komen van de politiek? ‘We verwachten na het mislukken van het marxistische experiment niet veel wezenlijke veranderin- gen meer van de politiek. Boven- dien zijn de laatste politieke ideo- logieën verworden tot totalitaire regimes. Dus hebben we een groot probleem. We keren ons af van de politiek, en Marx noch God inspi- reert ons tot het goede. Zo kon het kapitalisme in een hysterische vorm van hyperkapitalisme ont- aarden, dat tot alle geledingen van INTERVIEW Joke Hermsen werd een bestseller-filosofe met Stil de tijd, een ‘pleidooi voor een langzame toekomst’. Met haar nieuwe boek, Kairos, kunnen we weer de mouwen opstropen en opgaan in het juiste ogenblik. ‘We kunnen de hulp van die gekke Griekse god Kairos goed gebruiken.’ ‘In het Kairos- ogenblik zijn betekent in de flow zijn: je vergeet de kloktijd en raakt meer verbonden met zowel het stromen van de tijd als met jezelf en de wereld om je heen’ FILOSOFIE OP ZOEK NAAR HET GOEDE MOMENT ‘UIT DE KLOKTIJD RAKEN IS PURE VRIJHEID’ DE STANDAARD VRIJDAG 28 FEBRUARI 2014 LETTEREN L5 Joke Hermsen: ‘Hoe kan de menselijkheid en dus zijn vermogen tot creativiteit en tot empathie weer gedijen?’ © Kick Smeets/Hollandse Hoogte de samenleving is doorgedron- gen. Niet alleen de banken, maar ook het onderwijs en de zorg ade- men de neoliberale, meritocrati- sche geest. De menselijke maat is verdwenen. We moeten ons weer gaan afvragen wat de mens is en hoe die menselijkheid, dus zijn vermogen tot creativiteit en zijn vermogen tot empathie, kan gedij- en. En daarbij kunnen we de hulp van die oude gekke Griekse god Kairos goed gebruiken, zoals ik in mijn boek laat zien.’ U pleit voor de ‘utopie van de verbeelding’. Zorgen utopieën niet altijd tot geloofswanen en het verketteren van de ongelovi- gen? ‘Een utopie is iets anders dan een blauwdruk van een maatschappij. Een utopie betekent juist letterlijk een nog niet bestaande, maar wel goede plaats. Deze utopie zullen we dus telkens opnieuw moeten ontwerpen: het zijn de stippen aan de horizon waarnaar we onze armen kunnen uitstrekken, zodat we weer een beetje in beweging komen. De geest van de utopie moet getuigen van de menselijke hoop en het verlangen dat het be- ter kan, zoals Ernst Bloch in heel zijn werk liet zien. Jonge kunste- naars, schrijvers en filosofen dur- ven tegenwoordig weer nieuwe utopische voorstellingen te pre- senteren, juist als een pleidooi voor die verbeeldingskracht die zich richt op het nieuwe. Deze nog niet gerealiseerde mogelijkheden liggen al wel om ons heen te slui- meren, maar zijn als het ware nog toegedekt door clichés en idee- fixen; ze moeten uit de steen wor- den gehouwen. De voorwaarde Lees verder op blz. L6

Transcript of IS PURE VRIJHEID UIT DE KLOKTIJD RAKEN · Maar het is een comebackkid. `Meer en meer filosofen...

Page 1: IS PURE VRIJHEID UIT DE KLOKTIJD RAKEN · Maar het is een comebackkid. `Meer en meer filosofen beginnen de laatste jaren over Kairos te schrijven.Ooktv-makers,thriller-auteurs, striptekenaars

L4 LETTEREN DE STANDAARDVRIJDAG 28 FEBRUARI 2014

HANS COTTYNWe gaan niet goed om met tijd. Wevinden voortdurend dat we ergeen hebben, of niet genoeg. Enwe zijn experts geworden in hetverlummelen ervan. In Stil de tijdhad Joke Hermsen het over filoso­fen, schrijvers, schilders en com­ponisten die de sprong maken van‘tijd hebben’ naar ‘tijd zijn’. Hetboek uit 2009 werd met een opla­ge boven de 70.000 exemplareneen verrassende hit. Verrassend,want hoe toegankelijk geschrevenook, het blijft een boek dat diepergraaft dan de gemiddelde thrillerof chicklit. Dat heet dan allicht hetjuiste boek op het juiste moment.Hermsen: ‘Ja, ik heb wel iets mettiming. Als filosoof probeer ik eenbeetje een jazzmuzikant te zijn.Mijn lezingen zijn ook altijd eensoort improvisaties.’Timing, het is een eigentijdse ma­nifestatie van de vergeten Grieksegod Kairos, de jongste zoon vanZeus. De andere, bekendere goddie we met tijd associëren is Chro­nos, meestal afgebeeld als een ou­de man met een baard en eenzandloper. Hij staat voor de meet­bare kloktijd. Kairos daarentegenis een jonge, gespierde god metvleugels aan schouders en voeten.Hij toont het andere gezicht vande tijd en staat voor tijd die bevlo­gen maakt, inspirerend is. Kairosis helemaal kaal maar heeft opzijn voorhoofd een haarlok.‘Kairos is de god van het geschikteogenblik, van de intense aan­dacht. Om het moment van ver­nieuwing, inzicht en inspiratie tegrijpen moet je geconcentreerdzijn, hyperalert, gebogen over jeeigen ziel, op één ding gericht, despecifieke context tot in alle de­tails bestuderen. Dan pas kun jeKairos bij zijn lok grijpen. Uit dekloktijd raken is pure vrijheid, die

moeten we leren herwaarderen.’

Op weg naar dit interview hoor­de ik op de radio een uitspraakvan componist Leonard Bern­stein: ‘Om iets groots te berei­ken, heb je twee dingen nodig.Een plan, en te weinig tijd.’

‘Ja, dat herken ik. Zonder deadlinewas dit boek er niet geweest, al ishet drie maanden later klaar danvoorzien. Ook ik heb, zoals velen,aanleg tot treuzelen. Het is zeerverleidelijk om te denken dat jeergens geen tijd voor hebt. Grap­pig dat dit boek dan ook het eersteis waar ik de deadline niet voorhaal. Maar het gaat er vooral omhet juiste evenwicht tussen Chro­nos en Kairos te bereiken.’

Tot de zestiende eeuw dook Kai­ros voortdurend op. Waaromkennen we hem nu niet meer?

‘Sinds de industrialisering gingenwe arbeid in tijd meten. We voer­den prikklokken en fabrieksflui­ten in. De kloktijd werd geld. Wehadden de klok nodig om onge­lukken met trein of vliegtuig tevoorkomen. Chronos heeft Kairosverdrukt. We vergaten dat er ookeen andere, meer innerlijk erva­ren en persoonlijke tijd bestond.’‘De kloktijd is vereconomiseerd,en de economie kent de wetmatig­heden van versnelling en groei, enschaarste en gebrek. Die bepalenonze ervaring van tijd. We hebbende afgelopen twee eeuwen in deindustrie, het huishouden of hettransport duizenden tijdbespa­rende machines bedacht. Met alsresultaat dat we minder tijd heb­ben dan ooit tevoren. Die verwe­venheid met de economie heeftons vervreemd van de tijd, en vanKairos.’

Maar het is een comebackkid.

‘Meer en meer filosofen beginnende laatste jaren over Kairos teschrijven. Ook tv­makers, thriller­auteurs, striptekenaars en marke­teers hebben hem herontdekt.Met Kairos probeer ik de tijdgeestte pakken.’

Kan Kairos zin geven aan hetbestaan?

‘De klassieke instituten voor dui­ding zijn weggevallen. De kerk,maar ook de politieke ideologie­en, de partij, de toneelvereniging,al die clubs waar we vroeger lidvan waren… Het is verdwenenzonder dat er veel voor in deplaats is gekomen. Ik geloof nietdat een monotheïstische god onsnog kan overtuigen. Dat hebbenwe geprobeerd, met matig succes.Maar de religieuze behoefte is nietverdwenen. Ik geloof met Nietz­sche dat we het goddelijke binnende mens moeten zoeken, om hetnieuwe te vinden.’

Kairos komt in een flits langs enis maar te grijpen aan zijn kuif.

Ik krijg al stress: kans niet ge­grepen is kans verkeken.

‘Ja, en dan glijden je handen langszijn kale schedel af. Kairos heeftniet zozeer met stress te makenals wel met het focussen van deaandacht. In Stil de tijd lag de na­druk op het durven wegdromen,op de ontspanning. Na de rustmoeten we op een bepaalde ma­nier weer in beweging komen,niet lukraak, in het wilde weg,maar door heel scherp de aan­dacht te bundelen en de omstan­digheden zorgvuldig te bestude­ren. In het Kairos­ogenblik zijnbetekent in de flow zijn: je vergeetde kloktijd en raakt meer verbon­den met zowel het stromen van detijd als met jezelf en de wereld omje heen. Het is een moment vantransgressie. Van daaruit kan demens toekomen aan wat hem alsmens het meest bepaalt: het ver­mogen om het nieuwe te schep­pen en de empathie, het kunnenmeevoelen met anderen.’

Icarus, een gevleugelde én be­vlogen jongeling uit de Grieksemythologie, wilde een nieuw be­gin maken. Hij was zeer creatiefen vloog het doolhof uit. Maarhet liep niet goed af.

‘De moderne mens worstelt voort­durend met opposities: autoch­toon­allochtoon, arm­rijk, man­vrouw, Noord­Europa­Zuid­Euro­pa, moslim­niet­moslim. Kairosheeft alles te maken met hetscheppen van een nieuw even­wicht tussen beide polen van eenoppositie. De juiste handeling ver­richt je als je vaardigheden en jedoel in evenwicht zijn. Icarus waseigenlijk pure hoogmoed, geenevenwicht. Kairos geeft niet al­leen het juiste ogenblik voor eenhandeling aan, maar ook de juistemaat. We bevinden ons in een tijd

van transitie waarin we op allerleiterreinen zoeken naar nieuwe ver­houdingen. Dat maakt Kairos opdit moment zo boeiend als allego­rische figuur, en verklaart waar­om hij overal opduikt.’

Kunst en literatuur kunnen lei­den tot onbewaakte, bevlogenKairos­ogenblikken?

‘Ja, als we lezen of naar muziekluisteren bundelen we onze aan­dacht en herstellen we met behulpvan onze verbeelding de verhou­ding tot onszelf. Zo kan de kunstons het Kairos­ogenblik binnen­leiden. Kunst heeft decennialangtegen een grote scepsis en ironiemoeten opboksen. Maar het tijkeert: er is een nieuw engagementin de kunst aan het ontstaan. Hoekunnen we weer enthousiasme eninspiratie in ons leven brengen, isde vraag nu. De kunst kan daareen rol in spelen, zoals Sloterdijkmet behulp van Rilkes dichtregelzegt: “Je moet je leven verande­ren.” Ik geloof dat de kunst ons in­derdaad kan oproepen tot zowelverandering als mededogen, mitswe ons voor de transgressievekracht ervan openstellen en kunstniet ook tot een economisch pro­duct reduceren.’

Moet verandering niet komenvan de politiek?

‘We verwachten na het mislukkenvan het marxistische experimentniet veel wezenlijke veranderin­gen meer van de politiek. Boven­dien zijn de laatste politieke ideo­logieën verworden tot totalitaireregimes. Dus hebben we een grootprobleem. We keren ons af van depolitiek, en Marx noch God inspi­reert ons tot het goede. Zo kon hetkapitalisme in een hysterischevorm van hyperkapitalisme ont­aarden, dat tot alle geledingen van

INTERVIEW

Joke Hermsen werd een bestseller­filosofe metStil de tijd, een ‘pleidooi voor een langzametoekomst’. Met haar nieuwe boek, Kairos, kunnenwe weer de mouwen opstropen en opgaan in hetjuiste ogenblik. ‘We kunnen de hulp van die gekkeGriekse god Kairos goed gebruiken.’

‘In het Kairos­ogenblik zijnbetekent in deflow zijn: jevergeet dekloktijd en raaktmeer verbondenmet zowel hetstromen van detijd als met jezelfen de wereld omje heen’

FILOSOFIE OP ZOEK NAAR HET GOEDE MOMENT

‘UIT DE KLOKTIJD RAKENIS PURE VRIJHEID’

DE STANDAARDVRIJDAG 28 FEBRUARI 2014 LETTEREN L5

Joke Hermsen: ‘Hoe kan de menselijkheid en dus zijn vermogen tot creativiteit en tot empathie weer gedijen?’ © Kick Smeets/Hollandse Hoogte

de samenleving is doorgedron­gen. Niet alleen de banken, maarook het onderwijs en de zorg ade­men de neoliberale, meritocrati­sche geest. De menselijke maat isverdwenen. We moeten ons weergaan afvragen wat de mens is enhoe die menselijkheid, dus zijnvermogen tot creativiteit en zijnvermogen tot empathie, kan gedij­en. En daarbij kunnen we de hulpvan die oude gekke Griekse godKairos goed gebruiken, zoals ik inmijn boek laat zien.’

U pleit voor de ‘utopie van deverbeelding’. Zorgen utopieënniet altijd tot geloofswanen enhet verketteren van de ongelovi­gen?

‘Een utopie is iets anders dan eenblauwdruk van een maatschappij.Een utopie betekent juist letterlijkeen nog niet bestaande, maar welgoede plaats. Deze utopie zullenwe dus telkens opnieuw moetenontwerpen: het zijn de stippenaan de horizon waarnaar we onzearmen kunnen uitstrekken, zodatwe weer een beetje in bewegingkomen. De geest van de utopiemoet getuigen van de menselijkehoop en het verlangen dat het be­ter kan, zoals Ernst Bloch in heelzijn werk liet zien. Jonge kunste­naars, schrijvers en filosofen dur­ven tegenwoordig weer nieuweutopische voorstellingen te pre­senteren, juist als een pleidooivoor die verbeeldingskracht diezich richt op het nieuwe. Deze nogniet gerealiseerde mogelijkhedenliggen al wel om ons heen te slui­meren, maar zijn als het ware nogtoegedekt door clichés en idee­fixen; ze moeten uit de steen wor­den gehouwen. De voorwaarde

Lees verder op blz. L6

Page 2: IS PURE VRIJHEID UIT DE KLOKTIJD RAKEN · Maar het is een comebackkid. `Meer en meer filosofen beginnen de laatste jaren over Kairos te schrijven.Ooktv-makers,thriller-auteurs, striptekenaars

L6 LETTEREN DE STANDAARDVRIJDAG 28 FEBRUARI 2014

daartoe is een kritisch bewustzijntegenover de status­quo, andersga je nooit de beitel hanteren.’

Uw boek eindigt met een ‘abece­darium van het nieuwe begin’,vol begrippen uit de transitiebe­weging. Toch een statement.

‘Het roer moet om. We móeten opeen andere manier met onze ener­giebronnen omgaan, anders gaanconsumeren en produceren, an­ders met onze tijd omgaan, nieu­we manieren vinden om de heb­zucht en het egoïsme van mensente beteugelen, op zoek gaan naarnieuwe inspiratiebronnen. Enkelevoorbeelden daarvan heb ik in hetabecedarium opgenomen, om hetfilosofische betoog te concretise­ren. Die ideeën en initiatieven zijnstuk voor stuk gericht op duur­zaamheid, solidariteit, gemeen­schappelijkheid. In Nederland be­gint men bijvoorbeeld de zorgweer lokaal te organiseren enstijgt de roep om schaalverklei­ning van de immense onderwijs­instituten. Defuseren luidt het de­vies binnen de zorg en het onder­wijs: kleinschalig, lokaal, solidair,vertrouwd en transparant. Hetpersoneel is zeer enthousiast. Ie­dereen knapt ervan op.’

U ziet voor Kairos een grote rolweggelegd in het onderwijs.

‘De laatste jaren zijn we in Neder­land van het klassikale lesmodelafgestapt, en daarmee van de do­cent die een leraar is, maar je kuntje afvragen of dat een goede zaakwas. Met Arendt probeer ik inmijn boek uit te leggen dat in elkkind een nieuw begin zit en in elkenieuwe generatie een revolutio­nair potentieel. Daarom is hetgoed om in de pedagogie enigs­zins conservatief te zijn. We moe­ten een beetje zuinig zijn op onzetradities en die niet vanwege eentechnologische innovatie over­boord willen gooien, zoals in Ne­derland gebeurt op de iPadscho­len. We zijn gaan geloven dat wede tradities niet meer moetenkennen. Kennis hoeven we nietmeer te verwerven, want alles zittoch in de iPad. Maar een tabletmoet natuurlijk een middel zijnen geen doel op zich. We hebbentoch ook nooit een “inktpot­school” gehad? En jongeren wor­den het ook weer moe, geloof ik.Een juf zei me dat meer en meerkinderen vragen om eens een dag­je niet op de iPad te moeten. Zedoen het thuis al zoveel. Hetwoord “school” komt trouwensvan het Griekse “schole”, rust. Ooitdachten we dat dat de kern moestzijn van een school. Afwachten,rusten, dagdromen, mijmeren, al­lemaal voorwaarden om het nieu­we te kunnen leren.’‘Ik pleit voor de docent die weerecht een leraar wordt, en geencoach die op de iPad zappendekindertjes begeleidt. En de docentmoet weer overtuigd raken van dekracht van een betoog of een ver­haal. Je kunt de creatieve, cogni­tieve en empathische vermogensvan leerlingen stimuleren doorhet vertellen van verhalen.’

BOEKHANDEL

Verkoop poëziebundelsverdubbeld in Poëzieweek

Vergeleken met de gemiddelde verkoop nam de af­zet van poëziebundels tijdens de Poëzieweek 2014in Vlaanderen toe met 103 procent. Dat is meerdan het dubbele van in Nederland; daar steeg deverkoop met 45,6 procent, melden de organisato­ren. De Poëzieweek liep van 31 januari tot en met 5februari. In Vlaanderen deden de voor de Hermande Coninck Prijs genomineerde dichtbundels vanPaul Bogaert, Miriam Van hee en Max Temmermanhet goed, naast de bloemlezingen van oorlogspoëzievan Geert Buelens en Chris Spriet. Opvallend isvoorts dat er geen enkele overlapping is met de toptien in Nederland.

COLUMN

Kluun wil originele namenvan Polare­winkels terug

In een opiniestuk in NRC Handelsblad vraagt depopulaire Nederlandse schrijver Kluun aanPaul Dumas, de investeerder achter de faillieteboekhandelketen Polare, om de originele namenvan de boekhandels weer vrij te geven. Dumas hadin dezelfde krant gemeld dat de namen die deboekhandels droegen voor de uniformiseringtot Polare, aan de bank verpand zijn. ‘Wie nu eenoude naam opnieuw wil gaan gebruiken, zal diemoeten verwerven’ – dus betalen. Kluun vindt datniet kunnen. Namen als Donner en Scheltema be­horen aan de literatuur. ‘Geef ze de naam terug dieer boven de deur van de winkel moet prijken. Deprachtige Hollandse naam die de boekwinkel inhun stad altijd heeft gehad, de naam waar iederelezer in die stad nog steeds warme gevoelens bijheeft.’

THRILLER

Arjen Lubach breitnieuw einde aan boek

De Nederlandse schrijver en cabaretier ArjenLubach heeft een nieuw einde bedacht voor zijn lo­vend besproken en bekroonde thriller IV, meldtNRC Handelsblad. Hij kwam op het idee om hetslot te veranderen toen hij vorige zomer zijn boekvoor televisie aan het bewerken was. Zijn uitgeve­rij, Podium, was bereid om ook de boekversie aante passen. Lubach herschreef de laatste 27 bladzij­den. Hij wil niets verklappen. Het boek met hetnieuwe slot ligt dit weekend in de winkel.

ACTIE

Boekverkopers protesterennaakt tegen censuur

Franse boekhandelaars protesteren met een ludiekenaaktfoto tegen de oproep tot censuur van eenjeugdboek dat bloot bespreekbaar wil maken bij dejeugd. De Franse ex­minister Jean­François Copéwas geschokt door het feit dat schrijfster ClaireFranek en tekenaar Marc Daniau in hun kinder­boek Tous à poil! onder anderen een politieman eneen leraar uit de kleren laten gaan. Hun bedoelingis de schaamte te leren overwinnen, maar dat be­valt Copé niet. De boekhandelaren gingen naakt opde foto uit solidariteit met de auteurs.Het boek dateert trouwens van 2011, maar Copéontdekte de ‘schande’ pas deze maand.

BOEKENNIEUWS

De naakte Franse boekverkopers. © rr

Vervolg van blz. L5

Niet bang om als een wereld­vreemde technofoob weggezette worden?

‘Ach, ik gebruik de sociale media,ik doe onderzoek op mijn compu­ter. Het is geweldig dat ik toegangheb tot alle bibliotheken van dewereld, maar af en toe moet je diedingen uitzetten. Je moet de inputstoppen, hoe aantrekkelijk hetook allemaal is, omdat je herse­nen af en toe rust nodig hebbenom alle informatie te verwerken.Als we niet geregeld offline gaan,raken we overspannen. We beste­den inmiddels al miljarden aan al­lerlei stressgerelateerde ziekte­beelden als slapeloosheid, depres­sie, aandachts­ en concentratie­stoornissen. We houden ons metpillen op de been. Het gaat ver. Wehebben de technologie nodig omde technologie af te stoppen. Vindde uitknop, ga een paar uren perdag offline. Het kost niets. Nognooit was er zo’n goedkope endoeltreffende therapie. Zet je au­toreply op, en du moment komende creatieve ideeën.’

Het is moeilijk om tegen uwpleidooi te zijn voor het intenserbeleven van tijd en kunst. Maarleg dat maar uit aan een alleen­staande moeder van drie dietwee jobs combineert om de hy­potheek te kunnen betalen.

‘Als filosoof kun je alleen ietsschrijven dat iemand anders er­gens bewust van maakt of inspi­reert. Na lezingen komen net diemoeders vaak aan mijn tafel zeg­gen dat mijn boek hen geholpenheeft om in te zien dat een ver­meerdering van materiële wel­vaart niet noodzakelijk tot meergeluk leidt. Dat is een begin.’

JOKE J. HERMSENKairos. Een nieuwe bevlogenheid.Arbeiderspers, 312 blz., 19,95 €(e­boek 14,99 €).¨¨¨¨èHet boek verschijnt op 4 maart.

‘Je hersenenhebben af en toerust nodig omalle informatie teverwerken. Vindde uitknop, gaeen paar uren perdag offline. Hetkost niets’

DE STANDAARDVRIJDAG 28 FEBRUARI 2014 LETTEREN L7

Mario Vargas Llosa keert met ‘De bescheiden held’ terug naar het decor van zijn jeugd, onder meer de stad Piura. © Michael S. Yamashita/Corbis

Wie dacht dat Ma­rio Vargas Llosana de Nobelprijsvoor de Litera­tuur op zijn lau­

weren zou rusten, heeft het goedmis. Echte schrijvers gaan nietmet pensioen. Vorig najaar ver­baasde de Spaans­Peruaanse au­teur de wereld met een nieuwe ro­man, die nu in het Nederlandsverschijnt. De bescheiden heldgaat voor de verandering eens nietover historische figuren, zoals Hetfeest van de bok of De droom vande Ier. In zijn jongste keert VargasLlosa terug naar zijn geboorte­land. De zaken gaan goed in Peru,en dat is volgens hem te dankenaan de democratie, de vrije markten het dito ondernemerschap.Jammer genoeg tiert ook de mis­daad welig. Ontvoeringen, huur­moorden, overvallen en afpersingzijn er schering en inslag, de maf­fia is oppermachtig en corruptie isen blijft een groot probleem, maardat is de tol van de vooruitgang,aldus de auteur.De bescheiden held speelt in desteden Piura en Lima, de streekwaar Vargas Llosa is opgegroeid.De schrijver ziet zijn kans schoonom de buurten uit zijn jeugd aante doen, plaatselijke uitdrukkin­gen te bezigen en streekgerechtenaan te prijzen. En passant recyclethij een paar oude bekenden uitzijn vroegere werk. Voor de trou­we lezers wordt het een prettigweerzien met don Rigoberto, zijnvrouw Lucrecia en zijn zoon Fon­chito – personages uit Geheime

notities van don Rigoberto en Lofvan de stiefmoeder – en met kolo­nel Lituma uit De geesten van deAndes, die inmiddels tot sargentois bevorderd.

Maffia

Het idee voor zijn jongste haaldeVargas Llosa uit de krant. De baasvan een Peruaans transportbe­drijfje weigerde zich door deplaatselijke maffia te laten afper­sen. Deze dappere man stond mo­del voor de held uit de titel. Felici­to Yanaqué, een kleine onderne­mer die zich heeft opgewerkt uithet niets, wordt gechanteerd doorde maffia, maar vertikt het omvoor de bedreigingen van dat ge­spuis te zwichten. Zijn vader heefthem op zijn sterfbed de raad gege­ven nooit over zich heen te latenlopen, en dat doet Felicito dan ookniet, zelfs niet als zijn leven, datvan zijn vrouw en dat van zijn jon­ge maîtresse een hel wordt. In hetvolgende hoofdstuk gaat de reisvan Piura naar Lima, waar de ou­de Don Ismael Carrera, eigenaarvan een verzekeringsmaatschap­pij, zijn vriend Rigoberto vraagtgetuige te zijn bij zijn huwelijkmet zijn veertig jaar jongeredienstmeisje.Alsof het leven zo nog niet inge­wikkeld genoeg is, krijgen de per­

sonages ook privé heel wat te stel­len. Is Felicito’s oudste echt zijnzoon? De jonge Miguel groeit opvoor galg en rad, en de tweelingvan Ismael deugt ook voor geenmeter. De twee leeglopers, bijge­naamd ‘de hyena’s’, hopen dat hunvader zo snel mogelijk de pijp uitgaat, om de erfenis te kunnen op­strijken. Ook Don Rigoberto krijgtgrijze haren van zijn puberzoon,die wordt gestalkt door een zekereEdilberto Torres. Is dit ongureheerschap, dat opduikt op demeest onwaarschijnlijke momen­ten en plaatsen, een product vanFonchito’s verbeelding, een pedo­fiel of de baarlijke duivel? Het per­sonage inspireert Vargas Llosa toteen paar overpeinzingen over devrijheid en over het kwaad, dateen onontkoombaar nevenpro­

ROMAN MARIO VARGAS LLOSA HAALT EEN IDEE UIT DE KRANT

Een feuilletonmet happy end

De auteur: Peruaanse Nobelprijswin­naar van 2010. Wordt volgendemaand 78.Het boek: een feuilletonachtige romanover chantage, overspel, wraak en on­gebreidelde hebzucht, die speelt in hethedendaagse Peru.ONS OORDEEL: een licht verteerbaartussendoortje met een happy end.¨¨¨¨è

Overspel,chantage,ontvoeringen,hebzucht enwraak zijn desmeuïgeingrediënten vandeze soap

duct is van de vrijheid. De functievan deze al te breed uitgesponnenpassages is niet helemaal duide­lijk, maar misschien is het niet zogek dat de duivel zich manifes­teert in een zondige tijd, waarinhet kwaad oppermachtig regeert.De twee grote verhaallijnen ko­men aan het eind netjes samen ende vele secundaire geschiedenis­sen zijn er allemaal mee verwe­ven, want een roman is, zoals hetleven zelf, een labyrint waarin jeblijft verdwalen.

Liberalisme

Als je Vargas Llosa mag geloven, ishet bedroevend gesteld met dewereld. In zijn oude dag moppertde auteur op de jeugd van tegen­woordig, die ‘syncopisch en aap­achtig’ praat en een ‘gruwelijkemengelmoes van straattaal en af­kortingen’ bezigt, maar zijnscherpste pijlen zijn gericht op demedia: ‘In deze tijd, of althans indeze maatschappij, had de journa­listiek niet de functie om informa­tie te verstrekken, maar om elkevorm van onderscheid tussen leu­gen en waarheid te laten verdwij­nen, de werkelijkheid te vervan­gen door een fictief verhaal, waar­in zich de onafzienbare massa vancomplexen, frustraties, haatge­voelens en trauma’s manifesteer­

De bescheiden held is een prettig weerzien met Mario Vargas Llosaen met enkele van zijn bekendste romanpersonages. Een soap van

een humanist in hart en nieren. MARIJKE ARIJS

de van een publiek dat werd aan­gevreten door rancune en jaloe­zie.’ Zijn helden zijn hardwerken­de, rechtschapen ondernemers,die corruptie en chantage onver­vaard het hoofd bieden, lak heb­ben aan sociale conventies en zichhelemaal uit het niets hebben op­gewerkt. Zonder die fatsoenlijke,rechtschapen lieden gaat een landfinaal naar de verdommenis.Deze humanist in hart en nierenmaakt zich bijzonder druk over deongebreidelde hebzucht van demensen en over andere kwalen dieinherent zijn aan de neoliberalemaatschappij waar hijzelf altijdzo’n vurig voorstander van is ge­weest. De bescheiden held is be­paald geen roman à thèse, maarhet boek kan wel gelezen wordenals een lofzang op het liberalismeen het vrije ondernemerschap.Overspel, chantage, ontvoerin­gen, hebzucht en wraak zijn desmeuïge ingrediënten van dezesoap, die veel weg heeft van eenouderwets feuilleton, en de afleve­ringen zijn vakkundig met cliff­hangers aan elkaar gehaakt.De bescheiden held is geen mees­terwerk dat de auteur lang zaloverleven, maar een zeer geniet­baar, licht verteerbaar tussen­doortje met een happy end, waar­in de goeden worden beloond ende slechten voorbeeldig wordenbestraft.

MARIO VARGAS LLOSADe bescheiden held.Vertaald door Mariolein SabarteBelacortu, Meulenhoff, 352 blz.,22,95 €.Verschijnt op 5 maart