Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

87
Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het sociale netwerk? Groep 5 Suzanne van den Berg, 1617443 Marjolein Kolk,1958607 Mandy Post, 1942239 Tom van der Velpen, 1817035 VU University Amsterdam, Department of Communication Science Interpersonal Communication Part 2 Eerste lezer: Camiel Beukeboom Tweede lezer: Helena Hoven

Transcript of Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Page 1: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de

intimiteit van het sociale netwerk?

Groep 5

Suzanne van den Berg, 1617443

Marjolein Kolk,1958607

Mandy Post, 1942239

Tom van der Velpen, 1817035

VU University Amsterdam, Department of Communication Science

Interpersonal Communication Part 2

Eerste lezer: Camiel Beukeboom Tweede lezer: Helena Hoven

Page 2: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

2

Abstract

Eenzaamheid; deze emotie en mate van welzijn staan centraal in dit onderzoek. In

hoeverre heeft het sociale netwerk en de intimiteit die iemand ervaart hier invloed op? En

speelt frequentie van contact hier ook een rol bij? Om deze vragen, die de rode draad van dit

onderzoek vormen, te beantwoorden zijn de variabelen intimiteit, frequentie contact en

eenzaamheid onderzocht, met gebruik van een survey.

Uit het onderzoek is gebleken dat intimiteit van invloed is op eenzaamheid,

waarbij vriendschappelijk contact de grootste invloed heeft. Dit is in overeenstemming met de

literatuur, waarin wordt gesteld dat het gebrek aan vriendschap negatieve gevolgen heeft. Dit

onderzoek vult de bestaande literatuur aan omdat er naast vriendschap ook is gekeken naar

andere relaties zoals collega’s, familie, broers/zussen en ouders. Tenslotte is gebleken dat

frequentie van contact ook van belang is. Een hoge frequentie van contact versterkt het

negatieve verband tussen intimiteit en eenzaamheid.

Page 3: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

3

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 – Inleiding p. 4

Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader p. 6

§2.1 - ‘Strong ties’ en ‘Weak ties’ in een netwerk p. 6

§2.2 – Vriendschap p. 8

§2.3 – Eenzaamheid p. 11

§2.4 – Face-to-face contact p. 13

§2.5 – Telefoon p. 14

§2.6 – Computer Mediated Communication p. 14

§2.7 – Hypotheses p. 16

Hoofdstuk 3 – Methode p. 17

§3.1 – Respondenten p. 17

§3.2 – Procedure p. 18

§3.3 – Metingen p. 19

Hoofdstuk 4 – Resultaten p. 21

Hoofdstuk 5 – Conclusie p. 24

§5.1 – Intimiteit en eenzaamheid p. 24

§5.2 – Frequentie van contact p. 25

Hoofdstuk 6 – Discussie p. 27

§ 6.1 – Tekortkomingen p. 27

§ 6.2 – Vervolg onderzoek p. 28

Literatuurlijst p. 29

Bijlagen p. 33

Bijlage 1 - Vragen survey p. 33

Bijalge 2 – Syntax p. 35

Bijlage 3 – Output SPSS p. 48

Page 4: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

4

Hoofdstuk 1 - Inleiding

“Beter een goede buur, dan een verre vriend” is een gezegde uit de Bijbel (27:10) wat

betekent dat je meer aan iemand hebt die dichtbij woont, omdat deze sneller te hulp kan

schieten. Maar niet iedere buur schiet je zomaar te hulp. Dit is afhankelijk van de relatie die je

met je buur hebt en de mate van intimiteit die je hebt met die persoon. Voor sommige

personen zal dan ook zeker gelden dat ze meer aan een verre vriend hebben; hoewel de

frequentie van het face-to-face contact dan meestal lager ligt.

Buren en vrienden zijn beide een van de vele actoren in iemands netwerk. De

dichtheid van iemands sociaal netwerk heeft invloed op eenzaamheid. Echter, een dichter

netwerk hoeft niet automatisch te betekenen dat iemand minder eenzaam is. Intimiteit en

frequentie van contact speelt hier ook een rol in.

De relatie tussen iemand en een actor kan verschillende mate van intimiteit kennen.

Intieme en sterke relaties worden als ‘Strong ties’ gedefinieerd en minder intieme en

zwakkere relaties worden als ‘Weak ties’ gedefinieerd (Granovetter, 1973). Naast de relatie

sterkte, kan ook de frequentie van het contact verschillen per sociaal contact uit het netwerk.

Goede vrienden kunnen elkaar iedere dag zien en spreken, maar een hechte vriendschap kan

ook blijven bestaan terwijl het contact minimaal is. Deze beide sociale factoren, intimiteit en

frequentie van het contact, hebben invloed op de mate van eenzaamheid die iemand ervaart

(Kraus, 1993).

Tot nu toe zijn er vele verschillende onderzoeken gedaan met sociaal netwerk als

zowel afhankelijk als onafhankelijke variabele. In dit onderzoek wordt er bekeken in welke

mate eenzaamheid afhankelijk is van de intimiteit die iemand ervaart met vrienden en of de

frequentie face-to-face contact hier invloed op heeft. Eenzaamheid kan worden gedefinieerd

als een onplezierig gevoel als gevolg van een gemis aan sociale relaties (Jong-Gierveld,

2000).

Page 5: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

5

Het doel van dit onderzoek is om een mogelijk verband te zoeken tussen de relaties die

iemand heeft en de mate van eenzaamheid als gevolg. De hoofdvraag van dit onderzoek is:

“In welke mate is eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit die je ervaart met vrienden

en heeft de frequentie van face-to-face contact hier invloed op?”

In het volgende hoofdstuk wordt het theoretisch kader uiteengezet en worden er op basis van

de theorie twee hypotheses gesteld en de relevantie van dit onderzoek beschreven. In het

daarop volgende hoofdstuk wordt de methode van dit onderzoek behandeld en in hoofdstuk 4

worden de resultaten weergegeven. In hoofdstuk 5 wordt er op basis van de theorie en de

resultaten, zowel een conclusie gegeven als een antwoord op de onderzoeksvraag. In het

laatste hoofdstuk, de discussie, worden de tekortkomingen besproken en worden er suggesties

gedaan voor vervolgonderzoek.

Page 6: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

6

Hoofdstuk 2 - Theoretisch kader

De afgelopen jaren krijgt het thema ‘sociaal kapitaal’ steeds meer aandacht. Als dit

thema op Google wordt gezocht levert dat tegenwoordig bijna 62 miljoen hits op, terwijl dat

er in 2004 nog maar 500.000 waren (Kadushin, 2004). De groei van de interesse voor sociaal

kapitaal ontstaat omdat het thema niet alleen wetenschappelijk relevant is, maar ook omdat de

invloed van relaties te begrijpen van maatschappelijk belang is. In dit hoofdstuk wordt

allereerst de relaties beschreven die mensen kunnen hebben met een variërende mate van

intimiteit. Vervolgens worden de concepten eenzaamheid en face-to-face contact beschreven.

Tot slot worden er op basis van de literatuur twee hypotheses gesteld en wordt de relevantie

van dit onderzoek toegelicht.

§2.1 - ‘Strong ties’ en ‘Weak ties’ in een netwerk

Elk persoon heeft relaties met mensen om zich heen, dit kunnen liefdesrelaties,

vriendenrelaties of familierelaties zijn. Al deze relaties bevinden zich in een groter netwerk,

patronen van relaties die een bepaalde groep mensen of sociale actoren met elkaar verbinden.

Het netwerk waarin alle relaties zich bevinden wordt ook wel de sociale structuur genoemd.

Personen kunnen worden beschreven in termen van de link met andere personen in het

netwerk (Seibert, Kraimer & Liden, 2001). Deze relaties kunnen vrijwillig ontstaan, zoals

vriendschappen, of worden bepaald door een samenhang van andere factoren, zoals een relatie

tussen werknemers. Het daadwerkelijke sociaal kapitaal wordt gecreëerd als een relatie tussen

mensen verandert op een manier dat instrumentale acties worden vereenvoudigd (Seibert et al,

2001).

Alle relaties kunnen worden opgedeeld in twee groepen waarin onderscheid wordt

gemaakt in het verschil in relatiesterkte en intimiteit; ‘Strong ties’ en ‘Weak ties’. De sterke en

intieme relaties in een netwerk worden ‘Strong ties’ genoemd en zwakke en minder intieme

relaties worden ‘Weak ties’ genoemd (Granovetter 1973). ‘Strong ties’ zijn sterke relaties

Page 7: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

7

binnen iemands sociaal netwerk die gekenmerkt worden als emotioneel intens en frequent.

Vrienden, adviseurs en medewerkers zijn voorbeelden van ‘Strong ties’ uit iemand zijn sociale

netwerk. Vaak worden relaties sterker naarmate beide partijen meer gedeelde karakteristieken

hebben. Om mensen te ontmoeten met andere karakteristieken zijn daarom ‘Weak ties’ van

belang. ‘Weak ties’ zijn zwakkere relaties die kunnen beschouwd als het tegenovergestelde

van ‘Strong ties’. ‘Weak ties’ vallen vaak buiten iemands sociale netwerk en worden

gedefinieerd als niet emotioneel intens en niet frequent.

‘Weak ties’ kunnen worden gezien als schakel tussen verschillende sociale netwerken

en zijn daarom een unieke bron zijn voor informatie en hulpmiddelen. De assumptie dat je

meer zou kunnen hebben aan sterke relaties is daarmee ook deels ontkracht. Sterke relaties

staan vaak dichtbij je en je kunt veel met deze relaties delen, de toegevoegde waarde is alleen

niet altijd erg groot. Sterke relaties lijken erg op elkaar en zorgen daarom voor minder nieuwe

inzichten. De toegevoegde waarde van zwakke relaties is vaak groter omdat zij beschikken

over een andere manier van denken omdat ze verder van jouw persoon afstaan. Voornamelijk

bij informatie waar je zelf moeilijk aan kunt komen, is het handig om zwakke relaties in te

kunnen schakelen waardoor de investering van grotere waarde is (Granovertter 1973). Het is

volgens de ‘Weak tie theory’ dan ook van belang om te investeren in zwakke relaties. Of

zwakke relaties in een netwerk ook kunnen zorgen voor een zwakker gevoel van eenzaamheid

zal blijken uit ons onderzoek.

Naast de opsplitsing van sociale netwerken in sterke en zwakke relaties kun je een

sociaal netwerk ook opdelen in personen die je direct kent of personen die je via-via kent.

‘Eerste-orde hulpbronnen’ zijn de mensen waar je direct aanspraak op kunt maken.

‘Tweedeorde hulpbronnen’ daarentegen zijn relaties die een stapje verder bij je vandaan staan,

maar waar je via een andere relatie, indirect dus, gebruik van kunt maken. Net als de waarde

van ‘Weak ties’ moet ook de waarde van ‘tweedeorde hulpbronnen’ niet worden onderschat,

deze kan van grotere waarde zijn dan ‘eerste-orde hulpbronnen’ (Bordes, 2000). Zowel eerste-

Page 8: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

8

als tweede-orde hulpbronnen, ‘Strong ties’ en ‘Weak ties’, kunnen als vriend worden

beschouwd.

§2.2 – Vriendschap

Een vriend is iemand die aan je verbonden is op basis van een vriendschap, een

vrijwillige relatie en een emotionele band met de ander (Wright,1978). Vriendschap staat

bekend als de minst ‘geprogrammeerde’ en minst sociaal verklaarbare relatie die belangrijk is

voor de mens (Suttles, 1970). Er is weinig bekend hoe mensen precies hun vriendschappen

onderhouden en wanneer mensen van vriendschappen spreken. Meer is er bekend over de

reden waarop mensen tot elkaar zijn aangetrokken. Dezelfde persoonlijkheden (Beier, Rossi,

& Garfield, 1961; Izard, 1960; Pierce,1970); dezelfde attitudes en interesses (Black, 1974;

LaGaipa & Werner, 1971; Lowenthal, et al., 1976; Olczak & Goldman, 1975; Secord &

Backman, 1964) en dezelfde cognitieve systemen om het mee te verwerken (Duck, 1973a;

1973b; Duck & Spencer, 1972). Vergeleken met andere relaties (collega’s, buren, familie)

heeft het individu bij vriendschap meer opties en keuzes om relaties aan te gaan.

Eigenschappen van vriendschappen zijn dat deze productief moet zijn en dat de

actoren elkaar aardig vinden, zonder deze eigenschappen kunnen we niet spreken van een

vriendschap. In vriendschap zit een bepaalde mate van keuze (Samter, 2004), maar in veel

delen op de wereld leven mensen samen in een kleine gemeenschap waardoor de

vriendschappen er niet altijd vrijwillig zijn. Dit komt omdat je als individu niet in contact

komt met mensen buiten je eigen gemeenschap (Moghaddam, Taylor & Wright, 1993).

Een manier om vriendschap in te delen is met de indeling van Reisman(1979, 1981).

Die geeft drie categorieën van vriendschap: reciprocity, receptivity en de association.

Bij reciprocity is er gelijkheid in de relatie, elk individu krijgt en geeft hetzelfde aan

beloningen en voordelen van de relaties.

Page 9: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

9

De categorie receptivity betekent dat één individu binnen een relatie veel geeft en de ander

voornamelijk de voordelen van de vriendschap neemt. Dit komt veel voor bij relaties waar

status een belangrijke rol speelt zoals bij dokter-patiënt relatie.

De laatste categorie, die van association gaat over een vriendelijke relatie. We spreken van

een vriendelijke relatie omdat hier niet van vriendschap gesproken kan worden. Het geven en

nemen speelt in deze relatie geen grote rol, denk hierbij aan klasgenoten, collega's, buren enz.

Je kiest vrienden met bepaalde waardes die voldoen aan jouw behoeftes. Hierdoor hoop je op

persoonlijke voldoening en persoonlijke groei.

Vriendschap kan dus vele positieve gevolgen hebben, maar het gebrek aan vriendschap

zou dan ook negatieve gevolgen kunnen hebben. Eenzaamheid, tekort aan persoonlijke

voldoening en depressies zijn enkele voorbeelden van de negatieve gevolgen die iemand kan

ervaren indien deze persoon geen, of niet bevredigende vriendschappen heeft.

§2.2.1 Familie

De basis van een familie zijn de man, vrouw en eventuele kinderen binnen een gezin.

Er wordt door een aantal onderzoekers veel waarde gehecht van de rol van het gezin in de

moderne samenleving. Oldenburg (1989) stelt: thuis, de plek voor serieuze intimiteit en

daarnaast zijn er ook 'third places'; de publieke plekken waar mensen samenkomen voor niet

serieuze communicatie. Bij deze basis kan je ook andere leden toevoegen en in ons onderzoek

wordt dat ook gedaan. Schoonouders, neven, nichten, schoonbroers en zussen, ooms en tantes

worden meegenomen en gerekend tot familie in ons onderzoek. Binnen families, gezien als

sociale culturele systemen, komen voortdurend veranderingen voor. Dit door sociale

veranderingen (relaties die veranderen), biologische en psychologische veranderingen bij een

of meer van de familie leden (Minuchin,1974). Binnen dit systeem staan ook veel relaties vast

en kunnen niet veranderd of gewijzigd worden. Familieleden hebben verantwoordelijkheden

en obligaties tegenover elkaar. De sterkte van deze gevoelens verschilt per relatie tussen de

Page 10: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

10

familieleden. Daar komt nog bij dat de ontwikkeling van een familie per cultuur verschilt

(Georgas et al,2001). Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende opvattingen over families tussen

individuele en collectieve samenlevingen. Wat wel vaststaat volgens Stokes (1983), is dat

familie een percentage is van iemands sociaal netwerk. Alleen maar familie in iemands

sociaal netwerk zorgt voor eenzaamheid, bij een combinatie van ‘close friends’ en familie in

iemands sociaal netwerk is er sprake van minder eenzaamheid. (Fischer and Phillips,1982)

§2.2.2 Collega’s

Toen we vriendschap bespraken werd al duidelijk dat de relaties met collega’s binnen

een vriendelijke relatie vielen. Vaak worden relaties met collega’s gezien als een middel die

helpt om de organisatie te laten functioneren en bescherming biedt tegen moeilijkheden van

het werk. Ook wordt met deze relatie de verveling van dagelijkse routine bestreden. Zulke

benaderingen leiden soms tot intimiteit en als dat het geval is heeft het meestal niets met werk

te maken ( Halle 1984; Roy 1960). Door werkvakanties, lunches, pauzes etc. ontstaan er

situaties voor collega’s om meer intiem te worden met elkaar en de relatie verder te laten

groeien dan een vriendelijke relatie. Hierdoor verandert de relatie van vriendschap en komt de

relatie in de categorie van reciprocity of receptivity. Dat dit veel voorkomt is bewezen door de

in 1986 General Social Survey waarin 49.6 % van de ondervraagden ten minste 1 collega

hadden waarmee ze een sterke vriendschap hebben. Dit kwam ook naar voren in het

onderzoek van Hess in 1972.

Page 11: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

11

§2.3 - Eenzaamheid

Elk mens ervaart andere gevoelens, emoties en mate van welzijn. Welzijn betekent een

goede lichamelijke en geestelijke gezondheid en wordt bepaald door sociale stabiliteit en

culturele groei. Eenzaamheid is een gevoel wat hieruit voort komt. Een definitie voor

eenzaamheid van J. de Jong-Gierveld (2000) is: “Het subjectief ervaren van een onplezierig

of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties. Eenzaamheid omvat

zowel een onplezierig en ontoelaatbaar ervaren tekort aan gerealiseerde contacten, als het

feit dat bepaalde relaties een zekere mate van intimiteit, zoals gewenst, niet bereiken”.

Of in het kort: Eenzaamheid is een niet vervulde behoefte aan contacten.

Eenzaamheid wordt, zoals gezegd door J. de Jong-Gierveld, subjectief ervaren. Het is een

onplezierig of een gemis van bepaalde sociale relaties, of de kwaliteit en intimiteit van deze

relaties (Fokkema & van Tilburg, 2005 ).Eenzaamheid is vaak gekarakteriseerd door een

onprettig, pijnlijk en angstig gevoel voor een ander persoon of personen (Peplau & Perlman,

1982; Rubenstein & Shaver, 1982).Het gevoel ontstaat door minder, of minder bevredigende

relaties, dan dat een persoon zou willen.

Uit onderzoek naar studenten aan de universiteit is gebleken dat zowel het sociale

netwerk als individuele verschillen (extraversie, neurotisch/zenuwen en self-disclosure)

voorspellende factoren zijn in de mate van eenzaamheid die studenten aan de universiteit in

de sample ervaren. (Russell et al., 1980; Goswick & Jones, 1981; Hojat, 1982).Van de

variabele, sociaal netwerk, toonde de dichtheid van het netwerk de sterkste en meest

consequente relatie met eenzaamheid, een dichter netwerk zou leiden naar minder

eenzaamheid. Eenzame mensen hebben dan ook kleinere sociale netwerken en aanzienlijk

minder intimiteit in hun contacten (Jones & Moore, 1987; Russell, 1982). Ook wanneer zij

evenveel vrienden hebben als niet eenzame mensen, missen ze de intimiteit in de relaties

(Williams & Solano, 1983). Over het algemeen is het netwerk van een eenzaam persoon

minder verbonden en minder bevredigend (Hays & DiMatteo, 1987; Stokes & Levin, 1986).

Page 12: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

12

Volgens Stokes (1983) zijn er vier dimensies waarmee een sociaal netwerk beschreven

kan worden:

• Omvang van het sociale netwerk: het netwerk bestaat uit mensen die belangrijk zijn in

een persoon zijn leven en waarmee hij/zij regelmatig contact heeft.

• Het aantal mensen in het netwerk waarmee de persoon zich verbonden voelt: dit houdt

in dat de persoon die mensen vertrouwd en kan vragen om hulp.

• Percentage van familie binnen het sociaal netwerk.

• Dichtheid van het sociaal netwerk: dit houdt in met wie van de personen uit het sociale

netwerk iemand zich verbonden voelt.

Deze vier dimensies willen wij in ons onderzoek mee nemen. We kijken bijvoorbeeld naar

verbanden tussen eenzaamheid en dichtheid van het netwerk en tevens de intensiteit van het

contact.

Fischer and Phillips (1982) stellen dat het niet samen zijn met vrienden (wel met

familie) resulteert in eenzaamheid. Netwerken waarin een persoon zich verbonden voelt met

vrienden en familie geeft die persoon het gevoel dat hij onderdeel is van een gemeenschap.

Hieruit kan geconcludeerd worden dat mensen met een dichter netwerk, met zowel ‘close

friends’ als familie, minder eenzaam zijn.

Russel, Peplau en Cutrona (1980) stellen dat eenzaamheid correleert met de tijd die

een student alleen doorbrengt, het aantal keer dat een student ’s avonds alleen eet, het aantal

avonden in de weekenden die alleen worden doorgebracht en het aantal ‘Strong ties’ die

iemand heeft. Cutrona (1982) vond een relatie tussen eenzaamheid en het aantal keer dat een

student contact heeft met vrienden, hoewel zij ook vond dat de mate van voldoening van het

contact belangrijker is dan de frequentie van het contact.

In een onderzoek van Jones (1981) werd een relatie gevonden tussen eenzaamheid

en de diversiteit van sociale contacten. Eenzame deelnemers hadden evenveel sociale

interacties met anderen als de niet eenzame deelnemers, maar de eenzame deelnemers hadden

Page 13: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

13

met meerdere mensen contact (losse contacten).

Nu we weten hoe eenzaamheid kan ontstaan, weten we ook wat we moeten

onderzoeken. In ons onderzoek zullen we kijken hoe eenzaamheid is ontstaan en waarmee

eenzaamheid correleert. De dichtheid van een netwerk, de intimiteit van de relaties en het

bestaan van vriendschappen en familiebanden.

Intensiteit en intimiteit van contacten speelt een belangrijke rol in vriendschappen en

dus indirect op de mate van eenzaamheid, geldt dit tevens voor de vorm van contact?

§2.4 –Face-to-face contact

Sociale relaties in een netwerk moeten worden onderhouden. Dit onderhoud vindt

vooral plaats door middel van communicatie. Deze communicatie kan lopen via verschillende

mediums. Mediums die in onze samenleving vaak voorkomen zijn face-to-face, telefoon,

televisie, radio, e-mail en chat.

Face-to-face is de communicatie die plaatsvindt tussen twee personen en de twee

personen met alle zintuigen met elkaar in contact staan. Bij face-to-face contact in

vriendschappen blijkt dat er zowel sprake is van een grotere breedte als diepte in de

communicatie, ten opzichte van Computer Mediated Communication (CMC) (Haidar-

Yassine,2002). Bij face-to-face contact is ook meer begrip en een grotere verbintenis tussen

de twee communicerende individuen, ten opzichte van CMC.

Hoe langer de vriendschap duurt, hoe kleiner de verschillen worden tussen face-to-

face en online vriendschappen (Chan & Cheng, 2004). Ondanks deze vermindering in

verschillen is dit onderzoek gericht op het face-to-face contact in vriendschappen, omdat in

deze vriendschappen meer diepte en breedte zitten zoals hierboven is vermeld. Hierdoor

wordt er verwacht dat de variabele meer impact gaat krijgen.

Page 14: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

14

§2.5 – De telefoon

De laatste jaren heeft het gebruik van de telefoon een sprong voorwaarts gemaakt. Dit is te

danken aan het gebruik van de mobiele telefoon. Hierdoor kunnen mensen de telefoon overal

en op elke tijdstip gebruiken(Bates et al.,2002), dit medium speelt dus een belangrijke rol in

interpersonal communication. De onderzoeken naar de invloed van de telefoon zijn schaars

vergeleken met de technische vorderingen die de telefoon heeft gemaakt. Nieuwe

onderzoeken naar de telefoon moeten namelijk rekening houden dat de telefoon ook functies

als tekst, video en bestanden delen heeft. Dimmick, Sikand, en Patterson stellen vast dat de

telefoon een geïntegreerde interpersonal en massa communicatie medium is. Zo is er het inter-

persoonlijke gesprek tussen twee mensen en de mogelijkheid om algemene informatie op te

vragen zoals het weer. Keller(1977) en Noble (1987) deelden de motieven voor het gebruik

van de telefoon in twee groepen: sociaal gerichte motivaties en zakelijk gerichte motivaties.

Bijna de helft van de telefoontjes wordt op het werk gemaakt wat aangeeft dat het een

belangrijk medium is voor de dagelijkse coördinatie van de activiteiten (Ling en

Haddon,2003). De sociale kracht van de telefoon werd aangegeven in het onderzoek van

Fischer(1992) waarin het gebruik van de telefoon de eenzaamheid en isolatie van een persoon

verminderde. Ook vergrootte het de veiligheid en onderhield het de cohesie binnen een groep

zoals vrienden en familie (Aronson,1971; Fischer,1992).

§2.6–Computer Mediated Communication

Computer Mediated Communication (CMC) wordt door Eric, J en Moody, B.S.

neergezet als onpersoonlijk, oppervlakkig en wellicht zelfs vijandelijk. Dit omdat CMC

minder kanalen van communicatie heeft, in tegenstelling tot face-to-face communicatie. CMC

beschikt over getypte woorden en symbolen, face-to-face communicatie heeft gesproken

woorden, gezicht uitdrukkingen, toon in stem etc. Hoe minder de kanalen van communicatie,

hoe minder aandacht wordt besteedt aan de spreker en hoe onpersoonlijker het gesprek wordt.

Page 15: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

15

Nie en Erbring (2000) stellen dat gebruik van internet resulteert in minder contact

met vrienden en familie, minder betrokkenheid en meer eenzaamheid en depressies. Kraut

(2002) heeft dit onderzoek voortgezet en voegde hieraan toe dat de ervarenheid van de

internet gebruiker hier een grote rol bij speelde, en de mate van eenzaamheid kon

verminderen. In een ander onderzoek van Kraut (1998) zei hij dat internetrelaties de face-to-

face relaties vervangt. En dat de tijd die men online spendeert, anders gebruikt kon worden

om face-to-face relaties te vormen.

In een onderzoek van Louis Leung naar eenzaamheid, self-disclosure en ICQ

gebruik, kwamen soortgelijke resultaten naar boven. Hoewel wordt gezegd dat CMC leidt

naar niet emotionele of niet-sociale communicatie, is CMC voor verlegen mensen vaak een

uitkomst. ICQ biedt hen bijvoorbeeld de kans om contact te leggen met mensen, zonder de

sociale risico’s die face-to-face contact met zich mee brengt, wat er wel weer voor zorgt dat

het onpersoonlijker en minder intiem is.

Eric, J en Moody, B.S. (2000) hebben onderscheid gemaakt in twee soorten

eenzaamheid: Sociale eenzaamheid en Emotionele eenzaamheid. Deze laatste is een gevoel

van leegte en rusteloosheid door een gemis van intieme relaties. Sociale eenzaamheid is een

gevoel van verveling en verwaarlozing door een gemis van betekenisvolle relaties of een

gevoel dat je bij een gemeenschap hoort. In dit onderzoek werd duidelijk dat zowel face-to-

face contact als CMC eenzaamheid verminderen. Face-to-Face contact zorgt voor

verminderen van zowel Sociale als Emotionele eenzaamheid. CMC vermindert slechts de

Sociale eenzaamheid. Dit onderzoek ondersteunt ons model door te bevestigen dat sociale

contacten (in welke vorm dan ook) invloed hebben op eenzaamheid. Hier speelt ook Intimiteit

een rol in. Face-to-face contact wordt gezien als meer intiem dan CMC.

Page 16: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

16

§ 2.7-Hypotheses

Op basis van boven beschreven theorie wordt er verwacht met dit onderzoek de volgende

hypotheses aan te tonen:

H1. Hoe meer intiem je bent met de mensen om je heen, hoe minder eenzaam je je voelt.

Dit blijkt uit de theorieën van Russell et al.(1980); Goswick & Jones, (1981) en Hojat, (1982)

waarin wordt beschreven dat de dichtheid van een netwerk invloed heeft op de eenzaamheid

van personen. Eenzame mensen hebben volgens de literatuur kleinere sociale netwerken en

aanzienlijk minder intimiteit in hun contacten (Jones & Moore, 1987; Russell, 1982).

H2. Hoe vaker je contacten hebt met de mensen in je sociaal netwerk, hoe sterker het

negatieve verband wat met H1 wordt gesteld.

Fischer and Phillips (1982) stellen dat het niet samen zijn met vrienden (wel met familie)

resulteert in eenzaamheid. Russel, Peplau en Cutrona (1980) stellen dat eenzaamheid

correleert met de tijd die een student alleen doorbrengt, het aantal keer dat een student ’s

avonds alleen eet, het aantal avonden in de weekenden die alleen worden doorgebracht en het

aantal ‘Strong ties’ die iemand heeft. Cutrona (1982) vond een relatie tussen eenzaamheid en

het aantal keer dat een student contact heeft met vrienden, hoewel zij ook vond dat de mate

van voldoening van het contact belangrijker is dan de frequentie van het contact.

Figuur 2.1: Conceptueel model

Intimiteit Eenzaamheid

Frequentie contact

Page 17: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

17

Hoofdstuk 3 – Methode

Dit onderzoek is een kwantitatief onderzoek. Er wordt op basis van de verkregen data

een hypothese getoetst, zoals staat beschreven in het voorgaande hoofdstuk. Om deze

hypothese te toetsen zijn er verschillende keuzes gemaakt en stappen genomen die in dit

hoofdstuk aan de orde komen. In dit hoofdstuk wordt allereerst de onderzoekspopulatie

beschreven. Vervolgens wordt de procedure van dit onderzoek nader toegelicht. Tot slot

komen de metingen die in dit onderzoek zijn gedaan aan de orde.

§3.1 – Participanten

Dit onderzoek heeft als doel om te achterhalen wat het verband is tussen intimiteit en

eenzaamheid. Er zijn twee groepen respondenten die aan dit onderzoek hebben meegedaan.

De eerste groep respondenten zijn verplicht gesteld voor deelname, en zijn allen studenten

van het vak ‘Interpersonal Communication’ aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Op deze

manier ben je verzekerd van een grote groep respondenten, daarnaast kunnen de studenten op

deze manier kennis maken met een goed wetenschappelijke survey. De overige respondenten

zijn via de studenten benaderd, ook wel het sneeuwbaleffect genoemd. Het sneeuwbaleffect

houdt in dat via het doorgeven van één enquête naar meerdere respondenten, die de enquête

ook weer doorgeven, het bereik steeds groter wordt.

In het onderzoek is de N=264, dit is het aantal mensen dat de enquête heeft ingevuld.

De response rate, het aantal mensen dat enquête toegestuurd heeft gekregen en ook

daadwerkelijk heeft ingevuld, is onbekend. Omdat iedere student zelf mensen heeft moeten

benaderen, weten we niet hoeveel mensen er in totaal benaderd zijn. Van de in totaal 264

respondenten is 31,1% man, dit zijn 82 mannen. Het percentage vrouwen is 68,9%, dit zijn

182 vrouwen.

De gemiddelde leeftijd in jaren van de respondenten is 23,61 (SD = 9,12). De jongste

respondent had een leeftijd van 15 jaar en de oudste respondent een leeftijd van 62 jaar.

Page 18: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

18

§3.2 – Procedure

De respondenten zijn geworven tijdens het college inter-persoonlijke communicatie

aan de faculteit der sociale wetenschappen aan de Vrij Universiteit in Amsterdam. Studenten

die dit vak volgen hebben de survey ingevuld en er vervolgens voor gezorgd dat twee

bekenden van iedere student de survey ook hebben ingevuld. Deze twee bekenden zijn niet

per definitie studenten maar kunnen ook collega’s, vrienden of familie zijn.

Alle respondenten hebben de survey online kunnen invullen op een tijdstip naar keuze

tussen oktober en november 2009. De link naar de survey is via e-mail verstuurd naar de

respondenten. De survey begon met een inleidend stuk over de survey en hoe men door de

survey kon navigeren. Vervolgens kon men beginnen met het eerste onderdeel van de survey,

de persoonlijke reacties in verschillende situaties, wat was opgebouwd uit vijf onderwerpen.

Deze onderwerpen waren verlegenheid (shyness), sociaalheid (socialibility), stress en

gezondheid (stress and health), geluk (happiness) en eenzaamheid (loneliness). Elk nieuw

onderwerp werd ingeleid met een korte introductie. Uit dit onderdeel hebben we alleen de

variabele eenzaamheid gebruikt.

Na het eerste onderdeel werd onderdeel twee ingeleid, metingen van het sociale

netwerk. In dit onderdeel zijn de volgende onderwerpen getoetst; intieme relatie, contact met

ouders, contact met broers en zussen, contact met overige familieleden, contact met vrienden,

contact met collega’s/studiegenoten, contact met vereniging en tot slot overig contact. Uit het

tweede onderdeel hebben we alle variabelen gebruikt voor ons onderzoek behalve contact met

vereniging en overige contacten. Van alle gebruikte variabelen hebben we enkele items

geselecteerd die we hebben meegenomen in ons onderzoek (zie §3.3 metingen). De survey

eindigde met een bedankje.

Page 19: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

19

§3.3 – Metingen

De belangrijkste variabelen uit ons onderzoek; intimiteit, eenzaamheid en frequentie

van contact zijn gemeten op een intervalschaal. Intimiteit was de onafhankelijke variabele en

wordt gemeten op basis van zelf geconstrueerde metingen van sociale hechtheid geïnspireerd

door de sociale netwerkmetingen zoals social network index (Cohen et al.,1997). De mate van

intimiteit is gemeten voor vijf verschillende groepen: ouders, broer/zussen, familie, vrienden

en collega’s. De variabele intimiteit was gebaseerd op basis van twee items uit de vragenlijst,;

respectievelijk ‘ik ben close’ en ‘ik heb een afstandelijk relatie’ (zeven puntschaal, 1 =

‘helemaal mee oneens’, 7 = ‘helemaal mee eens’, zie bijlage 1a voor beide items). Het tweede

item ‘ik heb een afstandelijke relatie’ was een negatieve stelling, dit item is omgescoord. De

variabele was voor iedere groep van contact apart gemeten door middel van het gemiddelde.

Groepen Cronbach's α M SD Ouders .888 5,56 1,48 Broer/zus .876 5,24 1,50 Familie .835 4,10 1,66 Vrienden .785 6,07 1,06 Collega's .799 4,32 1,37

Tabel 3.1: Resultaten metingen intimiteit

Eenzaamheid, de afhankelijke variabele, was gebaseerd op basis van de tien item

versie van de UCLA loneliness scale (Russell,1996). Echter hebben wij de formulering van de

items van ‘hoe ik me’ veranderd in ‘ ik voel ’ uit de vragenlijst. De tien items bestaan o.a. uit

‘ik voel me een buitenstaander’, ‘ik voel me geïsoleerd’ en ‘ik ken genoeg mensen met wie ik

kan praten’ (zeven-punt schaal, 1 = ‘helemaal mee oneens’, 7 = ‘helemaal mee eens’, zie

bijlage 1b voor alle items). De items twee, drie, zeven, negen en tien zijn omgescoord. Het

construct eenzaamheid was berekend op basis van het gemiddelde van de items (Cronbach’s α

= .892, M = 5.11, SD = 0.85).

De moderator van het model was frequentie van het contact. Dit construct was

gemeten, net zoals het construct intimiteit, voor vijf verschillende soorten groepen; ouders,

broer/zussen, familie, vrienden en collega’s. De variabele frequentie van contact was

Page 20: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

20

gebaseerd op zes items uit de vragenlijst; onder andere ‘ontmoeting’, en ‘e-mail’ (zeven-punt

schaal, 1 = ‘helemaal mee oneens’, 7 = ‘helemaal mee eens’, zie bijlage 1c voor alle items).

De variabele was voor iedere groep van contact apart gemeten door middel van het

gemiddelde van de zes items.

Groepen Cronbach's α M SD Median Ouders .48 3.55 0.78 3,50 Broer/zus .74 3.46 1.11 3,50 Familie .80 2.57 1.01 2,33 Vrienden .65 4.74 1.05 4,83 Collega's .67 3.98 1.07 4,00

Tabel 3.2: Resultaten metingen eenzaamheid

Per groep is de mediaan berekend, die is gebruikt als grens om twee groepen te creëren. Alle

respondenten die onder de mediaan hebben gescoord op het construct ‘frequentie contact’

hebben de frequentie ‘laag’ toebedeeld gekregen. Alle respondenten die gelijk of boven de

mediaan hebben gescoord zijn de groep ‘hoog’. Met deze gegevens zijn er dus twee groepen

per contactgroep gecreëerd. Hiermee is de moderatietoets gedaan.

Page 21: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

21

Hoofdstuk 4 – Resultaten

In dit hoofdstuk komen de resultaten aan bod die uit het onderzoek naar voren zijn

gekomen. Er wordt getoond hoe en waarop beide hypotheses zijn getoetst en welke correlaties

daaruit voort zijn gekomen.

H 1: Hoe meer intiem je bent met de mensen om je heen, hoe minder eenzaam je, je voelt.

Hypothese 1 is getoetst voor zes verschillende groepen (ouders, broer/zussen, familie,

vrienden en collega’s) door middel van lineaire regressie. De afhankelijke variabele was

eenzaamheid en de onafhankelijke variabele was intimiteit. Deze variabele zijn getest per

groep. De eerste groep die onderzocht werd waren de ouders, hierin kwam naar voren dat de

variabele intimiteit een negatief effect heeft op hoe eenzaam iemand zich voelt. Ook bij de

groepen broer/zus, familie, vriend en collega’s kwam dit negatieve verband uit de toets.

Contact met familie heeft het kleinste effect op de eenzaamheid die iemand ervaart en

vrienden hebben juist het grootste effect op eenzaamheid. De andere groepen zaten hier

tussenin. Wel zijn alle resultaten significant gebleken.

Groepen r Significantie Ouders -.337 .000 Broer/zus -.148 .001 Familie -.163 .010 Vrienden -.510 .000 Collega's -.190 .002

Tabel 4.1: correlaties groepen en eenzaamheid

Op basis van bovenstaande gegevens kunnen we aantonen dat hypothese 1 is aangenomen

omdat we voor elke groep hebben kunnen aantonen dat de invloed van intimiteit op

eenzaamheid negatief is wat betekent dat hoe intiemer je bent met de mensen om je heen, hoe

minder eenzaam iemand zich voelt.

Page 22: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

22

H 2: Hoe vaker je contacten hebt met de mensen in je sociaal netwerk, hoe sterker het

negatieve verband.

Hypothese 2 is getoetst voor zes verschillende groepen door middel van lineaire

regressie. De afhankelijke variabele was ‘eenzaamheid’ en de onafhankelijke variabele was

‘intimiteit’. Per groep is gekeken of er moderatie plaats vindt, de moderator was het construct

‘frequentie van het contact’.

Groepen R² - Groep 1 R² - Groep 2 Beta Significantie Ouders .100 .085 -.29 .006 Broer/zus .006 .098 -.31 .000 Familie .030 .038 -.19 .020 Vrienden .127 .334 -.58 .000 Collega's .024 .063 -.25 .003

Tabel 4.2: Moderatietoets met als moderator frequentie van het contact

Bovenstaande tabel laat zien wat dat de R-squares significant van elkaar verschillen.

Dit betekend dat er sprake is van een moderatie effect en dat het verband wat bij H1 is

getoetst, verschilt per groep. Uit de Beta blijkt dat er bij alle groepen sprake is van een

negatief verband. Er kan dus worden gesteld dat het veband bij H1 meer negatief is voor de

hoge groepen van ‘frequentie van contact’. Dit is ook gesteld in onze H2, dus ook de tweede

hypothese is aangenomen.

Groepen r - Groep 1 Significantie - Groep 1 r - Groep 2 Significantie - Groep 2 r - Totaal Ouders -.316 .000 -.291 .003 -.337 Broer/zus -.077 .218 -.314 .000 -.148 Familie -.174 .044 -.194 .010 -.163 Vrienden -.357 .001 -.578 .000 -.510 Collega's -.155 .058 -.251 .001 -.190

Tabel 4.3: Correlaties tussen intimiteit en eenzaamheid met frequentie als moderator

We hebben gekeken wat de verbanden zijn tussen intimiteit, eenzaamheid en de

invloed van frequentie daarop. Wanneer respondenten waren opgedeeld in groep één, geeft dat

aan dat deze persoon een lage frequentie contact heeft met zijn groep contacten. Wanneer de

frequentie van het contact laag (respondenten in groep één) is wordt het negatieve verband

tussen intimiteit en eenzaamheid minder sterk.

Page 23: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

23

De respondenten in groep twee hebben een hogere mate van frequentie van contact,

dat zorgt voor een versterking van het verband tussen intimiteit en eenzaamheid. Vooral de

groep broer/zus laat een grote stijging zien van de correlatie wanneer er sprake is van veel

contact. Het verschil in correlaties tussen groep één en twee van de verschillende groepen van

contact is niet bij elke groep van contact even groot. De correlaties van groep één en twee bij

vriendschappelijk, broer/zus en collegiaal contact liggen verder uit elkaar dan bij de groepen

familie en ouders.

Page 24: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

24

Hoofdstuk 5 - Conclusie

In dit hoofdstuk wordt naar aanleiding van de resultaten uit het onderzoek, een

conclusie getrokken. Bij de conclusie wordt terug gekoppeld naar de theorie in dit rapport. Er

wordt tevens gekeken of de uitkomsten van het onderzoek iets toevoegen aan de theorie of dat

het elkaar tegenspreekt.

§5.1 Intimiteit en eenzaamheid

Het doel van ons onderzoek was het vinden van een verband tussen de mate van

intimiteit die je ervaart met mensen om je heen en het gevoel van eenzaamheid wat daaruit

voort kan vloeien. Eenzaamheid is een subjectief gevoel wat voort vloeit uit het gemis van

sociale contacten.

In ons onderzoek is intimiteit gemeten met verschillende groepen; ouders,

broers/zussen, familie, vrienden en collega’s. De eerste groep die onderzocht is zijn ouders.

De basis van een familie zijn de man, vrouw en eventuele kinderen binnen een gezin. De

sterkte van gevoelens kan verschillen per relatie binnen de familie (Georgas et al., 2001).

Familie bestaat uit de bij ons getoetste groepen ouders, broers/zussen en familie totaal. Hierbij

heeft de intimiteit met ouders de meeste invloed op eenzaamheid, vervolgens broers/zussen.

Intimiteit met de totale familie heeft het minste invloed op eenzaamheid. Fischer and Phillips

(1982) hebben al eerder vast gesteld dat het niet samen zijn met vrienden (wel met familie)

resulteert in eenzaamheid. Onze resultaten bevestigen dat de sterkte van de gevoelens per

relatie tussen familieleden kunnen verschillen.

Een vriendschappelijke relatie staat bekend als de minst ‘geprogrammeerde’ en minst

sociaal verklaarbare relatie die belangrijk is voor de mens (Suttles, 1970). Vergeleken met

andere relaties, zoals collega’s, buren en familie, heeft het individu bij vriendschap meer

opties en keuzes om relaties aan te gaan (Samter, 2004). Vriendschap kan vele positieve

gevolgen hebben, maar het gebrek aan vriendschap zou ook negatieve gevolgen kunnen

Page 25: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

25

hebben. Het niet hebben van vriendschappen of het hebben van onbevredigende

vriendschappen kan zorgen voor gevoelens zoals eenzaamheid, tekort aan persoonlijke

voldoening en depressies (Nie & Erbring, 2000). Ons onderzoek bevestigt deze theorie, dat

hoge mate van intimiteit tussen vrienden de gevoelens van eenzaamheid reduceert. Intimiteit

tussen vrienden heeft het sterkste verband met eenzaamheid, deze is sterker dan het verband

met familie, ouders, broer/zus en collega’s op eenzaamheid.

De grens tussen contact met vrienden en contact met collega’s is moeilijk te trekken.

49.6 % van de ondervraagde werknemers uit de General Social Survey (1986) heeft tenminste

één collega waarmee ze een sterke vriendschap hebben. Wel kunnen we stellen uit ons

onderzoek dat intimiteit met collega’s een kleinere invloed heeft op eenzaamheid dan

vrienden.

Hypothese 1; Hoe meer intiem je bent met de mensen om je heen, hoe minder eenzaam

je, je voelt hebben we aangenomen. Voor elke groep hebben we kunnen aantonen dat de

invloed van intimiteit op eenzaamheid negatief is wat betekent dat hoe intiemer je bent met de

mensen om je heen, hoe minder eenzaam iemand zich voelt.

§5.2 Frequentie van contact

Er zijn verschillende soorten van contact die meegenomen zijn in dit onderzoek. We

kunnen deze onderscheiden in face-to-face contact, telefonisch contact, contact via video chat,

contact via text only chat, contact via E-mail en contact via korte berichten. Ons onderzoek

onderscheidt zich van voorgaande onderzoeken omdat alle vormen van contact zijn

meegenomen in plaats van een focus op een vorm van contact.

Uit onderzoek van Nie en Erbring (2000) bleek dat contact via internet een positief

effect kan hebben op eenzaamheid wanneer de gebruiker niet vertrouwd is met het medium.

In een ander onderzoek van Eric, J en Moody, B.S. (2000) komt naar voren dat zowel

Computer Mediated Communication (CMC) en face-to-face contact de eenzame gevoelens

Page 26: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

26

verminderen. In dit zelfde onderzoek maken Eric, J en Moody, B.S. onderscheid in twee

soorten eenzaamheid namelijk; sociale eenzaamheid en emotionele eenzaamheid. CMC

vermindert de sociale eenzaamheid, face-to-face communicatie daarentegen vermindert beide

vormen van eenzaamheid. Intimiteit speelt hierbij ook een rol, face-to-face communicatie

wordt als meer intiem ervaren dan CMC.

Fischer (1992) deed onderzoek naar communicatie via de telefoon en concludeerde

ook daarin dat het gebruik van de telefoon de eenzaamheid en isolatie van een persoon

verminderde. Verschillende onderzoeken door de tijd heen hebben dus aangetoond dat contact

met je sociaal netwerk eenzame gevoelens vermindert.

Of de frequentie van dit contact het verband tussen intimiteit en eenzaamheid

versterkt hebben we uiteengezet in dit onderzoek. Alle contactgroepen zijn opgesplitst in

groepen die veel (groep twee) of weinig contact (groep één) hebben, elke vorm van contact is

hierin meegenomen. De respondenten in groep twee hebben een hogere mate van frequentie

van contact, dat zorgt voor een versterking van het verband tussen intimiteit en eenzaamheid.

Vooral de groep broer/zus laat een grote stijging zien van de correlatie wanneer er sprake is

van veel contact. Het verschil in correlaties tussen groep één en twee van de verschillende

groepen van contact is niet bij elke groep van contact even groot. De correlaties van groep één

en twee bij vriendschappelijk, broer/zus en collegiaal contact liggen verder uit elkaar dan bij

de groepen familie en ouders.

We kunnen dat hypothese 2; Hoe vaker je contact hebt met de mensen in je sociaal

netwerk, hoe sterker het negatieve verband wordt tussen intimiteit en eenzaamheid, is

aangenomen. De variabele frequentie van contact versterkt het negatieve verband tussen

intimiteit en eenzaamheid.

Page 27: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

27

Hoofdstuk 6 – Discussie

In het vorige hoofdstuk is de conclusie van het onderzoek gegeven. Er zijn twee

hypotheses getoetst en beide zijn aangenomen, echter heeft ons onderzoek ook

tekortkomingen en zijn er op basis van ons onderzoek ook ideeën voor vervolgonderzoek naar

boven gekomen. Hieronder zal als eerst de tekortkomingen worden besproken en vervolgens

onderzoeksmogelijkheden aangedragen voor vervolgonderzoek.

§ 6.1 – Tekortkomingen

Beter definiëren waar de contactgroepen precies uit bestaan. Het is onduidelijk waar

de contactgroep familie precies uit bestaat. In ons onderzoek hebben we duidelijk onderscheid

gemaakt tussen ouders, broer/zus en familie, dit was in de survey minder duidelijk. Uit de

theorie is tevens gekomen dat vriendschap en collegialiteit elkaar vaak overlapt. Dit betekent

dat de uitkomsten uit ons onderzoek niet helemaal zuiver zijn.

Het onderzoek heeft voornamelijk respondenten in de leeftijdscategorie 19-22. Dit kan

gezien worden als een tekortkoming, bij de generalisatie naar de gehele populatie. Om de

validiteit te vergroten zou het onderzoek onder respondenten met een grotere diversiteit aan

leeftijd en opleidingsniveau moeten worden afgenomen.

In ons onderzoek is het construct intimiteit gemeten op basis van twee items.

Vergeleken met andere wetenschappelijke onderzoeken zijn twee items vrij weinige. Op basis

van een betrouwbaarheidsanalyse is het construct wel betrouwbaar gebleken, maar voor

eventueel vervolg onderzoek zou dit construct uitgebreid kunnen worden met meer dan twee

items. Dit om het onderzoek naar een hoger niveau te brengen en de betrouwbaarheid waar

mogelijk nog te vergroten.

Sinds 1992 schijnt er weinig tot geen onderzoek meer gedaan te zijn naar contact via

de telefoon. Terwijl de telefoon veel ontwikkelingen heeft doorgemaakt, sinds het laatste

onderzoek in 1992. De telefoon heeft door de jaren heen meer mogelijkheden gekregen zoals

Page 28: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

28

sms, mail, mms en video bellen. Hier kan in vervolg onderzoek meer rekening mee worden

gehouden.

§ 6.2 – Vervolg onderzoek

Vervolg onderzoek: Alleen familie in sociaal netwerk zorgt voor eenzaamheid.

In ons onderzoek hebben we de moderatie van verschillende vormen van contact

gemeten. Hier zat zowel online als offline contact bij, echter was de totaliteit van contactvorm

betrouwbaarder. Daarom hebben wij het niet meegenomen is ons onderzoek. Wel zal in

vervolg onderzoek gekeken kunnen worden naar de verschillende effecten van on- en offline

contact, op eenzaamheid. Zoals is gesteld door Nie & Erbring (2000) heeft het gebruik van

internet een positief effect op eenzaamheid, wellicht is dit een interessant vervolgonderzoek.

Zoals al in paragraaf 6.1 werd aangegeven is er weinig bekend over het effect van

telefonisch contact op eenzaamheid. Er is hierover geen theorie bekend, sinds de telefoon

meer mogelijkheden heeft buiten alleen telefoneren. Het zou interessant kunnen zijn om de rol

van telefonisch contact, in zijn huidige vorm, op eenzaamheid te onderzoeken.

Page 29: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

29

Literatuurlijst

Wetenschappelijke artikelen:

Baym, N.K., Zhang, Y.B., & Lin, M. (2004). Social Interactions across Media: Interpersonal

Communication on the Internet, Telephone and Face-to-Face, New Media & Society,

6(3), 299-318.

Beier, E. G., Rossi, A. M., & Garfield, R. L. Similarity plus dissimilarity of personality:

Basis for friendship. Psychological Reports, 1961, 8, 3

Black, H. K. Physical attractiveness and similarity of attitude in interpersonal attraction.

Psychological Reports, 1974, 35, 403-406.

Chan, D.K., & Cheng, G.. H. (2004). A comparison of offline and online friendship qualities

at different stages of relationship development. Journal of Social and Personal

Relationships 21, 305-320.

Duck, S. Personality similarity and friendship choice: Similarity of what, when. Journal

of Personality, 1973, 41,543-558. (a).

Duck, S. Similarity and perceived similarity of personal constructs as influences of friendship

choice. British Journal of Social and Clinical Psychology, 1973, 12, 1-6. (b)

Duck, S., & Spencer, C. Personal constructs and friendship formation. Journal of Personality

and SociaI Psychology, 1972, 23, 40-45.

Georgas, J., et al. (2001). Functional relationships in the nuclear and extended family: A 16-

culture study. International Journal of Psychology 36,289-300.

Goswick, R., & Jones, W. (1982). Components of loneliness during adolescence. Journal of

Youth and Adolescence, 11, 373-383.

Granovetter, M.S. (1973). The Strength of ‘Weak ties’: American Journal of Sociology, 78:

136080.

Hays, R., & DiMatteo, M. (1987). A short form measure of loneliness. Journal of Personality

Assessment, 51, 69-81.

Page 30: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

30

Haidar-Yassine, H. (2002). Internet friendships: Can virtual be real? Dissertation Abstracts

international: Section B: The Sciences & Engineering 63(5-B), 2651.

Heider, F. (1958). The psychology of Interpersonal Relations, New York: Wiley.

Izard, C. Personality similarity and friendship. Journal of Abnormal and Social Psychology,

1960, 61, 47-51.

James, J., & Ponzetti, Jr. (1990). Loneliness among college students. Family relations, 39(3),

336-340.

Jones, W.H., Freemon, J.E., & Goswick, R.A. (1981). The persistence of loneliness. Journal

of Personality, 49, 27–48.

Hojat, M. (1982). Loneliness as a function of selected personality variables. Journal of

Clinical Psychology, 38, 137-141.

Kadushin, C. (2004). Too Much Investment in Social Capital? Social Networks, 26, 75–90.

Kraut, R., Patterson, M., & Lundmark, V., et al. (1998). Internet paradox: a social technology

that reduces social involvement and psychological well-being? American

Psychologist 53:1017–1031.

LaGaipa, J. J., & Werner, R. E. Attraction and relevancy of attitude similarity-dissimilarity:

Impersonal topics and friendship beliefs. Psychonomic Science, 1971, 22, 83-84.

Leung, L. (2002). Loneliness, Self-Disclosure and ICQ use, Cyber Psychology & Behavior,

5(3).

Lowenthal, M., Thurnher, M., Chirrboga, D., & Associates, Four stages of life. San

Francisco:Jossey-Bass, 1976.

Minuchin, S. (1974). Families and Family Therapy, Cambridge, Mass, Harvard University

Press, 110.

Moghaddam, F. M., Taylor, D. M., &Wright, S. C. (1993). Social Psychology in cross-cultural

perspective. New York: W.H. Freeman.

Page 31: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

31

Eric, J., & Moody, B.S. (2001). Internet use and Its Relationship to Loneliness, Cyber

Psychology & Behavior, 4(3).

Nie and Erbring, (2000). Pew Project on the Internet and American Life, 2002.

Olczak, P. V., & Goldman, J. A. Self-actualization as a moderator of the relationship between

attitude similarity and attraction. Journal of Psychology, 1975, 89, 195-202.

Pierce, R. A. Need similarity and complementarity as determinants of friendship choice.

Journal of Psychology, 1970, 76, 231-238.

Portes, A. (2000). The Two Meanings of Social Capital, Sociological Forum, 15(1), 1-12.

Reisman, J. (1979). Anatomy of friendship. Lexington, MA: Lewis.

Reisman, J. M. (1981). Adult friendships. In Personal relationships. 2: Developing personal

relationships, S. Duck & R. Gilmour (eds.).New York: Academic Press, pp. 205-230.

Russell, D., Peplau, L.A., & Cutrona, C.E. (1980). The revised UCLA Loneliness Scale:

concurrent and discriminant validity evidence, Journal of Personality and Social

Psycholog, 39, 472–480.

Secord, P., & Backman, C. Interpersonal congruency, perceived similarity, and friendship.

Sociometry, 1964, 27, 115-127.

Seibert, S. E., Kraimer, M.L., & Liden, R.C. (2001). A Social Capital Theory of Career

Success, The Academy of Management Journal, 44(2), 219-237.

Stokes, J.P. (1985). The relation of social network and individual difference variables to

loneliness, Journal of Personality and Social Psychology, 48(4), 981-990.

Williams, J., & Solano, C. (1983). The social reality of feeling lonely: Friendship and

reciprocation. Personality and Social Psychology Bulletin, 9, 237-242.

Wright, P. H. (1978). Toward a theory of friendship based on a conception of self. Human

Communication Research 4,196-207.

Page 32: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

32

Boeken:

Peplau, L.A. & Perlman, D. (1982). Loneliness: a sourcebook of current theory, research, and

therapy.

Rubenstein, C.M., & Shaver, P. (1982). The experience of loneliness, Loneliness: a

sourcebook of current theory, research and therapy, 206–223.

Russell, D. (1982). The measurement of loneliness. In L. Peplau & D. Perlman (Eds.),

Loneliness: A sourcebook of current theory, research, and therapy (pp. 81-104).

Samter, W. (2004).Friendship interaction skills across the life span. In Handbook of

communication and social interaction skills, (pp.637-684), J. O. Greene & B. R.

Burleson (eds.). Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum.

Page 33: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

33

Bijlage 1 – Vragen survey

1a. Stellingen over construct intimiteit

Stelling 1: Met mijn contactpersoon ben ik erg close.

Stelling 2: Met mijn contactpersoon heb ik een tamelijk afstandelijke relatie

Antwoord schaal: 1= Helemaal mee oneens, 4= Niet mee oneens, niet mee eens 7= Helemaal

mee eens

1b. Stellingen over construct eenzaamheid

Stelling 1: Ik heb soms het gevoel dat ik gezelschap mis

Stelling 2: Ik heb het gevoel dat ik veel gemeen heb met de mensen om mij heen

Stelling 3: Ik voel me regelmatig close met mensen

Stelling 4: Ik voel me soms een buitenstaander

Stelling 5: Ik heb soms het gevoel dat niemand me echt kent

Stelling 6: Ik voel me soms geïsoleerd van anderen

Stelling 7: Ik heb mensen om mij heen die me echt begrijpen

Stelling 8: Ik heb soms het gevoel dat mensen wel óm mij heen zijn, maar niet mét mij zijn.

Stelling 9: Ik ken genoeg mensen met wie ik kan praten

Stelling 10: Ik ken genoeg mensen op wie ik kan vertrouwen.

Antwoord schaal: 1= Helemaal mee oneens, 4= Niet mee oneens, niet mee eens 7= Helemaal

mee eens.

Page 34: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

34

1c. Surveyvragen over construct frequentie

Vraag 1: Hoe vaak heeft u face-to-face contact?

Vraag 2: Hoe vaak heeft u telefonisch contact?

Vraag 3: Hoe vaak heeft u contact via video chat? (bijvoorbeeld skype of MSN)

Vraag 4: Hoe vaak heeft u contact via text only chat? (alleen tekst chat)

Vraag 5: Hoe vaak heeft u contact via E-mail?

Vraag 6: Hoe vaak heeft u contact via een kort bericht? (sms, kaartje, twitter)

Antwoord schaal: 1= (bijna) nooit, 2= Een paar keer per jaar, 3= Meerdere keren per jaar, 4=

Elke maand, 5 = Eén keer per week, 6 = Meerdere keren per week, 7 = Dagelijks.

Page 35: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

35

Bijlage 2 - Syntax

*INTIMITEIT.

*Hercoderen van de tweede vraag onder kopje 'intimitiet' van negatieve vraag naar positieve

vraag voor alle vijf de groepen.

RECODE

Ouders09

(1=7) (2=6) (3=5) (4=4) (5=3) (6=2) (7=1) INTO Ouders09b .

VARIABLE LABELS Ouders09b 'Afstandelijk naar close'.

EXECUTE .

RECODE

Broer12

(1=7) (2=6) (3=5) (4=4) (5=3) (6=2) (7=1) INTO Broer12b .

VARIABLE LABELS Broer12b 'Afstandelijk naar close'.

EXECUTE .

RECODE

fam12

(1=7) (2=6) (3=5) (4=4) (5=3) (6=2) (7=1) INTO fam12b .

VARIABLE LABELS fam12b 'Afstandelijk naar close'.

EXECUTE .

RECODE

Vriend09

(1=7) (2=6) (3=5) (4=4) (5=3) (6=2) (7=1) INTO Vriend09b .

VARIABLE LABELS Vriend09b 'Afstandelijk naar close'.

EXECUTE

Page 36: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

36

RECODE

coll12

(1=7) (2=6) (3=5) (4=4) (5=3) (6=2) (7=1) INTO coll12b .

VARIABLE LABELS coll12b 'Afstandelijk naar close'.

EXECUTE .

*Berekenen van totale intimiteit door gemiddelde te nemen van eerste vraag over intimiteit en

de hierboven gehercodeerde vraag.

COMPUTE IntimiteitOudersTotaal = (Ouders08 + Ouders09b) / 2 .

EXECUTE

COMPUTE IntimiteitBroerTotaal = (Broer11 + Broer12b) / 2 .

EXECUTE .

COMPUTE IntimiteitfamTotaal = (fam11 + fam12b) / 2 .

EXECUTE .

COMPUTE IntimiteitVriendTotaal = (Vriend08 + Vriend09b) / 2 .

EXECUTE .

COMPUTE IntimiteitcollTotaal = (coll11 + coll12b) / 2 .

EXECUTE .

COMPUTE IntimiteitTotaalTotaal = (IntimiteitOudersTotaal +

IntimiteitBroerTotaal + IntimiteitfamTotaal + IntimiteitVriendTotaal +

IntimiteitcollTotaal) / 5 .

EXECUTE .

Page 37: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

37

* Berekenen betrouwbaarheid van alle vormen van intimiteit.

RELIABILITY

/VARIABLES=Ouders08 Ouders09b

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

RELIABILITY

/VARIABLES=Broer11 Broer12b

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

RELIABILITY

/VARIABLES=fam11 fam12b

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

RELIABILITY

/VARIABLES=Vriend08 Vriend09b

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

RELIABILITY

/VARIABLES=coll11 coll12b

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

RELIABILITY

/VARIABLES=Ouders08 Ouders09b Broer11 Broer12b fam11 fam12b

Vriend08 Vriend09b coll11 coll12b

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

Page 38: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

38

*EENZAAMHEID.

* Hercoderen van vraag lon2,3,7,9,10 van positief naar negatief.

RECODE

lon02

(1=7) (2=6) (3=5) (4=4) (5=3) (6=2) (7=1) INTO lon02b .

EXECUTE .

RECODE

lon03

(1=7) (2=6) (3=5) (4=4) (5=3) (6=2) (7=1) INTO lon03b .

EXECUTE .

RECODE

lon07

(1=7) (2=6) (3=5) (4=4) (5=3) (6=2) (7=1) INTO lon07b .

EXECUTE .

RECODE

lon09

(1=7) (2=6) (3=5) (4=4) (5=3) (6=2) (7=1) INTO lon09b .

EXECUTE .

RECODE

lon10

(1=7) (2=6) (3=5) (4=4) (5=3) (6=2) (7=1) INTO lon10b .

EXECUTE .

Page 39: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

39

*Berekenen van totale loneliness.

COMPUTE LonnTotaal = (lon02b + lon03b + lon07b + lon09b + lon10b + lon01 +

lon04 + lon05 + lon06 + lon08) / 10 .

EXECUTE .

*Berekenen betrouwbaarheid loneliness.

RELIABILITY

/VARIABLES=lon02b lon03b lon07b lon09b lon10b lon01 lon04 lon05 lon06 lon08

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

*Berekenen correlatie tussen de vijf verschillende groepen en loneliness totaal.

REGRESSION

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitOudersTotaal .

REGRESSION

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitBroerTotaal .

Page 40: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

40

REGRESSION

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitfamTotaal .

REGRESSION

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitVriendTotaal .

REGRESSION

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitcollTotaal .

REGRESSION

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

Page 41: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

41

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitTotaalTotaal .

*CONTACT.

*Contact totaal online en offline.

COMPUTE ContactOudersTotaal = (Ouders02 + Ouders03 + Ouders04 + Ouders05 +

Ouders06 + Ouders07) / 6 .

EXECUTE .

COMPUTE ContactfamTotaal = (fam05 + fam06 + fam07 + fam08 + fam09

+ fam10) / 6 .

EXECUTE .

COMPUTE ContactBroerTotaal = (Broer05 + Broer06 + Broer07 + Broer08 + Broer09

+ Broer10) / 6 .

EXECUTE .

COMPUTE ContactVriendTotaal = (Vriend02 + Vriend03 + Vriend04 + Vriend05 +

Vriend06 + Vriend07) / 6 .

EXECUTE .

COMPUTE ContactcollTotaal = (coll05 + coll06 + coll07 + coll08 + coll09

+ coll10) / 6 .

EXECUTE .

COMPUTE ContactTotaalTotaal = (ContactOudersTotaal + ContactfamTotaal +

ContactBroerTotaal + ContactVriendTotaal + ContactcollTotaal) / 5 .

EXECUTE .

Page 42: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

42

*Betrouwbaarheid verschillende vormen van contact.

*Betrouwbaarheid totaal ON en OFFline.

RELIABILITY

/VARIABLES=Ouders02 Ouders03 Ouders04 Ouders05 Ouders06 Ouders07

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

RELIABILITY

/VARIABLES=Broer05 Broer06 Broer07 Broer08 Broer09 Broer10

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

RELIABILITY

/VARIABLES=fam05 fam06 fam07 fam08 fam09 fam10

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

RELIABILITY

/VARIABLES=Vriend02 Vriend03 Vriend04 Vriend05 Vriend06 Vriend07

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

RELIABILITY

/VARIABLES=coll05 coll06 coll07 coll08 coll09 coll10

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

*Betrouwbaarheid Totaal Totaal.

RELIABILITY

/VARIABLES=Broer10 Broer05 Broer06 Broer07 Broer08 Broer09 coll10 coll05

Page 43: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

43

coll06 coll07 coll08 coll09 fam10 fam05 fam06 fam07 fam08 fam09 Ouders02

Ouders03 Ouders04 Ouders05 Ouders06 Ouders07 Vriend02 Vriend03 Vriend04

Vriend05 Vriend06 Vriend07

/SCALE('ALL VARIABLES') ALL/MODEL=ALPHA

/SUMMARY=TOTAL .

*MODERATOR per contactgroep met contactvorm totaal.

*Data splitten.

*Mediaan van alle groepen.

FREQUENCIES VARIABLES=ContactOudersTotaal ContactfamTotaal ContactBroerTotaal

ContactVriendTotaal

ContactcollTotaal ContactTotaalTotaal

/STATISTICS=MEAN MEDIAN MODE

/ORDER=ANALYSIS.

*Recode in twee variabelen, hoog/laag.

RECODE ContactOudersTotaal (Lowest thru 3.66=1) (3.67 thru Highest=2) INTO

ContactOudersTotaalHL.

EXECUTE.

RECODE ContactfamTotaal (Lowest thru 2.32=1) (2.33 thru Highest=2) INTO

ContactfamTotaalHL.

EXECUTE.

RECODE ContactBroerTotaal (Lowest thru 3.49=1) (3.50 thru Highest=2) INTO

ContactBroerTotaalHL.

EXECUTE.

Page 44: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

44

RECODE ContactVriendTotaal (Lowest thru 4.32=1) (4.33 thru Highest=2) INTO

ContactVriendTotaalHL.

EXECUTE.

RECODE ContactcollTotaal (Lowest thru 3.99=1) (4.00 thru Highest=2) INTO

ContactcollTotaalHL.

EXECUTE.

RECODE ContactTotaalTotaal (Lowest thru 3.79=1) (3.80 thru Highest=2) INTO

ContactTotaalTotaalHL.

EXECUTE.

*Data split en regressie voor R-Square.

SORT CASES BY ContactOudersTotaalHL.

SPLIT FILE LAYERED BY ContactOudersTotaalHL.

REGRESSION

/DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA CHANGE

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitOudersTotaal.

SORT CASES BY ContactfamTotaalHL.

SPLIT FILE LAYERED BY ContactfamTotaalHL.

REGRESSION

/DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N

/MISSING LISTWISE

Page 45: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

45

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA CHANGE

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitfamTotaal.

SORT CASES BY ContactBroerTotaalHL.

SPLIT FILE LAYERED BY ContactBroerTotaalHL.

REGRESSION

/DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA CHANGE

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitBroerTotaal.

SORT CASES BY ContactVriendTotaalHL.

SPLIT FILE LAYERED BY ContactVriendTotaalHL.

REGRESSION

/DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA CHANGE

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitVriendTotaal.

Page 46: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

46

SORT CASES BY ContactcollTotaalHL.

SPLIT FILE LAYERED BY ContactcollTotaalHL.

REGRESSION

/DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA CHANGE

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitcollTotaal.

SORT CASES BY ContactTotaalTotaalHL.

SPLIT FILE LAYERED BY ContactTotaalTotaalHL.

REGRESSION

/DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA CHANGE

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT LonnTotaal

/METHOD=ENTER IntimiteitTotaalTotaal.

* gemiddelde standaard deviatie van frequency

FREQUENCIES

VARIABLES=ContactOudersTotaal ContactfamTotaal ContactBroerTotaal

ContactVriendTotaal ContactcollTotaal ContactTotaalTotaal

/STATISTICS=STDDEV MEAN

Page 47: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

47

/ORDER= ANALYSIS .

* gemiddelde standaard deviatie van intimiteit

FREQUENCIES

VARIABLES=IntimiteitTotaalTotaal IntimiteitVriendTotaal

IntimiteitOudersTotaal IntimiteitBroerTotaal IntimiteitfamTotaal

IntimiteitcollTotaal

/STATISTICS=STDDEV MEAN

/ORDER= ANALYSIS .

Page 48: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

48

Bijlagen 3 – Output SPSS

Reliability Intimiteit Ouders Case Processing Summary

N %

Valid 256 97,0

Excludeda 8 3,0

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,888 2

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Met mijn ouders ben ik erg

close. 5,6406 2,568 ,799 .a

Afstandelijk naar close 5,4844 2,313 ,799 .a

a. The value is negative due to a negative average covariance among items. This violates reliability model

assumptions. You may want to check item codings.

Reliability Intimiteit Broer/Zus

Case Processing Summary

N %

Valid 241 91,3

Excludeda 23 8,7

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Page 49: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

49

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,876 2

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Met mijn broer(s) en/of

zus(sen) ben ik erg close 5,3402 2,767 ,783 .a

Afstandelijk naar close 5,1452 2,283 ,783 .a

a. The value is negative due to a negative average covariance among items. This violates reliability model

assumptions. You may want to check item codings.

Reliability Intimiteit Familie

Case Processing Summary

N %

Valid 249 94,3

Excludeda 15 5,7

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,835 2

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Met mijn overige familie ben ik

erg close 4,2570 3,377 ,718 .a

Afstandelijk naar close 3,9478 3,074 ,718 .a

a. The value is negative due to a negative average covariance among items. This violates reliability model

assumptions. You may want to check item codings.

Page 50: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

50

Reliability Intimiteit Vriend

Case Processing Summary

N %

Valid 264 100,0

Excludeda 0 ,0

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,785 2

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Met mijn vrienden ben ik erg

close 6,1288 1,481 ,649 .a

Afstandelijk naar close 6,0152 1,232 ,649 .a

a. The value is negative due to a negative average covariance among items. This violates reliability model

assumptions. You may want to check item codings.

Reliability Intimiteit Collega’s

Case Processing Summary

N %

Valid 251 95,1

Excludeda 13 4,9

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,799 2

Page 51: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

51

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Met mijn

collega's/studiegenoten ben ik

erg close

4,4582 2,417 ,667 .a

Afstandelijk naar close 4,1833 2,078 ,667 .a

a. The value is negative due to a negative average covariance among items. This violates reliability model

assumptions. You may want to check item codings.

Reliability Intimiteit Totaal Case Processing Summary

N %

Valid 220 83,3

Excludeda 44 16,7

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,759 10

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Met mijn ouders ben ik erg

close. 45,5500 57,664 ,534 ,723

Afstandelijk naar close 45,4182 56,820 ,513 ,725

Met mijn broer(s) en/of

zus(sen) ben ik erg close 45,8818 59,484 ,455 ,734

Afstandelijk naar close 45,6636 58,535 ,430 ,738

Met mijn overige familie ben ik

erg close 47,0727 57,492 ,444 ,736

Afstandelijk naar close 46,7591 56,777 ,444 ,736

Page 52: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

52

Met mijn vrienden ben ik erg

close 45,0000 66,557 ,256 ,757

Afstandelijk naar close 44,8864 64,841 ,323 ,751

Met mijn

collega's/studiegenoten ben ik

erg close

46,9227 59,487 ,457 ,734

Afstandelijk naar close 46,6636 60,955 ,346 ,750

Reliability Eenzaamheid

Case Processing Summary

N %

Valid 263 99,6

Excludeda 1 ,4

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,892 10

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

lon02b 26,0038 91,240 ,612 ,883

lon03b 26,1825 89,127 ,685 ,878

lon07b 26,7034 91,561 ,624 ,882

lon09b 26,7719 89,360 ,688 ,878

lon10b 26,7719 90,200 ,660 ,880

Ik heb soms het gevoel dat ik

gezelschap mis. 25,6844 90,018 ,502 ,892

Ik voel me soms een

buitenstaander. 25,7338 87,677 ,623 ,882

Ik heb soms het gevoel dat

niemand me echt kent. 26,1711 86,058 ,656 ,880

Page 53: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

53

Ik voel me soms ge?soleerd

van anderen. 26,3726 87,265 ,653 ,880

Ik heb soms het gevoel dat

mensen wel ?m mij heen zijn,

maar niet m?t mij zijn.

26,0076 86,809 ,666 ,879

Regression Intimiteit ouders en eenzaamheid

Variables Entered/Removedb

Model Variables Entered

Variables

Removed Method

1 IntimiteitOudersTo

taala . Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Model Summary

Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate

1 ,337a ,113 ,110 ,97961

a. Predictors: (Constant), IntimiteitOudersTotaal

ANOVAb

Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression 31,008 1 31,008 32,312 ,000a

Residual 242,789 253 ,960 1

Total 273,797 254

a. Predictors: (Constant), IntimiteitOudersTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 4,227 ,239 17,721 ,000 1

IntimiteitOudersTotaal -,235 ,041 -,337 -5,684 ,000

Page 54: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

54

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 4,227 ,239 17,721 ,000 1

IntimiteitOudersTotaal -,235 ,041 -,337 -5,684 ,000

a. Dependent Variable: LonnTotaal Regression Intimiteit broer/zus en eenzaamheid

Variables Entered/Removedb

Model Variables Entered

Variables

Removed Method

1 IntimiteitBroerTota

ala . Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Model Summary

Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate

1 ,214a ,046 ,042 1,01140

a. Predictors: (Constant), IntimiteitBroerTotaal

ANOVAb

Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression 11,737 1 11,737 11,474 ,001a

Residual 243,456 238 1,023 1

Total 255,193 239

a. Predictors: (Constant), IntimiteitBroerTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 55: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

55

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 3,693 ,238 15,525 ,000 1

IntimiteitBroerTotaal -,148 ,044 -,214 -3,387 ,001

a. Dependent Variable: LonnTotaal Regression Intimiteit familie en eenzaamheid

Variables Entered/Removedb

Model Variables Entered

Variables

Removed Method

1 IntimiteitfamTotaala

. Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Model Summary

Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate

1 ,163a ,027 ,023 1,01964

a. Predictors: (Constant), IntimiteitfamTotaal

ANOVAb

Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression 6,985 1 6,985 6,719 ,010a

Residual 255,759 246 1,040 1

Total 262,745 247

a. Predictors: (Constant), IntimiteitfamTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 56: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

56

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 3,304 ,172 19,182 ,000 1

IntimiteitfamTotaal -,101 ,039 -,163 -2,592 ,010

a. Dependent Variable: LonnTotaal Regression Intimiteit vriend en eenzaamheid

Variables Entered/Removedb

Model Variables Entered

Variables

Removed Method

1 IntimiteitVriendTot

aala . Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Model Summary

Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate

1 ,514a ,265 ,262 ,89495

a. Predictors: (Constant), IntimiteitVriendTotaal

ANOVAb

Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression 75,200 1 75,200 93,890 ,000a

Residual 209,046 261 ,801 1

Total 284,246 262

a. Predictors: (Constant), IntimiteitVriendTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 57: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

57

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 5,989 ,322 18,603 ,000 1

IntimiteitVriendTotaal -,506 ,052 -,514 -9,690 ,000

a. Dependent Variable: LonnTotaal Regression Intimiteit collega’s en eenzaamheid

Variables Entered/Removedb

Model Variables Entered

Variables

Removed Method

1 IntimiteitcollTotaala

. Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Model Summary

Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate

1 ,193a ,037 ,033 1,01133

a. Predictors: (Constant), IntimiteitcollTotaal

ANOVAb

Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression 9,823 1 9,823 9,605 ,002a

Residual 253,652 248 1,023 1

Total 263,475 249

a. Predictors: (Constant), IntimiteitcollTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 58: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

58

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 3,541 ,212 16,706 ,000 1

IntimiteitcollTotaal -,145 ,047 -,193 -3,099 ,002

a. Dependent Variable: LonnTotaal Regression Intimiteit contacten totaal en eenzaamheid

Variables Entered/Removedb

Model Variables Entered

Variables

Removed Method

1 IntimiteitTotaalTot

aala . Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Model Summary

Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate

1 ,387a ,150 ,146 ,93742

a. Predictors: (Constant), IntimiteitTotaalTotaal

ANOVAb

Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression 33,520 1 33,520 38,145 ,000a

Residual 190,690 217 ,879 1

Total 224,210 218

a. Predictors: (Constant), IntimiteitTotaalTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 59: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

59

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 5,255 ,387 13,591 ,000 1

IntimiteitTotaalTotaal -,461 ,075 -,387 -6,176 ,000

a. Dependent Variable: LonnTotaal

Reliability Contactvormen ouders

Case Processing Summary

N %

Valid 253 95,8

Excludeda 11 4,2

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,476 6

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Ontmoeting (face-to-face) 15,78 20,292 -,048 ,571

Telefoon 15,84 17,181 ,338 ,391

Video chat (bijvoorbeeld skype

of MSN) 19,89 18,342 ,241 ,435

Text only chat (alleen tekst

chat) 19,69 16,604 ,273 ,412

E-mail 18,28 15,328 ,257 ,421

Kort bericht (sms, kaartje,

twitter) 17,02 12,642 ,436 ,287

Page 60: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

60

Reliability Contactvormen Broer/Zus

Case Processing Summary

N %

Valid 234 88,6

Excludeda 30 11,4

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,735 6

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Ontmoeting (face-to-face) 15,68 35,439 ,292 ,747

Telefoon 16,35 31,344 ,593 ,665

Video chat (bijvoorbeeld skype

of MSN) 18,75 32,067 ,476 ,696

Text only chat (alleen tekst

chat) 18,42 32,184 ,402 ,720

E-mail 18,02 33,412 ,430 ,709

Kort bericht (sms, kaartje,

twitter) 16,59 29,179 ,665 ,639

Reliability Contactvormen familie

Case Processing Summary

N %

Valid 250 94,7

Excludeda 14 5,3

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Page 61: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

61

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,802 6

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Ontmoeting (face-to-face) 11,81 29,021 ,430 ,799

Telefoon 12,44 25,404 ,632 ,754

Video chat (bijvoorbeeld skype

of MSN) 13,76 28,189 ,502 ,784

Text only chat 13,44 26,754 ,526 ,779

E-mail 12,89 26,747 ,570 ,769

Kort bericht (sms, kaartje,

twitter) 12,68 24,418 ,691 ,739

Reliability Contactvormen Vriend

Case Processing Summary

N %

Valid 264 100,0

Excludeda 0 ,0

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,646 6

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Ontmoeting (face-to-face) 22,61 32,603 ,462 ,597

Telefoon 22,79 30,728 ,499 ,576

Page 62: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

62

Video chat (bijvoorbeeld skype

of MSN) 25,57 28,474 ,265 ,660

Text only chat (alleen tekst

chat) 24,81 24,737 ,370 ,623

E-mail 23,72 29,961 ,340 ,616

Kort bericht (sms, kaartje,

twitter) 22,58 29,150 ,555 ,553

Reliability Contactvormen collega’s

Case Processing Summary

N %

Valid 245 92,8

Excludeda 19 7,2

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,668 6

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Ontmoeting (face-to-face) 17,92 36,993 ,264 ,667

Telefoon 19,58 28,056 ,501 ,587

Video chat (bijvoorbeeld skype

of MSN) 21,98 32,377 ,281 ,666

Text only chat (alleen tekst

chat) 21,10 27,958 ,393 ,632

E-mail 19,58 29,163 ,415 ,620

Kort bericht (sms, kaartje,

twitter) 19,25 27,583 ,560 ,566

Page 63: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

63

Reliability Contactvormen totaal Case Processing Summary

N %

Valid 206 78,0

Excludeda 58 22,0

Cases

Total 264 100,0

a. Listwise deletion based on all variables in the

procedure.

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,834 30

Item-Total Statistics

Scale Mean if

Item Deleted

Scale Variance if

Item Deleted

Corrected Item-

Total Correlation

Cronbach's Alpha

if Item Deleted

Kort bericht (sms, kaartje,

twitter) 106,24 369,521 ,432 ,826

Ontmoeting (face-to-face) 105,35 382,453 ,218 ,833

Telefoon 106,05 374,802 ,375 ,828

Video chat (bijvoorbeeld skype

of MSN) 108,49 366,231 ,458 ,825

Text only chat (alleen tekst

chat) 108,14 362,469 ,463 ,825

E-mail 107,77 372,531 ,385 ,828

Kort bericht (sms, kaartje,

twitter) 105,92 366,111 ,456 ,825

Ontmoeting (face-to-face) 104,57 390,530 ,202 ,833

Telefoon 106,29 372,264 ,335 ,830

Video chat (bijvoorbeeld skype

of MSN) 108,55 367,517 ,406 ,827

Text only chat (alleen tekst

chat) 107,77 361,475 ,416 ,827

E-mail 106,22 373,960 ,300 ,831

Kort bericht (sms, kaartje,

twitter) 107,77 368,014 ,487 ,824

Page 64: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

64

Ontmoeting (face-to-face) 106,93 385,814 ,222 ,833

Telefoon 107,64 373,412 ,413 ,827

Video chat (bijvoorbeeld skype

of MSN) 108,88 372,084 ,498 ,825

Text only chat 108,57 367,875 ,510 ,824

E-mail 108,00 373,146 ,439 ,826

Ontmoeting (face-to-face) 104,95 386,456 ,186 ,834

Telefoon 105,04 382,135 ,359 ,829

Video chat (bijvoorbeeld skype

of MSN) 109,16 388,018 ,253 ,832

Text only chat (alleen tekst

chat) 108,98 383,468 ,258 ,832

E-mail 107,54 383,303 ,195 ,834

Kort bericht (sms, kaartje,

twitter) 106,20 377,877 ,258 ,832

Ontmoeting (face-to-face) 104,69 392,847 ,139 ,834

Telefoon 104,91 385,612 ,250 ,832

Video chat (bijvoorbeeld skype

of MSN) 107,60 364,290 ,361 ,829

Text only chat (alleen tekst

chat) 106,88 353,483 ,446 ,826

E-mail 105,81 377,396 ,291 ,831

Kort bericht (sms, kaartje,

twitter) 104,57 381,212 ,362 ,829

Page 65: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Frequencies

Statistics

ContactOudersTot

aal ContactfamTotaal

ContactBroerTota

al

ContactVriendTota

al ContactcollTotaal

ContactTotaalTota

al

Valid 253 250 234 264 245 206 N

Missing 11 14 30 0 19 58

Mean 3,5501 2,5680 3,4601 4,7361 3,9803 3,6845

Median 3,5000 2,3333 3,5000 4,8333 4,0000 3,6833

Mode 3,67 2,33 3,50 4,33 4,00 3,80

Page 66: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Regression Intimiteit ouders en eenzaamheid met moderator

Descriptive Statistics

ContactOudersTotaalHL Mean Std. Deviation N

LonnTotaal 2,7703 1,05300 37 .

IntimiteitOudersTotaal 5,7162 1,39214 37

LonnTotaal 3,0061 1,12522 131 1

IntimiteitOudersTotaal 5,2595 1,64358 131

LonnTotaal 2,8448 ,88262 87 2

IntimiteitOudersTotaal 5,9598 1,13920 87

Correlations

ContactOudersTotaalHL LonnTotaal

IntimiteitOudersTo

taal

LonnTotaal 1,000 -,451 Pearson Correlation

IntimiteitOudersTotaal -,451 1,000

LonnTotaal . ,003 Sig. (1-tailed)

IntimiteitOudersTotaal ,003 .

LonnTotaal 37 37

.

N

IntimiteitOudersTotaal 37 37

LonnTotaal 1,000 -,316 Pearson Correlation

IntimiteitOudersTotaal -,316 1,000

LonnTotaal . ,000 Sig. (1-tailed)

IntimiteitOudersTotaal ,000 .

LonnTotaal 131 131

1

N

IntimiteitOudersTotaal 131 131

LonnTotaal 1,000 -,291 Pearson Correlation

IntimiteitOudersTotaal -,291 1,000

LonnTotaal . ,003 Sig. (1-tailed)

IntimiteitOudersTotaal ,003 .

LonnTotaal 87 87

2

N

IntimiteitOudersTotaal 87 87

Page 67: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Variables Entered/Removedb

Contact

OudersT

otaalHL Model Variables Entered

Variables

Removed Method

. 1 IntimiteitOudersTo

taala . Enter

1 1 IntimiteitOudersTo

taala . Enter

2 1 IntimiteitOudersTo

taala . Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Model Summary

Change Statistics Contact

OudersT

otaalHL Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate R Square Change F Change df1 df2 Sig. F Change

. 1 ,451a ,204 ,181 ,95305 ,204 8,947 1 35 ,005

1 1 ,316a ,100 ,093 1,07187 ,100 14,262 1 129 ,000

2 1 ,291a ,085 ,074 ,84944 ,085 7,850 1 85 ,006

a. Predictors: (Constant), IntimiteitOudersTotaal

Page 68: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

ANOVAb

Contact

OudersT

otaalHL Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression 8,127 1 8,127 8,947 ,005a

Residual 31,790 35 ,908 . 1

Total 39,917 36

Regression 16,386 1 16,386 14,262 ,000a

Residual 148,209 129 1,149 1 1

Total 164,595 130

Regression 5,664 1 5,664 7,850 ,006a 2 1

Residual 61,331 85 ,722

Total 66,995 86

a. Predictors: (Constant), IntimiteitOudersTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients Contact

OudersT

otaalHL Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 4,721 ,671 7,038 ,000 . 1

IntimiteitOudersTotaal -,341 ,114 -,451 -2,991 ,005

(Constant) 4,142 ,315 13,147 ,000 1 1

IntimiteitOudersTotaal -,216 ,057 -,316 -3,777 ,000

(Constant) 4,187 ,488 8,585 ,000 2 1

IntimiteitOudersTotaal -,225 ,080 -,291 -2,802 ,006

a. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 69: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

3

Regression Intimiteit familie en eenzaamheid met moderator

Descriptive Statistics

ContactfamTotaalHL Mean Std. Deviation N

LonnTotaal 2,4500 1,06724 6 .

IntimiteitfamTotaal 2,9167 1,53025 6

LonnTotaal 2,9469 1,00690 98 1

IntimiteitfamTotaal 3,3367 1,61943 98

LonnTotaal 2,8694 1,04836 144 2

IntimiteitfamTotaal 4,6701 1,46779 144

Correlations

ContactfamTotaalHL LonnTotaal IntimiteitfamTotaal

LonnTotaal 1,000 ,456 Pearson Correlation

IntimiteitfamTotaal ,456 1,000

LonnTotaal . ,182 Sig. (1-tailed)

IntimiteitfamTotaal ,182 .

LonnTotaal 6 6

.

N

IntimiteitfamTotaal 6 6

LonnTotaal 1,000 -,174 Pearson Correlation

IntimiteitfamTotaal -,174 1,000

LonnTotaal . ,044 Sig. (1-tailed)

IntimiteitfamTotaal ,044 .

LonnTotaal 98 98

1

N

IntimiteitfamTotaal 98 98

LonnTotaal 1,000 -,194 Pearson Correlation

IntimiteitfamTotaal -,194 1,000

LonnTotaal . ,010 Sig. (1-tailed)

IntimiteitfamTotaal ,010 .

LonnTotaal 144 144

2

N

IntimiteitfamTotaal 144 144

Page 70: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Variables Entered/Removedb

Contactf

amTotaa

lHL Model Variables Entered

Variables

Removed Method

. 1 IntimiteitfamTotaala

. Enter

1 1 IntimiteitfamTotaala

. Enter

2 1 IntimiteitfamTotaala

. Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Model Summary

Change Statistics Contactf

amTotaa

lHL Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate R Square Change F Change df1 df2 Sig. F Change

. 1 ,456a ,208 ,010 1,06183 ,208 1,051 1 4 ,363

1 1 ,174a ,030 ,020 ,99678 ,030 2,981 1 96 ,087

2 1 ,194a ,038 ,031 1,03205 ,038 5,557 1 142 ,020

a. Predictors: (Constant), IntimiteitfamTotaal

Page 71: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

ANOVAb

Contactf

amTotaa

lHL Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression 1,185 1 1,185 1,051 ,363a

Residual 4,510 4 1,127 . 1

Total 5,695 5

Regression 2,962 1 2,962 2,981 ,087a

Residual 95,382 96 ,994 1 1

Total 98,344 97

Regression 5,919 1 5,919 5,557 ,020a

Residual 151,247 142 1,065 2 1

Total 157,166 143

a. Predictors: (Constant), IntimiteitfamTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients Contactf

amTotaa

lHL Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 1,522 1,004 1,517 ,204 . 1

IntimiteitfamTotaal ,318 ,310 ,456 1,025 ,363

(Constant) 3,307 ,232 14,281 ,000 1 1

IntimiteitfamTotaal -,108 ,062 -,174 -1,727 ,087

(Constant) 3,517 ,288 12,222 ,000 2 1

IntimiteitfamTotaal -,139 ,059 -,194 -2,357 ,020

a. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 72: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

3

Regression Intimiteit broer en eenzaamheid met moderator

Descriptive Statistics

ContactBroerTotaalHL Mean Std. Deviation N

LonnTotaal 2,8000 ,66667 10 .

IntimiteitBroerTotaal 5,3000 1,31656 10

LonnTotaal 3,0404 1,04969 104 1

IntimiteitBroerTotaal 4,4183 1,47818 104

LonnTotaal 2,8262 1,03901 126 2

IntimiteitBroerTotaal 5,9048 1,16398 126

Correlations

ContactBroerTotaalHL LonnTotaal

IntimiteitBroerTota

al

LonnTotaal 1,000 -,165 Pearson Correlation

IntimiteitBroerTotaal -,165 1,000

LonnTotaal . ,325 Sig. (1-tailed)

IntimiteitBroerTotaal ,325 .

LonnTotaal 10 10

.

N

IntimiteitBroerTotaal 10 10

LonnTotaal 1,000 -,077 Pearson Correlation

IntimiteitBroerTotaal -,077 1,000

LonnTotaal . ,218 Sig. (1-tailed)

IntimiteitBroerTotaal ,218 .

LonnTotaal 104 104

1

N

IntimiteitBroerTotaal 104 104

LonnTotaal 1,000 -,314 Pearson Correlation

IntimiteitBroerTotaal -,314 1,000

LonnTotaal . ,000 Sig. (1-tailed)

IntimiteitBroerTotaal ,000 .

LonnTotaal 126 126

2

N

IntimiteitBroerTotaal 126 126

Page 73: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Variables Entered/Removedb

Contact

BroerTot

aalHL Model Variables Entered

Variables

Removed Method

. 1 IntimiteitBroerTota

ala . Enter

1 1 IntimiteitBroerTota

ala . Enter

2 1 IntimiteitBroerTota

ala . Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Model Summary

Change Statistics Contact

BroerTot

aalHL Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate R Square Change F Change df1 df2 Sig. F Change

. 1 ,165a ,027 -,095 ,69747 ,027 ,223 1 8 ,650

1 1 ,077a ,006 -,004 1,05167 ,006 ,613 1 102 ,435

2 1 ,314a ,098 ,091 ,99051 ,098 13,542 1 124 ,000

a. Predictors: (Constant), IntimiteitBroerTotaal

Page 74: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

ANOVAb

Contact

BroerTot

aalHL Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression ,108 1 ,108 ,223 ,650a

Residual 3,892 8 ,486 . 1

Total 4,000 9

Regression ,678 1 ,678 ,613 ,435a

Residual 112,812 102 1,106 1 1

Total 113,490 103

Regression 13,286 1 13,286 13,542 ,000a

Residual 121,657 124 ,981 2 1

Total 134,944 125

a. Predictors: (Constant), IntimiteitBroerTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients Contact

BroerTot

aalHL Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 3,242 ,962 3,371 ,010 . 1

IntimiteitBroerTotaal -,083 ,177 -,165 -,472 ,650

(Constant) 3,283 ,326 10,057 ,000 1 1

IntimiteitBroerTotaal -,055 ,070 -,077 -,783 ,435

(Constant) 4,480 ,458 9,782 ,000 2 1

IntimiteitBroerTotaal -,280 ,076 -,314 -3,680 ,000

a. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 75: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

3

Regression Intimiteit vriend en eenzaamheid met moderator

Descriptive Statistics

ContactVriendTotaalHL Mean Std. Deviation N

LonnTotaal 3,3177 1,07307 79 1

IntimiteitVriendTotaal 5,6392 1,32272 79

LonnTotaal 2,7429 ,98116 184 2

IntimiteitVriendTotaal 6,2582 ,86203 184

Correlations

ContactVriendTotaalHL LonnTotaal

IntimiteitVriendTot

aal

LonnTotaal 1,000 -,357 Pearson Correlation

IntimiteitVriendTotaal -,357 1,000

LonnTotaal . ,001 Sig. (1-tailed)

IntimiteitVriendTotaal ,001 .

LonnTotaal 79 79

1

N

IntimiteitVriendTotaal 79 79

LonnTotaal 1,000 -,578 Pearson Correlation

IntimiteitVriendTotaal -,578 1,000

LonnTotaal . ,000 Sig. (1-tailed)

IntimiteitVriendTotaal ,000 .

LonnTotaal 184 184

2

N

IntimiteitVriendTotaal 184 184

Variables Entered/Removedb

Contact

VriendTo

taalHL Model Variables Entered

Variables

Removed Method

1 1 IntimiteitVriendTot

aala . Enter

2 1 IntimiteitVriendTot

aala . Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 76: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Model Summary

Change Statistics Contact

VriendTo

taalHL Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate R Square Change F Change df1 df2 Sig. F Change

1 1 ,357a ,127 ,116 1,00895 ,127 11,228 1 77 ,001

2 1 ,578a ,334 ,330 ,80297 ,334 91,235 1 182 ,000

a. Predictors: (Constant), IntimiteitVriendTotaal

ANOVAb

Contact

VriendTo

taalHL Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression 11,430 1 11,430 11,228 ,001a

Residual 78,385 77 1,018 1 1

Total 89,815 78

Regression 58,824 1 58,824 91,235 ,000a

Residual 117,346 182 ,645 2 1

Total 176,171 183

a. Predictors: (Constant), IntimiteitVriendTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 77: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients Contact

VriendTo

taalHL Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 4,950 ,500 9,897 ,000 1 1

IntimiteitVriendTotaal -,289 ,086 -,357 -3,351 ,001

(Constant) 6,859 ,435 15,769 ,000 2 1

IntimiteitVriendTotaal -,658 ,069 -,578 -9,552 ,000

a. Dependent Variable: LonnTotaal

Regression Intimiteit collega’s en eenzaamheid met moderator

Descriptive Statistics

ContactcollTotaalHL Mean Std. Deviation N

LonnTotaal 2,9714 1,17149 7 .

IntimiteitcollTotaal 5,0000 1,47196 7

LonnTotaal 2,8904 1,00798 104 1

IntimiteitcollTotaal 3,8990 1,43192 104

LonnTotaal 2,9302 1,04421 139 2

IntimiteitcollTotaal 4,6043 1,23575 139

Correlations

ContactcollTotaalHL LonnTotaal IntimiteitcollTotaal

LonnTotaal 1,000 -,188 Pearson Correlation

IntimiteitcollTotaal -,188 1,000

LonnTotaal . ,343 Sig. (1-tailed)

IntimiteitcollTotaal ,343 .

LonnTotaal 7 7

.

N

IntimiteitcollTotaal 7 7

LonnTotaal 1,000 -,155 Pearson Correlation

IntimiteitcollTotaal -,155 1,000

LonnTotaal . ,058

1

Sig. (1-tailed)

IntimiteitcollTotaal ,058 .

Page 78: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

3

LonnTotaal 104 104 N

IntimiteitcollTotaal 104 104

LonnTotaal 1,000 -,251 Pearson Correlation

IntimiteitcollTotaal -,251 1,000

LonnTotaal . ,001 Sig. (1-tailed)

IntimiteitcollTotaal ,001 .

LonnTotaal 139 139

2

N

IntimiteitcollTotaal 139 139

Variables Entered/Removedb

Contact

collTota

alHL Model Variables Entered

Variables

Removed Method

. 1 IntimiteitcollTotaala

. Enter

1 1 IntimiteitcollTotaala

. Enter

2 1 IntimiteitcollTotaala

. Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 79: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Model Summary

Change Statistics Contact

collTota

alHL Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate R Square Change F Change df1 df2 Sig. F Change

. 1 ,188a ,036 -,157 1,26030 ,036 ,184 1 5 ,686

1 1 ,155a ,024 ,014 1,00066 ,024 2,513 1 102 ,116

2 1 ,251a ,063 ,056 1,01441 ,063 9,230 1 137 ,003

a. Predictors: (Constant), IntimiteitcollTotaal

ANOVAb

Contact

collTota

alHL Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression ,292 1 ,292 ,184 ,686a

Residual 7,942 5 1,588 . 1

Total 8,234 6

Regression 2,516 1 2,516 2,513 ,116a

Residual 102,134 102 1,001 1 1

Total 104,650 103

Regression 9,498 1 9,498 9,230 ,003a

Residual 140,975 137 1,029 2 1

Total 150,473 138

Page 80: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

3

ANOVAb

Contact

collTota

alHL Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression ,292 1 ,292 ,184 ,686a

Residual 7,942 5 1,588 . 1

Total 8,234 6

Regression 2,516 1 2,516 2,513 ,116a

Residual 102,134 102 1,001 1 1

Total 104,650 103

Regression 9,498 1 9,498 9,230 ,003a

Residual 140,975 137 1,029 2 1

Total 150,473 138

a. Predictors: (Constant), IntimiteitcollTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 81: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients Contact

collTota

alHL Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 3,721 1,811 2,054 ,095 . 1

IntimiteitcollTotaal -,150 ,350 -,188 -,429 ,686

(Constant) 3,316 ,286 11,601 ,000 1 1

IntimiteitcollTotaal -,109 ,069 -,155 -1,585 ,116

(Constant) 3,908 ,333 11,733 ,000 2 1

IntimiteitcollTotaal -,212 ,070 -,251 -3,038 ,003

a. Dependent Variable: LonnTotaal Regression Intimiteit totaal en eenzaamheid met moderator

Descriptive Statistics

ContactTotaalTotaalHL Mean Std. Deviation N

LonnTotaal 3,0095 1,15235 21 .

IntimiteitTotaalTotaal 5,2905 ,90050 21

LonnTotaal 2,9333 ,99986 120 1

IntimiteitTotaalTotaal 4,8708 ,80162 120

LonnTotaal 2,8179 1,00502 78 2

IntimiteitTotaalTotaal 5,4244 ,80295 78

Correlations

ContactTotaalTotaalHL LonnTotaal

IntimiteitTotaalTot

aal

LonnTotaal 1,000 -,381 Pearson Correlation

IntimiteitTotaalTotaal -,381 1,000

LonnTotaal . ,044 Sig. (1-tailed)

IntimiteitTotaalTotaal ,044 .

LonnTotaal 21 21

.

N

IntimiteitTotaalTotaal 21 21

1 Pearson Correlation LonnTotaal 1,000 -,347

Page 82: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

3

IntimiteitTotaalTotaal -,347 1,000

LonnTotaal . ,000 Sig. (1-tailed)

IntimiteitTotaalTotaal ,000 .

LonnTotaal 120 120 N

IntimiteitTotaalTotaal 120 120

LonnTotaal 1,000 -,468 Pearson Correlation

IntimiteitTotaalTotaal -,468 1,000

LonnTotaal . ,000 Sig. (1-tailed)

IntimiteitTotaalTotaal ,000 .

LonnTotaal 78 78

2

N

IntimiteitTotaalTotaal 78 78

Variables Entered/Removedb

Contact

TotaalTo

taalHL Model Variables Entered

Variables

Removed Method

. 1 IntimiteitTotaalTot

aala . Enter

1 1 IntimiteitTotaalTot

aala . Enter

2 1 IntimiteitTotaalTot

aala . Enter

a. All requested variables entered.

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 83: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Model Summary

Change Statistics Contact

TotaalTo

taalHL Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate R Square Change F Change df1 df2 Sig. F Change

. 1 ,381a ,145 ,100 1,09309 ,145 3,227 1 19 ,088

1 1 ,347a ,121 ,113 ,94152 ,121 16,205 1 118 ,000

2 1 ,468a ,219 ,209 ,89404 ,219 21,303 1 76 ,000

a. Predictors: (Constant), IntimiteitTotaalTotaal

ANOVAb

Contact

TotaalTo

taalHL Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Regression 3,856 1 3,856 3,227 ,088a

Residual 22,702 19 1,195 . 1

Total 26,558 20

Regression 14,365 1 14,365 16,205 ,000a

Residual 104,601 118 ,886 1 1

Total 118,967 119

Regression 17,027 1 17,027 21,303 ,000a 2 1

Residual 60,747 76 ,799

Page 84: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Total 77,775 77

a. Predictors: (Constant), IntimiteitTotaalTotaal

b. Dependent Variable: LonnTotaal

Coefficientsa

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients Contact

TotaalTo

taalHL Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 5,589 1,456 3,840 ,001 . 1

IntimiteitTotaalTotaal -,488 ,271 -,381 -1,796 ,088

(Constant) 5,044 ,531 9,492 ,000 1 1

IntimiteitTotaalTotaal -,433 ,108 -,347 -4,026 ,000

(Constant) 5,995 ,696 8,617 ,000 2 1

IntimiteitTotaalTotaal -,586 ,127 -,468 -4,615 ,000

a. Dependent Variable: LonnTotaal

Page 85: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Frequencies contactgroepen

Statistics

ContactTotaalTotaalHL

ContactOudersTot

aal ContactfamTotaal

ContactBroerTota

al

ContactVriendTota

al ContactcollTotaal

ContactTotaalTota

al

Valid 47 44 28 58 39 0 N

Missing 11 14 30 0 19 58

Mean 3,5213 2,5682 2,9583 4,5460 3,9829

.

Std. Deviation ,90731 ,81991 1,20239 1,32151 ,92385

Valid 123 123 123 123 123 123 N

Missing 0 0 0 0 0 0

Mean 3,2859 2,1369 3,0528 4,3347 3,5244 3,2669

1

Std. Deviation ,62197 ,66906 ,80733 ,84271 ,96044 ,40190

Valid 83 83 83 83 83 83 N

Missing 0 0 0 0 0 0

Mean 3,9578 3,2068 4,2329 5,4639 4,6546 4,3032

2

Std. Deviation ,74210 1,18984 1,04795 ,65851 ,92092 ,46871

Page 86: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het

Frequencies intimiteit contactgroepen

Statistics

ContactTotaalTotaalHL

IntimiteitTotaalTot

aal

IntimiteitVriendTot

aal

IntimiteitOudersTo

taal

IntimiteitBroerTota

al IntimiteitfamTotaal IntimiteitcollTotaal

Valid 21 58 52 36 47 45 N

Missing 37 0 6 22 11 13

Mean 5,2905 5,8793 5,5769 4,6806 4,0213 4,6222

.

Std. Deviation ,90050 1,29882 1,53516 1,93152 1,89953 1,30626

Valid 121 123 123 122 122 123 N

Missing 2 0 0 1 1 0

Mean 4,8744 6,0569 5,2967 5,1270 3,8975 3,9756

1

Std. Deviation ,79922 ,99219 1,55611 1,41649 1,56133 1,36384

Valid 78 83 81 83 80 83 N

Missing 5 0 2 0 3 0

Mean 5,4244 6,2289 5,9568 5,6566 4,4625 4,6687

2

Std. Deviation ,80295 ,94450 1,23794 1,29946 1,62997 1,29322

Page 87: Is mate van eenzaamheid afhankelijk van de intimiteit van het