INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een...

32
www.bra.nrw.de www.bra.nrw.de INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC-Ervaringscertificaat voor kermisexploitanten

Transcript of INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een...

Page 1: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

www.bra.nrw.dewww.bra.nrw.de

INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC-Ervaringscertificaat voor kermisexploitanten

Page 2: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

Dit project werd gefinanciend met de steun van de

Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze

publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan

niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de

informatie die erin is vervat.

Page 3: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

EVC-Ervaringscertificaat voor kermisexploitanten

KBA, Januari 2016

Page 4: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

2016 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt te Nijmegen.

No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.

Page 5: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

0

EVC-Ervaringscertificaat voor kermisexploitanten 1

Inhoudsopgave

Inleiding 1

1 Definitie, achtergronden en perspectieven van EVC 2

2 Beoordelingsstandaard 4

3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren 8

Bijlage A – Beroepscompetentieprofiel kermisexploitant 18 Bijlage B – Overlappingen tussen de vier beoordelingsstandaarden en de competenties

van een kermisexploitant 28

1 In de projectaanvraag is dit document opgenomen onder output nummer O2: Konzept der EVC-Methode “Schausteller“

Page 6: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

1

Inleiding

In het project INVET - Informal Vocational Education of Travellers - staat de ontwikkeling, evaluatie en verspreiding van een procedure voor het verkrijging van een ervaringscertificaat door kermisexploitanten centraal. In deze rapportage worden aspecten van de procedure belicht.

In hoofdstuk 1 wordt, volgend op een definitie van de EVC-procedure / het ervaringscertificaat, ingegaan op de achtergronden en de perspectieven ervan. De waarde van de procedure voor deelnemers, bedrijven, branches, arbeidsmarktorganisaties, scholen en beleidsmakers komt aan de orde.

In hoofdstuk 2 wordt de keuze voor een of meer beoordelingsstandaarden, een kernaspecten van de procedure, nader uitgewerkt.

In hoofdstuk 3 worden, in samenhang met de binnen elk gebruikte formulieren, de zeven stappen van de EVC-procedure, toegelicht.

In bijlage A wordt het beroepscompetentieprofiel van een kermisexploitant uitgewerkt. In bijlage B wordt aangegeven welke overlappingen er zijn tussen de in het profiel opgenomen beroepscompetenties en de competenties die in vier beroepsopleidingen aangeleerd worden.

Page 7: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

2

1 Definitie, achtergronden en perspectieven van EVC

EVC (Erkenning Verworven Competenties2) richt zich op de erkenning van competenties, die iemand op verschillende leerplaatsen verworven heeft op formele leerplaatsen, zoals scholen, en op informele leerplaatsen, zoals op de werkplek of tijdens vrijetijdsactiviteiten. Deze reeds verworven competenties worden in kaart gebracht, gewaardeerd en, door het uitreiken van een certificaat of diploma, erkend. Op basis hiervan kan de persoonlijke competentieontwikkeling verder vormgegeven worden3.

EVC als Principe

Om de meerwaarde van EVC te kunnen bepalen is het belangrijk om te verhelderen wat zich achter dit begrip verbergt. Vier aspecten zijn daarbij van bijzondere betekenis: EVC is een principe, geen concreet instrument. EVC is een manier van denken en handelen,

waarbij het om het vaststellen, waarderen, erkennen en verdere ontwikkelen van competenties gaat.

Bij een EVC-procedure staat de individuele deelnemer in het middelpunt. Bij een EVC-procedure gaat het niet om de beroepskwalificerende opleiding, dat wil zeggen om de in een formele (onderwijs)setting verworven competenties, maar eerst en vooral om het geheel aan kennis, vaardigheden, (beroeps)attitudes en andere persoonlijke kwalificaties waarover een deelnemer aan de EVC-procedure beschikt.

EVC is leerwegonafhankelijk. Dit houdt in dat het bij het proces lopend van het vaststellen tot het verder ontwikkelen van de competenties het er niet om gaat of men deze langs een formele of een informele leerweg verworven heeft, maar om het feit dat men deze verworven heeft en ze, langs de ene of de andere weg, verder ontwikkelt.

EVC is ontwikkelingsgericht. Bij een EVC-procedure worden in eerste instantie de competenties waarover iemand beschikt vastgesteld en erkent. In samenhang daarmee wordt echter ook geanalyseerd welke ontwikkelingsopties deze persoon heeft. EVC is dus geen doel op zich, maar een middel om de ontwikkeling van competenties te stimuleren.

Twee functies van EVC

EVC-procedures kennen een ‚smalle‘ en een ‚brede‘ toepassing. Bij de smalle toepassing, dat wil zeggen de summatieve functie van EVC, worden de langs informele weg verworven competenties in kaart gebracht met het doel na te gaan in welke mate deze voor erkenning in het raamwerk van de formele (beroeps)opleidingen in aanmerking komen. Het is een momentopname van het actuele competentiebezit van een deelnemer (de status quo situatie) die naar een formele erkenning binnen een vastliggende formele kwalificatiestandaard leidt. In veel gevallen wordt deze validering gecombineerd met een aanbeveling voor een persoonlijk ontwikkelings- of leerplan.

2 In het Engels omschreven als Recognition of Prior Learning (RPL) 3 Gerd Busse en Jana Eggert (2005). Kompetenzen sichtbar machen. Methoden und Instrumente zur Erfassung und

Bewertung beruflicher Kenntnisse und Fertigkeiten im Vergleich Deutschland / Niederlande. Nijmegen: KBA.

Page 8: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

3

Bij de brede toepassing, de formatieve functie van EVC, is de EVC-procedure een onderdeel van het ontwikkelingsplan van werknemers, leerlingen of anderen. Het vaststellen dat een deelnemer over bepaalde competenties beschikt, leidt bij deze toepassing niet onmiddellijk en rechtstreeks naar een validering in de vorm van diploma’s en/of certificaten. Bedrijven kunnen EVC als optie in hun HRM beleid opnemen.

Perspectieven van EVC

EVC legt de nadruk op de competenties en het ontwikkelingspotentiaal waarover elk individu beschikt. Het aanbod aan kwalificerende maatregelen kan hierdoor wezenlijk beter op de zich veranderende vraag op de arbeidsmarkt naar kennis en vaardigheden afgestemd worden. Zoals in De fles is halfvol4 beschreven wordt, biedt EVC aan de verschillend betrokkenen bij een EVC- procedure een scala aan perspectieven. Voor deelnemers: deelname aan een EVC-procedure geeft een helder beeld van de

competenties waarover men beschikt en daarmee op de beroepsmatige ontwikkelingsmogelijkheden ervan.

Voor bedrijven of de branche: EVC-procedures laten zien welke competenties noodzakelijk zijn om de verschillende taakgebieden binnen het bedrijf goed te kunnen uitvoeren. Op deze basis kunnen gerichte investeringen in de scholing van het personeel gedaan worden, omdat de uitkomsten van EVC-procedures inzicht geven op welke competenties nog onvoldoende aanwezig zijn als op de mogelijkheden deze te ontwikkelen. Arbeidsproductiviteit en innovatiekracht van de onderneming kunnen langs deze weg vergroot worden.

Voor organisaties die de instroom van werkzoekenden op de arbeidsmarkt stimuleren: EVC-procedures bieden nieuwe bemiddelingsmogelijkheden.

Voor scholen: EVC-procedures biedt hen de mogelijkheid om persoonlijke leerplannen (maatwerktrajecten) op te stellen. EVC bevordert het tot stand komen van het aanbod van nieuwe, attractieve vormen van leren.

Voor beleidsmakers: inzet van EVC biedt mogelijkheden tot de doelgerichte inzet van middelen op het gebied van het leren, het leven lang leren, de bevordering van employability en voor het stimuleren van het arbeidsmarktbeleid.

4 Ministerie van Economische Zaken: De Fles is Half Vol! Een brede visie op de benutting van EVC. ‘s-Gravenhage:

Van Deventer, Oktober 2000, pag. 11.

Page 9: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

4

2 Beoordelingsstandaard

Doel van een EVC-procedure is het vaststellen dat een deelnemer over specifieke, voor de arbeidsmarkt relevante, competenties beschikt en, bij een smalle toepassing van het EVC-procedure, deze formeel te erkennen. Als standaard bij het vaststellen en/of erkennen wordt de kwalificatiestructuur van het beroepsonderwijs gebruikt of een standaard die door een branche- of een beroepsorganisatie ontwikkeld is. Belangrijk is dat zo‘n standaard door actoren op de arbeidsmarkt algemeen erkend wordt. Voor deze vorm van erkenning moet er samengewerkt worden met een instantie die bevoegd is om certificaten en diploma’s te verstrekken, zoals in Duitsland de IHK’s (Industrie und Handelskammern) en Berufskollegs en in Nederland de ROC’s.

Voor het vaststellen en/of erkennen van de competenties van een kermisexploitant is er noch in Duitsland noch in Nederland een standaard aanwezig. In beide landen is een geen erkende opleiding voor het beroep van kermisexploitant. Als eerste stap bij het ontwikkelen van een standaard is er een beroepscompetentieprofiel van de kermisexploitant opgesteld (zie bijlage A5). Daarin worden de onderstaande zes competentiedomeinen, met bijbehorende kerntaken onderscheiden: Opbouwen en afbreken van de attractie (3 kerntaken) Onderhouden en repareren van de attractie (3 kerntaken) Activiteiten op het gebied van handel en horeca (2 kerntaken) Bedrijfsvoering en personeelsbeleid (2 kerntaken) Controle en veiligheid (1 kerntaak) Ondernemerschap (2 kerntaken)

Als tweede stap is nagegaan binnen welke Duitse beroepsopleidingen de bij de kerntaken behorende competenties aan bod komen. Vastgesteld werd dat de in opdracht van het Bundesministeriums für Bildung und Forschung (BMBF) ontwikkelde opleidingen, bestaande uit zogenoemde „Ausbildungsbausteine“ het best pasten. Dit omdat de inhouden van elke bouwsteen in termen van competenties en handelingen zijn omschreven. Als zodanig sluiten ze naadloos aan bij de opzet van een EVC-procedure. Doelen en inhouden van bouwstenen berusten op het beroepsbeeld en het opleidingsraamplan behorende bij de betreffende beroepsopleiding (zie bijlage B). Bij de EVC-procedure voor kermisexploitanten worden in Duitsland op dit moment twee standaarden gebruikt: Kauffrau/ Kaufmann im Einzelhandel (commercieel medewerker in de detailhandel) en Elektroniker(in) für Energie- und Gebäudetechnik (technicus voor energie-en bouwtechniek). De twee andere, op de volgende pagina opgenomen, relevante beoordelingsstandaarden zijn gekoppeld aan de beroepen: Veranstaltungstechniker / -in (evenemententechnicus) en Fachkraft im Gastgewerbe (medewerker in de horeca. Voor deze beroepen zijn (nog) geen op Bausteine gebaseerde opleidingen ontwikkeld.

Als derde stap zijn de overlappingen tussen de vier beoordelingsstandaarden met die van de competenties van een kermisexploitant nagegaan (zie het schema op de volgende pagina). Aangezien het om Duitse beroepsopleidingen gaat, zijn de namen ervan niet vertaald.

5 KBA Nijmegen (2015). Beroepscompetentieprofiel van de kermisexploitant. Versie 3, augustus 2015. Nijmegen: KBA (zie Bijlage A)

Page 10: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

7

* =

Num

mer

van

een

Bau

stei

n of

het

ken

nis

/ vaa

rdig

heid

sgeb

ied

(zie

de

bijla

geB

) / ()

= m

ogel

ijke

voor

de

verd

ere

ontw

ikke

ling

van

de s

tand

aard

rele

vant

e be

roep

sopl

eidi

ng6

Ber

oeps

ople

idin

gSt

anda

ard?

-

ja

- m

ogel

ijk

rele

vant

(+/-)

Rel

evan

te B

au-

stei

nen‘

Ove

rlapp

ing

tuss

en in

ber

oeps

ople

idin

gen

te v

erw

erve

n co

mpe

tent

ies

en

die

van

een

ker

mis

expl

oita

ntK

aufm

ann/

Kau

ffrau

im

Ein

zelh

ande

l JA

8 va

n de

15

Bau

stei

nen

1*, 2

, 3,

44,

(5.3

)5.

74,

5.5

5.

8

Ele

ktro

nike

r/-in

für

Ene

rgie

und

Geb

äu-

dete

chni

kJA

4 va

n de

6

Bau

stei

nen

1*, 2

, (3

), (4

) 1,

2, (

3),

(4)

Ver

anst

altu

ngst

echn

iker

/ -in

JA

10 v

an d

e 16

ke

nnis

/ va

ardi

ghed

en

gebi

eden

9*8,

10

12, 1

37

3, 4

, 6

15

Fach

kraf

t im

G

astg

ewer

be

JA9

van

de 1

3ke

nnis

/ v

aard

ighe

den

gebi

eden

5*, 6

, 8,

910

34,

712

Kra

ftfah

rzeu

gmec

hat

roni

ker/-

in

+/-

Mal

er/-i

n un

d La

-ck

iere

r/-in

+/-

Fach

verk

äufe

r/-in

im

Lebe

nsm

ittel

hand

we

rk

+/-

Indu

strie

mec

hani

ker/

-in

+/-

Ele

ktro

nike

r/-in

für

Bet

riebs

tech

nik

+/-

Bau

ten-

und

O

bjek

tbes

chic

hter

/-in

+/-

Com

pete

ntie

s va

n ee

n ke

rmis

expl

oita

nt

1. O

pbou

wen

en

afbr

eken

va

n de

attr

actie

2

Ond

erho

uden

en

repa

rere

n va

n de

attr

actie

3 H

ande

l en

hor

eca

4. B

edrij

fsvo

erin

g en

pe

rson

eels

bele

id5. C

ontro

le,

veili

ghei

d

6.O

nder

nem

ersc

hap

Cha

uffe

rsw

erk

(in- e

n ui

tlad

en,

trans

por

t)

Mon

tere

n va

n m

echa

nisc

he e

n m

etal

enon

derd

ele

n

Aan

- en

afsl

uite

nva

nel

ektri

sche in

stal

lati

es

Ond

erho

ud/

repa

rati

e mec

hani

sch

e en

m

etal

enon

derd

ele

n

Ond

erho

ud

en

repa

ratie

van

elek

trisc

he in

stal

latie

s

deco

ratie

ve sc

hild

erku

nst

Act

ivite

iten

op h

et

gebi

ed v

an

hand

el e

n ho

reca

Bed

rijfs

voer

ing,

boek

houd

ing

Per

sone

els

zake

n,A

RB

O

Con

trole

,ve

iligh

eid,

hygi

ëne

en kwal

iteits

zor

g

Mar

ketin

gIn

vest

eren

Page 11: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

8

3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren

Figuur 1 – Stappen in een EVC-procedure

Bij een EVC-procedure zijn een begeleider en assessoren betrokken De begeleider heeft tot taak een deelnemer te informeren over het verloop van het EVC-procedure en toe te lichten hoe de eerste screening tijdens de intake (stap A) verloopt. Tevens helpt de begeleider een deelnemer bij het samenstellen van het portfolio (stap B) en voert met hem het adviesgesprek (stap F). De begeleider treedt bij stap C als waarnemer op en bij de stappen D en E (toetsen van de competenties en het opstellen van het ervaringscertificaat) als tweede assessor.

Page 12: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

9

De taken van de assessoren bestaan uit het voeren van het beoordelingsgesprek (stap C), het waarderen van de competenties waarover de deelnemer beschikt (stap D) en het vaststellen van het ervaringscertificaat (stap E). Degene die in Groot Brittannië en in Nederland deze taken uitvoert wordt aangeduid met de term assessor. Assessoren zijn gekwalificeerde en bevoegd examinatoren. Zij zorgen ervoor dat de beoordeling, kwalitatief gezien, hoogwaardig verloopt. Assessoren kunnen op een school werkzaam zijn, bijvoorbeeld als leraar die bij EVC-procedure betrokken is, of in een bedrijf, bijvoorbeeld als afdelingschef. Bij elk EVC-procedure zijn twee assessoren betrokken. Samen beoordelen zij de deelnemer. Een van de assessoren vervult bij de stappen A en B de rol van observator.

Competenties van een begeleider en een assessor1

Competenties Indicatoren

1. Toelichten van de EVC-procedure

Hij kent de afzonderlijke stappen waaruit een EVC-procedure is opgebouwd, weet wat de deelnemer binnen elk moet doen om de EVC-procedure succesvol uit te voeren.

2. Observeren Hij kan de deelnemer op een adequate wijze observeren en is in staat om zijn waarnemingen op een juiste manier binnen de kwaliteitsstandaard te interpreteren.

3. Interviewen Hij is in staat om, gebruikmakend van vraag- en interviewtechnieken, de competenties vast te stellen over welke competenties een deelnemer beschikt en om deze op een correcte manier te vergelijken met de in de standaard opgenomen competenties.

4. Waarderen Hij is in staat: - op een juiste manier, samen met een tweede assessor, de met

behulp van beoordelingsinstrumenten vastgestelde competenties te waarderen.

- het gedrag en de antwoorden van de deelnemer en de door hem aangeleverde bewijsstukken, in het licht van de beoordelingsstandaard, te waarderen.

5. Feedback geven Hij is in staat om, aangepast aan het niveau van de deelnemer, - hem op constructieve en motiverende manier feedback te geven

over de uitkomsten van de EVC-procedure. - de door de assessoren genomen beslissingen over het

competentiebezit van de deelnemer, helder toe te lichten en te onderbouwen.

6. Schriftelijk communiceren

Hij is in staat in gedetailleerd en gestructureerd verslag op te stellen. Hij beschrijft in het verslag de competenties van de deelnemer en zijn persoonlijkheidskenmerken.

7. Beroepsmatig bekwaam

Hij is goed in zijn vak en beschikt over voldoende ervaring, kennis en kunde om zijn beroep te kunnen uitoefenen. Hij kent de standaarden die in de branche en/of het bedrijf gebruikt worden en beschikt over voldoende kennis van de arbeidsmarkt en beroepsopleidingen om advies te kunnen geven

1 Competenties van een begeleider: 1, 3, 5, 7; Competenties van een assessor: 1 tot 7.

Page 13: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

11

Rollen en verantwoordelijkheden van de begeleider:De begeleider ondersteunt de deelnemer onder andere door het stellen van vragen, waardoor de deelnemer, na het beantwoorden ervan, met het verzamelen van de bewijzen kan beginnen. De begeleider ondersteunt de deelnemer bij het verzamelen en structureren van de bewijzen, op te nemen in het portfolio. De deelnemer blijft echter steeds zelf verantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit van de inhoud van zijn portfolio.

Hieronder staat een beschrijving van de stappen en van de instrumenten die bij de afzonderlijke stappen gebruikt worden.

A. Intake

De begeleider voert de intake van de deelnemer uit. De assessor treedt als waarnemer op.

In het gesprek licht de begeleider allereerst de EVC-procedure toe: welke mogelijkheden deze biedt, welke eisen er aan een deelnemer gesteld worden, hoeveel geld en tijd ermee gemoeid is, hoe het verloop is, wie aan het proces deelnemen en wat de resultaten ervan zijn. Tevens wordt in het intakegesprek het doel van de EVC-procedure samen met de deelnemer vastgelegd. Als onderdeel van het gesprek beoordeelt de begeleider of de deelnemer over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om met succes aan de procedure deel te nemen. Hierbij wordt het instrument ‘Pre-assessment en voorselectie’ gebruikt.

DOEL van de deelnemer

Tijdens de intake wordt, samen met de deelnemer, het doel van de EVC-procedure vastgelegd. Het bepaalt de keus van de beoordelingsstandaard. Het is belangrijk om tijdens het eerste gesprek zo het doel duidelijk mogelijk te formuleren, zodat dit in het Ervaringscertificaat terug komt.

Het doel: 1. beschrijf wat de deelnemer nastreeft; 2. geeft een antwoord op de vraag waarom de deelnemer aan de EVC-procedure deelneemt; 3. verwijst naar het antwoord op de vraag welke standaard, of welke combinatie van

standaarden, er gebruikt wordt. Uit het doel kan de gekozen standaard afgeleid worden; 4. wordt kort en bondig omschreven (in enkele zinnen); 5. wordt in de derde persoon enkelvoud geformuleerd.

TipHet verkrijgen van een diploma kan nooit een doel op zich zijn. Geef altijd aan welke doel de deelnemer met het diploma wil bereiken. De deelnemer bepaalt zelf zijn doel. Observeer kritisch en zorg ervoor dat - de formulering van het – doel aan bovenstaande criteria voldoet.

Formulier „Pre-Assessment en voorselectie“

Page 14: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

12

Bij de intake wordt op basis van een pre-assessment vastgesteld of een EVC-procedure zinvol is, en zo ja, welke standaard of welk beroepsprofiel daarbij gebruikt zal worden. De begeleider vult, in dialoog met de deelnemer, het formulier ‘Pre-assessment en voorselectie’ in. Zo krijgt de begeleider een beeld van de competenties die de kermisexploitant in de dagelijkse praktijk verworven heeft. Een vergelijking van deze competenties met de eisen die verwante beroepen stellen maakt duidelijk of, en zo ja, welke standaard of welk beroep bij de procedure gebruikt dient te worden. Het schema in hoofdstuk, Overlapping tussen competenties in beroepsopleidingen en die van een kermisexploitant, kan deze keuze vereenvoudigen. Wanneer is vastgesteld dat een EVC-procedure zinvol is, dan vult de begeleider samen met de deelnemer het formulier ‘voorselectie’ in. Aan de hand van het ingevulde formulier wordt duidelijk voor welke kerncompetenties het zinvol is om aan de deelnemer te vragen een zelfbeoordeling (self assessment) uit te voeren.

B. Portfolio

In het portfolio geeft een deelnemer een overzicht van zijn vaardigheden en competenties. Leer- en werkervaringen worden geïnventariseerd en beschreven en bewijsmaterialen daarvoor (diploma’s, getuigschriften van werkgevers, attesten van deelname aan scholingsactiviteiten, enz.) worden verzameld. Samen met de EVC-begeleider stelt de deelnemer zijn portfolio samen. De begeleider neemt het portfolio stap voor stap met de deelnemer door. Bij het onderdeel zelf-assessment geeft de deelnemer aan in welke mate hij, naar zijn eigen mening, de competenties behorende bij de gekozen standaard verworven heeft. Kerncompetenties die bij de voorselectie als ‘niet zinvol’ zijn beoordeeld worden in het zelf-assessment niet meegenomen, respectievelijk door de EVC-begeleider als ‘niet van toepassing’ verklaard.

De assessor treedt op als waarnemer en is in die rol belast met het registreren van de door de deelnemer / kandidaat tijdens het gesprek ingebracht informatie over verworven competenties.

Formulier “Portfolio” Voor het portfolio is een gestandaardiseerd model voor het vaststellen van de individuele leer- en werkervaringen, de verworven competenties en de daarbij behorende bewijzen opgesteld. Het portfolio, dat samen met de begeleider, door de deelnemer wordt ingevuld telt vijf onderdelen:

1. Persoonlijke gegevens van de portfolio-eigenaar, 2. Een overzicht van de afgeronde (beroeps)opleidingen, 3. Een overzicht van betaalde banen, vrijwilligerswerk en hobby’s, 4. Het zelf-assessment, 5. Een overzicht van de bewijsmaterialen.

De deelnemer draagt voor elk in het portfolio opgenomen onderdeel bewijzen aan. De begeleider helpt de deelnemer bij het zoeken naar van toepassing zijnde bewijsmaterialen. De deelnemer verzamelt zelf de bewijsmaterialen. Alle bewijsstukken worden genummerd en in het ‘Overzicht van bewijsmaterialen’ opgenomen.

Page 15: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

13

C. Afronden van het portfolio en voeren van het beoordelingsgesprek

Afronden van het portfolio De door de deelnemer in het portfolio aangeleverde informatie stelt de assessor staat te beslissen welke competenties een deelnemer al dan niet verworven heeft. Daarnaast kan hij bepalen over competenties er nog geen uitspraak gedaan kan worden. In die gevallen is aanvullende informatie gewenst.

De zeggingskracht van de bewijsstukken

Deelnemers overleggen bij een assessment een heel scala aan bewijsstukken. Werken met een evidentiematrix kan helpen de waarde van de stukken te bepalen. De matrix kan ook bij de eindbeoordeling gebruikt worden.

Zeggingskracht van bewijsstukken blijk uit – de combinatie van - de volgende factoren: 1. Authenticiteit Het bewijsstuk is echt. Het verstrekt betrouwbare en accurate informatie over de

ervaringen van de deelnemer. 2. Actueel De bewijsstukken geven het huidige competentieniveau van de deelnemer weer. Het

document is op de dag van de beoordeling geldig en bewijskrachtig. 3. Relevant De mate waarin de bewijsstukken betrekking hebben op de belangrijkste aspecten van de

competenties die aan de orde zijn. Des te specifieker, des te beter voor de beoordeling. 4. Kwantiteit Dit criterium heeft betrekking op het aantal maanden of jaren aan ervaring van een

deelnemer op een specifiek competentieterrein dan wel op het aantal gevolgde relevante opleidingen en andere kwalificerende activiteiten.

5. Variatie in contexten Hoe groter de variatie in kwalificerende en handelingscontexten, des te groter de kans dat de competentie verworven is. De bewijzen kunnen uit alle mogelijke ‘hoeken’ komen.

Ter afronding van het portfolio bespreken begeleider en assessor (samen) het portfolio, stellen vast of het helder en compleet is en beoordelen ze de voorgelegde bewijstukken op de criteria: ‘authenticiteit’, ‘actualiteit’, ‘relevantie’, ‘kwantiteit’, en ‘variatie in contexten’. Ze stellen vast over welke competenties er nog twijfels bestaan en voor welke er aanvullende bewijzen aangeleverd dienen te worden. Waar mogelijk dient dit al tijdens het invullen van het portfolio te gebeuren.

Voeren van het beoordelingsgesprek De assessor voert een beoordelingsgesprek met de deelnemer. In dit gesprek, ook wel criteriumgericht interview genoemd, stelt de assessor door een systematische bevraging van de deelnemer vast of deze het gewenste of noodzakelijke gedrag (met de competentie als criterium) in de praktijk getoond heeft en of het handelen tot het gewenste resultaat heeft geleid. De assessor gebruikt hierbij de STARR(T) methode.

Page 16: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

14

Criteriumgericht interview en de STARR(T) methode

De criteriumgerichte interview methode heeft tot doel informatie te verzamelen op basis waarvan beoordeeld kan worden of een deelnemer een bepaalde competentie verworven heeft. De deelnemer wordt tijdens het interview bevraagd over zijn handelen in situaties die zich in de afgelopen tijd hebben voorgedaan. Tijdens het gesprek worden aantekeningen gemaakt. Deze worden daarna gebruikt om te beoordelen of de deelnemer in de besproken situaties het bezit van de gewenste competenties heeft aangetoond.

Bij het criteriumgerichte interview is de zogenoemde STARR(T) methode een bruikbaar hulpmiddel. STARR(T) staat voor S (Situatie), T (Task or goal; taak of doel), A (Actie), R (Resultaat), R (Reflectie) en T (Transfer; overdracht).

S – Situatie Heeft u onlangs een situatie meegemaakt waarin [vul in: van toepassing zijnde competentie]Wie waren bij deze situatie betrokken? Waar speelde zich alles af? Wanneer speelde zich deze situatie af?

T – Taak of doel Wat was uw taak in deze situatie? Wat was uw rol? Wat werd van u verwacht? Wat was uw doel? Wat was uw plan? Wat dacht u dat u zou moeten doen?

A – Aktie Wat hebt u feitelijk gedaan? Hoe hebt u e.e.a. aangepakt? Wat was uw aandeel daaraan? Wat hebt u bijgedragen? Wat hebt u gedacht en gezegd? Welke ideeën had u? Hoe hebben de anderen gereageerd? En wat gebeurde er toen?

R – Resultaat Wat waren de gevolgen van uw acties? Wat was het resultaat van uw acties in deze situatie? Hoe is het afgelopen? Hoe heeft men daarop gereageerd?

R – Reflectie Hoe kijkt u op de situatie terug? Welke conclusies trekt u daaruit? Wat hebt u ervan geleerd? Wat gaat u met het geleerde doen? Wat zeggen uw acties en het resultaat ervan in deze situatie over uw competenties?

T- Transfer Wat gebruikt u van wat u geleerd heeft in andere situaties? Wat zou u de volgende keer anders doen? Wat hebt u eventueel nog daarbij nodig?

Page 17: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

15

Formulier “Afronding van het portfolio“ De assessor noteert voor elke relevante kerncompetentie zijn waarnemingen / inzichten en aanvullende vragen voor het toetsingsgesprek op het formulier “Afronding van het portfolio”. De begeleider heeft hier de rol van waarnemer. .

D. Toetsing van de competenties

In de uiteindelijke toetsing van de competenties wordt er een vergelijking gemaakt tussen het competentieniveau van de deelnemer en de formele eisen van de gehanteerde boordelingsstandaard. De toetsing wordt door de assessor en de begeleider samen uitgevoerd. De begeleider treedt bij deze en de volgende stap op als assessor. Op basis van het portfolio en de waarnemingen tijdens het criteriumgerichte interview trekken de beide assessoren onafhankelijk van elkaar conclusies over welke kerncompetenties door de deelnemer verworven zijn. Bij een gelijkluidend oordeel daarover wordt een kerncompetentie als verworven gekenmerkt.

De ONIKER-methode: beoordelen is en blijft mensenwerk!

Om een beoordeling zo objectief en betrouwbaar mogelijk te maken dient afgesproken te worden hoe deze tot stand komt. De ONIKER-methode (Observeren, Noteren, Indelen, Kwantificeren, Evalueren en Rapporteren) kan daarbij behulpzaam zijn.

Beoordelen - Alles wat de deelnemer doet en zegt - Verbaal en non-verbaal

Noteren - Alles wat de deelnemer doet en zegt - Verbaal en non-verbaal - Geen interpretatie!

Indelen - Het terugkoppelen van observaties naar competenties Kwantificeren - Elke competentie krijgt een (voorlopige) score Evalueren - Het proces om tot een uiteindelijke beoordeling te komen Rapporteren - Het schriftelijk vastleggen van de beoordeling.

Het is aan te bevelen om de eerste fasen van de ONIKER-methode, bijvoorbeeld tot en met de fase Indelen, door de assessoren onafhankelijk van elkaar te laten uitvoeren. Tijdens een beoordelingssituatie observeren ze het gedrag van een deelnemer en leggen hun waarnemingen schriftelijk vast, zonder op dat moment er al een waardeoordeel aan te verbinden. Na het waarnemen nemen ze hun aantekeningen door en koppelen deze aan de erbij passende competenties. Zodra dit proces is afgerond is het mogelijk over elke competentie een voorlopig oordeel te vellen. Per competentie kan er vanuit een vogelvluchtperspectief een oordeel gegeven worden: competentie is ‘verworven’, ‘deels verworven’ of ‘niet verworven’.

Formulier „Toetsing“ De beide assessoren gebruiken het formulier ‘Toetsing’ voor een finale beoordeling van de verworven competenties. Onafhankelijk van elkaar geven ze, op basis van het portfolio en de observaties, een voorlopig oordeel. Assessoren komen in onderling overleg tot een eindoordeel. Bij twijfel van een van hen over een kerncompetentie wordt deze als niet (volledig) verworven aangemerkt.

Page 18: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

16

E. Ervaringscertifikaat en de toekenning van de verworven competenties

De resultaten van de beoordeling van de competenties worden in het ervaringscertifikaat vastgelegd. Een ervaringscertifikaat is een erkende of geautoriseerde beschrijving van een beroepsmatige activiteit en/of voor een maatwerkberoepsopleiding. Het ervaringscertifikaat wordt door beide assessoren opgesteld en ondertekend. Het bevat een overzicht van de door de deelnemer verworven competenties en een omschrijving van de grondslagen waarop dit oordeel gebaseerd is.

Deelnemers waarvoor geldt dat ze niet over minimaal één relevante competentie beschikken krijgen geen ervaringscertifikaat. Zij sluiten de EVC-procedure af met een adviesgesprek met de begeleider die toelicht waarom men geen certificaat ontvangt.

Het erkennen van competenties houdt in dat daaraan een zogenoemd civiel effect verbonden is. Het houdt in dat, omdat er met een erkende standaard gewerkt is, de erkenning van de verworven competenties zowel waarde op de arbeidsmarkt heeft als binnen het beroepsonderwijs, bijvoorbeeld in de vorm van toekenning van creditpoints.

Tips voor het schrijven van een ervaringscertificaat

Inhoudelijk 1) Omschrijf in positieve termen hetgeen een deelnemer, in het licht van een of meer

beoordelingsstandaarden, bewezen heeft aan kennis en kunde te bezitten 2) Omschrijf alleen hetgeen relevant is. Wat relevant is hangt af van het doel van de deelnemer en van

de daarmee samenhangende beoordelingsstandaard. 3) Geef, voor elke kerncompetentie, aan welke concrete bewijsstukken er gebuikt zijn bij het

beoordelen. Geef aan om welk stuk het gaat (bijvoorbeeld: een aanbevelingsbief van een afdelingschef van <datum>, opgenomen in het portfolio onder nr <y>).

4) Laat het oordeel berusten op concrete bewijzen, niet op interpretaties. 5) Geef bij de onderbouwing duidelijk aan wat in de aangeleverde bewijsstukken u, als assessor, ervan

overtuigd heeft dat de deelnemer over een specifieke competentie beschikt. Geef concrete voorbeelden van wat u gezien, gehoord of gelezen heeft.

6) Geef duidelijk aan in welke mate een deelnemer een competentie bezit. In hoeverre is de deelnemer in staat zelfstandig, in verschillende contexten en op verschillende niveaus een competentie in te zetten.

7) Niet iedereen leest eerst de gehele rapportage en daarna pas de eindconclusies. Zorg er daarom voor dat in de eindconclusies geen verrassingen voorkomen. Formuleer de eindconclusie niet alleen kort en bondig maar ook helder en duidelijk. De lezer moet onmiddellijk zien waarom het gaat.

(Indien er en aanbeveling van de begeleider opgenomen is.) 8) Geschreven taal komt vaak harder over dan gesproken taal. Een geschreven tekst kan niet meer

uitgewist worden maar kan wel door iedereen gelezen worden. Zorg er daarom voor om positieve feedback te geven. Geef, waar mogelijk, tips en aanbevelingen van hoe de deelnemer zich verder kan ontwikkelen.

Taalgebruik 1) Stel de rapportage op in de neutrale derde persoon enkelvoud. Zinsneden als “naar mijn mening” of

“op basis daarvan concluderen we” dienen achterwege te blijven. Bovendien geldt dat, omdat de namen van de begeleider en assessor in het rapport staan, bekend is wie de conclusies getrokken heeft.

2) Schrijf zoveel als mogelijk in de tegenwoordige tijd.

Page 19: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

17

3) Gebruik geen spreektaal. Vermijdt formeel taalgebruik. Wissel korte en lange zinnen af. 4) Gebruik alleen algemeen bekende vaktermen. Maak anders gebruik van omschrijvingen of van

gebruikelijke synoniemen. 5) Maak zoveel mogelijk gebruik van de actieve vorm en vermijdt het gebruik van het woord ‘worden’.

Schrijf bijvoorbeeld; “Zijn chef beoordeelt dit zeer positief” in plaats van “Dit wordt door zijn chef zeer positief beoordeeld”.

6) Voorkom herhalingen. Gebruik synoniemen of verwijzingen (bijvoorbeeld: “de herhaling”, en schrijf even later in de tekst: “deze”).

7) Gebruik zo weinig mogelijk bijvoeglijke naamwoorden, zoals bijvoorbeeld “een enorme inspanning” of “een langdurige aanstelling”. Formuleer zo concreet mogelijk, om vragen over de tekst te voorkomen.

8) Schrijf foutloos, en laat de tekst controleren.

Formulier ‚Ervaringscertificaat‘ In het ervaringscertificaat is vastgelegd welke, in de standaard of het beroepsprofiel, kerncompetenties de deelnemer verworven heeft. Het certificaat is door beide assessoren opgesteld. Het certificaat bevat de volgende informatie: Persoonlijke gegevens over de deelnemer, Doel en verloop van de EVC-procedure, Resultaten van de procedure: een beschrijving van elke verworven competentie en een

motivering waarom deze als verworven wordt beschouwd, Conclusies in het licht van het vooraf overeengekomen doel van de EVC-procedure.

F. Adviesgesprek

Als afsluiting van de procedure heeft er een gesprek tussen de deelnemer en de begeleider plaats. Daarin worden de resultaten van de EVC-procedure besproken, vragen beantwoord en, waar van toepassing, afspraken over vervolgactiviteiten gemaakt.

Deze laatste stap van de EVC-procedure kan, indien gewenst, uitmonden in het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan. In het geval dat de procedure heeft geleid tot het erkennen van (deel)certificaten, en niet tot het verkrijgen van een diploma, dan kunnen in dit plan binnen of buitenschoolse leeractiviteiten vastgelegd worden, die naar het behalen van het diploma leiden bij een private of publieke onderwijsinstelling. In een dergelijk persoonlijk ontwikkelingsplan kunnen ook andere maatwerk kwalificerende activiteiten opgenomen worden, zoals coaching, training on the job, etc.

Page 20: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

18

Bijlage A – Beroepscompetentieprofiel kermisexploitant

Page 21: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

19

Beroepscompetentieprofiel van de kermisexploitant KBA Nijmegen, Augustus 2015

1. Beroepscontext van de (aankomend) kermisexploitant

Volksfeesten en jaarmarkten zijn traditionele evenementen met een sterke culturele en sociale impact. Ze omvatten attracties en mobiele horeca- en verkoopbedrijven. Ze maken een onderdeel uit van de activiteiten van een lokale gemeenschap en vinden hun bestaansrecht in de gezamenlijke interesse van de burgers in deze gemeenschap. Burgers vinden vertier op deze evenementen, ontsnappen daar aan de zorgen van alledag, ontmoeten elkaar en vinden er een kleurrijke vermenging van traditie en vernieuwing. Volksfeesten en jaarmarkten zijn van grote financieel belang voor gemeentes en plaatselijke ondernemingen, versterken het imago van steden en dorpen, houden tradities en gebruiken in stand en vervullen, door hun hoge identificatie- en integratiefactor, een sterke sociale functie binnen de plaatselijke gemeenschap.

Volksfeesten en jaarmarkten ondervinden tegenwoordig veel concurrentie van vergelijkbare ontspanningsmogelijkheden. Ze vormen nu één uit vele mogelijkheden tot vertier. Om in deze concurrentieslag staande te blijven, maar ook om arbeidsplaatsen op langere termijn zeker te stellen, is het zeer gewenst om zowel door initiële beroepsopleidingen als door her- en bijscholing in te spelen op de steeds zwaarder wordende uitdagingen waarvoor kermisexploitanten zich gesteld zien. Op deze manier zal de bedrijfstak in staat zijn om de, in de afgelopen eeuwen opgebouwde, leidende positie op de evenementenmarkt en de daarmee samenhangende culturele status te behouden.

Op een volksfeest, een jaarmarkt of soortgelijke evenementen, zoals straatfeesten, Kerstmarkten of kermissen, komen verschillende soorten ondernemingen voor, waaronder mobiele horecabedrijven en verkoopkramen (van dranken en snacks, zoetigheden, poffertjes en andere eetwaren), grootvermaak (bijvoorbeeld een reuzenrad, botsauto’s, achtbaan en zweefmolen), kindervermaak (zoals springkussen, trampolines, touwtje trekken, minitreintjes en draaimolen) en kans- en behendigheidsspelen (zoals een schiettent, ballengooitent en grijpautomaten).

Een kermisexploitant is iemand die één of meerdere kermisattracties beheert. De exploitant is een moderne, zelfstandig ondernemer die vaak grote investeringen heeft gedaan en financiële risico’s draagt. Grote attracties kosten, in aanschaf, tegenwoordig miljoenen euro’s. Voor elke standplaats moeten tegenwoordig hoge bedragen aan staangeld betaald worden. De echte winnaars van de volksfeesten en jaarmarkten zijn de gemeentes die door middel van de verhuur van standplaatsen grote bedragen binnenhalen. Daarbij komen voor de exploitant nog de kosten van stroom en water. Tenslotte moet niet uit het oog verloren worden dat een kermisbedrijf, doordat men steeds van de ene naar de andere plaats moet reizen, veel geld kwijt is aan diesel of benzine.

Met de attractie trekt de kermisexploitant door het land om de investering terug te verdienen. Gedurende het kermis- en jaarmarktenseizoen (van maart tot november) is er veel werk, terwijl

Page 22: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

20

de wintermaanden relatief rustig zijn6. Als exploitant van een attractie moet men bereid zijn veel te reizen. Tenslotte duren volksfeesten en jaarmarkten maar een paar dagen. Na afloop ervan moeten de bedrijven verder reizen om in de volgende plaats hun attractie of kraam weer op te bouwen. Om het rondreizen probleemloos te laten verlopen dient er, lang voordat het seizoen start, een goed doordachte reisplanning gemaakt te worden. Het gaat er tenslotte om op die evenementen te staan waar de hoogste omzet te behalen valt.

Kermisexploitant is een vrij beroep. Iedereen met een startkapitaal kan in principe dit beroep gaan uitoefenen. Toch bestaat de kermisbranche overwegend uit familiebedrijven. Dit komt omdat attracties van generatie op generatie worden doorgegeven. Bovendien huwt men vaak met iemand uit een andere kermisfamilie.

Kinderen van kermisexploitanten worden meestal al op jonge leeftijd bij het bedrijf betrokken, alvorens zij ‘het stokje’ van de ouders overnemen en zelf kermisexploitant worden. De intergenerationele kennisoverdracht geschiedt veelal via ‘learning by doing’ in de praktijk van het kermiswezen. Er bestaat dan ook geen opleiding tot kermisexploitant of kermismedewerker7. Deelname aan reguliere opleidingen is voor kermismedewerkers lastig, omdat ze in het kermisseizoen geen vaste verblijfplaats hebben en hun jaarplanning niet aansluit bij die van het schooljaar. Er is dus sprake van een bijzondere woon-werk-school situatie.

Om de werkgelegenheid van kermisexploitanten op termijn te verzekeren en om adequaat te kunnen reageren op de steeds hogere en specifiekere eisen die bedrijven in de vrijetijdsindustrie, als onderdeel van de dienstensector, stellen biedt een goede, met een diploma afgeronde, algemeen vormende schoolopleiding, met een daarop aansluitende moderne, doelgroep specifieke en door de staat erkende, beroepsopleiding een solide fundament voor een goede toekomst voor jongeren die later het familiebedrijf overnemen.

De huidige markt vereist algemene en beroepsmatige kwalificaties en legt een sterke nadruk op kwaliteitshandhaving. In samenhang daarmee moet zeer veel aandacht geschonken worden aan milieu- en micro-en macro-economische eisen en aan, voor de sector specifieke, veiligheidsvoorschriften. Alleen zij die een gedegen algemeen vormende en een beroepsopleiding hebben afgerond en daarna deelnemen aan her- en bijscholingsactiviteiten zullen in de toekomst in staat zijn goed op deze uitdagingen in te spelen.

De hierboven beschreven context geeft aan het beroep van de kermisexploitant zijn unieke karakter. Dit specifieke karakter blijkt ook uit de diversiteit aan werkzaamheden die bij de uitoefening van het beroep verricht moeten worden. In de volgende paragraaf staan de beroepstaken van de (aankomende) kermisexploitant met de erbij behorende competenties beschreven.

2. Taakprofiel van de kermisexploitant

6 Door de deelname aan kerstmarkten wordt het seizoen voor veel kermisexploitanten tot Kerstmis verlengd. 2 In België is het mogelijk om kwalificatiegetuigschriften te behalen van de opleidingen kermismedewerker en

kermiswerker (http://clwbeverlo.sgr15.g-o.be/?page id=61)

Page 23: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

21

Een kermisexploitant heeft als kernopgave om zelfstandig een kermisattractie te exploiteren. Attracties omvatten bedrijven op het terrein van grootvermaak (bijv. achtbaan), kindervermaak (bijv. springkussen), kans- en behendigheidsspelen (bijv. schiettent), mobiele horecabedrijven en verkoopkramen (bijv. suikerspinnen). De exploitant is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de attractie volgens de geldende wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden, veiligheid en milieu, en dient afspraken met de (lokale) autoriteiten / verpachter na te leven.

De kermisexploitant is een echte allrounder en betrokken bij en verantwoordelijk voor het opbouwen en afbreken van de attractie (paragraaf 2.1) en het onderhoud en de reparatie ervan (paragraaf 2.2). Daarnaast is de exploitant verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering, het personeelsbeleid (paragraaf 2.3) en voor de controle op en de veiligheid de attractie (paragraaf 2.4). Tot slot heeft de kermisexploitant een rol als zelfstandig ondernemer (paragraaf 2.5).

2.1 Opbouwen en afbreken van de attractie

Kerntaak 1: chauffeurswerk Het efficiënt en veilig laden, lossen en transporteren van de attractie, lading en/of woonwagen.

Competenties Het kunnen plannen van een gebruiksvriendelijke en veilige route op basis van

topografische kennis en/of navigatiesysteem; Beschikken over een rijbewijs in de categorie C (vrachtauto’s) en eventuele aanvullingen

hierop om met een oplegger / aanhanger te rijden; Kennis van speciale voorschriften voor (internationaal) transport (Eurovignet, tachograaf,

wegenbelasting, vergunningen); Kennis van het voertuig en de (technische) eisen en verboden om ermee te rijden; Eventueel de bevoegdheid om met een tractor en woonwagen te rijden.

Kerntaak 2: monteren van mechanische en metalen onderdelen Het opbouwen en het afbreken van de attractie is een terugkerende taak voor de kermisexploitant. Vooral bij grootvermaak worden specifieke eisen ten aanzien van vakkennis, beroepsvaardigheid en veiligheid gesteld.

Competenties Technische kennis van de attractie om deze snel en veilig op te bouwen, af te breken en

klaar te maken voor transport; Kennis van diverse soorten verbindingen en aandrijvingstechnieken; Praktische kennis van uitrusting, gereedschappen en materiaal; Werktekeningen lezen; Sterkteleer van materialen; Specifieke kennis van veiligheidsaspecten, normen en voorschriften op het gebied van

metaalbewerking en mechanica.

Kerntaak 3: aan- en afsluiten van elektrische installaties Bij het opbouwen en afbreken van de attractie komt ook telkens het aan- en afsluiten van elektrische installaties aan de orde. Het is belangrijk dat elektrakabels en andere

22

kabels/leidingen zodanig zijn neergelegd dat het publiek daar niet over kan struikelen of zich kan verwonden.

Page 24: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

23

Competenties Technische kennis van de elektrische installatie(s) om deze snel en veilig aan- en af te

sluiten en deze klaar te maken voor transport; Op- en afbouwtekeningen kunnen lezen; Basiskennis van stroombeheer, gelijkstroom en wisselstroom; Kennis van serie- en parallelschakeling; Specifieke kennis van veiligheidsaspecten, normen en voorschriften op het gebied van

elektriciteit.

2.2 Onderhouden en repareren van attracties

Kerntaak 4: onderhoud en reparatie van mechanische en metalen onderdelen Metalen onderdelen repareren en zelfstandig een basisontwerp van een metalen constructie kunnen maken. Wanneer de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden te complex zijn, dienen de betreffende werkzaamheden uit besteed te worden aan gespecialiseerde vaklieden. De te verrichten werkzaamheden dienen te voldoen aan de eisen van de inspectie.

Competenties Beheersen van diverse lastechnieken (semiautomatisch, autogeen en elektrisch lassen,

solderen); Bijwerken en archiveren van keuringscertificaten; Eventueel onderhoudscontracten met externe partijen afsluiten.

Kerntaak 5: onderhoud en reparatie van elektrische installaties Ontwerpen en maken van eenvoudige elektrische schakelingen.

Competenties Solderen; Kennis van zekeringen; Kennis van serie- en parallelschakeling; Specifieke kennis van veiligheidsaspecten, normen en voorschriften op het gebied van

elektriciteit.

Kerntaak 6: decoratieve schilderkunst Om kermisattracties voor het publiek aantrekkelijker te maken hebben deze vaak illustraties en allerlei gekleurde elementen. Als gevolg van het opbouwen, afbreken, transporteren en gebruik van de attractie hebben de illustraties en gekleurde elementen onderhoud nodig. Het is de taak van de kermisexploitant om ervoor te zorgen dat dit gebeurt.

Competenties Basis spuittechnieken; Ontwerpen en tekenen; Met sjablonen werken; Kleuren mengen;

Page 25: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

24

Schuren; Belettering; Kennis van specifieke veiligheidsaspecten in verband met spuittechnieken.

2.3 Activiteiten op het gebied van handel en horeca

Kerntaak 7: Handel drijven Bij alle attracties heeft de kermisexploitant te maken met handelsactiviteiten. De kassa moet bediend worden en wisselgeld moet teruggegeven worden. Vooral bij de attracties waarbij etenswaren en / of goederen verkocht worden heeft de exploitant, als mkb-ondernemer, te maken met het aansturen van en de controle op de, soms complexe, goederenstromen.

Competenties: Uitvoeren van, soms complexe, verkoopactiviteiten; Aansturen en controleren van goederenstromen; Kassawerkzaamheden uitvoeren; Functioneren als kleine of middelgrote ondernemer.

Kerntaak 8: Horecaonderneming leiden Elke kermisexploitant moet goed kunnen plannen. Kermisexploitanten die een mobiele eetgelegenheid hebben (bijvoorbeeld de verkoop van snacks, zoetwaren, ijs, suikerspinnen en glühwein) moeten daarnaast over specifieke kennis en vaardigheden betreffend de vervaardiging, het vers houden en de verkoop van etenswaren te beschikken. De exploitant moet met het juiste gebruik van apparatuur en grondstoffen vertrouwd zijn en met gasten een verkoopgesprek kunnen voeren.

Competenties: Gasten bezoekers van adviseren en een verkoopgesprek mee kunnen voeren; Op de juiste manier gebruik maken van apparatuur en grondstoffen; Werken in keuken en verkoop; Organiseren van feesten en partijen; Kunnen plannen.

2.4 Bedrijfsvoering en personeelsbeleid

Kerntaak 9: bedrijfsvoering De kermisexploitant zorgt dat voldaan wordt aan alle officiële registratie vereisten inzake de boekhouding van de onderneming.

Competenties Financieel bewustzijn; Calculeren en begroten; Basiskennis boekhouden (resultatenrekening opmaken); Kennis van de belastingwetgeving.

Page 26: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

25

Kerntaak 10: personeelszaken Het is de taak van de kermisexploitant dat het personeelsbestand goed op orde is, of dit nu met een tijdelijk arbeidscontract is, met een nul-uren-contract of via een payroll constructie. Kennis van wettelijke verplichtingen in het kader van de arbo-wet en werkomstandigheden zijn hierbij een vereiste. De verloning en sociale verzekering voor personeelsleden geschiedt tevens op basis van de wettelijke verplichtingen.

Bij technisch complexe attracties, der zogenaamde ‘vliegende’ constructies, moet in Duitsland speciaal opgeleid personeel in dienst zijn. Deze moeten, door middel van een getuigschrift, kunnen aantonen dat ze over de vereiste competenties beschikken. De kermisexploitant informeert medewerkers tijdig en duidelijk over welke werkzaamheden zij waar en wanneer moeten verrichten, zodat zij weten wat er van hen wordt verwacht.

Competenties Kennis van arbeidsvoorwaarden; Kan arbeidsovereenkomsten afsluiten; Samenwerken en overleggen (proactief informeren); Communiceert helder en concreet in woord en geschrift; Stimuleert en begeleidt medewerkers bij het uitvoeren van taken en hun beroepsmatige

ontwikkeling; Stemt communicatie af op de ander en ontwijkt moeilijke, confronterende gesprekken niet; Plant en organiseert activiteiten, inclusief tijdindeling.

2.5 Controle en veiligheid

Kerntaak 11: controle, veiligheid, hygiëne en kwaliteitszorg De kermisexploitant dient aan de wettelijk verplichte verzekeringen te voldoen, zoals verzekering van het motorrijtuig, een aansprakelijkheidsverzekering en een speciale transportverzekering voor de reizende ondernemer.

Motorisch aangedreven attracties moeten aan strenge veiligheidseisen voldoen en er worden regelmatig inspecties uitgevoerd. Een exploitant dient zijn attractie jaarlijks te laten keuren door een aangewezen keuringsinstelling. De attractie wordt vervolgens voorzien van een certificaat van goedkeuring. Om dit certificaat te behalen is het de taak van de kermisexploitant om cruciale onderdelen regelmatig te inspecteren, om er voor te zorgen dat de attractie goed wordt onderhouden, om een risicoanalyse te maken en de bevindingen, ingrepen, veiligheidsvoorschriften, uitvoeringsvergunning en het keuringscertificaat te documenteren. Daarnaast is de exploitant verantwoordelijk voor het zelf uitvoeren van een opstellingsinspectie na het opbouwen. Zo’n inspectie is nodig om na te gaan of er door het afbreken en opbouwen van het toestel geen tekortkomingen in de veiligheid van het toestel zijn ontstaan.

In het kader van kwaliteitsborging is de exploitant verplicht om voor iedere attractie een logboek bij te houden en om deze in de nabijheid van de attractie te bewaren. In het logboek moeten gegevens worden opgenomen over de fabrikant/importeur, de installateur, de eigenaar, de beheerder, de kenmerken van de attractie, de keuringen/onderzoeken die hebben plaatsgevonden, resultaten van eigen inspecties/onderhoud en ongevallen.

Page 27: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

26

Kramen, die eet- en drinkwaren verkopen, dienen te voldoen aan de Europese verordening inzake hygiëne op levensmiddelen (vereisten met betrekking tot de bewaartemperatuur, een goede afscherming van het eten, hygiëne van het verkooppunt, het materiaal en het personeel)8. Eventuele klachten over de kermisexploitant worden bij een volgende vergunningsaanvraag in ogenschouw genomen en kunnen consequenties hebben voor een nieuwe vergunning.

Tot slot is het de verantwoordelijkheid van de kermisexploitant om er voor te zorgen dat de kermisattractie bereikbaar is voor hulpdiensten.

Competenties Praktische kennis van de constructie van de attractie / kraam en hoe deze veilig opgebouwd

en afgebroken dient te worden; Gebruikt de voor de werkzaamheden benodigde materialen en gereedschappen zorgvuldig

en verantwoord; Kennis van wet- en regelgeving op het gebied van veiligheid en milieuzorg; Kennis van verplichte verzekeringen; Documenteren van keuringscertificaten en bijhouden van het logboek; Risicoanalyse van de attractie kunnen maken; Beheersing van elementaire EHBO-technieken; In staat om richting klant en autoriteiten een deugdelijke klachtenafhandeling te realiseren; Bij een eetkraam: kennis van kwaliteitszorg/hygiëne.

2.6 Ondernemerschap

Kerntaak 12: marketing Aspecten als prijs, standplaats, ontvangst van bezoekerstechnieken, promotie en reclame bepalen voor een belangrijk deel het succes van een kermisattractie. Reclameactiviteiten en publiciteit dienen afgestemd te worden met de lokale overheid en de organisator van de kermis.

Competenties Creatief zijn; Sociaal en communicatief vaardig zijn; Zowel commercieel als klantgericht zijn; Goed kunnen presenteren en klanten enthousiasmeren; Competitief zijn; Kennis van auteursrechten en merkenwet.

Kerntaak 13: investeren in (nieuwe) attracties De exploitant maakt een overzicht van de vraag op de markt, de concurrentie, de technologische, maatschappelijke, economische ontwikkelingen en de kenmerken van de doelgroep. Zo ontstaat een realistisch beeld van sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen voor de onderneming. In het kader van ondernemerschap wordt een investeringsbegroting en / of een financieringsplan opgesteld, zodat inzichtelijk is welke investeringen nodig zijn en hoe 8 Verordeningen EG nr. 852-2004, nr. 853/2004. Nr. 854/2004 en 1925/2006

Page 28: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

27

deze gefinancierd kunnen worden. Hierbij wordt ingeschat wat de financiële consequenties van investerings- en financieringsmogelijkheden zijn en hoe op basis hiervan een verantwoord investeringsbesluit genomen kan worden.

Competenties Marktanalyses kunnen maken; Actief inspelen op kansen en de vraag van de doelgroep; Een financieringsplan / investeringsbegroting kunnen opstellen; Zakelijke deals sluiten (onderhandelen over voorwaarden).

3 Ontwikkeling in het kermiswezen

Uit bovenstaande beschrijving van kerntaken blijkt dat de kermisexploitant binnen de meeste taakdomeinen geconfronteerd met veiligheidsaspecten. Het is dan ook belangrijk dat de exploitant op de hoogte is van de wet- en regelgeving die van invloed is op diens onderneming. Duitsland kent ’s werelds strengste veiligheidsvoorschriften voor kermisexploitanten. De eisen die de laatste jaren worden gesteld zijn toegenomen en daarmee ook het kostenpakket voor de exploitant. Om deze kosten te dekken is het belangrijk dat kermissen bezoekers blijven trekken en met hun tijd meegaan. Om hieraan tegemoet te komen doen kermisexploitanten steeds grotere investeringen in nieuwe attracties, met als gevolg dat de bedrijfsrisico’s toenemen.

In dit kader vormt een goede verstandhouding met lokale autoriteiten en de inspectiediensten een belangrijke meerwaarde. Door actief contact te leggen met mensen binnen (en buiten) de branche en deze contacten te onderhouden vergroot exploitanten hun relatienetwerk. Met behulp van dit netwerk is elke exploitant beter in staat kansen te grijpen, (commerciële) samenwerking op te zetten en de onderneming te versterken.

Page 29: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

28

Bijlage B – Overlappingen tussen de vier beoordelingsstandaarden en de competenties van een kermisexploitant

In het schema op pagina 5, in de eerste kolom, staan vier beroepen die als standaard binnen een EVC-procedure kunnen fungeren. Hieronder wordt voor elk daarvan aangeven welke bouwstenen, respectievelijk kennis- en vaardigheidsgebieden, binnen een opleiding aan de orde komen. De nummers van de bouwstenen/gebieden staan in de vierde, uit sub-kolommen opgebouwde, hoofdkolom, getiteld Overlapping tussen in beroepsopleidingen te verwerven competenties en die van een kermisexploitant*

Beroepsopleidingsbouwstenen (Ausbildungsbausteine) voor het beroep van Elektroniker/-in Fachrichtung Energie- und Gebäudetechnik

Ausbildungsbausteinstruktur: Ausbildungsbaustein 1 (Grundlagen für elektrische Installationen, Steuerungen und IT-

Systeme) Ausbildungsbaustein 2 (Installieren und Warten elektrotechnischer Anlagenteile,

Durchführen von Schutzmaßnahmen) Ausbildungsbaustein 3 (Elektroniker Fachrichtung Energie- und Gebäudetechnik

Elektronikerin Fachrichtung Energie- und Gebäudetechnik) Ausbildungsbaustein 4 (Installieren, Inbetriebnehmen, Warten und Instandsetzen von

Anlagen, Geräten und kommunikationstechnischen Einrichtungen) Ausbildungsbaustein 5 (Installieren, Inbetriebnehmen, Warten und Instandsetzen von

dezentralen Energieversorgungs- und Energiewandlungssystemen) Ausbildungsbaustein 6 (Prüfen und Instandhalten von gebäudetechnischen Systemen)

Beroepsopleidingsbouwstenen (Ausbildungsbausteine) voor het beroep van Kaufmann/-frau im Einzelhandel Verkäufer/-in

Ausbildungsbausteinstruktur: Ausbildungsbaustein 1 (Durchführen verkaufsbezogener Aufgaben) Ausbildungsbaustein 2 (Arbeiten in komplexen Verkaufsprozessen) Ausbildungsbaustein 3.1 (Kontrollieren und Steuern des Warenflusses) Ausbildungsbaustein 3.2 (Führen von Beratungsgesprächen) Ausbildungsbaustein 3.3 (Arbeiten im Servicebereich Kasse) Ausbildungsbaustein 3.4 (Durchführen von Marketingmaßnahmen) Ausbildungsbaustein 4 (An Einzelhandelsprozessen mitwirken) Ausbildungsbaustein 5.1 (Führen komplexer Beratungs- und Verkaufsgespräche) Ausbildungsbaustein 5.2 (Einsatz des Warenwirtschaftssystems in Beschaffungsprozessen) Ausbildungsbaustein 5.3 (Durchführen warenwirtschaftlicher Analysen) Ausbildungsbaustein 5.4 (Steuern und Kontrollieren von Geschäftsprozessen) Ausbildungsbaustein 5.5 (Steuern von Marketingmaßnahmen) Ausbildungsbaustein 5.6 (Nutzung von IT-Anwendungen) Ausbildungsbaustein 5.7 (Vorbereiten auf Führungsaufgaben) Ausbildungsbaustein 5.8 (Vorbereiten auf unternehmerische Selbstständigkeit)

Page 30: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

29

Verordening betreffende de beroepsopleiding tot Fachkraft für Veranstaltungstechnik

Gegenstand der Berufsausbildung sind mindestens die folgenden Fertigkeiten und Kenntnisse: 1. Berufsbildung, Arbeits- und Tarifrecht 2. Aufbau und Organisation des Ausbildungsbetriebes 3. Sicherheit und Gesundheitsschutz bei der Arbeit 4. Umweltschutz 5. Konzipieren und Kalkulieren 6. Beurteilen der Sicherheit und der Infrastruktur von Veranstaltungsstätten 7. Planen von Arbeitsabläufen; Zusammenarbeiten im Team, Projektkoordination 8. Bereitstellen, Einrichten und Prüfen von Geräten und Anlagen 9. Sichern, Transportieren und Lagern von Geräten und Anlagen 10. Aufstellen, Montieren und Demontieren von Veranstaltungsaufbauten, Bedienen von

bühnen- und zenentechnischen Einrichtungen 11. Organisieren, Bereitstellen und Prüfen der Energieversorgung 12. Aufbauen, Einrichten und Bedienen von Beleuchtungs- und Projektionsanlagen 13. Aufbauen, Einrichten und Bedienen von Beschallungsanlagen 14. Aufnehmen und Übertragen von Bild, Ton und Daten 15. Bewerten und Einsetzen von Effekten 16. Durchführen von Veranstaltungen und Projekten

Verordening betreffende de beroepsopleiding tot beroepen in het Gastgewerbe

Gegenstand der Berufsausbildung sind mindestens die folgenden Fertigkeiten und Kenntnisse: 1. Berufsbildung, Arbeits- und Tarifrecht 2. Aufbau und Organisation des Ausbildungsbetriebes 3. Sicherheit und Gesundheitsschutz bei der Arbeit 4. Umweltschutz 5. Umgang mit Gästen, Beratung und Verkauf 6. Einsetzen von Geräten, Maschinen und Gebrauchsgütern, Arbeitsplanung 7. Hygiene 8. Küchenbereich 9. Servicebereich 10. Büroorganisation und -kommunikation 11. Warenwirtschaft 12. Werbung und Verkaufsförderung 13. Wirtschaftsdienst

Page 31: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1
Page 32: INVET – Informal Vocational Education of Travellers EVC ... · 3 Beschrijving van een EVC-procedure: taken van de begeleider en de assessor, instrumenten en formulieren Figuur 1

Land Nordrhein-Westfalenvertreten durch die Bezirksregierung ArnsbergSeibertzstraße 1, 59821 Arnsberg Telefon 02931 82-0 Telefax 02931 82-2520 [email protected] www.bra.nrw.de