Instructie grammatica Woordvolgorde II Een vergelijking met het Nederlands.

5
Instructie grammatica Woordvolgorde II Een vergelijking met het Nederlands

Transcript of Instructie grammatica Woordvolgorde II Een vergelijking met het Nederlands.

Page 1: Instructie grammatica Woordvolgorde II Een vergelijking met het Nederlands.

Instructie grammatica

Woordvolgorde IIEen vergelijking met het

Nederlands

Page 2: Instructie grammatica Woordvolgorde II Een vergelijking met het Nederlands.

Wat is hetzelfde? Over het algemeen gebruik je voor

Engelse zinnen dezelfde volgorde. Bijvoorbeeld:

“Kim gaat naar huis.” “Kim goes home.”

“Ik hou van films kijken.” “I love watching movies.”

Page 3: Instructie grammatica Woordvolgorde II Een vergelijking met het Nederlands.

Er is nog meer hetzelfde:

“Hij geeft het cadeau aan mij.” “He gives the present to me.”

“Zij geeft me de sleutel.” “She gives me the key.”

Page 4: Instructie grammatica Woordvolgorde II Een vergelijking met het Nederlands.

Verschillen “Wij gaan om 7 uur naar huis.” “We go home at 7.”

=> => plaatsplaats & tijd (waar en wanneer) & tijd (waar en wanneer) => place & time (where and when)=> place & time (where and when)

“Ze gaat met de fiets naar huis.” “She goes home by bike.”

=>=> woorden als ‘woorden als ‘never, always, hardlynever, always, hardly’ etc. ’ etc. komen aan het einde van de zinkomen aan het einde van de zin

Page 5: Instructie grammatica Woordvolgorde II Een vergelijking met het Nederlands.

Meer verschillen: “Zij belt me nooit.” “She never calls me.”

=> bijwoorden zoals ‘never, always, continually’ etc voor het werkwoord.

“Hij heeft altijd hard gewerkt.” “He has always worked hard.”

=> bijwoorden na het eerste werkwoord als er meer werkwoorden zijn.

=> gesteldheid achteraan in de zin