Installatie-instructie Lucht-water split...

36
Installatie-instructie Lucht-water split warmtepomp 6 720 813 707-00.2I ODU Split 2 ODU Split 4 ODU Split 6 ODU Split 8 ODU Split 11t ODU Split 13t ODU Split 15t 6 720 817 355 (2015/06)

Transcript of Installatie-instructie Lucht-water split...

Page 1: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Installatie-instructie

Lucht-water split warmtepomp

6 720 813 707-00.2I

ODU Split 2ODU Split 4ODU Split 6ODU Split 8ODU Split 11tODU Split 13tODU Split 15t

6 72

0 81

7 35

5 (2

015/

06)

Page 2: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen . . . . 31.1 Uitleg van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . 31.2 Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . 3

2 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

3 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43.1 Specificaties buitenunit . . . . . . . . . . . . . . 43.2 Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43.3 Minimaal volume en gebruik van de cv-

installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43.4 Typeplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43.5 Transport en opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . 43.6 Aansluitprincipe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43.7 Automatisch ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . 5

4 Technische instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54.1 1-fase buitenunit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64.2 3-fase buitenunit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74.3 Koudemiddelcircuit . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84.4 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

5 Voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

6 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126.1 Optillen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126.2 Checklist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126.3 Fundering voor de opstelling . . . . . . . . . 126.4 Omgevingsomstandigheden op de

opstellingslocatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146.5 Aanbrengen van muurdoorvoeren . . . . . . 146.6 Opstelling in de nabijheid van de zee . . . 146.7 Van het jaargetijde afhankelijk wind en

veiligheidsmaatregelen in de winter . . . . . 14

7 Koudemiddelleidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157.1 Aansluiting van de koudemiddelleidingen 157.2 Montage van de koudemiddelleiding . . . . 157.3 Vullen van het cv-systeem . . . . . . . . . . . . 18

8 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198.1 CAN-BUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208.2 Elektrische bedrading . . . . . . . . . . . . . . . 208.3 Schakelschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

9 Afsluitende werkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309.1 Maken van de leidingbundel . . . . . . . . . . 309.2 Dichtheidstest en vacuüm . . . . . . . . . . . . 30

10 Milieubescherming en afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . 31

11 Inspectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3211.1 Verdamper . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3211.2 Terugzuigen van het koudemiddel in de

buitenunit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)2

Page 3: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen

1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen

1.1 Uitleg van de symbolen

Waarschuwing

De volgende signaalwoorden zijn vastgelegd en kunnen in dit document worden gebruikt:• OPMERKING betekent dat materiële schade kan ontstaan.• VOORZICHTIG betekent dat licht tot middelzwaar lichamelijk letsel

kan optreden.• WAARSCHUWING betekent dat zwaar tot levensgevaarlijk lichame-

lijk letsel kan optreden.• GEVAAR betekent dat zwaar tot levensgevaarlijk lichamelijk letsel

zal optreden.

Belangrijke informatie

Aanvullende symbolen

1.2 Algemene veiligheidsinstructiesDeze installatie-instructie is bedoeld voor installateurs van cv-installa-ties, - en elektrotechniek.▶ Lees alle installatie-instructies (buitenunit, cv-regelaar enzovoort)

zorgvuldig door voor de installatie.▶ Houd de veiligheids- en waarschuwingsinstructies aan.▶ Houd de nationale en regionale voorschriften, technische regels en

richtlijnen aan.▶ Documenteer uitgevoerde werkzaamheden.

Bedoeld gebruikDeze buitenunit is uitsluitend bedoeld voor het verwarmen in gesloten warmwaterverwarmingsinstallaties in woongebouwen.Ieder ander gebruik komt niet overeen met de voorschriften. Daaruit re-sulterende schade valt niet onder de fabrieksgarantie.

Installatie, inbedrijfstelling en onderhoudInstallatie, inbedrijfstelling en onderhoud mogen alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd.▶ Gebruik alleen originele reserve-onderdelen.

Elektrotechnische werkzaamhedenElektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door elektrotechnici worden uitgevoerd.▶ Voor elektrotechnische werkzaamheden:

– Schakel de netspanning over alle polen uit en borg deze tegen herinschakelen.

– Controleer de afwezigheid van elektrische spanning.▶ Houd de aansluitschema's van de overige installatiedelen ook aan.

Omgang met het koudemiddelIn de buitenunit wordt het koudemiddel R410A gebruikt.▶ Alleen gekwalificeerde en gecertificeerde koudemiddeltechnici mo-

gen werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit uitvoeren.▶ Bij alle werkzaamheden met koudemiddel altijd geschikte veilig-

heidshandschoenen en veiligheidsbril dragen.

Gedrag bij ontsnappend koudemiddelOntsnappend koudemiddel kan bij aanraken van de lekkageplaats be-vriezing tot gevolg hebben.▶ Wanneer koudemiddel ontsnapt, geen onderdelen van de buitenunit

aanraken.▶ Voorkom huid- of oogcontact met het koudemiddel.▶ Schakel bij huid- of oogcontact met het koudemiddel een arts in.▶ Neem direct contact op met de installateur, wanneer koudemiddel

ontsnapt.

Overdracht aan de eigenaarInstrueer de eigenaar bij de overdracht in de bediening en bedrijfsom-standigheden van de cv-installatie.▶ Leg de bediening uit – ga daarbij in het bijzonder in op alle veilig-

heidsrelevante handelingen.▶ Wijs erop, dat ombouw of herstelwerkzaamheden alleen door een er-

kend installateur mogen worden uitgevoerd.▶ Wijs op de noodzaak tot inspectie en onderhoud voor een veilig en

milieuvriendelijk bedrijf.▶ Geef de installatie- en bedieningsinstructies aan de eigenaar in bewa-

ring.▶ Niet in de ventilator of in de verdamperlamellen grijpen! Verwon-

dingsgevaar!

Veiligheidsinstructies in de tekst worden aangegeven met een gevarendriehoek.Het signaalwoord voor de waarschuwing geeft het soort en de ernst van de gevolgen aan indien de maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet worden nageleefd.

Belangrijke informatie zonder gevaar voor mens of mate-rialen wordt met het nevenstaande symbool gemar-keerd.

Symbool Betekenis▶ Handeling Verwijzing naar een andere plaats in het document• Opsomming– Opsomming (2e niveau)

Tabel 1

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 3

Page 4: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Leveringsomvang

2 Leveringsomvang

Afb. 1

[1] Buitenunit, ODU split 2[2] Buitenunit, ODU split 4/6/8[3] Buitenunit, ODU split 11t/13t/15t

3 AlgemeenDe taal van het originele handboek is Engels. Andere talen zijn een verta-ling van het originele handboek.

3.1 Specificaties buitenunitDe buitenunit is voor buitenopstelling bedoeld in combinatie met een binnenunit opgesteld in een gebouw.

3.2 GebruikDe buitenunit is uitsluitend bedoeld voor het verwarmen in gesloten warmwaterverwarmingsinstallaties conform EN 12828. Elk ander gebruik is niet conform de bedoeling. Daaruit resulterende schade valt niet onder de fabrieksgarantie.

3.3 Minimaal volume en gebruik van de cv-installatie

Omdat voor de verschillende combinaties van buitenunit en cv-installa-tie verschillende eisen gelden, is geen minimaal volume opgegeven. In plaats daarvan gelden voor alle buitenunits, onafhankelijk van de dimen-sionering, de volgende voorwaarden:

Ongemengde vloerverwarmingsinstallatie zonder buffervat:Om te waarborgen, dat voldoende energie voor de buitenunit en de ont-dooifunctie beschikbaar is, moet het verwarmde vloeroppervlak mini-maal 22 m2 groot zijn. In de grootste ruimte (referentieruimte) moet een kamerthermostaat zijn geïnstalleerd. De door de kamerthermostaat ge-meten kamertemperatuur is bedoeld voor de berekening van de aan-voertemperatuur (principe: weersafhankelijk geregeld met invloed van de kamertemperatuur). In de referentieruimten moeten alle zone-kranen (thermostaten) volledig zijn geopend. Onder bepaalde omstan-digheden kan de elektrische bijverwarming worden geactiveerd, om

volledig ontdooien te waarborgen. Dit is afhankelijk van het beschikbare vloeroppervlak.

Ongemengde radiatorinstallatie zonder buffervat:Om te waarborgen, dat voldoende energie voor de buitenunit en de ont-dooifunctie beschikbaar is, zijn per installatie minimaal 4 radiatoren met elk 500 W nodig. Waarborg dat de thermostaatkranen van de radiatoren volledig zijn geopend. In de referentieruimte moet een kamerthermos-taat zijn geïnstalleerd, zodat de aanvoertemperatuur aan de hand van de gemeten kamertemperatuur kan worden berekend. Onder bepaalde om-standigheden kan de elektrische bijverwarming worden geactiveerd, om een volledig ontdooien te waarborgen. Dit is afhankelijk van het aantal beschikbare radiatoren.

CV-installaties met een ongemengd cv-circuit (radiatoren) en een gemengd cv-circuit (vloerverwarming) zonder buffervatOm te waarborgen, dat voldoende energie voor de buitenunit en de ont-dooifunctie beschikbaar is, zijn per installatie minimaal 4 radiatoren met elk 500 W in het ongemengde cv-circuit nodig. Waarborg dat de ther-mostaatkranen van de radiatoren volledig zijn geopend. Onder bepaalde omstandigheden kan de elektrische bijverwarming worden geactiveerd, om een volledig ontdooien te waarborgen. Dit is afhankelijk van het aan-tal beschikbare radiatoren en het vloeroppervlak.

Alleen gemengde cv-circuits (geldt ook voor cv-circuit met ventila-torconvector)Om te waarborgen, dat voldoende energie voor de buitenunit en de ont-dooifunctie beschikbaar is, is een buffervat met minimaal 50L voor de buitenunits ODU Split 2 t/m 8 nodig en 120L voor de buitenunits ODU Split 11t t/m 15t.

3.4 TypeplaatDe typeplaat van de buitenunit bevindt zich op de onderhoudsklep. Deze bevat informatie over het verwarmingsvermogen van de buitenunit en de hoeveelheid koudemiddel, het artikel- en serienummer en de productie-datum.

3.5 Transport en opslagDe buitenunit altijd verticaal transporteren en opslaan. Deze kan tijdelijk licht worden gekanteld (maximaal 45°), maar mag niet worden neerge-legd.De buitenunit niet bij temperaturen onder – 25 °C opslaan of transpor-teren.

3.6 AansluitprincipeDe functie is gebaseerd op een vraaggestuurde regeling van het com-pressorvermogen met bijschakelen van de geïntegreerde/externe bij-verwarming via de binnenunit. De bedieningseenheid HMC300 stuurt de buitenunit aan volgens de ingestelde stooklijn. Wanneer de buitenunit de warmtevraag van het huis niet alleen kan afdekken, start de binnen-

1 2 3

6 720 813 707-02.1I

De installatie mag alleen door opgeleid personeel wor-den uitgevoerd. De installateur moet de lokale regels en voorschriften en instructies in de installatie- en gebrui-kersinstructie aanhouden.

Om te vaak starten en uitschakelen, onvolledig ontdooi-en en onnodige alarmen te vermijden, moet de in de in-stallatie opgeslagen hoeveelheid energie voldoende groot zijn. Energie wordt in de waterhoeveelheid van de cv-installatie, in de installatiecomponenten (radiatoren) en in de vloer (vloerverwarming) opgeslagen.

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)4

Page 5: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Technische instructies

unit automatisch de bijverwarming, die samen met de buitenunit de ge-wenste temperatuur in het huis en eventueel de boiler genereert.CV- en warmwaterbedrijf bij uitgeschakelde warmtepompBij buitentemperaturen onder –20 °C wordt de buitenunit automatisch uitgeschakeld en kan geen warmte voor het cv-water produceren. In dit geval neemt de bijverwarming van de binnenunit automatisch het ver-warmings- en warmwaterbedrijf over.

3.7 Automatisch ontdooienDe buitenunit werkt met de zogenaamde verwarmingsgasontdooiing. Tijdens het ontdooien wordt de doorstroomrichting in het koudemiddel-circuit door een elektrisch geregelde 4-wegklep omgekeerd.Het verwarmingsgas smelt het ijs op de lamellen van de verdamper. Daarbij koelt de cv-installatie iets af. Het ontdooien wordt via de in de buitenunit geïntegreerde sensor gestuurd. De duur van het ontdooien hangt af van de ijsdikte en de actuele buitentemperatuur.Onder de verdamper van de buitenunit dient de bodem van de behuizing als opvangbak voor optredend condenswater en ijs. De bodem van de behuizing wordt via een geïntegreerde verwarmingskabel verwarmd. Het ontdooien wordt tijdens verwarmen bij inlaattemperaturen onder 0 °C ingeschakeld en bij buitentemperaturen boven 1 °C uitgeschakeld.

4 Technische instructiesBereik voor buitenunit zonder bijverwarming

Afb. 2 ODU split 2–15

[T1] Temperatuur aanvoer[T2] Buitentemperatuur

Wij adviseren bovendien een condensaatafvoerverwar-ming in de condensaatafvoerbak (accessoire voor doel-gerichte condensaatafvoer) te installeren.

Op de betreffende aansluitklemmen ( afb. 33 [8], 34 [9], 35 [14]) van de buitenunit mag alleen condensaat-afvoerverwarming met een maximaal vermogen van 90 kW worden aangesloten.

35

45

50

55

60

-30

T2 (°C)

T1( °C)

30

25

20

15

10-20 0-10 10 20 30 40

6 720 813 155-10.1I

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 5

Page 6: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Technische instructies

4.1 1-fase buitenunitEenheid Split 2 Split 4 Split 6 Split 8

Bedrijf lucht/waterVerwarmenVerwarmingsvermogen bij A2/W35 1)2) kW 2,6 4,5 5,0 5,2Opgenomen vermogen bij A2/W351) kW 0,7 1,3 1,4 1,5Modulatiebereik bij A2/W35 kW 1 - 4,5 2 - 6 2 - 7 2 - 7,5COP bij A2/W351) 3,71 3,46 3,57 3,47Verwarmingsvermogen bij A7/W351)2) kW 3 5 7 9Opgenomen vermogen bij A7/W351) kW 0,6 1,1 1,6 2,0Modulatiebereik bij A7/W35 kW 1 - 4,6 2,5 - 8,6 2,5 - 9,5 2,5 - 10,2COP bij A7/W351) 4,8 4,7 4,3 4,4Verwarmingsvermogen bij A-7/W351)2) kW 3,5 5,5 6,0 7,2Opgenomen vermogen bij A-7/W35 1) kW 1,2 2,2 2,4 2,8COP bij A-7/W351) kW 3,0 2,5 2,5 2,6KoelenKoelvermogen bij A35/W181) kW 3 5 7 8EER bij A35/W181) 3,3 3,3 3,3 3,3Elektrische gegevensStroomvoorziening 230V, 1N AC 50HzAanbevolen installatie-automaat3) A 16 16 16 16Maximale stroomsterkte4) A 20,06 23,9 23,9 23,9Startstroom A <3cos φ 0.98..0.99Gegevens KoudemiddelcircuitAansluittype Flensaansluiting 3/8” – 5/8”Koudemiddel type5) R410AHoeveelheid koelmiddel kg 1,0 1,6 1,6 1,6Lucht- en geluidsgegevenVentilatormotor (DC-inverter) W 85,4 124 124 124Nominale luchtdebiet m3/h 1920 3000 3600 3600Geluidsdrukniveau op 1 m afstand dB(A) 52 52 52 52Geluidsvermogensniveau6) dB(A) 65 65 65 65Maximaal geluidsvermogensniveau dB(A) 70 70 70 70Silent mode (nachtbedrijf) dB(A) -3AlgemeenCompressorolie FVC68DHoeveelheid compressorolie ml 570 900 900 900Maximale aanvoertemperatuur van het cv-water, alleen buitenunit °C 55Maximale aanvoertemperatuur van het cv-water, alleen bijverwarming °C 80Beschermingsklasse X4Afmetingen (BxDxH) mm 870x320x655 950x330x834 950x330x834 950x330x834Gewicht kg 46 60 60 60

Tabel 2 Buitenunit1) EN 145112) Het opgegeven verwarmingsvermogen is een nominale waarde 3) Geen speciale beveiligingswaarde of -type nodig. De inschakelstroom is laag en overschrijdt de bedrijfsstroom niet.4) Inschakelstroom; type-afhankelijk, er treedt geen startpiek op.5) GWP100 = 19806) Geluidsvermogensniveau conform EN 12102 (nominaal vermogen bij A7/W55)

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)6

Page 7: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Technische instructies

4.2 3-fase buitenunitEen-heid Split 11t Split 13t Split 15t

Bedrijf lucht/waterVervarmenVerwarmingsvermogen bij A2/W351) 2) kW 7,5 8,5 9,5Opgenomen vermogen bij A2/W351) kW 2,1 2,4 2,7Modulatiebereik bij A2/W35 kW 3,5 - 13 3,5 - 14 3,5 - 14,5COP bij A2/W351) 3,57 3,54 3,52Verwarmingsvermogen bij A7/W351) 2)

1) EN 145112) Het opgegeven verwarmingsvermogen is een nominale waarde

kW 12 14 16Opgenomen vermogen bij A7/W351) kW 2,9 3,4 4,0Modulatiebereik bij A7/W35 kW 4 - 15 4 - 16,2 4 - 17,4COP bij A7/W351) 4,2 4,1 4Verwarmingsvermogen bij A-7/W351) 2) kW 10,0 11,0 12,5Opgenomen vermogen bij A-7/W35 1) kW 3,7 4,1 4,7COP bij A-7/W351) kW 2,7 2,7 2,7KoelenKoelvermogen bij A35/W181) kW 12 14 15EER bij A35/W181) 3,3 3,3 3,3Elektrische gegevensStroomvoorziening 400 V, 3N AC 50 HzAanbevolen installatie-automaat3)

3) Geen speciale beveiligingswaarde of -type nodig. De inschakelstroom is laag en overschrijdt de bedrijfsstroom niet.

A 3 x 13 3 x 13 3 x 13Maximale stroomsterkte4)

4) Inschakelstroom; type-afhankelijk, er treedt geen startpiek op.

A 11,1 13,3 14,0Startstroom A <3cos φ 0.98..0.99Gegevens KoudemiddelcircuitAansluittype Flensaansluiting 3/8” – 5/8”Koudemiddel type5)

5) GWP100 = 1980

R410AHoeveelheid koelmiddel kg 2,3 2,3 2,3Lucht- en geluidsgegevenVentilatormotor (DC-inverter) W 2x124 2x124 2x124Nominale luchtdebiet m3/h 2x3600 2x3600 2x3600Geluidsdrukniveau op 1 m afstand dB(A) 55 55 55Geluidsvermogensniveau6)

6) Geluidsvermogensniveau conform EN 12102 (nominaal vermogen bij A7/W55)

dB(A) 68 68 68Maximaal geluidsvermogensniveau dB(A) 71 71 71Silent mode (nachtbedrijf) dB(A) -3AlgemeenCompressorolie FVC68DHoeveelheid compressorolie ml 1300 1300 1300Maximale aanvoertemperatuur van het cv-water, alleen buitenunit °C 55Maximale aanvoertemperatuur van het cv-water, alleen bijverwarming °C 80Afmetingen (BxDxH) mm 950x330x1380 950x330x1380 950x330x1380Gewicht kg 96 96 96

Tabel 3 Buitenunit

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 7

Page 8: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Technische instructies

4.3 Koudemiddelcircuit

Afb. 3 Koudemiddelcircuit

[1] Binnenunit[2] Buitenunit[3] Platenwarmtewisselaar van de binnenunit[4] Platenwarmtewisselaar van de buitenunit[5] Vloeistofzijde[6] Gaszijde[7] 3-weg servicekraan (buitenunit)[8] Koudemiddelcollector[9] Compressor[10] Druksensor[11] 4-weg omschakelventiel[12] Koelen[13] Verwarmen

EEV

TR3

TR7TR4

TL2

TR8

TR6

TR5

6 720 813 707-09.2I

1 2

3 4

5

6

7

7 8

9

10 11

12

13

Categorie Symbool Betekenis OpmerkingenBinnenunit TR7 Verwarmingstemperatuursensor condensorin-

gangZie instructie binnenunit

TR3 Verwarmingstemperatuursensor condensoruit-gang

Tabel 4

CategorieSym-bool Betekenis Printplaataansluiting

Type ODU split 2ODU split 4...8

ODU split 11t...15t

BuitenunitTR5 Temperatuursensor compressoraanzuig-

leidingNTC-5k CN-SUCTION (GN) CN_TH3 CN_TH2

TR6 Temperatuursensor compressoruitlaatlei-ding

NTC-200k CN-DISCHARGE (BK)

TR4 Condensatortemperatuursensor NTC-5k CN-C_PIPE (VI) CN_TH2 CN_TH1TL2 Buitenluchttemperatuursensor NTC-10k CN-AIR (YL)TR8 Middelste condensortemperatuursensor NTC-5k CN-MID (BR) CN_TH4 CN_TH3EEV Elektronisch expansieventiel CN-EEV_A (WH) CN_EEV1 CN_LEV1

Tabel 5

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)8

Page 9: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Technische instructies

4.4 Afmetingen

Afb. 4 Afmetingen buitenunit ODU split 2

[1] Richting van het leidingverloop[2] 4 gaten voor ankerbouten (M10)[3] Luchtrichting

1

2

6 720 813 707-04.3I

3

3

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 9

Page 10: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Technische instructies

Afb. 5 Afmetingen buitenunit ODU split 4...8

[1] Servicekraan vloeistofzijde[2] Servicekraan gaszijde[3] Luchtuitlaatrooster[4] 4 gaten voor ankerbouten (M10)[5] Houder[6] Luchtrichting

6 720 813 707-05.2I

4

5

3

1

2

6

6

390

834

165 620 165950

390

809

364

330

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)10

Page 11: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Technische instructies

Afb. 6 Afmetingen buitenunit Split 11t...15t

[1] Servicekraan vloeistofzijde[2] Servicekraan gaszijde[3] Luchtuitlaatrooster[4] 4 gaten voor ankerbouten (M10)[5] Houder[6] Luchtrichting

390

1380

1356

490

360

330

390165165 620

950

1

2

3

4

5

6 720 813 707-03.2I

6

6

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 11

Page 12: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Voorschriften

5 VoorschriftenBij de installatie en inbedrijfname van de warmtepomp moeten de be-sluiten, richtlijnen, technische reglementen, normen en voorschriftennauwkeurig gerespecteerd worden in hun huidige versie.• NEN 14511 (warmtepompen met elektrisch aangedreven compres-

sorvoor verwarmen, eisen aan toestellen voor ruimteverwarming en voor verwarmen van warm water.

• NEN 378 (veiligheidstechnische en milieurelevante eisen aan koelin-stallaties en warmtepompen).

• NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties).• F-gassen verordening.• Eventuele lokale voorschriften zoals bouw- en brandvoorschriften.• CE-markering.• De CE markering geeft aan dat de apparaten die in deze handleiding-

worden beschreven, voldoen aan de volgende richtlijnen:– Europese Richtlijn 2004-108 van het Europees Parlement en de

Raad van Europa over elektromagnetische compatibiliteit.– Europese Richtlijn 2006-95 van het Europees Parlement en de

Raad van Europa over laagspanning.– Europese Richtlijn 1997-23 van het Europees Parlement en de

Raad van Europa over de druk van apparatuur.– Europese richtlijn 2007-1494 van de Commissie van 17 decem-

ber 2007 tot vaststelling, overeenkomstig richtlijn 2006-842 van het Europees Parlement en de Raad van Europa, van de vorm van etiketten.

– En aanvullende etiketteringseisen betreffende producten en ap-paratuur die bepaalde gefluoresceerde broeikasgassen bevatten.

– Europese richtlijn 2006-842 van het Europees Parlement en de Raad van Europa van 17 mei 2006 over bepaalde gefluoresceer-de broeikasgassen (PB van 14 juni 2006).

• EN 12828 (cv-systemen in gebouwen - ontwerp van warmwater-ver-warmingsinstallaties)

• EN 60335 (veiligheid van elektrische apparatuur voor huishoudelijk gebruik en soortgelijke doeleinden)Deel 1 (algemene eisen) deel 2–40 (bijzondere eisen voor elektrisch aangedreven warmte-pompen, airconditioning en kamerontvochtigers)

6 InstallatieDe buitenunit wordt buiten opgesteld. Daar vindt de warmtewisseling met de omgevingslucht plaats. Daarom moet rondom de buitenunit vol-doende ruimte aanwezig zijn en moeten bepaalde omgevingscondities heersen.Dit hoofdstuk beschrijft de opstelling van de buitenunit, de bekabeling met de binnenunit en de aansluiting daarop. Bovendien zijn instructies opgenomen voor de installatie bij zee.

6.1 Optillen▶ Wanneer de buitenunit hangend wordt gedragen, moeten de kabels

tussen de voeten van de bodemplaat en, onder de eenheid door wor-den geplaatst.

▶ Bij het hijsen de kabels altijd op 4 plaatsen aanslaan, zodat een gelijk-matige lastverdeling is gewaarborgd.

▶ Kabels onder een hoek van maximaal 40° op de buitenunit bevesti-gen.

▶ Bij het plaatsen alleen accessoires en componenten gebruiken, die voldoen aan de gespecificeerde technische gegevens.

6.2 Checklist

1. Buitenunit op een vaste ondergrond opstellen (hoofdstuk 6.3) en bevestigen.

2. Koudemiddelleidingen van de buitenunit installeren (hoofdstuk 7).

3. Condensafvoerleiding en condensafvoerverwarming (accessoires) van de buitenunit installeren. De condensafvoerverwarming kan op de buitenunit (ontdooien via thermostaat geregeld) ( afb. 33 [8], 34 [9], 35 [14]) of de binnenunit (installatie-instructie van de binnenunit) (correct ontdooien) worden aangesloten.

4. Buitenunit op de binnenunit aansluiten (installatie-instructie van de binnenunit).

5. CAN-BUS-kabel tussen buiten- en binnenunit aansluiten (hoofdstuk 8.1).

6. Stroomaansluiting op de buitenunit uitvoeren (hoofdstuk 8).

6.3 Fundering voor de opstelling

▶ Controleer de draagkracht en vlakheid van het opstellingsoppervlak, zodat de buitenunit tijdens bedrijf geen trillingen of geluid veroor-zaakt.

▶ Bevestig de buitenunit met behulp van de funderingsbouten. (4 sets standaard M10 funderingsbouten, moeren en vulringen klaar leggen. Bevestiging is niet meegeleverd.)

▶ Schroef de funderingsbouten bij voorkeur zover in, dat deze 20 mm boven het funderingsoppervlak uitsteken.

Ga bij het dragen van de buitenunit uiterst zorgvuldig te werk:▶ Draag de buitenunit altijd met minimaal 2 personen.▶ Bepaalde producten zijn met PP-band verpakt. Ge-

vaar – gebruik deze banden niet voor het transport!▶ Raak de lamellen van de warmtewisselaar niet aan

met blote handen. Er bestaat gevaar voor lichamelijk letsel.

▶ Verklein de kunststoffolie van de verpakking en voer deze zorgvuldig af, zodat het niet in handen van kin-deren terecht komt. Kunststoffolie kan bij kinderen verstikking veroorzaken.

▶ Hang de buitenunit in op 4 punten bij het dragen. Bij het dragen en tillen van de buitenunit op 3 punten, kan deze instabiel worden en vallen.

Elke installatie is individueel verschillend. De volgende checklist beschrijft in het algemeen het installatiepro-ces.

Om geluidsbelastingen bij een wandmontage te voorko-men, wordt geadviseerd, de buitenunit op de vloer te monteren.

De buitenunit zo mogelijk op vloerconsole (accessoire) monteren.

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)12

Page 13: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Installatie

Afb. 7 Bevestiging met funderingsbouten (mm)

[1] H-balk[2] Frame[3] Schotelveer[4] Moer[5] Betonnen fundering[6] Trillingsdempend materiaal (meegeleverd met de accessoires)

Afb. 8

[1] Pallet (houten drager) – voor het installeren verwijderen

Afb. 9 Buitenunit op de vloerconsole (bovenaanzicht)

[1] Buitenunit[2] Condensbak (accessoire)[3] Vloerconsole (accessoire)

Afb. 10 Afvoer condenswater via kiezelbed

[1] Buitenunit[2] Condensbak (accessoire)[3] Vloerconsole (accessoire)[4] Fundament 100 mm[5] Verdichte grintlaag 300 mm[6] Condenswaterleiding 40 mm[7] KiezelbedHet condenswater kan via een kiezelbed of via een afvoer worden afge-voerd. Voor de oplossing met de afvoer is een condensbak nodig, die als accessoire leverbaar is.De condensbak moet zijn voorzien van een verwarmingskabel, die in de bak en tot in de vorstvrije afvoer loopt.Als alternatief kan natuurlijk verzinken van het condens als oplossing worden gekozen. Hierbij kan ijsvorming op de bodem ontstaan.

VOORZICHTIG: Vorstgevaar!▶ Voor het plaatsen de pallet (houten drager) (

afb. 8) onder de bodemkuip van de buitenunit ver-wijderen.

WAARSCHUWING: Brandgevaar!▶ Voor het solderen de pallet (houten drager) (

afb. 8) onder de bodemkuip van de buitenunit ver-wijderen. Wanneer de pallet (houten drager) niet wordt verwijderd, bestaat bij soldeerwerkzaamhe-den brandgevaar.

200

75

75

200

100

1

2

3

4 5

6

6 720 813 707-33.1I

1

6 720 813 707-32.1I

1

3

2

3

Bij gebruik van de condensbak is een verwarmingskabel voor de afvoer noodzakelijk (accessoire).

90 c

m6 720 814 477-10.2I

4

5

6

7

1

332

>

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 13

Page 14: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Installatie

I

6.4 Omgevingsomstandigheden op de opstellingslocatie▶ Waarborg, dat de warmteafgifte (koelbedrijf) via de warmtewisse-

laar niet is beperkt, wanneer de buitenunit zich onder een dak be-vindt ter bescherming tegen directe zonnestralen of regen.

▶ Plaats de buitenunit niet aan de noordkant van het gebouw. Dit kan een lager rendement tot gevolg hebben.

▶ Waarborg, dat de door pijlen gemarkeerde afstanden voor, achter, boven en aan de zijkant van de buitenunit worden aangehouden.

▶ Plaats geen dieren en planten in de luchtstroom.▶ Houd rekening met het gewicht van de buitenunit en kies een opstel-

lingsplaats, waar het geluid en de trillingen minimaal zijn.▶ Kies de opstellingsplaats zodanig, dat het maximale geluidsdrukni-

veau geen hinder voor buren veroorzaakt.

Afb. 11 Minimale afstanden voor onderhoudsdoeleinden (mm)

[1] Hek of hindernissen[2] Overkapping

6.5 Aanbrengen van muurdoorvoerenHoud de instructies hierna aan, wanneer voor de aansluiting van binnen- en buitenunit muurdoorvoeren nodig zijn, de instructies hierna aanhou-den.▶ Leidingdoorvoeren met een kerngatboor met Ø 70 mm boren.▶ Om te voorkomen, dat regenwater binnendringt, moet het gat naar

de buitenmuur toe iets onder een hoek liggen.

Afb. 12 Afstand in mm

[1] Binnen[2] Wand[3] Buiten

6.6 Opstelling in de nabijheid van de zee

6.6.1 Keuze van de opstellingslocatie Wanneer de buitenunit in de buurt van de zee moet worden opgesteld, moet deze zo veel mogelijke beschermd tegen directe zeewind worden opgesteld.▶ Stel de buitenunit op aan de zijde die afgewend ligt van de zee (

afb. 13).▶ Wanneer de buitenunit aan de zeezijde wordt geïnstalleerd, moet ter

bescherming tegen de zeewind eventueel een windbescherming worden geplaatst ( afb. 14).– De windbescherming moet bestand zijn tegen de zeewind en

moet daarom bij voorkeur in beton worden uitgevoerd.– De hoogte en de breedte moeten meer dan 150% van de buiten-

unit zijn.– Houd voor een goede luchtcirculatie minimaal 700 mm afstand

aan tussen de buitenunit en de windbescherming.▶ Een opstellingslocatie met goede afwatering kiezen.

Afb. 13

[1] Zeewind

Afb. 14

[1] Windbescherming[2] Zeewind

6.7 Van het jaargetijde afhankelijk wind en veiligheids-maatregelen in de winter

In gebieden met sneeuwrijke of extreem koude winters, moeten voor het optimale bedrijf beschermende maatregelen voor de buitenunit worden genomen.▶ Ook in andere gebieden moeten maatregelen worden genomen tegen

de wind en sneeuw.

300

700

300

600

6 720 813 707-10.2I

2

1

1000

5~7m

m

6 720 813 707-11.1I

12

3

VOORZICHTIG: Gevaar voor corrosie!Corrosie kan vooral op de condensor en de verdamper-lamellen storingen veroorzaken of inefficiënt werken tot gevolg hebben.▶ Plaats de buitenunit niet in een omgeving, waar cor-

rosieve, bijvoorbeeld zure of alkalische, gassen op-treden.

▶ Stel het product niet zodanig op, dat deze direct aan zeewind (zoute wind) wordt blootgesteld.

▶ Plaats de buitenunit niet dicht bij de zee en bescherm deze zo mogelijk tegen directe blootstelling aan de zeewind.

1 1

6 720 813 707-10.1

6 720 813 707-12.1I

1

2

6 720 813 707-13.1I

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)14

Page 15: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Koudemiddelleidingen

▶ Aanzuig- en uitblaaszijde zodanig kiezen, dat sneeuw of regen niet naar binnen kan dringen.

▶ Stel de buitenunit zodanig op, dat geen sneeuw of regen van het dak glijdt of druppelt. – Wanneer sneeuw zich op de aanzuigopening heeft afgezet en daar

vastvriest, kunnen storingen ontstaan.– Monteer in gebieden met veel sneeuw een beschermdak.

▶ Stel in sneeuwrijke gebieden de buitenunit op een sokkel op, die 500 mm boven de gemiddelde jaarlijkse sneeuwhoogte ligt.

▶ Verwijder de sneeuw, zodra de sneeuwhoogte op de buitenhoogte meer dan 100 mm is, om optimaal bedrijf te waarborgen.

7 KoudemiddelleidingenDit hoofdstuk beschrijft de installatie van de koudemiddelleiding op de buitenunit.

7.1 Aansluiting van de koudemiddelleidingen

7.1.1 VeiligheidGebruik in de buitenunit uitsluitend het koudemiddel R410A.▶ Alleen gekwalificeerde en gecertificeerde koudemiddeltechnici mo-

gen werkzaamheden aan de koudemiddelinstallatie uitvoeren.▶ Gebruik bij de installatiewerkzaamheden de speciaal voor het koude-

middel R410A bedoelde gereedschappen en leidingcomponenten.▶ Waarborg de dichtheid van de koudemiddelinstallatie. Ontsnappend

koudemiddel veroorzaakt bij contact met open vuur giftige gassen.

▶ Koudemiddel niet in de atmosfeer laten ontsnappen.Ontsnappend koudemiddel kan bij aanraken van de lekkageplaats be-vriezing tot gevolg hebben.▶ Wanneer koudemiddel ontsnapt, geen onderdelen van de buitenunit

aanraken.▶ Voorkom huid- of oogcontact met het koudemiddel.▶ Schakel bij huid- of oogcontact met het koudemiddel een arts in.

7.1.2 Voorbereiden installatie

Gereedschappen voor de montage

Voor de omgang met koudemiddel R410A benodigde gereedschappen:• Manometerset• Vulslang• Gaslekdetectieapparaat• Steeksleutel• Flensstempel• Flensprofiel• Adapter voor de vacuümpomp• Elektronische koudemiddelweegschaal

Leidingen en leidingverbindingen

7.2 Montage van de koudemiddelleidingHoud bij de montage van de koudemiddelleidingen de specificaties van de leidinglengten en de stijgingen aan. Bereid de installatie voor wan-neer alle voorwaarden bekend zijn. Begin daarna met de werkzaamhe-den voor het installeren van de koudemiddelleiding op de buitenunit.

De leidinglengte zonder noodzakelijke extra vulling is 7,5 m. Tot deze lengte is bijvullen met koudemiddel niet nodig.Voorbeeld: wanneer de buitenunit met een enkelvoudige leidinglengte van 50 m wordt opgesteld, moet 1700 g koudemiddel extra worden bij-gevuld. Er geldt: (50 - 7,5) x 40 g = 1700 g

1. Fabricagelocatie (zie sticker van het model)2. Bevestigingsplaats (zo mogelijk in de nabijheid van de onderhouds-

punten voor het vullen of aftappen van koudemiddel)3. Totale vulhoeveelheid (1 + 2)

Wanneer de sokkel breder is dan de buitenunit, kan de sneeuw ook daar ophopen.▶ De sokkelhoogte moet 2 maal de sneeuwhoogte zijn,

de breedte moet niet meer zijn dan de breedte van de buitenunit.

▶ De aanzuig- en uitblaasopening van de buitenunit niet in de hoofdwindrichting plaatsen.

Korte leidingtrajecten buiten verminderen de warmte-verliezen. Gebruik zo mogelijk voorgeïsoleerde koude-middelleidingen. Buiten moeten de koudemiddelleidingen tegen warmteverliezen worden geïsoleerd! Deze isolatie moet UV-bestendig, weerbe-stendig en bestand zijn tegen knaagdieren.

De installatie mag alleen worden uitgevoerd door een ge-certificeerde koeltechnicus (F-gassen). De installateur moet de geldende regels en voorschriften en instructies in de installatie- en gebruikersinstructie aanhouden.

VOORZICHTIG: De buitenunit is voorgevuld met koude-middel R410A, dat ontsnapt, wanneer de afsluiters te vroeg worden geopend.▶ Open afsluiters niet, voordat de leidinginstallatie en

de vacuümafzuiging zijn afgerond.

Voorzichtigheid is geboden, omdat de koudemiddellei-dingen gebogen moeten worden, zonder dat deze daar-bij knikken. Een buigradius van 100 – 150 mm is voldoende.

Gebruik koudemiddelolie met ester, ether of alcylbenzol voor het insmeren van de flare-verbinding.

VOORZICHTIG: Materiële schade door verkeerde in-stallatie!▶ Gebruik alleen gereedschappen, die speciaal zijn be-

doeld voor koudemiddel R410A.

WAARSCHUWING: Gevaar voor lichamelijk letsel door ontsnappend koudemiddel!Niet toegestane of verkeerd gedimensioneerde leidin-gen kunnen knappen.▶ Gebruik uitsluitend koudemiddelleidingen met de

gespecificeerde wanddikte.

VOORZICHTIG: Storing!Het nominaal vermogen van het product is gebaseerd op de gespecificeerde standaardlengten. De maximaal toe-gestane lengte is maatgevend voor het betrouwbaar be-drijf van het product. Een verkeerde koudemiddelvulling kan storingen veroorzaken.▶ Bij leidinglengten meer dan 7,5 m de koudemiddel-

hoeveelheid overeenkomstig tabel 6 verhogen.

Hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen op de F-Gas-sticker op de buitenunit invullen. (Afhankelijk van het producttype en de markt gelden deze instructies voor de F-Gas-sticker eventueel niet.)

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 15

Page 16: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Koudemiddelleidingen

Afb. 15

[1] Binnenunit[2] Buitenunit

7.2.1 Voorbereiden van de leidingaansluitingenDe leidingaansluiting wordt in 5 stappen voorbereid. Omdat verkeerde leidingverbindingen de meest voorkomende oorzaak zijn voor koude-middellekkage, moeten de leidingverbindingen zorgvuldig worden uitge-voerd volgens de volgende stappen.1. Inkorten van de leidingen en kabels

– Gebruik de koudemiddelleidingen, lokaal verkrijgbaar.– Meet de afstand tussen de binnen- en de buitenunit.– Kort de leidingen iets langer af dan de gemeten afstand.

Afb. 16 Inkorten van de leidingen en kabels

[1] Koperen leiding[2] Schuin[3] Gegolfd[4] Oneffen2. Ontbramen

– Braam geheel van het snijvlak van de leiding verwijderen.– Uiteinde van de leiding naar beneden richten, om te voorkomen,

dat spanen in de leiding terecht komen.

Afb. 17 Ontbramen

[1] Naar onderen gericht[2] Leiding[3] Ruimer3. Monteren van de flensmoer

– Op de buitenunit bevestigde flensmoeren afschroeven.– Flensmoeren op de ontbraamde leiding plaatsen.– Na afsluiting van de installatiewerkzaamheden is het niet meer

mogelijk, de flensmoeren op de buizen te monteren.

Afb. 18 Monteren van de flensmoer

[1] Koperen leiding[2] Flensmoer4. Maken van de leidingverbindingen

– Leidingverbindingen met behulp van het flensgereedschap voor koudemiddel R-410A uitvoeren ( tab. 7).

– Koperen leiding in een rail (of vorm) zoals afgebeeld vast inspan-nen ( tab. 7).

Slagvolume

Leidingafmetingen (mm : inch)(diameter : Ø )

Afstand enkele leidinglengte A (m) Stijging B (m) * extra koudemid-del (g/m)(enkele

leidinglengte)Gas Vloeistof Standaard Maximaal Standaard MaximaalODU Split 2 15,88 (5/8")1) 9,52 (3/8")2) 7,5 30 0 30 40ODU Split 4...8

15,88 (5/8") 9,52 (3/8") 7,5 50 0 30 40

ODU Split 1115,88 (5/8") 9,52 (3/8") 7,5 50 0 30 40ODU Split 13

ODU Split 15

Tabel 6 Voorgeschreven leidinglengten en stijgingen1) Voor de aansluiting van leidingen met 9,52 mm (3/8") en 15,88 mm (5/8") op de kleinere aansluitingen van de buitenunit zijn adapters beschikbaar.2) Voor de aansluiting van leidingen met 9,52 mm (3/8") en 15,88 mm (5/8") op de kleinere aansluitingen van de buitenunit zijn adapters beschikbaar.

Leidinginstallatie uitvoeren als een sifon, zodat regenwa-ter niet in de elektrische installatie terecht kan komen.

Outdoor unit

Indoor unit

A

B

Outdoor unit

Indoor unit

A

B

A trap is not necessary when the outdoor unit is installed in a higher position than the indoor unit.

1

12

2

6 720 813 707-14.1I

41 2 3 490°

6 720 813 707-15.1I

1

23

6 720 813 707-16.1I

1

2

6 720 813 707-17.1I

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)16

Page 17: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Koudemiddelleidingen

Afb. 19

[1] Sjabloon[2] Koperen leiding[3] Sjabloon[4] Greep[5] Opzetstuk[6] Conus[7] Rode pijlmarkering[8] Instelgreep

5. Aflezen– Flensverbindingen met de afbeeldingen vergelijken ( afb. 20).– Bij niet optimale uitvoering van de verbinding het geflensde deel

afzagen en de flens opnieuw maken.

Afb. 20

[1] Rondom vlak[2] Binnenzijde glad zonder krassen[3] Verkeerde flensverbindingen[4] Rondom even lang[5] Schuin[6] Oppervlak beschadigd[7] Gescheurd[8] Dikte ongelijkmatig

7.2.2 Aansluiten van het leidingwerk op de buitenunit (modellen: ODU Split 8, ODU Split 11t, ODU Split 13t, ODU Split 15t)

Inclusief de instellingen op de printplaat worden de leidingen in 5 stap-pen op de buitenunit aangesloten.1. Bepalen van de leidinginstallatierichting

– Leidingen kunnen in 4 richtingen worden aangesloten. Mogelijke richtingen zie afbeelding (afb. 21 en 22).

Afb. 21

[1] Naar voren[2] Opzij[3] Naar achteren

Afb. 22

[1] Naar voren[2] Opzij[3] Naar achteren2. Bepalen van de leidinginstallatierichting: naar onderen zie (

afb. 15)3. Spanen

– Leidingen centraal uitlijnen en flensmoeren handvast aandraaien.– Flensmoer met een momentsleutel aantrekken, tot deze klikt.– Voor draaimoment zie tabel (tab. 7).

Buitendiameter "A" ( afb. 19)mm inch mm Nm lb*ft6,35 1/4 1,1 ~ 1,3 18-24 13-189,52 3/8 1,5 ~ 1,7 34-41 25-3012,7 1/2 1,6 ~ 1,8 54-64 40-4715,88 5/8 1,6 ~ 1,8 65-80 48-5919,05 3/4 1,9 ~ 2,1 98-118 72-87

Tabel 7 Maken van de leidingverbindingen

"A"1

2

4

5

6

8 76 720 813 707-18.1I

3

4

12

3

5 6 7 86 720 813 707 19 1I

1 2

3

6 720 813 707-20.1I

1 2

3

6 720 813 707-21.1I

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 17

Page 18: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Koudemiddelleidingen

Afb. 23

[1] Doorgaand[2] Draaimomentsleutel[3] Buitenunit[4] Leiding aan vloeistofzijde[5] Leiding aan gaszijde[6] Net-en CAN-BUS kabel[7] Afvoerslang (indien nodig)[8] Koudemiddelleidingen[9] Kit of isolatiemateriaal (lokaal verkrijgbaar)4. Afdichten

– Leidingdoorvoeren met kit of isolatiemateriaal (lokaal verkrijg-baar) afdichten. Sluit daarbij alle openingen (afb. 23).

– Wanneer insecten of kleine dieren in de buitenunit terecht ko-men, kunnen deze in de aansluitdoos een kortsluiting veroorza-ken.

– Tenslotte de koudemiddelleidingen op de binnenunit met isolatie-materiaal omhullen en met 2 soorten vinyl-plakband bevestigen. Een goede warmte-isolatie is van groot belang.

Afb. 24 Trek de moer met 2 sleutels aan

7.2.3 Aansluiten van het leidingwerk op de buitenunit (model: ODU Split 2)

1. Leidingen centraal uitlijnen en flensmoeren handvast aandraaien.2. Flensmoer met een momentsleutel aantrekken, tot deze klikt.

– Waarborg bij het vastzetten van de flensmoeren met de moment-sleutel, dat de aantrekrichting overeenkomt met de pijlrichting op de sleutel.

Afb. 25

[1] Buitenunit[2] Leiding aan gaszijde[3] Leiding aan vloeistofzijde[4] Draaimomentsleutel

7.3 Vullen van het cv-systeemCV-systeem eerst uitspoelen. Wanneer een boiler op het systeem is aan-gesloten, moet deze met water worden gevuld. Vul daarna het cv-systeem.

1

6 720 813 707-06.1I

2

3

4

5

6

7

8

9

WAARSCHUWING: Elektrocutiegevaar!▶ Open de zijwand van de buitenunit nooit tijdens be-

drijf en bedien de DIP-schakelaar niet.

Een volledige instructie voor het vullen van de cv-instal-latie is opgenomen in de installatie-instructie van de bin-nenunit.

6 720 644 816-71.1I

1

4

2

3

6 720 813 707-22.1I

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)18

Page 19: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Elektrische aansluiting

8 Elektrische aansluiting

▶ Kabeldiameter en -type conform de zekering en het bekabelingstype selecteren.

▶ Sluit de buitenunit aan conform het schakelschema. Sluit in geen ge-val andere verbruikers aan.

▶ Installeer, wanneer de voedingsspanning van de buitenunit niet via de binnenunit wordt verzorgd, een afzonderlijke veiligheidsschake-laar, die deze compleet spanningsloos schakelt. Bij een gescheiden voeding is voor elke voedingskabel een afzonderlijke veiligheids-schakelaar nodig.

▶ Bij vervangen van de printplaat de kleurcodering respecteren.

GEVAAR: Elektrocutiegevaar!De componenten van de buitenunit zijn elektrisch gelei-dend. De condensator van de buitenunit moet na het los-maken van de spanningsbron worden ontladen.▶ Schakel de hoofdschakelaar uit.▶ Wacht minimaal 5 minuten voordat met de elektro-

technische werkzaamheden wordt begonnen.

OPMERKING: Wanneer de spanning wordt ingescha-keld, zonder dat de installatie met water is gevuld, is schade aan de installatie mogelijk.In dit geval kunnen de componenten van de cv-installatie oververhit raken.▶ Boiler en cv-installatie voor het inschakelen vullen tot

de juiste druk.

De buitenunit moet veilig en conform de geldende voor-schriften spanningsloos kunnen worden geschakeld.▶ Een afzonderlijke veiligheidsschakelaar voor het vol-

ledig uitschakelen van de buitenunit installeren, wan-neer deze niet via de binnenunit wordt gevoed. Bij een gescheiden voeding is per buitenunit een veilig-heidsschakelaar nodig.

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 19

Page 20: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Elektrische aansluiting

8.1 CAN-BUS

Buiten- en binnenunit zijn via een CAN-BUS communicatiekabel, met el-kaar verbonden.Als CAN-BUS kabel is een LiYCY-kabel (TP) 2 x 2 x 0,75 of een gelijk-waardige kabel geschikt. Wanneer andere kabels worden gebruikt, moe-ten dit afgeschermde duplex-kabels zijn met een diameter van minimaal 0,75 mm2 en geschikt voor buitengebruik. De afscherming moet aan beide uiteinden worden geaard:▶ Op de behuizing van de binnenunit.▶ Op de aardklem van de buitenunit.De maximale kabellengte is 30 m.De printplaten worden via 3 aders aangesloten. De printplaten zijn voor-zien van markeringen voor beide CAN-BUS-aansluitingen.

Afb. 26 CAN-BUS-verbinding

[1] BuitenunitDe afsluitschakelaar markeert het begin en het einde van het CAN-BUS-circuit. De I/O-printplaat van de buitenunit moet worden afgeslo-ten.

8.2 Elektrische bedrading▶ Houd de richtlijnen van de technische normeringsinstituten voor

elektrische apparatuur en bekabeling aan en de specificaties van het energiebedrijf.

▶ Communicatiekabels van de buitenunit op afstand van de netkabel installeren, zodat geen elektrische storingen door de voeding kunnen worden veroorzaakt. (niet in hetzelfde kanaal installeren)

▶ Waarborg dat de buitenunit conform de voorschriften wordt geaard.

▶ De kabel in de aansluitdozen van de buiten-en binnenunit wat langer laten, omdat de aansluitdoos af en toe voor onderhoudswerkzaam-heden moet worden weggenomen.

▶ Voeding nooit op het klemmenblok van de CAN-BUS-kabel aanslui-ten. In dat geval branden de elektrische componenten door.

CAN-BUS-kabels uitsluitend op de daarvoor bedoelde klemmen aanslui-ten.

8.2.1 Technische kabelspecificaties

Technische gegevens van de netkabelDe op de buitenunit aangesloten netkabel moet voldoen aan IEC 60245 of HD 22.4 S4 (met rubber geïsoleerde kabels, type 60245 IEC 66 of H07RN-F).

Afb. 27

[1] 1 fase (Ø)[2] 3 fasen (Ø)

Aansluitbezetting van de netkabel en veiligheidsmaatregelen:Bij de aansluiting op de aansluitklemmen moeten kabel een standaard kabelmof hebben.

OPMERKING: Storingen door elektrische interferen-ties!Hoogspanningskabels (230/400 V) in de nabijheid van een communicatiekabel kunnen storingen van de bin-nenunit veroorzaken.▶ Installeer de afgeschermde CAN-BUS-kabel op af-

stand van de voedingskabels. Minimale afstand: 100 mm. Installatie samen met bus-kabels is wel toe-gestaan.

OPMERKING: Schade aan de installatie door verwisse-ling 12 V- en CAN-BUS-aansluiting.De communicatiecircuits zijn niet voor 12 V-gelijkspan-ning gedimensioneerd.▶ Controleer, of de aders van de CAN-BUS kabel cor-

rect op de klemmen van de printplaat zijn aangeslo-ten.

CAN-BUS: niet op "Out 12V DC" (12 V-gelijkspannings-uitgang) op de hoofdprintplaat aansluiten.Maximale kabellengte 30 mMinimale diameter Ø = 0,5 mm2

1

6 720 813 707-44.1I

WAARSCHUWING: Elektrocutie of brand!Een te laag netvermogen of slechte uitvoering van de elektrotechnische installatie kan elektrocutie of brand veroorzaken.▶ Waarborg, dat de elektrotechnische installatie alleen

door erkende elektrotechnici wordt uitgevoerd ge-bruikmakend van speciale circuits en conform de richtlijnen zoals aangegeven in dit installatiehand-boek.

VOORZICHTIG: Elektrocutiegevaar!Onvolledige aarding kan elektrische schokken veroorza-ken.▶ Buitenunit altijd aarden.▶ Aardleider niet op gas- of vloeistofleidingen, blik-

semafleiders of telefoonaarde aansluiten.

VOORZICHTIG: Schade aan de installatie!Bij gebruik van de buitenunit met omgekeerde fasen is schade aan de compressor en andere componenten mo-gelijk. Een ontbrekende of defecte N-fase veroorzaakt schade aan de installatie.▶ Buitenunit en binnenunit worden via een CAN-BUS-

kabel onderling verbonden. Afgeschermde CAN-BUS-kabel gescheiden installeren van netkabels. Mi-nimale afstand 100 mm. Een gemeenschappelijke installatie met sensorkabels is wel toegestaan.

20mm

GN/YL

21

6 720 813 707-23.1I

20mm

GN/YL

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)20

Page 21: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Elektrische aansluiting

Bij aansluiting op de printkaart (alleen bij aarding van Split 2):▶ Knelkabelschoenen ( afb. 28) voor de aansluiting van de aarde op

de hoofdprintplaat gebruiken.

Afb. 28

[1] Knelkabelschoen[2] NetkabelWanneer bij het aansluiten van de kabels op het aansluitblok geen ande-re materialen worden gebruikt, ga dan verder als hierna beschreven.▶ Sluit geen kabels van verschillende dikte aan op het vermogensaan-

sluitblok. (Doorhangende netkabels kunnen abnormale warmte-ont-wikkeling veroorzaken.)

▶ Zie voor het aansluiten van even dikke kabels afbeelding ( afb. 29).

Afb. 29

Technische gegevens van de CAN-BUS kabel:

Afb. 30

8.2.2 Procedure bij het aansluiten van net- en CAN-BUS kabel▶ Maak de schroeven van de zijwand van de buitenunit los en demon-

teer de zijwand.▶ Netkabel op de hoofdvermogensaansluiting en CAN-BUS kabel op de

stuuraansluiting aansluiten.Details zie de afbeelding hieronder. Uit veiligheidsoverwegingen moet de diameter van de aardkabel minimaal 1,5 mm2 zijn. Aardka-bel op de aansluitklem met het aardsymbool aansluiten.

▶ Om per ongeluk wegglijden van de net- of CAN-BUS kabel te voorko-men, kabelhouder (of kabelklemmen) gebruiken.

▶ Zijwand van de buitenunit met de bevestigingsschroeven weer vast-schroeven.

Afb. 31

[1] Zijwand[2] Besturingsaansluiting (aansluitklem voor CAN-BUS kabel)[3] Hoofdvermogensaansluiting (aansluitklem voor netkabel)[4] Kabelhouder (of kabelklem)[5] Kabelhouder (of kabelklem)[6] Waarborg bij het aansluiten van de netkabel, dat de rubberen hul-

zen in de voorgestansde openingen zitten nadat het isolatiemate-riaal is verwijderd.

[7] Isolatiemateriaal

Afb. 32

[1] Retour cv-toestel[2] Aanvoer cv-toestel

De verbindingskabel tussen binnen- en buitenunit moet voldoen aan IEC 60335-1.

1 2

6 720 813 707-24.1I

6 720 813 707-25.1I

20mm

GN/YL

6 720 813 707-26.1I

1

6 720 813 707-27.1I

23

45

67

1 2

6 720 813 707-28.1I

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 21

Page 22: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Elektrische aansluiting

VOORZICHTIG: Controleer voor het bekabelen de vol-gende voorwaarden en waarborg dat daaraan is vol-daan.Een storing in de voedingsspanning, zoals bijvoorbeeld een plotselinge spanningstoename of -afname, kan de volgende storingen tot gevolg hebben: denderen van magneetschakelaars (constant in- en uitschakelen), fy-sieke beschadiging van schakelende delen van de be-treffende magneetschakelaar, zekeringschade, storingen van overbelastingscomponenten of bijbeho-rende regelalgoritmes en uitval van de compressorstart.▶ Zorg voor een geschikte voedingsspanning voor de

buitenunit. Meer informatie is opgenomen in het schakelschema (in de besturingskast van de binnen-unit).

▶ Controleer de bevestigingsschroeven van de binnen-bekabeling en waarborg, dat deze allen vast zijn aan-getrokken. Wanneer deze niet vast zijn aangetrokken, kan een contact losraken en storingen veroorzaken. (De schroeven kunnen door trillingen bij het transport zijn losgeraakt, ondanks dat dit zelden voorkomt,)

▶ Specificaties van de spanningsbron (fase, spanning, frequentie, enzovoort) zijn opgenomen in de techni-sche gegevens.

▶ Waarborg, dat de elektrische zekering correct is.▶ Waarborg dat de voedingsspanning overeenkomt

met de nominale spanning die is gespecificeerd op de typeplaat.

▶ Waarborg, dat de doorsnede van de gebruikte elek-trische kabel overeenkomt met de specificaties van het locale energiebedrijf. (Let vooral op de verhou-ding tussen de kabellengte en -dikte.)

▶ Waarborg om elektrische schokken te voorkomen, dat de buitenunit met een randaarde is geaard con-form de voorschriften.

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)22

Page 23: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Elektrische aansluiting

8.3 Schakelschema

8.3.1 ODU Split 2

Afb. 33

[1] Hoofdprintplaat[2] Secundaire printplaat[3] CAN-printplaat[4] Ventilatormotor[5] Compressor[6] Reactor[7] Voedingsspanning 220–240 V ~50 Hz[8] Externe condensaatafvoerverwarming (230 V, 90 W) – accessoi-

re[9] CAN-BUS-communicatie met binnenunit[BK] Zwart[BL] Blauw[BR] Bruin[OR] Oranje[RD] Rood[WH] Kleur wit[GY] Grijs[GN/YL]Groen/geel[CN-DISCHARGE]Temperatuursensor uitblaasleiding[CN-SUCTION]Temperatuursensor aanzuigleiding[CN_AIR] Luchttemperatuursensor[CN-C/PIPE]Leidingtemperatuursensor[CN-MID]Middelste leidingtemperatuursensor

[CN-H/PRESS]DruksensorIn secundaire printplaatbehuizing gebruikte kleuren:

6 720 813 707-40.2I

3

4 5

12

6

7 8 9

Ommanteling KleurCN-Discharge BKCN-motor 1 WHCN-Air YLCN-EEV_A WHCN-Mid BRCN-H/Press RD

Tabel 8

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 23

Page 24: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Elektrische aansluiting

8.3.2 ODU Split 4...8

Afb. 34

[1] Hoofdprintplaat[2] CAN-printplaat[3] Elektronisch expansieventiel[4] Compressor[5] Ventilatormotor[6] PFC-reactor (vermogensfactorcorrectie reactor)[7] 4-wegklep[8] Voedingsspanning 220–240 V ~50 Hz[9] Externe condensaatafvoerverwarming (230 V, 90 W) – accessoi-

re[10] CAN-BUS-communicatie met binnenunit[BK] Zwart[BL] Blauw[BR] Bruin[RD] Rood[WH] Kleur wit[YL] Geel[GN/YL]Groen/geel[TB] Klemmenstrook[F1] Zekering, 250 V, 25 A[F2] Zekering, 250 V, 1 A[F3] Zekering, 250 V, 5 A[F4] Zekering, 250 V, 3,15 A[AIR] Luchttemperatuursensor[PIPE]Leidingtemperatuursensor[SUC] Temperatuursensor aanzuigleiding[DISP_I]Temperatuursensor uitblaasleiding[DISP_C]Niet aangesloten[M_PIPE]Middelste leidingtemperatuursensor[P-SENSOR]Druksensor

6 720 813 707-41.2I

1

2

3

4

5

6

7

8 9 10

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)24

Page 25: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Elektrische aansluiting

8.3.3 ODU Split 11t...15t

Afb. 35 Split 11t-15t

[1] Hoofdprintplaat[2] Ontstoringsfilter printplaat[3] Inverter-printplaat[4] CAN-printplaat[5] Elektrisch expansieventiel[6] Koelventilator[7] 4-wegklep[8] Weerstandsprintplaat[9] Compressor[10] Motor 1 (bovenste ventilatormotor)[11] Motor 2 (onderste ventilatormotor)[12] Reactor[13] CAN-BUS-communicatie met binnenunit[14] Externe condensaatafvoerverwarming (230 V, 90 W) – accessoi-

re[15] Voeding 380–415 V, 3N, ~50 Hz[BK] Zwart[BL] Blauw[BR] Bruin[OR] Oranje[RD] Rood[WH] Kleur wit[GY] Grijs

[YL] Geel[GN/YL]Groen/geel[Tm] Hoofdaansluitklemmenblok[Tmo] Aansluitklemmenblok voor aansluitingen[F1] Zekering, 500 V, 20 A[F1] Zekering, 250 V, 5 A[F2] Zekering, 250 V, 3,15 A[F3] Sicherung, 250 V, 12 A[F4] Zekering, 250 V, 1 A[Out air]Luchttemperatuursensor[Pipe] Leidingtemperatuursensor[Suction]Temperatuursensor aanzuigleiding[Discharge]Temperatuursensor uitblaasleiding[Cond_Mid]Middelste leidingtemperatuursensor

1

2

4

6

7

8

9

10 11

12

13

14

15

6 720 813 707-43.2I

5

3

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 25

Page 26: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Elektrische aansluiting

8.3.4 Binnenunit voor externe bijverwarming met 1-fase buitenunit

Afb. 36 Binnenunit met 1-fase buitenunit

Doorgaande lijn = af fabriek aangeslotenStippellijn = aansluiting bij installatie:[1] EMS-module (accessoire)[2] Installatieprintplaat HC100[3] Aansluitklemmen binnenunit[4] Voedingsspanning voor verwarmingskabel (accessoire) 230 V,

~1 N[5] Ingangsspanning 230 V, ~1N[6] Aansluitklemmen buitenunit[7] Buitenunit[8] Zekeringkast in de woning (230 V, ~1N)[9] CAN-BUS kabel

3

4 5

7

6

8

6 720 813 157-32.6I

1 2

9

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)26

Page 27: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Elektrische aansluiting

8.3.5 Binnenunit voor externe bijverwarming met 3-fase buitenunit

Afb. 37 Binnenunit met 3-fase buitenunit

Doorgaande lijn = af fabriek aangeslotenStippellijn = aansluiting bij installatie:[1] EMS-module (accessoire)[2] Installatieprintplaat HC100[3] Aansluitklemmen binnenunit[4] Voedingsspanning voor verwarmingskabel (accessoire) 230 V,

~1 N[5] Ingangsspanning 230 V, ~1N[6] Aansluitklemmen buitenunit[7] Buitenunit[8] Zekeringkast in de woning (400 V, ~3N)[9] CAN-BUS kabel

6 720 813 157-33.6I

1 2

54

3

6

7

8

9

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 27

Page 28: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Elektrische aansluiting

8.3.6 Binnenunit met geïntegreerd elektrisch verwarmingselement – 400 V-binnenunit met 230 V-buitenunit

Afb. 38 400 V-binnenunit met 230 V-buitenunit

Doorgaande lijn = af fabriek aangeslotenStippellijn = aansluiting bij installatie:[A] Binnenunit[B] Buitenunit[1] Installatieprintplaat HC100[2] Drukbewaking[3] 9 kW elektrisch verwarmingselement[4] 3 x 1 kW (3 x 53 )[5] 3 x 2 kW (3 x 27 )[6] Relais 1 (K1)[7] Relais 2 (K2)[8] Relais 3 (K3)[9] Oververhittingsbeveiliging[10] Aansluitklemmen binnenunit

[11] Voedingsspanning, 400 V, ~3N[12] Voedingsspanning buitenunit, 230 V, ~1N[13] Voedingsspanning verwarmingskabel (accessoire) 230 V, ~1 N[14] Voedingsspanning EMS (accessoire), 230 V, ~1N[15] Aansluitklemmen buitenunit[16] Buitenunit[17] CAN-BUS kabel[18] EMS-module (accessoire)

1718

A

B

6 720 813 157-24.4I

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)28

Page 29: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Elektrische aansluiting

8.3.7 Binnenunit met geïntegreerd elektrisch verwarmingselement – 400 V-binnenunit met 400 V-buitenunit

Afb. 39 400 V-binnenunit met 400 V-buitenunit

Doorgaande lijn = af fabriek aangeslotenStippellijn = aansluiting bij installatie:[A] Binnenunit[B] Buitenunit[1] Installatieprintplaat HC100[2] Drukbewaking[3] 9 kW elektrisch verwarmingselement[4] 3 x 1 kW (3 x 53 )[5] 3 x 2 kW (3 x 27 )[6] Relais 1 (K1)[7] Relais 2 (K2)[8] Relais 3 (K3)[9] Oververhittingsbeveiliging[10] Aansluitklemmen binnenunit

[11] Voedingsspanning, 400 V, ~3N[13] Voedingsspanning verwarmingskabel (accessoire), 230 V, ~1 N[14] Voedingsspanning EMS (accessoire), 230 V, ~1N[15] Aansluitklemmen buitenunit[16] Buitenunit[17] Zekeringkast in het gebouw (400 V, ~3N)[18] CAN-BUS kabel[19] EMS-module (accessoire)

A

B

6 720 813 157-23.4I

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 29

Page 30: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Afsluitende werkzaamheden

9 Afsluitende werkzaamhedenNa het aansluiten van de koudemiddelleidingen en de CAN-BUS kabel tenslotte de leidingen en kabel bundelen en de testen uitvoeren. Let op, de voedingskabels niet samenbundelen met de koudemiddelleidingen en de CAN-BUS kabel, installeer de voedingskabel minimaal op 100mm afstand van de CAN-BUS kabel om interferenties te voorkomen. Vooral de dichtheidstesten bijzonder zorgvuldig uitvoeren, omdat lekkage van koudemiddel direct vermogensverlies tot gevolg heeft. Bovendien is het zoeken naar lekkages na afronding van alle installatiewerkzaamheden bijzonder moeilijk.

9.1 Maken van de leidingbundelLeidingen bundelen. Daarvoor de CAN-BUS kabel en koudemiddelleidin-gen (tussen binnen- en buitenunit) met isolatiemateriaal en 2 soorten vi-nyl-band omwikkelen.▶ Koudemiddelleidingen en CAN-BUS kabel van onderen naar boven

met vinyl-band omwikkelen, wanneer van boven naar beneden wordt gewikkeld, kan regenwater in de leidingen of kabels binnendringen.

▶ Omhulde leiding met een klem of iets dergelijks op de buitenwand bevestigen.

▶ Leidinginstallatie uitvoeren als een sifon, zodat regenwater niet in de elektrische installatie terecht kan komen.

Afb. 40

[1] Kleine opening rondom de leiding met rubberachtig afdichtmid-del afdichten.

[2] Kunststofband[3] Leidingbundel[4] Koudemiddelleidingen[5] CAN-BUS kabel[6] Leidinginstallatie uitvoeren als een sifon, zodat regenwater niet in

de elektrische installatie terecht kan komen.

Afb. 41

[1] Leidinginstallatie uitvoeren als een sifon[2] Kleine opening rondom de leiding met rubberachtig afdichtmid-

del afdichten.

9.2 Dichtheidstest en vacuümLucht en vocht die achterblijven in het koudemiddelsysteem hebben de hierna genoemde ongewenste effecten.1. De installatiedruk neemt toe.2. De bedrijfsstroom stijgt.3. Het rendement in koel- of cv-bedrijf neemt af.4. De vochtigheid in het koudemiddelcircuit kan bevriezen en de capil-

laire buizen verstoppen.5. Water kan corrosie van componenten van het koudemiddelsysteem

veroorzaken.Daarom moeten de binnen- en buitenunit en de verbindingsleidingen op lekkage worden gecontroleerd en vacuüm worden getrokken, om niet condenseerbare gassen en vocht uit het systeem te verwijderen.

9.2.1 Voorbereiding▶ Waarborg, dat alle leidingen (vloeistof- en gaszijde) tussen binnen-

en buitenunit correct onderling zijn verbonden en de gehele bedra-ding voor de testrun volledig is aangesloten.

▶ Neem de kappen van de serviceventielen aan de gas- en vloeistofzij-de van de buitenunit af.

▶ Waarborg, dat op dit tijdstip de serviceventielen aan de gas- en vloei-stofzijde van de buitenunit zijn gesloten.

9.2.2 Dichtheidstest▶ Verdeelklep (met drukmeetinstrumenten) en stikstoffles met vul-

slangen op de service-aansluiting aansluiten.

PlasticPlasticbandband

Seal a small eal a small opening around opening around the pipings with the pipings with gum type sealer.gum type sealer.

1

2

3

4

5

66 720 817 355-30.2I

VOORZICHTIG: ▶ Voor de dichtheidstest moet een verdeelklep worden

gebruikt.▶ Gebruik een afsluiter wanneer geen verdeelklep aan-

wezig is. De "Hi"-toets van de verdeelklep moet altijd gesloten zijn.

▶ Het systeem met droog stikstof met maximaal 3,0 MPa onder druk zetten. Het flesventiel sluiten, zodra 3,0 MPa is bereikt. Daarna een lekdetectie uit-voeren met behulp van vloeibaar zeep.

TrapTrap

Seal a small opening Seal a small opening around the pipings around the pipings with gum type sealer.with gum type sealer.

6 720 813 707-31.2I

1

1 2

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)30

Page 31: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Milieubescherming en afvalverwerking

Afb. 42

[1] Binnenunit[2] Buitenunit[3] Verdeelklep[4] Manometer[5] Vulslang[6] Stikstoffles (rechtop staand)

9.2.3 Vacuüm trekken▶ Voor het vacuümtrekken van de leidingen en de binnenunit het uitein-

de van de vulslang aansluiten zoals hierboven beschreven.– Waarborg, dat de "Hi/Lo"-knop van de verdeelklep open is. Va-

cuëmpomp starten.– De bedrijfsduur voor het vacuüm trekken is afhankelijk van de lei-

dinglengte en de pompcapaciteit. Gebruik de pomp tot u 0,5 Torr/67 Pascal of minder heeft bereikt.

▶ Wanneer het gewenste vacuüm is bereikt, de "Hi/Lo"-knop van de verdeelklep sluiten en de vacuümpomp uitschakelen.

Afb. 43

[1] Binnenunit[2] Buitenunit[3] Verdeelklep[4] Manometer[5] Openen[6] Vacuümpomp

9.2.4 Afsluitende werkzaamheden▶ Klepstift van het ventiel aan de vloeistofzijde linksom draaien en het

ventiel met een onderhoudskraansleutel volledig openen.▶ Klepstift van het ventiel aan de gaszijde linksom draaien en het ven-

tiel met een onderhoudskraansleutel volledig openen.▶ Op de service-aansluiting aan de gaszijde aangesloten vulslang iets

losdraaien, om druk af te laten. Dan de slang verwijderen.▶ Flensmoer met dop weer aanbrengen op de service-aansluiting aan

de gaszijde en met een verstelbare schroefsleutel vastdraaien. Dit is van groot belang, om lekkage in de installatie te voorkomen.

▶ Ventielkappen op de serviceventielen aan de gas- en vloeistofzijde aanbrengen en vastdraaien. Hiermee wordt het luchtspoelen met de vacuümpomp afgerond. De buitenunit is gereed voor de testrun.

10 Milieubescherming en afvalverwerkingMilieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch Groep. Productkwaliteit, economische rendabiliteit en milieubescherming zijn gelijkwaardige doelen voor ons. Milieuwet- en regelgeving wordt strikt nageleefd. Ter bescherming van het milieu passen wij, met inachtne-ming van economische gezichtspunten, de best mogelijke technieken en materialen toe.

VOORZICHTIG: ▶ Waarborg bij het afpersen, dat de bovenkant van de

fles hoger ligt dan de flesbodem, zodat de stikstof niet in vloeibare toestand in het koudemiddelcircuit terecht komt. In de regel de fles rechtop staand ge-bruiken.

▶ Op alle leidingkoppelingspunten (van de binnen- en buitenunit) en op de serviceventielen van de gas- en vloeistofzijde lekdichtheidstesten uitvoeren. Bellen duiden op lekkage. Zeep grondig met een schone doek afvegen.

▶ Nadat is vastgesteld dat de installatie geen lekkage vertoond, de stikstofdruk ontspannen door de vul-slangaansluiting op de stikstoffles los te maken. Wanneer de installatiedruk tot een normale waarde is afgenomen, de slang van de fles aftrekken.

Lo Hi

1

6 720 813 707-07.1I

2

34

5

6

Lo Hi

6 720 813 707-08.1I

1

2

3

4

55

6

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 31

Page 32: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Inspectie

VerpakkingenBij het verpakken, zijn we betrokken bij de land-specifieke recyclingsy-stemen die optimale recycling waarborgen. Alle gebruikte verpakkings-materialen zijn milieuvriendelijk en recyclebaar.

Elektrische en elektronische apparatuurOnbruikbare elektrische en elektronische apparatuur moet gescheiden worden ingezameld en worden aange-boden voor een milieuvriendelijke afvalverwerking (Euro-pese Richtlijn betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur).Gebruik voor de afvalverwerking van de afgedankte elek-

trische en elektronische apparatuur het landspecifieke inzamelsysteem.

11 Inspectie

▶ Gebruik alleen originele onderdelen!▶ Reserve-onderdelen uit de lijst met reserve-onderdelen bestellen.▶ Vervang verwijderde afdichtingen en O-ringen door nieuwe onderde-

len.Bij een inspectie moeten de hierna beschreven werkzaamheden worden uitgevoerd.Actieve alarmen weergeven▶ Alarmprotocol controleren.

Functietest▶ Werkingscontrole (installatie-instructie van de binnenunit).

Elektrische bekabeling▶ Controleer de bekabeling op mechanische beschadiging. Vervang

beschadigde kabels.

Meetwaarden temperatuursensor

11.1 VerdamperVuil- of stofafzettingen buiten op de verdamper of op de aluminium la-mellen verwijderen.

Voor het reinigen van de verdamper:▶ Buitenunit via de hoofdschakelaar (AAN/UIT) uitschakelen.▶ Lamellen met spoelmiddeloplossing besproeien.▶ Spoel het spoelmiddel af met water.

GEVAAR: Elektrocutiegevaar!De componenten van de buitenunit zijn elektrisch gelei-dend. De condensator van de buitenunit moet na het los-maken van de spanningsbron worden ontladen.▶ Schakel de hoofdschakelaar uit.▶ Wacht minimaal 5 minuten voordat met de elektro-

technische werkzaamheden wordt begonnen.

GEVAAR: Ontsnappen van giftige gassen!Het koudemiddelcircuit bevat stoffen, die bij contact met lucht of open vlammen giftige gassen kunnen vor-men. Zelfs in kleine concentraties kunnen deze gassen een ademhalingsstilstand veroorzaken. ▶ Wanneer koudemiddel ontsnapt uit het koudemid-

delcircuit de betreffende ruimte direct verlaten en uitgebreid ventileren.

OPMERKING: Storingen door beschadiging!De elektronische expansieventielen reageren zeer ge-voelig op elektrische schokken.▶ Sla of klop niet op expansieventielen.

OPMERKING: Vervorming door warmte!Het isolatiemateriaal (EPP) van de buitenunit vervormt bij hoge temperaturen.▶ Voor soldeerwerkzaamheden het isolatiemateriaal

(EPP) zoveel mogelijk verwijderen.▶ Bij soldeerwerkzaamheden aan de binnenunit het

isolatiemateriaal met een moeilijk ontvlambare of vochtige doek afdekken.

Laat werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit alleen door gekwalificeerde koeltechnici uitvoeren.

Waarborg, dat de juiste sensor wordt gebruikt ( instal-latie-instructie van de binnenunit). Toepassing van sen-soren met andere eigenschappen is problematisch, omdat de regeling dan andere temperatuurwaarden ont-vangt. Dit kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben zoals verbrandingen, materiële schade veroorzaken door te hoge of te lage temperaturen en een verminderd welzijn veroorzaken.

WAARSCHUWING: De dunne aluminium lamellen zijn gevoelig en kunnen gemakkelijk beschadigd raken. ▶ Droog de lamellen nooit direct af met een doek.▶ Gebruik geen harde objecten.▶ Draag bij het schoonmaken veiligheidshandschoe-

nen, om de handen tegen snijwonden te bescher-men.

▶ Gebruik geen hoge waterdruk.

Door verkeerde reinigingsmiddelen kan schade aan de installatie ontstaan!▶ Gebruik geen producten op zuur- of chloorbasis, om-

dat deze schurende middelen bevatten.▶ Gebruik geen bijtende, alkalische reinigingsproduc-

ten, zoals bijvoorbeeld natriumhydroxide.

In bepaalde regio's is het verboden, spoelmiddelen in de grond te laten lopen. Wanneer de condensafvoerleiding in een kiezelbed uitmondt:▶ Neem voor het reinigen de flexibele condenswaterlei-

ding uit de afvoer.▶ Voer de spoelmiddeloplossing in een reservoir af.▶ Na het reinigen de condensafvoerleiding weer aan-

sluiten.

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)32

Page 33: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Inspectie

11.1.1 Sneeuw en ijsIn bepaalde geografische regio's of bij veel sneeuwval kan sneeuw zich ophopen aan de achterzijde en op het dak van de buitenunit. Omdat deze sneeuw kan bevriezen moet deze worden verwijderd.▶ Veeg de sneeuw zorgvuldig van de lamellen.▶ Houd de buitenunit sneeuwvrij.

11.2 Terugzuigen van het koudemiddel in de buitenunitHet koudemiddel kan uit de binnenunit en de koudemiddelleidingen te-rug naar de buitenunit worden gezogen:▶ Verwijder de rechterfrontafdekking van de buitenunit om vrije toe-

gang te krijgen tot de ventielen voor de verwarmingsgas- en vloeistof-leiding.

▶ Waarborg, dat de circulatiepomp in de binnenunit gedurende deze periode met vol vermogen draait (zodat de platenwarmtewisselaar niet bevriest). Dit kan worden gerealiseerd door de PWM-regeling van de cv-pomp in de binnenunit los te trekken (bij ingeschakelde voeding). Deze draait dan met 100 procent vermogen.

▶ De buitenunit moet naar het koelbedrijf worden omgeschakeld (daar-voor in het servicemenu naar continu koelen omschakelen en de on-derste temperatuurgrenswaarde voor de koeling verhogen, daarna opnieuw starten).

▶ De buitenunit is in koelbedrijf. ▶ Sluit het ventiel van de vloeistofleiding (3/8") op de buitenunit. Nu

trekt de compressor het koudemiddel terug naar de buitenunit!▶ Houd een passende sleutel (inbus) voor het sluiten van het ventiel op

de verwarmingsgasleiding (5/8") bij de buitenunit gereed.▶ Zodra de compressor uitschakelt (circa 2-3 minuten na het sluiten

van het vloeistofventiel), DIRECT het ventiel van de verwarmingsgas-leiding sluiten!

▶ Het koudemiddel bevindt zich nu in de buitenunit.

Het uitvoeren van een pomp-down is niet toegestaan, wanneer vanwege een afstand goter als 7,5m tussen bui-ten-en binnenunit extra koudemiddel is toegevoegd.

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 33

Page 34: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Notities

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06)34

Page 35: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

Notities

Lucht-water Split – 6 720 817 355 (2015/06) 35

Page 36: Installatie-instructie Lucht-water split warmtepompnl.documents1.nefit.nl/download/pdf/file/6720817355.pdf · Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Lucht-water Split

������������� ������������ ���������������������� �

!!!"������������� � �#$"���