Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl -...

52
Motoren in aluminium LS / LSES Gietijzeren motoren FLSES Open motoren IP23 PLSES Asynchrone driefasige motoren Installatie en onderhoud Referentie: 4850 nl - 2018.11 / f

Transcript of Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl -...

Page 1: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

Motoren in aluminium LS / LSESGietijzeren motoren FLSESOpen motoren IP23 PLSES

Asynchrone driefasige motoren

Installatie en onderhoud

Referentie: 4850 nl - 2018.11 / f

Page 2: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

2 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

ALGEMENE WAARSCHUWING

In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven wanneer belangrijke bijzondere voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen tijdens de installatie, het gebruik, de reparatie en het onderhoud van motoren.

De installatie van elektrische motoren moet altijd worden uitgevoerd door gekwalificeerd, competent en gekwalificeerd personeel.

De veiligheid van mensen, dieren en goederen, op grond van de essentiële voorschriften van de EU-richtlijnen moet worden gewaarborgd bij de installatie van de motoren in de machines.

Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de potentiaalvereffening van de massa en de aarding.

Het geluidsniveau van machines, gemeten onder standaard omstandigheden, beantwoordt aan de voorschriften van de norm.

De interventie op een stilstaand product moet omringd worden met voorafgaande voorzorgsmaatregelen:• gebrek aan netspanning of restspanning• de oorzaken van de stopzetting grondig onderzoeken (stopzetting van de aslijn - fase-onderbreking- stopzetting door thermische beveiliging - onvoldoende smering…)

Page 3: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

3Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

Beste klant,

U hebt onlangs een Leroy-Somer motor gekocht.

Deze motor is vervaardigd door één van 's werelds toonaangevende en ervaren fabrikanten, met behulp van geavanceerde technologieën - automatisering, speciaal geselecteerde materialen, strenge kwaliteitscontrole - op grond waarvan de certificatie-instellingen onze motorfabrieken de internationale certificering ISO 9001 Editie 2015 hebben toegekend.

Wij danken u voor uw keuze en vragen uw aandacht voor de inhoud van deze gebruiksaanwijzing.

De naleving van enkele essentiële regels geven u de garantie voor een jarenlang, probleemloos gebruik.

LEROY-SOMER MOTORENVoldoet aan de EG-normDe motoren voldoen aan de EN-norm EN/CEI 60034-1, en de Richtlijnen 2014/35/EU (laagspanning), gewijzigd door de Richtlijn 2006/42/EG (machine) en zijn daarom voorzien van het acroniem

OPMERKING:LEROY-SOMER behoudt zich het recht voor om op ieder moment de eigenschappen van haar product te wijzigen om hier de meest recente technologische ontwikkelingen in aan te brengen. De informatie in dit document kan dan ook zonder voorafgaande waarschuwing gewijzigd worden.Copyright 2018: LEROY-SOMER MOTORENDit document is het eigendom van MOTEURS LEROY-SOMER.Reproductie hiervan in welke vorm dan ook is verboden zonder onze voorafgaande toestemming.Gedeponeerde merken, modellen en octrooien.

Page 4: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

4 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

INHOUDSOPGAVE

1. INONTVANGSTNEMING ....................................... 51.1. Identificatie ...............................................................51.2. Opslag ......................................................................6

2 - INSTALLATIEADVIEZEN ...................................... 62.1 - Controle van de isolatie ...........................................62.2 - Locatie - ventilatie ...................................................72.3 - Koppeling ................................................................72.4 - Elektriciteitsadviezen ............................................102.5 - Aansluiting op het stroomnet .................................13

3 - ROUTINEONDERHOUD ..................................... 163.1 - Smering .................................................................163.2 - Onderhoud van de lagers ......................................20

4 - PREVENTIEF ONDERHOUD .............................. 20

5 - REPARATIEGIDS ................................................ 21

6 - CORRECTIEF ONDERHOUD: ALGEMEEN ... 226.1 - Demontage van de motor ......................................226.2 - Controle voor herinstallatie ....................................226.3 - Montage van de lagers op de as ............................226.4 - Herinstallatie van de motor ....................................226.5 - Herinstallatie van de aansluitkast ..........................22

7 - POSITIE VAN DE HIJSRINGEN .......................... 23

8 - VERVANGINGSONDERDELEN ......................... 24

9 - RECYCLING ........................................................ 24

PROCEDURES VOOR DEMONTAGE EN HERINSTALLATIE

10 - LS/LSES MOTOREN ......................................... 2610.1 - Motoren 71 à 160 MP/LR .....................................2610.2 - Motoren 160 M/L/LU, 180 MT/LR ........................2810.3 - Motoren 180 L/LUR, 200 L/LR/LU, 225 ST/MT/MR, 250 MZ ......................................3010.4 - Motoren 225 MG, 250 ME/MF, 280 SC/MC/SD/MD, 315 SN ................................3210.5 - Motoren 280 SU/SK/MK, 315 (behalve SN) .........34

11 - MOTOREN FLS/FLSES .................................... 3611.1 - Motoren 80 à 132 .................................................3611.2 - Motoren 160, 180 MR ..........................................3811.3 - Motoren 180 M/L/LUR, 200 LU, 225 MR/SR ........4011.4 - Motoren 225 M à 280 ...........................................4211.5 - Motoren 315 à 355 LD .........................................44

12 - MOTOREN PLS/PLSES .................................... 4612.1 - Motoren 180 LG/LGU, 200 M/L/LP/LU/LR, 225 MR ................................................................4612.2 - Motoren 225 MG, 250, 280 SC/SD/MC/MD .........4812.3 - Motoren 280 MG, 315 ..........................................50

INHOUD

Aaansluitkast .....................................................................13Aandrijfriemen ......................................................................9Aanpassingen .......................................................................8Aansluiting op het stroomnet...............................................13Aansluiting ..........................................................................15Aarding ............................................................................... 11Aardingsklem ......................................................................15Afvoer van condensatie ......................................................16Alarmen - pré-alarm ............................................................12

Bedradingschema’s ............................................................15Beveiligingen ......................................................................12

Condensatoren ................................................................... 11Correctief onderhoud ..........................................................22 Courant onderhoud ............................................................ 20

Digistart ..............................................................................10Draairichting .......................................................................15

Europese richtlijnen ..............................................................5

Frequentieschakelaar ......................................................... 11

Geleiders ..............................................................................9

Hijsring................................................................................23

Identificatie ...........................................................................5Identificatieplaatje .................................................................5Ingebedde thermische beveiligingen ..................................12Inontvangstneming ...............................................................5Isolatie ..................................................................................6

Kabels: rubriek............................................................. 14 - 15Koppelbussen .......................................................................8Koppeling......................................................................... 7 - 8

Laad- en loswerkzaamheden................................................7Lagers............................................................................16-20Locatie .................................................................................7Logo’s ..................................................................................5

Montage................................................................................6Montagestangen: vastzetten...............................................22

Oliën ...................................................................................16Opslag ..................................................................................6Opstarten ............................................................................10

Plankje: vastzetten van de moeren .....................................15Preventief onderhoud ........................................................ 20

Reparatie ............................................................................21

Schijven ................................................................................9Smering - Smeernippels ......................................... 6 - 16 - 20Spelingen..............................................................................8Stroomtoevoer ....................................................................15

Uitbalancering.......................................................................7

Ventilatie ...............................................................................7Vermogen ...........................................................................10Vervangingsonderdelen ......................................................24Verwarmingsweerstanden ..................................................12Vliegwiel ...............................................................................8

Wartel .................................................................................13

Page 5: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

5Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

INONTVANGSTNEMING

Informatie die op elke bestelling van vervangingsonderdelen moet worden verstrekt

1 - INONTVANGSTNEMINGControleer bij inontvangstneming van uw motor ofer geen schade is opgetreden tijdens het transport. Wanneer u duidelijke sporen van een schok constateert, moet u een voorbehoud melden aan de vervoerder (een beroep kan worden gedaan op de transportverzekeringen) en na een visuele inspectie zet u de motor handmatig aan en controleert u of er afwijkingen zijn.

1.1 - IdentificatieControleer onmiddellijk na ontvangst van de motor of het identificatieplaatje en de contractuele specificaties overeenstemmen.

Definitie van de symbolen van de identificatieplaatjes:

Wettelijke aanduiding dat het materiaal conform is aan de voorschriften

van de Europese Richtlijnen.

* Andere logo's kunnen op verzoek worden aangemaakt:dit moet absoluut voorafgaande aan de bestelling zijn overeengekomen.

MOT 3 ~ : Driefasige translatiemotor LSES : Serie 132 : Ashoogte S : Symbool van de carter

Motornr. 123456 : Serienummer van de motor E : Productiemaand 11 : Productiejaar 001 : Volgnummer in de serie IE2 : Rendementsklasse 83,8% : Rendement met een 4/4 lading

IP55 IK08 : BeveiligingsindexI cl. F : Isolatieklasse F40°C : Contractuele

omgevingstemperatuur om te kunnen werking

S1 : Gebruik - Gebruiksfactorkg : GewichtV : VoedingsspanningHz : Stroomvoedingsfrequentiemin-1 : Toerental per minuutkW : Nominaal vermogencos ϕ : VermogensfactorA : Toegewezen krachtΔ : Driehoek-aansluitingY : Ster-aansluiting

Rollagers

DE : Drive end Rollager aandrijfkantNDE : Non drive end Rollager tegenovergestelde kant van de aandrijvingg : Vetmassa bij elke smeerbeurt (in gr.)h : Frequentie van de smering (in uren)POLYREX EM103: Type smeervet

A : Trillingsniveau

H : Uitbalanceringsmodus

Page 6: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

6 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MONTAGE-ADVIEZEN

1.2 - OpslaanIn afwachting van de ingebruikneming moeten de motoren horizontaal opgeslagen worden: - uit de buurt van vocht: bij vochtigheid boven 90% kan de isolatie van de machine inderdaad snel afnemen tot zelfs nul bij een vochtigheid van nagenoeg 100%. Controleer de staat van de anti-roestbeveiligingen van de ongeverfde onderdelen.Voor een zeer lange opslagperiode kan de motor worden gewikkeld in een verzegelde envelop (bijv. door hitte verzegeld plastiek) met in de envelop dehydratatiezakjes:- op veilige afstand van hoge en frequente temperatuurschommelingen om condensatie te voorkomen; tijdens de opslag moeten alleen afvoerdoppen worden verwijderd voor de afvoer van het condensatiewater.- ingeval van trillingen in de omgeving, moet u proberen de gevolgen van deze trillingen te verminderen door de motor te plaatsen op een drager van absorberend materiaal (plaat van rubber of een ander materiaal) en de rotor om de 14 dagen een fractie van een toer laten draaien om te voorkomen dat de lagerbussen gemarkeerd worden.- verwijder niet het blokkeringssysteem van de rotor (bij rollagers met rollen).Ook bij opslag onder gunstige omstandigheden, zijn een aantal controles noodzakelijk voor de ingebruikneming:

SmeringEenmalig gesmeerde rollagersMaximale opslagperiode: 3 jaar. Na deze periode de rollagers vervangen (zie § 6.3).

Rollagers die meermalig gesmeerd kunnen wordenVet

grade 2Vet

grade 3

Hou

dbaa

rhei

d

korter dan 6 maand

korter dan 1 jaar

De motor kan zonder voorafgaande smering in gebruik worden genomen

langer dan 6 maanden korter dan

1 jaar

langer dan 1 jaar

korter dan 2 jaren

Voer eerst een smeerbeurt uit voor ingebruikneming, conform § 3.1

langer dan 1 jaar en

korter dan 5 jaren

langer dan 2 jaren en

korter dan 5 jaren

Demonteer de rollager- Maak het schoon- Geheel opnieuw smeren

langer dan 5 jaren

langer dan 5 jaren

Vervang de rollager- De rollager geheel opnieuw

smeren

Vetten aanbevolen door LEROY SOMER (zie identificatieplaatje): - grade 3: ESSO UNIREX N 3

- POLYREX EM103

2 - MONTAGE-ADVIEZEN

De elektrische motoren zijn industriële producten. Daarom moet de installatie

uitgevoerd worden door gekwalificeerd, competent en bevoegdpersoneel. De veiligheid van mensen, dieren en goederen moet worden gewaarborgd wanneer motoren geïntegreerd worden in machines (raadpleeg de geldende normen).

2.1 - Controle van de isolatieVoor de ingebruikname van de motor, adviseren wij de isolatie tussen de fasen en de massa en

tussen de fasen te controleren.

Deze controle is noodzakelijk wanneer de motor langer dan 6 maand of op een vochtige plaats heeft gestaan.Deze meting wordt gedaan met een megger onder 500V gelijkstroom (waarschuwing: gebruik geen magneto-systeem).Het verdient aanbeveling een eerste test te doen onder 30 à 50 V en indien de isolatie hoger is dan 1 mega-ohm, voert u een tweede meting uit onder 500 V gedurende 60 seconden. De isolatie onder koude omstandigheden moet ten minste gelijk zijn aan 10 mega-ohm.Wanneer deze waarde niet zou worden bereikt, of wanneer de motor permanent met water of stofregen is besproeid geworden, of langdurig op een bijzonder vochtige locatie opgeslagen of met condensatie bedekt is geweest, wordt geadviseerd de stator gedurende 24 uur te drogen in een autoclaaf op een temperatuur tussen 110 °C en 120 °C.Wanneer de motor niet gedroogd kan worden in een autoclaaf:- sluit de motor met een geblokkeerde rotor aan op driefasige wisselspanning, circa 10% lager dan de nominale spanning gedurende 12 uren (gebruik een inductie-regulator of een verlagingstransformator met instelbare aansluitingen). Voor sleepringmotoren, moet deze test worden uitgevoerd met de rotor in een kortsluiting positie.- of sluit de motor aan op gelijkstroom, de drie fases in serie, met een spanning gelijk aan 1 à 2% van de nominale spanning (gebruik een generator voor gelijkstroom met onafhankelijke bekrachtiging of accu's voor motoren lager dan 22 kW).- NB: De wisselstroom moet gecontroleerd worden met behulp van een ampèretang, de gelijkstroom met een shunt-ampèremeter. Deze stroom mag niet hoger zijn dan 60% van de nominale stroom.Wij adviseren een thermometer op het motorhuis te plaatsen: indien de temperatuur hoger is dan 70°C, moeten de spanningen of aangegeven vermogens verlaagd worden met 5% ten opzichte van de oorspronkelijke waarde voor een afwijking van 10°.Tijdens het drogen mag geen enkele opening van de motor geobstrueerd zijn (aansluitkasten, ontluchtingsgaten).

M

Waarschuwing: De diëlektrische test is in de fabriek voor verzending uitgevoerd. Indien deze

test herhaald moet worden, moet dit plaatsvinden op de helft van de genormaliseerde spanning, d.w.z.: 1/2 (2U + 1000V). Zorg dat het capacitieve effect als gevolg van de diëlektrische test geneutraliseerd is voordat u de klemmen aansluit op de aarding.

Zorg altijd dat dat de motor voor de installatie maar ook tijdens gebruik compatibel is met zijn omgeving.

Voor alle isolatie- of diëlektrischetesten adviseren wij de thermische sondes en/of accessoire te aarden.

Page 7: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

7Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MONTAGE-ADVIEZEN

Voor inbedrijfstelling van elke motor: moet de motor leeg, zonder mechanische belasting

gedurende 2 à 5 minuten draaien. Controleer of u geen abnormaal geluid hoort; in geval van een abnormaal geluid raadpleegt u § 5.

2.2 - Locatie - ventilatie2.2.1 - Gesloten motorenOnze motoren worden gekoeld volgens de modus IC-411 (IEC-standaard 34-6) dat wil zeggen "het oppervlak van de machine wordt gekoeld met behulp van een gas (lucht) op omgevingstemperatuur dat langs de machine stroomt."Koeling komt tot stand door een ventilator aan de achterkant van de motor; de lucht wordt aangezogen door het rooster van een ventilatieluik (een gegarandeerde beveiliging tegen risico's op direct contact met de ventilator volgens de norm IEC 34-5) en die vervolgens langs de schoepen van het motorhuis wordt geblazen om een warmte-evenwicht te garanderen voor de motor, ongeacht de draairichting.

2.2.2 - Open motorenLocatie voor de ventilatieOnze motoren worden gekoeld volgens de modus IC 01 (IEC-standaard 34-6) dat wil zeggen "de machine wordt gekoeld met behulp van een gas (lucht) op omgevingstemperatuur dat in de machine stroomt".Koeling komt tot stand door een ventilator aan de achterkant van de motor; de lucht wordt aangezogen aan de voorkant van de motor en door het luik geblazen om een warmte-evenwicht te garanderen voor de motor, ongeacht de draairichting.

H

max. hoogte Ø

luchtinlaat

De motor wordt geïnstalleerd op een voldoende geventileerde locatie, de in- en uitgang van de lucht is ten minste voor een kwart van de hoogte van de as vrijgelaten.De obstructie zelfs onopzettelijk (afdichting) van het luikrooster is schadelijk voor het goede functioneren van de motor.Wanneer de as verticaal functioneert met het uiteinde naar beneden, adviseren wij de motor uit te rusten met een coatingplaatwerk om penetratie van ongewenste deeltjes te voorkomen.Ook moet gecontroleerd worden of geen hete lucht gerecycleerd wordt, zo niet dan moeten leidingen worden geïnstalleerd voor de invoer van koude lucht en de afvoer van hete lucht om oververhitting van de motor te voorkomen.

In voorkomend geval en indien de luchtcirculatie niet gereguleerd wordt door een extra ventilator, moeten de dimensies van de leidingen worden berekend om zoveel mogelijk spanningsverlies te voorkomen ten opzichte van die van de motor.

InbedrijfstellingDe motor wordt geïnstalleerd in de locatie vermeld op de bestelbon, op een voldoende harde ondergrond om vervorming en trillingen te voorkomen.Wanneer de motorplaatjes voorzien zijn van zes bevestigingsgaten, verdient het aanbeveling de gaten te gebruiken die overeenstemmen met de genormaliseerde afmetingen van het vermogen (raadpleeg de technische brochure van asynchrone motoren) of gebruik de gaten in B2.

Voorzie een gemakkelijke toegang tot de aansluitkast, afvoerdoppen van condensatie en in voorkomend geval tot de vetnippels.Gebruik ophijsapparatuur die is afgestemd op het gewicht van de motor (aangegeven op het identificatieplaatje).

Wanneer de motor is uitgerust met hijsringen, zijn deze uitsluitend bedoeld om de motor op te

tillen en niet de machine inclusief de motor.Opmerking 1: Bij een installatie met een opgehangen motor, moet een beveiliging worden voorzien voor het geval het bevestigingssysteem zou breken.Opmerking 2: Ga nooit op de motor staan.

2.3 - KoppelingVoorbereidingDraai voor de koppeling de motor met de hand aan om eventuele schade door manipulatie te constateren.Verwijder de eventuele beveiliging op het uiteinde van de as.

Evacueer het water dat eventueel door dauw in de motor is gecondenseerd en verwijder de doppen die de afvoergaten obstrueren.

Vergrendelingsysteem van de rotor Voor motoren die op verzoek gefabriceerd zijn met rollagers voorzien van rollen, moet het vergrendelingsysteem op de rotor worden verwijderd.In de uitzonderlijke gevallen waarin de motor na de montage van de koppeling moet worden verplaatst, moet de rotor opnieuw vergrendeld worden.

1/4 u min(met een minimale afstand van 25 mm)

H

B 2B 1

Page 8: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

8 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MONTAGE-ADVIEZEN

UitbalancerenRoterende machines worden uitgebalanceerd volgens de norm ISO 8821:- een halve spie wanneer het uiteinde van de as gemarkeerd is met H,- zonder spie wanneer het uiteinde van de as gemarkeerd is met N,- volle spie wanneer het uiteinde van de as gemarkeerd is met F.elk koppelingsonderdeel (schijf, koppelbus, ring enz.) moet dus bijgevolg worden uitgebalanceerd.

Motor met 2 as-uiteinden: Indien het tweede as-uiteinde niet wordt gebruikt, moet, in overeenstemming met de categorie uitbalancering, de spie of 1/2 spie stevig worden gemonteerd in de groef zodat deze tijdens de rotatie niet wegslingert (uitbalancering H of F) en direct contact worden voorkomen.VoorzorgsmaatregelenAlle maatregelen moeten worden genomen om latente risico's op roterende onderdelen (koppelbus, schijf, aandrijfriem enz.) te voorkomen.

Wanneer een motor waarop geen verbindingsstuk is gemonteerd wordt opgestart, moet u de spie in

zijn behuizing goed vastzetten.

Wees bedacht op terugdraaien wanneer de motor niet onder stroom staat. Hiervoor moet een oplossing worden gevonden:- pompen, een terugslagklep installeren.- mechanische onderdelen, een anti-terugdraaimechanisme of een parkeerrem installeren.- etc.Spelingen en aanpassingenDe gestandaardiseerde spelingen zijn van toepassing op de mechanische eigenschappen vermeld in de catalogi. Deze beantwoorden aan de voorschriften van de norm IEC 72-1.- De instructies van de leverancier met betrekking tot transmissieonderdelen strikt opvolgen. - Schadelijke schokken aan rollagers vermijden.Een schroevendraaier en het tapgat gebruiken van het uiteinde van de as met een speciaal smeermiddel (bijv. molykote vet) om de montage van de koppeling te vereenvoudigen.

Het is van essentieel belang dat de naaf van het transmissieonderdeel:- stopt tegen de aanslag van de as of bij diens aanwezigheid, tegen de metalen aanslagring van die een keerschot vormt en bedoeld is om de rollager te blokkeren (de waterdichte pakking niet platdrukken).

- of langer dan het uiteinde van de as (2 à 3 mm) om vast te kunnen zetten door middel van schroeven en ringen; zo niet dan moet een afstandsring tussen gevoegd worden zonder de spie in te snijden (een grote ring moet worden uitgebalanceerd).

Steunop de aanslag van de as

Steunop de aanslagring

Een tweede as-uiteinde moet uitsluitend gebruikt worden voor de directe koppeling en dezelfde adviezen moeten worden opgevolgd.

Ook kan het 2e as-uiteinde kleiner zijn dan het eerste as-uiteinde maar het kan nooit een hogere

koppel genereren dan de helft van de nominale koppel.

Vliegwielen moeten niet rechtstreeks gemonteerd worden op het uiteinde van de as, maar geïnstalleerd worden tussen de lagers en gekoppeld worden door middel van koppelbussen.

Montage van een flensmotor met tapgatenMontage van motoren met bevestigingsflenzen met tapgaten IM B14 (IM 3601) en IM B34 (IM 2101).De maximale invoerlengte van de schroeven voor de montage van motoren met bevestigingsflenzen met tapgaten IM B34 en IM B14.

Maximale invoer (mm)LSES 71 F75 M5 / F85 M6 13LSES 80 F100 M6 11LSES 90 F115 M8 11LSES 100 F130 M8 11LSES 112 F130 M8 11LSES 132 F215 M12 11LSES 160 F215 M12 15

Directe koppeling op de machineBij directe montage op het uiteinde van de motoras van het mobiele onderdeel (pomp- of ventilatorturbine), moet u zorgen dat dit onderdeel perfect uitgebalanceerd is en dat de radiale kracht en axiale druk binnen de grenzen blijven weergegeven in de catalogus voor de positie van de lagers. Directe koppeling met behulp van een koppelbusDe koppelbus moet worden gekozen op basis van de over te dragen nominale koppel en de veiligheidsfactor die afhankelijk is van de omstandigheden waarin de elektrische motor wordt opgestart.De uitlijning van de machines moet zorgvuldig worden uitgevoerd, zodat de concentriciteit en parallelliteit van de twee halve koppelbussen compatibel zijn met de aanbevelingen van de fabrikant van de koppelbus.De twee halve koppelbussen worden voorlopig geassembleerd om de verplaatsing te vereenvoudigen.Stel de parallelliteit van de beide assen in met behulp van een ijkinstrument. Meet op een punt van de omtrek de tussenruimte tussen de twee koppelvlakken; draai ten opzichte van deze oorspronkelijke positie 90°, 180° en 270° en meet elke keer.

Page 9: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

9Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MONTAGE-ADVIEZEN

Het verschil tussen de twee uiterste waarden van de afmeting "X" mogen een afwijking hebben van hooguit 0,05 mm voor standaard koppelingen.

Voor een perfectere instelling en om tegelijkertijd de concentriciteit van de twee assen te controleren, monteert u 2 meters conform aan het schema en laat u de beide assen langzaam draaien.

x

De geconstateerde afwijkingen op de een of andere as, geven aan dat een axiale of radiale instelling vereist is indien de afwijking groter is dan 0,05 mm.

Directe koppeling met behulp van een harde koppelbusDe twee assen moet worden uitgelijnd zodat ze beantwoorden aan de spelingen die geautoriseerd zijn door de fabrikant van de koppelbus.De minimale afstand tussen de uiteinden van de as moet worden gerespecteerd om rekening te houden met de uitzetting van de motoras en de as van de belasting.

A

Ø

Ø (mm) A (mm)mini

9 à 55 160 1,565 1,575 280 2

Transmissie via riemschijvenDe diameter van de schijven wordt bepaald door de gebruiker.Gietijzeren schijven worden afgeraden vanaf een diameter van 315 bij een toerental van 3000 min-1.Vlakke riemen kan niet worden gebruikt voor toerentallen vanaf 3000 min-1.

Montage van de riemenVoor een correcte montage van de riemen, moet u voor de instelling beschikken over een marge van 3% +/- ten opzichte van de afstand berekend tussen de assen E.Bij de montage van de riemen moet u nooit forceren.Bij tandriemen plaatst u de inkepingen in de schijfgroeven

E

Uitlijning van de schijvenControleer of de motoras parallel is aan die van de gedreven schijf.

Bescherm alle draaiende onderdelen alvorens de motor onder stroom te zetten.

Instelling van de riemspanningDe riemspanning moet zorgvuldig worden ingesteld conform de adviezen van de leverancier van de riemen en de berekeningen die gemaakt zijn bij de productomschrijving.Herhaling:- te hoge spanning = onnodige krachtwerking op de rollagers die tot een vroegtijdige slijtage kan leiden van de lager-eenheid (lager-rollagers) en zelfs de as kan breken.- te lage spanning = trillingen (slijtage van de lager-eenheid).vaste afstand tussen twee assen: monteer een spanrol op de slappe draad van de riemen:- een gladde rol op de buitenkant van de riem;- een rol met V-snaren aan de binnenkant van de riemen.instelbare afstand tussen de assen:De motor is meestal gemonteerd op geleiders, zodat de uitlijning van de schijven en de riemspanning optimaal kunnen worden ingesteld. Plaats de geleiders op een perfect horizontale ondergrond.In de langsrichting, wordt de positie van de geleiders wordt bepaald door de lengte van de riem en in de dwarsrichting door de schijf van de aangedreven machine.Monteer de geleiders stevig vast met de wartels zoals aangegeven op de afbeelding (de wartel van de geleider aan de kant van de riem tussen de motor en de aangedreven machine).Bevestig de geleiders op de ondergrond, stel de riemspanning in conform bovenstaande instructies.

Wartel

Wartel

Page 10: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

10 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MONTAGE-ADVIEZEN

2.4 - Elektriciteitsadviezen2.4.1 - Minder problemen bij het starten van de motorenOm de installatie in goede staat van werking te houden moet elke merkbare opwarming van de kabels en geleiders worden vermeden. Zorg er ook voor dat de ingezette beschermings-middelen en veiligheden niet hinderen bij de opstart van het systeem.Functiestoornissen geconstateerd op andere apparaten die aangesloten zijn op dezelfde bron worden veroorzaakt door een spanningsverlies als gevolg van de oproepstroom bij het opstarten (een veelvoud van de stroom wordt geabsorbeerd door de motor bij volle belasting (circa 7 X) raadpleeg de technische catalogus asynchrone motoren LEROY-SOMER).Hoewel steeds meer netwerken directe opstart ondersteunen, moet oproepstroom worden beperkt op bepaalde installaties.Een motor die functioneert zonder stoten en geleidelijke opstart garanderen een aangenamer gebruik en een langere levensduur voor de aangedreven machines.De opstart van een asynchrone motor met kooi wordt gekenmerkt door twee essentiële waarden:- aanloopkoppel- aanloopstroom.De aanloopkoppel en de weerstandskoppel bepalen van aanlooptijd.Afhankelijk van de aangedreven belasting, kan het noodzakelijk zijn de koppel en de stroom aan te passen aan de ingestelde snelheid van de machine en het vermogen van het stroomnet.

De vijf essentiële modi zijn:- directe opstart,- ster-driehoekaanloop,- opstarten met een stator en autotransformator,- opstarten met een stator met weerstand,- elektronisch opstarten.De "elektronische" opstartmodi controleren de spanning op de motorklemmen tijdens de volledige opstartfase en zorgen voor een progressieve opstart zonder stoten.

2.4.2 - Elektronische starter "Digistart" LEROY-SOMERDit is een elektronische multifunctionele micro-controller die gebruikt wordt voor alle driefasige asynchrone motoren met kooi.Hierdoor kan een motor geleidelijk worden opgestart:- waarbij de aanloopstroom vermindert,- met een geleidelijke acceleratie zonder stoten, dankzij de controle van de kracht die door de motor wordt geabsorbeerd.Na het starten, neemt de DIGISTART extra beheerfuncties waar voor andere functiefasen van de motor: stationair en vertraging. - Modellen van 18 à 1600 A - Stroomtoevoer: 220 à 700 V - 50/60 HzDe installatie van de DIGISTART is goedkoop: u hebt alleen een extra versmolten scheidingsschakelaar nodig.

Optioneel: Standaard geleiders (conform de norm NFC 51-105)Deze stalen geleiders worden geleverd met de wartels en de 4 bouten en moeren voor de bevestiging van de motor op de geleiders, maar zonder bevestigingsbouten voor de geleiders.

Ashoogte Type Benodigde ruimte Gewicht duomotor geleider A E H K L X Y Z Ø J geleiders (kg)

90 G 90/8 PM 355 395 40 2.5 50 324 264 294 13 3

100, 112 en 132 G 132/10 PM 420 530 49,5 7 60 442 368 405 15 6

160 en 180 G 180/12 PM 630 686 60,5 7 75 575 475 525 19 11

200 en 225 G 225/16 PF 800 864 75 28,5 90 - 623 698 24 16

250 en 280 G 280/20 PF 1000 1072 100 35 112 - 764 864 30 36

315 en 355 G 355/24 PF 1250 1330 125 36 130 - 946 1064 30 60

H

L

Y

Z

X

A

EK

ØJ

Page 11: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

11Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MONTAGE-ADVIEZEN

2.4.3 - Overige controlesystemenFrequentieschakelaars, vectorcontrole van stromen…. Voor het gebruik van standaard asynchrone motoren met een snelheidsschakelaar en een frequentie- of spanningsschakelaar, zijn speciale voorzorgsmaatregelen vereist:

De referentie spanning (output schakelaar of input motor) is 400V op 50 Hz: de schakelaar

moet dus een constant spanning/frequentiesignaal afgeven in de functiezone tot 50 Hz. Wanneer de bandbreedte hoger is dan 25/50 Hz, moet u voor een gepaste ventilatie en lager-eenheid zorgen.

Bij langdurig gebruik op lage snelheid, is de ventilatie veel minder efficiënt. Daarom adviseren wij een geforceerde ventilatie te installeren met een constante snelheid die niet gekoppeld is aan de snelheid van de motor.Bij langdurig gebruik op hoge snelheid, kan de ventilatie geluidsoverlast voor de omgeving veroorzaken. Daarom adviseren wij het gebruik van een geforceerde ventilatie.

1/3

2/3

1

0 1/3 2/3 1

N / Ns

Geforceerde ventilatie(verwarming)

Natuurlijke ventilatie Geforceerde ventilatievoor N > 3600 min-1

Operationele snelheid /Gelijktijdigheidssnelheid

Ventilatie-effet

P/PN = f (N/NS)

Wanneer de frequentie hoger is dan 50 Hz:a - Moet u de kwaliteit van de uitlijning controleren van alle onderdelen die deel uitmaken van dezelfde aslijn.b - De spanning blijft constant boven 50 Hz.c - De kracht van de motor tot 60 Hz blijft constant (zorg dat het geabsorbeerde vermogen door de belasting niet afwijkt in de bandbreedte van deze frequentie).d - Zorg dat de snelheid van de toepassing niet hoger is dan de synchroniciteitssnelheden:- Motoren 2P --> 3600 min-1

- Motoren 4P --> 1800 min-1

- Motoren 6P --> 1200 min-1

e - Voor alle overige beperkingen ten aanzien van de frequentie en/of spanning moeten extra voorzorgsmaatregelen worden genomen voor de ontmanteling, de rollagers, de ventilatie, het lawaai... : ons raadplegen.Zorgen dat de trillingen van de complete machine voldoen aan de norm ISO 10816-3.

De gebruiker is verantwoordelijk de motor- en proefapparatuur te beveiligen tegen de gevaarlijke stroom van rollagers en spanningspieken in de spoel. Deze instructies garanderen echter geen efficiëntie in alle omstandigheden.

2.4.4 - Toegestaneaanlooptijd en blokkering rotortijdDe aanlooptijden moeten binnen de onderstaande grenzen blijven , onder voorbehoud dat het aantal keren dat wordt opgestart in een uur, minder is dan of gelijk is aan 6.Er mag 3 drie keer achter elkaar worden opgestart wanneer de machine koud is, en 2 keer wanneer de machine warm is.

Toegestane aanlooptijd van de motoren afhankelijk van de verhouding ID / IN.

2.4.5 - Aarding (zie § 2.5.5)2.4.6 - Compensatiecondensatoren Cos ϕ

Voor elke interventie op de motor of de motorkast, moet u zorgen dat de condensatoren geïsoleerd

en/of ontladen zijn (meet de spanning op de aansluitklemmen).

2.4.7 - Beveiliging van de motoren2.4.7.1 - Online beveiligingenInstelling van de thermische beveiliging Deze moet voor de spanning en de frequentie van het aangesloten stroomnet worden ingesteld op het vermogen vermeld op het identificatieplaatje van de motor.Magneto-thermische beveiligingDe motoren worden beschermd door een magneto-thermisch systeem dat geplaatst wordt tussen de schakelaar en de motor. Dit beveiligingssysteem biedt een globale beveiliging van motoren tegen overbelasting met een langzame fluctuatie. Dit apparaat kan in combinatie gebruikt worden met een smeltveiligheid. Ingebedde directe thermische beveiligingenVoor een laag nominaal vermogen, kunnen bimetalen beschermingen waarlangs de stroomlijn passeert, worden gebruikt. De bimetalen bescherming activeert contacten die er voor zorgen dat het stroomcircuit onderbroken of geactiveerd wordt. Deze beveiligingen zijn ontworpen met handmatige of automatische reactiveringsystemen. 2.4.7.2 - Ingebedde indirecte thermische beveiligingenDe motoren kunnen optioneel uitgerust worden met thermische sondes; met deze sondes kan de temperatuurontwikkeling naar de "warmtepieken" worden gevolgd:- detectie van overbelasting,- controle van de afkoeling,- toezien op de karakteristieke onderhoudspunten van de installatie.

25

20

15

Tijd

(en)

10

55 6 7 Id/In 8 9 10

Warme startKoude start

Page 12: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

12 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MONTAGE-ADVIEZEN

Opgemerkt moet worden dat deze sondes in geen geval gebruikt kunnen worden voor de directe regulering van de gebruikscycli van de motoren.

Type Functieprincipefonctionnement

Functiecurvefonctionnement

Mogelijkheidvan

uitschakeling (A) Beveiligingsgarantie Montage

Aantal apparaten*

Thermische beveiliging

met een openingPTO

thermoschakelaar voor de verwarming

indirect met contactbij de opening (0)

I

O TNFT

I

F TNFT

R

TNFT

V

T

R

T

1,6 onder 250 Vbij cos ϕ 0,6

globale controlelangzame

overbelastingen

Montage in het bedienings- circuit

2 of 3 in serieschakeling

Thermische beveiliging

bij de sluitingPTF

thermoschakelaar voor de verwarming

indirect met contactbij sluiting (S)

1,6 onder 250 Vbij cos ϕ 0,6

globale controlelangzame

overbelastingen

Montage in het bedienings- circuit

2 of 3 in parallelschakeling

Thermistormet een coëfficiënt

vanpositieve

temperatuur CTP

Variabele weerstandniet-lineaire aan

indirecte verwarming0

globale controlesnelle overbelastin-

gen

Montage met bijbehorende relais in het bedienings-

circuit

3 in serieschakeling

Thermokoppels T (T<150 °C)

Koperen constantaan

K (T<1000 °C)Koper Koper-Nikkel

Peltier-effect 0permanente controle

doelgericht van warmtepieken

Montage in de bedie-ningspanelen met een

bijbehorend optisch apparaat(of recorder)

1 per punt om te controleren

Thermische sondevan platina

PT 100

Variabele weerstandlineaire aan

indirecte verwarming0

permanente controlevan een grote

precisie van de belangrijkste

warmtepieken

Montage in de bedie-ningspanelen met een bijbehorend optisch

apparaat(of recorder)

1 per punt om te controleren

- TNF: nominale bedrijfstemperatuur.

- De TNF worden gekozen op grond van de implantatie van de sensor in de motor en de warming-up klasse.* Het aantal apparaten betreft de beveiliging van de spoelen.Alarm en pré-alarmAlle beveiligingsuitrustingen kunnen worden verdubbeld (met verschillende TNF): de eerste uitrusting dient als pré-alarm (licht- of geluidssignalen, zonder stroomonderbreking) en de tweede wordt gebruikt als alarm (voor de onderbreking van de stroomcircuits).

Waarschuwing: afhankelijk van het type beveiliging, kan de motor onder stroom blijven

staan. Voor elke interventie op de aansluitkast of de kast moet het stroomnet worden afgesloten.

Beveiliging tegen condensatie: verwarmingsweerstandenPlaatsbepaling: 1 rode labelEen weerstand in de vorm van een geweven lint met glasvezel wordt aangebracht op 1 of 2 kop(pen) van de spoelen waarmee de machines bij stilstand kunnen worden verwarmd en waardoor de condensatie in de machines kan worden verwijderd. Stroomvoorziening: 230V mono fasering tenzij de klant andere technische eigenschappen vereist.Wanneer tijdens de installatie de ontluchtingsdoppen aan de onderkant van de motor niet zijn verwijderd, moeten deze ca. elke zes maand worden geopend.

Waarschuwing: voor elke interventie op de aansluitkast of de kast mogen de

verwarmingsweerstanden niet op het stroomnet zijn aangesloten.

Page 13: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

13Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MONTAGE-ADVIEZEN

Ø m

in.

Ø m

ax.

2.5 - Aansluiting op het stroomnet2.5.1 - AansluitkastStandaard geplaatst op en aan de voorkant van de motor voor de vormen IM B3, B5, B14 is het beveiligingstype IP 55.Waarschuwing: ook voor de flensmotoren kan de positie van de aansluitkast niet zomaar worden gewijzigd: de openingen voor de afvoer van condensatie moeten gepositioneerd blijven in het onderste gedeelte.WartelDe wartel bevindt zich standaard aan de rechter kant (1) ,gezien vanaf het uiteinde van de motoras.

A Standaar

Standaardpositie

2 4

1

3

Opmerking: de motoren zijn standaard uitgerust met doppen of een steunplaat.

De aandraaicapaciteit van de wartel

Pas de wartel en in voorkomende geval hetverloopstuk aan de

diameter van de gebruikte kabel aan.Om de oorspronkelijke IP55 bescherming van de motor te bewaren, moet u zorgen dat de wartel waterdicht blijft door de wartel correct vast te zetten (Kan alleen met gereedschap worden losgeschroefd).Bij meerdere en niet gebruikte wartels, moet u zorgen dat ze altijd afgesloten en vastgedraaid zijn zodat ze alleen losgeschroefd kunnen worden met gereedschap.

Wanneer bij de bestelling geen specifieke positie zou zijn gespecificeerd voor de wartel, of deze positie niet langer correct is, kan de symmetrische constructie van de aansluitkast de wartel in de 4 richtingen oriënteren met uitzondering van de positie (2) voor flensmotoren met gladde gaten (B5).Een wartel moet nooit naar boven open staan.Zorg dat de krommingstraal van inkomende kabels voorkomt dat water in de wartel terechtkomt.

Typewartel

Ø mini - Ø maxi (mm) van de kabel

PE polyamide PE messing

ISO M16 5 - 10 5,5 - 9,5

ISO M20 9.5 - 15 8,5 - 13

ISO M25 13 - 19 12 - 17

ISO M32 15 - 25 15 - 22

ISO M40 21 - 32 19,5 - 28

ISO M50 26 - 38 25.5 - 36

ISO M63 31 - 34 33 - 46

Page 14: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

14 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MONTAGE-ADVIEZEN

2.5.2 - Sectie van stroomkabels Het spanningsverlies op de kabels (norm NFC 15.100 of de norm van het land van de eindgebruiker) is des te belangrijker naarmate de stroom hoger is. We berekenen dus de waarde van de aanloopstroom en de bevestiging is afhankelijk van de toepassing.

Indien het belangrijkste criterium de aanloopkoppel is (of de aanlooptijd), moet het spanningsverlies beperkt worden tot maximaal 3% (dat wil zeggen een koppelverlies van circa 6 à 8%).Op de onderstaande abacus kunnen de geleiders worden gekozen afhankelijk van de lengte van de stroomtoevoer en de opstartkracht om het spanningsverlies te beperken tot maximaal 3%.

Deze tabel ontslaat de installateur niet van zijn verplichting de beveiligingssystemen te controleren.

Voor motoren met een outputkabel, mag de kabel niet voor los- en laadwerkzaamheden worden gebruikt..

2.5.3 - Aansluiting van de motor-schakelaarOm de goede werking van de installatie te waarborgen vereist de sturing van een asynchrone motor door een snelheidsregelaar dat een aantal regels worden nageleefd.Voor toepassingen in variabele snelheid moet u de aanbevelingen volgen die zijn beschreven in de gids voor goede praktijken van systemen voorzien van motoren met snelheidsregelaars ref. 5626.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2 3 4 5 6 7 8 9 100 2 3 4 5 2 3 4 56 7 8 9 100010

20

30

40

5060708090

100

200

300

400

500600700800900

1000Lengte in m Max. spanningsverlies van 3% (driefasige circuits - koperen kabel)

Stroomsterkte in AAanloopstroom

1 1.5 2.5 4 6 10 16 35 50 75 9025 Sectie van de geleiders

Page 15: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

15Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MONTAGE-ADVIEZEN

2.5.4 - Bedradingschema van hetklemmenbordAlle motoren zijn geleverd met een bedradingschema in de aansluitkast*.De koppelplaten die noodzakelijk zijn voor de koppeling bevinden zich in de aansluitkasten.Motoren die op één snelheid functioneren zijn uitgerust met een bord met 6 klemmen, in overeenstemming met de norm NFC 51 120, die geïdentificeerd zijn conform IEC 34 - 8 (of NFC 51 118).

Lees aandachtig de informatie op het identificatieplaatje om de koppeling te kiezen

die overeenkomt met de voedingsspanning.

2.5.5 - DraairichtingWanneer de motor wordt aangedreven door U1, V1, W1 of 1U, 1V, 1W op een direct stroomnet L1, L2, L3, draait de motor in de richting van de wijzers van de klok, gezien vanuit het vooraanzicht van het as-uiteinde.Door de stroomtoevoer te wijzigen in 2 fasen, ontstaat een omgekeerde draairichting (u moet controleren of de motor ontworpen is voor de 2 draairichtingen). Waarschuwing: motor met een terugloopbeveiliging: opstarten in de verkeerde richting beschadigt de terugloopbeveiliging (zie de pijl op het motorhuis).Wanneer de motor is uitgerust met accessoires (thermische bescherming of een verwarmingsweerstand), worden deze aangesloten op dominostekkers voorzien van schroeven of op plankjes door middel van de gemarkeerde draden (zie § 2.4).

Sonde

2.5.6 - Aardklem en aardingDe aardklem bevindt zich in een nok in de aansluitkast; in sommige gevallen bevindt de aardklem zich op een plaatje of een of rib (ronde motoren). Het wordt aangeduid door het symbool:

De motor moet geaard zijn en beantwoorden aan de geldige voorschriften (bescherming van

werknemers).

* Dit schema moet desgewenst opgevraagd worden bij de leverancier met opgave van het type en het nummer van de motor op het identificatieplaatje van de motor.

2.5.7 - Aansluiting van de stroomkabels op het klemmenbordKabels moeten worden uitgerust met kabelschoenen die zijn afgestemd op hettype kabel en de diameter van de klem.Zij moeten worden vastgezet overeenkomstig de aanwijzingen van de kabelschoenfabrikant.De koppeling vindt plaats door de kabelschoenen op elkaar aan te sluiten (zie onderstaand schema):

Aandrijfkoppel (N.m) op de moeren van de klemborden

Klem M4 M5 M6 M8 M10 M12 M14 M16

Staal 1 2,5 4 10 20 35 50 65Messing 1 2 3 6 12 20 - 50

Bij aansluiting van de kabels zonder kabelschoenen, moeten beugels worden gebruikt.Wanneer op de klemmenborden van messing, moeren op het bord ontbreken, moeten de moeren niet door stalen maar door moeren van messing worden vervangen.Wanneer u de kast afsluit, moet u zorgen dat de pakking goed aangebracht is.

In het algemeen moet u zorgen dat een moer, sluitring of een ander ongewenst onderdeeltje

niet gevallen is in en in contact is gekomen met de spoel.

Page 16: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

16 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

ROUTINEONDERHOUD

ROLLAGERS GESMEERD VOOR HUN VOLLEDIGE LEVENSDUUR De levensduur (L10u) van het smeermiddel uitgedrukt in uren onder normale gebruiksomstandigheden, is aangegeven in de onderstaande tabel in omgevingstemperaturen lager dan 55 °C.

Serie Type Polariteit

Type rollagers gesmeerd voor hun volledige

levensduur

Levensduur van het vet afhankelijk van de rotatiesnelheden

3000 min-1 1500 min-1 1000 min-1

N.D.E. D.E. 25°C 40°C 55°C 25°C 40°C 55°C 25°C 40°C 55°C

LS/LSES

80 L 2 6203 CN 6204 C3 ≥40000 ≥40000 25000 - - - - - -80LG 2 ; 4

6204 C3 6205 C3 ≥40000 ≥40000 24000 ≥40000 ≥40000 31000- - -

90 SL/L 2 ; 4 ; 6 ≥40000 ≥40000 3400090 LU 4 6205 C3 6205 C3 - - - ≥40000 ≥40000 30000 - - -100 L 2 ; 4 ; 6

6205 C3 6206 C3≥40000 ≥40000 22000

≥40000 ≥40000 30000≥40000 ≥40000 33000

100 LR 4 - - - - - -112 M 2

6205 C3 6206 C3 ≥40000 ≥40000 22000 - - -- - -

112 MG 2 ; 6 ≥40000 ≥40000 33000112 MU 4 6206 C3 6206 C3 - - - ≥40000 ≥40000 30000 - - -132 S 2 ; 6

6206 C3 6208 C3 ≥40000 ≥40000 19000- - - ≥40000 ≥40000 30000

132 SU 2 ; 4 ≥40000 ≥40000 25000 - - -132 SM/M 2 ; 4 ; 6 6207 C3 6308 C3 ≥40000 ≥40000 19000 ≥40000 ≥40000 25000 ≥40000 ≥40000 30000132 MU 4 ; 6 6307 C3 6308 C3 - - - ≥40000 ≥40000 25000 ≥40000 ≥40000 30000160 MR 2 ; 4 6308 C3 6309 C3 ≥40000 35000 15000 ≥40000 ≥40000 24000 - - -160 MP 2 ; 4 6208 C3 6309 C3 ≥40000 35000 18000 ≥40000 ≥40000 24000 - - -160 M/MU 6

6210 C3 6309 C3- - - - - -

≥40000 ≥40000 27000160 L 2 ; 4 ; 6 ≥40000 30000 15000 ≥40000 ≥40000 23000160 LUR 4 ; 6

6210 C3 6310 C3- - -

≥40000 ≥40000 23000≥40000 ≥40000 27000

180 MT 2 ; 4 ≥40000 30000 15000 - - -180 M 4

6212 C3 6310 C3 - - -≥40000 ≥40000 24900 - - -

180 L 6 - - - ≥40000 ≥40000 28000180 LR 4 6210 C3 6310 C3 - - - ≥40000 ≥40000 23000 - - -180 LUR 4 ; 6 6312 C3 6310 C3 - - - ≥40000 ≥40000 22000 ≥40000 ≥40000 27000200 L 2 ; 6 6214 C3 6312 C3 ≥40000 25000 12500 - - - ≥40000 ≥40000 27000200 LR 2 ; 4 ; 6

6312 C3 6312 C3≥40000 25000 12500

≥40000 ≥40000 22000 ≥40000 ≥40000 27000200 LU 4 ; 6 - - -225 ST 4

6214 C3 6313 C3- - - ≥40000 ≥40000 21000

- - -225 MT 2 ≥40000 22000 11000 - - -225 SR 4

6312 C3 6313 C3- - -

≥40000 ≥40000 21000- - -

225 MR 2 ; 4 ; 6 ≥40000 22000 11000 ≥40000 ≥40000 26000225 SG 4

6216 C3 6314 C3 - - - ≥40000 ≥40000 20000- - -

225 MG 4 ; 6 ≥40000 ≥40000 25000

Opmerking: optioneel kunnen alle motoren uitgerust worden met smeernippels, met uitzondering van de 132 S/SU.

3 - ROUTINEONDERHOUDControle na inbedrijfstellingNa ongeveer 50 uur, moet gecontroleerd worden of de bevestigingsschroeven van de motor en het koppelingssysteem vastgedraaid zijn; bij een transmissie via een ketting of aandrijfriem, moet gecontroleerd worden of de juiste spanning is ingesteld.SchoonmakenVoor de goede werking van de motor, verwijdert u stof en ongewenste deeltjes die het luikrooster en de ribben van de carter kunnen verstoppen.Voorzorgsmaatregelen: controleer de waterdichtheid (aansluitkast, ontluchtingsgaten...) voordat u met schoonmaken begint.Chemisch reinigen (stofzuigen of perslucht) verdient de voorkeur boven schoonmaken met een liquide.

Met gereduceerde druk moet de motor vanaf het centrum naar de zijkanten worden

schoongemaakt zodat stof en deeltjes niet onder de pakkingen kunnen raken.

Afvoer van condensatieTemperatuurverschillen veroorzaken condensatie in de motor, die verwijderd moet worden voordat de goede werking van de motor hierdoor wordt geschaad.

De afvoergaten voor condensatie gepositioneerd onder de motoren vanwege hun functie, zijn afgesloten met doppen en moeten om de zes maand worden verwijderd en opnieuw geïnstalleerd worden (indien deze niet opnieuw aangebracht worden, worden de veiligheidsnormen van de motor niet nageleefd). Maak de openingen en de doppen voor herinstallatie schoon.Opmerking: Bij veel vocht en hoge temperatuurschommelingen, adviseren wij een kortere periode.Wanneer dit niet schadelijk is voor de beveiliging van de motor, kunnen de condensatie-aftapdoppen worden verwijderd.

3.1 - Smering3.1.1 - Type smeervetWanneer de rollagers niet voor hun volledige levensduur zijn gesmeerd, wordt het type vet aangegeven op het identificatieplaatje.Standaard wordt Polyrex EM103 vet gebruikt en we raden u aan deze ook voor de volgende smeerbeurten te gebruiken. Vermijd gebruik van verschillende vetten.

3.1.2 - Lagers met rollagers die voor hun volledige levensduur zijn gesmeerdDe smeerbeurten voor de gedefinieerde rollagers van de Motoren LS / LSES en FSL / FLSES ≤ 225, hebben een lange levensduur waardoor de machines voor hun gehele levensduur zijn gesmeerd. De levensduur van het vet, afhankelijk van de rotatiesnelheden en omgevingstemperatuur, is weergegeven in onderstaand schema.

Page 17: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

17Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

ROUTINEONDERHOUD

Serie Type Polariteit

Type rollagersgesmeerd voor hun

volledige levensduur

Levensduur van het vet afhankelijk van de rotatiesnelheden

3000 min-1 1500 min-1 1000 min-1

N.D.E. D.E. 25°C 40°C 55°C 25°C 40°C 55°C 25°C 40°C 55°C

FLS/FLSES

80 L 2 6203 CN 6204 C3 ≥40000 ≥40000 25000 - - - - - -

80 LG 46204 C3 6205 C3

- - -≥40000 ≥40000 31000

- - -

90 SL/L 2 ; 4 ; 6 ≥40000 ≥40000 24000 ≥40000 ≥40000 34000

90 LU 2 ; 6 6205 C3 6205 C3 ≥40000 ≥40000 24000 - - - ≥40000 ≥40000 34000

100 L 2 ; 4

6205 C3 6206 C3

≥40000 ≥40000 22000≥40000 ≥40000 30000

- - -

100 LG 4 ; 6 - - -≥40000 ≥40000 33000

112 MG 2 ; 6 ≥40000 ≥40000 22000 - - -

112 MU 4 6206 C3 6206 C3 - - - ≥40000 ≥40000 30000 - - -

132 SM/M 2 ; 4 ; 6 6207 C3 6308 C3 ≥40000 ≥40000 19000 ≥40000 ≥40000 25000 ≥40000 ≥40000 30000

132 MU 2 ; 4 6307 C3 6308 C3 ≥40000 ≥40000 19000 ≥40000 ≥40000 25000 - - -

132 MR 4 ; 6 6308 C3 6308 C3 - - - ≥40000 ≥40000 25000 ≥40000 ≥40000 30000

160 M 2 ; 4 ; 66210 C3 6309 C3

≥ 40000 37800 18900 ≥ 40000 ≥ 40000 36900≥ 40000 ≥ 40000 20050

160 MU 6 - - - - - -

160 LUR 2 ; 4 ; 6 6210 C3 6310 C3 ≥ 40000 24500 12250 ≥ 40000 36400 18200 ≥ 40000 ≥ 40000 22450

180 M 2 6212 C3 6310 C3 34000 17000 8500 - - - - - -

180 MT 4 6210 C3 6310 C3 - - - ≥ 40000 35500 17750 - - -

180 MUR 2 6312 C3 6310 C3 ≥ 40000 22800 11400 - - - - - -

180 L 4 ; 6 6212 C3 6310 C3 - - - ≥ 40000 39500 19750 ≥ 40000 ≥ 40000 29050

180 LUR 4 ; 6 6312 C3 6310 C3 - - - ≥ 40000 ≥ 40000 22900 ≥ 40000 ≥ 40000 29900

200 LU 2 ; 4 ; 6 6312 C3 6312 C3 28600 14300 7150 ≥ 40000 25400 12700 ≥ 40000 33200 16600

225 S 4 6314 C3 6314 C3 - - - ≥ 40000 23700 11850 - - -

225 SR 4 6312 C3 6313 C3 - - - ≥ 40000 ≥ 40000 21500 - - -

225 M 4 ; 6 6314 C3 6314 C3 - - - ≥ 40000 23700 11850 ≥ 40000 25600 12800

225 MR 2 6312 C3 6313 C3 ≥ 40000 22800 11400 - - - - - -

Opmerking: optioneel kunnen alle motoren uitgerust worden met smeernippels.

Page 18: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

18 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

ROUTINEONDERHOUD

3.1.3 - Lagers met rollagers en smeernippelsDe rollagers zijn in de fabriek gesmeerdDe lagers zijn voorzien van rollagers gesmeerd door smeernippels van het type Técalémit-Hydraulic M8 x 125.

De periodiciteit voor smeerbeurten, de hoeveelheid en de kwaliteit van het vet zijn

aangegeven op de identificatieplaatjes die geraadpleegd moeten worden voor een correcte smering van de rollagers.

Het interval tussen twee smeerbeurten mag nooit langer zijn dan 2 jaar, ook in een periode

van opslag of langdurige buitengebruikstelling.

Serie Type Polariteit

Type rollagers voor lager met smeernippels

Hoeveelheidvet

Intervallen smeerbeurten in uren

3000 min-1 1500 min-1 1000 min-1

N.D.E. D.E. 9 25°C 40°C 55°C 25°C 40°C 55°C 25°C 40°C 55°C

LS/LSES

160 M/MU*2 ; 4 ; 6 6210 C3 6309 C3 13 22200 11100 5550 32400 16200 8100 39800 19900 9950

160 L*

180 MR* 2

6210 C3 6310 C3 1519600 9800 4900

- - -

- - -180 MT* 2 ; 430400 15200 7600

180 LR* 4 - - -

180 LUR* 4 ; 6 6312 C3 6310 C3 20 - - - 26800 13400 6700 35000 17500 8750

180 M* 46212 C3 6310 C3 15 - - -

29200 14600 7300 - - -

180 L* 6 - - - 37200 18600 9300

200 LR* 2 ; 4 ; 66312 C3 6312 C3 20

15200 7600 380026800 13400 6700 35000 17500 8750

200 LU* 4 ; 6 - - -

200 L* 2 ; 6 6214 C3 6312 C3 20 14600 7300 3650 - - - 34600 17300 8650

225 ST* 46214 C3 6313 C3 25

- - - 25200 12600 6300- - -

225 MT* 2 10600 5300 2650 - - -

225 SR/MR* 2 ; 4 ; 6 6312 C3 6313 C3 25 13400 6700 3350 25200 12600 6300 33600 16800 8400

225 SG* 46216 C3 6314 C3 25 - - - 23600 11800 5900

- - -

225 MG* 4 ; 6 32200 16100 8050

250 MZ 2 6312 C3 6313 C3 25 13400 6700 3350 - - - - - -

250 ME 4 ; 6 6216 C3 6314 C3 25

- - - 16800 8400 16800 22800 11400 5700

280 SC/MC 2 11800 5900 2950 - - - - - -

280 SC 6 6216 C3 6316 C3 35 - - - - - - 32200 16100 8050

280 SD/MD 4 ; 6 6218 C3 6316 C3 35 - - - 1900 3800 7600 29600 14800 7400

315 SN 2 6216 C3 6316 C3 35 5600 2800 1400 - - - - - -

315 MP 2 6317 C3 6317 C3 40 5200 2600 1300 - - - - - -

315 SP 46317 C3 6320 C3 50 - - - 14000 7000 14000

- - -

315 MP/MR 4 ; 6 21200 10600 5300

* lager met optionele smeernippels

Page 19: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

19Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

ROUTINEONDERHOUD

Serie Type Polariteit

Type rollagers voor lager met smeernippels

Hoeveelheidvet

Intervallen smeerbeurten in uren

3000 min-1 1500 min-1 1000 min-1

N.D.E. D.E. 9 25°C 40°C 55°C 25°C 40°C 55°C 25°C 40°C 55°C

FLS/FLSES

160 M* 2 ; 4 ; 66210 C3 6309 C3 13

22200 11100 5550 32400 16200 8100 39800 19900 9950

160 MU 6 - - - - - - 23400 11700 5850

160 LUR* 2 ; 4 ; 6 6210 C3 6310 C3 15 19600 9800 4900 30400 15200 7600 38200 19100 6600

180 M* 2 6212 C3 6310 C3 15 18000 9000 4500 - - - - - -

180 MT* 4 6210 C3 6310 C3 15 - - - 30400 15200 7600 - - -

180 MUR* 2 6312 C3 6310 C3 15 10600 5300 2650 - - - - - -

180 L* 4 ; 6 6212 C3 6310 C3 20 - - - 29200 14600 7300 37200 18600 9300

180 LUR* 4 ; 6 6312 C3 6310 C3 20 - - - 26800 13400 6700 35000 17500 8750

200 LU* 2 ; 4 ; 6 6312 C3 6312 C3 20 15200 7600 3800 26800 13400 6700 35000 17500 8750

225 S* 4 6314 C3 6314 C3 25 - - - 23600 11800 5900 - - -

225 SR* 4 6312 C3 6313 C3 25 - - - 25200 12600 6300 - - -

225 M* 4 ; 6 6314 C3 6314 C3 25 - - - 23600 11800 5900 32200 16100 8050

225 MR* 2 6312 C3 6313 C3 25 13400 6700 3350 - - - - - -

250 M 2 ; 66314 C3 6314 C3 25

10400 5200 2600 - - - 32200 16100 8050

250 MR 4 - - - 17800 8900 4450 - - -

280 S/M 2 ; 4 ; 6 6314 C3 6316 C3 35 7200 3600 1800 21000 13230 6615 29000 29000 18270

315 S/M/L 2 6316 C3 6218 C3 35 7400 5880 2920 - - - - - -

315 S/M/L 4 ; 6 6316 C3 6320 C3 50 - - - 15600 12400 6160 25000 25000 12500

355 L 2 6316 C3 6218 C3 35 7400 3700 1850 - - - - - -

355 L 4 ; 6 6316 C3 6322 C3 60 - - - 13200 8316 4160 22000 13860 6930

355 LK 4 ; 6 6324 C3 6324 C3 72 - - - 7500 3700 2800 20000 20000 10000

400 L/LV 4 ; 6 6324 C3 6324 C3 72 - - - 7500 3700 2800 20000 20000 10000

400 LK/ 450 L 4 ; 6 6328 C3 6328 C3 93 - - - 4600 2300 1100 10000 6000 3000

* lager met optionele smeernippels

Serie Type Polariteit

Type rollagers voor lager met smeernippels

Hoeveelheidvet

Intervallen smeerbeurten in uren

3000 min-1 1500 min-1

N.D.E. D.E. 9 25°C 40°C 55°C 25°C 40°C 55°C

PLS/PLSES

225 MG

2 ; 46314 C3 6317 C3 40 8000 4000 2000 19600 9800 4900

250 SF

250 MF

280 MD 2

280 SGU 4

6316 C3 6320 C3 50

- - - 15800 7900 3950280 MGU 4

315 SUR 4

315 LUS 4

315 SU 29000 4500 2250 - - -

315 MU 2

315 L 2 6316 C3 6316 C3 35 9000 4500 2250 - - -

315 LD 2 6316 C3 6219 C3 35 8000 4000 2000 - - -

315 LG/MGU2 6317 C3 6317 C3 35 6500 6500 4095 - - -

4 6317 C3 6322 C3 55 - - - 13200 13200 8316

315 VLG/VLGU

2 6317 C3 6317 C3 35 6500 6500 4095 - - -

4 6317 C3 6322 C3 55 - - - 13200 13200 8316

355 L2 6317 C3 6317 C3 35 6500 6500 4095 - - -

4 6324 C3 6324 C3 72 - - - 7500 3700 2800

400 L 4 6328 C3 6328 C3 93 - - - 4600 2300 1100

* lager met optionele smeernippels

Page 20: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

20 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

PREVENTIEF ONDERHOUD

3.2 - Onderhoud van de lagers3.2.1 - Controle van rollagersZodra u op de motor het volgende constateert:- ongebruikelijke geluiden of trillingen,- een ongebruikelijke temperatuurstijging in de rollager hoewel deze correct is gesmeerd,moet de staat van de rollagers worden gecontroleerd.Beschadigde rollagers moeten zo snel mogelijk worden vervangen om grotere schade aan de motor en aandrijfonderdelen te voorkomen.Wanneer één rollager moet worden vervangen, moet ook de andere rollager worden vervangen.De waterdichte pakkingen worden systematisch vervangen na de verandering van de rollagers.De vrije rollager zorgt voor de uitzetting van de motoras (controleer de identificatie tijdens de demontage).

3.2.2 - Reparatie van de lagersLagers met rollagers zonder smeernippelsDemonteer de motor (zie § 6.1); verwijder het oude vet en maak de rollagers en accessoires schoon met een ontvettingsmiddel.Breng nieuw vet aan: het percentage waarmee nieuw vet kan worden bijgevuld is 50% van het vrije volume.

Lagers met rollagers en smeernippelsBegin altijd het kanaal met het oude vet schoon te maken Wanneer vetplakken worden gebruikt, verwijdert u de covers en maakt u de smeernippels schoon.Wanneer u een ander vet dan vetplak gebruikt, moet u de motor demonteren en de rollagers en accessoires schoonmaken met een ontvettingsmiddel (maak het invoer- en uitvoerkanaal van het vet goed schoon) en verwijder eerst het oude vet alvorens nieuw vet bij te vullen.Voor een correcte smering, moet u de vrije ruimte van de beschermkappen, flenzen en vetkanalen vullen en 30% van de vrije ruimte in de rollagers.Zet vervolgens de motor aan voor een juiste verdeling van het vet.

Waarschuwing: Een te grote hoeveelheid vet kan de rollagers oververhitten (statistisch gezien worden meer rollagers beschadigd door een te grote hoeveelheid vet dan onvoldoende gesmeerde rollagers).

Belangrijke opmerking:De fabricatiedatum van nieuw vet moet recent en van gelijkwaardige prestatie zijn en geen onzuiverheden bevatten (stof, water of van een andere compositie).

4 - PREVENTIEF ONDERHOUDRaadpleeg LEROY-SOMER die in het kader van haar netwerk Industriële Onderhoudsdiensten, een preventief onderhoudssysteem commercialiseert.Dankzij dit systeem kunnen op de locatie de gegevens van verschillende punten en parameters beschreven in de onderstaande tabel, worden gemeten.Na deze metingen volgt een computer ondersteunde analyse die het gedrag rapporteert van de installatie.Dit rapport duidt onder meer onbalans, een gebrekkige uitlijning, de staat van de rollagers, structuur- en elektriciteitsproblemen,…

M 01V M 02V

M 02A

M 02HM 01H

1

3

42

5

Detector MetingPositie van de meetpunten

M 01V M 01H M 02V M 02H M 02A As E01 E02 E03

� Versnellingsmeter Trillingenmetingen • • • • •� Foto-elektrische cel Meetsnelheid en fase (uitbalancering) •� Ampèretang Stroommeting (AC en DC) • • •� Contactpunten Spanningsmeting • • •� Infraroodsonde Temperatuurmeting • •

Page 21: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

21Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

GIDS VOOR HET VERHELPEN VAN STORINGEN

5 - GIDS VOOR HET VERHELPEN VAN STORINGEN

Incident Mogelijke oorzaak Oplossing

Abnormaal geluid Oorzaak motor of aangedreven machine? Ontkoppel de motor van het aangedreven onderdeelen test alleen de motor

Luidruchtige motor Mechanische oorzaak: bij aanhoudend geluiduitschakeling van de stroomvoeding, en de instellingvan de schakelaar in de "vrijloop"-modus- trillingen - controleer of de spie is afgestemd op het type

uitbalancering (zie paragraaf 2.3)

- beschadigde rollagers - de rollagers vervangen

- mechanische wrijving: ventilatie, koppeling

- controleer en vervang het defecte onderdeel

Elektrische oorzaak: wanneer het geluid stopt na uitschakeling van de stroomvoeding

- controleer de voeding op de motorklemmen- controleer de instellingen van de schakelaar

- normale spanning en 3 fasen uitgebalanceerd - controleer of het klembord is aangesloten en de koppelplaten zijn vastgedraaid

- abnormale spanning - controleer de voedingskabel

- fasen in onbalans - controleer de weerstand van de wikkelingen

Overige potentiële oorzaken:- verkeerde instelling van de schakelaar- storing van de schakelaar

- raadpleeg de handleiding van de schakelaar

Motor wordt abnormaal warm

- defecte ventilatie - controleer de omgeving- reinig de beschermkap van de ventilator en de koelribben- controleer de montage van de ventilator op de as

- defecte voedingsspanning - controleren

- foute koppeling van de koppelplaten - controleren

- overbelasting - vergelijk het stroomverbruik met het verbruik op het identificatieplaatje

- gedeeltelijke kortsluiting - controleer de elektrische continuïteit van de wikkelingen en / of installatie

- fasen in onbalans - controleer de weerstand van de wikkelingen

Overige potentiële oorzaken:- verkeerde instelling van de schakelaar- storing van de schakelaar

- raadpleeg de handleiding van de schakelaar

De motor start niet onbelast- mechanische vergrendeling

Stroomuitschakeling:- controleer met de hand of de as vrij kan draaien

- defecte voedingskabel - controleer de zekeringen, de elektrische beveiliging, het opstartmechanisme

- retour naar de oorspronkelijke positie (melding schakelaar)

- controleer de kabels en de instelling van de schakelaar,functie van de positiesensor

- thermische beveiliging - controleren

belast- fasen in onbalans

Stroomuitschakeling:- controleer de draairichting (volgorde van de fasen)- controleer de weerstand en de continuïteitvan de wikkelingen- controleer de elektrische beveiliging

- schakelaar - controleer de instellingen, de afmeting (max. stroom die de schakelaar kan genereren)

- retour naar de oorspronkelijke positie (melding schakelaar)

- controleer de kabels en de instelling van de schakelaar,functie van de positiesensor

- thermische beveiliging - controleren

Page 22: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

22 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

CORRECTIEF ONDERHOUD: ALGEMEEN

6 - CORRECTIEF ONDERHOUD: ALGEMEEN

De voedingsspanning moet voor elke interventie uitgeschakeld en vergrendeld worden.

- open de aansluitkast, identificeer de draden en hun positie,- verwijder de voedingskabels,- ontkoppel de motor van het aangedreven onderdeel.Om onderdelen die gemonteerd zijn op het as-uiteinde van de motor te verwijderen is het gebruik van een extractor verplicht.

6.1 - Verwijdering van de motorRaadpleeg de gedetailleerde instructies voor het betreffende motortype (zie onderstaande pagina's). Wij adviseren de flenzen met betrekking tot de stator en de richting van de ventilator op de rotor te registreren.

6.2 - Controles voor herinstallatieStator:- het stof op de stator moet worden verwijderd: wanneer de spoel schoongemaakt moet worden, moet een gepaste vloeistof worden gebruikt: niet-geleidend en inert op isolatiemateriaal en verf,- controleer de isolatie (zie § 2.1) en zo nodig desinfecteren,- maak de verbindingen goed schoon, verwijder in voorkomend geval elk spoor van schokken op de ondersteuningsvlakken.Rotor:- controleer en maak de dragers van rollagers schoon; indien beschadigd moeten de dragers van de rotor worden gerepareerd of vervangen.- controleer de staat van schroefdraden, spieën en hun behuizingen. Flenzen, lagers:- verwijder elk spoor van vuil (oud vet, opgehoopte stof),- maak de behuizingen van de rollagers en de verbinding schoon,- breng eventueel een anti-flash lak aan op de binnenkant van de flenzen,- maak de beschermkappen van de rollagers en de vetkleppen schoon (indien de motor hiermee is uitgerust).

6.3 - Monteer de rollagers op de asDeze operatie is bijzonder belangrijk, het geringste spoor van een kogeltje op de rollagersbaan zou een geluid en trillingen veroorzaken.Breng een geringe hoeveelheid vet aan op de as-dragers.Een correcte montage kan op verschillende manieren worden uitgevoerd:- onder koude: de koppeling moet zonder schokken worden uitgevoerd met behulp van een schroevendraaier (u mag dus geen hamer gebruiken); de kracht van de koppeling mag niet uitgeoefend worden op de rollagersbaan, dus moet voor de steun de binnenkooi worden gebruikt (zorg dat u voor de waterdichte rollagers niet drukt op de waterdichte flens).- onder warmte: verwarming van de rol lager van 80 naar 100

°C: in een autoclaaf, een oven of op een verwarmingsplaat. (De verhitting met behulp van een snijbrander is onder alle omstandigheden verboden, evenals de verhitting door een oliebad).Na de demontage en het opnieuw monteren van een rollager, moeten alle ruimtes tussen de pakkingen en schotten met vet worden gevuld, om stof in en roest op bewerkte onderdelen te voorkomen.Zie op de onderstaande pagina's de gedetailleerde instructies voor de betreffende motortypes.

6.4 - Herinstallatie van de motorZorg dat u de stator in zijn oorspronkelijke positie monteert, zowel om de verschillende plaatwerklagen (doorgaans de aansluitkast aan de voorkant) als de positie van de eventuele afvoergaten voor water op het motorhuis te kunnen centreren.Aandraaien van de stangen / bevestigingsschroevenHet aandraaien moet diagonaal met gebruikmaking van de onderstaande aandrijfkoppel (zie hierna) worden uitgevoerd.

1 4

3 2

Aandrijfkoppel van de stangen / bevestigingsschroeven

Type Ø stang / schroef Aandrijfkoppel N.m ± 5%

56 M4 2,563 M4 2,571 M4 2,580 M5 490 M5 4100 M5 ou M6 4112 M5 ou M6 4132 M7 10160 M8 18180 MT/LR/LUR M8 18180 L M10 25200 M10 25225 ST/MR/SR M10 25225 MK M12 44250 M12 44280 M12 44315 M12 44315 LK / 355 M16 100355 LK / 400 M16 100450 M16 100

6.5 - Herinstallatie van de aansluitkastSluit alle voedingskabels opnieuw aan volgens het schema of de plaatsbepaling geregistreerd vóór de demontage.Voor een goede waterdichtheid van de aansluitkast moet u zorgen dat de wartel op de kast en op de kabel(s) goed vastgedraaid zijn en moet u voor afsluiting controleren of de pakking correct is gemonteerd. Voor klemmenkasten uitgerust met een hoorn (aangegeven als 89 op de gedemonteerde aanzichten) en / of een ondersteuningsplaat voor een wartel, moet u voor afsluiting controleren of de pakking correct is gemonteerd. Zorg dat de onderdelen in de aansluitkast goed zijn vastgedraaid.Opmerking: Wij adviseren de motor onbelast te laten draaien- De motor zo nodig herschilderen.- Monteer het transmissie-onderdeel op het as-uiteinde van de motor en installeer opnieuw de motor op de aangedreven machine.

Page 23: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

23Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

POSITIE VAN DE HIJSRINGEN

7 - POSITIE VAN DE HIJSRINGEN

De positie van de hijsringen is alleen bedoeld om de motor op te tillen (niet op de machine gemonteerd).

De Arbeidswet bepaalt dat elke belasting zwaarder dan 25 kg uitgerust moeten worden met hijsapparatuur om de verplaatsing te vergemakkelijken.We verstrekken hierna de informatie over de positie van de hijsringen en de minimale afmetingen van de aansjorbalken om u te helpen bij het verplaatsen van de motoren. Zonder deze voorzorgsmaatregelen, bestaat het risico dat sommige uitrustingen zoals aansluitkasten, beschermkappen en coatingplaten vervormen, breken of fijn gedrukt worden.

De motoren die bestemd zijn voor horizontaal gebruik, kunnen op een pallet in horizontale

positie geleverd worden. Wanneer de motor wordt gekanteld, mag de as niet in contact komt met de vloer omdat hierdoor de rollagers worden platgedrukt; bovendien moeten extra en aangepaste voorzorgsmaatregelen worden genomen omdat de geïntegreerde hijsringen niet ontworpen zijn om de motor te kantelen.

Horizontale positie

TypeHorizontale positie

A e mini h mini Øt

LSES 100 L/LR/LG 165 165 150 9LSES 112 M/MR 165 165 150 9LSES 112 MG/MU - - - 9LSES 132 S/SU 180 180 150 9LSES 132 M/MU 200 180 150 14LSES 160 MP/MR/LR 200 180 110 14LSES 160 M/MU/L/LUR 200 260 150 14LSES 180 M/MUR/L/LUR 200 260 150 14LSES 200 L/LR 270 260 150 14LSES 200 LU 270 260 150 14LSES 225 SR/MR 270 260 150 14LSES 225 S/SG/M/MG 360 380 200 30LSES 250 MZ 360 380 200 30LSES 250 ME 400 400 500 30LSES 280 SC/SD/MC/MD 400 400 500 30LSES 315 SN 400 400 500 30LSES 315 SP/MP/MR 360 380 500 17

TypeHorizontale positie

A e mini h mini Øt

FLSES 100 152 200 150 22FLSES 100 LG 145 200 150 22FLSES 112 145 200 150 22FLSES 132 180 200 150 25FLSES 160 M/MU 200 260 150 14FLSES 180 M/MUR/L/LUR 200 260 150 14FLSES 200 LU 270 260 150 14FLSES 225 SR/MR 270 260 150 14FLSES 225 S/M 360 380 200 30FLSES 250 M/MR 360 380 200 30FLSES 280 360 380 500 30FLSES 315 S/M/LA/LB 440 400 500 60FLSES 355 545 500 500 60FLSES/FLS 355LK 685 710 500 30FLS 400 735 710 500 30FLS 450 730 710 500 30

TypeHorizontale positie

A e mini h mini Øt

PLSES 225 MG 310 300 300 30PLSES 250 MF/SF 310 300 300 30PLSES 280 MD/MGU/SGU 310 300 300 30PLSES 315 SUR/MUR/L/LD/LUS 385 380 500 30PLSES/PLS 315 LG/MGU/VLG/VLGU 450 750 550 48

e

A

h

2 x Øt

Page 24: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

24 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

VERVANGINGSONDERDELEN

• Verticale positie

TypeVerticale positie

C E D n** ØS e mini* h miniLSES 160 M/MU/L/LUR 320 200 230 2 14 320 350LSES 180 MR 320 200 230 2 14 320 270LSES 180 M/L/LUR 390 265 290 2 14 390 320LSES 200 L/LR 410 300 295 2 14 410 450LSES 200 LU 410 300 295 2 14 410 450LSES 225 SR/MR 480 360 405 4 30 540 350LSES 225 S/SG/M/MG 480 360 405 4 30 500 500LSES 250 MZ 480 360 405 4 30 590 550LSES 250 ME 480 360 405 4 30 500 500LSES 280 SC/SD/MC/MD 480 360 405 4 30 500 500LSES 315 SN 480 360 405 4 30 500 500LSES 315 SP/MP/MR 630 - 570 2 30 630 550

TypeVerticale positie

C E D n** ØS e mini* h miniFLSES 160 M/MU 320 200 230 2 14 320 350FLSES 180 M/MUR/L/LUR* 320 200 230 2 14 320 270FLSES 200 LU 410 300 295 2 14 410 450FLSES 225 SR/MR 410 300 295 2 14 410 450FLSES 225 S/M 480 360 405 4 30 540 350FLSES 250 M/MR 480 360 405 4 30 590 550FLSES 280 S 480 360 585 4 30 590 550FLSES 280 M 480 360 585 4 30 590 550FLSES 315S/ M/LA/LB 620 - 715 2 35 650 550FLSES 355 760 - 750 2 35 800 550FLSES/FLS 355 LK 810 350 1135 4 30 810 600FLS 400 810 350 1135 4 30 810 600FLS 450 960 400 1170 4 30 960 750

TypeVerticale positie

C E n** ØS e mini* h miniPLSES 180 LG/LGU 430 270 2 14 430 450PLSES 200 M/LU/LR 400 280 2 14 400 450PLSES 225 MG 450 310 2 14 450 490PLSES 250 SP/MP/MF 450 310 4 30 450 490PLSES 280 SD 450 310 4 30 450 490PLSES 280 MD/MG 450 310 4 30 450 490PLSES 315 S/SUR 500 385 4 30 500 500PLSES 315 M/MUR/L/LD/LDS/LU 500 385 4 30 500 500PLSES 315 MG/MGU/LG 750 450 4 48 750 450

* indien de motor is uitgerust met een coatingplaat, moet u rekening houden met een extra speling van 50 à 100 mm om te voorkomen dat de belasting tijdens het slingeren platgedrukt wordt.

** indien n = 2, vormen de hijsringen een hoek van 90 ° ten opzichte van de as van de aansluitkast. indien n = 4, wordt deze hoek 45 °.

8 - VERVANGINGSONDERDELENVoor elke bestelling van vervangingsonderdelen, moet u alle gegevens van het typemotor verstrekken: het nummer en de informatie vindt u op het identificatieplaatje (zie § 1).

De identificatiegegevens van de onderdelen vindt u op de gedemonteerde aanzichten en hun naam op de namenlijst (§ 6).

Bij een motor met een bevestigingsflens, verstrekt u het type flens en zijn afmetingen (zie hieronder).

LA I

N P6M

n Ø S

I

N P6M

n Ø M.S

IM 3001 (IM B5)

IM 3601 (IM B14)

Dankzij een wijd netwerk van servicestations kunnen de benodigde onderdelen snel worden geleverd.

Voor de goede werking en de beveiliging van onze motoren, adviseren wij de originele vervangingsonderdelen van de fabrikant te gebruiken.

Bij verzuim kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade.

9 - RECYCLAGEWanneer het einde van levensduur is bereikt, adviseren wij contact op te nemen met een onderneming die materialen inzamelt om de verschillende componenten van de motor te recyclen.

e

hn x ØS

D

E

C

Bovenaanzicht Zijaanzicht

Page 25: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

25Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

RECYCLAGE

PROCEDURES VOOR DEMONTAGE EN HERINSTALLATIE

10 - Motoren LS/LSES .............................................................................. 26-35

11 - Motoren FLS/FLSES ......................................................................... 36-45

12 - Motoren PLS/PLSES ........................................................................ 46-51

Page 26: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

26 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN LS/CYCLI

10 - MOTOREN LS/CYCLI10.1 - Motoren LS/LSES 71 à 160 MP/LR10.1.1 - Demontage- verwijder de beschermkap (13) na de schroeven (27) te hebben verwijderd.- verwijder de ventilator (7) met behulp van een naaftrekker of 2 hefbomen (bijvoorbeeld 2 schroevendraaiers), diametraal tegenover elkaar waarbij de flens als steun wordt gebruikt (6).- verwijder de montagestangen (14).- verwijder de spie (21).- sla met een houten hamer op de as aan de kant van de ventilator om de flens aan het as-uiteinde (5) los te maken.- verwijder de rotor-as (3) en de flens (5): zorg dat u niet de spoel raakt.- verwijder de flens aan de kant van de ventilator (6).- vang de voorspanningsring (59) op en de pakking van de achterste flens (54) voor de motoren LS / LSES 100, 112 en 132.- verwijder de borgring (60) uit de flensmotoren met behulp van een schuine borgringtang.- ontkoppel de voorste flens van de rotor-as.- de as verschijnt met zijn 2 rollagers en eventueel een borgring.Voor de verwijdering van de rollagers, gebruikt u een rollager-trekker er vermijd u het contact met de asdragers.

10.1.2 - Herinstallatie van de motor zonder borgring- monteer de rollagers op de rotor-as.- introduceer de rotor in de stator en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- plaats de voorste flens (5).- op de LS / LSES motor 71 monteert u eerst de pakking (39) voordat u het vet aanbrengt.- monteer de achterste flens (6) na de voorbelastingring (59) in de rollagersbehuizing te hebben aangebracht.- breng de montagestangen aan (14) en draai de moeren diagonaal vast in de aanbevolen aandrijfkoppel (zie § 6.4).- plaats de pakkingen van de flens (39, 54, 308) op het vet.- monteer de ventilator (7) door het in te drukken met een drevel.- zorg dat de motor met de hand vrij kan draaien en dat er geen radiale speling is.- installeer opnieuw de beschermkap (13) en zet deze opnieuw vast met schroeven (27).

10.1.3 - Installeer opnieuw de flensmotor en de borgring- monteer de voorste rollager (30) in de flens (5) en gebruik de buitenring als steunpunt.- monteer de borgring (60).- monteer het geheel op de rotor (3) en gebruik de binnenring van de rollager als steunpunt.- monteer de achterste rollager op de rotor.- introduceer de rotor (3) en de flens (5) in de stator- neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- monteer de achterste flens (6) na de voorbelastingring (59) in de rollagersbehuizing te hebben aangebracht.- breng de montagestangen aan (14) en draai de moeren diagonaal vast in de aanbevolen aandrijfkoppel (zie § 6.4).- plaats de pakkingen van de flens (39, 54, 308) op het vet.- monteer de ventilator (7) door het in te drukken met een drevel.- zorg dat de motor met de hand vrij kan draaien en dat er geen axiale speling is.- installeer opnieuw de beschermkap (13) en zet deze opnieuw vast met schroeven (27).- breng opnieuw de spie aan (21).

6 5

397

59

50 30

6 5

39307

59 60

50

59 56

3087 50 30

6 5

3950 307

59 60

6 5

30854

59

50 30

6 5

3950 3054

59 60

6 5

30854

59

50 30

6 5

3950 3054

59 60

LS/LSES 71met bevestigingspootjes

LS/LSES 71met flens

(of bevestigingspootjes en flens)

LS/LSES 80 - 90met bevestigingspootjes

LS/LSES 80 - 90met flens

(of bevestigingspootjes en flens)

LS/LSES 100 - 112 - 132met bevestigingspootjes

LS/LSES 100 - 112 - 132met flens

(of bevestigingspootjes en flens)

LS/LSES 160 MP/LRmet bevestigingspootjes

LS/LSES 160 MP/LRmet flens

(of bevestigingspootjes en flens)

AC VO AC VO

AC VO AC VO

AC VO AC VO

AC VO AC VO

Page 27: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

27Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN LS/CYCLI

LS/CYCLI 71-160 MP/LR

LS/CYCLI 71-160 MP/LRVert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 21 Spie as-uiteinde aan de kant van de koppeling 60 Stopzone (borgring)

2 Carter 26 Identificatieplaatje 71 a Plastic aansluitkast (<of = 112 HA)

3 Rotor 27 Bevestigingsschroeven van de beschermkap 71 b Metalen aansluitkast

5 Flens aan de kant van de koppeling 30 Rollager aan de kant van de koppeling 84 Klemmenbord

6 Flens tegenover de koppeling 39 Pakking aan de kant van de koppeling 85 Klemmenbordschroeven

7 Ventilator 50 Rollager tegenover de koppeling 98 Koppelplaatverbindingen

13 Beschermkap van de ventilator 54 Waterdichte pakking tegenover de koppeling 508 Dop van de aansluitkast

14 Montagestangen 59 Voorspanningsring

39

21

3

71b

508

71a

85 98

78

50 59 54

27

13

147

6

62

30

601

85

84

8426

26

5IM B3

IM B14

IM B5

5

5

39

39

Page 28: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

28 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN LS/CYCLI

10.2 - Motoren LS/LSES 160 M/L/LU, 180 MT/LR10.2.1 - Demontage- verwijder de beschermkap (13) na de schroeven (27) te hebben verwijderd.- verwijder de ventilator (7) met behulp van een naaftrekker of 2 diametraal op elkaar staande hefbomen waarbij de flens als steun wordt gebruikt (6).- verwijder de spie (21) en verwijder de pakkingen (39 en 54 voetmotoren) (54 voor flensmotoren). - verwijder de montageschroeven (14).- draai de bevestigingsschroeven (40) van de binnendop (33) op een flensmotor los of wanneer de voorste rollager geblokkeerd is.- verwijder met behulp van een bronzen drevel de flenzen (5 en 6) door zachtjes te tikken op de flensnokken, vang de voorspanningsring (59) op.- verwijder de borgring (38) indien nodig (flensmotor).- verwijder de rotor (3) van de stator (1) zorg dat u niet de spoel raakt.- verwijder de rollagers (30) en (50) met een rollager-trekker terwijl u het as-uiteinde met een ring beschermt; zorg dat u niet de dragers raakt.

10.2.2 - Herinstallatie- zie § 6.1 voor herinstallatie.- introduceer zo nodig de binnendop (33) aan de voorkant van de rotor en installeer de nieuwe rollagers op de as, zie § 6.3 montage van rollagers.- monteer de borgring (38) voor flensmotoren.- introduceer de rotor (3) in de stator (1) en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- plaats de voorspanningsring (59) met een beetje vet onder in de rollagerskooi van de achterste flens (6) en installeer opnieuw de achterste flens (6) op de stator.- schroef bij een dop (33) een schroefdraad met een diameter van de schroeven (40) in één van de tapgaten van de dop om het zijn haakse positie te geven wanneer de voorste flens opnieuw wordt geïnstalleerd (5).- monteer opnieuw de flens (5) en let goed op de positie van de eventuele beschermkap.- breng de montageschroeven aan (14) en draai de moeren diagonaal vast in de aanbevolen aandrijfkoppel (zie § 6.1).- de dop eventueel met behulp van zijn schroeven vastzetten (33).- plaats de pakkingen van de flens op het vet (54 aan de achterkant) (39 aan de voorkant voor voetmotoren).- monteer de ventilator (7) door het in te drukken met een drevel.- zorg dat de rotor vrij met de hand kan draaien (zonder axiale speling wanneer een lager is geblokkeerd). - installeer opnieuw de beschermkap (13) en zet deze opnieuw vast met schroeven (27).- breng opnieuw de spie aan (21).

54

54 62 6 60 50 53 33 5 30 38 40 39542

6 59 50 33 5 30 38 40 39

LS/LSES 160 M/L/LU - 180 MT/LRstandaard rollagers

AC VO

LS/LSES 160 M/L/LU - 180 MT/LRrollagers met rollen aan de voorkant

AC VO

Page 29: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

29Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN LS/CYCLI

LS/LSES 160 M/L/LU, 180 MT/LR

LS/LSES 160 M/L/LU, 180 MT/LRVert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 30 Rollager aan de kant van de koppeling 271 Bevestigingsmoer flens aan de kant van de koppeling

2 Carter 33 Binnendop aan de kant van de koppeling 272 Flensring aan de kant van de koppeling

3 As 38 Elastische ring voor de as aan de kant van de koppeling 273 Bevestigingsschroeven van de flens

tegenover de koppeling

4 Rotor 39 Waterdichte pakking aan de kant van de koppeling 274 Bevestigingsmoer flens tegenover de koppeling

5 Flens aan de kant van de koppeling 40 Bevestigingsschroeven van de dop aan de kant van de koppeling 308 Bevestigingsring beschermkap

6 Flens tegenover de koppeling 41 Waterdichte getande dopring aan de kant van dekoppeling 466 Elastische ring voor de ventilator

7 Ventilator 50 Rollager tegenover de koppeling 508 Dop van de aansluitkast

8 Spie van de ventilator 54 Waterdichte pakking tegenover de koppeling 509 Pakking van de wartel

13 Beschermkap van de ventilator 59 Voorspanningsring 533 Geluidsdemper van de beschermkap

21 Spie as-uiteinde aan de kant van de koppeling 70 Behuizing van de aansluitkast 629 Aftapplug

26 Identificatieplaatje 74 Deksel van de aansluitkast

27 Bevestigingsschroeven van de beschermkap 270 Bevestigingsschroeven van de flens aan de kant van de koppeling

21

3

7074

509508

533466

308

506

54

27

8

13

592

7273

274629

261

433

3038

41

5271

4039

270

270272271

629

629

Page 30: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

30 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN LS/CYCLI

10.3 - LS/LSES 180 L/LUR, 200 L/LR/LU, 225 ST/MT/MR, 250 MZ10.3.1 - Demontage- verwijder de beschermkap (13) na de schroeven (27) te hebben verwijderd.- verwijder de ventilator (7) met behulp van een naaftrekker of 2 diametraal op elkaar staande hefbomen waarbij de flens als steun wordt gebruikt (6).- verwijder de spie (21) en verwijder de pakkingen (39 en 54 voetmotoren) (54 voor flensmotoren). - verwijder de montageschroeven (270 + 273).- draai de bevestigingsschroeven (40) van de binnendop (33) op een flensmotor los of wanneer de voorste rollager geblokkeerd is.- verwijder met behulp van een bronzen drevel de flenzen (5 en 6) door zachtjes te tikken op de flensnokken, vang de voorspanningsring (59) op.- verwijder in voorkomend geval de borgring (38).- verwijder de rotor (3) van de stator (1) zorg dat u niet de spoel raakt.- verwijder de rollagers (30) en (50) met een rollager-trekker terwijl u het as-uiteinde met een ring beschermt; zorg dat u niet de dragers raakt.

10.3.2 - Herinstallatie- zie § 6.1 voor herinstallatie.- introduceer zo nodig de binnendop (33) aan de voorkant van de rotor en installeer de nieuwe rollagers op de as, zie § 6.3 montage van rollagers.- breng nieuw vet aan: het percentage waarmee nieuw vet kan worden aangevuld is 50% van het vrije volume.- monteer in voorkomend geval de borgring (38).- introduceer de rotor (3) in de stator (1) en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- plaats de voorspanningsring (59) met een beetje vet onder in de rollagerskooi van de achterste flens (6) en installeer opnieuw de achterste flens (6) op de stator.- schroef bij een dop (33) een schroefdraad met een diameter van de schroeven (40) in één van de tapgaten van de dop om het zijn haakse positie te geven wanneer de voorste flens opnieuw wordt geïnstalleerd (5).- monteer opnieuw de flens (5) en let goed op de positie van de eventuele beschermkap.- breng de montageschroeven aan (14) en draai de moeren diagonaal vast in de aanbevolen aandrijfkoppel (zie § 6.1).- de dop eventueel met behulp van de schroeven (40) vastzetten (33).- plaats de pakkingen van de flens op het vet (54 aan de achterkant) (39 aan de voorkant voor voetmotoren).- monteer de ventilator (7) door het in te drukken met een drevel.- zorg dat de rotor vrij met de hand kan draaien (zonder axiale speling wanneer een lager is geblokkeerd). - installeer opnieuw de beschermkap (13) en zet deze opnieuw vast met schroeven (27).- breng opnieuw de spie aan (21).

54

54 62 6 60 50 53 33 5 30 38 40 39542

6 59 50 33 5 30 38 40 39

LS/LSES 180 L/LUR - 200 L/LR/LU225 ST/MT/MR - 250 MZ

standaard rollagers

AC VO

LS/LSES 180 L/LUR - 200 L/LR/LU225 ST/MT/MR - 250 MZ

rollagers met rollen aan de voorkant

AC VO

Page 31: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

31Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN LS/CYCLI

LS/LSES 180 L/LUR, 200 L/LR/LU, 225 ST/MT/MR, 250 MZ

LS/LSES 180 L/LUR, 200 L/LR/LU, 225 ST/MT/MR, 250 MZVert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 29 Bevestigingsring hijsring 271 Bevestigingsmoer flens aan de kant van de koppeling

2 Carter 30 Rollager aan de kant van de koppeling 272 Flensring aan de kant van de koppeling

3 As 33 Binnendop aan de kant van de koppeling 273 Bevestigingsschroeven van de flens tegenover de koppeling

4 Rotor 38 Elastische ring voor de as aan de kant van dekoppeling 275 Bevestigingsring van de flens tegenover de

koppeling

5 Flens aan de kant van de koppeling 39 Waterdichte pakking aan de kant van de koppeling 319 Rechter voet

6 Flens tegenover de koppeling 40 Bevestigingsschroeven van de dop aan de kant van de koppeling 320 Linker voet

7 Ventilator 41 Waterdichte getande dopring aan de kant van dekoppeling 321 Schroeven van de voeten

8 Spie van de ventilator 42 Smeernippel aan de kant van de koppeling 322 Moer van de voeten

13 Beschermkap van de ventilator 50 Rollager tegenover de koppeling 323 Ring van de voeten

21 Spie as-uiteinde aan de kant van de koppeling 54 Waterdichte pakking tegenover de koppeling 466 Elastische ring voor de ventilator

25 Hijsring 59 Voorspanningsring 508 Dop van de aansluitkast

26 Identificatieplaatje 70 Behuizing van de aansluitkast 556 Borgring van de rollager tegenover de koppeling

27 Bevestigingsschroeven van de beschermkap 74 Deksel van de aansluitkast 629 Aftapplug

28 Bevestigingsschroef hijsring 270 Bevestigingsschroeven van de flens aan de kant van de koppeling 643 Afvoerdop voor vet aan de kant van de

koppeling

2142

3

70174

29 25 28

508

466

50 59 654

27

87

13

2

273275

320

321 323 322 319556

26

4

3330

38

41

5

272

40

39

270

629643

270271

Page 32: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

32 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN LS/CYCLI

10.4 - Motoren LS/LSES 225 MG, 250 ME/MF, 280 SC/MC, 280 SD/MD, 315 SN10.4.1 - Demontage- verwijder de beschermkap (13) na de schroeven (27), de smeernippel (42) en zijn extensie te hebben verwijderd.- verwijder de ventilator (7) met behulp van een naaftrekker of 2 diametraal op elkaar staande waarbij de flens als steun wordt gebruikt (6).- verwijder de spie (21). - verwijder de montageschroeven (270 + 273).- draai de bevestigingsschroeven (40) los aan de voorkant van de binnendop (33) en aan de achterkant de bevestigingsschroeven (62) de doppen (52) en (53), en verwijder ze.- verwijder met behulp van een bronzen drevel de flenzen (5 en 6) door zachtjes te tikken op de flensnokken, vang de voorspanningsring (59) op.- verwijder de borgringen (38) en (60).- verwijder de rotor (3) van de stator (1) zorg dat u niet de spoel raakt met de binnendop.- verwijder de rollagers (30) en (50) met een rollager-trekker terwijl u het as-uiteinde met een ring beschermt; zorg dat u niet de dragers raakt.- de rollagers worden alleen of samen met de doppen verwijderd; om niet doppen niet te vervormen, verhit u met een vlam de buitenring van de rollager om gemakkelijker te kunnen demonteren, (de rollager wordt opnieuw vastgezet).

10.4.2 - Herinstallatie- zie § 6.1 voor herinstallatie.- introduceer de binnendop (33) aan de voorkant van de rotor en de binnendop (53) aan de achterkant.- breng nieuw vet aan: het percentage waarmee nieuw vet kan worden aangevuld is 50% van het vrije volume.- plaats de nieuwe lagers op de as, zie § 6.3 montage van de rollagers.- monteer de borgringen (38) en (60).- introduceer de rotor (3) in de stator (1) en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- schroef een schroefdraad met een diameter van de schroeven (40 en 62) in de tapgaten van de doppen (33 en 53) voor de positionering van de doppen en het smeernippelgat wanneer de flenzen opnieuw worden gemonteerd (5 en 6).- plaats de voorspanningsring (59) met een beetje vet onder in de rollagerskooi van de achterste flens (6) en installeer opnieuw de achterste flens (6) op de stator.- monteer de pakking (54) de buitendop (52) en de vergrendelingsschroeven (62) van de doppen (52, 53).- monteer de flens (5) en let in voorkomend geval goed op de positie van de dop.- breng de bevestigingsschroeven (14) aan, draai de moeren diagonaal vast zonder ze te blokkeren om de voeten van de beschermkap tijdens de montage te kunnen positioneren.- monteer op de voorkant de pakking (39), de dop (32) en de vergrendelingsschroeven (40) van de dop.- monteer de ventilator (7) door deze in te drukken met een drevel of de naaf van de aluminiumventilator op circa 100 °C te verwarmen.

- zorg dat de motor met de hand vrij kan draaien en dat er geen axiale speling is.- installeer opnieuw de beschermkap (13) door deze opnieuw vast te zetten met schroeven (27).- plaats opnieuw de smeernippel (42) en de extensie.- draai de moeren van de stangen (14) diagonaal vast in de geadviseerde drijfkoppel in § 6.1.- breng opnieuw de spie aan (21).

505333

5 6416

54 62 63 60 6 550 52 33 30 38 41 40 39542

LS/LSES 225 MG - 250 ME/MF280 SC/MC/SD/MD - 315 SN

standaard rollagers

AC VO

LS/LSES 225 MG - 250 ME/MF280 SC/MC/SD/MD - 315 SN

rollagers met rollen aan de voorkant

AC VO

Page 33: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

33Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN LS/CYCLI

LS/LSES 225 MG, 250 ME/MF, 280 SC/MC, 280 SD/MD, 315 SN

LS/LSES 225 MG, 250 ME/MF, 280 SC/MC, 280 SD/MD, 315 SNVert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 38 Elastische ring voor de as aan de kant van de koppeling 92 Steun van de aansluitkast

2 Carter 39 Waterdichte pakking aan de kant van de koppeling 270 Bevestigingsschroeven van de flens aan de

kant van de koppeling

3 As 40 Bevestigingsschroeven van de dop aan de kant van de koppeling 272 Flensring aan de kant van de koppeling

4 Rotor 41 Waterdichte getande dopring aan de kant van dekoppeling 273 Bevestigingsschroeven van de flens

tegenover de koppeling

5 Flens aan de kant van de koppeling 42 Smeernippel aan de kant van de koppeling 275 Bevestigingsring van de flens tegenover de koppeling

6 Flens tegenover de koppeling 50 Rollager tegenover de koppeling 427 Dop van de beschermkap

7 Ventilator 53 Dop tegenover de koppeling 466 Elastische ring voor de ventilator

8 Spie van de ventilator 54 Waterdichte pakking tegenover de koppeling 468 Schroef van de aardingsklem

13 Beschermkap van de ventilator 59 Voorspanningsring 508 Dop van de aansluitkast

21 Spie as-uiteinde aan de kant van de koppeling 62 Bevestigingsschroef van het deksel 533 Geluidsdemper van de beschermkap

26 Identificatieplaatje 63 Bevestigingsring van de dop tegenover de koppeling 629 Aftapplug

27 Bevestigingsschroeven van de beschermkap 64 Achterste smeernippel 643 Afvoerdop voor vet aan de kant van de koppeling

30 Rollager aan de kant van de koppeling 70 Behuizing van de aansluitkast 645 Afvoerdop voor vet tegenover de koppeling

33 Binnendop aan de kant van de koppeling 74 Deksel van de aansluitkast

4041

39

40 41

1 226

5 38 30 33

4221 3

492 70 74

53 50 59 68 7

64 54

27 13

270

643 629

270 272

272

508

427 533

468629

466

645 275 273 63 62

Page 34: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

34 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN LS/CYCLI

10.5 - Motoren LS/LSES 280 SU/SK/MK, 315 (met uitzondering van SN)10.5.1 - Demontage- verwijder de beschermkap (13) na de schroeven (27), de smeernippel (42) en zijn extensie te hebben verwijderd.- verwijder de ventilator (7) met behulp van een naaftrekker of 2 diametraal op elkaar staande hefbomen waarbij de flens als steun wordt gebruikt (6); voor een aluminium ventilator, verwarmt u de naaf van de ventilator voor verwijdering op ongeveer 100 °C.- verwijder de spie (21). - schroef de montagestangen los (14) en verwijder ze.- draai de bevestigingsschroeven (40) los aan de voorkant van de binnendop (33) en aan de achterkant van de bevestigingsschroeven (62) de doppen (32) en (52), verwijder de doppen.- draai de "CHc"-schroeven" van de mobiele kleppen (35 en 56) los en vervolgens de kleppen met een haakse moersleutel of een kegelvormige drevel; schroef de kleppen met de hand los en verwijder ze.De kleppen houden de waterdichte pakkingen vast (39 en 54).- verwijder de vaste kleppen (34 en 35) uit de rollagersbehuizing.- verwijder met behulp van een bronzen drevel de flenzen (5 en 6) door zachtjes te tikken op de flensnokken.- controleer of de diameter van de dop (53) kleiner is dan die van de stator; zo niet dan verwijdert u de rollager (50) volgens bovenstaande instructies.- verwijder de rotor (3) van de stator (1) aan de voorkant, zorg dat u niet de spoel raakt met de binnendop, indien er geen interne turbine aanwezig is.verwijder de rollagers (30) en (50) met een rollager-trekker terwijl u het as-uiteinde met een ring beschermt; zorg dat u niet de dragers raakt.- de rollagers worden alleen of samen met de doppen (33 en 53) verwijderd; om niet doppen niet te vervormen, verhit u met een vlam de buitenring van de rollager, (de rollager wordt opnieuw vastgezet).- neem de voorspanningsring of de veren (59) uit de dop (53).

10.5.2 - Herinstallatie- zie § 6.1 voor herinstallatie. - introduceer de binnendop (33) aan de voorkant van de rotor en de binnendop (53) aan de achterkant; vergeet niet de voorspanningsveren aan te brengen(59).- breng nieuw vet aan: het percentage waarmee nieuw vet kan worden aangevuld is 50% van het vrije volume.- plaats de nieuwe lagers (30 en 50) op de as, zie § 6.3 montage van de rollagers.- introduceer de rotor (3) in de stator (1) en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- schroef een schroefdraad met een diameter van de schroeven (40) en (62) in de tapgaten van de doppen (33) en (53) voor de positionering van de het smeernippelgat wanneer de flenzen opnieuw worden gemonteerd (5 en 6).- controleer of de voorspanningsveren goed geïnstalleerd zijn.- monteer de flens (6) aan de achterkant op de stator, en monteer vervolgens de vaste klep (55) in de rollagersbehuizing van de flens.- monteer de mobiele klep (56) met schroeven of door blokkering, en controleer of u de waterdichte pakking (54) hebt

aangebracht op de klep.- monteer de buitendop (52) met de blokkeringsschroeven (62) van de dop; positioneer het afvoergat voor vet op het dieptepunt.- monteer de flens (5) aan de voorkant op de stator, en monteer vervolgens de vaste klep (34) in de rollagersbehuizing van de flens.- monteer de mobiele klep (35) met schroeven of door blokkering en controleer of u de waterdichte pakking (39) hebt aangebracht op de klep.- monteer de buitendop (32) met de blokkeringsschroeven (40) van de dop; positioneer het afvoergat voor vet op het dieptepunt.- breng de bevestigingsstangen (14) aan, zonder de voeten van de beschermkap te vergeten (380) draai de moeren diagonaal vast zonder ze te blokkeren om de voeten van de beschermkap tijdens de montage te kunnen positioneren.- monteer de ventilator (7) door deze in te drukken met een drevel of de naaf van de aluminiumventilator op circa 100 °C te verwarmen.- zorg dat de motor met de hand vrij kan draaien en dat er geen axiale speling is.- monteer opnieuw de beschermkap (13) en zet het vast met schroeven (27), breng opnieuw de smeernippel (42) en de extensie aan.- draai de moeren van de stangen steeds weer (14) diagonaal vast in de geadviseerde drijfkoppel in § 6.1.- breng opnieuw de spie aan (21).

52 32

3956

6 59 53 33 5

54 50 30 34 35

62 40

55

3255 6 53 33 5

3954 50 30 35

40

52

62

3456

LS/LSES 280 SU/SK/MK - 315 standaard rollagers

LS/LSES 280 SU/SK/MK - 315rollagers met rollen aan de voorkant

AC VO

AC VO

Page 35: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

35Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN LS/CYCLI

LS/LSES 280 SU/SK/MK, 315 (met uitzondering van SN)

LS/LSES 280 SU/SK/MK, 315 (met uitzondering van SN)Vert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 30 Rollager aan de kant van de koppeling 53 Dop tegenover de koppeling

2 Carter 32 Binnendop aan de kant van de koppeling 54 Waterdichte pakking tegenover de koppeling

3 Rotor 33 Binnendop aan de kant van de koppeling 55 Vaste vetklep aan de achterkant

5 Flens aan de kant van de koppeling 34 Vaste vetklep aan de kant van de koppeling 56 Mobiele vetklep aan de achterkant

6 Flens tegenover de koppeling 35 Mobiele vetklep aan de kant van de koppeling 59 Voorspanningsring of -veer

7 Ventilator 39 Pakking aan de kant van de koppeling 62 Bevestigingsschroef van het deksel

13 Beschermkap van de ventilator 40 Bevestigingsschroef van het deksel 70 Behuizing van de aansluitkast

14 Montagestangen 42 Smeerders 74 Deksel van de aansluitkast

21 Spie 50 Rollager tegenover de koppeling 81 Steunplaat van de wartel

27 Bevestigingsschroeven van de beschermkap 52 Achterste buitendop 380 Beschermkapvoeten

5

39

32

35

3430

21

333

259

5562

1

5342 54 52 14 7

1327

42

40

6

38050

56

7081

74

Page 36: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

36 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

FLS/FLSES MOTOREN

11 - FLS/FLSES MOTOREN11.1 - Motoren FLS/FLSES 80 à 13211.1.1 - Demontage- verwijder de beschermkap (13) na de schroeven (27) te hebben verwijderd.- verwijder de ventilator (7) met behulp van een naaftrekker of 2 diametraal op elkaar staande hefbomen (bijvoorbeeld 2 schroevendraaiers), waarbij de flens als steun wordt gebruikt (6).- verwijder de montagestangen (14).- verwijder de spie (21).- sla met een houten hamer op de as aan de kant van de ventilator om de flens aan het as-uiteinde (5) los te maken.- verwijder de rotor-as (3) en de flens (5): zorg dat u niet de spoel raakt.- verwijder de flens aan de kant van de ventilator (6).- vang de voorspanningsring (59) en de pakking van de achterste flens (54) op.- verwijder de borgring (60) uit de flensmotoren met behulp van een schuine borgringtang.- ontkoppel de voorste flens van de rotor-as.- de as verschijnt met zijn 2 rollagers en eventueel een borgring.Voor de verwijdering van de rollagers, gebruikt u een rollager-trekker er vermijd u het contact met de asdragers.

11.1.2 - Herinstallatie van de motor zonder borgring- monteer de rollagers op de rotor-as.- introduceer de rotor in de stator en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- plaats de voorste flens (5).- monteer de achterste flens (6) na de voorbelastingring (59) in de rollagersbehuizing te hebben aangebracht.- breng de montagestangen aan (14) en draai de moeren diagonaal vast in de aanbevolen aandrijfkoppel (zie § 6.4).- plaats de pakkingen van de flens (39, 54, 308) op het vet.- monteer de ventilator (7) door het in te drukken met een drevel.- zorg dat de motor met de hand vrij kan draaien en dat er geen radiale speling is.- installeer opnieuw de beschermkap (13) en zet deze opnieuw vast met schroeven (27).

11.1.3 - Installeer opnieuw de flensmotor en de borgring- monteer de voorste rollager (30) in de flens (5) en gebruik de buitenring als steunpunt.- monteer de borgring (60).- monteer het geheel op de rotor (3) en gebruik de binnenring van de rollager als steunpunt.- monteer de achterste rollager op de rotor.- introduceer de rotor (3) en de flens (5) in de stator- neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- monteer de achterste flens (6) na de voorbelastingring (59) in de rollagersbehuizing te hebben aangebracht.- breng de montagestangen aan (14) en draai de moeren diagonaal vast in de aanbevolen aandrijfkoppel (zie § 6.4).- plaats de pakkingen van de flens (39, 54, 308) op het vet.- monteer de ventilator (7) door het in te drukken met een drevel.- zorg dat de motor met de hand vrij kan draaien en dat er geen axiale speling is.- installeer opnieuw de beschermkap (13) en zet deze opnieuw vast met schroeven (27).- breng opnieuw de spie aan (21).

56 59

54 50 30830

56 59

50 3054 39

60

FLS/FLSES 80 à 132met bevestigingspootjes

FLS/FLSES 80 à 132met flens (of plaatjes en flens)

AC VO

AC VO

Page 37: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

37Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

FLS/FLSES MOTOREN

FLS/FLSES 80 à 132

FLS/FLSES 80 à 132Vert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 21 Spie as-uiteinde 60 Stopzone

2 Carter 26 Identificatieplaatje 71 FLSES aansluitkast

3 Rotor 27 Bevestigingsschroeven van de beschermkap 84 Klemmenbord

5 Flens aan de kant van de koppeling 30 Rollager aan de kant van de koppeling 85 Klemmenbordschroeven

6 Flens tegenover de koppeling 39 Pakking aan de kant van de koppeling 98 Koppelplaatverbindingen

7 Ventilator 50 Rollager tegenover de koppeling 308 Keerplaat

13 Beschermkap van de ventilator 54 Waterdichte pakking 508 Dop van de aansluitkast

14 Montagestangen 59 Voorspanningsring

308IM B3

IM B14

IM B5

39

21

71

508

8598 84

3

5954

27 13

5

5

5

30 60

1

26

26

84

85

982

6 7 1450

39

Page 38: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

38 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

FLS/FLSES MOTOREN

11.2 - Motoren FLS/FLSES 160, 180 MR11.2.1 - Demontage- verwijder de beschermkap (13) na de schroeven (27) te hebben verwijderd.- verwijder de ventilator (7) met behulp van een naaftrekker of 2 diametraal op elkaar staande hefbomen waarbij de flens als steun wordt gebruikt (6).- verwijder de spie (21) en verwijder de pakkingen (39 en 54 voetmotoren) (54 voor flensmotoren). - verwijder de montageschroeven (270 + 273).- draai de bevestigingsschroeven (40) van de binnendop (33) op een flensmotor los of wanneer de voorste rollager geblokkeerd is.- verwijder met behulp van een bronzen drevel de flenzen (5 en 6) door zachtjes te tikken op de flensnokken, vang de voorspanningsring (59) op.- verwijder de borgring (38) indien nodig (flensmotor).- verwijder de rotor (3) van de stator (1) zorg dat u niet de spoel raakt.- verwijder de rollagers (30) en (50) met een rollager-trekker terwijl u het as-uiteinde met een ring beschermt; zorg dat u niet de dragers raakt.

11.2.2 - Herinstallatie- zie § 6.1 voor herinstallatie.- introduceer zo nodig de binnendop (33) aan de voorkant van de rotor en installeer de nieuwe rollagers op de as, zie § 6.3 montage van rollagers.- monteer de borgring (38) voor flensmotoren.- introduceer de rotor (3) in de stator (1) en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- plaats de voorspanningsring (59) met een beetje vet onder in de rollagerskooi van de achterste flens (6) en installeer opnieuw de achterste flens (6) op de stator.- schroef bij een dop (33) een schroefdraad met een diameter van de schroeven (40) in één van de tapgaten van de dop om het zijn haakse positie te geven wanneer de voorste flens opnieuw wordt geïnstalleerd (5).- monteer opnieuw de flens (5) en let goed op de positie van de eventuele beschermkap.- breng de montageschroeven aan (14) en draai de moeren diagonaal vast in de aanbevolen aandrijfkoppel (zie § 6.1).- de dop eventueel met behulp van zijn schroeven vastzetten (33).- plaats de pakkingen van de flens op het vet (54 aan de achterkant) (39 aan de voorkant voor voetmotoren).- monteer de ventilator (7) door het in te drukken met een drevel.- zorg dat de rotor vrij met de hand kan draaien (zonder axiale speling wanneer een lager is geblokkeerd). - installeer opnieuw de beschermkap (13) en zet deze opnieuw vast met schroeven (27).- breng opnieuw de spie aan (21).

54

54 62 6 60 50 53 33 5 30 38 40 39542

6 59 50 33 5 30 38 40 39

FLS/FLSES 160 - 180 MRstandaard rollagers

AC VO

FLS/FLSES 160 - 180 MRrollagers met rollen aan de voorkant

AC VO

Page 39: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

39Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

FLS/FLSES MOTOREN

FLS/FLSES 160, 180 MR

FLS/FLSES 160, 180 MRVert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 27 Bevestigingsschroeven van de beschermkap 74 Deksel van de aansluitkast

2 Carter 30 Rollager aan de kant van de koppeling 81 Steunplaat van de wartel

3 As 33 Binnendop aan de kant van de koppeling 270 Bevestigingsschroeven van de flens aan de kant van de koppeling

4 Rotor 38 Elastische ring voor de as aan de kant van de koppeling 271 Bevestigingsmoer flens aan de kant van de

koppeling

5 Flens aan de kant van de koppeling 39 Waterdichte pakking aan de kant van de koppeling 272 Flensring aan de kant van de koppeling

6 Flens tegenover de koppeling 40 Bevestigingsschroeven van de dop aan de kant van de koppeling 273 Bevestigingsschroeven van de flens

tegenover de koppeling

7 Ventilator 41 Waterdichte getande dopring aan de kant van dekoppeling 308 Bevestigingsring beschermkap

8 Spie van de ventilator 50 Rollager tegenover de koppeling 466 Elastische ring voor de ventilator

13 Beschermkap van de ventilator 54 Waterdichte pakking aan de kant van de koppeling 533 Geluidsdemper van de beschermkap

21 Spie as-uiteinde aan de kant van de koppeling 59 Voorspanningsring 629 Aftapplug

26 Identificatieplaatje 70 Behuizing van de aansluitkast

213

7074 81

50 6 54 8

273

533466308

27137

59 629

270

270

629

26214

333038

414039

5

272271629

Page 40: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

40 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

FLS/FLSES MOTOREN

11.3 - Motoren FLS/FLSES 180 M/L/LUR, 200 LU, 225 MR/SR11.3.1 - Demontage- verwijder de beschermkap (13) na de schroeven (27) te hebben verwijderd.- verwijder de ventilator (7) met behulp van een naaftrekker of 2 diametraal op elkaar staande hefbomen waarbij de flens als steun wordt gebruikt (6).- verwijder de spie (21) en verwijder de pakkingen (39 en 54 voetmotoren) (54 voor flensmotoren). - verwijder de montageschroeven (270 + 273).- draai de bevestigingsschroeven (40) van de binnendop (33) op een flensmotor los of wanneer de voorste rollager geblokkeerd is.- verwijder met behulp van een bronzen drevel de flenzen (5 en 6) door zachtjes te tikken op de flensnokken, vang de voorspanningsring (59) op.- verwijder de borgring (38) indien nodig (flensmotor).- verwijder de rotor (3) van de stator (1) zorg dat u niet de spoel raakt.- verwijder de rollagers (30) en (50) met een rollager-trekker terwijl u het as-uiteinde met een ring beschermt; zorg dat u niet de dragers raakt.

11.3.2 - Herinstallatie- zie § 6.1 voor herinstallatie.- introduceer zo nodig de binnendop (33) aan de voorkant van de rotor en installeer de nieuwe rollagers op de as, zie § 6.3 montage van rollagers.- monteer de borgring (38) voor flensmotoren.- introduceer de rotor (3) in de stator (1) en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- plaats de voorspanningsring (59) met een beetje vet onder in de rollagerskooi van de achterste flens (6) en installeer opnieuw de achterste flens (6) op de stator.- schroef bij een dop (33) een schroefdraad met een diameter van de schroeven (40) in één van de tapgaten van de dop om het zijn haakse positie te geven wanneer de voorste flens opnieuw wordt geïnstalleerd (5).- monteer opnieuw de flens (5) en let goed op de positie van de eventuele beschermkap.- breng de montageschroeven aan (14) en draai de moeren diagonaal vast in de aanbevolen aandrijfkoppel (zie § 6.1).- de dop eventueel met behulp van zijn schroeven vastzetten (33).- plaats de pakkingen van de flens op het vet (54 aan de achterkant) (39 aan de voorkant voor voetmotoren).- monteer de ventilator (7) door het in te drukken met een drevel.- zorg dat de rotor vrij met de hand kan draaien (zonder axiale speling wanneer een lager is geblokkeerd). - installeer opnieuw de beschermkap (13) en zet deze opnieuw vast met schroeven (27).- breng opnieuw de spie aan (21).

54

54 62 6 60 50 53 33 5 30 38 40 39542

6 59 50 33 5 30 38 40 39

FLS/FLSES 180 M/L/LUR - 200 LU225 MR/SR

standaard rollagers

AC VO

FLS/FLSES 180 M/L/LUR - 200 LU225 MR/SR

rollagers met rollen aan de voorkant

AC VO

Page 41: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

41Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

FLS/FLSES MOTOREN

FLS/FLSES 180 M/L/LUR, 200 LU, 225 MR/SR

FLS/FLSES 180 M/L/LUR, 200 LU, 225 MR/SRVert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 30 Rollager aan de kant van de koppeling 81 Steunplaat van de wartel

2 Carter 33 Binnendop aan de kant van de koppeling 270 Bevestigingsschroeven van de flens aan de kant van de koppeling

3 As 38 Elastische ring voor de as aan de kant van de koppeling 271 Bevestigingsmoer van de flens aan de kant

van de koppeling

4 Rotor 39 Waterdichte pakking aan de kant van de koppeling 272 Flensring aan de kant van de koppeling

5 Flens aan de kant van de koppeling 40 Bevestigingsschroeven van de dop aan de kant van de koppeling 273 Bevestigingsschroeven van de flens

tegenover de koppeling

6 Flens tegenover de koppeling 41 Waterdichte getande dopring aan de kant van dekoppeling 275 Bevestigingsring flens tegenover de

koppeling

7 Ventilator 42 Smeernippel aan de voorkant 466 Elastische ring voor de ventilator

8 Spie van de ventilator 50 Rollager tegenover de koppeling 556 Borgring van de rollager tegenover de koppeling

13 Beschermkap van de ventilator 54 Waterdichte pakking aan de kant van de koppeling 629 Aftapplug

21 Spie as-uiteinde aan de kant van de koppeling 59 Voorspanningsring 643 Afvoerdop voor vet aan de kant van de koppeling

26 Identificatieplaatje 70 Behuizing van de aansluitkast

27 Bevestigingsschroeven van de beschermkap 74 Deksel van de aansluitkast

8659

5081

226

2713

7470

1

43

21

42

40

41

395

271270

3830

33

547

466

556629 275 273

272

643629

270

Page 42: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

42 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

FLS/FLSES MOTOREN

11.4 - Motoren FLS/FLSES 225 M à 28011.4.1 - Demontage van de achterste lager- verwijder de beschermkap (13) na de bevestigingsschroeven (27) te hebben verwijderd.- verwijder zo nodig de schroef van het as-uiteinde.- verwijder de ventilator (7).- verwijder de bevestigingsschroeven van het achterste binnendeksel (53).- verwijder de bevestigingsschroeven (273) uit de achterste lager (6).- verwijder zo nodig de spie van de ventilator.- verwijder met behulp van twee hefbomen of een soepele hamer de achterste lager (6); zorg dat deze niet schuin komt te liggen. Zet de lager los door het op de as te glijden.- bewaar de gedemonteerde onderdelen en neem de voorspanningsring (59) om deze opnieuw in de behuizing te monteren.

11.4.2 - Demontage van de voorste lager- demonteer de voorste lager zonder de rotor vrij te zetten (3). Te dien einde:- verwijdert u de bevestigingsschroeven (270) van de voorste lager (5).- verwijdert u de bevestigingsschroeven (40) van het voorste binnendeksel (33).- zet de spie los (21).- verwijder met behulp van twee hefbomen of een soepele hamer de voorste lager (5); zorg dat deze niet schuin komt te liggen. - zet de lager los door het op de as te glijden.

11.4.3 - Vervanging van de rollagers- verwijder de rotor met behulp van een geschikt hijsapparaat zonder de spoel te raken.- verwijder eerst de borgring (38).- verwijder de rollagers (30) en (50) met een gepast instrument terwijl u het as-uiteinde beschermt. Raak niet de as-dragers aan. - vervang de rollagers volgens de instructies in Algemeen in hoofdstuk § 6 (alleen montage door hitte).

BELANGRIJK: Lees voor elke operatie de § "CONTROLE VOOR HERINSTALLATIE".

11.4.4 - Herinstallatie- Monteer de voorste rollager (30) op de rotor-as (waarschuwing: vergeet niet het binnendeksel (33) en de borgring (38)!), evenals de achterste rollager (50), indien, de binnendiameter van de stator groot genoeg is voor de passage van het achterste binnendeksel (53).- Introduceer de rotor in de stator en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken. Plaats de achterste rollager wanneer u dit nog niet hebt gedaan.- Vul de decompressiegleuven (416) in de as-doorgang met vet.- oriënteer de lagers, smeernippels naar boven. Begin bij de voorste lager (5). Plaats een pen in één van de tapgaten van het binnendeksel (33), zodat de vettoevoerleidingen goed gealigneerd zijn.- eindig met de achterste lager (6). Plaats een pen in één van de tapgaten van het binnendeksel (53), zodat de vettoevoerleidingen goed gealigneerd zijn.- til de rotor iets omhoog en schuif de lagers in elkaar.

Voortaan adviseren wij u bij elke etappe te controleren of de rotor met de hand vrij kan draaien alvorens met de volgende instructie te beginnen.- breng de bevestigingsschroeven van de lagers (270) en (273) opnieuw aan.- breng de bevestigingsschroeven van de binnendeksels (33) en (53) opnieuw aan. Vervang de sluitringen AZ voor een perfecte waterdichtheid.- vervang in voorkomend geval de spie van de ventilator.- de ventilator vervangen (7).- vervang eventueel de schroef van het as-uiteinde.- breng de beschermkap (13) en de bevestigingsgroeven opnieuw aan (27).- smeer de rollagers aan de voor- en achterkant door de as met de hand aan te draaien.

Hoeveelheid vet voor de kogellagers: - HA 225 - 250 : AV en AR = 120 cm3

- HA 280 : AV = 170 cm3 / AR = 120 cm3

505333

5 6416

505333

5 6416

FLS/FLSES 225 M à 280standaard rollagers

AC VO

FLS/FLSES 225 M à 280rollagers met rollen aan de voorkant

AC VO

Page 43: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

43Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

FLS/FLSES MOTOREN

FLS/FLSES 225 M à 280

FLS/FLSES 225 M à 280Vert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 26 Identificatieplaatje 69 Steunpakking aansluitkast

2 Carrosserie 27 Bevestigingsschroeven van de beschermkap 70 Behuizing van de aansluitkast

3 Rotor 30 Rollager aan de kant van de koppeling 74 Deksel van de aansluitkast

5 Flens aan de kant van de koppeling 33 Binnendop aan de kant van de koppeling 75 Bevestigingsschroeven van het aansluitkastdeksel

6 Flens tegenover de koppeling 38 Elastische ring voor de as aan de kant van de koppeling 77 Pakking van het aansluitkastdeksel

7 Ventilator 40 Bevestigingsschroeven van de dop aan de kant van de koppeling 81 Steunplaat van de wartel

10 Schroef van de turbine of ventilator 42 Smeernippel aan de voorkant 270 Bevestigingsschroeven van de flens aan de kant van de koppeling

11 Sluitring rem 50 Rollager tegenover de koppeling 271 Bevestigingsmoer van de flens aan de kant van de koppeling

12 Sluitring blokkering 53 Dop tegenover de koppeling 273 Bevestigingsschroeven van de flens tegenover de koppeling

13 Beschermkap van de ventilator 59 Voorspanningsring 406 Afsluitplaat vetklepvoorkant

21 Spie as-uiteinde aan de kant van de koppeling 64 Achterste smeernippel 456 Afsluitplaat vetklepachterkant

40

54238 30 33 21

3

26

81

74

75

77

70

69

64 27

406

270271

1

2

5350

45659

273

6

712

13

5

10

11

Page 44: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

44 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

FLS/FLSES MOTOREN

11.5 - Motoren FLS/FLSES 315 à 355 LD11.5.1 - Demontage van de achterste lager- verwijder de beschermkap (13) na de bevestigingsschroeven (27) te hebben verwijderd.- verwijder zo nodig de schroef van het as-uiteinde.- verwijder de ventilator (7).- verwijder de bevestigingsschroeven van het achterste binnendeksel (53).- verwijder de bevestigingsschroeven (273) uit de achterste lager (6).- verwijder zo nodig de spie van de ventilator.- verwijder met behulp van twee hefbomen of een soepele hamer de achterste lager (6); zorg dat deze niet schuin komt te liggen. Zet de lager los door het op de as te glijden.- leg van de gedemonteerde onderdelen opzij en neem de voorspanningsveren (256) die opnieuw in de behuizing worden aangebracht.

11.5.2 - Demontage van de voorste lager- demonteer de voorste lager zonder de rotor vrij te zetten (3). Te dien einde:- verwijdert u de bevestigingsschroeven (270) van de voorste lager (5).- verwijdert u de bevestigingsschroeven (40) van het voorste binnendeksel (33).- zet de spie los (21).- verwijder met behulp van twee hefbomen of een soepele hamer de voorste lager (5); zorg dat deze niet schuin komt te liggen. - zet de lager los door het op de as te glijden.

11.5.3 - Vervanging van de rollagers- verwijder de rotor met behulp van een geschikt hijsapparaat zonder de spoel te raken.- verwijdert u de voorste borgring (38) en achterste borgring (60).- verwijder de rollagers (30) en (50) met een gepast instrument terwijl u het as-uiteinde beschermt. Raak niet de as-dragers aan. - vervang de rollagers volgens de instructies in Algemeen in hoofdstuk § 6 (alleen montage door hitte).

BELANGRIJK: Lees voor elke operatie de § "CONTROLE VOOR HERINSTALLATIE".

11.5.4 - Herinstallatie- Monteer de voorste rollager (30) op de rotor-as (waarschuwing: vergeet niet het binnendeksel (33) en de borgring (38)!), evenals de achterste rollager (50), indien, de binnendiameter van de stator groot genoeg is voor de passage van het achterste binnendeksel (53), en plaats de borgring (60), de voorspanningsveren opnieuw in hun behuizing in het achterste binnendeksel (53).- Introduceer de rotor in de stator en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken. Plaats de achterste rollager wanneer u dit nog niet hebt gedaan.- Vul de decompressiegleuven (416) in de as-doorgang en de vettoevoerleidingen met vet.- oriënteer de lagers, smeernippels naar boven. Begin bij de voorste lager (5). Plaats een pen in één van de tapgaten van het binnendeksel (33), zodat de vettoevoerleidingen goed gealigneerd zijn.

- eindig met de achterste lager (6). Plaats een pen in één van de tapgaten van het binnendeksel (53), zodat de vettoevoerleidingen goed gealigneerd zijn.- til de rotor iets omhoog en schuif de lagers in elkaar.

Voortaan adviseren wij u bij elke etappe te controleren of de rotor met de hand vrij kan draaien alvorens met de volgende instructie te beginnen.- breng de bevestigingsschroeven van de lagers (270) en (273) opnieuw aan.- breng de bevestigingsschroeven van de binnendeksels (33) en (53) opnieuw aan. Vervang de sluitringen AZ voor een perfecte waterdichtheid.- vervang in voorkomend geval de spie van de ventilator.- de ventilator vervangen (7).- vervang eventueel de schroef van het as-uiteinde.- breng de beschermkap (13) en de bevestigingsgroeven opnieuw aan (27).- smeer de rollagers aan de voor- en achterkant door de as met de hand aan te draaien.

Hoeveelheid vet voor de kogellagers: - HA 315: VO. en ACHT. = 50 g voor 4P en + / 35 g voor 2P - HA 355: VO. en ACHT. = 60 g voor 4P en + / 35 g voor 2P

505333

5 6416

505333

5 6416

FLS/FLSES 315 à 355 LDstandaard rollagers

AC VO

FLS/FLSES 315 à 355 LDrollagers met rollen aan de voorkant

AC VO

Page 45: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

45Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

FLS/FLSES MOTOREN

FLS/FLSES 315 à 355 LD

FLS/FLSES 315 à 355 LDVert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 27 Bevestigingsschroeven van de beschermkap 70 Behuizing aansluitkast stator

2 Carrosserie 30 Rollager aan de kant van de koppeling 74 Deksel aansluitkast stator

3 As 33 Binnendop aan de kant van de koppeling 81 Steunplaat van de wartel

4 Rotor 38 Elastische ring voor de as aan de kant van de koppeling 256 Voorspanningsveer

5 Flens aan de kant van de koppeling 40 Bevestigingsschroeven van de dop aan de kant van de koppeling 270 Bevestigingsschroeven van de flens aan de

kant van de koppeling

6 Flens tegenover de koppeling 41 Waterdichte getande dopring aan de kant van de koppeling 272 Flensring aan de kant van de koppeling

7 Ventilator 42 Smeernippel aan de voorkant 273 Bevestigingsschroeven van de flens tegenover de koppeling

10 Schroef van de turbine of ventilator 50 Rollager tegenover de koppeling 275 Bevestigingsring flens tegenover de koppeling

11 Sluitring rem 53 Dop tegenover de koppeling 406 Afsluitplaat voorstevetklep

12 Sluitring blokkering 60 Stopzone 456 Afsluitplaat achterstevetklep

13 Beschermkap van de ventilator 62 Bevestigingsschroef van het deksel 468 Schroef van de aardingsklem

21 Spie as-uiteinde aan de kant van de koppeling 63 Bevestigingsring van de dop tegenover de koppeling 629 Aftapplug

25 Hijsring 64 Achterste smeernippel

26 Identificatieplaatje 65 Extensie achterste smeernippel

256

468

406

629 456

70

40

1

2

4

3

5

42

81 74

266

272270

41

38 30

270 272 406 629

629

33 21

42

275 273

25

2553 50 60

63 627

27 13

65

12 11 10

64

Page 46: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

46 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN PLS/PLSES

12 - MOTOREN PLS/PLSES12.1 - Motoren PLS/PLSES 180 LG/LGU, 200 M/L/LP/LU/LR, 225 MR12.1.1 - Demontage- verwijder het deksel (13) na de schroeven te hebben verwijderd (27), de smeernippel (64).- verwijder de ventilator (7) met behulp van een naaftrekker of 2 diametraal op elkaar staande hefbomen waarbij de flens als steun wordt gebruikt (6); verwijder vervolgens de spie of de pen van de ventilator.- verwijder de spie (21).- schroef de montagestangen los (14) en verwijder ze.- draai de schroeven (40) los aan de voorkant van de doppen (33) enachter de bevestigingsschroeven (62) van de doppen (53) en verwijder ze.- verwijder met behulp van een bronzen drevel de flenzen (5 en 6) door zachtjes te tikken op de flensnokken, vang de voorspanningsring (59) op.- verwijder in voorkomend geval de borgring (38) en de borgring (60) (motor met rollagers).- verwijder de rotor (3) van de stator (1), aan de voorzijde, en zorgt dat u niet de spoel aanraakt met de binnendop. verwijderde rollagers (30) en (50) met een rollager-trekker, terwijl u het as-uiteinde met een sluitring beschermt, vermijdde as-dragers aan te raken.- de rollagers worden alleen of samen met de doppen verwijderd; om niet doppen niet te vervormen, verhit u met een vlam de binnenring van de rollager om gemakkelijker te kunnen demonteren, (de rollager wordt opnieuw vastgezet).

12.1.2 - Herinstallatie- zie § 6.1 voor herinstallatie.- introduceer de binnendop (33) aan de voorkant van de rotor en de binnendop (53) aan de achterkant.- plaats de nieuwe lagers op de as, zie § 6.1 montage van de rollagers.- introduceer de rotor (3) in de stator (1) en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- schroef een schroefdraad met een diameter van de schroeven (40) en (62) in één van de tapgaten van de doppen (33) en (53) voor de positionering van de doppen en het smeernippelgat wanneer de flenzen opnieuw worden gemonteerd (5 en 6).- plaats de voorspanningsring (59) met een beetje vet onder in de rollagerskooi van de achterste flens (6) en installeer opnieuw de achterste flens (6) op de stator.- monteer de flens (5) en let goed op de positie van de dop (33).- plaats de montagestangen (14) en draai de moerendiagonaal vast in de aanbevolen aandrijfkoppel (zie § 6.1).- bevestig de doppen (33) en (53) hun schroeven (40) en (62).- plaats op het vet de pakkingen van de flens (54 achterste) (39 voorste).- installeer de spie of de pen van de ventilator.- monteer de ventilator (7) door het in te drukken met een drevel.LET OP de montagerichting!- zorg dat de rotor vrij met de hand kan draaien (zonder axiale speling wanneer een lager is geblokkeerd).- installeer opnieuw de beschermkap (13) en zet deze opnieuw vast met schroeven (27).

- plaats opnieuw de smeernippel (64).- breng het nieuwe vet aan: de hoeveelheid is afhankelijk van de onderstaande tabel.Tijdens het smeren draait u handmatig de as aan.- breng opnieuw de spie aan (21).

PLS/PLSES 180 LG/LGU200 M/L/LP/LU/LRstandaard rollagers

AC VO

59 53 533 406

62

54 50 30 38 39

PLS/PLSES 225 MRstandaard rollagers

AC VO

59 53 533 406

62

54 50 30 38 39

PLS/PLSES 180 LG/LGU200 M/L/LP/LU/LR - 225 MR

rollagers met rollen aan de voorkant

AC VO

53 533 406

62

54 5060 30 38 39

Rollager 96212 Z 316214 60

6312 ou NU312 906313 ou NU313 936314 ou NU314 140

(het benodigd aantal grammen POLYREX EM103 vet met vetpad + rollagersbehuizing + perfect schoongemaakte vetafvoergaten).

Page 47: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

47Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN PLS/PLSES

PLS/PLSES 180 LG/LGU, 200 M/L/LP/LU/LR, 225 MR

PLS/PLSES 180 LG/LGU, 200 M/L/LP/LU/LR, 225 MRVert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 21 Spie 54 Achterste pakking

2 Carter 27 Bevestigingsschroeven van de beschermkap 59 Voorspanningsring

3 Rotor 30 Rollager aan de kant van de koppeling 64 Smeernippel

5 Flens aan de kant van de koppeling 33 Binnendop aan de kant van de koppeling 70 Behuizing van de aansluitkast

6 Achterste flens 39 Pakking aan de kant van de koppeling 74 Deksel van de aansluitkast

7 Ventilator 42 Smeernippel 84 Klemmenbord

13 Beschermkap van de ventilator 50 Achterste rollager 110 Beschermrooster

14 Montagestangen 53 Achterste binnendop

13

50

64 1 70 74 84 5 142

110

42

39

59

53

6

7

54

3

27

30

21

33

Page 48: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

48 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN PLS/PLSES

12.2 - Motoren PLS/PLSES 225 MG, 250, 280 SC/SD/MC/MD12.2.1 - Demontage- verwijder het deksel (13) na de schroeven te hebben verwijderd (27), de smeernippel (64) en zijn extensie (65).- verwijder de ventilator (7) met behulp van een naaftrekker of 2 diametraal op elkaar staande hefbomen waarbij de flens als steun wordt gebruikt (6); verwijder vervolgens de spie uit de ventilator.- verwijder de spie (21).- schroef de montagestangen los (14) en verwijder ze.- draai de bevestigingsschroeven (40) los aan de voorkant van de deksels (33) en (32) aan de achterkant de bevestigingsschroeven (62) van de doppen (52), en (53), verwijder ze.- draai de schroef «Hc» van de mobiele klep (35) los en schroef vervolgensde klep los met een haakse moersleutel of een kegelvormige bronzen drevel; de klep met de hand losschroeven en verwijderen. Deklep houdt de waterdichte pakking (39) en zijn steun (386) op hun plaats.- verwijder met behulp van een bronzen drevel de flenzen (5 en 6) door zachtjes te tikken op de flensnokken, vang de voorspanningsring (59) op.- verwijder de borgring (60).- verwijder de rotor (3) van de stator (1), aan de voorzijde, en zorg dat u niet de spoel aanraakt met de binnendop.- verwijder de rollagers (30) en (50) met een rollager-trekker terwijl u het as-uiteinde met een ring beschermt; zorg dat u niet de dragers raakt.- de rollagers worden alleen of samen met de doppen verwijderd; om niet doppen niet te vervormen, verhit u met een vlam de buitenring van de rollager om gemakkelijker te kunnen demonteren, (de rollager wordt opnieuw vastgezet).

12.2.2 - Herinstallatie- zie § 6.1 voor herinstallatie.- introduceer de binnendop (33) aan de voorkant van de rotor en de binnendop (53) aan de achterkant.- plaats de nieuwe lagers op de as, zie § 6.1 montage van de rollagers.- monteer de borgring (60).- introduceer de rotor (3) in de stator (1) en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- schroef een schroefdraad met een diameter van de schroeven (40) en (62) in één van de tapgaten van de doppen (33) en (53) voor de positionering van de doppen en het smeernippelgat wanneer de flenzen opnieuw worden gemonteerd (5 en 6).- plaats de voorspanningsring (59) met een beetje vet onder in de rollagerskooi van de achterste flens (6) en installeer opnieuw de achterste flens (6) op de stator.- monteer aan de achterkant de pakking (54) en de pakkingsteun (388), plaats de dop (52) en breng de bevestigingsschroeven (62) van de doppen (52) en (53) aan.- monteer aan de voorkant de flens (5) en let goed op de positie van de dop (33).- de mobiele klep monteren (35) met schroeven of door blokkering en zorg dat de waterdichte pakking (386) met zijn steun (39) is gemonteerd.- plaats op het vet de pakkingen van de flens (54 achterste) (39 voorste).

- monteer de buitendop (32) met de blokkeringsschroeven (40) van de dop; positioneer het afvoergat voor vet op het dieptepunt.- breng de bevestigingsstangen (14) aan, zonder de voeten van de beschermkap te vergeten (380) draai de moeren diagonaal vast zonder ze te blokkeren om de voeten van de beschermkap tijdens de montage te kunnen positioneren.- installeer de spie van de ventilator.- monteer de ventilator (7) door deze in te drukken met een drevel of de naaf op circa 100 °C te verwarmen (aluminium ventilator).LET OP de montagerichting!- zorg dat de motor met de hand vrij kan draaien en dat er geenaxiale speling is.- monteer opnieuw de beschermkap (13) en zet het vast met schroeven (27), brengopnieuw de smeernippel (64) en de extensie (65) aan.- draai de moeren van de stangen steeds weer (14) diagonaal vast in de geadviseerde drijfkoppel in § 6.1.- breng het nieuwe vet aan: de hoeveelheid is afhankelijk van de onderstaande tabel.Tijdens het smeren draait u handmatig de as aan.- breng opnieuw de spie aan (21).

PLS/PLSES 225 MG - 250280 SC/SD/MC/MD

standaard lagers

AC VO

PLS/PLSES 225 MG - 250280 SC/SD/MC/MD

rollagers met rollen aan de voorkant

AC VO

59 53340

39

35

386

3252

6

62

54

388

60 50 53 30

533 40

39

35

386

3252

6

62

54

388

60 50 53 30

Rollager 96314 1056315 140

6317 of NU317 1806318 of NU318 220

(het benodigd aantal grammen POLYREX EM103 vet met vetpad + rollagersbehuizing + perfect schoongemaakte vetafvoergaten).

Page 49: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

49Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN PLS/PLSES

PLS/PLSES 225 MG, 250, 280 SC/SD/MC/MD

PLS/PLSES 225 MG, 250, 280 SC/SD/MC/MDVert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 32 Buitendeksel aan de kant van de koppeling 65 Extensie van de smeernippel

2 Carter 33 Binnendop aan de kant van de koppeling 70 Behuizing van de aansluitkast

3 Rotor 35 Mobiele vetklep aan de kant van de koppeling 74 Deksel van de aansluitkast

5 Flens aan de kant van de koppeling 39 Pakking aan de kant van de koppeling 84 Klemmenbord

6 Achterste flens 42 Smeernippel 118 Interne deflector

7 Ventilator 50 Achterste rollager 380 Beschermkapvoeten

13 Beschermkap van de ventilator 52 Achterste buitendeksel 386 Pakkingsteun aan de kant van de koppeling

14 Montagestangen 53 Achterste binnendop 388 Steun van de achterste pakking

21 Spie 54 Achterste pakking 411 Externe deflector

27 Bevestigingsschroeven beschermkap 59 Voorspanningsring

30 Rollager aan de kant van de koppeling 64 Smeernippel

7

13

53

6

65

64 118 2 1 7470 84 42 5 33

30

32

387

39

386

50

59

411

52

54

388

14380

27

3

21

36

35

Page 50: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

50 Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN PLS/PLSES

12.3 - Motoren PLS/PLSES 280 MG, 31512.3.1 - Demontage- verwijder het deksel (13) na de schroeven te hebben verwijderd (27), de smeernippel (64) en zijn extensie (65).- verwijder de ventilator (7) met behulp van een naaftrekker of 2 diametraal op elkaar staande hefbomen waarbij de flens als steun wordt gebruikt (6); voor een aluminium ventilator, verwarmt ude naaf van de ventilator voor demontage op ongeveer 100 °C.- verwijder de spie (21).- schroef bevestigingsschroeven (14) los en verwijder ze.- draai de bevestigingsschroeven (40) los aan de voorkant van de deksels (32) en (33) aan de achterkant van de bevestigingsschroeven (62) van de deksels (52), en (53), verwijder ze.- draai de "Hc"-schroeven" van de mobiele kleppen (35 en 56) los en vervolgens de kleppen met een moersleutel; schroef de kleppen met de hand los en verwijder ze.De kleppen houden de steunen (386) en (388) van de waterdichte pakkingen vast (39 en 54).- verwijder met behulp van een bronzen drevel de flenzen (5 en 6) door zachtjes te tikken op de flensnokken.- controleer of de diameter van de dop (53) kleiner is dan die van de stator; zo niet dan verwijdert u de rollager (50) volgens bovenstaande instructies.- verwijder de rotor (3) van de stator (1) aan de voorkant, zorg dat u niet de spoel raakt met de binnendop, indien er geen interne turbine aanwezig is. verwijder de rollagers (30) en (50) met een rollager-trekker terwijl u het as-uiteinde met een sluitring beschermt; zorg dat u niet de dragers raakt.- de rollagers worden alleen of samen met de doppen (33 en 53) verwijderd; om niet doppen niet te vervormen, verhit u met een vlam de buitenring van de rollager, (de rollager wordt opnieuw vastgezet).- neem de voorspanningsring of de veren (59) uit de dop (53).

12.3.2 - Herinstallatie- zie § 6.1 voor herinstallatie.- introduceer de binnendop (33) aan de voorkant van de rotor en de binnendop (53) aan de achterkant; vergeet niet de voorspanningsveren (59) met een beetje vet aan te brengen.- plaats de nieuwe lagers (30 en 50) op de as, zie § 6.1 montage van de rollagers.- introduceer de rotor (3) in de stator (1) en neem alle voorzorgsmaatregelen om niet de spoel te raken.- schroef een schroefdraad met een diameter van de schroeven (40) en (62) in één van de tapgaten van de doppen (33) en (53) voor de positionering van de doppen en het smeernippelgat wanneer de flenzen opnieuw worden gemonteerd (5 en 6).- controleer of de voorspanningsveren goed geïnstalleerd zijn.- monteer de flens (6) aan de achterkant op de stator.- monteer de mobiele klep (56) met schroeven of door blokkering en zorg dat u de steun van de pakking (388) met zijn pakking (54) hebt aangebracht.- monteer de buitendop (52) met de blokkeringsschroeven (62) van de dop; positioneer het afvoergat voor vet op het dieptepunt.- monteer de flens (5) aan de voorkant op de stator.- monteer de mobiele klep (35) met schroeven of door blokkering en zorg dat u de steun van de pakking (386) met zijn pakking (39) hebt aangebracht.- plaats op het vet de pakkingen van de flens (54 achterste) (39 voorste).- monteer de buitendop (32) met de blokkeringsschroeven (40) van de dop; positioneer het afvoergat voor vet op het dieptepunt.

- breng de bevestigingsschroeven (14) en de beschermkapvoeten (380) aan, draai de moeren diagonaal vast zonder ze te blokkeren om de beschermkapvoeten tijdens de montage te kunnen plaatsen.- installeer de spie van de ventilator.- monteer de ventilator (7) door deze in te drukken met een drevel of de naaf op circa 100 °C te verwarmen (aluminium ventilator).LET OP de montagerichting!- zorg dat de motor met de hand vrij kan draaien en dat er geenaxiale speling is.- monteer opnieuw de beschermkap (13) en zet het vast met schroeven (27), brengopnieuw de smeernippel (64) en de extensie (65) aan.- breng het nieuwe vet aan: de hoeveelheid is afhankelijk van de onderstaande tabel.Tijdens het smeren draait u handmatig de as aan.- draai de moeren (14) altijd diagonaal vast in de geadviseerde drijfkoppel in § 6.- breng opnieuw de spie aan (21).

PLS/PLSES 280 MG - 315standaard rollagers

AC VO

PLS/PLSES 280 MG - 315rollagers met rollen aan de voorkant

AC VO

59 533 40

39

35

386

3262 6

52

54

388

56 50 53 30

533 40

39

35

386

3262 6

52

54

388

56 50 53 30

Rollager 96316 1606320 385

NU320 3856219 2156224 244

(het benodigd aantal grammen POLYREX EM103 vet met vetpad + rollagersbehuizing + perfect schoongemaakte vetafvoergaten).

Page 51: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

51Installatie en onderhoud Asynchrone driefasige motoren4850 nl - 2018.11 / f

MOTOREN PLS/PLSES

PLS/PLSES 280 MG, 315

PLS/PLSES 280 MG, 315Vert. Benaming Vert. Benaming Vert. Benaming

1 Gewikkelde stator 32 Buitendeksel aan de kant van de koppeling 64 Smeernippel

2 Carter 33 Binnendop aan de kant van de koppeling 65 Extensie van de smeernippel

3 Rotor 35 Mobiele vetklep aan de kant van de koppeling 70 Behuizing van de aansluitkast

5 Flens aan de kant van de koppeling 39 Pakking aan de kant van de koppeling 74 Deksel van de aansluitkast

6 Achterste flens 42 Smeernippel 84 Klemmenbord

7 Ventilator 50 Achterste rollager 118 Interne deflector

13 Beschermkap van de ventilator 52 Achterste buitendeksel 380 Beschermkapvoeten

14 Bevestigingsschroeven van de flens 53 Achterste binnendop 386 Pakkingsteun aan de kant van de koppeling

21 Spie 54 Achterste pakking 388 Steun van de achterste pakking

27 Bevestigingsschroeven beschermkap 56 Mobiele vetklep aan de achterkant 390 Verbindingsstuk achterste binnendop

30 Rollager aan de kant van de koppeling 59 Voorspanningsring 411 Externe deflector

56

59

13 64

65

6 118 74 70 5 4212

33

30

386

35

397

411

390

53

52

388

54

50

14

3

21

32

380

27

Page 52: Installatie en onderhoud · 2 Installatie en onderhoud Asnchrone driefasige motoren 4850 nl - 2018.11 / f ALGEMENE WAARSCHUWING In het document acroniemen, worden elke keer weergegeven

Moteurs Leroy-SomerHeadquarter: Boulevard Marcellin Leroy - CS 10015

16915 ANGOULÊME Cedex 9

Limited company with capital of 65,800,512 €RCS Angoulême 338 567 258

www.leroy-somer.com