INSTALLATIE- EN GEBRUIKSHANDLEIDING -...

23
INSTALLATIE- EN GEBRUIKSHANDLEIDING Wij feliciteren u met de aankoop van de Fairland warmtepomp, en danken u voor het vertrouwen dat u in ons stelt. In deze handleiding vindt u de nodige informatie voor een optimaal gebruik en onderhoud van de pomp. Wij verzoeken u dan ook de handleiding aandachtig te lezen en te bewaren voor latere raadpleging. Model: THP06~THCP30S THP09V~THCP30Vs Warmtepomp voor zwembaden

Transcript of INSTALLATIE- EN GEBRUIKSHANDLEIDING -...

INSTALLATIE-

EN

GEBRUIKSHANDLEIDING

Wij feliciteren u met de aankoop van de Fairland warmtepomp, en danken u voor het

vertrouwen dat u in ons stelt. In deze handleiding vindt u de nodige informatie voor

een optimaal gebruik en onderhoud van de pomp. Wij verzoeken u dan ook de

handleiding aandachtig te lezen en te bewaren voor latere raadpleging.

Model:

THP06~THCP30S

THP09V~THCP30Vs

Warmtepomp voor zwembaden

Inhoud

I� Inleiding

Veiligheidsmaatregelen······································································1

Belangrijke karakteristieken······························································1

Parameters van het productgamma····················································3

II� Installatiegids

Transport ··························································································6

Locatie ····························································································· 6

Hydraulische aansluiting···································································9

Elektrische aansluiting·····································································10

Controle na eerste inwerkingstelling···············································12

III� Bedieningsgids

Bedieningspaneel·············································································13

Schermweergave··············································································14

Instellingen······················································································14

Automatische aan- en uitschakeling ···············································15

IV� Onderhoud············································································16

V� Probleemoplossing

Vaak voorkomende problemen························································17

Foutcode··························································································18

Bijlage

Interne kabelaansluiting a

Interne kabelaansluiting b

1

1

3

6

6

9

10

12

13

14

14

15

16

17

18

Inleiding

- De warmtepomp moet geïnstalleerd worden door een bevoegd elektricien.

- Voorzie altijd een differentiaalbeveiliging met een gevoeligheid van 30 mA op de verdeler

voor de schakelkast.

- Voorzie altijd een stroomonderbreker voor alle actieve elektriciteitsgeleiders op de

stroomtoevoer van de schakelkast.

- In geval van een anomalie (abnormaal geluid, reuk, rook), dient u de stroomtoevoer

onmiddellijk af te sluiten en uw verdeler te contacteren. Probeer het systeem niet zelf te

herstellen.

- Houd de hoofdschakelaar buiten bereik van kinderen.

- Bewegende onderdelen: Verwijder nooit het rooster van de ventilator. Steek nooit uw hand

of een ander voorwerp in de luchtinlaat of –uitlaat van de warmtepomp.

Flow switch

Wanneer er zwembadwater door de titanium warmtewisselaar stroomt, detecteert het contact

van de flow switch deze druk en sluit zich. Bij laag of geen debiet, opent het contact,

waardoor de pomp uitgeschakeld wordt. Op het LED-scherm verschijnt de foutcode “EE3”

bij onvoldoende waterdruk.

Schakel altijd de stroomtoevoer uit

en stop de watercirculatie vooraleer

u aan de warmtepomp werkt.

Veiligheidsmaatregelen

Belangrijke karakteristieken

De warmtepomp is uitgerust met meerdere veiligheden die de pomp

onmiddellijk buiten werking stellen in onderstaande gevallen. Vervolgens

verschijnt de foutcode op het scherm van het bedieningspaneel.

Opgelet: Gevaar voor elektrische schok

Hoge- & lagedrukschakelaar koelmiddel

� De hogedrukschakelaar bewaakt de druk van het koelmiddel in het afgesloten koelsysteem

en schakelt de pomp uit bij een onveilige bedrijfsdruk. De schakelaar wordt automatisch

gereset wanneer de systeemdruk terug zakt naar een normale waarde. Als deze schakelaar

geactiveerd wordt, verschijnt “EE1” op het scherm.

� De lagedrukschakelaar bewaakt de druk van het koelmiddel in het afgesloten koelsysteem

om de pomp te beschermen tegen bedrijfsvoorwaarden die schadelijk kunnen zijn voor de

compressor. De pomp wordt uitgeschakeld indien het systeem koelmiddel verliest of te

weinig koelmiddel bevat. De schakelaar wordt automatisch gereset wanneer de

bedrijfsdruk weer stijgt naar een normale waarde. Als deze schakelaar geactiveerd wordt,

verschijnt “EE2” op het scherm.

Lage omgevingstemperatuur

Indien de lucht rondom de warmtepomp niet warm genoeg is om warmte te produceren,

wordt de pomp uitgeschakeld. Het precieze punt waarop de pomp uitgeschakeld wordt ten

gevolge van een te lage temperatuur, kan variëren naargelang de huidige weers-

omstandigheden en de hoeveelheid zonlicht op de pomp. De uitschakeling kan optreden

binnen een wijd temperatuurbereik, gewoonlijk bij een temperatuur onder 0°. De pomp wordt

uitgeschakeld omdat de lage temperatuur de lagedrukveiligheidsschakelaar activeert (op het

digitaal scherm verschijnt de code “PP7”.) De pomp start terug op wanneer de temperatuur

voldoende is gestegen om deze schakelaar te resetten.

Tijdvertraging

Alle modellen zijn voorzien van een beveiliging die de opstart met 3 minuten vertraagt om te

voorkomen dat de thermische beveiliging tegen overbelasting van de compressor

herhaaldelijk geactiveerd wordt. Dit komt voor wanneer geprobeerd wordt het systeem op te

starten vooraleer de druk zich stabiliseert. Na elke onderbreking, met uitzondering van

stroompannes, zal het 3 minuten duren vooraleer de pomp opstart.

Specificaties van het horizontaal model

* C.O.P: “Coefficient of performance”, warmtefactor

* THP~: Enkel verwarming THCP~: Verwarming & afkoeling

Model THP06 THP09 THCP12 THCP16 THCP23 THCP23s THCP30s

Verwarmingsvermogen

kW

(lucht 26°, water 26°)

6 9 12 16 23 23 30

C.O.P.

( lucht 26°, water 26°) ≥6.0 ≥6.0 ≥6.0 ≥6.0 ≥6.0 ≥6.0 ≥6.0

Verwarmingsvermogen

kW

( lucht 15°, water 26°)

4.5 6.3 8.5 11 16 16 21

C.O.P.

( lucht 15°, water 26°) ≥4.5 ≥4.5 ≥4.5 ≥4.5 ≥4.5 ≥4.5 ≥4.5

Afkoelingsvermogen

kW

( lucht 35°, water 28°)

\ \ 7.5 9.5 14 14 18

C.O.P.

( lucht 35°, water 28°) \ \ ≥3.8 ≥3.8 ≥3.8 ≥3.8 ≥3.8

Nominaal vermogen /

Max. vermogen kW 0.93/1.4 1.4/1.8 1.8/2.4 2.4/3.1 3.8/5.6 3.8/5.6 4.5/6.3

Voeding 220-240V/1Ph/50Hz 380-415V/3Ph/50Hz

Nominale stroom /

Max. stroom � 4.6/6.4 6.4/8.2 8.2/11.0 10.9/14.1 17.3/26 5.8/8.5 6.8/9.5

Functie

Geluidsniveau dB(A) ≤48 ≤48 ≤48 ≤50 ≤56 ≤56 ≤58

Waterleidingen mm 50 50 50 50 50 50 50

Gewicht netto/bruto kg 45/50 52/55 66/70 85/93 127/137 127/137 137/147

Aanbevolen waterdebiet

m³/u 3-4 4-6 5-7 6.5-8.5 8-10 8-10 10-12

Parameters van het productgamma

Specificaties van het verticaal model

*C.O.P: “Coefficient of performance”, warmtefactor

* THP~: Enkel verwarming THCP~: Verwarming & afkoeling

Nota:

1. De THP~ modellen kunnen enkel het zwembadwater opwarmen, terwijl de THCP~ modellen het water kunnen

opwarmen of afkoelen (optie). Gelieve voor de THP~ modellen (bvb. THP16) het afkoelingsvermogen en afkoel

C.O.P. te negeren. S verwijst naar 3-fasig.

2. De performantie van de warmtepomp kan slechts gegarandeerd worden als de bedrijfsvoorwaarden

gerespecteerd worden. Houd rekening met de externe gebruiksvoorwaarden om de geschikte modus te

selecteren (bvb. locatie, ligging en aantal zwemmers).

3. Bovenstaande parameters kunnen zonder voorafgaande verwittiging aangepast worden met het oog op

technische verbeteringen. Raadpleeg het naamplaatje op het toestel voor accurate informatie.

Model THP09V THCP12V THCP16V THCP23V THCP23Vs THCP30Vs

Verwarmingsvermogen

kW (lucht 26°, water 26°) 9 12 16 23 23 30

C.O.P.

( lucht 26°, water 26°) ≥6.0 ≥6.0 ≥6.0 ≥6.0 ≥6.0 ≥6.0

Verwarmingsvermogen

kW ( lucht 15°, water 26°) 6.3 8.5 11 16 16 21

C.O.P.

( lucht 15°, water 26°) ≥4.5 ≥4.5 ≥4.5 ≥4.5 ≥4.5 ≥4.5

Afkoelingsvermogen

kW ( lucht 35°, water 28°) \ 7.5 9.5 14 14 18

C.O.P.

( lucht 35°, water 28°) \ ≥3.8 ≥3.8 ≥3.8 ≥3.8 ≥3.8

Nominaal vermogen /

Max. vermogen kW 1.4/1.8 1.8/2.4 2.4/3.1 3.8/5.6 3.8/5.6 4.5/6.3

Voeding 220-240V/1Ph/50Hz 380-415V/3Ph/50Hz

Nominale stroom /

Max. stroom � 6.4/8.2 8.2/11.0 10.9/14.1 17.3/26 5.8/8.5 6.8/9.5

Functie

Geluidsniveau dB(A) ≤48 ≤48 ≤50 ≤56 ≤56 ≤58

Waterleidingen mm 50 50 50 50 50 50

Gewicht netto/bruto kg 55/60 70/75 85/93 107/117 107/117 127/137

Aanbevolen waterdebiet m³/u 4-6 5-7 6.5-8.5 8-10 8-10 10-12

Afmetingen:

Horizontaal model

Verticaal model

*Bovenstaande gegevens kunnen zonder voorafgaande verwittiging gewijzigd worden.

A B C D E F G H

THP06 330 580 285 350 930 200 88 550

THP09 330 580 285 350 930 280 88 550

THCP12 330 650 300 350 1000 280 88 630

THCP16 330 650 300 350 1000 280 88 630

THCP23(s) 438 770 425 470 1120 350 88 950

THCP30s 438 810 425 470 1180 600 88 950

A B C D E F G H

THP09V 544 274 530 567 550 200 83 640

THCP12V 663 458 652 689 694 200 83 640

THCP16V 663 458 652 689 694 280 83 740

THCP23V(s) 663 458 652 689 694 350 83 740

THCP30Vs 724 340 706 740 694 400 83 950

Installatiegids

1. Transporteer het toestel in de originele verpakking.

2. Bij het verplaatsen, mag de pomp niet aan de aansluitstukken omhooggetild worden omdat

de titanium warmtewisselaar binnenin het toestel dan schade kan oplopen. Zie hieronder

hoe het niet moet:

De locatie van de warmtepomp is van groot belang voor een efficiënte werking. Houd

daarom rekening met de volgende factoren bij het kiezen van de plaats voor uw pomp:

� Zorg ervoor dat de uitgestoten lucht niet terug aangezogen kan worden.

!!Waarschuwing: Omdat de warmtepomp erg

zwaar is, mag de pomp niet aan de aansluitstukken

omhooggetild worden bij een verplaatsing of

installatie, anders kan de titanium warmtewisselaar

binnenin schade oplopen.

De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele schade ten

gevolge van een verkeerde behandeling van het toestel.

Transport

Locatie

De warmtepomp moet door bekwaam vakpersoneel geïnstalleerd worden. De eindgebruiker

of andere onbevoegde personen mogen de pomp niet installeren zonder supervisie, gezien het

risico op lichamelijke letsels en schade aan het toestel.

Opgelet!

� Zorg ervoor dat de kabels en buizen gemakkelijk aangesloten kunnen worden en

beperk de afstand van de waterleidingen tussen de warmtepomp en het

zwembad (max. 10m.).

� Zorg ervoor dat de pomp gemakkelijk toegankelijk is voor onderhoud.

� Zorg ervoor dat het regenwater afgevoerd wordt en dat het water uit de

condensator gemakkelijk verwijderd kan worden.

Let op de volgende punten:

1� De warmtepomp moet BUITEN geïnstalleerd worden op een goed geventileerde locatie

zodat de uitgestoten lucht niet terug aangezogen wordt. Voorzie voldoende ruimte voor

de installatie en het onderhoud. Zie onderstaande tekening:

Laat rondom de warmtepomp minstens 300mm afstand tot muren, struiken, andere toestellen, etc. zodat de

pomp voldoende lucht kan aanzuigen. Voorzie minstens 800mm ruimte aan de luchtuitlaat om te voorkomen

dat de uitgestoten lucht terug wordt aangezogen. Wij raden u aan het toestel niet onder een dakrand,

veranda of een ander afdak te plaatsen, om te voorkomen dat de uitgestoten lucht terug in de pomp

circuleert, wat de efficiënte werking van de warmtepomp ernstig kan verstoren.

Horizontale machine Verticale machine

Verkeerde installatie

!!Waarschuwing: Installeer de warmtepomp

niet te dicht bij muren of planten. Plaats de

pomp nooit in een afgesloten gebouw!

Luchtinlaat

Luchtinlaat

Luchtuitlaat

Luchtuitlaat

2� De warmtepomp moet geïnstalleerd worden op een stevige, vlakke en roestvrije structuur

die het gewicht van de pomp kan dragen. De pomp moet met bouten (M10) vastgemaakt

worden aan een betonnen fundering. De ondergrond moet stevig en vlak zijn in geval van

een horizontale installatie, om het geluid en de trillingen niet te versterken. Let er bij de

keuze van de locatie op dat de buren geen last hebben van lawaaihinder of de

luchtuitstoot. Hang de machine niet aan een muur, zie op de tekening hieronder hoe het

niet moet:

3� Houd de warmtepomp uit de buurt van brandbare en corrosieve stoffen om schade aan

het toestel te voorkomen.

4� Om het lawaai te beperken, positioneer de ventilator (luchtinlaat/-uitlaat) parallel aan de

woonkamer.

5� Terwijl de pomp draait, komt er condensatiewater vrij langs de onderkant. Zorg ervoor

dat dit water weg kan.

!!Waarschuwing:

De machine mag niet aan de muur gehangen

worden, aangezien de verbindingsstukken het

gewicht van de machine niet kunnen dragen.

TIP: WARMTEPOMPEN PRODUCEREN CONDENSATIE-

WATER TIJDENS DE NORMALE WERKING.

DIT BETEKENT NIET DAT DE POMP LEKT.

- De watercirculatie doorheen de warmtepomp wordt aangedreven door een waterpomp (te

voorzien door de klant). Het aanbevolen debiet wordt vermeld onder de product-

specificaties. Het maximumverval bedraagt 10m.

- De leiding die de warmtepomp met het zwembad verbindt, mag niet langer zijn dan 10m.

- Voor de waterafvoer (zie diagram “waterafvoer A"), sluit een afvoerslang (accessoire) aan op

de opening en maak ze vast. Zo kan het condensatiewater afgevoerd worden. De

onderkant van de pomp is voorzien van afvoeropeningen zodat het condensatie- en

regenwater verwijderd kan worden.

Hydraulische aansluiting

Schema buisaansluiting warmtepomp

Water naar zwembad

Waterbehandeling

Kabel voor externe

bediening

Stroomkabel

Uitlaat

Inlaat Schakelaar

Pomp

Zwembadwater in Filter Waterafvoer A

Nota: De tekening dient louter ter illustratie, en de buisopstelling ter referentie.

- De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden door een professioneel technicus

volgens onderstaand schakelschema.

- Sluit de warmtepomp aan op de geschikte voeding en zorg ervoor dat het voltage

overeenkomt met de nominale spanning van het model in kwestie, die vermeld wordt bij

de specificaties.

- Zorg ervoor dat de warmtepomp goed geaard is.

- Voorzie altijd een beveiliging tegen lekken, volgens de plaatselijke voorschriften voor de

bekabeling (lek bedrijfsstroom ≤ 30mA).

- Bescherm het circuit aan de hand van een gepaste stroomonderbreker of zekering.

A. Voor voeding: 220~240V 50Hz

B. Voor voeding: 380V 50Hz

Elektrische aansluiting

Verdeelkast (te voorzien door klant)

Voeding

Aarding

Onderbreker Zekering

Stroomkabel

Bedradingsbord warmtepomp

Voeding

Aarding

Verdeelkast (te voorzien door klant) Stroomkabel

Onderbreker

Zekering

Bedradingsbord warmtepomp

Opgelet: Het verwarmingstoestel van het zwembad moet eveneens geaard zijn.

Aanbeveling voor beveiliging en kabelspecificaties

A. Horizontaal type

� Bovenstaande gegevens kunnen zonder voorafgaande verwittiging gewijzigd worden.

B. Verticaal type

� Bovenstaande gegevens kunnen zonder voorafgaande verwittiging gewijzigd worden.

Nota: Bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op een stroomkabel van max. 10 m. Als de

stroomkabel meer dan 10 m lang is, moet de kabel een grotere diameter hebben. De

kabel voor externe bediening mag tot 50 m lang zijn.

MODEL THP15 THP20 THCP30 THCP 45 THCP 60 THCP 60s THCP 75s

Nominale

stroom� 15 15 20 25 40 15 20

Stroom-

onder-

breker

Verlies-

stroom-

schakelaar

mA

30 30 30 30 30 30 30

Zekering � 15 15 20 25 40 15 30

Stroomkabel (mm²) 3×2.5 3×2.5 3×2.5 3×4 3×6 5×2.5 5×4

Kabel voor externe

bediening (mm²) 3×0.5 3×0.5 3×0.5 3×0.5 3×0.5 3×0.5 3×0.5

MODEL THP09V THCP12V THPC16V THCP23V THCP23Vs THCP30Vs

Nominale

stroom� 15 20 25 40 15 20

Stroom-

onderbreker Verliesstroom-

schakelaar

mA

30 30 30 30 30 30

Zekering � 15 20 25 40 15 30

Stroomkabel (mm²) 3×2.5 3×4 3×4 3×6 5×2.5 5×4

Kabel voor externe bediening

(mm²) 3×0.5 3×0.5 3×0.5 3×0.5 3×0.5 3×0.5

Controle voor het aansluiten van de stroom

- Controleer de volledige installatie en de buisaansluitingen aan de hand van de tekening

voor de buisaansluiting.

- Controleer de bekabeling aan de hand van het schema voor de elektrische bekabeling, en

zorg voor een goede aarding.

- Zorg ervoor dat de lucht in- en uitlaat volledig vrij zijn, zo niet wordt de efficiëntie van de

warmtepomp zwaar verstoord.

Controle na het aansluiten van de stroom

- Schakel de stroomtoevoer aan. Op het LED-scherm van het bedieningspaneel verschijnt

informatie over de warmtepomp.

(Voor meer informatie over het bedieningspaneel, raadpleeg het hoofdstuk “Bedieningsgids”.)

- Start de waterpomp vooraleer u de warmtepomp aanzet om schade te voorkomen.

- Druk op de aan/uit knop op het bedieningspaneel om het toestel aan/uit te schakelen.

- Controleer tijdens de eerste opstart van de pomp of er water lekt aan de buisaansluiting.

Stel vervolgens de gewenste temperatuur in.

- Als de warmtepomp eenmaal draait, controleer op abnormaal geluid, reuk of rook.

Speciale gevallen:

- In geval van een onverwachte stroomonderbreking, zal de warmtepomp automatisch terug

opstarten. Controleer de programmering en pas aan indien nodig.

- In geval van een aangekondigde stroomonderbreking, schakel de warmtepomp uit. Zodra

de stroomtoevoer hersteld is, zet de pomp aan, controleer de programmering en pas aan

indien nodig.

- Schakel altijd het toestel uit bij stormachtig weer en bliksem.

Controle na eerste inwerkingstelling

Start de waterpomp altijd op vooraleer u de warmtepomp aanzet.

Zet de warmtepomp altijd uit voordat u de waterpomp uitzet.

Opgelet:

Indien u een anomalie opmerkt (bvb. overdreven lawaai, reuk of rook), schakel de stroom-

toevoer onmiddellijk uit en contacteer uw verdeler. Probeer nooit het toestel zelf te herstellen.

Bedieningsgids

Bedieningspaneel

temperatuur en tijd

Controlelampje timer Timer aan

Aan/uit knop

Klok Timer uit Controlelampje timer

Instelling water-

MODE

Pijl omlaag Stel de gewenste temperatuur en tijd in

Pijl omhoog Stel de gewenste temperatuur en tijd in

LED-scherm Geeft de tijd, temperatuur en foutcodes weer

Aan/uit knop

Klok Stel de plaatselijke tijd in.

Timer uit Stel het tijdstip in waarop de warmtepomp uitgeschakeld wordt.

Lampje A Geeft aan dat het tijdstip wordt ingesteld waarop de timer moet afslaan.

Timer aan Stel het tijdstip in waarop de warmtepomp opstart.

Lampje B Geeft aan dat het tijdstip wordt ingesteld waarop de timer moet aanslaan.

COOL Geeft aan dat de afkoelingsmodus actief is (enkel bij THCP modellen)

HEAT Geeft aan dat de opwarmingsmodus actief is

MODE Selectie afkoelings-/opwarmingsmodus (enkel bij THCP modellen)

A. Het LED-scherm geeft de tijd weer als de warmtepomp uit staat.

B. Het LED-scherm geeft de temperatuur van het zwembadwater weer als de

warmtepomp aan staat.

1� Afkoelings-/Opwarmingsmodus

Druk de knop meerdere keren in om van de ene modus over te schakelen op de

andere.

�Enkel mogelijk bij THCP-modellen met opwarming en afkoeling.�

2� Gewenste temperatuur van het zwembadwater

De gewenste temperatuur kan ingesteld worden terwijl de warmtepomp aan of uit staat.

Opwarmingsmodus: de temperatuur kan ingesteld worden van 2� tot 35�.

Afkoelingsmodus: de temperatuur kan ingesteld worden van 15� tot 2�

A. Gebruik de toetsen en om de gewenste temperatuur in te stellen.

B. De waarde op het LED-scherm flikkert tijdens het instellen.

C. Na 5 seconden stopt het scherm met flikkeren en wordt de temperatuur opgeslagen.

Het LED-scherm keert terug naar de normale weergave.

D. Indien u wilt controleren welke temperatuur ingesteld is, druk op de toets of

om de ingestelde temperatuur te zien.

3� Tijdsinstelling

De tijd kan ingesteld worden terwijl de warmtepomp aan of uit staat.

A. Druk op de knop om de plaatselijke tijd in te stellen.

B. De tijd begint te flikkeren op het LED-scherm.

C. Druk opnieuw op de knop en vervolgens op of om de tijd in te

stellen.

D. Voor het scherm stopt met flikkeren, druk op en vervolgens op of

om de minuten in te stellen.

E. Na de instelling, druk op en de watertemperatuur wordt weergegeven. Na 30

seconden, stopt het LED-scherm met flikkeren en keert het terug naar de normale

weergave.

Schermweergave

Instellingen

MODE

Deze functie zorgt ervoor dat de warmtepomp automatisch start en stopt op het ingestelde tijdstip.

1. Timer aan

A. Druk op om het tijdstip in te stellen waarop de warmtepomp moet starten.

B. Als het controlelampje brandt en de tijd flikkert, druk opnieuw op om het

uur in te stellen. Gebruik de toetsen en om aan te passen.

C. Vooraleer het scherm stopt met flikkeren, druk op om de minuten in te

stellen. Gebruik de toetsen en om aan te passen.

D. Nadat het tijdstip ingesteld is, druk op en de watertemperatuur wordt

weergegeven. Na 30 seconden, keert het LED-scherm terug naar de normale

weergave.

2. Timer uit

A. Druk op om het tijdstip in te stellen waarop de warmtepomp moet stoppen.

B. Als het controlelampje brandt en de tijd flikkert, druk opnieuw op om het

uur in te stellen. Gebruik de toetsen en om aan te passen.

C. Vooraleer het scherm stopt met flikkeren, druk op om de minuten in te

stellen. Gebruik de toetsen en om aan te passen.

D. Nadat het tijdstip ingesteld is, druk op en de watertemperatuur wordt

weergegeven. Na 30 seconden, keert het LED-scherm terug naar de normale

weergave.

3. Uitschakeling van de automatische modus

A. Druk op of om de timer te annuleren.

B. Als het scherm flikkert, druk op . Wanneer het controlelampje uit is en het

scherm de watertemperatuur weergeeft, is de automatische modus geannuleerd.

C. Na 30 seconden keert het scherm terug naar de normale weergave.

Automatische aan- en uitschakeling

Onderhoud

A�Tijdens de winter, dient u alle water uit het toestel te verwijderen, de stroomtoevoer af te

sluiten om schade aan de pomp te voorkomen, en wordt het aangeraden de pomp af te

dekken met plastic folie om stofvorming tegen te gaan.

B�Reinig de warmtepomp met huishoudelijke reinigingsmiddelen en proper water. Gebruik

NOOIT benzine, verdunningsmiddelen of andere gelijkaardige brandstoffen.

C�Controleer regelmatig de bouten, kabels en aansluitingen.

Probleemoplossing

Probleem Mogelijke oorzaak

Sluit de stroomtoevoer van de warmtepomp af

vooraleer u de pomp reinigt, inspecteert of herstelt.

Opgelet: Gevaar voor elektrische schok

Vaak voorkomende problemen

A. Waarneembare witte

koude luchtnevel of water

B. Ploffend geluid

A. De motor van de ventilator stopt automatisch om

te ontdooien.

B. De magneetklep maakt lawaai wanneer de pomp

start of stopt om te ontdooien.

C. Als de pomp werkt of net stopt, hoort u precies

water stromen, gewoonlijk 2 à 3 minuten nadat de

pomp is opgestart. Dit geluid wordt geproduceerd

door het circulerend koelmiddel of door het water

dat afgevoerd wordt tijdens de ontvochting.

D. Het ploffend geluid wanneer de pomp in bedrijf is,

wordt veroorzaakt door het uitzetten en krimpen ten

gevolge van het opwarmen en afkoelen van de

warmtewisselaar wanneer de temperatuur varieert.

Geen

defect

Automatische stop of start Controleer of de timer correct werkt.

De warmtepomp werkt niet A. Controleer de stroomtoevoer

B. Controleer of de aan/uit-schakelaar aan staat.

C. Gesprongen zekering.

D. Pompbeveiliging automatisch geactiveerd (zie

foutcode op het scherm van het bedieningspaneel).

E. Controleer of de automatische modus van de

warmtepomp geactiveerd is.

Controleer

opnieuw

De warmtepomp werkt maar

warmt niet op of koelt niet af

Controleer of de luchtinlaat of –uitlaat geblokkeerd

is.

Nota: Stop de machine, sluit de stroomtoevoer meteen af en contacteer uw verdeler als:

a) een schakelaar niet op de juiste manier reageert.

b) er zich regelmatig problemen voordoen met de zekering of lekstroomonderbreker.

Nr. Foutcode Probleemomschrijving Actie

1 EE 1 Hogedrukbeveiliging Contacteer uw verdeler.

Foutcode

2 EE 2 Lagedrukbeveiliging Contacteer uw verdeler.

3 EE 3 Beveiliging tegen lage waterdruk

1. Controleer of er water door de

pomp stroomt; controleer of de

pomp aan staat.

2. Of contacteer uw verdeler.

4 EE 4

A. Monofasig toestel: bedradingsprobleem op de

printplaat

B. Driefasig toestel: fasedetector.

Contacteer uw verdeler.

5 PP 1 Defecte sensor warmtepomp Contacteer uw verdeler.

6 PP 2 Defecte sensor uitgaand water Contacteer uw verdeler.

7 PP 3 Defecte sensor warmtewisselaar Contacteer uw verdeler.

8 PP 4 Defecte sensor binnenkomend water Contacteer uw verdeler.

9 PP 5 Defecte sensor luchttemperatuur Contacteer uw verdeler.

10 PP 6 Hogedrukbeveiliging compressor Contacteer uw verdeler.

11 PP 7

Bij een luchttemperatuur �0�, automatische

uitschakeling ter bescherming van de pomp

(geen defect)

Auto-beveiliging

Bijlage

Interne kabelaansluiting a (driefasig toestel)

CM

S

T

Rcontactor

YLW/GRN

BLK

RED

WHTWHT

RST

WHT

RED

BLK

Interne kabelaansluiting b (monofasig toestel)

Compressor heat stri ps

FMFM

/contactor

BLK

RED

WHT

YLW

YLW

BLU

BLU

ORG

GRNRED

BLK

R

C

S

CMWHT

BLU

GRNYLW /