INSPR #2
-
Upload
0to9-cross-creative-agency -
Category
Documents
-
view
216 -
download
3
description
Transcript of INSPR #2
© Gemeente Rotterdam 2008
INSPR
WWW.CREATIVITYSTARTSHERE.NL ondernemensamenwerkennetwerkenstuderen
INSPRProgramma Creatieve Economie Rotterdam editie 2008/2009
inspired by rotterdam #2
staat open voor creatieve geesten
03 Voorwoord 04 Wethouder Mark Harbers 06 CCCP 10 Desert Rose Media 13 Solzoo 14 KaosPilots 16 Portfolio 18 Vice Venus 22 Sunice 24 Dutch Blend Meeting 26 Hot spots 28 Creatieve economie 30 Origins 34 Scale To Fit en Buro Stof (Design Dock) 36 Het Initiatief 38 Grafisch Lyceum Rotterdam 40 Mothership 44 Willem de Kooning Academy Hogeschool Rotterdam 46 Creative Cube 47 Schiecentrale 48 Rotterdam World Music Academy 50 Kunstenaars&Co 54 Colofon
WWW.CREATIVITYSTARTSHERE.NL
P.3
Rotterdam staat open voor creatieve geesten
Rotterdam is niet alleen een populaire vestig
ingsplaats voor creatieve bedrijven, maar
vooral ook een ontmoetingsplaats. Wie zich
hier als nieuwkomer vestigt, wordt gezien als
een collega die een welkome bijdrage levert
aan een kleurrijk aanbod. Samenwerking gaat
dan ook vanzelf in deze cultuur van nieuws
gierigheid en dadendrang. Dat wordt nog
versterkt door het grote aantal verzamel
panden voor creatieve ondernemers en de
vele actieve netwerken die de stad rijk is.
Maar ook door de gemakkelijke toegang tot
de gemeente die nieuwe initiatieven graag
ondersteunt.
Rotterdam bruist van de inspirerende mensen
en activiteiten. In deze tweede editie van
INSPR geven creatieve ondernemers hun
mening over Rotterdam als inspirerende
ontmoetingsplaats. Wij werkten met veel
plezier aan de totstandkoming van dit
magazine. Wij hopen dat je net zoveel
plezier beleeft aan het lezen ervan.
VRWRD
P.4
CREATIVITEIT Is gEEn oPsmuk mAAR EEn solIDE bEDRIjfTAk
De creatieve economie moet één van
de pijlers worden van de Rotterdamse
economie. Op grond waarvan is voor
deze sector gekozen?
“Die keuze is niet zozeer door de politiek
gemaakt, als wel door de dynamiek van de
stad. Deze stad trekt heel veel creatieven
aan en de creatieve sector groeit. Kijk maar
naar de vele bekende en minder bekende
creatieve iconen die we hier hebben, zeker op
het gebied van architectuur, design en mode.
Maar ook het feit dat we zoveel jongeren
hebben, speelt mee. Om trends te ontdek
ken, zit je hier perfect. Wij spelen daar op in
want creativiteit is een belangrijke motor voor
de economie van onze stad.”
Maar is de creatieve economie niet juist
de kers op de taart van de welvaart en dus
kwetsbaar bij economische tegenwind?
“Creativiteit is geen luxe meer. De algemene
economie en de creatieve economie zijn heel
sterk met elkaar vervlochten. Er is geen be
drijf meer dat zonder een huisstijl kan, of een
website of een reclamecampagne. Het is dus
geen modieuze opsmuk, maar een net zo so
lide bedrijfstak als de haven en de medische
sector waar we ook op inzetten. Wij willen de
algemene economie ook voeden met creati
viteit, want innovatie en nieuwe toepassingen
zijn van groot belang voor de concurrentie
positie van de gehele economie.”
Dus de algemene economie trekt de crea
tieve economie mee omhoog en andersom?
Mark Harbers: “Jazeker. En ons traditionele
nadeel in Rotterdam is minder geld dan in
andere grote steden werkt voor de creatieve
sector als voordeel. Bijvoorbeeld doordat we
veel meer betaalbare bedrijfsruimten hebben
op unieke, gewilde plekken. Dat is voor veel
creatieve ondernemers doorslaggevend.
En omdat je veel creatieven in de stad hebt,
wordt er van alles georganiseerd. Rotterdam
heeft daarbij een erg brede programmering,
van North Sea Jazz tot een aantal kleinere
festivals. En dat trekt weer mensen aan die
iets te besteden hebben, wat goed is voor de
algemene economie.”
Dus ook de sector kunst & cultuur en de
creatieve economie stimuleren elkaar?
“Ja. De diverse samenstelling van de bevol
king van Rotterdam vraagt om een divers
aanbod van kunst en cultuur en roept dit ook
op. Het resultaat is een heel breed programma,
wat weer een bron van inspiratie is voor
creatieven. Andersom is het zaak om ook het
Rotterdamse culturele klimaat hoog op de
agenda te zetten. Want een goed cultureel
klimaat is een belangrijk criterium voor de
creatieve ondernemer om zich in een stad
te vestigen.”
In hoeverre kun je als lokale overheid de
creatieve economie beïnvloeden?
Het zijn toch de ondernemers (en de markt
ontwikkelingen) die het moeten doen?
“Door hen de ruimte die we hebben, gunstig
aan te bieden en ook door die ruimten extra
geschikt te maken voor creatieve bedrijven.
sTImulEREn
De creatieve sector gaat samen met de haven en de medische sector de stad Rotterdam trekken. Wat betekent een ‘boost’ van de creatieve economie voor de algemene economie, voor het kunstzinnige klimaat en voor de sfeer in de stad? Dat vragen we aan de wethouder Mark Harbers van Economie, Haven en Milieu.
“WE moETEn nIET gAAn DEnkEn VooR DE onDERnEmER.”
Zo hebben we een aantal gebieden, zoals het
Lloydkwartier, via glasvezel aangesloten op
de Rotterdam Internet Exchange. Hierdoor
krijgen deze bedrijven een enorme band
breedte tot hun beschikking. Of door het
bieden van goede ruimten en lage huren
zoals in de Creative Factory waarmee we
startende ondernemers de mogelijkheid
bieden hun bedrijf op te starten. Maar na een
paar jaar moeten de bedrijven die daar nu
zitten, doorstromen. Dan moet je volgens de
wetten van de markt kunnen werken. We gaan
ondernemingen niet duurzaam subsidiëren.”
Voorwaarden scheppen, maar verder de
markt zijn werk laten doen?
“Precies. Je moet oppassen, als overheid, dat
je niet voor de ondernemers gaat denken en
concepten neerzet waar de werkelijkheid niet
op zit te wachten. Bij de Lloydstraat moet
je niet zeggen: ‘Jij bent niet met avmedia
bezig dus je mag er niet in!’ Maar wat we
zeker moeten doen, is zorgen voor voldoende
aanwas van creatief talent. Door in te zetten
op onderwijs dat goed aansluit op de vraag
vanuit de markt. Een mooi voorbeeld hiervan
is Media aan de Maas, een cluster van media
opleidingen. Daarnaast gaan we studenten
meer betrekken bij het bedrijfsleven en willen
we afgestudeerden helpen aan hun eerste
opdracht, in Rotterdam.”
Is de creatieve economie van Rotterdam al
voldoende zichtbaar?
“Nog niet voldoende, want er is meer gaande
dan de rest van wereld weet. De stad bruist
van de inspirerende mensen, ontmoetings
plekken en activiteiten. Daarom ook de
campagne ‘Creativity starts here’ waarmee
we potentie van de stad beter zichtbaar willen
maken. Hiermee groeit de aantrekkingskracht
van de stad.”
Komt er een moment dat je zou zeggen:
‘Het is nu wel creatief genoeg. We stimuleren
deze sector niet meer’.
“Als het ondernemerschap oplevert dat
rendabel is, dan zou het dom zijn om dat niet
meer te steunen. De binnenstad gaat ook nog
een flinke impuls krijgen. Daar moet ook de
creatieve sfeer een duidelijke rol in gaan spe
len. Sluit het horecaaanbod nog wel goed
aan bij de creatieve cultuur? Dat soort vragen
moeten we ons stellen. Een mooi voorbeeld
van integratie van de creatieve cultuur in de
stad, vind je op de Wilhelminapier op de
Kop van Zuid. Daar heb je Las Palmas met
het Fotomuseum, de SKVR en LP2 en daar
naast zit Herman den Blijker. Ontwikkelaar
Vesteda wil daar een woontoren neerzetten
waarin ook plaats is voor Lantaren/Venster.
Dat gaat hen geld kosten, maar ze willen dat
om het wooncomfort van de toekomstige
bewoners te vergroten. Zo investeert een
particuliere partij in onze creatieve cultuur.
Dat zijn goede ontwikkelingen.”
P.5
P.6
“Wij willen met CCCP Rotterdam díe
producties maken die de werkwijze van film
vragen. Dus speelfilms, documentaires en
videoclips. Dit zijn producties waarvoor je een
langere adem moet hebben. En daarvoor zit
je het beste in Rotterdam. In ons kantoor in
Amsterdam heerst veel meer de waan van de
dag. Het is er drukker en meer op de korte
termijn gericht. Daar wilde ik aan ontsnappen.
Dus toen wij op een gegeven moment tijdens
een bedrijfsweekend met de partners bij
elkaar zaten, bespraken we het idee om ook
vanuit een langere termijn te gaan produce
ren. Daarbij waren we altijd al benieuwd
naar wat er zou gebeuren als we, vanuit de
filosofie van CCCP, een nieuw bedrijf uit de
grond zouden stampen. Dat had op zich ook
in Brussel, Berlijn of waar dan ook gekund.
Maar voor dit soort producties is Rotterdam
de meest geschikte stad.”
onDERnEmEn
“ DEzE sTAD hEEfT
EEn AnDER sooRT
CREATIVITEIT.”
“hIER WIllEn WE PRoDuCTIEs mAkEn DIE
EEn lAngE ADEm VRAgEn.”
CCCP is al jaren een gevierd Amsterdams productiebedrijf voor tvcommercials, tvproducties en bedrijfs en internetfilms. Anderhalf jaar geleden startte André Freyssen met een Rotterdamse vestiging van het bedrijf. Niet om hetzelfde te doen als in Amsterdam, maar om te doen wat juist in Rotterdam goed kan. En dat is?
fEyEnooRD
Promo jaarlijks World Port Tournament in de kuip.
obR
Film campagne Creativity Starts Here.
P.7
Jij bent Rotterdammer?
“Ja, maar ik heb veel in het buitenland
gewerkt, voor Endemol, MTV en later CCCP.
Maar ik ben altijd regelmatig blijven werken
met mensen uit Rotterdam. Omdat ik weet
wat hier te halen valt. Hier zit een ander soort
creativiteit. Ik heb bijvoorbeeld geholpen
om hiphopfilmfestival Black Soil naar MTV
te halen. De vormgeving en de promofilms
waren gemaakt door de jongens van
Waanzee en dat klopte gewoon. Daarbij is
dit een economische regio met een goed
investeringsklimaat, de juiste uitstraling en
de aanwezigheid van alle digitale tech nieken.
En ik vind Rotterdam een heel leuke stad.
Dat is wel een voorwaarde, denk ik, om hier
te gaan werken.”
Vind je in Rotterdam alles wat je nodig hebt?
“Ja, je moet vooral groot in je artikel zetten
dat je een complete speelfilm 100% vanuit
Rotterdam kunt produceren. Kijk, de
camera’s en het licht haal je uit Amsterdam
en voor studio’s moet je daar ook vaak zijn.
Maar met een beetje planning produceer
je alles vanuit Rotterdam. Dat heeft ook
met technische ontwikkelingen te maken.
Acht of negen jaar geleden monteerde ik in
Amsterdam of Hilversum op een set van
een miljoen gulden. Nu hebben wij een set
gekocht voor een paar duizend euro en de
jongens die daarop monteren kunnen er tien
keer meer mee. Maar er zijn nog niet veel die
dat kunnen. In Rotterdam heb je één editor
voor commercials en twee of drie camera
mannen. Daarom gaan wij nu zelf, samen
met Insoo Radstake, een masterclass in
videoclips geven, gekoppeld aan de produc
tie van een speelfilm. Om zo nieuw talent
te ontdekken. Nu lekt veel talent weg naar
andere plekken.”
Leveren de Rotterdamse opleidingen te
weinig talent af?
“Nee, de opleidingen doen het heel goed.
Ik schrik soms wat voor moois er wordt
gemaakt door studenten van de Willem de
Kooning en het Grafisch Lyceum. Maar de
overgang van opleiding naar werk vraagt wel
enige stroomlijning. Jong talent moet de kans
krijgen en ook enige begeleiding. Dat heeft in
Rotterdam jarenlang ontbroken omdat het
Rotterdamse establishment erg met zichzelf
bezig was.” >
“In RoTTERDAm kAn AllEs En DAAR Is mEn ook TRoTs oP.”
P.8
Zien jullie daar een taak in voor CCCP?
“Ja, al hebben we daar ook niet altijd tijd
voor. Wij gooien nieuw talent vaak meteen in
het diepe. Maar we worden vaak benaderd
door beginnende kunstenaars en regisseurs
die iets willen, maar dat zelf niet kunnen
organiseren. Zo kwam een jonge regisseur,
die nog aan de Filmacademie studeerde,
met een plan om een film te maken over de
rapper Kempi. Dat is een rapper van 20 jaar
oud die al 7 keer heeft vastgezeten én een
platencontract heeft. Dat contract heeft hij
bij TopNotch, onze buren hier in The Creative
Factory. Ik ken hen al vanaf mijn MTVtijd en
de tijd dat ik zelf clips regisseerde. Dan zie je
hoe kruisbestuiving werkt. Ik ga dan praten
met MTV, wat niet doorgaat omdat er geen
geld is. Vervolgens stap ik naar BNN en die
gaan er wel op in.”
En die film zijn jullie nu aan het draaien?
“Ja, daar zijn we al anderhalf jaar mee bezig.
In die tijd heeft Kempi ook een kind gekregen.
En we hebben bij een rechtzaak gefilmd.
En tijdens zijn eerste optreden waar hij vol
zenuwen naar toe moest. Wij kunnen zoiets
laten zien omdat we de contacten hebben en
er de tijd voor nemen. Ook hebben wij zelf
alles voorgefinancierd. Dit is een Rotterdams
idee, met Rotterdamse creativiteit
gemaakt. En als je nu kijkt hoeveel hits
Kempi op YouTube heeft gekregen,
voor zijn clip en onze promofilm,
dan kom je opgeteld op ruim 7
miljoen!”
Is het Rotterdams omdat het
straatcultuur betreft?
“Nou, dat hoort wel onlosmakelijk bij
Rotterdam. CCCP Amsterdam ontwikkelde
het format van het straattaaldictee. Maar het
programma wordt dan wel hier opgenomen.
En dan hoor je de directie van BNN opmerken
dat het hier zo’n geweldig publiek is.
We werken nu aan de Grote Voordelen Show
voor BNN. Dat komt uit onze koker. Zo’n
programma moet je hier maken. Punt. En met
Sander de Kramer, de hoofdredacteur van de
Daklozenkrant willen we een documentaire
maken over bootvluchtelingen. Hij wil weten
wat deze mensen beweegt en daarom maken
we met hen en Sander de oversteek van
Afrika naar de Canarische Eilanden.”
onDERnEmEn
Allemaal maatschappelijk bewogen
onderwerpen. Geen l’art pour l’art of
commerciële dingen?
“Doen we ook. Voor Bouwmeester van
Leeuwen maakten we de film ‘Creativity
starts here’, in opdracht van het OBR.
En we werken net zo makkelijk
voor Nike, Deloitte, Getronics
en Microsoft. Commercieel
is een rare definitie.
Commerciële films kun je
in Nederland eigenlijk niet eens
maken. Commercieel is voor ons
kwaliteit voor een groot publiek. Maar
omdat we middenin de maatschappij
staan, kunnen we leuke én actuele dingen
maken. Kijk dit maar eens.”
André toont een film waarin een ‘typische’
Marokkaanse jongere oudere vrouwen op
straat aanspreekt. ‘Hé, psssst omaatje, wilt u
wat lekkers van me. Is serieus! Kost niets.’
De meeste vrouwen lopen ge schrokken door.
Een enkeling moet lachen. In het eindshot
zien we de jongen tussen twee bejaarde
dames zitten die een tompouce eten.
De super vertelt: ‘Gratis tompouce op
vertoon van een bejaarde. Hema 80 jaar’.
AlbAnIë
Een infomercial in opdracht van het Ministerie van Cultuuren Toerisme voor CNN.
>
P.9
Geweldig! Waar is dat bedacht?
“Het idee stamt nog uit de tijd dat ik in
Amsterdam zat en is typisch CCCP.
Wij kunnen de kernwaarden van een klant
heel goed vertalen in een creatief product.
En creatieve plannen faciliteren en naar een
hoger niveau tillen. Maar reclamebureaus
hoeven niet bang voor ons te zijn.
We concurreren niet, we werken samen.
Ons wapen is openheid. Wij zijn niet bezig om
ideeën of klanten af te pakken. Want je hebt
elkaar nodig. Endemol hielp ons ook met
Sixpack, om dat idee te laten landen bij een
klant. Andersom helpen wij creatieven en
autonome kunstenaars met hun ideeën.
Want wij weten welke economische meer
waarde moet worden toegevoegd om een
idee haalbaar te maken. Het gaat er om dat je
samen nieuwe crossovers tot stand brengt.
De tijd dat één ‘ministerie van reclame’ in
z’n eentje de klant of het project bezat,
is voorbij.”
Hebben jullie een handelsmerk, een
signatuur?
“Onze sterkste punt is een boodschap op
zo’n manier verpakken dat het voor iedereen
leuk is. Of het nu een keiharde commerciële
boodschap is of een ideële. Dat maakt niet
uit. Maar zo’n boodschap moet wel ‘credible’
zijn. Ben & Jerry’s wil op MTV laten zien hoe
zij aandacht besteden aan de klimaatveran
dering. Dat doen ze met hun Climate Change
College in Alaska, waar jonge ondernemers
een programma kunnen volgen. Zo’n vraag
past nou echt bij ons. Wij begrijpen de
commerciële belangen van Ben & Jerry’s, de
ideële materie van klimaatverandering en we
weten wat de MTVdoelgroep leuk vindt. Hier
gaan we nu een vierdelige serie over maken.”
Over de fysieke ruimte van Rotterdam:
bevalt het in de Creative Factory?
“Jazeker, ik wilde absoluut uitzicht op de
havens en hier hebben we dat van verschil
lende kanten. En het is fijn om met andere
creatieve bedrijven in één pand te zitten.
Voor mijn audiobewerking hoef ik maar
5 meter te lopen en dan zit ik bij Sonic Picnic.
Daar werkte ik ook al mee samen toen ze nog
in Utrecht zaten. Ook werkten we al eerder
samen met onze ‘medebewoners’ Waanzee
en TopNotch. Maar er zit ook een bureau
voor events waar we mee kunnen samen
werken. Zo’n verzamelgebouw werkt, je
kunt elkaar altijd tippen of helpen.”
En de geestelijke ruimte: is Rotterdam
daarin ook open?
“Absoluut. Ik heb hier bijvoorbeeld de TMF
Awards en de Red Bull Air Race geregis
seerd. Dan merk je dat, waar je ook binnen
komt, alles kan. En dat iedereen trots is op
wat hier allemaal gebeurt. Of de Rutger Hauer
Film Factory met InHolland waarvoor ik
het eerste jaar eindverantwoordelijk was.
Dan krijg je ineens 26 parkeervergunningen,
wat wel handig is als je een keer met je licht
op een stoep wil staan. Of je krijgt de
beschikking over een fabriek als filmlocatie.
Aan een goed initiatief werkt iedereen mee.”
fREE kEmPI
Documentaire over het onstuimige leven van rapper Kempi.
sAlAh EDIn
het land van … het meest geruchtmakende videoclip in navolging op de moord van Theo van Gogh.
sAlAh EDIn sTICks
Gisteren/Vandaag synergie tussen hiphoplabel Topnotch en filmproductiemaatschappij CCCP.
P.10P.10sAmEnWERkEn
P.11
Hij moet nog afstuderen aan InHolland, afdeling Media & Entertainment Management. En tot vorige week stopte hij op de vrijdagavonden de weekendbijlagen bij zaterdagkranten. Maar intussen heeft hij wel zijn eigen mediabedrijf in de Creative Factory waarmee hij stevig aan de weg timmert. Redouan el Tarrahi van Desert Rose Media over zijn werk en passie: het maken van filmpjes met jongeren.
“DIT zIjn VERhAlEn DIE VERTElD moETEn WoRDEn.”
DEsERT RosE mEDIA
“Zelf filmpjes kunnen maken zonder de hulp
van anderen. Dat is wat ik altijd wilde doen
en daar heb ik naar toe gewerkt. Op mijn
zeventiende was ik al aan het filmen met mijn
vaste maatje André Pijnappel, met wie ik nog
steeds samenwerk. Hij heeft in deze zelfde
ruimte zijn eigen bedrijf RioFilms. Ik volgde
een cursus bij de SKVR en besloot later dat ik
naar InHolland moest gaan om me verder te
ontwikkelen. Maar ik had geen zin om na mijn
afstuderen in de situatie te komen dat ik werk
zou moeten zoeken. Daarom besloot ik nog
tijdens mijn studie mijn eigen werk te gaan
creëren. Dat werd Desert Rose Media.”
Wat doe je met Desert Rose Media?
“Ik begon twee jaar geleden, door jongeren
een workshop aan te bieden in het maken
van een filmpje. Dat waren gewoon jongeren
van de straat, die ik kende maar ik heb ook
jongerenwerkers gevraagd of zij jongeren
wisten die dit leuk zouden vinden. André en ik
leren ze filmen. André heeft productie gedaan
op de Filmacademie. Wij helpen ze met de
techniek maar niet met het verhaal. Dat moet
uit hen komen. Als ze een idee van mij willen
overnemen dan zeg ik: ‘Nee, dit was mijn
voorbeeld. Jij moet met je eigen ding komen.’
Zo werken we dan vijf avonden aan de
voorbereiding en een zaterdag of zondag als
draaidag. En dat gaat heel gedisciplineerd.”
Met wat voor jongeren deed je dat?
“Dat was met jongeren die ik kende en met
vrienden van hen. Je hebt zo een clubje bij
elkaar. Sommigen hebben eerst een grote
bek, maar als je een camera op ze richt,
wordt dat gauw anders. En op zaterdag staan
ze dan allemaal om 8 uur klaar, zijn ze naar
de kapper geweest, en hebben ze er heel
veel zin in. Nou, dat vinden wij heel mooi.
Maar het is intussen hard werken. Iedereen
moet stil zijn tijdens de opnamen. Maar dat
hebben we ze ook geleerd in de week ervoor.
Iedereen heeft een keer geluid opgenomen,
met een koptelefoon op, dus ze horen dan
zelf dat het stil moet zijn. Zo geven we ze
mee wat je nodig hebt om een film te maken.
En dat pakken ze heel goed op.”
Hoe oud zijn ze?
“Van dertien tot drieëntwintig jaar. Daarbij
zie je dat de dertien tot vijftienjarigen nog
scherper zijn in het oppakken van hoe beeld
werkt, dan de wat ouderen. Wat ons ook
opviel was dat dertienjarigen heel goed
kunnen samenwerken met iemand van
ouder dan twintig. Maar toen wij subsidie
aanvroegen werd die afgewezen omdat
het volgens hen onmogelijk was om een
workshop aan te bieden aan een leeftijds
groep die zo ver uiteen lag. Onmogelijk!
Maar wij doen het. En het biedt heel veel
extra mogelijkheden. Bijvoorbeeld voor
het verhaal. Iemand kan het kleine broertje
spelen. En dat werkt gewoon. Iedereen krijgt
een nuttige plek.”
Hoe gaf je dit verder vorm?
“Zo maakten we in 2007 drie filmpjes. Daarna
is het gaan rollen. Toen hoorde Jacques van
Heijningen van het Rotterdams Fonds voor de
Film (RFF) van dit initiatief en hij was verbaasd
dat zoiets was ontstaan zonder dat hij erbij
betrokken was of er zelfs maar van wist.
Wij waren geen stichting dus het was ons
niet eerder gelukt om subsidie te krijgen.
Maar toen is het RFF ons gaan helpen,
kregen we steun van de cultuurscouts van
stichting NRC en van de deelgemeenten
waar wij filmden. Daar is het project ‘Achter
de schermen’ uit voortgekomen. Elf work
shops in elf deelgemeenten, die leidden tot
elf filmpjes die pas zijn vertoond tijdens het
speciaal hiervoor georganiseerde jongeren
filmfestival.” >
P.12
Wat is jouw persoonlijke motivatie om
met deze jongeren te werken?
“Ik wil die jongeren een stem geven. Ik ben in
Rotterdam geboren. André is op latere leeftijd
uit Brazilië gekomen. Maar wij staan allebei
heel dicht bij de straat. Wij zien hoeveel
mensen om ons heen stilstaan. Terwijl ze
voldoende skills en talent hebben.
Maar zij laten zich verleiden
door drugshandel, criminaliteit
of ze doen helemaal
niets. Alleen wat
blowen. En het is
niet eens zo dat die
jongeren allemaal uit een
slecht milieu komen. Soms
komen de fiscalist en de blower
uit hetzelfde gezin. Dus je kunt
mensen ook niet over één kam scheren.
Mijn ouders komen uit Marokko. Zij heb
ben mij altijd redelijk vrij gelaten, maar niet
waar het school of werken betreft. Daar zijn
ze heel strikt in geweest. Als je iets wilt
bereiken, moet je ervoor werken. Ik kwam
na de zomer weer op school en dan zegt
een medestudent dat hij lekker naar Miami
is geweest op vakantie. ‘Ik heb lekker twee
commercials gemaakt’, zeg ik dan.”
En wat biedt dit werk jou?
“Ik wil filmen. En dat is een droom die je niet
alleen kunt verwezenlijken. Je hebt er mensen
voor nodig en een bepaalde vorm. Rotterdam
is nu onze filmset geworden. We zijn nu ook
al bekend in de wijken. We krijgen dingen
voor elkaar en we leren.”
Doe je naast de workshops ook
commercieel werk?
“Ja, commercials en videoclips. En wij gaan
een film maken voor politiekorps Gouda over
discriminatie binnen het korps. Met zo’n film
wil men deze problematiek bespreekbaar
maken.”
Hoe kom je daar nu aan?
“Ja, ik verbaas me daar soms ook over,
maar ik merk dat men soms op zoek is
naar iemand als ik. Er zijn kennelijk niet veel
allochtone filmmakers. Ik ben blij als ik op
deze manier een steentje kan bijdragen.
Ik hoef niet rijk te worden. Ik wil mensen
een spiegel voorhouden.”
Je had het ook over videoclips?
“Ja, wij hebben een clip gemaakt voor de
rapper Appa, voor het nummer ‘Waar ga je
heen?’ Appa is op dit moment hét idool van
de Marokkaanse jongeren, en eigenlijk van
veel meer jongeren. Toen we hem filmden,
liep heel Spangen uit. Omdat hij verwoordt
wat zij voelen. Hij is in het nieuws geweest
vanwege zijn uitspraak: ‘Als ik Wilders
tegenkom, dan is hij van mij’. Hij is een heel
goede artiest, maar ook een heel slimme
jongen. Hij ziet waar het fout gaat in de
maatschappij. Verder is hij een soort
ambassadeur voor microkredieten en in
‘Waar ga je heen?’ zegt hij dingen als
‘doe iets met je leven, schrijf een
ondernemingsplan’ en dat soort
zaken. Ik speel ook een rol in
de clip. Daarin trekt hij
me uit bed om me
aan het werk te
zetten. Appa is een
Amsterdammer, maar hij
komt hier aan de overkant
zitten. En dan gaan we zeker
meer met hem doen.”
Hoe kwam jij in de Creative Factory terecht?
“In 2006 hoorde ik van het project Kansen
zones dat hier werd georganiseerd. Daarmee
kon je, als startende ondernemer op Zuid,
50% terugkrijgen van je investeringen in
duurzame productiemiddelen. Je moest dan
een ondernemingsplan schrijven en daar
kreeg je een workshop in, van Leo van Loon,
die nu directeur is van de Creative Factory.
Er was ook een wedstrijd aan verbonden, de
Kansenzones Jongeren Ondernemingsprijs en
die won ik. Dat is een vakantie in Barcelona,
maar we hebben nog geen tijd gehad om te
gaan. Maar nog belangrijker was natuurlijk
de subsidieaanvraag die werd gehonoreerd.
Hierdoor kregen wij de helft terug van alle
investeringen die we deden. Dus voor de
stoelen die hier staan, maar ook voor de
camera en de computer die we kochten.
En men wilde mij ook wel als huurder hebben.
Een mediabedrijf was precies wat ze zochten.
Ik krijg hier zelfs een woning vlakbij. Via de
Creative Factory. Leo van Loon heeft
af spraken gemaakt met Vestia zodat
huurders hier ook dichtbij kunnen wonen.”
Wat wordt je eerstvolgende grote daad?
“Deze zomer een speelfilm maken. Waar
schijnlijk ook met Appa. Wij willen gewoon
weten of we dat kunnen. We hebben alle
spullen voor in huis, maar ook het script
en de contacten. Dus we gaan het
gewoon doen!”
“Ik mERk DAT ER VRAAg Is nAAR AlloChTonE fIlmmAkERs.”
sAmEnWERkEn
>
P.13
Eveline Veldt en Kenji Tsujimaru begonnen hun samenwerking al op de Koninklijke Academie voor de Beeldende Kunsten in Den Haag. Nu hebben ze samen een bedrijf voor grafisch ontwerp, illustratie en webdesign: Solzoo. Als vestigingsplaats kozen ze Rotterdam en als locatie de Creative Factory. Waarom hier? Dat willen we natuurlijk graag weten.
sushI, zonDER jAPAn En zonDER foTogRAfIE
Omdat sushi voldoende bekend is bij het publiek, vond Solzoo dat je de associatie met ‘traditioneel Japans’ wel mag verlaten. Ze kozen voor de uitstraling van een chocolaterie, met kleuren als paars en donkerrood. De sushi fotograferen wilden ze niet omdat de foto’s dan concurreren met het veel mooier ogende, echte product in de vitrine. In plaats daarvan: een grafische weergave van de sushi.
Eveline: “We begonnen vanuit huis te werken,
maar wilden eigenlijk zo snel mogelijk een
eigen werkruimte. We hadden gehoord dat
hier aan de Maas een studio te huur stond
en gingen kijken. Helaas was die studio al
vergeven, maar ze wisten daar wel dat in
de Maassilo een broedplaats zou komen.”
Kenji: “Zo waren wij, in november 2006, een
van de eersten die zich aanmeldden voor de
Creative Factory. In eerste instantie was het
de bedoeling dat we er vier maanden later in
konden trekken, maar dat werden er twaalf.
Als we van tevoren hadden geweten dat we
zo lang moesten wachten, waren we misschien
wel verder gaan zoeken. Maar de opzet van
de Creative Factory, met zoveel verschillende
creatieve bedrijven bij elkaar, sprak ons erg
aan. Dat was precies wat wij zochten, een
plek waar je ook van elkaar kunt leren.”
En waarom Rotterdam?
Eveline: “Kenji verhuisde na zijn
studie naar Rotterdam. Ik bleef in
Den Haag wonen, maar we waren
het er wel over eens dat we ons in
Rotterdam wilden vestigen. Het klimaat
is hier zowel commerciëler als creatiever,
denk ik.”
Kenji: “Ook voor beginners. In Den Haag
zit je prima als je in dienst wil treden bij de
gevestigde orde, maar als starter denk ik
dat je hier meer kansen hebt.”
Eveline: “De Haagse ontwerpstijl is heel
netjes en typografisch. Je kunt daar op de
aca demie dan ook een prima opleiding
volgen, want die is heel degelijk. Maar als
werk omgeving spreekt het rauwdouwerige
van Rotterdam ons toch meer aan.”
“hIER hEb jE VEEl
kAnsEn Als sTARTER.”
solzoo
P.13
Hoe was jullie start?
Kenji: “Wij hadden het geluk dat we meteen
na onze studie de opdracht kregen om de
complete vormgeving te bedenken voor een
sushi takeaway winkel in Amstelveen. Zowel
interieur als huisstijl. Dus wij hebben de in
deling bedacht, de meubelen ontworpen, alle
uitingen en zelfs de outfits van het personeel.”
Deze klant zit in Amstelveen, en de andere
klanten?
Kenji: “Wij werken voor Artquake Open Air,
een groot festival in de Haarlemmermeer,
het Internationaal Strafhof, een theater
gezelschap in Amsterdam...”
Eveline: “Dat zijn inderdaad geen
Rotterdamse klanten. Klanten
krijg je via via. Ik denk dat
het ook niet uitmaakt
wáár je zit, als het maar
wel op een aanspre
kende plaats is.
En dat is dit.”
Je mag hier in principe
twee jaar zitten. Daarna kijkt
men of je eruit bent gegroeid. Is twee
jaar te kort?
Eveline: “Misschien voor ons wel. Wij zijn wel
een van de jongste bedrijfjes hier en de
Creative Factory is ook nog niet helemaal af.
De foodcourt is er bijvoorbeeld nog niet.
Daar moet je straks verplicht één keer per
twee weken met een collega van een ander
bedrijf gaan koffiedrinken. Dit, om de onder
linge samenwerking te bevorderen. En zo zijn
er nog wel wat kinderziektes. Maar voor nu is
dit een goede start.”
P.14
KaosPilots is een onderwijsplatform dat ondernemende jongeren leert navigeren in de chaos van de moderne samenleving. Na Oslo (2005) en Malmø (2006) kreeg ook Rotterdam (2007) een vestiging van deze internationale school. Stockholm volgde dit jaar. Wie zijn eigen ontplooiing wil inzetten voor een positieve bijdrage aan de wereld, is welkom om zich in te schrijven. Want de missie van KaosPilots is: to be the best school in the world, for the world. Hoe doe je dat? Dat vragen we aan Soe Bouchentouf (MarokkaansNederlands) en Christian Mouroux Pedersen (Denemarken).
Een belangrijke term in de opleiding is
sociale innovatie. Wat betekent dat?
Christian: “Dat is voor een deel persoonlijk,
maar de letterlijke betekenis is dat je zaken
verbetert zodat de maatschappij daar van
profiteert. Zo kun je een weg vol gaten gaan
plaveien met asfalt. Dat is een verbetering.
Maar vervolgens trekt die weg misschien
zoveel auto’s aan dat het milieu wordt
aangetast. Is het dan nog een verbetering?
Je moet dus alle effecten van elke ingreep
steeds goed overdenken en afwegen.”
Soe: “Sociale innovatie heeft vooral met
bewustzijn te maken. Door bewuster in
het leven te staan kun je op verschillende
wijzen de kwaliteit van het leven verbeteren.
Want alles heeft met alles te maken.”
Hebben jullie al iets gedaan op dit gebied?
Soe: “De helft van het team is naar de
IGenius World Summit on Social Entre
preneurship in Phuket, Thailand geweest.
De anderen maakten intussen in een oude
brandweerwagen een trip door OostEuropa,
vanuit het thema sociale innovatie. Wij waren
mee naar Thailand. Naast het bezoeken
van het congres en het geven van een
workshop, wilden we ook zelf iets onder
nemen. Wij hebben toen contact gelegd
met iemand die een soort Creative Factory
in Bangkok wilde opzetten. We hebben
hem geholpen met het schrijven van een
gedetailleerd businessplan. De nadruk van
het businessplan lag op het aantrekken
van creatievelingen die graag eigen initiatief
nemen.”
Christian: “En we hebben gesproken met
mensen van The Tsunami Network over de
benodigdheden voor duurzame ontwikkeling
voor de slachtoffers van de Tsunami. Daarbij
kampt Phuket met een enorm afvalprobleem.
Dat komt deels door de overstromingen,
maar ook doordat het een eiland is.”
sTuDEREn
Christian, Kaospilots is ontstaan in
Denemarken. Waarom besloot je om deze
opleiding in Rotterdam te gaan doen?
Christian: “Dit is een opleiding voor onder
nemerschap. Omdat de opleiding hier nieuw
is, vraagt dat meteen al meer ondernemer
schap van de studenten. Dat vond ik een
extra dat ik niet wilde missen.”
Wat voor programma biedt deze school
jullie aan?
Christian: “Dat hangt voor een belangrijk
deel af van de behoeften van de studenten.
Aan het begin van het jaar wordt daar naar
gevraagd en aan de hand daarvan wordt
een programma opgesteld. Zo wilden wij
bijvoorbeeld weten hoe je een bedrijf kunt
starten zonder de noodzaak van het schrijven
van een conventioneel businessplan.”
Soe: “Voor dit doel werd een beroemde
Deense ondernemer ingevlogen, die diverse
succesvolle ondernemingen heeft opgezet,
volgens een heel eigen model. Diverse leden
van zijn staf zijn ons een maand lang blijven
bezoeken en hebben ons leren werken met
hun ‘sheet models’. Dat zijn een soort uit
gebreide checklisten die je helpen om je
op je doelen te focussen of om je doelen
te ontdekken.”
“buIlDIng A PlAnE WhIlE flyIng onE.”
kAosPIloTs
P.15
Nog meer?
Soe: “Wij hebben onze eigen Kaos Kompany
opgezet, die opdrachten gaat uitvoeren.
Die hebben we vandaag bij de Kamer van
Koophandel ingeschreven.”
Christian: “We doen dit om onze vaardig
heden aan te bieden aan de samenleving
maar ook om er geld mee te verdienen
als ondersteuning tijdens onze studie.
We kunnen natuurlijk ook in de kroeg gaan
werken, maar het is interessanter om iets
te doen met wat je net hebt geleerd.”
Soe: “Leren door te doen. Dat is het motto
van KaosPilots, of zoals ze het hier zeggen:
building a plane while flying one. Met onze
Kaos Kompany werken we nu voor Woon
bron, een woningcorporatie in Rotterdam.
Zij willen de leefkwaliteit van een bepaalde
wijk verbeteren met participatie van de
bewoners. Dat is het verleden vaak mislukt
en nu werken studenten van ons met hen
mee aan een duurzame oplossing.”
Is dit een dure opleiding?
Christian: “Ja. En daar hebben we ook wel
discussie over, omdat dit schuurt met onze
ideeën over sociale innovatie. Je betaalt
eenmalig 4000 euro en verder 400 euro
per maand. Voor het eerste jaar hebben
we het maandbedrag gesponsord gekregen.
En dat hebben we ook bereikt voor Team 2.”
En is de toelatingsprocedure streng?
Soe: “Ja, die duurt drie dagen. In die tijd krijg
je allerlei opdrachten die je als team moet
uitvoeren. In die tijd word je geobserveerd.
Wij werden geobserveerd door studenten
uit Denemarken en Noorwegen. Dit jaar
zijn wij degenen die de leden voor Team 2
selecteren.”
Christian: “Om je een idee te geven van het
soort opdrachten: wij moesten een plan
bedenken waardoor Dordrecht in 2015 een
prijs zou krijgen voor de meest innovatieve
stad van Nederland.”
Zijn er al veel inschrijvingen?
Christian: “Veel meer dan we kunnen
plaatsen. En ze komen ook van verder weg.
Bij ons, in Team 1, zitten studenten uit
Nederland, België, Duitsland, Scandinavië,
IJsland en Marokko. De aanmeldingen voor
Team 2 komen, behalve uit deze landen,
ook uit Polen, Italië, Spanje, de V.S., Canada,
Oeganda, Sri Lanka en Laos. De belang
stelling is er dus zeker.”
Zijn jullie allemaal idealisten?
Christian: “Ja, maar wel op heel verschillende
terreinen en manieren. Er zijn studenten die
vinden dat huidige ondernemingen intern
verkeerd zijn georganiseerd. En er zijn
studenten die vinden dat er meer rekening
moet worden gehouden met het milieu.
De idealen verschillen, maar wat ons bindt,
is dat iedereen een heel sterke drive heeft
om de wereld een stukje beter te maken.”
Soe: “En als bij ons de motivatie inzakt, is
er altijd wel iemand die opstaat en roept:
‘Hier heb ik me niet voor ingeschreven.
Laten we wat gaan doen!”
En wat worden jullie later, als je groot bent?
Christian: “Dan beginnen we ons eigen
bedrijf.”
Soe: “Met onze eigen doelen en volgens
onze eigen spelregels.”
“onzE IDEAlEn VERsChIllEn, mAAR onzE DRIVE bInDT ons.”
Het gesprek vond plaats in het Engels, de voertaal bij KaosPilots.
P.16
H169 leaflet 18-12-2007 17:05 Pagina 3
P.16PREsEnTEREn
PoRTfolIoIn OBR’s digitale nieuwsbrief voor creatieve ondernemers, werden bedrijven opgeroepen om werk in te sturen voor deze tweede editie INSPR. Hier zie je het resultaat.
P.17P.17
1A/B Creatie: Dicky Brand Bureau: Dicky Brand Beeldhouwer Product: Giclée print
2A/B Creatie: Anne Karin ten Bosch Bureau: Toon beelden Onderwerp: Reverse is een ontplooimachine voor
stadsmensen
3A/B Creatie: Gerben Klinkenberg (Dog Design), Joop Steenkamer (Steenkamer Design), Composietenteam Rotterdam (kunststof composiet body)
Fotograaf: Helmuth Vonk Onderwerp: Ontwerp ambulance nieuwe stijl
4A/B Creatie: Joost van Daalen Bureau: Studio Hans Huitinck Onderwerp: Bloemenwinkel Starblooms, Antwerpen
5 Creatie: Michel van der Sanden Design Bureau: Kunstfactor, Popunie, &Concepts Product: Boek over Nederlandse amateur pop
muzikanten
6 Creatie: Hester Overmars Bureau: Hester Overmars, filmmaker Onderwerp: Flyer documentaire ‘Martha Vonk
gaat naar Istanbul’
7A/B Creatie: Jan Melis Bureau: Jan Melis Onderwerp: Meubelen voor De Bieb Zaandam;
banken voor Avans Breda
8A/B Creatie: Renate van Acker Bureau: Koning kaart Onderwerp: Geboortekaartjes thema ‘Holland’
1A
9B
56
7A
10B
7B
1112
2A 3A
8A
13A
4A1B
10A
2B 3B
8B 9A
13B
4B
9A/B Creatie: Erik Moederscheim Bureau: Moederscheimmoonen architectenbureau Onderwerp: Ontwerp sportgebouw wijk
Zestienhoven
10A/B Creatie: Wouter Spoor Bureau: Roops design & identiteit Onderwerp: Project Stadslente; ontwerp logo, huis
stijl en website Stipo
11 Creatie: Petja Buitendijk i.s.m. Lorelinde Verhees Bureau: Petja Buitendijk fotografie Onderwerp: Fotograferen van Rotterdamse top
sporters die een opleiding volgen bij het Zadkine
12 Creatie: Cees Jan de Melker, Niels Kiené, Rosemarie Konijnenburg
Bureau: SniperX Onderwerp: Print, online, pos materiaal Cetabever
13A/B Creatie: E. van Harskamp i.s.m. drukkerij Veenman Bureau: Studio Bauman Onderwerp: Kalender 100 jaar ‘Port Images 2008’;
bureaukalender Geluksvoorwerpen 2008
P.18
“VRouWElIjkE InVloED mAAkT DE WERElD mooIER!”
nETWERkEn
Voor kennisuitwisseling en het realiseren van crossovers zijn netwerkorganisaties onontbeerlijk. Het steunen hiervan is een van de speerpunten binnen de gemeentelijke plannen voor de creatieve economie. Elke sector heeft inmiddels wel een eigen netwerk. Maar er is er ook een netwerk dat een andere invalshoek hanteert: Vice Venus. Een netwerk exclusief voor vrouwen. Het werd vorig jaar opgericht door Susanne Volder, Jacoline van der Meer en Brenda van Broekhoven. Waarom?
vice venus
P.19
“VRouWElIjkE InVloED mAAkT DE WERElD mooIER!”
Jacoline: “We schreven een concept en
iemand zei tegen ons: ‘Je moet eens met
Brenda gaan praten’. Brenda las het en kwam
naar ons toe met een fles champagne. Om de
geboorte van een nieuw netwerk te vieren!”
Wat willen jullie met Vice Venus?
Brenda: “Samenwerken en kennis aan elkaar
overdragen. Maar ook projecten doen die
van waarde zijn voor de stad. Zoals we
nu meedoen aan Route Du Nord. En ons
openingsfeest op de Euromast, voor 300
gasten, geeft natuurlijk ook een beeld
van wat we willen. Zoiets groots krijg je
in je eentje niet voor elkaar, maar wel als
Vice Venus, omdat we alle expertises in huis
hebben. Zo was er een presentatrice die
de avond leidde, een dame die de productie
deed, iemand die de communicatie verzorgde,
een fotograaf voor de verslaglegging en een
fotoshoot, een ander die filmde, we waren
performing artists, iemand die een flirtwork
shop gaf en dan nog het tiental vrouwen
dat de organisatie deed.
Maar ons einddoel is best idealistisch. Dat is:
de vrouwelijke krachten bundelen en daarmee
de vrouwelijke invloed in Rotterdam en in de
maatschappij vergroten. Wij denken dat de
wereld daar een stuk mooier van wordt.”
(Bescheiden lachje.)
Susanne: “Praktisch betekent dit dat we met
Vice Venus een platform willen bieden waarop
vrouwen kunnen laten zien wat ze kunnen.
En regelmatig geven we onze Postazine uit,
een magazine op posterformaat rondom een
thema dat aansluit bij vrouwelijk ondernemer
schap. Een vaste kern van onze leden werkt
daar aan mee.”
Susanne: “Jacoline en ik waren betrokken
bij de productie van de Urban Country Club,
een netwerkorganisatie voor de meest
invloedrijke en initiatiefrijke Rotterdammers,
afkomstig uit alle sectoren. Ofschoon daar
ook vrouwen bij zaten, ervoeren wij dit als
een typische mannenclub. Het bleef hangen
in de bier en bitterballensfeer. Verder dan
visitekaartjes uitdelen kwam men niet echt,
terwijl het barstte van de mogelijkheden.
Wij vroegen ons af wat er zou gebeuren als je
hetzelfde met alleen vrouwen zou proberen.
Zijn onze ego’s minder groot? Zouden we
minder afwachtend zijn? Om dat uit vinden,
wilden we netwerkorganisatie voor vrouwen
beginnen.”
“DIT Is EEn mAnIER om uIT TE zoEkEn hoE VRouWEn mET
ElkAAR sAmEnWERkEn.”
VlnR
Jacoline van der Meer, Susanne Volder en Brenda van Broekhoven
>
P.20
“RoTTERDAm mIsT IETs. mIssChIEn WEl IETs
VRouWElIjks.”
Is dat ook een doel van Vice Venus?
Uitzoeken wat de vrouwelijke
kwali teiten zijn?
Brenda: “In februari hebben we daar een
productie aan gewijd. Toen hebben we op
vier locaties in de stad een diner georgani
seerd rond de vraag ‘Wat is vrouwelijk?,
‘Wie zijn het?’ en ook: ‘Waar zouden vrouwen
nog voor moeten strijden?’ We hadden een
tafel met alleen mannen – die zich ongemak
kelijk voelden –, een met alleen vrouwen
van Vice Venus – dus vooral ondernemers –,
een met vrouwen van jong tot oud, en een
gemengde tafel. Elke tafel had een gespreks
leider en een kok.”
Susanne: “Wij wilden erachter komen
wat het ons allemaal zou opleveren, dus
mannen en vrouwen, als alles gelijk verdeeld
zou zijn. We zien dat ook als een bijdrage aan
het hedendaags feminisme. Heeft dat nog
bestaansrecht? En zo ja, hoe moet dat er dan
uitzien? Het is mijn taak om de uitkomsten
hiervan uit te werken en daar ben ik mee
bezig. Er kwamen dingen uit waar iedereen
zich goed bij voelt, man en vrouw.”
Kun je iets zeggen over vrouwelijk onder
nemerschap? Waarin is dat anders dan
mannelijk ondernemerschap?
Susanne: “Het is anders, maar ik ga deze
discussie momenteel uit de weg. Je belandt
heel snel in het aanstippen van verschillen
die, op het moment dat je ze benoemt,
nooit helemaal kloppen. Je gaat je ook
snel afzetten en dat is niet onze bedoeling.
We willen gewoon doen.”
Brenda: “Wij ervaren op dit moment dat het
heel prettig werken is met vrouwen. En we zijn
nog aan het ontdekken waarom dat zo is.”
Jacoline: “Ik denk dat we bijvoorbeeld veel
waardering geven aan elkaar. En dat we ook
makkelijk taken van elkaar overnemen en
voor elkaar inspringen.”
Brenda: “Ik denk dat wij elkaar meer ruimte
geven.”
Jacoline: “Nou gaan we toch weer praten in
termen van ‘meer’. Het is ook zó moeilijk om
niet te vergelijken, terwijl we daar juist voor
willen waken.”
nETWERkEn
>
P.21
Dat hebben we dus nog tegoed. En jullie
deelname aan Route Du Nord?
Brenda: “Ja, we richten gedurende de week
een expositie in onder de noemer ‘Het Merk
Rotterdam’. Iedereen die een idee heeft voor
een onderzoek, artikel, discussie, project,
piece of art, performance of een voorwerp...
wordt uitgenodigd om dit als bijdrage
aan te leveren.
Susanne: “Ikzelf organiseer
twee nacht wandelingen door
de 24uurseconomie van
Rotterdam. Die dus niet
bestaat, want na twaalven kun
je hier geen kop koffie meer krijgen.
Terwijl dit in elke stad waarmee
Rotterdam zich wil vergelijken, de
gewoonste zaak van de wereld is. Het is
natuurlijk goed dat er veel aandacht wordt
besteed aan Zuid, maar intussen hebben we
nog steeds geen levend centrum. We hebben
allemaal wel in ons hoofd wat de kwaliteiten
van Rotterdam zijn, maar als we die in een
groter verband plaatsen missen we toch iets.
Iets Amsterdams…?”
Brenda: “Misschien wel iets vrouwelijks.”
Steunt de gemeente Vice Venus?
Jacoline: “Ja, wij krijgen financiële steun van
OBR. Wat ik goed vind, is het dat het OBR je
plannen heel kritisch bekijkt, maar als je aan
de eisen voldoet, dan gaat de samenwerking
heel soepel en helemaal niet bureaucratisch.”
Merken jullie dat Vice Venus iets biedt
waar vraag naar is?
Susanne: “Het samenwerken van vrouwen
is iets dat eeuwenoud is. Ze springen voor
elkaar in als er nood is of bij de zorg om de
kinderen. Tegenwoordig zie je dat steeds
meer vrouwen een eenmanszaakje beginnen.
Ze willen werken, maar dan wel voor een
zelfgekozen doel en op de manier die zíj
willen. En dat zijn vooral veel jonge vrouwen.
Ze wachten niet meer, zoals vroeger, tot ze
een koffer vol ervaring hebben. Ze willen
het nu. Maar deze vrouwen werken ineens
niet meer samen! Dat is eigenlijk heel raar.
Vice Venus kan hier een verbindende rol
spelen. En ons platform geeft bekendheid
aan hun zaak en dat helpt ook gewoon bij
de business.”
Jullie doen projecten mét vrouwen,
vóór vrouwen en mannen?
Brenda: “Dat klopt, ik weet niet of ik het
zo heel spannend zou vinden als ons werk
alleen voor vrouwen toegankelijk zou zijn.”
Susanne: “Maar omdat we de organisatie wél
alleen met vrouwen doen, is het proces en de
uitkomst vrouwelijk. En door geen mannelijke
invloed te hebben, sluit je een typische vorm
van competitie uit. Je doet gewoon je ding,
je gedraagt je niet als een vrouwtje. Wat je
wel doet als er mannen bij zijn. Je hoeft je
charmes niet te gebruiken. Je hoeft je niet
onzeker te voelen…”
Brenda: “Mmm, ja ja, dat is wel genoeg.”
Susanne: “Maar het is wel de waar
heid!”
oVER DE nAAm
Vice Venus wordt door de oprichters op zijn Engels uitgesproken. De volledige naam is eigenlijk Vice Venus For President. Bij de naam hoort de afbeelding van een kieslijst, zoals op een stemformulier, met daarin de namen van alle leden.
oVER susAnnE, jAColInE En
bREnDA
Susanne Volder en Jacoline van der Meer vormen samen Salon Nutopia, een ‘idealistisch reklameburo’ zoals de site vermeldt. Hun werk gaat niet zozeer om het bevorderen van verkoop, maar om aandacht. “Door het juiste beeld, middel of vorm te kiezen, maak je contact en pas dan kan informatie echt worden overgebracht.” Ze werken veel voor de sector kunst en cultuur en de overheid. Brenda van Broekhoven heeft een eigen bedrijf voor internal branding, 1957.nu. Ze slaat de brug tussen het merk en de mensen binnen de organisatie die het merk uitdragen. Zowel Salon Nutopia als 1957.nu zijn gevestigd aan de Insulindestraat, in de boogjes onder de metrolijn, in Rotterdam Noord.
oVER DE lEDEn
In de kern van Vice Venus zijn heel veel vakgebieden vertegenwoordigd. Een theatermaker, een vormgever, een copywriter, communicatiespecialisten, iemand die acrobatiek en yoga combineert, een kunstenaar/advocaat, een fotograaf, een filmer, een communicatietrainer, producenten.*
Het thema van deze INSPR is openheid.
Dus als je hier een oproep wilt plaatsen
voor nieuwe leden of samenwerkingen...
ga je gang!
Brenda: “Elke eerste maandag van de maand
hebben we een lunch in Hotel New York.
Wie interesse heeft om zich bij ons aan
te sluiten, kan zich hiervoor aanmelden bij
[email protected]. Wij zijn van onze kant
vooral geïnteresseerd in ondernemende
vrouwen, in letterlijke of figuurlijke zin.
Daarnaast zijn er wellicht ook bedrijven
die ons netwerk zouden willen inzetten.
Bijvoorbeeld voor het organiseren van
een evenement voor de stad. Of voor het
schrijven van een strategie of het maken van
een campagne. Of misschien zijn er partijen
die ons willen sponsoren met ruimte, geld,
of wat dan ook. Op onze beurt willen wij
weer iets teruggeven aan de stad.”* Noot van de copywriter: Omdat de oprichters niet graag praten in vrouwe
lijke functieaanduidingen zoals ‘vormgeefster’, is dit hier ook niet gedaan.
P.22
Tig jaar lang maakte Salomon Engelsman met zijn productiebedrijf Salomon Engelsman Productions, en later TennerFilm, prijswinnende tvcommercials. Daarna ging hij in Spanje wonen en werken. Nu, na acht jaar, begint hij opnieuw in Nederland. ‘Waarom niet in Rotterdam?’, vroeg iemand van Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam. ‘Ja, waarom niet?’, dacht Salomon en startte Sunice in de Creative Factory.
“RoTTERDAm Is hEEl lAAgDREmPElIg.”
In de reclamewereld ben je bekend.
Je produceerde tvcommercials en
tvprogramma’s. Kun je kort je
verleden schetsen?
Salomon Engelsman: “Ik besloot ooit dat ik
wilde gaan produceren en belde de toen
beroemde producent John Rosinga en zei
dat ik voor hem wilde werken. Hij zei: ‘Als jij
voor morgen een goede boekhandel voor me
weet, waar ik overmorgen kan draaien, mag
je meedoen.’ Ik vond een geweldige boek
handel, maakte foto’s, liet ze met spoed
ontwikkelen en presenteerde ze twee uur
later. Daarop kreeg ik het aanbod om drie
weken later mee te gaan naar de V.S. voor
een shooting van drie commercials voor de
‘Volnij’ met Johnny Kraaijkamp. Ineens zat
ik het vak en volgde de ene productie na
de andere. Voor Conimex mocht ik naar Bali
en voor de VPRO bedacht en produceerde
ik de eerste zwarte talkshow: ‘Bij Lobith’.
Daarna startte ik mijn eigen productie
maatschappij TennerFilm.”
TennerFilm ken ik, als reclamemaker.
Ik herinner me heel leuke Albert Heijn
commercials voor vakantiewerk met
daarin jongeren uit al onze culturen.
“Ja, die waren bijzonder. Een totaal andere
manier van filmen. Met Frans Bromet als
cameraman op super16. Dat je dat nog weet!
Dat was een van mijn eerste opdrachten.
Door het succes van die filmpjes vroeg
reclamebureau FHV/BBDO me ook voor
Bounty en Audi. Zo werkt dat. Doe niet
alleen wat wordt verwacht, maar voeg er een
cadeautje aan toe. Dan krijg je de mooiste
opdrachten. Zo’n cadeautje hadden we
bijvoorbeeld ook voor Novib. Voor hen
waren we 5 commercials aan het draaien in
ZuidAfrika. Die avond werd Ajax Europees
kampioen. De volgende dag filmden we een
schattig klasje kinderen in de buitenlucht.
De juf schreef het woord ‘kampioen’ op het
schoolbord en de hele klas riep: ‘Ajax!’ en
klapte drie keer in de handen. Dit filmpje
werd twee jaar lang uitgezonden bij elke
internationale wedstrijd van Ajax.”
Eind negentiger jaren verdwijn je naar
Spanje. Onder andere vanwege de
gezondheid van je zoontje. Na acht jaar
kom je terug. Is er dan nog iets over van
je netwerk?
“Het is ongekend hoeveel daar nog van
over is. Ik word nog steeds overal voor
uitgenodigd en heb mijn contacten ook altijd
onderhouden. Daarbij is het is natuurlijk niet
zo dat ik in Spanje niets deed. Ik produceerde
daar ook, onder andere met Theo van Gogh.”
Je bent nu een jaar terug. Je start in
Rotterdam, terwijl je rijke verleden zich in
Amsterdam afspeelde. Waarom Rotterdam?
“Tijdens de Rotterdamse filmdagen kwam ik
een delegatie van OBR tegen. En die zeiden:
‘Waarom begin je niet in Rotterdam?’
Daar hoefde ik niet lang over na te denken.
Voor een nieuwe start is een nieuwe stad
misschien wel zo fris. En ik realiseerde me dat
ik altijd al veel voor Rotterdamse adverteer
ders heb gewerkt. Ik heb bijvoorbeeld zes
jaar lang alles voor Center Parcs gedraaid.
Rotterdam voelde dus niet als onbekend.”
Waar ben je nu mee bezig?
“Ik werk nu aan de ontwikkeling van tv
formats. Dat doe ik samen met Absolutely
Independent, dat zijn dé tvmakelaars van
Nederland. Met een andere club werk ik
aan een 12delige tvserie. Die gaan we
binnenkort aanbieden. We schrijven ’m naar
Rotterdam toe. Dat zie ik een beetje als
cadeautje voor de stad. Verder zit ik in een
heel leuk groepje van filmers waarmee we
internetfilmpjes maken. Zij hebben daar net
de perfecte digitale filmcamera voor gekocht:
onDERnEmEn
P.23
“RoTTERDAm Is hEEl lAAgDREmPElIg.”
sunICEPRIjsWInnEnDE CommERCIAls
Voor WC Eend. Een kuiken werd al vanaf de geboorte in Engeland getraind voor deze commercial. Hij moest leren ‘praten’ en headdown in een wcpot duiken. En dat deedie.
Voor Bounty werd door de makers van Wallice&Gromit een levensecht eiland van 15 meter doorsnee gebouwd en verscheept naar de studio in Nederland.
Voor Novib. Vijf commercials in ZuidAfrika.
Voor Albert Heijn. Werving vakantiewerkers. Goed voor een lamp bij de Art Directors Club Nederland.
Voor de Europese koepel van het Cultureel Jongeren Paspoort. Een commercial tegen racisme. Een nobudget filmpje voor een interne presentatie. Won de publieksprijs in New York en werd zowel door MTV Europe als Veronica maandenlang uitgezonden. Daarna ging de film bijna de hele wereld over.
de SI2K van SiliconImages. Een super16
gevoel voor een digitale prijs! Daar gaan we
de Rotterdamse adverteerdermarkt mee
bestoken. Verder heb ik goed contact met
Llink, een sympathieke club die kost wat
kost moet blijven! En met een aantal oude
bekenden uit de reclamewereld is een plan
ontstaan om op een creatieve en speelse
manier kansarme jongeren van de straat te
halen en ook te houden. En tot slot, ben ik
met een groep mensen bezig om feesten
te gaan organiseren voor creatieven in
Rotterdam. Op steeds verschillende locaties.
Binnen een half jaar houden we het eerste
feest! Kortom, ik voel me hier helemaal
back in town. Ik merk dat het leuk is om
hier te werken.”
Wat maakt het werken hier leuk?
“Rotterdam is heel laagdrempelig. Als ik
plannen heb, dan kan ik naar de gemeente
gaan en wordt er meteen naar me geluisterd.
Ik bel op en kan langskomen. En je hoeft het
niet onderaan de ladder te vertellen. Je mag
meteen op het juiste niveau insteken. En je
hoort dan ook meteen of men het geschikt
vindt of niet. En ik denk dat ik ook iets voor
de stad kan betekenen door mensen uit mijn
netwerk hier naar toe te halen. Het eerste
voorbeeld heb ik al. Dat is KloosterCasting.
Die leveren veel acteurs voor ONM en GTST,
en doen veel speelfilms. Zij starten een
Rotterdamse afdeling in het Lloydkwartier.
Een aanwinst voor de locale filmindustrie.”
P.24
Voorafgaand aan de Dutch Blend Meeting
was er op donderdagavond 22 mei in het
World Music and Dance Centre het World
Blend Café. Deze maandelijkse netwerk
bijeenkomst voor wereldmuziek stond dit
keer volledig in het teken van de Dutch
Blend Meeting. De tachtig aanwezige,
internationale gasten kregen hier een korte
introductie in de levendige Nederlandse
scene van de wereldmuziek. Ook verscheen
de Dutch Blend Music Guide, een boekje vol
informatie over de Nederlandse wereldmuziek
met daarin alles van bands, podia, festivals,
platenlabels tot booking agency’s.
DuTCh blEnD mEETIng
muzIEk En zAkEnDoEn
Op vrijdag 23 en zaterdag 24 mei, net voor het Dunya Festival, vond in De Doelen Dutch Blend Meeting 2008 plaats. Dit was meer dan een festival voor wereldmuziek. Want naast concerten van zo’n 20 Nederlandse bands was er ook een beurs waar professionals uit binnen en buitenland elkaar ontmoetten.
1 AlfREDo CAxAj kWAm sCouTEn En sWIngEn
De korte optredens van de geprogrammeerde artiesten waren ideaal als samplers voor impresariaten. Alfredo Caxaj kwam speciaal uit Canada om hier bands te vinden die hij thuis kan programmeren. Hierbij checkte hij persoonlijk de dansbaarheid van de aangeboden muziek. Handdoekje kwam dan ook van pas.
2 joRgE mARTínEz gAlán kWAm nETWERkEn
De Cubaanse componist en pianist Jorge Martínez Galán (hier met Roemeense zangeres) kwam om zijn eigen activiteiten te promoten: het verspreiden van (Afro)Cubaanse en Caribische muziek in Nederland. Zie: www.Galan.biz. “Ik heb een heel goede dag achter de rug. Veel media waren in ons geïnteresseerd.”
3 mAnuEl guTIéRREz RojAs DEED mEE Als VRIjWIllIgER
Manuel Gutiérrez Rojas studeert aan het Rotterdamse conservatorium Codarts en werkte als vrijwilliger mee aan Dutch Blend Meeting. Gewapend met een walkietalkie, ontving hij de bands en wees ze de weg. In ruil daarvoor kreeg hij gratis eten en toegang (wat voor Codarts studenten trouwens maar € 5, kostte). “Nee, voor het gratis kaartje hoef je het niet te doen. Maar wel voor de ontmoetingen met de bands.”
4 EnsEmblE gEnDIng
Ensemble Gending nam het gehele podium in de foyer in beslag met hedendaagse muziek voor de Javaanse gamelan.
5 nECo noVEllAs
Neco Novellas, ofwel Anselmo ‘Nevo’ João Johanhane, singer/songwriter uit Mozambique met een aanstekelijke mix van jazz, reggae and funk.
6 Tumbábo mET bEATRIz AguIAR
De in Nederland wonende zangeres Beatriz Aguiar uit Uruguay, werd gevraagd in te vallen voor een zangeres in Tumbábo die twee weken geleden van een dochter beviel. Op Dunya 2008 is Beatriz zelf de hoofdact.
ERVAREn
1
4
2
5
3
6
P.25
Ook de 31e editie van Ortel Dunya 2008 was
weer een succes. Volgens de organisatie trok
dit festival voor ‘wereld podiumkunsten’ maar
liefst 220.000 bezoekers. Een mooie opkomst
die bovendien exact gelijk was aan de opgave
van 2007. Al deze mensen lieten zich niet
door de regen weerhouden. Misschien
wel omdat plensbuien – in een historisch
droge maand! – zo langzamerhand bij
dit festival zijn gaan horen.
oRTEl DunyA 2008
bEATRIz AguIAR
Een fan van Beatriz Aguiar heeft voor haar de vlag van hun gezamenlijke thuisland Uruguay meegenomen en krijgt een kushandje als dank.
P.25
3
6
Het festival was erin geslaagd uit alle wind
streken interessante acts te halen. Zo kreeg
het park bij de Euromast zes verschillende
podia waar meer dan vijftig optredens
plaatsvonden. In totaal meer dan 50 uur aan
wereldmuziek! Naast muziekpodia was er een
Poetry Park, het Plein van de Solidariteit en
een kinderterrein. En natuurlijk: eten en
drinken uit alle uithoeken van de wereld.
P.26onTmoETEn
In januari 2007 opende Shopper zijn deuren op de Rotterdamse Meent. Deze winkel biedt mode, kunstwerken, accessoires en designer toys van aanstormende ontwerpers.
Waar vind je als startende band in Rotterdam een podium? Met die vraag worstelen ongeveer 1.100 regionale bands. Exit geeft het antwoord. Dit podiumcafé aan de Mauritsstraat geeft hen elke donderdagavond de ruimte tijdens de Breaking Bands Night.
Shopper is opgezet door Esmé Umarella
en Vanessa Erasmus. Esmé is styliste en
organiseerde de Mode Marché, een stock
sample sale van het werk van jonge en
gevestigde modeontwerpers. Vanessa
organiseerde beurzen en werkte voor
Off Corso. Bij toeval kwamen ze met
elkaar in contact en twee maanden later
startten ze hun warenhuis Shopper.
Wat kun je hier vinden?
Esmé: “Het werk van startende Nederlandse
ontwerpers. Dat zijn er nu zo’n vijftig.
Daarnaast voeren we aantal merken uit
Scandinavische landen.”
Carlo Randolfi is eigenaar van Het Speelonk,
waar bands kunnen repeteren in speciaal
geoutilleerde en geïsoleerde ruimten.
Mark Beljon is eigenaar van Exit. Uit deze
combinatie was het idee van de Breaking
Bands Night snel geboren. Carlo kende de
bands, Mark had de ruimte en muziekwinkel
Feedback was zo aardig om de geluids
installatie en het slagwerk te sponsoren.
Een gesprek met de programmeur van de
Breaking Band Nights, Carlo Randolfi.
Wat kun je tijdens de Breaking Band
Nights horen en zien in Exit?
Carlo Randolfi: “Alles. Van nederpop tot punk.
Maar we stellen wel als voorwaarde dat de
bands een eigen repertoire brengen. We doen
niet aan coverbands. En twee bands per
avond.”
hoT sPoTsshoPPERouTlET VooR sTARTEnDE onTWERPERs
ExITsPElEn VooR ConsumPTIEbonnEn
Hoe vind je de ontwerpers? Of vinden
zij jullie?
Vanessa: “In het begin kregen we veel pers
aandacht. En dat leverde haast elke dag een
nieuw contact op met een ontwerper. Dus dan
vonden zij ons. Maar we zoeken zelf ook heel
gericht naar dingen we leuk vinden. Op beurzen,
galeries, eindexamens of op internet. Of via
Google. Laatst typte ik naamkettingen in, omdat
we die graag in assortiment wilden hebben.”
Jullie beperken je niet tot kleding?
Esmé: “Nee, we hebben ook canvas doeken,
tassen, sieraden, beelden en accessoires.”
Krijgen de bands betaald?
“Nee, niemand krijgt betaald, ik ook niet.
De bands krijgen consumptiebonnen en
een podium inclusief de backline en een
geluidsman. En voor het publiek is de entree
gratis. De bedoeling is dat de bands zelf hun
publiek meetrekken zodat Mark wat bier kan
tappen. Dat is de hele constructie.”
Is het slecht gesteld met de mogelijk
heden voor beginnende bands om zich
aan een publiek te presenteren?
“Ja, voor een stad als Rotterdam zijn er veel
te weinig podia voor deze groep. Rotown is
natuurlijk een prima plek, maar zij zijn dit
stadium eigenlijk al ontgroeit en richten zich
op internationale acts. Waterfront café doet
wel iets vergelijkbaars, maar dan heb je
het volgens mij wel gehad. En dat is veel te
P.27
Waar moet je zijn in Rotterdam? Waar kom je creatieve geestverwanten tegen? Op de cafés aan de Nieuwe Binnenweg? In de winkeltjes van de Pannenkoekstraat? Of in de dag en nacht levendige Witte de Withstraat met zijn restaurants, galeries, shoarmatenten, cafés en winkeltjes? Het antwoord is natuurlijk: op al deze plekken en nog veel meer! Om – vooral nieuwkomers – een beetje wegwijs te maken, hebben we een (onvermijdelijk onvolledig) lijstje van Hot Spots opgesteld. We maakten een praatje bij twee van hen: designwinkel Shopper en podiumcafé Exit.
hoT sPoTs
Ik zie niet zoveel voor heren?
Vanessa: “Eén rekje maar. Dat komt omdat
ontwerpers minder voor heren maken.
Terwijl het wel goed loopt.”
Hanteren jullie een afbakening?
Esmé: “Nee. Nou, we moeten wel achter ons
aanbod kunnen staan, maar dat betekent niet
dat het onze smaak hoeft te zijn.”
Hoe kwamen jullie aan deze toplocatie?
Vanessa: “Via OBR én voor een leuke huurprijs.
Maar het is wel tijdelijk. We moeten er per
1 oktober uit, dan wordt alles hier gerenoveerd.
Dus wie nog iets leuks weet, mail ons:
[email protected].” hoTsPoTs
Café/restaurants:Café VerhipDe Witte AapRestaurant Toaster
Kledingwinkels:Shopper (jonge ontwerpers kunnen hier hun kleding verkopen)M (Leyp/Lijfstijl/Venour)I Am Fool (skate/design winkel)Lijfstijl
Gallery:Roodkapje (eten en kunst)MamaTent
Uitgaan:Rotown (nieuwe bandjes)Club Zonder ConsessiesMotel MozaïqueWatt
weinig voor de 1.000 tot 1.100 bands die
we in deze regio hebben.”
Weten bands je te vinden?
“Ja. Ik begon met bands uit mijn eigen ‘stal’
maar daarmee redden we het allang niet
meer. Ze komen nu overal vandaan.
Wie wil komen spelen, kan me mailen:
P.28
In het Uitvoeringsprogramma Creatieve Economie 2008 staan de plannen beschreven waarmee de gemeente Rotterdam dit jaar de creatieve economie een duwtje in de rug wil geven. Zodat de sector groeit, maar ook robuuster wordt en daar door minder kwetsbaar voor economische tegenwind.
hoE sTImulEERT DE gEmEEn
Voordat we op de concrete plannen ingaan,
is het nuttig om even uit te zoomen naar
het grotere beleid waar het versterken van
de creatieve economie onderdeel van is.
De missie van het gemeentebestuur is
namelijk het bouwen aan een sterke
economie en een aantrekkelijke woonstad.
Voor het eerste punt, de bouw van een sterke
economie, concentreert Rotterdam zich op
de omslag van een industriële naar een
kennis en diensteneconomie. Daarbinnen
kiest men voor een verdere ontwikkeling
van de medische en creatieve sector.
De ontwikkeling van creatieve industrie
vraagt een omgeving waarin innovatie wordt
gestimuleerd en waar ruimte is voor kruis
bestuiving tussen wetenschap, kunst en
technologie. Daarvoor zijn voldoende hoog
opgeleide kenniswerkers en creatieve
ondernemers nodig. Zij willen wonen en
werken in een tolerant, internationaal stedelijk
en bloeiend cultureel klimaat. Rotterdam
wil zo’n omgeving bieden. Tot zover het
grotere plaatje.
En nu concreet: de plannen voor 2008.
Daarin kunnen vier gebieden rekenen op
speciale aandacht: architectuur, audio
visuele en nieuwe media, design/product
innovatie en muziek/dans.
Meerdere events op mediagebied
Op het gebied van film zijn de cinemart van
het IFFR, de Master Class Rutger Hauer en
het Arab filmfestival in de eerste helft van
2008 ondersteund. 21 juni was de dag van
Free Gaming, een nieuw evenement rondom
de wereld van games en gamers. Dit is in
een buitenruimte gehouden en is interessant
voor een jong en breed publiek, ook voor hen
die nauwelijks gamen. Games kunnen hier
worden geproefd en ervaren. In de Doelen is
deze dag een business beurs gehouden waar
bedrijven die games maken, elkaar ontmoe
ten, kennis delen en zaken kunnen doen.
Verder is er in september in Rotterdam weer
EDay, een landelijke beurs waar ervaren
ICTbedrijven zich presenteren aan elkaar
en aan het bedrijfsleven. Jonge Rotterdamse
ondernemers en mediabedrijven krijgen op
de speciale Rotterdam Ground de kans
zich te profileren.
Muziekfestival krijgen
meer mogelijkheden
tot zakendoen
De Economic Development
Board Rotterdam
(EDBR) en de
Rotterdamse
Raad voor Kunst
en Cultuur (RKKC)
advi seren om muzikaal
ondernemerschap ruim baan
te geven, vooral op het gebied
van urban, dance, jazz, wereldmuziek
en festivals. Een goede stap hierin was
de Dutch Blend Meeting, een festival
voor wereldmuziek dat op 23 en 24 mei in
De Doelen werd gehouden. Onderdeel hier
van was een beurs waarin impresariaten en
podia elkaar ontmoetten. Rotterdam zal dit
soort zakelijke contacten vaker mogelijk
maken, tijdens bestaande en nieuwe muziek
festivals, waardoor de markt voor muzikanten
wordt vergroot. Goed is om vast te stellen dat
Rotterdam met het World Music and Dance
Centre van Codarts al een belangrijke speler
is in de internationale wereldmuziek.
uITVoEREn
Architectuur: ogen en oren open
Het gaat goed met deze sector. Rotterdam
telt flink wat vooraanstaande architecten
bureaus. Zij hebben de maasstad nationaal
en internationaal op de kaart gezet als
vestigingsplaats voor architecten. Met deze
bureaus wil de gemeente goed contact
onderhouden, zodat men weet wat er leeft
en hierop kan worden gereageerd. Dit zal
onder andere via Architectuur Instituut
Rotterdam (AIR) gebeuren.
Een designplatform voor meer
samenhang en samenwerking
Ondanks het grote aanbod
van goede, innovatieve en
creatieve ontwerpers,
was deze sector
nog niet georga
niseerd. Dat is
nu voorbij, want in
januari ging het Design
platform van start. De eerste
themabijeenkomst, waarin de
Chinese markt werd verkend, kon
al meteen rekenen op een groot aantal
bezoekers. Het Designplatform zal
ontmoetingen tussen designers onderling
stimuleren maar ook de brug slaan van de
ontwerpwereld naar de reguliere economie.
Designers zijn getraind om buiten de
bestaande kaders te denken, maar ook om
hun ideeën terug te vertalen naar praktische
toepassingen. Hierdoor kan hun werk voor
veel meer vraagstukken van waarde zijn,
dan waarvoor de sector nu wordt ingezet.
Het Designplatform wil designers dan ook
gaan betrekken bij onderwerpen die spelen
bij de overheid en het bedrijfsleven.
DoElsTEllIng
Een toename van het aantal arbeidsplaatsen binnen de creatieve economie in Rotterdam van 9.200 banen (2005) naar 12.000 banen
(2010). Onderzoek toont aan dat groei in deze sector leidt tot een veelvoud
van werkgelegenheid in de reguliere sector.
1
TE DE CREATIEVE EConomIE?
P.29
Tot zover de vier aandachtsgebieden.
Daar naast stelt de gemeente zich een
aantal doelen die voor de hele creatieve
sector gelden.
Rotterdam zichtbaar maken als
creatieve stad
Het magazine INSPR, dat je nu in handen
hebt, en andere activiteiten in de campagne
‘Creativity starts here’ moeten bijdragen aan
de promotie van Rotterdam als creatieve
stad. Lag vorig jaar de nadruk op de fysieke
ruimte in de stad, dit jaar richt de aandacht
zich op openheid, die kenmerkend is voor de
Rotterdamse creatieve cultuur. Want elkaar
ontmoeten en samenwerken gaat hier als
vanzelfsprekend. Er gebeurt veel in de
Rotterdamse creatieve economie. Om
Rotterdam als creatieve stad in de publiciteit
te krijgen, worden de media zoveel mogelijk
opgezocht. Het Ontwikkelingsbedrijf (OBR)
van de gemeente Rotterdam biedt bedrijven
uit de creatieve sector de gelegenheid om
hun activiteiten, zoals openingen, beurzen
en congressen, aan te melden, waar
door ze worden meegenomen in
de PRagenda. Kijk voor meer
informatie in het colofon
achter in dit magazine.
De gemeente steunt
netwerkorgansiaties
Het Ontwikkelingsbedrijf steunt een
zevental netwerk en brancheorgani
saties die helpen om opdrachtgevers en
opdrachtnemers bij elkaar te brengen en
activiteiten die beide groepen informeren over
trends en ontwikkelingen. Bij voorkeur dragen
deze activiteiten ook bij aan de zichtbaarheid
van de stad.
Advies en coaching
De Kamer van Koop
handel en OBR hebben al goed
functionerende middelen en
trajecten opgezet om startende en
bestaande ondernemers te coachen en
van advies te voorzien. Hulp bij het vinden
van een passende financiering hoort hierbij.
Dit zijn generieke voorzieningen bedoeld
voor alle ondernemers. De Kamer en OBR
onderzoeken welke specifieke voor zieningen
voor de creatieve sector daar aan toegevoegd
moeten worden. Zo wordt gekeken of het
Mentoraat, waar starters voor coaching
terechtkunnen, moet worden uitgebreid
met specialisten uit de creatieve
sector.
Werken aan voordelige
huisvesting
OBR heeft de taak van
Stichting Kunst Accommodatie
Rotterdam (SKAR) verbreed.
Er wordt sinds anderhalf jaar niet alleen
huisvesting bemiddeld voor kunstenaars
maar ook voor creatieve bedrijven. En naast
permanente huisvesting biedt SKAR nu
ook tijdelijke ruimten van de gemeente aan.
Verder praat men met woningcorporaties om
te zien wat zij voor mogelijkheden bieden.
Twee grote mijlpalen in huisvesting zijn dit
jaar de opening van de Creative Factory
en de voltooiing van de Schiecentrale!
Om exact te weten in hoeverre het
huisvestingsaanbod achter blijft
bij de vraag, is een grondig
kwantitatief onderzoek
gestart. Dit zou kunnen
leiden tot de aankoop
van nieuwe panden.
Expertpanel maakt banken
bekend met creatieve sector
Startende creatieve bedrijven stappen in
veel gevallen naar de bank voor een lening.
Maar de geldverstrekkers blijken niet altijd
even goed bekend met de creatieve sector,
waardoor zij het risicoprofiel niet juist kunnen
inschatten. Dat kan in de praktijk leiden tot
onnodig afwijzen van de aanvraag. Er wordt
nu een panel van experts opgericht, zodat
de ingediende plannen beter kunnen worden
beoordeeld.
De eerste klus is een daalder waard
Wie afstudeert aan een creatieve opleiding,
moet zo snel mogelijk een eerste opdracht
krijgen. Want die is vaak het lastigst.
Rotterdam steunt dit met prijsvragen en
nog te ontwikkelen projecten. Voorbeelden
hiervan zijn, op filmgebied: Kort Rotterdams,
Seven Inch Docs en de Rutger Hauer
masterclass (film) en op designgebied: de
Rotterdamse Designprijs en de Rotterdam
Tshirt Contest. Op het terrein van de
architectuur is er dit jaar een prijsvraag voor
een brede school en een multifunctionele
accomodatie (MFA) in RotterdamZuid.
DoElsTEllIng
Het tot stand brengen en stimuleren van nieuwe
kruisbestuivingen.
DoElsTEllIng
Het vergroten van de zichtbaarheid van het reeds aanwezige creatief
potentieel van Rotterdam.
2
3
hoE sTImulEERT DE gEmEEnTE DE CREATIEVE EConomIE?
P.30
EEn slIm gEbouW Is AlTIjD DuuRzAAm,
EEn DuuRzAAm gEbouW nIET AlTIjD slIm.
onDERnEmEn
ORIGINS
Duurzaamheid avant la lettre. Vertel!
“Ik begon vijf jaar geleden voor mezelf.
Toen werkte ik bij een regulier architecten
bureau in Rotterdam waar we erg mooie
dingen maakten. Maar ik had altijd de wens
om rekening te houden met milieu en energie.
Er waren wel meer architecten die daar sinds
de oliecrisis aan deden, maar dat was vaak in
een geitenharen sokken sfeer: dus duurzame,
maar lelijke gebouwen. Ik werkte in een
omgeving waar het juist ging om esthetiek,
zonder dat rekening werd gehouden met het
milieu en energie. Maar als architect ben je
uiteindelijk een probleemoplosser. En je
problemen zijn: de beperking van het budget,
het programma van eisen, het bouwbesluit,
welstand, eisen van de opdrachtgever
enzovoort. Waarom daar niet twee extra
problemen aan toevoegen als het er toch
al zoveel zijn?”
P.30
“nIEmAnD hEEfT ThuIs sysTEEm-PlAfonDs, mAAR oP ons WERk VInDEn WE hET noRmAAl.”
P.31
EEn slIm gEbouW Is AlTIjD DuuRzAAm,
EEn DuuRzAAm gEbouW nIET AlTIjD slIm.
Wordt zo’n huis hierdoor niet veel duurder
dan de markt?
“Nee, in dit geval niet. Het budget was
gewoon één van de beperkingen waarbinnen
ik moest werken. Maar ik zeg wel eens tegen
ontwikkelaars: geef nou eens niet 10% van
je budget uit aan adviseurs (architecten,
constructeurs etc.) en 90% aan de bouw.
Geef ons 15%. Dan hebben wij meer tijd
om na te denken en oplossingen te vinden.
Hierdoor kunnen we met een ontwerp komen
waardoor de bouwkosten niet op 90% van
het budget uitkomen maar slechts op 80%.
Dan bespaar je 5%. Maar ja, dat klinkt
natuurlijk alsof ik mijn eigen portemonnee
wil spekken.”
Daarna ging je door met Origins. In Creative
Cube. Hoe kwam je in dit pand terecht?
“Met Schilpad en Vrienden had ik een
medewerker aangenomen, en nog één, toen
een stagiaire, maar intussen werkten we nog
bij mij thuis aan de keukentafel. Dus ik ging
zoeken en kwam daarbij anderen tegen, zoals
Ronald Mannak van 1uptoys. Wij hadden
ons oog laten vallen op de oude poli van het
Ooglijdersgasthuis, op de hoek van de Witte
de With. De makelaar, die graag het hele
pand wilde verhuren, wees ons op een
andere groep die aan het zoeken was.
Dat waren Bouwmeester Van Leeuwen,
Mangrove en 2twintig die bij elkaar in
Moordrecht zaten. Uiteindelijk bleek de
polikliniek toch niet te worden verhuurd,
maar de onderlinge kennismaking was goed
bevallen en we bleven samen verder zoeken.
Toen zag Ronald een ‘te huur’sticker op deur
van dit TNTgebouw. Ik vond de ligging wel
minder maar het had zeker mogelijkheden,
en dat vonden alle partijen. Omdat TNT één
aanspreekpunt wilde hebben, heb ik het
pand toen op mijn naam laten zetten.
Bij het nieuwe pand hoorde ook een nieuwe
bedrijfsnaam en dat werd Origins. Iets later
richtten we een huurdersvereniging op en
gingen we er huurders bij zoeken.”
Omdat dat moeilijk is?
“Maar als het lukt, de kick is ook veel groter.
Je gaat slapen en ‘s nacht krijg je ineens het
idee dat ook je laatste probleem met een
pennenstreek oplost. En het resultaat is dan
een slim gebouw. En een slim gebouw is altijd
duurzaam, maar een duurzaam gebouw niet
altijd slim. Duurzaam hoeft niet ten koste
te gaan esthetiek of comfort. Vanuit die
gedachte begon ik mijn eenmanszaak
Schildpad en Vrienden. Daarmee won ik een
prijsvraag, die was uitgeschreven door Senter
Novem, met het concept van een extreem
energiezuinige woning die was gebaseerd
op oude inheemse bouwstijlen. Op grond
daarvan kreeg ik de opdracht van een
particulier om de woning uit te werken en het
resultaat is een fraaie, duurzame woning waar
het heel prettig wonen is. Zo heeft dit huis
geen gasaansluiting maar warmteopslag in de
grond, onzichtbare PVcellen op het dak en
een Co2gestuurd ventilatiesysteem. Ook zijn
er enorme vides, niet alleen omdat dat mooi
is, maar ook om het zonlicht binnen te laten
en de warme lucht overal te laten komen.”
P.31
Al vóór de hype wilde Jamie van Lede architectonische vraagstukken voorzien van een extra eis: die van duurzaamheid. Om die reden startte hij zijn eigen bureau Origins in Creative Cube. Inmiddels staat dit onderwerp bij iedereen op de agenda en zitten Jamie, Jeffrey, Lizet en Lotte niet om werk verlegen.
kInDERboERDERIj ElsEnhoVEn
Amstelveen. Start bouw september 2008.
mAngRoVE
Rotterdam. 500 m2 interieur. Opgeleverd.
ORIGINS
>
P.32
Wat voor partijen zochten jullie?
“Creatieve bedrijven van verschillende
disciplines. Zodat je niet elkaars concurrenten
bent, maar er juist interessante samenwer
kingsvormen kunnen ontstaan. Daarbij was
voor ons een specifieke eis dat alle huurders
er echt wat van zouden gaan maken.
Geen clubs die de bestaande systeem
plafonds erin zouden laten. Want dat vind ik
zo’n rare gedachtenkronkel. Niemand wil
thuis systeemplafonds en tlverlichting, maar
op je werk vind je dat ineens normaal.”
Kregen jullie hierbij steun van de gemeente?
“Ja, we zijn naar het Ontwikkelingsbedrijf
(OBR) gegaan en die hebben het leeghalen
van het pand betaald. Dus de kosten van
het strippen en afvoeren van alle lagen vloer
bedekking en systeemplafonds die 50 jaar
lang over elkaar heen waren gelegd. En dan
bleef er nog wat geld over dat we als buffer
konden wegzetten. Ook hadden we bij TNT
het eerste jaar huurvrij bedongen. Maar we
zijn wel vanaf maand 1 huur gaan betalen
waardoor we dit bedrag kunnen sparen voor
onvoorziene kosten, bijvoorbeeld als een huurder
zou wegvallen of als er iets kapot gaat.”
Een mooi voorbeeld van hoe Rotterdam
investeert in de creatieve economie?
“Jazeker. Het laat zien hoe prettig het werken
met OBR is en hoe men ook met bottomup
initiatieven omgaat. Dat je op een steenworp
afstand van het Centraal Station zoiets kunt
krijgen, is wel typisch Rotterdam. De Van
Nellefabriek is ook een mooi project, maar
dat is een voorbeeld van topdown denken.
Persoonlijk weet ik niet of het de creativiteit
bevordert als je 12 architectenbureaus naast
elkaar zet. Misschien wel, maar ik vind onze
opzet inspirerender. Juist de aanwezige
variëteit maakt dat je gaat samenwerken.”
“CREATIVE CubE Is EEn boTTom-uP InITIATIEf DAT
DooR DE gEmEEnTE Is omARmD.”
bouWhEk ERAsmus mC
Rotterdam. In uitvoering.
VIllA
Nieuwveen. Opgeleverd.
PRIjsVRAAgInzEnDIng
sEnTERnoVEm
Energiezuinige woning. Eerste prijs.
onDERnEmEn
>
P.33
Heb je al samengewerkt met andere
huurders?
“Ja, Bouwmeester van Leeuwen werkt voor
Ordentall, een Rotterdamse praktijk voor
parodontologie. Zij hebben de naam bedacht
en ook de huisstijl, website en advertenties
gemaakt. Allemaal heel fris, maar intussen
deed hun interieur nog denken aan
een Oostblokland in de jaren zeventig.
Daar hebben ze ons toen bij gehaald.
En 2twintig verzorgt voor Ordentall de PR.
En met WAACS, de ontwerpers van de
Senseo, werken we al twee jaar aan
duurzame stadswoningen.”
Is dat een eigen initiatief?
“Ja, wij hebben als Origins wel meer duur
zame woningen ontworpen, onder andere
voor de gemeente Hellevoetsluis, maar de
kritiek daarop is altijd dat het luxe vrijstaande
woningen betreft. Geen sociale woningbouw
voor in de binnenstad. Alsof dat niet zou
kunnen. Wij willen graag laten zien dat dit
wel degelijk kan, maar we hebben daar geen
opdracht voor. Dus zijn we dit op eigen
initiatief gestart en daar proberen we nu de
gemeente Rotterdam warm voor te maken.
Wordt het niet tijd om hier de nieuwe
generatie kijkkubus neer te zetten, wat een
duurzaam ding is? Geen Willie Wortelhuis
voor een Milieudefensiesmurf, maar een
mooie, comfortabele woning zonder fijn
stof en met een laag energieverbruik.
De wethouders Harbers en Kaya zien dat
zitten, maar in de uitwerking gaat het tot
nu toe steeds mis. En dat is zonde, want
Rotterdam deelt wel spaarlampen uit en
tekent wel het Clintoninitiatief.”
Wat wordt er gebouwd wat jullie
recent hebben ontworpen?
“Op dit moment wordt een afscherming
gebouwd om het Erasmus Medisch Centrum,
die wij ontwierpen. Omdat het EMC gedu
rende de komende 15 jaar zal worden
verbouwd, schreef men een prijsvraag uit
voor een fraaie, modulaire omheining die het
ook mogelijk maakt om wat van de bouw te
kunnen zien. Normaal zijn dat die multiplex
platen die meteen worden ondergespoten.
Maar om daar nu 15 jaar tegenaan te kijken...
Wij wonnen die prijsvraag met een concept
van staande balken met een verlopende knik
waardoor een sinusvorm ontstaat. Als je er
recht voor staat, kijk je tussen de balken door
naar binnen, maar als je er vanuit een hoek
tegenaan kijkt, is het een gesloten houten
wand. Een groot voordeel van dit ontwerp is
ook dat het geen zin heeft om erop te gaan
spuiten. Ik hoop dat de Rotterdammers er
een passende naam voor verzinnen zoals ze
ook deden met de Zwaan en de Koopgoot.”
Heel fraai! En weten jullie zelfs zo’n
afzetting iets duurzaams mee te geven?
“Ja, dat kan bij ons niet anders. Het hout is
laagwaardig vurenhout, deels uit Nederland.
Het is thermisch behandeld waardoor
het 15 jaar meekan. Dat gebeurt in een
autoclaaf waar het met laagwaardige
energie wordt gekookt, waardoor de
cellulose zo hard wordt als bakeliet.
De houtsappen die hier bij
ontsnappen, worden gebruik
voor de verhitting waardoor
dit een energieneutraal proces is.
In de 15 jaar dat dit hek staat, groeit
er meer nieuw hout bij dan in het hek is
verwerkt. En als het hek na 15 jaar wordt
verbrandt in een verbrandingsoven, dan
levert dit net zoveel energie op, als nodig was
voor het fabriceren van de stalen dragers van
het hek. Kortom, een rond cradletocradle
verhaal met een gaaf ding als uitkomst.”
Dat zouden meer mensen moeten doen.
“Inderdaad. Er staat nu in Nederland
6 miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg
terwijl er aan de Zuidas en op de Kop van
Zuid wordt bijgebouwd. Gewoon omdat oude
kantoorpanden, zoals waar wij nu zitten, niet
meer voldoen aan de eisen die men tegen
woordig stelt. Architecten moeten niet meer
15 jaar vooruitdenken maar 75 jaar. Zoals
bij het nieuwe Nikekantoor in Hilversum.
Dat is zo ontworpen dat het altijd kan
worden omgebouwd naar prettige woningen.
Het gebouw is zo duurzamer en het biedt het
pensioenfonds dat erin belegt een betere
lange termijn waarde.”
P.34
“Als jE DE muREn gEEl WIlT VERVEn, DAn kAn DAT.”
sAmEnWERkEn
In Rotterdam vind je creatieve bedrijven op de meest onverwachte plaatsen. Zoals in de Van Helmontstraat bij de, vanwege de voormalige tippelzone, beter bekende Keileweg. In een voormalige vleesfabriek vinden we Design Dock. Dit is een verzamelpand voor bedrijven die in de brede zin van het woord met design te maken hebben. We schuiven aan bij twee bureaus voor grafische vormgeving: Scale To Fit en Buro Stof.
Scale To Fit is de tweemanszaak van
Hans de Ruiter en Dennis van der Meule.
Stof is het bureau van Albert Hogeweg.
Scale To Fit maakt grafisch werk dat meestal
jongeren als doelgroep heeft, Stof ontwerpt
voor diverse theaters en de culturele sector
in het algemeen.
Zijn jullie elkaars concurrenten?
Hans: “In principe wel. Daarom moet je onze
naam ook het grootst in je artikel zetten!”
Dennis: “Albert werd laatst gebeld door een
prospect die bij ons een offerte had aange
vraagd. Het was ons wegens drukte niet
gelukt om die binnen twee uur te versturen,
dus hij shopte verder. Dat komt niet vaak
voor, omdat we heel verschillende netwerken
hebben. Maar we zijn niet aanvullend op
elkaar. Wat Albert doet, doen wij ook.”
Zie je het evengoed als voordeel om in één
pand te zitten?
Dennis: “Ja, nu ik hier zit, vind ik het wel leuk,
maar het was niet doorslaggevend voor onze
keuze voor Design Dock.”
Albert: “Maar het heeft als voordeel dat je bij
elkaar kan binnenlopen voor een vraag over
InDesign, een kopje suiker, een lettertype, of
hoe je iets zou moeten begroten. Je voelt je
niet alleen, maar als je alleen wilt zijn, kun je
de deur dichtdoen.”
Hans: “En je kunt hier lekker discussiëren
over de film die is gemaakt over de Helvetica.
Voer voor designnerds!”
Werken jullie wel eens samen?
Albert: “Eigenlijk niet. Het is ook niet zo dat
je werk van elkaar kunt overnemen. Daarvoor
zijn onze stijlen te verschillend. Daarbij kiest
een opdrachtgever bewust voor jouw soort
werk.”
Dennis: “Of voor jouw kop. Daarom ben
ik ook blij dat wij met zijn tweeën zijn.”
Hans: “Met Simon van Simza werken we wel
samen.”
Albert: “Ja, ik ook. Want hij doet motion
graphics, en dat is iets dat wij geen van
beiden doen.”
VlnR
Hans de Ruiter en Dennis van der Meule, in het midden Albert Hogeweg
bnn
Ontwerp merkboek, Scale to fit
P.35
En waarom Rotterdam, Albert?
Albert: “Ik werkte bij een designbureau in
Amsterdam en deed hier de Willem de
Kooning Academie. In die tijd won het
Amsterdamse bureau Mevis & Van Deursen
de pitch voor de vormgeving van Rotterdam
Culturele Hoofdstad 2001. Zij zochten
iemand voor de uitwerking van alles. Ik vroeg
Armand Mevis of hij dacht dat ik dat zou kunnen.
Hij zei: ‘Go your gang’. Dus dat was mijn
start. En daarmee bouwde ik in twee jaar tijd
zo’n groot netwerk op, dat het daarna vanzelf
ging. Mijn eerste klant werd de Rotterdamse
Schouwburg. Ik kreeg van hen zelfs een eigen
werkruimte in de schouwburg. Maar na vier
jaar wilde ik fysiek wat meer afstand nemen
van deze opdrachtgever. Toen hoorde ik van
Design Dock.”
Hans, jij woont in Breda. Heb je overwogen
om Scale To Fit daar op te zetten? Er is daar
net het Graphic Design Museum Beyerd
geopend.
Hans: “Het is een goede stad en er zitten veel
goede ontwerpers. Maar wij werken voor
reclamebureaus, omroepen en platenmaat
schappijen. En onze klanten in die sectoren
zitten voor het merendeel in Amsterdam en
Hilversum, en ook wel in Den Haag. Voor hen
“Als jE DE muREn gEEl WIlT VERVEn, DAn kAn DAT.”is Breda te ver weg. In kilometers, maar ook
psychologisch. Als Rotterdams bureau ben je
een landelijk bureau, in Breda lijk je regionaal.
Ik denk trouwens dat maar 10% van onze
klanten in Rotterdam is gevestigd.”
Albert: “Dat is bij mij wel 70%. Maar ik merk
dat ook mijn Amsterdamse relaties een
goed gevoel hebben bij Rotterdam. Onze
nononsense mentaliteit spreekt hen aan.”
Wat zit hier nog meer?
Albert: “Op de begane grond zitten voor
namelijk groothandelsbedrijven in mode, een
paar interieurzaken en een reclamebureau.
Boven zitten we met drie ontwerpbureaus,
de derde is Studio Fraaj. Verder zit hier
een tekstschrijver, een internetbedrijf,
de fototoko en de eerder genoemde
3Dkoning van Rotterdam: Simon.”
Hans: “En elke tweede en laatste zaterdag
van de maand worden hier beneden
electrofeesten gehouden onder de naam
Herr Zimmerman.”
Waarom kozen jullie voor dit pand?
Albert: “Het is ergens wel shabby, hoor. Maar
de huur is relatief laag en als je je wanden
geel wilt verven, zoals ik, dan kan dat.”
Dennis: “Toen wij op zoek waren, wees OBR
wees ons op dit gebouw en het bevalt prima.
Maar bij ons groeit wel de behoefte om
dichter bij het centrum te zitten. Ik zou dit
pand zo willen oppakken en ergens anders
neerzetten. Het Rijnmondgebouw, naast het
Westerpaviljoen, dát lijkt ons een mooie
volgende plek. In de creatieve omgeving
van de Nieuwe Binnenweg.”
Albert: “Ach, ik heb een geweldige scooter.
Ik zit hier prima!”
EmI musIC
Album en single covers voor a balladeer, Scale to fit
PRoDuCTIEhuIs RoTTERDAm
RoTTERDAmsE sChouWbuRg
Flyerkaart voor: Contact de Opera, stof rotterdam
DEsIgn DoCk
P.36
Het Initiatief is al 12 jaar de belangenbehartiger voor audiovisuele bedrijven in Rotterdam. Met steun van Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR), het Rotterdam Fonds voor de Film (RFF) en de meer dan 100 leden, probeert deze club het ondernemingsklimaat van de eigen bedrijfstak te bevorderen. Hoe ze dat doen, vertellen bestuursleden Arjen Weijers en Herman Slagter.
Arjen: “Onze hoofdtaak is belangenbeharti
ging. Wij hebben tweewekelijks contact
met het RFF en, indien nodig, ook met OBR
zodat wij hen kunnen informeren over wat er
leeft in de branche en wat de behoeften zijn.
Daarnaast organiseren we elke maand een
event zoals workshops, festivals, Cineclubs
en netwerkborrels waar mensen werk
presenteren en waar over AVonderwerpen
gesproken wordt.
Internet als stem van de branche
Herman: “Wij willen als Het Initiatief een
spreekbuis zijn voor de branche. Daarom
werken we nu aan een module op onze
website waar bezoekers hun vragen of
wensen kwijt kunnen. Dat zijn vragen als:
‘Hoe zit het met het filmbeleid in Rotterdam?’
‘Kun je een budget ook gedeeltelijk in
het buitenland besteden?’, ‘Kunnen er
geen lichtfaciliteiten worden geregeld in
Rotterdam?’, ‘Waar zijn de studio’s?’.
Op die vragen kun je ook stemmen.
Wij nemen de vijf vragen met de meeste
stemmen mee in ons overleg met RFF en
OBR. Zo kun je ook als klein avbedrijf je
stem laten horen en zo geven we wellicht
RFF en OBR ruggensteun in hun gesprekken
met de politiek.”
Festival voor korte documentaires
Herman: “Het festival dat we dit jaar organi
seerden was Seven Inch Docs. Hierin boden
we jonge, getalenteerde filmmakers de kans
om een korte documentaire van 3 minuten te
maken. Uit de 30 inzendingen kozen we er 7.
Die zijn uitgevoerd en daar werd weer een
juryprijs en een publieksprijs aan toegekend.”
“RoTTERDAm zou AnImATIE kunnEn InzETTEn Als VIsITEkAARTjE.”
hET InITIATIEf
nETWERkEn
Masterclass 3Danimatie
Arjen: “En we hielden een heel belangrijke
masterclass 3Danimatie. Daarvoor hebben
we Kyle Balda naar Nederland gehaald.
Hij is 15 jaar lang directing animator bij
Pixar en Industrial Light and Magic geweest.
Hij maakte films als Toy Story en Monsters Inc.
Onze opdracht aan hem was simpel: maak
onze deelnemers in 5 uur tijd laaiend
enthousiast over animatiefilm. Ik heb eerder
een workshop van hem gevolgd in Engeland.
Dat was fantastisch! Zijn presentatie was
voor mij doorslaggevend om met dit werk
door te gaan.”
Acteren volgens Pixar
“Balda ging bijvoorbeeld in op de vele
manieren waarop je een poppetje kunt laten
acteren. Met houding, met gezicht, met ogen.
Als je een poppetje een idee wilt laten krijgen,
kun je hem zijn vinger te laten opsteken.
Maar Balda liet een scène zien waarin Peter
Sellers op een feestje zijn schoen kwijt is.
Ineens ziet hij zijn schoen in het zwembad
drijven. Dan krijg je een close up van zijn
gezicht en zie je zijn ogen razendsnel in
verschillende richtingen bewegen. Tak, tak,
tak. Je weet dan dat hij een plan aan het
maken is, om die schoen weer terug te
krijgen. Dat is nou echt Pixar!”
Animatie nauwelijks anders dan motion
“Onder onze leden zijn ook veel producers en
regisseurs. Daarom hebben we Balda ook
gevraagd om de workflow van het productie
proces van een animatiefilm te schetsen.
Wij hebben hier in Rotterdam namelijk
ongelooflijk veel talent, maar niemand durft
het aan om iets met animatie te doen, omdat
men denkt dat het iets heel anders is. En ik
wist dat hij zou gaan vertellen dat het precies
hetzelfde is. Alleen heb je geen camera in
je handen maar een computer. Alles wat je
verder nodig hebt, is hetzelfde. Dat was voor
veel aanwezigen een eyeopener. Dus ik hoop
dat de 80 aanwezigen zich nu realiseren dat
zij dit óók kunnen en dat er in Rotterdam
meer animatiefilmpjes worden gemaakt.”
Een eigen animatiestudio voor Rotterdam
Arjen: “Wij gaan in elk geval praten met het
RFF en OBR of we geen eigen animatiestudio
kunnen opzetten waarin we de krachten
bundelen. Want producenten durven niet
zo snel in zee te gaan met een klein bedrijfje.
Als we een gefaciliteerde tent kunnen opzetten,
kunnen we echt iets laten zien. Er is hier
zoveel talent. En Kyle Balda wil al meedoen
in ons team.”
Op naar Cannes
Arjen: “Als we in de komende twee jaar een
paar goede shorts maken en die in Cannes
laten zien, dan geef je een leuk visitekaartje
af. Ik heb zo al 20 animatoren, 4 scriptschrij
vers, 10 postproductiejongens, 4 editors en
een aantal producenten. Pixarkwaliteit zullen
we niet zomaar halen – misschien na een jaar
of 10 – maar we kunnen zeker goed werk
maken. Dat is geen utopie. Maar je moet wel
de juiste mensen bij elkaar kunnen zetten.”
Het talent is er
Herman: “Tien jaar geleden waren die
mensen er niet. Maar nu hebben we hier
goede opleidingen. Alleen moeten we de
afgestudeerden hier houden en dat lukt op
dit moment nog niet. Ze willen allemaal naar
Pixar en Industrial Light and Magic. Als ze
na een paar jaar weer terugkomen, is dat
prima. Maar als ze wegblijven, doen wij hier
iets verkeerd.”
P.37
“hET TAlEnT Is ER. mAAR hET moET WEl hIER blIjVEn.”
Arjen Weijers is eigenaar van het multimediabedrijf CoArt CGi. Ze maken videoclips, 3Danimaties, corporate films, VFX (special effects) en websites.
Herman Slagter is producer en partner bij White Bull Film. Zij maken corporate films, commercials, virals, animatiefilmpjes en fictie.
P.37
P.38
Het maken van games is als het springen op een rijdende sneltrein. De technologische en speltheoretische ont wikkelingen gaan zo hard dat je per definitie achter de werkelijkheid aan loopt. Toch wordt gaming in Rotterdam onderwezen en worden er in Rotterdam games ontwikkeld. Over de kansen, de struikelblokken en de samenwerking tussen opleiding en praktijk praten we met een student, een docent en een game designer.
gAmEs (lEREn) mAkEn In RoTTERDAm.
kAn DAT?Fulko Bogerd is leertrajectvoorzitter en
docent in de studierichting gaming die wordt
onderwezen aan het Grafisch Lyceum. Kenny
Blommaert is tweedejaars student game
design aan deze opleiding. Peter Deurloo is
lead game design bij Coded Illusions, een
game ontwikkelbedrijf in het Rotterdamse
Groothandelsgebouw.
Is ‘games maken’ te onderwijzen?
Fulko: “Het totale gebied van gaming is te
groot om als één vak aan te bieden. Want
bij gaming hoort animatie, audio, modelling,
concept art, programmeren. Dat is teveel en
te divers. Wij hebben daarom gezegd, we
richten ons alleen op de artist. En daarmee
wordt bedoeld: degenen die tekenen en die
‘modellen’ ofwel: zorgen dat de tekeningen in
de computer terechtkomen. We richten ons
dus niet op programmeren, niet op audio, een
beetje op animatie, en een beetje op game
play. Dat laatste, de game play of game design
– het bedenken van het spelverloop – laten
we aan het Hbo over. Zo bieden wij drie
specialisaties aan: concept art, 3D en 2D.”
Is daar een markt voor?
Fulko: “Die vraag hebben wij ons, een aantal
jaren geleden, ook gesteld toen we hiermee
wilden beginnen. Gaan we niet opleiden voor
werkloosheid? Maar dat is een kipei situatie.
Als je geen geschoolde mensen hebt, komt
de industrie niet van de grond en je hebt de
industrie nodig om de mensen op te leiden.
Dus we zijn maar begonnen en de belang
stelling groeit enorm.”
Kenny: “Ik denk dat dat ook komt omdat
er steeds meer gezinsvriendelijke games
uitkomen, zoals de Wii, die gaming uit
de sfeer van de nerds hebben gehaald.”
Peter: “Dat klopt, de leeftijdsgroep die
games speelt wordt steeds breder en de
gemiddelde leeftijd is nu 35 jaar.”
sTuDEREn
gRAfIsCh lyCEum
P.39
Sluit de opleiding aan op de vraag van
de praktijk?
Peter: “Dat was in mijn tijd nog niet zo, maar
dat wordt zeker beter. Maar op dit moment
overheerst bij veel bedrijven nog het idee
dat je maar beter op je zolderkamer aan je
portfolio kunt werken, dan naar school gaan.
Daarom moeten de bedrijven en de scholen
veel beter bij elkaar gaan kijken.”
En doen jullie dat al?
Fulko: “Ja, toen wij met deze opleiding
begonnen, zijn we meteen bij de bedrijven
gaan kijken. Dus ook bij Coded Illusions en
dat klikte meteen. We kregen veel feedback
en andersom vroegen zij ons op een gegeven
moment of we mee wilden werken aan
een playtest.”
Peter: “Ja, wij werken aan een volwassen
console game en we wilden daar mensen
van buiten mee aan de slag laten gaan.”
Kenny: “Dus wij zijn daar gaan gamen,
in totaal een uur of vijf. En tussendoor
werd steeds gestopt zodat we onze mening
konden geven, zowel in kringgesprekken
als in een enquête. Dat was heel leerzaam
voor ons, maar ook voor hen.”
Maar maken wij wel een kans tegen de
waanzinnige games uit Japan of Amerika?
Hoe zetten we in dat geweld Nederland,
of Rotterdam op de kaart?
Peter: “Wij moeten een visitekaartje creëren:
een stereotiep. Als je denkt aan Aziatische
games, denk je aan Final Fantasy en andere
role playing games.”
Kenny: “En als je aan Amerikaanse games
denkt, dan denk je aan shooters.”
Peter: “Er is heel veel creativiteit hier.
Daarin moeten we een eigen categorie zien
te vinden waarin we kunnen uitblinken.”
Wat zou die categorie voor Rotterdam
kunnen zijn?
Fulko: “Ik denk dan het eerst aan applied
games, ook wel serious games genaamd.
Dat is niet wat Coded Illusions doet, maar
op dat gebied zijn al er wel al een paar
successtories geweest.”
Peter: “Het past zeker bij de opgestroopte
mouwen van Rotterdam en ook bij de haven
waar veel met simulaties wordt gewerkt.
Maar mijn ding is het niet.”
En als het nou allemaal niet lukt?
Fulko: “In de opzet van onze opleiding zit
een soort backup gedachte. Onze studenten
kunnen met hun vaardigheden ook heel goed
terecht in de vastgoedvisualisatie. Dus als
ze geen werk zouden vinden in de gaming
industrie, dan is daar werk genoeg.”
Peter: “Eigenlijk ben je alleen de pineut als
je game design doet en niet terecht kunt in
deze industrie. Want als programmeur, als
3D artist, als concept artist, als schrijver of
als manager kun je in talloze andere bedrijfs
takken aan de bak. Dat is het mooie van
games, in geen enkel vak komen zoveel
creatieve disciplines bij elkaar.”
VlnR
Fulco Bogerd (Leertrajectvoorzitter Grafish Lyceum Rotterdam), Kenny Blommaert (Student Grafisch Lyceum Rotterdam) en Peter Deurloo (Lead Game Design Coded Illusions)
“In gEEn EnkEl VAk komEn zoVEEl CREATIEVE DIsCIPlInEs
bIj ElkAAR.”
P.40onDERnEmEn
“kunsT nAAR klAnTEn bREngEn,
DAT Is ons VAk.”
Mothership is een ‘kunstproducent’. Het jonge bedrijf slaat een brug tussen kunstenaars en klanten. Niet simpelweg als matchmaker, maar door bij de gehele productie betrokken te blijven. Eigenlijk net als in de filmwereld, waar de regisseur de kunstenaar is en de producer zorgt dat er gedraaid kan worden en dat de film zijn weg naar de bios vindt. Jeroen Everaert begon als trapverkoper, werd kunstenaar en combineert nu beide talenten in Mothership. Als zijn CV nog niet uitlegt wat de toegevoegde waarde van zijn onderneming is, dan doen zijn aansprekende projecten dat wel.
mothership
P.41
“Toen ik jong was wilde ik naar de kunst
academie, maar in plaats daarvan ging ik
trouwen en ik vond dat je als getrouwde man
moest werken. Omdat ik enorm kon lullen,
ging ik de verkoop in: ladders en steigers.
Dat werd een groot succes en al snel werd
ik directeur van een nieuw op te zetten bedrijf
in torenkranen. Toen vroeg een vriendin:
‘Is dit wel wat je wilt?’ En ik dacht: ‘Nee, ik
wil kunstenaar worden’. Ik heb toen de hele
zomer lang de kunstacademie gebeld – waar
natuurlijk niemand opnam want het was
vakantie! – om me aan te melden voor de
avondopleiding. Toen ze eindelijk open
gingen, reed ik er naar toe met een aanhang
wagen vol werk, want ik wilde deze kans
niet missen. Men kon wel lachen om deze
overdaad aan enthousiasme. Ik werd aan
genomen. Vier jaar later had ik, langs een
verkorte route, mijn diploma. Ik heb toen
meteen een vervangende directeur gezocht,
ontslag genomen en mijn huis in Dordrecht
verkocht. Ik ging in Rotterdam wonen:
kunst maken.”
En dat beviel?
“Nee. Ik ging dood. Het werken zelf ging
wel goed, ik kwam ermee in de gekste
tvprogramma’s. Maar ik miste mensen om
me heen. Toen kwam ik Boris van Berkum
tegen die net een jaar bezig was met MAMA
Showroom, maar dat dreigde mis te gaan.
Ik ben mee gaan doen en in zes jaar
bouwden we het uit tot wat het nu is.
Dat deed ik tot drieënhalf jaar geleden.
Toen was de chemie tussen ons op en begon
ik met Mothership: als kunstproducent.”
Wat doe je als ‘kunstproducent’?
“Ja, dat moet ik vaak uitleggen want je krijgt
dan als reactie: ‘Een kunstenaar produceert
toch zelf zijn kunst?’ Maar je moet de
vergelijking leggen met film, daar schept de
producer de voorwaarden voor het creatieve
product. Dus wij zoeken opdrachten voor
kunstenaars of kunstenaars vragen ons om
ondersteuning bij hun werk. Daarbij nemen
wij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering
of exploitatie.”
Een bedrijf dat een kunstwerk voor zijn
kantoor wil hebben, kan jullie bellen?
“Ja, dan gaan wij met hen praten en op grond
van hun wensen presenteren we een aantal
kunstenaars waarvan we denken dat die aan
de vraag kunnen voldoen.”
Maar andersom kan dus ook? Een kunste
naar heeft de opdracht, kunst voor een
kantoor, en vraagt jullie om de uitvoering
ervan te regelen.
“Precies, dan halen wij er een geschikte
aannemer bij en verzorgen al het regelwerk.
Ik zeg maar zo: er is maar één Arno (bijvoor
beeld Arno Coenen, kunstenaar) maar er zijn
talloze Jeroenen (regelaar). Dus de uren van
Arno zijn veel kostbaarder. Hij kan zich beter
richten op nog meer inhoud dan tijd verliezen
aan productiezaken.”
ThE flyIng gRAss CARPET (hunk-DEsIgn En IDEDDy)
Een vliegend tapijt gemaakt van allerlei kleuren kunstgras.28 juni 30 september, Galerie op de Rotte, Rotterdam. 15 augustus 17 september, Schouwburgplein, Rotterdam.
hAnD In hAnD kAmERADEn
(ARno CoEnEn)
“Ter gelegenheid van Rotterdam Sportjaar 2005 maakte Arno Coenen dit mozaïek van meer dan 6 meter breed met Dirk Kuyt in de hoofdrol. Dat hebben we al jaren uitgeleend aan Feyenoord. En nu krijgen we daar als dank een opdracht voor terug.”
>
P.42
Maar er moet wel geld binnenkomen
want er staan mensen op de loonlijst?
“Ja, we werken nu met vijf man in vaste
dienst plus twee freelancers. Allemaal zeer
gestructureerde regelneven die echt wat
kunnen. Monique, Natascha, Joost en Mathijs
zijn echte producenten waarbij de een meer
inhoudelijk op kunst zit en de ander meer op
marketing. En dan hebben we Jasper, onze
digitale man die 3Dpresentaties voor ons
maakt en onze website onderhoudt.”
Ik ken jullie van de Brandgrens. Hoe is
dat gegaan?
“Dat was een project in het kader van het
architectuurjaar in 2007. Het idee om iets
met de brandgrens te doen, had Emanuel
Kneepkens al eens gelanceerd. Ik vond het
architectuurjaar een goede aanleiding om
daar nu echt eens wat mee te doen, omdat
het bombardement de veroorzaker is van de
nieuwe Rotterdamse architectuur. Ik had daar
een kunstenaar bij bedacht, Francis Alys die
veel met vuurwerk werkt, maar hij kon niet.
Dit is het gunstige geval. De kunstenaar
heeft teveel werk. Maar wat als hij te weinig
werk heeft? Kan hij dan ook met een idee
bij Mothership aankloppen?
“Ja, en wij zullen dan eerlijk zeggen of wij
er iets mee kunnen. Want we zijn wel een
commercieel bedrijf. Voor iemand met een
portfolio vol prachtige aquarellen hebben wij
geen klanten. Maar er kloppen ook mensen
aan met werk waar je zo enthousiast van
wordt dat je meteen rond gaat bellen. En
vaak lukt het dan om er een opdrachtgever
bij te vinden. Maar er zijn ook projecten die
alleen maar geld kosten. Maar die doen we
dan toch, omdat ze ons publiciteit opleveren
of omdat we zo een bepaald idee naar ‘the
next level’ kunnen brengen.”
onDERnEmEn
Toen heb ik een ander benaderd maar die
kon de schaalgrootte niet aan. Maar intussen
hadden wij het idee eigenlijk al wel verkocht.
Toen bedacht ik dat we de grens met 128
naar boven gerichte lichtkanonnen konden
markeren, en dat hebben we toen gedaan.
En kregen we daar onlangs de Innovatieprijs
voor, van de stichting Nationale Evenements
prijzen.”
Daarom staat jouw naam hier bij als
conceptmaker en bij andere projecten niet.
Dus deze werkwijze is meer uitzondering
dan regel?
“Ja, normaal bedenkt de kunstenaar wat er
gebeurt en als er geen kunstenaar is, dan
gaat het niet door. Maar dit moest doorgaan.
Er werd op gerekend.”
“soms WERk jE gRATIs mEE, omDAT jE hET WERk nAAR ThE nExT lEVEl WIl bREngEn.”
>
P.43
Wat is je ambitie met Mothership?
“Vooraan blijven lopen en een voorbeeld zijn
voor anderen. En veel naar het buitenland
gaan met werk en daar kunstenaars presen
teren. Verder willen we kunst graag uit
het gesloten wereldje halen van musea
en mensen die ervoor geleerd hebben.
Dus dan moet je kunst naar de mensen toe
gaan brengen. Op straat en op festivals.
En kunst brengen die enigszins toegankelijk
is. We kennen allemaal de ‘rebuskunst’
waarbij je moet zien te achterhalen wat de
kunstenaar ermee bedoelt. Die kunst verdient
zeker een plaats, maar daarmee bereik je
geen groot publiek. Slechts 1% van de
mensen gaat naar een kunstbeurs, dus 99%
niet. Daarom gaan wij naar de miljonairs
beurs, en misschien ook wel naar een
bouwbeurs of wat dan ook. Mijn opdracht is
in elk geval nog steeds dezelfde als in mijn
eerste baan: nieuwe klanten vinden!”
Hoe vind je het creatieve klimaat van
Rotterdam?
“Rotterdam is een hele leuke stad voor
creatieven. De lijntjes naar opdrachtgevers
en de gemeente zijn kort en iedereen is heel
behulpzaam. Misschien heeft dat te maken
met het underdoggevoel van Rotterdam en
de strijd om aandacht die we voeren met
onze grote broer Amsterdam. Maar daardoor
gaat alles wel sneller en krachtiger. Om kunst
te verkopen moet je niet hier zitten, daarvoor
is het Amsterdamse klimaat veel beter.
Maar om het te maken, zit je hier beter.
De mogelijkheden zijn groter, ook omdat de
stad nog niet af is. Ik adviseer elke kunste
naar om Rotterdam als basis te nemen maar
om wel verder te kijken dan de stad of de
regio. Richt je blik op heel Nederland en naar
de hele wereld. Daar kun je ook opdrachten
halen. Zeker nu met internet, je kunt je werk
overal laten zien.”
Je zit in DS25, een verzamelpand van
creatieve bedrijven, naast Creative Cube in
de Delftsestraat, vlakbij het Centraal Station
en Weena. Hoe kwam je daar terecht?
“Zoals al eerder, via de gemeente. In de
MAMAtijd had Barend Zuurmond ons in
opdracht van de gemeente aan het Ontwikke
lingsbedrijf (OBR) gekoppeld. Zij hielpen ons
aan kantoorruimte in het oude IMAX theater.
En nu vroeg OBR ons, via SKAR (Stichting
Kunst Accommodatie Rotterdam), om met
Mothership in DS25 te gaan zitten, als
magneet voor creatieve bedrijven. Dat zijn
vooral filmbedrijven geworden. Daar werken
we niet echt mee samen, maar we lopen
wel regelmatig bij elkaar binnen.”
P.43
kRoonluChTER mAChInE-gEWEER (hAns VAn bEnTEm)
“Onder de naam ‘Rock and Royal’ verkopen we kroonluchters en mozaïeken van Hans van Bentem en mozaïeken van Arno Coenen, zoals deze kroonluchter in de vorm van een M16 machinegeweer die op een beurs in Miami heeft gehangen.”
oERol fEsTIVAl 2007:
shEll sTATIon In zEE
(mEllE smETs)
“Oerol had al een paar keer gevraagd of ik daar geen kunst kon exposeren. Maar er was nooit geld. Toen kwam Melle Smets naar me toe met het idee om een tankstation te bouwen in zee. Dat vond ik echt iets voor Oerol. Met minimale middelen hebben we dat toen gerealiseerd. Ik kreeg een hotelovernachting als gage.”
bEnnIE jolInk In bIER-
kRATTEn (ARno CoEnEn)
“Een kunstenaar wilde een portret maken van Bennie Jolink van Normaal. Dat is helemaal door boerenjongens in elkaar gezet met bierkratten. Wij zorgden dat dit met een veilige constructie gebeurde.”
P.44
Bovenstaande kop is geen, uit het Latijn vertaalde, slogan. Het voornemen is moderner en, vrij vertaald, afkomstig van de Willem de Kooning Academy Hogeschool Rotterdam. Want deze kunstacademie wil zijn studenten niet alleen goed voorbereiden op de praktijk, de school wil ook zelf iets betekenen voor de samenleving.
VooR DE sTuDEnTEn, VooR DE sTAD, VooR DE WERElD.
WIllEm DE koonIng ACADEmy
Hogeschool Rotterdam werkt volgens het
Rotterdams Onderwijs Model. Dat betekent
dat 50% van al het onderwijs dat de studen
ten ontvangen, praktijkonderwijs is. Op die
manier wil de school haar studenten goed
voorbereiden op de praktijk, maar tegelijk
ook zelf iets betekenen voor de maatschappij.
Ofwel, van onderwijsinrichting evolueren naar
een kennisinstituut. Hier kan kennis worden
gehaald, gebracht en gedeeld. Ook met
mensen die al in de praktijk werken.
Want de maatschappelijke en technologische
ontwikkelingen gaan zo snel dat, wie eenmaal
werkt, snel achterloopt in kennis. De Willem
de Kooning Academy (WDKA) is dan ook
bezig om ook voor groepen in de praktijk
een leeraanbod te ontwikkelen.
De school als onderneming
Vorig jaar stelde elk instituut binnen Hoge
school Rotterdam een account manager aan.
Hij of zij heeft de taak om de brug te slaan
tussen de binnen en buitenwereld. Daar
naast hebben de instituten hun eigen Bureau
Externe Betrekkingen. Wordt de school
benaderd door derden, dan pakt Bureau
Externe Betrekkingen zo’n vraag op en maakt
er een project van, waarbij de studenten in
een zo vroeg mogelijk stadium worden
betrokken. Zo werkt de School of Leisure
– de afdeling vrijetijdsmanagement van
de WDKA – bijvoorbeeld samen met het
HipHopHuis.
Voor de stad
Jocé Bloks, account executive van WDKA:
“Ondernemerschap is inherent aan het vak
van onze studenten. Wij willen daar dan ook
het voorbeeld in geven. Maar dat niet alleen,
we willen ook een bredere maatschappelijke
functie vervullen. Bijvoorbeeld voor de stad.
Rotterdam is ons podium en onze afzetmarkt.
De stad wil de afgestudeerden zoveel
mogelijk hier houden. Dus wij moeten kijken
naar manieren waarop wij hier aan kunnen
bijdragen.”
Voor de wereld
Om de studenten in de rol van wereldse
ondernemer te plaatsen, nam de WDKA in
april deel aan de toonaangevende Salone del
Mobile, de jaarlijkse designmeubelbeurs te
Milaan. Jocé Bloks: “Het thema van de beurs
was ‘Minorquirk’, een quirk is een tik, ofwel,
een prettige afwijking. Die tik moest een
relatie hebben met de natuur. Wij hadden
daar een prachtige stand die door een van
onze alumni was ontworpen. En zowel de
stand als onze zes producten trokken ruime
aandacht van het publiek en van bedrijven
die daar graag met de makers over verder
wilde praten.”
Typically Dutch
“De respons die onze stand en onderwerpen
kregen was erg dankbaar. Mensen hadden
waardering voor het onderzoek dat onze
studenten hadden gedaan en voor de
conceptmatige benadering van design.
Daarnaast vonden ze het leuk, lief en
vooral ook typerend voor Dutch Design.
De lichtvoetige relativering die in al deze
producten zat, wordt internationaal gezien
als iets dat echt bij Holland hoort. Voor de
studenten was dit project een geweldige
leerervaring. Niet alleen vanwege het hele
traject dat ze meemaakten: van concept
ontwikkeling tot het maken van een prototype
en van logistiek tot PR. Maar vooral ook door
het presenteren van je product aan een echt
publiek. Ineens gaan mensen reageren op
je product! Je bent niet meer in je veilige
opleidingsomgeving: je staat op een de
meest beroemde beurzen van de wereld.”
1 gRoW sPhEREs, mERIjn VAn EssEn “Deze student, die eigenlijk grafisch ontwerp doet, maakte dit in ons cross lab. Daar werk je samen met anderen en het liefst buiten je eigen discipline. Het zijn glazen bollen met plantjes. Wanneer je er bij in de buurt komt, gaat het licht in de bol branden waardoor de plant kan groeien. Hiermee laat hij zien dat wij niet alleen planten nodig hebben, maar zij ons ook. De mensen die onze stand bezochten werden er blij van!”
2 nEW gARDEns, RosAlIE VAn VElsEn “Rosalie, van onze modeafdeling, had zaadjes verwerkt in het textiel van een tafellaken. En dat in klassieke borduurpatronen. De zaadjes groeien uit tot plantjes waardoor je een tuin op tafel krijgt. Voor het tafellaken werden eetbare plantjes gebruikt zoals tuinkers, zodat je die bij je maaltijd kon gebruiken.”
3 WhIsPERIng boWl, PAmElA bERhIToE “Deze student interieurarchitectuur ging uit van de stelling dat we voortdurend worden verleid om zaken te kopen die we eigenlijk niet nodig hebben. Zij had daarom keramiek schaaltjes ontworpen die met verleidelijke kreetjes fluisteren: ‘Pssst, take me! Take me’ Op het moment dat je hand over de schaal gaat, stopt het geluid en zodra je een snoepje hebt gepakt, begint het weer. Want we hebben nooit genoeg.”
4 sACRED ChAIR, ERIC oVERmEIRE “Hilarisch was de stoel van Eric Overmeire, student Interactieve MultiMedia. Zijn stoel was voorzien van een motor en sensoren, waardoor de stoel wegliep wanneer je er op wilde gaan zitten. En dat op een meubelbeurs waar alle stoelen juist heel comfortabel en dienstbaar zijn! RAI Due greep deze stoel dan ook dankbaar aan als het openingsitem in een uitzending over de beurs.”
sTuDEREn
P.45P.45
1
2
3
4
P.46
In de Creative Cube zitten creatieve bedrijven bij elkaar van verschillende disciplines. De participanten zouden zo aanvullend op elkaar moeten zijn. Zulke bedoelingen klinken altijd mooi, maar gebeurt dit ook in de praktijk? Jawel!
Intussen begon internetbureau Mangrove
aan de bouw van de website en betrokken
we architectenbureau Origins bij de inrichting
van het pand.”
Werken vanuit dezelfde kernwaarden
Alvin: “Al deze Creative Cube partijen werkten
vanuit de nieuwe kernwaarden en huisstijl van
Ordentall. Zij presenteerden hun voorstellen
ook altijd eerst aan Robert Jan en artdirector
Niels Kiené en daarna pas aan mij. Zo kregen
al deze middelen en uitingen de essentie van
de nieuwe identiteit zonder dat ik daar veel
aan hoefde te doen.”
Robert Jan: “Dat je zo kunt werken, komt in
de eerste plaats omdat de creatieven in de
Cube voor elkaar openstaan. Maar het helpt
natuurlijk enorm dat we bij elkaar naar binnen
kunnen lopen om zaken aan elkaar voor te
leggen. Ik las een interview met de marke
tingdirecteur van McDonald’s dat hij er ziek
van wordt dat al zijn verschillende bureaus
weigeren met elkaar te praten. Hij moet zelf
alles bij elkaar houden. Hier gebeurt het
tegenovergestelde. Crossmedia mag overal
het heilige woord zijn, maar wat we hier
hebben gedaan is 3Dcommunicatie!”
sPARRIngPARTnERs
Boven: Robert Jan van Leeuwen, onder: Alvin van den Ham.
Alvin van den Ham is directeur van Ordentall,
praktijk voor parodontologie en implantologie.
Althans, zo heet zijn bedrijf nu. Maar dat was
een jaar geleden nog anders. Toen zocht hij
met zijn Praktijk voor Parodontologie naar
een nieuwe identiteit die hem beter zou onder
scheiden van zijn concullega’s, en die meer
recht zou doen aan de uitbreiding van zijn
activiteiten. In Bouwmeester Van Leeuwen,
het reclamebureau in de Creative Cube,
vond hij de sparringpartner die hij zocht.
Robert Jan van Leeuwen: “Alvin wilde een
partij die vrijuit met hem mee filosofeerde over
de positionering van zijn bedrijf. Ik was onder
de indruk van wat hij allemaal deed, maar
toen we bij hem gingen kijken, was dat een
teleurstelling. Wat ik zag, klopte niet bij wat ik
had gehoord. De naam niet, de huisstijl niet,
de inrichting niet.”
Alvin: “Toen besloot ik dat alles om mocht.
De naam, de huisstijl… zelfs de kernwaarden
mochten onder de loep worden genomen.”
Vijf partijen, één klant
Robert Jan: “Vanuit de nieuwe kernwaarden
ontwikkelden we een nieuwe naam, huisstijl
en een beeldconcept. Dit laatste bestond
uit een ‘tandentuin’, een tuin die met een
infraroodfilter werd gefotografeerd en zo
de associatie met een mond weergeeft.
Daarvoor klopten we aan bij onze buurman
fotograaf Martijn Schmedding. Intussen had
Alvin voor zijn praktijk een 3Dscanapparaat
gekocht waarmee hij de eerste in Nederland
was. Dat moest worden gecommuniceerd
en daarvoor deden we een beroep op
PRbureau 2twintig, onze andere buren.
sAmEnWERkEn
DIT Is 3D-CommunICATIE!
P.47
In het Lloydkwartier Rotterdam vormt de Schiecentrale het epicentrum van
de sterk groeiende creatieve industrie in Rotterdam. De Schiecentrale is
een samensmelting van markante oude en inspirerende nieuwe gebouwen
waar talloze creatieve bedrijven samenwerken om ideeën, films, video’s,
commercials, programma’s, animaties, muziek, clips, sites, games en
kunst te produceren.
De Schiecentrale heeft haar eigen hartslag; werken, wonen, eten,
slapen, drinken, sporten, uitgaan, relaxen, lopen 24/7
door elkaar heen.
P.47
P.48sTuDEREn
Tot de jaren 60 stond een conservatorium voor klassieke muziek. In Rotterdam veranderde dit. De toenmalige directeur gebruikte een ander criterium: dat van goede en slechte muziek. Goede muziek mocht binnen, ongeacht de stijl of afkomst. En zo ging de deur open voor jazz, flamenco, NoordIndiase muziek, tango, latin en Turkse muziek. Later volgden meer conservatoria in de wereld met andere muziekstijlen dan klassiek, maar de voorsprong van Rotterdam in wereldmuziek, bleef. Een gesprek met Leo Vervelde, bandoneónist en artistiek manager van de Rotterdam World Music Academy.
RoTTERDAm WoRlD musIC ACADEmy
“Het Rotterdams Conservatorium was de
eerste om, buiten Amerika, te beginnen met
jazz in ‘79. In ’85 volgde Paco Peña met het
onderwijzen van flamenco gitaar op conser
vatorium niveau. Dat had je toen niet eens
in Spanje! Inmiddels kun je in Spanje wel je
bachelor halen en die opleiding is gemodel
leerd naar ons model. Maar voor je master
moet je nog steeds hier zijn. In ’89 begonnen
we met NoordIndiase klassieke muziek en
latin en in 2000 met Turkse muziek. In 1993
begon ik hier met tango. En ook daarvoor
gold dat wij iets deden dat je in Buenos Aires
nog niet kon. Natuurlijk kon je daar prima
tango leren, maar niet in een gestructureerde
opleiding. Inmiddels heeft men ook daar een
deel van onze opleiding gekopieerd.”
Dus wat hier gebeurt is uniek?
“Ja, dat konden we 20 jaar lang trots in onze
folders zetten, maar nu ineens raken ook
allerlei andere Europese conservatoria
geïnteresseerd in wereldmuziek. En zij komen
hier praten omdat wij leading zijn. We gaan
dan ook een conferentie organiseren om
te voorkomen dat we straks allemaal op
dezelfde topics gaan zitten. Flamenco in
Rotterdam is geweldig, maar ik denk niet
dat nog drie conservatoria dit moeten gaan
aanbieden. Daar is de spoeling te dun voor.
Maar Turkse muziek in Duitsland kan ik me
weer goed voorstellen, daar is ook een hele
grote Turkse gemeenschap.”
Waarom is het aanbod van muziekstijlen
juist in Rotterdam zo breed?
“Ik verklaar dat maar uit de typische Rotter
damse mentaliteit. Men durft het avontuur
aan te gaan. Het is een cliché om dat van
Rotterdam te zeggen, maar ik geloof het
echt. Andere conservatoria hebben die stap
gewoon niet aangedurfd. Terwijl het bij ons
heel organisch is gegaan. Er wordt gewoon
gekeken naar het artistieke gehalte van een
muziekstijl en naar de onderwijsbaarheid
ervan op academisch niveau. Want je hebt
ook muzikale uitingen die zo ongelooflijk
cultureel bepaald zijn, die zo’n eigen
waardenpatroon hebben, dat je dat haast
niet kunt transporteren naar onze cultuur.
Mongoolse boventoonzang bijvoorbeeld,
dat is zo anders, dat kun je hier niet
onderwijzen.”
Vind je die durf ook terug bij andere
organisaties in de stad?
“Nou, als je weet hoeveel hulp ik heb gehad
van de toenmalige Rotterdamse Kunststich
ting toen ik in de jaren 80 met Cuartito Azul
een muziekserie wilde organiseren. Mijn
Amsterdamse collega’s vielen van hun stoel
als ik dat vertelde. We begonnen met een
concert met 80 plaatsen, maar buiten
stonden nog 200 mensen. Dus die maandag
erna belde ik meteen naar de Kunststichting
en binnen notime kregen we het Lijnbaan
theater. Als je in Rotterdam wat wilt, en het is
het goed, dan wordt het meteen geregeld.
Anders hoor je meteen: laat maar, we doen
het niet. En ik kan je vertellen dat deze
eigenschap ook internationaal bekend is
en bewondering geniet. Ik herinner me een
congres over Turkse muziek in Essen, waar
ik ons verhaal had verteld waarna commotie
ontstond en iemand in de zaal opstond en
riep: ‘Waarom kunnen we hier alleen maar
praten en praten? In Rotterdam doen ze het
gewoon!’ Dat is heerlijk om mee te maken.”
Waarom wil je die veelheid aan stijlen
hier hebben?
“We willen graag aansluiten bij hoe de stad is.
Dus ook bij de samenstelling van de bevol
king en die is totaal anders dan 30 jaar
geleden. Dat is natuurlijk geen exclusief
Rotterdams verschijnsel, maar iets Europees.
Neem de Turkse muziek, Turken zijn zo
uitgewaaid over Europa dat er nu nieuwe
Turkse muziekstijlen ontstaan buiten Turkije.
Die wordt in het buitenland gemaakt en
opgenomen en komt dan weer Turkije
binnen.”
Dit jaar was voor het eerst Dutch Blend
Meeting. Wat is de gedachte achter dit
festival voor wereldmuziek?
“Je hebt al jaren de internationale beurs voor
wereldmuziek WOMEX. Daar komen alle
onafhankelijke labels, alle festivals, boekers,
programmeurs bij elkaar. Het idee was om
zoiets ook te organiseren voor alle wereld
“hET RoTTERDAms ConsERVAToRIum Is gEbouWD oP DuRf!”
P.49
“WIj WIllEn mET onzE sTuDIERIChTIngEn AAnsluITEn bIj DE sAmEnsTEllIng VAn
DE bEVolkIng.”
Het Rotterdams Conservatorium is een van de 9 conservatoria in Nederland. Het is opgericht in 1930 en maakt deel uit van Codarts, Hogeschool voor de Kunsten. Het Rotterdams Conservatorium telt 5 studierichtingen: Rotterdam Jazz Academy, Rotterdam Classical Music Academy, Rotterdam Pop Academy. Muziektheater academie en Rotterdam World Music Academy. Binnen Codarts zijn er naast het Rotterdams Conservatorium ook de opleidingen Rotterdamse Dans academie en Rotterdam Circus Arts.
P.49
muziekgroepen die Nederland als thuisbasis
hebben. Van de vier grote steden in Neder
land was de Rotterdam de meest logische
plaats om dat te houden. Ook omdat hier
een conservatorium is dat zich bezighoudt
met wereldmuziek. En ook daar kwam ik
weer mensen tegen die in het buitenland
bezig zijn om wereldmuziek op de conser
vatoria te gaan onderwijzen. We hebben
nu dus contact met Göteborg, Nordrhein
Westfalen en Toronto. Ik verwacht dat daar
samenwerkingsverbanden en uitwisselings
programma’s uit voortkomen. Je merkt dat
er honger is naar internationale contacten
en verdieping. Ik heb zelfs contact met een
festival in Siberië.”
Wat zijn je plannen voor de toekomst met
de Rotterdam World Music Academy?
“Uitbouwen en de vakgroepen stabiliseren,
want je hebt ook wel verwerkingstijd nodig.
Maar wat jammer is dat er sinds 2002 een
muur wordt opgetrokken rond Europa.
Wij krijgen bijvoorbeeld geen studenten
buiten Europa meer bekostigd. En dat is
zo ongelooflijk dom. Laat jonge mensen
internationale netwerken opbouwen. Je dient
de economie ermee en uiteindelijk zelfs de
wereldvrede. Daar ben ik van overtuigd!”
Want je gooit geen bom op je collega
muzikant?
“Precies. En waar hebben we het over, het
gaat maar om tientallen studenten. Dus dit is
geschreeuw voor de bühne. Vóór 2002 moest
je het woord ‘multicultureel’ gebruiken in je
subsidieaanvragen, dat is nu het laatste wat
je moet doen. Ziek, vind ik dat.”
“hET RoTTERDAms ConsERVAToRIum Is gEbouWD oP DuRf!”
“WIj WIllEn mET onzE sTuDIERIChTIngEn AAnsluITEn bIj DE sAmEnsTEllIng VAn
DE bEVolkIng.”
P.50onDERnEmEn
Wat heb je als kunstenaar aan
Kunstenaars&Co?
Jo Houben: “Wij helpen jonge, startende
kunstenaars bij het ontwikkelen van hun
zakelijke vaardigheden, zodat ze meer aan
het stuur van hun eigen loopbaan komen te
staan. Dat doen we door ze ondernemer
schap bij te brengen in houding en gedrag.
Maar zonder dat ze ineens ondernemers
hoeven te worden in de archetypische zin van
het woord. We hebben een heel uitgebreid
trainingsprogramma waar jaarlijks 1.500
kunstenaar aan deelnemen. Die trainingen
beslaan een heel breed palet van vaardig
heden: hoe werk je projectmatig, hoe ga je
om met podiumangst, hoe breng ik mijn
verhaal over. Dat soort zaken. Daarnaast
bieden we individuele begeleiding, coaching
en mentoring.”
Helpen jullie hen ook aan opdrachten?
“Doen we ook. Wij ontwikkelen projecten
naar aanleiding van vragen, meestal van
buiten de kunstsector, zoals vanuit de zorg,
het bedrijfsleven of de openbare ruimte.
Bij zo’n vraag betrekken wij kunstenaars
waardoor interessante crossovers ontstaan.
Voor ons is dat een manier om kunstenaars
aan praktische werkervaring te helpen.
Vodafone bijvoorbeeld, komt met het
hoofdkantoor naar Amsterdam. En men heeft
bedacht dat ze de stad daarom een cadeau
tje willen geven. Dat wordt een kunstproject,
zichtbaar in de zogenaamde ‘negen straatjes’
in de Jordaan, vanuit het thema ‘rood’.
Een ander voorbeeld is de mascotte die
we voor de Olympische ploeg hebben ont
wikkeld. Dat is een mooi project om in je
portfolio te hebben als startend kunstenaar.”
“WIj hElPEn sTARTEnDE kunsTEnAARs mET hET onDERnEmEn.”
kunsTEnAARs&Co
P.50
Kunstenaars&Co ondersteunt kunstenaars met trainingen en leningen. Dat doet men vanuit het kantoor in Amsterdam. Maar binnenkort krijgt ook Rotterdam een vestiging van deze organisatie. Een mooie gelegenheid om even stil te staan bij het werk van Kuntenaars&Co in een gesprek met directeur Jo Houben.
P.51
kunsTEnAARs&Co En DE WWIk
Kunstenaars&Co heeft naast zijn ondersteunende werk ook een wettelijke taak in het kader van de Wet Werk en Inkomen Kunstenaars. De WWIK is een uitkering waar kunstenaars in totaal 48 maanden lang gebruik van kunnen maken, binnen een periode van 10 jaar. De uitkering bedraagt 70% van het bijstandsniveau, die de kunstenaar met eigen inkomsten mag aanvullen tot 125%. Wie gebruikt maakt van deze regeling, en dat mag over verschillende perioden, heeft geen sollicitatieplicht. Met deze regeling wil de overheid de kunstenaar uit de bijstand houden en hem de kans geven te starten zonder directe marktdruk. De WWIK wordt uitgevoerd door de gemeenten die Kunstenaars&Co inschakelen om te bepalen of de aanvrager tot de doelgroep behoort. Kunstenaars&Co verricht zo 3.500 beroepsmatigheidsonderzoeken per jaar en dat levert hen veel kennis op, over hoe zij kunstenaars kunnen ondersteunen in hun beroepspraktijk.
TAfEls In zEEbuRg
In het oude Amsterdamse stadsdeel Zeeburg wilden de bewoners ontmoetingsplekken. Kunstenaars hebben toen samen met bewonersgroepen 10 tafels ontworpen voor de buitenruimte. Elke tafel kreeg een spelelement en het hele project werd in een half jaar gerealiseerd!
logo nEDERlAnDs olymPIsCh TEAm
Tien jonge kunstenaars deden mee aan deze prijsvraag en dit werd de winnaar.
jo houbEn
Directeur Kunstenaars&Co.
“kunsTEnAARs kunnEn EEn Rol sPElEn bIj lokAlE VRAAgsTukkEn.”
Krijg je betaald voor je deelname aan
zo’n project?
“Dat hangt af van de deal die de opdracht
gever met de kunstenaars maakt. Maar je
krijgt altijd een onkostenvergoeding. Daar
naast proberen wij de projecten voor de
deelnemers te verrijken door er bijvoorbeeld
coaching aan toe te voegen of door aan
dacht te besteden aan de samenwerking.
Dat laatste is iets dat veel kunstenaars niet
gewend zijn, terwijl dit heel interessante
zaken kan opleveren.”
Zoals crossovers, een in deze INSPR
een veelvuldig gebruikt woord?
“Ja, wij werden gevraagd door DSM Food
om een product launch room te ontwikkelen.
Dat moest een ruimte worden waar verschil
lende disciplines van DSM kunnen samen
werken aan de introductie van een nieuw
product. Wij gingen daar naar toe met een
team van kunstenaars, waarvan er één een
danser was. Je zag ze bij DSM denken: wat
moet een danser hier nou bij? Maar dansers
hebben een perfect gevoel voor ruimte en
ook voor wat ruimte doet met je energie.
Uiteindelijk bleek zijn inbreng van de grote
toegevoegde waarde. Andersom ontdekte
de danser zelf, dat hij over deze nuttige
– en verkoopbare! – vaardigheid beschikt en
werkt hij daarmee bij meerdere bedrijven.”
Maar voor de opdrachtgever telt het
resultaat. Is deze ‘lerende opzet’ daar niet
strijdig mee?
“DSM gaat vanwege dit succes nog meer van
deze ruimten ontwikkelen. Nee, de projecten
leveren echt uitstekende resultaten op. Die
druk, bijvoorbeeld om samen te werken en
om deadlines te halen, is ook voelbaar voor
de deelnemende kunstenaars. En dat is goed.
Want dat komen ze in de autonome kunst
niet tegen.”
In deze INSPR laten we ook kunstenaars
aan het woord die een cultuurlening via
Kunstenaars&Co kregen. Dat is ook een
belangrijke activiteit van jullie?
“Jazeker, wij zijn de grootste microkrediet
verstrekker van Nederland. Wij lenen geld
dat je in je eigen praktijk kunt investeren
waardoor je weer geld verdient voor je
volgende project en de lening kunt terug
betalen. Zo realiseer je in je huidige product
de voorwaarden voor je volgende product.
Die dynamiek is voor veel kunstenaars nieuw.”
Waarom moeten jullie leningen verstrek
ken? Daar heb je toch de banken en
Leen van Lenen.nl voor?
“Voor banken zijn de bedragen vaak te klein
om interessant te zijn en de onzekerheden
te groot. Dus wij nemen, samen met Triodos
Bank, het eerste traject op ons, en dat voor
een klantvriendelijke rente. Iemand die in de
mode wil starten heeft 20 tot 30.000 euro
nodig om een eerste collectie te ontwikkelen.
De volgende stap is dat ze 2 ton nodig
hebben. In de mode gaat dat vaak zo snel.
Voor zo’n bedrag kun je al terecht in de
reguliere bankwereld. Wij bereiden ze voor op
die stap. Tot die tijd staan wij garant voor de
leningen van de kunstenaars, inmiddels staat
er zo’n 5,7 miljoen aan leningen uit.”
Jullie werken landelijk, zitten in Amsterdam
en komen nu ook naar Rotterdam. Waarom?
“We zitten in Amsterdam omdat 30 tot 40%
van de kunstenaarspopulatie hier woont.
Rotterdam is daarin de tweede stad. Die
groep willen we ook beter kunnen bedienen.
Maar er speelt nog iets mee. Het blijkt
namelijk dat een groot deel van de afgestu
deerden van Rotterdamse kunstopleidingen
hun eerste werkervaring buiten Rotterdam
opdoet. Maar de stad wil die mensen graag
houden. Dan helpt het, als je daar ook je
eerste opdracht kunt krijgen. Wij kunnen daar
bij helpen, denk ik. En als men toch weg wil,
dan in elk geval met wat ervaring waardoor
je sterker staat.
Verder is het voor ons leerzaam om in een
stad te zitten waar zoveel gebeurt. Want er
zijn zoveel lokale vraagstukken waar
kunstenaars een rol in kunnen spelen. En dat
levert crossovers op waar de stad en de
bewoners echt wat aan hebben. En tot slot
komen we met een vestiging in Rotterdam
ook dichter bij de zuidelijke provincies.
Wellicht maakt dat ons toegankelijker voor
kunstenaars aldaar.”
Was je in Amsterdam minder toegankelijk
voor Rotterdamse kunstenaars vanwege
de historische competitie tussen beide
steden?
“Als ik naar de statistieken kijk, dan lijkt onze
vestigingsplaats inderdaad een barrière te
vormen: Utrechtse kunstenaars hebben bij
ons naar rato een hogere participatiegraad
dan Rotterdamse.”
kunsTEnAARs&Co
P.52
Michael Simon is componist en trompettist. Hij is opgeleid als jazzmuzikant maar heeft met een moeder uit Venezuela en een vader uit Curaçao ook duidelijk Caribische invloeden meegekregen. En die gebruikt hij ook. In zijn bands Michael Simon and Roots United en Crianzas. Voor de aanschaf van een bugel klopte hij aan bij Kunstenaars&Co.
Mike van Gaasbeek: “Het lastige is dat een
subsidiegever bijna nooit voor 100% het
toegezegde bedrag voorfinanciert. Dus wij
voorzagen problemen, want die 100% aan
kosten moet je dan wel eerst zelf kunnen
betalen. Dat konden wij niet, dus wij gingen
naar een bank. Maar die wilden niet, want
wij waren een stichting. Toen zijn we naar
Kunstenaars&Co gegaan en die brachten ons
in contact met Triodos Bank. Kunstenaars& Co
is toen garant gaan staan voor het restbedrag
dat wij nog aan subsidie zouden krijgen en
onder die voorwaarde wilde Triodos ons
80.000 euro lenen. Met de lening en onze
subsidiegelden konden wij voor 250.000 euro
een broedplaats van 1.000 vierkante meter
realiseren.”
Wat voor muziek maak je?
Michael Simon: “Ik vind juist het combineren
van stijlen interessant: latin, jazz, Afrikaans,
pop en modern. En dat kan in Nederland
heel goed omdat je hier zoveel culturen bij
elkaar vindt.”
En je kunt er van leven?
“Ja, van de optredens en van het compo
neren en arrangeren in opdracht van andere
artiesten en bands.”
En waarom klopte jij aan bij
Kunstenaars &Co?
“Ik wilde een bugel kopen. Dat is niet zo’n
bekend koperen blaasinstrument maar ik vind
het geluid heel mooi, omdat het zo zacht en
‘mellow’ is. Ik kreeg van Kunstenaars&Co een
lening die ik in twee jaar moet terug betalen.
Elke maand een deel.”
zonDER kunsTEnAARs&Co WAs ER
gEEn WoRm In hET VoC gEWEEsT
EEn lEnIng VooR EEn bugEl
onDERnEmEn
En dat op een zeer inspirerende manier,
én met de beperking dat je geen spijker
in de muur mag slaan.
“Dat klopt. Dat maakte ons verhaal ook
minder makkelijk voor de eerste bank waar
wij binnenstapten. Dit pand is namelijk
een monument en wij mogen nergens
in schroeven of spijkeren. We hebben
2012 Architecten gevraagd om binnen deze
restrictie het ontwerp te maken en de grote
lijn te bewaken. Daarnaast vroegen we een
zestal kunstenaars om losse objecten in
de ruimten te maken. Césare Peeren van
2012 Architecten heeft de entree gemaakt
met panelen van parfumreclame. De meu
belen in de shop zijn van Denis Oudendijk en
Jan Korbes van Millegomme en Jasper van
der Made maakte de bar van anderhalve
kilometer resthout. De toiletten zijn Marc
Heumer gemaakt in vloeistofcontainers.
Chocalab maakte de tribune van Volkswagen
Passatstoelen. En dat dus allemaal zonder
die ene spijker!”
En ging dat makkelijk?
“Ja, er zijn een aantal voorwaarden. Dat je
een opleiding hebt voltooid en dat je in je
vak actief bent.”
Heb je al opgetreden met de bugel?
“Ja hoor, maar je moet goed kiezen wanneer
je het gebruikt. Het is een heel elegant
instrument dat niet in elk muziek
stuk tot z’n recht komt.”
Worm is een broedplaats voor film, muziek en internet. In 2005 kreeg deze stichting een historisch V.O.C.pand aan de Rotterdamse Achterhaven ter beschikking dat van binnen compleet was uitgebrand. Om dit casco pand te kunnen inrichten was geld nodig. Met subsidiegelden kon men het leeuwendeel financieren, maar niet het totaal. Daarvoor deed Worm een beroep op Kunstenaars&Co. Een gesprek met Mike van Gaasbeek die, zoals zijn visitekaart leert, ‘Chef de Pin Ping’ is van Worm.
P.53
Inge Hoefnagel maakt sculpturen. En als het even kan, van tientallen meters meter hoog. Maar werken doet ze het liefst aan huis. “Als ik om elf uur ’s avonds een idee krijg, wil ik meteen aan de slag. En niet eerst op de fiets naar mijn atelier.” Daarom vroeg ze een cultuurlening aan voor het zelf opknappen van de ruimte onder haar woning tot atelier.
Pas op latere leeftijd besloot Inge Hoefnagel
dat ze fulltime als beeldend kunstenaar
wilde werken. En dat ze daarvoor de kunst
academie nodig had. Op haar 37e behaalde
ze haar diploma en ging aan de slag.
Wat maak je?
“Ik heb een voorkeur voor het maken van
objecten in de buitenruimte. Daar haal ik ook
mijn ideeën vandaan. Buiten lopen. En dan
zie ik iets dat me fascineert en dat ga ik
tekenen. Ik zie bijvoorbeeld een moskee in
Oezbekistan met heel typische pilaren. Die ga
ik dan tekenen om ze later in 3D te kunnen
uitvoeren.”
EEn lEnIng VooR
DE VERbouWIng
VAn EEn ATElIER
Maar het is je niet te doen om een kopie
te maken van iets bestaands?
“Nee, want ik teken ze keer op keer weer,
waarbij ik steeds meer weglaat. Tot ik de
essentie te pakken heb. Die vorm voer ik
dan uit en dan ben ik heel benieuwd wat er
gebeurt als ik die lossen pilaren uit een heel
andere cultuur meeneem en in een andere
omgeving plaats. Ze hebben op theaterfestival
Oerol gestaan en daar zagen mensen er grote
zwammen in. Maar op industrieterreinen
zag men er weer iets heel anders in. Zo krijgt
hetzelfde object steeds een ander verhaal
en dat vind ik interessant. Uiteindelijk zijn ze
aangekocht door het Weeshuis van de Kunst
in Castricum.”
Maar hier heb je niet de ruimte voor
dit soort objecten?
“Nee, hier maak ik de modellen en met
photoshop bekijk ik hoe een object in de
ruimte werkt. En hele grote zaken moet
je toch uitbesteden, die moeten worden
berekend. Maar ik hou er ook erg van om
fysiek te werken, met klei of gips en vieze
handen te maken omdat dat heel erg voelt
als creëren. Maar fotograferen doe ik ook,
omdat ik ook hou van de snelheid waarmee
je dan resultaat hebt.”
P.53
Hoe kom je in dit pand in het Oude Noorden
terecht?
“Het was een pand dat was leeggestript
om te worden opgeknapt voor de verkoop.
Ik kocht het nèt voordat ze begonnen. Ik heb
er zelf een douche, wc en keuken ingezet.
Ik doe alles zelf, wat ik niet kan, dat leer ik.
Maar toen ik aan het atelier was toegekomen,
was mijn geld op en viel het klussen stil.
Ik heb toen commerciële leningen aangevraagd
maar die waren heel ongunstig. Ik dacht:
‘Dat moet toch beter kunnen’. Toen ontdekte
ik Kunstenaars&Co. Nu heb ik een lening
voor 3 jaar tegen 4,5 % rente. En dat was
zo geregeld.”
Je komt uit Rijswijk. Waarom ging je naar
Rotterdam?
“Ik was altijd in Rotterdam, want hier gebeurt
het gewoon. De stad geeft me heel fijne
prikkels. In Rijswijk had ik alleen een huis,
maar ik wilde een huis met een atelier.
Dat zoek je dan niet in Rijswijk en ook niet
in Den Haag, al is dat dichterbij. Hier is het
aanbod van kunstzinnige activiteiten veel
groter. Dus ik ging hier zoeken. Eigenlijk wilde
ik een groot bedrijfspand met daarin een
container om in te wonen, maar daarvoor
krijg je moeilijk een woonbestemming.
Toen liep ik tegen deze kluswoning aan.”
En ben je hier al aan het netwerken?
“Nee, dat doe ik nog te minimaal. Moet ik
wel doen. Als ik iemand nodig heb, pak ik
de telefoon en regel ik iets. Toen ik met leem
wilde werken, vond ik een bedrijf dat me leem
wilde geven. Maar ik doe wel mee aan de
activiteiten van Cultureel Noord. Zo werd
laatst een expositie in een kerk georgani
seerd. Daar presenteerde ik ook werk.
Maar ik ben geen netwerker.”
INSPRis een uitgave van de Gemeente Rotterdam, Ontwikkelingsbedrijf.
Het programma Creatieve Economie is totstand gekomen door de Gemeente Rotterdam in samenwerking met de onderwijsinstellingen en de Rotterdamse creatieve sector.
Wil je meer weten over de mogelijkheden om te ondernemen in Rotterdam, bedrijfshuisvesting of advies over vergunningen en subsidies? Neem dan contact op met de Ondernemersbalie van het Ontwikkelings bedrijf. Bel 0104027500 of stuur een email naar [email protected]. De Ondernemersbalie is gevestigd in de hal van de Kamer van Koophandel Rotterdam, Blaak 40 in Rotterdam en is geopend van maandag t/m vrijdag van 8.30 17.00 uur.
EindredactiePaolo Bouman Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam
RedactiePaolo Bouman
Concept & OntwerpBouwmeester van Leeuwen
DrukkerijThieme Media Center
FotografiePaolo BoumanThea van den Heuvel/DAPh (artikel Schiecentrale, pagnr. 13)J. Lewis Marshall (artikel Origins: foto villa Nieuwveen, pagnr. 32)E. Rijnberg (artikel Solzoo, pagnr. 47)Beelden van Enith (pagnr. 3, 28)Bas Czerwinski (pagnr. 28)Esther Kokmeijer (pagnr. 28)Marc Heeman (pagnr. 28, 29, 54)
September 2008
WWW.CREATIVITysTARTshERE.nl
Wij bedanken iedereen die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van dit magazine.
www.bouwmeestervanleeuwen.nlwww.cccp.nlwww.coart.nlwww.codarts.nlwww.codedillusions.comwww.creativecube.nlwww.desertrosemedia.nlwww.designdockrotterdam.comwww.dickybrand.nlwww.dogdesign.nlwww.enterthemothership.comwww.glr.nlwww.hetinitiatief.nlwww.huitinck.nlwww.janmelis.nlwww.kaospilots.nlwww.koningkaart.nlwww.kunstenaarsenco.nlwww.moederscheimmoonen.nlwww.negentienzevenenvijftig.nuwww.originsarchitecten.nlwww.petjabuitendijk.nlwww.rockandroyal.comwww.roops.nlwww.rotterdamseschouwburg.nl/productiehuis/www.salonnutopia.nlwww.scaletofit.nlwww.schiecentrale.nlwww.shopperrotterdam.nlwww.sniperx.nlwww.solzoo.nlwww.stofrotterdam.nlwww.studiobauman.nlwww.sunice.nlwww.vicevenus.nlwww.wdka.nlwww.whitebullfilm.comwww.wormstation.nlwww.wormweb.nl
Clfn
Colofon
03 Voorwoord 04 Wethouder Mark Harbers 06 CCCP 10 Desert Rose Media 13 Solzoo 14 KaosPilots 16 Portfolio 18 Vice Venus 22 Sunice 24 Dutch Blend Meeting 26 Hot spots 28 Creatieve economie 30 Origins 34 Scale To Fit en Buro Stof (Design Dock) 36 Het Initiatief 38 Grafisch Lyceum Rotterdam 40 Mothership 44 Willem de Kooning Academy Hogeschool Rotterdam 46 Creative Cube 47 Schiecentrale 48 Rotterdam World Music Academy 50 Kunstenaars&Co 54 Colofon
WWW.CREATIVITYSTARTSHERE.NL
© Gemeente Rotterdam 2008
INSPR
WWW.CREATIVITYSTARTSHERE.NL ondernemensamenwerkennetwerkenstuderen
INSPRProgramma Creatieve Economie Rotterdam editie 2008/2009
inspired by rotterdam #2
staat open voor creatieve geesten