Initialisatie Bij Een PLC

download Initialisatie Bij Een PLC

of 4

description

volgordeschakelingen starten

Transcript of Initialisatie Bij Een PLC

  • Initialisatie bij een PLC Bij volgordeschakelingen en bij het overschakelen van StopRun moeten we onze schakeling initialiseren. Het initialiseren mag slechts 1 cyclus gebeuren en daarna mag de initialisatie niet meer kunnen plaatsvinden. We kunnen gebruik maken van een manuele initialisatie ofwel van een automatische initialisatie. De hulpmerkers die we gebruiken voor de initialisatie zijn allen NIET remanent. Manuele initialisatie. Daarvoor hebben we een drukknop nodig. Als we deze drukknop bedienen, dan start onze cyclus. Tijdens de cyclus mag de startknop geen invloed meer hebben op het programmaverloop. We gebruiken een hulpmerker (initmerker) vb. M100.0 Als de stappen geprogrammeerd worden vanaf M20.0 enz.. dan zullen we M100.0 setten met de drukknop op voorwaarde dat er geen enkele stap actief is. Van zodra de eerste stap actief is wordt M100.0 terug gereset. Zolang de cyclus loopt kan je niet meer starten. Automatische initialisatie Er zijn een aantal mogelijkheden om dat te doen

    1. Gebruik maken van OB100

    OB100 is een organisatiebouwsteen die slechts n maal doorlopen wordt en dat is tijdens de overgang van Stop naar Run. Hierin kunnen we een programma schrijven om ervoor te zorgen dat alle merkers van het programma gereset worden. Als laatste wordt een initmerker geset. Hulpmerker M100.0 wordt afgevraagd op 0 OF op 1 en daarmee resetten we alle stappen in het programma. Uiteindelijk setten we initmerker M100.0. Dit gebeurt telkens maar 1 keer als we overschakelen van Stop Run. Initmerker M100.0 komt in het programma verloop binnen op 1 en we zorgen ervoor dat na de eerste cyclusscan M100.0 = 0. M.a.w. we resetten de initmerker M100.0 met stap 1 van ons programma.

  • 2. Gebruik maken van 2 hulpmerkers

    Door twee extra netwerken in de juiste volgorde te programmeren kunnen we een initialisatiemerker slechts 1 cyclus actief maken.

    Hulpmerker M100.0 en hulpmerker M100.1 worden gebruikt. Hulpmerker M100.1 is tevens de initmerker. Deze staat slechts n cyclus 1.

    NW1 AN M100.0 = M100.1

    NW2 O M100.0 ON M100.0 = M100.0

    M100.1 M100.0 ---|/|---------------------------( ) M100.1 M100.1 ---|/|---------------------------( ) M100.1 ---| |-------

    Bij de eerste scan :

    is M100.0 = 0 in NW1 wordt M100.1 = 1 In de tweede regel van NW2 is M100.0 = 0 op het einde van NW2 wordt merker M100.0 = 1 Bij de tweede scan : is M100.0 = 1 op het einde van NW1 wordt M100.1 weer 0 en dat blijft ook zo. In netwerk 2 is in de eerste regel M100.0 = 1 op het einde van NW2 wordt M 100.0 =1 bevestigd. M100.0 kan pas terug 0 worden als we de PLC stoppen.

    3. Er vanuit gaan dat een merker bij het overschakelen van StopRun altijd op 0 staat.

    We voegen een hulpmerker toe aan de startvoorwaarden van stap 1. We vragen de merker af op een 0. De hulpmerker is NIET remanent en is daarmee = 0 bij de eerste cyclusscan. Door de hulpmerker na de eerste stap te setten heeft hij geen invloed meer op de werking van het programma. M.a.w. door de hulpmerker te setten wordt hij uitgeschakeld. De hulpmerker kan pas terug 0 worden na het stoppen van het programma. Starten van een proces. Voorwaarden :

    de startdrukknop moet ingedrukt worden en mag niet blijven hangen gebruik maken van positieve flankdetectie

    stop moet voorrang krijgen op start. de stop drukknop mag niet onderbroken zijn

    extra voorwaarde toevoegen stop is niet bediend.

  • Stoppen van een proces. Om een cyclus te stoppen zijn er een aantal mogelijkheden :

    1. Cyclusstop Via twee extra netwerken programmeren we een cyclusstopmerker vb. M75.0.

    Deze wordt geset door het afwezig zijn van het stopdrukknopsignaal. Van zodra we de eerste stap van de cyclus uitvoeren wordt onze cyclusstopmerker weer gereset.

    De cyclusstopmerker M75.0 wordt ook opgenomen in de voorwaarde via een EN-verknoping om de cyclus te starten. We controleren als de cyclusstopmerker op 0 staat.

    2. Noodstop

    Van zodra we de noodstop bedienen valt de schakeling stil. Afhankelijk van het soort proces zal je bij het opnieuw starten ofwel terugkeren naar de initile toestand ofwel verder gaan waar je gekomen bent.

    3. Stop en terug naar initialisatie In het netwerk waar we de initile merker activeren voegen we de voorwaarde van het bedienen van de stop toe via een EN-verknoping. Dit is niet toepasbaar als je werkt met OB100. Bij het indrukken van de stopdrukknop resetten we alle stappen en keren we terug naar de initile stap.

    4. Stop en go

    We programmeren twee extra netwerken. De stopengomerker wordt geset door de startdrukknop te bedienen. De stopengomerker wordt gereset door de stopdrukknop te bedienen.

    Voor het starten van de cyclus gebruiken we een positieve flankdetectie van de stopengomerker. In alle andere stappen (ook bij het programmeren van de uitgangen) wordt telkens via een EN-verknoping de stopengomerker aan de voorwaarden toegevoegd.

  • Cyclusafhandeling :

    a. stap/stap b. cyclus / cyclus (halfautomatisch) c. automatisch

    Via een keuzeschakelaar wordt gekozen uit een of meerdere van deze functies. Wil je digitaal kiezen, dan hebben we twee ingangssignalen nodig.

    Voor iedere bewerking heb je een hulpmerker nodig, die afhankelijk van de keuze geset wordt. De niet gekozen bewerkingen worden dan gereset. Voor de stap per stap bewerking gebruiken we een extra stapmerker.

    Voegen we bij de voorwaarden van iedere stap een OF-verknoping toe van de genverteerde stapmerker met de positieve flankdetectie van de startdrukknop.

    Voor de cyclus/cyclus bewerking wordt een cyclusmerker gebruikt.

    Bij de voorwaarde van stap 1 voegen we een OF-verknoping toe van een genverteerde cyclusmerker en de positieve flank detectie van de startdrukknop. Je kan hier ook kiezen om terug te keren naar de initile stap.

    Voor de automatische cyclus gebruiken we een automerker. Dan beginnen we weer met de eerste stap van de cyclus.

    In1 In2 Keuze

    0 0 Stap/stap

    1 0 Cyclus / cyclus halfautomatisch

    0 1 Automatisch

    1 1