Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient....

20
Inhoud • Beelden bij een uitbreiding 2 • Neptunus, Amphitrite & nereïden 3 • Portret van stamvader Salu I gerestaureerd 7 • De Antakalnis begraafplaats in Vilnius 10 • Geruimd op Schoonselhof 12 • Poblenou, Barcelona’s oudste begraafplaats 16 • Taphofiel 20 Zesmaandelijkse Periodiek van EPITAAF vzw D/2005/5274/1 19 de jaargang N° 1 April 2005 Woord vooraf 'Erfgoed in gevaar' is dit jaar het thema van de Erfgoeddag. Een thema dat perfect aansluit bij één van de doelstellingen van onze vereniging: het be- houd van het immer bedreigde funeraire erfgoed. Het is ook de rode draad door dit nummer. In twee artikels stappen we even buiten die funeraire grenzen maar blijven wij wel in het grafmakersatelier Salu. U leest over de vondst én de restauratie van een merkwaardig Neptunus-doek en van een portet van Ernest Salu I, oprichter van het atelier. We brengen ook een foto- reportage over Antakalnis: één van de belangrijkste -en goed onderhouden- begraafplaatsen van Vilnius. Daarnaast vindt u een artikel over het ruimen van een grafmonument met een reliëf van Oscar Jespers op Schoonselhof. Ten slotte leest u het verhaal achter Poblenou, de oudste begraafplaats van Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier. Foto Ann Peckstadt EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 1

Transcript of Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient....

Page 1: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

Inhoud• Beelden bij een uitbreiding 2• Neptunus, Amphitrite & nereïden 3• Portret van stamvader Salu I gerestaureerd 7• De Antakalnis begraafplaats in Vilnius 10• Geruimd op Schoonselhof 12• Poblenou, Barcelona’s oudste begraafplaats 16• Taphofiel 20

ZesmaandelijksePeriodiek van EPITAAF vzwD/2005/5274/1

19de jaargang

N° 1April 2005

Woord vooraf'Erfgoed in gevaar' is dit jaar het thema van de Erfgoeddag. Een thema datperfect aansluit bij één van de doelstellingen van onze vereniging: het be-houd van het immer bedreigde funeraire erfgoed. Het is ook de rode draaddoor dit nummer. In twee artikels stappen we even buiten die funerairegrenzen maar blijven wij wel in het grafmakersatelier Salu. U leest over devondst én de restauratie van een merkwaardig Neptunus-doek en van eenportet van Ernest Salu I, oprichter van het atelier. We brengen ook een foto-reportage over Antakalnis: één van de belangrijkste -en goed onderhouden-begraafplaatsen van Vilnius. Daarnaast vindt u een artikel over het ruimenvan een grafmonument met een reliëf van Oscar Jespers op Schoonselhof.Ten slotte leest u het verhaal achter Poblenou, de oudste begraafplaats vanBarcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient.

Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

Foto Ann Peckstadt

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 1

Page 2: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

Eindelijk is het dan zover: bij hetverschijnen van deze aflevering vanonze Epitaaf Periodiek en gekop-peld aan de Erfgoeddag 'Gevaar'op 17 april 2005, zal Epitaaf vzw inhet Museum voor Grafkunst hetlangverwachte Open Depot ingebruik hebben genomen.Gesitueerd op de eerste verdiepingvan de tuinvleugel van het atelierErnest Salu, in Laken, boven hetmodeleer-atelier en een 70 m2 ruim,zullen bezoekers hier voortaan vrijkennis kunnen maken met eengroot aantal niet tentoongesteldegipsen modellen, mallen, atelierstu-dies e.a. uit de verzamelingen vanEpitaaf vzw, overwegend behorendtot de fondsen Ernest Salu/ Lakenen Emile Beernaert/ Elsene. Hetevenement bleek voor de federaleRegie der Gebouwen - Dienst res-tauratie voldoende belangrijk, omeen groot aantal stukken van hetfonds Beernaert in haar bezit -waaronder een 132 x 82 cm grootschaalmodel (ca 1900) van deVenetiaanse galerijen in Oostende-in langdurige bruikleen aan Epitaafvzw toe te vertrouwen.De feestelijke ingebruikname op 12april 2005, vormt meteen de aanlei-ding tot de tentoonstellingOuroboros, een indringende foto-survey door Nadine Tasseel van hetbeeldhouwersatelier in 1988, kortna het overlijden van beeldhouwerErnest Salu III.De foto's maken tegelijk het voor-werp uit van de ruim 75 pp. tellen-de publicatie Ernest Salu-beeldhou-wers, met inleidend essay door EricDe Kuyper en historische schetsdoor Linda Van Santvoort.Dank alvast aan de VlaamseGemeenschapscommissie, hetministerie van de VlaamseGemeenschap en het ministerie vanhet Brussels HoofdstedelijkGewest/ Directie Monumenten en

Landschappen, op wie onzeenthousiaste vonk alweer oversloegen die elk hun bijdrage leverden omdeze projecten mogelijk te maken.Maar daar blijft het niet bij. Verdererestauratie- en geschiktmakings-werken, waarvoor eerlang een dos-sier wordt ingediend, worden voor-zien tijdens het winterreces 2005.Ze beogen in het bijzonder de bin-nenafwerking van de met goud-kleurig damast beklede Fonteinzaal,de instandhouding en opfrissingvan het modeleeratelier, en de reali-satie in de karrendoorgang naar debinnentuin van een gloednieuweingangs- en ontvangstruimte voorbezoekers, annex vestiaire enbookshop. Lente 2006 zou hetMuseum voor Grafkunst & Centrumvoor Funeraire Archeologie, ruim 15jaar na aanvangsdatum aldus ope-rationeel moeten zijn en terdegeuitgebouwd om bezoekers en vor-sers op volwaardige wijze te ver-welkomen.Voor het najaar 2005 wordt intus-sen aan een volgende beperktetentoonstelling gedacht, naar aan-leiding van het internationaal art

nouveaujaar, met presentatie vanschaalmodellen van art nouveau-grafmonumenten uit ondermeereigen verzameling en deze van hetHorta-museum in Sint-Gillis.De Open MonumentendagenBrussels Hoofdstedelijk Gewest op17 en 18 september eerstkomendzullen dan weer de aandacht vesti-gen op Brussel, 175 hoofdstad.Extra aandacht zal hierbij gaan naareen aantal Brusselse begraafplaat-sen en het kerkhof van Laken in hetbijzonder, waar Epitaaf vzw wandel-bezoeken zal verzorgen aan delaatste rustplaats van tenoren vanhet jonge België. Doch hierovermeer in onze herfstaflevering.

De tentoonstelling Ouroboros enhet Open Depot zullen (voorEpitaaf-leden gratis) toegankelijkzijn tijdens de weekends van 16-17april, 23-24 april en 30 april-1 mei2005, telkens van 10.00 -16.30 uur(op Erfgoeddag 17 april vrije ingangvoor allen, en tot 18.00 uur).

Marcel M. CelisVoorzitter

Nummer 1 / April 2005

2

Voorlopige opslag van de collectie EpitaafFoto Marcel M. Celis

Beelden bij een uitbreiding

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 2

Page 3: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

De behandeling

Het tafereel werd rechtstreeks ophet doek geschilderd, zonder pre-paratielaag. Het doek zelf was indrie stukken, vertoonde talrijkescheuren en was door onoordeel-kundig opslaan zwaar gekreukt enbeschadigd.Vo o reerst werd het doek terug invorm gebracht door bevochtigen enstrijken, uiteraard met beschermendetussenlagen. Na reiniging volgde eenvoorlopige verlijming van de verschil-lende fragmenten met Japans papieren stijfsellijm aan de voorzijde. Aande achterzijde werd een definitieveverlijming aangebracht met stro k e nlinnen en lijm (die door warmte zijn

kleefkracht ontplooit), waarop devoorlopige verlijming aan voorzijdev e r w i j d e rd werd, met nogmaals eenlichte re i n i g i n g .Ingevolge de zwakte van het doekkon dit niet meer opgespannen wor-den. Teneinde dit te kunnen opstel-len werd aan boven- en onderkantover de volledige lengte een latjeaangebracht in tropisch hout.

Iconografische duiding en relaties1

Het onderwerp van het doek iszonder al te veel iconografischevoorkennis herkenbaar. De centraalen frontaal opgestelde bebaarde

man met opgestoken drietandroept meteen het beeld op vanNeptunus (gelijk aan de Grieksegod Posseidon). Neptunus, volgensde klassieke mythologie god enheerser van de zee, komt in degeschiedenis van de beeldendekunsten ontelbare malen voor. Maardaarmee is uiteraard nog niet allesover deze voorstelling gezegd. Deidentificatie van Neptunus impli-ceert immers dat ook alle andereop dit doek voorgestelde figuren opéén of andere wijze mythologischte duiden zouden zijn. De figuur die links2 tegen Neptunusaanleunt is zonder enige twijfel zijnv rouw Amphitrite. Samen hadden zijeen zoon Triton die als meerman

3

Neptunus, Amphitrite & nereïden

Ingevolge het overlijden van grafbeeldhouwer Ernest Salu III in september 1988, werden diens woonhuisaan de Leopold I-straat 17 en aansluitend atelier aan het Onze-Lieve-Vrouwvoorplein 16, te Laken, tekoop gesteld. Een erfpachtovereenkomst van juni 1989 bood Epitaaf vzw de mogelijkheid om alhier deuitbouw op te starten van een Museum voor Grafkunst & Centrum voor Funeraire Archeologie, waarvande finalisering 15 jaar na datum eindelijk in het vooruitzicht ligt.Voorafgegaan door een uitvoerige fotografische survey, zouden de allereerste opruimings- en ontmante-lingswerken alvast meer dan één verrassing opleveren. Volkomen onverwacht was alleszins deze, in hetzwaar onderkomen 'preciositeitenkabinet' dat Ernest Salu had ingericht op de 1ste verdieping van hetoudste atelier (huidig archief), palend aan de Wintertuin, van 3 fragmenten figuratief beschilderd linnen,ondersteboven hergebruikt als wandbehang. Pas onlangs, in het kader van een pro e f restauratie doorPhilippe Schurmans voor de conserveringsploeg van het Vlaams Instituut voor het Onro e rend Erfgoedopnieuw samengevoegd, gereinigd en tot een leesbaar geheel gere t o u c h e e rd, blijkt het indrukwekkende,ca 3.70 bij 1.20 m grote zee-tafereel meer vragen op te roepen dan bevredigende antwoorden te bieden.

Het volledig gerestaureerde Neptunus-doekFoto Pol de Prins

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 3

Page 4: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

(half mens, half vis) herkenbaar isuiterst rechts op het doek. Hij houdtde tritonshoren of de tro m p e t s c h e l pzoals die ook wordt genoemd in dehand en blaast ero p .Neptunus is vaak vergezeld vannereïden (of zeenimfen); in dezecompositie zijn er meerdere te her-kennen, zowel links als rechts vanhem. Eén ervan, links vanNeptunus, houdt een wapperendedoek over het hoofd en is om diereden te identificeren als Galatea.Het wapperend of bollend zeil washaar attribuut en staat in het tekenvan het element lucht. Galateawordt vergezeld van een dolfijn.Dolfijnen maken vast onderdeel uitvan het gezelschap van Neptunus,Amphitrite en de nereïden . De dol-fijnen in deze compositie verwijzenuitdrukkelijk naar het elementwater.De schetsmatige en ruw uitgewerk-te voorstelling staat een meer pre-cieze identificatie in de weg.Sommige elementen -zoals degroene palmtakken links en rechts

van de centrale groep- zijn niet inverband te brengen met de icono-grafie van de voorstelling.Het langwerpig formaat van hetdoek doet ons veronderstellen datwe hier te maken hebben met eenschetsontwerp voor een fries.Spontaan komt ons de prachtigesgraffitofries (ca 5,84 x 0,50m) voorogen die de gevel siert van het inBrussel (Sint-Gillis) gelegen heren-huis Goblet d’Alviella, wellicht van-wege het langwerpige formaat enhet analoge mythologische thema:Neptunus en de zee. Gebouwdnaar ontwerp van architect OctaveVan Rysselberghe in1882 en doorde architect zelf bewoond tussen1883 en 1888, is dit neorenaissan-ceherenhuis een goed voorbeeldvan de symbiose tussen architec-turale compositie en de toen zeerhoog aangeschreven decoratieveafwerking. Juliaan Dillens zou ver-antwoordelijk zijn voor het ontwerpvan het op deze gevel aanwezigesgraffito – zowel de Neptunusfriesals de allegorische voorstelling van

de architectuur in het midden vande galerij bovenaan- als voor hetcentrale medaillon in laagreliëf metvoorstelling van Minerva3. De sgraf-fito zouden zijn uitgevoerd doorJean Baes. In het gevelbrede sgraf-fito wordt de kern aangegeven doorNeptunus en Amphitrite omgevendoor de zee waarin dolfijnen -somsmet putti op de rug- uit de golvenopspringen.De gehelmde Minerva in het centra-le medaillon staat symbool voor derechtvaardige strijd. Minervageraakte overigens verwikkeld ineen krachtmeting met Neptunusom het bezit van Attica. Door hetGrieks opschrift “zij houdt van dekunst” wordt een expliciete linkgelegd naar de kunst die de bouw-heer en de makers van dit huis zodierbaar was.De connecties tussen de beeldhou-wers Salu en beeldhouwer JuliaanDillens4 kunnen ons slechts sterkenin het vermoeden dat er een relatiezou kunnen bestaan tussen het inhet atelier Salu bewaarde doek en

Nummer 1 / April 2005

4

Galatea, detail van het Neptunus-doekFoto Pol de Prins

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 4

Page 5: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

de zonet aangewezen sgraffitofries.Eerlijkheidshalve moet worden toe-gegeven dat de sierlijkheid van desgraffito waar vooral de klemtoon isgelegd op het vloeiend lijnenspelvan de golven -reden waarom som-migen hierin terecht een prefigura-tie zien van de art nouveau- deruwe en schetsmatige voorstellingop het doek ver overstijgt. Voorlopig houden we het dus opeen eerder intrigerende overeen-komst tussen de iconografie en hetformaat van beide voorstellingen.Nog een aantal stukken in de col-lectie die zowel qua onderwerp alsqua formaat hierbij aansluiten kun-nen we hier niet buiten beschou-wing laten.Een eerste plaasteren reliëf (1.39 x0.36 m) in de vorm van een friesheeft een onderwerp dat verwant isaan de hoger geschetste iconogra-fische thema’s. Nereïden (6 intotaal) liggen of zitten op het gol-vende water, soms rustend of zit-tend op dolfijnen. Nereïden hoeven-zoals hier het geval- niet noodza-kelijk te worden afgebeeld met eenachterlijf als vis. Nereïden zijn dedochters van Nerus, de oude manvan de zee. Op deze fries komenook mannelijke figuren voor: uiterstlinks Triton met hoorn, uiterstrechts in zeer zacht reliëf een oudeman, misschien vader Nerus. Demeest rechtse nereïde steekt eenfakkel hoog in de lucht. Mogelijk ishet Hero die haar geliefde Leander-de forse torso achter haar- de wegwijst met een brandende toortswanneer deze de rivier overzwomom haar te bereiken. Het liefdesthe-ma van Hero en Leander sterkt hetvermoeden dat meest opvallendenereïde wel eens Venus zou kunnenzijn. Venus, geboren uit de zee,wordt gedragen door dolfijnen, éénervan houdt ze aan de leiband, deandere dolfijn wordt door een molli-ge gevleugelde putti (amor?) intoom gehouden. In dit laagreliëfwordt de klemtoon gelegd op de

sierlijkheid van het vrouwelijkenaakt, door hun vloeiende houdin-gen suggereren de figuren als hetware de golvende beweging van dezee. Een directe relatie naar de ele-menten; water en vuur (fakkel) isook hier aanwezig.Een tweede plaasteren reliëf (1.41 x0.35 m) dat zich in de collectie Salubevindt is qua opbouw en onder-werp zeer verwant aan het vorige.Ook hier wordt de klemtoon gelegdop een groep die gedecentre e rd( rechts van het midden) is uitge-werkt. De nereïde wordt als het wareuit de zee opgetild door twee (man-nelijke?) figuren. Het plooienspel vaneen drapage suggereert het schuimvan de golven waaruit zij oprijst,w a a rdoor we ook hier een re l a t i ekunnen leggen naar Venus en deliefdesthematiek. Links zien weopnieuw Triton met hoorn in hetgezelschap van twee dolfijnen.

De liefdesthematiek lijkt ook hierdeel uit te maken van het voorg e-stelde onderwerp; zie ook het in dezee dobberende koppeltje uiterstrechts en de putti met fakkel in dehand links bovenaan. Beide reliëfs mogen dan wel aanelkaar verwant zijn qua onderwerpen opbouw, stilistisch en technischmenen we toch een verschil te her-kennen. Het tweede reliëf evenaartniet de sierlijkheid en het raff i n e m e n tin afwerking dat in het eerste word tb e re i k t .Naar de plaats en betekenis van dehoger besproken stukken in de col-lectie Salu blijven er nog heel watvraagtekens. Voorlopig kunnen weslechts een formele en iconografi-sche relatie leggen maar tasten wenog in het duister of er inderd a a dook een artistieke relatie bestaat.Voor geen van de objecten is hetmogelijk om er een auteur aan te

Neptunus en Amphitrite, detail van de sgraffito, Sint-Gillis, Faiderstraat 10, 1882Foto Pol de Prins

5

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 5

Page 6: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

koppelen. Evenmin kunnen de stuk-ken in verband worden gebracht meteen uitvoering.Het feit dat geen van deze stukkenin verband kan worden gebrachtmet een specifiek funeraire thema-tiek, maakt dat ze des te meer eenuitzonderingspositie innemen in decollectie.Inmiddels weten wij echter dat decollectie Salu is samengesteld uiteen amalgaam van plaasters ena n d e re kunstvoorwerpen van zeerdiverse aard. Heel wat objecten in de collectie zijn niet van debeeldhouwers Salu zelf maar van

kunstenaars tijdgenoten (G.Geefs,J. Lambeau, P. Theunis, J. Dillense . a . ) . Toch blijken de meeste stuk-ken op één of andere manier inrelatie te staan tot het oeuvre vande Salu’s. Het weze hierbij duide-

lijk dat deze collectie ons nog voormeer dan één uitdaging plaatst.

Linda Van Santvoort, m.m.w.Marjan Buyle en Marcel Celis

Nummer 1 / April 2005

Venus, detail van eerste plaasteren reliëfFoto Pol de Prins

(1) Op basis van : James HALL, Iconografisch Handboek. Onderwerpen, symbolen en motieven in de beeldende kunst, Primavera, Leiden, 1993.

(2) Vanuit het standpunt van de toeschouwer.

(3) Pol MEIRSSCHAUT, Les sculptures de plein air à Bruxelles, Brussel, 1900, p. 195-196. Zie ook : Linda VAN SANTVOORT, HerenhuisGoblet d’Alviella in : Kunst in de straat. Sgraffiti in Brussel, Brussel, 1994, pp. 72-73.

(4) Zoals aangetoond in de nieuwsbrief Epitaaf nr. 48. M. CELIS, Juliaan Dillens (1849-1904) de sensuele dood, p. 2-4.

6

Triton, detail van tweede plaasteren reliëfFoto Pol de Prins

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 6

Page 7: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

7

Op dat moment wist hij zich ookvan een opvolger (Salu II,1885-1980) verzekerd die bovendien eenwaardige opleiding had genotenaan de Brusselse academie. Hetportret werd met pseudo-fotografi-sche precisie uitgewerkt door eenjammer genoeg tot nog toe onbe-kend kunstenaar (handtekeningrechts onder onleesbaar) in houts-kool gehoogd met potlood. Deonwaarschijnlijke verkorting van dearmleuning draagt er toe bij dat degeportretteerde de afmetingen ver-krijgt van een gigant, iets wat uiter-aard past bij een dergelijk stamva-derportret. Het familiale epos kreegeen bijzonder hoogtepunt naar aan-leiding van de gouden bruiloft vanSalu I in 1918, een feest dat overi-gens veel luister werd bijgezet doorde foto-opnames in de toen reedsgerealiseerde wintertuin. Vanaf dieperiode werden zowel het hierbesproken portret als de vroegereburgerwachtversie samen opge-steld in het centrale directeursbu-reau dat zowat de regiekamervormde van het ganse bedrijf. Hetzal na deze conservatie en restau-ratie dan ook terug op zijn oor-spronkelijke plaats worden opge-hangen.

Lode De Clerq

Portret van stamvader Salu I gerestaureerdWanneer gesproken wordt over Salu I, II en III dan is het niet omdat zij behoren tot het vreemd envergeten ras der Belgische Farao’s maar wel omdat drie elkaar opvolgende generaties grafbeeld-houwers, al konden zij dan geen piramides oprichten, de oudstgeboren zoon telkens de naamE rnest hebben gegeven. Hoeft het dan nog betoog dat de stamvader Ernest Salu I (1846-1923)steeds met de grootste verering werd bejegend door zijn opvolgers. De man was trouwens zelfheel bewust van zijn nieuwe artistieke en burgerlijke status want reeds in de jaren 1880 liet hijzichzelf portre t t e ren uitgedost als officier bij de burgerwacht (zowel foto’s, tekeningen als inbeeldhouwwerk). Sinds hij immers als praticien had meegewerkt aan de enorme werf van de nieu-we Brusselse beurs (ingehuldigd in 1874) had hij vanaf 1872 een klein grafbeeldhouwersatelier inhoog tempo weten omtoveren tot een goed draaiende bedrijf in de kunstnijverheid met rond 1900zo’n 40 werknemers. Toen hij zichzelf in dit grote portret liet afbeelden (ca. 55 à 60 jaar) liet hij nietalleen een voorname driekwartshouding gebruiken doch zetelde hij tevens met rok en een opulen-te strik in een met leder gecapitonneerde directeursstoel.

Het portret na restauratieFoto Ann Peckstadt

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 7

Page 8: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

Nummer 1 / April 2005

Verslag vande restauratie BeschrijvingE rnest Salu I (1846 – 1923) was destichter van het voormalig beeld-houwersatelier voor funeraire sculp-tuur dat werd opgericht in 1872.Het portret van Ernest Salu I isutgevoerd met houtskool en pot-lood. Het is getekend op een dra-ger van minderwaardige kwaliteitvervaardigd uit houthoudendpapier. De afmetingen van het por-tret zijn 835 x 693 mm. Het portretwas ingelijst. Op de uiterste randen van het portre twas een dikkere papieren boord vanhouthoudend papier gekleefd van 20mm breed als een soort omlijstingdie dienst deed als passe-partout.Deze papieren omlijsting wasgedeeltelijk verdwenen bij de linker-rand. Onder de papieren afboor-ding is het papier van het portretaan de randen sterker verkleurd. Ditis een typisch voorbeeld van verzu-ring: bij onderling contact ’migre-ren’ zuren van het ene papier ophet andere.

Beschadigingen

In de loop der jaren heeft het portre ttypische schade opgelopen doorslechte bewaringomstandigheden.Het betreft vooral slechte klimato-logische omstandigheden waar-door het papier is gaan re a g e re n .Wisselingen in temperatuur enrelatieve vochtigheid kunnen nef-aste gevolgen hebben voor hetp a p i e ren erfgoed. Papier is eenh y g roscopisch materiaal: papier-vezels gaan uitzetten en krimpen,w a a rdoor scheuren en golvingenkunnen ontstaan. Het portret heefthevige waterschade opgelopen

w a a rdoor er op de recto- en ver-sozijde van de tekening sterkg e p ro n o n c e e rde bruine waterrin-gen zijn ontstaan. Deze bruinewaterringen zijn duidelijk zichtbaarin de lichte partijen van de teke-ning (m.n. bij de linkerbovenhoeken rechts bij het hoofd). Door devochtschade is het papier lichtjesgaan golven en is de houtskoolhier en daar gaan uitlopen. Zo zijner zwarte druipsporen ter hoogtevan de hand. Houtskool laatgemakkelijk los en er zijn zwartevegen over het volledig oppervlak.Ook zijn er nog twee bruine vlek-ken ter hoogte van de witte kraag(wellicht ro e s t v l e k k e n ) .Het portret vertoont talrijke scheu-ren aan de randen (vooral aan delinkerrand) met hier en daar lacu-nes. Bij de bovenrand vertrekt eenschuinlopende scheur tot op het

voorhoofd. Deze scheur is op derecto- en versozijde vroeger her-steld met doorzichtige kleefband.Kenmerkend voor deze tape zijn deslechte verouderingseigenschap-pen. Na verloop van tijd vergeelt delijm en dringt hij door in de poriënvan het papier. De kleverige lijmlaagwordt hard en is onoplosbaar. Dooreen chemische reactie gaat de ver-kleuring van de tape door hetpapier tot op de versozijde. Centraal, ter hoogte van de borst,bevindt zich een grote driehoekigelacune. Het ontbrekend fragmentwerd apart bewaard. Een kleinere

lacune is te zien bij de linkerarm ener zijn ook twee lacunes links bijhet hoofd ter hoogte van de neus.Het papier is bij de linker benedenhoek (onder de hand) erg zwak enbrokkelig.Op de versozijde zijn een aantaloude re s t a u r a t i e s t roken met bruinhouthoudend papier: over de volledi-ge linkerrand, bij de bovenrand en bijde re c h t e ronderrand. Op de versozij-de is er erg veel opliggend eng e f i x e e rd vuil. Er zijn sporen van eenvorige slordige reiniging (verticalegrijze wrijfsporen op de achterzijde).Voor de conservatiebehandeling ishet werk beschreven en gedocu-m e n t e e rd, en is er een conditierap-port opgesteld om op deze maniereen behandelingswijze te kunnen uit-stippelen. Om een optimale bewaring vantekeningen en prenten te kunnen

g a r a n d e ren moeten er een aantalelementen in acht genomen word e n .Dit zijn op de eerste plaats goedeklimatologische omstandigheden:een constante temperatuur van 18graden C en een relatieve vochtig-heid van 55 %. Bij het inlijsten is demontage van de prent of tekeningbelangrijk. Deze moet uitgevoerdw o rden met zuurvrij materiaal. Hetg rootste deel van de behandelingbestaat uit het losmaken en verwij-d e ren van oude en slechte monta-ges zoals slechte tape en oudem o n t a g e s t roken van slechte kwali-teit. Deze oude re s t a u r a t i e s t roken en

Detail van borst voor de restauratieDetail van hoofd voor de restauratieFoto’s Ann Peckstadt

8

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 8

Page 9: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

tapes zijn mede de oorzaak van ver-bruining en verzuring van het papier.Ook een slechte verlijming kan hiertoe bijdragen. Een slechte montageen een inlijsting met karton vanslechte kwaliteit zijn bijkomendeoorzaken van degradatie. Het verzu-r i n g s p roces wordt ten slotte ver-sneld als voor het passe-partout,het opzetvel (karton waarop hetobject wordt gemonteerd) en deachterwand slechte kwaliteit vankarton (bv houthoudend karton) ofhouten platen worden gebruikt.Wat de degradatie van het objectbetreft, zijn twee factoren vanbelang. Een eerste factor betreft dedrager (d.i. de kwaliteit van hetpapier waarop getekend werd). Bijde fabricage van het papier kunneninterne factoren verzuring veroorza-ken zoals het gebruik van houtslijpen hars en aluinverlijming. Eentweede factor betreft de omge-vingsfactoren (d.w.z. de invloedenvan buitenaf) die het papier doenverzwakken zoals licht, tempera-tuur, luchtvochtigheid, luchtveront-reiniging, insecten en schimmels.Vanaf de 19de eeuw is de kwaliteit

van het papier sterk gaanv e r m i n d e ren door hetgebruik van houtslijp. Hetpapier werd bereid vanhoutpulp. Houtvezels zijnkorte vezels en bevattenaanzienlijke hoeveelhedenlignine waardoor hetpapier gemakkelijk zalv e rgelen en bros word e n .A n d e re toevoegingenzoals bleekmiddelen, aluinen hars breken de cellu-losevezels af. Een bijko-mende factor voor de ver-d e re degradatie van hetpapier is de luchtvervui-ling. Ook de belichtings-duur en belichtingstijd zijnbelangrijk: bij blootstellingaan licht zal er verkleuringo p t reden in het papier.

ConservatieVoor en tijdens de conservatiebe-handeling zijn fotografische opna-mes genomen. Er is een droogreini-ging uitgevoerd op de recto- enversozijde van het portret. Op derectozijde werd de droogreinigingbeperkt op de niet-getekendezones (dus links en rechts bovenhet hoofd van de figuur, en dit uit-sluitend met een zachte kwast). Opde versozijde werd de droogreini-ging eerst uitgevoerd met eenzachte kwast om zoveel mogelijkoppervlaktevuil te verwijderen.Nadien werd het oppervak met

zacht gompoeder behandeld (wis-hab). De zachte gompartikkelsnemen het oppervlaktevuil op. Dezebehandeling is tot driemaal toe her-haald om zoveel mogelijk opper-vlaktevuil weg te nemen.De oude bruine re s t a u r a t i e s t roken opde versozijde en de oude lijmre s t e nw e rden zoveel mogelijk verwijderd .De re s t e rende lijmresten onder deafgenomen kleefband werd mecha-nisch met scalpel verwijderd .De scheuren werden langzaam onderg o re-tex gere l a x e e rd en plaatselijkhersteld met dun Japans papier vanh o o g w a a rdige kwaliteit (kozo van 6g r. en stijfsellijm). Voor gro t e re scheu-ren werd een tweede re s t a u r a t i e-s t rook van Japans papier aange-bracht van een iets zwaard e re gram-mage (kozo van 17gr. verlijmd metKlucel). De lacunes werden aange-vuld met Japans papier dat licht optoon werd gezet met pastel. Voor decentrale lacune ter hoogte van deborst was het ontbrekende deel apartb e w a a rd. Het losliggend fragmentwas erg beschadigd en vertoondeverschillende horizontale vouwen metinscheuringen (accordeonmodel). Hetfragment werd langzaam gere-l a x e e rd, gevlakt en opnieuw in positiegebracht. Op de versozijde werd e nhechtingen aangebracht met dunnes t roken Japans papier. Op de re c t o-zijde werden in de scheurlijnen lichteretouches aangebracht.Het portret werd ten slotte gemon-teerd op een opzetvel van zuurvrijkarton. Er is eveneens een passe-partout gesneden uit zuurvrij kartonen het geheel wordt opnieuwgemonteerd in zijn oorspronkelijkelijst. Deze wordt eveneens voorzienvan een zuurvrije achterwand.

Ann Peckstadt

Overzicht voor de conserverende behandeling. Bemerkde grote wigvormige inscheuringFoto Ann Peckstadt

9

Droogreiniging van de niet getekende zonesaan de voorzijdeFoto Ann Peckstadt

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 9

Page 10: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

Nummer 1 / April 2005

10

De Antakalnis begraafplaats in Vilnius.Een fotoreportage

Op kennismakingsreis in de Baltische Staten: Estland, Letland en Litouwen doe ik in juli 2004 Vilnius aan. Ik heb opnieuw het gevoel van verwantschap dat me ook overviel in Praag en Budapest. Een soortvan herkenning van het oude Europa-gevoel. Ik kan het niet echt verklaren.Zoals bij ons is het Litouwse volk bijna constant bezet geweest door vreemde mogendheden. In 1990begon pas de onafhankelijkheid na lang een sovjetstaat te zijn geweest. Dat zie en voel je in de stra-ten. De ambitie van de jeugd en de gelatenheid van de oudere generatie. Uiteraard is deze geschie-denis gereflecteerd op de begraafplaatsen. Ik kies voor de Antakalnis begraafplaats in de gelijknamige wijk, gelegen aan de rand van hetSveicarijos park, een uitloper van een dennenbos op een erg glooiend terrein. Het licht wordt gefil-terd door de boomkruinen en wordt grillig uitgestrooid over de graven. Het geheel baadt in eencompacte, beschermende sfeer die erg bepalend is. De begraafplaats is oud, maar ook actueel. Jebent er niet alleen. Er is constant onderhoudspersoneel bezig en ik zag drie groepen die een bezoekbrachten aan de militaire delen. Naast een indrukwekkend oud gedeelte zijn het nieuwe stuk en desoldatengraven piekfijn onderhouden.De cultuur van het grafmonument is hier nog levendig en bovendien min of meer eigentijds. Er wordtheel wat gebeeldhouwd, vaak in graniet. Hier maakt men nog portretten van de overledenen somsook in silhouetten. Om het zo maar eens te zeggen, vaut le détour.

Fotos en tekst: Pol de Prins

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 10

Page 11: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

11

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 11

Page 12: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

Paul van Ostaijen,inspirerende factorin avant-gardeAntwerpenHet meest gekende monument vanSchoonselhof is dat van Paul vanOstaijen (1896-1928). De LiggendeE n g e l (1932, park N) is een werk vanOscar Jespers (1887-1970), een uit-drukking van zijn zuiver expre s s i o n i s-me van de jaren ’30. De dichteroverleed aan tuberculose in eensanatorium te Miavoye-Anthée in deA rdennen. Hij werd er begraven doorde zorgen van Gaston Burssens(1896-1965), onder een zwarthoutenkruis met als tekst: Hier rust dendichter van/ het eerste boek vanSchmoll/ Paul van Ostaijen.1 Op ini-tiatief van een comité werd het stof-felijk overschot van Paul vanOstaijen in 1932 overgebracht naareen kosteloze vergunning op park 5van Schoonselhof. Omdat de ver-wachte gelden uitbleven kwam pasvijf jaar later de Liggende engel o phet graf. In 1952 was het besef van

de vernieuwende beteke-nis van de dichter door-g e d rongen in off i c i ë l ekringen en stemde hetcollege in om hem, bij hetverschijnen van het eer-ste deel van zijnVe rzameld We r k, over teb rengen naar groot ere-park N.Paul van Ostaijen wasde spil in de Antwerpseavant-garde. Op één lijnachter hem zijn eengroot aantal vrienden uitdeze kring begraven, diebovendien ijverden voorde oprichting van eenhem waardige laatsterustplaats: Floris Jespers(1889-1965), GastonBurssens en Jozef Muls(1882-1961). Oscar Jespers werd begraven te St-Lambrechts Woluwe bijzijn echtgenote MiaCarpentier en dochterHella, onder de abstracteTeddybeer (1928) die hij

Nummer 1 / April 2005

‘Frieda’ (1919) kubistisch portret van Frieda Demeulemeester.Het huwelijksgeschenk van Oscar Jespers aan René Vi c t o ren Frieda Foto Anne-Mie Haverm a n s

12

GERUIMD OP SCHOONSELHOF: het graf van Maria MagdalenaBurssens-De Hollander met een reliëf door Oscar Jespers

Ook op Schoonselhof wordt men geconfro n t e e rd met de hedendaagse problematiek rond hetomgaan met het funerair erfgoed. Verlopen vergunningen of als verwaarloosd aangeduide monu-menten komen in stadsbezit. De term ‘verwaarlozing’ is echter niet gedefinieerd en laat willekeurtoe. Onder voorwendsel van netheid en ruimte geven aan groen, worden er in hoog tempo grafte-kens geruimd. Funerair erfgoed verdwijnt nog voor er mogelijkheid is tot inventarisatie. Deze kaal-slag op de Antwerpse begraafplaatsen is niet te re c h t v a a rdigen, ook niet door plaatsgebrek, aan-gezien 80 % van de Antwerpenaren zich laat cre m e ren. Oplossingen zijn anders wel voorhanden.Vele steden stellen grafmonumenten op verlopen vergunningen ter beschikking voor hergebruik.De honderdduizenden euro die de stad Antwerpen in 2004 uitschreef voor afbraak van monumen-ten had ze kunnen aanwenden voor het opmaken van een inventaris (zoals reeds gebeurde voor alhet groen op Schoonselhof), het onderhoud van de begraafplaats en waardevolle graven, het aan-b rengen van nette banken en een wegbewijzering op Schoonselhof. Het is tijd dat Vlaanderen haar ogen opent voor de niet te onderschatten emotionele waarde vanhaar begraafplaatsen, die bovendien als stenen archief heel wat historische, heraldische, genealo-gische, kunsthistorische, natuurhistorische, sociologische en volkskundige kennis bevatten en dieze als toeristische troeven kan uitspelen.

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 12

Page 13: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

beitelde voor zijn jonggestorvendochtertje. Toch is Jespers voel-baar aanwezig op Schoonselhof.

Oscar Jespers,bindende factor op SchoonselhofDoor de vele (8), al dan niet alsgrafbeeld ontworpen sculpturen,voor vrienden (Burssens, vanOstaijen, Victor-de Meulemeester)of kunstliefhebbers (Franck enFester, voorzitters van Kunst vanHeden) blijkt op Schoonselhofvooral Oscar Jespers de bindendefactor. Niet al deze werken zijnopgenomen in de studies over zijnrealisaties. Toch zijn ze alle achtinteressant, want ze tekenen dezoektocht van een beginnend kun-stenaar.2 Omstreeks 1920 hanteer-de Jespers gelijktijdig duidelijk teonderscheiden stijlen. Hij muntte uitin het vervaardigen van sierlijkerealistische beelden met eenimpressionistische inslag die in hetverlengde liggen van de werkenvan zijn vader Emile (1862-1918).3

Gelijktijdig ontwikkelde hij een zeerpersoonlijke stijl, een proces waarinvan Ostaijen hem sterk stimuleerde.Na zijn benoeming aan het HogerInstituut voor Sierkunsten teBrussel in 1929, verhuisde Jespersnaar de hoofdstad.4 Hier kwam zijnprogressieve instelling op het voor-plan en groeide hij uit tot één vande belangrijkste beeldhouwers vanBelgië.

Beelden op graven Het merendeel van Jespers’ werkenop Schoonselhof zijn als grafbeeldontworpen. Hij vond een engel hetmeest passend als bewaker vanhet graf. De eerste, de bronzenStaande Engel, verscheen op hetgraf van Anaïs (1927, park H),

echtgenote van Frans Franck.Enkele jaren later kapte hij deLiggende Engel voor het graf vanPaul van Ostaijen (1932). Op hetgraf van Madeleine De Hollander(1942) is de engel in het gezelschapvan 2 personen. Verder leverde hijelegante vrouwelijke figuren in delijn van de funeraire traditie voor defamilie Fester (1925, park H) en defamilie Aerts (1922, park A). Hij kapte de vrouwenfiguur van hethuldemonument voor piloot F.Verschaeve (1923, park Z1) datbesteld was bij zijn vader.Jespers vernielde veel van zijnexperimentele werken, zoals hetkubistische ontwerp voor het graf-teken Herman Van den Reeck(1901-1920). Frieda (1919) ont-kwam hieraan omdat hij het gipsals huwelijksgeschenk gaf aan zijnvrienden René Victor en Frieda deMeulemeester. Het is het kubisti-sche portret ten voeten uit vanFrieda, nu in brons te bewonderenop hun graf, park R. Eugeen Van Mieghem (1975-1930)voor wie John de Lange (1883-

1948) als voorzitter van Kunst vanHeden van de stad een weigeringkreeg op een vraag voor een koste-loze vergunning, had één van dehem typerende figuren op het graf.Het graf van de schilder, in gewonelijn, verdween in WO II bij de regel-matige ontruiming. Het beeldZakkenraapster, door OscarJespers, is sindsdien spoorloos.

Burssens enVan OstaijenMet van Ostaijen was Burssens eenauthentieke vertegenwoordiger vanhet organisch expressionisme.Poëtisch erken ik alleen Burssensals mijn kameraad omdat hij, net alsik, met woorden speelt als eenjongleur met vuurfakkel, verklaardevan Ostaijen.5 Piano, dichtbundelvan Burssens, werd bij het verschij-nen in 1925 enthousiast onthaalddoor van Ostaijen, die Burssens bijhem thuis uitnodigde om hierovervan gedachten te wisselen. Ditlange gesprek op 27 maart 1925,de vooravond van Burssens’ huwe-lijk, was het begin van de trouwevriendschap tussen de twee dich-ters. Voortaan werkten zij eensge-zind samen om hun ideeën ingangte doen vinden. In een lezing teBreda (1925, Nederlandse studie-week) las van Ostaijen Terras entrok een parallel tussen dit gedichtvan Burssens en het plastisch werkvan Oscar Jespers, FritzStuckenberg en HeinrichCampendonk.6 Na de dood vanPaul van Ostaijen verzorgdeBurssens de uitgave van het literai-re nalatenschap van zijn vriend enstimuleerde op deze manier dewaardering voor diens werk.

13

Bloemenmeisje op het graf van de familieFester op park H Foto Anne-Mie Havermans

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 13

Page 14: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

Het graf opgerichtvoor het echtpaarBurssens-DeHollanderHet rijke archief van Schoonselhofgunt een bescheiden blik op hetontstaan van dit graf. Deze durev e rgunning voor twee personen(6600 fr., 1.10mx3m), op eenmooie plaats op park V, lijn zuid,B . V. n r. 168, werd op 15 oktober1941 aangekocht door GastonBurssens. Hij besliste tot de aan-koop van een “vergunning duurbegraafplaats” omdat dit graf, dathij verscheidene malen per weekbezocht, voor hem meer was daneen herdenkingsplaats. D o o d ,zelfs rottend, zelfs vergaan (…)blijft het lichaam voor mij de incar-natie van de ziel omdat ik geloofdat de ziel niet van het lichaam, inwelke toestand ook, te scheidenis. Als ik zo dikwijls naar het grafvan Madeleine ga, dan is hetomdat ik daar haar ziel, vertrouw-der dan op afstand,terugvind, en dat die zielgelukkig is mij in haarnabijheid te weten.Naïever kan het nietm e e r, ik weet het ookwel, maar het stukjegeluk dat voor mij indeze naïviteit ligt beslo-ten, zou ik niet graag rui-len voor de zelfvoldoe-ning die anderen in hetdiepzinnigste gekletsover “dood is dood”mogen vinden.7

Het verg u n n i n g s d o s s i e rbevat een schets vansteenhouwer Vi c t o rPatteet die gevoegd wasbij de aanvraag totoprichting; een stele meteen bas-reliëf in hard-steen in combinatie meteen schuinsoplopende

a rduinen zerk op boordstenen, dievooraan een bloembak vormen. Volgens deze aanvraag luidde hetopschrift: Maria Magdalena DeHollander 1941. Het vierkanteb a s - reliëf (0.94m x1.10m x0.16m)w e rd op 20 juli 1942 door Patteetgeplaatst op het hoofdeinde vande zerk. Het vlak is helemaal inge-nomen door de voorstelling vaneen liggende vrouw die begeleidw o rdt door een engel, in hetgezelschap van een zittend man. Gaston Burssens kwam uiteindelijkt e recht op erepark N, met zijntweede echtgenote Yvette Goubet(1922-1995). Het graf vanMadeleine werd vergeten. Door dewet van 1971, betre ffende hetomzetten van de langdurige ver-gunningen in 50 jaar, kwam dezev e rgunning te verlopen in 1991.Omdat de stad geen verwantenvond werd het grafteken afgebro-ken, wat in het dossier werd geno-t e e rd op 23 april 1997. Haar stof-felijk overschot is nog nietg e r u i m d .

Maria Magdalena De Hollander(Mechelen, 7 mei 1900-Antwerpen,6 oktober 1941) Gaston en Madeleine leerden elkaarkennen tijdens de vlucht van hunfamilies naar Nederland bij het uit-b reken van WO I. Ze werden vaakgezien in elkaars gezelschap en eenaantal van zijn vroege verzen enbundels droeg hij aan haar op. Kortna WO I werd Madeleine ziek, long-t u b e rculose, waarvan ze slechtsgedeeltelijk herstelde. Ze huwden teMechelen op 28 maart 1925. Begin1941 zag de toekomst er voor hetechtpaar veelbelovend uit. De plan-nen voor een eigen huis aan deG rote Steenweg 628 te Berc h e mw e rden concreet, ze kochten huneerste hond, Boy, en Burssens keekuit naar het verschijnen van de bun-del De eeuw van Perikles. Op vieroktober werden de signalen onmis-k e n b a a r, hoewel gemaskeerd doorhuiselijk geluk: De eerste dag in onshuis! Madeleine is doodsmoe- ze

Nummer 1 / April 2005

14

Schets door steenhouwer Victor Patteet, begeleidde de vraag tot oprichting van het grafteken, vergunningsdossier Schoonselhof

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 14

Page 15: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

heeft ook alles zelf willen doen- enheeft plots weer last van haar zieken i e r. ‘Dit zal wel onze laatste verhuiszijn, zucht ze. Hier zal hier zal hetdus zijn dat wij zullen sterven!’ En zevindt waarachtig de moed nog omte glimlachen. Het geeft wel een vei-lig gevoel zich onder zijn eigen dakte weten. Nu geen gemieter meermet een huisbaas over de verwar-ming en een gebroken ruit.Madeleine straalt, al ligt ze in eenzetel te hijgen van de pijn. De vol-gende dag werd ze geopere e rd .Vanochtend deed ze me teken dich-terbij te komen. Ik boog mij overhaar en ze fluisterde:’ik wist niet dats t e rven zo moeilijk was’. Met veelpijn stierf Madeleine in het zieken-huisbed, op 6 oktober 1941, 41 jaaroud. Voor haar dichte hij E l e g i e,(1941, 1943, 1953) een monument inv e rzen, waarin hij een zeldzaammooie harmonie bereikt en zijn diep-ste gevoelens niet langer verbergt.8

De stad Antwerpen had geen oogvoor de betekenis van haar graf,Burssens vergat haar niet. Zelfs opzijn doodsbrief stond in 1965:Mijnheer Gaston BurssensLetterkundige weduwnaar in eerstehuwelijk van: Mevrouw Marie-Magdalena De Hollander.

Het reliëf, afgebeeld in de derdedruk van Elegie (1953), bevindtzich intussen volkomen legaal ineen privé collectie, verzekerdeHenri-Floris Jespers.

Anne-Mie Havermans

In het jongste nummer van OKV2004 levert Anne-MieHavermans een voorsmaak vanhet boek over Schoonselhof datin opmaak is. Naast de geschie-denis van de Antwerpsebegraafplaatsen ligt het accentop kunstenaars, hun “verbon-denheid voorbij de dood” enhun werk op plaatselijkebegraafplaatsen. Voor het eerstwordt het befaamde steenhouwers-bedrijf Cl. Jonckheer fils in het lichtgezet. Schoonselhof biedt als ste-nen archief een blik op het eren vankunstenaars, politici, stichters enweldoeners, maar ook op het kli-maat van bepaalde periodes, zoalsdat ten tijde van de moord op desocialisten Albert Pot en TheophielGrijp door extreemrechts. Als slotschetst Erik Molenaar de ecologievan dit park, dat een verscheiden-heid bezit die in de wijde omgevingniet wordt aangetroffen.

Dit themanummerParkbegraafplaats Schoonselhof, ikhecht mij of ik sterf is verkrijgbaarbij Openbaar Kunstbezit inVlaanderen, Hofstraat 15, 2000Antwerpen.

15

(1) De gedichten die dit artikel begeleiden zijn genomen uit Gaston Burssens, Elegie, 1943, resp. p. 25 p. 34, p. 23 en p. 17.(2) Borgers Gerirt, Kroniek van Paul van Ostaijen, Brugge, 1975, p. 135.(3) Een artikel over de werken van Oscar Jespers op Schoonselhof is in voorbereiding door de auteur van dit artikel.(4)Paul van Ostaijen schreef waarderend over het werk van Emile Jespers. Hij sprak van een fijngevoelig, vaak scherp onderscheidend kunstenaaren van een Zuiderse gratie, echter met "een niet steeds gewenschte invloed van artistiek ongeschoolde burg e r s" in: Emiel L.M. Jespers. Zijn leven- Zijn kunstenaarsloopbaan, i n : Antwerpse Courant, jg. IV, nr 127, 12 mei 1918. In zijn drie ateliers aan de Boisotstraat 25 kreeg hij spoedig de hulpvan zijn zoon Oscar, terwijl ook Georges Vantongerloo tot aan de vooravond van WO I als uitvoerder werkzaam bij Jespers. De zoon bleef in dit ate-lier werken en zette zijn vaders’ werk voort wanneer Emile Jespers de laatste jaren van zijn leven onbekwaam bleek om nog te beeldhouwen. (5) Het fraaie woonhuis met atelier, Boisotstraat 25, voor de familie E. Jespers ontworpen door Jos Bascourt, is afgebroken. In 1929 betrokken.Oscar Jespers en zijn vrouw een woning met atelier en tentoonstellingsruimte n.o.v. V. Bourgeois aan de Erfprinslaan 149 te Brussel.(6) H-F Jespers, Klemmen voor koorddanser: Henri-Floris Jespers over Gaston Burssens, in Revolver, driemaandelijks literair tijdschrift, vol.24, 2, Antwerpen, 1997 p. 19(7) idem(8) Gaston Burssens, Luc Pay, Dagboek, Schoten, 1988, p. 36-39.(9) Luc Pay, Nationaal Biografisch Woordenboek, deel 10, p.79.• AMVC, dossiers Gaston Burssens. • Boyens Josée, De Genesis van een bezette stad, Pandora, 1995.• Boyens Josée, Oscar Jespers, Zijn beeldhouwkunst met een overzicht van de tekeningen, Antwerpen, 1982.• Burssens Gaston, Pay Luc, Dagboek, Schoten, 1988.• Havermans Anne-Mie, Grafmonumenten door de stad Antwerpen overgebracht naar de nieuwe stedelijke begraafplaats Schoonselhof, licen-tiaatverhandeling, RUG, 2000.• Jespers Henri-Floris, De onbekende voorouder, in Deus Ex Machina, driemaandelijks tijdschrift voor hedendaagse kunst, sept. 1989, nr. 51, p. 3-7.• Jespers Henri-Floris, Klemmen voor koorddanser: Henri-Floris Jespers over Gaston Burssens, in Revolver, driemaandelijks literair tijdschrift,vol. 24, 2, Antwerpen, 1997.• Pay Luc, sub verbum Burssens Gaston, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, deel 10, Brussel, 1983.

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 15

Page 16: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

Nummer 1 / April 2005

Belangrijkste onderdelen van ditinitiatief zijn de publicatie van eenboek (zie bespreking) en het uit-stippelen van een wandelroute opde dodenakker.De aanleiding voor het initiatief wasde ‘Europese week van de begraaf-p l a a t s’ die plaatsvond in juni 2004.Een project georg a n i s s e e rd doorASCE, (Association of SignificantCemeteries of Europe), een in2001opgerichte organisatie ter pro-motie van belangrijke begraafplaat-sen.Over deze organisatie leest umeer in ons volgende nummer. Barcelona greep het initiatief dusaan om haar begraafplaats-routeop te zetten.

Enerzijds wil de stad hiermee haarfunerair patrimonium open stellenaan een breed publiek. Anderzijdsis het ook de bedoeling om eige-naars van artistiek of historischbelangrijke graven te stimulerenhun monumenten te laten restaure-ren. En dat is meer dan nodig.Vorige bezoeken maakten pijnlijkduidelijk in wat een deplorable toe-stand veel van de graven zichbevonden.De oudste nog bestaande, maar nogsteeds gebruikte begraafplaats ligteen eind ten oosten van het histori-sche stadscentrum, op enkele hon-d e rden meters van de kust. Va n d a a rt rouwens de oudste benaming van

het oord: ‘Cementiri de l’Est’. Denaam die nu het meest gebezigdw o rdt is Poblenou -wat in hetCatalaans zoveel betekent als‘nieuw dorp’ en verwijst naar de gro-tendeels industriële verkaveling vandit stadsdeel rond 1900. Maar wan-neer er in 1775 op deze toen braakliggende terreinen een eerstebegraafplaats werd aangelegd, lagdie ongeveer een kilometer buitende middeleeuwse stadsmuren: éénvan de redenenen waarom deBarcelonezen absoluut niet opgezetwaren met de plannen van de voorzijn tijd vooruitstrevende BisschopJosep Climent (1706-1781) om hente verplichten hun doden in de

Grondplan van Poblenou. Centraal het oudste door Ginesi getekende deel, rechts daarvan het ‘departement van de pantheons’

Uit de vergetelheid: Poblenou,Barcelona’s oudste begraafplaats

B a rcelona is een fiere stad. Ze pronkt, terecht overigens, met haar architecturaal, artistiek en ste-debouwkundig patrimonium. Eén aspect daarvan is decennia lang ondergewaard e e rd zoniet totaalverwaarloosd gebleven. Op een paar uitzonderingen na vermeldde geen enkele (toeristische) gidszelfs maar het bestaan van de begraafplaatsen, waaronder een aantal pareltjes van funeraire kunst.Daar is sinds vorig jaar verandering in gekomen. De dienst die in de Catalaanse hoofdstad debegraafplaatsen beheert, Serveis Funeraris de Barcelona, startte een groots opgezet ontsluit-i n s p roject, ‘La ruta dels cementiris’. Als eerste begraafplaats in deze route kwam de oudste, dievan Poblenou, aan de beurt.

16

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 16

Page 17: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

extramurale begraafplaats te begra-ven. Zoals overal elders in Europa betekende het een radicalebreuk met de eeuwenlange traditieom de afgestorvenen op parochialekerkhoven in de stad ten grave teleggen.Van die eerste begraafplaats blijfthelemaal niets over. In 1813 maak-ten Napoleontische troepen deconstructie met de grond gelijk. De huidige en tweede dodenakkerop deze plek ligt nu exact in het verlengde van de quasi futuris-tische Avinguda d’Icaria, zowat deslagader van het Olympisch dorpaangelegd voor de Spelen van1992. Het contrast kan dan ooknauwelijks groter zijn wanneer wedie drukke laan verlaten en het half-ronde, lommerrijke voorplein voorde eigenlijke ingang van debegraafplaats betreden. Nu staanwe voor een indrukwekkende, maarvrij lage en daardoor niet te impo-sante neo-classicistische gevel diebijna de ganse breedte van debegraafplaats beslaat. Aan weers-zijden van het eigenlijke ingangsge-bouw vallen twee piramidale ele-menten op. Ze verwijzen naar delevant-reizen die de Italiaansearchitect van de begraafplaats hadondernomen vooraleer zich inBarcelona te vestigen. AntonioGinesi (1789-1824) kreeg inderdaadin 1818 de opdracht van een opvol-ger van bisschop Climent, PauSitjar, om op de plek van de eerstebegraafplaats een tweede aan teleggen.

Gelijk in de doodAlhoewel er aan het oorspro n k e l i j k ep roject van Ginesi in de loop der tij-den veel is veranderd en toege-voegd, is de basisstructuur van heteerste en oudste deel van debegraafplaats (departement I) funda-menteel niet gewijzigd. Opmerkelijkis het uiterst sobere, bere d e n e e rd e ,zuiver geometrische concept.

Het rechthoekige grondplan is doortwee centrale assen -de ene in hetverlengde van de ingang, de anderehaaks daarop- onderverdeeld invier gelijke ommuurde ‘eilanden’.Zowel de buitenmuren als die vande vier eilanden van de begraaf-plaats bestaan uit soms zeven ver-diepen hoge columbaria: nissenwaar de lijkkisten worden ingescho-ven, afgesloten met een plattesteen met grafschrift. RobertHughes spreekt in zijn spraakma-kend boek ‘Barcelona’ over de‘oude begraafplaats’, een naam diein zwang raakte wanneer de ‘nieu-we’ op de flank van Mont Juic in1885 ingehuldigd wordt: “TheCementiri Vell (Old Cementery) /was an artifact of the Age ofReason.” (pp.411-412).Ook Elisa Marti benadrukt dat in deplannen van Ginesi nauwelijksplaats was voor verschillen tussenrang of stand en ziet dit als eenuiting van het Verlichtings-idee vande gelijkheid van alle mensen.En het valt inderdaad op wanneerwe de eigenlijke ‘recinto’ (letterlijk:afgesloten, omsloten ruimte) bin-nenstappen. Eerst worden wegegrepen door een bevreemdendestilte: het lijkt of de metershogemuren het stadsgewoel bijnafysisch tegenhouden. Voor ons,

links en rechts, liggen kaarsrechtelanen, het lijken haast gangen, metaan weerszijden hoge, uniformecolumbaria die ons onwillekeurigaan appartementen doen denken.De mogelijkheden om zich hier vande ‘buren’ te onderscheiden zijnbeperkt. Dit beeld verandert alwanneer we één van de eilanden ofbinnenruimten betreden. De jongeen idealistische architect had hierplantsoenen voorzien, waarschijnlijkom de strakheid van het geheel tebreken en de bezoeker een plaatsvoor bezinning en rust te bieden.Maar al dertig jaar na de openingvan de begraafplaats offerde eennieuwe generatie dit groen groten-deels op voor extra nissen én indi-viduele grafmonumenten. Die date-ren bijna allemaal uit de tweedehelft van de 19de eeuw. Tijdenwaren veranderd en daarmee dezeden. De nieuwe opkomende klas-se van handelaars en industriëlenhad geen boodschap aan deideeën van de Verlichting. Die deeder alles aan om zich juist wel teonderscheiden. Koste wat kost. Zobelanden we in het verhaal van deeerste uitbreiding van de oorspron-kelijke begraafplaats met de aanlegvan het ‘departemento de los pan-teones’ (departement II).

17

Columbaria in het oudste deel van de begraafplaatsFoto Charlie Rubio

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 17

Page 18: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

Nummer 1 / April 2005

18

Pantheons voorIndianen

Eén van de meest in het oog sprin-gende aspecten van deze begraaf-plaats is de uitzonderlijke ‘sociologi-sche’ indeling ervan. Zeldzaam zijnde begraafplaatsen, zeker uit dieperiode, waar de meest somptueusegraven, en bijgevolg de rustplaatsenvan de betere klassen, zich helemaalop het einde van de dodenakkerbevinden. En juist dit is het geval opPoblenou. Even opvallend aan dittweede departement is dat het vol-ledig afgescheiden is van het eerstedoor Ginesi getekende departe-ment. Niet toevallig.Plaatsgebrek maar zeker ook dedrang van de opkomende bour-geoisie om zich te onderscheidenleidde tot de beslissing om de oudebegraafplaats uit te breiden. Miquel Garriga, dezelfde architectdie meewerkte aan de bouw van deopera El Liceo op de beroemdeRambla, kreeg rond 1850 deopdracht om de aanpassing en deuitbreiding van de oude recinto uitte werken. Die werken omvattenhet al genoemde vervangen van deparkjes door extra nissen en gra-ven. Hetzelfde gebeurde met deoude knekelputten ten zuiden vande eigenlijke begraafplaats. In ditderde departement vinden we nuhet beroemdste beeld vanPoblenou: ‘El beso de la muerte’een marmeren beeld uit 1930 dateen dode jongeman voorstelt diegekust wordt door een skelet metengelenvleugels.Maar de meest ingrijpende verande-ring was ongetwijfeld de uitbre i d i n gmet het ‘departemento de los pante-o n e s’. Dit rechthoekige perk dat ach-ter de oorspronkelijke begraafplaatskwam te liggen was eveneenso m m u u rd. De muur bestond hierechter niet uit columbaria maar uiteen verhoogde gaanderij met eenhondertal individuele kapellen. In het

midden hiervan verrees in sneltempo een bonte verzameling vanmonumenten in alle mogelijke neo-stijlen. Neogothische kapellen, clas-sicistische pantheons, neo-byzantijn-se zuilen stonden er zij aan zij, deéén al extravaganter versierd dan dea n d e re. Hier kregen de families vande nieuwe handelaars, financiers enindustriëlen hun laatse rustplaats. Deo o r s p ronkelijke weerzin van deB a rcelonezen tegenover de extra-murale begraafplaats was ondertus-sen volledig omgeslagen. Niet alleenrond de eerste november wasPoblenou een geliefde flaneerplaatsg e w o rd e n .B a rcelona zelf veranderde in die tijdook aan een ongezien tempo: des t a d s m u ren gingen vanaf 1954tegen de grond en tien jaar laterw e rd begonnen met de fameuseE i x a m p l e, de grote stadsuitbre i d i n gvolgens een strak dambord p a t ro o ndie de hele oude stad zou omgeventot aan Poblenou toe. De opkomen-de bourgeoisie was hiervan de motor.De meest tot de verbeelding spre-kende groep binnen deze nieuweklasse rijken en machtigen waren dezogenaamde ‘I n d i a n o s ’. Vooral vanafde 18de eeuw beproefden veelCatalanen hun geluk in deAmerikaanse kolonies van Spanje.Velen kwamen even berooid terugals ze gingen. Maar een aanzienkijkdeel ervan slaagde erin om met dehandel tussen het vaderland en die

kolonies fenomenale rijkdommen opte bouwen. Slaven waren één van deminder correcte maar wel meerwinstgevende handelswaren diedeze Indianos van Afrika, via Cubawaar veel Catalanen zich gevestigdhadden, naar de Amerika’s ver-scheepten. Vanaf de tweede helftvan de 19de eeuw keren de meesteterug en herinvesteren hun fortuinenin immobiliënprojecten, industrie enhandel, maar ook in de bouw vanstadspaleizen, opulente buitenhuizenen familiegraven.De allereerste keer dat we dit rijkedeel van de begraafplaatsbezochten (1998) was het hetmeest desolate gedeelte waar kat-ten en meeuwen re g e e rden overeen verstild dodenrijk. Ve rg a n eglorie: even opmerkelijk als deg rootte, pracht en rijkdom van degrafmonumenten was het verval,de verloedering en verwaarlozingvan het merendeel ervan. Openkele uitzonderingen na waren erweinig monumenten die niet te lij-den hadden onder de zilte zee-wind, vervuiling en jarenlang uit-blijven van onderhoud. In tegen-stelling tot het oudere deel werdhet haast niet meer gebruikt.Het verschil bij ons laatste bezoek,amper een jaar voordien wasopmerkelijk. Wildgroeiende strui-ken en onkruid zijn verd w e n e n ,evenals de angstaanjagendemeeuwen.

Bijna vergane glorie op het ‘departement van de pantheons’Foto Charlie Rubio

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 18

Page 19: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

19

Afgevallen brokstukken van grafmo-numenten zijn verwijderd; hier endaar zijn volledige graven geruimd.Het wekt geen verwondering dathet grootste deel van het uitgestip-pelde wandeltraject zich in dit deelbevindt. Hier en daar vind je signalisatiebordjes die er op wijzendat je voor een graf staat dat opgenomen is in het traject. Hetboek of een brochure die gratis aande ingang te verkrijgen is geeftmeer informatie over het betreffen-

de kunstwerk. Op aanvraag kan jede wandeling maken onder begelei-ding van een gids, zij het nog alleenin het Spaans of Catalaans.Ondanks dit mooie initiatief ver-moeden we dat het nog wel evenzal duren vooraleer er in Barcelona-of zelfs in heel Spanje- een brede-re interesse zal ontstaan voor hetfuneraire erfgoed. Uit verschillendekrantenartikels spreekt de vrees datzon funeraire wandelingen afbreuk zouden doen aan het respect dat

een begraafplaats verdient. Maar eenopzichter van Poblenou, uit wiensogen grote verbazing spreekt wan-neer we hem zeggen dat we speci-aal voor de begraafplaats uit Belgiëkomen, relativeert die vrees. Tijdensen na de inhuldiging hebben ze hetbezoek gehad van enkele journ a l i s-ten, daarna zagen ze even iets meerbezoekers passeren dan normaal.Maar uiteindelijk keerde de rust weer.

Tim Jansens

ME T D E G R AV E N A L S G I D SHet is niet echt eenvoudig geweest het boekje ‘Un paseo por el cementerio de Po b l e n o u’ te

bemachtigen op de begraafplaats zelf verkochten ze het niet en in de gewone boekhandenwas het evenmin te krijgen- maar uiteindelijk hebben we het toch, na enige moeite, kunnen aan-schaffen op de dienst begraaflaatsen van de stad, die er ook de uitgever van is. Het boek is tekrijgen in het Catalaans en het Spaans.

Schrijfster van het handzame, ve r z o rgd uitgegeven en rijk geïllustre e rde werk is Elisa Martí, pro-fessor literatuur aan de Un i verity of Chicago. Het boek is zeker meer dan een simpele begra a f-plaatsgids waar de lezer van het graf van de ene personaliteit naar dat van een andere bero e m d-heid wo rdt geleid. De opzet was uitdrukkelijk om een stedelijke geschiedenis te schrijven va nB a rcelona tussen 1775, inhuldiging van de eerste begraafplaats van Poblenou tot aan 1888, jaarvan de we reldtentoonstelling van Barcelona en de periode wanneer de nieuwe necropool van MontJuic wo rdt ingewijd, en dat aan de hand van een wandeling door de begra a f p l a a t s. In vijf hoofd-stukken schetst ze deze woelige periode waarin de stad aan een hels tempo tra n s f o r m e e rde va neen ommuurde stad gere g e e rd door kerk en koning naar een bruisende en buitengwoon rijke industriestad. Veel aandachtgaat daarbij naar ontwikkelingen op maatschappelijk en economisch vlak én naar de opkomst van de bourg e o i s i e. Bijmomenten, zeker in het hoofdstuk ‘El espiritu innovador en Barcelona’, wijdt de schrijfster zo ver uit over die stedelijket ransformaties dat het verhaal van de begraafplaats een beetje te ver naar de achterg rond wo rdt gedrukt. Bovendien zal hetniemand die Catalonië een beetje kent ve r wo n d e ren dat sommige passages niet gespeend zijn van enig chauvinisme.Het laatste, apparte deel, ten slotte, beschrijft het eigelijke traject aan de hand van dertig re p re s e n t a t i eve gra ven en monu-menten. Een kleine selectie die toch een mooi beeld geeft van de artistieke rijkdom van het oord. Bij elk monument wo rd tdieper ingegaan op het kunsthistorische aspect met speciale aandacht voor de architecten en andere kunstenaars die era a nm e ewerkten. Interessant hierbij is dat ook wo rdt aangegeven wat deze in Barcelona zelf re a l i s e e rd e n .O ver één zaak lees je geen letter: de vaak ronduit desastreuze staat waarin sommige gra ven, zeker op het monumentaledepartement II, zich bevo(i)nden. Het boek heeft geen wetenschappelijke pre t e n t i e s. Toch is het een goed onderbouwd werkje zoals de vrij uitgebreide biblio-g rafie aangeeft. Een uitstekende introductie tot één van de mooiste begraafplaatsen van Spanje.

Martí i López Elisa, Un paseo por el cementerio de Poblenou, Barcelona, 2004, 128 pp.

Hughes R., Barcelona, Harville Press, London, 1991.Marti E., Un paseo por el cementerio de Poblenou, Serveis Funeraris de Barcelona, Barcelona, 2004.Riera C., Els cementiri de Barcelona, Edhasa, Barcelona, 1981Cols C., BCN explotara el filon turistico del arte que atesoran sus Cementerios, in: El Periodico, 26/01/2004Garcia E., La ultima ciudad, in: El Pais, 21/06/2004X, Nuevo Cementerio viejo, in: La Vanguardia, 27/10/2003

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 19

Page 20: Inhoud - Epitaaf vzw · 2013. 6. 21. · Barcelona die stilaan de aandacht krijgt die ze verdient. Het gerestaureerde portret van Ernest Salu I, grondlegger van het grafmakersatelier.

De TaphofielDe naam van deze nieuwe rubriekis ontleend aan een in het Engelsregelmatig gebruikte 'taphophile',wat zoveel betekent als 'hij/zij dievan grafstenen houdt'. Vanaf nukan u op deze pagina korte boek-b e s p rekingen, aankondigingen enkleine berichten rond de funerairethematiek verwachten.

Kerkhoven en begraafplaatsen in hetBrussels Gewest verscheen zopas inde reeks “Brussel, stad van Kunst engeschiedenis”, uitgegeven door deBrusselse Directie Monumenten enLandschappen. Het boeiend werkjew e rd geschreven door Marcel Celisen geeft een historische inleidingover de parochiale kerkhoven, JozefII en het einde van het ancien régi-me, Napoleon en de eeuwigdure n d ev e rgunning en bespreekt de meestm e r k w a a rdige historische begraaf-plaatsen in de Brusselse regio :Brussel (Laken en Evere), Sint-Jans-Molenbeek, Elsene, Sint-Joost-ten-Node, Ukkel (Dieweg en Verre-winkel), Sint-Gillis, Watermaal-Bosvoorde en Schaarbeek.Een aantal kaderteksten gaan dieperin op onderwerpen of figuren die eenbepalende rol hebben gespeeldzoals de modellenboeken, de beeld-houwer Juliaan Dillens, en politicusCharles Rogier.Het boekje bestaat in het Neder-lands en het Frans en is te koop bijde betere boekhandel.Ve rd e re informatie vindt u op de sitevan de Directie Monumenten enLandschappen van het BrusselsGewest : www.monument.irisnet.be

I n t e rnationaal congres rond hetthema “Dodendans” in Gent 21 – 25 september 2005,

Universiteit Gent, Faculteit Lettere nen Wijsbegeerte, Sint-Hubertusstraat 2, 9000 Gent

Organisatie :Danses Macabresd’Europe, i.s.m.Provincie Oost-Vlaanderen, deUniversiteit Genten Epitaaf vzwDe in 1987 gestichte vereniging‘Danses Macabres d’Europe’(D.M.E.) is al aan haar 12de con-gres toe. Het thema van de dodendanswordt in een ruim kader gesitueerd,aanverwante thema’s zoals vanitas,laatste oordeel, triomf van de doodenz. komen eveneens aan bod. Derepresentatie van deze thema’s inde beeldende kunsten, in de litera-tuur, in het theater en de muziekzijn het onderwerp van studieHet vier dagen durend congresbiedt een rijk en gevarieerd pro-gramma waarbij lezingen wordenafgewisseld met bezoeken (o.a. aande Gentse Bijloke, Brussel O.L-Vrouw van de Zavelkerk etc.)Hoewel Epitaaf vzw zich uiteraardniet toespitst op de iconografischethematiek van de dodendans zijn ertoch raakvlakken met de ons aan-belangende thema’s. Epitaaf vzw isdus zeker van de partij bij wijze vanlezing(en) en bezoeken. Eén van devoorziene activiteiten voor de con-gresgangers is een bezoek aan hetMuseum voor Grafkunst en aan hetkerkhof van Laken (op zaterdag 24september).Bij het ter perse gaan van dezenieuwsbrief is het programma vandit vijfdaags congres nog niet hele-maal uitgewerkt, dit wordt verwachtin juni.

Meer info bij:Association ‘Danses macabresd’Europe’, 1 rue Saint-Orien, F – 28120 Meslay-le-Grenet(+ 33) 2 37 25 37 70 d a n s e s . m a c a b re s . d e u [email protected]

Nummer 1 / April 2005

20

vzw

O n z e - L i e v e - Vrouwvoorplein 161020 Brussel (Laken)

Redactie:Marcel M. Celis, Pol De Prins,Anne-Mie Havermans, TimJansens, Linda Van Santvoort,m.m.v Oda Goossens.

Lay-out: Valérie Bodart, [email protected]

Druk: Carto, [email protected]

V. U . : Tim JansensO n z e - L i e v e - Vrouwvoorplein 16,1020 Brussel (Laken)t i m j @ d e m o rg e n . b e

Abonnementen enLidmaatschap 2005:Abonnement Periodiek (2 nummers): 16eGewoon lid: 20eGewoon lid (abonement, vrijetoegang collectie en documen-tatiecentrum): 20e.Steunend lid: 125eBeschermend lid: 1500e

Door overschrijving op rekening068-2039260-56 van Epitaafvzw met vermelding van naam,adres, jaartal en één van dehierboven vermelde termen.

Bijdragen in de vorm van arti-kels, boekbesprekingen, enzrond funeraire onderwerpenkunnen in aanmerking komenvoor publicatie. Gelieve hier-voor contact op te nemen metTim Jansens.

Het volgende nummer ver-schijnt in november 2005.

Met de steun van:

EPITAAF 1-B 13/04/05 18:41 Page 20