INFOBLAD - assets.wnf.nlassets.wnf.nl/downloads/spreekbeurt_katten.pdf · Vacht van de jaguar....
Transcript of INFOBLAD - assets.wnf.nlassets.wnf.nl/downloads/spreekbeurt_katten.pdf · Vacht van de jaguar....
INFOBLAD
Katten
Vers vlees
Wilde katten zijn echte jagers. Ze eten bijna alleen maarvlees. Meestal vers: van dieren die ze zelf vangen. Maar demeeste lusten ook wel dode dieren die ze vinden. En eensappige vrucht gaat er ook wel in. Maar het hoofdvoedselvan alle katten blijft toch een zelfgevangen zoogdier, vis,reptiel of vogel. De katten zijn ook helemaal aangepast omte jagen. Alle 38 soorten katten kunnen prima sluipen,gespannen wachten en als een pijl uit een boog toeslaan.Met hun enorme kracht en snelheid kunnen veel katten inhun eentje een prooi overmeesteren die groter is dan zijzelf.De meeste katten jagen alleen. Alleen leeuwen en somscheeta’s werken samen om grote prooien te vangen.
1
Met onze huiskatten gaat het prima. In
Nederland huppelen er wel een paar mil-
joen rond. Met hun wilde familieleden gaat
het helaas heel wat minder goed. Sommige
soorten worden zelfs met uitsterven
bedreigd. In dit informatieblad kun je
lezen over de bedreigingen van de wilde
katachtigen en wat het Wereld Natuur
Fonds doet om ze te helpen. Bovendien
krijg je door de beschrijving van zes wilde
katten een goed beeld van het leven van
katten in het wild. Over de tijger vind je in
dit blad minder dan je zou verwachten:
over die kat was zoveel te vertellen dat hij
een eigen infoblad heeft gekregen.
Net als de leeuw jaagt de serval op de Afrikaanse savanne.
Maar dan op muizen, met een grote sprong.
Luipaard
Elke kat is anders
De verschillende soorten katten kun je vaak herkennen aande tekening op hun vacht. Ook is er een verschil in het soortprooi dat de katten vangen en het gebied waar ze leven.Leeuwen jagen bijvoorbeeld op grote hoefdieren, zoalszebra’s en soms zelfs buffels. Terwijl de veel kleinere servaluit Afrika vooral knaagdieren eet. De sneeuwpanter klimthoog in de bergen van Centraal-Azië rond, terwijl de nevel-panter in de laaggelegen Zuidoost-Aziatische oerwoudensluipt. Ook is er verschil in het tijdstip waarop de kattenjagen. De meeste soorten gaan ’s nachts op pad. Maar eenenkeling, zoals de cheeta, gaat juist overdag aan de slag.
Sterk en slim
De wilde katten hebben meestal maar een paar uur per dagnodig om voldoende voedsel te bemachtigen. Het bespiedenen besluipen kost daarbij nog de meeste tijd. De eigenlijkeaanval duurt meestal niet meer dan een minuut. Gemiddeldhebben katten zo’n tien pogingen nodig om een dier te van-gen. Maar als ze dan uiteindelijk een flinke prooi te pakkenhebben, hebben ze genoeg te eten voor een hele dag of noglanger. De rest van de tijd kunnen ze zich dan lekker bezighouden met spelen, schoonmaken, rondkijken, hun gebiedafzetten, paren en vooral: slapen. Vaak zijn katten maaréénderde deel van de dag actief. De overige tijd brengen zeduttend door. Dat lijkt lui, maar het is wel een slimmemanier om energie te besparen.
Pakken wat je pakken kunt
Ook de menukeuze van de katten is slim. Ze eten vooral deprooidieren die het meest in hun omgeving voorkomen. Vanpoema’s is bekend dat ze in gebieden met veel herten vooralop herten jagen. In de bergen waar meer grondeekhoorns zijn,eten ze vooral die. En in het Noorden van de Verenigde Statenvallen ze ook wel elanden aan, want die leven daar veel.Uiteraard jagen wilde katten ook op vee. Ze maken geen ver-schil tussen tamme en wilde dieren en zullen een koe, schaapof geit zeker pakken als ze honger hebben. Op hun beurt worden de katten vervolgens bejaagd door de boeren die hunvee willen beschermen. Op leeuwen, tijgers, luipaarden enjaguars jaagt de plaatselijke bevolking nog veel feller. Wantdie grote katten doden ook wel eens mensen als ze weinigandere prooi in hun omgeving kunnen vinden.
2
Net als bij andere katten is de stemming van de poema
aan zijn gezicht af te lezen.
Vacht van de jaguar.
Leeuwen slapen veel en gapen vaak.
3
Angst en ijdelheid
Dat mensen zichzelf en hun vee willen beschermen tegen dewilde katten, is een begrijpelijke reactie. Maar het is ookeen belangrijke oorzaak dat er nog maar zo weinig wildekatten over zijn. Daarbij hebben de katten ook nog hetnadeel dat ze een groot leefgebied nodig hebben om vol-doende prooi te kunnen vangen voor zichzelf en hun jongen.Op hun zoektochten komen ze al snel in aanvaring metmensen die steeds meer land in beslag nemen voor land-bouw, wegen en huizen. De meeste grote katten overlevenalleen nog maar in uitgestrekte wildparken of zeer afgele-gen gebieden. Een andere oorzaak waardoor de wilde kattensterk in aantal zijn afgenomen is hun mooie vacht. Sommigemensen pronken graag met de huid van een gevlekte kat enbetalen grof geld voor zo’n indrukwekkende bontjas. Veleduizenden katten worden hiervoor afgeschoten. Er wordennog meer producten gemaakt van lichaamsdelen van kat-ten. Tijgerbotten worden bijvoorbeeld gebruikt voor bepaal-de medicijnen. In 1977 werden alle wilde katten in de meestelanden officieel beschermd. Maar de stroperij ging vaak door.Later is ook de internationale handel in huiden en andere kattenproducten aan banden gelegd. Het onderzoeksbureauTraffic en het Wereld Natuur Fonds werken samen om de foute
handel nog beter aan te pakken en om betere wetten op testellen voor de bescherming van katten.
Het katten-actieplan
Om de katten beter te beschermen is het eerst nodig om veelmeer over de wilde katten te weten. Het Wereld Natuur Fondsondersteunt in verschillende landen onderzoek om erachterte komen hoe de katten er voorstaan. Dat valt niet meeomdat sommige katten zo’n verborgen leefwijze hebben. Jekrijgt ze bijna nooit te zien. Daarom hangen de onderzoekersvaak een zendertje om de nek van een kat. Zo kunnen ze vaneen afstand volgen wat de kat allemaal uitspookt. Op grondvan de onderzoeken hebben kattendeskundigen in 1995 het
‘katten-actieplan’ opgesteld. Daarin staat zo precies moge-lijk hoeveel wilde katten er nog over zijn en hoe sterk zebedreigd worden. In het plan staan ook voorstellen hoe wede katten kunnen redden. Bijvoorbeeld hoe mensen, vee enwilde katten in één gebied kunnen leven, zonder dat ze lastvan elkaar hebben. Het Wereld Natuur Fonds werkt nu hardaan de uitvoering van het kattenplan. Want er is haast bij omde koning van het dierenrijk en zijn directe verwanten vooruitsterven te behoeden.
Leeuwen-broers kunnen het vaak nog jarenlang goed met elkaar vinden.
Hoewel minder dan vroeger worden nog steeds katten gedood om hun vacht.
De leeuw
4
Luie koning
De leeuw staat bekend als de koning der dieren. Voor konin-gen is dat geen compliment, want leeuwen brengen hetgrootste deel van de dag slapend en luierend door. Vooral demannen, die laten hun vrouwen al het werk doen: op de kin-deren passen en op jacht gaan. Maar als de leeuwinnen eenprooi hebben gedood, is de mannetjesleeuw er als eerste bijom de lekkerste stukken te eten. Toch komt een leeuw weleens in actie. Leeuwen kunnen felle gevechten met elkaarleveren als een man de leeuwinnen van een ander in wil pik-ken. En zolang ze nog vrijgezel zijn, moeten ze wel voor huneigen kostje zorgen.
In en buiten Afrika
Als je aan een leeuw denkt, denk je meteen aan de savannenin Afrika. Een open gebied, gelig van kleur, met struiken eneen enkele boom. Maar vroeger woonde de leeuw in een veel
groter gebied. Tweeduizend jaar geleden leefden er leeuwenin Griekenland. In Turkije is de laatste leeuw pas honderd jaargeleden gestorven. Tegenwoordig is er buiten Afrika nog maaréén groep leeuwen in het wild: in het Gir-bos in India. Hierleven nog zo’n 350 leeuwen. In Afrika zijn er nog tussen dedertigduizend en honderdduizend over. Die zijn voornamelijkin de grote natuurparken te vinden. De meeste mensen inAfrika hebben dan ook nog nooit een leeuw gezien. Voor henzijn de wildparken veel te duur. Alleen rijke toeristen kunnende koningen over hun gekrompen rijk zien heersen.
Samenleven
Het opmerkelijkste aan leeuwen is dat ze in groepen leven.Door hun gezamenlijke jacht zijn ze erg succesvol. Maar eenhele groep leeuwen heeft wel veel ruimte nodig om voldoen-de prooien te kunnen bemachtigen. Buiten de natuurparkenzijn er nog maar weinig plekken die groot genoeg zijn voor dekoningen van het dierenrijk.
Leeuw-feiten
Bijzonderheden: mannetjes hebben manen, de jongen worden ook door hun tantes opgevoed.
Gewicht: 150 tot 250 kilo.
Lengte (kop-kont): 170 tot 250 cm.
Staart: 90 tot 120 cm.
Leeftijd: tot 15 jaar (in gevangenschap: 24 jaar).
Jongen per keer: 1 tot 4.
Prooi: vooral grote hoefdieren zoals gnoe, zebra, antilope, buffel en giraf.
Leefgebied: Afrika ten zuiden van de Sahara en een klein stukje India (Gir-woud).
5
De jaguar
Vissen vangen
Jaguars leven bijna altijd in de buurt van water. Ze kunnendan ook uitstekend zwemmen, in tegenstelling tot veel ande-re katten die juist een hekel hebben aan water. Ook vangen zeregelmatig vissen. Volgens de lokale bevolking heeft de jagu-ar een slimme manier om vruchtenetende vissen (pacu’s) tevangen. Door met zijn staart op het water te slaan doet dejaguar een vallende vrucht na. Als de vis daar op afkomt,graait de jaguar hem met zijn voorpoot uit het water.
Krachtpatser
Behalve vissen eten jaguars zo’n beetje alle dieren die ze inhet bos of bij het water tegenkomen, van kevers tot tapirs. Depantsers van schildpadden en gordeldieren vormen geen
belemmering. Die bijten ze gewoon open met hun machtigekaken. Jaguars rekent men tot de allersterkste katten, al zijnze kleiner dan een leeuw of tijger. Ze kunnen zelfs runderenovermeesteren die drie of vier keer zo zwaar zijn als zijzelf.
Uitgestorven en bedreigd
De aanvallen op vee maakt de jaguars niet geliefd bij boe-ren. Ook vanwege hun pels is er vroeger veel op jaguarsgejaagd. Door de jacht en het verdwijnen van hun leefgebiedis de jaguar uit de Verenigde Staten en het Noorden vanMexico verdwenen en mogelijk is hij ook in El Salvador,Urugay en Chili uitgestorven. In veel andere landen zijnjaguars zeldzaam geworden. Alleen in de uitgestrekteregenwouden rond de Amazone leven deze krachtpatsersnog redelijk onbedreigd.
Jaguar-feiten
Bijzonderheden: gedrongen en sterke jager, kan goed zwemmen.
Gewicht: 36 tot 160 kilo.
Lengte (kop-kont): 110 tot 190 cm.
Staart: 45 tot 75 cm.
Leeftijd: tot 15 jaar (in gevangenschap 20 jaar).
Jongen per keer: 1 tot 4.
Prooi: alles wat ze te pakken kunnen krijgen, van kever tot een tapir.
Leefgebied: open en beboste streken van Midden- en Zuid-Amerika, in de buurt van water.
6
De poema
Grote sprongen
Poema’s hebben veel langere achterpoten dan voorpoten. Zekunnen er erg grote sprongen mee maken. Tot wel 7 meterhoog en bijna 12 meter ver. Hun springkracht komt overalvan pas: hoog in de bergen, op de vlakte, in de bossen.Poema’s komen dan ook in heel Amerika voor, zolang ermaar niet te veel mensen wonen.
Voorraadkast
De grote roofkatten eten van alles: van sprinkhanen tot ste-kelvarkens. Herten hebben hun voorkeur. In het Noordenvangen poema’s ook wel elanden, die soms zeven keer zozwaar zijn als zijzelf. Als ze een grote prooi vangen, verber-
gen ze die vaak onder bladeren en zand. Ze blijven een paardagen in de buurt en eten iedere dag een beetje uit deze tij-delijke voorraadkast.
Geschoten en vergiftigd
Dit is in sommige gebieden een gevaarlijke gewoonte.Boeren vergiftigen stiekem de verstopte prooien. In Noord-Amerika is er fanatiek op de poema gejaagd. Om zijn prach-tige huid en omdat hij op het vee jaagde. Boeren hadden ersoms wel spijt van als ze alle poema’s in de buurt haddengedood. Onverwacht kwamen er veel herten die al het sap-pige gras opaten. Tegenwoordig komen er in Canada en deVerenigde Staten langzaam weer meer poema’s. In de mees-te landen is het dier beschermd en de handel verboden.
Poema-feiten
Bijzonderheden: kleur van de vacht varieert van zilvergrijs tot roodbruin.
Gewicht: 67 tot 105 kilo.
Lengte (kop-kont): 110 tot 200 cm.
Staart: 66 tot 78 cm.
Jongen per keer: 2 tot 4.
Prooi: herten en kleinere dieren als muizen, eekhoorns, bevers en wasberen.
Leefgebied: Amerika, van Canada tot het uiterste puntje van Zuid-Amerika.
7
De cheeta
Vliegende start
Cheeta’s, ook jachtluipaarden genoemd, zijn de snelste die-ren op het land. Vooral de startsnelheid is indrukwekkend. Indrie seconden zitten ze al op hun topsnelheid van bijna 100kilometer per uur. Daarbij vliegt de cheeta bijna letterlijkover de vlakte. Meer dan de helft van de sprinttijd zijn allevier de poten los van de grond.
Warmlopen
Met zijn enorme snelheid kan de cheeta zijn aanval veel eer-der inzetten dan de andere katachtigen. Hij hoeft niet eersttot op zo’n tien meter afstand te sluipen, maar kan vanafzo’n honderd meter een poging wagen. Meestal duurt deachtervolging niet meer dan twintig seconden. Dan heeft decheeta het slachtoffer te pakken of geeft hij op. De sprintduurt nooit langer dan een minuut. Tegen die tijd is de
lichaamstemperatuur van het jachtluipaard namelijk zohoog opgelopen dat hij gevaar loopt te sterven aan overver-hitting. Na de achtervolging moet hij eerst een half uur rusthouden om weer bij te komen. Gelukkig voor de cheeta is hetvaak raak.
Rustig eten
Lastig is dat andere roofdieren regelmatig prooien afpakkenvan de cheeta. Vooral als de moeder haar jongen moet voe-den wordt het moeilijk om te overleven. Dat maakt cheeta’skwetsbaar voor verstoringen door stropers of safarigangers.Inmiddels zijn cheeta’s al in veel van hun oorspronkelijkewoongebieden uitgestorven. Het Wereld Natuur Fonds pro-beert dat te stoppen. Onder andere door bescherming vande cheeta’s in de droge savannes van Niger te ondersteunen.In 1988 is daar het Air Ténéré-reservaat opgericht, waar decheeta’s weer een betere toekomst hebben.
Cheeta-feiten
Bijzonderheden: slanke bouw, nagels blijven uitsteken (als de spikes van een hardloopschoen) en een
fabelachtige sprintsnelheid van bijna 100 km/uur.
Gewicht: 21 tot 72 kilo.
Lengte (kop-kont): 110 tot 150 cm.
Staart: 60 tot 80 cm.
Leeftijd: tot 12 jaar (in gevangenschap 17 jaar).
Prooi: dieren onder de veertig kilo, zoals gazellen, impala’s, hazen en gnoekalveren.
Leefgebied: Afrika en het Midden-Oosten (Iran).
Jonge cheeta
8
De lynx
Oorpluimen
De lynx is een forse kat met pluimpjes op zijn oren. Hij isongeveer vier keer zo zwaar als een gewone huiskat. Lynxenzijn gespecialiseerd in het vangen van dieren die zo grootzijn als een haas, konijn of patrijs. Grotere dieren als hertenen zwijnen vallen ze ook aan. En bij schaarste jagen ze ookop muizen en ratten.
Weg en weer terug
In de middeleeuwen moet de lynx ook in de Nederlandsewouden hebben gejaagd. Maar met het verdwijnen van onzeoerbossen zijn de lynxen hier uitgestorven. Ook in de andereEuropese landen is de lynx door het veranderde grondgebruiken de felle jacht sterk achteruitgegaan. Het Wereld NatuurFonds voert de laatste jaren veelvuldig actie voor het behoud
van de laatste oerbossen van Europa. Naast beren en wolvenleven daar ook nog steeds lynxen. Daarnaast zijn in enkelelanden lynxen teruggebracht. In Zwitserland zijn tussen 1971en 1976 twintig lynxen losgelaten. Tegenwoordig leven erdaar weer zo’n honderd. Voor herinvoering van de lynx in onsland is het voorlopig nog te vroeg. Onderzoekers hebbenberekend dat onze natuurgebieden nu nog te klein zijn omplaats te bieden aan zo’n grote roofkat.
Zeldzame kat
Naast de lynx (voluit: de Euraziatische lynx) zijn er nogandere soorten lynxen. De pardellynx (of Iberische lynx) uitSpanje en mogelijk nog Portugal is een hele zeldzame katten-soort. De rode lynx is in de Amerikaanse staat New-Jerseymet succes opnieuw uitgezet.
Lynx-feiten
Bijzonderheden: oorpluimpjes, bakkebaarden en korte staart.
Gewicht: 8 tot 38 kilo.
Lengte (kop-kont): 80 tot 130 cm.
Staart: 11 tot 25 cm.
Jongen per keer: 1 tot 5.
Prooi: hazen, konijnen, muizen, vogels, herten.
Leefgebied: vooral de koude, bosrijke delen van Europa en Azië.
Pardellynx
De luipaard
Allrounder
De luipaard (of panter, dat is hetzelfde) is één van de suc-cesvolste katten. Loeisterk, superlenig, bloedmooi, honds-brutaal. Een allrounder: goed in alles. Zelfs in luieren. Hijheeft het dan ook ver gebracht. Van Zuid-Afrika totVladiwostok, het uiterste puntje van Oost-Rusland. In gort-droge woestijnen en kletsnatte regenwouden. Zelfs komthij voor in buitenwijken van steden. Tot de groep van de lui-paarden behoren vele zeer verschillende dieren: van deAfrikaanse luipaard die leeft op de savanne, tot de zeerbedreigde Amoerpanter waarvan er nog maar zo'n 50 leven inde bossen in het verre oosten van Rusland.
Zwarte panter
Luipaarden stellen weinig eisen. Ze willen vooral voldoendeprooidieren en een gebied waar ze zich kunnen verstoppen.De luipaarden die in koudere berggebieden leven hebben eendikkere vacht. De exemplaren uit regenwouden zijn meestal
wat donkerder van kleur. Zelfs volledig zwarte luipaarden(meestal ’zwarte panter’ genoemd) zijn niet zeldzaam. Eenluipaard gaat vooral ‘s nachts op jacht. Dat kan hij dankzijzijn uitstekende gehoor en zijn vermogen ook bij weinig lichtgoed te zien. Ze vangen niet alleen grote dieren. Bij eenonderzoek werden maar liefst 92 verschillende soortenprooidieren geteld. Tot mestkevers toe. Wel is het zo datsommige luipaarden zich specialiseren in één soort prooi.
Angst en hebzucht
Volwassen luipaarden zijn sterk en sluw. Maar ze zijn nietbestand tegen geweren. Er wordt al eeuwen op ze gejaagd,vooral omdat mensen bang voor ze zijn. Maar echt ernstigwerd het toen luipaardbont in de mode kwam. Eind jarenzestig werden alleen al in Oost-Afrika ruim 30.000 luipaar-den gedood om hun kostbare vel. Dankzij onder andere hetWereld Natuur Fonds is de handel in luipaarden en hun vellen nu grotendeels verboden.
Luipaard-feiten
Bijzonderheden: sleept prooien tot twee keer zijn eigen gewicht hoog de boom in om te voorkomen dat
leeuwen en hyena’s ermee vandoor gaan.
Gewicht: 37 tot 90 kilo.
Lengte (kop-kont): 90 tot 190 cm.
Staart: 60 tot 110 cm.
Leeftijd: tot 12 jaar (in gevangenschap 20 jaar).
Jongen per keer: 2 tot 3.
Prooi: van mestkever tot eland-antilope.
Leefgebied: grootste deel Afrika, heel Zuid-, Zuidoost- en Oost-Azië.
9
Alle 38 katten
Wilde katten en huiskattenWilde katten vind je bijna over de hele wereld. Alleen deNoord- en Zuidpool en Australië en aangrenzende eilandenhebben ze nooit veroverd. Daarnaast zijn ze in sommige lan-den verdwenen omdat ze fel zijn bejaagd of omdat hun leef-gebied is verdwenen. Huiskatten hebben zich alleen maaruitgebreid. In Australië vormen verwilderde huiskatten zelfseen plaag voor de buideldieren die van oorsprong in ditwerelddeel thuishoren. De Europese wilde kat werd eeuwen-lang beschouwd als schadelijk wild en meedogenloos ver-volgd. Overal ging hij tot de zeldzame dieren horen. InNederland verdween hij helemaal. In de eerste helft van dezeeeuw werd de soort beschermd. Op veel plaatsen kwam deEuropese wilde kat weer terug. Ook in Nederland is hij delaatste jaren weer een paar keer gezien.
10
De Europese wilde kat lijkt veel op een huiskat. Vooral de kittens.
Afrikaanse
goudkat * Afrikaanse wilde kat
* Andeskat of bergkat * Aziatische goud-
kat * Bengaalse tijgerkat * Borneokat
* Canadese lynx * Caracal of woestijnlynx * geoffroy-
kat * gobikat * Iriomote kat * jachtluipaard of cheeta
* jaguar * jagoearoendi of wezelkat * leeuw
* (Euraziatische) lynx * manoel * margay * marmerkat
* moeraskat * nachtkat of kodkod * nevelpanter * ocelot
* pampakat of colocolo * panter of luipaard * pardellynx
of Iberische lynx * platkopkat * poema * rode lynx of
bobkat * roestkat * serval * sneeuwpanter
* tijger * tijgerkat * viskat * (Europese)
wilde kat * zandkat of woestijnkat
* zwartvoetkat
Afrikaanse
goudkat * Afrikaanse wilde kat
* Andeskat of bergkat * Aziatische goud-
kat * Bengaalse tijgerkat * Borneokat
* Canadese lynx * Caracal of woestijnlynx * geoffroy-
kat * gobikat * Iriomote kat * jachtluipaard of cheeta
* jaguar * jagoearoendi of wezelkat * leeuw
* (Euraziatische) lynx * manoel * margay * marmerkat
* moeraskat * nachtkat of kodkod * nevelpanter * ocelot
* pampakat of colocolo * panter of luipaard * pardellynx
of Iberische lynx * platkopkat * poema * rode lynx of
bobkat * roestkat * serval * sneeuwpanter
* tijger * tijgerkat * viskat * (Europese)
wilde kat * zandkat of woestijnkat
* zwartvoetkat
Van snor tot staart
ogenKatten kunnen heel goed in het schemerdon-
ker zien. Dat komt doordat ze zulke grote
pupillen hebben. Bij de gewone huiskat zijn ze
al drie keer zo groot als bij de mens. Bovendien
hebben ze een spiegelende laag in hun ogen.
Daardoor komt het licht twee keer door het
netvlies heen. Overdag knijpen de kleinere kat-
ten hun pupil dicht tot een smal spleetje om
hun ogen tegen het felle zonlicht te bescher-
men. De grote katten hebben ronde pupillen.
orenKatten hebben een scherp gehoor. Ze kunnen
veel hogere geluiden horen dan de mens.
Bovendien kunnen ze hun oorschelpen draaien.
Zo kunnen ze precies bepalen uit welke richting
het getrippel van een muis of het gefladder van
een vogel komt.
vachtDe poema heeft een egaal gekleurde vacht,
maar de meeste andere katten hebben strepen
of vlekken. Met dit patroon vallen ze minder op
tussen de planten, zodat ze hun prooi beter
kunnen besluipen. Door hun prachtige vacht
zijn sommige katten nu juist bedreigd, omdat
mensen er opvallende jassen van willen maken.
achterpotenDe achterpoten van een kat zijn nog veel ster-
ker dan hun voorpoten. Ze kunnen er flinke
sprongen mee maken. En ook bij het sprinten
komt de meeste kracht van achteren.
staartDe lange staart helpt katten om snel de bocht
om te gaan als ze een prooi achtervolgen. Ook
bij het springen en klimmen komt hij van pas
om het evenwicht te bewaren.
voorpotenKatten hebben klauwen als knipmessen. Als ze
hun nagels niet gebruiken, zitten ze ingetrok-
ken in een huidplooi. Zo beschadigen ze niet bij
het lopen. Bij het grijpen van een prooi slaat een
kat zijn scherpe wapens precies op tijd uit. Ook
bij het klimmen klappen ze hun klauwen uit.
snorharenKatten hebben lange snorharen. Dat is handig
als ze ‘s nachts door de struiken sluipen. Dan
werken die snorharen als voelsprieten.
gebitKatten hebben geen maalkiezen, maar knipkie-
zen. Die werken als een soort schaar, waardoor
ze hun prooi gemakkelijk in hapklare brokken
kunnen bijten. De grote hoektanden helpen om
een buit stevig vast te grijpen of te doden.
tongDe tong van een kat voelt aan als schuurpapier.
Katten hebben kleine haakjes op hun tong zit-
ten. Zo kunnen ze likkend de laatste restjes
vlees van de botten van een prooi schrapen.
Ook werkt de tong daardoor als borstel als een
kat zijn vacht likt.
11
rugDe rug van een kat is erg buigzaam. Bij het
sprinten kunnen de achterpoten daardoor
voor de voorpoten komen. Ook bij het sprin-
gen en snel keren is hun soepele rug van belang
om een prooi te kunnen grijpen. Bij een val
helpt het om op hun pootjes terecht te komen.
12
� �K N I P P A G I N A
luipaard
lynx
leeuwleeuwin met welp
luipaard
tijger
Wereld Natuur FondsDriebergseweg 103708 JB ZeistPostbus 73700 AA Zeist
Servicelijn: 0900 - 1962(e 0,20/min)Fax 030 - [email protected]
Uitgave: Wereld Natuur Fonds 2007
Tekst en samenstelling: Frits Vaandrager, Geert-Jan Roebers
Productie en eindredactie: Wereld Natuur Fonds
Vormgeving: PPC Almere, Hans van der Meulen
Fotografie: WWF-Canon: Anthony B. Rath, Mark Atkinson, Martin Harvey, Michel Günther,
Roger Hooper, Jésus Lobo, Fritz Pölking.
.
cheeta met jong
sneeuwluipaarden