in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1in navolging van Artikel 6 van de...

7
Passende beoordeling Natuurinrichtingsproject Berlare Broek - Donkmeer 1 Passende beoordeling inzake projectontwikkeling in vogel- en habitatrichtlijngebieden in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1 en van het decreet Natuurbehoud 2 De betrokken “Natura 2000”-gebieden zijn: 1. Habitatrichtlijngebied “Schelde- en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent” (deelgebied 4). 2. Vogelrichtlijngebied “Durme en de middenloop van de Schelde” Aard van het project : Natuurinrichtingsproject Berlare Broek - Donkmeer met als doelstelling het behoud en de ontwikkeling van de NATURA 2000- habitats en soorten. Stand van het project : Aanvraag van stedenbouwkundige vergunning Projectinstanties + adres : Vlaamse Landmaatschappij Oost-Vlaanderen (regio West) Virginie Lovelinggebouw Koningin Maria Hendrikaplein 70 postbus 75 9000 Gent Technische uitwerking: Vlaamse Landmaatschappij Oost-Vlaanderen Contactpersoon: Ann De Grande Vlaamse Landmaatschappij Oost-Vlaanderen Tel : 09/2448514 E-mail : [email protected] Datum: 3 mei 2016 1 Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. 2 Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (B.S., 10 januari 1998), zoals gewijzigd door de decreten van 18 mei 1999 (B.S., 23 juli 1999) en van 19 juli 2002 (B.S., 31 augustus 2002) Dit document werd goedgekeurd door de bevoegde nationale instantie (Agentschap voor Natuur en Bos) als passende beoordeling op …/…/… Handtekening Hoofd buitendienst Agentschap voor Natuur en Bos

Transcript of in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1in navolging van Artikel 6 van de...

Page 1: in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1 en van het decreet Natuurbehoud 2 De betrokken “Natura 2000”-gebieden zijn:

Passende beoordeling Natuurinrichtingsproject Berlare Broek - Donkmeer 1

Passende beoordeling

inzake projectontwikkeling in vogel- en habitatrichtlijngebieden

in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1

en van het decreet Natuurbehoud 2

De betrokken “Natura 2000”-gebieden zijn:

1. Habitatrichtlijngebied “Schelde- en Durme-estuarium van de Nederlandse grens

tot Gent” (deelgebied 4).

2. Vogelrichtlijngebied “Durme en de middenloop van de Schelde”

Aard van het project : Natuurinrichtingsproject Berlare Broek - Donkmeer met als doelstelling

het behoud en de ontwikkeling van de NATURA 2000- habitats en soorten.

Stand van het project : Aanvraag van stedenbouwkundige vergunning

Projectinstanties + adres : Vlaamse Landmaatschappij Oost-Vlaanderen (regio West)

Virginie Lovelinggebouw Koningin Maria Hendrikaplein 70 postbus 75 9000 Gent

Technische uitwerking: Vlaamse Landmaatschappij Oost-Vlaanderen

Contactpersoon: Ann De Grande

Vlaamse Landmaatschappij

Oost-Vlaanderen

Tel : 09/2448514

E-mail : [email protected]

Datum: 3 mei 2016

1 Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en

de wilde flora en fauna. 2 Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (B.S., 10 januari 1998),

zoals gewijzigd door de decreten van 18 mei 1999 (B.S., 23 juli 1999) en van 19 juli 2002 (B.S., 31 augustus 2002)

Dit document werd goedgekeurd door de bevoegde nationale instantie (Agentschap voor Natuur en

Bos) als passende beoordeling op …/…/… Handtekening Hoofd buitendienst Agentschap voor Natuur en Bos

Page 2: in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1 en van het decreet Natuurbehoud 2 De betrokken “Natura 2000”-gebieden zijn:

Passende beoordeling Natuurinrichtingsproject Berlare Broek - Donkmeer 2

SAMENVATTING VAN HET PLAN OF PROGRAMMA MET MOGELIJK

EFFECT OP DE SBZ’s Het projectgebied ligt met 295 ha in het vogelrichtlijngebied “Durme en de middenloop van de

Schelde, gebiedscode 3.5”. De totale oppervlakte van het vogelrichtlijngebied is 4.190 ha.

Aangemelde, broedende en waargenomen soorten in projectgebied: Bijlage1-soorten zijn

blauwborst, ijsvogel, ooievaar, visdief, porseleinhoen, bruine kiekendief, roerdomp, woudaap,

kwak, wespendief, zwarte wouw, purperreiger; Niet Bijlage1-soorten van belang voor de SBZ zijn

aalscholver, blauwe reiger, bergeend, dodaars, fuut, grauwe gans, krakeend, kuifeend,

meerkoet, pijlstaart, slobeend, smient, tafeleend, wilde eend, wintertaling en zomertaling. Vele

van deze soorten zijn naast broedvogels ook overwinterende watervogels op de grote plassen

binnen het projectgebied.

Het projectgebied ligt met 379 ha in het habitatrichtlijngebied “Schelde- en Durme-estuarium van

de Nederlandse grens tot Gent” (SBZ-H BE2300006). De totale oppervlakte van het

habitatrichtlijngebied is 6.005 ha. Zeker voorkomende en (al dan niet) aangemelde habitats

(bijlage 1) en soorten (bijlage 2 en 4) worden weergegeven:

3140: Kalkhoudende oligo-mesotrofe wateren met benthische Chara spp.

3150(deels): Van nature eutrofe meren met vegetaties van het type Magnopotamion of Hydrocharition.

6410(deels): Grasland met Molinea op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem.

6430: Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland en van de montane en alpiene zones.

7140: Overgangs- en trilveen.

91E0: Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior.

9120: Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei.

Bijlage 2 : bittervoorn, kleine modderkruiper, grote modderkruiper, meervleermuis,

Bijlage 4: tweekleurige vleermuis, baardvleermuis, gewone grootoorvleermuis,

dwergvleermuis, watervleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis Wat betreft de IHD zijn er geen oppervlaktedoelen gealloceerd voor het projectgebied. De IHD

voor het deelgebied Berlare Broek en Donkmeer dienen bijgevolg in eerste instantie te streven

naar kwaliteitsverbetering van de actueel aanwezige habitattypes en soorten: 9120, 91E0, 6430,

6410, 7140, 3140, 3150, bittervoorn en kleine modderkruiper.

Indien de oppervlaktedoelstellingen voor de aangemelde habitattypes en soorten niet in de

sigmagebieden gerealiseerd kunnen worden, zal een oplossing wel moeten worden gezocht in

o.a. het deelgebied Berlare Broek en Donkmeer. Dit is het geval voor de ontwikkeling van habitat

7140 en voor het creëren van leefgebied voor roerdomp en andere riet- en moerasvogels.

Verder stelt Vlaanderen zich door de G_IHD voor soorten verantwoordelijk voor het realiseren van

leefgebied voor rietvogels oa roerdomp.

In het ontwerp Managementplannen MP 1.1 voor de Zeeschelde staat het natuurinrichtingsproject Berlare Broek – Donkmeer opgenomen onder diverse acties, zoals: een geschikt hydrologisch beheer instellen voor een aantal soorten en habitats (91E0, 7140, 3150, rbbmr, woudaap, blauwborst,…); het nastreven van kwaliteitsverbetering van aanwezige habitattypes (kwaliteitsverbetering 91E0, 7140, 3150 en uitbreiden rietmoeras rbbmr); onderzoek naar extra potenties leefgebied roerdomp en habitatherstel; het opheffen van vismigratieknelpunten. De visie van het natuurinrichtinsgproject Berlare Broek - Donkmeer is conform deze instandhoudingsdoelstellingen opgesteld. De mogelijke impact van voorliggend project op de natuurlijke kenmerken van de SBZ’s is

nagegaan. In de effectbeschrijving en – beoordeling die is opgenomen in het projectrapport,

komen significant positieve effecten naar voren voor de discipline fauna en flora. Verder worden er

Page 3: in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1 en van het decreet Natuurbehoud 2 De betrokken “Natura 2000”-gebieden zijn:

Passende beoordeling Natuurinrichtingsproject Berlare Broek - Donkmeer 3

milderende maatregelen en aandachtspunten voorgesteld om habitats en soorten te beschermen

en worden bv belangrijke vegetaties gevrijwaard tijdens de werken.

Uit onderstaande tabel volgt dat met de maatregelen uit het project (zie projectrapport Berlare Broek – Donkmeer, VLM, 2015) de vastgelegde doelen voor de SBZ’s worden gerealiseerd en het project als positief kan beschouwd worden. In onderstaande tabel wordt een inschatting gegeven van de oppervlakte habitats voor en na natuurinrichting (enkel op die percelen waar er inrichtingsmaatregelen gebeuren):

Habitattype of regionaal

belangrijk biotoop

Oppervlakte VOOR

Zie Kaart huidige habitats

Oppervlakte NA

Zie kaart toekomstige habitats

3150 0 17,4 ha

6410 0 1,3 ha

6430 2,8 ha 0,5 ha

7140 0,3 ha 1,7 ha

91E0 16,3 ha 16,3 ha

gh (geen habitat) 35,3 ha 0,4 ha

rbbHc 2,7 ha 4,8 ha

rbbMr 0,7 ha 18,9 ha

rbbMc 0,8 ha 0

rbbSf 2,3 ha 0

Voor alle habitatdoelen wordt een stand-still tot sterke toename van habitatoppervlakte gerealiseerd via de natuurinrichtingsmaatregelen. Enkel voor 6430 is er een daling, maar dit komt omdat dit habitattype voorkomt in complex met rbbMr en hierdoor onderschat wordt. De oppervlakte rietmoeras zal met 18 ha toenemen ifv soortendoelen (leefgebied roerdomp). Op gebiedsniveau wordt er 30 ha leefgebied voor rietvogels als roerdomp, woudaap en snor gerealiseerd (ontwikkelen rbb Mr, in complex met 6430). Het betreft het volledige complex van reservaatzone incl. put 13/14 en de deelgebieden Broekmeers noord en zuid waarvoor heel wat inrichtingsmaatregelen zullen uitgevoerd worden (baggeren, afgraven oevers, hydrologische isolatie,…). Verder is er ongeveer 24 ha foerageergebied voor deze vogels, niet aaneengesloten en verspreid over het projectgebied (Deelgebied Heykens, incl. waterplas 2,5 ha = 4,9 ha; Deelgebied Hemelse rij = 1,1 ha; Deelgebied Vliet Noord, incl water 0,5 ha = 1,7 ha; Deelgebied Schuitje, incl water 3,3 ha = 6,6 ha; Deelgebied -Turfput, incl water 7,5 ha = 9,4 ha). De toename aan 3150 wordt gerealiseerd door baggeren en afvissen van de waterplassen en het omleiden van instromend nutriëntenrijk water. Dit komt soorten als kleine modderkruiper en bittervoorn ten goede. De balans voor alluviaal bos 91

E0 blijft gelijk. Om invulling te geven aan de vooropgestelde

Europese habitats en soorten, dienen er kappingen te gebeuren. Het gaat hierbij in eerste instantie om het ontwikkelen van het regionaal belangrijke biotoop rietland, dat moet dienen als leefgebied voor de Europees aangemelde soorten overeenkomstig de Vogelrichtlijn (snor, grote karekiet, woudaap, roerdomp). In beperktere mate gaat het ook over kappingen voor de ontwikkeling van Europese habitattypes zoals 7140 (overgangs- en trilveen) en 6430 (voedselrijke zoomvormende ruigten). Het overgrote deel van de kappingen betreft populierenbestanden en in mindere mate recente loofhoutaanplantingen. Door het kappen van populieren en het verwijderen van exoten in bestaande alluviale bossen en door het aanpassen van de hydrologie waardoor de kwel wordt geoptimaliseerd zal bovendien de kwaliteit van het aanwezige habitattype 91

E0 verbeteren.

Page 4: in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1 en van het decreet Natuurbehoud 2 De betrokken “Natura 2000”-gebieden zijn:

Passende beoordeling Natuurinrichtingsproject Berlare Broek - Donkmeer 4

Parallel aan het natuurinrichtingsproject wordt voor het projectgebied een natuurbeheerplan opgemaakt. Hierbij wordt een significante toename verwacht van habitattype 91

E0 in het

projectgebied door omvorming van populierenbestanden, ontwikkeling van onderetage,… Een gepast beheer blijft een belangrijke voorwaarde om deze verwachte positieve trend op lange termijn te bewaren en een toename in habitatkwaliteit en –diversiteit blijvend te garanderen. Er worden ook hooilanden ontwikkeld in complex van rbbHc met elementen van 6410 (blauwgrasland en dotterhooiland) door aanpassen hydrologie, maaibeheer, afgraven, sloten netwerk. Verder is er een nettowinst van 35 ha habitat (oa rbbMr en laagveenvegetaties 7140) dat ontwikkeld is uit ‘geen habitattype’ als populierenaanplant, maar ook van rbbSf en rbbMc.

Wat betreft de soortendoelen, kan gesteld worden dat er naast de reeds vermelde maatregelen voor riet- en moerasvogels (ontwikkelen leefgebied) en vissen (verbeteren habitat, nastreven evenwichtig visstandsbeheer, visreddingen), er ook maatregelen of milderende maatregelen voor behoud en ontwikkeling voorzien zijn voor volgende soorten: visdief (aanleg drijvende broedeilandjes), ooievaar (plaatsen nestpalen), blauwe reiger- en aalscholver (bestaande kolonies beschermen), vleermuizen (vrijwaren habitatbomen), meeuwen en andere overwinterende watervogels (rustplek vrijwaren tijdens winterperiode op plassen zoals Nieuwdonk), bosvogels als zwarte wouw en wespendief (voorzien in minder toegankelijke bossen die de nodige rust en ruimte bieden), vlinders (habitat verbeteren door verbinden gradiëntrijke bosranden), libellen (leefgebied creëren bij ontwikkelen laagveenecosysteem),… Er kan dus geconcludeerd worden dat met het natuurinrichtingsproject invulling wordt gegeven aan de doelstellingen voor VEN, Habitatrichtlijngebied en Vogelrichtlijngebied. Een groot aantal maatregelen beogen rechtstreeks de instandhouding maar vooral ook kwalitatieve en kwantitatieve toename van de Europees beschermde habitats en soorten binnen de SBZ en zullen aldus een positief effect hebben.

Op basis van voorgaande gegevens kan gesteld worden dat de maatregelen positief zijn voor de habitats en leefgebieden en voor de te beschermen diersoorten van de 2 SBZ’s in Berlare Broek - Donkmeer.

Uit voorgaande argumentatie blijkt dat de uitvoering van het beschouwde plan of

programma de beschouwde vergunningsplichtige activiteit geen betekenisvolle aantasting

van de natuurlijke kenmerken van de betrokken speciale beschermingszone(s) kan

veroorzaken.

Gedaan op , Hoofd buitendienst Oost-Vlaanderen Agentschap voor Natuur en Bos

Page 5: in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1 en van het decreet Natuurbehoud 2 De betrokken “Natura 2000”-gebieden zijn:

Passende beoordeling Natuurinrichtingsproject Berlare Broek - Donkmeer 5

Page 6: in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1 en van het decreet Natuurbehoud 2 De betrokken “Natura 2000”-gebieden zijn:

0 250 500 750 1.000m

NAT UU RIN R IC HTIN GBerlare Broek - Donkmeer

Passende beoordeling

Kaart 1 : Huidige habitats

bron: - Biologische waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart - toestand 2014 - INBO (AGIV)- Orthofotomozaïek, middenschalig, kleur (toestand 2015)aangemaakt op: 04/04/2016

±

Legende

Habitattype 2Habitattype 1

71406430

91E0gh

rbbhcrbbmc

rbbmrrbbsf

643091E0

ghrbbhc

rbbmcrbbmr

Uitgesloten zone

Projectgebied

Page 7: in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1in navolging van Artikel 6 van de Habitatrichtlijn 1 en van het decreet Natuurbehoud 2 De betrokken “Natura 2000”-gebieden zijn:

0 250 500 750 1.000m

NAT UU RIN R IC HTIN GBerlare Broek - Donkmeer

Passende beoordeling

Kaart 1 : Toekomstige habitats (enkel percelen met inrichtings- maatregelen)

bron: - Orthofotomozaïek, middenschalig, kleur (toestand 2015)aangemaakt op: 04/04/2016

±

Legende

Habitattype 2Habitattype 1

Uitgesloten zone

Projectgebied

6140714091E0rbbmr

31506430714091E0ghrbbhcrbbmr