in n databank Alle MS-patin ten - Universiteit Hasselt - MS DataConnect.pdf · bij mij dus wel. Ik...

1
HET BELANG VAN LIMBURG ZATERDAG 22 EN ZONDAG 23 APRIL 2017 2 HBvLPLUS REPORTAGE Door Caroline Vandenreyt Alle MS-patiënten in één databank DIEPENBEEK/HASSELT - Universiteit Hasselt gaat een databank uitbouwen waarin ze alle gegevens van MS-patiënten verzamelen en opslaan: hun medische geschiedenis, de medicijnen die ze nemen, hun symptomen, wat voor sport en revalidatie ze doen. Dat gebeurt wereldwijd voor het eerst. De bedoeling: het onderzoek naar MS verbeteren, gelijkenissen vinden tussen patiënten, nieuwe inzichten in de ziekte verwerven én vooral zorgen dat elke patiënt een behandeling op maat krijgt. “Want multiple sclerose is niet één ziekte, elke patiënt is anders”, zegt doctor Liesbet Peeters van het biomedisch onderzoeksinstituut van UHasselt. Eén op de 1.000 Belgen wordt getroffen door de ziekte. In Limburg (Overpelt) zijn er zo’n 700 mannen en vrouwen in behandeling voor multiple sclerose (MS), een onge- neeslijke, chronische ziekte die het centrale zenuwstelsel aantast. Samen met het Revalidatie en MS-centrum in Overpelt, hogeschool PXL, Biobank Limburg, het studiecentrum voor re- validatieonderzoek en het Centrum voor Statistiek in eigen rangen gaat Biomed van Universiteit Hasselt nu een databank met al hun gegevens uit de grond stampen. Met ook nog eens de steun van de universiteit van Lon- den. “In de database - MD DataConnect - gaan we al onze (aparte) info over pa- tiënten opslaan en koppelen”, zeggen doctor Liesbet Peeters en haar onder- zoekspartners. “Dus echt álles wat wordt verzameld: van bloedstalen, nieuwe onderzoeken en behandelin- gen tot ergotherapie en psychologi- sche testen. Over de hele wereld wordt gezocht naar de oorzaken van de ziek- te en de ontwikkeling van nieuwe the- rapieën. Dat betekent dat er ontzet- tend veel gemeten en onderzocht wordt, maar vermoedelijk wordt hooguit het topje van de ijsberg van al die resultaten verkend. Bijvoorbeeld omdat ze regionaal ingezameld wor- den en enkel daar beschikbaar zijn of omdat ze van verschillende disciplines komen. We denken dat er nog een enorme schat beschikbaar is.” Wereldwijd beschikbaar Die schat willen ze dus aanboren, maar vooral ook weer wereldwijd be- schikbaar maken. “Het is de bedoe- ling dat elke onderzoeker hier kan aankloppen voor gegevens, op voor- waarde uiteraard dat het om een waar- devol project gaat. Dat wordt door ons vooraf onderzocht. Maar waar- om zou je de gegevens geheimhouden? Het kan het onderzoek naar MS al- leen maar ten goede komen dat er zo veel mogelijk bekend is.” Elke patiënt is uniek De patiënt kan er - letterlijk - alleen maar beter van worden als er zo veel mogelijk uitgevlooid wordt over MS (en vergeleken). “Want elke patiënt is uniek. De ziekte verloopt vaak anders, de symptomen verschillen, de reacties op medicijnen of revalidatie zijn ook allesbehalve altijd gelijklopend. Hoe meer we kunnen verzamelen, hoe meer we kunnen gaan naar een behan- deling op maat van het individu.” Starten doen de partners eerst regio- naal: “In een eerste fase worden alle gegevens verzameld van de 700 MS- patiënten in Limburg. En dat gaat dan van data zoals geboorteplaats en ge- slacht, tot wanneer ze MS hebben ge- kregen, hoe de ziekte verloopt, alle kli- nische data als MRI, bloedstalen, de paramedische testen, revalidatie en zelfs gegevens over voeding, thuissitu- atie en levenskwaliteit.” De komende twee jaar bouwen ze de databank uit, daarna zijn ze klaar om de deuren open te zetten naar de rest van de wereld en andere partners (en dus nog meer data). “MS DataCon- nect zal makkelijk en goedkoop kun- nen toegepast worden in andere zie- kenhuizen en universiteiten. Hoe meer patiëntgegevens beschikbaar worden, hoe krachtiger het onderzoek dat op de data wordt uitgevoerd.” Privacy Hebben ze geen schrik voor reacties van patiënten, vragen rond privacy? “Alles wordt veilig opgeslagen, de identiteit van de patiënten wordt abso- luut beschermd.” Er wordt over de hele wereld ontzettend veel gemeten, maar hooguit het topje van die ijsberg wordt verkend Liesbet Peeters Onderzoekster MS UHASSELT LANCEERT PRIMEUR OM ZIEKTE BETER AAN TE PAKKEN FOTO'S SVEN DILLEN HET BELANG VAN LIMBURG ZATERDAG 22 EN ZONDAG 23 APRIL 2017 3 HBvLPLUS OVERPELT - “Het was eigenlijk voorbestemd dat ik de ziekte zou krijgen, met een naam als de mijne: Kim wil MS”, spot Kim Wilms (37) heel nuchter met de ziekte die zijn lichaam sinds zijn negentiende heeft aangetast. Zijn job als kok en chocolatier heeft hij intussen moeten opgeven. Een hobby als kitesurfen is vervangen door wijndegustatie en fitness om zijn spieren niet te laten ver- strammen. “Een mens is een kameleon, je past je aan”, klinkt het. Kim is een van de 700 mannen en vrouwen die hun gegevens afstaan aan de nieuwe MS-databank. “Waarom niet? Alles om deze ziekte te helpen bestrijden.” Negentien jaar is wel heel jong om de ziekte te krijgen. Hoe wist je dat het multiple sclerose was? “Eigenlijk is het nog vroeger begon- nen, op veertien jaar werd mijn pink al stilaan gevoelloos. Er waren dus al langer aanwijzingen dat er iets aan het broeden was, maar dat is achteraf ge- makkelijk gezegd. Je staat er op zo’n moment niet bij stil. Maar op mijn ne- gentiende kreeg ik dan echt een voos gevoel in mijn vingertoppen, mijn handen werden gevoelloos. De huis- arts lachte er in het begin nog mee. Neem eens een goed warm bad en het zal wel voorbijgaan. Maar dat had ik net niet mogen doen: warmte en MS, dat gaat niet goed samen. Mijn symp- tomen werden net dubbel zo erg. Dat geldt niet voor elke MS-patiënt, maar bij mij dus wel. Ik ben heel gevoelig voor warmte. Na een paar weken, toen het bleef aanhouden, ben ik opnieuw naar de dokter gegaan. In de dagkli- niek hebben ze dan testen gedaan op zenuwgeleiding, er is een gewone scan uitgevoerd, maar ze konden nog steeds niet opmaken wat er aan de hand was. Dus kon ik weer naar huis. Zonder diagnose.” Maar de symptomen bleven vererge- ren? “Inderdaad, dus heeft de dokter mij aangeraden om rechtstreeks naar Gasthuisberg te gaan. Ik heb daar een ruggenmergpunctie gekregen en een MRI-scan. Nu is dat standaard voor de diagnose van MS, maar toen was dat allemaal nog nieuw. De meeste zie- kenhuizen hadden die toestellen zelfs nog niet. De conclusie in Leuven was heel duidelijk: ik had de ziekte. Nee, ik héb de ziekte... Dat komt echt als een mokerslag. Ik was negentien jaar, ging nog naar school, had veel werk. En opeens hoor je dat. Wat moest ik gaan doen? Ik had voor apotheker of inge- nieur willen studeren, maar dat kon ik nu wel vergeten. Ik ben dan gaan wer- ken als kok, omdat ze thuis feestzalen en een traiteurszaak hadden.” Kan je vandaag nog werken als kok? “Nee. Ik heb zo’n tien jaar kunnen werken, daar ben ik nog altijd heel blij om. Via avondschool heb ik in die ja- ren ook nog van alles gestudeerd: vast- goed, dieetleer, hygiëneconsulent, computerhardware,... Redelijk geva- rieerd, ja (lacht). Omdat ik altijd graag geleerd had, maar ook vanuit het idee dat ik mezelf moest omvor- men. Van kok naar meer iets adminis- tratiefs. Omdat ik wist dat MS een pro- gressieve ziekte is. Maar achteraf ge- zien is een kantoorjob en multiple sclerose ook niet ideaal. Want te lang op een stoel zitten, lukt niet. Door mijn medicatie is de ziekte wel ver- schillende jaren onderdrukt gebleven, maar uiteindelijk ga je toch achteruit. Eigenlijk ben ik letterlijk en figuurlijk in mijn rolstoel gegroeid. En op een bepaald moment was het voorbij, het ging niet meer.” Je bent dieetleer gaan studeren in avondonderwijs. Was dat omwille van de ziekte, een manier om het zelf in de hand te houden? “Wellicht wel. Ik heb altijd heel erg op mijn eten gelet. Alles met mate. Wei- nig verzadigde vetten, heel weinig sui- ker, niet veel zout.” Je klinkt opvallend optimistisch voor iemand die aan kitesurfen en veel sporten deed en nu in de rolstoel zit. “Het helpt me dat ik altijd zo actief ben geweest. Ook vóór de ziekte, vóór de diagnose was ik al bezig met fitness en training. En dat heb ik nu eens te meer nodig. Je moet in beweging blij- ven met MS, je moet je spieren blijven trainen. Fitness is mijn job geworden, ik ga vier keer per week. Voor mij is dat geen probleem omdat ik het ge- wend was, maar er zijn heel wat patiën- ten die pas begonnen zijn na de diag- nose. En geloof me, dan is sporten niet altijd evident. Maar het helpt echt, dat merk ik nu ook weer tijdens mijn drie maanden revalidatiekuur in Overpelt. Hier kan ik zes dagen op zeven trai- nen, telkens een halfuur. Dat is beter. Alles wordt hier bekeken en geëvalu- eerd: kine, ergo, logo, de bloedresulta- ten,... Zoals groot onderhoud bij de auto, ja (lacht).” Wat zijn voor jou nu de moeilijkste symptomen om mee te leven? “Vooral stappen, de spasticiteit van de spieren, geen gevoel in de handen, spierstijfheid... Een hele waslijst, heel uiteenlopend, maar ik ga ermee om. Ik woon nog altijd zelfstandig, zorg om de week voor mijn twee kindjes van zes en acht jaar, help mensen die niet goed met de computer overweg kunnen, probeer andere patiënten te motiveren... Maar ik krijg natuurlijk veel steun van mijn ouders.” Je wist al dat je MS had toen je aan kinderen begon. Heeft je dat ooit afge- schrikt? “Neen, niet echt. Want je weet nooit wat er je in het leven boven het hoofd hangt. Je kan evenzeer morgen een verkeersongeval krijgen en in de rol- stoel belanden. Je mag er niet te veel bij nadenken.” En de toekomst, hoe zie je die? “Goh, ik denk daar gewoon niet te veel aan. Ik zie wel wat er gebeurt.” Waarom werk je mee aan de MS-data- base? Geen twijfel over privacy of zo? “Nee, ik vind het een goede zaak dat ze iets met de gegevens willen doen om de ziekte aan te pakken. Dat ze bezig zijn met onze noden, want iedereen met MS heeft andere noden. En het is ook niet alsof het staatsgeheimen zijn. Ik heb het jarenlang verzwegen en dat waren de zwaarste jaren van mijn le- ven. Verschrikkelijk. Altijd een ander excuus bedenken. Je komt op het werk en ze zien iets aan je. Oei, te zwaar ge- traind op de fitness. Neen, dat kon ik niet blijven volhouden.” Het helpt misschien ook de buitenwe- reld, want de vooroordelen over de ziekte zijn er nog altijd. Dat iedereen dezelfde symptomen heeft, dat het al- lemaal even snel of traag gaat... “Of dat je van de ziekte kan genezen. Tot tien jaar geleden geloofde ik er zelf nog in. Ik krijg regelmatig een mailtje of telefoontje van vrienden of ik van die of deze behandeling heb gehoord. Nee, in genezen geloof ik niet meer. Ik hoop wel op een goede stabilisatie. En misschien nog een klein beetje beter worden... Na jaren van alleen maar achteruitgaan, zou dat wel heel mooi zijn. Wie weet hoe de databank daarin kan helpen.” Die databank is een goede zaak, iedere MS-patiënt heeft andere noden. En het is niet zo dat er in die databank staatsgehei men zitten Kim Wilms MS-patiënt “Ik geloof niet meer in genezing” Kim Wilms (37) kreeg op 19 jaar MS

Transcript of in n databank Alle MS-patin ten - Universiteit Hasselt - MS DataConnect.pdf · bij mij dus wel. Ik...

Page 1: in n databank Alle MS-patin ten - Universiteit Hasselt - MS DataConnect.pdf · bij mij dus wel. Ik ben heel gevoelig voor warmte. Na een paar weken, toen het bleef aanhouden, ben

HET BELANG VAN LIMBURGZATERDAG 22 EN ZONDAG 23 APRIL 2017 2 HBvLPLUS

REPO

RTAG

E

Door Caroline Vandenreyt

Alle MS-patiënten in één databankDIEPENBEEK/HASSELT - Universiteit Hasselt gaat een databank uitbouwen waarin ze alle gegevens van MS-patiënten verzamelen en opslaan: hun medische geschiedenis, de medicijnen die ze nemen, hun symptomen, wat voor sport en revalidatie ze doen. Dat gebeurt wereldwijd voor het eerst. De bedoeling: het onderzoek naar MS verbeteren, gelijkenissen vinden tussen patiënten, nieuwe inzichten in de ziekte verwerven én vooral zorgen dat elke patiënt een behandeling op maat krijgt. “Want multiple sclerose is niet één ziekte, elke patiënt is anders”, zegt doctor Liesbet Peeters van het biomedisch onderzoeksinstituut van UHasselt. Eén op de 1.000 Belgen wordt getroffen door de ziekte.

In Limburg (Overpelt) zijn er zo’n 700mannen en vrouwen in behandelingvoor multiple sclerose (MS), een onge-neeslijke, chronische ziekte die het centrale zenuwstelsel aantast. Samenmet het Revalidatie en MS-centrum inOverpelt, hogeschool PXL, BiobankLimburg, het studiecentrum voor re-validatieonderzoek en het Centrum voor Statistiek in eigen rangen gaatBiomed van Universiteit Hasselt nu een databank met al hun gegevens uitde grond stampen. Met ook nog eensde steun van de universiteit van Lon-den.“In de database - MD DataConnect -gaan we al onze (aparte) info over pa-tiënten opslaan en koppelen”, zeggendoctor Liesbet Peeters en haar onder-zoekspartners. “Dus echt álles watwordt verzameld: van bloedstalen,nieuwe onderzoeken en behandelin-gen tot ergotherapie en psychologi-sche testen. Over de hele wereld wordtgezocht naar de oorzaken van de ziek-te en de ontwikkeling van nieuwe the-rapieën. Dat betekent dat er ontzet-tend veel gemeten en onderzocht wordt, maar vermoedelijk wordthooguit het topje van de ijsberg van aldie resultaten verkend. Bijvoorbeeldomdat ze regionaal ingezameld wor-den en enkel daar beschikbaar zijn ofomdat ze van verschillende disciplineskomen. We denken dat er nog een enorme schat beschikbaar is.”

Wereldwijd beschikbaarDie schat willen ze dus aanboren, maar vooral ook weer wereldwijd be-schikbaar maken. “Het is de bedoe-ling dat elke onderzoeker hier kan aankloppen voor gegevens, op voor-waarde uiteraard dat het om een waar-devol project gaat. Dat wordt doorons vooraf onderzocht. Maar waar-om zou je de gegevens geheimhouden?

Het kan het onderzoek naar MS al-leen maar ten goede komen dat er zo veel mogelijk bekend is.”

Elke patiënt is uniekDe patiënt kan er - letterlijk - alleen maar beter van worden als er zo veelmogelijk uitgevlooid wordt over MS (en vergeleken). “Want elke patiënt isuniek. De ziekte verloopt vaak anders,de symptomen verschillen, de reactiesop medicijnen of revalidatie zijn ook allesbehalve altijd gelijklopend. Hoemeer we kunnen verzamelen, hoemeer we kunnen gaan naar een behan-deling op maat van het individu.”Starten doen de partners eerst regio-naal: “In een eerste fase worden alle gegevens verzameld van de 700 MS-patiënten in Limburg. En dat gaat danvan data zoals geboorteplaats en ge-slacht, tot wanneer ze MS hebben ge-kregen, hoe de ziekte verloopt, alle kli-nische data als MRI, bloedstalen, de paramedische testen, revalidatie en zelfs gegevens over voeding, thuissitu-atie en levenskwaliteit.” De komende twee jaar bouwen ze dedatabank uit, daarna zijn ze klaar omde deuren open te zetten naar de restvan de wereld en andere partners (endus nog meer data). “MS DataCon-nect zal makkelijk en goedkoop kun-nen toegepast worden in andere zie-kenhuizen en universiteiten. Hoe meer patiëntgegevens beschikbaar worden, hoe krachtiger het onderzoekdat op de data wordt uitgevoerd.”

PrivacyHebben ze geen schrik voor reacties van patiënten, vragen rond privacy? “Alles wordt veilig opgeslagen, de identiteit van de patiënten wordt abso-luut beschermd.”

Er wordt over de hele wereldontzettendveel gemeten, maar hooguit hettopje van die ijsbergwordt verkend

Liesbet PeetersOnderzoekster

MS

UHASSELT LANCEERT PRIMEUR OM ZIEKTE BETER AAN TE PAKKEN

FOTO'S SVEN DILLEN

HET BELANG VAN LIMBURGZATERDAG 22 EN ZONDAG 23 APRIL 2017 3 HBvLPLUS

OVERPELT - “Het was eigenlijk voorbestemd dat ik de ziekte zou krijgen, met een naam als de mijne: Kim wil MS”, spot Kim Wilms (37) heel nuchter met de ziekte die zijn lichaam sinds zijn negentiende heeft aangetast. Zijn job als kok en chocolatier heeft hij intussen moeten opgeven. Een hobby als kitesurfen is vervangen door wijndegustatie en fitness om zijn spieren niet te laten ver-strammen. “Een mens is een kameleon, je past je aan”, klinkt het. Kim is een van de 700 mannen en vrouwen die hun gegevens afstaan aan de nieuwe MS-databank. “Waarom niet? Alles om deze ziekte te helpen bestrijden.”

Negentien jaar is wel heel jong om deziekte te krijgen. Hoe wist je dat hetmultiple sclerose was?

“Eigenlijk is het nog vroeger begon-nen, op veertien jaar werd mijn pink alstilaan gevoelloos. Er waren dus al langer aanwijzingen dat er iets aan hetbroeden was, maar dat is achteraf ge-makkelijk gezegd. Je staat er op zo’n moment niet bij stil. Maar op mijn ne-gentiende kreeg ik dan echt een voos gevoel in mijn vingertoppen, mijnhanden werden gevoelloos. De huis-arts lachte er in het begin nog mee. Neem eens een goed warm bad en het zal wel voorbijgaan. Maar dat had ik net niet mogen doen: warmte en MS,dat gaat niet goed samen. Mijn symp-tomen werden net dubbel zo erg. Dat geldt niet voor elke MS-patiënt, maarbij mij dus wel. Ik ben heel gevoelig voor warmte. Na een paar weken, toenhet bleef aanhouden, ben ik opnieuwnaar de dokter gegaan. In de dagkli-niek hebben ze dan testen gedaan opzenuwgeleiding, er is een gewone scanuitgevoerd, maar ze konden nog steeds niet opmaken wat er aan dehand was. Dus kon ik weer naar huis.Zonder diagnose.”

Maar de symptomen bleven vererge-ren?

“Inderdaad, dus heeft de dokter mijaangeraden om rechtstreeks naar Gasthuisberg te gaan. Ik heb daar eenruggenmergpunctie gekregen en eenMRI-scan. Nu is dat standaard voor

de diagnose van MS, maar toen was dat allemaal nog nieuw. De meeste zie-kenhuizen hadden die toestellen zelfsnog niet. De conclusie in Leuven washeel duidelijk: ik had de ziekte. Nee, ikhéb de ziekte... Dat komt echt als eenmokerslag. Ik was negentien jaar, gingnog naar school, had veel werk. En opeens hoor je dat. Wat moest ik gaandoen? Ik had voor apotheker of inge-nieur willen studeren, maar dat kon iknu wel vergeten. Ik ben dan gaan wer-ken als kok, omdat ze thuis feestzalenen een traiteurszaak hadden.”

Kan je vandaag nog werken als kok?“Nee. Ik heb zo’n tien jaar kunnenwerken, daar ben ik nog altijd heel blijom. Via avondschool heb ik in die ja-ren ook nog van alles gestudeerd: vast-goed, dieetleer, hygiëneconsulent,computerhardware,... Redelijk geva-rieerd, ja (lacht). Omdat ik altijd graag geleerd had, maar ook vanuit het idee dat ik mezelf moest omvor-men. Van kok naar meer iets adminis-tratiefs. Omdat ik wist dat MS een pro-gressieve ziekte is. Maar achteraf ge-zien is een kantoorjob en multiplesclerose ook niet ideaal. Want te langop een stoel zitten, lukt niet. Doormijn medicatie is de ziekte wel ver-schillende jaren onderdrukt gebleven,maar uiteindelijk ga je toch achteruit.Eigenlijk ben ik letterlijk en figuurlijkin mijn rolstoel gegroeid. En op eenbepaald moment was het voorbij, hetging niet meer.”

Je bent dieetleer gaan studeren inavondonderwijs. Was dat omwille vande ziekte, een manier om het zelf in dehand te houden?

“Wellicht wel. Ik heb altijd heel erg opmijn eten gelet. Alles met mate. Wei-nig verzadigde vetten, heel weinig sui-ker, niet veel zout.”

Je klinkt opvallend optimistisch vooriemand die aan kitesurfen en veelsporten deed en nu in de rolstoel zit.

“Het helpt me dat ik altijd zo actief ben geweest. Ook vóór de ziekte, vóórde diagnose was ik al bezig met fitnessen training. En dat heb ik nu eens te meer nodig. Je moet in beweging blij-ven met MS, je moet je spieren blijventrainen. Fitness is mijn job geworden,ik ga vier keer per week. Voor mij is dat geen probleem omdat ik het ge-wend was, maar er zijn heel wat patiën-ten die pas begonnen zijn na de diag-nose. En geloof me, dan is sporten nietaltijd evident. Maar het helpt echt, datmerk ik nu ook weer tijdens mijn driemaanden revalidatiekuur in Overpelt.Hier kan ik zes dagen op zeven trai-nen, telkens een halfuur. Dat is beter. Alles wordt hier bekeken en geëvalu-eerd: kine, ergo, logo, de bloedresulta-ten,... Zoals groot onderhoud bij de auto, ja (lacht).”

Wat zijn voor jou nu de moeilijkstesymptomen om mee te leven?

“Vooral stappen, de spasticiteit van despieren, geen gevoel in de handen, spierstijfheid... Een hele waslijst, heeluiteenlopend, maar ik ga ermee om. Ik woon nog altijd zelfstandig, zorg om de week voor mijn twee kindjes van zes en acht jaar, help mensen die niet goed met de computer overwegkunnen, probeer andere patiënten temotiveren... Maar ik krijg natuurlijkveel steun van mijn ouders.”

Je wist al dat je MS had toen je aankinderen begon. Heeft je dat ooit afge-schrikt?

“Neen, niet echt. Want je weet nooitwat er je in het leven boven het hoofdhangt. Je kan evenzeer morgen een verkeersongeval krijgen en in de rol-stoel belanden. Je mag er niet te veel bijnadenken.”

En de toekomst, hoe zie je die?“Goh, ik denk daar gewoon niet teveel aan. Ik zie wel wat er gebeurt.”

Waarom werk je mee aan de MS-data-base? Geen twijfel over privacy of zo?

“Nee, ik vind het een goede zaak dat zeiets met de gegevens willen doen om deziekte aan te pakken. Dat ze bezig zijnmet onze noden, want iedereen met MS heeft andere noden. En het is ookniet alsof het staatsgeheimen zijn. Ik heb het jarenlang verzwegen en datwaren de zwaarste jaren van mijn le-ven. Verschrikkelijk. Altijd een anderexcuus bedenken. Je komt op het werken ze zien iets aan je. Oei, te zwaar ge-traind op de fitness. Neen, dat kon ik niet blijven volhouden.”

Het helpt misschien ook de buitenwe-reld, want de vooroordelen over deziekte zijn er nog altijd. Dat iedereendezelfde symptomen heeft, dat het al-lemaal even snel of traag gaat...

“Of dat je van de ziekte kan genezen. Tot tien jaar geleden geloofde ik er zelfnog in. Ik krijg regelmatig een mailtjeof telefoontje van vrienden of ik van die of deze behandeling heb gehoord.Nee, in genezen geloof ik niet meer. Ikhoop wel op een goede stabilisatie. Enmisschien nog een klein beetje beterworden... Na jaren van alleen maarachteruitgaan, zou dat wel heel mooi zijn. Wie weet hoe de databank daarinkan helpen.”

Die databank iseen goede zaak, iedereMS-patiëntheeft andere noden. En het is niet zo dat er indie databank staatsgeheimen zitten

Kim WilmsMS-patiënt

“Ik geloof niet meer in genezing”

Kim Wilms (37) kreeg op 19 jaar MS