Impressie politieke lunch

2
1 Nieuwsbericht 25 juni 2012 Impressie politieke lunch Voorafgaand aan de Algemene Ledenvergadering op 25 juni jl. had de LVG een “politieke lunch” georganiseerd. LVG-leden konden in debat met de drie politici: Linda Voortman, Groen Links; Pia Dijkstra, D66 en Attje Kuiken, PVDA. De LVG had al 8 discussiepunten op een rijtje gezet. Dit zijn: 1. outcome-bekosting; 2. regionale samenhang welzijn, preventie, care, cure en arbo-zorg; 3. wijkverpleegkunde in de Zvw; 4. versterking ondersteuning eerstelijns-ggz; 5. ontzorgen; 6. diagnostiek in de eerste lijn; 7. farmacie als onderdeel van eerstelijnszorg; 8. mogelijkheid verschuiving van middelen van tweede naar eerste lijn in macrobudgettair kader zorg. Eerstelijnszorg in verkiezingsprogramma’s Opvallend: de aanwezige politici stonden achter deze punten. Bij alle drie partijen staat namelijk zorg in de buurt voorop. De eerste lijn komt prominent voor in de verkiezingsprogramma’s die worden opgesteld. Een heel verschil met afgelopen jaren. Het is zaak voor de eerstelijnszorg om deze kansen te grijpen. Experimenten met regiobudgetten Natuurlijk waren er ook onderlinge verschillen. Zo is Groen Links er niet van overtuigd dat overheveling van de wijkverpleegkundige zorg van de Awbz naar de Zorgverzekeringwet zinvol is. ‘Het is goed om het uit de Awbz te halen, maar mogelijk kan het beter naar de Wmo’, stelt Linda Voortman. Ze is blij dat er een akkoord is met de huisartsen. ‘Maar beter nog zou een akkoord zijn waarin eerste en tweede lijn gezamenlijk worden opgenomen. Met afspraken: wie levert welke zorg waar. Bij groei van de eerste lijn is er mogelijk minder zorg nodig in de tweede lijn.’ Daarom is Groen Links ook sterk voorstander van experimenten met regionale budgetten. ‘Het gaat tenslotte vaak om dezelfde mensen: experimenteer met een sterke focus op de eerste lijn!’ Ook D66 is voorstander van experimenten met populatiegerichte bekostiging. ‘Daardoor ontstaat meer samenwerking tussen de eerste en tweede lijn. En kijk daarbij wie de regie gaat nemen.’ Ook D66 ziet liever de wijkverpleegkundige zorg ondergebracht bij de Wmo. ‘De schotten vallen daardoor makkelijker weg. Er moet veel meer prioriteit worden gegeven aan samenwerking van de eerste lijn met welzijn en arbeidsparticipatie.’ Pia Dijkstra erkent dat er veel scepsis bestaat over de rol van de gemeenten, maar ze wijst op goede voorbeelden, zoals in Utrecht met het project Overvecht Gezond. ‘Het beste is een populatiegerichte bekostiging, waarin eerste en tweede lijn naadloos in elkaar overgaan’, is haar mening. ‘De zorgverzekeraar moet dan bekijken waar de populatie behoefte aan heeft en die zorg inkopen. Nu de risicoverevening is afgeschaft, zullen zorgverzekeraars kritisch en beter gaan inkopen, op kwaliteit van zorg. Zorgverzekeraar niet als regisseur De PVDA daarentegen wil juist af van de regisseursrol van de zorgverzekeraars. ‘Het zijn nu monopolisten. We moeten naar wijkzorgbudgetten’, aldus Attje Kuiken. ‘En dan moeten alle partners

description

Voorafgaand aan de Algemene Ledenvergadering op 25 juni jl. had de LVG een “politieke lunch” georganiseerd. LVG-leden konden in debat met de drie politici: Linda Voortman, Groen Links; Pia Dijkstra, D66 en Attje Kuiken, PVDA.

Transcript of Impressie politieke lunch

1

Nieuwsbericht25 juni 2012

Impressie politieke lunch

Voorafgaand aan de Algemene Ledenvergadering op 25 juni jl. had de LVG een “politieke lunch” georganiseerd. LVG-leden konden in debat met de drie politici: Linda Voortman, Groen Links; Pia Dijkstra, D66 en Attje Kuiken, PVDA. De LVG had al 8 discussiepunten op een rijtje gezet. Dit zijn: 1. outcome-bekosting;2. regionale samenhang welzijn, preventie, care, cure en arbo-zorg;3. wijkverpleegkunde in de Zvw;4. versterking ondersteuning eerstelijns-ggz;5. ontzorgen; 6. diagnostiek in de eerste lijn; 7. farmacie als onderdeel van eerstelijnszorg; 8. mogelijkheid verschuiving van middelen van tweede naar eerste lijn in macrobudgettair kader

zorg.

Eerstelijnszorg in verkiezingsprogramma’s

Opvallend: de aanwezige politici stonden achter deze punten. Bij alle drie partijen staat namelijk zorg in de buurt voorop. De eerste lijn komt prominent voor in de verkiezingsprogramma’s die worden opgesteld. Een heel verschil met afgelopen jaren. Het is zaak voor de eerstelijnszorg om deze kansen te grijpen.

Experimenten met regiobudgetten

Natuurlijk waren er ook onderlinge verschillen. Zo is Groen Links er niet van overtuigd dat overheveling van de wijkverpleegkundige zorg van de Awbz naar de Zorgverzekeringwet zinvol is. ‘Het is goed om het uit de Awbz te halen, maar mogelijk kan het beter naar de Wmo’, stelt Linda Voortman. Ze is blij dat er een akkoord is met de huisartsen. ‘Maar beter nog zou een akkoord zijn waarin eerste en tweede lijn gezamenlijk worden opgenomen. Met afspraken: wie levert welke zorg waar. Bij groei van de eerste lijn is er mogelijk minder zorg nodig in de tweede lijn.’ Daarom is Groen Links ook sterk voorstander van experimenten met regionale budgetten. ‘Het gaat tenslotte vaak om dezelfde mensen: experimenteer met een sterke focus op de eerste lijn!’

Ook D66 is voorstander van experimenten met populatiegerichte bekostiging. ‘Daardoor ontstaat meer samenwerking tussen de eerste en tweede lijn. En kijk daarbij wie de regie gaat nemen.’ Ook D66 ziet liever de wijkverpleegkundige zorg ondergebracht bij de Wmo. ‘De schotten vallen daardoor makkelijker weg. Er moet veel meer prioriteit worden gegeven aan samenwerking van de eerste lijn met welzijn en arbeidsparticipatie.’ Pia Dijkstra erkent dat er veel scepsis bestaat over de rol van de gemeenten, maar ze wijst op goede voorbeelden, zoals in Utrecht met het project Overvecht Gezond. ‘Het beste is een populatiegerichte bekostiging, waarin eerste en tweede lijn naadloos in elkaar overgaan’, is haar mening. ‘De zorgverzekeraar moet dan bekijken waar de populatie behoefte aan heeft en die zorg inkopen. Nu de risicoverevening is afgeschaft, zullen zorgverzekeraars kritisch en beter gaan inkopen, op kwaliteit van zorg.

Zorgverzekeraar niet als regisseur

De PVDA daarentegen wil juist af van de regisseursrol van de zorgverzekeraars. ‘Het zijn nu monopolisten. We moeten naar wijkzorgbudgetten’, aldus Attje Kuiken. ‘En dan moeten alle partners

2

– van verloskundigen, wijkverpleegkundigen tot huisartsen - gezamenlijk afspreken hoe de zorg op wijkniveau wordt uitgevoerd. Van preventie tot nazorg. Met de huisarts als poortwachter, maar wel in een gezondheidscentrum, in samenwerking met andere disciplines. Doel is mensen zo lang mogelijk in eigen omgeving te houden, met kwaliteit van leven. Daarvoor moeten scherpe keuzes worden gemaakt. De zorgverzekeraar moet daarin een uitvoeringsinstantie worden.’ De PVDA is sterk tegenstander van bezuinigingen op de ggz. ‘Niemand kiest ervoor om gek te worden’, stelt Kuiken zwart/wit. ‘De hulp moet laagdrempelig zijn om te voorkomen dat mensen verder afglijden.’

Wijkverpleegkundige in zorgverzekeringswet

Een groot deel van de LVG-leden is voorstander van bekostiging van de wijkverpleegkundige in de zorgverzekeringswet, vanwege de nauwe samenwerking tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen. ‘Juist dat is een sterk punt. Als het geld bij de gemeenten zit, worden de lijnen langer. Bovendien is er sprake van continuïteit in de eerstelijsnzorg. Het BMC-rapport heeft ook aangetoond dat deze koppeling leidt tot efficiënte en effectieve inzet van wijkverpleegkundigen. Een knip tussen wijkverpleegkundigen en huisartsen is ongewenst. Bekostig deze disciplines vanuit eenzelfde systeem.’

Betalen op outcome

De politici zijn het erover eens dat een andere financieringsvorm noodzakelijk is. Niet betalen op verrichtingen, maar kijken naar gezondheidswinst. ‘Dan heb je ook goede incentives om samen te werken.’ Ze verwachten alle drie veel van de experimenten met regionale budgetten, maar realiseren zich ook dat invoering van een dergelijke financieringssysteem nog lang op zich zal laten wachten. Ze zijn allen van mening dat de zorgverzekeraars geïntegreerd eerste- en tweedelijnszorg moeten inkopen en dat ontschotting van het macrobudget noodzakelijk is.

Veel overeenstemming dus en weinig grote onderlinge verschillen. Het is duidelijk: de eerstelijnszorg, of beter gezegd: zorg in de buurt heeft volop aandacht!

Gerda van Beek