Impact VLAREM-trein 2013 op opslag gevaarlijke stoffen - See-days 2015
-
Upload
cgkonline -
Category
Environment
-
view
386 -
download
4
Transcript of Impact VLAREM-trein 2013 op opslag gevaarlijke stoffen - See-days 2015
Impact VLAREM-trein 2013 op opslag van gevaarlijke stoffen
Christof DebaerExperten-werkgroep gevaarlijke stoffen en gassenAfdeling Milieuvergunningen
Tijl CharleOperations Manager
CGK-group bvba
Overzicht
CLP-verordening – indeling
Impact op VLAREM
Overgangs- en slotbepalingen
Wat moet ik nu concreet doen?
DEEL1: LNE
Praktisch stappenplan
Praktijkoplossingen
Aandachtspunten
DEEL2: CGK
Impact VLAREM-trein
2013 op opslag van
gevaarlijke stoffen
Christof Debaer
Experten-werkgroep gevaarlijke stoffen en gassen
Afdeling Milieuvergunningen
DEEL1 :
CLP-verordening - indeling
EUEU + CLP
magEU + CLP CLP
01/2009 1/12/2010 01/06/2015
CLPEU + CLP magEU
Stof
Mengsel
CLP: Verordening 1272/2008EU: Stof: Richtlijn 67/548/EEG
Mengsels: Richtlijn 1999/45/EG
Indeling van gevaarlijke stoffen en mengsels
CLP-verordening - indeling
• Indeling en etikettering (Bijlage I van de verordening)– Definities voor gas, vloeistof en vaste stof
• Gevarenklassen (28): aard van – Fysische gevaar (16)
– Gezondheidsgevaar (10)
– Milieugevaar (1)
– Bijkomende gevarenklasse (1)
• Gevarencategorieën (of subklasse): – Ernst van het gevaar binnen de gevarenklasse
• Gevarenpictogrammen (9)
CLP-verordening: IndelingFy
sisc
he
ge
vare
n
GHS 01
GHS 02
• Instabiele ontplofbare stoffen• Ontplofbare stoffen subklassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4• Zelfontledende stoffen en mengsels, type A en B• Organische peroxiden, type A en B
• Ontvlambare gassen, categorie 1• Ontvlambare aerosolen, categorie 1 en 2• Ontvlambare vloeistoffen, categorie 1, 2 en 3• Ontvlambare vaste stoffen, categorie 1 en 2• Zelfontledende stoffen en mengsels, type B, C & D, E & F• Pyrofore vloeistoffen, categorie 1• Pyrofore vaste stoffen, categorie 1• Voor zelfverhitting vatbare stoffen en mengsels, categorie 1 en 2• Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen
ontwikkelen, categorie 1, 2 en 3• Organische peroxiden, type B, C & D, E & F
CLP-verordening: IndelingFy
sisc
he
ge
vare
n
• Samengeperst gas• Vloeibaar gemaakt gas• Sterk gekoeld vloeibaar gas• Opgelost gas
• Bijtend voor metalen, categorie 1
GHS 04
GHS 05
• Ontplofbare stoffen van subklasse 1.5• Ontplofbare stoffen van subklasse 1.6• Ontvlambare gassen, categorie 2• Zelfontledende stoffen en mengsels, type G• Organische peroxiden, type G
Geen GHS
pictogram
• Oxiderende gassen, categorie 1• Oxiderende vloeistoffen, categorie 1, 2 en 3• Oxiderende vaste stoffen, categorie 1, 2 en 3
GHS 03
CLP-verordening: Indeling
• Bijtend of irriterend zijn voor de huid, categorie 1A, 1B, 1C• Ernstig oogletsel/oogirritatie, categorie 1
• Acute toxiciteit, categorie 1, 2, en 3
GHS 05
GHS 06
• Acute toxiciteit, categorie 4 • Bijtend of irriterend zijn voor de huid, categorie 2• Ernstig oogletsel/oogirritatie, categorie 2• Sensibilisering van de huid, categorie 1, subcategorieën 1A en 1B• Specifieke doelorgaantoxiciteit na eenmalige blootstelling, categorie 3
GHS 07
Ge
zon
dh
eid
sge
vare
n
CLP-verordening: Indeling
• Inhalatieallergeen, categorie 1 en subcategorieën 1A en 1B • Mutageniteit in geslachtscellen, categorie 1A , 1B, en 2• Kankerverwekkendheid, categorie 1A , 1B, en 2• Voortplantingstoxiciteit, categorie 1A , 1B, en 2• Specifieke doelorgaantoxiciteit na eenmalige blootstelling, categorie 1
en 2• Specifieke doelorgaantoxiciteit bij herhaalde blootstelling, categorie 1 en
2• Aspiratietoxiciteit, categorie 1
GHS 08
• Voortplantingstoxiciteit, aanvullende categorie voor effecten op of via lactatie
Ge
zon
dh
eid
sge
vare
n
Geen GHS
pictogram
CLP-verordening: Indeling• Gevaar voor het aquatisch milieu:
• categorie 1 voor acute toxiciteit• categorie 1 voor chronische toxiciteit• categorie 2 voor chronische toxiciteit
GHS 09
• Gevaar voor het aquatisch milieu:• categorie 3 voor chronische toxiciteit• categorie 4 voor chronische toxiciteit
Ve
rde
re g
eva
ren
Geen GHS
pictogram
• Gevaar voor de ozonlaagGHS 07
Mili
euge
vare
n
Impact op VLAREMCLP-verordening heft de stoffen en mengsel-richtlijn op vanaf
1 juni 2015 => Indeling en bepaling hoofdeigenschap niet meer mogelijk
De rubriek 17.2 en bijlage 6 van VLAREM I moeten aangepast worden aan de Seveso III-richtlijn
Impact op andere rubrieken waar er verwijzingen zijn naar gevaarlijke stoffen en mengsels, vlampunt of gevaarseigenschap
De voorwaarden in VLAREM II met verwijzing naar hoofdeigenschap, gevaarseigenschap of vlampunt
Bijlagen van VLAREM II, met verwijzing naar gevaarlijke stoffen
Impact op VLAREM - titel I
Nieuwe definities
CLP-verordening, gevaarlijke producten, gevaarlijke gassen, brandbare vloeistoffen, gevarenklasse, gevarencategorie, gevarenpictogram, opslagplaats (verplaatsing en aanpassing)
Artikelen:
Voor de definities in Art. 7 wordt verwezen naar het DABM
Inhoud VR verwezen naar DABM
Beleid ter preventie van zware ongevallen wordt in VLAREM I nog steeds vastgelegd alsook wat eronder verstaan wordt
Impact op VLAREM - titel I
Bijlage I: indelingslijst
Nieuwe rubriek 17 (enkel opslag en aanwezigheid van gevaarlijke producten)
Schrappen van rubriek 17.3.1
Toevoegen rubriek 6.4 (opslag “brandbare vloeistoffen”) en 6.5 (“brandstofverdeelinstallaties”)
Wijzigen rubriek 16 → “behandelen van gassen”
Wijzigen rubriek 15.5 (standaardgarages) en 19.8 (standaardhoutbewerkingsbedrijven)
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
Toepassingsgebied rubriek 17Gevaarlijke producten bedoeld in CLP-verordening
• Uitzondering alle aerosolen met minstens 1 gevarenpictogram
Alleen gevaarlijke producten gekenmerkt door een gevarenpictogram (uitzondering rubriek 17.2.)
• Etiket• Veiligheidsinformatieblad
Rubriek 17.1 Opslag van gevaarlijke gassen en aerosolen
Rubriek 17.2Bijlage 6 van VLAREM I wordt aangepast naar SEVESO III
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
Rubriek 17.3. meervoudige subrubricering
Drempels worden verhoogd (x2, uitzonderingen)
Vloeibare brandstoffen → uitsluitend GHS02
Vloeibare brandstoffen geen GHS02 → rubriek 6.4. i.p.v. rubriek 17.3.
Rubriek 17.4
Aanpassing zodat kleine verpakkingen tot 30 kg/l inbegrepen zijn – geen aerosolen
Impact op VLAREM - titel I – bijlage 1
Gas Aerosol Vaste stof Vloeistof
Verplaatsbarerecipiënten
16.7
16.7 17.3
Kleine verpakkingen17.4
Industriële activiteiten en opslagplaatsen met risico's van zware ongevallen: - Lage drempel: 17.2.1
- Hoge drempel: 17.2.2
Aanwezigheid
Opslag
17.1.117.1.2.217.1.2.1
17.3.1. productie6.4 brandbare vloeistoffen
6.5 verdeelinstallaties
Vaste houders
16.8
17.1. Opslagplaatsen voor aerosolen waarop minstens één gevarenpictogram is aangebracht, en opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen
17.1.1. Opslagplaatsen voor aerosolen waarop minstens één gevarenpictogram is aangebracht, met uitzondering van deze vermeld in rubriek 48., met een gezamenlijke netto inhoud van:
1° 300 liter tot en met 3000 liter 3
2° meer dan 3000 liter tot en met 30.000 liter 2
3° meer dan 30.000 liter 1
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
17.1.2. Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen met uitzondering van de opslagplaatsen vermeld in rubriek 17.1.1. 17.1.2.1. Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten, met
uitzondering van deze vermeld in rubriek 48., met een gezamenlijk water-inhoudsvermogen van:
Opmerking: …1° 300 liter tot en met 1000 liter 3
2° meer dan 1000 liter tot en met 10.000 liter 2
3° meer dan 10.000 liter 1
17.1.2.2. Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs, uitgezonderd deze van drukvaten deeluitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten (reserve aan koelmiddel in een opslagtank waarvan de afnameleiding af-gesloten is van het koelcircuit, is wel ingedeeld), met een gezamenlijk water-inhoudsvermogen:1° tot en met 3000 liter 32° van meer dan 3000 liter tot en met 10.000 liter 23° van meer dan 10.000 liter 1
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
17.2. Inrichtingen met risico’s voor zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (EU-richtlijn 2012/18/EU van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken):
17.2.1. inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 2, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel als vermeld in noot 4 bij bijlage 6, deel 1 en deel 2
noot: lagedrempelinrichting
1
17.2.2. VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel als vermeld in noot 4 bij bijlage 6, deel 1 en deel 2
noot: hogedrempelinrichting
1
VLAREM titel I – Bijlage 1
17.3. Opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld in rubriek 17.1., 17.4. en rubriek 48.
Opmerking
De omschrijving van de rubrieken wordt telkens voorafgegaan door een titel die de rubriek zo accuraat mogelijk duidt. Deze titel geeft een eerste indicatie van de draagwijdte van de subrubriek maar moet steeds nader gespecificeerd worden aan de hand van het betrokken gevarenpictogram GHS01 tot en met GHS09.
17.3.1. Ontploffingsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen. Opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS01 ( ) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:
1° 10 kg tot en met 100 kg 3
2° meer dan 100 kg tot en met 1 ton 2
3° meer dan 1 ton 1
VLAREM-trein 2015: 1 kgeigen rubriek (excl. giftigestoffen), zelfde drempels
VLAREM titel I – Bijlage 1
17.3.2. Brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen. Opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02 ( )
17.3.2.1. Ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3
17.3.2.1.1. Gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55 °C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:1° a) 5 ton tot en met 20 ton als de inrichting behoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt
3
b) 100 kg tot en met 20 ton voor andere inrichtingen dan vermeld in punt a
3
2° meer dan 20 ton tot en met 500 ton 2
3° meer dan 500 ton 1
17.3.2.1.2. Overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:
1° 100 kg tot en met 10 ton 3
2° meer dan 10 ton tot en met 200 ton 2
3° meer dan 200 ton 1
VLAREM titel I – Bijlage 1
17.3.2. Brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen. Opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02 ( )
17.3.2.2.Ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:1° a) 50 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied
3
b) 50 kg tot en met 1 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
3
2°a) meer dan 2 ton tot en met 50 ton, wanneer de inrichting volledig is gelegen in industriegebied
b) meer dan 1 ton tot en met 50 ton, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
2
2
3° meer dan 50 ton 1
17.3.2. Brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen. Opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02 ( )
17.3.2.3.Overige brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen niet vermeld in rubriek 17.3.2.1. en 17.3.2.2. met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:1° a) 50 kg tot en met 1 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied
b) 50 kg tot en met 500 kg, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
3
3
2° a) meer dan 1 ton tot en met 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied
b) meer dan 500 kg tot en met 50 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
2
2
3° meer dan 50 ton 1
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
17.3.3. Oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen.Opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS03 ( ) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:
1°
a) 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied 3
b) 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
3
2°
a) meer dan 20 ton tot en met 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in in-dustriegebied
2
b) meer dan 2 ton tot en met 50 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
2
3° meer dan 50 ton 1
Seveso-drempel
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
17.3.4. Bijtende vloeistoffen en vaste stoffen.Opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 ( ) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:
1°
a) 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied 3
b) 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
3
2°
a) meer dan 20 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig is gelegen in in-dustriegebied
2
b) meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
2
3° meer dan 100 ton 1
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
17.3.5. Giftige vloeistoffen en vaste stoffen.Opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 ( ) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:
1°
a) 10 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied 3
b) 10 kg tot en met 200 kg, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
3
2°
a) meer dan 2 ton tot en met 5 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industrie-gebied
2
b) meer dan 200 kg tot en met 5 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
2
3° meer dan 5 ton 1Drempels aangepast (gelet op andere grenzen voor toxisch) –
Seveso-drempel als ondergrens klasse 1
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
17.3.6. Schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen. Opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 ( ) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:
1°
a) 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied 3
b) 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
3
2°
a) meer dan 20 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig is gelegen in in-dustriegebied
2
b) meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
2
3° meer dan 100 ton 1
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
17.3.7. Op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen.Opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS08 ( ) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:
1°
a) 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industrie-gebied
3
b) 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
3
2°
a) meer dan 20 ton tot en met 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in in-dustriegebied
2
b) meer dan 2 ton tot en met 50 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied
2
3° meer dan 50 ton 1
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
17.3.8. Voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen.Opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS09 ( ) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:
1° 100 kg tot en met 2 ton 3
2° meer dan 2 ton tot en met 200 ton 2
3° meer dan 200 ton 1
17.4. Opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48., in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l
3
Definitie brandbare vloeistof:
Vloeistoffen op basis van etikettering niet gekenmerkt door een gevarenpictogram volgens de CLP-verordening met een vlampunt hoger dan 60 °C tot en met 250 °C of vloeibare brandstoffen op basis van etikettering niet gekenmerkt door gevarenpictogram GHS02 volgens de CLP-verordening met een vlampunt hoger dan 60 °C tot en met 250 °C
≈ de ‘zuivere’ P3- en P4-producten (nu samen)
6.4. Opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van:1° 200 l tot en met 50.000 l
uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichtestookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goeddat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt
3
2° Meer dan 50.000 l tot en met 5.000.000 l 23° Meer dan 5.000.000 l 1
! Geen meervoudige rubricering met rubriek 17!
Impact op VLAREM - titel I – Bijlage 1
Impact op VLAREM - titel II
Wijzigen, verplaatsen, opheffen, toevoegen definitiesGassen / Gevaarlijke stoffen“Gevaarlijke vloeistoffen van groep 1”: ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1, 2 en 3 volgens de CLP-verordening met een vlampunt lager dan 55 °C ( = P1/P2)“Gevaarlijke vloeistoffen van groep 2”: • a) Ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3,
uitsluitend gekenmerkt door gevarenpictogram GHS02 volgens de CLP-verordening, met een vlampunt gelijk aan of hoger dan 55 °C (loutere P3), en
• b) Vloeibare brandstoffen en petroleumproducten gekenmerkt door gevarenpictogram GHS02 volgens de CLP-verordening met een vlampunt gelijk aan of hoger dan 55 °C (= ± ‘gevaarlijke’ P3)
Impact op VLAREM - titel II
Wijzigen, verplaatsen, opheffen, toevoegen definities“Gevaarlijke vloeistoffen van groep 3”: vloeistoffen gekenmerkt door minstens één gevarenpictogram volgens de CLP-verordening, andere dan gevaarlijke vloeistoffen van groep 1 en groep 2 ( = ± andere dan P)
Aanpassingen doorheen VLAREM IIVertaling naar CLPVoorbeelden:• Ontvlambare stoffen → producten gekenmerkt door
het gevarenpictogram GHS02 volgens de CLP-verordening
• Zeer licht ontvlambare en licht ontvlambare vloeistoffen → ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 of 2 volgens de CLP-verordening
• Gevaarsymbool F, F+, Xn, T of T+ → “gevarenpictogram GHS02, GHS06 of GHS07”
Impact op VLAREM - titel II
Nieuwe afdeling 5.6.1 voor opslag brandbare vloeistoffenBasis Hfdst. 5.17 volgens CLP, mits aanpassing zodat enkel bepalingen voor loutere P3/P4 behoudenKeuringen mogen uitgevoerd door milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen => VLAREL ook aangepast
Nieuwe afdeling 5.6.2 voor brandstofverdeelinstallatiesBasis afdeling 5.17. 4 en 5.17.5 voor wat betreft de verdeling van brandstoffenBepalingen van afdeling 5.17.4 mbt. opslag blijven in hoofdstuk 5.17
Hoofdstuk 5.16: schrappen van bepalingen voor loutere opslag
Impact op VLAREM - titel IIGevaarlijke producten zonder gevarenpictogram: algemene
voorwaarden van toepassing
Gevaarlijke producten met gevarenpictogram: Hoofdstuk 5.17 – opslag van gevaarlijke producten
Structuur
• Afdeling 5.17.1 – Gemeenschappelijke bepalingen– Alle aggregatietoestanden – informatiebord - register
• Afdeling 5.17.2 – Opslagplaatsen voor aerosolen: nieuwe voorwaarden
• Afdeling 5.17.3 – Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen– Subafdeling 5.17.3.1. Algemene bepalingen– Subafdeling 5.17.3.2. Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in
verplaatsbare recipiënten - Basis is afdeling 5.16.5– Subafdeling 5.17.3.3. Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in
vaste reservoirs - Basis is afdeling 5.16.6
Impact op VLAREM - titel II
• Afdeling 5.17.4. – Gevaarlijke vaste stoffen en vloeistoffen– Subafdeling 5.17.4.1. Algemene bepalingen– Subafdeling 5.17.4.2. Opslag van gevaarlijke
vloeistoffen in ondergrondse houders– Subafdeling 5.17.4.3. Opslag van gevaarlijke
vloeistoffen in bovengrondse houders » Inkuiping: Voor de acuut toxische vloeistoffen van
gevarencategorie 3: enkel de grootste houder kunnen opvangen
» Voor de nieuwe gevarenklassen en -categorieën: enkel de grootste houder kunnen opvangen
– Subafdeling 5.17.4.4. Beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) bij de opslag en verlading
Overgangsbepalingen
Algemene overgangsbepalingen – deel 3 van VLAREM IIIndien (bepaalde) lopende voorwaarden minder streng zijn, wordt vanaf 1 juni 2016 aan deze strengere voorschriften en eventuele bijkomende voorschriften voldaan (vnl voor verplaatsbare recipiënten van toepassing), behalve voor:
– Algemene voorwaarden opslag gevaarlijke stoffen (vloeistofdicht, inkuiping)
– Emissiegrenswaarden (pesticiden/chemicaliën)– (scheidings)afstanden, vullen vaste
houders/tankwagen, inkuiping bij opslag brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten
De toegestane, bestaande afwijkingen blijven tot het einde van de vergunningstermijn van toepassing
vanaf 1 juni 2018 van
toepassing
Overgangsbepalingen
Sectorale overgangsbepalingen – Hfdst. 5.6. / 5.17.Opgenomen bij de oorspronkelijke overgangsbepalingenHouders • Die nu ingedeeld worden• Die nu aan strengere voorwaarden moeten voldoen• Ook bij hernieuwing van vergunning
Ondergrondse houders• Afstands- en verbodsregels en de
scheidingsafstanden alsmede de bepalingen van deze afdeling betreffende de constructie- en de installatiewijze van de houders, de bijhorende leidingen, het vulpunt en de vulplaats zijn niet van toepassing
• Algemeen onderzoek en corrosieonderzoek laten doen voor 01/06/2016 (WW-Gebied) of 01/06/2018
Overgangsbepalingen
Sectorale overgangsbepalingen – Hfdst. 5.6. / 5.17.Bovengrondse houders• Afstands- en verbodsregels en de
scheidingsafstanden alsmede de bepalingen van deze afdeling betreffende de constructie- en de installatiewijze van de houders, de bijhorende leidingen, de inkuiping, het vulpunt en de vulplaats zijn niet van toepassing
• Tenzij anders vermeld in de milieuvergunning dient uiterlijk op 1 juni 2020 aan de inkuipingsverplichtingen (capaciteit, …) voldaan te worden
• Algemeen onderzoek en corrosieonderzoek laten doen voor 01/06/2016 (WW-Gebied) of 01/06/2018
• Bestaand tankenpark: waarnemingsbuizen 01/06/2017
Slotbepalingen
Wat reeds vergund of gemeld is (ook onder andere rubriek), blijft vergund of gemeld en men moet niets veranderen aan de milieuvergunning (besluit + aanvraagformulier)Als indelingsplichtig wordt, dan mag met een mededeling kleine verandering gewerkt worden ipv. Art. 38Voor deze inrichtingen stelt de exploitant uiterlijk op 1 december 2015 een document op waarin vermeld wordt onder welke subrubriek (en) van de indelingslijst de inrichting valt
• De exploitant van een SEVESO inrichting zendt dit document per aangetekend schrijven naar de afdeling Milieuvergunningen .
• De exploitant van een andere inrichting houdt dit document ter beschikking van de toezichthouder .
Wat moet ik nu concreet doen?
Na 1 juni 2015:
Aanpassing van de milieuvergunning die geen betrekking heeft op gevaarlijke stoffen of brandbare vloeistoffen:
• Bij een dergelijke aanvraag, is het niet noodzakelijk om de omzetting van uw inrichting naar CLP al te doen. Zie wel de verplichtingen die voor 1 december dienen te gebeuren.
• Indien gewenst kan de omzetting van de milieuvergunning naar CLP meegenomen worden.
• Er dient wel nagegaan te worden of de klasse van de volledige inrichting niet veranderd is door CLP, zodat de vergunningsaanvraag bij de juiste vergunningverlenende overheid wordt ingediend.
Wat moet ik nu concreet doen?
Na 1 juni 2015: Aanpassing van de milieuvergunning die betrekking heeft
op gevaarlijke stoffen of brandbare vloeistoffen
• Het is noodzakelijk dat in de vergunningsaanvraag de volledig omzetting van de opslag naar CLP is opgenomen. Vanuit die toestand kan dan de gewenste verandering aangevraagd worden.
• Er dient nagegaan te worden of de klasse van de volledige inrichting niet veranderd is door CLP, zodat de vergunningsaanvraag bij de juiste vergunningverlenende overheid wordt ingediend.
Wat moet ik nu concreet doen?
Na 1 juni 2015:
Aanpassing van de milieuvergunning die betrekking heeft op gevaarlijke stoffen of brandbare vloeistoffen
• Indien de aanvraag betrekking heeft op de SEVESO-rubrieken: het toegevoegde OVR, veiligheidsnota of veiligheidsstudie dient een stoffenlijst conform SEVESO III te bevatten. De berekening en evaluatie van risico’s dient ook de stoffen die ingedeeld zijn volgens SEVESO III te dekken.
Wat moet ik nu concreet doen?
Voor 1 december 2015:
Opmaken van een document waarin vermeld wordt onder welke subrubriek (en) van de indelingslijst volgens CLP de inrichting valt => Excel-file
• Dit document wordt op de inrichting ter beschikking van de toezichthouder gehouden
• SEVESO-inrichtingen maken dit document over aan de afdeling Milieuvergunningen => SEVESO-tool van de dienst VR
Wat moet ik nu concreet doen?
Voor 1 december 2015:
Een bedrijf dat voor 1 juni 2015 al duidelijk vergund is voor de opslag of aanwezigheid van alle gevaarlijke stoffen binnen de inrichting, dient geen aanpassing van de milieuvergunning door te voeren en blijft de vergunning onverminderd geldig (ook bij klasse verandering).
Duidelijk vergund:
• De opgeslagen producten zijn duidelijk met naam en hoeveelheid vermeld in het vergunningsbesluit (al of niet in een rubriek voor gevaarlijke stoffen).
• De opgeslagen producten zijn duidelijk met naam en hoeveelheid vermeld in de vergunningsaanvraag.
Wat moet ik nu concreet doen?
Voor 1 december 2015:
Mededeling kleine verandering in afwijking van Art. 38 mogelijk indien:
• Het gevaarlijk product of brandbare vloeistof al voor 1 juni 2015 op de inrichting aanwezig was.
• Het product voor 1 juni 2015 niet indelingsplichtig was.
• Het product vanaf 1 juni 2015 door de CLP-verandering vergunningsplichtig wordt.
Wat moet ik nu concreet doen?
Indien de opslag of aanwezigheid van gevaarlijke producten of brandbare vloeistoffen niet duidelijk vergund is, is het aangewezen om de milieuvergunning in overeenstemming met CLP te brengen via een volledige milieuvergunningsaanvraag.
Het is onmogelijk om in een dergelijke situatie aan te tonen welke producten precies vergund zijn voor 1 juni 2015, welke de overeenstemmende nieuwe rubrieken zijn die van toepassing worden door CLP en daarmee samenhangend welke CLP-rubrieken dan ook vergund zijn na 1 juni 2015.
Dit kan gekoppeld worden aan een andere aanvraag
Volledige juridische zekerheid indien voor 1 december 2015
Website: www.lne.be
Hier wordt momenteel nog aan gewerkt.Onderdeel van het luik milieuvergunningen op www.lne.beOpbouw Hoofdpagina CLP-verordening
Overzichtslijst van gevarenpictogrammen, gevarenklassen en categorieën en toepasselijke rubrieken
De belangrijkste wijzigingen aan VLAREM CLP in de praktijk – Wat moet ik nu concreet doen? Excel-tool en overzichtslijst van gevarenpictogrammen
sjabloon omzetting gevaarlijke producten naar CLP.xlsx
FAQ Nuttige links
DEEL2 :
Praktisch stappenplan
Praktijk oplossingen
Aandachtspunten
PRAKTISCH STAPPENPLAN
Opslag gevaarlijke stoffen volgens Vlarem
50
Alle ruimten of plaatsen in gebouwen, ondergronds of in open lucht, waarin gevaarlijke producten in vaste houders/verplaatsbare recipiënten zijn opgeslagen in een hoeveelheid > dagverbruik (24 uur)
Worden niet als opslagplaats beschouwd:a)transportvoertuigen;b)fabricagetoestellen waarin de producten een bewerking moeten ondergaan en de pompen en buffervaten, gekoppeld aan de productie;c)winkelruimten, voor het publiek toegankelijk, voor de verkoop van gevaarlijke producten in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 l of 30 kg;d)geïntegreerde brandstoftanks bij vast opgestelde motoren zoals bij aggregaten, pompen, noodgeneratoren, en dergelijke, met een maximale waterinhoud van 1000 l.
Aangepaste definitie : opslagplaats
Inventariseer per opslaglocatie
Verzamel nieuwe veiligheidsfiches (MSDS)
Voornaamste wijzigingen
GHS pictogrammen in plaats van oude Europese pictogrammen
(Richtlijn 67/548/EEG)
P & H zinnen in plaats van R & S zinnen
In rubriek 17.3 (vaste stoffen en vloeistoffen) van de
indelingslijst wordt enkel nog gewerkt met kg/ton. Bij
inventarisatie wordt dus best met deze eenheid gewerkt.
Leveranciers zijn verplicht om hun klanten gratis van
bijgewerkte MSDS fiches te voorzien.
Verzamel nieuwe veiligheidsfiches (MSDS)
GHS pictogrammen
Vlampunt
Densiteit
P zinnen / H zinnen
Rubriek 7, hoe opslaan?
Bepaal de gevarenpictogrammen per product
Sinds de Vlarem-trein 2013 wordt niet meer met een hoofdeigenschap gewerkt.
Alle pictogrammen komen in aanmerking volgens CLP verordening
uitzondering, bij brandstoffen komt enkel dit symbool in aanmerking:
Hierdoor is dus een meervoudige indeling volgens de Vlarem rubrieken mogelijk
Meervoudige rubricering
Controle klasse inrichting
Vroeger
10l.Ammoniak
Nu
10l.Ammoniak
HE: Corrosief = totaal 10LCorrosief = 10L
Acuut gevaar = 10LGevaar voor milieu = 10L
Meervoudige rubricering per
product = risico voor een hogere klasse
Daarom is er een aanpassing v/d
drempels
Opnieuw aftoetsen met rubriek 17
Controle klasse inrichting
Door de wijzigingen van VLAREM n.a.v. CLP zijn sommige stoffen niet meer ingedeeld (bv. milieugevaarlijke stoffen van
categorie 3 of 4)
Andere “nieuwe” stoffen worden vanaf 1/06/2015 ingedeeld (bijvoorbeeld brandbare vaste stoffen, CMR-stoffen, …).
Scheidingsafstanden bij de opslag
Check incompatibiliteiten per opslaglocatie
Zijn er chemische reacties mogelijk?
zuren en basen
Zuren met NaOCl (javel), vorming van chloor gas
Peroxiden met sterke basen
Brandbare gassen door contact met water?
Scheidingsafstanden bij de opslag
Afstandsregels bij de opslag
62
Afstandsregels bij de opslag
Afstandsregels tot eigendom
(*) Voor gevaarlijke producten gekenmerkt door meerdere gevarenpictogrammen is de te hanteren scheidingsafstand de grootste van de afstanden die uit deze tabel volgen.
Gevaarlijk product
gekenmerkt door
gevarenpictogram (in
meter) (*)
GHS06 GHS09 GHS05 GHS07 GHS01 GHS03 GHS02 GHS08
Limieten eigendom
(vloeistoffen)
5 3 2 1 7,5 7,5 5 5
Limieten eigendom
(vaste stoffen)
3 2 2 1 5 2 5 3
Afstandsregels bij de opslag
Afstandsregels tot brandbare vloeistoffen zonder pictogram
Gevaarlijk product
gekenmerkt door
gevarenpictogram
Brandbare vloeistoffen
(in meter)
GHS 03 5 m
GHS02 0 m
GHS06 2 m
GHS05 0 m
GHS08 2 m
GHS07 0 m
GHS09 0 m
Limieten eigendom 3 m
Afstandregels bij de opslag
Afstandregels bij de opslag
OpmerkingenGeldt niet voor de opslag van gevaarlijke
producten in verplaatsbare recipiënten met hoeveelheid die lager is dan dagverbruik (24h). Een lekbak is wel aangeraden
Niet van toepassing op:producten in laboratoria
producten waarvan totale opslag lager is dan klasse 3 ondergronds
opslagplaatsen voor max 5m³ met producten in kleine verplaatsbare recipiënten (max 30l)
Minimaal opvangvolume per compartiment
WWG = waterwingebied - BZ = Beschermingszone
Vaste houders Verplaatsbare recipienten
Binnen WWG/BZ Totale inhoud van alle houders
Buiten WWG/BZ
• vloeistoffen groep 1• ontploffingsgevaarlijke
stoffen GHS01 • acuut toxische vloeistoffen
(cat 1/2)
het waterinhoudsvermogen van de grootste houder, vermeerderd met 25 % van het totale waterinhoudsvermogen van de andere in de inkuiping geplaatste houdersOFde helft van het totale waterinhoudsvermogen van de erin geplaatste houders
gevaarlijke vloeistoffen van groep 1
inkuiping 25 % van het totale waterinhoudsvermogen van de erin opgeslagen recipiëntenOFtenminste inhoud grootste houder
vloeistoffen groep 1 in bovengrondse lokalen en kelders
het totale waterinhoudsvermogenvan alle erin geplaatste houders
gevaarlijke vloeistoffen van groep 2 en groep 3
inkuiping 10 % van het totale waterinhoudsvermogen van de erin opgeslagen recipiëntenOF tenminste inhoud grootste houder
Overige gevaarlijke vloeistoffen waterinhoudsvermogen van de grootste houder
OPLOSSINGEN IN DE PRAKTIJK
Opslag gevaarlijke stoffen volgens Vlarem
68
Opslag van vloeistoffen in verplaatsbare houders
Extra verplichtingen ontvlambare producten
Opslag van gassen
Opslag van vloeistoffen in grote hoeveelheid
Aandachtspunten
Voorzie ruimte voor opslag van lege verpakkingen
Controleer de milieuvergunning (vergunde opslag)
Plan een overleg met de brandweer
Interactie met logistiek/boekhouding
Informeer werknemers inzake gebruik gevaarlijke producten
Voorzie hulpmiddelen bij calamiteiten (absorbents, nooddouches,…)
Controleer regelmatig de opslagplaatsen
Vragen