Informatiebrochure VLAREM

32
29/07/2014

description

 

Transcript of Informatiebrochure VLAREM

Page 1: Informatiebrochure VLAREM

29/07/2014

Page 2: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 2

Page 3: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 3

INHOUDSOPGAVE

INHOUDSOPGAVE .......................................................................... 3

1. Inleiding ................................................................................. 4

2. Wettelijke basis ...................................................................... 5

3. Melding of vergunning? .......................................................... 5

4. De formulieren en procedures................................................. 9

5. Bronbemaling of grondwaterwinning .................................... 14

6. Praktische tips ...................................................................... 15

7. Bijlagen .................................................................................. 18

Page 4: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 4

Geachte lezer,

Deze brochure heeft tot doel u wegwijs te maken in het ingewikkeld systeem van procedures en

administratieve zaken, die nodig zijn bij het bekomen van een milieuvergunning. Tevens hopen wij

het onderwerp ‘Milieuvergunning’ op een eenvoudige en duidelijke manier voor te stellen door het

geven van enkele voorbeelden uit de praktijk.

1.1. Wat is een milieuvergunning?

Een milieuvergunning is een wettelijk document dat u toelaat een bedrijf of zaak uit te baten (=

exploiteren). Dit kan bv. zijn: een garage, een bakkerij, een schrijnwerkerij, een benzinestation,

een ambachtelijk of industrieel bedrijf.

Al deze bedrijven worden aangeduid met de term hinderlijke inrichtingen.

De milieuvergunning integreert volgende voorheen gescheiden vergunningsstelsels in één

vergunning:

• de ARAB exploitatievergunning (Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming);

• de lozingsvergunning (afvalwater);

• de vergunning voor verwijdering van afvalstoffen;

• de vergunning voor vernietiging, neutralisering of wegwerking van giftig afval;

• de vergunning voor direct of indirect lozen en het deponeren, op of in de bodem van

stoffen die het grondwater kunnen verontreinigen;

• de vergunning voor het inrichten van wedstrijden, (test- en oefenritten met voertuigen)

• de vergunning voor de winning van grondwater

1.2. Waarom hebt u een vergunning nodig?

Elke hinderlijke inrichting moet zich in regel stellen met de Vlaamse milieuwetgeving. Om zeker te

zijn dat deze reglementering ook wordt toegepast, werd een vergunningensysteem ontwikkeld. Dit

systeem houdt in dat de uitbater van een hinderlijke inrichting het bevoegde bestuur (Gemeente of

Provincie) op de hoogte brengt van zijn of haar activiteiten.

Page 5: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 5

De bepalingen van toepassing op de hinderlijke inrichtingen hebben als wettelijke basis het Decreet

van de Vlaamse Regering van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Zonder u verder te

willen overdonderen met juridische begrippen uit deze wetgeving, is het van belang u te wijzen op

2 belangrijke uitvoeringsbesluiten:

Vlarem I (Besluit van de Vlaamse Executieve van 6 februari 1991 houdende vaststelling

van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning).

Dit besluit geeft een overzicht van de te volgen procedures en de bevoegdheidsverdeling

van de adviesverlenende en toezichthoudende overheden. Hierover meer praktische

voorbeelden verder in deze brochure.

Vlarem II (Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en

sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne).

Dit omvangrijk boekdeel omschrijft de voorwaarden waaraan u als uitbater van een

garage, bakkerij ... moet voldoen:

Voorbeeld 1: bedrijven die voeding produceren moeten beschikken over een atelier waarvan

de vloer en de wanden afwasbaar zijn

Voorbeeld 2: een garagist moet een attest kunnen voorleggen dat hij zijn afvalolie heeft

afgeleverd aan een erkend olieverwerkend bedrijf.

De wetteksten zijn steeds te raadplegen via:

http://www.lne.be/themas/vergunningen

3.1. Het begrip “Indelingslijst”

De Indelingslijst is een onderdeel van het Vlarem I. Deze lijst geeft een opsomming van de

bedrijven en de activiteiten (= hinderlijke inrichtingen) die moeten voldoen aan de Vlarem-

milieuwetgeving en is onderverdeeld in 61 rubrieken. Achteraan in deze brochure vindt u in

bijlage 1 een overzicht van deze rubrieken.

Voorbeeld: Rubriek 17: gevaarlijke stoffen:

Elke rubriek is verder onderverdeeld in meerdere subrubrieken:

Subrubriek 17.3.6 zegt ons iets meer over de opslag van stookolie in kleine en grote

hoeveelheden.

Gewijzigde indelingsdrempels sedert 1 maart 2009

Sedert 1 maart 2009 zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd aan de indelingslijst. Zo werden

de drempels van het belangrijke indelingscriterium "totale geïnstalleerde drijfkracht” voor een groot

aantal activiteiten/rubrieken aanzienlijk verhoogd (zie tabel). Hierdoor verschuiven meer dan

1.000 bedrijven van klasse 1 naar klasse 2 en meer dan 7.000 bedrijven van klasse 2 naar klasse

3.

Page 6: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 6

Tabel : aanpassing van het indelingscriterium “drijfkracht”

Klasse

Indeling

Vroegere drempels (sedert

1991) meeste activiteiten

Huidige drempels (maart 2009)

3de klasse 5 kW tot en met 10 kW 5 kW tot en met 200 kW

(in industriegebied)

5 kW tot en met 100 kW (niet

volledig gelegen in industriegebied)

2de klasse tussen 10 kW en 200 kW tussen 200 kW en 1000 kW

(in industriegebied)

tussen 100 kW en 500 kW (niet

voll. gelegen in industriegebied)

1ste klasse meer dan 200 kW meer dan 1000 kW

(in industriegebied)

meer dan 500 kW (niet voll.

gelegen in industriegebied)

Bij een hervergunning of een aanpassing van de lopende vergunning is het dus zeer belangrijk om

in eerste instantie na te gaan of het bedrijf nog steeds in de vergunde klasse valt, dan wel in een

lagere klasse, aangezien dit doorslaggevend kan zijn voor het verdere verloop (formulier en

procedure).

Voorbeeld :

Een kleine brouwerij met een geïnstalleerd vermogen van 50 kW ligt in woongebied, en is in het

bezit van een milieuvergunning klasse 2 uit 1997. Voor de installatie van een bijkomende

productielijn van 30 kW volstaat het dat het bedrijf dit nu gaat melden bij de gemeente (klasse 3),

aangezien het bedrijf in zijn totaliteit volgens de nieuwe drempels in klasse 3 valt.

Een dergelijke nieuwe brouwerij dient bij opstart eveneens enkel een melding in te dienen. Volgens

de oude wetgeving diende het bedrijf nog een vergunning aan te vragen bij de gemeente.

Tips

De Vlaamse overheid heeft een Milieuvergunningenwegwijzer opgesteld die u bijstaat bij de keuze

van rubrieken: http://wegwijzer.milieuinfo.be

Daarnaast kan u ook steeds bij uw accountmanager van het Agentschap Ondernemen

terecht voor gratis advies en begeleiding; het is immers niet evident om uw project / uw bedrijf

te ‘vertalen’ volgens het principe van de ‘hinderlijke inrichtingen’ uit de indelingslijst.

De wetgever gaat er van uit dat de aangevraagde en vergunde rubrieken van ‘hinderlijke

inrichtingen’ ten allen tijde overeenstemt met de realiteit in uw bedrijf. Daarom is het aan te

bevelen een periodieke (bvb. jaarlijkse) actualisatie van deze rubriekenlijst uit te voeren. Kleine

wijzigingen kunnen gemeld worden; grote veranderingen moeten aangevraagd worden.

3.2. Wanneer hebt u een vergunning nodig voor uw bedrijf of uw activiteiten?

U kunt begrijpen dat een groot industrieel bedrijf dat gevaarlijke stoffen produceert, strengere

milieuvoorwaarden zal moeten respecteren dan een drogist die slechts enkele liters gevaarlijke

stoffen in zijn winkelruimte te koop aanbiedt. De wetgever heeft daarom een onderscheid gemaakt

tussen de zwaar milieubelastende bedrijven en de bedrijven die slechts in geringe mate het milieu

belasten. In de terminologie van de wetgeving spreken we over een klassenindeling.

3.2.1. Het begrip “klassenindeling”

Alle activiteiten uit de Vlarem-indelingslijst worden ingedeeld in klassen. Hierna een woordje uitleg

en enkele voorbeelden:

Klasse 1: hieronder vallen alle grote industriële bedrijven of zwaar milieubelastende

activiteiten.

Voorbeeld 1: de opslag en het chemisch behandelen van gevaarlijk slib;

Voorbeeld 2: stortplaatsen voor bouw- en sloopafval;

Voorbeeld 3: benzinestations.

Page 7: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 7

Klasse 2: hieronder vallen die bedrijven of activiteiten die niet onder klasse 1 of klasse 3

ingedeeld zijn. In de praktijk betreft het vaak kleine en middelgrote ambachtelijke

bedrijven.

Voorbeeld 1: schrijnwerkerij met een totaal elektrisch vermogen meer dan 100 tot en met

500 kWatt, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander

dan industriegebied;

Voorbeeld 2: bakkerij met een vermogen meer dan 200 tot en met 1000 kWatt die volledig

gelegen is in een industriegebied;

Voorbeeld 3: opslag van meer dan 5000 m³ dierlijke mest in een agrarisch gebied.

Klasse 3: hiertoe behoren de minder milieubelastende activiteiten

Voorbeeld 1: de opslag van 5.000 l tot en met 20.000 l stookolie, nodig voor de

verwarming van de woning;

Voorbeeld 2: bakkerij met een vermogen van 5 tot en met 200 kWatt die volledig of

gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied;

Voorbeeld 3: hondenkennel met 5 tot 10 volwassen dieren.

U merkt dat het vermogen van de machines of de opgeslagen hoeveelheden van een product vaak

bepalend zijn voor de klassenindeling van een bedrijf of zijn activiteiten. U mag evenwel geen

appelen bij peren optellen, m.a.w. de elektrische vermogens van de verschillende rubrieken mogen

niet bij elkaar opgeteld worden:

Voorbeeld 1: U baat een bakkerij uit: het totaal vermogen van de koelinstallaties (rubriek 16.3.)

mag niet opgeteld worden bij het totaal vermogen van bv. broodbewerkingsmachines (rubriek

45.8).

Voorbeeld 2: Evenmin mag de opslagcapaciteit van de stookolietank (rubriek 17.3.6.) opgeteld

worden bij de opslagcapaciteit van de gebruikte frituurolie (rubriek 17.3.7.).

De klassenindeling zal ook bepalend zijn voor de manier waarop u een aanvraag tot

vergunning of melding moet indienen, alsook voor de instantie die bevoegd is om uw

aanvraag of melding te behandelen (Gemeentebestuur of Provincie). Hierover later

meer.

CONCLUSIES

De term hinderlijke inrichting verwijst naar alle activiteiten of bedrijfstakken die opgenomen

zijn in de indelingslijst. Indien u als bedrijfsleider geen enkele activiteit uitoefent, opgenomen in

deze lijst, wordt uw bedrijf niet beschouwd als hinderlijke inrichting!

Indien uw inrichting meerdere activiteiten uitoefent, zoals opgenomen in de indelingslijst, dan is

de meest milieubelastende activiteit bepalend voor uw klassenindeling.

Wij zetten een aantal voorbeelden op een rij.

Vb. 1: U baat een garagebedrijf uit, voorzien van twee bruggen en een schouwput (3de klasse).

Er worden minder dan 10 voertuigen per dag gewassen (3de klasse). Er worden

gasflessen met een gezamenlijke inhoud van 400 liter opgeslagen (3de klasse).

Gevolg: de inrichting behoort tot de 3de klasse, namelijk een standaardgarage. U moet

een melding indienen bij het Gemeentebestuur.

Vb. 2: Uw traiteurbedrijf beschikt over een ambachtelijke keuken voor het bereiden van

groenten. De installatie heeft een totaal motorvermogen van 7 kWatt (3de klasse) en er

zijn koelinstallaties aanwezig met een gezamenlijk vermogen van 200 kWatt (2de klasse)

. Na het reinigen van de keuken wordt het afvalwater geloosd in de openbare riolering

(3de klasse). Voor het verwarmen van uw werkplaats maakt u gebruik van een

stookinstallatie op stookolie van 50 kWatt warmtevermogen (niet ingedeeld). In de kelder

staat een stookolietank van 3.000 liter (3de klasse). De afzuigkap heeft een

motorvermogen van 2 kWatt (niet ingedeeld).

Page 8: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 8

Gevolg: de inrichting behoort tot de 2de klasse. U moet een milieuvergunningsaanvraag

indienen bij het Gemeentebestuur.

Vb. 3: Uw veeteeltbedrijf bevindt zich in een agrarisch gebied en omvat 800 gespeende

varkens, 250 runderen (1ste klasse), 1500 m³ mestopslag (3de klasse) en een tank van

4000 liter diesel (3de klasse).

Gevolg: de inrichting behoort tot de 1ste klasse. U moet een milieuvergunningsaanvraag

indienen bij het Provinciebestuur.

3.2.2. Koppeling van de termen “melding” en “vergunning” aan de

klassenindeling

Inrichtingen met een klasse 2- of klasse 1- activiteit moeten een vergunning aanvragen.

Inrichtingen behorend tot klasse 3 moeten een melding maken van hun activiteiten.

3.3. Indienen van een melding of aanvragen van een

vergunning

Nu hebt u een idee over de indelingslijst en kunt u zelf nagaan welke klasse van toepassing is op

uw hinderlijke inrichting. De volgende stap bestaat erin een melding te doen of een aanvraag tot

vergunning in te dienen. Hiervoor moet u gebruik maken van het meldingsformulier of het

milieuvergunningaanvraagformulier. De aanvragen zijn sinds maart 2009 onderverdeeld in

volgende formulieren:

Aanvraag milieuvergunning

Mededeling van een kleine verandering of melding klasse III

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting die reeds vergund is klasse I

en II

Melding van de exploitatie of verandering uitsluitend klasse III

Melding van een overname van een vergunde inrichting

Alle formulieren zijn gratis te bekomen bij:

Dienst Milieu & Natuur

Stadhuis Knokke, 1e verdieping

contactpersoon: Dennis Monbaliu of Sylvia De Groote

Hierna volgt een overzicht van de elementaire zaken die vermeld moeten staan op zo’n formulier.

Page 9: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 9

4.1. Het meldingsformulier

Het meldingsformulier wordt gebruikt voor de melding van een hinderlijke inrichting

van 3e klasse. De volgende basisgegevens moeten ingevuld worden:

identificatiegegevens van de uitbater (=exploitant);

kopie waaruit blijkt dat de exploitant eigenaar is van de percelen waarop de exploitatie

plaatsvindt of indien dit niet het geval is, de identificatiegegevens van de eigenaar van

de percelen;

administratieve gegevens: kadastrale ligging, aantal werknemers, al of niet privé-

inrichting;

grondwaterwinning: voeg de gegevens van elke grondwaterwinning apart bij;

technische gegevens: opsomming van de rubrieken uit de indelingslijst (alsook de

gewenste vermogens, hoeveelheden, enz.), van toepassing op de inrichting;

het voorwerp van de melding (nieuw, veranderen bestaande inrichting, overname

vergunde inrichting);

een kopie van vroegere meldingen of vergunningen;

indien vereist, een kopie van de bouwvergunning;

plan op schaal 1/500 van de inrichting;

één of meerdere uitvoeringsplannen schaal van tenminste 1/200.

4.1.1. Wie moet uw meldingsformulier in ontvangst nemen?

Het meldingsdossier kunt u in één exemplaar aangetekend versturen naar het college van

burgemeester en schepenen. In dat geval geldt het briefje van aangetekend verzenden als bewijs

van de melding. U kunt het dossier eveneens afgeven bij de Dienst Milieu & Natuur. De dienst

levert dan een ontvangstbewijs af dat u moet bijhouden als officieel bewijs van de melding.

4.1.2. Kan de melding worden geweigerd?

Na in ontvangstname neemt het college van burgemeester en schepenen van Knokke-Heist akte

van uw activiteiten 3e klasse. Een besluit van deze aktename wordt u toegestuurd. In theorie kan

uw aanvraag niet geweigerd worden omdat er geen vergunning afgeleverd wordt. Uw bedrijf moet

wel verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bepalingen: bv. een schrijnwerkerij in een

agrarisch gebied kan niet toegestaan worden.

4.1.3. Moet u betalen voor een melding?

De gemeentelijke belasting bedraagt € 75,00. Na ontvankelijkheidsverklaring van het dossier,

ontvangt u een overschrijvingsformulier van het gemeentebestuur.

4.2. Het milieuvergunningaanvraagformulier 2e klasse

Het milieuvergunningaanvraagformulier 2e klasse wordt gebruikt om een

milieuvergunningsaanvraag in te dienen bij het Gemeentebestuur. Het aanvraagformulier is van

toepassing bij volgende procedures:

• De exploitatie van een nieuwe inrichting klasse 2

• Het hernieuwen van een vergunning voor een bestaande inrichting klasse 2

Page 10: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 10

• De exploitatie van een inrichting die (na haar ingebruikname) door wijziging of aanvulling

van de indelingslijst vergunningsplichtig wordt (klasse 1 of 2 wordt)

• Het veranderen van een inrichting door een ‘andere dan een kleine verandering’ (zie

verder), met precisering dat het betreft een wijziging/ uitbreiding/ toevoeging.

• De exploitatie van een tijdelijke inrichting.

De volgende gegevens moeten ingevuld worden:

identificatiegegevens van de uitbater;

kopie waaruit blijkt dat de exploitant eigenaar is van de percelen waarop de exploitatie

plaatsvindt of indien dit niet het geval is, de identificatiegegevens van de eigenaar van

de percelen;

administratieve gegevens: kadastrale ligging, aantal werknemers, al of niet privé-

inrichting; milieutechnisch relevante hoofdactiviteiten (omzet, openingsuren,

productiecapaciteiten,…); korte beschrijving van de bedrijfs- of productieprocessen

voor de gehele inrichting;

technische gegevens: opsomming van de rubrieken uit de indelingslijst; opgeslagen en

geproduceerde stoffen, geloosde afvalwaters;

voorwerp van de aanvraag (nieuw, vergunningsplichtig wegens verandering van de

indelingslijst, hernieuwing bestaande inrichting, verandering);

opsomming van de preventieve maatregelen ter voorkoming van milieuhinder;

indien nodig een kopie van de bouwvergunning;

kopieën van vorige vergunningen;

situeringsplan op schaal van ten minste 1/1000 en één of meerdere

uitvoeringsplannen schaal van tenminste 1/200;

kadastraal plan.

4.2.1. Werkwijze bij het indienen van een vergunningsaanvraag.

Uw dossier tot aanvraag van een vergunning 2e klasse moet in zevenvoud (exemplaren bestemd

voor de adviesorganen) worden ingediend. Dit kan door middel van een aangetekend schrijven

naar het Gemeentebestuur, of door afgifte van het dossier bij de Dienst Milieu & Natuur. In dit

laatste geval ontvangt u ter plaatse een ontvangstbewijs.

4.2.2. Het openbaar onderzoek.

Uw omgeving moet op de een of andere wijze op de hoogte worden gebracht van uw voornemen

om een vergunning aan te vragen. De procedure voorziet daarom het gebruik van een gele

bekendmakingsaffiche, waarop o.a. het adres, aard van de geplande activiteiten en opsomming

van de rubrieken uit de indelingslijst vermeld staan.

Het uithangen van de gele affiche is verplicht. Als uitbater van een hinderlijke inrichting staat u

zelf in voor het uithangen van de affiche ter hoogte van uw bedrijfszetel; het Gemeentebestuur

zorgt voor de affichering in de openbare gebouwen (bv. in de stadhuizen).

Door het uithangen van deze affiche maakt u uw activiteiten kenbaar ten overstaan van de

buitenwereld en nodigt u iedereen uit om kennis te nemen van uw dossier. Iedere burger heeft het

recht uw dossier in te kijken.

Dit kan bij de Dienst Milieu & Natuur, Stadhuis Knokke, Alfred Verweeplein 1.

De affiche wordt gedurende 1 maand (=periode van openbaar onderzoek) uitgehangen. Wie

bezwaren heeft tegen uw geplande activiteiten, moet die tijdens het openbaar onderzoek

schriftelijk en aangetekend richten aan de burgemeester.

Page 11: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 11

4.2.3. Wie behandelt uw dossier?

Alle administratieve handelingen worden verzorgd door de Dienst Milieu & Natuur. Het technisch

gedeelte wordt in handen gegeven van de milieuambtenaar.

Voor alle administratieve aangelegenheden, vragen over de procedure of over de adviesverlening

kunt u terecht bij Sylvia De Groote, tel. 050 630 213.

Informatie over de Vlarem II-voorwaarden en andere technische aangelegenheden kunt u krijgen

bij Marleen Vandewalle, tel. 050 630 197.

4.2.4. Wie beslist er over uw milieuvergunningsaanvraag?

Het college van burgemeester en schepenen van Knokke-Heist beslist over uw aanvraag klasse 2

en levert de vergunning af.

4.2.5. Hoelang moet u wachten op de uitspraak?

Binnen drie maanden ontvangt u een besluit met goedkeuring of weigering van uw aanvraag

klasse 2. Deze termijn is nodig opdat zowel de milieuambtenaar als andere adviesverlenende

instanties (Brandweer, Gezondheidsdienst, OVAM,...) uw dossier kunnen inzien en hun advies

verlenen. Tevens moet het college van burgemeester en schepenen de kans krijgen al deze

adviezen in te kijken alvorens over te gaan tot een beslissing.

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen wordt u, samen met een nieuwe

bekendmakingsaffiche, aangetekend toegestuurd. De affiche moet opnieuw gedurende één maand

worden uitgehangen, zodat de belanghebbenden kennis kunnen nemen van wat er werd beslist

door het college. Binnen de maand van bekendmaking kan door gelijk welke persoon of organisatie

beroep worden aangetekend tegen het besluit bij de Bestendige Deputatie.

Volgende zaken zijn terug te vinden in het besluit:

weigering of goedkeuring + motivering;

geldigheidsduur van de vergunning;

voorwerp van de vergunning: opsomming van alle rubrieken uit de Vlarem-indelingslijst;

voorwaarden waaraan uw inrichting moet voldoen, deze bepalingen zijn cumulatief aan de

voorwaarden opgenomen in het boek “Vlarem II”;

bij wie beroep kan worden aangetekend.

Het is belangrijk dat u het besluit aandachtig doorneemt: u verneemt er alle basisinformatie die

van toepassing is op uw inrichting en de vervaldatum van uw vergunning. Hou er rekening mee dat

u tijdig een nieuwe aanvraag indient bij het Gemeentebestuur!

4.2.6. Hoe lang is uw vergunning geldig?

De geldigheidsduur van een milieuvergunning staat vermeld op het vergunningsbesluit en wordt

bepaald door het college van burgemeester en schepenen. De geldigheidsduur bedraagt maximum

20 jaar. Sommige activiteiten kunnen een tijdelijke vergunning bekomen. Voor meer gegevens

hierover verwijzen wij graag naar de Dienst Milieu & Natuur.

4.2.7. Wie controleert uw inrichting?

De milieuambtenaar staat in voor de controle van uw inrichting en gaat na of alle

vergunningsvoorwaarden worden gerespecteerd. Zij heeft het recht uw inrichting 24 uur op 24 te

betreden in haar functie van milieuambtenaar.

Officieren van de Gerechtelijke Politie (lokale en federale politie) zijn eveneens gemachtigd om

controles uit te oefenen op uw inrichting alsook de handhavingsambtenaar van de gemeente.

Page 12: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 12

4.2.8. Uw vergunning werd geweigerd. Wat nu?

Er zijn 3 mogelijkheden.

U aanvaardt de beslissing en stopt de exploitatie;

U gaat niet akkoord en gaat in beroep tegen de genomen beslissing.

In dit geval moet u binnen één maand na datum van ontvangst van het collegebesluit uw

bezwaren schriftelijk overmaken aan de Bestendige Deputatie van de Provincieraad.

(Provinciehuis Boeverbos West-Vlaanderen – Bestendige Deputatie - Koning Leopold III-

laan 41 - 8200 Sint-Andries Brugge).

Uw bezwaarschrift moet gefundeerd en gemotiveerd zijn en eventueel voorzien van

bijkomend bewijsmateriaal.

Er is een mogelijkheid om uw bezwaren mondeling te uiten tijdens de behandeling van uw

dossier. Het volstaat in uw brief (=bezwaarschrift) te vermelden dat u gehoord wenst te

worden door de Provinciale Milieuvergunningcommissie. Dan volgt een schriftelijke en

persoonlijke uitnodiging van de Provincie.

U dient een nieuwe vergunningsaanvraag in.

De nieuwe aanvraag mag evenwel niet identiek zijn aan de voorgaande.

Hou er rekening mee dat in afwachting van een nieuwe uitspraak, u als uitbater niet verder mag

exploiteren. Het persoonlijk instellen van een beroep schorst de reeds genomen beslissing niet.

Daarentegen zal een beroep, ingesteld door de Gouverneur, het college van burgemeester en

schepenen of de adviesverlenende overheidsorganen, de eerder genomen beslissing wel schorsen.

4.2.9. Hoeveel moet u betalen voor de aanvraag van een vergunning 2e klasse?

Een dossierbelasting ten bedrage van 61,97 EUR moet worden overgemaakt aan het Bestuur

Milieuvergunningen van AMINAL te Brussel op rekeningnummer 091-2206066-24. U voegt het

betalingsbewijs bij uw milieuvergunningsaanvraag.

De gemeentelijke belasting bedraagt € 250,00. Na ontvankelijkheidverklaring van het dossier,

ontvangt u een overschrijvingsformulier van het Gemeentebestuur.

4.2.10. Koppeling milieuvergunning en bouwvergunning.

Indien een milieu- en bouwvergunning vereist zijn voor uw inrichting, dan kunt u pas starten met

uw activiteiten (= in exploitatie gaan) indien beide vergunningen werden afgeleverd door het

bevoegde bestuur. Bij het ontbreken van één van beide vergunningen mag u de exploitatie niet

aanvangen.

4.3. Het milieuvergunningaanvraagformulier 1e klasse

Dit formulier is te bekomen bij de gemeentelijke Dienst Milieu & Natuur en bij de Provinciale

Milieudienst.

Het aanvraagformulier is van toepassing bij volgende procedures:

• De exploitatie van een nieuwe inrichting klasse 1

• Het hernieuwen van een vergunning voor een bestaande inrichting klasse 1

• De exploitatie van een inrichting die (na haar ingebruikname) door wijziging of aanvulling

van de indelingslijst vergunningsplichtig wordt (klasse 1 of 2 wordt)

• Het veranderen van een inrichting door een ‘andere dan een kleine verandering’ , met

precisering dat het betreft een wijziging/ uitbreiding/ toevoeging.

• De exploitatie van een tijdelijke inrichting.

De volgende gegevens moeten ingevuld worden:

Page 13: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 13

identificatiegegevens van de uitbater;

kopie waaruit blijkt dat de exploitant eigenaar is van de percelen waarop de exploitatie

plaatsvindt of indien dit niet het geval is, de identificatiegegevens van de eigenaar van

de percelen;

administratieve gegevens: kadastrale ligging, aantal werknemers, al of niet privé-

inrichting; milieutechnisch relevante hoofdactiviteiten (omzet, openingsuren,

productiecapaciteiten,…); korte beschrijving van de bedrijfs- of productieprocessen

voor de gehele inrichting;

technische gegevens: opsomming van de rubrieken uit de indelingslijst, geproduceerde

stoffen, geloosde afvalwaters;

voorwerp van de aanvraag: nieuwe vergunning, hernieuwing of verandering van een

bestaande vergunning, wijziging van de indelingslijst;

opsomming van de preventieve maatregelen die voorzien worden ter voorkoming van

milieuhinder;

vereiste bouwvergunning;

situeringsplan op schaal van ten minste 1/1000 en één of meerdere

uitvoeringsplannen schaal van tenminste 1/200;

kadastraal plan met een lijst van eigenaars die binnen een straal van 100 m liggen van

de hinderlijke inrichting.

4.3.1. Werkwijze bij het indienen van een vergunningsaanvraag 1e klasse

Uw dossier tot aanvraag van een vergunning 1e klasse moet in tienvoud (exemplaren bestemd

voor de adviesorganen) worden ingediend. Dit kan door middel van een aangetekend schrijven

naar de Bestendige Deputatie, of door afgifte van het dossier bij de Provinciale dienst

Milieuvergunningen. In dit laatste geval ontvangt u ter plaatse een ontvangstbewijs.

4.3.2. Het openbaar onderzoek

Net zoals bij een vergunningsaanvraag 2e klasse moet er tijdens het openbaar onderzoek van een

maand een gele bekendmakingsaffiche worden uitgehangen.

Het Gemeentebestuur zorgt voor het aanschrijven van alle kadastrale eigenaars die zich binnen een

straal van 100 meter rond uw hinderlijke inrichting bevinden. Deze bepaling is opgenomen in de

Vlarem-wetgeving met de bedoeling de omwonenden in kennis te stellen van uw bedrijfsplannen.

Bezwaren worden aan de Burgemeester gericht.

4.3.3. Wie behandelt uw dossier?

De Bestendige Deputatie behandelt uw dossier en zorgt ervoor dat de volledige procedure correct

wordt gevolgd. Na de ontvankelijkheidverklaring zal één exemplaar van het dossier voor advies

worden doorgestuurd naar het Gemeentebestuur. Binnen één maand bezorgt het college van

burgemeester en schepenen het gemeentelijk advies aan de Provincie. Diverse andere overheids-

instellingen verlenen eveneens hun advies. Tijdens de procedure wordt u als vergunningsaanvrager

opgeroepen door de Provinciale Milieuvergunningcommissie, om uw dossier te verdedigen. De

Provinciale Milieudienst verzamelt alle adviezen vooraleer het dossier ter goedkeuring aan de

Bestendige Deputatie wordt voorgelegd.

Page 14: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 14

4.3.4. Hoe lang moet u wachten op een beslissing betreffende uw aanvraag?

Binnen een termijn van vier maanden na ontvankelijkheidverklaring van uw dossier, wordt u de

beslissing van de Bestendige Deputatie aangetekend doorgestuurd.

In het besluit van een milieuvergunningsaanvraag 1e klasse zijn analoge gegevens terug te vinden

(zie de gegevens van een klasse 2-aanvraag).

4.3.5. Wie controleert uw inrichting?

De algemene controle is in handen van de Milieu-inspectie. In het kader van uw

vergunningsaanvraag kunt u tijdens het openbaar onderzoek ook bezoek krijgen van de Provinciale

Milieudienst , de milieuambtenaar of de milieuhandhavingsambtenaar.

4.3.6. Hoelang is uw vergunning geldig?

De geldigheidsduur van een milieuvergunning staat vermeld op het vergunningsbesluit en wordt

bepaald door de Bestendige Deputatie van de Provincieraad. De geldigheidsduur bedraagt

maximum 20 jaar.

4.3.7. Hoeveel moet u betalen voor het indienen van een vergunning 1e

klasse?

De gemeentelijke taks bedraagt € 625,00 en de dossiertaks € 123,95.

Voor een klasse 1 vergunningsaanvraag worden er geen taksen geïnd door het Provinciebestuur.

4.3.8. Uw vergunning werd geweigerd. Wat kan u doen?

Er stellen zich opnieuw 3 mogelijkheden.

1. U aanvaardt de beslissing en stopt de exploitatie;

2. U gaat niet akkoord en gaat in beroep bij de Minister van Leefmilieu

zie adres op pag. 12

Bezwaren moeten binnen een termijn van een maand worden overgemaakt. Indien u dat

wenst, kunt u gehoord worden binnen de Gewestelijke Milieuvergunningcommissie.

3. U dient een nieuwe vergunningsaanvraag in, verschillend van de voorgaande.

Bij bronbemaling voor bouwwerken, of permanente grondwaterwinning, boren van putten,

drainages...: dient ook een milieuvergunning aangevraagd te worden

Page 15: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 15

Alle briefwisseling op volgend adres:

Gemeentebestuur Knokke-Heist

Dienst Milieu & Natuur Alfred Verweeplein 1

8300 Knokke-Heist

050 630 188

F 050 630 159

e-mail: [email protected]

Locatie:

De Dienst Milieu & Natuur is gevestigd op de eerste verdieping van het Stadhuis te Knokke.

Gelieve een afspraak te maken voor uw bezoek.

Bereikbaarheid:

‘s Morgens tussen 8.30 en 12.00 uur in het Stadhuis Knokke, Alfred Verweeplein 1, 8300 Knokke-

Heist (1e verdieping) of na afspraak.

Uw contactpersoon voor alle administratieve zaken: Sylvia De Groote.

050 630 213

F 050 630 159

e-mail: [email protected]

Bij deze persoon kunt u terecht voor

alle administratieve aangelegenheden;

vragen omtrent de klassenindeling;

de te volgen procedure of inlichtingen betreffende het melding- of

vergunningsaanvraagformulier;

alle formulieren en richtlijnen.

Vroegere afgeleverde vergunningen en/of meldingen

Uw contactpersoon voor alle technische zaken: Marleen Vandewalle.

050 630 197

F 050 630 159

e-mail: [email protected]

Volgende zaken worden door deze persoon behandeld:

informatie over de technische voorwaarden;

de controle op hinderlijke inrichtingen;

klachten aangaande een hinderlijke inrichting;

adviesverlening.

De dienst Stedenbouw van de gemeente Knokke-Heist kunt u raadplegen tussen 8.30 en 12.00

uur, eveneens op de 1e verdieping van het Stadhuis te Knokke.

OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij)

Stationsstraat 110, 2800 Mechelen.

015 284 284

F 015 203 275

e-mail: [email protected]

website: www.ovam.be

Deze overheidsinstelling is betrokken bij alle dossiers omtrent het afvalgebeuren in Vlaanderen en

verleent tevens advies bij milieuvergunningsaanvragen van 1e of 2e klasse die vallen binnen de

rubriek afval.

Page 16: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 16

Provincie West-Vlaanderen

Milieuvergunningen

Provinciehuis Boeverbos

Koning Leopold III-laan 41

8200 Sint-Andries

050 40 32 68

F 050 40 34 03

e-mail: [email protected]

Provincie West-Vlaanderen

de Deputatie.

Provinciehuis Boeverbos

Koning Leopold III-laan 41

8200 Sint-Andries Brugge

AMINAL (Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer)

Milieu-Inspectie

Koning Astridlaan 29 bus 4

8200 Brugge

050 40 42 11

F 050 39 15 12

e-mail : [email protected]

AMINAL

Milieuvergunningen

Graaf de Ferraris-gebouw

AlbertII-laan 20 bus 8

1000 Brussel

02 553 79 97

F 02 553 79 95

Website: www.mina.be

rekeningnummer: 091-2206066-24

Op dit rekeningnummer stort u de dossierbelasting voor de hogere overheid, verschuldigd bij het

indienen van een milieuvergunningsaanvraag 1e of 2e klasse. U vermeldt “ Vlarem dossiertaks” +

naam van het bedrijf + naam gemeente

Aanvraag van milieuvergunningen voor het openen van gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke

inrichtingen, waarvan de lijst en de indeling het voorwerp uitmaken van bijlage 1 bij het besluit van

de Vlaamse Executieve houdende de vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de

milieuvergunning (VLAREM):

Door het VLAREM gerangschikt in eerste klasse: € 123,95

Door het VLAREM gerangschikt in tweede klasse: € 61,97

Page 17: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 17

Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur

Graaf De Ferrarisgebouw - Koning Albert II-laan 20 bus 1, 1000 Brussel

02 552 66 00

F 02 552 66 01

e-mail: [email protected]

website: http://www.ministerhildecrevits.be

Hilde Crevits, Vlaams minister

Vlaamse overheid adressengids

Vlaamse overheid

Adressengids

www.1700.be

[email protected]

1700 - Boudewijnlaan 30 - 1000 Brussel

www.teletolk.be

www.vlaanderen.be

www.vlaanderen.be/bbb

www.vlaanderen.be/adressen

De wetteksten, de indelingslijst hinderlijke inrichtingen en de meldings- en vergunningsformulieren

zijn steeds te raadplegen via:

http://www.lne.be/themas/vergunningen

Een gedetailleerdere brochure, waarbij alle stappen in detail worden uitgelegd, kunt u vinden op

volgende link:

http://ae.vlaanderen.be/html_agentschap_ondernemen/html_nb_mei09/nb_mei09_hand

leiding_milieu.html

Page 18: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 18

Bijlage 1

7. Bijlagen

Indelingslijst van het Vlarem

Samenvatting van de rubrieken

NUMMER INRICHTING

1. AARDOLIE OF AARDOLIEPRODUCTEN

1.1 Raffinage, distillatie, kraken, vergassen

1.2 Opslagplaats voor aardpek, teer, asfalt, pek > 5000 kg

1.3 Commerciële winning van aardolie

1.4 Opslag van aardolie, petrochemische of chemische producten

2. AFVALSTOFFEN inrichtingen voor de verwerking van afvalstoffen

overeenkomstig het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming

en het beheer van afvalstoffen en zijn uitvoeringsbesluiten

2.1 Opslag en overslag van afvalstoffen

2.2 Opslag en nuttige toepassing van afvalstoffen

2.3 Opslag en verwijdering van afvalstoffen

3 AFVALWATER EN KOELWATER

3.1 Lozen van bedrijfsafvalwater niet in rubriek 3.4 of 3.6 begrepen

3.2 Het, zonder indeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen

van huishoudelijk afvalwater, ander dan afkomstig van

woongelegenheden, met een biologisch afbreekbare organische

belasting van meer dan 20 inwonersequivalenten

3.3 Het lozen van niet in rubriek 3.6 begrepen huishoudelijk

afvalwater

3.4 Lozen van bedrijfsafvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat

3.5 Lozen van koelwater

3.6 Afvalwaterzuiveringsinstallaties

4. BEDEKKINGSMIDDELEN (verven, vernissen, inkten, emails,

metaalpoeders en analoge producten, afbijt– en beitsmiddelen,

oppervlaktebehandeling)

4.1 Productie

4.2 Aanbrengen door dompeling

4.3 Mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen

4.4 Thermisch behandelen in ovens groter dan 0.25m³

4.5 Opslagplaatsen van meer dan 10 ton

4.6 Installaties voor oppervlaktebehandeling

5. BIOCIDEN (bestrijdingsmiddelen: pesticiden, herbiciden, insecticiden,

enz.)

BIOTECHNOLOGIE: zie rubriek 51

5.1 Bereiden of formuleren van biociden

5.2 Verpakken

5.3 Opslagplaatsenvoor biociden, met uitzondering van deze bedoeld

onder rubrieken 17 en 48

5.4 Producitie van pesticiden

5.5 Productie van basisproducten

Page 19: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 19

6. BRANDSTOFFEN (VASTE)

6.1 Mechanisch behandelen en verwerken

6.2 Opslagplaatsen

6.3 Bovengrondse opslag van fossiele brandstoffen met een

oppervlakte van 25 ha of meer

7. CHEMICALIËN (zie ook rubrieken 17 en 20.4)

7.1 Niet elders ingedeelde inrichtingen

7.2 Geïntegreerde chemische installaties

7.3 Kraken of vergassen van nafta, gasolie, LPG, niet elders ingedeeld

7.4 Inrichtingen voor het bereiden van producten

7.5 Productie van chloor

7.6 Productie van organische en anorganische peroxiden

7.7 Productie van chloorwaterstoffen en derivaten, alsmede polymeren

ervan

7.8 Productie van natriumpentachloorfenolaat door elektrolyse van

hexachloorbenzeen

7.9 Productie van soda als eindproduct of CaCI2 en NaCI als

bijproduct

7.10 Productie van methylcellulose

7.11 Chemische installaties voor de fabricage van basisproducten

7.12 Chemische industrie

8. DIAMANT (BEWERKING VAN)

9. DIEREN

9.1 Bijen OPGEHEVEN

9.2 Diergaarden e.d.

9.3 Gevogelte

9.4 Inheemse zoogdieren, andere dan bedoeld onder 9.6, 9.7, 9.8 en

9.9

9.5 Gemengde inrichting

9.6 Kleine herkauwers

9.7 Inheemse kleine zoogdieren

9.8 Pelsdieren

9.9 Honden

9.10 Intensieve aquacultuur

10. DRANKEN

10.1 Mouterijen, bierbrouwerijen evenals inrichtingen voor het bereiden

van spuitwaters, frisdranken, alcoholische dranken of likeuren,

cider, vruchtenwijn, schuimwijn, enz. alsmede

drankconditioneringsbedrijven en bottelarijen

10.2 Spiritus- en gistfabrieken

10.3 Volgende bierbrouwerijen en mouterijen:

Er kan een overlapping zijn met de subrubrieken 10.1 en 10.2.

Bierbrouwerijen met een productiecapaciteit van 75 miljoen liter

per jaar of meer. Mouterijen met een productiecapaciteit van

60.000 ton per jaar of meer.

Page 20: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 20

11. DRUKKERIJEN EN GRAFISCHE INDUSTRIE (drukken op papier, weefsel,

metaal, kunststoffen, enz, fotografische bewerkingen, boekbinden):

11.1 Inrichtingen voor het drukken in de ruimste zin, inzonderheid

hoogdruk, vlakdruk, diepdruk, flexodruk, zeefdruk, uitvlokken,

fotokopie, microfilm, planafdruk, aanmaken van gedrukte

schakelingen, elektronische druk, dit op papier, metaal, glas

(behalve de versiering van hol glas), plastiek, weefsel en

alle andere metalen.

11.2 Zetten, voorbereidingen en afwerkingen van de grafische industrie

zoals het grafisch ontwerpen, het zetten en opmaken, de

fotoreprografie, de clicherie, het graveren van platen en stempels,

het binden, het afwerken en de veredeling, met inbegrip van

labo's voor foto-ontwikkeling.

11.3 Reproductie en duplicering van audiovisuele communicatie.

12. ELEKTRICITEIT

12.1 Elektriciteitsproductie

12.2 Transformatoren

12.3 Accumulatoren

12.4 Inrichtingen voor het vervaardigen van elektrische en

elektronische toestellen, gedrukte schakelingen, chips, zonnecellen

en geleiders

13. FARMACEUTISCHE STOFFEN

13.1 Inrichtingen voor het industrieel bereiden of het formuleren van

farmaceutische stoffen

13.2 Inrichtingen voor het conditioneren en het verpakken van

farmaceutische stoffen

13.3 Opslagplaatsen voor farmaceutische stoffen met uitzondering van

deze bedoeld onder rubriek 48 met een capaciteit van meer dan

10 ton

14. FOTOGRAFISCHE PRODUCTEN (lichtgevoelige films, platen, papier, enz)

15. GARAGES, PARKEERPLAATSEN EN HERSTELLINGSWERKPLAATSEN VOOR

MOTORVOERTUIGEN

15.1 Al dan niet overdekte ruimte, andere dan deze bedoeld in rubriek

15.5 en rubriek 19.8

15.2 Werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden

van motorvoertuigen (met inbegrip van

carrosseriewerkzaamheden), andere dan deze bedoeld in rubriek

15.3 en 15.5

15.3 Werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden

van motorvoertuigen (met inbegrip van

carrosseriewerkzaamheden), andere dan deze bedoeld in rubriek

15.5

15.4 Niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen

en hun aanhangwagens, andere dan deze bedoeld in rubriek 15.5

15.5 STANDAARDGARAGES EN CAROSSERIEBEDRIJVEN

15.6 Het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen

16. GASSEN

16.1 Installaties voor de productie (met inbegrip van de gasraffinage)

of omzetting van gassen, cokesgas

16.2 OPGEHEVEN

16.3 Inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen

(samenpersen – ontspannen)

Page 21: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 21

16.4 Inrichtingen voor het niet-huishoudelijk vullen van verplaatsbare

recipiënten, met inbegrip van de LPG-stations

16.5 Ontspanningsstations voor gassen, met een maximum debiet

van meer dan 20.000 Nm3/h

16.6 Gasautoklaven

16.7 Opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in

oplossing gehouden gassen, in verplaatsbare recipiënten, met

uitzondering van deze bedoeld in rubriek 48

16.8 Opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in

oplossing gehouden gassen, in vaste reservoirs, uitgezonderd

deze van drukvaten deeluitmakend van compressoren en

uitgezonderd buffervaten (reserve aan koelmiddel in een

opslagtank waarvan de afnameleiding afgesloten is van het

koelcircuit valt hier niet onder)

16.9 Aardgas

16.10 Ondergrondse opslag van gasvormige brandstoffen

17. GEVAARLIJKE STOFFEN

17.1 OPGEHEVEN

17.2 Industriële activiteiten en opslagplaatsen met risico's van zware

ongevallen (EU-richtlijn 96/82/EG van 9 december 1996

betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen

waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken)

17.3 Niet onder 17.2 en 17.4 vallende inrichtingen op opslagplaatsen

voor gevaarlijke producten

17.4 Opslagplaatsen, met uitzondering van deze bedoeld onder

rubriek 48, en/of verkoopspunten van in bijlage 7 bij titel I van

het VLAREM bedoelde gevaarlijke stoffen, in verpakkingen met

een inhoudsvermogen van maximaal 25 liter of 25 kilogram, voor

zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en

5.000 kg of 5.000 l (EG-richtlijn 67/548/EEG van 27 juni 1967

betreffende de aanpassing van de wettelijke en

bestuursrechterlijke bepalingen inzake de indeling, de

verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen)

18. GROEVEN EN GRAVERIJEN

18.1 Groeven en graverijen, uitgravingen van de industriële winning

van steen, zand, grind, klei, e.d.

18.2 Turfwinning

18.3 Winning van mineralen door afbaggering van de zee- of

rivierbodem

18.4 Oppervlakte-installaties van bedrijven voor de winning van

steenkool, aardolie, aardgas, ertsen en bitumineuze schisten

18.5 Dagbouw in de minerale industrie en steenwinning bij een

effectief productieareaal van 25 ha of meer

18.6 Ondergrondse mijnbouw en aanverwante activiteiten

GRONDWATER zie rubriek 52

19 HOUT (hout, houtschors, riet, vlas, stro of soortgelijke producten)

19.1 Fineer-, triplex-, houtvezel- en spaanderplaatfabrieken, van hout

e.d., andere dan deze bedoeld in rubriek 19.2

19.2 Vervaardiging van houtvezelplaten en andere platen hoofdzakelijk

samengesteld van hout e.d. gefabriceerd volgens een nat procédé

19.3 Inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen

van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek

19.8

19.4 Inrichtingen voor het chemisch behandelen van hout en

Page 22: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 22

soortgelijke producten, andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8

19.5 Droogovens voor hout e.d., andere dan deze bedoeld in rubriek

19.8

19.6 Opslagplaatsen van hout e.d., met uitzondering van deze bedoeld

onder rubriek 48 en rubriek 19.8

19.7 Houtvezelplaat- spaanderplaat-, duplex-, triplex- en

multiplexfabrieken met een productiecapaciteit van

200 ton per dag en meer

19.8 STANDAARDHOUTBEWERKINGSBEDRIJVEN

20. INDUSTRIËLE INRICHTINGEN DIE BEHOREN TOT DE VOLGENDE

CATEGORIEEN, VALLEND ONDER DE TOEPASSING VAN DE EG-

RICHTLIJN 84/360/EEG VAN 28 JUNI 1984 BETREFFENDE DE

BESTRIJDING VAN DOOR INDUSTRIËLE INRICHTINGEN VEROORZAAKTE

LUCHTVERONTREINIGING

(de in deze rubriek genoemde drempels hebben betrekking op

productiecapaciteit)

20.1 Energie-industrie

20.2 Productie en omzetting van metalen

20.3 Industrieën op het gebied van niet-metaalachtige minerale

producten

20.4 Chemische industrie

20.5 Diverse industrieën: Inrichtingen voor de chemische fabricage van

papierpap

21. KLEURSTOFFEN EN PIGMENTEN

21.1 Inrichtingen voor het vervaardigen van natuurlijke kleurstoffen en

pigmenten

21.2 Inrichtingen voor het vervaardigen van kunstmatige kleurstoffen

en pigmenten

21.3 Opslagplaatsen voor kleurstoffen en pigmenten met uitzondering

van deze bedoeld onder rubriek 17 en 48 met een capaciteit van

meer dan 10 ton

KOELINSTALLATIES: zie rubriek 16.3

22. KOSMETISCHE STOFFEN (parfums, crèmes, poeders en analoge

producten)

22.1 Inrichtingen voor het bereiden of conditioneren van cosmetische

stoffen

22.2 Opslagplaatsen voor cosmetische stoffen, met uitzondering van

deze bedoeld onder rubriek 17 en 48, met een capaciteit van meer

dan 10 ton

23 KUNSTSTOFFEN (macromoleculaire synthetische stoffen)

23.1 Inrichtingen voor het vervaardigen van kunststoffen en van

kunstmatige vezels

23.2 Inrichtingen voor het behandelen van kunststoffen en het

vervaardigen van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering

van deze bedoeld onder rubriek 41

23.3 Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met

uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48

23.4 Installaties voor oppervlaktebehandeling van kunststoffen door

middel van een elektrolytisch of chemisch procédé wanneer de

inhoud van de gebruikte behandelingsbaden meer dan 30.000 liter

bedraagt

24 LABORATORIA (al dan niet geïntegreerd in een elders ingedeelde

inrichting)

Page 23: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 23

24.1 Laboratoria die enige biologische of scheikundige, minerale of

organische bedrijvigheid uitoefenen met het oog op opzoekingen,

proeven, analyses, toepassing of ontwikkeling van producten,

kwaliteitscontrole op producten, of met een didactisch doel, die

door hun afvalwater een hoeveelheid gevaarlijke stoffen lozen per

maand en per stof die opgenomen is in lijst I van bijlage 2C

24.2 OPGEHEVEN

24.3 OPGEHEVEN

24.4 Laboratoria andere dan bedoeld in rubrieken 24.1 24.2 en 24.3

25. LEDER (huiden, leder, pelsen, haren, veren, dons)

25.1 Leer- en witlooierijen

25.2 Andere inrichtingen voor het behandelen van huiden, leder, pelsen,

haren, veren en dons zoals pelterij- en bontwerkfabrieken

(bereiden, verven en reinigen inbegrepen), vilthoed- en

textielhaarfabrieken

25.3 Opslagplaatsen voor niet-gelooide huiden, met uitzondering van

deze bedoeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan

10 ton

25.4 Opslagplaatsen van niet-behandelde haren, veren of dons, met

uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, met een

capaciteit van meer dan 1 ton

25.5 Inrichtingen voor het mechanisch vervaardigen van artikelen uit

leder

26. LIJMEN EN NIET VOOR CONSUMPTIE BESTEMDE GELATINE

26.1 Inrichtingen voor het bereiden van lijmen

26.2 Opslagplaatsen voor lijmen en niet voor consumptie bestemde

gelatine, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, van

meer dan 10 ton

26.3 Inrichtingen voor de productie van gelatine en osseïne

27 LUCIFERS, TOORTSEN EN ANALOGE PRODUCTEN

27.1 Inrichtingen voor het vervaardigen van lucifers, toortsen en

analoge producten

27.2 Opslagplaatsen voor lucifers, toortsen en analoge producten, met

uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, vanaf 1 ton

28 MEST OF MESTSTOFFEN

28.1 Kunstmest, waaronder verstaan elke speciaal vervaardigde één of

meer mineralen bevattende stof die wordt aangebracht ter

bevordering van de gewasgroei, andere dan dierlijke mest

28.2 Opslagplaats van dierlijke mest, waaronder verstaan door vee

uitgescheiden natuurlijke afvalstoffen of een mengsel van strooisel

en door vee uitgescheiden natuurlijke afvalstoffen ongeacht of het

vee wordt geweid of op intensieve veehouderij wordt gehouden,

alsmede de natuurlijke afvalstoffen van visteeltbedrijven

28.3 Inrichtingen waar dierlijke mest bewerkt of verwerkt wordt, met

uitzondering van de installaties voor de bewerking en/of

verwerking van dierlijke mest zoals bedoeld in de rubrieken 9.3 tot

en met 9.8, met een bewerkings- of verwerkingscapaciteit op

jaarbasis

29 METALEN zie ook rubriek 20.2

29.1 Ertsen

29.2 Installaties voor de verwerking van ferro-metalen

29.3 Non-ferrometalen

Page 24: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 24

29.4 Metaalgieterijen en metaalpoeders

29.5 Metalen of voorwerpen uit metaal

30. MINERALE INDUSTRIE (niet–metaalachtige producten, bouwmaterialen

en soortgelijke materialen) zie ook rubriek 20.3

30.1 Inrichtingen voor het mechanisch behandelen van minerale

producten

30.2 Installaties voor de productie van:

Voorwerpen uit klei, gips, asse, enz. of ceramiek, gebakken

aarde, beton en andere dergelijke materialen, met uitzondering

van deze bedoeld in rubriek 20.3.5, 30.2.2° en 30.9.

Cementklinkers in draaiovens met een productiecapaciteit van

meer dan 500 ton per dag of in andere ovens met een

productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag ongebluste

kalk, in draaiovens met een productiecapaciteit van meer dan 50

ton per dag of in andere ovens met een productiecapaciteit van

meer dan 50 ton per dag

30.3 Mortel en betonmortelcentrales

30.4 Asfaltbetoncentrales

(Koud-asfaltproductie valt onder rubriek 30.1.)

30.5 Inrichtingen voor het verwerken van vrij asbest

30.6 Inrichtingen voor het mechanisch bewerken van voorwerpen die

asbest bevatten

30.7 Inrichtingen voor het bewerken van marmer, natuur- of

kunststeen

30.8 Inrichtingen voor het vervaardigen en behandelen van

voorwerpen uit glas

30.9 Steenbakkerijen

30.10 Inrichtingen voor de opslag of overslag van ertsen en/of andere

minerale producten, met uitzondering van deze bedoeld onder

rubriek 48

31. MOTOREN MET INWENDIGE VERBRANDING

31.1 Vast opgestelde motoren

31.2 Testbanken voor motoren, turbines of reactoren

31.3 Testbanken voor motoren, turbines of reactoren als motoren met

een stuwkracht van 500 kN of meer, of met een vermogen van 10

MW of meer

32. ONTSPANNINGSINRICHTINGEN EN SCHIETSTANDEN

32.1 Feestzalen en lokalen, wanneer deze een dansgelegenheid

omvatten en de totale oppervlakte van de voor het publiek

toegankelijke lokalen 100 m² of meer bedraagt. (Vanaf 1 januari

2013 wordt deze rubriek aangepast, meer info hierover op:

http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article.pl

http://lne.be/themas/hinder-en-

risicos/geluidshinder/beleid/muziek

32.2 Schouwspelzalen

32.3 Geautomatiseerde kegelbanen

32.4 Rijscholen, inrichtingen voor ruiter-, draf-, ren- en mensport,

inrichtingen voor verhuur en africhting van paarden en andere

zadeldieren

32.5 Lunaparken waar meer dan dertig speelautomaten zijn opgesteld

32.6 Modelvliegtuigen : Terreinen gebruikt als opstijg- en andingsplaats

32.7 Schietstanden

32.8 Baden en waterrecreatie

32.9 Omloop voor wedstrijden, test- en oefenritten, of test- en

oefenvaarten, met motorvoertuigen of motorvaartuigen, met

Page 25: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 25

inbegrip van recreatief gebruik alsook van waterskiën andere dan

bedoeld in subrubriek 32.8.2, in andere dan zeebadzones, niet

volledig gelegen op de openbare weg of op openbare waterwegen

33. PAPIER (papierdeeg, papier, karton en soortgelijke materialen)

33.1 Industriële installaties voor de fabricage van papierpulp uit hout of

uit andere vezelstoffen

33.2 Papier- en kartonfabrieken

33.3 Inrichtingen voor het behandelen van papier en karton voor het

vervaardigen van waren uit papier of karton

33.4 Opslagplaatsen voor papierdeeg, papier, karton en voor waren uit

papier en karton, met een capaciteit van meer dan 10 ton in een

lokaal of 100 ton in open lucht, met uitzondering van deze bedoeld

onder rubriek 48.

34. REINIGINGSMIDDELEN (zepen, detergenten of soortgelijke producten)

EN POETSMIDDELEN

34.1 Zeepziederijen en inrichtingen die grondstoffen vervaardigen voor

de producten van oppervlakte-actieve stoffen en/of verwerken

voor technische doeleinden

34.2 Inrichtingen voor het bereiden en verpakken van

reinigingsmiddelen en poetsmiddelen met een

34.3 Opslagplaatsen voor reinigingsmiddelen en poetsmiddelen met een

capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van deze

bedoeld onder rubriek 17 en 48

35. ROUWKAMERS

36. RUBBER (RUBBER EN ANDERE ELASTOMEREN)

36.1 Inrichtingen voor het vervaardigen van synthetische rubber

36.2 Bandenfabrieken

36.3 Inrichtingen voor het vervaardigen en behandelen van producten

op basis van elastomeren

36.4 Opslagplaatsen voor rubber en voor rubberen voorwerpen met een

capaciteit van meer dan 10 ton in een lokaal of van meer dan 100

ton in open lucht, met uitzondering van deze bedoeld onder

rubriek 48

SLOPERIJEN: zie rubriek 2.2.2.

38. SPRINGSTOFFEN

38.1 Inrichtingen voor de bereiding, behandeling of verwerking van

springstof, met inbegrip van de installaties voor de terugwinning of

vernietiging van explosieve stoffen, met uitzondering van de

werkplaatsen voor het laden van jachtpatronen bij wapensmeden

en andere kleinhandelaars

38.2 Werkplaatsen voor het laden van jachtpatronen bij wapensmeden

en andere kleinhandelaars

38.3 Opslagplaatsen voor springstoffen

STOOKINSTALLATIES: zie rubriek 43

39. STOOMTOESTELLEN EN WARMWATERTOESTELLEN (VASTGEPLAATSTE)

39.1 Stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren

39.2 Stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de

primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd

39.3 Lagedruk stoomgeneratoren, met een waterinhoud van 300 l of

meer

Page 26: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 26

39.4 Warmtewisselaars, andere dan deze vermeld onder rubriek 39.2

en deze voor op een stoomdistributienet aangesloten woningen

39.5 Overige stoomtoestellen, stoommachines (zuigermachines,

turbines)

39.6 Industriële installaties voor de productie van warm water

39.7 Industriële installaties voor het transport van stoom of warm

water

40. TABAK

40.1 Inrichtingen voor het behandelen van tabak of het vervaardigen

van tabakswaren

40.2 Opslagplaatsen voor tabak of tabakswaren met een capaciteit van

meer dan 10 ton, met uitzondering van deze bedoeld onder

rubriek 48

41. TEXTIEL (vezels, garen, wol, weefsels, breiwerk, vlechtwerk,

textielwaren en soortgelijke producten)

41.1 Inrichtingen voor het mechanisch behandelen van textiel

41.2 Inrichtingen voor het vervaardigen van weefsels, breiwerk,

vlechtwerk, textielwaren en soortgelijke producten

41.3 Wolontvettingsfabrieken, wolwasserijen, alsmede het kammen

en/of carboniseren van wol

41.4 Inrichtingen voor het chemisch reinigen, voorbehandelen en

behandelen van textiel, alsmede textielveredeling (uitgezonderd

de inrichtingen bedoeld in rubriek 41.9 en 46)

41.5 Opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit

van meer dan 10 ton

41.6 Inrichtingen voor het vervaardigen van tapijten

41.7 Inrichtingen voor het aanbrengen van een kunststofonderlaag bij

tapijten met uitzondering van de precoat voor de oolverankering

en de secundaire backing van textiel

41.8 Inrichtingen voor het roten van vlas, hennep en dergelijke

vezelstoffen

41.9 Installaties voor de voorbehandeling (zoals wassen, bleken,

merceriseren) of het verven van vezels of textiel met een

verwerkingscapaciteit van meer dan 10 ton per dag. Er kan

overlapping zijn met andere rubrieken van hoofdrubriek 41

41.10 Installaties voor de voorbehandeling (zoals wassen, bleken,

merceriseren) of het verven van vezels of textiel met een

verwerkingscapaciteit van meer dan 10 ton per dag. Er kan

overlapping zijn met andere rubrieken van hoofdrubriek 41

41.11 Installaties voor het produceren en bewerken van celstof met

een productiecapaciteit van 100 ton per dag en meer

THERMISCHE CENTRALES: zie rubriek 43

42. TRANSPORTMIDDELENFABRIEKEN

42.1 Automobielfabrieken en assemblagebedrijven en fabrieken van

automobielmotoren (transportmiddelen, zoals auto's,

autobussen, tractoren, opleggers)

42.2 Scheepswerven

42.3 Installaties voor de bouw en reparatie van luchtvaartuigen

42.4 Inrichtingen voor het vervaardigen en assembleren van rijwielen

en motorrijwielen

42.5 Spoorwegmaterieelfabrieken

43. VERBRANDINGSINRICHTINGEN

Page 27: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 27

43.1 Verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproductie

(stookinstallaties e.d.)

43.2 Verbrandingsinrichtingen met elektriciteitsproductie (thermische

centrales), met inbegrip van het ombouwen ervan op een andere

brandstof

43.3 Stookinstallaties met een hoeveelheid vrijkomende warmte van

meer dan 50 MW Er kan overlapping zijn met de rubrieken 43.1

en 43.2

43.4 Verbrandingsinstallaties (inclusief motoren) met een totaal

thermisch ingangsvermogen van meer dan20 MW, met

uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke

stoffen of stadsafval

44. VETTEN, WASSEN, OLIËN, PARAFFINE, GLYCERINE, STEARINE, HARSEN

EN ANDERE NIET VOOR VOEDING BESTEMDE SOORTGELIJKE

PRODUCTEN (zie ook rubriek 2.1.1)

44.1 Vetsmelterijen

44.2 Inrichtingen voor het vervaardigen of behandelen van

plantaardige en/of dierlijke oliën en vetten, wassen, of andere

niet-eetbare vetstoffen, andere dan deze bedoeld in rubriek 44.1

44.3 Opslagplaatsen voor vetten, wassen, oliën of andere niet-eetbare

vetstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton, met

uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 17 en 48

45. VOEDINGS- EN GENOTSMIDDELENINDUSTRIE (opslag, bewerking of

verwerking van dierlijke en plantaardige producten)

45.1 Slachthuizen en private slachterijen

45.2 Smelterijen van voedingsvetten

45.3 Inrichtingen voor het bereiden van voedingsvetten van

plantaardige of dierlijke oorsprong: oliën, vetten, margarines,

gelatine

45.4 Inrichtingen voor het behandelen van andere producten van

dierlijke oorsprong

45.5 Visverwerking

45.6 Installaties voor het bewerken en verwerken van :

zuivelproducten (melk, boter, eieren, kaas, enz.)

melk met een hoeveelheid ontvangen melk van meer dan 200

ton per dag (gemiddelde waarde op

jaarbasis

45.7 Zetmeel- en zetmeelderivatenfabrieken

45.8 Inrichtingen voor het bereiden van voedingsproducten op basis

van plantaardige melen (brood, banket, koek, biscuit,

deegwaren, enz.) of op basis van suiker of cacao

45.9 Inrichtingen voor het vervaardigen en raffineren van suiker - en

bietenrasperijen

45.10 Specerijen, inrichtingen voor het bereiden van voedingsextracten

45.11 Branderijen voor koffie of cichorei

45.12 Inrichtingen voor het bereiden van confituren, suikerwaren,

siropen, jam, gelei

45.13 Groenten en andere voedingsplanten, vruchten, granen of zaden

45.14 Opslagplaatsen met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek

48, voor losse granen en voor groenvoeders, met uitsluitsel van

groenvoeders zonder sapverliezen (bijv. niet-gemalen bieten,

aardappelen en andere knol- en wortelvruchten) : (gebieden

bepaald volgens de begrippen van het koninklijk besluit van 28

december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van

de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen

45.15 Inrichtingen voor het bereiden van azijn

Page 28: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 28

45.16 Installaties voor het bewerken en verwerken voor de fabricage

van levensmiddelen

45.17 Volgende inrichtingen uit de voedings- en

genotmiddelenindustrie

45.18 Dierlijke bijproducten, andere dan afvalstoffen als bedoeld in het

decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer

van afvalstoffen

46. WASSERIJEN

47. WINKELS VOOR KLEIN– EN/OF GROOTHANDEL: OPGEHEVEN

48. ZEEHAVENGEBIEDEN EN HAVENS

48.1 Doorvoeropslagplaatsen gelegen in zeehavengebieden, met

uitsluiting van de doorvoeropslagplaatsen op de voorkaaien die

uitsluitend worden benut voor kortstondige opslag in afwachting

van de verscheping of van de uiteindelijke bestemming na

lossing

48.2 Zeehandelshavens, met het land verbonden en buiten havens

gelegen pieren voor lossen en laden (met uitzondering van

pieren voor veerboten) die schepen van meer dan 1.350 ton

kunnen ontvangen

48.3 Havens en haveninstallaties, met inbegrip van visserijhavens

49 ZIEKENHUIZEN

49.1 Poliklinieken en Rust- en verzorgingstehuizen erkend door de

Vlaamse Gemeenschap in toepassing van het koninklijk besluit

van 21 september 2004 houdende vaststelling van de normen

voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis

49.2 Ziekenhuizen erkend door de Vlaamse Gemeenschap in

toepassing van de artikelen 1 tot en met 4 van de wet op de

ziekenhuizen van 7 augustus 1987 en haar uitvoeringsbesluiten

49.3 Andere poliklinieken, rust- en verzorgingstehuizen en /of

ziekenhuizen

50. ZOUT

51. BIOTECHNOLOGIE

51.1 Genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s)

51.2 Pathogene organismen

52. LOZINGEN IN GRONDWATER

52.1 Handelingen binnen de waterwingebieden en de

Beschermingszone type I, II of III, voor zover ze niet

verboden zijn krachtens het decreet van 24 januari 1984

houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer en zijn

uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de uitspreiding van

meststoffen en andere stoffen voor gebruik in land- en tuinbouw

mits de opgelegde normen of toegelaten hoeveelheden worden

nageleefd

52.2 Handelingen buiten de waterwingebieden en de

beschermingszones type I, II of III: Indirecte lozing in

grondwater van de gevaarlijke stoffen bedoeld in de bijlage 2B

bij titel I van het VLAREM, met uitzondering van de uitspreiding

van meststoffen en andere stoffen voor gebruik in land en

tuinbouw mits de opgelegde normen of toegelaten hoeveelheden

en/of de gebruiksaanwijzingen worden nageleefd

53. WINNING VAN GRONDWATER

Page 29: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 29

53.1 Boren van grondwaterwinningsputten en/of grondwaterwinning

voor het uitvoeren van proefpompingen gedurende minder dan

een jaar

53.2 Bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor ofwel de

verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van

openbare nutsvoorzieningen

53.3 Drainering die noodzakelijk is om het gebruik en/of de exploitatie

van cultuurgrond mogelijk te maken of houden

53.4 Bronbemaling die noodzakelijk is :

voor de exploitatie van tunnels voor openbare wegen

en/of openbaar vervoer 3

voor de waterbeheersing van mijnverzakkingsgebieden,

ook wanneer dit water wordt gebruikt

voor de openbare watervoorziening, wanneer de diepte

waarop het water wordt gewonnen ten opzichte van het

maaiveld

53.5 Bronbemaling die noodzakelijk is om het gebruik en/of de

exploitatie van gebouwen of bedrijfsterreinen mogelijk te maken

of houden

53.6 Boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning die

gebruikt wordt voor koude-warmtepompen, met inbegrip van

terugpompingen

53.7 Boringen van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning

voor de openbare watervoorziening, andere dan deze bedoeld in

subrubriek 53.1 en 53.4

53.8 Boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning,

andere dan deze bedoeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7, met

een opgepompt debiet

53.9 Werkzaamheden voor het onttrekken van grondwater wanneer

het jaarlijkse volume onttrokken water 10 miljoen m3 of meer

bedraagt. (Er kan overlapping zijn met vorige rubrieken van

hoofdrubriek 53.)

53.10 Waterbeheersingsprojecten voor landbouwdoeleinden

53.11 Werken voor het onttrekken van grondwater

54. HET KUNSTMATIG AANVULLEN VAN GRONDWATER

54.1 Het kunstmatig aanvullen van grondwater op directe wijze (via

geboorde putten)

54.2 Het kunstmatig aanvullen van grondwater op indirecte wijze (via

waterbekkens of vijvers)

Uitzondering: vallen niet onder deze indelingsrubriek, de

infiltratie van niet-verontreinigd hemelwater alsook de irrigatie

met niet-verontreinigd water

54.3 Werkzaamheden voor het kunstmatig aanvullen van grondwater

wanneer het jaarlijkse volume aangevuld water 10 miljoen m³ of

meer, respectievelijk de capaciteit 2.500 m³ per dag of meer

bedraagt

55.

BORINGEN

55.1 Verticale boringen ten behoeve van de aanleg van peilputten en

voor andere doeleinden, andere dan deze bedoeld in de

rubrieken 53, 54 en 55.2

55.2 Diepboringen, boringen voor het onderzoek naar de stabiliteit

van de grond uitgezonderd, :

1. geothermische boringen

2. boringen voor watervoorziening

Page 30: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 30

3. boringen in verband met de opslag van kernafval vanaf een

diepte van 100 m ten opzichte van het maaiveld

56. STUWEN EN OVERBRENGING VAN WATER

56.1 Overbrenging van water, ander dan overbrenging van via

leidingen aangevoerd drinkwater

56.2 Stuwdammen en andere installaties voor het stuwen of

permanent of voor lange termijn opslaan van water

57. VLIEGVELDEN

57.1 Terreinen voor vliegvelden met een start- en landingsbaan:

Voor de toepassing van deze rubriek wordt onder vliegvelden

verstaan de vliegvelden die beantwoorden aan de definitie van

het Verdrag van Chicago van 1944 tot oprichting van de

Internationale burgerluchtvaartorganisatie (bijlage 14 begrip

“aerodrome”

57.2 Terreinen voor opstijg- en/of landingsplaats voor uitsluitend

ultralichte motorluchtvaartuigen (ULM's) zoals gedefinieerd in het

koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot vaststelling der bijzondere

voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van

ULM's

57.3 Terreinen voor opstijg- en/of landingsplaats voor uitsluitend

zweefluchtvaartuigen zonder motor

57.4 Helihavens

58. CREMATORIA

59. ACTIVITEITEN DIE GEBRUIK MAKEN VAN ORGANISCHE

OPLOSMIDDELEN

59.1 Drukken

59.2 Oppervlaktereiniging

59.3 Overspuiten van voertuigen

59.4 Bandlakken

59.5 Coatingwerkzaamheden

59.6 Coating van wikkeldraad

59.7 Coating van houten oppervlakken

59.8 Chemisch reinigen

59.9 Impregneren van houten oppervlakken

59.10 Coating van leder

59.11 Fabricage van schoeisel

59.12 Lamineren van hout en kunststof

59.13 Aanbrengen van lijmlagen

59.14 Vervaardiging van coatingpreparaten, lak, inkt en kleefstoffen

59.15 Bewerking van natuurlijk of synthetisch rubber

59.16 Extractie van plantaardige oliën en dierlijke vetten en raffinage

van plantaardige oliën

59.17 Vervaardiging van geneesmiddelen

60. GEHEEL OF GEDEELTELIJK OPVULLEN MET NIET-VERONTREINIGDE

UITGEGRAVEN BODEM EN NIET VERONTREINIGDE BAGGER- EN

RUIMINGSSPECIE VAN GROEVEN, GRAVERIJEN, UITGRAVINGEN EN

ANDERE PUTTEN, MET INBEGRIP VAN WATERPLASSEN EN VIJVERS

61. TUSSENTIJDSE OPSLAGPLAATSEN VOOR UITGEGRAVEN BODEM

61.1 Tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die niet

voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo

61.2 Tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet

aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo

Page 31: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 31

Page 32: Informatiebrochure VLAREM

29-07-2014 32

In de reeks informatiebrochures voor de

bevolking van Knokke-Heist verschenen

volgende nummers:

Algemeen – Wegwijs in de gemeente

Deel 1 – Verhuizen

Deel 2 - Premies en tegemoetkomingen

Deel 3 – Aanvragen van een milieuvergunning of een melding in het kader van het VLAREM

Deel 4 – Overlijden – Gids voor nabestaanden

Deel 5 – Onderwijs

Kinderopvang

Wonen, bouwen en verbouwen in Knokke-Heist

De brochures zijn GRATIS te verkrijgen bij

De dienst Onthaal – Stadhuis Knokke

Alfred Verweeplein 1

8300 Knokke-Heist

tel. 050/630.100

Sociaal Huis

Kraaiennestplein 1

8300 Knokke-Heist

Tel. 050 530 900

de dienst Onthaal – Cultuurcentrum Scharpoord

Meerlaan 32

8300 Knokke-Heist

tel. 050/630.430

TER INZAGE:

Gemeentelijke Openbare Bibliotheek

Meerlaan 32

8300 Knokke-Heist

tel. 050/630.400

Burgemeester Frans Desmidtbibliotheek

Gemeenteplein 3

8300 Knokke-Heist

Filiaal Heist – De Buze

Kerkstraat 32

8300 Knokke-Heist

Uitleenpost Westkapelle

Dorpsstraat 60

8300 Knokke-Heist