Impact nieuwe richtlijn lease accounting - jll.nl · Toekomstperspectief voor lease accounting...

4
Toekomstperspectief voor lease accounting februari 2011 Impact nieuwe richtlijn lease accounting Medio 2010 publiceerden de IASB (International Accounting Standards Board) en haar Amerikaanse tegenhanger, de FASB (Financial Accounting Standards Board), een langverwacht concept van de voorgestelde wijzigingen op het gebied van ‘lease accounting’. Het betreft een uniforme benadering, waarbij alle activa en verplichtingen uit hoofde van lease- en huurcontracten op de balans van de lessee (huurder) worden opgenomen. Op dit moment zijn de meeste corporate vastgoedmanagers op de hoogte van de gevolgen van de beoogde nieuwe regelgeving voor de balans. Inmiddels verschuift de aandacht naar mogelijke wijzigingen in de huurstrategie en -paktijk, en naar het voldoen aan vereisten voor de toekomstige huuradministratie. De ‘Exposure Draft’ is een ontwerprichtlijn en de meest recente stap in een langlopend proces voor de vereiste kapitalisatie van alle huurcontracten (zowel voor onroerend goed als voor andere kapitaalintensieve goederen) op de balans. Organisaties moeten op dezelfde wijze verslag gaan doen over de verplichtingen die voortvloeien uit huurcontracten, als over financieringen. Dit betekent dat toekomstige huurbetalingen voor de duur van het contract als een verplichting op de balans geactiveerd worden, op basis van het gebruiksrecht (‘right of use’). Na de publicatie van de ontwerprichtlijn was er gedurende 120 dagen de mogelijkheid commentaar in te dienen. Inmiddels heeft de IASB circa 700 reacties ontvangen. De meeste reacties betreffen commentaar op het vaststellen van de leasetermijn. De verwachting is dat de definitieve richtlijn halverwege 2011 zal verschijnen. De ingangsdatum van de definitieve richtlijn moet nog worden vastgesteld, maar zal waarschijnlijk niet eerder zijn dan 1 januari 2013. De druk op het herzien van de dertig jaar oude leasing richtlijn wordt veroorzaakt door de complexiteit van de huidige regels en het gebrek aan transparantie. Op dit moment zijn er twee verschillende typen leasecontracten, te weten operationele lease en financiële lease. Dit verschil verdwijnt en conform de nieuwe aanpak moeten organisaties een passiefpost opvoeren voor huurverplichtingen en een bijbehorende actiefpost die het gebruiksrecht van het onderliggende gehuurde vastgoed vertegenwoordigt. Het op de balans plaatsen van de volledige huurverplichting, en de hieruit voortvloeiende negatieve gevolgen voor de bedrijfswinst, heeft ogenschijnlijk grote impact op de financiële prestaties van organisaties. De benodigde veranderingen in het financiële rapportageproces zijn bovendien omslachtig en ontmoedigend, omdat organisaties nieuwe gegevens moeten vastleggen en verplichtingen moeten kapitaliseren op basis van een interne evaluatie van het gebruik van het vastgoed. Afbeelding 1: Tijdlijn tot invoering nieuwe richtlijn 2010 2011 2012 2013 Streefdatum voor het ingaan van nieuwe richtlijn Definitieve richtlijn verschijnt Halverwege 2011 Deadline voor het indienen van commentaar 15 december 2010 Ontwerprichtlijn 17 augustus 2010 2010 2011 2012 2013 Streefdatum voor het ingaan van nieuwe richtlijn Definitieve richtlijn verschijnt Halverwege 2011 Deadline voor het indienen van commentaar 15 december 2010 Ontwerprichtlijn 17 augustus 2010

Transcript of Impact nieuwe richtlijn lease accounting - jll.nl · Toekomstperspectief voor lease accounting...

Toekomstperspectief voor lease accounting februari 2011

Impact nieuwe richtlijn

lease accounting

Medio 2010 publiceerden de IASB (International Accounting

Standards Board) en haar Amerikaanse tegenhanger, de FASB

(Financial Accounting Standards Board), een langverwacht concept

van de voorgestelde wijzigingen op het gebied van ‘lease

accounting’. Het betreft een uniforme benadering, waarbij alle activa

en verplichtingen uit hoofde van lease- en huurcontracten op de

balans van de lessee (huurder) worden opgenomen. Op dit moment

zijn de meeste corporate vastgoedmanagers op de hoogte van de

gevolgen van de beoogde nieuwe regelgeving voor de balans.

Inmiddels verschuift de aandacht naar mogelijke wijzigingen in de

huurstrategie en -paktijk, en naar het voldoen aan vereisten voor de

toekomstige huuradministratie.

De ‘Exposure Draft’ is een ontwerprichtlijn en de meest recente stap

in een langlopend proces voor de vereiste kapitalisatie van alle

huurcontracten (zowel voor onroerend goed als voor andere

kapitaalintensieve goederen) op de balans. Organisaties moeten op

dezelfde wijze verslag gaan doen over de verplichtingen die

voortvloeien uit huurcontracten, als over financieringen. Dit betekent

dat toekomstige huurbetalingen voor de duur van het contract als

een verplichting op de balans geactiveerd worden, op basis van het

gebruiksrecht (‘right of use’).

Na de publicatie van de ontwerprichtlijn was er gedurende 120

dagen de mogelijkheid commentaar in te dienen. Inmiddels heeft de

IASB circa 700 reacties ontvangen. De meeste reacties betreffen

commentaar op het vaststellen van de leasetermijn. De verwachting

is dat de definitieve richtlijn halverwege 2011 zal verschijnen. De

ingangsdatum van de definitieve richtlijn moet nog worden

vastgesteld, maar zal waarschijnlijk niet eerder zijn dan 1 januari

2013.

De druk op het herzien van de dertig jaar oude leasing richtlijn wordt

veroorzaakt door de complexiteit van de huidige regels en het

gebrek aan transparantie. Op dit moment zijn er twee verschillende

typen leasecontracten, te weten operationele lease en financiële

lease. Dit verschil verdwijnt en conform de nieuwe aanpak moeten

organisaties een passiefpost opvoeren voor huurverplichtingen en

een bijbehorende actiefpost die het gebruiksrecht van het

onderliggende gehuurde vastgoed vertegenwoordigt.

Het op de balans plaatsen van de volledige huurverplichting, en de

hieruit voortvloeiende negatieve gevolgen voor de bedrijfswinst,

heeft ogenschijnlijk grote impact op de financiële prestaties van

organisaties. De benodigde veranderingen in het financiële

rapportageproces zijn bovendien omslachtig en ontmoedigend,

omdat organisaties nieuwe gegevens moeten vastleggen en

verplichtingen moeten kapitaliseren op basis van een interne

evaluatie van het gebruik van het vastgoed.

Afbeelding 1: Tijdlijn tot invoering nieuwe richtlijn

2010 2011 2012 2013

Streefdatum voor het ingaan

van nieuwe richtlijn

Definitieve richtlijn verschijnt

Halverwege 2011

Deadline voor het indienen van commentaar

15 december 2010

Ontwerprichtlijn

17 augustus 2010

2010 2011 2012 2013

Streefdatum voor het ingaan

van nieuwe richtlijn

Definitieve richtlijn verschijnt

Halverwege 2011

Deadline voor het indienen van commentaar

15 december 2010

Ontwerprichtlijn

17 augustus 2010

Pulse • Toekomstperspectief voor lease accounting • januari 2011 2

Hoe zullen organisaties reageren?

Het is de vraag hoe organisaties zullen reageren op de nieuwe

richtlijn en hoe ingrijpend zij het gebruik van contracten en de

gewenste huurtermijnen zullen wijzigen. Een overhaaste reactie zou

kunnen zijn dat organisaties kortere huurperioden nastreven. Ook is

het mogelijk dat ze de voorkeur geven aan eigendom boven huur,

indien het vastgoed toch op de balans terechtkomt. De

veranderingen zullen organisaties er in ieder geval toe dwingen om

de argumenten voor het huren van vastgoed, zoals flexibiliteit in

huisvesting en het behoud van kapitaal voor kernactiviteiten,

nauwkeurig te onderbouwen.

De nieuwe richtlijn zal disproportionele gevolgen hebben voor

bedrijfssectoren die sterk afhankelijk zijn van vastgoed om omzet te

genereren. Met name retailers, die met relatief kleine marges

werken, maar ook commerciële dienstverleners met uitgebreide

klantenserviceactiviteiten zullen merken dat hun netto marge sterk

wordt uitgehold. Ook neemt de solvabiliteit af en kan de nieuwe

richtlijn leiden tot latente belastingen of bijzondere

waardeverminderingen.

Hoewel de overgangsdatum nog niet definitief is vastgesteld, zullen

de ingrijpende veranderingen op het gebied van financiële

verslaglegging van leases aanleiding zijn voor organisaties om

onmiddellijk met de planning van systeemwijzigingen te beginnen.

Organisaties moeten daarbij een aantal essentiële stappen

ondernemen:

• Beoordelen in hoeverre de bestaande huuradministratie- en

verslagleggingssystemen geschikt zijn voor de nieuwe

boekhoudingsvereisten;

• Plannen maken om huurcontracten en de aanvullende gegevens

over bestaande huurovereenkomsten vast te kunnen leggen en te

kunnen verbeteren;

• Creëren van richtlijnen voor de beoordeling van verplichtingen ten

aanzien van de huurperiode, -kosten en -garanties, die een audit

kunnen doorstaan.

Sale-and-leaseback

In de ontwerprichtlijn wordt uiteengezet hoe sale-and-leaseback

overeenkomsten moeten worden verantwoord, op basis van de

beoordeling of er sprake is van verkoop. Als richtlijn voor deze

beoordeling kan worden gekeken naar de overdracht van de

eigendomstitel aan het einde van het huurcontract, of naar de opties

tot terugkoop tegen een gunstige prijs, die op een overdracht wijzen.

Als er volgens de beoordeling sprake is van verkoop, dan wordt

deze op de normale manier afgehandeld en wordt de huur

verantwoord op basis van de ontwerprichtlijn. In het andere geval

worden de opbrengsten opgevoerd als een

financieringsovereenkomst en dient het activum niet langer

opgenomen te worden.

Wat zijn de gevolgen?

• De balans zal in omvang toenemen en specifieke

organisaties zien hun schuldenlast toenemen.

• De totale huisvestingskosten worden hoger en worden

degressief berekend over de eerste helft van de

huurovereenkomst, dat vaak 15 tot 20% hoger is dan de

huidige lineaire huur (zie de vergelijking van huurkosten in

afbeelding 2, pagina 3).

• De hernieuwde afschrijving van activa- en

financieringskosten op basis van herwaarderingen kan

leiden tot een voortdurend degressief berekend

kostenprofiel, zelfs deze wordt berekend op basis van de

oorspronkelijke discontovoet.

• Organisaties moeten financiële overeenkomsten die mogelijk

worden verbroken aanvechten.

• De gerapporteerde kapitaalbesteding wordt hoger.

• Sectoren, zoals de gereguleerde financiële dienstverlening,

worden op een negatieve manier getroffen.

Wat verandert er?

• Het onderscheid tussen operationele lease en financiële

lease verdwijnt.

• Alle huurovereenkomsten, inclusief bestaande contracten,

komen op de balans terecht. Huurbetalingen worden niet

langer gezien als operationele kosten.

• Kapitalisatie van huurcontracten op basis van de geschatte

netto huurbetalingen gedurende de huurperiode. Dit wordt

verdisconteerd met de leenrentevoet, of indien bekend de

rentevoet die in de huurovereenkomst is inbegrepen.

• De gekapitaliseerde waarde bestaat uit de basishuur voor de

meest waarschijnlijks huurperiode, met inachtneming van

verlengingsperioden en beëindigingrechten, en de verwachte

waarde van voorwaardelijke huurbetalingen en andere

betalingen gedurende dezelfde periode.

• Voortdurende heroverweging van schattingen die worden

gebruikt voor het kapitaliseren van huurpassiva.

• Alle bestaande huurovereenkomsten worden gekapitaliseerd

op basis van de resterende huurbetalingen.

Pulse • Toekomstperspectief voor lease accounting • januari 2011 3

10-jarige huurperiode (winst- en verliesvergelijking)

0,8

0,85

0,9

0,95

1

1,05

1,1

1,15

1,2

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Jaar

Jaarlijkse huu

r (€ m

ln)

Bestaande benadering Voorgestelde benadering

Onderverhuur

Als een huurder zijn ruimte onderverhuurt, moet er een aanvullende

actiefpost voor de te ontvangen huur en een passiefpost voor de

‘prestatieverplichting’ van de onderverhuurder worden opgevoerd.

Dit zorgt ervoor dat de huurder/onderverhuurder vergelijkbare

beslissingen moet nemen over de huisvesting van de onderhuurder,

als over zijn eigen huisvesting. Naast een actiefpost en een

passiefpost voor het primaire gebruiksrecht, moeten

onderverhuurbedragen worden opgevoerd, maar op netto-basis

worden gepresenteerd.

Built-to-suit vastgoed

Ontwikkelingsovereenkomsten voor vastgoed dat specifiek voor een

eindgebruiker wordt gebouwd, komen niet aan de orde in de

ontwerprichtlijn. De reden hiervoor is dat deze betrekking hebben op

de periode voorafgaand aan de huurperiode, en als zodanig geen

deel uitmaken van lease accounting. Alle huurovereenkomsten

moeten echter worden opgevoerd als deze eenmaal worden

uitgevoerd, zelfs als de huurperiode nog niet is ingegaan.

Afbeelding 2 : Vergelijking van bestaand en voorgesteld

winst- en verliesprofiel*

* O.b.v. een 10-jarige huurperiode en huurstroom van € 1 miljoen per jaar.

Bron: Jones Lang LaSalle, 2011

Het toepassen van de richtlijn wordt nog ingewikkelder als er sprake

is van wettelijke huurbepalingen, huurbeoordelingen, gevolgen voor

gereguleerde bedrijfstakken, huuraanpassingen,

waardevermindering en actiefposten voor uitgestelde belasting.

De rol van corporate vastgoed

Nu de nieuwe richtlijn realiteit wordt, hebben al veel corporate

vastgoedmanagers proactief gereageerd, door de financiëel

verantwoordelijken van hun organisaties te waarschuwen voor de

aanstaande veranderingen en de mogelijke gevolgen. De laatste

maanden gaan steeds meer organisaties de lastige uitdaging aan

om hun bestaande huurportefeuille voor te bereiden en het proces

voor het structureren van huurovereenkomsten opnieuw te

beoordelen. Deze herbeoordeling bestaat uit vier essentiële

onderdelen:

1. De gevolgen begrijpen en kwantificeren - testen hoe de

uitonderhandelde huurtermijnen van invloed zijn op de balans

en de operationele kosten.

2. Communiceren met de afdeling financieel beheer en de

boekhoudafdeling over de aanstaande veranderingen,

besluitvormingsprocessen en rapportagebehoeften.

3. Anticiperen op en plannen van nieuwe financiële rapportages -

aanvullende gegevensverwerving identificeren en wijzigingen

aanbrengen in de huuradministratiesystemen.

4. Heroverwegen van zowel uitonderhandelde huurperioden als

over de besluitvorming rondom huur versus eigendom.

Ingrijpende veranderingen op het gebied van lease accounting

bieden corporate vastgoedbeslissers een waardevolle gelegenheid

om de fundamentele redenen voor huur onder de loep te nemen.

Tevens kunnen ze bepalen in welke gevallen financiële

rapportagedoelen slechts van ondergeschikt belang zijn. Inzicht in

de behoefte aan flexibiliteit in de bedrijfsvoering en reservering van

kapitaal voor investeringen in de kernactiviteiten, kan organisaties

helpen tijdens de ongetwijfeld uitdagende periode die zij op het

gebied van de nieuwe lease accounting regels tegemoet gaan.

1 2 3 4 5Directe gevolgen

berekenen

Verzamel en maak een

overzicht van de relevante

huurcontracten, met

aannamen over de

verwachte bezetting,

toekomstige huurprijzen en

de actuele leenrentevoet.

Werk samen met business

units en strategieteams

aan de belangrijkste

uitgangspunten voor de

(toekomstige)

bedrijfsvoering

Organisatorische

gevolgen identificeren

Bepaal de gevolgen van

de boekhoudkundige

veranderingen voor

financieringsovereen-

komsten,

beloningsprogramma's,

business unit-

toewijzingen en

organisatorische

prestatiedoelstellingen.

Rapportagemogelijkheden

ontwikkelen

Beoordeel de technologische

vereisten voor het monitoren

van en rapporteren over

aannamen en wijzigingen in

schattingen voor

herwaardering en audit-

documentatie op

kwartaalbasis.

Geïntegreerde

processen ontwerpen

Coördineer de

boekhouding op tijd met

boekhoudteams en

externe accountants.

Leg een uniform en

geïntegreerd proces

vast voor voortdurende

updates van belangrijke

bedrijfsaannamen en de

gevolgen ervan op

schattingen.

Personeelsbezetting

aanpassen

Identificeer per kwartaal

eventuele tekortkomingen

in de resources die nodig

zijn om de nieuwe

processen te ondersteunen.

Neem indien nodig

personeel aan en leidt deze

op.

1 2 3 4 5Directe gevolgen

berekenen

Verzamel en maak een

overzicht van de relevante

huurcontracten, met

aannamen over de

verwachte bezetting,

toekomstige huurprijzen en

de actuele leenrentevoet.

Werk samen met business

units en strategieteams

aan de belangrijkste

uitgangspunten voor de

(toekomstige)

bedrijfsvoering

Organisatorische

gevolgen identificeren

Bepaal de gevolgen van

de boekhoudkundige

veranderingen voor

financieringsovereen-

komsten,

beloningsprogramma's,

business unit-

toewijzingen en

organisatorische

prestatiedoelstellingen.

Rapportagemogelijkheden

ontwikkelen

Beoordeel de technologische

vereisten voor het monitoren

van en rapporteren over

aannamen en wijzigingen in

schattingen voor

herwaardering en audit-

documentatie op

kwartaalbasis.

Geïntegreerde

processen ontwerpen

Coördineer de

boekhouding op tijd met

boekhoudteams en

externe accountants.

Leg een uniform en

geïntegreerd proces

vast voor voortdurende

updates van belangrijke

bedrijfsaannamen en de

gevolgen ervan op

schattingen.

Personeelsbezetting

aanpassen

Identificeer per kwartaal

eventuele tekortkomingen

in de resources die nodig

zijn om de nieuwe

processen te ondersteunen.

Neem indien nodig

personeel aan en leidt deze

op.

Business Contacts

Roeland Houtman

European Director

Corporate Solutions

Amsterdam

+31 (0) 20 5 405 405

[email protected]

Caroline Rohling

Associate Director

Corporate Capital Markets

Amsterdam

+31 (0) 20 5 405 405

[email protected]

Report Contact

Ruben Langbroek

Head of Research

Strategic Advisory

Amsterdam

+31 (0) 20 5 405 405

[email protected]

Toekomstperspectief voor lease accounting – februari 2011

Pulse reports from Jones Lang LaSalle are frequent updates on real estate market dynamics.

www.joneslanglasalle.nl

COPYRIGHT © JONES LANG LASALLE IP, INC. 2010. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means without prior written consent of

Jones Lang LaSalle. It is based on material that we believe to be reliable. Whilst every effort has been made to ensure its accuracy, we cannot offer any warranty that it contains no factual errors. We

would like to be told of any such errors in order to correct them.