Imagebuilding is van alle tijden · nagels mogen dan wel ongeschonden lijken, de oogopslag verraadt...

5
Tentoonstelling Van Van Dyck tot Bellotto Imagebuilding is van alle tijden 26 In BOZAR loopt de prestigieuze tentoonstelling 'Van Van Dyck tot Bellotto, luister aan het hof van Savoye'. Antoon van Dyck (1599-1641) schilderde twee mannen die elk op hun manier verbonden waren met het huis van Savoye. DOORZICHT Een imago, het is een gegeven waarop een mens haast geen vat krijgt. Het is iets wat je noodgedwongen uit handen geeft: de ander bepaalt je imago. In een tijd waarin de hoe- veelheid aan beelden slechts een fractie van de onze be- trof, was het bijsturen of bepalen van een imago mogelijk iets eenvoudiger. Men deed er in de hoogste kringen al- les aan om de schijn hoog te houden. De ambulante vorst werd zelden door zijn onderdanen levend aanschouwd, om die reden regeerde het beeld dat van hem via schilderij of sculptuur, of middels zijn heraldische insignes op banieren, opgetrokken werd. Het imago voedt ons beeld van een historisch persoon. Getuigenissen van het veredelde en liederlijke leven van Antoon van Dyck en de zelfverzekerde wijze waarop hij zichzelf schilderde, zijn de stof voor de mythe van de ge- niale dandy geworden. Het doet denken aan Rafaël: jong geswrven, groots natuurlijk talent, mondain leven, een hofhouding en amoureuze verwikkelingen. Soms kan een imago een dieper begrip in de weg staan, soms kan een reus zijn schaduw werpen over de ware toedracht. Van Dycks reus heette vanzelfsprekend Peter Paul Rubens. Van Dycks portretten stralen niet zelden sprankels ongefilterde realiteit uit. De opdrachtgever ordonneerde een bepaald beeld maar moest het psychologisch doorzicht van Van Dyck voor lief nemen. EEN VERFIJND KUNSTKENNER Op 18 oktober 1634 kreeg Van Dyck, op de top van zijn kunnen, de hoogste waardering in eigen stad: de Antwerp- se Sint-Lukasgilde benoemde hem tot eredeken. Zijn naam prijkt in kapitalen op de ledenlijst, een privilege dat vóór hem enkel aan Rubens was toegekend. Omstreeks die tijd gaf Cesare Alessandro Scaglia (1592-1641) hem enkele opdrachten. De adellijke Scaglia was een man van de di- plomatie. Tot de jaren 1630 werkte hij in opdracht van het huis van Savoye. Savoye was een soort België: een klein land gekneld tussen het Italische schiereiland en machis- tische grootmachten als Frankrijk en het Heilig Roomse Rijk, een natuurlijke corridor om de vijand te bereiken. De uitstraling van het hof verzekerde men door de aanleg van een fameuze kunstcollectie. Diplomaten zoals Scaglia waren in die tijd niet zelden agents die het contact tussen kunstenaar en opdrachtgever verzorgden. Op hun reizen van hof tot hof gaven ze hun ogen en oren de kost. Net- werking mag dan wel bijzonder hedendaags klinken, het is zo oud als de straat. Antoon van Dyck moet, voor hij in de positie verkeerde waarin hij opdrachten kon weigeren, veel geleken hebben op zijn latere model Scaglia. Die diploma- ten met hun fijne neus voor de kunsten konden de sleutel tot succes worden. Van Dyck leek een rusteloze reiziger die zich in vele milieus moest inwerken, waar hij verkoos om niet op te gaan in de massa. Zijn intelligente babbel moet de aandacht getrokken hebben. Ook een strategie van el- Antoon van Dyck, Cesare Alessandro Scaglia, abt van Staffarda, 1634, olieverf op doek, 189 x 110 cm KONINKLIJK MUSEUM VOOR SCHONE KUNSTEN, ANTWERPEN

Transcript of Imagebuilding is van alle tijden · nagels mogen dan wel ongeschonden lijken, de oogopslag verraadt...

Page 1: Imagebuilding is van alle tijden · nagels mogen dan wel ongeschonden lijken, de oogopslag verraadt een gewiekste man, gepokt en gemazeld als hij was in het schouwspel dat de wereld

Tentoonstelling Van Van Dyck tot Bellotto

Imagebuilding is van alle tijden

26

In BOZAR loopt de prestigieuze tentoonstelling 'Van Van Dyck tot Bellotto, luister aan het hof van Savoye'.

Antoon van Dyck (1599-1641) schilderde twee mannen die elk op hun manier verbonden waren met het huis

van Savoye.

DOORZICHT Een imago, het is een gegeven waarop een mens haast geen

vat krijgt. Het is iets wat je noodgedwongen uit handen

geeft: de ander bepaalt je imago. In een tijd waarin de hoe­

veelheid aan beelden slechts een fractie van de onze be­

trof, was het bijsturen of bepalen van een imago mogelijk

iets eenvoudiger. Men deed er in de hoogste kringen al­

les aan om de schijn hoog te houden. De ambulante vorst

werd zelden door zijn onderdanen levend aanschouwd, om

die reden regeerde het beeld dat van hem via schilderij of

sculptuur, of middels zijn heraldische insignes op banieren,

opgetrokken werd.

Het imago voedt ons beeld van een historisch persoon.

Getuigenissen van het veredelde en liederlijke leven van

Antoon van Dyck en de zelfverzekerde wijze waarop hij

zichzelf schilderde, zijn de stof voor de mythe van de ge­

niale dandy geworden. Het doet denken aan Rafaël: jong

geswrven, groots natuurlijk talent, mondain leven, een

hofhouding en amoureuze verwikkelingen. Soms kan een

imago een dieper begrip in de weg staan, soms kan een

reus zijn schaduw werpen over de ware toedracht. Van

Dycks reus heette vanzelfsprekend Peter Paul Rubens. Van

Dycks portretten stralen niet zelden sprankels ongefilterde

realiteit uit. De opdrachtgever ordonneerde een bepaald

beeld maar moest het psychologisch doorzicht van Van

Dyck voor lief nemen.

EEN VERFIJND KUNSTKENNER Op 18 oktober 1634 kreeg Van Dyck, op de top van zijn

kunnen, de hoogste waardering in eigen stad: de Antwerp­

se Sint-Lukasgilde benoemde hem tot eredeken. Zijn naam

prijkt in kapitalen op de ledenlijst, een privilege dat vóór

hem enkel aan Rubens was toegekend. Omstreeks die tijd

gaf Cesare Alessandro Scaglia (1592-1641) hem enkele

opdrachten. De adellijke Scaglia was een man van de di­

plomatie. Tot de jaren 1630 werkte hij in opdracht van het

huis van Savoye. Savoye was een soort België: een klein

land gekneld tussen het Italische schiereiland en machis­

tische grootmachten als Frankrijk en het Heilig Roomse

Rijk, een natuurlijke corridor om de vijand te bereiken.

De uitstraling van het hof verzekerde men door de aanleg

van een fameuze kunstcollectie. Diplomaten zoals Scaglia

waren in die tijd niet zelden agents die het contact tussen

kunstenaar en opdrachtgever verzorgden. Op hun reizen

van hof tot hof gaven ze hun ogen en oren de kost. Net­

werking mag dan wel bijzonder hedendaags klinken, het is

zo oud als de straat. Antoon van Dyck moet, voor hij in de

positie verkeerde waarin hij opdrachten kon weigeren, veel

geleken hebben op zijn latere model Scaglia. Die diploma­

ten met hun fijne neus voor de kunsten konden de sleutel

tot succes worden. Van Dyck leek een rusteloze reiziger die

zich in vele milieus moest inwerken, waar hij verkoos om

niet op te gaan in de massa. Zijn intelligente babbel moet

de aandacht getrokken hebben. Ook een strategie van el-

Antoon van Dyck,

Cesare Alessandro Scaglia,

abt van Staffarda, 1634, olieverf op doek,

189 x 110 cm

KONINKLIJK MUSEUM VOOR

SCHONE KUNSTEN, ANTWERPEN

Page 2: Imagebuilding is van alle tijden · nagels mogen dan wel ongeschonden lijken, de oogopslag verraadt een gewiekste man, gepokt en gemazeld als hij was in het schouwspel dat de wereld
Page 3: Imagebuilding is van alle tijden · nagels mogen dan wel ongeschonden lijken, de oogopslag verraadt een gewiekste man, gepokt en gemazeld als hij was in het schouwspel dat de wereld

Tentoonstelling Van Van Dyck tot Bellotto

28

lebogenwerk en vleierij zal haar effect niet gemist hebben.

Toen hij in 1621 naar Italië trok opende zijn band met Ru­

bens ongetwijfeld deuren. Hij kon niet omheen de eeuwige

schaduw van de meester, maar hij kreeg ook toegang tot

diens netwerk. Het hof van Savoye bezocht hij voor de

eerste keer. Scaglia en Rubens hadden elkaar overigens al

eerder ontmoet, beiden in de hoedanigheid van diplomaat.

Maar het zal Van Dyck zijn die hem portretteert.

Scaglia viel op het eind van de jaren 1620 in ongenade toen

de hertog van Savoye de kant van de Fransen koos en hij

zijn antipathie niet kon verbergen. Als vrijwillige balling

vertoefde hij in Brussel. Daar werd hij niet helemaal van

de diplomatieke wereld afgesloten want prins Tommaso di

Savoia Carignano contacteerde hem geregeld, nieuwsgierig

naar zijn oordeel. Het is die Scaglia, abt van Stafforda en

Mandanici, die na deze mislukking als een heer is overeind

gekrabbeld en poseert op Van Dycks portret ten voeten uit.

Naast het technische meesterschap zijn twee zaken van be­

lang voor de scherpzinnige portrettist: het momentane ka­

rakter en de psychologische karaktertekening. Dat eerste

bewerkstelligde Van Dyck via geposeerde ongedwongen­

heid. Het psychologische inzicht moet hij verkregen heb­

ben door een vlotte, empathische omgang met zijn klanten

en een bijzonder intelligente opmerkzaamheid.

Bijna achteloos leunend op het basement van een stevige

zuil en rechts geflankeerd door een stoel en een draperie,

staat een intrigerend personage. Het geïdealiseerde is ach­

terwege gelaten, we staan oog in oog met een man van

vlees en bloed. Opvallend is het gezicht dat beschenen is

met een spot. De blik is onpeilbaar: de ogen turen ongege­

neerd en een tik hautain naar de beschouwer. Er spreekt te­

vens verstandhouding uit: Van Dyck kende deze man, voel­

de zich waarschijnlijk verwant. De verzorgde handen en

nagels mogen dan wel ongeschonden lijken, de oogopslag

verraadt een gewiekste man, gepokt en gemazeld als hij

was in het schouwspel dat de wereld is. Dat geldt a fortiori

voor de wufte Europese vorstenhoven die zijn werkterrein

waren. Men kende hem in het milieu van de spionage als

"2x". Vrouwelijk gezelschap liet deze zeventiende-eeuwse

James Bond, met toch een beetje het air van de onbereken­

bare killer, naar verluidt niet koud.

De Piëmontese kunstkenner kocht minstens 7 schilderijen

van zijn kompaan. De bewening van Christus uit het Ko­

ninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen is

waarschijnlijk de predella van een verloren gegaan retabel

dat hij liet schilderen als epitaafstuk in 1635. Hij geloofde

dat hij vergiftigd was: een afrekening in het milieu. In al­

lerijl liet hij dit aan Titiaan verwante werk voor de Recol-

leetenkerk in Antwerpen maken. Naderhand bleek het om

vals alarm te gaan. In 1637 nam Scaglia afscheid van het

publieke leven en nam zijn intrek in de Recollectenkerk tot

aan zijn dood in 1641. Scaglia's voornaamste wapen was

zijn verfijnde intellect, in tegenstelling tot Tommaso di Sa­

voia Carignano die het gestileerde geweld verkoos.

HET RUITERPORTRET VAN

TOMMASO Dl SAVOIA CARIGNANO Het pronkstuk op de expo is een geweldig ruiterportret dat

het militaire elan verbeeldt. Van Dyck doet dat op eigen­

gereide wijze. Het ruiterportret is de geliefkoosde icono­

grafie van de machthebber: de ruiter is idealiter sereen en

vol natuurlijk gezag, het paard moet blaken van levenslust.

Hoe machtiger het paard, hoe machtiger de persoon lijkt,

die het achteloos onder controle houdt. De oorsprong er­

van gaat terug op de Oudheid. Het Oudromeinse bronzen

beeld van Marcus Aurelius dat in de Capitolijnse musea in

Rome bewaard wordt, is zo'n schoolvoorbeeld. De keizer

is ontwapenend stoïcijns en boezemt vertrouwen in. Titi­

aans Ruiterportret van Karel V uit 1548 in het Museo del

Prado, geldt dan weer als het typevoorbeeld in de schilder­

kunst.

Tommaso di Savoia Carignano fungeerde in 1634, na het

heengaan van aartshertogin Isabella, circa een jaar als

waarnemend regent van de Zuidelijke Nederlanden. Tot

de komst van kardinaal-infant Ferdinand laafde hij zich

aan de verrukkingen van de macht. Op dat moment liet hij

zich vereeuwigen. Het opzet van een dergelijk portret is ie­

mands capaciteit als beschermer van het vaderland onder­

strepen. Kwatongen beweerden echter dat Tommaso zijn

vaderland meer kwaad dan goed berokkende. Hij keerde

Savoye tenslotte de rug toe en ging vechten voor de Fransen

tot aan zijn dood in 1656. Van Dyck lijkt dat voorvoeld te

hebben. Zijn onbeholpen uitdrukking en naïeve oogopslag

lijken te weinig nobel om zijn eerzucht te kunnen dragen.

Zelfs het paard is eerder dociel dan dapper. Het verschil

met bijvoorbeeld Portret van de hertog van Lerma van

Rubens uit 1603 in het Prado, dat opgetrokken is uit pure

heroïek, is frappant.

Zowel Scaglia als Tommaso lieten hun imago door Antoon

van Dyck scheppen. Hij registreerde tweemaal meesterlijk:

hoe goed ze het beeld van hun persoon wilden regisseren,

de kunstenaar doorprikte meedogenloos de fictie. De abt is

Tommaso's ideale tegenpool: de rijzige gestalte is een verin­

nerlijkt beeld, het ruiterportret is exuberant en gericht op

uiterlijk vertoon.

Matthias Depoorter

Antoon van Dyck,

Prins Thomas van Savoye

Carignano, 1634, olieverf op doek,

315 x 236 cm GALLERIA SABAUDA, TURIJN

Tentoonstelling

Nog tot 24 mei 2009 Open: van dinsdag t.e.m.

zondag van I 0 tot 18 uur,

donderdag tot 21 uur

Gesloten: maandag

Paleis voor Schone

Kunsten

{ Ravensteinstraat 23 I 000 Brussel

T 02 507 82 00 www.bozar.be

Page 4: Imagebuilding is van alle tijden · nagels mogen dan wel ongeschonden lijken, de oogopslag verraadt een gewiekste man, gepokt en gemazeld als hij was in het schouwspel dat de wereld
Page 5: Imagebuilding is van alle tijden · nagels mogen dan wel ongeschonden lijken, de oogopslag verraadt een gewiekste man, gepokt en gemazeld als hij was in het schouwspel dat de wereld

Hier uw

advertentie

Bereik meer dan

10.000 kunstliefhebbers in

Vlaanderen en Brussel.

{Vraag onze tarieven bij B-rromorion, jan Berghmans tel. 03 231 28 00, of via [email protected]

INGELANDGAT 4- GENT 09/223 37 93

KUNST-&

ANTIEKVEILING

I 0 MAART 2009

(om !Ou en !4u)

www.loeckx.be

Kijkdagen:

Vrijdag 6 maart van !Ou tot 19u

Zaterdag 7 maart van !Ou tot !7u

Zondag 8 maart van !Ou tot !7u

VLAAMSE KuNSTCOLLECTIE Na het succes van de tentoonstelling Ensor tot Bosch in 2005 slaan het

Paleis voor Schone Kunsten en de Vlaamse Kunstcollectie de handen op­

nieuw in elkaar voor Van Van Dyck tot Be/lotto, luister aan het hof van

Savoye. De vorsten van Savoye hadden een oog voor kunst uit de Ne­

derlanden. De collectie bevindt zich vandaag in de Galleria Sabauda in

Turijn. Die is momenteel gesloten en zal in 2011 heropenen, tegelijk met

de festiviteiten rond de 150"e verjaardag van de eenmaking van Italië. De

allereerste Italiaanse koning behoorde trouwens tot het huis Savoye.

De verzameling van het het hof van Savoye is een van de belangrijkste

Europese collecties Vlaamse schilderkunst. Hoe die ontstond en wat de

artistieke wisselwerking tussen de Nederlanden en het Italische schier­

eiland inhield, doet de tentoonstelling uit de doeken. Dat gebeurt met

meesterwerken van Brueghel de Oude, Rubens en Van Dyck en hun

Italiaanse collega's uit de vijftiende tot de achttiende eeuw. Bernarde

Bellotto bijvoorbeeld die met zijn fotografische blik schittert in Zicht op

Turijn vanuit de koninklijke tuin.

Volgend jaar reizen enkele topstukken uit de kunstmusea van Antwerpen

en Brugge naar Turijn. Dit is een initiatief van de Vlaamse Kunstcollec­

tie, het samenwerkingsverband van het Koninklijk Museum voor Schone

Kunsten Antwerpen, het Groeningemuseum Brugge en het Museum voor

Schone Kunsten Gent. Samen bieden een schitterend overzicht van de

kunstproductie in de Zuidelijke Nederlanden van de middeleeuwen tot

de twintigste eeuw. Door de krachten te bundelen en door expertise­

uitwisseling willen de drie musea de interantianale uitstraling van dat

erfgoed vergroten.

www.vlaamsekunstcollectie.be

Bernardo Be/lotto, Zicht op Turijn vanaf de koninklijke tuin,

1745, olieverf op doek, 128,5 x 174 cm

GALLERIA SABAUDA, TURIJN