Ik wist het!!!
-
Upload
kerk-noordwolde -
Category
Spiritual
-
view
134 -
download
3
Transcript of Ik wist het!!!
1ste Advent
Welkom
Voorganger dhr Pasterkamp
organist Johannes de Vries
Thema: ”Ik wist het wel!”
VDD jdh 232
Waarheen pelgrims
1
"Waarheen, pelgrims, waarheen
gaat gij,
't oog omhoog en hand in hand?"
Wij gaan op des Konings
roepstem
naar ons huis en Vaderland.
Over bergen en door dalen
gaan wij naar die blijde zalen,
gaan wij naar die blijde zalen
van Gods huis in 't Vaderland.
Gaan wij naar die blijde zalen
van Gods huis in 't Vaderland.
2
"Storm en duisternis bedreigt u;
zijt daartegen gij bestand?"
Waarom zou ons harte vrezen,
wand'lend aan des Heren hand?
Jezus Zelf zal voor ons strijden
en door Storm en nacht ons
leiden,
naar Gods huis in 't Vaderland.
en door Storm en nacht ons
leiden,
naar Gods huis in 't Vaderland.
3
"Zegt ons pelgrims, wat verwacht
gij
als uw deel aan 't beet're
strand?"
Koningskroon en priesterkleding
wacht ons uit des Heilands hand.
God de Heil'ge Ongeziene
zullen wij met d' eng'len dienen,
zullen wij met d' eng'len dienen,
in der eng'len huis en land.
zullen wij met d' eng'len dienen,
in der eng'len huis en land.
4
"Pelgrims, zegt ons, mogen wij
ook
met u trekken naar dat land?"
Komt, weest welkom, volgt ons
allen,
't oog omhoog en hand aan hand.
Bij der eng'len vreugdezangen
zal ons Jezus Zelf ontvangen,
zal ons Jezus Zelf ontvangen,
in Gods huis in 't Vaderland.
zal ons Jezus Zelf ontvangen,
in Gods huis in 't Vaderland.
1ste Advent
Welkom
Voorganger dhr Pasterkamp
organist Johannes de Vries
Thema: ”Ik wist het wel!”
Jdh 661 -1, 2
De dorre vlakte
De dorre vlakte der woestijnen
zal zich verblijden eindeloos;
de zandzee zal herschapen schijnen,
want bloeien zal zij als een roos.
Van heil'ge vreugde zal zij beven,
doortinteld van een heerlijk leven,
dat nimmermeer verwelken zal.
Zij zal de wonderen des Heren
aanschouwen en zijn grootheid eren
met jubelend triomfgeschal.
Versterkt dan nu de slappe handen
en zet hem vast, de wank'le voet!
Zegt tot wie zucht in pijn en banden:
'Weest sterk, vreest niet, hebt goede
moed!'
De Redder nadert ten gerichte:
van zijn aanbidd'lijk aangezichte
straalt waarheid en barmhartigheid.
Hij zal uw lijden u vergelden,
de boeien breken, die u knelden,
Hij, die u uit het diensthuis leidt.
Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
en van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
Jdh 389 – 1, 2
Looft, looft verheugd de Heer der heren,
Looft, looft verheugd de Heer der
heren,
aanbidt Zijn naam en wilt Hem
eren!
Doet Zijne glorierijke daân
alom de volkeren verstaan
en spreekt met aandacht en
ontzag
van Zijne wond'ren dag aan dag!
Vraagt naar de Heer en Zijne
sterkte;
naar Hem, Die al uw heil
bewerkte;
zoekt dagelijks Zijn aangezicht,
gedenkt aan 't geen Hij heeft
verricht,
aan Zijn doorluchte wonderdaân
en wilt Zijn straffen gadeslaan.
Gebed
De kinderen van de kindernevendienst komen naar voren.
Spoor van Kerstproject 2011
Licht
God wijst het spoor
1.
De engel mag beloven:
Jij krijgt toch nog een zoon.
„ „k Ben oud, kan niet
geloven.‟
Lang zwijgen is zijn loon.
Refrein:
God heeft ons niet verlaten,
zijn liefde gaat steeds door.
Gods Zoon zal zeker komen.
Hij leidt ons op zijn spoor.
Jdh 149
Groot is uw trouw, o Heer
Groot is Uw trouw, o Heer,
mijn God en Vader.
Er is geen schaduw van omkeer
bij U.
Ben ik ontrouw, Gij blijft immer
dezelfde,
die Gij steeds waart. Dat bewijst
Gij ook nu.
Groot is Uw trouw, o Heer;
groot is Uw trouw, o Heer,
iedere morgen aan mij weer
betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij
gegeven,
groot is Uw trouw, o Heer, aan mij
betoond.
Gij geeft ons vrede, vergeving van
zonden
en Uw nabijheid, die sterkt en die
leidt,
kracht voor vandaag, blijde hoop
voor de toekomst,
nu geeft Gij 't leven der
eeuwigheid.
Groot is Uw trouw, o Heer;
groot is Uw trouw, o Heer,
iedere morgen aan mij weer
betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij
gegeven,
groot is Uw trouw, o Heer, aan mij
betoond.
Lezen Lev. 19 - 15 t/m18
15 Gij zult bij het rechtspreken geen onrecht doen; gij zult de arme niet begunstigen en de aanzienlijke niet voortrekken: op rechtvaardige wijze zult gij uw naaste berechten. 16 Gij zult onder uw volksgenoten niet als een lasteraar rondgaan; gij zult uw naaste niet naar het leven staan: Ik ben de HERE.
17 Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; openlijk zult gij uw volksgenoot terechtwijzen en niet ter wille van hem zonde op u laden. 18 Gij zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn tegenover de kinderen van uw volk, maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de HERE.
Jdh 689 – 1, 2
Wij hebben een machtige Heiland
Wij hebben een machtige Heiland
Die nimmer de Zijnen vergeet
laat ons van Zijn goedheid niet
zwijgen
opdat een ieder het weet.
Refr.
Zorg toch dat ieder het weet!
Zorg toch dat ieder het weet!
Wij hebben een machtige Heiland:
Zorg toch dat ieder het weet!
Zijn liefd‟ en genâ zijn oneindig
Hij heeft mij met blijdschap
omkleed
Hij is mij het schoonst van
tienduizend:
Zorg toch dat ieder het weet!
Refr.
Zorg toch dat ieder het weet!
Zorg toch dat ieder het weet!
Wij hebben een machtige Heiland:
Zorg toch dat ieder het weet!
Lezen Jona 1 : 1 – 4 en
Jona 3 : 10 t/m 4 : 4
1 Het woord des HEREN kwam tot Jona, de zoon van Amittai: 2 Maak u op, ga naar Nineve, de grote stad, en predik tegen haar, want haar boosheid is opgestegen voor mijn aangezicht. 3 Maar Jona maakte zich op om te vluchten naar Tarsis, weg van het aangezicht des HEREN, en hij ging naar Jafo en vond een schip, dat naar Tarsiszou gaan;
hij betaalde de vrachtprijs daarvan en ging scheep om met hen naar Tarsis te gaan, weg van het aangezicht des HEREN. 4 Maar de HERE wierp een hevige wind op de zee en er ontstond een zware storm op de zee, zodat het schip dreigde te worden stukgeslagen.
10 Toen God zag wat zij deden, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.
1 Maar dit mishaagde Jona ten zeerste en hij werd toornig. 2 En hij bad tot de HERE en zeide: Ach, HERE, heb ik dat niet gezegd, toen ik nog in mijn land was? Daarom heb ik het willen voor-komen door naar Tarsis te vluchten, want ik wist, dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig, groot van goedertierenheid en berouw hebbend over het kwaad.
3 Nu dan, HERE, neem toch mijn leven van mij, want het is mij beter te sterven dan te leven. 4 Maar de HERE zeide: Zijt gij terecht vertoornd?
Jdh 140
Ik zie een poort wijd open staan,
1
Ik zie een poort wijd open staan,
waardoor het licht komt stromen.
Van 't kruis, waar 'k vrij'lijk heen
mag gaan
om vrede te bekomen.
Refrein:
Genade Gods, zo rijk en vrij!
Die poort staat open, ook voor mij!
Voor mij, voor mij,
staat open, ook voor mij.
2
Die open poort laat d„ ingang vrij
aan wie komt binnen vlieden;
aan rijk en arm, aan u en mij
komt Jezus vrede bieden.
Refrein:
Genade Gods, zo rijk en vrij!
Die poort staat open, ook voor mij!
Voor mij, voor mij,
staat open, ook voor mij.
3
Die open poort leidt tot Gods
troon;
gaat door, laat niets u hind'ren.
Neemt op uw kruis, aanvaardt de
kroon,
die God biedt aan zijn kind'ren.
Refrein:
Genade Gods, zo rijk en vrij!
Die poort staat open, ook voor mij!
Voor mij, voor mij,
staat open, ook voor mij.
4
In 't hemelrijk voor Jezus' troon,
daar leidt het kruis tot zegen.
Daar dragen wij voor kruis een
kroon,
door Jezus' bloed verkregen.
Refrein:
Genade Gods, zo rijk en vrij!
Die poort staat open, ook voor mij!
Voor mij, voor mij,
staat open, ook voor mij.
“Ik wist het wel!”
Jdh 112 - 1, 2, 3
Ik weet niet, waarom Gods gena
Ik weet niet, waarom Gods gena
Aan mij ook werd betoond,
En Hij mij, gans onwaardig mens,
Steeds zoveel liefde toont.
Refr.
Maar ik weet, in Wie 'k geloofd
heb,
En ben verzekerd, mijn Heer is
machtig,
Dat Hij het pand, Hem
toevertrouwd,
Tot die dag bewaart voor mij
Ik weet niet, hoe 't geloof in mij
Door God werd ingewerkt,
Of hoe Hij door Zijn Heil'ge Geest
Mij vrede in 't harte werkt.
Refr.
Maar ik weet, in Wie 'k geloofd
heb,
En ben verzekerd, mijn Heer is
machtig,
Dat Hij het pand, Hem
toevertrouwd,
Tot die dag bewaart voor mij
Ik weet niet, hoe Gods Geest de
mens
Van zonde ook overtuigt,
En Jezus openbaart aan 't hart,
Dat voor Hem nederbuigt.
Refr.
Maar ik weet, in Wie 'k geloofd
heb,
En ben verzekerd, mijn Heer is
machtig,
Dat Hij het pand, Hem
toevertrouwd,
Tot die dag bewaart voor mij
Gebed
Collecte
1stre voor United in Christ
2de voor eigen gemeente
JdH 283 – 1, 2, 3
Vast Rots van mijn behoud
Vaste Rots van mijn behoud,
als de zonde mij benauwt,
laat mij steunen op Uw trouw,
laat mij rusten in Uw schaûw,
waar het bloed door U gestort,
mij de bron des levens wordt.
Jezus, niet mijn eigen kracht,
niet het werk door mij volbracht,
niet het offer dat ik breng,
niet de tranen die ik pleng,
schoon ik ganse nachten ween,
kunnen redden, Gij alleen.
Zegen
Zie, ik breng voor mijn behoud
U geen wierook mirr' of goud;
moede kom ik, arm en naakt,
tot de God die zalig maakt,
die de arme kleedt en voedt,
die de zondaar leven doet.