Ik ben de goede Herder - Near East Ministry · 2020. 3. 4. · •16: Maar ik heb ook nog andere...

15
Johannes 10:1-18; 22-30 Ik ben de goede Herder

Transcript of Ik ben de goede Herder - Near East Ministry · 2020. 3. 4. · •16: Maar ik heb ook nog andere...

  • Johannes 10:1-18; 22-30

    Ik ben de goede Herder

  • 1. HERDER IN HET OT

    • Ezechiël 34:11 ‘Dit zegt God, de HEER: Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze zorgen.’

    23 ‘Ik zal een andere herder over ze aanstellen, een die ze wél zal weiden: David, mijn dienaar. Hij zal ze

    weiden, hij zal hun herder zijn.’

  • 2. GEVAAR

    • Dieven (3x) • Rovers (2x)

    1: ‘Wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een

    rover.’ 8: ‘Wie vóór mij kwamen waren allemaal dieven en

    rovers’ (9:33-34 ‘Als die man niet van God kwam, zou hij dit toch niet

    hebben kunnen doen?’ Toen riepen ze: ‘Jij, sinds je geboorte een en al zonde, wil jij ons de les lezen?’ En ze joegen hem

    weg.’)

    10: ‘Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen’

  • 2. NOG MEER GEVAAR

    • Wolven:

    12: ‘De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen’

  • 3. SOORTEN LEIDERS

    • Vreemde:

    • 5 ‘Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet

    kennen.’

    • Huurling:

    • 12-13: ‘Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de

    schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen; de man is een huurling en

    de schapen kunnen hem niets schelen.

  • 4. (VIA) DE DEUR

    9: ‘Ik ben de deur: wanneer iemand door mij binnen-komt, zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden.’

  • • 14: ‘mijn schapen kennen mij’

    • 3: ‘de schapen luisteren naar zijn stem’

    • 4: ‘de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen’

    • 16: ‘ook zij zullen naar mijn stem luisteren’

    • 27: ‘mijn schapen luisteren naar mijn stem’

    5. (DE STEM VAN) DE HERDER KENNEN

  • 5. DE STEM VAN DE HERDER KENNEN

    • 4 x ‘de schapen kennen mijn stem’

  • 6. DE HERDER KENT ZIJN SCHAPEN

    • 3: ‘hij roept zijn eigen schapen bij hun naam’

    • ‘14: ‘Ik ken mijn schapen’

    • 27: ‘Ik ken ze’

    • 15: ‘…zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken’

  • 7. DE EIGENAAR VAN ÉÉN KUDDE

    • 16: ‘Maar ik heb ook nog andere schapen, die niet uit deze schaapskooi komen (…) dan zal er één

    kudde zijn, met één herder.’

    • 24-26: ‘Als u de messias bent, zeg het ons dan ronduit.’ Jezus antwoordde: ‘Dat heb ik u al gezegd, maar u gelooft het niet. Wat ik namens mijn Vader doe getuigt over mij, maar u wilt me niet geloven,

    omdat u niet bij mijn schapen hoort’

  • 8. DE HERDER GEEFT ZIJN LEVEN

    11: ‘Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen’ (ook in vers 15, 17, 18) 28, 29: ‘Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat de Vader mij geeft, gaat alles te boven; niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven’

  • 9. LEVEN EN MEER

    • 9: ‘en hij zal weidegrond vinden.’

    • 10:‘maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid’

    (beter: ‘opdat zij leven hebben en meer hebben).

  • 9. GRAZIGE WEIDEN?

  • WIE LEIDT JOU?

    • In Jezus leidt God zelf jou als Herder

    • Hij is ‘branddeur’ en ‘toegangspoort’

    • Hij leidt je niet uit eigenbelang als rovers en dieven

    • Je (her)kent Zijn stem

    • De Herder kent jou bij naam

    • Je hoort bij zijn kudde (als je gelooft)

    • Hij geeft zijn leven voor jou

    • Je bent veilig voor altijd

    • Hij geeft jou het leven en meer – voor elke dag genoeg