ICT-starterskit voor (aspirant-)leraren - KU Leuven...Deelname aan inter-ENW/RP Studiedag ‘ICT in...
Transcript of ICT-starterskit voor (aspirant-)leraren - KU Leuven...Deelname aan inter-ENW/RP Studiedag ‘ICT in...
(Sticker Logo)
ICT-starterskit voor (aspirant-)leraren
Eindverslag van het ENW SoE-project 2011/5
30 september 2013
Wanneer ik het woord ‘toekomst’ uitspreek, vertrekt de eerste lettergreep al naar het verleden
(Wislawa Szymborska)
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 3/29
INHOUDSTAFEL
INHOUDSTAFEL ....................................................................................................................................................... 3
INLEIDING ................................................................................................................................................................ 4
1 Inhoudelijk verslag ............................................................................................................................................. 5 1.1 Doelstelling(en) ........................................................................................................................................ 5 1.2 Werkwijze ................................................................................................................................................. 6 1.3 Resultaten/ conclusies .............................................................................................................................. 9 1.4 Samenvatting ......................................................................................................................................... 17
2 Werkingsverslag ............................................................................................................................................... 18 2.1 Projectgroep en betrokkenen ................................................................................................................. 18 2.2 Activiteiten .............................................................................................................................................. 21 2.3 Reflectie over het project ........................................................................................................................ 22
3 Financieel verslag ............................................................................................................................................ 27
4 Relevante eindproducten ................................................................................................................................. 28
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 4/29
INLEIDING
Hetgeen voor u ligt mag dan wel ‘eindverslag’ heten, we schrijven het met de verwachting dat tegen het moment
dat u het leest, alweer nieuwe elementen met betrekking tot ‘de starterskit’ die we nog niet konden noteren,
‘verleden’ zijn…
Ook al beweegt er dus nog steeds veel op dit moment waarop we het project ‘ICT-starterskit voor (aspirant-)
leraren’ moeten afsluiten, we zullen in dit verslag een goede foto proberen te nemen van hetgeen we gerealiseerd
hebben binnen de projecttijd en op welke manier.
In de tekst wordt soms verwezen naar zaken die het proces en/of het product van het project illustreren. Vierkante
haken [met een nummer] duiden hierbij op een verwijzing naar de ‘lijst verwijzingen’ (onder Punt 4, Relevante
eindproducten) achteraan dit verslag.
Wat in deze ‘lijst verwijzingen’ vet gedrukt wordt, beschouwen we als een relevant eindproduct en vindt u terug op
de bij dit verslag meegeleverde Cd-rom [onder hetzelfde nummer].
Hetgeen niet vet gedrukt wordt, is relevante informatie bij het projectproces en vindt u terug in de community op de
digitale leeromgeving Toledo die bij dit project in het leven geroepen werd. In de lijst verwijzingen wordt telkens
aangegeven waar precies in die community bepaalde informatie is terug te vinden. De lezer van dit verslag die
(nog) geen toegang heeft tot deze organisatie en dit wenst, kan zich wenden tot de projectverantwoordelijke1.
We hopen via dit verslag voldoende te informeren over ons project, maar alle suggesties, opmerkingen, vragen,…
zijn steeds welkom.
We nemen hier ook graag van de gelegenheid gebruik om alle mensen te bedanken die ons tijdens de looptijd van
het project met raad en daad hebben bijgestaan: de coördinator en de stafmedewerkers van het expertisenetwerk
School of Education, onze opleidingsinstellingen, directies en collega’s, de adviesgroep, de studenten die de
starterskit welwillend voor ons uittestten, … en al wie ons sterkte en inspireerde tijdens het ontwikkelen van de
starterskit.
Leuven, september 2013
Karlien De Jaeger
Valère Awouters
Dries Palmaers
Severien Vandeputte
Rianne Janssen
1 Via [email protected].
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 5/29
1 INHOUDELIJK VERSLAG
1.1 Doelstelling(en)
Uitleg over de onderzoeksvragen en de doelstellingen van het project
Algemeen doel van het project
Door middel van de ICT-starterskit, een online screenings- en remediëringsinstrument ICT afgestemd op de
Vlaamse lerarenopleidingen, willen we studenten de kans bieden om zich bij de instroom in de lerarenopleiding
een spiegel voor te houden op het vlak van digitale vaardigheden. Bovendien krijgen ze via het instrument de
mogelijkheid gedetecteerde hiaten weg te werken, zodat zij op dit vlak geen belemmering ondervinden om te
participeren aan de lerarenopleiding waarvan ICT-integratie een algemeen kenmerk is.
Bij de instroom in de lerarenopleiding worden van de kandidaat-student (impliciet) een heel aantal competenties
verondersteld voor wat betreft het omgaan met ICT. Tondeur et al. (2010)2 benoemen deze begincompetenties
van studenten ook als één van de elementen om een goede vertrekbasis te creëren voor ICT-integratie in de
lerarenopleiding. De ervaring leert echter dat een niet te verwaarlozen aantal studenten niet aan deze
verwachtingen voldoet (een beeld dat door onderzoek keer op keer bevestigd wordt, zie bv.
http://www.klasse.be/leraren/29569/drie-op-de-tien-vlaamse-kinderen-kunnen-niet-online-op-school/, 14/11/2012).
Door middel van de starterskit willen we de instromende studenten daarom zicht geven op hun ICT-bekwaamheid
(de verwachtingen van de opleiding communiceren), alsook de studenten de mogelijkheid bieden om die
bekwaamheid op te tillen indien nodig.
Operationele doelstellingen
Bovenstaand algemeen doel vertaalden we in de volgende operationele doelstellingen (zie ook projectaanvraag
[1], p. 2/13):
1. De ICT-startcompetenties die door de lerarenopleidingen als minimumvereisten worden beschouwd om
de opleiding succesvol te kunnen opstarten, in kaart brengen, waar nodig gedifferentieerd naar het soort
lerarenopleiding en in het licht van concrete eindcompetenties ICT.
2. Inzoomen op de twee fundamentele bouwstenen voor het competent kunnen leren omgaan met ICT in
onderwijs, nl. de technisch-instrumentele en procedurele vaardigheden en de sociaal-ethische
capaciteiten: oplijsten wat de lerarenopleidingen minimaal nodig achten bij de instroom op beider vlak,
waar nodig gedifferentieerd naar het soort lerarenopleiding.
2 Tondeur, J., van Braak, J., & Vanderlinde, R. (2010). ICT-integratie in de lerarenopleiding: Vier in balans?, Tijdschrift voor
lerarenopleiders (VELON / VELOV), 31(2), 11-18.
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 6/29
3. Een online screeningsinstrument ontwikkelen dat de, afhankelijk van het soort lerarenopleiding dat men
zal volgen minimaal nodige, ICT-vaardigheden en attitudes van de instromende studenten meet.
4. Naar de resultaten van de screening gedifferentieerde (geautomatiseerde) remediëringstrajecten
inbedden in het instrument om de gedetecteerde hiaten, die een obstructie zouden betekenen voor het
participeren aan de lerarenopleiding, weg te werken.
1.2 Werkwijze
Uitleg over de aanpak
(over de wijze waarop een antwoord gezocht werd op de gestelde vragen/problemen)
Om onze bovenstaande doelen te bereiken, volgden we vrij nauwgezet het in de projectaanvraag vooropgesteld
actieplan (zie [1], p. 3-4/13), aangepast naar de suggesties van het Comité SoE (Bijlage V bij de
projectovereenkomst [2]) en naar hoe het plan in de feiten realiseerbaar bleek.
In Tabel 1 geven we het uiteindelijk verwezenlijkte actieplan weer.
Wanneer u het oorspronkelijke actieplan met het gerealiseerde actieplan zou vergelijken, zou de gelijkenis dus
zeer groot zijn, maar zouden volgende verschilpunten ons inziens toch opvallen:
1. De ontwikkelfase heeft meer tijd in beslag genomen dan we oorspronkelijk hadden gepland. Zonder hier
reeds gedetailleerd in te gaan op de verklaringen hiervoor (dit vindt meer zijn plaats in Punt 2.3), is dit
wellicht mede te wijten aan het cyclisch karakter van een ontwikkelproces van een instrument (zie
Afbeelding 1) waar we in het oorspronkelijk actieplan te weinig rekening mee hielden:
Afbeelding 1 : Dia (8) uit de presentatie gehanteerd bij de lancering van de ICT-starterskit [21]: Het creëren, herwerken, corrigeren,… van items volgens een cyclisch proces
2. De disseminatiefase werd in het oorspronkelijke actieplan (logischerwijze) chronologisch na de
ontwikkelfase geplaatst, doch we werkten gedurende de hele looptijd van het project actief aan het
bekendmaken van ons initiatief (zie ook verder Punt 2.1). De meest in het oog springende activiteiten
vindt u terug in Tabel 1 onder Fase 3.
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 7/29
Tabel 1 : Het feitelijk gerealiseerde actieplan
Fasering Acties Taakverdeling
0. Voorbereiding
(juli –
sept. 2011)
7/7/2011
Overleg (0) projectgroep in functie van vlotte opstart in
september
Bekendmaken van project bij lerarenopleidingen ENW SoE:
Ruim uitnodigen tot deelname aan adviesgroep
breed draagvlak voor screening/ remediëring ICT bij
instroom
Theoretische onderbouwing via literatuurstudie
Promotor nodigt voor
alle vergaderingen uit
en maakt verslag op
Promotor
Promotor
1. Doelenkader
(sept. – dec.
2011)
17/10/2011
24/11/2011
Sinds nov. 2011
1/12/2011
1.1 Oplijsten nodige ICT-startcompetenties bij instroom
Documentanalyse (eindtermen, …) welke competenties
kán men verwachten (vanuit SO)
Curriculumstudie, instrumentanalyse (bestaande checklists,
initiatieven …)
Bevraging van de lerarenopleidingen ENW SoE
o Via verkennende gesprekken met ICT-
verantwoordelijken binnen een aantal instellingen SoE
o Via een zo breed mogelijk samengestelde adviesgroep:
samenkomst (1) adviesgroep: met als centrale vraag/
vragen:
welke competenties wíl men minimum aanwezig
zien bij instromende kandidaat-leraren
consensus over instapnorm ICT-competenties
waar situeert zich de discrepantie met werkelijkheid
Overleg (1) projectgroep
1.2 Concretiseren basiscompetenties leraar met referentie naar
ICT (basiscompetenties 1.7.3, 1.5.1, eventueel 1.7.1)
Document- en instrumentanalyse (bv. Kennisbasis ICT, …)
Nauw overleg met projectleiders project ENW AUGent
‘Professionaliseren van lerarenopleiders op het vlak van
ICT’
1.3 Destilleren nodige ICT-vaardigheden en attitudes bij
instroom
Analyse van instapcompetenties (uit 1.1, in het licht van 1.2)
tot de bouwstenen
Bijeenkomst (2) adviesgroep:
centraal doel: consensus over focus screeningsinstrument
Promotor + advies
copromotoren
Promotor + advies
copromotoren
Promotor
Promotor m.m.v.
copromotor KHLim
Promotor
Promotor + advies
copromotoren
Promotor m.m.v.
copromotor KHLim
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 8/29
2. Ontwikkelfase
(jan. 2012 –
juni 2013)
27/1/2012
30/3/2012
6/7/2012
28/8/2012
Begin okt. 2012
19/10/2012
okt.–nov. 2012
nov. 2012–
feb. 2013
Eind nov. 2012
16/01/2013
feb. 2013
jan. 2013 –
juni 2013
07/03/2013
18/03/2013
19/05/2013
28/08/2013
2.1 Uitbouw screeningsinstrument
Toetsontwikkeling:
o Uitbouw toetsmatrijs
Overleg (2) projectgroep
o Uitwerken en programmeren eerste reeks toets items
Overleg (3) projectgroep
Overleg (4) projectgroep
Overleg (5) projectgroep
Testfase 1: pilootafname in partnerinstellingen (+ andere
kandidaat-opleidingsinstellingen) ruime proefgroep vanuit
GLO (KHLim) en SLO (HUB-Lessius, CVO Lethas en CVO
VIVO)
Overleg (6) projectgroep
Evaluatie screeningsinstrument
Uitwerken tweede reeks toets items + bijsturing instrument
Programmeren
Tussentijds verslag uitbrengen bij SoE [12]
Overleg (7) projectgroep
Testfase 2: aftoetsen van de tweede reeks toets items
binnen beperkte proefgroep (CVO VIVO)
2.2 Uitbouw remediëringstrajecten
Uitwerken van gedifferentieerde remediëringstrajecten (in de
vorm van: kwalitatieve feedback bij de antwoorden op de
toets items, fiches met info, instructiefilmpjes en oefeningen)
Programmeren
Overleg (8) projectgroep
Bijeenkomst (3) adviesgroep voorstelling en consensus
over aard screeningsinstrument/ luik remediëring
2.3 Design instrument
Voorstellen grootte afbeeldingen, kleurgebruik, logo,…
Programmeren
Overleg (9) projectgroep
Overleg (10) projectgroep
Promotor + advies
copromotoren KU
Leuven
Copromotor KHLim +
advies promotor en
copromotor
KU Leuven
Promotor +
copromotor KHLim
Copromotor KU
Leuven
Promotor
Copromotor KHLim
Promotor
Promotor
Promotor
Copromotor KHLim
Promotor m.m.v.
copromotor KHLim
Promotor
Copromotor KHLim
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 9/29
3. Disseminatie-
en
evaluatiefase
(nov. 2011
– aug. 2013)
25 oktober 2012
12 maart 2013
22 maart 2013
22 maart 2013
30 mei 2013
30 augustus 2013
Deelname aan Studiedag ENW SoE 2012: onze workshop
werd vervangen door een digitale presentatie die in het
forum werd afgespeeld (zie [13])
Presentatie op het Congres voor Lerarenopleiders 2013
(voor een weergave van onze bijdrage, zie [14] en [15 ])
Laureaat voor de e-Award 2013 zie [16] en [17])
Deelname aan inter-ENW/RP Studiedag ‘ICT in de
lerarenopleiding’ van ENW AUGent (zie [18] en [19])
Voorstelling project aan de Werkgroep Digitaal Leren ENW
SoE
Lancering ICT-starterskit (zie [20] en [21]): Voorstelling van
instrument aan alle lerarenopleidingen binnen en buiten
ENW SoE en toelichting/ begeleiding bij implementatie,
werken met toekomstige updates, …
Implementatie bij zoveel mogelijk lerarenopleidingen met
instroom in eerste semester 2013
evaluatie van instrument/ effecten remediëring
Promotor
Promotor
Promotor
Promotor
Promotor
Promotor +
copromotor KHLim
Promotor +
copromotoren
copromotor KU
Leuven
4. Rapportering
(sept. 2013)
Eindrapport schrijven
Promotor
1.3 Resultaten/ conclusies
Oplijsting van conclusies en resultaten
Om dit punt uit te werken, vertrekken we van de in de projectovereenkomst beloofde toetsbare resultaten/
producten (zie [1] p. 5/13). We vinken als het ware af en rapporteren ook de belangrijkste conclusies.
1. Een lijst (publicatie3) van
a. de door de lerarenopleidingen veronderstelde ICT-startcompetenties van studenten bij de aanvang van
hun lerarenopleiding, waar nodig gedifferentieerd naar het soort lerarenopleiding;
Op de eerste bijeenkomst met de adviesgroep hebben we een (extract uit) een tekst voorgelegd waarin
gereflecteerd wordt over ICT-competenties in de lerarenopleiding [3]. In het extract wordt met name
stilgestaan bij de minimaal mogelijke/ nodige ICT-competenties bij aanvang van de lerarenopleiding. De
3 Vanwege het projectverloop en de aard van de uiteindelijke producten zoals beschreven in de Punten a, b en c werd het geheel
(nog?) niet gepubliceerd.
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 10/29
uitgangspunten werden in grote lijnen bekrachtigd tijdens het overleg met de adviesgroep en dus
gehanteerd in functie van onderstaand Punt b. De volledige tekst werd naderhand afgewerkt en vindt u in
bijlage [4] terug bij dit eindverslag.
Belangrijk lijkt ons te vermelden dat we reeds in deze fase van het project de denkpiste verlaten hebben
te willen werken ‘gedifferentieerd naar het soort lerarenopleiding’. (Mogelijkheid tot) differentiatie bleef
uiteraard een belangrijk uitgangspunt bij het uitwerken van de starterskit, doch we kozen er eerder voor te
differentiëren op basis van de individuele beginsituatie van de student dan op basis van het soort
lerarenopleiding die hij/zij volgt. Binnen de opleidingen zijn de individuele verschillen immers vaak groot
en ook de vereisten die aan een student binnen een bepaalde opleiding worden gesteld, verschillen (bv.
studenten met een diploma SO aan de SLO komen in een heel andere werkcontext met andere vereisten
voor w.b. ICT-competenties terecht dan studenten met een diploma HO, van een student BaSO LO zullen
andere ICT-competenties verwacht worden dan van een student BaSO Informatica,…). Om
differentiatiemogelijkheden uit te werken, werd daarom vertrokken van de idee van ‘levels’ (zie ook verder
voor de operationalisering van dit begrip): op basis van een zelfinschatting en de gecommuniceerde
verwachtingen vanuit de opleiding, werkt de student de starterskit door, brengt hij zijn ICT-bekwaamheid
in kaart en bereikt hij op het einde van de starterskit – bv. aan de hand van de ingebouwde
remediëringsmogelijkheden – minimaal het vanuit de opleiding verwachte startniveau.
b. de door de opleidingen minimaal nodig geachte technisch-instrumentele en procedurele vaardigheden en
sociaal-ethische capaciteiten m.b.t. ICT (ook kortweg aan te duiden met ‘ICT-vaardigheden en attitudes’)
bij instroom, waar nodig gedifferentieerd naar het soort lerarenopleiding;
Op basis van een operationalisering van de competenties (uit Punt a.) werd een toetsmatrijs [5]
opgesteld. Deze heeft attitudes en vijf categorieën digitale vaardigheden enerzijds en vier niveaus waarop
de vaardigheden zich kunnen manifesteren anderzijds als ingangen (zie ook Afbeelding 2 hieronder).
De indeling naar inhoudsgebieden is deze zoals voorgesteld in ‘20111201_Digitale
vaardigheden_werkdocument.doc’ [6] op basis van indelingen uit de literatuur. De vier niveaus werden
aan de hand van curricula en studiemateriaal van ICT-opleidingen bepaald.
Afbeelding 2: Dia (9) uit de presentatie gehanteerd bij de lancering van de ICT-starterskit [21]:
Ingangen van de toetsmatrijs
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 11/29
De voor de lerarenopleidingen relevante vaardigheden en attitudes m.b.t. ICT bij instroom worden in dit
document dus analytisch weergegeven (niet zozeer in een lijst, maar in matrixvorm).
c. geconcretiseerde ICT-competenties die aan het einde van de opleiding c.q. van iedere beginnende leraar
worden verwacht, waar nodig gedifferentieerd naar het soort lerarenopleiding.
In de tekst waarin gereflecteerd wordt over de ICT-competenties in de lerarenopleiding [4], werd dan wel
een eerste aanzet gegeven om de basiscompetenties te concretiseren, doch verder hebben we ons op de
‘eindcompetenties’ niet zo sterk meer gefocust binnen de contouren van ons project. Dit vooral vanwege
het feit dat we reeds vanaf november intensief communiceerden met de projectleiders van het project
‘Professionalisering van lerarenopleiders op het vlak van ICT’ (ENW AUGent) en daaruit konden afleiden
dat zij (logischerwijze) ook met de operationalisering van de basiscompetenties ICT voor leraren aan de
slag zouden gaan. In het ICT-competentieprofiel voor lerarenopleiders dat zij voorleggen [7], wordt deze
operationalisering inderdaad uitgewerkt. Vanwege het feit dat we op diverse tijdstippen en manieren
feedback konden formuleren ten aanzien van dit competentieprofiel, leek het ons effectiever daarin te
investeren: op die wijze is er nu immers een lijst van geconcretiseerde ICT-competenties voor de
beginnende leraar (waar tot op interENW-niveau over gedebatteerd werd en) waar we ons zeker kunnen
in vinden.
2. Een online systeem- en softwareonafhankelijk screeningsinstrument voor het meten van de ICT-
vaardigheden en attitudes van kandidaat-studenten, dat zal ingebed worden in Toledo en in de andere
gebruikte elektronische leeromgevingen.
De starterskit is terug te vinden via volgende url: http://starterskit.edev.khlim.be/student [8]. Mogelijks
wordt de starterskit nog op een andere server geplaatst, doch bovenstaand adres zal blijvend gebruikt
kunnen worden om op de startpagina terecht te komen (de gebruiker wordt dan bij het intikken van dit
adres automatisch doorgestuurd naar het eventuele nieuwe webadres). [ ED+ict] verbindt er zich sowieso
toe de starterskit te blijven hosten. Op de website van SoE zal een link naar de starterskit aangemaakt
worden; ook de opleidingsinstellingen kunnen deze link uiteraard opnemen op hun website of binnen hun
leeromgeving. Opleidingsinstellingen die dit wensen, kunnen de starterskit bovendien op hun eigen server
plaatsen. Zij nemen hiervoor contact op met Dries Palmaers.
Voor de starterskit kozen we een CC-licentie ‘Naamsvermelding – Niet-commercieel – Gelijk Delen’ (zie
ook http://creativecommons.org/choose/ voor de inhoud van de licentie).
Op bovengenoemde webpagina (aan studentzijde) registreren studenten zich en loggen ze vervolgens in
om aan de screening te beginnen. Via de handleiding op de startpagina (in .pdf) kunnen ze nakijken
welke stappen ze achtereenvolgens kunnen ondernemen om met de starterskit aan de slag te gaan.
De registratie kan volledig door de individuele student gebeuren; het enige wat men nodig heeft om
toegang te hebben tot het instrument, is de naam van de groep waartoe men behoort.
Deze groepsnaam kan aangemaakt worden door de school via de schoolzijde
(http://starterskit.edev.khlim.be/school) van zodra deze een aanvraag heeft gedaan bij de administrator
(één van de projectpartners) om toegelaten te worden tot de starterskit4.
Een andere mogelijkheid is uiteraard dat de administrator rechtstreeks de groepsnaam bezorgt5. De
administrator werkt aan de administratorzijde van het instrument.
4 Aan de schoolzijde kan bv. ook nagegaan worden wie (wanneer en met welke scores) deelgenomen heeft aan de screening.
5 Zo kan de lezer van dit verslag die dit wenst, zich eveneens registreren, inloggen en vervolgens deelnemen aan de groep
‘SoE_test’.
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 12/29
Eens volledig ingelogd, kan de student (naar eigen keuze of
volgens de instructies van de opleidingsinstelling) de starterskit
beginnen afwerken.
Het screeningsinstrument bestrijkt vijf inhoudsgebieden
(benoemd als ‘cases’, zie ook Afbeelding 3), nl.
bestandsbeheer, schrijfprogramma’s, presentatiemiddelen,
rekenblad, en internet en e-communicatie. Binnen die
inhoudsgebieden wordt zowel gepeild naar instrumentele
vaardigheden, als naar informatievaardigheden, formele
vaardigheden en attitudes.
De vragen en opdrachten met betrekking tot de vijf
inhoudsgebieden worden nog verder ingedeeld in drie (of vier)
niveaus, nl. een elementair niveau, basisniveau, gevorderd en
expertniveau (benoemd als levels 1 t.e.m. 3 of 4). Enkel voor
bestandsbeheer worden de niveaus 3 en 4 uit de toetsmatrijs
afzonderlijk getoetst. Voor de overige inhoudsgebieden hebben
we ervoor gekozen niet te differentiëren tussen deze hoogste
levels, daar de verschillen tussen deze niveaus te klein waren
qua verwachte vaardigheden.
Afbeelding 3: Starterskit Menu
Wanneer je over de knoppen van de cases en de levels ‘zweeft’, verschijnt een tekstvak waarin kort
uitgelegd wordt wat waar gescreend en geremedieerd wordt (zie ook Afbeelding 3 hierboven). Deze
informatie hebben we voornamelijk in functie van de mogelijkheid tot zelfsturing door de student
ingebouwd.
Hoe de student de screening doorloopt, kan uiteraard ook bepaald worden door de opleidingsinstelling
(bv. verplicht alle niveaus versus de student op basis van zelfinschatting laten starten op een bepaald
level tot en met het verwachte niveau, bv. alle inhoudsgebieden afwerken versus één of enkele, …,
volledige vrije keuze door de student).
Elk level bestaat vervolgens uit een aantal vragen, waarbij bij elke vraag een situatie datgene toont
waarvoor je een oplossing moet vinden.
De oplossing wordt gekozen uit de knoppen onder
de situatie.
Studenten worden sterk aangeraden om, wanneer
men een antwoord niet kent, de knop ‘Ik weet het
niet’ te gebruiken, daar ze anders een vertekend
beeld krijgen van hun beheersingsniveau.
Afbeelding 4: Voorbeeldvraag (zie ook ‘Instructies’)
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 13/29
Inhoudelijk werden de vragen zo contextrijk mogelijk opgemaakt. De vragen kaderen zoveel mogelijk
binnen de context van het leraar (in opleiding) zijn, het werken met hedendaagse media in de klas,…
Hierbij worden zowel de vaardigheden (bv. ‘Hoe download je een programma vanop internet?’) als de
attitudes (bv. bij het downloaden van dergelijke programma’s kan je ongewild zaken mee downloaden die
je eigenlijk niet op je computer wil hebben; kijk steeds goed na wat aan- of afgevinkt staat, lees steeds
goed de instructies, de voorwaarden die je onderschrijft,…) getoetst.
Verder hebben we bewust aandacht besteed aan het visualiseren van contexten binnen diverse soorten
software.
Daar waar zinvol, werden bovendien ‘generieke’ antwoordknoppen gegenereerd, waardoor het redeneren
over het juiste antwoord voorop staat en niet de specifieke handeling in een bepaald pakket.
Eens een level afgewerkt (een set van zeven à tien vragen), krijgt men een overzichtspagina (zie
Afbeelding 5) waarop via een gekleurde balk (en bijhorende legende) wordt aangeduid hoe men het er op
dat level van af heeft gebracht.
Men kan via deze pagina ook vaststellen welke vraag men juist en welke vraag men fout heeft
beantwoord.
Indien gewenst, kunnen de resultaten gedownload worden in een pdf-bestand (via het icoontje rechts
bovenaan, zie Afbeelding 5).
Afbeelding 5: Voorbeeld van een overzichtspagina na het afwerken van een level
Wanneer men vervolgens op een vraag klikt, krijgt men te zien welk het juiste antwoord en/ of het foute
antwoord was. Voor beide knoppen wordt ook uitgelegd waarom het antwoord correct dan wel niet
correct was (zie Afbeelding 6).
Afbeelding 6: Voorbeeld van kwalitatieve feedback per antwoordmogelijkheid bij een vraag
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 14/29
Ook per inhoudsgebied kan men een overzichtspagina van de behaalde resultaten opvragen:
Afbeelding 7: Voorbeeld van een overzichtspagina bij een inhoudsgebied als geheel
Wanneer men wil stoppen met werken zonder gefinaliseerd te hebben, kan dit: men kan uitloggen op om
het even welk moment (bovenaan de pagina, zie bv. Afbeelding 3) en terug inloggen wanneer men terug
verder wil gaan. De voortgang wordt onthouden, zodat men bij het terug inloggen automatisch terecht
komt bij de oefening waar men gestopt was.
3. Remediëringstrajecten ingebed in het screeningsinstrument die automatisch online gegenereerd worden
naargelang het individuele resultaat van de screening om zo de hiaten, die een obstructie zouden
betekenen voor het participeren aan de lerarenopleiding, weg te werken. Via het template kunnen
lerarenopleidingen bovendien ook bijkomende, eigen remediëringsmogelijkheden uitzetten. Op die manier
laat het remediëringsluik elke student toe te evolueren tot (minstens) de door de opleiding verwachte
instapnorm op het vlak van ICT-vaardigheden en attitudes.
De vele kwantitatieve en kwalitatieve feedback die in het instrument ingebouwd zit (en hierboven reeds
werd gedemonstreerd), kan beschouwd worden als de ‘eerste lijn’ waarop de student geremedieerd
wordt.
Bovendien zitten op verschillende plaatsen in het instrument (in de instructies, de vraagstelling,…) ook
een 70-tal infoknoppen verwerkt, die als een pop-up verschijnen wanneer men over het -bolletje
zweeft (zie ook Afbeelding 8). De infoknoppen bevatten verduidelijkingen van begrippen, informatie over
bv. programma’s die in de vraag vermeld worden, verwijzingen naar andere software analoog aan de in
de vraag gebruikte, tips bij ICT-gebruik, verwijzingen naar websites als die van het Ministerie van
Onderwijs en Vorming, Klascement,… of naar plekken waar informatie, gratis software,… te halen is.
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 15/29
Afbeelding 8: Voorbeeld van een infoknop
Telkens een level afgewerkt is en de overzichtspagina verschijnt, heeft men bovendien de mogelijkheid
om via de knop ‘Meer Hulp’ rechts onderaan (zie Afbeelding 9) infofiches te raadplegen met meer
informatie en/of oefeningen, instructiefilmpjes,… en dit met betrekking tot de onderwerpen die in het level
werden bevraagd (zie Afbeelding 10).
Afbeelding 9: Overzichtspagina met de knoppen ‘Meer Hulp’, ‘Herstart Level’ en ‘Volgend Level’
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 16/29
Afbeelding 10: Voorbeeld van een overzicht van bijkomende informatie die geraadpleegd kan worden
In het totaal werden er zo’n 85 infofiches of hulpkaarten uitgeschreven en online in .pdf beschikbaar
gesteld. Deze infofiches worden in de bijlagen [9] bij dit verslag opgenomen.
Via deze infofiches krijgen de studenten informatie, de mogelijkheid om zaken uit te proberen, links naar
websites, handleidingen bij software, instructiefilmpjes, … . De fiches zijn het meest uitgebreid
uitgeschreven voor de topics die tot de eerste levels behoren; naarmate het level stijgt, wordt minder
gewerkt met een exhaustieve uitleg op de fiche en meer met externe links. We zijn er namelijk van uit
gegaan dat studenten met moeilijkheden op de eerste levels, à la carte moeten bediend worden binnen
het instrument, terwijl studenten die op de hogere levels aangekomen zijn, reeds de vaardigheden
hebben om zaken na te kijken via bestaande hulpbronnen.
Het screeningsinstrument bevat voor elk level 2 reeksen vragen en opdrachten (in het totaal bevat de
database zo’n 275 vragen). De student kan zichzelf dus ‘hertesten’ met andere vragen op eenzelfde
niveau (zie ook de knop ‘Herstart Level’ in Afbeelding 9). Zelfs na 2 keer eenzelfde level doorlopen te
hebben, kan men nogmaals datzelfde level doorlopen (maar dan komen wel dezelfde vragen terug).
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 17/29
1.4 Samenvatting
Het project 'ICT-starterskit voor (aspirant-)leraren' liep van 1 september 2011 tot en met 30 augustus 2013. CVO
VIVO Kortrijk, de Katholieke Hogeschool Limburg (m.n. de onderzoekseenheid ED+ict) en de KU Leuven werkten
binnen de context van het expertisenetwerk SoE samen aan dit project.
Door middel van de ontwikkelde starterskit, een online screenings- en remediëringsinstrument, kunnen we nu
studenten bij instroom in de lerarenopleiding een spiegel voorhouden voor wat betreft hun ICT-vaardigheden (de
verwachtingen van de opleiding communiceren) alsook de gedetecteerde hiaten wegwerken, zodat studenten op
dit vlak geen belemmering ondervinden om te participeren aan de lerarenopleiding waarvan ICT-integratie een
algemeen kenmerk is.
Bij de instroom in de lerarenopleiding worden van de kandidaat-studenten (impliciet) een heel aantal competenties
verondersteld voor wat betreft het omgaan met ICT; deze begincompetenties zijn immers essentieel om een goede
vertrekbasis te creëren voor ICT-integratie in de lerarenopleiding. Een niet te verwaarlozen aantal studenten
voldoet echter niet aan deze verwachtingen.
Het screeningsinstrument bestrijkt een vijftal inhoudsgebieden, nl. bestandsbeheer, schrijfprogramma’s,
presentatiemiddelen, rekenblad, en internet en e-communicatie. Binnen die inhoudsgebieden wordt zowel gepeild
naar instrumentele vaardigheden als naar informatievaardigheden, formele vaardigheden en attitudes.
De student kan de screening aanvangen op elementair, doch evenzeer op het tweede niveau (het basisniveau)
dan wel op gevorderd of expertniveau. Gekoppeld aan elk niveau kan de student informatie, instructiefilmpjes,
oefeningen,… raadplegen naargelang zijn nood hieraan. Daar in de kit verschillende reeksen van vragen en
opdrachten voorzien zijn, kan de student zichzelf ‘hertesten’ en zo zijn progressie zichtbaar maken.
Met de starterskit willen we uiteindelijk de drempel voor het integreren van digitale toepassingen in onderwijs zo
laag mogelijk krijgen: door te zorgen voor een verhoogd instapniveau op het vlak van ICT-vaardigheden, kan de
lerarenopleiding immers volop inzetten op het didactisch verantwoord (leren) inzetten van digitale toepassingen
binnen de lespraktijk en dit is ons uiteindelijk hoger doel!
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 18/29
2 WERKINGSVERSLAG
2.1 Projectgroep en betrokkenen
Projectpartners en taakverdeling6,
externen,…
Projectgroep
CVO VIVO Kortrijk, de Katholieke Hogeschool Limburg (m.n. de onderzoekseenheid ED+ict) en de KU Leuven
werkten samen aan dit project. In Tabel 2 worden de namen van de samenwerkende instellingen, van de promotor
en co-promotoren en van de projectmedewerkers opgenomen:
Tabel 2 : Samenwerkende instellingen, (co-)promotoren en projectmedewerkers
Instellingen (Co-) Promotoren Projectmedewerkers
CVO VIVO Kortrijk
(penvoerende instelling)
Karlien De Jaeger
Severien Vandeputte
KHLim, ED+ict Valère Awouters Dries Palmaers
KU Leuven 2011-2012: Geraldine Clarebout
& Rianne Janssen
Vanaf 2012-2013: Rianne Janssen
Binnen de partnerinstellingen
In functie van bepaalde taken werden extra mensen ingezet door de partnerinstellingen.
Zo werd beroep gedaan op Dhr. Jan Schrooten (Trajectbegeleider Lerarenopleiding BASO, KHLim) in functie van
het ontwikkelen en programmeren van de eerste itemset.
Tijdens het tweede werkjaar gaf Mevr. Mieke Vergote (ICT-leerkracht en PR-verantwoordelijke CVO VIVO) ons de
nodige ondersteuning in functie van het maken van publiciteit voor ons project om mee te dingen naar de e-Award
(getuige [16]). Zij werkte verder ook zaken voor ons af in functie van het design van de starterskit. Zo creëerde zij
onder andere ons logo.
Gedurende de gehele termijn konden we binnen CVO VIVO bovendien rekenen op het nodige advies van collega’s
(vnl. op het vlak van praktijkonderzoek) en werd vaak – vooraleer we iets presenteerden buiten onze
opleidingsinstelling – intern afgetoetst. Een concreet voorbeeld hiervan is dat we onze starterskit bv. voorstelden
aan een (centrumbrede) werkgroep e-leren, vooraleer onze starterskit voor te stellen aan de adviesgroep, de
werkgroep Digitaal Leren,….
6 De taakverdeling werd in dit punt niet opnieuw opgenomen; deze is terug te vinden in Punt 1.2.
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 19/29
Buiten de partnerinstellingen
Op diverse wijzen waren contacten met externen een belangrijke manier om de vinger aan de pols te houden bij
het uitwerken van ons product en om – de suggesties van het Comité SoE indachtig (zie Bijlage V bij de
projectovereenkomst [2]) – de disseminatie ervan voldoende te bewerkstelligen.
Daar waar we bij de aanvang van het project misschien eerder binnen de grenzen van het ENW SoE bleven om
externen te betrekken bij ons proces, bleek toch ook vrij snel dat het uitermate zinvol was om over die grenzen
heen, te overleggen en samen te werken met initiatieven die in dezelfde lijn liggen van ons project.
Zowel binnen als buiten het ENW konden we veel van elkaar leren, zelfs onze projecten op mekaar afstemmen.
Binnen het ENW SoE
Vooraleer de adviesgroep een eerste keer samen te brengen, hadden we enkele gesprekken met ICT-
verantwoordelijken binnen opleidingsinstellingen ENW SoE met als doel na te gaan wat zij aan ICT-competenties
aanwezig willen zien bij de instroom, wat de hiaten zijn ten opzichte hiervan en wat men hier eventueel reeds rond
onderneemt.
De adviesgroep was (zeker in de aanvangsfase van het project) een belangrijk orgaan om af te toetsen of onze
visie en de manier waarop we die wensten te vertalen in een starterskit, aansloot bij wat er in de andere
opleidingsinstellingen van het ENW SoE leeft. We wilden in de groep dan ook vertegenwoordigers uit zoveel
mogelijk instellingen ENW SoE hebben. In Tabel 3 wordt weergegeven met welke personen contact werd
opgenomen in het kader van de samenstelling van de adviesgroep. In de verslaggeving [10] vindt u terug wie
uiteindelijk effectief participeerde aan de georganiseerde bijeenkomsten.
Tijdens het pilootonderzoek (oktober 2012) kregen we heel wat relevante feedback van de studenten (en
docenten) uit de diverse opleidingsinstellingen en lerarenopleidingen m.b.t. ons instrument zoals het toen voorlag
(zie ook verder, Punt 2.3).
Tabel 3 : Contactpersonen adviesgroep
Instellingen Contactpersonen Departement/ Dienst,
Opleiding
KU Leuven
Geraldine Clarebout
Bregt Henkens
KU Leuven, CIP&T
Werkgroep Digitaal Leren
AVL
Groep T Jeroen Thijs Werkgroep Digitaal Leren
GLO
Hogeschool-Universiteit Brussel
& Lessius Antwerpen
Heidi Degroote
Lucas Verhelst
Werkgroep Digitaal Leren
SLO
Werkgroep Digitaal Leren
Dep. ICT
Hogeschool voor Wetenschap en
Kunst & Hogeschool Sint-Lukas
Brussel
Wim Mortier SLO
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 20/29
Katholieke Hogeschool Brugge-
Oostende Ann Buffel
GLO
ICTO coach
Katholieke Hogeschool Kempen Jean-Pierre Pluymers Werkgroep Digitaal Leren
GLO
Katholieke Hogeschool Leuven Luc Vandeput
Frank Vandewyer
Werkgroep Digitaal Leren
GLO
Katholieke Hogeschool Limburg Valère Awouters
Dries Palmaers GLO
Katholieke Hogeschool Sint-Lieven Bart D’haenens GLO
Katholieke Hogeschool Zuid-West-
Vlaanderen Xavier Vandenberghe GLO
Lessius Mechelen Eva Goossens
Marc Gorremans
Werkgroep Digitaal Leren
GLO
CVO HIK Martine Boschmans SLO
CVO Lethas Hilde Van der Haegen
Kirsten De Schrijver SLO
CVO LimLO Veerle Rubens
Lieven Vananderoye SLO
CVO TNA Yo Wouters SLO
CVO TSM Koen Pollaert SLO
CVO VIVO Severien Vandeputte
Karlien De Jaeger SLO
CVO VTI Aalst Jurgen Penneman SLO
CVO VTI Brugge Hilde De Doncker SLO
CVO VTI Leuven Peter Verluyten Werkgroep Digitaal Leren
SLO
Buiten het ENW SoE
Zoals in Tabel 1 reeds vermeld, hadden we – vooral tijdens het eerste werkjaar van het project – geregeld contact
met de projectleiders van het project ‘Professionaliseren van lerarenopleiders op het vlak van ICT’ (ENW AUGent),
zijnde Nancy Verliefde en Luk Vanlanduyt (alsook, zij het niet telkenmale, met Jo Tondeur). Dit zowel via
individuele gesprekken als in het kader van de resonansgroep die ingesteld werd bij het project.
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 21/29
Nog binnen het expertisenetwerk AUGent toetsten we onze werkwijze af bij de projectleider van het project ‘Klaar
voor hoger onderwijs’ voor wat betreft ICT-competenties (Arteveldehogeschool, Sofie Vispoel). Dit resulteerde
uiteindelijk in een samenwerking en een win-win-situatie voor beide partijen. Zo konden wij een 5-tal hulpkaarten
die reeds door het genoemde project werden aangemaakt in de starterskit overnemen, terwijl het genoemde
project de pijlen minder moest richten op de sensibilisering over verwachtingen m.b.t. ICT-competenties in het
hoger onderwijs. Zij zullen binnen hun website immers een directe koppeling maken naar de ICT-starterskit. In de
starterskit zou dan weer een link kunnen gelegd worden voor toegang tot de mediatheken van de
Arteveldehogeschool.
Andere klankborden buiten het ENW SoE waren Bram Bruggeman, werkzaam bij CVO Het Perspectief, een CVO
dat sterk inzet op het verhogen van ICT-competenties bij aanvang van de lerarenopleiding (door alle cursisten
verplicht vooraf een module ICT te laten volgen als opstap).
Ook bij Geert Speltincx, co-auteur van ‘Beginassessments, Meten van startcompetenties’, legden we ons oor te
luister rond hoe de Karel de Grote-Hogeschool (ENW ELAnt) omgaat met het bepalen van ICT-vaardigheden bij
het begin van de lerarenopleiding.
Daar waar bovenstaande contacten vooral in functie van inspiratie, afstemming, samenwerking,… werden gelegd
en disseminatie hiervan eerder een neveneffect is, namen we ook reeds initiatieven buiten het ENW die direct in
functie staan van de verspreiding van de projectresultaten.
Zo hadden we reeds een eerste keer een gesprek met Jan Decraemer (Ministerie van Onderwijs en Vorming) in
functie van de disseminatie van de eindresultaten (bij de Vlaamse secundaire scholen) en het verzorgen van de
aansluiting SO-HO. Dit gesprek vond eerder aan het begin van de looptijd van ons project plaats en stond nog
vooral in het teken van onze doelstellingen; we hopen nu ook de kans nog te krijgen ons projectresultaat te
presenteren en te overleggen rond de mogelijkheden om ons instrument nog ruimer te dissemineren.
Zoals in Tabel 3 weergegeven, zijn uiteraard ook de deelname aan de Studiedag ENW SoE, de deelname aan de
inter-ENW/RP Studiedag ‘ICT in de lerarenopleiding’ van ENW AUGent, de presentatie op het Congres voor
Lerarenopleiders 2013 en het kandideren naar de e-award alle bijkomende acties geweest om de starterskit
kenbaar te maken.
2.2 Activiteiten
Bv. hoeveel keer werd samengekomen, welke activiteiten werden verricht,…
Voor een feitelijk overzicht van de activiteiten willen we graag verwijzen naar voorgaande punten. We menen daar
reeds een vrij accuraat beeld te hebben weergegeven van wat ondernomen werd binnen en buiten de projectgroep
om van de ICT-starterskit een degelijk instrument te maken. We willen hier verder ook verwijzen naar de
verslaggeving van de samenkomsten met de projectgroep [11]: deze verslagen geven ons inziens gedetailleerd
zicht op de ondernomen activiteiten.
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 22/29
2.3 Reflectie over het project
SWOT-analyse
In het onderstaande gaan we verder dan de feitelijke opsomming van doelen, activiteiten en resultaten. We staan
hier namelijk expliciet stil bij de sterktes en zwaktes van zowel het projectproces als –product. Bovendien noteren
we hoe deze zich vertalen in kansen en bedreigingen (zowel op dit moment als voor de toekomst).
In onderstaande figuur hebben we onze SWOT-analyse samengevat, op de volgende bladzijden lichten we de
inhoud van elk van de kwadranten verder toe.
Afbeelding 11: SWOT-analyse van projectproces en -product
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 23/29
Sterktes
Gras groeit niet door aan de sprieten te trekken,
maar door de wortels water te geven
(Afrikaans spreekwoord)
Legitieme onderzoeksvraag
Telkens we over de ICT-starterskit vertelden/ vertellen, blijkt dat veel lerarenopleidingen worstelen met
het probleem van tekorten voor wat betreft ICT-competenties bij hun studenten. Er blijkt geen ander
instrument op de markt waarmee afdoende kan nagegaan worden of instromers in de lerarenopleiding
voldoen aan de verwachtingen van de opleidingsinstellingen m.b.t. ICT-competenties. Hopelijk brengt de
starterskit nu de nodige soelaas!
Realisatie breed draagvlak
Zoals uit ons verslag reeds is gebleken, hebben we de nodige zorg besteed aan het creëren van een
breed draagvlak voor onze doelen, onze visie en de concrete uitwerking hiervan. Door bottom-up te
werken, verliep de disseminatie van ons projectresultaat tot hiertoe dan ook soepel (zie ook verder binnen
dit punt).
Vereniging van competenties op diverse domeinen binnen projectgroep
De kracht van deze projectgroep zat in het feit dat elke partner op een ander domein zijn expertise kon
uitspelen. Zoals verder uit de SWOT-analyse zal blijken, brengt dit niettemin ook zwaktes en bedreigingen
met zich mee, doch in het kader van dit project was een ‘bundeling van de krachten’ (op het vlak van
didactiek, IT en methodologie van toetsontwikkeling) essentieel.
Degelijk onderbouwde screening
De toetsmatrijs die werd opgesteld, was de onontbeerlijke leidraad voor het creëren van de toets items.
Per inhoudsgebied en per level werden op basis van dit instrument evenwichtig over de topics verdeelde
vragenreeksen opgesteld. Het bleek een vrij moeizaam proces om tot de toetsmatrijs te komen - vooral de
inschaling van de vaardigheden binnen 4 niveaus bleef lang discussie uitlokken: ‘wat voor de ene tot het
elementair niveau behoort, is voor de andere een vaardigheid voor de gevorderde gebruiker’ – maar eens
we de levels absoluut hadden gemaakt – de gebruiker van de starterskit kan zelf bepalen welk niveau hij
als instapniveau ziet – haalden we de tijd die aan dit proces gespendeerd werd in.
Nadat een eerste reeks toets items aangemaakt werd, organiseerden we een pilootafname van het
screeningsinstrument zoals het op dat moment was (zie ook Tabel 1). Gedurende de eerste weken van
oktober 2012 namen 107 studenten deel aan het pilootonderzoek met de ICT-starterskit. Op basis hiervan
gingen we de validiteit en betrouwbaarheid van het instrument zoals het toen voorlag na.
Zowel kwalitatieve (via een vragenlijst) als kwantitatieve gegevens (via de toetsresultaten) werden
verzameld en geanalyseerd (zie het verslag van de 7de
werkvergadering van de projectgroep voor een
duidelijke samenvatting van de conclusies [11] ). Op basis van deze analyses werden verbeteracties voor
de eerste vragenreeks en aandachtspunten om mee te nemen bij de uitwerking van de nog nieuw te
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 24/29
creëren naar voren geschoven. Bovendien werden op basis van deze pilootafname de instructies
herdacht.
Door zowel vooraf via de toetsmatrijs als achteraf via de evaluatie van het screeningsinstrument
voldoende stil te staan bij de opbouw, werd het geheel een degelijk onderbouwd product.
Geïntegreerde remediëring
Indien de student moeilijkheden ervaart binnen een bepaald inhoudsgebied, op een bepaald level of met
een specifieke topic, krijgt hij binnen het instrument de nodige tools aangeboden om hierrond aan de slag
te gaan. Het feit dat zelfs tijdens de screening reeds kan bijgeleerd en geremedieerd worden (bv. via de
infoknoppen, de feedback per vraag,…) maakt dat de ICT-starterskit een echte kit is; een pakket waarin
evalueren in functie staat van leren. Dat de remediëring onmiddellijk en online gekoppeld is aan de
screening, is ons inziens dan ook één van de grote sterktes van de kit.
Toegankelijk & gebruiksvriendelijk instrument
Zoals in Punt 1.3 beschreven is registreren en inloggen zeer eenvoudig. Ook het opzet van het instrument
is ons inziens transparant. Dat maakt het mogelijk studenten zelfstandig aan de slag te laten gaan met de
starterskit (mits de opleidingsinstelling de verwachtingen ten aanzien van de studenten duidelijk
communiceert). Ook dit lijkt ons een duidelijke sterkte: daar de ICT-starterskit meestal zal worden ingezet
in functie van oriëntering op de studie en niet zozeer als onderdeel ervan, zullen studenten wellicht vaak
autonoom de starterskit hanteren.
Effectieve disseminatie
Zowel binnen als buiten het ENW SoE mochten we heel wat interesse voor ons product ervaren (zie ook
Punt 2.1).
Naar aanleiding van de lancering van de ICT-starterskit waren de reacties alle positief en werd door heel
wat vertegenwoordigers van opleidingsinstellingen (nl. – in willekeurige volgorde – van CVO TNA, CVO
TSM, CVO LIMLO, Thomas Moore, Groep T, KHBO, KaHoSL, de HUB en uiteraard CVO VIVO en
KHLim) de intentie uitgedrukt met het instrument aan de slag te gaan. Hiermee overtreffen we ons
criterium dat minstens 7 (een derde van de) lerarenopleidingen van het ENW SoE de starterskit zouden
gaan gebruiken.
Buiten het ENW toonden Arteveldehogeschool, HoGent en CVO Pestalozzi interesse.
Zwaktes
Zonder modder geen lotusbloem
(Tich Nhat Khan)
Communiceren is soms moeilijk wanneer referentiekaders verschillend zijn
We geven met een voorbeeld aan wat we hiermee bedoelen…
Op een gegeven moment kwam het concrete opzet van de starterskit vast te liggen door gemaakte
keuzes qua programmatuur. Hierdoor werden bepaalde mogelijkheden tot vraagstelling/
opdrachtformulering niet meer mogelijk. Voor de ene partij was dit evident, de andere partij voelde zich
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 25/29
niet gehoord. Het vergde dan tijd, herdenken van verwachtingen, zoeken naar alternatieven,… om alle
neuzen opnieuw in dezelfde richting te krijgen.
Wederzijdse afhankelijkheid vraagt tijd
Net als bij het voorgaande, is dit een keerzijde van de medaille dat elke projectpartner vooral bedreven
was in één specifiek domein en niet in alle domeinen die nodig zijn om de starterskit te realiseren.
Hierdoor waren we telkens afhankelijk van elkaar in het ontwikkelproces. Wanneer een stap in dat
ontwikkelproces langer duurde dan initieel gedacht, moest ook diegene die de volgende stap moest
zetten, wachten… Daar dergelijk ontwikkelproces cyclisch is (creëren, toepassen, uittesten, verbeteren,
toepassen, …), vergde dit soms veel tijd (zie ook Punt 1.2).
Technologie is niet onfeilbaar
Mensen ook niet natuurlijk… Toch vermelden we dit hier als een achillespees… Ondanks het feit dat met
de grootste zorg gewerkt werd aan de starterskit, leert het ontwikkelproces ons immers dat we er zeer
alert voor zullen moeten blijven dat alles werkt (en blijft werken) zoals het hoort.
Nog geen psychometrische gegevens voor finale versie
Daar waar we er voor de eerste versie van de starterskit in slaagden om een ruime proefgroep te
bereiken die het instrument uittestte (oktober 2012), is het ons niet gelukt om een voldoende ruime
steekproef te bereiken die de tweede itemset kon toetsen. Van de ruim 80 nieuw ingeschreven in CVO
VIVO (februari 2013), namen slechts een tiental cursisten deel aan de proefperiode. Een verklaring
hiervoor hebben we niet. Het aantal deelnemers was in ieder geval uiteraard te klein om statistische
analyses op te maken. Op basis van de resultaten en de kwalitatieve gegevens uit de afname en het
oordeel van de adviesgroep m.b.t. deze items durven we echter voorzichtig stellen dat de verbeteracties
op basis van de conclusies bij de eerste pilootafname hun vruchten afwierpen. Zo bleken de vragen
duidelijker en kwam de logica van de levels ook beter tot zijn recht.
Omdat het ontwikkelproces ons meer tijd gekost heeft dan gedacht, hebben we bovendien het instrument
niet meer kunnen testen in zijn globaliteit. Bij een afname bij een grote groep studenten moet dus zeker
naar de psychometrische kenmerken gekeken worden.
Kansen
Binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten
(Jules Deelder)
Nog meer kansen tot disseminatie
We hopen dat de starterskit niet alleen in de lerarenopleidingen zal worden gebruikt, maar dat het
instrument ook ingang kan vinden in het laatste jaar van het secundair onderwijs. Zoals reeds vermeld,
nemen we hiervoor momenteel contact op met het Ministerie van Onderwijs en Vorming (Afdeling
Horizontaal Beleid). Behoort dus bv. ook tot onze aspiraties: een link krijgen op een webpagina zoals
http://www.onderwijskiezer.be/hoger/hoger_linken.php#VOO...
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 26/29
Een (eerste) concrete piste om het projectresultaat verder op te volgen en uit te diepen
De eerste contacten werden reeds gelegd om onmiddellijk aansluitend op het einde van dit project een
masterthesis op te starten met de ICT-starterskit als uitgangspunt. Zo zou o.a. de genoemde zwakte – het
feit dat er nog geen psychometrische gegevens voorhanden zijn voor de finale versie van het instrument
– kunnen weggewerkt worden. Bovendien zou op basis van de analyses de kwaliteit van de vragen en
afleiders verbeterd kunnen worden, zouden we in staat zijn een meer gefundeerde cesuurbepaling te
doen, zouden we een actueel beeld kunnen krijgen van de ICT-vaardigheden bij instroom en/ of de
verschillen tussen de verschillende groepen instromers (bv. naargelang het diplomaniveau SO), …
Kortom: een aantal onderzoeksvragen die we nu hebben moeten laten liggen, zouden op die manier toch
beantwoord kunnen worden.
Bedreigingen
There is a crack in everything,
but that’s also how the light gets in
(Leonard Cohen)
Indien geen competentie aanwezig in één van de binnen dit project verenigde domeinen…
Uiteindelijk blijkt het toch niet evident om zonder of met beperkte kennis van HTML, php en MySQL te
werken aan het instrument. Men kan zich dus de vraag stellen hoe en meer bepaald wie de nodige
wijzigingen in de toekomst zal aanbrengen in de ‘centrale’ starterskit (zie p. 11/30)… Idealiter vinden we
gelden die het mogelijk maken om voor deze taak iemand blijvend aan te stellen (doch gevonden hebben
we die nog niet…). Voorlopig moeten we er dus van uit gaan dat binnen de opleidingsinstellingen die
actief met de starterskit aan de slag zullen gaan, voldoende know how aanwezig is om noodzakelijke
wijzigingen aan te brengen in de starterskit op de eigen server.
Ook binnen x aantal jaar nog een (centrale) starterskit die ‘werkt’?
Deze vraag sluit aan op de voorgaande bedenking. Er wordt gevraagd aan opleidingsinstellingen die de
starterskit op de eigen server zullen beheren, om eventueel aangebrachte wijzigingen ook door te geven
aan ENW SoE (via [email protected]). Hopelijk kent deze vraag een goede opvolging,
zodat we met zijn allen de starterskit minstens up to date kunnen houden en kunnen blijven optimaliseren.
(zowel centraal als decentraal)
Besluit
Op het einde van dit project leveren we een degelijk instrument af dat de ICT-vaardigheden en -attitudes van
(aspirant-)leraren kan nagaan en optillen, een instrument dat veel bijval kent in de opleidingsinstellingen die een
lerarenopleiding aanbieden. Dé hamvraag blijft echter toch hoe het instrument de test des tijds zal kunnen blijven
doorstaan… Hopelijk kunnen we ook die bedreiging nog krachtiger dan via onze huidige plannen voor de
toekomst, omzetten in een sterkte.
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 27/29
3 FINANCIEEL VERSLAG
Het financieel verslag kan u in Bijlage IV [22] - het sjabloon dat SoE ter beschikking stelt voor het geven van een
overzicht van de gebruikte middelen - terugvinden.
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 28/29
4 RELEVANTE EINDPRODUCTEN
In onderstaande lijst vindt u alle documenten terug waarnaar verwezen wordt in de tekst [via de vierkante haken].
Wat in deze ‘lijst verwijzingen’ vet gedrukt wordt, beschouwen we als een relevant eindproduct en vindt u terug op
de bij dit verslag meegeleverde Cd-rom [onder hetzelfde nummer].
Hetgeen niet vet gedrukt wordt, is relevante informatie bij het projectproces en vindt u terug in de community op de
digitale leeromgeving Toledo. Indien gewenst, kan deze informatie integraal teruggevonden worden op
http://toledo.kuleuven.be/ (in de community a-C135279-K, ‘ICT-starterskit’; achter elke verwijzing vindt u de
koppeling terug die gevolgd moet worden).
1: Projectaanvraag SoE2011/5 ICT-starterskit voor aspirant-leraren (Documenten > Projectaanvraag/-
overeenkomst)
2: Bijlage V bij de projectovereenkomst (Documenten > Projectaanvraag/-overeenkomst)
3: Startcompetenties ICT Extract (Verslagen > Adviesgroep > Bijeenkomst 1)
4: Startcompetenties ICT Discussietekst (Documenten > Projectresultaten (tussentijds) > Start- en
eindcompetenties)
5: Toetsmatrijs vaardigheden en attituden (Documenten > Projectresultaten (tussentijds) > Vaardigheden
en attitudes)
6: Digitale vaardigheden Werkdocument (Verslagen > Adviesgroep > Bijeenkomst 2)
7: ICT-competentieprofiel voor lerarenopleiders (ENW AUGent) (Verslagen > Consultatie/Disseminatie
externen) (ook te consulteren via: Yildirim, S. (red.) (2012). Tools van, voor en door lerarenopleidingen.
Gent: Academia Press.)
8: De ICT-starterskit voor (aspirant-)leraren (http://starterskit.edev.khlim.be/student)
9: De hulpkaarten uit het remediëringsluik
10: Verslagen bijeenkomsten adviesgroep (Verslagen)
11: Verslagen werkvergaderingen projectgroep (Verslagen)
12: Tussentijds verslag, terugkoppeling op dit verslag en antwoord op deze terugkoppeling (Verslagen)
ENW SoE/2013-09-30/Eindverslag project 2011/5 blz. 29/29
13: Presentatie Studiedag ENW SoE 2012 (http://prezi.com/upcdu3jp5zum/ict-starterskit-voor-aspirant-
leraren/)
Presentatie op het Congres voor Lerarenopleiders:
14: Congresboek Congres voor Lerarenopleiders 2013 (voor onze bijdrage, zie p. 192)
15: Opname van de presentatie (via WebEx) op het Congres voor Lerarenopleiders 2013 (VELON, 12
maart 2013)
Deelname aan de wedstrijd e-Award 2013
16: Een ‘bloemlezing’ van onze aanwezigheid op het web in de aanloop naar de verkiezing
17: Brochure ‘Projecten 2012-2013 e-Award’ (voor onze bijdrage, zie p. 12)
Deelname aan inter-ENW/ RP Studiedag ‘ICT in de lerarenopleiding’
18: Programma (voor onze bijdrage, zie p. 2)
19: Flyer (om aanvullend bij de presentatie aan de deelnemers uit te delen)
Lancering ICT-starterskit
20: Uitnodiging
21: Presentatie ‘Lancering’ op 30 augustus 2013
22: Bijlage IV Ingevuld sjabloon financiële verslaggeving