Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445....

79
Ict-gebruik in het onderwijs 2018 Stand van zaken in het primair, speciaal en voortgezet onderwijs Ed Smeets Joost van der Horst

Transcript of Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445....

Page 1: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

Ict-gebruik in het

onderwijs 2018

Stand van zaken in het primair,

speciaal en voortgezet onderwijs

Ed Smeets

Joost van der Horst

Page 2: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

ii

Projectnummer: 2017.768

Opdrachtgever: Kennisnet

2018 KBA Nijmegen

Sommige rechten voorbehouden. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaar-

den de auteur(s), redacteur(s) en uitgever van Kennisnet geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomen-

heden.

Page 3: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

iii

Inhoudsopgave

1 Inleiding 1

2 Onderzoeksopzet en deelname aan het onderzoek 3 2.1 Onderzoeksopzet 3 2.2 Deelname aan het onderzoek 3 2.3 Achtergrondgegevens van de respondenten 4

3 Basisonderwijs 7 3.1 Karakterisering van de school 7 3.2 Typering van het onderwijs 8 3.3 Aard van het ict-gebruik in het onderwijs 9 3.4 Effecten van ict-gebruik in het onderwijs 14 3.5 Ambities en verwachtingen van schoolleiders rond ict in het onderwijs 15 3.6 Samengestelde variabelen en samenhangen 17

4 Voortgezet onderwijs 21 4.1 Karakterisering van de school 21 4.2 Typering van het onderwijs 22 4.3 Aard van het ict-gebruik in het onderwijs 23 4.4 Effecten van ict-gebruik in het onderwijs 28 4.5 Ambities en verwachtingen van schoolleiders rond ict in het onderwijs 29 4.6 Samengestelde variabelen en samenhangen 31

5 Speciaal (basis)onderwijs en praktijkonderwijs 35 5.1 Karakterisering van de school 35 5.2 Typering van het onderwijs 36 5.3 Aard van het ict-gebruik in het onderwijs 37 5.4 Effecten van ict-gebruik in het onderwijs 42 5.5 Ambities en verwachtingen van schoolleiders rond ict in het onderwijs 43 5.6 Samengestelde variabelen en samenhangen 45

6 Totaaloverzicht en samenhangen 49 6.1 Totaaloverzicht 49 6.2 Samenhangen 56

7 Conclusies 59 7.1 Inzet van ict in het onderwijs 59 7.2 Effecten van ict in het onderwijs 59

Bijlage 1 – Samengestelde variabelen 61 Bijlage 2 – Vragenlijst voor onderwijsgevenden 64 Bijlage 3 – Vragenlijst voor schoolleiders en schoolbestuurders 71

Page 4: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

iv

Page 5: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

1

1 Inleiding

In 2017 heeft KBA Nijmegen op verzoek van Kennisnet een stelsel van indicatoren ontwikkeld in

het kader van de Vier in Balans-monitor 2017. Deze indicatoren kunnen worden gebruikt om een

overzicht te maken van de stand van zaken op het gebied van het gebruik en de gepercipieerde

effecten van ict in het onderwijs.1

Eind 2017 heeft Kennisnet op haar website een oproep aan schoolbestuurders, ict-coördinatoren

en scholen gedaan om de stand van zaken op het gebied van het gebruik van ict op school in

kaart te laten brengen. De oproep – onder de naam ‘Weet waar je staat’ – was gericht op het

primair en het voortgezet onderwijs. Kennisnet heeft KBA Nijmegen opdracht gegeven om de

dataverzameling en -analyse, de terugkoppeling aan de deelnemers en de rapportage te verzor-

gen. Dit onderzoek vormt een vervolg op de hierboven genoemde ontwikkeling van indicatoren.

Het onderzoek is gericht op het beantwoorden van de volgende vragen:

1) In welke mate kan het onderwijs worden gekarakteriseerd als leerkrachtgericht en in welke

mate als leerlinggericht?

2) Welke toepassingen van ict worden in het onderwijs gebruikt en in welke mate?

3) Welke effecten zien onderwijsgevenden van het gebruik van ict in het onderwijs?

4) Wat zijn de ambities van schoolleiders en schoolbestuurders op het gebied van de inzet van

ict in het onderwijs?

5) Welke effecten van ict-gebruik verwachten schoolleiders en schoolbestuurders in de nabije

toekomst te bereiken?

De resultaten van het onderzoek worden gerapporteerd in dit onderzoeksverslag. Daarnaast heb-

ben deelnemers een terugkoppeling ontvangen en zijn resultaten gepresenteerd tijdens een lan-

delijke conferentie van Kennisnet en NRO.

In de volgende hoofdstukken van dit onderzoeksrapport gaan we in op de onderzoeksopzet en

de deelname aan het onderzoek (hoofdstuk 2), de resultaten voor het basisonderwijs (hoofdstuk

3), het speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs (hoofdstuk

4) en het voortgezet onderwijs (hoofdstuk 5). Daarna volgt een totaaloverzicht, waarin tevens

significante verschillen tussen sectoren worden gepresenteerd (hoofdstuk 6). Het rapport wordt

afgerond met conclusies (hoofdstuk 7). In de bijlagen wordt informatie gegeven over de samen-

stelling en betrouwbaarheid van de samengestelde variabelen. Daarnaast zijn de vragenlijsten

opgenomen in de bijlage.

1 Smeets, E., Aalders, P., & Horst, J. van der (2017). Ict-gebruik in het onderwijs 2017. Stand van zaken per sector.

Nijmegen: KBA Nijmegen.

Page 6: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand
Page 7: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

3

2 Onderzoeksopzet en deelname aan het onderzoek

2.1 Onderzoeksopzet

In een bericht op de website van Kennisnet, eind 2017, zijn schoolbestuurders, (bovenschools)

ict-coördinatoren en schoolleiders opgeroepen zich aan te melden om de stand van zaken rond

het gebruik van ict op hun school of scholen in kaart te laten brengen. Degenen die op deze

oproep zijn ingegaan, kregen het verzoek een groep scholen of een individuele school voor deel-

name aan het onderzoek aan te melden, met bijbehorende contactpersoon of -personen.

In het kader van het onderzoek zijn twee internet-enquêtes afgenomen. Deze zijn grotendeels

identiek aan de enquêtes die in 2017 zijn ontwikkeld in verband met de Vier in Balans-monitor.

Het betreft:

• een vragenlijst voor schoolbestuurders en schoolleiders;

• een vragenlijst voor onderwijsgevenden.

In de vragenlijst voor schoolbestuurders en schoolleiders zijn vragen opgenomen naar een aantal

achtergrondgegevens, vragen naar activiteiten met ict en naar het gebruik van digitale hulpmid-

delen die volgens de respondent over twee jaar in meer dan de helft van de lessen zouden moe-

ten worden ingezet, en vragen naar verwachte effecten van het gebruik van ict over twee jaar.

In de vragenlijst voor onderwijsgevenden zijn eveneens vragen naar achtergrondgegevens op-

genomen, gevolgd door vragen naar de wijze van lesgeven zonder ict (respectievelijk leerkracht-

en leerlinggestuurd), vragen naar het huidige gebruik van ict in het onderwijs en activiteiten die

verband houden met ict en vragen naar de effecten daarvan.

Na aanmelding ontvingen de contactpersonen een e-mail met uitleg over het onderzoek en toe-

gangscodes tot de vragenlijsten. Zij kregen het verzoek de toegangscodes door te sturen naar

de desbetreffende doelgroepen: onderwijsgevenden, leden van de schoolleiding en het school-

bestuur. De contactpersonen is een terugkoppeling van resultaten in het vooruitzicht gesteld, mits

de respons voldoende hoog was. Tijdens de uitvoering van het onderzoek konden de contactper-

sonen de omvang van de respons volgen voor de school of scholen die zij hadden aangemeld.

Dit bood hen de gelegenheid deelname extra te stimuleren bij achterblijvende respons.

2.2 Deelname aan het onderzoek

Er zijn 132 aanmeldingen voor deelname aan het onderzoek ontvangen, waaronder 22 op be-

stuursniveau. Het aantal aangemelde scholen bedraagt 502. Aan het onderzoek hebben 346

scholen deelgenomen. Bij 32 van deze scholen is alleen de schoolleidersvragenlijst ingevuld; bij

142 scholen is de lerarenvragenlijst door minimaal tien leraren ingevuld. De vragenlijst voor on-

derwijsgevenden is bij tal van scholen ook ingevuld door onderwijsondersteunend personeel, ter-

wijl in de e-mail was aangegeven dat deze alleen voor onderwijsgevenden bestemd is.

De vragenlijst voor onderwijsgevenden is 4805 maal geopend. Vragenlijsten die zeer onvolledig

zijn ingevuld of die zijn ingevuld door niet-onderwijsgevenden zijn uit het bestand verwijderd. Dit

Page 8: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

4

leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na

scholing van het databestand resteren 405 bruikbare vragenlijsten. De vragenlijst voor bestuur-

ders is ingevuld door 18 bestuurders, 4 ict-coördinatoren/informatiemanagers, 5 bovenschools

directeuren, 2 overige directeuren en 3 stafmedewerkers. Tabel 2.1 toont de bruikbare respons,

na het schonen van de databestanden. Daarin zijn ook vragenlijsten opgenomen die niet volledig

zijn ingevuld. Tabel 2.1 – Respons

ingevuld door bruikbare respons

Onderwijsgevenden 4805 3445

Schoolleiders 523 405

Schoolbestuurders 38 32

Tabel 2.2 – Verdeling onderwijsgevenden, naar onderwijstype

aantal percentage

Basisonderwijs (bao) 2061 60%

Speciaal basisonderwijs (sbo) 131 4%

Speciaal onderwijs (so) 51 2%

Voortgezet speciaal onderwijs (vso) 92 3%

Praktijkonderwijs 83 2%

Vmbo b/k 286 8%

Vmbo g/t 267 8%

Havo 220 6%

Vwo 254 7%

Totaal 3445 100%

Tabel 2.3 – Verdeling schoolleiders, naar onderwijstype

aantal percentage

Basisonderwijs (bao) 270 67%

Speciaal basisonderwijs (sbo) 13 3%

(Voortgezet) speciaal onderwijs (so/vso) 21 5%

Voortgezet onderwijs 102 25%

Totaal 406 25%

2.3 Achtergrondgegevens van de respondenten

Tabel 2.4 geeft een overzicht van het aandeel vrouwen bij de onderwijsgevenden, naar onder-

wijstype. Van de totale groep respondenten is driekwart vrouw. Het aandeel vrouwen is het

grootst in het speciaal onderwijs en het basisonderwijs (respectievelijk 96% en 86%). Vrouwen

zijn het minst vertegenwoordigd bij de onderwijsgevenden in vmbo-g/t en het praktijkonderwijs

(respectievelijk 45% en 47%). De verschillen tussen onderwijstypen zijn significant (Chi2=,38;

p<,001).

Page 9: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

5

De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 42,6 jaar, met een standaarddeviatie van 12,1 (zie

tabel 2.5). De verschillen tussen onderwijstypen zijn niet groot, maar statistisch wel significant

(F=5,10; p<,001; E2=,013). Tabel 2.4 – Percentage vrouwen, naar onderwijstype

aantal

respondenten

percentage

vrouw

Basisonderwijs (bao) 1960 86%

Speciaal basisonderwijs (sbo) 127 80%

Speciaal onderwijs (so) 51 96%

Voortgezet speciaal onderwijs (vso) 91 56%

Praktijkonderwijs 73 47%

Vmbo b/k 260 51%

Vmbo g/t 256 45%

Havo 199 56%

Vwo 237 57%

Totaal 3254 74%

Tabel 2.5 – Leeftijd, naar onderwijstype

aantal

respondenten

gemiddeld std.dev.

Basisonderwijs (bao) 1941 41,9 11,9

Speciaal basisonderwijs (sbo) 125 42,0 11,9

Speciaal onderwijs (so) 50 39,8 12,7

Voortgezet speciaal onderwijs (vso) 91 42,0 11,4

Praktijkonderwijs 70 45,6 10,9

Vmbo b/k 255 44,7 12,3

Vmbo g/t 253 42,7 13,1

Havo 196 43,6 12,3

Vwo 230 45,9 12,3

Totaal 3211 42,6 12,1

Tabel 2.6 en 2.7 tonen respectievelijk de verdeling over de onder-, midden- en bovenbouw in het

primair en speciaal onderwijs en de verdeling over onder- en bovenbouw in het praktijkonderwijs,

voortgezet speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs. Tabel 2.6 – Verdeling naar bouw, primair en speciaal onderwijs

onderbouw middenbouw bovenbouw

Basisonderwijs (bao) 26% 38% 36%

Speciaal basisonderwijs (sbo) 18% 37% 45%

Speciaal onderwijs (so) 24% 45% 31%

Page 10: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

6

Tabel 2.7 – Verdeling naar bouw, voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs

onderbouw bovenbouw

Praktijkonderwijs 54% 46%

Voortgezet speciaal onderwijs (vso) 40% 60%

Vmbo b/k 46% 54%

Vmbo g/t 49% 51%

Havo 46% 54%

Vwo 48% 52%

Page 11: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

7

3 Basisonderwijs

3.1 Karakterisering van de school

Het aantal leerlingen per school varieert van 43 tot 750. Gemiddeld heeft een school 277 leer-

lingen (met een standaarddeviatie van 142,5).

Een kwart van de schoolleiders geeft aan dat hun school alleen ict gebruikt voor zover dit past

binnen bestaande werkwijzen, terwijl bijna twee derde (63%) aangeeft dat hun school ict gebruikt

om het onderwijs stap voor stap te veranderen en te verbeteren. De groep die de ambitie heeft

om het onderwijs ingrijpend te veranderen en daarbij ict gebruikt, is aanmerkelijk kleiner: hiervan

maakt 13% melding (zie tabel 3.1). De schoolleiders is ook gevraagd wat de houding van het

bestuur is ten aanzien van het gebruik van ict in het onderwijs op school. Bijna de helft (47%)

geeft aan dat het bestuur dit aanmoedigt, terwijl 38 procent stelt dat het bestuur het gebruik van

ict op school stimuleert door bijvoorbeeld ondersteuning, extra middelen of faciliteiten te bieden.

Een kleine groep, 15 procent, is van mening dat het bestuur op dit punt een neutrale houding

inneemt. Tabel 3.1 – Typering door de schoolleider van het ict-gebruik op school (n=253)

Aantal %

Onze school of instelling gebruikt ict alleen voor

zover het past binnen bestaande werkwijzen

60 24%

Onze school of instelling gebruikt ict om het

onderwijs stap voor stap te veranderen en te

verbeteren

159 63%

Onze school of instelling heeft de ambitie om het

onderwijs ingrijpend te veranderen en gebruikt

daarbij ict

34 13%

Tabel 3.2 – Typering door de schoolleider van de houding van het schoolbestuur ten aanzien van

ict-gebruik op school (n=252)

Aantal %

Ons bestuur neemt een neutrale houding in wat

het gebruik van ict in het onderwijs op school be-

treft

38 15%

Ons bestuur moedigt het gebruik van ict in het

onderwijs op school aan

119 47%

Ons bestuur stimuleert het gebruik van ict in het

onderwijs op school (bijvoorbeeld door onder-

steuning, extra middelen of faciliteiten te bieden)

95 38%

Page 12: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

8

Het aantal leerlingen per computer varieert van 1 tot 17. Gemiddeld is er – volgens de opgave

van de schoolleiders – per 3,5 leerlingen één computer beschikbaar (met een standaarddeviatie

van 2,0). Er is een significante samenhang tussen de leerling-computerratio en het aantal leer-

lingen op school (Pearson r=0,28, p<,001). Op grotere scholen moeten meer leerlingen één com-

puter delen dan op kleinere scholen (zie tabel 3.3). Op scholen met minder dan 200 leerlingen is

gemiddeld één computer beschikbaar per 2,8 leerlingen. Heeft de school 300 leerlingen of meer,

dan is dat één computer per 4,1 leerlingen (F=9,16, p<,001, E2=,071). Tabel 3.3 – Leerling-computerratio, naar schoolgrootte (n=244)

Aantal gemiddeld std.dev.

< 200 leerlingen 79 2,8 1,7

200-299 leerlingen 77 3,5 1,7

≥ 300 leerlingen 88 4,1 2,4

Totaal 244 3,5 2,0

3.2 Typering van het onderwijs

De leerkrachten is verzocht aan de hand van tien stellingen het onderwijs te typeren dat zij geven.

Daarin zijn twee dimensies te onderscheiden. Vijf items hebben betrekking op onderwijs waarin

de leerkracht centraal staat (zie tabel 3.4). Daarnaast zijn er vijf items over onderwijs dat leerling-

gericht is (zie tabel 3.5). Vooral activiteiten waarbij de leerkracht centraal staat of een sturende

rol heeft, worden veel toegepast.

Veel leerkrachten (82%) laten leerlingen vaak of heel vaak leerstof verwerken door opdrachten

te geven en oefeningen te laten maken (tabel 3.4). Een groep van vergelijkbare omvang (85%)

stelt vaak of heel vaak vragen tijdens de les om te controleren of leerlingen de leerstof beheersen.

Bijna drie kwart (72%) vat de leerstof vaak of heel vaak samen tijdens de les. Twee derde van de

leerkrachten bepaalt meestal zelf wat leerlingen leren en het moment waarop zij dat doen. Ruim

de helft (55%) geeft aan vaak of heel vaak met behulp van toetsen na te gaan of leerlingen de

behandelde stof beheersen.

Bij de items die betrekking hebben op de activiteiten waarbij de leerling meer centraal staat (tabel

3.5), springt één item er qua frequentie uit: twee derde (68%) begeleidt leerlingen vaak of heel

vaak individueel bij hun leerproces. De overige vier activiteiten waarbij sprake is van leerlingge-

richt onderwijs, worden aanzienlijk minder vaak toegepast: 35% geeft leerlingen vaak of heel vaak

ruimte om zelf te ontdekken op welke manier ze het beste leren, 26% laat samenwerken en initi-

atief nemen van leerlingen vaak of heel vaak meewegen bij de beoordeling van het werk, 17%

laat leerlingen vaak of heel vaak feedback geven op elkaars werk en 15% stimuleert leerlingen

vaak of heel vaak om zelf te kiezen wanneer ze wat willen leren. Een kwart doet dat laatste zelden

of nooit.

Op basis van de items in respectievelijk tabel 3.4 en 3.5 zijn twee samengestelde variabelen

geconstrueerd, die de gemiddelde score vormen over de desbetreffende items (zie paragraaf 3.6

en bijlage 1). Samenvattend kan worden gesteld dat leerkrachtgestuurde lesactiviteiten aanzien-

lijk meer voorkomen dan activiteiten waarbij de leerling een centrale of sturende rol heeft.

Page 13: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

9

Tabel 3.4 – Typering door leerkrachten van het onderwijs dat zij geven – leerkrachtgericht

(n=2046 tot 2058)2

Als leraar …

Nooit Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel vaak

bepaal ik wat mijn leerlingen op

welk moment leren

--- 2% 8% 24% 45% 22%

ga ik met behulp van toetsen na

of leerlingen de behandelde

stof beheersen

3% 10% 12% 20% 38% 17%

laat ik leerlingen leerstof ver-

werken door opdrachten en oe-

feningen te geven

--- 1% 3% 14% 43% 39%

stel ik tijdens de les vragen

over de leerstof om te controle-

ren of leerlingen de leerstof be-

heersen

--- --- 2% 12% 42% 43%

vat ik de leerstof samen tijdens

de les

1% 1% 5% 22% 45% 27%

Tabel 3.5 – Typering door leerkrachten van het onderwijs dat zij geven – leerlinggericht

(n=2053 tot 2059)2

Als leraar …

Nooit Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel vaak

begeleid ik leerlingen individu-

eel bij hun leerproces

--- 1% 6% 26% 44% 24%

geef ik leerlingen ruimte om zelf

te ontdekken op welke manier

ze het beste leren

1% 6% 24% 35% 27% 8%

stimuleer ik dat leerlingen zelf

kiezen wanneer ze wat willen

leren

4% 22% 35% 22% 11% 4%

laat ik leerlingen elkaar feed-

back geven over hun werk

2% 13% 38% 30% 14% 3%

laat ik samenwerken en initiatief

nemen ook meewegen bij de

beoordeling van het werk

6% 10% 27% 31% 21% 5%

3.3 Aard van het ict-gebruik in het onderwijs

Tabel 3.6 geeft een overzicht van het gebruik van ict tijdens de les door de leerkrachten. Figuur

3.1 laat zien welke toepassingen zij vaak of heel vaak in de les gebruiken. Bijna alle leerkrachten

2 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 14: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

10

(98%) maken gebruik van een beamer of digibord; 87% doet dat vaak of heel vaak. Ook maken

bijna alle leerkrachten (99%) gebruik van digitaal leermateriaal in de les; 71% maakt daar vaak

of heel vaak gebruik van. De meerderheid (62%) geeft vaak of heel vaak klassikaal uitleg met

behulp van digitale leermiddelen. Ook gebruikt de meerderheid vaak of heel vaak internet bij de

lesvoorbereiding (57% vaak of heel vaak). Ruim de helft (55%) plaatst vaak of heel vaak informa-

tie over de prestaties van leerlingen in een digitaal informatiesysteem van de school. Daar staat

tegenover dat bijna een kwart dit zelden of nooit doet. Bijna de helft (47%) bereidt lessen vaak of

heel vaak voor met behulp van digitale voorzieningen, zoals een laptop of mobiele telefoon. Tabel 3.6 – Aard van het ict-gebruik, volgens de leerkrachten; in volgorde van frequentie (n=2019

tot 2060)3

Als leraar …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

gebruik ik beamer of digibord 2% 1% 3% 8% 21% 66%

maak ik bij mijn lessen gebruik

van digitaal lesmateriaal

1% 2% 9% 17% 35% 36%

geef ik klassikaal uitleg m.b.v.

digitale leermiddelen

4% 4% 11% 19% 30% 32%

gebruik ik internet bij mijn les-

voorbereiding

1% 3% 14% 24% 34% 23%

bereid ik mijn lessen voor

m.b.v. digitale voorzieningen

zoals laptop of mobiele telefoon

6% 11% 15% 21% 27% 20%

plaats ik informatie over de

prestaties van leerlingen in een

digitaal informatiesysteem van

de school

17% 5% 8% 15% 32% 23%

gebruik ik specifieke leer- of oe-

fenprogramma’s die bij mijn les-

sen passen

5% 6% 21% 29% 29% 11%

toon ik websites tijdens mijn les 4% 11% 29% 26% 22% 7%

breng ik websites met (extra)

uitleg of oefenmateriaal onder

de aandacht

17% 13% 28% 24% 15% 3%

stimuleer ik leerlingen gebruik

te maken van digitale toepas-

singen die bijdragen aan leren

21% 14% 26% 24% 14% 3%

stem ik mijn instructie en feed-

back af op leerlingresultaten

verkregen via computerpro-

gramma’s

26% 14% 19% 21% 16% 5%

3 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 15: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

11

Vervolg tabel 3.6 – Aard van het ict-gebruik, volgens de leerkrachten; in volgorde van frequentie

Als leraar …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

stel ik door mijzelf ontwikkeld

digitaal leermateriaal beschik-

baar aan mijn leerlingen

20% 29% 26% 11% 9% 5%

laat ik alle lln. tegelijk met een

digitale voorziening werken, zo-

als een laptop of iPad

40% 10% 14% 16% 13% 8%

praat ik met leerlingen over vei-

ligheid op internet

28% 20% 24% 19% 8% 1%

attendeer ik leerlingen op (ex-

tra) uitleg van leerstof die be-

schikbaar is via internet

32% 19% 23% 16% 8% 2%

help ik leerlingen bij het vinden

en beoordelen van informatie

op internet

32% 17% 24% 19% 7% 1%

laat ik leerlingen online een test

of (oefen)toets maken

31% 21% 23% 14% 9% 2%

leer ik leerlingen hoe om te

gaan met sociale media

32% 21% 23% 17% 6% 1%

help ik leerlingen bij gebruik

van algemene computerpro-

gramma’s voor bijvoorbeeld

tekstverwerking of mail

39% 16% 21% 15% 8% 1%

laat ik zien hoe online woorden-

boeken of digitale encyclope-

dieën kunnen helpen bij school-

werk

43% 17% 21% 12% 6% 1%

laat ik lln. werken met digitale

toepassingen die ze nodig heb-

ben in hun latere beroep

50% 18% 19% 9% 3% 1%

leer ik leerlingen programmeren

of coderen

54% 22% 15% 6% 3% ---

Figuur 3.1 laat zien dat vijf activiteiten vaak of heel vaak worden toegepast door meer dan de

helft van de onderwijsgevenden: gebruik van een beamer of digibord, gebruik van digitaal leer-

materiaal tijdens de les, het klassikaal geven van uitleg met behulp van digitale leermiddelen, het

bij de lesvoorbereiding gebruikmaken van internet, en het in een digitaal informatiesysteem plaat-

sen van informatie over de prestaties van leerlingen.

Op basis van de gegevens die worden gepresenteerd in figuur 3.1 is een indeling in drie groepen

gemaakt van de onderwijsgevenden, afhankelijk van het aantal vaak of heel vaak gebruikte toe-

passingen. Hierbij is gestreefd naar een verdeling van ongeveer 20%-60%-20%. De zo onder-

scheiden groepen worden respectievelijk gekwalificeerd als ‘staartgroep’, ‘peloton’ en ‘kopgroep’.

De staartgroep gebruikt 0 tot 2 toepassingen vaak of heel vaak, het peloton 3 tot 8 toepassingen

en de kopgroep meer dan 8 toepassingen (zie figuur 3.2).

Page 16: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

12

Figuur 3.1 – Lesactiviteiten met of rond ict-gebruik die vaak of heel vaak voorkomen

Figuur 3.2 – Verdeling, naar aantal toepassingen dat men vaak of heel vaak gebruikt

87%

71%

62%

57%

55%

47%

40%

29%

21%

20%

18%

16%

14%

11%

10%

9%

9%

8%

7%

7%

4%

3%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

gebruik van een beamer of digibord

gebruik van digitaal leermateriaal tijdens de les

klassikaal uitleg geven m.b.v. digitale leermiddelen

internet gebruiken bij de lesvoorbereiding

info over prestaties in digitaal informatiesysteem plaatsen

lessen voorbereiden met gebruik van digitale voorzieningen

specifieke leerprogramma's passend bij de les gebruiken

websites tonen tijdens de les

instr./feedb. afstemmen op resultaten verkregen via comp. progr.

hele klas tegelijk met digitale voorzieningen laten werken

websites met leermateriaal onder aandacht brengen

stimuleren het gebruik van digitale toepassingen

zelf ontwikkeld digitaal leermateriaal beschikbaar stellen

leerlingen online een test of (oefen)toets laten maken

attenderen op extra uitleg die beschikbaar is via internet

helpen bij gebruik van algemene computerprogramma's

met leerlingen praten over veiligheid op internet

helpen bij vinden/beoordelen van informatie op internet

laten zien hoe online woordenb./encyclop. kunnen helpen

leerlingen leren hoe om te gaan met sociale media

lln laten werken met dig. toep. later nodig in hun beroep

leerlingen leren programmeren of coderen

18%

60%

22%

staartgroep: 0-2 toepassingen peloton: 3-8 toepassingen

kopgroep: meer dan 8 toepassingen

Page 17: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

13

De volgende vraag gaat over specifieke toepassingen van ict en het gebruik van andere leermid-

delen in de lessen. Daarbij gaat het vooral om apparatuur en programmatuur. Tabel 3.7 toont de

resultaten. Leerkrachten gebruiken vooral een digibord (87% vaak of heel vaak), methodegebon-

den leermiddelen (74% vaak of heel vaak), papieren werk- en leerboeken (67% vaak of heel

vaak), desktopcomputers of laptops (50% vaak of heel vaak) en oefensoftware (44% vaak of heel

vaak). De minst gebruikte toepassingen in het basisonderwijs zijn e-books en een elektronische

leeromgeving; 80% gebruikt deze nooit of beschikt er niet over. Ook simulatiesoftware en sociale

media worden door weinig leerkrachten gebruikt; 70% doet dat nooit. Tabel 3.7 – Gebruik van apparatuur, leermiddelen en toepassingen, volgens de leerkrachten; in

volgorde van frequentie (n=1970 tot 1986)4

Tijdens mijn lessen gebruik ik …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

Digibord 2% 1% 3% 7% 21% 66%

Methodegebonden leermiddelen 4% 3% 6% 13% 30% 44%

Papieren werkboeken

en leerboeken

8% 6% 8% 11% 24% 43%

Desktopcomputer of laptop 13% 6% 12% 19% 25% 25%

Oefensoftware 7% 5% 17% 26% 32% 12%

Internet als informatiebron 5% 7% 19% 29% 32% 8%

Niet-methodegebonden leermid-

delen (zelf ontwikkeld/gevonden)

4% 8% 23% 30% 27% 9%

Video’s met uitleg (bijv. via

YouTube)

15% 15% 27% 23% 16% 4%

Presentatiesoftware

(bijv. Powerpoint)

16% 15% 28% 21% 14% 7%

Verwerkingssoftware

(bijv. Word, Excel)

21% 13% 20% 22% 20% 4%

Tabletcomputer (bijv. iPad) 40% 9% 14% 15% 15% 7%

Evaluatiesoftware

(bijv. toetsen, adaptief toetsen)

40% 15% 15% 15% 11% 4%

Communicatiesoftware

(bijv. email, skype, chat)

51% 13% 9% 8% 11% 7%

Game ontwikkeld voor educatieve

doeleinden / leerdoelen

40% 17% 24% 12% 6% 1%

Cognitieve ondersteuningspro-

gramma’s (bijv. mindmaps)

43% 20% 23% 9% 4% 1%

Programma’s met combinatie van

instructie, oefenen en feedback

(bijv. Snappet)

57% 13% 11% 7% 8% 5%

4 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 18: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

14

Vervolg tabel 3.7 – Gebruik van apparatuur, leermiddelen en toepassingen, volgens de leerkrach-

ten5

Tijdens mijn lessen gebruik ik …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

Mobiele telefoon 58% 17% 14% 5% 4% 2%

Digitale voortgangsregistratie

(bijv. E-portfolio)

69% 9% 6% 6% 7% 3%

Digitale meet- en weeginstrumen-

ten (bijv. voor lessen

techniek of scheikunde)

59% 19% 14% 5% 2% 1%

Sociale media (bijv, Facebook,

Twitter, Blog)

70% 15% 8% 4% 2% 1%

Simulatiesoftware (bijv.

natuurkundige proefjes)

70% 18% 10% 2% 1% ---

Elektronische leeromgeving

(bijv, Blackboard)

80% 10% 5% 3% 2% 1%

E-books 86% 8% 3% 2% 1% ---

3.4 Effecten van ict-gebruik in het onderwijs

Ook is de leerkrachten gevraagd naar de effecten die zij zien van ict-gebruik. Tabel 3.8 laat zien

dat zij vooral waarnemen dat leerlingen meer gemotiveerd zijn door het gebruik van ict (52% vaak

of heel vaak). Over de vraag of de leerprestaties verbeteren, zijn de meningen verdeeld: ongeveer

de helft (49%) ziet dit hooguit soms gebeuren, een vijfde ziet dat vaak of heel vaak.

Naast het motiverende effect op leerlingen, dat een positieve uitwerking op de les zal hebben,

zien relatief veel leerkrachten nog andere voordelen voor hun eigen taak als leerkracht: 33% vindt

dat het lesgeven vaak of heel vaak efficiënter verloopt als zij gebruik maken van ict; 30% merkt

dat dit regelmatig het geval is. Daarnaast vindt 36% dat zij vaak of heel vaak een beter overzicht

hebben over de vorderingen van de leerlingen. Daar staat tegenover dat 21% vindt dat dit zelden

of nooit het geval is.

Op enkele andere punten lopen de meningen sterker uiteen of ziet men weinig effect. Zo is men

het er niet over eens of leerlingen dankzij de inzet van ict onderwijs krijgen dat is afgestemd op

hun individuele talenten. Volgens ruim een kwart is dat vaak of heel vaak het geval, terwijl dat

volgens bijna een kwart zelden of nooit zo is. Bij de vraag of leerlingen door het gebruik van ict

beter zicht hebben op hun eigen leerproces, geven vier op de tien leerkrachten aan dat dit zelden

of nooit het geval is.

5 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 19: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

15

Tabel 3.8 – Effecten van ict-gebruik, volgens inschatting van de leerkrachten (n=1956 tot 1965)6

Hoe vaak neemt u waar dat …

Nooit Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel vaak

leerprestaties verbeteren 7% 9% 33% 30% 17% 3%

leerlingen meer gemotiveerd

zijn

3% 2% 13% 30% 42% 10%

leerlingen sneller leren 8% 7% 32% 30% 20% 3%

lesgeven efficiënter verloopt 7% 7% 22% 30% 26% 7%

leerlingen onderwijs krijgen dat

is afgestemd op hun individuele

talenten (bijv. naar inhoud, in-

structievorm of tempo)

12% 10% 24% 28% 21% 5%

u beter overzicht hebt over vor-

deringen van leerlingen

12% 9% 19% 24% 27% 9%

leerlingen beter zicht hebben

op hun eigen leerproces

23% 16% 22% 18% 15% 5%

3.5 Ambities en verwachtingen van schoolleiders rond ict in het onderwijs

Figuur 3.3 toont de resultaten van de vraag aan schoolleiders hoe het onderwijs op hun school

er over twee jaar uit zou moeten zien, wat ict betreft. Daarbij is gevraagd welke activiteiten over

twee jaar in meer dan de helft van de lessen zouden moeten plaatsvinden, dan wel welke toe-

passingen of apparatuur in meer dan de helft van de lessen gebruikt zouden moeten worden.

Bijna alle schoolleiders zijn van mening dat leerkrachten over twee jaar in meer dan de helft van

de lessen gebruik zouden moeten maken van een beamer of digibord (92%) en van digitaal leer-

materiaal (90%). In totaal worden veertien activiteiten door meer dan driekwart van de schoollei-

ders genoemd. Daaronder zijn het gebruik van specifieke leerprogramma’s die bij de les passen

(86%), klassikaal uitleg geven met behulp van digitale leermiddelen (84%), met leerlingen praten

over veiligheid op internet (84%) en leerlingen leren hoe zij moeten omgaan met sociale media

(81%).

Figuur 3.4 geeft een beeld van de mening van schoolleiders over apparatuur en programmatuur

die over twee jaar in meer dan de helft van de lessen zou moeten worden gebruikt. De meeste

schoolleiders vinden dat de leerkrachten op hun school in meer dan de helft van de lessen gebruik

zouden moeten maken van een digibord (89%) en van een leerlingvolgsysteem (88%). Ook vindt

een ruime meerderheid dat hun leerkrachten over twee jaar in meer dan de helft van de lessen

gebruik zouden moeten maken van desktopcomputers of laptops (75%) en/of tablet-computers

(70%). Ruim een derde (69%) vindt dat een digitaal toetssysteem zou moeten worden gebruikt in

meer dan de helft van de lessen en bijna twee derde (63%) is van mening dat een digitaal systeem

voor afwezigheidsregistratie in meer dan de helft van de lessen zou moeten worden gebruikt.

6 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 20: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

16

Figuur 3.3 – Gewenste activiteiten met of rond ict-gebruik door leerkrachten, over twee jaar, in

meer dan de helft van de lessen, naar de mening van de schoolleider (n=270)

Figuur 3.4 – Gewenst gebruik van apparatuur en programmatuur door leerkrachten, over twee

jaar, in meer dan de helft van de lessen, naar de mening van de schoolleider (n=264)

92%

90%

86%

84%

84%

81%

81%

78%

78%

77%

77%

77%

77%

76%

74%

67%

63%

61%

58%

33%

35%

39%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

gebruik van een beamer of digibord

gebruik van digitaal leermateriaal tijdens de les

specifieke leerprogramma's passend bij de les gebruiken

klassikaal uitleg geven m.b.v. digitale leermiddelen

met leerlingen praten over veiligheid op internet

internet gebruiken bij de lesvoorbereiding

leerlingen leren hoe om te gaan met sociale media

websites met leermateriaal onder aandacht brengen

leerlingen online een test of (oefen)toets laten maken

lessen voorbereiden met gebruik van digitale voorzieningen

websites tonen tijdens de les

helpen bij vinden/beoordelen van informatie op internet

helpen bij gebruik van algemene computerprogramma's

info over prestaties in digitaal informatiesysteem plaatsen

stimuleren het gebruik van digitale toepassingen

instr./feedb. afstemmen op resultaten verkregen via comp. progr.

laten zien hoe online woordenb./encyclop. kunnen helpen

hele klas tegelijk met digitale voorzieningen laten werken

attenderen op extra uitleg die beschikbaar is via internet

zelf ontwikkeld digitaal leermateriaal beschikbaar stellen

lln laten werken met dig. toep. later nodig in hun beroep

leerlingen leren programmeren of coderen

89%

88%

75%

70%

69%

64%

45%

17%

15%

11%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

digibord

leerlingvolgsysteem

desktop-computer of laptop

tabletcomputer

digitaal toetssysteem

afwezigheidsregistratiesysteem

elektronische leeromgeving

mobiele telefoon

roostersystemen

e-books

Page 21: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

17

De schoolleiders is ook gevraagd hun verwachtingen uit te spreken over de effecten van ict-

gebruik op school, over twee jaar (zie tabel 3.9). Zij verwachten van het gebruik van ict in het

onderwijs vooral dat leraren een beter overzicht over de vorderingen van leerlingen zullen heb-

ben: 71% verwacht op dit punt een groot of zeer groot effect. Verder verwachten veel schoollei-

ders dat leerlingen door de inzet van ict onderwijs krijgen dat naar inhoud, instructievorm en

tempo is afgestemd op hun individuele talenten (58% groot of zeer groot effect), dat de leerlingen

meer gemotiveerd zullen zijn (57% verwacht een groot of zeer groot effect) en dat het lesgeven

efficiënter verloopt (56% groot of zeer groot effect). Tabel 3.9 – Verwachte effecten van ict-gebruik, over twee jaar, naar inschatting van de school-

leiders (n=250 tot 255)7

Niet

/ n.v.t.

Zeer

beperkt

Beperkt Ongeveer

de helft

Groot Zeer

groot

leerprestaties zijn verbeterd 4% 4% 31% 39% 22% ---

leerlingen zijn meer gemoti-

veerd

2% 3% 11% 27% 48% 9%

leerlingen leren sneller 4% 5% 21% 37% 31% 2%

lesgeven verloopt efficiënter 2% 2% 11% 29% 47% 8%

leerlingen krijgen onderwijs dat

naar inhoud, instructievorm en

tempo is afgestemd op hun in-

dividuele talenten

2% 2% 13% 25% 49% 9%

leraren hebben beter overzicht

over de vorderingen van leer-

lingen

1% 3% 9% 17% 60% 10%

leerlingen hebben beter zicht

op hun eigen leerproces

1% 3% 16% 31% 43% 7%

leerlingen zijn voorbereid om

als burger te leven in de 21e

eeuw

3% 2% 12% 31% 43% 9%

ouders van leerlingen zijn beter

geïnformeerd over de ontwikke-

ling van leerlingen

5% 4% 18% 33% 37% 4%

3.6 Samengestelde variabelen en samenhangen

Met behulp van factor- en betrouwbaarheidsanalyse zijn op basis van de items in de vragenlijst

voor onderwijsgevenden over onderwijs zonder ict, de lesactiviteiten met en rond ict, de toepas-

singen en ingezette apparatuur en de gepercipieerde effecten vijf samengestelde variabelen ge-

construeerd. Een samengestelde variabele is de gemiddelde score over de achterliggende items.

In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de items die zijn verwerkt in de samengestelde

variabelen. Ook is daar informatie over de betrouwbaarheid te vinden. Figuur 3.5 toont de

7 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zeer beperkt: < 10% van de leerlingen; beperkt: 10-40% van de leerlingen;

ongeveer de helft: 40-60% van de leerlingen; groot: 60-90% van de leerlingen; zeer groot:: > 90% van de leerlingen.

Page 22: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

18

gemiddelde scores (op een schaal van 1 tot 6) en per variabele de gemiddelde score voor het

basisonderwijs, evenals de gemiddelde score plus en de gemiddelde score min de standaardde-

viatie.

De grafiek laat zien dat het onderwijs in het algemeen sterk leerkrachtgestuurd is en dat het

gebruik van ict relatief beperkt is. De relatief grote standaarddeviatie bij de lesactiviteiten met en

rond ict en bij de ervaren effecten wijst op aanzienlijke verschillen tussen onderwijsgevenden op

deze punten. Figuur 3.5 – Samengestelde variabelen

Toelichting: het rode blokje markeert de gemiddelde score; de bovenste waarde is het gemiddelde plus één stan-

daarddeviatie; de onderste waarde is het gemiddelde min één standaarddeviatie

Tabel 3.10 toont de correlaties tussen de samengestelde variabelen. Hier blijkt er een sterke

samenhang te zijn tussen de mate waarin activiteiten met en rond ict in de les worden toegepast,

de mate waarin verschillende toepassingen worden ingezet en programmatuur wordt gebruikt en

de ervaren effecten van ict. Leerkrachten die veel gebruikmaken van ict in de les zien dus sterkere

effecten van ict. Daarnaast zijn er redelijk sterke verbanden van de genoemde drie samenge-

stelde variabelen en de mate waarin het onderwijs leerkrachtgestuurd is. De variabele ‘leerling-

gestuurd’ hangt duidelijk minder sterk samen met de andere variabelen. In het basisonderwijs zijn er duidelijke verschillen tussen de onder-, midden- en bovenbouw in de

gemiddelde scores van de samengestelde variabelen. Figuur 3.6 laat dit zien. De verschillen zijn

statistisch significant (zie tabel 3.11). Zowel het gebruik van ict als de ervaren effecten daarvan

blijven in de onderbouw duidelijk achter in vergelijking met de midden- en bovenbouw. Qua acti-

viteiten met en rond ict in het onderwijs scoort de bovenbouw bovendien duidelijk hoger dan de

middenbouw. In de onderbouw heeft de leerkracht bovendien een minder sturende rol dan in de

midden- en bovenbouw.

4,2

3,1

2,42,2

2,6

4,9

3,9

3,3

2,9

3,6

5,5

4,6

4,1

3,5

4,7

1,0

2,0

3,0

4,0

5,0

6,0

Leerkrachtgestuurd Leerlinggestuurd Activiteiten ict Toepassingen Effecten

Page 23: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

19

Tabel 3.10 – Correlaties tussen de samengestelde variabelen (n=1961 tot 2060)

Leerkracht-

gestuurd

Leerling-

gestuurd

Activiteiten

ict

Toepassingen

/ apparatuur

Leerlinggestuurd ,09

Activiteiten met of rond ict ,44 ,23

Toepassingen / apparatuur ,38 ,21 ,80

Effecten ,36 ,17 ,68 ,62

Figuur 3.6 – Samengestelde variabelen, naar bouw

Tabel 3.11 – Verdeling naar bouw; resultaten van variantieanalyse

F p E2

Leerkrachtgestuurd 418,27 <,001 ,290

Leerlinggestuurd 35,46 <,001 ,033

Activiteiten met of rond ict 703,75 <,001 ,407

Toepassingen / apparatuur 291,37 <,001 ,227

Effecten 192,62 <,001 ,164

4,34,0

2,4 2,4

3,0

5,1

3,7

3,3

3,0

3,8

5,1

3,9 3,8

3,2

4,0

1,0

2,0

3,0

4,0

5,0

6,0

Leerkrachtgestuurd Leerlinggestuurd Activiteiten ict Toepassingen Effecten

onderbouw middenbouw bovenbouw

Page 24: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand
Page 25: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

21

4 Voortgezet onderwijs

4.1 Karakterisering van de school

Het aantal leerlingen per school varieert van 110 tot 2378. Gemiddeld heeft een school 942 leer-

lingen (met een standaarddeviatie van 654,2).

Rond een derde van de schoolleiders antwoordt op de vraag naar het ict-gebruik op school aan

dat hun school alleen ict gebruikt voor zover dit past binnen bestaande werkwijzen, terwijl de helft

aangeeft dat hun school ict gebruikt om het onderwijs stap voor stap te veranderen en te verbe-

teren. De groep die de ambitie heeft om het onderwijs ingrijpend te veranderen en daarbij ict

gebruikt, is aanmerkelijk kleiner: 17% (zie tabel 4.1). Daarnaast is de schoolleiders gevraagd naar

de houding van het bestuur ten aanzien van het gebruik van ict in het onderwijs op school. Een

vijfde vindt dat het bestuur op dit punt een neutrale houding inneemt. Ruim de helft (58%) geeft

aan dat het bestuur dit aanmoedigt, en 22% antwoordt dat het bestuur het gebruik van ict op

school stimuleert door bijvoorbeeld ondersteuning, extra middelen of faciliteiten te bieden (tabel

4.2). Tabel 4.1 – Typering door de schoolleider van het ict-gebruik op school (n=81)

Aantal %

Onze school of instelling gebruikt ict alleen voor

zover het past binnen bestaande werkwijzen

28 35%

Onze school of instelling gebruikt ict om het

onderwijs stap voor stap te veranderen en te

verbeteren

39 48%

Onze school of instelling heeft de ambitie om het

onderwijs ingrijpend te veranderen en gebruikt

daarbij ict

14 17%

Tabel 4.2 – Typering door de schoolleider van de houding van het schoolbestuur ten aanzien van

ict-gebruik op school (n=252)

Aantal %

Ons bestuur neemt een neutrale houding in wat

het gebruik van ict in het onderwijs op school be-

treft

16 20%

Ons bestuur moedigt het gebruik van ict in het

onderwijs op school aan

47 58%

Ons bestuur stimuleert het gebruik van ict in het

onderwijs op school (bijvoorbeeld door onder-

steuning, extra middelen of faciliteiten te bieden)

18 22%

Page 26: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

22

Het aantal leerlingen per computer varieert van 1 tot 13. Gemiddeld is er – volgens de opgave

van de schoolleiders – per 3,3 leerlingen één computer beschikbaar (met een standaarddeviatie

van 2,6). Er is geen significante samenhang tussen de leerling-computerratio en het aantal leer-

lingen op school.

4.2 Typering van het onderwijs

De docenten is verzocht aan de hand van tien stellingen het onderwijs te typeren dat zij geven.

Vijf stellingen hebben betrekking op onderwijs waarin de docent centraal staat (zie tabel 4.3),

terwijl er tevens vijf stellingen zijn over onderwijs dat leerlinggericht is (zie tabel 4.4). Evenals in

het basisonderwijs worden ook hier vooral activiteiten toegepast waarbij de leraar centraal staat

of een sturende rol heeft. Het meest genoemd, is het laten verwerken van leerstof door leerlingen

opdrachten te geven en oefeningen te laten maken. Dit doet 82% vaak of heel vaak (tabel 4.3).

Bijna driekwart (71%) stelt vaak of heel vaak vragen tijdens de les om te controleren of leerlingen

de leerstof beheersen. Twee derde van de leerkrachten bepaalt meestal zelf wat leerlingen leren

en het moment waarop zij dat doen. Ruim de helft (56%) vat vaak of heel vaak leerstof samen

tijdens de les. Tabel 4.3 – Typering door de docenten van het onderwijs dat zij geven – docentgericht

(n=1020 tot 1025)8

Als leraar …

Nooit Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel vaak

bepaal ik wat mijn leerlingen op

welk moment leren

--- 1% 8% 26% 44% 21%

ga ik met behulp van toetsen na

of leerlingen de behandelde

stof beheersen

2% 7% 17% 29% 34% 11%

laat ik leerlingen leerstof ver-

werken door opdrachten en oe-

feningen te geven

--- --- 2% 15% 44% 38%

stel ik tijdens de les vragen

over de leerstof om te controle-

ren of leerlingen de leerstof be-

heersen

--- 1% 5% 23% 41% 30%

vat ik de leerstof samen tijdens

de les

1% 2% 13% 29% 39% 17%

Evenals in het basisonderwijs, springt één item er qua frequentie uit bij de stellingen die betrek-

king hebben op onderwijs waarbij de leerling (meer) centraal staat: bijna de helft (45%) begeleidt

leerlingen vaak of heel vaak individueel bij hun leerproces. De overige vier activiteiten waarbij

sprake is van leerlinggericht onderwijs, worden aanzienlijk minder vaak toegepast: 32% geeft

leerlingen vaak of heel vaak ruimte om zelf te ontdekken op welke manier ze het beste leren, 19%

8 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 27: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

23

laat samenwerken en initiatief nemen van leerlingen vaak of heel vaak meewegen bij de beoor-

deling van het werk, 15% stimuleert leerlingen vaak of heel vaak om zelf te kiezen wanneer ze

wat willen leren en 12% laat leerlingen vaak of heel vaak feedback geven op elkaars werk (tabel

3.4). Tabel 4.4 – Typering door de docenten van het onderwijs dat zij geven – leerlinggericht

(n=1020 tot 1027)2

Als leraar …

Nooit Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel vaak

begeleid ik leerlingen individu-

eel bij hun leerproces

1% 2% 17% 35% 29% 16%

geef ik leerlingen ruimte om zelf

te ontdekken op welke manier

ze het beste leren

1% 7% 27% 34% 24% 8%

stimuleer ik dat leerlingen zelf

kiezen wanneer ze wat willen

leren

6% 23% 34% 22% 12% 3%

laat ik leerlingen elkaar feed-

back geven over hun werk

4% 21% 39% 23% 10% 2%

laat ik samenwerken en initiatief

nemen ook meewegen bij de

beoordeling van het werk

13% 23% 26% 18% 14% 5%

Op basis van de genoemde tien stellingen zijn twee samengestelde variabelen geconstrueerd,

die de gemiddelde score vormen over de desbetreffende items (zie paragraaf 4.6 en bijlage 1).

4.3 Aard van het ict-gebruik in het onderwijs

Tabel 4.5 geeft een overzicht van het gebruik van ict tijdens de les en bij de lesvoorbereiding door

de docenten, evenals lesactiviteiten rond ict. Figuur 4.1 laat zien welke activiteiten zij vaak of heel

vaak uitvoeren. Bijna alle docenten (97%) maken gebruik van een beamer of digibord; 74% doet

dat vaak of heel vaak. Ook maken bijna alle docenten (97%) gebruik van digitaal leermateriaal in

de les; 54% maakt daar vaak of heel vaak gebruik van. Bijna alle docenten maken gebruik van

internet bij de lesvoorbereiding; 56% doet dat vaak of heel vaak. Ook maakt 56% vaak of heel

vaak gebruik van digitale voorzieningen zoals laptop of mobiele telefoon bij het voorbereiden van

lessen. Bijna de helft (45%) plaatst vaak of heel vaak informatie over de prestaties van leerlingen

in een digitaal informatiesysteem van de school. Leerlingen leren programmeren of coderen is de activiteit die het minst voorkomt. Ook het af-

stemmen van instructie en feedback op leerlingresultaten verkregen via computerprogramma’s

komt weinig voor; 63% van de docenten doet dat zelden of nooit.

Page 28: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

24

Tabel 4.5 – Aard van het ict-gebruik, volgens de leerkrachten; in volgorde van frequentie (n=1005

tot 1025)9

Als leraar …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

gebruik ik beamer of digibord 3% 4% 7% 12% 21% 53%

gebruik ik internet bij mijn les-

voorbereiding

2% 5% 15% 22% 27% 29%

bereid ik mijn lessen voor

m.b.v. digitale voorzieningen

zoals laptop of mobiele telefoon

6% 8% 13% 19% 23% 33%

maak ik bij mijn lessen gebruik

van digitaal lesmateriaal

3% 8% 17% 18% 28% 26%

geef ik klassikaal uitleg m.b.v.

digitale leermiddelen

5% 8% 16% 23% 31% 16%

plaats ik informatie over de

prestaties van leerlingen in een

digitaal informatiesysteem van

de school

14% 9% 12% 20% 26% 19%

toon ik websites tijdens mijn les 4% 13% 29% 24% 22% 9%

attendeer ik leerlingen op (ex-

tra) uitleg van leerstof die be-

schikbaar is via internet

9% 13% 23% 29% 21% 5%

breng ik websites met (extra)

uitleg of oefenmateriaal onder

de aandacht

8% 12% 28% 26% 22% 4%

stimuleer ik leerlingen gebruik

te maken van digitale toepas-

singen die bijdragen aan leren

9% 15% 27% 29% 16% 4%

laat ik alle lln. tegelijk met een

digitale voorziening werken, zo-

als een laptop of iPad

17% 18% 19% 18% 17% 10%

stel ik door mijzelf ontwikkeld

digitaal leermateriaal beschik-

baar aan mijn leerlingen

14% 19% 24% 17% 16% 10%

gebruik ik specifieke leer- of oe-

fenprogramma’s die bij mijn les-

sen passen

16% 17% 28% 20% 14% 5%

help ik leerlingen bij het vinden

en beoordelen van informatie

op internet

11% 22% 36% 21% 8% 1%

laat ik leerlingen online een test

of (oefen)toets maken

22% 21% 24% 19% 12% 2%

9 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 29: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

25

74%

56%

55%

54%

48%

45%

30%

28%

26%

26%

26%

20%

19%

14%

11%

9%

7%

6%

5%

5%

1%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

gebruik van een beamer of digibord

internet gebruiken bij de lesvoorbereiding

lessen voorbereiden met gebruik van digitale voorzieningen

gebruik van digitaal leermateriaal tijdens de les

klassikaal uitleg geven m.b.v. digitale leermiddelen

info over prestaties in digitaal informatiesysteem plaatsen

websites tonen tijdens de les

hele klas tegelijk met digitale voorzieningen laten werken

zelf ontwikkeld digitaal leermateriaal beschikbaar stellen

websites met leermateriaal onder aandacht brengen

attenderen op extra uitleg die beschikbaar is via internet

stimuleren van gebruik van digitale toepassingen

specifieke leerprogramma's passend bij de les gebruiken

leerlingen online een test of (oefen)toets laten maken

helpen bij gebruik van algemene computerprogramma's

lln laten werken met dig. toep. later nodig in hun beroep

laten zien hoe online woordenb./encyclop. kunnen helpen

met leerlingen praten over veiligheid op internet

leerlingen leren hoe om te gaan met sociale media

instr./feedb. afstemmen op resultaten verkregen via comp. progr.

leerlingen leren programmeren of coderen

Vervolg tabel 4.5 – Aard van het ict-gebruik, volgens de leerkrachten; in volgorde van frequentie

Als leraar …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

help ik leerlingen bij gebruik

van algemene computerpro-

gramma’s voor bijvoorbeeld

tekstverwerking of mail

26% 21% 23% 18% 9% 3%

praat ik met leerlingen over vei-

ligheid op internet

21% 28% 31% 14% 6% 1%

laat ik lln. werken met digitale

toepassingen die ze nodig heb-

ben in hun latere beroep

32% 24% 23% 13% 7% 1%

leer ik leerlingen hoe om te

gaan met sociale media

29% 29% 26% 10% 4% 1%

laat ik zien hoe online woorden-

boeken of digitale encyclope-

dieën kunnen helpen bij school-

werk

36% 23% 22% 12% 6% 1%

stem ik mijn instructie en feed-

back af op leerlingresultaten

verkregen via computerpro-

gramma’s

39% 24% 22% 10% 5% ---

leer ik leerlingen programmeren

of coderen

80% 11% 5% 3% 1% ---

Figuur 4.1 – Lesactiviteiten met of rond ict-gebruik die vaak of heel vaak voorkomen

Page 30: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

26

Figuur 4.1 laat van de 22 onderscheiden activiteiten zien welk percentage leraren deze vaak of

heel vaak toepast. Bovenaan staat het gebruik van beamer of digibord (74%), gevolgd door het

gebruik van internet bij het voorbereiden van lessen (56%) en het voorbereiden van lessen met

behulp van digitale voorzieningen (55%). Ook het gebruik van digitaal leermateriaal tijdens de les

scoort hoog (54% vaak of heel vaak). Andere activiteiten worden door minder dan de helft van de

docenten vaak of heel vaak toegepast.

Een kwart van de docenten gebruikt nul tot twee toepassingen vaak of heel vaak, rond de helft

gebruik drie tot acht toepassingen vaak of heel vaak en bijna een kwart gebruikt meer dan acht

toepassingen vaak of heel vaak (zie figuur 4.2). Figuur 4.2 – Verdeling, naar aantal toepassingen dat men vaak of heel vaak gebruikt

Tabel 4.6 geeft informatie over het gebruik van specifieke toepassingen van ict en het gebruik

van andere leermiddelen in de lessen. Daarbij gaat het vooral om apparatuur en programmatuur.

Papieren werk- en leerboeken worden het meest gebruikt: 69% gebruikt deze vaak of heel vaak.

Op de tweede plaats komen methodegebonden leermiddelen (66% vaak of heel vaak). Ruim de

helft (54%) gebruikt desktopcomputers of laptops vaak of heel vaak. Het digibord wordt vaak of

heel vaak gebruikt door 58% van de docenten; 21% gebruikt het niet (of heeft geen digibord). Het

minst gebruikt wordt simulatiesoftware (79% nooit), simulaties om beroepsspecifieke vaardighe-

den aan te leren (bijv, scheepvaart-, tractor- of machinekamersimulator) (90% nooit) en beroeps-

specifieke hardware of daarop afgestemde interfaces die later ook in de praktijk gebruikt wordt

(91% nooit).

25%

51%

23%

staartgroep: 0-2 toepassingen peloton: 3-8 toepassingen

kopgroep: meer dan 8 toepassingen

Page 31: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

27

Tabel 4.6 – Gebruik van apparatuur, leermiddelen en toepassingen, volgens de docenten; in

volgorde van frequentie (n=960 tot 972)10

Tijdens mijn lessen gebruik ik …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

Papieren werkboeken

en leerboeken

9% 6% 5% 11% 21% 48%

Methodegebonden leermiddelen 10% 4% 7% 13% 28% 38%

Desktopcomputer of laptop 10% 8% 13% 15% 19% 35%

Digibord 21% 4% 6% 10% 18% 40%

Presentatiesoftware

(bijv. Powerpoint)

9% 9% 18% 18% 20% 27%

Niet-methodegebonden leermid-

delen (zelf ontwikkeld/gevonden)

5% 9% 21% 28% 25% 12%

Internet als informatiebron 5% 10% 19% 29% 27% 10%

Video’s met uitleg (bijv. via

YouTube)

8% 11% 27% 24% 23% 7%

Verwerkingssoftware

(bijv. Word, Excel)

12% 12% 19% 23% 23% 10%

Mobiele telefoon 14% 18% 32% 22% 12% 3%

Communicatiesoftware

(bijv. email, skype, chat)

27% 15% 19% 17% 16% 7%

Oefensoftware 25% 17% 26% 17% 10% 5%

Elektronische leeromgeving

(bijv, Blackboard)

41% 11% 12% 14% 11% 11%

Tabletcomputer (bijv. iPad) 55% 11% 10% 7% 7% 10%

Evaluatiesoftware

(bijv. toetsen, adaptief toetsen)

46% 20% 16% 9% 6% 2%

Digitale voortgangsregistratie

(bijv. E-portfolio)

58% 13% 11% 6% 8% 4%

Cognitieve ondersteuningspro-

gramma’s (bijv. mindmaps)

48% 22% 18% 9% 3% 1%

Programma’s met combinatie van

instructie, oefenen en feedback

(bijv. Snappet)

54% 20% 12% 8% 3% 3%

Game ontwikkeld voor educatieve

doeleinden / leerdoelen

59% 18% 14% 6% 2% 1%

Sociale media (bijv, Facebook,

Twitter, Blog)

66% 17% 10% 4% 2% ---

E-books 75% 9% 7% 2% 3% 3%

10 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 32: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

28

Vervolg tabel 4.6 – Gebruik van apparatuur, leermiddelen en toepassingen, volgens de leerkrach-

ten

Tijdens mijn lessen gebruik ik …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

Ict-toepassingen om leerlingen

beroepsvaardigheden te laten oe-

fenen (bijv. AutoCAD, Floorplan-

ner, Publisher, of andere)

73% 12% 7% 3% 3% 2%

Digitale meet- en weeginstrumen-

ten (bijv. voor lessen

techniek of scheikunde)

77% 9% 7% 4% 2% 1%

Simulatiesoftware (bijv.

natuurkundige proefjes)

79% 10% 7% 3% 1% 1%

Simulaties om beroepsspecifieke

vaardigheden aan te leren (bijv,

scheepvaart-, tractor- of machine-

kamersimulator)

90% 6% 3% 1% --- ---

Beroepsspecifieke hardware of

daarop afgestemde interfaces die

later ook in de praktijk gebruikt

wordt (bijv. car diagnostic soft-

ware of digitale draaibank)

91% 5% 2% 1% --- ---

4.4 Effecten van ict-gebruik in het onderwijs

Op de vraag naar de effecten die zij zien van het gebruik van ict in het onderwijs, antwoorden

docenten vooral dat leerlingen daardoor meer gemotiveerd zijn (23% vaak of heel vaak). Een

ander effect dat relatief veel wordt ervaren, is dat het lesgeven efficiënter verloopt (eveneens 23%

vaak of heel vaak) (tabel 4.7). Hier staat echter tegenover dat een groep van gelijke omvang vindt

dat dit effect zelden of nooit optreedt. Ook bij de andere in de vragenlijst genoemde mogelijke

effecten lopen de meningen uiteen. Het effect dat docenten het minst zien, is dat leerlingen dank-

zij ict beter zicht hebben op hun leerproces; volgens 38% is dit zelden of nooit het geval.

Page 33: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

29

Tabel 4.7 – Effecten van ict-gebruik, volgens inschatting van de leerkrachten (n=946 tot 952)11

Hoe vaak neemt u waar dat …

Nooit Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel vaak

leerprestaties verbeteren 9% 18% 34% 25% 12% 2%

leerlingen meer gemotiveerd

zijn

6% 10% 30% 31% 20% 3%

leerlingen sneller leren 12% 18% 37% 19% 13% 1%

lesgeven efficiënter verloopt 9% 14% 28% 26% 18% 5%

leerlingen onderwijs krijgen dat

is afgestemd op hun individuele

talenten (bijv. naar inhoud, in-

structievorm of tempo)

13% 19% 29% 22% 13% 3%

u beter overzicht hebt over vor-

deringen van leerlingen

17% 19% 23% 19% 17% 5%

leerlingen beter zicht hebben

op hun eigen leerproces

17% 21% 28% 21% 11% 2%

4.5 Ambities en verwachtingen van schoolleiders rond ict in het onderwijs

Figuur 4.3 laat zien hoe het onderwijs met en rond ict er volgens de schoolleiders over twee jaar

uit zou moeten zien. De grafiek toont het percentage schoolleiders dat vindt dat de desbetreffende

activiteit in meer dan de helft van de lessen zouden moeten plaatsvinden. Evenals in het basis-

onderwijs scoren het gebruikmaken van digitaal leermateriaal (94%) en het gebruikmaken van

een beamer of digibord (92%) het hoogst. Ook het gebruik van specifieke leer- of oefenpro-

gramma’s die bij de lessen passen (92%), het met leerlingen praten over veiligheid op internet

(90%) en leerlingen leren hoe zij moeten omgaan met sociale media (88%), klassikaal uitleg ge-

ven met behulp van digitale leermiddelen, websites tonen tijdens de les en lessen voorbereiden

met gebruik van digitale voorzieningen (alle 85%) scoren hoog.

Figuur 4.4 toont de opvattingen van schoolleiders over apparatuur en programmatuur die over

twee jaar in meer dan de helft van de lessen zou moeten worden gebruikt. De meeste schoollei-

ders vinden dat de docenten op hun school in meer dan de helft van de lessen gebruik zouden

moeten maken van een leerlingvolgsysteem en een systeem voor afwezigheidsregistratie (beide

Ook de elektronische leeromgeving (88%) en het digibord (84%) worden veel genoemd. Ruim

driekwart vindt dat over twee jaar in meer dan de helft van de lessen een roostersysteem moet

worden gebruikt (78%) en ruim twee derde vindt dat in meer dan de helft van de lessen en gebruik

zou moeten worden gemaakt van desktopcomputers of laptops (69%).

11 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 34: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

30

Figuur 4.3 – Gewenste activiteiten met of rond ict-gebruik door leerkrachten, over twee jaar, in

meer dan de helft van de lessen, naar de mening van de schoolleider (n=88)

Figuur 4.4 – Gewenst gebruik van apparatuur en programmatuur door leerkrachten, over twee

jaar, in meer dan de helft van de lessen, naar de mening van de schoolleider (n=85)

94%

92%

92%

90%

88%

85%

85%

85%

83%

83%

79%

77%

77%

73%

73%

65%

63%

56%

54%

54%

44%

23%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

gebruik van digitaal leermateriaal tijdens de les

gebruik van een beamer of digibord

specifieke leerprogramma's passend bij de les gebruiken

met leerlingen praten over veiligheid op internet

leerlingen leren hoe om te gaan met sociale media

klassikaal uitleg geven m.b.v. digitale leermiddelen

lessen voorbereiden met gebruik van digitale voorzieningen

websites tonen tijdens de les

internet gebruiken bij de lesvoorbereiding

info over prestaties in digitaal informatiesysteem plaatsen

helpen bij gebruik van algemene computerprogramma's

helpen bij vinden/beoordelen van informatie op internet

leerlingen online een test of (oefen)toets laten maken

websites met leermateriaal onder aandacht brengen

stimuleren het gebruik van digitale toepassingen

hele klas tegelijk met digitale voorzieningen laten werken

attenderen op extra uitleg die beschikbaar is via internet

zelf ontwikkeld digitaal leermateriaal beschikbaar stellen

instr./feedb. afstemmen op resultaten verkregenvia comp. progr.

laten zien hoe online woordenb./encyclop. kunnen helpen

lln laten werken met dig. toep. later nodig in hun beroep

leerlingen leren programmeren of coderen

91%

91%

88%

84%

78%

69%

55%

46%

42%

39%

14%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

leerlingvolgsysteem

afwezigheidsregistratiesysteem

elektronische leeromgeving

digibord

roostersystemen

desktop-computer of laptop

digitaal toetssysteem

mobiele telefoon

tabletcomputer

beroepsspecifieke toepassingen (vmbo)

e-books

Page 35: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

31

De schoolleiders is ook gevraagd naar hun verwachtingen over de effecten van het gebruik van

ict op school, over twee jaar (zie tabel 4.8). Zij verwachten van het gebruik van ict in het onderwijs

vooral dat leraren een beter overzicht over de vorderingen van leerlingen zullen hebben: 52%

verwacht hier een groot of zeer groot effect. Verder verwacht 44% een groot of zeer groot effect

in de zin dat leerlingen beter zicht hebben op hun leerproces. Op de derde plaats komt de ver-

wachting dat het lesgeven efficiënter zal verlopen door de inzet van ict (34% verwacht hier een

groot effect). Tabel 4.8 – Verwachte effecten van ict-gebruik, over twee jaar, naar inschatting van de school-

leiders (n=78 tot 81)12

Niet

/ n.v.t.

Zeer

beperkt

Beperkt Ongeveer

de helft

Groot Zeer

groot

leerprestaties zijn verbeterd 1% 14% 38% 32% 14% ---

leerlingen zijn meer gemoti-

veerd

--- 6% 28% 40% 26% ---

leerlingen leren sneller 4% 8% 35% 38% 16% ---

lesgeven verloopt efficiënter 3% 5% 28% 31% 34% ---

leerlingen krijgen onderwijs dat

naar inhoud, instructievorm en

tempo is afgestemd op hun in-

dividuele talenten

--- 5% 28% 23% 4% 4%

leraren hebben beter overzicht

over de vorderingen van leer-

lingen

1% 1% 16% 29% 48% 4%

leerlingen hebben beter zicht

op hun eigen leerproces

1% 5% 20% 30% 40% 4%

leerlingen zijn voorbereid om

als burger te leven in de 21e

eeuw

5% 6% 21% 40% 25% 4%

ouders van leerlingen zijn beter

geïnformeerd over de ontwikke-

ling van leerlingen

1% 4% 23% 38% 31% 4%

4.6 Samengestelde variabelen en samenhangen

Figuur 4.5 toont de gemiddelde schaalscores bij de samengestelde variabelen (zie bijlage 1 voor

een overzicht van deze variabelen). Ook geeft de figuur een indruk van de spreiding rond het

gemiddelde. Het beeld dat daaruit naar voren komt, is vergelijkbaar met het beeld voor het basis-

onderwijs (zie paragraaf 3.6). Het onderwijs is vooral docentgestuurd; activiteiten waar meer stu-

ring aan de leerling wordt overgelaten, komen in aanzienlijk mindere mate voor. Het gebruik van

ict is relatief beperkt. Op het punt van de waargenomen effecten van ict laat de grafiek een grote

12 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zeer beperkt: < 10% van de leerlingen; beperkt: 10-40% van de leerlingen;

ongeveer de helft: 40-60% van de leerlingen; groot: 60-90% van de leerlingen; zeer groot:: > 90% van de leerlingen.

Page 36: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

32

spreiding zien. Net als in het basisonderwijs verschillen onderwijsgevenden ook hier dus aan-

zienlijk van mening over de effecten. Figuur 4.5 – Samengestelde variabelen; voortgezet onderwijs

Toelichting: het rode blokje markeert de gemiddelde score; de bovenste waarde is het gemiddelde plus één stan-

daarddeviatie; de onderste waarde is het gemiddelde min één standaarddeviatie

Tabel 4.9 laat de correlaties tussen de samengestelde variabelen zien. Evenals in het basison-

derwijs is er een sterke samenhang tussen de mate waarin activiteiten met en rond ict in de les

worden toegepast, de mate waarin verschillende toepassingen worden ingezet en programma-

tuur wordt gebruikt en de ervaren effecten van ict. Docenten die veel gebruikmaken van ict in de

les zien dus sterkere effecten van ict. Daarnaast zijn is er een redelijk sterk verband tussen de

mate waarin de onderwijsleeractiviteiten leerlinggestuurd zijn en de ervaren effecten van het ge-

bruik van ict. Ook is er een redelijk sterke samenhang tussen leerlinggestuurde activiteiten en de

inzet van activiteiten met en rond ict. Tussen de mate waarin de lessen docentgestuurd zijn en

de andere variabelen zijn geen noemenswaardige samenhangen te melden. Tabel 4.9 – Correlaties tussen de samengestelde variabelen (n=955 tot 1027)

Docent-

gestuurd

Leerling-

gestuurd

Activiteiten

ict

Toepassingen

/ apparatuur

Leerlinggestuurd -,03

Activiteiten met of rond ict ,15 ,34

Toepassingen / apparatuur ,15 ,22 ,82

Effecten ,03 ,39 ,64 ,54

Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen onderbouw en bovenbouw, wat de resultaten

bij de samengestelde variabelen betreft. De verschillen tussen onderwijstypen zijn wel significant.

4,1

2,72,5

2,2 2,2

4,7

3,63,3

2,93,2

5,3

4,44,1

3,6

4,3

1,0

2,0

3,0

4,0

5,0

6,0

Docentgestuurd Leerlinggestuurd Activiteiten ict Toepassingen Effecten

Page 37: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

33

Figuur 4.6 laat de gemiddelde scores per onderwijstype zien. Tabel 4.10 toont de resultaten van

de variantieanalyses. Door het relatief grote aantal respondenten leiden ook kleine verschillen al

tot een significante uitkomst. Daarom hanteren we als uitgangspunt dat een verschil pas relevant

is als het onderwijstype minimaal 3% variantie verklaart in de samengestelde variabele. De E2

dient dus minstens ,030 te zijn. Dit is het geval bij drie samengestelde variabelen (zie tabel 4.10):

leerlinggestuurd, activiteiten met of rond ict en effecten.

Uit de grafiek blijkt dat het onderwijs in vmbo-b/k gemiddeld meer leerlingestuurd is dan in vmbo-

g/t, havo en vwo en dat er in het vmbo-b/k meer activiteiten met en rond ict plaatsvinden. De

onderlinge verschillen tussen vmbo-g/t, havo en vwo zijn klein. Bij de mate waarin de docenten

effecten zien van het gebruik van ict, zijn de verschillen duidelijker. Docenten die lesgeven aan

het vmbo-b/k schatten dit effect gemiddeld het hoogst in (met een gemiddelde van 3,5 op een

schaal van 1 tot 6). Dit gemiddelde daalt in stapjes van 0,2 voor de volgende onderwijstypen.

Docenten die lesgeven aan het vwo zien gemiddeld het geringste effect van de inzet van ict (met

een gemiddelde van 2,9). Figuur 4.6 – Samengestelde variabelen, naar onderwijstype

Tabel 4.10 – Verdeling naar onderwijstype; resultaten van variantieanalyse

F p E2

Docentgestuurd 2,87 <,05 ,008

Leerlinggestuurd 14,26 <,001 ,040

Activiteiten met of rond ict 12,41 <,001 ,035

Toepassingen / apparatuur 5,22 <,005 ,016

Effecten 15,65 <,001 ,047

4,8

3,83,5

3,0

3,5

4,8

3,53,3

2,9

3,3

4,7

3,5

3,2

2,83,1

4,6

3,43,2

2,8 2,9

1,0

2,0

3,0

4,0

5,0

6,0

Docentgestuurd Leerlinggestuurd Activiteiten ict Toepassingen Effecten

vmbo-b/k vmbo-g/t havo vwo

Page 38: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand
Page 39: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

35

5 Speciaal (basis)onderwijs en praktijkonderwijs

5.1 Karakterisering van de school

Dit hoofdstuk heeft betrekking op het speciaal basisonderwijs, het speciaal en voortgezet speciaal

onderwijs en het praktijkonderwijs. Het aantal leerlingen per school varieert van 44 tot 1501. Ge-

middeld heeft een school 358 leerlingen (met een standaarddeviatie van 465,8).

Ruim een kwart van de schoolleiders (28%) geeft aan dat hun school alleen ict gebruikt voor

zover dit past binnen bestaande werkwijzen. Een even grote groep geeft aan dat hun school de

ambitie heeft om het onderwijs ingrijpend te veranderen en daarbij ict gebruikt. De groep die daar

qua ambities tussenin zit, scholen waar ict wordt gebruikt om het onderwijs stap voor stap te

veranderen en te verbeteren, vormt 44% van het totaal (zie tabel 5.1). Ook is ruim een kwart

(28%) van mening dat het bestuur een neutrale houding inneemt wat het gebruik van ict in het

onderwijs op school betreft. De rest geeft aan dat het bestuur het gebruik van ict in het onderwijs

aanmoedigt (37%) of stimuleert door bijvoorbeeld ondersteuning, extra middelen of faciliteiten te

bieden (35%) (zie tabel 5.2). Tabel 5.1 – Typering door de schoolleider van het ict-gebruik op school (n=43)

Aantal %

Onze school of instelling gebruikt ict alleen voor

zover het past binnen bestaande werkwijzen

12 28%

Onze school of instelling gebruikt ict om het

onderwijs stap voor stap te veranderen en te

verbeteren

19 44%

Onze school of instelling heeft de ambitie om het

onderwijs ingrijpend te veranderen en gebruikt

daarbij ict

12 28%

Tabel 5.2 – Typering door de schoolleider van de houding van het schoolbestuur ten aanzien van

ict-gebruik op school (n=43)

Aantal %

Ons bestuur neemt een neutrale houding in wat

het gebruik van ict in het onderwijs op school be-

treft

12 28%

Ons bestuur moedigt het gebruik van ict in het

onderwijs op school aan

16 37%

Ons bestuur stimuleert het gebruik van ict in het

onderwijs op school (bijvoorbeeld door onder-

steuning, extra middelen of faciliteiten te bieden)

15 35%

Page 40: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

36

Het aantal leerlingen per computer varieert van 1 tot 6. Gemiddeld is er – volgens de opgave van

de schoolleiders – per 2,3 leerlingen één computer beschikbaar (met een standaarddeviatie van

1,1). Er is geen significante samenhang tussen de leerling-computerratio en het aantal leerlingen

op school. Ook is het verschil in leerling-computerratio tussen de vier verschillende onderwijsty-

pen niet significant.

5.2 Typering van het onderwijs

De leraren is verzocht te reageren op tien stellingen over het onderwijs dat zij geven. Vijf van de

stellingen hebben betrekking op onderwijs waarin de leraar centraal staat (zie tabel 5.3). Daar-

naast zijn er vijf stellingen over onderwijs dat (meer) leerlinggericht is (zie tabel 5.4). Net als bij

het basisonderwijs en voortgezet onderwijs worden vooral activiteiten waarbij de leraar centraal

staat of een sturende rol heeft, veel toegepast.

Driekwart van de leraren laat leerlingen vaak of heel vaak leerstof verwerken door hen opdrachten

te geven en oefeningen te laten maken (tabel 5.3). Ruim driekwart (79%) stelt tijdens de les vaak

of heel vaak vragen om na te gaan of leerlingen de leerstof beheersen. Bijna drie kwart (71%) vat

de leerstof vaak of heel vaak samen tijdens de les. Bijna twee derde van de leraren (63%) bepaalt

meestal zelf wat leerlingen leren en het moment waarop zij dat doen.

Tabel 5.3 – Typering door leraren van het onderwijs dat zij geven – leraargericht (n=354 tot 357)13

Als leraar …

Nooit Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel vaak

bepaal ik wat mijn leerlingen op

welk moment leren

--- 3% 9% 25% 42% 21%

ga ik met behulp van toetsen na

of leerlingen de behandelde

stof beheersen

5% 10% 20% 25% 28% 11%

laat ik leerlingen leerstof ver-

werken door opdrachten en oe-

feningen te geven

1% 1% 5% 18% 43% 33%

stel ik tijdens de les vragen

over de leerstof om te controle-

ren of leerlingen de leerstof be-

heersen

1% 1% 4% 16% 40% 39%

vat ik de leerstof samen tijdens

de les

1% 1% 9% 18% 42% 29%

13 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 41: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

37

Van de activiteiten waarbij de leerling meer centraal staat (tabel 5.4) wordt vooral het individueel

begeleiden van leerlingen bij hun leerproces genoemd; 82% doet dat vaak of heel vaak. De ove-

rige vier activiteiten worden aanzienlijk minder toegepast: 40% geeft leerlingen vaak of heel vaak

ruimte om zelf te ontdekken op welke manier ze het beste leren, 33% laat samenwerken en initi-

atief nemen van leerlingen vaak of heel vaak meewegen bij de beoordeling van het werk, 17%

laat leerlingen vaak of heel vaak feedback geven op elkaars werk en 23% stimuleert leerlingen

vaak of heel vaak om zelf te kiezen wanneer ze wat willen leren

Tabel 5.4 – Typering door leraren van het onderwijs dat zij geven – leerlinggericht

(n=356 tot 3572

Als leraar …

Nooit Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel vaak

begeleid ik leerlingen individu-

eel bij hun leerproces

--- --- 4% 13% 42% 40%

geef ik leerlingen ruimte om zelf

te ontdekken op welke manier

ze het beste leren

1% 6% 21% 32% 30% 10%

stimuleer ik dat leerlingen zelf

kiezen wanneer ze wat willen

leren

5% 22% 28% 21% 19% 4%

laat ik leerlingen elkaar feed-

back geven over hun werk

4% 18% 41% 21% 14% 3%

laat ik samenwerken en initiatief

nemen ook meewegen bij de

beoordeling van het werk

4% 13% 20% 29% 24% 9%

5.3 Aard van het ict-gebruik in het onderwijs

Tabel 5.5 geeft een overzicht van activiteiten tijdens de les waarbij de leraren ict gebruiken en

van activiteiten die betrekking hebben op ict. Figuur 5.1 laat zien welke toepassingen of activitei-

ten vaak of heel vaak in de les aan bod komen.

De meeste leraren (94%) maken in de les gebruik van een beamer of digibord; driekwart doet dat

vaak of heel vaak. Ook maken bijna alle leraren (96%) gebruik van digitaal leermateriaal in de

les; 63% maakt daar vaak of heel vaak gebruik van. Ruim de helft (54%) geeft vaak of heel vaak

klassikaal uitleg met behulp van digitale leermiddelen. Ook gebruikt ruim de helft (57%) vaak of

heel vaak internet bij de lesvoorbereiding. De helft plaatst vaak of heel vaak informatie over de

prestaties van leerlingen in een digitaal informatiesysteem van de school. Bijna de helft (45%)

bereidt lessen vaak of heel vaak voor met behulp van digitale voorzieningen, zoals een laptop of

mobiele telefoon.

Page 42: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

38

Tabel 5.5 – Aard van het ict-gebruik, volgens de leraren; in volgorde van frequentie (n=348 tot

357)14

Als leraar …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

gebruik ik beamer of digibord 6% 3% 6% 10% 26% 50%

maak ik bij mijn lessen gebruik

van digitaal lesmateriaal

4% 4% 10% 18% 39% 24%

gebruik ik internet bij mijn les-

voorbereiding

2% 4% 11% 26% 32% 25%

geef ik klassikaal uitleg m.b.v.

digitale leermiddelen

6% 6% 13% 20% 29% 25%

plaats ik informatie over de

prestaties van leerlingen in een

digitaal informatiesysteem van

de school

15% 6% 12% 17% 29% 20%

bereid ik mijn lessen voor

m.b.v. digitale voorzieningen

zoals laptop of mobiele telefoon

8% 12% 16% 19% 26% 19%

gebruik ik specifieke leer- of oe-

fenprogramma’s die bij mijn les-

sen passen

10% 10% 20% 24% 29% 9%

toon ik websites tijdens mijn les 5% 11% 24% 28% 24% 8%

breng ik websites met (extra)

uitleg of oefenmateriaal onder

de aandacht

12% 15% 28% 24% 17% 4%

stel ik door mijzelf ontwikkeld

digitaal leermateriaal beschik-

baar aan mijn leerlingen

17% 21% 24% 16% 14% 8%

stimuleer ik leerlingen gebruik

te maken van digitale toepas-

singen die bijdragen aan leren

17% 14% 27% 27% 12% 3%

praat ik met leerlingen over vei-

ligheid op internet

18% 15% 27% 24% 12% 3%

laat ik alle lln. tegelijk met een

digitale voorziening werken, zo-

als een laptop of iPad

30% 15% 16% 14% 17% 8%

help ik leerlingen bij het vinden

en beoordelen van informatie

op internet

20% 15% 31% 22% 11% 1%

14 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 43: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

39

Vervolg tabel 5.5 – Aard van het ict-gebruik, volgens de leraren; in volgorde van frequentie

Als leraar …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

leer ik leerlingen hoe om te

gaan met sociale media

24% 15% 30% 19% 11% 1%

help ik leerlingen bij gebruik

van algemene computerpro-

gramma’s voor bijvoorbeeld

tekstverwerking of mail

30% 13% 22% 20% 13% 2%

attendeer ik leerlingen op (ex-

tra) uitleg van leerstof die be-

schikbaar is via internet

24% 22% 24% 16% 12% 2%

laat ik leerlingen online een test

of (oefen)toets maken

28% 16% 28% 18% 9% 2%

stem ik mijn instructie en feed-

back af op leerlingresultaten

verkregen via computerpro-

gramma’s

32% 16% 19% 22% 8% 2%

laat ik zien hoe online woorden-

boeken of digitale encyclope-

dieën kunnen helpen bij school-

werk

37% 20% 19% 15% 9% 1%

laat ik lln. werken met digitale

toepassingen die ze nodig heb-

ben in hun latere beroep

37% 21% 22% 14% 5% 1%

leer ik leerlingen programmeren

of coderen

67% 16% 9% 5% 2% 1%

Uit figuur 5.1 blijkt dat vier activiteiten vaak of heel vaak worden toegepast door meer dan de helft

van de onderwijsgevenden: gebruik van een beamer of digibord, gebruik van digitaal leermateri-

aal tijdens de les, het bij de lesvoorbereiding gebruikmaken van internet, en het klassikaal geven

van uitleg met behulp van digitale leermiddelen. Ook hier zijn de leraren ingedeeld in een ‘staart-

groep’, ‘peloton’ en ‘kopgroep’, afhankelijk van het aantal veelgebruikte toepassingen of activitei-

ten. Figuur 5.2 toont de verdeling.

De volgende vraag gaat over specifieke toepassingen van ict en het gebruik van andere leermid-

delen in de lessen. De voorgelegde items hebben vooral betrekking op apparatuur en program-

matuur. Tabel 5.6 toont de resultaten. De leraren gebruiken vooral een digibord (driekwart vaak

of heel vaak), methodegebonden leermiddelen (twee derde vaak of heel vaak), papieren werk-

en leerboeken (62% vaak of heel vaak) en desktopcomputers of laptops (49% vaak of heel vaak).

De minst gebruikte toepassingen zijn beroepsspecifieke toepassingen, simulaties en e-books.

Page 44: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

40

Figuur 5.1 – Lesactiviteiten met of rond ict-gebruik die vaak of heel vaak voorkomen

Figuur 5.2 – Verdeling, naar aantal toepassingen dat men vaak of heel vaak gebruikt

76%

64%

57%

54%

49%

44%

38%

32%

25%

22%

21%

15%

15%

15%

14%

12%

12%

10%

10%

10%

6%

3%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

gebruik van een beamer of digibord

gebruik van digitaal leermateriaal tijdens de les

internet gebruiken bij de lesvoorbereiding

klassikaal uitleg geven m.b.v. digitale leermiddelen

info over prestaties in digitaal informatiesysteem plaatsen

lessen voorbereiden met gebruik van digitale voorzieningen

specifieke leerprogramma's passend bij de les gebruiken

websites tonen tijdens de les

hele klas tegelijk met digitale voorzieningen laten werken

zelf ontwikkeld digitaal leermateriaal beschikbaar stellen

websites met leermateriaal onder aandacht brengen

stimuleren het gebruik van digitale toepassingen

helpen bij gebruik van algemene computerprogramma's

met leerlingen praten over veiligheid op internet

attenderen op extra uitleg die beschikbaar is via internet

helpen bij vinden/beoordelen van informatie op internet

leerlingen leren hoe om te gaan met sociale media

instr./feedb. afstemmen op resultaten verkregen via comp. progr.

laten zien hoe online woordenb./encyclop. kunnen helpen

leerlingen online een test of (oefen)toets laten maken

lln laten werken met dig. toep. later nodig in hun beroep

leerlingen leren programmeren of coderen

26%

49%

25%

staartgroep: 0-2 toepassingen peloton: 3-8 toepassingen

kopgroep: meer dan 8 toepassingen

Page 45: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

41

Tabel 5.6 – Gebruik van apparatuur, leermiddelen en toepassingen, volgens de leraren; in volg-

orde van frequentie (n=339 tot 347)15

Tijdens mijn lessen gebruik ik …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

Digibord 8% 3% 5% 8% 23% 52%

Methodegebonden leermiddelen 5% 6% 7% 16% 34% 32%

Papieren werkboeken

en leerboeken

5% 5% 11% 17% 25% 37%

Desktopcomputer of laptop 11% 9% 13% 19% 21% 28%

Niet-methodegebonden leermid-

delen (zelf ontwikkeld/gevonden)

4% 6% 21% 29% 26% 14%

Internet als informatiebron 6% 7% 17% 26% 35% 9%

Oefensoftware 17% 10% 18% 23% 22% 10%

Video’s met uitleg (bijv. via

YouTube)

12% 12% 22% 25% 24% 5%

Verwerkingssoftware

(bijv. Word, Excel)

16% 14% 19% 21% 23% 7%

Presentatiesoftware

(bijv. Powerpoint)

16% 17% 19% 21% 14% 12%

Communicatiesoftware

(bijv. email, skype, chat)

38% 12% 15% 14% 15% 5%

Tabletcomputer (bijv. iPad) 49% 11% 11% 9% 10% 11%

Evaluatiesoftware

(bijv. toetsen, adaptief toetsen)

37% 22% 17% 14% 7% 3%

Mobiele telefoon 41% 15% 18% 14% 8% 3%

Programma’s met combinatie van

instructie, oefenen en feedback

(bijv. Snappet)

50% 14% 14% 8% 7% 5%

Game ontwikkeld voor educatieve

doeleinden / leerdoelen

49% 16% 16% 13% 6% 1%

Digitale voortgangsregistratie

(bijv. E-portfolio)

59% 10% 9% 11% 8% 3%

Cognitieve ondersteuningspro-

gramma’s (bijv. mindmaps)

47% 18% 22% 9% 3% 1%

Elektronische leeromgeving

(bijv, Blackboard)

66% 13% 7% 7% 3% 4%

Digitale meet- en weeginstrumen-

ten (bijv. voor lessen

techniek of scheikunde)

63% 16% 13% 6% 2% 2%

15 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 46: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

42

Vervolg tabel 5.6 – Gebruik van apparatuur, leermiddelen en toepassingen, volgens de leraren

Tijdens mijn lessen gebruik ik …

Nooit

/ n.v.t.

Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel

vaak

Sociale media (bijv, Facebook,

Twitter, Blog)

66% 16% 8% 6% 4% 1%

Ict-toepassingen om leerlingen

beroepsvaardigheden te laten oe-

fenen (bijv. AutoCAD, Floorplan-

ner, Publisher, of andere)

75% 14% 5% 3% 2% ---

Simulatiesoftware (bijv.

natuurkundige proefjes)

74% 15% 7% 2% 1% ---

E-books 81% 9% 6% 3% 1% 1%

Simulaties om beroepsspecifieke

vaardigheden aan te leren (bijv.

scheepvaart-, tractor- of machine-

simulator)

89% 8% 1% 1% 1% ---

Beroepsspecifieke hardware of

daarop afgestemde interfaces die

later ook in de praktijk gebruikt

worden (bijv. car diagnostic soft-

ware of digitale draaibank)

91% 6% 1% 1% 1% ---

5.4 Effecten van ict-gebruik in het onderwijs

De leraren is vervolgens gevraagd naar de effecten die zij zien van ict-gebruik. Tabel 5.7 toont

de resultaten. Leraren zien vooral dat leerlingen meer gemotiveerd zijn door het gebruik van ict

(45% vaak of heel vaak). Een ander positief effect is dat het lesgeven volgens relatief veel leraren

efficiënter verloopt. Dat is volgens een derde vaak of heel vaak het geval. Ook vindt een derde

van de leraren dat zij door het gebruik van ict een beter overzicht hebben over de vorderingen

van de leerlingen.

Op andere punten zijn de meningen meer verdeeld. Zo vindt een vijfde dat leerlingen vaak of heel

vaak beter zicht hebben op hun eigen leerproces door het gebruik van ict, terwijl een derde vindt

dat dit zelden of nooit het geval is. Ook over de vraag of de leerprestaties verbeteren als ict wordt

ingezet, zijn de opvattingen verdeeld. Terwijl een vijfde van de leraren dit vaak of heel vaak ziet,

vindt eveneens een vijfde dat dit slechts zelden of nooit het geval is. Van uiteenlopende meningen

is ook sprake bij de vraag of leerlingen door het gebruik van ict onderwijs krijgen dat is afgestemd

op hun individuele talenten (bijvoorbeeld naar inhoud, instructievorm of tempo).

Page 47: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

43

Tabel 5.7 – Effecten van ict-gebruik, naar inschatting van de leraren (n=339 tot 342)16

Hoe vaak neemt u waar dat …

Nooit Zelden Soms Regelmatig Vaak Heel vaak

leerprestaties verbeteren 10% 8% 29% 32% 18% 3%

leerlingen meer gemotiveerd

zijn

6% 3% 15% 30% 34% 11%

leerlingen sneller leren 9% 10% 28% 29% 19% 5%

lesgeven efficiënter verloopt 7% 7% 24% 27% 24% 10%

leerlingen onderwijs krijgen dat

is afgestemd op hun individuele

talenten (bijv. naar inhoud, in-

structievorm of tempo)

10% 11% 28% 22% 20% 9%

u beter overzicht hebt over vor-

deringen van leerlingen

12% 11% 24% 21% 25% 7%

leerlingen beter zicht hebben

op hun eigen leerproces

19% 16% 24% 20% 16% 5%

5.5 Ambities en verwachtingen van schoolleiders rond ict in het onderwijs

De schoolleiders is gevraagd hoe het onderwijs op hun school, wat ict betreft, er over twee jaar

uit zou moeten zien. Specifiek is daarbij gevraagd welke activiteiten over twee jaar in meer dan

de helft van de lessen zouden moeten plaatsvinden, dan wel welke toepassingen of apparatuur

in meer dan de helft van de lessen gebruikt zouden moeten worden. Figuur 5.3 toont de resulta-

ten. Bijna alle schoolleiders vinden dat leraren over twee jaar in meer dan de helft van de lessen

gebruik zouden moeten maken van digitaal leermateriaal (94%), van een beamer of digibord

(92%) en van specifieke leerprogramma’s die bij de les passen (92%). Ook vinden velen het

belangrijk dat leraren in meer dan de helft van de lessen met leerlingen praten over veiligheid op

internet (90%) en leerlingen leren omgaan met sociale media (88%). In aanvulling hierop worden

nog acht activiteiten door meer dan driekwart van de schoolleiders genoemd, waaronder klassi-

kaal uitleg geven met behulp van digitale leermiddelen en websites tonen tijdens de les.

Figuur 5.4 geeft een beeld van de mening van schoolleiders over apparatuur en programmatuur

die over twee jaar in meer dan de helft van de lessen zou moeten worden gebruikt. Bijna alle

schoolleiders (98%) vinden dat de leraren op hun school in meer dan de helft van de lessen

gebruik zouden moeten maken van een leerlingvolgsysteem. Ook vinden veel schoolleiders dat

in meer dan de helft van de lessen gebruik zou moeten worden gemaakt van het digibord (87%)

en van desktopcomputer of laptop (83%). Ook vinden velen een afwezigheidsregistratiesysteem

van belang. Ruim driekwart vindt dat dit in meer dan de helft van de lessen dient te worden ge-

bruikt.

16 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zelden: 1-10% van de lessen; soms: 10-40% van de lessen; regelmatig:

40-60% van de lessen; vaak: 60-90% van de lessen; heel vaak: > 90% van de lessen.

Page 48: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

44

Figuur 5.3 – Gewenste activiteiten met of rond ict-gebruik door leraren, over twee jaar, in meer

dan de helft van de lessen, naar de mening van de schoolleider (n=48)

Figuur 5.4 – Gewenst gebruik van apparatuur en programmatuur door leraren, over twee jaar, in

meer dan de helft van de lessen, naar de mening van de schoolleider (n=48)

94%

92%

92%

90%

88%

85%

85%

85%

83%

83%

79%

77%

77%

73%

73%

65%

63%

56%

54%

54%

44%

23%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

gebruik van digitaal leermateriaal tijdens de les

gebruik van een beamer of digibord

specifieke leerprogramma's passend bij de les gebruiken

met leerlingen praten over veiligheid op internet

leerlingen leren hoe om te gaan met sociale media

klassikaal uitleg geven m.b.v. digitale leermiddelen

lessen voorbereiden met gebruik van digitale voorzieningen

websites tonen tijdens de les

internet gebruiken bij de lesvoorbereiding

info over prestaties in digitaal informatiesysteem plaatsen

helpen bij gebruik van algemene computerprogramma's

helpen bij vinden/beoordelen van informatie op internet

leerlingen online een test of (oefen)toets laten maken

websites met leermateriaal onder aandacht brengen

stimuleren het gebruik van digitale toepassingen

hele klas tegelijk met digitale voorzieningen laten werken

attenderen op extra uitleg die beschikbaar is via internet

zelf ontwikkeld digitaal leermateriaal beschikbaar stellen

instr./feedb. afstemmen op resultaten verkregen via comp. progr.

laten zien hoe online woordenb./encyclop. kunnen helpen

lln laten werken met dig. toep. later nodig in hun beroep

leerlingen leren programmeren of coderen

98%

87%

83%

78%

69%

57%

57%

43%

35%

17%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

leerlingvolgsysteem

digibord

desktop-computer of laptop

afwezigheidsregistratiesysteem

digitaal toetssysteem

tabletcomputer

elektronische leeromgeving

roostersystemen

mobiele telefoon

e-books

Page 49: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

45

Tot slot is de schoolleiders gevraagd naar hun verwachtingen rond de effecten van ict-gebruik op

school, over twee jaar (zie tabel 5.8). Zij verwachten van het gebruik van ict in het onderwijs

vooral dat leraren een beter overzicht over de vorderingen van leerlingen zullen hebben. Ruim

twee derde (69%) verwacht hier een groot of zeer groot effect. Ruim de helft (56%) verwacht een

(zeer) groot effect in de zin dat leerlingen onderwijs krijgen dat naar inhoud, instructievorm en

tempo is afgestemd op hun individuele talenten, terwijl de helft een (zeer) groot effect verwacht

op de mate waarin leerlingen door het gebruik van ict zicht hebben op hun eigen leerproces. Een

groot of zeer groot effect op de motivatie van de leerlingen wordt voorzien door bijna de helft

(48%) van de schoolleiders. Tabel 5.8 – Verwachte effecten van ict-gebruik, over twee jaar, naar inschatting van de school-

leiders (n=44 tot 46)17

Niet

/ n.v.t.

Zeer

beperkt

Beperkt Ongeveer

de helft

Groot Zeer

groot

leerprestaties zijn verbeterd 2% 2% 44% 31% 20% ---

leerlingen zijn meer gemoti-

veerd

--- --- 18% 33% 44% 4%

leerlingen leren sneller 2% 2% 40% 33% 20% 2%

lesgeven verloopt efficiënter --- 2% 11% 43% 39% 5%

leerlingen krijgen onderwijs dat

naar inhoud, instructievorm en

tempo is afgestemd op hun in-

dividuele talenten

--- 2% 7% 35% 43% 13%

leraren hebben beter overzicht

over de vorderingen van leer-

lingen

2% 2% 7% 20% 56% 13%

leerlingen hebben beter zicht

op hun eigen leerproces

4% 4% 13% 28% 43% 7%

leerlingen zijn voorbereid om

als burger te leven in de 21e

eeuw

2% 4% 20% 38% 31% 4%

ouders van leerlingen zijn beter

geïnformeerd over de ontwikke-

ling van leerlingen

4% 4% 13% 35% 39% 4%

5.6 Samengestelde variabelen en samenhangen

Ook voor de groep onderwijsgevenden aan het speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal

onderwijs en praktijkonderwijs zijn gemiddelde schaalscores berekend bij de samengestelde va-

riabelen (zie bijlage 1 voor een overzicht van deze variabelen). Figuur 5.5 toont de resultaten.

17 Omschrijving van de antwoordcategorieën: zeer beperkt: < 10% van de leerlingen; beperkt: 10-40% van de leerlingen;

ongeveer de helft: 40-60% van de leerlingen; groot: 60-90% van de leerlingen; zeer groot:: > 90% van de leerlingen.

Page 50: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

46

Ook hier is te zien dat het onderwijs vooral leraargestuurd is en dat er in mindere mate activiteiten

zijn waar meer sturing aan de leerling wordt overgelaten. De mate waarin activiteiten met en rond

ict worden toegepast en waarin toepassingen en apparatuur worden ingezet, ligt op hetzelfde

niveau als bij het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. De inschatting van de effecten is ver-

gelijkbaar met de inschatting die leerkrachten in het basisonderwijs maken, en dus positiever dan

in het voortgezet onderwijs. De spreiding is hier echter nog groter dan in het basisonderwijs en

voortgezet onderwijs. De meningen over de effecten van het gebruik van ict lopen dus sterk uit-

een. Figuur 5.5 – Samengestelde variabelen; speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs

en praktijkonderwijs

Toelichting: het rode blokje markeert de gemiddelde score; de bovenste waarde is het gemiddelde plus één stan-

daarddeviatie; de onderste waarde is het gemiddelde min één standaarddeviatie

Tabel 5.9 toont de correlaties tussen de samengestelde variabelen. Ook hier is er een sterke

samenhang tussen de mate waarin activiteiten met en rond ict in de les worden toegepast, de

mate waarin verschillende toepassingen worden ingezet en programmatuur wordt gebruikt en de

ervaren effecten van ict. Tabel 5.9 – Correlaties tussen de samengestelde variabelen (n=341 tot 356)

Docent-

gestuurd

Leerling-

gestuurd

Activiteiten

ict

Toepassingen

/ apparatuur

Leerlinggestuurd ,11

Activiteiten met of rond ict ,32 ,27

Toepassingen / apparatuur ,33 ,26 ,85

Effecten ,26 ,18 ,68 ,64

4,0

3,2

2,42,2

2,5

4,7

4,0

3,3

2,9

3,6

5,4

4,8

4,2

3,6

4,7

1,0

2,0

3,0

4,0

5,0

6,0

Leraargestuurd Leerlinggestuurd Activiteiten ict Toepassingen Effecten

Page 51: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

47

Bij twee van de vijf samengestelde variabelen zijn er significante verschillen tussen onderwijsty-

pen (zie figuur 5.6 en tabel 5.10). Het speciaal basisonderwijs scoort het hoogst op de factor

‘leraargestuurd’ (met een gemiddelde van 5 op een schaal van 1 tot 6). Bij de factor ‘leerlingge-

stuurd’ komt het praktijkonderwijs het hoogst uit (gemiddeld 4,3). Bij de activiteiten met en rond

ict, de toepassingen en programmatuur en de waargenomen effecten zijn de verschillen tussen

onderwijstypen niet significant. Figuur 5.6 – Samengestelde variabelen, naar onderwijstype

Tabel 5.10 – Verdeling naar onderwijstype; resultaten van variantieanalyse

F p E2

Leraargestuurd 14.46 <,001 ,110

Leerlinggestuurd 7,83 <,001 ,062

Activiteiten met of rond ict 1,10 n.s. ,009

Toepassingen / apparatuur 1,50 n.s. ,013

Effecten 2,03 n.s. ,018

5,0

3,9

3,4

3,0

3,8

4,5

3,7

3,1

2,8

3,5

4,7

3,9

3,3

2,9

3,5

4,54,3

3,3

2,9

3,5

1,0

2,0

3,0

4,0

5,0

6,0

Leraargestuurd Leerlinggestuurd Activiteiten ict Toepassingen Effecten

sbo so vso pro

Page 52: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand
Page 53: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

49

6 Totaaloverzicht en samenhangen

6.1 Totaaloverzicht

In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de resultaten over de verschillende onderwijstypen

heen. Dat gebeurt in de vorm van zes grafieken die resultaten van de vragenlijst voor onderwijs-

gevenden laten zien.

Figuur 6.1 geeft een beeld van de aard van het ict-gebruik in de lessen en van activiteiten die

betrekking hebben op ict. Figuur 6.2 toont het percentage leraren dat de desbetreffende activitei-

ten vaak of heel vaak toepast. Veel leraren maken vaak of heel vaak gebruik van een beamer of

digibord (82%) en van digitaal leermateriaal in de les (65%). Meer dan de helft geeft vaak of heel

vaak klassikaal uitleg met behulp van digitale leermiddelen (57%). Verder maakt 57% vaak of

heel vaak gebruik van internet bij de lesvoorbereiding en bereidt de helft vaak of heel vaak lessen

voor met behulp van digitale voorzieningen. Ook plaatst de helft vaak of heel vaak informatie over

de prestaties van leerlingen in een digitaal informatiesysteem.

Figuur 6.3 toont de resultaten van de vraag naar de inzet van specifieke toepassingen en het

gebruik van specifieke apparatuur. Figuur 6.4 toont in hoeverre verschillende toepassingen of

soorten apparatuur vaak of heel vaak worden gebruikt. Ook hier komt het digibord op de eerste

plaats; dit wordt door 77% van de leraren vaak of heel vaak gebruikt. Op de tweede plaats komen

methodegebonden leermiddelen (71%), gevolgd door papieren werkboeken en leerboeken

(67%). De helft maakt in de les vaak of heel vaak gebruik van desktopcomputers of laptops.

Figuur 6.5 geeft inzicht in de effecten van ict-gebruik die leraren de afgelopen drie maanden in

hun lessen hebben waargenomen. Zij constateren vooral dat hun leerlingen door het gebruik van

ict meer gemotiveerd zijn; 42% heeft dit vaak of heel vaak waargenomen. Ongeveer een derde

heeft vaak of heel vaak gezien dat zij als leraar een beter overzicht hebben over de vorderingen

van de leerlingen en dat het lesgeven efficiënter verloopt (beide door 31% vaak of heel vaak

waargenomen). Een kwart heeft in de lessen vaak of heel vaak waargenomen dat leerlingen

dankzij het gebruik van ict onderwijs krijgen dat is afgestemd op hun individuele talenten.

Figuur 6.6, tot besluit, toont de gemiddelde scores op de samengestelde variabelen en de sprei-

ding rond het gemiddelde. De grafiek laat zien dat de lessen – volgens de opgave door de leraren

– vooral leraargestuurd zijn. Activiteiten waar meer sturing aan de leerling wordt overgelaten,

komen aanzienlijk minder frequent voor. De grafiek laat ook zien dat het gebruik van ict in de les

of activiteiten die met ict te maken hebben, nog niet heel frequent voorkomen. Over de waarge-

nomen effecten is men gematigd positief. De gemiddelde score ligt hier precies in het midden van

de schaal. De grote spreiding rond het gemiddelde wijst erop dat de opvattingen van leraren over

de effecten van het gebruik van ict in de les sterk uiteenlopen.

Page 54: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

50

Figuur 6.1 – Aard van ict-gebruik en activiteiten rond ict, in de afgelopen drie maanden (N varieert van 3372 tot 3441)

18%

4%

6%

63%

30%

25%

14%

25%

40%

34%

9%

16%

28%

17%

24%

5%

32%

43%

30%

25%

12%

10%

4%

18%

23%

22%

13%

18%

19%

17%

9%

7%

21%

14%

17%

5%

13%

20%

17%

5%

11%

25%

28%

15%

14%

11%

24%

27%

28%

29%

21%

22%

23%

9%

24%

26%

23%

13%

16%

20%

20%

9%

17%

14%

26%

20%

24%

5%

15%

18%

25%

20%

12%

16%

26%

17%

16%

26%

20%

20%

16%

11%

18%

22%

34%

12%

22%

25%

32%

2%

6%

8%

17%

8%

6%

9%

24%

30%

10%

14%

12%

30%

15%

4%

12%

60%

32%

7%

8%

24%

25%

1%

9%

22%

3%

27%

8%

3%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

gebruik ik beamer of digibord

maak ik bij mijn lessen gebruik van digitaal leermateriaal

stel ik door mijzelf ontwikkeld digitaal leermateriaal beschikbaar

toon ik websites tijdens mijn les

bereid ik mijn lessen voor met behulp van digitale voorzieningen

gebruik ik internet bij mijn lesvoorbereiding

leer ik leerlingen programmeren of coderen

leer ik leerlingen hoe om te gaan met sociale media

praat ik met leerlingen over veiligheid op internet

breng ik websites met (extra) uitleg of oefenmateriaal onder de aandacht

help ik leerlingen bij het vinden en beoordelen van informatie op internet

laat ik zien hoe online woordenboeken of dig. encyclopedieën kunnen helpen

help ik lln bij gebruik van algemene programma’s voor bijv tekstverwerking of mail

gebruik ik specifieke leer- of oefenprogramma’s die bij mijn lessen passen

plaats ik informatie over de prestaties van lln in een digitaal informatiesysteem

laat ik leerlingen online een test of (oefen)toets maken

stimuleer ik lln gebruik te maken van digitale toepassingen die bijdragen aan leren

attendeer ik leerlingen op (extra) uitleg van leerstof die beschikbaar is via internet

geef ik klassikaal uitleg met behulp van digitale leermiddelen

laat ik alle lln tegelijk met een digitale voorziening werken, zoals laptop of iPad

laat ik lln werken met digitale toepassingen die ze nodig hebben in hun latere beroep

stem ik mijn instructie en feedback af op leerlingresultaten verkregen via …

nooit / n.v.t. zelden (1-10% vd lessen) soms (10-40% vd lessen) regelmatig (40-60% vd lessen) vaak (60-90% vd lessen) heel vaak (>90% vd lessen)

Page 55: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

51

Figuur 6.2 – Ict-gebruik en activiteiten rond ict die vaak of heel vaak voorkomen (N varieert van 3372 tot 3441)

82%

65%

57%

57%

51%

49%

33%

30%

23%

21%

18%

17%

15%

15%

12%

10%

9%

9%

7%

7%

5%

2%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

gebruik van een beamer of digibord

gebruik van digitaal leermateriaal tijdens de les

klassikaal uitleg geven m.b.v. digitale leermiddelen

internet gebruiken bij de lesvoorbereiding

info over prestaties in digitaal informatiesysteem plaatsen

lessen voorbereiden met gebruik van digitale voorzieningen

specifieke leerprogramma's passend bij de les gebruiken

websites tonen tijdens de les

hele klas tegelijk met digitale voorzieningen laten werken

websites met leermateriaal onder aandacht brengen

zelf ontwikkeld digitaal leermateriaal beschikbaar stellen

stimuleren het gebruik van digitale toepassingen

attenderen op extra uitleg die beschikbaar is via internet

instr./feedb. afstemmen op resultaten verkregen via comp. progr.

leerlingen online een test of (oefen)toets laten maken

helpen bij gebruik van algemene computerprogramma's

met leerlingen praten over veiligheid op internet

helpen bij vinden/beoordelen van informatie op internet

laten zien hoe online woordenb./encyclop. kunnen helpen

leerlingen leren hoe om te gaan met sociale media

lln laten werken met dig. toep. later nodig in hun beroep

leerlingen leren programmeren of coderen

Page 56: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

52

Figuur 6.3 – Gebruik van specifieke toepassingen en apparatuur in de afgelopen drie maanden (N varieert van 3266 tot 3302)

82%

12%

43%

8%

45%

14%

14%

55%

42%

13%

5%

18%

65%

73%

45%

47%

67%

65%

42%

68%

8%

6%

4%

8%

7%

17%

10%

14%

9%

15%

17%

13%

8%

13%

16%

15%

20%

17%

10%

10%

14%

16%

6%

4%

8%

5%

12%

20%

4%

13%

24%

20%

12%

16%

27%

19%

20%

12%

9%

22%

20%

7%

8%

13%

8%

7%

6%

22%

18%

11%

8%

12%

20%

23%

8%

13%

23%

29%

22%

5%

9%

10%

7%

7%

12%

4%

12%

14%

29%

23%

7%

20%

12%

15%

25%

6%

9%

19%

31%

21%

4%

5%

5%

7%

13%

23%

30%

26%

28%

57%

8%

13%

10%

4%

3%

5%

8%

6%

3%

7%

44%

41%

10%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

e-books

desktop-computer of laptop

mobiele telefoon

digibord

tabletcomputer (bv iPad)

presentatiesoftware (bv. Powerpoint)

oefensoftware

programma’s met combinatie van instructie, oefenen en feedback (bv Snappet)

evaluatiesoftware, (bv toetsen, adaptief toetsen)

video’s met uitleg (bv via Youtube)

internet als informatiebron

verwerkingssoftware (bv Word, Excel)

digitale meet- en weeginstrumenten (bijv. voor lessen techniek of scheikunde)

simulatiesoftware (bv. natuurkundige proefjes)

cognitieve ondersteuningsprogramma’s (bv mindmaps)

game ontwikkeld voor educatieve doeleinden / leerdoelen

elektronische leeromgeving (bv Blackboard)

digitale voortgangsregistratie (bv. E-portfolio)

communicatiesoftware (bv email, skype, chat)

Social media (bv Facebook, Twitter, Blog)

papieren werkboeken en leerboeken

methodegebonden leermiddelen

niet-methodegebonden leermiddelen (zelf ontwikkeld of gevonden, bijvoorbeeld via collega’s of internet)

nooit / n.v.t. zelden (1-10% vd lessen) soms (10-40% vd lessen) regelmatig (40-60% vd lessen) vaak (60-90% vd lessen) heel vaak (>90% vd lessen)

Page 57: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

53

Figuur 6.4 – Gebruik van specifieke toepassingen en apparatuur, voor zover dit vaak of heel vaak voorkomt (N varieert van 3266 tot 3302)

77%

71%

67%

51%

40%

36%

35%

29%

27%

24%

21%

20%

13%

10%

10%

9%

9%

6%

4%

3%

3%

3%

1%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

digibord

methodegebonden leermiddelen

papieren werkboeken en leerboeken

desktop-computer of laptop

internet als informatiebron

niet-methodegebonden leermiddelen

oefensoftware

presentatiesoftware (bijv. Powerpoint)

verwerkingssoftware (bijv Word, Excel)

video's met uitleg (bijv via Youtube

tabletcomputer

comunicatiesoftware (bijv. e-mail, Skype, chat)

evaluatiesoftware (toetsen / adaptief toetsen)

progr. met combinatie van instructie, oefenen en feedback

digitale voortgangsregistratie (bijv. e-portfolio)

mobiele telefoon

elektronische leeromgeving

game voor educatieve doeleinden

cognitieve ondersteuningsprogramma's (bijv. mindmap)

e-books

digitale meet- en weeginstrumenten

sociale media

simulatiesoftware

Page 58: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

54

Figuur 6.5 – Waargenomen effecten van ict-gebruik in de afgelopen drie maanden (N varieert van 3243 tot 3262)

8%

9%

8%

12%

14%

21%

11%

11%

9%

13%

12%

17%

33%

18%

33%

24%

26%

21%

24%

29%

30%

27%

29%

25%

22%

19%

16%

34%

18%

24%

19%

24%

14%

8%

3%

7%

5%

7%

4%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

leerprestaties verbeteren

leerlingen zijn meer gemotiveerd

leerlingen leren sneller

lesgeven verloopt efficiënter

leerlingen krijgen onderwijs dat is afgestemd op hun individuele talenten

leraar heeft beter overzicht over vorderingen van leerlingen

leerlingen hebben beter zicht op hun eigen leerproces

nooit / n.v.t. zelden (1-10% vd lessen) soms (10-40% vd lessen)

regelmatig (40-60% vd lessen) vaak (60-90% vd lessen) heel vaak (>90% vd lessen)

Page 59: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

55

Figuur 6.6 – Samengestelde variabelen

Toelichting: het rode blokje markeert de gemiddelde score; de bovenste waarde is het gemiddelde plus één standaarddeviatie;

de onderste waarde is het gemiddelde min één standaarddeviatie

4,1

3,0

2,42,2

2,4

4,8

3,8

3,3

2,9

3,5

5,5

4,6

4,1

3,6

4,6

1,0

2,0

3,0

4,0

5,0

6,0

Leraargestuurd Leerlinggestuurd Activiteiten ict Toepassingen Effecten

Page 60: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

56

6.2 Samenhangen

Tabel 6.11 toont de correlaties tussen de samengestelde variabelen, voor de gehele groep on-

derwijsgevenden. Er is een sterke samenhang tussen de mate waarin activiteiten met en rond ict

in de les worden ondernomen, het gebruik van specifieke toepassingen en apparatuur en de

waargenomen effecten van het gebruik van ict. De samenhang tussen de mate waarin activiteiten

met of rond ict worden ingezet en de mate waarin specifieke toepassingen worden of apparatuur

worden ingezet enerzijds en de mate waarin het onderwijs leraargestuurd is anderzijds, is gerin-

ger, maar wel significant. Datzelfde geldt voor de mate waarin het onderwijs leerlinggestuurd is.

De samenhang tussen leraargestuurd onderwijs en waargenomen effecten en de samenhang

tussen leerlinggestuurd onderwijs en waargenomen effecten is eveneens significant. ook hier zijn

de correlatiecoëffiënten niet hoog. Tabel 6.11 – Correlaties tussen de samengestelde variabelen (n=3259 tot 3443)

Leraar-

gestuurd

Leerling-

gestuurd

Activiteiten

ict

Toepassingen

/ apparatuur

Leerlinggestuurd ,07

Activiteiten met of rond ict ,34 ,26

Toepassingen / apparatuur ,30 ,21 ,81

Effecten ,27 ,26 ,65 ,59

Uit variantieanalyses waarin is nagegaan of er significante verschillen tussen onderwijstypen zijn

bij de samengestelde variabelen, komen twee relevante samenhangen naar voren (waarbij de

onafhankelijke variabele minstens drie procent variantie verklaart in de afhankelijke variabele).

Het gaat hier om de mate waarin het onderwijs leerlinggestuurd is en om de mate waarin de leraar

effecten van het gebruik van ict waarneemt. Figuur 6.7 laat voor deze twee samengestelde vari-

abelen de verschillen tussen de onderscheiden onderwijstypen zien. Figuur 6.7 – Samengestelde variabelen met relevante verschillen tussen onderwijstypen

3,9 3,83,73,5

3,93,6

3,9

3,5

4,3

3,53,8

3,53,53,3

3,5

3,13,4

2,9

1,0

2,0

3,0

4,0

5,0

6,0

Leerlinggestuurd Effecten

sbo so bao vso pro vmbo-b/k vmbo-g/t havo vwo

Page 61: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

57

Om verdere samenhangen op te sporen, zijn lineaire regressieanalyses uitgevoerd, met als af-

hankelijke variabelen achtereenvolgens de mate van inzet van ict en lesactiviteiten rond ict in de

les (tabel 6.12) en de waargenomen effecten van het gebruik van ict in het onderwijs (tabel 6.13).

De onafhankelijke (of voorspellende) variabelen zijn respectievelijk de waargenomen effecten en

de inzet van ict en activiteiten rond ict in de les, de samengestelde variabelen die betrekking

hebben op leraargestuurd en op leerlinggestuurd onderwijs en geslacht, leeftijd en aantal lesuren

van de onderwijsgevende. De beste voorspeller van de mate van inzet van activiteiten met en

rond ict zijn de waargenomen effecten. Deze samengestelde variabele verklaart 42,5% van de

variantie in de te voorspellen variabele. De mate waarin het onderwijs leraargestuurd is, voegt

daar nog 3,2% verklaarde variantie aan toe (tabel 6.12). De waargenomen effecten van het ge-

bruik van ict in het onderwijs worden het beste voorspeld door de mate waarin er in de les activi-

teiten met of rond ict zijn. Deze samengestelde variabele verklaart 42,5% van de variantie in de

waargenomen effecten (tabel 6.13). Tabel 6.12 – Variabelen die de mate van inzet van ict en lesactiviteiten rond ict voorspellen; re-

sultaten van lineaire regressieanalyse

R2 B std.error β T p

Waargenomen effecten ,425 ,472 ,011 ,603 44,54 <,001

Leraargestuurd onderwijs ,457 ,232 ,017 ,185 13,66 <,001

Tabel 6.13 – Variabelen die de waargenomen effecten van het gebruik van ict voorspellen; resul-

taten van lineaire regressieanalyse

R2 B std.error β T p

Activiteiten met en rond ict ,425 ,832 ,017 ,652 48,53 <,001

Om na te gaan wat de samenhang tussen variabelen op schoolniveau en het gebruik van ict en

de aandacht voor zaken rond ict in de les is, is een multiniveau-analyse uitgevoerd. Hiervoor zijn

data geselecteerd van onderwijsgevenden uit de midden- en bovenbouw van het basisonderwijs

en van onderwijsgevenden uit het voortgezet onderwijs. Daarbij is als ondergrens gesteld dat

vragenlijsten zijn ingevuld door minimaal vier onderwijsgevenden per school. Er is voor de ana-

lyse een selectie gemaakt van de samengestelde variabelen en de variabele ‘basisonderwijs’

(score 1 staat voor basisonderwijs, score 0 voor voortgezet onderwijs). Deze data zijn gekoppeld

aan data op schoolniveau die zijn geaggregeerd op basis van de schoolleidersvragenlijst. Daarbij

gaat het om vier variabelen: het beleid ten aanzien van ict op school (drie antwoordcategorieën),

de houding van het bestuur wat ict in het onderwijs betreft (drie antwoordcategorieën), de wen-

selijke omvang van activiteiten met of rond ict in meer dan de helft van de lessen (aantal door de

schoolleider geselecteerde activiteiten) en de leerling-computerratio. Indien meer schoolleiders

de vragenlijst van een bepaalde school hebben ingevuld, is de gemiddelde score over die ant-

woorden berekend. Bij de vragen over beleid op school en de houding van het bestuur is ervan

uitgegaan dat de antwoordcategorieën een ordinale schaal vormen.

Tabel 6.12 toont de resultaten van de multiniveau-analyse. Uit het nulmodel blijkt dat er 10%

variantie op schoolniveau is. Scholen verschillen dus onderling in de mate waarin activiteiten met

en rond ict worden uitgevoerd. Zoals de regressieanalyse al liet zien, vormen de door de leraar

Page 62: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

58

waargenomen effecten van het gebruik van ict de beste voorspeller van de genoemde activiteiten.

In aanvulling daarop vormen zowel de mate waarin het onderwijs leraargericht is als de mate

waarin het onderwijs leerlinggericht is significante voorspellers van de mate waarin activiteiten

met en rond ict plaatsvinden. In het basisonderwijs wordt significant minder van de genoemde

activiteiten gemeld dan in het voortgezet onderwijs. Van de vier variabelen op schoolniveau in de

analyse laten er drie een significant resultaat zien. Op scholen met een hogere leerling-compu-

terratio, dus waar verhoudingsgewijs minder computers beschikbaar zijn, zijn er minder activitei-

ten met en rond ict. Nog net significant zijn de verwachtingen van de schoolleider op het gebied

van activiteiten met en rond ict over twee jaar en het beleid van de school op het punt van ict in

het onderwijs. Deze variabelen leveren echter slechts een kleine bijdrage als voorspeller. Tabel 6.12 – Variabelen die de mate van inzet van ict en lesactiviteiten rond ict voorspellen; re-

sultaten van multiniveau-analyse; 2188 onderwijsgevenden in 174 scholen

Nulmodel

Coëff. std.error

Model 1

Coëff. std.error.

Model 2

Coëff. std.error.

p

Fixed effecten

• Intercept 3,459 (0,026) 0,581 (0,121) 0,483 (0,137)

Leraarniveau

• waargenomen effecten van ict 0,404 (0,014) 0,395 (0,014) <,001

• leerlinggestuurd onderwijs 0,180 (0,017) 0,177 (0,017) <,001

• leraargestuurd onderwijs 0,162 (0,022) 0,163 (0,022) <,001

• basisonderwijs -0,149 (0,039) -0,132 (0,034) <,005

Schoolniveau

• leerling-computerratio -0,027 (0,007) <,005

• verwachtingen leiding ict-inzet 0,007 (0,003) <,05

• beleid rond ict op school 0,066 (0,029) <,05

Random effecten

• variantie op schoolniveau 0,059 (0,012) 0,018 (0,005) 0,009 (0,004)

• variantie op leraarniveau 0,529 (0,017) 0,333 (0,010) 0,334 (0,010)

Deviantie 4948,5 3883,4 3847,4

Verbetering modelfit 1065,1 36,0

Page 63: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

59

7 Conclusies

7.1 Inzet van ict in het onderwijs

Uit het vragenlijstonderzoek bij leraren blijkt dat er in de lessen vooral activiteiten worden uitge-

voerd waarbij de leraar centraal staat of de sturing heeft. Daarbij gaat het vooral om het geven

van opdrachten of het laten maken van oefeningen, het stellen van vragen tijdens de les om na

te gaan of leerlingen de leerstof beheersen en het tijdens de les samenvatten van de leerstof.

Activiteiten waarbij de leerling meer mogelijkheden tot sturing heeft of waarbij de leerling centraal

staat, komen aanzienlijk minder vaak voor. Het meest genoemd, wordt het geven van individuele

begeleiding aan leerlingen tijdens het leerproces. Op de tweede plaats komt het ruimte geven

aan leerlingen om zelf te ontdekken op welke manier zij het beste leren. Uit de vergelijking tussen

onderwijstypen blijkt dat de meer leerlinggerichte activiteiten het meest voorkomen in het prak-

tijkonderwijs en het minst in het vwo.

Activiteiten met of rond ict die vaak in de les worden toegepast, zijn het werken met beamer of

digibord, het gebruik van digitaal leermateriaal en het klassikaal geven van uitleg met behulp van

digitale leermiddelen. Bij het voorbereiden van lessen maken veel leraren gebruik van digitale

voorzieningen en van internet. Ook plaatsen veel leraren vaak informatie over de prestaties van

leerlingen in een digitaal informatiesysteem. Uit de vragen naar het gebruik van specifieke appa-

ratuur en programmatuur blijkt eveneens dat het digibord veel wordt gebruikt. Ook worden aan

de onderwijsleermethode gebonden leermiddelen veel gebruikt. De helft van de leraren maakt in

de les vaak of heel vaak gebruik van de desktopcomputer of laptop.

De door de onderwijsgevende waargenomen effecten van het gebruik van ict in het onderwijs

vormen – van de op basis van de antwoorden geconstrueerde samengestelde variabelen en van

een aantal achtergrondkenmerken – de beste voorspeller van de mate waarin activiteiten met en

rond ict voorkomen. De variantie op schoolniveau in de te voorspellen variabele bedraagt 10%,

dus er zijn verschillen tussen scholen die het vermelden waard zijn. Van de in dit onderzoek

gemeten variabelen op schoolniveau bleek de leerling-computerratio de meeste samenhang te

vertonen met de inzet van activiteiten met en rond ict.

Op de vraag welke activiteiten met of rond ict over twee jaar op hun school in meer dan de helft

van de lessen zouden moeten plaatsvinden, noemen veel schoolleiders – minstens 80 procent –

het gebruik van beamer of digibord, het gebruik van digitaal leermateriaal, het klassikaal geven

van uitleg met digitale leermiddelen, het gebruik van specifieke leer- of oefenprogramma’s, het

leren omgaan met sociale media en het praten over veiligheid op internet. Ook vinden veel school-

leiders dat leraren bij het voorbereiden van meer dan de helft van de lessen internet zouden

moeten gebruiken. Bij de vragen naar specifieke toepassingen of apparatuur worden het leerling-

volgsysteem en het digibord het meest genoemd.

7.2 Effecten van ict in het onderwijs

Gevraagd naar de effecten die de leraren waarnemen van het gebruik van ict in het onderwijs,

geven zij vooral aan dat leerlingen hierdoor meer gemotiveerd zijn. Andere belangrijke effecten

Page 64: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

60

die relatief vaak worden gezien, zijn dat de leraar een beter overzicht heeft over de vorderingen

van de leerlingen en dat het lesgeven efficiënter verloopt. Ook bij de waargenomen effecten is er

een significant verschil naar onderwijstype. In het speciaal basisonderwijs zijn leraren het meest

positief over deze effecten. In het vwo zien de leraren over het geheel genomen de kleinste ef-

fecten. Bij de samengestelde variabele die een beeld geeft van de waargenomen effecten van

het gebruik van ict in het onderwijs is de spreiding in de antwoorden relatief groot. Tegenover

leraren die duidelijk positief oordelen over de effecten, staan dus andere leraren waarvoor niet

vaststaat dat ict tot uitgesproken effecten leidt.

De mate waarin de leraar gebruikmaakt van ict in het onderwijs is de beste voorspeller van de

door de leraar waargenomen effecten. Aangezien daarnaast bleek dat de waargenomen effecten

de beste voorspeller zijn van de mate waarin activiteiten met en rond ict plaatsvinden, kunne we

concluderen dat er een sterke wisselwerking is tussen de aandacht van de leraar voor ict in het

onderwijs en de effecten die de leraar ziet van het gebruik van ict.

De schoolleiders verwachten van het gebruik van ict in het onderwijs vooral dat leraren meer

overzicht hebben over de vorderingen van hun leerlingen. Op de tweede plaats komt de verwach-

ting dat leerlingen door de inzet van ict onderwijs krijgen dat naar inhoud, instructievorm en tempo

is afgestemd op hun individuele talenten. Daarnaast verwachten relatief veel schoolleiders posi-

tieve effecten op de motivatie van de leerlingen, dat het lesgeven efficiënter verloopt en dat leer-

lingen meer zicht hebben op hun eigen leerproces.

Page 65: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

61

Bijlage 1 – Samengestelde variabelen Tabel A – Samengestelde variabele ‘Leraargericht onderwijs’

Als leraar

… bepaal ik wat mijn leerlingen op welk moment leren

… ga ik met behulp van toetsen na of leerlingen de behandelde stof beheersen

… laat ik leerlingen leerstof verwerken door opdrachten en oefeningen te geven

… stel ik tijdens de les vragen over de leerstof om te controleren of leerlingen de leerstof beheersen

… vat ik de leerstof samen tijdens de les

5 items; Cronbachs alpha: 0,68

Tabel B – Samengestelde variabele ‘Leerlinggericht onderwijs’

Als leraar

… begeleid ik leerlingen individueel bij hun leerproces

… geef ik leerlingen ruimte om zelf te ontdekken op welke manier ze het beste leren

… stimuleer ik dat leerlingen zelf kiezen wanneer ze wat willen leren

… laat ik leerlingen elkaar feedback geven over hun werk

… laat ik samenwerken en initiatief nemen ook meewegen bij de beoordeling van het werk

5 items; Cronbachs alpha: 0,75

Tabel C – Samengestelde variabele ‘Effecten van ict in het onderwijs’

Hoe vaak neemt u waar dat door gebruik van ict

… leerprestaties verbeteren

… leerlingen meer gemotiveerd zijn

… leerlingen sneller leren

… lesgeven efficiënter verloopt

… leerlingen onderwijs krijgen dat is afgestemd op hun individuele talenten (bijvoorbeeld naar inhoud,

instructievorm of tempo)

… u beter overzicht hebt over vorderingen van leerlingen

… leerlingen beter zicht hebben op hun eigen leerproces

7 items; Cronbachs alpha: 0,91

Page 66: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

62

Tabel D – Samengestelde variabele ‘Activiteiten met en rond ict’

Als leraar

… gebruik ik beamer of digibord

… maak ik bij mijn lessen gebruik van digitaal leermateriaal

… geef ik klassikaal uitleg met behulp van digitale leermiddelen

… gebruik ik internet bij mijn lesvoorbereiding

… plaats ik informatie over de prestaties van leerlingen in een digitaal informatiesysteem van de school

… bereid ik mijn lessen voor met behulp van digitale voorzieningen zoals laptop of mobiele telefoon

… gebruik ik specifieke leer- of oefenprogramma’s die bij mijn lessen passen

… toon ik websites tijdens mijn les

… stem ik mijn instructie en feedback af op leerlingresultaten verkregen via computerprogramma’s

… stel ik door mijzelf ontwikkeld digitaal leermateriaal beschikbaar aan mijn leerlingen

… breng ik websites met (extra) uitleg of oefenmateriaal onder de aandacht

… laat ik alle leerlingen tegelijk met een digitale voorziening werken, zoals een laptop of iPad

… praat ik met leerlingen over veiligheid op internet

… stimuleer ik leerlingen gebruik te maken van digitale toepassingen die bijdragen aan leren

… attendeer ik leerlingen op (extra) uitleg van leerstof die beschikbaar is via internet

… leer ik leerlingen hoe om te gaan met sociale media

… laat ik leerlingen online een test of (oefen)toets maken

… help ik leerlingen bij het vinden en beoordelen van informatie op internet

… help ik leerlingen bij gebruik van algemene computerprogramma’s voor bijv. tekstverwerking of mail

… laat ik zien hoe online woordenboeken of digitale encyclopedieën kunnen helpen bij schoolwerk

… laat ik leerlingen werken met digitale toepassingen die ze nodig hebben in hun latere beroep

… leer ik leerlingen programmeren of coderen

22 items; Cronbachs alpha: 0,92

Page 67: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

63

Tabel E – Samengestelde variabele ‘Gebruik van specifieke programmatuur en apparatuur’

Tijdens mijn lessen gebruik ik

… E-books

… Desktopcomputer of laptop

… Mobiele telefoon

… Digibord

… Tabletcomputer (bijv. iPad)

… Presentatiesoftware (bijv. Powerpoint)

… Oefensoftware

… Programma’s met combinatie van instructie, oefenen en feedback (bijv. Snappet)

… Evaluatiesoftware, (bijv. toetsen, adaptief toetsen)

… Video’s met uitleg (bijv. via YouTube)

… Internet als informatiebron

… Verwerkingssoftware (bijv. Word, Excel)

… digitale meet- en weeginstrumenten (bijv. voor lessen techniek of scheikunde)

… Simulatiesoftware (bijv. natuurkundige proefjes)

… Cognitieve ondersteuningsprogramma’s (bijv. mindmaps)

… Game ontwikkeld voor educatieve doeleinden / leerdoelen

… Elektronische leeromgeving (bijv. Blackboard)

… Digitale voortgangsregistratie (bijv. E-portfolio)

… Communicatiesoftware (bijv. email, skype, chat)

… Sociale media (bijv. Facebook, Twitter, Blog)

… Papieren werkboeken en leerboeken

… Methodegebonden leermiddelen

… Niet-methodegebonden leermiddelen (zelf ontwikkeld of gevonden, bijvoorbeeld via collega’s of

internet)

23 items; Cronbachs alpha: 0,84

Page 68: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

64

Bijlage 2 – Vragenlijst voor onderwijsgevenden

V10 Wat is of zijn uw functies binnen uw school? (meer antwoorden mogelijk)

1 Docent of leerkracht

2 Lid van de schoolleiding

3 ICT-coördinator, informatiemanager

4 Een andere functie, namelijk: …………………………………………………………………

V20 In welke van de volgende schooltype(n) bent u actief als onderwijsgevende? (meer antwoorden mogelijk)

1 Basisonderwijs

2 Speciaal basisonderwijs (sbo)

3 Speciaal onderwijs (so)

4 Voortgezet speciaal onderwijs (vso)

5 Praktijkonderwijs

6 Vmbo beroepsgericht (b/k)

7 Vmbo gemengd / theoretisch (gl/tl) / mavo

8 Havo

9 Vwo

Indien meer dan één antwoord bij v20 → v21, anders naar v22

V21 U heeft aangegeven in meer dan één schooltype actief te zijn als onderwijsgevende. Beantwoord de volgende vragen s.v.p. voor het onderwijs in het schooltype waarin u het grootste aantal uren werkzaam bent. Indien uw activiteiten gelijk zijn verdeeld over meer dan één schooltype, kies dan zelf voor welk schooltype u de vragenlijst invult.

Voor welk schooltype vult u de vragenlijst in?

1 Basisonderwijs

2 Speciaal basisonderwijs (sbo)

3 Speciaal onderwijs (so)

4 Voortgezet speciaal onderwijs (vso)

5 Praktijkonderwijs

6 Vmbo beroepsgericht (b/k)

7 Vmbo gemengd / theoretisch (gl/tl) / mavo

8 Havo

9 Vwo

Indien bao, sbo of so → v22, anders naar v23

V22 In welke bouw/groepen geeft u les? (meer antwoorden mogelijk)

1 Onderbouw / groep 1/2

2 Middenbouw / groep 3/4/5

3 Bovenbouw / groep 6/7/8

→ v30

Page 69: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

65

V23 In welke bouw(en) geeft u les? (meer antwoorden mogelijk)

1 onderbouw

2 bovenbouw

V24 In welk vak(gebied) geeft u (hoofdzakelijk) les?

1 Nederlands

2 Moderne vreemde talen

3 Exacte vakken

4 Mens en maatschappij

5 Kunstzinnige vakken

6 Bewegen en sport

7 Beroepsgerichte vakken

8 Anders, namelijk ..........................................

V30 Hoeveel uur geeft u gemiddeld les per week?

5 … uur per week

Indien meer dan één antwoord bij v22 → v40, anders naar v50

V40 U heeft aangegeven in meer dan één bouw les te geven. Beantwoord de volgende vragen s.v.p. voor de bouw waar u het grootste aantal uren lesgeeft. Indien uw activiteiten gelijk zijn verdeeld over meer dan één bouw, maak dan zelf een keuze. Voor welke bouw vult u de vragenlijst in?

1 onderbouw

2 middenbouw

3 bovenbouw

Page 70: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

66

V50 Dit eerste blok vragen gaat over uw lessen in het algemeen. Bij welk deel van de lessen heeft zich naar uw (in)schatting in de afgelopen drie maanden de volgende situatie voorgedaan?

Als leraar ... Nooit / n.v.t.

Zelden (1-10 % van de lessen)

Soms (bij 10%-

40% van de lessen)

Regelmatig (bij 40%-

60% van de lessen)

Vaak (bij 60%-

90% van de lessen)

Heel vaak of bij elke les (>90% van de lessen)

1 … bepaal ik wat mijn leer-lingen op welk moment le-ren

2 ... ga ik met behulp van toetsen na of leerlingen de behandelde stof beheersen

3 … laat ik leerlingen leerstof verwerken door opdrachten en oefeningen te geven

4 … stel ik tijdens de les vra-gen over de leerstof om te controleren of leerlingen de leerstof beheersen

5 … vat ik de leerstof samen tijdens de les

6 … begeleid ik leerlingen in-dividueel bij hun leerproces

7 ... geef ik leerlingen ruimte om zelf te ontdekken op welke manier ze het beste leren

8 … stimuleer ik dat leer-lingen zelf kiezen wanneer ze wat willen leren

9 … laat ik leerlingen elkaar feedback geven over hun werk

10 … laat ik samenwerken en initiatief nemen ook meewe-gen bij de beoordeling van het werk

Page 71: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

67

V60 In dit vragenblok gaan we in op het gebruik van ict tijdens uw lessen.

Bij welk deel van uw lessen heeft zich naar uw (in)schatting in de afgelopen drie maanden de vol-gende situatie voorgedaan?

Als leraar ... Nooit / n.v.t.

Zelden (1-10 % van de lessen)

Soms (bij 10%-

40% van de lessen)

Regelmatig (bij 40%-

60% van de lessen)

Vaak (bij 60%-

90% van de lessen)

Heel vaak of bij elke les (>90% van de lessen)

1 … gebruik ik beamer of di-gibord

2 … maak ik bij mijn lessen gebruik van digitaal leerma-teriaal

3 … stel ik door mijzelf ont-wikkeld digitaal leermateri-aal beschikbaar aan mijn leerlingen

4 … toon ik websites tijdens mijn les

5 … bereid ik mijn lessen voor met behulp van digi-tale voorzieningen zoals laptop of mobiele telefoon

6 … gebruik ik internet bij mijn lesvoorbereiding

7 … leer ik leerlingen pro-grammeren of coderen

8 … leer ik leerlingen hoe om te gaan met sociale media

9 … praat ik met leerlingen over veiligheid op internet

10 … breng ik websites met (extra) uitleg of oefenmate-riaal onder de aandacht

11 … help ik leerlingen bij het vinden en beoordelen van informatie op internet

12 … laat ik zien hoe online woordenboeken of digitale encyclopedieën kunnen helpen bij schoolwerk

13 … help ik leerlingen bij ge-bruik van algemene compu-terprogramma’s voor bij-voorbeeld tekstverwerking of mail

14 … gebruik ik specifieke leer- of oefenprogramma’s die bij mijn lessen passen

15 … plaats ik informatie over de prestaties van leerlingen in een digitaal informatie-systeem van de school

Page 72: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

68

16 … laat ik leerlingen online een test of (oefen)toets ma-ken

17 … stimuleer ik leerlingen gebruik te maken van digi-tale toepassingen die bij-dragen aan leren

18 … attendeer ik leerlingen op (extra) uitleg van leerstof die beschikbaar is via inter-net

19 … geef ik klassikaal uitleg met behulp van digitale leermiddelen

20 … laat ik alle leerlingen te-gelijk met een digitale voor-ziening werken, zoals een laptop of iPad

21 … laat ik leerlingen werken met digitale toepassingen die ze nodig hebben in hun latere beroep

22 … stem ik mijn instructie en feedback af op leer-lingresultaten verkregen via computerprogramma’s

V70 In dit vragenblok gaan we in op het gebruik van specifieke ict-toepassingen.

Bij welk deel van uw lessen heeft zich naar uw (in)schatting in de afgelopen drie maanden de vol-gende situatie voorgedaan?

Tijdens mijn lessen gebruik ik ... Nooit / n.v.t.

Zelden (1-10 %

van de les-sen)

Soms (bij 10%-

40% van de lessen)

Regelmatig (bij 40%-

60% van de lessen)

Vaak (bij 60%-

90% van de lessen)

Heel vaak of bij

elke les (>90% van de lessen)

1 … E-books

2 … Desktopcomputer of laptop

3 … Mobiele telefoon

4 … Digibord

5 … Tabletcomputer (bv iPad)

6 … Presentatiesoftware (bv. Po-werpoint)

7 … Oefensoftware

8 … Programma’s met combinatie van instructie, oefenen en feed-back (bv Snappet)

9 … Evaluatiesoftware, (bv toet-sen, adaptief toetsen)

10 … Video’s met uitleg (bv via Youtube)

11 … Internet als informatiebron

Page 73: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

69

12 … Verwerkingssoftware (bv Word, Excel)

13 … digitale meet- en weeginstru-menten (bijv. voor lessen tech-niek of scheikunde)

14 … Simulatiesoftware (bv. na-tuurkundige proefjes)

15 … Cognitieve ondersteunings-programma’s (bv mindmaps)

16 … Game ontwikkeld voor edu-catieve doeleinden / leerdoelen

17 … Elektronische leeromgeving (bv Blackboard)

18 … Digitale voortgangsregistratie (bv. E-portfolio)

19 … Communicatiesoftware (bv email, skype, chat)

20 … Social media (bv Facebook, Twitter, Blog)

21 … Papieren werkboeken en leerboeken

22 … Methodegebonden leermid-delen

23 … Niet-methodegebonden leer-middelen (zelf ontwikkeld of ge-vonden, bijvoorbeeld via col-lega’s of internet)

V24 t/m v26 alleen voor vmbo

24 <vmbo>… Ict-toepassingen om leerlingen beroepsvaardigheden te laten oefenen (bijvoorbeeld met AutoCAD, Floorplanner, Pu-blisher of andere beroepsspeci-fieke programma's)

25 <vmbo>…… Simulaties om be-roepsspecifieke vaardigheden aan te leren (bijvoorbeeld met een scheepvaartsimulator, een tractorsimulator of machineka-mersimulator)

26 <vmbo>…… Beroepsspecifieke hardware of daarop afgestemde interfaces die later ook in de praktijk gebruik wordt, (bijvoor-beeld car diagnostic software of digitale draaibank)

Page 74: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

70

V80 In dit vragenblok gaan we in op het effect van ict-gebruik in het onderwijs.

Bij welk deel van de lessen heeft zich naar uw (in)schatting in de afgelopen drie maanden de vol-gende situatie voorgedaan?

Hoe vaak neemt u waar dat door gebruik van ict ... Nooit / n.v.t.

Zelden (1-10 % van de lessen)

Soms (bij 10%-

40% van de lessen)

Regelmatig (bij 40%-

60% van de lessen)

Vaak (bij 60%-

90% van de lessen)

Heel vaak of bij elke les (>90% van de lessen)

1 … leerprestaties verbeteren

2 … leerlingen meer gemoti-veerd zijn

3 … leerlingen sneller leren

4 … lesgeven efficiënter ver-loopt

5 ..leerlingen onderwijs krij-gen dat is afgestemd op hun individuele talenten (bv. naar inhoud, instructievorm of tempo)

6 … u beter overzicht hebt over vorderingen van leer-lingen

7 … leerlingen beter zicht hebben op hun eigen leer-proces

V90 U bent:

1 Man

2 Vrouw

V91 Wat is uw leeftijd?

………… jaar

Hartelijk dank voor uw medewerking. Klik op 'bevestig' om uw antwoorden op te slaan.

Page 75: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

71

Bijlage 3 – Vragenlijst voor schoolleiders en schoolbestuurders

V10 Wat is uw functie of wat zijn uw functies binnen uw school? (meer antwoorden mogelijk)

1 Bestuurder

2 Directeur, adjunct-directeur, manager, decaan, (con)rector, coördinator of vergelijkbaar

3 Locatieleider

4 Afdelingsleider of teamleider

5 Docent, leerkracht of vergelijkbaar

6 ICT-coördinator, informatiemanager

7 Een andere functie, namelijk: …………………………………………………………………

V20 In welk schooltype of welke schooltypen bent u actief in de schoolleiding? (meer antwoorden mogelijk)

1 Basisonderwijs

2 Speciaal basisonderwijs (sbo)

3 Speciaal onderwijs (so)

4 Voortgezet speciaal onderwijs (vso)

5 Voortgezet onderwijs

Indien 1 schooltype ingevuld → V30

V21 Indien u in meer dan één schooltype actief bent in de schoolleiding, beantwoord de volgende vragen dan s.v.p. voor het onderwijs in het schooltype waarin u het grootste aantal uren werkzaam bent. Indien uw activiteiten gelijk zijn verdeeld over meer dan één schooltype, kies dan zelf voor welk schooltype u de vragenlijst invult.

Voor welk schooltype vult u de vragenlijst in?

10 Basisonderwijs

11 Speciaal basisonderwijs (sbo)

12 Speciaal onderwijs (so)

13 Voortgezet speciaal onderwijs (vso)

14 Voortgezet onderwijs

Page 76: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

72

V30 In dit vragenblok gaan we in op het gebruik van ict tijdens de lessen.

Geef s.v.p. aan welke van de onderstaande activiteiten over twee jaar in meer dan de helft van de lessen op uw school zouden moeten plaatsvinden (meer antwoorden mogelijk).

1 Leraren maken gebruik van beamer of digibord

2 Leraren gebruiken tijdens hun les digitaal leermateriaal

3 Leraren stellen digitaal leermateriaal dat zij zelf hebben ontwikkeld beschikbaar aan hun leerlingen

4 Leraren tonen websites tijdens hun les

5 Leraren bereiden lessen voor met gebruik van digitale voorzieningen, zoals laptop of mobiele telefoon

6 Leraren gebruiken internet bij hun lesvoorbereiding

7 Leraren leren leerlingen programmeren of coderen

8 Leraren leren leerlingen hoe om te gaan met sociale media

9 Leraren praten met leerlingen over veiligheid op internet

10 Leraren brengen websites met (extra) uitleg of oefenmateriaal onder de aandacht

11 Leraren helpen de leerlingen bij het vinden en beoordelen van informatie op internet

12 Leraren laten zien hoe online woordenboeken of digitale encyclopedieën kunnen helpen bij schoolwerk

13 Leraren helpen leerlingen bij gebruik van algemene computerprogramma’s voor bijvoorbeeld tekstverwerking of mail

14 Leraren gebruiken specifieke leer- of oefenprogramma’s die bij hun lessen passen

15 Leraren plaatsen informatie over de prestaties van leerlingen in een digitaal informatiesysteem van de school

16 Leraren laten leerlingen online een test of (oefen)toets maken

17 Leraren stimuleren leerlingen gebruik te maken van digitale toepassingen die bijdragen aan leren

18 Leraren attenderen leerlingen op (extra) uitleg van leerstof die beschikbaar is via internet

19 Leraren geven klassikaal uitleg met behulp van digitale leermiddelen

20 Leraren laten alle leerlingen tegelijk met een digitale voorziening werken, zoals een laptop of een iPad

21 Leraren laten leerlingen werken met digitale toepassingen die ze nodig hebben in hun latere beroep

22 Leraren stemmen hun instructie en feedback af op leerlingresultaten verkregen via computerprogramma’s

V40 Geef s.v.p. aan welke van de onderstaande digitale hulpmiddelen over twee jaar in meer dan de helft van de lessen op uw school zouden moeten worden gebruikt (meer antwoorden mogelijk).

1 E-books

2 Desktopcomputer of laptop

3 Mobiele telefoon

4 Digibord

5 Tabletcomputer (bv iPad)

6 Digitale meet- en weeginstrumenten (bijv. voor lessen techniek of scheikunde)

7 Roostersystemen

8 Elektronische leeromgeving

9 Afwezigheidsregistratiesysteem

10 Leerlingvolgsysteem

11 Digitaal toetssysteem

12 Beroepsspecifieke toepassingen

Page 77: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

73

V50 Voor welk deel van de leerlingen verwacht u op uw school door gebruik van ict over twee jaar de hieronder genoemde effecten te kunnen bereiken?

Niet / n.v.t.

Zeer beperkt (bij <10%

van de leer-lingen)

Beperkt (bij 10-40% van de leer-

lingen)

Ongeveer de helft

(bij 40-60% van de leer-

lingen)

Groot (bij 60-90% van de leer-

lingen)

Zeer groot (bij >90%

van de leer-lingen)

1 Leerprestaties zijn verbe-terd

2 Leerlingen zijn meer gemo-tiveerd

3 Leerlingen leren sneller

4 Lesgeven verloopt efficiën-ter

5 Leerlingen krijgen onderwijs dat naar inhoud, instructie-vorm en tempo is afge-stemd op hun individuele ta-lenten

6 Leraren hebben beter over-zicht over de vorderingen van leerlingen

7 Leerlingen hebben beter zicht op hun eigen leerpro-ces

8 Leerlingen zijn voorbereid om als burger te leven in de 21ste eeuw

9 Ouders van leerlingen zijn beter geïnformeerd over de ontwikkeling van leerlingen

V60 Hoeveel leerlingen telt uw school of locatie?

Indien u dit niet precies weet, vragen we u een inschatting te maken

..… leerlingen

Dat weet ik niet

V61 Hoeveel computers, zoals desktops, laptops, tablets etc., zijn er naar schatting op de hierboven ge-noemde school of locatie beschikbaar voor onderwijsdoeleinden (inclusief de computers die leerlingen zelf meenemen)?

Indien u dit niet precies weet, vragen we u een inschatting te maken

..… computers

Dat weet ik niet

Page 78: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

74

V70 Welke omschrijving sluit momenteel het beste aan bij de situatie van uw school?

1 Onze school gebruikt ict alleen voor zover het past binnen bestaande werkwijzen

2 Onze school gebruikt ict om het onderwijs stap voor stap te veranderen en te verbeteren

3 Onze school heeft de ambitie om het onderwijs ingrijpend te veranderen en gebruikt daarbij ict

V80 Welke omschrijving sluit momenteel het beste aan bij de houding van het bestuur van uw school?

1 Ons bestuur neemt een neutrale houding in wat het gebruik van ict in het onderwijs op school betreft

2 Ons bestuur moedigt het gebruik van ict in het onderwijs op school aan

3 Ons bestuur stimuleert het gebruik van ict in het onderwijs op school (bijvoorbeeld door ondersteuning, extra

middelen of faciliteiten te bieden)

Hartelijk dank voor uw medewerking. Klik op 'bevestig' om uw antwoorden op te slaan.

Page 79: Ict-gebruik in het onderwijs 2018 - kbanijmegen.nl · 4 . leidt tot een bruikbare respons van 3445. De schoolleidersvragenlijst is 523 maal geopend. Na scholing van het databestand

75