I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan...

31
1 INLEIDING De hierna volgende informatie is een uitbreiding van het hoofdstuk ‘Kerncijfers’ in het jaarverslag van 2018. De maand oktober is de referentiemaand. Indien gegevens voor het hele jaar werden gebruikt is dit ook aangegeven. DE ITEMS VAN DE KATZ-SCHAAL Met behulp van de Katz-schaal wordt de zorgbehoevendheid van patiënten in de thuisverpleging (en ook in de rust- en verzorgingstehuizen) gemeten. Het formulier van de Katz-schaal wordt ingevuld door de behandelende geneesheer of door de verpleegkundige; hierbij wordt gekeken naar zes belangrijke ADL-activiteiten: - zich wassen - zich kleden - zich verplaatsen - toiletbezoek - incontinentie - eten Elk item (wassen, kleden, ...) wordt gescoord op een vierpuntenschaal, naargelang de afhankelijkheid van de patiënt. De verpleegkundige evalueert aan de hand hiervan de zorgafhankelijkheid van de patiënt, bij aanvang van de verzorging en later op regelmatige tijdstippen. De meeste patiënten zijn afhankelijk voor 'wassen' en 'kleden' (resp. 65,8 % en 63,0 %). Toch zien we dat nog 44,8 % hulp nodig heeft bij het eten. De taak behelst vnl. het hapklaar maken van het eten en het goed positioneren van de patiënt. 2,7 % van de patiënten is totaal afhankelijk bij het eten (1.968 personen), 7,2 % heeft gedeeltelijk hulp nodig bij het eten of het drinken (5.159 personen). Het relatief aantal patiënten dat afhankelijk is (d.i. een score 2, 3 of 4) voor de verschillende items, wordt weergegeven in figuur 1.

Transcript of I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan...

Page 1: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

1

INLEIDING De hierna volgende informatie is een uitbreiding van het hoofdstuk ‘Kerncijfers’ in het jaarverslag van 2018. De maand oktober is de referentiemaand. Indien gegevens voor het hele jaar werden gebruikt is dit ook aangegeven. DE ITEMS VAN DE KATZ-SCHAAL Met behulp van de Katz-schaal wordt de zorgbehoevendheid van patiënten in de thuisverpleging (en ook in de rust- en verzorgingstehuizen) gemeten. Het formulier van de Katz-schaal wordt ingevuld door de behandelende geneesheer of door de verpleegkundige; hierbij wordt gekeken naar zes belangrijke ADL-activiteiten:

- zich wassen - zich kleden - zich verplaatsen - toiletbezoek - incontinentie - eten

Elk item (wassen, kleden, ...) wordt gescoord op een vierpuntenschaal, naargelang de afhankelijkheid van de patiënt. De verpleegkundige evalueert aan de hand hiervan de zorgafhankelijkheid van de patiënt, bij aanvang van de verzorging en later op regelmatige tijdstippen. De meeste patiënten zijn afhankelijk voor 'wassen' en 'kleden' (resp. 65,8 % en 63,0 %). Toch zien we dat nog 44,8 % hulp nodig heeft bij het eten. De taak behelst vnl. het hapklaar maken van het eten en het goed positioneren van de patiënt. 2,7 % van de patiënten is totaal afhankelijk bij het eten (1.968 personen), 7,2 % heeft gedeeltelijk hulp nodig bij het eten of het drinken (5.159 personen). Het relatief aantal patiënten dat afhankelijk is (d.i. een score 2, 3 of 4) voor de verschillende items, wordt weergegeven in figuur 1.

Page 2: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

2

DE WECKX-SCHAAL Om te weten hoe de psychosociale context is van de patiënt hanteren de thuisverpleegkundigen de Weckx-schaal. Deze schaal beoordeelt de patiënt op 5 parameters: de graad van oriëntatie, de graad van rusteloosheid, de woonsituatie van de patiënt, de mantelzorg (of de patiënt voldoende omringd is door familie of vrienden) en de mate van comfort dat de patiënt in huis geniet. De schaal kent 4 niveaus met een totaal score van 0 tot 3. Een score 0 betekent dat de patiënt geen enkel probleem heeft voor elk van de items. Score 1 geeft aan dat de patiënt onder hetzelfde dak woont met een valide doch niet beschikbare of met een niet-valide persoon, dat er soms mantelzorgers over de vloer komen en dat er hoewel geen ingerichte badkamer, wel stromend warm water in de keuken is. Score 2 geeft aan dat de patiënt occasioneel gedesoriënteerd of rusteloos is, of alleen woont, of beschikt over een mantelzorg die sporadisch of zelfs afwezig is ofwel dat de patiënt geen stromend warm water heeft in huis. De hoogste score (score 3) geeft aan dat de patiënt voortdurend gedesoriënteerd of rusteloos is. Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat het merendeel van de patiënten die score 6 of score 7 halen op de Katz-schaal ook het hoogste scoort op de Weckx-schaal (score 3).

65,8%63,0%

58,1%54,4% 55,4%

44,8%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

wassen kleden verplaatsen toiletbezoek continentie eten

% P

atië

nten

Figuur 1: Aantal patiënten (%) dat hulp nodig heeft bij één of meer activiteiten van het dagelijks leven (Katz-schaal), oktober 2018 (N = 185 658)

Page 3: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

3

ORIËNTATIE EN RUSTELOOSHEID De grote meerderheid (72,1 %) van de patiënten heeft geen oriëntatieproblemen (figuur 3). 22,8 % is occasioneel gedesoriënteerd en een minderheid (5,6 %) is voortdurend gedesoriënteerd. Voor rusteloosheid zien we dat de meerderheid geen problemen heeft (57,4 %) en dat iets meer dan een derde van de patiënten occasioneel rusteloos is (36,5 %). Ook hier is een minderheid voortdurend rusteloos (6,0 %).

54,1%

17,8%4,3% 3,7% 7,6% 9,7% 2,9%

23,2%

25,7%

8,2%7,1% 13,5%

19,5%

2,7%

15,7%

17,7%

10,5%6,4%

13,8%26,5%

9,4%

3,5% 6,9%6,7% 3,8% 11,6%

30,2%

37,3%

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

Katz 1 Katz 2 Katz 3 Katz 4 Katz 5 Katz 6 Katz 7

Figuur 2: Proportionele verdeling van het aantal patiënten naar de Katz-schaal in functie van de score op de Weckx-schaal, oktober 2018

Weckx=0 Weckx=1 Weckx=2 Weckx=3

71,5%

57,4%

22,8%

36,5%

5,6% 6,0%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

oriëntatie rusteloosheid

Figuur 3: Aantal patiënten (%) naar de score voor oriëntatie en rusteloosheid, oktober 2018

geen probleem occasioneel voortdurendExclusief West-Vlaanderen

Exclusief West-Vlaanderen

Page 4: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

4

Figuur 4 geeft de relatie weer tussen de beide parameters. Hieruit blijkt dat de meeste patiënten die geen problemen hebben met oriëntatie ook geen rusteloosheidsproblemen ondervinden (74,3 %). Van de patiënten die occasioneel gedesoriënteerd zijn, zijn veel patiënten ook occasioneel rusteloos (75,5 %). Patiënten die voortdurend gedesoriënteerd zijn, zijn in 50,9 % van de gevallen ook voortdurend rusteloos en in 45,3 % van de gevallen occasioneel rusteloos.

WOONSITUATIE – MANTELZORG (Weckx-schaal) Anders dan in een ziekenhuis komen verpleegkundigen van het Wit-Gele Kruis aan huis bij de patiënt. De woonsituatie is dan ook bepalend voor de score op de Weckx-schaal. Wonen er al dan niet andere personen onder hetzelfde dak en in welke mate zijn zij beschikbaar? Figuur 5 toont aan dat de meeste patiënten (51,8 %) wonen met een valide persoon die ook beschikbaar is. Bij 12,5 % van de patiënten is deze persoon echter niet beschikbaar. Bovendien woont meer dan een derde van de patiënten (35,6 %) alleen.

74,3%

15,6%3,8%

24,2%

75,5%

45,3%

1,5%8,9%

50,9%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

geen probleem occasioneel voortdurend

Figuur 4: Aantal patiënten (%) naar oriëntatie in functie van de rusteloosheid, 2018

geen probleem occasioneel voortdurend

Exclusief West-Vlaanderen

Rusteloosheid:

Page 5: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

5

Figuur 6 toont in welke mate de mantelzorg beschikbaar is. Bij iets minder dan de helft van de patiënten (45,1 %) is deze frequent beschikbaar, bij iets meer dan een derde (38,8 %) is deze regelmatig doch partieel beschikbaar en bij 16,1 % van de patiënten is de mantelzorg sporadisch of in het geheel niet beschikbaar.

Figuur 7 geeft de relatie weer tussen beide parameters. Hieruit blijkt dat de meeste patiënten die wonen met een beschikbare valide persoon ook frequent beschikbare mantelzorg hebben (64,2 %). Bij 22,5 % van die groep is de mantelzorg hoewel regelmatig slechts partieel beschikbaar en voor 13,4 % is de mantelzorg sporadisch beschikbaar. Van de groep patiënten die wonen met een beschikbare niet-valide persoon of niet beschikbare valide persoon beschikt de meerderheid regelmatig over partiële mantelzorg. Bij de groep patiënten die alleen wonen heeft het merendeel

51,8%

12,5%

35,6%

Figuur 5: Aantal patiënten (%) naar de woonsituatie, oktober 2018

woont met beschikbare valide persoon

woont met beschikbare niet-valide persoon of niet beschikbare valide persoon

woont alleen

45,1%

38,8%

16,1%

Figuur 6: Aantal patiënten (%) naar de beschikbaarheid van mantelzorg, oktober 2018

mantelzorg frequent beschikbaar mantelzorg regelmatig doch partieel beschikbaar

mantelzorg sporadisch beschikbaar Exclusief West-Vlaanderen

Exclusief West-Vlaanderen

Page 6: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

6

ook regelmatig doch partieel mantelzorg, maar bij één op vijf alleenwonenden (20,3 %) is de mantelzorg slechts sporadisch beschikbaar. Het is voor deze kwetsbare groep patiënten dat de komst van de thuisverpleegkundige omwille van de sociale context belangrijk is. De thuisverpleegkundige heeft dus vaak niet enkel een verpleegtechnische rol, ook haar sociale functie is van groot belang.

COMFORT (WECKX-SCHAAL)

Ondanks de algemene welvaart in Vlaanderen beschikt 11,5 % van de patiënten niet over een ingerichte badkamer (Figuur 6). 1,2 % heeft zelfs geen stromend warm water in de woning (664 personen). Deze cijfers geven aan dat de omstandigheden waarin de hulpverlening verstrekt wordt niet altijd optimaal zijn.

64,2%

27,1%24,4%22,5%

58,5%55,3%

13,4% 14,5%20,3%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

woont met beschikbare valide persoon woont met beschikbare niet-valide persoonof niet beschikbare valide persoon

woont alleen

Figuur 7: Aantal patiënten (%) naar de score op woonsituatie in functie van de score op mantelzorg, oktober 2018

mantelzorg frequent beschikbaar mantelzorg regelmatig doch partieel beschikbaar mantelzorg sporadisch beschikbaar

Page 7: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

7

Dit gebrek aan basiscomfort is belangrijker bij oudere patiënten (figuur 9).

Uit het voorgaande blijkt wel dat patiënten niet enkel fysieke noden hebben: ook aan psychische en psychosociale noden moet de thuisverpleegkundige dus een deskundig antwoord bieden.

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90-99 100+

Figuur 9: Aantal patiënten (%) naar de scores op comfort in functie van de leeftijd, oktober 2018

ingerichte badkamer stromend warm water (keuken) geen stromend warm water

Exclusief West-Vlaanderen

Exclusief West-Vlaanderen

Page 8: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

8

VERBAND KATZ-SCHAAL EN VERGOEDING Tabel 1 geeft de vergoedingscategorieën weer in relatie met de Katz-scores. We zien dat forfait-C-patiënten en patiënten met het palliatief forfait C zich vnl. in de categorie Katz 7 bevinden. Omgekeerd merken we echter dat 10,7 % (3 815 personen) van de patiënten waarvoor er een vergoeding per handeling is, een Katz-score van 6 of 7 heeft, hetgeen toch een grote afhankelijkheid inhoudt voor de items incontinentie en/of eten. Tabel 1: Relatieve verdeling van patiënten volgens het vergoedingstype en de afhankelijkheid op de Katz-schaal, oktober 2018

SOCIAAL STATUUT VAN DE PATIËNTEN Van alle patiënten is ook het sociaal statuut gekend. Zo geniet 36,6 % van de patiënten de voor-keurregeling (figuur 10). Dit betekent dat deze groep recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming in de terugbetaling van de zorgen. Deze regeling houdt in dat het honorarium van de thuisverpleegkundige voor deze groep voor 100 % vergoed wordt door het RIZIV. Voor de andere patiënten is een remgeld van 25 % eisbaar.

Katzcat/VG

per handeling

FFA FFB FFC FPA FPB FPC

1 39,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%2 29,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%3 13,4% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%4 3,5% 19,9% 0,0% 0,0% 49,4% 0,0% 0,0%5 4,3% 52,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%6 9,0% 24,6% 69,6% 0,1% 38,6% 49,1% 0,0%7 1,7% 3,4% 30,4% 99,9% 12,0% 50,9% 100,0%

Totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%Exclusief West-Vlaanderen

Page 9: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

9

In de mannelijke populatie zijn er lichtjes meer patiënten die geen recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming dan bij de rechthebbenden, nl. 67,4 % t.o.v. 60,6 % (zie figuur 11): meer vrouwen hebben recht op de verhoogde tegemoetkoming (resp. 39,4 % t.o.v. 32,6 % bij de mannen).

De gemiddelde leeftijd bij de mannelijke populatie die onder de voorkeurregeling valt is hoger dan deze zonder voorkeurregeling: resp. 67,9 jaar t.o.v. 65,3 jaar (zonder voorkeur). In de vrouwelijke populatie is dit verschil in leeftijd groter: nl. 72,7 jaar voor patiënten die onder de voorkeurregeling vallen en 65,1 jaar voor vrouwen zonder voorkeurregeling. Figuur 12 toont de relatieve verdeling van patiënten naargelang van het statuut waarin ze zich bevinden. We merken op dat de grootste groep (52,5 %) gepensioneerde patiënten zijn, gevolgd door ‘actieven’ (23,1 %); dit zijn patiënten die hetzij arbeidsgeschikt zijn hetzij korter dan een jaar arbeidsongeschikt zijn en die beroep hebben gedaan op de zorgen verleend door een thuis-verpleegkundige. Andere grote categorieën zijn de weduwen of weduwnaars (11,2 %) en de invaliden

36,6%

63,4%

Figuur 10: Aantal patiënten (%) in functie van de voorkeurregeling

met voorkeurregeling zonder voorkeurregeling

32,6% 39,4%

67,4% 60,6%

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

man vrouw

Figuur 11: Aantal patiënten (%) naar geslacht en voorkeurregeling, 2018

met voorkeur zonder voorkeur

Page 10: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

10

(10,6 %). Andere groepen zijn in geringe mate aanwezig (de groep van de ‘andere’): hiertoe behoren o.a. niet beschermde personen met of zonder voorkeurregeling of wezen.

VOORKEURREGELING OF VERHOOGDE TEGEMOETKOMING Patiënten die recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming waren vroeger enkel WIGW (weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen). Zij ontvangen voor bepaalde geneeskundige of verpleegkundige verstrekkingen een hogere vergoeding. Tegenwoordig gaat het vooral om de volgende personen: de rechthebbenden op een tegemoetkoming aan personen met een handicap, patiënten met een gewaarborgd inkomen, met een leefloon of gelijkaardige steun, alsook de weduwnaars/weduwen, gepensioneerden, invaliden, wezen en sommige werklozen, indien zij voldoen aan de gestelde inkomensvoorwaarden. Van alle patiënten uit de bovenstaande figuur heeft het merendeel geen recht op de verhoogde tegemoetkoming (64,0 %). Figuur 13 toont de relatieve verdeling van patiënten naar het sociaal statuut en naargelang het recht of geen recht op de verhoogde tegemoetkoming (wel of geen voorkeurregeling).

23,1%

10,6%

52,5%

11,2%

0,04% 1,1% 1,4%

Figuur 12: Aantal patiënten (%) volgens het sociaal statuut, 2018

actieven invaliden gepensioneerden weduwen kloostergemeenschappen internationale verdragen andere

Page 11: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

11

HET STATUUT VAN DE ZELFSTANDIGEN (PATIËNTEN)

Vanaf 1 januari 2008 kregen zelfstandigen het recht op een verzekering voor de kleine risico’s waar-door deze patiënten ook aanspraak konden maken op een terugbetaling van o.a. verpleegkundige zorgen door de mutualiteiten. Deze groep van patiënten met het sociaal statuut van zelfstandige, ontving voorheen verpleegkundige zorg bij middel van een vrijwillige verzekering. 7,6 % van de patiënten van Wit-Gele Kruis heeft het statuut van zelfstandige. Het merendeel (47,4 %) van deze patiënten is gepensioneerd (figuur 14). Van deze groep heeft 59,6 % heeft recht op een verhoogde tegemoetkoming. De tweede grootste groep van 'zelfstandigen' zijn de ‘actieven’ (28,2 %). Dit zijn patiënten die hetzij niet, hetzij korter dan een jaar arbeidsongeschikt zijn en beroep doen op een thuisverpleegkundige. 92,9 % van deze patiënten geniet geen voorkeur-regeling. De derde grootste groep (18,2 %) zijn de weduwen of weduwnaars. Van deze groep geniet het merendeel van de verhoogde tegemoetkoming (75,6 %). De vierde groep van 'zelfstandigen' zijn de invaliden (5,6 %). Voor deze groep is het zo dat 43,5 % recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming. Een klein aantal patiënten van Wit-Gele Kruis behoort tot een kloostergemeenschap: 0,5 %, waarvan 100 % recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming.

86,2%

36,7%

65,1%

44,0%

4,3%

84,2%

9,0%

64,0%

13,8%

63,3%

34,9%

56,0%

95,7%

15,8%

91,0%

36,0%

0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0% 80,0% 90,0% 100,0%

actieven

invaliden

gepensioneerden

weduwen

kloostergemeenschappen

internationale verdragen

andere

totaal

Figuur 13: Proportionele verdeling van het aantal patiënten naar de voorkeuregeling, 2018

zonder voorkeurregeling met voorkeurregeling

Page 12: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

12

Opvallend is dus dat iets minder dan de helft van de patiënten die onder de regeling van de zelfstandigen vallen, recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming (47,0 %), tegen 35,1 % van de patiënten die geen zelfstandig statuut hebben. In beide groepen (zelfstandigen en niet zelfstandigen) is de overgrote meerderheid van patiënten weduwe, invalide, gepensioneerd of wees. PALLIATIEVE VERPLEEGKUNDIGE ZORG Palliatieve zorg begeleidt de patiënt in zijn/haar laatste levensfase. Hierin staat niet de ziekte centraal, maar wel het maximaal fysiek, psychisch, relationeel en spiritueel comfort van de zieke. Door deze zorg kan de verpleegkundige aan patiënten een menswaardig levenseinde bieden. De palliatieve verpleegkundige zorg wordt sedert oktober 2001 in de nomenclatuur vertaald door forfaits voor fysiek afhankelijke palliatieve patiënten: FPA, FPB en FPC. Een klein aantal palliatieve patiënten is niet onder te brengen in één van deze categorieën omdat ze buiten de voorwaarde vallen waarvoor een palliatief forfait (A, B of C) geldt. Voor deze patiënten mag de verpleegkundige een supplementair honorarium PN aanrekenen of een forfaitair honorarium PP in de betaling per handeling. Naast de klassieke handelingen ontvangen deze patiënten ook specifieke palliatieve zorg: 0,4 % van deze handelingen situeert zich in deze forfaits (FPA, FPB, FPC, de PN en de PP). Geplande bezoeken ’s nachts worden het meest geregistreerd (47,9 %). Maar ook overleg-vergaderingen met de huisarts (21,6 %) en contact met de referentieverpleegkundige (19,8 %) behoren tot de groep van de palliatieve handelingen die het meest voorkomen. Figuur 15 geeft aan welke palliatieve zorgen er zijn. In 2018 waren er 3.537 patiënten palliatief. Dit aantal vertegenwoordigt 2,3 % van het totale patiëntenbestand.

28,2%

5,6%

47,4%

18,2%

0,5%

Figuur 14: Aantal patiënten (%) in de regeling van zelfstandigen volgens sociaal statuut, 2018

actieven invaliden gepensioneerden weduwen kloostergemeenschappen

Page 13: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

13

We merken ook op dat over de laatste jaren er een toename is in bepaalde palliatieve handelingen (figuur 16). Vooral bij geplande bezoeken ’s nachts en bij contacten met de multidisciplinaire begeleidingsequipe van palliatieve zorg is de toename belangrijk evenals de contacten met de referentieverpleegkundige.

PSYCHIATRISCHE PATIËNTEN Ook bij psychiatrische patiënten kan de thuisverpleegkundige aan huis komen. Sedert 1 oktober 2007 krijgt de thuisverpleegkundige een vergoeding indien zij verpleegkundige hulp biedt bij het voor-bereiden en toedienen van medicatie aan chronisch psychiatrische patiënten die lijden aan schizo-frenie of een bipolaire stemmingsstoornis. Deze zorg kan worden verleend aan nomenclatuur-patiënten die in de week of in het weekend deze zorg behoeven of aan forfaitpatiënten. In de praktijk hebben Wit-Gele Kruisverpleegkundigen dit in 2018 meer dan 337.475 keer gedaan voor een beperkte groep van 2 300 patiënten.

0,7%

47,9%

0,7%

19,8%

21,6%

3,9% 5,2% 0,2%

Figuur 15: Aantal (%) palliatieve verstrekkingen, 2018

dringend bezoek gepland bezoek 's nachts dringend niet gepland bezoek 's nachts

contact referentievpk. overlegvergadering huisarts contact MD begeleidingsequipe

bezoek zonder nomenclatuuract bezoek min. 1H

0,6%

1,0%

1,1%

0,9%

0,7%

0,7%

30,6%

48,0%

50,2%

47,0%

47,1%

47,9%

0,2%

0,4%

0,5%

0,5%

0,6%

0,7%

8,3%

9,9%

14,5%

19,6%

21,4%

19,8%

9,3%

13,4%

21,3%

19,9%

19,5%

21,6%

2,0%

2,8%

3,1%

3,8%

3,7%

3,9%

3,3%

6,7%

8,3%

7,6%

6,4%

5,2%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Figuur 16: Evolutie van de proportionele verdeling van de pallatieve handelingen, 2013 - 2018

dringend (niet gepland) bezoek overdag, op vraag van de patiënt gepland bezoek 's nachts

dringend (niet gepland) bezoek 's nachts op vraag van de patiënt voorbereiden van medicatie

contact met de referentieverpleegkundige overlegvergadering met de huisarts

contact met het multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve zorg bezoek zonder nomenclatuuracte

bezoek van minimum 1uur (uitsluitend bij PN)

Page 14: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

14

CHRONISCH ZIEKEN Veel patiënten van het Wit-Gele Kruis zijn chronisch ziek. In 2001 is men bij het Wit-Gele Kruis gestart met het opvolgen van de toenmalige populatie (54.096 patiënten). Na een jaar was nog 51 % van deze patiënten in verzorging; na twee jaar was meer dan een derde (37 %) nog steeds in verzorging. Na 17 jaar blijven van de oorspronkelijke populatie nog 458 patiënten (0,8 %) over bij wie de thuisverpleeg-kundige regelmatig langs komt. Het retentiecijfer op maandbasis bedraagt zo’n 84 %. Met andere woorden: per maand bieden zich gemiddeld 16 % nieuwe patiënten aan voor verzorging. Dit percentage is stabiel over de jaren heen. Figuur 17 geeft de evolutie weer van het aantal patiënten dat sedert 2001 verpleegd wordt.

Van dezelfde populatie is ook de Katz-score bijgehouden. Figuur 18 geeft dit weer. Waar in de beginfase een duidelijk verschil is waar te nemen in aantal patiënten naargelang de Katz-score is dit voor chronisch zieken die reeds zeventien jaar in zorg zijn genivelleerd.

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Figuur 17: Evolutie van de relatieve verdeling van Wit-Gele Kruis patiënten naar de verzorgingsduur (in jaren) over een periode van zeventien jaar, 2001 - 2018 (n = 54.096 )

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

jan./01 okt./01 okt./02 okt./03 okt./04 okt./05 okt./06 okt./07 okt./08 okt./09 okt./10 okt./11 okt./12 okt./13 okt./14 okt./15 okt./16 okt./17 okt./18

Figuur 18: Evolutie van de relatieve verdeling van Wit-GeleKruispatiënten volgens de Katz-schaal naar de verzorgingsduur over een periode van 17 jaar, 2001 - 2018 (n= 55.452)

Katz 1 Katz 2 Katz 3 Katz 4 Katz 5 Katz 6 Katz 7

Page 15: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

15

VERGOEDING EN LEEFTIJD Naarmate de leeftijd vordert, vergroot ook de zorgafhankelijkheid. Het verband tussen het vergoe-dingstype en de leeftijd weergegeven in Figuur 19 toont dit aan. De proporties wijzigen met toene-mende leeftijd. Op hogere leeftijd wordt zichtbaar dat meer patiënten in de forfaitgroepen belanden. Deze cijfers illustreren in ruime mate de nood van patiënten aan deskundige verpleegkundige verzorging.

DE ZORGEN IN FUNCTIE VAN DE LEEFTIJD Welke zorgen patiënten ontvangen is afhankelijk van de leeftijd. Figuur 20 toont dit aan. Naarmate de leeftijd van patiënten vordert vergroot het aandeel van de hygiënische zorg. In de leeftijdsgroep van 100+ is 59,4 % van alle zorgen een hygiënische zorg. De meeste inspuitingen worden verstrekt aan patiënten tot 59 jaar. Vanaf dan daalt het aandeel tot 2,4 % bij de 100+. Ook het aandeel van de wondzorgen daalt met de leeftijd vanaf 70 jaar. Het aandeel van de andere zorgen, vergoedbaar in de forfaits neemt toe tot 99 jaar. In de leeftijdscategorie van 90 tot 99 jaar is één op de vijf zorgen een andere zorg.

0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0% 80,0% 90,0% 100,0%

0-910-1920-2930-3940-4950-5960-6970-7980-8990-99100+

Figuur 19: Aantal patiënten (%) naar de leeftijd en de vergoeding, 2018

per handeling FFA FFB FFC

Page 16: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

16

HUISARTSEN – SPECIALISTEN In 2018 hebben 17.779 artsen verpleegkundige zorg voorgeschreven. Figuur 21 toont de relatieve verdeling van artsen, patiënten en vergoedingen naargelang het gaat over een voorschrift van huisartsen of van specialisten.

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90-99 100+

Leeftijdsklassen

Figuur 20: Aandeel van de zorgen (%) in functie van de leeftijd, 2018

hygiënische verzorging inspuiting

wondverzorging blaaszorg

vulva, vagina, aspiratie luchtwegen gastro-intestinale zorg

medicatie toedienen specifiek technisch verpleegkundige verstrekkingen

palliatieve verstrekkingen verpleegkundig consult en advies

diabetes verstrekkingen andere

47,5%55,8%

82,7%

52,5%44,2%

17,3%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

artsen patienten vergoedingen

Figuur 21: Aantal zorgvoorschrijvers (%), patiënten en RIZIV vergoedingen, 2018 (N = 17.779)

huisartsen specialisten

Page 17: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

17

Door de jaren heen nam het percentage artsen specialisten dat zorg voorschreef steeds meer toe: in 2018 is, net als in 2017 en 2016, het merendeel van deze zorgvoorschrijvers een specialist (52,5 %), waar dit vóór 2012 de huisarts was. Eén van de oorzaken is het feit dat er steeds meer specialisatie subcategorieën worden erkend door het RIZIV, maar het aantal artsen dat specialiseert neemt ook toe. De huisartsen schreven nog altijd aan het merendeel van de patiënten (55,8 %) verpleegkundige verzorging voor. Het merendeel (82,7 %) van de inkomsten uit de RIZIV-vergoedingen zijn ook vergoedingen voor zorg voorgeschreven door huisartsen. Dit komt door het feit dat specialisten meer zorg voorschrijven die per handeling wordt vergoed in vergelijking met de huisartsen: 43,8 % van de inkomsten uit de zorg voorgeschreven door specialisten situeert zich in de groep per handeling, tegenover 20,5 % door huisartsen. Figuur 22 geeft een beeld van het aantal zorgvoorschrijvers naargelang het vergoedingstype. We zien dat 51,5 % van de specialisten zorg voorschreven voor patiënten die vergoed worden volgens prestatie, tegen 27,1 % van de huisartsen. Het aantal huisartsen dat diabeteszorgen voorgeschreven heeft, is ook betrekkelijk hoog vergeleken met de specialisten: 13,0 % van de huisartsen schreef deze zorgen voor tegen 1,5 % van de specialisten. Voor wat betreft de palliatieve vergoedingsgroepen zijn het ook de huisartsen die het meest zorg voorschrijven: 82,9 % van alle artsen die palliatieve zorg voorschreven is een huisarts. Zij zijn aldus verantwoordelijk voor 93,0 % van de inkomsten afkomstig van palliatieve zorg.

27,1%

51,5%

16,9%

17,4%

16,2%

13,3%

5,9%

3,2%

13,0%

1,5%

1,4%

1,1%

4,4%

0,9%

4,0%

1,2%

8,3%

7,2%

2,2%

2,3%

0,6%

0,7%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

huisartsen

specialisten

Figuur 22: relatieve verdeling van het aantal zorgvoorschrijvers naar het vergoedingstype, 2018

per handeling FFA FFB FFC Dia FPA FPB FPC STVV PNF PPF

Page 18: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

18

In 2018 is er net als de vorige jaren, nog een klein overwicht (55,8 %) van patiënten met een voorschrift van een huisarts, maar dit vermindert met de jaren, zoals blijkt uit figuur 23. Figuur 24 geeft het aantal zorgvoorschrijvers weer naargelang van hun specialisme. Specialisten inwendige geneeskunde (14,7 %) zijn het best vertegenwoordigd, gevolgd door orthopedisten, specialisten fysische geneeskunde en specialisten fysiotherapie en revalidatie (12,0 %). Heelkunde specialisten zijn de derde grootste groep (11,7 %).

65,4%64,8%64,1%

62,3%60,0%59,5%58,7%57,7%57,5%

61,3%56,7%56,2%55,5%54,4%54,6%55,2%55,8%

34,6%35,2%35,9%

37,7%40,0%40,5%41,3%42,3%42,5%

38,7%43,3%43,8%44,5%45,6%45,4%44,8%44,2%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

20022003200420052006200720082009201020112012201320142015201620172018

Figuur 23: Evolutie van het relatief aantal patiënten naargelang de aard van de zorgvoorschrijver, 2002 - 2018

patiënten met voorschrift van dehuisarts

patiënten met voorschrift van eenspecialist

Page 19: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

19

Dankzij specifieke bekwamingscodes kan men eveneens uitmaken dat 0,7 % van deze artsen een specialisatie heeft als geriater en 9,5 % als diabetoloog al dan niet naast andere specialisaties. BEZOEKEN EN HANDELINGEN VOLGENS AFHANKELIJKHEID In de RIZIV-nomenclatuur worden zowel de bezoeken geregistreerd als de verpleegtechnische handelingen (figuur 25). Bij de beschrijving van de patiënten gebruiken we een indeling naar vergoedingstype omdat dit ook indicaties geeft over de graad van zorgafhankelijkheid van de patiënten. Het aantal patiënten dat een tweede bezoek ontvangt (of meer dan twee) in functie van het vergoedingstype is weergegeven in figuur 24. Zo behoeven 79 % van alle patiënten in de FFC (incl. FPC) meer dan twee bezoeken. Uit de figuur blijkt eens te meer dat hoe zwaarder de zorgafhankelijkheid is, hoe meer bezoeken een patiënt behoeft.

11,7%

4,9%

14,7%

5,2%

12,0%7,1%

5,5%1,8%

37,1%

Figuur 24: Relatieve verdeling van het aantal zorgvoorschrijvers naargelang het specialisme (exclusief huisartsen), 2018

(N = 9.329)

heelkunde specialisten

dermatologen

spec. inwendige geneeskunde

psychiaters - neuropsychiaters

orthopedisten - spec. fysische geneeskunde -spec. fysiotherapie en revalidatie

gynaecologen

oftalmologen

Spec. Röntgendiagnose - Radiotherapie - Spec.Nucleaire geneeskunde

andere (< 5 %)

Page 20: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

20

Figuur 27 geeft de relatieve verdeling van de verpleegkundige prestaties naar de aard van de zorg (in %). Hygiënische verzorgingen maken de hoofdmoot uit (39,3 %), wondverzorging is de tweede belangrijkste zorg (20,8 %) en andere zorgen in de forfaits komen op de derde plaats (15,0 %). Dit zijn zorgen die niet verder gespecifieerd worden. Zij worden gevolgd door de inspuitingen (12,8 %). De diabetes forfaits maken 1,2 % uit van alle zorgen. Deze zorgen bestaan vooral uit het opvolgen van patiënten die geen educatie mogen of kunnen volgen maar wel een insuline inspuiting behoeven (89,3 %).

0

5 000 000

10 000 000

15 000 000

20 000 000

25 000 000

30 000 000

2014 2015 2016 2017 2018

Figuur 25: Evolutie van het aantal bezoeken en handelingen

bezoeken

handelingen

18%

4%

18%

3%

39%

5%

100%

51%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2de bezoek meer dan twee bezoeken

Figuur 26: Aantal patiënten (%) dat een tweede bezoek of meer ontvangt, 2018

per handeling FFA FFB FFC

Page 21: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

21

'Andere vergoedbare zorgen', zijn meer gespecialiseerde verpleegkundige zorgen zoals blaaszorg, waaronder blaassondage, -instillatie en –spoeling (47,6 %), gastro-intestinale zorg (45,9 %) met o.m. gastro-intestinale tubage en drainage, darmspoelingen, enterale voeding via maagsonde, gastro- of enterostomiesonde, vulva-, vaginazorgen of aspiratie van luchtwegen (6,5 %). De andere vergoedbare zorgen maken 1,5 % van alle zorgen en worden weergegeven in figuur 28.

Het voorbereiden van medicatie is over het algemeen een belangrijke handeling die de verpleegkundige verricht voor de patiënt. Hiertoe behoren het voorbereiden en/of toedienen van medicatie aan chronisch psychiatrische patiënten (15,2 %), het wekelijks voorbereiden van geneesmiddelen per os (12,7 %) en het voorbereiden van medicatie (voorheen een palliatieve pseudocode maar sinds 01.04.2014 een gewone pseudocode die dus ook in de gewone forfaits geregistreerd kan worden) (72,1 %).

Uit figuur 29 blijkt dat het aandeel van inspuitingen en de wondzorgen het grootst is in de per handeling (resp. 65,0 % en 67,8 %) en dat de palliatieve verstrekkingen het meest voorkomen in de FFC (47,1 %)

39,3%

12,8%20,8%

8,6%1,5%0,3%

0,4% 0,2% 1,2%

15,0%

Figuur 27: Aantal handelingen (%) naar de aard van de zorg,2018

hygiënische verzorging inspuiting wondverzorging

medicatie voorbereiden en/of toedienen andere vergoedbare zorgen specifiek technisch verpleegkundige verstrekkingen

palliatieve verstrekkingen verpleegkundig consult en advies diabetes verstrekkingen

andere zorgen in de forfaits

47,6%

6,5%

45,9%

Figuur 28: Andere vergoedbare zorgen (%), 2018

Blaaszorg Vulva-, vaginazorgen, aspiratie luchtwegen Gastro-intestinale zorg

Page 22: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

22

Uit figuur 30 valt op te maken dat in de forfaitgroepen het relatief aandeel van de hygiënische verzorgingen en dat van de inspuitingen daalt naarmate de zorgafhankelijkheid vergroot. Ook blijkt uit de figuur dat in de per handeling de meest voorkomende zorgen de wondverzorgingen (47,6 %) zijn naast de inspuitingen (28,1 %).

Hoewel de meeste patiënten onder het vergoedingstype ‘per handeling’ worden ingedeeld, gebeurt het grootste aantal prestaties (69,6%) toch bij de forfaitpatiënten, wat meteen ook de intensiteit en complexiteit van de verzorging aan deze patiënten aangeeft (figuur 30).

11,3%

65,0%

67,8%

30,5%

9,7%

0,1%

26,8%

30,2%

32,7%

12,5%

11,7%

6,8%

13,2%

33,4%

26,7%

24,7%

43,0%

18,2%

15,4%

27,3%

29,9%

51,0%

38,0%

34,4%

13,0%

4,3%

5,2%

35,3%

47,1%

15,5%

8,6%

10,7%

0,0% 20,0% 40,0% 60,0% 80,0% 100,0% 120,0%

hygiënische verzorgingen

inspuitingen

wondverzorgingen

Andere vergoedbare zorgen

palliatieve verstrekkingen

andere zorgen in de forfaits

medicatiezorg

totaal

Figuur 29: Proportionele verdeling van de aard van de zorgen volgens het vergoedingstype (rij-%), 2018

per handeling FFA FFB FFC

15,0%

52,7% 49,9% 48,6%39,9%

28,1%

6,6% 6,9% 5,3%13,0%

47,6% 10,0%9,4% 10,3%

21,2%

1,5%

0,4% 1,2% 5,0%

1,5%

7,7% 9,4% 9,6% 7,0% 8,7%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

per handeling FFA FFB FFC totaal

Figuur 30: Proportionele verdeling van het aantal zorgen naar het vergoedingstype (kolom-%), 2018

hygiënische verzorgingen inspuitingen wondverzorgingen Andere vergoedbare zorgen

palliatieve verstrekkingen andere zorgen in de forfaits medicatiezorg

Page 23: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

23

WONDVERZORGING Sedert 1 juli 2003 is er in de RIZIV nomenclatuur een verruiming en differentiatie van het begrip wondzorg ingevoerd. Enerzijds wordt onderscheid gemaakt tussen eenvoudige, complexe of specifieke wondverzorging naargelang de aard van de wonde. Anderzijds werden een aantal handelingen die voorheen niet vergoed werden toegevoegd aan de nomenclatuur. Figuur 32 geeft de verschillende soorten wondverzorgingen naar aantal weer in 2018. We merken op dat de complexe wondverzorging het meest verricht wordt (47,8 %). Ook eenvoudige wondverzorgingen (6,2 %) worden nog regelmatig verricht, hoewel dit in de loop der jaren wel vermindert.

30,4%

24,7%

34,3%

10,6%

Figuur 31: Relatieve verdeling van het aantal zorgen per vergoedingstype, 2018

per handeling FFA FFB FFC

Page 24: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

24

INSPUITINGEN Ook deze verstrekkingen behoren traditioneel tot het takenpakket van verpleegkundigen. De RIZIV nomenclatuur maakt enkel in de groep per handeling onderscheid tussen verschillende soorten inspuitingen. Voor forfaitpatiënten wordt dit onderscheid niet gemaakt en worden alle inspuitingen geregistreerd onder eenzelfde nomenclatuurcode. In 2018 werden in totaal (in de 'per handeling' en de forfaits samen) 3 331 307 inspuitingen gegeven. Het grootste deel van de inspuitingen zijn intra-musculaire, subcutane of hypodermale injecties (64,4 %) op één of meerdere plaatsen. DIABETES

Diabetes is een aandoening waarbij het suikergehalte in het bloed chronisch verhoogd is.

Diabetespatiënten waren reeds geruime tijd gekend in de thuisverpleging dankzij de invoering van een specifieke nomenclatuur in 2003. Hierdoor wisten we dat verpleegkundigen in 2018 10 758 diabetespatiënten hebben verzorgd. Hiervan kregen 1.217 diabetespatiënten in 2018 één of meerdere inspuitingen per dag.

Diabetespatiënten kunnen ook een zorgtraject doorlopen waardoor zij nog beter worden opgevolgd. Een zorgtraject organiseert en coördineert de aanpak, de behandeling en de opvolging van een patiënt met een chronische ziekte, in casu diabetes type II, bij insuline en/incretinemimetica (medicatie die werkzaam is ter hoogte van het darmstelsel en die insuline en glucagon secretie reguleert) dependente patiënten. Erkende en geregistreerde diabeteseducators verrichten een starteducatie, verzekeren de opvolging van deze educatie of geven een extra educatie bij probleemsituaties. Ook andere zorgverleners (diëtisten, kinesitherapeuten of podologen) mogen deze verstrekkingen attesteren.

0,02% 3,1%3,9%

8,9%

28,6%

6,2%

47,8%

1,6%

0,01% Figuur 32: Aantal wondverzorgingen (%), 2018

Toezicht wonde bioactief verband

Aanbr. zalf of geneeskr. product

Aanbr. oogdruppels en/of zalf PO

Compressietherapie: aanbrengen van bandages,compressieverbandenCompressietherapie: aandoen en/of uittrekkenvan kousenEenvoudige wondzorg

Complexe wondzorg

Specifieke wondzorg

Bez. ref-VPK bij specif. wondzorg

Page 25: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

25

In mei 2018 trad een herziening van de diabetes nomenclatuur in voege. De educaties in het zorgtraject werden hervormd en van dan af werden ook diabetespatiënten opgevolgd die in een prézorgtraject terecht kwamen, waarbij een behandeling met orale antidiabetica werd opgestart en opgevolgd.

Het detail van de educaties wordt weergegeven in Tabel 2. 9 447 patiënten werden opgevolgd in een zorgtraject. 97,1 % van de educaties in een zorgtraject werden verricht door verpleegkundigen; 2,9 % werd gegeven door een diëtist.

Tabel 2: Absolute en relatieve verdeling van de diabeteseducaties (verpleegkundigen en andere zorgverleners), 2018 Buiten het zorgtraject N % - Educatie tot zelfzorg 5 8,6% - Educatie tot inzicht 44 75,9% - Opvolging Educatie tot zelfzorg 9 15,5% Totaal 58 100,0% In het zorgtraject - Starteducatie en instelling van insuline en/of incretinemimetica

11 950 39,9%

- Opvolgeducatie van de patiënt op insuline

12 558 41,9%

- Extra educatie bij probleemsituaties

5 470 18,2%

Totaal 29 978 100,0% In het zorgtraject vanaf

01.05.2018

Indiv. zitting diabeteseducatie door diabetes educator in praktijkkamer of regiohuis

532 16,5%

Indiv. Zitting diabeteseducatie door diabetes educator thuis bij de patiënt

2 693 83,5%

Groepseducatie door diabetes educator

0 0,0%

Totaal 3 225 100,0% Prézorgtraject (opvolging) Indiv. zitting door diabetes educator in praktijkkamer of regiohuis: info ziekte en levensstijl

81 62,3%

Page 26: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

26

Indiv. zitting diabeteseducatie door verpleegkundige/vpk educator (bij de patiënt thuis): opvolgingsbezoek/zelf-managementsondersteuning

49 37,7%

Educatie door diabetes educator (in praktijkkamer of regiohuis): info over ziekte en levensstijl

0 0,0%

Totaal 130 100,0% In totaal hebben 9 447 patiënten een zorgtraject doorlopen in 2018. De klassieke diabeteseducaties zijn mede door de zorgtrajecten op hun retour. De intensiteit van deze zorg wordt weergegeven in de onderstaande figuur: ongeacht de vergoedingsgroep behoeft 58,1 % van de diabetespatiënten een tweede bezoek en 27,3 % zelfs een derde bezoek. De verdeling per vergoedingsgroep toont dat alle diabetespatiënten in de FFC-groep een tweede bezoek ontvingen en drievierde een derde bezoek.

De meeste diabetespatiënten ontvangen zorg gedurende maximaal 30 dagen (89,9 %). Andere diabetespatiënten die door het Wit-Gele Kruis worden geholpen, behoeven verzorging voor een langere tijd, hetgeen blijkt uit figuur 34. 5,3 % van de diabetespatiënten wordt langer dan 300 dagen verzorgd.

18,5%

4,0%

16,7%

2,0%

38,3%

4,0%

100,0%

41,3%

27,0%

5,1%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

120%

tweede bezoeken derde bezoeken

% d

iabe

tesp

atië

nten

Figuur 33: Aantal diabetespatiënten met een tweede of een derde bezoek naar de vergoedingsgroep, 2018

per handeling

FFA

FFB

FFC

totaal

Page 27: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

27

De onderstaande figuur geeft de zorgafhankelijkheid weer van de diabetespatiënten. Het merendeel (71,9 %) van deze patiënten scoorde laag op de Katz-schaal (Katz 1 t.e.m. Katz 3). Eén vijfde (18,7 % %) van de diabetespatiënten had een Katz-score van 6 of 7 en behoefde een intensievere verzorging.

VERPLEEGKUNDIG CONSULT EN VERPLEEGKUNDIG ADVIES In februari 2009 werd de eerste verstrekking voor het eerst vergoed. Met deze intellectuele handeling worden verpleegkundige gezondheidsproblemen en zorgdoelen van de patiënt geformuleerd, hetgeen in een verslag zijn uitdrukking vindt. De patiënt hoeft hiervoor ook geen persoonlijk aandeel te betalen. Deze verstrekking, die zonder een medisch voorschrift mag verleend worden, mag maximaal 1 maal per kalenderjaar en per patiënt geattesteerd worden door een gegradueerde of gebrevetteerde verpleegkundige of door een vroedvrouw. 33 234 patiënten van het Wit-Gele Kruis (21,5 %) hebben dit consult in 2018 ontvangen. Op 1 juni 2012 wordt bovendien een nieuwe verstrekking tarifeerbaar: het verpleegkundig advies en overleg in functie van de wekelijkse voorbereiding van de geneesmiddelen per os (voor orale

89,9%

0,8% 0,6% 0,5% 0,5% 0,5% 0,4% 0,4% 0,7% 0,5% 0,7% 1,9% 2,7%0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

1-30 31-60 61-90 91-120 121-150 151-180 181-210 211-240 241-270 271-300 301-330 331-360 >360

Figuur 34: Aantal diabetespatiënten (%) naar aantal verzorgingsdagen, 2018

53,0%

14,4%

4,5%

3,3%

6,1%

13,4%

5,3%

Figuur 35: Aantal diabetespatiënten (%) naar de afhankelijkheid op de Katz-schaal, oktober 2018

Katz 1 Katz 2 Katz 3 Katz 4 Katz 5 Katz 6 Katz 7

Page 28: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

28

toediening) met akkoord van de behandelend geneesheer. De verstrekking, die samen met de wekelijkse voorbereiding van geneesmiddelen per os (= voor orale toediening) zijn intrede doet in de nomenclatuur, is voorbehouden voor verpleegkundigen en kan enkel geattesteerd worden bij de patiënt thuis en in de week. Het verpleegkundig advies is in 2018 bij 7 823 patiënten (5,1 %) verstrekt. Uit figuur 36 blijkt dat het vooral de licht zorgafhankelijke patiënten zijn die in aanmerking komen. 87,7 % van de patiënten situeert zich in de Katz-categorie 1 t.e.m. 3.

SPECIFIEK TECHNISCH VERPLEEGKUNDIGE VERSTREKKINGEN Dit zijn gespecialiseerde handelingen zoals intraveneuze of subcutane perfusie, parenterale voeding en het plaatsen van een verblijfskatheter of specifiek materiaal voor het toedienen van geneeskundige oplossingen in een implanteerbare kamer. Nieuwe specifiek technisch verpleegkundige handelingen werden vanaf 01 februari 2009, en 2010 gehonoreerd, nl. resp. de verwijdering van een verblijfskatheter of van een specifiek materiaal dat de toediening van een geneeskundige oplossing in een implanteerbare kamer toelaat (in 2009) en het vervangen van een suprapubische sonde met ballon en het vervangen van een gastrostomiesonde met ballon (in 2010). Vanaf 1 juli 2012 wordt onder de code voor de toediening van medicatie via epidurale of intrathecale katheter enkel de perfusie (intraveneus en subcutaan) en de parenterale voeding geregistreerd. Een nieuwe specifiek technisch verpleegkundige verstrekking ziet dan ook het licht: het toezichts- en opvolgingshonorarium bij gebruik van pompsystemen voor toedienen van chronische analgesie via epidurale of intrathecale katheter. Nieuw is dat deze verstrekking verder verduidelijkt wordt d.m.v. enkele pseudocodes.

32,7%

36,5%

18,6%

2,3%

1,2%

7,9%

0,9%

Figuur 36: Aantal patiënten (%) dat een verpleegkundig consult (of advies) ontvangen heeft naar de Katz-schaal, oktober 2018

Katz 1 Katz 2 Katz 3 Katz 4 Katz 5 Katz 6 Katz 7

Page 29: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

29

Uit figuur 37 valt af te leiden dat de eerst genoemde handeling het meest voorkomt: resp. 61,6 %. De tweede en derde verstrekking komt resp. voor in 15,4 % en 17,7 % van alle specifiek technisch verpleegkundige handelingen. In totaal kregen 6 667 patiënten één of meerdere specifiek technisch verpleegkundige verstrekkingen toegediend.

ZORGKUNDIGEN Zorgkundigen zijn opgeleid om de verpleegkundige bij te staan inzake zorgverstrekking, gezond-heidsopvoeding en logistiek. Sinds september 2007 zijn zij bij Wit-Gele Kruis actief. In 2018 namen 1021 zorgkundigen welomlijnde taken over van de Wit-Gele Kruisverpleegkundigen. Een groot deel van hen was korte tijd als jobstudent tewerkgesteld. Samen hebben zij zo’n 23 292 patiënten verzorgd. Hun taken (figuur 38) omvatten vooral hygiënische verzorgingen, het aan- of uittrekken van kousen, het aanbrengen van compressieverbanden en een aantal 'andere zorgen' (de 'andere' zorgen worden vermeld in het KB van 18 juni 1990 en worden in de nomenclatuur niet verder gespecificeerd). Ook in de complexe wondzorg hebben ze een bescheiden aandeel: de zorg die ze hier uitvoeren is de hygiënische zorg van een geheelde stoma.

61,6%15,4%

17,7%

5,2% 0,1%0,02%

Figuur 37: Specifiek technisch verpleegkundige verstrekkingen (%), 2018

IV of SC perfusie, parenterale voeding, epidurale analgesie, intrathecale anesthesie

Pl. verblijfskatheter/spec.materiaal vr. toedienen van geneesk. oploss. in implanteerbare kamer

Verwijd. v.e. verblijfskatheter of specf. Mat. dat toedien. v/e geneesk. Opl. i/e implant. kamer toelaat

Vervangen van een suprapubische sonde met ballon

Vervangen van een gastrostomiesonde met ballon

Gebruik pompsystemen vr. toedienen v. chron.analgesie via epidurale of intrathecale catheter

Page 30: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

30

DE HANDELINGEN PER BEZOEK - PER VERZORGINGSDAG - BEZOEKEN PER VERZORGINGSDAG Figuur 39 geeft per vergoedingstype het gemiddeld aantal handelingen per bezoek en per verzorgingsdag weer, alsook het aantal bezoeken per verzorgingsdag. We noteren hier een stijgend aantal handelingen en bezoeken naar het vergoedingstype wat het verband illustreert tussen de mate van ADL-afhankelijkheid en de mate van zorgafhankelijkheid.

HET WIT-GELE KRUIS IN DE SECTOR VAN DE THUISVERPLEGING UPDATEN In de Vlaamse sector van de thuisverpleging heeft het Wit-Gele Kruis een globaal marktaandeel van 31,1 %. Voor bepaalde handelingen overstijgt het marktaandeel dit gemiddelde. Zo is er voor de diabeteseducaties in de zorgtrajecten een marktaandeel van 60,4 %. Daarbovenop stelt het Wit-Gele Kruis hiervoor naast verpleegkundigen ook diëtisten te werk. Ook voor het verpleegkundig consult is het marktaandeel aanzienlijk: 48,6 %.

66,2%

0,7%

13,4%

0,1%16,6%

2,9%

Figuur 38: Zorgen (%) verricht door zorgkundigen, 2018

hygiënische verzorging compressietherapie: aanbrengen van bandages, compressieverbanden

compressietherapie: aandoen en/of uittrekken van kousen complexe wondzorg

andere zorgen in de forfaits voorbereiden medicatie

1,081,32 1,22

1,621,94

1,20

1,75

2,51

1,44 1,90

4,72

2,49

1,461,94

1,33

0,00,51,01,52,02,53,03,54,04,55,0

handelingen per bezoek handelingen per verzorgingsdag bezoeken per verzorgingsdag

Figuur 39: Gemiddeld aantal handelingen per bezoek, per verzorgingsdag en bezoeken per verzorgingsdag

per handeling FFA FFB FFC totaal

Page 31: I E ITEMS VAN DE KATZ SCHAAL - Wit-Gele Kruis · 2019. 8. 8. · Figuur 2 geeft de verdeling aan van patiënten naar de Katz-schaal in functie van de Weckx-schaal. We merken op dat

31

58,8%

66,6%

65,4%

60,4%

Opstarteducatie en instelling van insuline en/ofincretinemimetica

Opvolging van de patiënt op insuline en/of incretinemimetica

Extra educatie bij probleemsituaties

Alle educaties

Figuur 36: Marktaandeel van het aantal diabeteseducaties door verpleegkundigen van het Wit-Gele Kruis in Vlaanderen, 2017