Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/... · Web viewOntwerp je eigen tuin...
Transcript of Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/... · Web viewOntwerp je eigen tuin...
PLANTENKENNIS EN –VERWERKINGTUINBOUWTECHNIEKEN
DERDE GRAAD TSO
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
september 2005LICAP – BRUSSEL D/2005/0279/055
PLANTENKENNIS EN –VERWERKINGTUINBOUWTECHNIEKEN
DERDE GRAAD TSO
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
LICAP – BRUSSEL D/2005/0279/055september 2005
(vervangt D/2003/0279/040 met ingang van 1 september 2005)ISBN 90-6858-489-8
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair OnderwijsGuimardstraat 1, 1040 Brussel
Inhoud
LESSENTABEL....................................................................................................................5
1 BEGINSITUATIE.....................................................................................................7
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN............................................................................7
2.1 Vaardigheden, kennis en inzichten....................................................................................................72.2 Attitudevorming.................................................................................................................................. 8
3 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN.......................................8
3.1 Geïntegreerde aanpak....................................................................................................................... 83.2 Plantenlijst......................................................................................................................................... 93.3 Plantenboek....................................................................................................................................... 93.4 Plantencollectie op school...............................................................................................................103.5 Graadleerplan.................................................................................................................................. 103.6 Verticale samenhang.......................................................................................................................103.7 Horizontale samenhang...................................................................................................................103.8 Projectmatige aanpak......................................................................................................................103.9 Aanschouwelijk aspect.................................................................................................................... 103.10 Veiligheidsfiches.............................................................................................................................. 103.11 Attest basisveiligheid VCA...............................................................................................................113.12 Stages/praktijk................................................................................................................................. 113.13 Aantal lestijden................................................................................................................................ 11
4 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN......................................................................................13
4.1 Groenaanleg.................................................................................................................................... 134.2 Groenonderhoud............................................................................................................................. 204.3 Plantenkennis.................................................................................................................................. 244.4 Bloemen- en tuincentrumbranche....................................................................................................294.5 Kleinschalige tuinen ontwerpen (keuzegedeelte)............................................................................354.6 Mechanisatie groenaanleg en onderhoud (keuzegedeelte).............................................................384.7 Als tuinaannemer een onderneming leiden (keuzegedeelte)...........................................................41
5 EVALUATIE...........................................................................................................44
6 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN...................................................................45
7 BIBLIOGRAFIE......................................................................................................45
8 NUTTIGE ADRESSEN..........................................................................................46
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 3Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
Derde graad TSO Tuinbouwtechnieken
Pedagogische uren/week Administratievevakbenaming vakbenaming
Minimum-maximum 28-36 28-36
Godsdienst 2 2 AV Godsdienst
Aardrijkskunde 1 1 AV Aardrijkskunde
Frans 2 2 AV Frans
Geschiedenis 1 1 AV Geschiedenis
Lichamelijke opvoeding 2 2 AV Lichamelijke opvoeding
Nederlands 2 2 AV Nederlands
Wiskunde 2 2 AV Wiskunde
Algemene techniek 2-4 2-4 1 1 PV Praktijk of PV/TV Stage (1)Mechanica/Bouw/ Elektricteit/Landbouw/Tuinbouw
1-3 1-3 TV Mechanica/Bouw/Elektriciteit/ Landbouw/Tuinbouw
Plant en groeimilieu 5-6 5-6 2 2 PV Praktijk of PV/TV Stage (1)Tuinbouw/Landbouw
3-4 3-4 TV Tuinbouw/Landbouw
Plantenkennis en -verwerking 4-5 4-5 1 1 PV Praktijk of PV/TV Stage (1)Tuinbouw
3-4 3-4 TV Tuinbouw
Project/Seminarie 0-2 0-2 TV Tuinbouw/Landbouw
Toegepaste biologie 2 2 TV Toegepaste natuurweten-schappen/Landbouw/Tuinbouw
Toegepaste chemie 2 2 TV Toegepaste natuurweten-schappen/Landbouw/Tuinbouw
Toegepaste fysica 1 1 TV Toegepaste natuurweten-schappen/Landbouw/Tuinbouw
Toegepaste economie 2-3 2-3 TV Toegepaste economie/ Landbouw/Tuinbouw
Praktijk tuinbouw 0-2 0-2 PV Praktijk Tuinbouw/Landbouw
Stage tuinbouw 0-2 0-2 PV/TV Stage Tuinbouw/Landbouw
( 1) Van deze uren (in totaal 4) mag maximum 2 uur per week per leerjaar als stage worden ingericht.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 5Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
1 BEGINSITUATIE
De leerlingen die afkomstig zijn uit de tweede graad TSO ‘Tuinbouwtechnieken’ hebben een basisvorming verworven in verband met het herkennen en verwerken van sierplanten. De lessentabellen vermelden 1 uur Plantenkennis, 1 uur Aanleg en onderhoud van groene ruimten, 1 uur Verwerken van sierplanten en minimum 1 uur Praktische vorming.
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN
2.1 Vaardigheden, kennis en inzichten
Basiskennis, basisvaardigheden en inzichten verwerven om:
– openbaar groen te onderhouden binnen de wettelijk toegelaten voorwaarden en op de meest efficiënte, economische en milieuvriendelijke manier;
– tuinplannen te interpreteren en te concretiseren;
– bloemen- en plantencreaties te maken en deze te commercialiseren;
– sierplanten te commercialiseren.
Onderliggende doelstellingen:
– planten op uiterlijke kenmerken herkennen en noemen;
– bij het zien van de wetenschappelijke naam van een plant de relatie leggen met de plantensoort;
– beplantingen in tuinen en openbaar groen uitvoeren en onderhouden;
– de gebruiksmogelijkheden van planten in tuinen en openbaar groen ontdekken;
– tuintekeningen maken;
– de juiste verzorging en onderhoud van planten toepassen;
– planten of onderdelen ervan op een efficiënte wijze verwerken tot plantencreaties;
– praktijkgerichte informatie omtrent planten en hun gebruik opzoeken en verstrekken;
– logistieke ondersteuning bieden in bloemenzaken en/of tuincentrum.
Bij het uitvoeren van praktische oefeningen basistechnieken verwerven om:
– werkzaamheden op een efficiënte wijze uit te voeren, voor te bereiden en te verzorgen;
– op een ergonomische en veilige manier met tuingereedschap en machines te werken;
– dode materialen deskundig te verwerken en te bewerken;
– juiste tuingereedschappen te kiezen, correct te gebruiken en te onderhouden;
– de veiligheidsvoorschriften, hygiënische en milieuafspraken na te leven;
– een voorgestelde werkvolgorde te volgen.
– tuinmaterialen op een efficiënte wijze te verwerken.
– nieuwe ontwikkelingen binnen de sector op te volgen.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 7Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
Voldoende kritisch staan ten opzichte van eigen realisaties (product) en ten opzichte van eigen werkzaamheden (proces) en eigen handelen bijsturen tot kwaliteitsverbetering.
2.2 Attitudevorming
Het is zeer belangrijk om attitudes bewust en expliciet op diverse momenten als doelstelling na te streven. Attitudes die bijzondere aandacht verdienen zijn:
– erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een opgedragen taak nauwkeurig te voltooien;
– voor zijn mening en gevoelens durven uitkomen en deze op een beleefde manier formuleren en argumenteren;
– spontaan handelen volgens de regels en afspraken;
– erop gericht zijn, ondanks moeilijkheden, verder te werken om het einddoel te bereiken;
– in staat zijn om op systematische wijze te beslissen welke stappen men bij de uitvoering van een taak zal zetten;
– zich inleven in de situatie waarin mensen zich bevinden, er begrip voor opbrengen en er tactvol mee omgaan;
– bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden (andere materialen, andere gereedschappen, nieuwe opdrachten);
– handelen met het oog op de tevredenheid voor zichzelf en voor de anderen: klantgerichtheid;
– handelen met het oog op het vermijden van verspilling en respect voor het milieu;
– bereid zijn om informatie op te zoeken;
– aandacht hebben voor de impact die het eigen gedrag en voorkomen op anderen hebben;
– bijdragen tot een leef- en werkomgeving als een gemeenschap van mensen die iets voor elkaar betekenen;
– handelen met de bekommernis om zichzelf, de anderen en het milieu optimaal te vrijwaren;
– bereid zijn om in team te werken.
3 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
3.1 Geïntegreerde aanpak
Het is vanuit pedagogisch-didactisch standpunt absoluut noodzakelijk om een degelijke samenhang tot stand te brengen tussen praktijk en theorie. Een eerste stap om op dit vlak goede resultaten te bereiken, is te vertrekken vanuit een geïntegreerd leerplan. Dit betekent dus dat er geen afzonderlijk leerplan theorie en praktijk wordt gemaakt. In de lessentabel is er een onderscheid tussen TV en PV omwille van louter administratieve redenen.
De leerplandoelstellingen en leerinhouden worden zodanig aangeboden dat de praktijk en de theorie als één geheel worden ervaren. Het is in deze optiek ook wenselijk om de praktijk en de theorie door één leerkracht te laten geven. Indien de school toch opteert om de uren over verschillende leraren en verschillende vakken te verdelen, zullen de leraren de leerplandoelstellingen en leerinhouden in gezamenlijk overleg opnemen in een gezamenlijk jaarplan. Overleg via de vakwerkgroep is gewenst.
8 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
3.2 Plantenlijst
Voor het leerplanonderdeel plantenkennis wordt door de leerkracht bij het begin van het nieuwe schooljaar een plantenlijst opgesteld. Deze lijst bevat alle planten (minimum 350) die de leerlingen moet kunnen identificeren en benoemen op het eind van de derde graad TSO ‘Tuinbouwtechnieken’. De planten worden verdeeld over de verschillende rubrieken. Een overzicht per groep vindt u in onderstaande tabel. Bij het opstellen van de plantenlijst worden uiteraard alle planten (130) opgenomen die reeds in de tweede graad gekend zijn en in de plantenlijst van het leerplan zijn opgenomen.
De plantenlijst wordt aan de leerlingen overhandigd bij de start van het eerste leerjaar van de derde graad en is geldig voor de volledige graad.De lijst mag altijd uitgebreid worden. Men dient hierbij rekening te houden met het aantal uren Plantenkennis en -verwerking die de school kiest binnen het complementaire gedeelte.
Minimum aantal te kennen plantensoortenper rubriek
Eenjarige zaaibloemen 24
Tweejarige zaaibloemen 6
Vaste planten 50
Bol- en knolgewassen 20
Loofbomen 30
Bladverliezende sierheesters 50
Bladhoudende sierheesters 50
Coniferen 20
Haagplanten 10
Lei- en klimplanten 10
Vijverplanten 10
Kamerplanten (bloeiende) 20
Kamerplanten (bladplanten) 30
Snijbloemen 20
Totaal 350
3.3 Plantenboek
Om het zelfstandig werk aan te moedigen, beschikken de leerlingen over een plantenboek waarin informatie omtrent de vermelde planten wordt neergeschreven. Het bevat een afbeelding van iedere plant die voorkomt op de plantenlijst. Door het gebruik van dit plantenboek krijgen leerlingen een beeld van de meest verkochte planten in de bloemenwinkels, tuincentra en andere distributiekanalen.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 9Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
3.4 Plantencollectie op school
Om de doelstellingen van het leerplan te kunnen realiseren, is het wenselijk dat zoveel mogelijk exemplaren die vermeld worden op de plantenlijst, in de school of in de nabijheid aanwezig zijn. Door de leerlingen in contact te brengen met de “levende plant“ en de omgeving waarin deze groeit en ontwikkelt, krijgen zij een idee van de omvang die planten kunnen hebben op oudere leeftijd en over de gebruiksmogelijkheden.
3.5 Graadleerplan
De leerplannen zijn uitgeschreven als graadleerplannen. De leerplandoelstellingen dienen binnen de graad gerealiseerd te worden. De leraar zal er naar streven om de verschillende leerinhouden zo geïntegreerd mogelijk aan te bieden.
3.6 Verticale samenhang
Om de verticale opbouw optimaal te verzekeren, is het noodzakelijk om naast de eigen doelstellingen ook deze van de derde graad te kennen. In de tweede graad: verwerft de leerling de noodzakelijke transfereerbare basiskennis, inzichten en attitudes in het herkennen en verwerken van planten. Het inoefenen van de vaardigheden gebeurt in de tweede graad onder begeleiding. In de derde graad worden deze kennis en deze inzichten toegepast en concentrisch uitgediept in concrete productrealisaties (tuinaanleg en onderhoud en bloemen- en plantencreaties). Het inoefenen van vaardigheden in de derde graad gebeurt zoveel mogelijk zelfstandig.
3.7 Horizontale samenhang
Bij het uitschrijven van dit leerplan werd rekening gehouden met het tijdstip waarop bepaalde leerinhouden in de andere vakken van het fundamenteel gedeelte aan bod komen. Per thema wordt via de pedagogisch-didactische wenken aangegeven welke voorkennis en inzichten de leerlingen moeten verworven hebben in andere vakken. Sommige onderwerpen dienen vakoverschrijdend te worden aangepakt. De realisatie van alle geformuleerde doelstellingen van vakoverschrijdende thema’s zal een zaak worden voor de hele school en vraagt een coördinatie van de jaarplannen door de vakwerkgroep.
3.8 Projectmatige aanpak
Dit vak leent zich tot projectmatig werken. Met een project wordt bedoeld: een geïntegreerde oefening of thema door één of meer leerlingen uit te voeren. Dit kan deels onder begeleiding, deels zelfstandig gebeuren. Bij het uitvoeren van een project kunnen veel vakoverschrijdende basisvaardigheden worden uitgevoerd. Het project is geen doel op zich, maar een middel om verschillende vakoverschrijdende basisvaardigheden te integreren.
3.9 Aanschouwelijk aspect
Er wordt tijdens de lessen Plantenkennis en -verwerking veel aandacht besteed aan het aanschouwelijk aspect. Breng de leerlingen regelmatig in contact met reële praktijkomstandigheden !
10 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
3.10 Veiligheidsfiches
Bij elk werktuig, machine of trekker moet een veiligheids- en instructiefiche aanwezig zijn. Vooraleer een leerling een werktuig, machine of trekker zelfstandig mag bedienen moeten de theoretische en praktische leerinhouden hieromtrent verworven zijn. Hij moet hierbij geslaagd zijn voor de leerinhouden die nodig zijn om dit werktuig op een veilig verantwoorde manier te bedienen. M.a.w. de leerling moet technisch en praktisch bekwaam zijn om met het betreffende werktuig te mogen werken. Men laat bijvoorbeeld geen leerling zelfstandig met een motorkettingzaag werken als hij niet geslaagd is voor de theoretische leerinhouden en de praktische proef i.v.m. het gebruik ervan. Die afspraken en regels gelden evenzo voor alle werktuigen die op school als op stage aanwezig zijn.Vooraleer men de bediening van een werktuig start, is het van belang dat iedere leraar en/of leerling verplicht wordt de veiligheids– en instructiefiche door te nemen en de veiligheidsvoorschriften uit te voeren.
3.11 Attest basisveiligheid VCA
In dit leerplan zijn een aantal leerinhouden opgenomen die de leerlingen voorbereiden op het behalen van het attest Basisveiligheid VCA. De leerinhouden die hiervoor in aanmerking komen, worden in het leerplan aangeduid met de code VCA.Het examen tot het behalen van het attest basisveiligheid wordt afgenomen door de medewerkers van het Provinciaal Veiligheidsinstituut, Jezusstraat 28, 2000 Antwerpen.De volledige leerinhouden die de leerlingen moeten verwerven om te slagen in het examen zijn opgenomen in het handboek Basisveiligheid van bovengenoemd veiligheidsinstituut. Er is ook een CD-Rom Basisveiligheid beschikbaar bij hetzelfde instituut. Die kan gebruikt worden bij het inoefenen van de leerinhouden. De behandelde leerinhouden worden door de verschillende leerkrachten bijgehouden op de checklist Basisveiligheid VCA.
3.12 Stages/praktijk
Voor stages wordt binnen de studierichting TSO ‘Tuinbouwtechnieken’ geen afzonderlijk leerplan opgemaakt. Stage wordt georganiseerd volgens de bepalingen van het stagereglement. De doelstellingen die een school moet realiseren binnen de stages zijn opgenomen in het leerplan Plantenkennis en -verwerking. De school beslist hoe deze doelstellingen het best gerealiseerd worden. Dit kan via praktische oefeningen op school, tijdens de stages, in onafhankelijke praktijkcentra, e.a.De doelstellingen en leerinhouden die men wenst te realiseren via stages worden opgenomen in de activiteitenlijst die bij het begin van het schooljaar, samen met de stagebegeleider en stagementoren, wordt opgemaakt.
3.13 Aantal lestijden
Om de leraar behulpzaam te zijn bij het opstellen van de jaarplanning, stellen wij volgende raming voor in verband met de urenverdeling per thema. Deze raming is indicatief: de leraar is niet verplicht zich hier strikt aan te houden. Hij is ook niet verplicht alle doelstellingen van één hoofdstuk chronologisch na elkaar te behandelen.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 11Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
Vak plantenkennis en verwerking: 4 lestijden per week = 100 lestijden per leerjaar = 200 lestijden per graad Waarvan 50 lestijden praktische oefeningen
4.1 Groenaanleg 50
Topografie en opstellen van matenplan en meetstaat Voorbereiding van de uitvoeringsplannen van tuinen Uitzetten van tuinen Terrein voorbereiden voor aanleg Dode materialen verwerken en nutsvoorzieningen aanbrengen Beplantingen uitvoeren Grasvelden aanleggen Juridische aspecten bij de groenvoorziening
4.2 Groenonderhoud 50
Onderhoud grasvelden Onderhoud houtachtige gewassen Aanleg en onderhoud kruidachtige beplantingen Basisonderhoud gereedschappen Administratie en communicatie Veiligheid tijdens het uitvoeren van werkzaamheden Ecologisch groenbeheer
4.3 Plantenkennis 50
Wetenschappelijke naam van planten Bomen en hun toepassingen Sierheesters en hun toepassingen Coniferen en hun toepassingen Haagplanten en hun toepassingen Kruidachtige planten en hun toepassingen Klimplanten en hun toepassingen Vijverplanten en hun toepassingen Rozen en hun toepassingen in de tuin (U)
4.4 Bloemen- en tuincentrumbranche1 25-50
4.5 Kleinschalige tuinen ontwerpen (keuzegedeelte) 0-25
4.6 Mechanisatie groenaanleg en onderhoud (keuzegedeelte) 0-25
4.7 Als tuinaannemer een tuinbouwonderneming leiden (keuzegedeelte)
0-25
1 Indien de school geen 50 lestijden besteedt aan het deel Bloemen- en tuincentrumbranche, m.a.w. als zij de uitbreidingsdoelstellingen van dat thema niet meeneemt, kiest zij één van de drie thema’s uit het keuzegedeelte (4.5, 4.6 of 4.7).
12 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
4 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
4.1 Groenaanleg
De doelstellingen en leerinhouden worden naast elkaar weergegeven. Deze worden gevolgd door de pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen. Een (U) staat voor uitbreiding.
Topografie : opstellen van een matenplan en meetstaat
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Topografie
– Verwoorden wat men verstaat onder topografie.
– Percelen opmeten en gemeten waarden in tekening (matenplan) plaatsen.
– Meetinstrumenten hanteren.
– Matenplan tekenen op schaal.
– Begripsomschrijving
– Meetlijnen: materialen en oefeningen
– Lengtemeting: meetgereedschap, oplaten en neerlaten van loodlijnen; uitzetten en opmeten van een meetlijn waarop zich een hindernis bevindt; meten in hellend terrein en oefeningen
– Hoekmeting: meetgereedschap en oefeningen
– Hoogtemeting: doel, slangwaterpas, waterpas en paslat; waterpastoestel, lasertoestel en oefeningen
– Matenplan (veldschets)
De meetstaat
– Uitleggen wat een meetstaat is en de functie ervan toelichten.
– Een meetstaat interpreteren.
– Een meetstaat opmaken. (U)
– Aan de hand van concrete voorbeelden de kostprijs en een prijsofferte van een uit te voeren werk binnen de groensector berekenen.
– Een prijsofferte opstellen.
– Begripsomschrijving
– Functie
– Juridische waarde
– Interpretatie
– Opmaak (U)
– Kostprijsberekening van een uit te voeren werk binnen de groensector
– Opmaak prijsofferte
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 13Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
Voorbereiding van uitvoeringsplannen van tuinen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Interpretatie en voorbereiding van uitvoerings-plannen van tuinen
– Uitvoeringsplannen zelfstandig lezen, interpreteren en vertalen naar de werkelijkheid.
– Overzicht van de verschillende plannen die worden gehanteerd bij het aanleggen van tuinen
– Situering van de noordpijl en de ligging van het plan
– Legenda
– Schalen, berekeningen aantallen, inhouds- en oppervlaktematen
– De logische werkvolgorde aangeven voor een opdracht.
– Arbeidsuren inschatten voor een opdracht.
– De juiste taken delegeren aan de juiste persoon.
– De inhoud van de uitvoeringsopdracht naar de medewerkers communiceren.
– Derden op een goede manier inschakelen in de opdracht
– Een werkschema opmaken.
Organisatie en management
– Uitvoering in een tijdsbestek
– Taaktijden bepalen
– Bekwaamheden van de medewerkers
– Uitvoering opdelen in taken en delegatie naar werknemers.
– Communicatie en motiveringsprincipes
– Opmaken van het werkschema
Controle op de aanwezigheid van werkmiddelen en dode materialen
– Zorgen dat alle werkmiddelen aanwezig zijn om de taak te kunnen uitvoeren
– Opmaak en bestelling van bestellijsten van materialen
– Controle op aanwezigheid van werkmiddelen
onkruidbestrijders
meststoffen
gereedschappen
e.a.
– Controle op aanwezigheid van andere dode materialen
– Controle op het plantgoed
aantal en kwaliteit
raadplegen catalogi
– Aankoopprocedures, marktprijzen en leverings-tijden
14 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
– Dode materialen herkennen, eigenschappen en toepassingen verwoorden.
– Kennis van gereedschappen, machines, hulpmid-delen
– Opstellen en hanteren checklists
– Kennis van de dode materialen, grondstoffen, soortelijk gewicht en inhoudsmaten, handelsmaten, eigenschappen en toepassingen
Controle van het plantgoed: aantal en kwaliteit
– Het plantgoed op uitwendige kwaliteitskenmerken beoordelen.
– Planten plantklaar maken.
– Kwaliteitskenmerken planten
– Kwaliteit van het plantgoed beoordelen
– Controle van het plantgoed bij bestelling en/of aankoop
– Controle van het plantgoed bij levering.
– Planten groeperen, tellen en plantklaar maken.
Tuinen uitzetten
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Aan de hand van uitvoeringsplannen een tuin uitzetten.
– Uitzetten van lengten
– Uitzetten van hoogten
– Uitzetten van de planten
Terreinvoorbereiding voor aanleg
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Opnetten van het terrein
– De noodzakelijke terreinvoorbereidingen zelfstandig uitvoeren.
– Spitten
– Machinale grondbewerkingen
– Onkruidbestrijding uitvoeren:
manueel
machinaal
chemisch
– Egaliseren en modelleren van het terrein
– Draineren
Egaliseren en modelleren van het terrein
– Zelfstandig een plan of bestek lezen waarin de – Lezen van plan of bestek
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 15Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
uitvoering van de egaliserings- en modulerings-werken wordt aangegeven.
– Controleren of egaliserings- en modulerings-werken goed uitgevoerd zijn (verdichting en niveau).
– Hellingen en dalen aanbrengen op het terrein a.h.v. instructies, aangegeven in een plan.
– A.h.v. aangepaste machines kleine hoeveelheden grond verzetten, het terrein effenen en de grond gelijkmatig verdichten. (U)
– Terreinen machinaal egaliseren en modelleren (U)
– Controle uitvoering
– Aanbreng hellingen en dalen volgens plan
– Terrein op gewenst niveau rijven (U)
– Machinaal egaliseren en modelleren (U)
Voorraadbemesting
– Afhankelijk van de grondsoort, de beplanting en het doel van het terrein, de aangepaste meststoffen selecteren en de hoeveelheid berekenen.
– Selectie meststoffen
– Hoeveelheid meststoffen
– Aangepaste techniek selecteren om meststoffen te spreiden over het terrein en deze toepassen
– Spreiding van de bemesting op het terrein
– Aangepaste rijftechniek selecteren om de bemesting in te werken in de grond en deze toepassen.
– Werken met handmatig bediende machines om meststoffen te spreiden en in te werken.
– Inwerken van de bemesting
Dode materialen verwerken en nutsvoorzieningen aanbrengen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Materiaalkeuze voor verhardingen
– De soorten verhardingen voor tuinen onderscheiden, noemen en de voor- en nadelen formuleren.
– De functie van verhardingen in de tuin opsommen.
– Materialen waarmee verhardingen worden uitgevoerd herkennen, noemen en hun belangrijkste gebruikseigenschappen
– Soorten
– Voor- en nadelen
– Functie
– Materialen
16 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
formuleren.
– Uitvoeringsplannen voor verhardingen tekenen. (U)
– Verhardingen zelfstandig uitvoeren.
– Uitvoeringsplannen (U)
– Uitvoering
Dode materialen
– Dode materialen die worden gebruikt in openbaar groen herkennen en de eigenschappen ervan verwoorden.
– Kennis van de dode materialen die in tuinen worden gebruikt en hun toepassingsmogelijkheden.
– Dode materialen zelfstandig verwerken in tuinen
– Bekabelingen: opsporen, blootleggen, inbedden
– Speelterreinen aanleggen.
– Kasseileggen, klinkerleggen, en andere verhar-dingen aanbrengen.
– Rioleringen aanleggen van kleine werken. (U)
– Kennis en uitvoeren van de verschillende tuin-constructies: pergola’s, carports, zitbanken. (U)
– Hekwerken en draadafsluitingen plaatsen en onderhouden. (U)
– Vijvers en fonteinen aanleggen. (U)
– Kleine metselwerken uitvoeren. (U)
– Verwerking van dode materialen en uitvoeren van civiele werken
Beplantingen uitvoeren
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Planten van houtachtige gewassen (bomen, sierheesters en hagen e.a.)
– De kwaliteit van houtachtig plantmateriaal beoor-delen.
– Planttijdstippen voor houtachtige gewassen ver-woorden.
– Plantafstanden uitzetten zoals aangegeven op het beplantingsplan.
– Plantgaten maken met de juiste afmetingen.
– Kwaliteitsbeoordeling
kleur
uitdroging
gezondheid
verhouding
takken
wortels
e.a.
– Planttijdstippen
– Plantafstand uitzetten
– Maken plantgaten
manueel
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 17Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
– Houtachtige gewassen op de juiste diepte in plantafstand plaatsen.
– Plantgaten aanvullen waarbij de bodemstructuur wordt gerespecteerd en de grond aandammen.
– Bomen steunen.
machinaal
– Planten op diepte
– Opvullen en aandammen plantgaten (rekening houdend met bodemstructuur)
– Plaatsen steunpalen
– Aanbinden bomen
– Verankering wortelkluit bij grote bomen (U)
– Houtachtige gewassen rooien. Rooien houtachtige gewassen
– Houtachtige gewassen inkuilen. Inkuilen houtachtige gewassen
– Planten van kruidachtige gewassen. Planten van kruidachtige gewassen
– Eénjarigen
– Vaste planten
– Bol- en knolgewassen
– E.a.
Planten van hagen
– Hagen planten. – Soorten
– Plantafstanden
– Planttijdstippen
– Steunmaterialen
– Hagen planten
Grasvelden aanleggen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Grasvelden aanleggen
– de functie van grasvelden verwoorden
– de eisen die men stelt aan grasvelden verwoorden in functie van het gebruiksdoel.
– Geschikt grasmengsel in functie van de grondsoort, functie en ligging van het perceel kiezen
– Functie van grasvelden
– Eisen gesteld aan grasvelden
– Keuze van het graszaadmengsel
– De grassoorten, toegepast in grasveldmengsels, herkennen en de belangrijkste eigenschappen verwoorden.
– Eigenschappen van de grassoorten
18 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
– Controleren of de egaliserings- en modulerings-werken goed zijn uitgevoerd.
– Beoordeling van de egaliserings- en modulerings-werken
– De verschillende zaaitechnieken die toegepast worden bij het zaaien van grasvelden herkennen en verwoorden.
– Voor- en nadelen van de verschillende zaaitechnieken verwoorden.
– Verschillende zaaitechnieken: manueel en machinaal
– Voor- en nadelen van de verschillende zaaitechnieken
– Aangepaste zaaitechniek voor grasvelden selecteren en toepassen.
– Aangepaste rijftechniek selecteren en toepassen
– Werken met zaaimachine
– Zorgen toepassen na het zaaien van grasvelden
– Manueel zaaien van grasvelden
– Graszaden inrijven
– Machinaal zaaien van grasvelden (U)
– Zorgen na zaaien
Grasmatten leggen
– Grasmatten op de juiste wijze stockeren en aanvoeren.
– Grasmatten op de aangepaste wijze stockeren
– Grasmatten aanvoeren
– Aangepaste techniek voor het leggen van grasmatten selecteren en toepassen
– Grasmatten leggen a.h.v. de geëigende techniek en naadloos aansluiten
– Rollen van grasmatten
– Bemesting en begieten van grasmatten
Juridische aspecten binnen de groenvoorziening
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– De wettelijke voorschriften in verband met het aanleggen en onderhouden van openbaar groen verwoorden en naleven.
Wetgeving in verband met:– Het aanplanten van bomen
– Het vellen van bomen
– Het beheer van bermen
– Het beheer van bossen
– Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in openbaar groen
– De waardebepaling van bomen
– Erfdienstbaarheden
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De leerinhouden en -doelstellingen TV en PV i.v.m. het aanleggen van groene ruimten zijn geïntegreerd in een leerplan. Het is de bedoeling dat de leerlingen zoveel mogelijk praktische ervaring opdoen en praktische vaardigheid verwerven. De theoretische kennis ondersteunt de praktische inzichten.Indien de school binnen het vak Algemene techniek de module Mechanisatie groenbeheer kiest, dan moet men deze leerinhouden integreren in het vak Plantenkennis en -verwerking.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 19Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
4.1.1Vertrekkend vanuit praktijkopdrachten tekenen de leerlingen een matenplan. Het precies opmeten en opnemen van de bestaande situatie is een belangrijke vaardigheid. De leerlingen leren werken met de meest geschikte apparatuur die hiervoor wordt gebruikt. Oefenen met een waterpasinstrument is noodzakelijk. Er wordt veel belang gehecht aan het verwerven van inzicht in de methode en het kunnen uitvoeren van meetopdrachten.Laat de leerlingen ook enkele eenvoudige meetstaten opmaken en de kostprijs van de uitvoering berekenen. Door het verbond van tuinaannemers worden elk jaar nieuwe richtlijnen voor het berekenen van uitvoeringswerken in de groensector uitgegeven. Laat hen kostprijsberekeningen maken aan de hand van die richtlijnen. Schakel de computer als hulpmiddel in bij het calculeren van de kostprijs. Het is interessant hun berekende kostprijs te toetsen aan de werkelijke kostprijs van een concrete uitvoering.
4.1.2De leerlingen leren opdrachten binnen de groensector voor te bereiden. Deze vaardigheden zijn vooral vereist voor de functie van ploegbaas.
4.1.3De leerlingen zetten een tuin in praktijk uit aan de hand van een tuinplan. Deze oefening vormt altijd een belangrijk onderdeel van het examen van gespecialiseerd groenarbeider. Dit onderdeel kan tegelijkertijd met punt 4.1.1 Topografie worden aangeboden.
4.1.4Het is niet de bedoeling het opnetten van een terrein alleen theoretisch te behandelen. Laat de leerlingen een concreet perceel opnetten en klaar maken voor beplantingen. Indien er machines aan te pas komen, dient dit geïntegreerd te gebeuren met de leerinhouden van Algemene techniek. Men dient hierbij de nodige veiligheidsvoorschriften na te leven.
4.1.5Organiseer in de derde graad oefeningen in het aanleggen van verhardingen. Leerlingen oefenen in het zelfstandig aanleggen en uitmeten van de ondergrond, het aanbrengen van het verhardingsmaterialen en de afwerking ervan. Het is aangewezen dat de leerlingen voorkennis hebben van topografie (zie punt 4.1.1).
4.1.6Laat leerlingen de vaardigheden in verband met planten en rooien goed inoefenen. Op het examen van de groendiensten moeten de kandidaten meestal een klein beplantingsplan uitvoeren. Bereid hen hierop voor.
4.1.7Het is raadzaam met de leerlingen een grasveld in de praktijk te realiseren. De oefening kan in de klas voorbereid, gepland en geëvalueerd worden. Maak met de leerlingen op voorhand een bestek en evalueer na de uitvoering de juistheid ervan. Laat de leerlingen informatie opzoeken over graszaden en graszoden.
4.1.8De leerinhouden i.v.m. de juridische aspecten kan men het best aanleren door te vertrekken van concrete praktijksituaties. Laat de leerlingen de verordeningen op dit gebied opvragen op de technische dienst van hun gemeente of stad.
4.2 Groenonderhoud
Onderhoud grasvelden
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Verschillende typen van grasvelden onderschei- – Onderhoud grasvelden
20 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
den.
– Grasvelden maaien.
– Grasvelden verluchten.
– Graskanten snijden.
– Grasvelden bemesten.
– Sportvelden onderhouden: herstellen, egaliseren, herinzaaien.
– Afgemaaid gras verwerken.
– Onkruid bestrijden in gazons.
– Mos bestrijden in gazons.
– Mollen in grasvelden bestrijden.
– Speelweiden onderhouden. (U)
– Golfterreinen onderhouden. (U)
Onderhoud houtachtige beplantingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Houtachtige gewassen onderhouden.
– Struikrozen snoeien.
– Stamrozen snoeien.
– Klimplanten snoeien.
– Lentebloeiende sierheesters snoeien.
– Zomerbloeiende sierheesters snoeien.
– Kleine en middelgrote bomen snoeien.
– Bomen verzorgen.
– Stammen van bomen opsnoeien.
– Bladheesters snoeien.
– Fruitgewassen snoeien.
– Hagen scheren.
– Bomen vellen en verwerken.
– Takhout versnipperen.
– Onkruid beheersen in houtachtige beplantingen.
– Onderhoud houtachtige beplantingen
Aanleg en onderhoud kruidachtige beplantingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Border met vaste planten beplanten.
– Border met vaste planten onderhouden.
– Aanleg en onderhoud van kruidachtige beplantingen
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 21Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
– Bloemenperken aanleggen.
– Bloemenperken onderhouden.
– Beplantingen met kruidachtige planten bemesten
– Onkruid bestrijden in borders en bloemenperken met kruidachtige planten.
– Lentebloeiende en zomerbloeiende bol- en knol-gewassen planten.
Basisonderhoud handgereedschappen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Handgereedschappen op de juiste wijze hanteren en onderhouden.
– Gereedschap kiezen in functie van de uit te voeren opdracht en het opbergen ervan.
– Handgereedschappen
herkennen
gebruik en ergonomie
onderhoud
opbergen
veiligheid
Administratie en communicatie binnen groendiensten en tuinondernemingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Administratie
– De noodzakelijke bedrijfsadministratie bij een groendienst uitvoeren.
– Controle van leverings- en bestelformulieren
– Invullen van prestatielijsten
aantal uren
bewerkte oppervlakte
aantal aanplantingen
e.a.
– Invullen van materiaallijsten
gebruik
verbruik
nodige herstellingen
uitgevoerde herstellingen
– Registratie van opgemeten waarde
Communicatie
– Vlot en correct communiceren binnen de groen-dienst of tuinonderneming.
– Leiding geven
22 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
– Samenwerking
– Communicatie in het bedrijf
– Geven van instructies aan medewerkers
– Planning uit te voeren werken
– Efficiënt vergaderen
Veiligheid tijdens het uitvoeren van werkzaamheden i.v.m. groenaanleg en onderhoud (VCA)
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– De veiligheidsregels in verband met het uitoefenen van opdrachten bij de groensector formuleren en naleven.
– Veiligheid tijdens het uitvoeren van werkzaam-heden
– Persoonlijke veiligheid
– Hef- en tiltechnieken
– Groepsveiligheid
– Inspectie
– Verkeerssituatie: deelname aan het verkeer, mar-keringen tijdens de werken
Ecologisch groenbeheer
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– De uitgangspunten in verband met ecologisch groenbeheer verwoorden.
– Wettelijke voorschriften in verband met ecologisch groenbeheer verwoorden.
– Methoden uitleggen om groenafval te verwerken en te composteren.
– Groenafval composteren.
– Uitleggen wat men verstaat onder harmonisch parkbeheer.
– Basisprincipes van ecologisch groenbeheer
– Wettelijke voorschriften en verplichtingen in verband met ecologisch groenbeheer.
– Methoden om groenafval te composteren
– Composteren
– Harmonisch parkbeheer
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
4.2.1Laat de leerlingen alle vaardigheden in reële praktijksituaties oefenen in verband met het onderhouden van grasvelden. Samenwerking met de leraar die verantwoordelijk is voor het vak Algemene techniek (Mechanisatie groenbeheer) is noodzakelijk.
4.2.2 en 4.2.3Laat de leerlingen de onderhoudszorgen aan houtachtige gewassen veel oefenen in praktijksituaties of op stage. Evalueer in de derde graad zowel de correctheid als de snelheid van uitvoering. In de winterperiode kan overwogen worden een professionele snoeier uit te nodigen en een snoeidemonstratie te voorzien. Tijdens het uitvoeren van de onderhoudszorgen moet vooral gelet worden op de veiligheid en de ergonomie.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 23Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
4.2.4Leerlingen leren het juiste gereedschap kiezen in functie van de opdracht en gereedschap onderhouden en opbergen.
4.2.5In de groendiensten of in een tuinaannemersbedrijf worden de leerlingen geconfronteerd met een reeks administratieve verplichtingen. De leerinhouden helpen de leerlingen hierin inzicht te verwerven. Het is vooral van belang dat de leerlingen de administratieve opdrachten mogen oefenen in concrete praktijksituaties of simulaties ervan. Binnen de groendiensten hecht men veel belang aan een goede communicatie. De essentiële spelregels i.v.m communicatie worden in dit hoofdstuk behandeld. Via oefeningen leren de leerlingen hun tekorten ontdekken en oplossen. Samenwerking met de leraar Nederlands en Toegepaste economie is noodzakelijk om de doelstellingen van dit onderdeel te bereiken.
4.2.6Voor de behandeling van de onderwerpen in verband met veiligheid kan het handboek Basisveiligheid VCA gebruikt worden. De leerlingen kunnen een examen afleggen voor het Veiligheidsinstituut om het attest Basisveiligheid te behalen. De vereniging Openbaar groen stelt teksten en informatie ter beschikking van leraren.
4.2.7Groendiensten en andere diensten schakelen over op ecologisch en harmonisch groenbeheer. Leerlingen dienen inzicht te verwerven in de basisprincipes ervan en in de technieken die hiermee in verband staan. Informatie kan bekomen worden bij het Boscentrum in Groenendaal of bij de vereniging Openbaar groen.
4.3 Plantenkennis
Wetenschappelijke naam van planten
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Een wetenschappelijke naam van een gecultiveerde plant schrijven volgens de geldende nomenclatuurregels.
– Delen van de wetenschappelijke plantennaam
– Nomenclatuurregels voor gecultiveerde planten
– Synoniemen
– Schrijfwijze van een geslachts- en soortkruising
– Schrijfwijze van een groep
Bomen en hun toepassingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Boomsoorten indelen.
– De functie van bomen verwoorden.
– Gebruiksmogelijkheden van bomen verwoorden.
– Eigenschappen van de belangrijkste soorten bomen opnoemen.
– De sierwaarde van de belangrijkste soorten bo-
– Indeling van een boom naar groeivormen
– Functie van bomen
– Gebruiksmogelijkheden van bomen
– Eigenschappen van bomen
– Sierwaarde van bomen
24 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
men opnoemen.
– De meest gebruikte bomen herkennen en de wetenschappelijke naam noemen.
– In een bepaalde situatie de best geschikte boom-soort kiezen.
– Kennis belangrijkste boomsoorten
– Boomkeuze
Sierheesters en hun toepassingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Bladhoudende van bladverliezende sierheesters onderscheiden.
– Sierheesters indelen volgens hun bloeitijdstip.
– Gebruiksmogelijkheden van sierheesters ver-woorden.
– Eigenschappen van de belangrijkste soorten sierheesters opnoemen.
– De sierwaarde van de belangrijkste soorten sier-heesters opnoemen.
– De meest gebruikte sierheesters herkennen en de wetenschappelijke naam noemen.
– In een bepaalde situatie de meest geschikte sier-heesters kiezen.
– Tien sierheesters opsommen en herkennen die als bodembedekker gebruikt kunnen worden.
– Tien lentebloeiende en tien zomerbloeiende sier-heesters opsommen en herkennen.
– Sierheesters die mooie vruchten of specifieke twijgen bezitten, opsommen en herkennen.
– Bladhoudende <-> bladverliezende sierheesters
– Indeling volgens bloeitijdstip
– Gebruiksmogelijkheden in de tuin
– Eigenschappen
– Sierwaarde
– Identificatie van de belangrijkste sierheesters met hun wetenschappelijke benaming
– Keuze van de meest geschikte sierheesters
Coniferen en hun toepassingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Definitie van coniferen, dennen en sparren verwoorden.
– De coniferen indelen.
– De meest gebruikte coniferen herkennen en de wetenschappelijke naam noemen
– De gebruiksmogelijkheden van coniferen toelichten.
– Definities van coniferen, dennen, sparren
– Indeling van de coniferen
– Identificatie van coniferen met hun wetenschap-pelijke benaming
– Gebruiksmogelijkheden van coniferen
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 25Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
– Eigenschappen van coniferen verwoorden. – Eigenschappen van coniferen
Haagplanten en hun toepassingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Het begrip haagplant verwoorden.
– De functie van de haagplant toelichten.
– In een bepaalde situatie de meest geschikte haagplant kiezen.
– De meest gebruikte haagplanten herkennen en de wetenschappelijke naam noemen.
– De voornaamste eigenschappen van de meest gebruikte haagplanten opnoemen.
– Het begrip haag
– Functie van een haag
– Keuze van de meest geschikte haagplant
– Identificatie van haagplanten met hun weten-schappelijke benaming
– Eigenschappen van de verschillende soorten
winterhardheid
snoei
groei
kleur
gevoeligheden
kostprijs
sierwaarde
standplaats
e.a.
Kruidachtige planten en hun toepassingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– De definitie verwoorden van éénjarige en tweejarige planten, bolgewassen, knolgewassen en vaste planten.
– De meest commerciële éénjarige zaaibloemen, tweejarige zaaibloemen en bol- en knolgewassen herkennen en noemen.
– De toepassingen van kruidachtige opnoemen en toelichten.
– Definitie éénjarige en tweejarige planten, bolge-was en knolgewas en vaste plant
– Identificatie van de meest commerciële soorten
– Toepassingen van kruidachtige planten.
– Het begrip vaste plant verwoorden.
– De kenmerken van vaste planten opsommen.
– Vaste planten indelen.
– De voornaamste gebruiksmogelijkheden van vaste planten opnoemen.
– De meest gebruikte vaste planten herkennen en de wetenschappelijke naam noemen.
– In een bepaalde situatie de meest geschikte
– Begrip vaste plant
– Kenmerken van vaste planten
– Indeling van vaste planten
– Gebruiksmogelijkheden van vaste planten
– Identificatie van vaste planten met hun wetenschappelijke benaming
26 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
vaste plant kiezen.
– Tien vaste planten opsommen en herkennen die als bodembedekker worden gebruikt.
– Enkele vaste planten opsommen en herkennen die als snijbloem worden gekweekt.
– Keuze van vaste planten
– Identificatie van vaste planten als bodembedekker
– Identificatie van vaste planten als snijbloem
Klimplanten en hun toepassingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Het begrip klimplant verwoorden.
– De functie van klimplanten toelichten.
– In een bepaalde situatie de meest geschikte klimplant kiezen.
– De meest gebruikte klimplanten herkennen en de wetenschappelijke naam noemen.
– De voornaamste eigenschappen van de meest gebruikte klimplanten opnoemen.
– Het begrip klimplant
– Functie van klimplanten
– Keuze van de meest geschikte klimplant
– Identificatie van klimplanten
– Eigenschappen van de verschillende soorten: winterhardheid, snoei, groei, kleur, gevoeligheden, kostprijs, sierwaarde, standplaats e.a.
Vijverplanten en hun toepassingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Het begrip vijverplant verwoorden.
– Vijverplanten indelen.
– De functie van vijverplanten in de vijver toelichten.
– De voornaamste eigenschappen van de meest gebruikte vijverplanten opnoemen.
– In een bepaalde situatie de meest geschikte vijverplant kiezen.
– De meest gebruikte vijverplanten herkennen en de wetenschappelijke naam noemen.
– Het begrip vijverplanten
– Indeling van vijverplanten
– Functie en eigenschappen van de verschillende groepen vijverplanten in een vijver
– Keuze van de meest geschikte vijverplant
– Identificatie van vijverplanten
Rozen en hun toepassingen in de tuin (U)
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Rozen indelen en de belangrijkste soorten her-kennen.
– De eisen die de tuinder stelt aan rozen op-sommen.
– Indeling van de rozen
– Eisen gesteld aan rozen.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 27Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
– De voornaamste eigenschappen van de meest gebruikte rozen opnoemen.
– In een bepaalde situatie de meest geschikte roos kiezen.
– De eisen die rozen stellen aan de standplaats formuleren.
– De meest gebruikte soorten en/of rassen van rozen herkennen en de wetenschappelijke naam noemen.
– De voornaamste gebruiksmogelijkheden van rozen opnoemen.
– Een onderhoudsplan voor rozen opstellen.
– Eigenschappen van rozen
– Keuze van de meest geschikte roos
– Eisen van rozen voor de standplaats
– Identificatie van belangrijke rozensoorten en rassen met hun wetenschappelijke benaming
– Gebruiksmogelijkheden van rozen in de tuin
– Specifieke onderhoudszorgen bij rozen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
– De kennis van de snijbloemen en kamerplanten komt aan bod in het onderdeel Bloemen- en tuinbranche. De kennis van de eetbare gewassen en de akkeronkruiden wordt behandeld in het vak Plant en groeimilieu.
– In de tweede graad moeten de leerlingen zo’n 130 sierplanten kennen (zie leerplan Plantenkennis en -verwerking ( tweede graad). In de derde graad wordt dit opgevoerd tot minimaal 350 belangrijke sierplanten. De leerkracht maakt bij het begin van het schooljaar een lijst op van alle planten die moeten gekend zijn op het einde van de derde graad. De leerlingen ontvangen individueel een exemplaar van deze lijst. Indien ook binnen het complementaire gedeelte meer plantenkennis wordt gegeven, dan dienen meer planten te worden opgenomen in de lijst.
– Tijdens de derde graad is het belangrijk ook de eisen die een bepaalde plant aan de standplaats stelt, te analyseren en advies hierover te verstrekken.
– Op didactisch vlak mag men plantenkennis niet te encyclopedisch benaderen. Een thematische aanpak is meer geschikt. De leerlingen worden vooral geoefend op het snel vinden, interpreteren en concretiseren van informatie omtrent bepaalde plantensoorten.
– Bij plantenkennis is een voortdurend visueel contact met de besproken plantensoort en/of onderdelen ervan noodzakelijk. Laat de leerlingen de planten ook bewonderen in de verschillende seizoenen. Het inschatten van de gebruikswaarde en de toepassingsmogelijkheden is een belangrijke vaardigheid.
– Het is ook mogelijk dit onderdeel uit te breiden de thema’s kruiden, bamboe, grassen e.a.
28 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
4.4 Bloemen- en tuincentrumbranche
Indien de school voor dit onderdeel 50 lestijden/graad aanbiedt, neemt zij ook de uitbreidingsdoelstellingen mee.
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Materialenkennis: levende materialen
– De belangrijkste snijbloemen die in een bloemen-winkel en/of tuincentrum verkocht worden herken-nen en noemen.
– De belangrijkste soorten snijgroen en levend hulpmateriaal die worden verwerkt in bloemen- en plantencreaties herkennen.
– De voornaamste eigenschappen van de verschillende soorten snijbloemen verwoorden.(U)
– De herkomst van de snijbloemen, snijgroen en levend hulpmateriaal duiden. (U)
– De specifieke eisen die snijbloemen stellen op het gebied van verzorging, verwerking en gebruik verwoorden.
– Tips in verband met verzorging, verwerking en gebruik van levende materialen formuleren.
Kennis van snijbloemen
– Herkenning van de belangrijkste snijbloemen
– Kennis van de meest courante soorten snijgroen en andere levende hulpmaterialen
– Eigenschappen van de verschillende soorten snijbloemen (U)
– Herkomst van snijbloemen, snijgroen en levend hulpmateriaal (U)
– Verzorging, verwerking en gebruik van snijbloemen
Kennis van kamerplanten en hydroplanten
– De kamerplanten indelen.
– De meest verkochte soorten kamerplanten her-kennen en noemen.
– Uitleggen wat men verstaat onder hydrocultuur bij kamerplanten en de voor- en nadelen toelichten. (U)
– De herkomst van kamerplanten duiden. (U)
– De gebruiksmogelijkheden van kamerplanten toe-lichten. (U)
– Indeling
– Meest verkochte kamerplanten
– Hydrocultuur bij kamerplanten (U)
– Herkomst (U)
– Gebruiksmogelijkheden (U)
Materialenkennis: dode materialen
– De belangrijkste materialen die aangewend worden bij het creëren van bloemen- en plantencreaties herkennen, noemen en de gebruiksmogelijkheden verwoorden.
– De courante hulpmiddelen bij het creëren van bloemen- en plantencreaties op een oordeel-
– Kennis van de dode materialen en courante hulpmiddelen die worden gehanteerd bij het creëren van bloemen- en plantencreaties
steekschuim
recipiënten (vazen, schalen, manden,
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 29Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
kundige manier gebruiken. sierpotten, …)
linten
lijm, draad, krammen, ...
seizoenartikelen, sfeer– en cadeauartikelen
droogbloemen
e.a.
– Het meest geschikt gereedschap bij het bloe-menschikken hanteren en dit op de juiste, veiligste en meest ergonomische manier.
– Gereedschappen die courant gebruikt worden bij het creëren van bloemen– en plantencreaties herkennen, benoemen en onderhouden.
– Gereedschappen voor de creatie van bloemen- en plantencreaties.
Kennis van de detailhandel (U)
– Het plan tekenen van een bloemenwinkel en/of tuincentrum en alle belangrijke delen aanduiden en toelichten.
– De verschillende stappen van bloemisterijge-wassen in de distributieketen herkennen en noemen.
– De voornaamste kenmerken van de detailhandel verwoorden.
– Structuur en plan
– Commercialiseren van bloemisterijartikelen
– Kenmerken
Uitpakken en verkoopsklaar maken van planten, snijbloemen en andere artikelen die worden verkocht in een bloemenzaak en/of tuincentrum (U)
– De geleverde goederen in ontvangst nemen, transporteren, etaleren en alert zijn voor beschadigingen.
– De kwaliteit en de kwantiteit van de geleverde producten controleren.
– De voorraad opnemen en aanvullen.
– Artikelen verkoopsklaar maken.
– Lossen en in ontvangst nemen van aangekochte goederen
– Controle van levering aan de hand van een leveringsbon
– Uitpakken van producten die worden verkocht in een tuincentrum
– Uitpakken van bloemen en planten
– Kwaliteits- en kwantiteitscontrole van de aange-kochte goederen
– Kwaliteitsnormen van potplanten en snijbloemen
– Voorraadbeheer via de computer
– Aanbrengen aan planten van etiketten met onder-houdstips
– Monteren van tuingereedschap, werktuigen en machines aan de hand van bijhorende instructies
30 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
– Het afval op de juiste wijze beheren.
– Schoonmaken van vazen, op water plaatsen en ontsmetten
– Schoon- en verkoopsklaar maken van snijbloemen
– Afvalbeheer
Verzorging van snijbloemen, potplanten en tuinplanten
– De dagelijkse zorgen aan planten in een bloemenzaak en/of tuincentrum uitvoeren.
– Planten water geven
– Geëtaleerde planten schikken en herschikken
– Niet-verkochte planten opruimen
– Snijbloemen verzorgen
– Klimaat controleren
– Planten verpotten
– Planten beschermen tegen minder gunstige om-standigheden
– E.a.
Houdbaarheid van snijbloemen
– Het verband leggen tussen de soort snijbloemen en hun houdbaarheid.
– Factoren die de houdbaarheid van snijbloemen beïnvloeden, opsommen en maatregelen nemen om de houdbaarheid te verlengen.
– Uitleggen welke eisen de florist stelt aan een koeling voor snijbloemen.
– Verband tussen houdbaarheid en soort snijbloem
– Oogststadium en bloemrijpheid
– Factoren die de houdbaarheid beïnvloeden
– Houdbaarheidsmiddelen: soorten en werking
– Koelen en bewaren van snijbloemen
Onderhoud en inrichten van verkoop- en werkruimten (U)
– Verkoop- en werkruimten onderhouden en inrich-ten.
– Basisregels voor het inrichten van werkruimten voor bloemenschikken
– Overzicht van de belangrijkste voorzieningen
– Onderhoud van de verkoop- en werkruimte
Productinformatie verstrekken en omgaan met klanten van de bloemenzaak en/of tuincentrum (U)
– Productinformatie verschaffen aan klanten en op grond daarvan de klant adviseren.
– Verkoopgesprek
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 31Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
– Een verkoopgesprek voeren.
– De verkoopbehoefte vaststellen en inhoudelijke informatie geven over het artikel.
– Productinformatie verstrekken over andere artike-len die verkocht worden in de zaak.
– Productinformatie opzoeken.
– Informatie geven over de service van de onder-neming.
– Tijdens het verkoopgesprek overzicht houden op de winkel of afdeling: planten herkennen en be-noemen.
– Symbolen en onderhoudstips die voorkomen op het plantenetiket toelichten.
– Factoren die een invloed hebben op de groei en de plantenontwikkeling verwoorden.
– Verkoopbehoefte
– Productinformatie
– Informatie in verband met de service
– Symbolen en onderhoudstips
– Factoren die de groei en ontwikkeling beïnvloeden
Basisprincipes bij het creëren van bloemen- en plantencreaties
– Basisprincipes bij het creëren van bloemen- en plantencreaties herkennen, verwoorden en toe-passen.
– Bloemen- en plantencreaties op hun esthetische waarde beoordelen.
– Bij het observeren van bloemen- en planten-creaties de gebruikte materialen en technieken herkennen en noemen.
– De belangrijkste stijlen binnen de bloemensier-kunst herkennen en toelichten.
– De invloeden uit het verleden op het hedendaagse bloemenschikken verwoorden.
– Trends in het hedendaagse bloemenschikken verwoorden.
– Vormgeving
– Kleurengebruik
– Bloemenvormen en bloementypes
– Materialen en technieken
– Stijlen
– Invloeden uit het hedendaagse bloemenschikken
– Trends in het hedendaagse bloemenschikken
Bloemen- en plantencreaties: oefeningen
– De voornaamste basistechnieken in verband met bloemen- en plantencreaties uitvoeren.
Basistechnieken
– Draadtechnieken
– Lijmtechnieken
– Opbindtechnieken
– Technieken om bloemen aan te snijden
– E.a.
32 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
– Verschillende types van handgebonden boeketten samenstellen.
Handgebonden bloemenboeketten– Parallel gebonden
– Schoofsgebonden
– Boeket op vorm
– Biedermeierboeket
– E.a.
– Verschillende bloem- en plantencreaties samen-stellen.
Bloemen- en plantencreaties– Tafelversieringen
– Gelegenheidsbloemwerk
– Graf- en rouwbloemwerk
– Cadeauversiering
– Bruidswerk (U)
– Kerstversiering
– Trendgebonden creaties
– E.a.
– Recipiënten vakkundig opvullen met bloemen, planten en dode materialen.
Opvullen recipiënten met bloemen en planten
Inpakken van bloemen, planten en andere artikelen
– Snijbloemen, planten en andere artikelen inpakken
– Doel en technieken
– Inpakmaterialen
– Inpakken en afwerking van boeketten
– Inpakken van kamerplanten als geschenk
– E.a
Kassabeheer (U)
– De kassa van een bloemenwinkel en/of tuin-centrum gebruiksklaar maken en bedienen.
– De verschillende betaalmiddelen herkennen en betalingsverrichtingen correct uitvoeren.
– Kassabeheer
Interieurbeplantingen (U)
– Uitleggen wat men verstaat onder interieur-beplantingen.
– De eisen die klanten stellen aan interieurbeplan-tingen en hun doelstellingen verwoorden.
– Begrip
– Doelstellingen en eisen van de klanten i.v.m. interieurbeplantingen
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 33Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
– Grondregels bij het uitvoeren van interieurbe-plantingen formuleren.
– Interieurbeplantingen uitvoeren.
– Uitvoeringen
34 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
4.4.1Materialenkennis: in de tweede graad kennen de leerlingen de 10 belangrijkste snijbloemen die worden verkocht in een bloemenzaak. In de derde graad wordt het aantal te kennen snijbloemen uitgebreid tot de meest verkochte. Ook de kennis van snijgroen en andere hulpmaterialen wordt verder uitgebreid. Het is niet de bedoeling aandacht te besteden aan de wijze waarop dode materialen worden vervaardigd. Belangrijk is dat de leerlingen deze materialen herkennen, benoemen en de praktijkwaarde ervan inschatten. 4.4.2Het is belangrijk dat leerlingen de positie die de detailhandel inneemt in de ganse distributieketen situeren. Via het verzamelen van informatie krijgen de leerlingen zicht op het aanbod van bloemisterijartikelen door de leveranciers.
4.4.3Het uitpakken en verkoopsklaar maken van planten, snijbloemen en andere artikelen behoren tot de kerntaken van een medewerker in een bloemenzaak en/of tuincentrum. Competenties verwerven leerlingen het best tijdens een stageperiode.
4.4.4In de tweede graad wordt veel aandacht besteed aan de factoren die de groei en ontwikkeling bij kamerplanten beïnvloeden. In de derde graad kunnen de leerlingen in een bloemenzaak en/of tuincentrum zelfstandig alle zorgen uitvoeren.
4.4.5Laat de leerlingen inlichtingen inwinnen in verband met de houdbaarheid van snijbloemen. Het is vooral van belang dat zij inzicht verwerven in de factoren die de houdbaarheid ongunstig beïnvloeden en weten welke maatregelen ze kunnen treffen om de houdbaarheid te verlengen.
4.4.6Het is van belang dat de leerlingen een reinigingsplan kunnen opstellen en uitvoeren voor het onderhoud van verkoop- en werkruimten in bloemenzaken en/of tuincentra. Besteed veel aandacht aan de reinigingsproducten die mogen gebruikt worden.
4.4.7Laat de leerlingen veel oefenen in het verstrekken van de juiste productinformatie. Via een rollenspel waarbij een aantal leerlingen observeren en een aantal acteren, kan men goede resultaten verkrijgen.
4.4.8Bij het maken van bloemen- en plantencreaties is het belangrijk de voornaamste grondregels te formuleren en te kennen. Laat de leerlingen veel afbeeldingen van bloemenwerken en plantendecoraties bekijken en beoordelen. Het is niet de bedoeling de verschillende stijlen binnen het bloemenschikken encyclopedisch te behandelen, maar wel om de link te leggen met het hedendaagse bloemenschikken. Bij het behandelen van de geschiedenis van het bloemenschikken beperkt men zich tot de voornaamste stromingen. Het is raadzaam veel aandacht te besteden aan de hedendaagse trends.
4.4.9Bloemen- en plantencreaties worden in de tweede graad onder begeleiding uitgevoerd volgens een opgelegd model. In de derde graad is het de bedoeling dat de leerlingen zelfstandig de opdrachten uitvoeren. Laat de leerlingen eerst een voorstudie maken en een inventaris opstellen van alle materialen die nodig zijn voor een goede uitvoering. Laat de leerlingen zelf hun creaties beoordelen en hun werkwijze evalueren.
4.4.10In de tweede graad beperkt men zich tot het leren inpakken van snijbloemen en kamerplanten. In de derde graad breidt men deze vaardigheden uit tot het inpakken van bloemstukken en plantenschalen.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 35Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
4.4.11Naast de gewone kerntaken die medewerkers in een tuincentrum vervullen, wordt hun soms gevraagd mee te werken aan de kassa. Vandaar dat een onderdeel Kassabeheer in uitbreiding is toegevoegd.
4.4.12Binnen de sector specialiseren zich een aantal bedrijven in interieurbeplantingen. Via dit thema maken de leerlingen kennis met de doelstellingen en mogelijkheden ervan.
Indien de school 50 lesuren besteedt aan het deel ‘Bloemen- en tuincentrumbranche’, kiest zij één van de volgende thema’s (4.5, 4.6 of 4.7):
4.5 Kleinschalige tuinen ontwerpen (keuzegedeelte)
Voorstudie van een tuin
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
• De wensen van de klant in verband met de aanleg van een tuin formuleren en toelichten.
• De haalbaarheid inschatten van de verwachtingen van de opdrachtgever i.v.m. de aanleg van een tuin.
• Analyse van de verwachtingen van de opdracht-gever en inschatting van de haalbaarheid ervan
• Een matenplan opstellen en de bestaande toe-stand vaststellen.
• Opname van bestaande toestand
Het ontwerpproces
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
• Basisprincipes waarmee men rekening houdt bij het ontwerpen van tuinen formuleren en toe-passen in een ontwerp.
• Basisprincipes bij het ontwerpen van een tuin
• Bestaande ontwerpen en uitvoeringen van tuinen op hun waarde beoordelen.
• Eigenschappen van een goed ontwerp:
Ruimte en massa
Compositie
Symmetrie en asymmetrie
Harmonie en contrast
Herhaling - repetitie
Schaal – verhouding
• Inspiratiebronnen in verband met het ontwerpen van tuinen duiden en gebruiken.
• De kenmerken van de voornaamste stijlen uit de tuinkunstgeschiedenis formuleren.
• De invloed van de tuinkunstgeschiedenis op de hedendaagse vormgeving toelichten.
• Bronnen bij het ontwerpen:
De menselijke maat
De natuur als inspiratie
Voornaamste stromingen uit de tuinkunst-geschiedenis
36 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
De soorten tuinplannen en tuinen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Soorten tuinplannen
• De verschillende plannen die in de tuinarchitectuur worden gebruikt, herkennen en hun functie toelichten en interpreteren.
• Vertrekkend van een bestaand beplantingsplan een bestellijst opstellen met de kostprijs van de planten.
• Matenplan
• Ontwerp
• Presentatieplan
• Beplantingsplan
• Detailplannen en/of uitvoeringsplannen
• E.a.
• De belangrijkste soorten tuinen herkennen en hun kenmerken formuleren.
Soorten tuinen en hun kenmerken
De hedendaagse kleine privé-tuinen en tuintekenen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
• Een beplantingsplan van privé-tuinen tekenen.
• Bestaande plannen vergroten.
• Variaties op bestaande tuinplannen ontwerpen.
• Een doorsnede maken van bestaande tuin-ontwerpen.
• Detailtekeningen maken van bestaande tuin-ontwerpen.
• Uitgangspunten waarmee men rekening houdt bij het ontwerpen van privé-tuinen
• Studie van bestaande ontwerpen
• Vergrotingen van bestaande ontwerpen
• Variaties op bestaande onderwerpen
• Doorsnede
• Detailtekeningen
Thema’s i.v.m. tuinontwerpen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDENThema: borders in de tuin
• Basisprincipes formuleren die gehanteerd worden bij het ontwerpen van een border.
• Aanleg en basisprincipe
• Aan de hand van een concrete opdracht een border ontwerpen.
• Samenstelling en ontwerp
• Een onderhoudsplan voor een border uitschrijven.
• Onderhoud
Thema: kleur in de tuin
• Tuinen op het gebruik van kleuren beoordelen. • Basisbegrippen bij kleurgebruik: spectrum, weer-kaatsing, absorptie en verstrooiing
• Kleurenleer; basiskleuren, achromaten, warme en koude kleuren, kleureigenschappen, e.a.
• Toepassingen voor de tuinaanleg: achtergrond-kleur, groene tuin, éénkleurige tuin, pastelkleu-rentuin, kleurcombinaties, e.a.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 37Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
• Goede oplossingen verwoorden en tekenen om niveauverschillen in een tuin op te vangen.
Thema: omgaan met niveauverschillen in een tuin
Thema: water in de tuin
• De functie van vijvers in de tuin toelichten. • Functie van vijvers in de tuin
• De verschillende typen van vijvers herkennen en enkele kenmerken formuleren.
• Soorten vijvers
• Een vijver ontwerpen en de constructie tekenen. • Constructie van vijvers
• De voorwaarden voor een goed functionerende vijver opnoemen en de mogelijke problemen inventariseren.
• Voorwaarden
• De belangrijkste vijverplanten herkennen en hun functie in de vijver toelichten.
• Vijverplanten
• Het gebruik van vissen in een vijver toelichten. (U)
• Vissen (U)
• Een plantenkeuze voor vijvers maken.
• Een onderhoudsplan voor vijvers opstellen.
• De wettelijke voorschriften i.v.m. de aanleg van vijvers formuleren.
• Plantenkeuze
• Onderhoud
• Wettelijke voorschriften
Thema: hout in de tuin
• Hout op een efficiënte manier verwerken en beschermen in een tuin.
• Houtbescherming in de tuin
• Bevestigingsmiddelen
• Toepassingen van hout in de tuin herkennen en toelichten.
• Toepassingen van hout in de tuin
• De belangrijkste houtsoorten die men gebruikt in een tuin herkennen en enkele eigenschappen ervan formuleren.
• Belangrijkste houtsoorten
• Eigenschappen van hout
• Houtconstructies in tuinen uitvoeren. • Houtconstructies
Thema: licht in de tuin
• De functie van verlichtingsinstallaties in tuinen en parken verwoorden.
• De functie van een verlichtingsinstallatie in tuinen en parken
• Eisen die men stelt aan verlichtingsinstallaties voor tuinen opsommen en toelichten.
• Eisen voor verlichtingsinstallaties in de tuin
• Lamptypen onderscheiden en hun eigenschappen verwoorden.
• Lamptypen en hun eigenschappen
• Toepassingen van tuinverlichting verwoorden. • Toepassingen
Toepassingen van software voor de groenvoorziening
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
• De toepassingen van software voor de groen-voorziening verwoorden.
• Overzicht van de mogelijkheden
• Opdrachten in verband met het gebruik van • Oefeningen in het gebruik van software voor de
38 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
software in de groenvoorziening uitvoeren. groenvoorziening
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
- Het kan niet de bedoeling zijn dat leerlingen binnen het secundair onderwijs grote tuinen ontwerpen tijdens de lessen Plantenkennis en -verwerking. Dat is een hoofddoelstelling van de studierichting ‘Tuinarchitectuur’. Wel moeten de leerlingen de basisprincipes en de visie van het ontwerp begrijpen met het oog op een correcte uitvoering ervan. M.a.w. tuinen ontwerpen binnen de derde graad is niet het doel, maar wordt gehanteerd als een middel om tot inzichten te komen in het hedendaagse ontwerpen.
- Confronteer de leerlingen zoveel mogelijk met ontwerpen van toonaangevende tuinarchitecten en met recent uitgevoerde tuinen. Laat hen zelf de visie achter deze tuinen en/of ontwerpen verwoorden.
- Ook het bezoek aan interessante historische tuinen wordt aanbevolen.
- Het is interessant via een demonstratiepakket de leerlingen de toepassingen van software in de groenvoorziening te laten ontdekken.
4.6 Mechanisatie groenaanleg en onderhoud (keuzegedeelte)
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Bediening van maaiwerktuigen
– Courante types maaiwerktuigen bedienen. – Bediening van courtante types
– De verschillende types maaiwerktuigen onderscheiden en benoemen.
– De verschillende delen van belangrijke types maaiwerktuigen herkennen en benoemen.
– De werking van belangrijke types maaiwerktuigen uitleggen.
– Soorten
– Delen en werking van de verschillende types
– Risico’s bij het werken met maaiwerktuigen opnoemen en de veiligheidsvoorschriften naleven.
– Risico’s en veiligheidsvoorschriften bij het werken van maaiwerktuigen
– Veiligheidseisen
– Maaiwerktuigen onderhouden. – Onderhoud maaiwerktuigen
– De belangrijkste machines en gereedschappen voor het onderhoud van grote grasvelden en bermbeheer bedienen.
– Andere machines in verband met het onderhoud van grote grasvelden en bermbeheer
Houtachtige gewassen zagen met motorkettingzagen
– Een motorkettingzaag bedienen. – Bediening van de motorkettingzaag
– De delen van een motorkettingzaag herkennen en benoemen.
– De werking van een motorketting uitleggen.
– Delen
– Werking
– Een motorkettingzaag bedrijfsklaar maken. – Bedrijfsklaar maken
– Risico’s bij het werken met een motorkettingzaag opnoemen en de veiligheidsvoorschriften naleven.
– Risico’s en veiligheidsvoorschriften bij het werken met motorkettingzaag
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 39Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
– Veiligheidseisen
– Motorkettingzagen onderhouden. – Onderhoud
– De verschillende technieken om bomen te vellen op correcte wijze uitvoeren.
– Verschillende technieken om bomen te vellen
Werken met en onderhouden van bosmaaiers
– De delen van een bosmaaier herkennen en benoemen.
– De werking van een bosmaaier uitleggen.
– Het juiste snijdgarnituur monteren in functie van het vegetatietype.
– Delen
– Werking
– Verschillende snijdgarnituur in relatie tot de verschillende vegetatietypes
– Risico’s bij het werken met een bosmaaier opnoemen en de veiligheidsvoorschriften naleven.
– Risico’s en veiligheidsvoorschriften bij het werken van bosmaaiers
– Veiligheidseisen
– Bosmaaiers onderhouden. – Onderhoud van bosmaaiers
– Bosmaaiers bedienen. – Praktijkoefeningen met bosmaaiers.
– Verschillende werktechnieken met verschillende
– Snijdgarnituur
Hagen scheren met motorische heggenscharen
– De delen van een motorische Heggenschaar herkennen en benoemen.
– De werking van een motorische heggenschaar uitleggen.
– Delen en werking
– Risico’s bij het werken met een motorische heggenschaar opnoemen en de veiligheidsvoorschriften naleven.
– Risico’s en veiligheidsvoorschriften
– Motorische heggenschaar onderhouden. – Onderhoud
– Motorische heggenschaar bedienen. – Praktijkoefeningen
Werken met een houthakselaar
– De delen van een houthakselaar herkennen en benoemen.
– De werking van een houthakselaar uitleggen.
– Delen en werking
– Risico’s bij het werken met een houthakselaar opnoemen en de veiligheidsvoorschriften naleven.
– Risico’s en veiligheidsvoorschriften
– Houthakselaars onderhouden. – Onderhoud
– Houthakselaars bedienen. – Praktijkoefeningen: hout versnipperen met een houthakselaar
40 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
Bemestingstoestellen voor openbaar groen
– De verschillende bemestingstoestellen herkennen en noemen.
– De delen van een bemestingstoestel benoemen en de werking ervan uitleggen.
– Toestellen voor het toedienen van anorganische meststoffen afstellen, bedienen en onderhouden.
– Soorten
– Delen en werking
– Afstelling, bediening, onderhoud
Gebruik van een verplaatsbare generator bij het onderhouden van groen
– Een verplaatsbare generator gebruiken en onderhouden.
– De veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van een elektrische groep opnoemen.
– Gebruik en onderhoud
– Veiligheidsvoorschriften
Pneumatisch snoeien (U)
– De soorten pneumatische snoeischaren herkennen en de toepassingen noemen. (U)
– De werking van een pneumatische snoeischaar uitleggen. (U)
– De veiligheidsvoorschriften i.v.m. pneumatisch snoeien naleven en de gevaren herkennen. (U)
– Soorten pneumatische snoeischaren
– Werking
– Gevaren en veiligheidsvoorschriften
Bladblazer
– De soorten bladblazer herkennen en de toepassingen noemen.
– De werking van een bladblazer uitleggen.
– De veiligheidsvoorschriften i.v.m. het gebruik naleven en de gevaren herkennen.
– Bladblazers onderhouden.
– Soorten en toepassingen
– Werking
– Gevaren en veiligheidsvoorschriften
– Onderhoud
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
– Voor een aantal onderwerpen in verband met mechanisatie groenvoorziening kan de school een beroep doen op een gespecialiseerde lesgever van het educatief bosbouwcentrum Groenendaal, Duboislaan 2, 1560 te Hoeilaart, tel. 02 657 93 64.
– De cursussen kunnen zowel op school als op het boscentrum georganiseerd worden. In dat centrum kan de leerkracht ook informatie bekomen over bovengenoemde lesthema’s.
– De volgende cursussen worden nu reeds door het bosbouwcentrum georganiseerd: trekkertechniek, veilig gebruik van de bosmaaier; veilig gebruik van de kettingzaag, snoeien van bomen.
– De firma’s die motorkettingzagen verkopen, geven gratis demonstraties en opleidingen voor leerlingen van land- en tuinbouwscholen.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 41Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
– Een verplaatsbare generator wordt veel gebruikt in de groensector o.a. voor de aandrijving van elektrische hagenscharen. Vooraleer de leerlingen starten met pneumatisch snoeien, moeten ze voorkennis hebben van de persluchtinstallatie.
– Men dient veel belang te hechten aan de persoonlijke bescherming en aan de beschermingsmiddelen bij het werken met bovengenoemde machines.
4.7 Als tuinaannemer een onderneming leiden (keuzegedeelte)
Bestekken van kleinschalige groenvoorzieningen lezen, maken en toelichten
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Bestekken lezen, maken en toelichten.
– De soorten bestekken herkennen.
– Aan de hand van een eenvoudig voorbeeld een bestek vertalen naar de uitvoering ervan.
Het bestek– Soorten bestekken
– Juridisch waarde van een bestek
– Geldigheid van een bestek
Oefeningen op het lezen, invullen en toelichten van een eenvoudig bestek
Kostprijsberekeningen maken voor het uitvoeren van kleinschalige groenvoorzieningen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Kostprijsberekeningen maken van uit te voeren en uitgevoerde werken in de sector tuinaanleg en onderhoud.
– Nacalculatie uitvoeren.
Kostprijsberekeningen
Offertes opstellen voor het uitvoeren van kleinschalige groenvoorzieningen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Offertes opmaken die in de groensector worden gehanteerd.
Offertes– Functie van een offerte
– Juridische waarde van een offerte
– Geldigheid van een offerte
– Soorten offerten
– Offerte voor openbare besturen: vormvereisten
– Tuinplannen en -bestekken toelichten aan klanten.
Tuinplannen en -bestekken
Uit te voeren werken plannen en organiseren
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– De logische werkvolgorde aangeven voor een opdracht.
– Werkvolgorde en werkschema
42 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
– Arbeidsuren voor een opdracht inschatten. – Uitvoering in een tijdsbestek
– Taaktijden
– De juiste taken delegeren aan de juiste persoon.
– Bekwaamheden van de medewerkers
– De inhoud van de uitvoeringsopdracht naar de medewerkers communiceren.
– Communicatie en motiveringsprincipes
– Derden op een goede manier inschakelen in de opdracht.
– Een werkschema opmaken.
– Opdeling van de uitvoering in taken en delegatie naar werknemers
– Opmaken van het werkschema
Communiceren met werknemers en klanten
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Omgang met werknemers
– Vlot en correct communiceren met werknemers, directe oversten, klanten en bewoners.
– Op de werkplek op motiverende wijze leiding geven.
– Met het team werkoverleg voeren.
– De eigen verantwoordelijkheden en die van de anderen omschrijven.
– Tijdens de uitvoering voorkomende technische problemen oplossen.
– Bij conflicten zodanig handelen dat deze tot tevredenheid worden opgelost.
– Het gebruik van veiligheidsvoorzieningen demonstreren.
– De belangrijkste beroepsziekten omschrijven.
– De uitvoering van werkzaamheden volgens planning bewaken.
– Conflicten en klachten op een juiste manier behandelen.
– De werkzaamheden onder het team verdelen.
Leiding geven
– Communicatie in het bedrijf
– Geven van instructies aan medewerkers
– Planning uit te voeren werken
– Efficiënte werkvergaderingen
– Beroepsziekten
– Sectorgebonden arbeidswetgeving
– Conflicthantering
Veiligheid en gezondheid van de werknemers bij een groenbedrijf (ARAB-wetgeving)
– Maatregelen ter voorkoming, beperking en beheersing van veiligheids-, gezondheids- en welzijnsrisico’s toepassen.
– Als zelfstandig ondernemer in de groensector de wettelijke verplichtingen inzake arbeidswetgeving naleven
– Begrippen: “werknemers” en “werkgever”
– Algemene beginselen
– Gebruik van werkkledij
– Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
– Gebruik van arbeidsmiddelen
– Bescherming bij het gebruik van
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 43Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
bestrijdingsmiddelen
Omgang met klanten
– Tuinplannen, bestekken en offerte aan klanten toelichten.
– Een verkoopgesprek voeren.
– Verkoopgesprek
– De wensen van de klanten inventariseren als voorbereiding op het maken van een tuinontwerp.
– Inventariseren van de wensen
– Onderhoudsplannen en offertes voor onderhoud van tuinen en parken toelichten.
– Toelichting bij onderhoudsplannen en offertes
– Productinformatie en onderhoudstips verstrekken over andere artikelen die verkocht worden in de zaak.
– Productinformatie opzoeken.
– Productinformatie
– Informatie geven over de service van de onderneming.
– Informatie in verband met de service
– Symbolen en onderhoudstips die voorkomen op het plantenetiket toelichten.
– Factoren die een invloed hebben op de groei en de plantenontwikkeling verwoorden.
– Symbolen en onderhoudstips
– Factoren die de groei en ontwikkeling beïnvloeden
Een nacalculatie uitvoeren en vergelijken met de offerte
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Een nacalculatie van uitgevoerde werken uitvoeren.
– De nacalculatie
Doel
Werkwijze
Specifieke sectorgebonden wetgeving toepassen in concrete situaties
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– De wettelijke voorschriften in verband met het aanleggen en onderhouden van openbaar groen verwoorden en naleven.
– Wetgeving in verband met:
Het aanplanten van bomen
Het vellen van bomen
Het beheer van bermen
Het beheer van bossen
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in openbaar groen
De waardebepaling van bomen
Inventaris bomen en openbaar groen
Erfdienstbaarheden
44 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
Materialen aankopen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
– Catalogi lezen. – Catalogi plantenmateriaal en anderen materialen
– Offertes en aankoopvoorwaarden analyseren. – Interpretatie van offertes en aankoopwaarden
– Bestelbonnen opmaken. – Opmaak bestelbon
– Koopcontracten afsluiten. – Koopcontracten
PEDAGOGISCHE- DIDACTISCHE WENKEN
Bovenstaande leerplandoelstellingen van het keuzepakket kunnen ook geïntegreerd en gerealiseerd worden in het vak Toegepaste economie derde graad. Het boekje Codex voor de Tuinaannemer biedt een goede ondersteuning bij het voorbereiden van bovenstaande lessenreeks.
Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken.
Op het voorliggende leerplan kan u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail ([email protected]) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel).
Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, licapnummer.
Langs dezelfde weg kan u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie.
In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren.
5 EVALUATIE
Evalueren is geen doel op zich. Het maakt deel uit van het didactisch proces. Via allerlei vormen van evalueren, krijgen de leerlingen en de leraar informatie over de bereikte en niet-bereikte leerdoelen.
Zowel het proces als het product worden geëvalueerd. De klemtoon ligt daarbij uiteraard op het proces want de hoofdbedoeling van het evalueren is bijsturen en remediëren.
Bij het evalueren wordt aandacht besteed aan:- cognitieve vaardigheden (kennen, begrijpen, inzien, toepassen);- psychomotorische vaardigheden (nadoen, oog-hand-coördinatie, juistheid, ritme, snelheid van uitvoering,
nauwkeurigheid, beheersingsniveau);- attitudes (doorzetting, efficiëntie, ordelijk werken, motivatie, sociale gerichtheid).
De einddoelstelling is dat de leerling door zelfevaluatie zijn eigen handelen leert bijsturen om te komen tot kwaliteitsverbetering. Het zelf kunnen deelnemen aan de evaluatie werkt stimulerend en motiverend voor de leerling.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 45Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
F
Het lerend bezig-zijn van leerlingen en de vorderingen die ze daarbij maken, worden permanent beoordeeld en geëvalueerd. De evaluatie gebeurt bij elke stap die ze zetten bij de realisatie van een product. Hun technisch en technologisch kennen en kunnen worden voortdurend getoetst.
Daarbij kunnen de leerlingen ook nog periodiek, aan de hand van goed gekozen en duidelijk omschreven opdrachten, bewijzen dat ze bepaalde vaardigheden en ondersteunende kennis verworven hebben.
Evalueren helpt het onderwijsproces sturen. Daarom wordt het evalueren doorgedreven geïntegreerd in dat onderwijsproces. Evaluatie is geen afzonderlijke activiteit en is meer een leermoment dan een beoordelingselement. Daardoor worden het leerproces van leerling en leraar geoptimaliseerd.
Het is belangrijk bij iedere opdracht duidelijk op voorhand aan te duiden welke items het voorwerp van de evaluatie uitmaken en hoe de beoordeling zal worden opgevat.
6 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
De uitrusting en inrichting van de lokalen, inzonderheid de werkplaatsen, de vaklokalen en de laboratoria, dienen te voldoen aan de technische voorschriften inzake arbeidsveiligheid van de Codex over het Welzijn op het werk, van het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (ARAB) en van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties (AREI).
Om projectmatig te kunnen werken, dient de school voor de studierichting ‘tuinbouw‘ voor het vak Plantenkennis en -verwerking te beschikken over een ruime werkplaats(en) en serres.
Daarnaast zijn volgende lokalen, liefst aangrenzend, wenselijk: één klaslokaal met documentatiecentrum, een wasplaats, één kleedkamer, serre met teeltuitrustingen en een bergruimte voor het opbergen van gereedschappen en een bergruimte voor het opbergen van machines. Er moet een apart lokaal aanwezig zijn voor het veilig opbergen van gewasbeschermingsmiddelen dat voldoet aan de wettelijke voorschriften.
Richtlijnen in verband met de inrichting van werkplaatsen
De werkplaats(en) moeten voldoende ruim zijn om een degelijke opleiding te kunnen realiseren.
Beschrijving van de aangrenzende lokalen
Opslag voor de materialen: naast de werkplaats moet er voldoende ruimte worden voorzien voor het stapelen van materiaal en materieel.
Een gereedschapslokaal: naast de werkplaats moet er voldoende ruimte voorzien worden voor het opbergen van gereedschappen. Aan het ordentelijk opbergen van gereedschap moet veel zorg besteed worden.
Klaslokaal: om projectmatig en geïntegreerd te kunnen werken (= voortdurend interactie tussen theorie en praktijk) is een klaslokaal, voorzien van documentatiekasten, met projectmogelijkheid in de nabijheid van de loods mogelijk. ICT–uitrusting is wenselijk.
Werkkledij en uitrustingen: voor de praktische oefeningen dient iedere leerling(e) over aangepaste kledij te beschikken. Voor iedere trekker, voertuig, machine en werktuigen dient de directie een veiligheids- en instructiefiche te voorzien. De leerlingen dienen de veiligheidsvoorschriften en instructies, vermeld op elke fiche, strikt te volgen. Iedere leerling(e) dient over het noodzakelijk gereedschap en uitrustingen te beschikken om de vooropgestelde doelstellingen van het leerplan te realiseren.
46 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
Terreinen voor praktische oefeningen: de school dient over een of meerdere percelen grond te beschikken, liefst in de onmiddellijke omgeving van de werkruimte.
Een kleedkamer voor de leerlingen: hierin moeten sanitaire installaties worden voorzien in functie van het aantal leerlingen.
7 BIBLIOGRAFIE
– Ontwerp je eigen tuin – groene ruimte – specifiek kerndeel 1, Ontwikkelcentrum Ede, Wageningen, Nederland.
– Ontwerp je eigen tuin – groene ruimte – specifiek kerndeel 2, Ontwikkelcentrum, Ede Wageningen.
– Recreatieplas de viersprong, groene ruimte – basisdeel 1, Ontwikkelcentrum, Ede Wageningen.
– Van De Laar, H.J., De Jong, P.C., Naamlijst van de houtachtige gewassen, Proefstation voor Boomkwekerij, Boskoop, 1995. ISBN 90-802-469-2-1.
– Van De Laar, H.J., De Jong, P.C., Hoffman, M.H.A., Fortgens, G., Naamlijst van de houtachtige gewassen, Proefstation voor Boomkwekerij, Boskoop, 1995. ISBN 90-802-469-1-3.
– Van Den Oever, T., Grote Groengids, Boomkwekerij Ton Van den Oever, Rijksweg 13, postbus 15, NL-5076 ZG Haaren, Nederland.
– Verkopen in de bloemenwinkel, bloembinden en –schikken, basisdeel 1, Ontwikkelcentrum, Ede Wageningen.
– Verkopen in de bloemenwinkel, bloembinden en –schikken, specifiek kerndeel 1, Ontwikkelcentrum, Ede Wageningen.
– Verkopen in de bloemenwinkel, bloembinden en –schikken, specifiek kerndeel 2, Ontwikkelcentrum, Ede Wageningen.
– Grand Design, George Gester. ISBN 0-89535-211-7.
– Architecture: form.space.order, Francis D.K. Ching. ISBN 0-442-21535-5.
– The landscape of Man, Geoffrey, Susan Jellicoe. ISBN 0-500-27431-2.
– The poetics of gardens, Charles W. Moore, William J. Mitchell, William Turnbull, Jr. ISBN 0-262-13231-1.
– Jardins dessinés, grammaire des jardins, René Pechère, Dépôt légal D/1987/3539/1.
– Green architecture and the agrarian garden, Barbara Stauffacher Solomon. ISBN 0-8478-0907-2.
– De menselijke maat, prof. ir. A.J.H. Haak, ir. D. Leever-Vander Burgh. ISBN 90-6275-048-6.
– Between landscape architecture and land art, Udo Weilacher. ISBN 3-7643-5316-3.
– Landscape as inspiration, Hans Dieter Schaal. ISBN 1-85490-303-9.
– LABIRINT: via de website www.vilt.be kan je informatie zoeken omtrent leerinhouden van dit leerplan. Labirint is een database die 175 land- en tuinbouwtijdschriften ontsluit. Deze centrale database groeit jaarlijks aan met ongeveer 20 000 records. Voortaan kan u met uw pc het werk, op school of thuis land- en tuinbouwartikels bestellen. Na ontvangst van de bestelling worden de gevraagde artikels voor u gekopieerd en thuisbezorgd.
– Website Diocesane Begeleidingsdienst Brugge: op http://dpb.sip.be kunt u recente informatie raadplegen omtrent de studierichtingen van land- en tuinbouw. U vindt er ook een overzicht van het beschikbaar cursusmateriaal, uitgegeven door de sectorcommissie land- en tuinbouw van het Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs.
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 47Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
8 NUTTIGE ADRESSEN
Educatief bosbouwcentrum Groenendaal VZW Duboislaan 2, 1560 HOEILAART tel: 02/657 93 64e-mail [email protected] www.ebg.be
48 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking
Vlaams Informatiecentrum over land- en tuinbouw vzw (VILT)Leuvenseplein 41000 BRUSSELtel. 02 510 63 91e-mail [email protected] www.vilt.be
Afdeling land- en tuinbouwvorming (ALT)Leuvenseplein 41000 BRUSSELtel. 02 553 63 56fax 02 553 63 56
STOAS Wageningen “De Schans”Agro business Park 10Postbus 78NL-6700 AB WAGENINGEN Nederlandtel. 0317 47 27 11fax 0317 42 47 70
Proefstation voor sierteelt (PCS)Schaessestraat 189070 DESTELBERGENtel. 09 353 94 77fax 09 353 94 78internet www.spv.be
OntwikkelcentrumEducatieve uitgaven en dienstverleningWilly Brandtlaan 81NL-6710 BL EDE Nederlandtel. 0138 64 29 92fax 0138 64 28 66e-mail [email protected] www.ontwikkelcentrum.nl
Het KLEINE LOOPostbus 91430NL-2509 EA DEN HAAG Nederland
Vlaams Promotiecentrum voor agro-visserijmarketing (VLAM)Leuvenseplein 41000 BRUSSELtel. 02 510 62 50fax 02 510 62 15e-mail [email protected] www.vlam.be
Ministerie van landbouw en middenstandManhattan Office Tower 15e verdiepingBolwerklaan 211210 BRUSSELtel. 02 206 72 11fax 02 206 72 09
3de graad TSO - Tuinbouwtechnieken 49Plantenkennis en -verwerking D/2005/0279/055
Proefstation voor BoomkwekerijPostbus 118Rijneveld 153NL-2770 AC BOSKOOP Nederland
Charter Zuid-West-VlaanderenKasteel HoogheDoorniksesteenweg 2188500 KORTRIJKTel. 056 25 47 81fax 056 22 79 56
Internationaal BloembollencentrumParklaan 5Postbus 172NL-2180 AD HILLEGOM Nederlandtel. 0252 51 52 54fax 0252 52 26 92
Uitgeverij Misset, uitgever van land- en tuinbouwboeken en tijdschriftenHanzestraat 1Postbus 4NL-7000 BA DOETINCHEM Nederland
Bodemkundige dienst van BelgiëWillem de Croylaan 483001 LEUVEN (Heverlee)tel. 016 31 09 22fax 016 22 42 06e-mail [email protected] www.bdb.be
50 3de graad TSO - TuinbouwtechniekenD/2005/0279/055 Plantenkennis en -verwerking