Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren...

22
Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten

Transcript of Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren...

Page 1: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

Hoofdstuk 5

Tijdvak: Steden en Staten

Page 2: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

Nieuw Tijdvak

• Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000.

• Nu gaan we naar de tijd van Steden en Staten.• Dit zijn de late Middeleeuwen: 1000-1500

Page 3: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

Meer landopbrengst

• In het vorige hoofdstuk hebben jullie geleerd dat edelen burchten hadden om zichzelf en de boeren te beschermen tegen plunderingen.

• Rond het jaar 1000: het werd veiliger. • Boeren hadden minder bescherming nodig.• Boeren hoefden geen horigen meer te zijn.

Page 4: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Overal in Europa gingen boeren zelf akkers aanleggen.

• Bossen werden gekapt en woeste gronden werden akkers, dit noemen we ontginnen.

• Er kwam steeds meer landbouw.

Page 5: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Ook waren er betere landbouw technieken:• Betere ploeg: nu van ijzer.• Gebruik van paarden op het land: gebruik

halsjuk.• Gebruik van mest.

Page 6: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Zo kwamen er meer akkers, met meer oogst.• Meer mensen hadden goed te eten:• De bevolking ging groeien.

Page 7: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

Van marktplaats tot stad

• De boeren hielden een deel van de oogst over.• Dit konden ze op markten verkopen.• Niet iedereen hoefde dus meer boer te zijn. • Mensen konden andere beroepen gaan doen.• Bv handelaar of ambachtsman ( smid,

brouwer, enz)• Boeren kochten dan hun producten: manden

en hoefijzers.

Page 8: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Het was handig om als handelaar in de buurt van een markt te wonen.

• Zo werd een drukke markt langzaam een dorp, en later zelfs een stad.

• Zo kwam er in de tijd van Steden en Staten weer handel terug, en dus een landbouw-stedelijke samenleving.

Page 9: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Er kwam ook steeds meer handel over grote afstand.

• Er waren weinig goede wegen, dus de meeste handel met graan, wol en hout werd via water gedaan.

• Steden ontstonden dus vooral bij rivieren en aan zee.

• In die gebieden was er veel verstedelijking.

Page 10: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

Ambachtsgilden

• Toen de steden groeiden, gingen ambachtslieden samenwerken.

• Ze richtten een vereniging op: een gilde.• Elk ambacht had zijn eigen gilde, bv

bakkersgilde en schoenmakersgilde. • Wilde je in een stad een ambacht uitoefenen,

dan moest je lid zijn van het gilde.

Page 11: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Wat regelt een gilde:• De prijs en kwaliteit van producten.• Zorgden voor bejaarde en zieken leden en ook

voor de weduwen.• Ze regelden feesten, missen en begrafenissen.• Ze regelden ook openingstijden.

Page 12: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Ze regelden ook: • Opleidingen voor nieuwe leden: Je moet eerst een paar jaar in de leer en werken bij een meester. Daarna kon je als betaald gezel in dienst komen. Als je een eigen bedrijf wilde, moest je een examen doen: meesterproef.

Page 13: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Was je geen lid van de gilde; dan kon je geen eigen werkenplaats openen!

Page 14: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

Geldwisselaars

• Geld werd steeds belangrijker, zeker door de handel.

• Elke koning, hertog of graaf had zijn eigen munten geslagen.

• Ook steden hadden eigen munten.

Page 15: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Op elke markt was er dus een geldwisselaar te vinden, die je precies kon vertellen wat elke munt waard was.

• Hij zat achter een toonbank, waar hij het geld telde.

• Hij werd dus ook wel bankier genoemd.

Page 16: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Het was gevaarlijk om met teveel geld te reizen.

• Handelaren konden worden beroofd.• Sommige geldwisselaars gingen helpen:• Ze hielden geld in bewaring of leenden soms

wat geld uit. • Zo werden er in sommige steden banken

geopend.

Page 17: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Handelaren konden voortaan in een stad geld achterlaten en op de bank zetten. En het dan weer in een andere stad opnemen bij een ander kantoor.

Page 18: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

Een verbond van steden

• Een havenstad in Nederland: Kampen.• Lag aan de rivier de IJssel. ( zie afbeelding 8)• Ook hier ging de handel over water. • Handelaren gingen samenwerken om in 1 keer

grote hoeveelheden producten te kunnen kopen en verkopen.

• Dit was goedkoper en veiliger.

Page 19: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Meerdere handelaren samen vulden dus het ruim van een schip, i.p.v. allemaal apart, wat veel duurder veel duurder zou zijn.

• Belangrijker: samen stonden ze sterker tegen koningen en machtige edelen.

• Die vroeg namelijk steeds geld om langs hun land te mogen varen of om er spullen te verkopen.

Page 20: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Daarom gingen tientallen handelssteden langs de Noordzee en Oostzee samenwerken.

• Ze sloten een verbond: de Hanze.• Als grote groep konden ze koningen en edelen

dwingen hun handelsrechten en vrije doorvaart te geven.

Page 21: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• De Hanze was een groot succes. • Overal werden kantoren geopend en er kwam

meer handel in:• Hars, dierenhuiden, linnen, wol, granen, hout

en vis.

Page 22: Hoofdstuk 5 Tijdvak: Steden en Staten. Nieuw Tijdvak Vorig hoofdstuk: Monniken en Ridders. Dit waren de vroege Middeleeuwen: 500-1000. Nu gaan we naar.

• Einde