Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 –...

12
HOOFDSTUK 3 GELUIDSHINDER Foto : © Yvan Clavie Meer informatie op: https://leefmilieu.brussels/themas/geluid Dit hoofdstuk is bijgewerkt tot de bepalingen die in werking zijn getreden op 1 mei 2018.

Transcript of Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 –...

Page 1: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

HOOFDSTUK 3

GELUIDSHINDER

Foto : © Yvan Clavie

Meer informatie op: https://leefmilieu.brussels/themas/geluid

Dit hoofdstuk is bijgewerkt tot de bepalingen die in werking zijn getreden op 1 mei 2018.

Page 2: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER

BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018

VOORNAAMSTE WETSBEPALINGEN

De voornaamste wetsbepalingen ter zake zijn de volgende:

Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven en milieuaansprakelijkheid (hierna: "Wetboek Inspectie en Milieuaansprakelijkheid")

1;

Ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving (hierna "ordonnantie geluidshinder")

2;

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen buurtlawaai (hierna "besluit buurtlawaai")

3;

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder voortgebracht door de ingedeelde inrichtingen (hierna "besluit ingedeelde inrichtingen")

4;

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen

5;

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer (hierna "besluit vliegtuiglawaai")

6;

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen (hierna “besluit versterkt geluid”)

7;

Ministerieel besluit van 27 november 2017 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen

9.

DOEL VAN DE WETGEVING

De wetgeving ter zake heeft allereerst tot doel de schadelijke gevolgen, de hinder inbegrepen, van blootstelling aan lawaai in het leefmilieu te vermijden, te voorkomen of te beperken en de bewoners van gebouwen te beschermen tegen geluidshinder.

1 Ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende bovengenoemde titel krachtens de ordonnantie van 8 mei 2014 tot wijziging van de ordonnantie van

25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu alsook andere wetgevingen inzake milieu, en tot instelling van een Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid, B.S., 18 juni 2014.

2 B.S., 23 oktober 1997.

3 B.S., 21 december 2002.

4 B.S., 21 december 2002.

5 B.S., 21 december 2002.

6 B.S., 11 augustus 1999.

7 B.S., 21 februari 2017.

9 B.S., 19 december 2017.

Page 3: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

PAGINA 3 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER

BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018

VOORNAAMSTE VERPLICHTINGEN

De Brusselse wetgeving heeft de maximaal toegelaten geluidsniveaus vastgelegd voor geluid voortgebracht door activiteiten, gedragingen of installaties van bewoners/exploitanten. Die geluidsniveaus verschillen naargelang de dag (weekdag, weekend, feestdag), het tijdstip en het gebied in het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP)

10 (voor buitenmetingen) of naargelang de ruimte

waar de geluidsmetingen gebeuren (voor binnenmetingen).

A. Geluidshinder en nachtlawaai op de openbare weg

Bij een activiteit op de openbare weg moeten de nodige voorzorgsmaatregelen genomen worden om te verzekeren dat die activiteit geen lawaai veroorzaakt dat de rust of de gezondheid van de bewoners verstoort

11.

B. Het luchtverkeer

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is opgedeeld in drie gebieden (0, 1 en 2), waar de geluidsnormen sterk uiteenlopen.

Deze grenswaarden

12 variëren ook naargelang de periode van de dag, meer bepaald overdag (tussen

7 u. en 23 u.) of 's nachts (tussen 23 u. en 7 u.)13

:

wat betreft de grenswaarden per overvlucht (Levt, namelijk het sound exposure level (SEL) berekend voor een bepaalde gebeurtenis

14): overdag ligt de maximumdrempel tussen 80 en 100

dB(A) naargelang het gebied, 's nachts ligt die drempel tussen 70 en 90 dB(A)15

naargelang het gebied.

wat betreft de grenswaarden voor het geluidsdrukniveau voor geluid dat specifiek door vliegtuigen wordt voortgebracht per periode (Lsp vliegtuig

16): overdag ligt het maximum tussen 55 en 65

dB(A) afhankelijk van het gebied, 's nachts is dat tussen 45 en 55 db(A)17

, ook hier in functie van het gebied.

10

In artikel 2 van het besluit buurtlawaai en in artikel 2 van het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen is sprake van zes verschillende gebiedscategorieën, die de gebieden omvatten zoals ze zijn vastgelegd in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001 tot goedkeuring van het gewestelijk bestemmingsplan.

11 Artikel 11 van de ordonnantie geluidshinder.

12 Artikelen 1 en 2 van het besluit vliegtuiglawaai.

13 Artikel 1 van het besluit vliegtuiglawaai.

14 Artikel 1, 5°, van het besluit vliegtuiglawaai.

15 Artikel 2 van het besluit vliegtuiglawaai.

16 Artikel 1, 6° van het besluit vliegtuiglawaai.

17 Artikel 2 van het besluit vliegtuiglawaai.

Gebied 0

Page 4: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

PAGINA 4 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER

BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018

C. Het geluidsniveau van ingedeelde inrichtingen waargenomen buiten bewoonde gebouwen

De geluidsemissies van ingedeelde inrichtingen dat buiten bewoonde gebouwen waargenomen wordt, valt in wezen onder de volgende grenswaarden (met uitzondering van de geluidsemissies van werven, schietstanden en -terreinen, statische transformatoren, luchthavens en evenementen in de open lucht)

18.

De dag is opgedeeld in drie verschillende daguurschijven: A (van 7.00 u. tot 19.00 u.), B (van 19.00 u. tot 22.00 u.) en C (van 22.00 u. tot 7.00 u.). Zon- en feestdagen zijn ondergebracht in daguurschijf "C", en dat de hele dag. Op zaterdag gelden de beperkingen voor daguurschijf "B" van 7.00 u. tot 19.00 u. en die van schijf "C" van 19.00 u. tot 7.00 u., zoals aangegeven in onderstaande tabel

19:

Maa Din Woe Don Vri Zat Zon Feestd

7.00 u - 19.00 u A A A A A B C C

19.00 u. - 22.00 u. B B B B B C C C

22.00 u. - 7.00 u. C C C C C C C C

De geluidsmetingen gebeuren met apparatuur, volgens een methode en in wettelijk geregelde omstandigheden

20.

De grenswaarden (specifiek geluidsniveau Lsp en N aantal keren overschrijding van het drempelniveau Spte) die gelden voor het geluid van ingedeelde inrichtingen (buiten gemeten) zijn vastgesteld in functie van de periode en het gebied van het gewestelijk bestemmingsplan (GBP) waar de ingedeelde inrichting zich bevindt

21:

Periodes A B C

Gebieden Lsp N Spte Lsp N Spte Lsp N Spte

gebied 1 42 20 72 36 42b 10 66 30 5 60

gebied 2 45 20 72 39 45b 10 66 33 39a,b 5 10a 60 66a

gebied 3 48 30 78 42 48b 20 72 36 42a,b 10 20a 66 72a

gebied 4 51 30 84 45 51b 20 78 39 45a,b 10 20a 72 78a

gebied 5 54 30 90 48 54b 20 84 42 48a,b 10 20a 78 84a

gebied 6 60 30 90 54 60b 20 84 48 54a,b 10 20a 78 84a

In de zin van voorliggend besluit, omvat gebied 1 de woongebieden met residentieel karakter, de groengebieden, de gebieden met hoogbiologische waarde, de parkgebieden, de begraafplaatsgebieden en de bosgebieden. Gebied 2 omvat de andere woongebieden dan die met residentieel karakter. Gebied 3 omvat de gemengde gebieden, de gebieden voor sport- en vrijetijdsactiviteiten in open lucht, de landbouwgebieden en de gebieden met uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; Gebied 4 omvat de gebieden van gewestelijk belang en de sterk gemengde gebieden. Gebied 5 omvat de administratiegebieden. Gebied 6 ten slotte omvat de stedelijke industriegebieden, de gebieden voor haven- en vervoeractiviteiten, de

spoorweggebieden en de gebieden van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg22

.

De grenswaarden van de trillingsniveaus die in de gebouwen worden gemeten, moeten lager liggen dan het door de norm ISO 2631-2

23 aanbevolen niveau.

De milieuvergunning die de exploitatie van de ingedeelde inrichting toelaat, kan evenwel striktere voorwaarden verbinden aan die exploitatie

24.

18

Artikel 1 van het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen. 19

Artikel 2, § 1, 1°, van het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen. 20

Artikel 3 van het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen; besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.

21 Artikel 4 van het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen.

22 Artikel 2, §1, 3° tot 8°, van het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen.

23 Artikel 5 van het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen.

24 Artikel 1 van het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen.

Page 5: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

PAGINA 5 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER

BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018

Foto : © Xavier Claes

D. Buurtlawaai waargenomen binnen en buiten bewoonde gebouwen en lawaai van ingedeelde inrichtingen waargenomen binnen bewoonde gebouwen

Algemeen genomen moet elke persoon die zich in een bewoond gebouw bevindt, erop toezien dat het geluid dat hij voortbrengt door zijn gedrag alsook het geluid veroorzaakt door andere personen waarvoor hij verantwoordelijk is of door zijn huisdieren of door de werken die hij uitvoert, de rust en de gezondheid van de bewoners

25 niet verstoort.

Deze verplichting geldt ook voor eigenaars, voorzitters en uitbaters van publieke inrichtingen (zoals cafés, bars, restaurants en evenementenzalen) voor wat betreft het geluid veroorzaakt door de uitbating van die inrichtingen

26.

Foto : © Thinkstock

25

Artikel 14 van de ordonnantie geluidshinder. 26

Artikel 13 van de ordonnantie geluidshinder.

Page 6: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

PAGINA 6 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER

BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018

Daarbij komen nog de geldende grenswaarden voor buurtlawaai.

Onder "buurtlawaai" in de zin van die grenswaarden, moet worden verstaan de geluidshinder voortgebracht door elke in de buurt hoorbare geluidsbron, met uitzondering van de geluidshinder veroorzaakt door het lucht-, weg- en spoorverkeer en de scheepvaart, grasmaaimachines en andere bij het tuinieren gebruikte apparaten die door een motor worden aangedreven en waarvan het gebruik wordt geregeld door artikel 6, het geluid van ingedeelde inrichtingen waarvan de geluidshinder niet binnen bewoonde gebouwen wordt waargenomen en voor zover die geluidshinder buiten de inrichting wordt waargenomen en gemeten, activiteiten van landsverdediging, schoolactiviteiten, erediensten, activiteiten op de openbare weg die zijn toegestaan krachtens artikel 12, §2, van de ordonnantie geluidshinder, bouwwerken (uitgezonderd die welke door particulieren aan hun eigen woning of het omringende terrein worden uitgevoerd voor zover ze worden uitgevoerd op zon- en feestdagen of tussen 17 u. en 9 u. van 's maandags tot 's zaterdags), activiteiten op de openbare weg als bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie

geluidshinder, en schietstanden en -terreinen27

.

De dag is opgedeeld in drie verschillende daguurschijven: A (van 7.00 u. tot 19.00 u.), B (van 19.00 u. tot 22.00 u.) en C (van 22.00 u. tot 7.00 u.). De beperkingen voor periode C gelden ook op zaterdagnamiddag en op zon- en feestdagen, en dit als volgt

28:

Maa Din Woe Don Vri Zat Zon Feestd

7.00 u - 19.00 u A A A A A B C C

19.00 u - 22.00 u B B B B B C C C

22.00 u - 7.00 u C C C C C C C C

De geluidsmetingen gebeuren met apparatuur, volgens een methode en in wettelijk vastgelegde omstandigheden

29.

Voor de geluidsmetingen uitgevoerd buiten de gebouwen30

, daar waar de klager de hinder ervaart, zijn grenswaarden (specifiek geluidsniveau Lsp en aantal overschrijdingen N van het drempelniveau Spte) vastgelegd als volgt, naargelang de periode en het gebied van het gewestelijk bestemmingsplan (GBP) waar de niet-ingedeelde inrichting zich bevindt

31:

Periodes A B C

Gebieden Lsp N Spte Lsp N Spte Lsp N Spte

gebied 1 42 20 72 36 42b 10 66 30 5 60

gebied 2 45 20 72 39 45b 10 66 33 39a,b 5 10a 60 66a

gebied 3 48 30 78 42 48b 20 72 36 42a,b 10 20a 66 72a

gebied 4 51 30 84 45 51b 20 78 39 45a,b 10 20a 72 78a

gebied 5 54 30 90 48 54b 20 84 42 48a,b 10 20a 78 84a

gebied 6 60 30 90 54 60b 20 84 48 54a,b 10 20a 78 84a

27

Artikel 2, §1, 5° van het besluit buurtlawaai. 28

Artikel 2, §1, 1° van het besluit buurtlawaai. 29

Artikel 3 van het besluit buurtlawaai; besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.

30 Artikel 3, tweede lid, van het besluit buurtlawaai.

31 Artikel 5 van het besluit buurtlawaai.

Foto : © Xavier Claes

Page 7: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

PAGINA 7 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER

BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018

In de zin van voorliggende onderafdeling, omvat gebied 1 de woongebieden met residentieel karakter, de groengebieden, de gebieden met hoogbiologische waarde, de parkgebieden, de begraafplaatsgebieden en de bosgebieden. Gebied 2 omvat de woongebieden. Gebied 3 omvat de gemengde gebieden, de gebieden voor sport- en vrijetijdsactiviteiten in open lucht, de landbouwgebieden en de gebieden met uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; Gebied 4 omvat de gebieden van gewestelijk belang en de sterk gemengde gebieden. Gebied 5 omvat de administratiegebieden. Gebied 6 ten slotte omvat de stedelijke industriegebieden, de gebieden voor haven- en vervoeractiviteiten, de spoorweggebieden en de gebieden van gewestelijk

belang met uitgestelde aanleg32

.

Voor de geluidsmetingen uitgevoerd in de gebouwen33

, daar waar de klager de hinder ervaart, zijn de grenswaarden (niveauoverschrijding, tonale overschrijding en overschrijding van impulsief karakter) vastgelegd als volgt, naargelang de periode van de dag en de ruimte waar de geluidsmetingen worden verricht

34:

Foto : © Xavier Claes

Overschrijding

Ruimte Periodes Van niveau

in dB (A)

Van tonaal (E)

Karakter in dB

Van impulsief

Karakter in dB (A)

Rust C

A en B

3

6

3

6

5

10

Woon A, B en C 6 6 10

Dienst A, B en C 12 12 15

32

Artikel 2, §1, 8° tot 13° van het besluit buurtlawaai. 33

Artikel 3, tweede lid, van het besluit buurtlawaai. 34

Artikel 4 van het besluit buurtlawaai.

Page 8: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

PAGINA 8 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER

BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018

Deze grenswaarden gelden voor zowel niet-ingedeelde als ingedeelde inrichtingen35

.

Tot slot, meer specifiek:

het gebruik van grasmaaimachines is verboden op zondag, op wettelijke feestdagen en op andere dagen, tussen 20 u. en 7 u.

36 en

sportactiviteiten in open lucht in sportinstellingen die toegankelijk zijn voor het publiek (ook al is de toegang beperkt tot bepaalde categorieën personen) mogen het specifieke geluidsniveau van 30 dB(A) niet overschrijden gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende uren per nacht van zaterdagnacht tot en met donderdagnacht en van ten minste 8 opeenvolgende uren per nacht op vrijdagnacht, tijdens de nacht voorafgaand aan een wettelijke feestdag (en mits het programma ten minste 8 dagen op voorhand wordt aangekondigd, op een plaats die zichtbaar en toegankelijk is voor het publiek, met inbegrip van buurtbewoners, tijdens de periodes van schoolverlof)

37.

E. Specifieke norm voor versterkt geluid verspreid in voor publiek toegankelijke inrichtingen

Het doel van de wetgeving is een “duurzaam gebruik” van muziek aan te moedigen door een verantwoordelijke geluidsproductie te vereisen. Alle partijen zullen er baat bij hebben: de inrichtingen, het publiek en de buurtbewoners.

De wetgeving inzake versterkt geluid betreft alle activiteiten die openstaan voor het publiek en die versterkt geluid verspreiden, onafhankelijk van het geluidsniveau. De activiteiten kunnen zich afspelen in openlucht of niet, op straat of op privédomein.

38 De toegang kan al dan niet worden beperkt tot

bepaalde categorieën personen, en kan zowel betalend als gratis zijn. Het kan gaan om een evenementenzaal, een bioscoop, een theater, een feestzaal, een discotheek, een winkel of winkelcentrum, een festival in openlucht, enz. maar ook een buurtfeest, een fancy-fair, een markt, een rommelmarkt, enzovoort. Een woning en tuin daarentegen, en meer in het algemeen alle plaatsen die niet toegankelijk zijn voor publiek, worden beschouwd als privévestigingen en worden dus niet getroffen.

Onder "voor publiek toegankelijke inrichting" dient te worden verstaan, in de zin van deze geluidsnorm, elke permanente of tijdelijke plaats alsook de bijgebouwen ervan, die voor publiek toegankelijk zijn, zelfs indien die uitsluitend toegankelijk zijn voor bepaalde categorieën van personen, al dan niet tegen betaling, zoals evenementenzalen, bioscoopcomplexen, theaters, opera's, muziekhallen, feestzalen, discotheken, danszalen, concertzalen, festivals, tenten, privéclubs, winkels, restaurants, bars, cafés, sportzalen, met inbegrip van inrichtingen in openlucht

41.

Onder "versterkt geluid" dient te worden verstaan, alle modaliteiten voor de emissie van elektronisch versterkte muziek en geluiden, met inbegrip van stemmen, afkomstig van permanente of tijdelijke geluidsbronnen

42.

Deze norm inzake versterkt geluid is tegelijk van toepassing op de volgende, reeds vermelde grenswaarden

45:

of ze nu ingedeeld zijn of niet, deze openbare inrichtingen moeten de grenswaarden naleven voor geluid waargenomen daar waar de klager hinder ervaart binnen het gebouw

46 (zie hierboven, punt D);

en

ze zijn onderworpen aan de grenswaarden voor het geluid waargenomen daar waar de klager hinder ervaart buiten het gebouw, die verschillen naargelang de inrichting ingedeeld is

47 (zie

hierboven, punt C) of niet48

(zie hierboven, punt D), alsook aan de grenswaarden voor trillingen indien ze ingedeeld zijn

49.

35

Artikel 1, tweede lid, van het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen. 36

Artikel 6 van het besluit buurtlawaai. 37

Artikel 6bis van het besluit buurtlawaai. 38

Artikel 1, § 1, 2° van het besluit versterkt geluid 41

Artikel 1, § 1, 2° van het besluit versterkt geluid 42

Artikel 1, § 1, 1° van het besluit versterkt geluid 45

Artikel 2, § 2 van het besluit versterkt geluid 46

Artikel 3, tweede lid, en 4 van het besluit buurtlawaai. 47

In die zin vallen ze onder artikel 4 van het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen, behoudens in geval van ingedeelde inrichtingen die buiten het toepassingsgebied vallen van het besluit in de zin van artikel 1, tweede lid, in welk geval het geluid dat buiten wordt waargenomen onderworpen is aan de grenswaarden vastgelegd in artikel 5 van het besluit buurtlawaai.

48 Artikel 5 van het besluit buurtlawaai.

49 Artikel 5 van het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen

Page 9: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

PAGINA 9 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER

BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018

De algemene regel voorziet dat alle voor publiek toegankelijke inrichtingen, met inbegrip van de evenementen in openlucht of tijdelijke evenementen, versterkt geluid mogen verspreiden zonder bijzondere voorwaarden, voor zover ze het maximumniveau van 85 dB(A), gemeten over een duur van 15 opeenvolgende minuten, niet overschrijden

50. De inrichtingen die dit niveau strikt naleven,

mogen gebruikmaken van een aangepast pictogram51

. Boven 85 dB(A) moeten sensibiliseringsmaatregelen worden ingevoerd. De maatregelen zijn progressief in functie van het geluidsniveau en omvatten 3 types: maatregelen ter informatie voor het publiek, maatregelen ter bescherming van het publiek en maatregelen ter opvolging en controle van de wetgeving.

Categorie Meting van het geluidsniveau Type inrichting (bijvoorbeeld)

Categorie 1 LAeq, 15 minuten ≤ 85 dB(A) Restaurant, snackbar, café,

sportzaal, winkel, grote oppervlakte,…

Categorie 2

85 dB(A) < LAeq, 15 minuten, glijdend ≤ 95 dB(A)

en

LCeq, 15 minutes, glijdend ≤ 110 dB(C)

Danscafé, evenementencafé, jeugdhuis, cultureel centrum,…

die dansavonden en andere concerten organiseren.

Categorie 3

95 dB(A) < LAeq, 60 minuten, glijdend ≤ 100 dB(A)

en

110 dB(C) < LCeq, 60 minuten, glijdend ≤ 115 dB(C)

Concertzaal, discotheek,…

Voor categorie 2

52 bestaat de verplichting het publiek te informeren dat het zich bevindt in een

omgeving met een hoog geluidsniveau, wat een risico op tijdelijke of blijvende gehoorschade vormt. Aldus moet men:

de pictogrammen die vereist zijn door de wetgeving in de inrichting aanplakken alsook op de tickets/affiches als die bestaan;

een display plaatsen die de geluidsniveaus in de inrichting weergeven

in het geval de voor publiek toegankelijke inrichting versterkt geluid voortbrengt na middernacht, los van de display, een registreertoestel met display plaatsen dat een historiek van de geluidsniveaus opslaat en bewaart.

Voor categorie 353

bestaat de verplichting het publiek te informeren dat het zich bevindt in een omgeving met een hoog geluidsniveau, wat een risico op tijdelijke of blijvende gehoorschade vormt. Daarnaast bestaat ook de verplichting maatregelen ter bescherming van het publiek en maatregelen ter opvolging en controle van de wetgeving te nemen. Aldus moet men:

de pictogrammen die vereist zijn door de wetgeving in de inrichting aanplakken alsook op de tickets/affiches als die bestaan;

ten minste een rustzone ter beschikking stellen van het publiek

gehoorbescherming van het type oordoppen ter beschikking stellen van het publiek

een referentiepersoon aanduiden om de opvolging van de naleving van de wetgeving te verzekeren

een registreertoestel met display plaatsen dat de geluidsniveaus in de inrichting weergeeft en de historiek van de geluidsniveaus opslaat en bewaart.

50

Artikel 3, § 1 van het besluit versterkt geluid 51

Artikel 3, § 2 van het besluit versterkt geluid 52

Artikel 4 van het besluit versterkt geluid 53

Artikel 5 van het besluit versterkt geluid

Page 10: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

PAGINA 10 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER

BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018

Kortom, meer concreet:

Wat het geluidsniveau van het versterkt geluid ook is, binnen of in openlucht, men moet voor het voortbrengen van versterkt geluid vanaf middernacht tot 7 uur ’s ochtends, altijd een aangifte (in de zin van een aangifte van klasse 3 inzake milieuvergunningen) doen

54. Deze aangifte is echter niet vereist

als de inrichting reeds gedekt is door een milieuvergunning.

Het is mogelijk een afwijking te vragen aan de burgemeester van de gemeente om uitzonderlijk en tijdelijk de geluidsnormen te overschrijden

55. De afwijking moet niet aangevraagd worden als het

evenement in openlucht wordt georganiseerd van 21 juli ’s middags tot 22 juli ’s middags en van 31 december om 18 uur tot 1 januari om 8 uur.

54

Rubriek 135C van de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen 55

Artikel 6ter van het besluit buurtlawaai en artikel 4bis van het besluit ingedeelde inrichtingen

Page 11: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

PAGINA 11 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER

BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018

INBREUKEN

A. Schending van de geluidsnormen voor het luchtverkeer Het rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaken of laten voortduren van geluidshinder die de geluidsnormen voor het luchtverkeer overschrijdt, zoals bedoeld in bovenstaand punt III.B

56, vormt een inbreuk.

Elke particulier kan een klacht indienen bij Leefmilieu Brussel (hierna "LB") in geval van occasionele geluidshinder of bij de ombudsman van de luchthaven in geval van herhaaldelijke geluidshinder veroorzaakt door het luchtverkeer.

B. Schending van de specifieke geluidsnormen voor ingedeelde inrichtingen

Het rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaken of laten voortduren van geluidshinder die de specifieke geluidsnormen voor ingedeelde inrichtingen overschrijdt, zoals bedoeld in bovenstaand punt III.C, vormt eveneens een inbreuk

58.

Iedere particulier kan een klacht indienen bij de politie in geval van occasionele geluidshinder of bij de gemeente of LB in geval van herhaaldelijke geluidshinder veroorzaakt door ingedeelde inrichtingen.

C. Schending van de geluidsnormen voor buurtlawaai, met inbegrip van het geluid van ingedeelde inrichtingen waargenomen binnen gebouwen

Het blijk geven van abnormaal luidruchtig gedrag of het niet ingaan tegen gelijkaardig gedrag van de personen of dieren onder zijn verantwoordelijkheid, vormt algemeen genomen een inbreuk

59.

In het bijzonder vormt het rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaken of laten voortduren van geluidshinder die de specifieke geluidsnormen voor buurtlawaai uit punt III.D overschrijdt, een inbreuk

60.

Iedere particulier kan een klacht indienen bij de politie in geval van occasionele geluidshinder of bij de gemeente of LB in geval van herhaaldelijk buurtlawaai.

D. Versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen

Tot slot vormt ook de niet-naleving van de verplichtingen opgelegd door het besluit versterkt geluid een inbreuk.

56

Artikel 20, 4°, van de ordonnantie geluidshinder. Het betreft hier de geluidsnormen vastgelegd in het besluit vliegtuiglawaai. 58

Artikel 20, 4°, van de ordonnantie geluidshinder. Het betreft hier de geluidsnormen vastgelegd in het besluit geluidshinder van ingedeelde inrichtingen.

59 Artikel 20, 5°, van de ordonnantie geluidshinder. Zie ook artikel 14, eerste lid, van de ordonnantie geluidshinder.

60 Artikel 20, 4°, van de ordonnantie geluidshinder. Het betreft hier de geluidsnormen vastgelegd in het besluit buurtlawaai.

Photo : © Herman Ricour

Page 12: Hoofdstuk 3 Geluidshinder · 2021. 1. 16. · PAGINA 2 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018 VOORNAAMSTE

PAGINA 12 VAN 12 - VADEMECUM - HOOFDSTUK 3 – GELUIDSHINDER

BIJGEWERKT TOT DE BEPALINGEN IN WERKING GETREDEN OP 1 MEI 2018

SANCTIES

A. Strafrechtelijke sancties62

De mogelijke hoofdstraf kan gaan van een gevangenisstraf van 8 dagen tot twee jaar en/of een boete van 50 tot 100.000 euro, onder voorbehoud van verzachtende

63 of verzwarende omstandigheden

64 en

recidive65

.

De bevoegde rechtbank is evenwel bij machte om een alternatieve hoofdstraf uit te spreken voor de straf waarvan hierboven sprake, indien de situatie zich daartoe leent

66. In dit geval moet de voorkeur

worden gegeven aan het uitspreken van een werkstraf67

.

Het bedrag van de hierboven vermelde boetes is het wettelijke bedrag. Bij een veroordeling moet dit bedrag vermenigvuldigd worden met acht (aangezien de wet erin voorziet dat het bedrag vermeerderd moet worden met 70 opdeciemen, hetzij zeventig tienden van dat bedrag)

68

Desgevallend kunnen de bijkomende straffen waarin het Strafwetboek voorziet worden uitgesproken

69

en kunnen bijkomende maatregelen opgelegd worden door de bevoegde rechtbank70

.

De beslissing tot veroordeling wordt in het strafregister van de betrokkene opgenomen (behalve bij opschorting van uitspraak of bij het verstrijken van de voorziene termijn)

71.

B. Administratieve sancties

Het bedrag van de alternatieve administratieve boete gaat van 50 tot 62.500 euro72

, onder voorbehoud van samenloop van meerdere misdrijven

73 en recidive

74. Dit bedrag kan verlaagd worden

tot onder het wettelijke minimum in geval van verzachtende omstandigheden75

.

De alternatieve administratieve geldboete kan gekoppeld worden aan een bevel tot stopzetting van het misdrijf binnen een bepaalde termijn, op straffe van een dwangsom

76.

Het Grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat de wetgeving ook moet voorzien in de mogelijkheid om uitstel te verlenen voor een alternatieve administratieve geldboete, indien daar aanleiding toe is

77.

62

Artikel 31, §1, van het Wetboek van Inspectie en Milieuaansprakelijkheid. 63

Artikel 31, § 1, van het Wetboek van Inspectie en Milieuaansprakelijkheid. 64

Artikel 32 van het Wetboek van Inspectie en Milieuaansprakelijkheid. 65

Artikel 33 van het Wetboek van Inspectie en Milieuaansprakelijkheid. 66

Zie artikelen 37quinquies tot 37septies en artikelen 37octies tot 37undecies van het Strafwetboek. 67

Artikel 31, §4 van het Wetboek van Inspectie en Milieuaansprakelijkheid. 68

Artikel 1 van de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdécimes op de strafrechtelijke geldboeten (B.S., 3 april 1952). 69

Artikel 33bis gecombineerd met artikel 31, tweede lid, van het Strafwetboek, en artikelen 35 en 43ter van het Strafwetboek. 70

Artikelen 34 tot 41 van het Wetboek van Inspectie en Milieuaansprakelijkheid. 71

Artikel 590 van het Wetboek van Strafvordering. 72

Artikel 45, derde lid, van het Wetboek van Inspectie en Milieuaansprakelijkheid. 73

Artikel 48 van het Wetboek van Inspectie en Milieuaansprakelijkheid. 74

Artikel 52 van het Wetboek van Inspectie en Milieuaansprakelijkheid. 75

Artikel 45, vierde lid, van het Wetboek van Inspectie en Milieuaansprakelijkheid. 76

Artikel 46 van het Wetboek van Inspectie en Milieuaansprakelijkheid. 77

GwH 18 februari 2016, nr. 25/2016, overweging B.30.2.