HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het...

50
Levend Water – groep 3 1 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND Dag 1 Mozes en Jozua Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium 1 en 34 Dag 2 Twee verspieders in Jericho Jozua 1 en 2 Dag 3 Doortocht door de Jordaan Jozua 3, 4 en 5: 1 Dag 4 Het nieuwe land Knieboek Werkboek p. 22 Thema Met Jozua naar het beloofde land Kanaän! Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over de op- volging van Mozes en de eerste acties van de nieuwe leider Jozua. In de eerste vertelling gaat het over de af- scheidswoorden van Mozes gericht aan het volk. Mozes laat door handoplegging zien dat Jozua de nieuwe leider wordt. Jozua is al van- af het begin van Mozes’ leiderschap zijn rech- terhand. Jozua was er bijvoorbeeld al bij toen Mozes de berg Sinai opging, toen Mozes de twee stenen tafelen kreeg van God. In de tweede vertelling gaat het over de twee verspieders die de stad Jericho verkennen. Ze worden door Rachab geholpen en beloven dat Rachab in leven mag blijven als Jericho ver- woest gaat worden. In de derde vertelling gaat het over de laatste hindernis die het volk nog moet nemen om het beloofde land in te kunnen gaan. Ze moeten de Jordaan oversteken. God laat zien dat Hij ook hier degene is die alles bestuurt. Het wa- ter blijft over een lengte van 40 kilometer weg en het volk kan droogvoets oversteken. Deze gebeurtenis mag nooit vergeten worden! Daarom komt er een gedenkteken van twaalf stenen in de Jordaan en in Gilgal. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de leerlingen vertellen hoe Mozes Jozua aanstelt als nieuwe leider; weten de leerlingen hoe Mozes gestorven is; kunnen de leerlingen vertellen hoe God Jozua helpt; kunnen de leerlingen vertellen wat de twee verspieders in Jericho meemaken; weten de leerlingen hoe het volk de Jor- daan oversteekt. Liederen Psalm 105: 6 - Wat God aan Abraham deed horen Evangelische Liedbundel 30 - Looft de He- re Evangelische Liedbundel 425 - Dit is de dag E & R 84 - Wees standvastig E & R 215 - Rachab Evangelische Liedbundel 449 - Jericho Evangelische Liedbundel 462 - Maak een vrolijk geluid Nieuwe Bijbelse liedjes - Jericho had mu- ren Jan Visser - Jozua

Transcript of HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het...

Page 1: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 1 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land

HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND Dag 1 Mozes en Jozua

Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium 1 en 34

Dag 2 Twee verspieders in Jericho Jozua 1 en 2

Dag 3 Doortocht door de Jordaan Jozua 3, 4 en 5: 1

Dag 4 Het nieuwe land Knieboek Werkboek p. 22

Thema Met Jozua naar het beloofde land Kanaän! Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over de op-volging van Mozes en de eerste acties van de nieuwe leider Jozua. In de eerste vertelling gaat het over de af-scheidswoorden van Mozes gericht aan het volk. Mozes laat door handoplegging zien dat Jozua de nieuwe leider wordt. Jozua is al van-af het begin van Mozes’ leiderschap zijn rech-terhand. Jozua was er bijvoorbeeld al bij toen Mozes de berg Sinai opging, toen Mozes de twee stenen tafelen kreeg van God. In de tweede vertelling gaat het over de twee verspieders die de stad Jericho verkennen. Ze worden door Rachab geholpen en beloven dat Rachab in leven mag blijven als Jericho ver-woest gaat worden. In de derde vertelling gaat het over de laatste hindernis die het volk nog moet nemen om het beloofde land in te kunnen gaan. Ze moeten de Jordaan oversteken. God laat zien dat Hij ook hier degene is die alles bestuurt. Het wa-ter blijft over een lengte van 40 kilometer weg en het volk kan droogvoets oversteken. Deze gebeurtenis mag nooit vergeten worden! Daarom komt er een gedenkteken van twaalf stenen in de Jordaan en in Gilgal. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � kunnen de leerlingen vertellen hoe Mozes

Jozua aanstelt als nieuwe leider; � weten de leerlingen hoe Mozes gestorven

is; � kunnen de leerlingen vertellen hoe God

Jozua helpt; � kunnen de leerlingen vertellen wat de

twee verspieders in Jericho meemaken; � weten de leerlingen hoe het volk de Jor-

daan oversteekt. Liederen � Psalm 105: 6 - Wat God aan Abraham

deed horen

� Evangelische Liedbundel 30 - Looft de He-re

� Evangelische Liedbundel 425 - Dit is de dag

� E & R 84 - Wees standvastig � E & R 215 - Rachab � Evangelische Liedbundel 449 - Jericho � Evangelische Liedbundel 462 - Maak een

vrolijk geluid � Nieuwe Bijbelse liedjes - Jericho had mu-

ren � Jan Visser - Jozua

Page 2: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land

HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium 1 en 34 Achtergrondinformatie De berg Abiram: de naam van een bergketen. De berg Nebo vanwaar je over Jericho uitkijkt, is in feite een bergtop van dit gebergte. Leg hem de hand op: dit betekent dat er iets op een ander wordt overgedragen. Hier wordt macht en gezag overgedragen. Waren zijn krachten niet afgenomen: Mozes is niet vanwege zwakte van lichaam en geest ge-storven of dat hij om die redenen geen leider meer kan zijn van het volk. In aanwezigheid van het volk en door de overtredingen van het volk (het gemopper) heeft Mozes ook zelf de geboden van God overtreden. Aandachtspunten � Vertel vanuit het perspectief van Mozes.

Vertel dat Mozes en het volk bij de grens van het beloofde land staan, maar dat Mozes niet het land binnen mag gaan vanwege zijn zonde van het slaan op de rotsen. Vertel vervolgens over de handop-legging van Jozua ten overstaan van het hele volk. Daarbij kun je de afscheids-woorden van Mozes kort vertellen waarbij je de opgenoemde punten uit de introduc-tie meeneemt. Vertel vervolgens dat Mo-zes op de berg het hele beloofde land kan zien. Tenslotte dat Mozes sterft en dat God hem heeft begraven. Het graf van Mozes is nooit gevonden. God wil niet dat de plek van Mozes een bedevaartsoord wordt.

� In de afscheidswoorden van Mozes ze-gent Mozes de stammen en roept ze op om zich aan de geboden van God te hou-den.

� De toespraak van Mozes heeft vast ont-zettend lang geduurd. De kern van Mozes’ boodschap staat in Deuteronomium 6:4. Dit is de geloofsbelijdenis van Israël. Het begint met het woord ‘luister’, omdat Israël goed in zijn oren moet knopen wat daarna volgt. De belangrijkste boodschap is: De Here is de enige! De toespraak van Mozes is de taal van de liefde. Uit deze woorden blijkt de liefde van het volk voor God: God is de enige, de ware.

� In Numeri 27:21 staat dat Jozua bij het raadplegen van de HEER zich moet wen-den tot de priester Eleazar. Wat een ver-schil met hoe de HEER tot Mozes sprak! Er is nooit meer een profeet in Israël ge-

weest met wie de Heer zo vertrouwelijk om is gegaan als met Mozes!

Introductie op de les Welke gebeurtenissen heeft Mozes met het volk beleefd in de woestijn? (schrijf ze op het bord). Of pak het knieboek erbij en bekijk de platen van afgelopen weken. Afsluiting van de les Hoe kan iedereen weten dat Jozua de nieuwe leider is?

Page 3: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 3 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land

HOOFDSTUK 21 - DAG 2 TWEE VERSPIEDERS IN JERICHO Verteltekst Jozua 1 en 2 Achtergrondinformatie Jozua: betekent Jehova is verlossing. Deze naam herinnert het volk eraan dat Jozua op God vertrouwt. De naam Jozua en Jezus heb-ben beiden dezelfde betekenis. Dat wetboek: Jozua was bij Mozes toen de wet bij de Sinai werd gegeven. Aandachtspunten � Het boek Jozua begint met een herinne-

ring van God aan Jozua: houd je aan de wet zoals deze door Mozes is onderwe-zen. Wanneer Jozua zich daaraan houdt, zal God hem voorspoed geven, en dat is niet voor niets: er staat Jozua een zware taak te wachten. God bemoedigt Jozua en zegt dat waar Jozua ook gaat, God bij hem zal zijn.

� Jozua gaat als eerste verovering de stad Jericho innemen. Deze stad ligt in het midden van het land. Op deze manier maakt Jozua een scheiding tussen noord en zuid.

� Het sturen van de twee verspieders is een daad van wijsheid en niet van ongeloof. Het verslag van Rachab aan de verspie-ders is een boodschap aan het volk. Door deze boodschap over te brengen aan het volk wordt het volk bemoedigd om het land binnen te trekken en herinnert de Is-raëlieten eraan dat God bezig is met het vervullen van Zijn beloften. Het bezoek brengt ook redding aan Rachab en haar familie.

� De bijbel prijst Rachab niet om haar leu-gens, maar wel om haar geloof (Hebreën 11:31). Rachab handelt tijdens het verber-gen van de verspieders niet uit angst, maar uit geloof dat Israëls God de ware God is.

� Rachab mag bij het volk van God horen. Ze krijgt zelfs een belangrijke plek in de geslachtlijn van de Here Jezus. Rachab is de moeder van Boaz, die met Ruth is ge-trouwd.

� Rachabs huis is gebouwd op of in de stadsmuur. Het heeft een plat dak waarop producten kunnen worden uitgespreid om te drogen. In dit geval vlas, waarvan zij linnen garen kon spinnen.

� Twee mannen komen gemakkelijk een huis van een hoer binnen en het is een goede plaats om informatie op te doen.

� Wanneer de twee verspieders verslag uit-brengen, geven ze aan dat ze het hele

land al in hun handen hebben. De inwo-ners van Kanaän zijn namelijk doodsbang voor de Israëlieten. Dit is een geloofsuit-spraak. Ze moeten Jericho nog innemen, maar praten al over de overwinning van het gehele land. Wat een verschil met het verslag van de tien verspieders veertig jaar geleden!

Introductie op de les Wie is de nieuwe leider van het volk? Afsluiting van de les Wat vertellen de twee verspieders na terug-komst aan Jozua?

Page 4: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 4 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land

HOOFDSTUK 21 - DAG 3 DOORTOCHT DOOR DE JORDAAN Verteltekst Jozua 3, 4 en 5:1 Achtergrondinformatie De ark volgen: het volk moest de ark volgen, de wolkkolom is er niet meer. Reinig u: wassen van kleren en onthouden van seksuele omgang. God verschijnt aan Zijn volk. Wie weigert om zich te reinigen en onrein blijft, heeft duidelijk geen eerbied voor God en kan daarmee zichzelf en de hele gemeen-schap in levensgevaar brengen. God is heilig. Op die dag verhoogde de HEER het aanzien van Jozua: door Jozua´s actie bij het leiden van de mensen over de Jordaan wordt zijn po-sitie als leider van het volk gevestigd en het volk respecteert hem. Koningen van de Amorieten en van de Kana-anieten: betekent de totale bevolking van Kan-aän ten westen van de Jordaan. Aandachtspunten � Het volk gaat het beloofde land binnen. De

laatste hindernis wordt genomen: de Jor-daan moet worden overgestoken. Het wa-ter in de rivier staat hoog door de gesmol-ten sneeuw van de berg Hermon, dus het is niet de beste tijd om over te steken. God legt de rivier droog, zodra de pries-ters met de ark het water ingaan. De Jor-daan valt droog over een afstand van on-geveer 40 kilometer.

� De priesters met de ark steken als eerste de voeten in het water. Daar is geloof voor nodig. Het geloof van de priesters is een bemoediging voor de andere volksgeno-ten.

� Het gedenkteken heeft een dubbel doel: het helpt de Israëlieten om aan Gods gro-te daden te denken en het zal hun kinde-ren nieuwsgierig maken. Er worden twee keer twaalf stenen neergezet: twaalf op de plek waar de priesters in de rivier de Jor-daan stonden en twaalf bij het eerste kamp van de Israëlieten in het nieuwe land, in Gilgal.

� Sluit af met de gebeurtenis uit Jozua 5:1. Er heeft nog geen gevecht plaatsgevon-den, de Israëlieten zijn alleen nog maar de rivier overgestoken en de Kanaänieten zijn al ontzettend bang. God is het volk al vooruit gegaan. De inwoners worden door angst en wanhoop bevangen.

Introductie op de les Wie weet nog hoe het volk aan de overkant van de Rode Zee is gekomen, toen de farao en de soldaten hen achterna zaten?

Afsluiting van de les Hoe steken de Israëlieten de Jordaan over? Idee Geef na de vertelling elk kind een witte steen met daarop geschreven: Herinner!

Page 5: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 5 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land

HOOFDSTUK 21 - DAG 4 HET NIEUWE LAND KNIEBOEK Plaat Bespreek wat je kan zien op de plaat. Wat ligt er onder het lichtblauwe kleed? Waarom staan de priesters in de rivier? Wat doen de mannen rechts op de plaat? Vervolgens kun je de vragen bespreken. Steen Waarom is er deze week gekozen voor het woord steen? Welke steen wordt er bedoeld denk je? Spieden Deze cartoon gaat over verspieden. Laat kin-deren vertellen wat verspieden is. Wie doet wel eens verspiedertje? Wanneer zal verspieden nog nodig zijn? Brug Vraag aan kinderen wat ze zien. Waarvoor is een brug nodig? Hoe ging het volk over de Jordaan? Gedenkteken Waar worden er 12 stenen geplaatst? Wat be-teken het monument van de 12 stenen? Wie kent er van de kinderen een monument? Gedenkteken, je kunt er dan aan terugdenken WERKBOEK Zoek de verschillen: De verschillen zijn: Kleed wel / niet op de ark 11 / 12 stenen 1 vogel minder in de lucht Man /priester die een steen tilt Volk: verschil in kinderen, mensen die er lopen Dieren: verschil in dieren die door de rivier lo-pen Priesters / mannen met de ark in de Jordaan

Page 6: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 6 Hoofdstuk 22 God wint!

HOOFDSTUK 22 GOD WINT! Dag 1 Jericho

Jozua 5: 13 – 6: 27 Dag 2 Achan en Ai

Jozua 7 en 8 Dag 3 Chiwwieten

Jozua 9 Dag 4 God wint!

Knieboek Werkboek p. 23

Thema Alleen met God kun je winnen. Algemene informatie De verhalen van deze week gaan over de eer-ste confrontaties tussen Israël en de mensen in het beloofde land. Het eerste verhaal gaat over Jericho. God geeft de belofte aan Jozua, dat Hij Zelf met hen meegaat. Hij zal de over-winning geven! God geeft duidelijke instructies dat Jericho helemaal vernietigd moet worden en dat er niets buit mag worden gemaakt. Heel Jericho ligt onder de ban! Dat God dit heel serieus meent, blijkt uit het verhaal erna. Bij Ai volgt een flinke nederlaag. Jozua is ten einde raad! Waarom laat God dit gebeuren? Maar God antwoordt dat Israël een zonde heeft begaan. De ban is geschonden en eerst moet wat schuldig is, verwijderd wor-den. Achan en zijn familie moeten worden ge-straft; gedood. Dan volgt alsnog de overwin-ning op Ai. In het laatste verhaal is er sprake van eigen-machtig optreden van Jozua en het volk. God wordt niet geraadpleegd, en ze trappen in de list van de Chiwwieten. Op de naam van de Here God is gezworen hen geen kwaad te doen! Groot is hun ontzetting als blijkt dat de-ze mannen vlakbij wonen, ín het beloofde land. De belofte kan niet meer ongedaan wor-den gemaakt en de Chiwwieten worden de slaven van Israël. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � weten de leerlingen op welke manier God

ervoor zorgt dat het volk Israël Jericho overwint;

� kunnen de leerlingen vertellen wat er met Rachab en haar familie gebeurt;

� kunnen de leerlingen uitleggen wat er in Jericho gebeurt;

� weten de leerlingen waardoor de neder-laag bij Ai wordt veroorzaakt;

� weten de leerlingen dat de Here de over-winning op Ai geeft en op welke manier;

� kunnen de leerlingen vertellen hoe Jozua in de list van de Chiwwieten trapt;

� weten de leerlingen dat de Chiwwieten als slaven van Israël moeten werken.

Liederen � Psalm 41:5 - Looft nu den Heer � E&R 269 - Jozua! � E&R 215 - Rachab � Elly en Rikkert, CD Kom en zie - De mu-

ren van Jericho � Elly en Rikkert, CD Samen - Wie is er.. � Elly en Rikkert, CD Een boom vol liedjes

(3) - Omdat U groot bent � Alles wordt nieuw - Jericho � Liedjes rond de bijbel - Rachab � God kent jou! - Mijn God is zo groot

Page 7: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 7 Hoofdstuk 22 God wint!

HOOFDSTUK 22 - DAG 1 JERICHO Verteltekst Jozua 5:13-6:27 Achtergrondinformatie Een man met een getrokken zwaard: het gaat hier niet om een gewone engel, maar over een persoon in wie God Zichzelf openbaart. Deze engel is één met Hem, maar toch ook weer van Hem te onderscheiden (Genesis 16:7; 22:11; Exodus 3:2; Numeri 22:22) Ban van de Heer: alles uit de stad komt God toe en moet aan Hem gewijd worden. Alles is Zijn eigendom. Buitgemaakte mensen moeten worden gedood en kostbaarheden vallen ten deel aan het heiligdom. Op diefstal van spullen die onder de ban liggen, staat de doodstraf voor de dader en zijn familie. God wil niet dat men de buit grijpt, maar dat men het verwacht van Hem. Vervloeken: wie van Jericho weer een met mu-ren versterkte stad maakt, zal door God ge-straft worden. Van deze vloek moet een blij-vende waarschuwing uitgaan. De hele stad mag niet herbouwd worden (6:26). Aandachtspunten � Het Pesach wordt gevierd met opbrengst

van het land. Vanaf nu geen manna meer! (Jozua 5:11)

� Jozua staat in hoog aanzien bij het volk na de doortocht door de Jordaan. Hij krijgt nu als opvolger van Mozes groot respect. Het volk gaat in vertrouwen achter hem aan. Net als Mozes bij de brandende struik, wordt ook Jozua geconfronteerd met God Zelf. Hij is de opperbevelhebber van het leger! De overwinning van de oorlog komt van de Heer! Gods grootheid is de kern van dit verhaal.

� De inwoners van Jericho zijn vreselijk bang want ze hebben al veel verhalen ge-hoord over de God van Israël. De stad is afgesloten. Jericho is geen grote stad, maar heeft dikke muren en is sterk ge-noeg een groot leger te weerstaan. Maar niet sterk genoeg voor God!

� Volgorde: leger, 7 priesters met hoorn, priesters met de ark, volk.

� De 7 priesters blazen onafgebroken op de hoorns, maar het volk mag niet schreeu-wen of praten tot Jozua daar een teken voor geeft. Dit geeft een bijzondere en dreigende sfeer. Het volk loopt zwijgend rond de stad, dag na dag. Het enige wat te horen is, zijn de voetstappen en de hoorns.

� Rachab en haar familie worden gespaard. Haar huis staat nog rechtop! Na de inna-

me van Jericho worden zij opgenomen in het volk Israël.

� Het volk krijgt de waarschuwing dat alles vernietigd moet worden en dat er niks mag worden meegenomen. Doet iemand dat wel, dan zal hij Israël in het ongeluk stor-ten. Goud, zilver, brons, al zulke voorwer-pen zijn voor de HEER.

� Jozua laat iedereen zweren dat wie de muren van Jericho weer wil opbouwen, daarmee zijn zonen zal verliezen (1 Ko-ningen 16:34). God wil dat er een blijven-de waarschuwing uitgaat om zich niet te-gen Hem te keren.

Introductie op de les Hoe is het volk over de Jordaan in het beloof-de land gekomen? Afsluiting van de les Hoe winnen de Israëlieten van Jericho?

Page 8: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 8 Hoofdstuk 22 God wint!

HOOFDSTUK 22 - DAG 2 ACHAN EN AI Verteltekst Jozua 7 en 8 Achtergrondinformatie Maar Israël schond de ban: God ziet Israël als eenheid. Daardoor is ieders verantwoording groot. Het doen en laten van een individu heeft gevolgen voor de hele gemeenschap. Er is maar één oplossing: de schuldige moet zelf uit het volk gestoten worden en de gevolgen voor zijn daden dragen. Die de Heer aanwijst: God zelf wijst door het lot (Spreuken 16:33) aan wie de schuldige is. Hier wordt het lot voor het eerst gebruikt. Mo-zes sprak rechtstreeks met God; Jozua via de priester Eleazear. De stammen en families moeten zich om de beurt aan Hem presente-ren. Hij en al de zijnen: het gaat hier om een collec-tieve straf. Heel Israël moet diep onder de in-druk komen en beseffen dat God heilig is! (Jo-zua 22:20). In die tijd kende men de gedachte van de collectieve schuld. Tot de verbondsslui-ting bij de Sinaï was het zoals omringende vol-ken. God wil hier verandering in brengen door alleen de schuldige te laten boeten voor de zonde (Deut. 24:16). Maar deze nieuwe wet geldt dus niet voor Achan. Schanddaad: dit woord wordt gebruikt voor ernstige zonden. De hele gemeenschap wordt erdoor in gevaar gebracht en dreigt het karak-ter van Gods volk te verliezen. Eerbiedig de HEER: door schuld te belijden zal het voor iedereen duidelijk zijn dat God terecht handelt. God wordt in het gelijk gesteld, en alle verkeerde gedachten (: 7-9) over God zullen wijken. Achordal: afgeleid van het Hebreeuwse werk-woord ‘in het ongeluk storten’. Aandachtspunten � Start de vertelling met de verkenners die

naar Ai gestuurd worden. Niet het hele le-ger hoeft te gaan, 3000 man is genoeg. Na de overwinning op Jericho, is er sprake van overmoed! God wordt niet geraad-pleegd!

� Bij Ai gaat het helemaal mis en er worden 36 mannen gedood. De moed zakt Jozua en het volk in de schoenen. Men gedraagt zich zoals bij rouw: as op het hoofd en ge-scheurde kleren.

� Jozua is vreselijk bang. Hij stelt zich het allerergste voor! Wat doet dit met Gods Naam en wat zal het met het volk doen? Dat er een zonde in Israël begaan kan zijn, waardoor God Zijn belofte uitstelt, komt niet in hem op. Uit Gods antwoord

blijkt Zijn woede. Niet Hij is tekort gescho-ten, Israël is zèlf veroorzaker van de ramp! Het verbond is geschonden!

� Met het volk Israël zal hetzelfde gebeuren als met de mensen van Jericho als de ban niet ongedaan wordt gemaakt. God Zelf zal volgens het lot de schuldige aanwijzen.

� Achan wordt verbrand, net als met de in-woners van Jericho is gedaan. Vertel dit summier, maar vertel wel dat hier zijn hele familie bij is betrokken. Hierna is Gods woede weg. Nu staat niets meer een overwinning op Ai in de weg!

� Alle overmoed is weg. De schrik zit er nog flink in bij Jozua! God bemoedigt hem: Hij zal de overwinning geven! God geeft dui-delijke instructies aan Jozua.

� Ook Ai wordt met de ban getroffen, alleen nu zegt God dat Israël de buit wel mag houden.

Introductie op de les Wat moest het volk met de spullen uit Jericho doen? Afsluiting van de les Waarom ging de eerste aanval op Ai mis?

Page 9: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 9 Hoofdstuk 22 God wint!

HOOFDSTUK 22 - DAG 3 CHIWWIETEN Verteltekst Jozua 9 Achtergrondinformatie De Chiwwieten uit Gibeon: de juiste ligging is onbekend, het zal ongeveer 10 kilometer ten noorden van Jeruzalem hebben gelegen. Gi-beon heeft geen koning maar wordt geregeerd door oudsten (10:2). Bij Gibeon zijn nog drie steden aangesloten. Bekrachtigden dit met een eed: bij het zweren wordt de heilige naam van God aangeroepen. Deze eed moet voor altijd worden gehouden, ook al heeft men tot zijn schade gezworen (Psalm 15:4). In 2 Sam. 21 lezen we van de schuld die Saul over het hele volk afroept als hij wel een poging doet de Gibeonieten uit te roeien. God vergeldt dit met een hongersnood. Houthakkers en waterputters voor het heilig-dom van mijn God: houthakken en waterputten waren taken voor het werk in de tabernakel. Het waren zware, lichamelijke taken. Door de Chiwwieten deze taken te geven hoeven ze niet door Israëlieten gedaan te worden. De Chiwwieten gaan zo deel uitmaken van het volk Israël. Aandachtspunten bij de vertelling � De stadskoningen rond de Jordaan zijn al-

lemaal vreselijk bang (Joz.5:1) maar niet van plan zich over te geven. Nu ze horen wat er met Jericho en Ai is gebeurd, zien ze in dat tegenstand van iedere afzonder-lijke stad zinloos is. Daarom besluiten ze samen te strijden tegen Israël. De Chiw-wieten kiezen voor een list en doen niet mee in dit verdrag.

� De kern in dit verhaal is dat alleen voort-durend contact met God bewaart voor misstappen. De list van de Chiwwieten slaagt, omdat de Israëlieten vergeten de Heer om raad te vragen! Israël kijkt naar de uiterlijke dingen: kapotte kleding, oud brood, vermoeide mensen.

� Jozua en de oudsten weten dat God hun streng heeft verboden een verbond te slui-ten met de inwoners van Kanaän (Ex. 34:12; Deut. 7:2). Het gevaar van afgoderij is te groot. Daarom twijfelen ze om het verbond te sluiten met de Chiwwieten. Ze laten zich overhalen door de overtuigings-kracht van de mannen van Gibeon.

� De Chiwwieten zijn slim! Ze weten de juis-te toon te treffen door hun ontzag uit te spreken voor de naam en de daden van God. Hierbij noemen ze expres de gebeur-tenissen niet die pas gebeurd zijn. Ze ko-

men van zo ver dat ze die nog niet ge-hoord hebben!

� Uitgebreid kan verteld worden over de versleten sandalen en kleren; de kapotte waterzakken; het oude, verkruimelde brood.

� Wel betrekken de Israëlieten de Here in hun belofte het leven van de Chiwwieten te sparen.

� De dag na het vertrek van de Chiwwieten maakt het volk zich klaar voor het vertrek. Op de dag erna bereiken zij Gibeon. Ver-tel over het leger dat van plan is aan te vallen. Het zou zo gebeurd kunnen zijn, dat opeens de poort opengaat en dezelfde mannen naar buiten komen! Nu met kle-ren die heel zijn. De verbazing en ontzet-ting van het volk zijn groot! Ze weten dat ze dom zijn geweest. Ze hebben de Here niet betrokken in het verbond! De Chiw-wieten beroepen zich op de eed dat ze niet gedood mogen worden, maar weten dat ze slaven zullen zijn van Israël.

Introductie op de les Neem oud brood mee en een kledingstuk met slijtplekken. Praat er samen over door hoe dat kan komen en over de verschillen tussen oud of nieuw. Afsluiting van de les Welk slimme plan hebben de Chiwwieten be-dacht? Waarom lukt hun plannetje?

Page 10: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 10 Hoofdstuk 22 God wint!

HOOFDSTUK 22 - DAG 4 GOD WINT! KNIEBOEK Plaat Op deze plaat staat de overwinning op Jericho. Laat de leerlingen vertellen wat en wie ze zien. Betrek de vragen daarbij. Plan Het woord is deze week plan. Weten de leer-lingen nog wie er een plan bedenken? Achan bedenkt het plan om mooie spullen te verstop-pen. Na de nederlaag op Ai bedenkt Jozua een goed plan om Ai in te nemen. De Gibeonieten/ Chiwwieten hebben een slim plan om Jozua te bedriegen. Vraag 10 kan hieraan gekoppeld worden. Verstoppen Het begraven van iets moois zoals de leerlin-gen het misschien wel eens hebben gedaan. Een sterk gebouw Een kasteel met dikke, stevige muren zoals bij Jericho. Is er wel eens iemand in een kasteel geweest? Heb je wel eens op zo’n muur ge-staan? (foto = Muiderslot) Wijnzak Dit is een zak waarin men wijn doet om mee te nemen, zoals in het verhaal bij de Gibeonie-ten/Chiwwieten. WERKBOEK Kleur de vakjes met * rood. Er ontstaat het woord RACHAB. Extra suggestie Stad bouwen van houten blokken. Muren waar huizen op kunnen staan. Naspelen van de list bij Ai.

Page 11: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 11 Hoofdstuk 23 Rechters

HOOFDSTUK 23 RECHTERS Dag 1 Debora en Barak

Rechters 4 – 5 Dag 2 Gideon geroepen

Rechters 6 Dag 3 Strijd van Gideon

Rechters 7 Dag 4 Rechters

Knieboek Werkboek p. 24

Thema Rechters wijzen de rechte weg naar God Algemene informatie In dit hoofdstuk woont het volk na zijn verove-ringen eindelijk in het beloofde land. Maar Is-raël lijdt onder de aanvallen van andere vol-ken. Er is onderdrukking en honger. God laat de overheersers toe, omdat het volk Baäl, een afgod, vereert. De rechters helpen het volk de vijand te overwinnen en wijzen het volk op de wetten van God. Ze wijzen de rechte weg naar God. In het eerste verhaal roept Debora Barak op om tegen Sisera te vechten. Debora is als on-dersteuning bij het gevecht. De Kenitische Jaël zorgt voor de uiteindelijke overwinning op Si-sera. In het tweede en derde verhaal speelt Gideon de hoofdrol. Hij wordt door God geroepen om het volk te verlossen van de Midjanieten. Gi-deon denkt klein van zichzelf. Door Gods over-tuiging gaat hij de strijd aan en keert zich tegen de Baäl en de overheersers. God geeft de overwinning aan Gideons kleine leger door pa-niek en een slimme oorlogstactiek. Doelstellingen Aan het einde van het hoofdstuk: � begrijpen de leerlingen waarom Israël tel-

kens wordt aangevallen; � weten de leerlingen waarom er rechters

zijn in Israël; � weten de leerlingen welke opdracht Debo-

ra aan Barak geeft; � kunnen de leerlingen vertellen hoe Barak

wint van Sisera's leger; � weten de leerlingen hoe Israël wordt ge-

teisterd door de Midjanieten; � kunnen de leerlingen vertellen hoe Gideon

geroepen en overtuigd wordt; � weten de leerlingen hoe Gideon wint van

de Midjanieten; � begrijpen de leerlingen dat het volk alleen

met God kan winnen. Liederen � Psalm 81:10 - Ach, mocht Israël

� Gereformeerd Kerkboek Gezang 121: 6 - Hij, de Heer gaat voor ons uit

� AWN III, 3 - Dit is het lied van Gideon � Ook uit de mond II, 19 - Gideon, een dap-

per man � Opwekking voor kinderen 12 - De wapen-

rusting � Jan Visser - Hou maar vol � Elly en Rikkert, CD Witte zwanen zwarte

zwanen - Gideon, dappere held � Elly en Rikkert, CD Bellen blazen - Doe je

wapens aan

Page 12: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 12 Hoofdstuk 23 Rechters

HOOFDSTUK 23 - DAG 1 DEBORA EN BARAK Verteltekst Rechters 4 - 5 Achtergrondinformatie Barak: een krijgsheld uit de vrijstad Kedes in Naftali. Jaël de Keniet: de Kenieten zijn opgetrokken met de tocht van Juda en Simeon en hebben zich gevestigd bij Arad. Tussen Israël en de Kenieten is een goed bondgenootschap. Lied: in de bijbelse tijden is het gebruikelijk om na een overwinning een overwinningslied te la-ten horen. In Israël had het verschillende func-ties: om God te eren, verkondigen van Gods grote naam aan andere volken en het vastleg-gen van belangrijke gebeurtenissen. Aandachtspunten � Na de lange woestijnreis en de veroverin-

gen in Kanaän woont het volk in het be-loofde land. Het volk is hun bestaan in het land aan het opbouwen. De rechters ge-ven leiding aan de Israëlieten in noodsitu-aties. Ze waarschuwen de mensen voor de gevolgen als de wetten van Mozes worden overtreden. In het boek Rechters komt naar voren dat het volk God ontrouw is en dat dit leidt tot onderdrukking en el-lende. Berouw en inkeer brengen juist redding en voorspoed.

� In dit verhaal spelen twee vrouwen de hoofdrol in de strijd tegen de vijanden van Israël. Debora en Jaël doen dingen die de mannen eigenlijk hadden moeten doen, maar nalaten.

� Vertel dit verhaal vanuit Barak. Hij geeft gehoor aan Debora's oproep om in op-stand te komen. Hij heeft de onderdruk-king van Jabin in zijn grondgebied onder-vonden. Barak staat erop dat Debora meegaat naar de vlakte. Hij vindt het moeilijk om ervan uit te gaan dat God met hem is en de overwinning geeft. Hij gaat alleen als Debora aanwezig is, want haar krachtdadig optreden, haar geloof en pro-fetische gaven nemen zijn angst weg. Haar vertrouwen op God maakt sterk.

� Het volk leeft 20 jaar in verdrukking onder Jabin. Zijn veldheer Sisera maakt de dienst uit. God zorgt voor deze onderdruk-king, omdat het volk andere goden vereert en trouwt met andere volken.

� De stammen Naftali en Zebulon hebben het meest te lijden onder de onderdruk-king van Jabin. Daarom geeft Debora aan hen de opdracht de strijd aan te gaan met Jabin.

� Debora en Barak gaan naar de vlakte van Jizreeël. Aan de voet van de Tabor bij de beek Kison legert Sisera zijn leger. Barak stormt met zijn leger de Tabor af en God zorgt voor verwarring in het leger. Er breekt noodweer uit en het water van de Kison overvalt hen (Rechters 5:21).

� Jaël de Keniet ontvangt Sisera vriendelijk en gastvrij. Ze geeft hem zelfs melk in plaats van water. Dan doodt ze hem on-verwachts met de tentpin. Het is niet ver-standig om dit gedeelte te gedetailleerd te vertellen. Blijf bij korte feiten en maak er niet een eng en spectaculair verhaal van.

� Sisera sterft, zoals Debora geprofeteerd heeft. Jabin verliest zijn macht over Israël. Er breekt nu een lange periode van 40 jaar rust aan.

Introductie op de les Hoe is het volk Israël in het land Kanaän ko-men wonen? Afsluiting van de les Waarom komen er rechters in het land?

Page 13: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 13 Hoofdstuk 23 Rechters

HOOFDSTUK 23 - DAG 2 GIDEON GEROEPEN Verteltekst Rechters 6 Achtergrondinformatie Midjanieten: een woestijnvolk ten zuiden van Kanaän. Midjan is een zoon van Abraham en Ketura. Wijnpers: een grote stenen badkuip. De drui-ven worden in de kuip gegooid. De mannen trappen op blote voeten op de druiven. Ze houden zich vast aan touwen die aan een dwarsbalk waren vastgebonden. Tarwe dorsen: de graankorrels worden van de halmen verwijderd. Dit kan Gideon doen door er op te trappen of er met een zware knots op te slaan. Dan wordt het gezeefd om het stof te verwijderen. Als laatst wordt het graan in de lucht gegooid, zodat de wind het kaf weg laat waaien. Baäl: symbool van de vruchtbaarheid en de kracht van de Kanaänieten. Hij zorgt voor de levenwekkende regens. Meestal wordt hij voorgesteld als een stier. Om hem te vereren, worden er veel offers gebracht en gedanst. Men verwondt zich en offert zelfs kinderen aan Baäl. Ramshoorn: door op de ramshoorn te blazen worden de Israëlieten opgeroepen om zich te verzamelen voor een gevecht tegen de vijand (Rechters 3:27). Dauw: valt van mei tot oktober en zorgt in de droge maanden voor plantengroei. Deze dauw is veel natter dan in onze landen. Aandachtspunten � Vertel dit verhaal vanuit Gideon. � Israël wordt geteisterd door de invallen

van de Midjanieten. Ze plunderen de oogst en vernielen het land. Het leger is groot. De Israëlieten zijn bang en verstop-pen zich en hun bezittingen in grotten en bergspleten. Gideon is erg voorzichtig als hij graan dorst. Stel dat de Midjanieten zien dat hij tarwe in de wijnpers dorst en verstopt.

� De vader van Gideon vereert Baäl en heeft voor hem een altaar opgericht. Veel Israëlieten vereren naast God, Baäl. Als straf voor deze zonde straft God het volk door invallen van andere volken.

� De engel geeft Gideon opdracht om tegen zijn vaders afgodendienst in te gaan. Hij moet de heilige stier offeren aan God en het altaar van Baäl neerhalen. Gideon haalt door deze actie de woede van zijn familie en stadsgenoten op de hals. Daar-om voert Gideon Gods opdracht 's nachts uit. Als het uitkomt, willen ze hem doden.

Maar Gideons vader Joas reageert net als Gamaliël (Hand. 5:38): Baäl kan voor zichzelf strijden.

� Gideon krijgt drie wonderen om hem te overtuigen van zijn roeping om rechter te zijn. Gideon voelt zich in eerste instantie niet geroepen om Israël te bevrijden. Maar God vraagt Gideon om Hem te volgen en onvoorwaardelijk naar hem te luisteren. Het gaat Hem niet om zijn mogelijkheden, karakter, rijkdom of leeftijd. Gideon gaat het volk bevrijden van de vijand. De heili-ge Geest geeft hem wijsheid en moed om deze roeping aan te kunnen.

Introductie op de les Bespreek met de kinderen ervaringen van dauw. Heb jij wel eens meegemaakt dat het gras nat is na een nacht zonder dat het gere-gend heeft (op de camping?). Afsluiting van de les Wat is het wonder van de wol?

Page 14: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 14 Hoofdstuk 23 Rechters

HOOFDSTUK 23 - DAG 3 STRIJD VAN GIDEON Verteltekst Rechters 7 Achtergrondinformatie Leger van Midjan: een groot leger, zoveel als een zwerm sprinkhanen die alles opvreet en ontelbaar is als zandkorrels (Rechters 7:12). Lege kruik: waarschijnlijk van klei. Dit is het meest gebruikte en goedkoopste materiaal in de pottenbakkerij. Fakkel: een in pek gedompelde lap die om een stok wordt gewikkeld. Door het heen en weer te zwaaien, ontvlamt het smeulende vuur. Middelste nachtwake: ongeveer 10 uur 's avonds. Aandachtspunten � Vertel het verhaal vanuit Gideon, net als

bij de vorige vertelling. Door het verhaal heen leert God Gideon op Hem vertrou-wen, want God maakt zijn leger steeds kleiner.

� Gideon heeft een groot leger opgetrom-meld. Maar God wil dat alleen Hij de eer krijgt voor de overwinning. God is de enige die het volk zal bevrijden van de Midjanie-ten. Eerst worden de bange mannen naar huis gestuurd. Maar God vindt het leger nog te groot. Alleen de mannen die het water oplikken mogen meevechten. Het zou kunnen zijn dat deze mannen door hun haastige drinken meer uithoudings-vermogen hebben. Voor Gideon zal het frustrerend zijn geweest dat er steeds meer soldaten vertrekken. Het uiteindelijke leger van 300 toegewijde mannen gaan het opnemen tegen het enorme leger (120.000) van Midjan.

� Om Gideon moed te geven, laat God hem een profetie horen in het kamp van de Midjanieten. Zelfs deze soldaten weten al dat Gideon hen zal overwinnen. God maakt Gideon sterk.

� Het leger van Gideon wordt in drie groe-pen verdeeld en ze naderen het leger van verschillende kanten. Door al het lawaai en het licht lijkt het of een enorm leger de Midjanieten aanvalt.

� Het is heel ongebruikelijk om 's nachts te vechten. Het hele leger is in rust en er wordt net van wacht gewisseld. Het leger van Midjan raakt dan ook helemaal in pa-niek door de duisternis, het vuur en het lawaai. In het donker doden ze elkaar.

� Het is een onvoorstelbaar wonder van God dat Gideon wint van dit enorme leger. Het volk ziet Gideon als held en ze zijn

hem heel dankbaar voor zijn heldendaad (Rechters 8: 22 en 35).

� Midjan is nooit meer sterk geworden. Gi-deon heerst nog 40 jaar in Israël. Er is rust in het land.

Introductie op de les Welke opdracht krijgt Gideon? Afsluiting van de les Waarom vecht Gideon maar met 300 man?

Page 15: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 15 Hoofdstuk 23 Rechters

HOOFDSTUK 23 - DAG 4 RECHTERS KNIEBOEK Plaat Het is nacht. Bespreek met de leerlingen wat Gideon aan het doen is. Waarom doet hij het stiekem in het donker? Kunnen deze afgoden Gideon iets doen? Benadruk Gods grootheid. Hij helpt Gideon om dapper te zijn. Weten de leerlingen nog meer voorbeelden van Gods hulp aan Gideon? Altaar Laat de leerlingen uitleggen wat een altaar is. Bespreek met de leerlingen hoe een altaar er-uit ziet en wat er gebeurt. Vertel dat Gods volk veel offers bracht om vergeving te vragen en Hem te bedanken. Weten de leerlingen welk offer Jezus heeft gebracht? Begrijpen de leer-lingen dat wij nu geen offers meer hoeven te brengen. In Jezus’ naam mogen wij tot God komen. Water uit de kraan Bekijk met de leerlingen op wat voor manier de kinderen uit de kraan drinken. Kennen zij nog meer manieren? Bespreek met de leerlingen het verhaal van Gideon en zijn kleiner worden-de leger. Bidden Bespreek met de leerlingen waar zij voor bid-den. Aan Hem mag je wijsheid vragen zoals Debora van God kreeg. Als je bang bent, mag je Hem vragen om rust en moed zoals Gideon van God kreeg. Ramshoorn Als de ramshoorn klinkt, is dat een alarmsig-naal. De vijand is in het land en er moet ge-vochten worden. Alle mannen komen bij elkaar om een leger te vormen. Laat via de site http://tovclub.nl/jodendom/voorwerpen/ramshoorn.html#article het geluid van een ramshoorn horen. WERKBOEK Puzzeltje Onder de boom zit Debora. In de blaadjes van de boom zitten woorden verstopt. Laat de leer-lingen de letters verbinden om de woorden te vormen. Alle letters van een woord zitten aan dezelfde tak. De woorden in de boom zijn: altaar, afgod, kruik, winnen, rechter, vacht.

Page 16: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 16 Hoofdstuk 24 Een sterke man

HOOFDSTUK 24 EEN STERKE MAN Dag 1 Simsons geboorte

Rechters 13 Dag 2 Simsons huwelijk

Rechters 14 en 15 Dag 3 Simson en Delila

Rechters 16 Dag 4 Een sterke man

Knieboek Werkboek p. 25

Thema Simson, de sterkste man van de wereld!? Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over Simson. Simson is een rechter. Simson is vanaf zijn geboorte een Nazireeër. Dit betekent dat hij toegewijd is aan God. Ook is Simson ‘de sterkste man van de wereld’. Daardoor kan hij het in zijn eentje opnemen tegen de Filistijnen. In de vertellingen komt aan de orde dat Simson door de Geest van God zo sterk is, dat hij de vijand kan doden. Simson is heel sterk; hij doodt met zijn handen een leeuw. Daarnaast wordt er verteld dat deze sterke man niet sterk in zijn schoenen staat, maar kiest voor verkeerde vrouwen. Hij laat zich verleiden als vrouwen vragen naar zijn ge-heim. In de eerste vertelling gaat het over de bijzon-dere aankondiging van Simsons geboorte en komt de uitleg van het nazireeërschap naar voren. De tweede vertelling gaat over de ongehoor-zame houding van Simson ten aanzien van zijn nazireeërschap en zijn keus voor een hei-dense vrouw. In de laatste vertelling wordt er verteld dat Simson nog een keer voor een heidense vrouw kiest. Deze weet het geheim waarom hij zo enorm sterk is aan Simson te ontfrutselen. Simson neemt in zijn zelfgekozen dood veel vijanden van Gods volk, de Filistij-nen, mee. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � kunnen de leerlingen vertellen hoe Ma-

noach en zijn vrouw horen dat ze een ba-by krijgen;

� weten de leerlingen wat het nazireeër-schap inhoudt;

� kunnen de leerlingen vertellen welke ver-keerde keuzes Simson maakt;

� kunnen de leerlingen vertellen hoe Simson gevangen genomen wordt;

� weten de leerlingen waarom Simson heel sterk is en toch heel zwak.

Liederen � Psalm 116 - God heb ik lief � Opwekking 451 - Ik hef mijn ogen � Opwekking 122 - Ik vermag alle dingen � Jan Visser, CD Zingen maakt blijf - Alles

maakt een kloof � AWN, dl II, 7 - Simson � Ook uit de mond der kinderen 9 - Simson

is een sterke held

Page 17: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 17 Hoofdstuk 24 Een sterke man

HOOFDSTUK 24 - DAG 1 SIMSONS GEBOORTE Verteltekst Rechters 13 Achtergrondinformatie Op een dag verscheen bij haar een engel van de Heer: in de bijbel komt het vier keer naar voren dat er een engel een zwangerschap voorspelt: Isaak, Simson, Johannes de Doper en Jezus. Hij zal een begin maken met de bevrijding van Israël uit de greep van de Filistijnen: Simson maakt een begin met de verlossing van Israël uit de macht van de Filistijnen. Samuël en Da-vid maken het werk af. Filistijnen: zeevarend volk, bewoont de kust-strook van Israël. Nazireeër: iemand die zich voor een tijdje of voor de rest van zijn leven toewijdt aan God. Hij legt hiervoor een bepaalde gelofte af en volgt specifieke leefregels. Zo mag een nazi-reeër zijn haar niet afscheren, geen wijn drin-ken en het is verboden een dode aan te raken (Numeri 6:1-21). Voor de moeder van Simson gelden de leefregels gedeeltelijk ook tijdens haar zwangerschap. Wonderbaar: naam van God waarmee gewe-zen wordt op de goddelijkheid van de engel van de HEER. Simson: betekent zonnetje. Hij brengt aan het begin van zijn leven zonneschijn in het huis van zijn ouders en later voor Israël. Aandachtspunten � Vertel vanuit het perspectief van de moe-

der van Simson � Benadruk in de vertelling de ontmoeting

en belofte van de engel aan de moeder van Simson. Dit is heel bijzonder! De tweede ontmoeting van beide ouders en de engel is een verhoring van het gebed. Bijzonder is dat er in de tijd van afgoderij toch mensen blijven geloven in God! En bijzonder dat God het gebed verhoort!

� Er is blijde verwachting bij de ouders dat ze ondanks onvruchtbaarheid toch een kind krijgen en de blijde verwachting dat dit een heel bijzonder kind is! Een kind waar veel van verwacht mag worden! Ma-noach bidt tot God. Hij wil precies weten hoe hij zijn kind moet opvoeden. De ou-ders zijn vrome mensen. Ze bidden om wijsheid en doen de wil van God.

� Het leven van Simson valt helemaal bin-nen de tijd van de Filistijnse overheersing. Vanwege de afgoderij van de Israëlieten geeft de Heer de Israëlieten over in de macht van de Filistijnen, 40 jaar lang. Simson is 20 jaar rechter.

Introductie op de les Wat doen je vader en moeder allemaal als ze alles klaarmaken voor een baby? Afsluiting van de les Hoe maken Manoach en zijn vrouw zich klaar voor de komst van de baby?

Page 18: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 18 Hoofdstuk 24 Een sterke man

HOOFDSTUK 24 - DAG 2 SIMSONS HUWELIJK Verteltekst Rechters 14 en 15 Achtergrondinformatie Ik zou willen dat u haar voor mij ten huwelijk vraagt: de keus van de vrouw is zaak van de vader van de man. Geitenbokje: traditioneel geschenk (Genesis 38: 17, 20, 23). Drieduizend Judeeërs: zeer grote groep man-nen, ze zijn bang voor Simson en komen met een enorm leger om Simson op te halen en hem uit te leveren. Het bot was nog hard (van de ezelskaak): een jong bot, dan is deze nog hard en sterk. Ramat-Lechi: betekent kaakheuvel En-Hakkore: betekent bron van hem die roept. Aandachtspunten � Dit verhaal kan verteld worden vanuit het

perspectief van Simson. � God zorgt ervoor dat Simson verliefd

wordt op een Filistijns meisje (vers 4). Hij trouwt met haar en geeft tijdens het huwe-lijksfeest aan een groep Filistijnen een raadsel op. De vrouw van Simson wordt ontzettend onder druk gezet door leef-tijdsgenoten. Ze huilt en zeurt bij Simson om het antwoord te ontfrutselen. Simson kan geen weerstand bieden aan zijn vrouw. Vervolgens komen er wraakacties over en weer: tussen Simson en de Filis-tijnen.

� De ouders van Simson willen niet dat Simson met een Filistijns meisje trouwt. God heeft dit verboden, omdat er dan snel afgoderij in huis komt.

� Door het doden van een leeuw laat God Simson zien dat Hij hem sterk maakt voor de strijd tegen de Filistijnen (Hebreeën 11:32, 33).

� Simson heeft geen honing uit de bek van de leeuw mogen halen. De honing is ver-ontreinigd, omdat het in een karkas zit. Hierdoor wordt Simson ook verontreinigd en komt in aanraking met een dode. Dit is vanwege het nazireeërschap verboden. Vervolgens verontreinigt Simson zijn ou-ders ook door hun van de honing te geven (Leviticus 11). Hij verzwijgt opzettelijk waar hij de honing vandaan heeft. En op de bruiloft maakt hij een grap van het hele gebeuren. Zijn gebrek aan gehoorzaam-heid aan de Heer leidt uiteindelijk tot zijn ondergang. Wanneer alles fout loopt, zo-wel het raadsel als de trouwplannen, wendt hij zich nog niet tot de Heer.

� Doordat Simson 30 Filistijnen doodt en hun lichaam aanraakt om de kleren ervan af te halen, verbreekt hij nog een keer zijn nazireeërbelofte.

� In de tijd van de rechters komt Juda in geen enkele strijd de stammen te hulp. En nu willen ze ook meteen Simson uitleve-ren op verzoek van de Filistijnen. Ze zijn handlangers van de vijand.

Introductie op de les Wat gebeurt er allemaal bij een trouwerij? Afsluiting van de les Waarom neemt Simson niet zijn vrouw mee naar huis als ze getrouwd zijn?

Page 19: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 19 Hoofdstuk 24 Een sterke man

HOOFDSTUK 24 - DAG 3 SIMSON EN DELILA Verteltekst Rechters 16 Achtergrondinformatie Gaza: de zuidelijkste en grootste stad van de Filistijnen En droeg het weg: Simson draagt de deuren van de stadspoorten naar de top van berg, een afstand van meer dan 50 kilometer. Elfhonderd sjekel zilver: bijzonder veel geld voor die tijd. Ongeveer 18 kilo aan zilver. Staken zijn ogen uit: wanneer koningen en an-dere belangrijke personen in handen van hun vijanden vallen, worden vaak hun ogen uitge-stoken. Bij Simson steken ze ook zijn ogen uit, omdat Simson de Filistijnen veel schade heeft berokkend en zij willen geen last meer van hem hebben als hij zou ontsnappen. Dagon: de nationale god van de Filistijnen. Aandachtspunten � Vertel het verhaal vanuit Simson. � De essentie van dit verhaal is dat Simson

voor de tweede keer met een Filistijns meisje trouwt. Hij bezwijkt voor haar ver-leiding en vertelt het geheim van zijn kracht. Door zijn ontrouw aan God, sterft hij.

� Simson is de sterkste man van de wereld! Hij moet alleen vechten tegen de Filistij-nen. Daarom willen de Filistijnen een plan maken om hem uit de weg te ruimen. De verschillende stadsvorsten komen samen, maken een plan en hebben hier enorm veel geld voor over.

� Simson laat zien dat hij zich diep in het land van de Filistijnen durft te begeven door naar Gaza te gaan. Hij is overmoedig en denkt dat hij onoverwinnelijk is.

� De hoer in Gaza en Delila bedriegen Simson. Ze doen alsof ze van hem hou-den, maar ze willen zijn geheim weten. Simson is niet op zijn hoede en bedriegt eigenlijk zichzelf door te denken dat hij al-les onder controle heeft (vers 20). Maar hij vergist zich.

� De Filistijnen hebben Simson niet in zijn slaap gedood. Ze willen hem martelen en kunnen bespotten.

� De Filistijnen maken van de sterkste man een hulpeloze, blinde man. Ze vernederen hem door hem te dwingen om graan te malen. Een taak die meestal door vrou-wen en slaven wordt gedaan. Hij moet dit doen in de gevangenis van Gaza. Daar waar hij de deuren uit de poorten had weggedragen.

� Simson is blind. De zonde maakt blind. Simson wandelt in duisternis en sterft in duisternis. God heeft Simson vergeven en geeft hem zijn kracht terug, maar God geeft hem niet zijn gezichtsvermogen of zijn vrijheid terug. Simson heeft door zijn dood nog een grote overwinning behaald op de vijand, maar hij heeft in zonde ge-leefd. Hij heeft de vijand van God gedood, maar hij heeft niet als Gods vriend ge-leefd. God verhoort het gebed van Simson. God laat hier ook zien dat Hij sterker is dan Dagon.

Introductie op de les Waarom zijn de Filistijnen bang voor Simson? Afsluiting van de les Waarom mag het haar van Simson er niet af?

Page 20: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 20 Hoofdstuk 24 Een sterke man

HOOFDSTUK 24 - DAG 4 EEN STERKE MAN KNIEBOEK Plaat Wat gebeurt er op de plaat? Wie zijn die drie mannen op de voorgrond? Waarom juicht er iemand? Wat ligt er links onder op de plaat? Vervolgens bespreek je de vragen. Sterk Op wie heeft het woord betrekking? Samen sterk? Wat zie je getekend? Hoeveel mannen zijn er nodig om een poort te tillen? Is het gemakkelijk om deze poort te tillen? Wat deed Simson met de poort? Honingproducten Wat zie je op de foto? Wie lust er honing? Wat voor smaak heeft het? (zoet) Kaak Wie weet wat hier getekend staat? (ezelskaak) Waarvoor heeft Simson dit gebruikt? WERKBOEK Nadat de kinderen de getallen hebben verbon-den, kunnen ze de naam Simson eronder schrijven of stempelen.

Page 21: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 21 Hoofdstuk 25 Zoon van God

HOOFDSTUK 25 ZOON VAN GOD Dag 1 Twaalfjarige Jezus in de tempel

Lucas 2: 41 – 52 Dag 2 Johannes de Doper, de doop van

Jezus Mattheus 3 Lucas 3

Dag 3 Verzoeking in de woestijn Lucas 4 : 1 – 13

Dag 4 Zoon van God Knieboek Werkboek p. 26

Thema Jezus is de Zoon van God Algemene informatie In deze week horen de leerlingen op welke manier het werk van de Heer Jezus begint. In het eerste verhaal gaat de twaalfjarige Je-zus het Pesach vieren in Jeruzalem. Na het feest gaat iedereen naar huis, behalve Jezus. Voor de mensen is Jezus de zoon van Jozef en Maria, maar tegelijk is Hij de beloofde Me-sias. Hij blijft bij de Schriftgeleerden in de tem-pel om vragen te stellen en te luisteren. Hij is thuis bij Zijn Hemelse Vader. In het tweede verhaal maakt Johannes de komst van de Messias bekend aan de men-sen. Veel mensen laten zich dopen. Johannes mag ook Jezus dopen. Op deze manier kan Jezus de zonden van de mensen op Zich ne-men om hen ervan te verlossen. Jezus plaatst zich naast de mensen. In het derde verhaal strijdt de duivel met Jezus in de woestijn door Hem tot zonden te verlei-den. In tegenstelling tot de duivel gebruikt Je-zus Gods Woord goed. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk � weten de leerlingen waarom Jezus in de

tempel achterblijft; � kunnen de leerlingen vertellen dat Jezus

mens en tegelijk de Zoon van God is; � kunnen de leerlingen vertellen welke

boodschap Johannes voor de mensen heeft;

� weten de leerlingen wat er gebeurt bij de doop;

� weten de leerlingen op welke drie manie-ren de duivel Jezus probeert te verleiden;

� begrijpen de leerlingen hoe Jezus stand houdt tegen de duivel.

Liederen � Psalm 134:3 - Uit Sion dale op u neer

� Elly en Rikkert, CD Vertel het aan de mensen, Een boom vol liedjes (1) - Vertel het aan de mensen

� AWN III, 7 - Jezus, diep in de woestijn � AWN III, 8 - Johannes weet het ook niet

meer � AWN IV, 15 - De twaalfjarige Jezus � Opwekking voor kinderen 22 - Ik volg de

Heer � Opwekking voor kinderen 76 - Vrede van

God � Opwekking voor kinderen 98 - Vul mij met

uw Geest

Page 22: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 22 Hoofdstuk 25 Zoon van God

HOOFDSTUK 25 - DAG 1 TWAALFJARIGE JEZUS IN DE TEMPEL Verteltekst Lucas 2:41-52 Achtergrondinformatie Pesachfeest: men viert de bevrijding uit Egyp-te. God heeft opgedragen dit feest jaarlijks te vieren. Vaders hebben de opdracht om hun kinderen tot hun 13

e jaar zelf mee te nemen

naar de Joodse feesten (Pesach, Wekenfeest en Loofhuttenfeest). Vanaf hun 13

e jaar heb-

ben de kinderen zelf de verantwoordelijkheid om zich aan dit gebod te houden. Joodse opvoeding: vanaf 5 jaar krijgt een jon-gen op school bij de synagoge onderwijs in de wet. Vanaf zijn 12

e jaar wordt van hem ver-

wacht dat hij de Wet gehoorzaamt. Gebruikelijke pelgrimstocht: voor de veiligheid reist men in een reisgezelschap. Dit zijn meestal mensen uit eigen dorp of stad. Onge-veer 100.000 mensen maken de pelgrimstocht. Vanuit Nazaret is het ongeveer 180 km. naar Jeruzalem. In een dag reist men ongeveer 40 km. Waar hij tussen de leraren zat: zitten is de houding van een leerling. Joodse leerstijl: de leerling stelt vragen naar aanleiding van een verhaal. Voortaan hun gehoorzaam: Jezus gehoor-zaamt Gods wet door zijn ouders te gehoor-zamen. Aandachtspunten � Vertel het verhaal vanuit Jozef. Hij praat

tijdens de reis met Jezus over het Pesach-feest en geeft een beschrijving van Jeru-zalem.

� Voor Jozef en Maria is het waarschijnlijk een goede gewoonte om naar Jeruzalem te reizen voor het Pesach. Als ouders ne-men ze Jezus, voor zijn geloofsopvoeding, mee naar de tempel. Tijdens de reis zin-gen de pelgrims psalmen over de reis naar Jeruzalem (Psalm 120 – 135, het groot Hallel, bij het Pesach werd vaak Psalm 113-118 gezongen, het Hallel of halleel). Het is voor Jezus niet de eerste keer dat hij naar Jeruzalem gaat.

� Als het Pesach voorbij is, gaan alle pel-grims terug naar hun dorp. Het zal een enorme drukte zijn geweest. Daardoor lo-pen de mensen ver uit elkaar. Door de drukte hebben Jozef en Maria niet door dat Jezus niet mee terugreist.

� Jezus krijgt van de heilige Geest wijsheid die de Schriftgeleerden verbaast. Jezus stelt vragen die doordacht zijn en niet passen bij zijn leeftijd.

� Uit Maria's reactie blijkt dat ze heel onge-rust is geweest over de verdwijning van Jezus. Zij vraagt Jezus om haar gevoel te begrijpen, maar Jezus wil dat zij Hem be-grijpt. Jezus is nu thuis bij zijn Vader!

� Jezus reist met zijn ouders terug naar Na-zaret. Hij kan niet in de tempel bij zijn he-melse Vader blijven. In de komende 18 jaar groeit Hij verder op in Nazaret. Vanaf zijn 30

e jaar zal Hij in het openbaar optre-

den. Introductie op de les Om de overstap van het Oude Testament naar het Nieuwe Testament te maken: In welke twee delen is de Bijbel opgedeeld? Waar gaat het Oude Testament over en waar gaat het Nieuwe Testament over? Afsluiting van de les Wat doet Jezus in de tempel?

Page 23: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 23 Hoofdstuk 25 Zoon van God

HOOFDSTUK 25 - DAG 2 JOHANNES DE DOPER, DE DOOP VAN JEZUS Verteltekst Mattheus 3, Lucas 3 Achtergrondinformatie In de woestijn van Judea: oostelijke helling van het gebergte van Judea, zich uitstrekkend tot aan de Dode Zee. Ruwe mantel van kameelhaar en sprinkhanen: de kleding en het eten staan voor soberheid. Het doet denken aan de profeet Elia. De bijl ligt aan de wortel van de boom: de dag van de Heer zal een dag van heil en een dag van oordeel zijn. Niet goed genoeg om zijn sandalen voor hem te dragen: dit is een zeer vernederend werk, alleen van een heidense slaaf wordt dit werk verwacht. Aandachtspunten � De boodschap van Johannes is dat er be-

kering moet plaatsvinden, want het Ko-ninkrijk van God is nabij. Het gaat niet om zijn persoon, maar om de boodschap die hij brengt (Jesaja 40:3). Johannes is als een heraut die aankondigt dat de Messias (Christus) dichtbij is (Maleachi 3:1).

� Johannes brengt ander nieuws, een radi-cale boodschap. Er is na 400 jaar weer een profeet die preekt over het goed ma-ken met God. Hij roept op om na te den-ken over de dingen die de mensen ver-keerd doen. Johannes is heel stellig dat de mensen moeten laten zien dat ze be-rouw hebben.

� Johannes noemt de Schriftgeleerden ' Ad-dergebroed'. De Schriftgeleerden vertrou-wen teveel op hun afkomst: kinderen van Abraham. Ze denken dat zij de woede van God kunnen ontlopen en verzinnen hun eigen vluchtweg (net als slangen die weg-kruipen als er brand is). De Schriftgeleer-den zijn ook schuldig aan zonden en heb-ben vergeving nodig. Jezus gebruikt de-zelfde woorden richting de Schriftgeleer-den als ze anderen veroordelen en regels voorschrijven. Ze kijken niet in hun eigen hart en leven voor de buitenwereld goed (Mattheüs 23:33).

� In vers 10 – 14 geeft Johannes heel con-creet aan wat de mensen zelf kunnen doen binnen hun eigen leefwereld.

� De mensen zijn onder indruk van Johan-nes preken en vragen zich zelfs af of hij misschien de Messias is. Maar Johannes maakt zich klein voor de ware Messias. Johannes is het zelfs niet waard Zijn san-daal los te maken.

� Johannes doopt met water. De Messias zal nog meer geven. Hij doopt met de Hei-lige Geest. Veel mensen laten zich dopen door Johannes. De doop is een voorberei-ding op vergeving van zonden door de Messias. De mensen laten hun berouw over hun zonden en bekering zien

� Jezus plaatst zich naast Johannes en het volk door zich te laten dopen. Op deze manier kan hij het volk redden van de zonden en kan er gerechtigheid plaatsvin-den.

� Uit de hemel komt de Heilige Geest als een duif. Dit dier wordt als offer gebruikt en laat zachtmoedigheid zien. God zalft Zijn zoon Jezus voor het werk dat nu be-gint.

� Het is prachtig om Gods stem uit de hemel te horen die Zijn relatie met Jezus duidelijk maakt. God wijst Hem aan als de Messias. Het woord 'geliefde' is in het Hebreeuws verwant met 'eniggeboren'. God zegt dat Jezus Zijn Eniggeboren, Geliefde Zoon is.

Introductie op de les Wie is Johannes de Doper? Wat is er bij zijn geboorte gezegd? Afsluiting van de les Wat wil Johannes aan de mensen vertellen?

Page 24: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 24 Hoofdstuk 25 Zoon van God

HOOFDSTUK 25 - DAG 3 VERZOEKING IN DE WOESTIJN Verteltekst Lucas 4: 1-13 Achtergrondinformatie Veertig dagen geen eten: de veertig dagen staan in vergelijking met de veertig jaar dat het volk Israel in de woestijn is geweest. Hoogste punt van de tempel: de duivel brengt Jezus in het middelpunt van Israëls godsdien-stige leven. Jezus staat op de uiterste rand van het dak en kijkt in een diep ravijn naast de tempelberg. Engelen: bij belangrijke boodschappen en ge-beurtenissen zijn er engelen aanwezig. Een engel verkondigde de geboorte van Jezus en er waren engelen om Jezus bij te staan in de hof Getsemane. Aandachtspunten � Vervuld van de Heilige Geest wordt Jezus

de woestijn ingeleid. In de eenzaamheid kan Hij zich op God richten. Hij gebruikt het vasten om Zich biddend voor te berei-den op zijn levenswerk. Maar de duivel stelt Jezus drie keer op de proef.

� Door het vasten is Jezus flauw van de honger. Hij heeft al 40 dagen niet gegeten, een hele zomervakantie! Dit ziet de duivel als een kans om Jezus onderuit te halen. De duivel stelt dat Jezus, als God, zelf voor brood kan zorgen. Maar Jezus treedt nu op als mens en God zorgt voor hem. God zal eten geven op Zijn moment. Dit is de eerste test van de duivel.

� Als tweede verzoeking wil de duivel macht aan Jezus geven. Als Jezus dit aanneemt, hoeft Hij niet met de duivel te strijden en te lijden. Maar de macht van de duivel is niet onbeperkt, zoals hij beweert. Door de zondeval heeft de duivel macht gekregen op de aarde, maar alleen God staat boven alle dingen en Hij wil absolute erkenning. Andere afgoden dienen is een grote zon-de.

� Voor de derde keer probeert de duivel pro-beert Jezus in de val te laten lopen. De engelen zullen Jezus wel opvangen, als Hij zich laat vallen. Dit voorstel komt te-gemoet aan de wens van mensen om wonderen te zien die bewijzen dat Jezus de Messias is. Jezus weet, dat je God niet zomaar mag uitdagen door iets gevaarlijks te doen. Je mag Gods hulp niet afdwingen door bijvoorbeeld zomaar op de snelweg te gaan rennen.

� Maar Jezus laat zich niet uit het veld slaan en blijft de duivel antwoorden geven vanuit Gods Woord. Jezus kent God als geen

ander en Hij stapt niet in de valstrikken van de duivel.

� Na de drie testen gaat de duivel tijdelijk weg. De duivel is weer aanwezig als men-sen Jezus met vragen proberen te strikken en om wonderen vragen.

� Alleen als Jezus staande blijft, in de ver-zoekingen van de duivel, kan Hij ons ver-lossen van de duivel. Adam heeft de ver-zoeking van de duivel niet kunnen afwen-den. De Heer Jezus komt dit rechtzetten. Jezus geeft niet toe aan de duivel. Jezus kan wat Adam niet kon.

� Als de duivel weg is gegaan, komen de engelen om Hem te verzorgen en voedsel te geven. God zorgt voor Zijn Zoon.

Introductie op de les Waarom is Jezus gedoopt door Johannes? Afsluiting van de les Waarom wil Jezus niets aannemen van de dui-vel?

Page 25: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 25 Hoofdstuk 25 Zoon van God

HOOFDSTUK 25 - DAG 4 ZOON VAN GOD KNIEBOEK Plaat In de tempel praat Jezus met de schriftgeleer-den. Vertel dat leerlingen in de tempel altijd op de grond zitten. De leerlingen stellen heel veel vragen, waar de schriftgeleerden antwoord op geven. Bespreek met de leerlingen waarom de schriftgeleerden verbaasd zijn. Waarom voelt Jezus zich thuis in de tempel? Tempel In de tempel gebeurt veel. Er wordt geofferd, gepraat over God en gebeden. De mensen in Jeruzalem komen er dagelijks. Er zijn zelfs speciale tijden om met elkaar te bidden. Megafoon Kunnen de leerlingen zich voorstellen dat hun dominee met een megafoon op de preekstoel staat? Wel opvallend! De preken van Johan-nes waren ook zo opvallend. De mensen wer-den wakker geschud en kwamen naar hem toe om te luisteren. Wat wilde Johannes aan alle mensen vertellen? Jeruzalem Tegenwoordig wonen er heel veel mensen in Jeruzelem. Op de foto is een foto van de mos-kee in Jeruzalem te zien, deze staat op de plek waar ooit de tempel stond. Dat is niet de kerk voor God, maar voor Allah (betekent ook God). U kunt de oude tempel in maquette laten zien via de site http://www.imjnet.org.il/HTMLs/Home.aspx. Duif Vraag aan de leerlingen in welk verhaal u ver-teld heeft over de duif. Weten ze wat de duif uitbeeldt. De Heilige Geest daalt neer op de Messias die Johannes verwacht. WERKBOEK Laat de leerlingen de kleurplaat inkleuren.

Page 26: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 26 Hoofdstuk 26 Jezus

HOOFDSTUK 26 JEZUS Dag 1 Roeping van de twaalf discipelen

Johannes 1: 35 – 51 Dag 2 Bruiloft te Kana

Johannes 2: 1 – 13 Dag 3 Jezus in de tempel

Johannes 2 : 13 – 22 Dag 4 Jezus

Knieboek Werkboek p. 27

Thema Jezus begint met Zijn werk op aarde. Algemene informatie Na de verzoeking in de woestijn gaan de ver-halen deze week over de start van Jezus’ openlijke werkzaamheden. In het eerste ver-haal roept Jezus volgelingen om Zich heen, waaruit Hij er uiteindelijk twaalf kiest die zijn discipelen worden. Deze keuze maakt Hij na een nacht te hebben gebeden. Zijn eerste wonderteken doet Jezus tijdens de bruiloft te Kana. Hierover gaat het tweede ver-haal. Tijdens het feest raakt de wijn op. Zijn moeder Maria wijst Jezus hier op, maar Jezus geeft aan dat Zijn tijd wordt bepaald door Zijn hemelse Vader. Het wonder is geen publiek optreden, maar vindt plaats achter de scher-men van de bruiloft. Toch mist het zijn uitwer-king niet. De discipelen die Hem sinds kort volgen, worden door het wonder bevestigd in hun geloof in Hem als Gods Zoon. Het laatste verhaal gaat over Jezus’ optreden tegen de handel op het tempelplein. Vreselijk boos wordt Jezus, als Hij ziet wat daar ge-beurt. De rust die er hoort te zijn wanneer mensen tot God de Vader willen komen, is vol-ledig verstoord. Jezus jaagt de kooplui en wis-selaars weg. De Joden kijken vol belangstel-ling toe en vragen Jezus naar een teken waarom Hij zo mag optreden. Jezus antwoord roept nog meer vragen op. “Breek de tempel maar af, en Ik zal hem in drie dagen weer op-bouwen.” Jezus heeft het niet over het ge-bouwencomplex. Niet een stenen gebouw, maar Zijn eigen lichaam is het echte heilig-dom! Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � weten de leerlingen wat een discipel is en

dat Jezus twaalf mannen als discipel uit-kiest;

� kunnen de leerlingen enkele van de na-men noemen van de discipelen van Jezus;

� begrijpen de leerlingen wat Jezus bedoelt met vissers van mensen zijn;

� weten de leerlingen welk wonder Jezus doet op de bruiloft van Kana;

� kunnen de leerlingen uitleggen waarom Jezus zo boos wordt op de handelaars op het tempelplein;

� kunnen de leerlingen vertellen wat het be-tekent om Jezus te volgen.

Liederen � E&R 225 - In de tempel van Jeruzalem � Elly & Rikkert, CD Witte zwanen zwarte

zwanen - Het beste voor het laatst be-waard

� Elly & Rikkert, CD Kom en zie - Zend ook mij

� Alles wordt nieuw 1 - Het lied van de brui-loft te Kana

� Alles wordt nieuw 2 - De bruiloft te Kana � Kom aan boord - Simon en Andreas � Jan Visser - Hé, kleine tollenaar � Jan Visser - Bruiloft in Kana

Page 27: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 27 Hoofdstuk 26 Jezus

HOOFDSTUK 26 - DAG 1 ROEPING VAN DE TWAALF DISCIPELEN Verteltekst Johannes 1: 35 – 51 Lucas 5: 1 - 11, 27 - 28, (Lucas 6: 12 - 16, Marcus 2: 13 - 17, Marcus 3: 14 - 19). Achtergrondinformatie En gingen met Jezus mee: de leerlingen zien Jezus als hun leermeester en zoeken Zijn on-derwijs. Dit past binnen het gebruikelijke pa-troon in Israël waar een meester geen aan-hang werft, maar leerlingen krijgt doordat zij hem als meester kiezen. Een echte Israëliet, een mens zonder bedrog: Jezus spreekt de vreugde uit werkelijk een man uit Israël te mogen ontmoeten die oprecht en eerlijk is. Riep Hij de leerlingen bij zich en koos 12 van hen uit, die Hij apostelen noemde: de basis van het volk is niet langer meer de lijn van de 12 stammen. Met Jezus wordt er een nieuw begin gemaakt. Zonen van de donder: net als Simon Petrus die een andere naam van Jezus krijgt, krijgen ook Johannes en Jakobus een andere naam. Deze namen zeggen niets over wat de man-nen voorheen waren, maar hebben meer te maken met het werk dat ze nu mogen doen. De donder is aanduiding voor Gods stem uit de hemel (Psalm 104:7). Aandachtspunten � In een week tijd heeft Jezus een groep

van zes leerlingen om zich heen. Mannen die Hem volgen, en die in Hem geloven als de beloofde verlosser.

� Chronologische volgorde: de aanwijzing van Johannes (‘daar is het lam van God’, Joh.1:36), twee leerlingen van Johannes gaan naar Jezus

� (Joh. 35-40), twee broers in contact met Jezus gebracht (Joh. 1: 41-43), roeping van Filippus en Natanaël (Joh.1: 44-52).

� Opmerkelijk is dat de leerlingen zelf naar Jezus toekomen omdat ze door iemand op Hem worden geattendeerd. Alleen in het geval van Fillipus is er letterlijk sprake van een roeping door Jezus: “Ga met Mij mee.”

� Simon Petrus, Johannes en Jakobus laten alles achter en volgen de Here Jezus na het wonder van de visvangst (Luc. 5:1-11). Daarvoor hebben ze Jezus al eerder ont-moet (Joh. 1:35-51) en zijn ze zelfs al met Hem meegegaan op zijn reis door Galilea (Marcus 1:16-20). De eerste reactie van Petrus is die van ontzetting. Hij valt op zijn knieën en smeekt de Here van hem weg

te gaan, hij is een zondig man! Jezus ant-woordt dat hij niet bang hoeft te zijn. Nu Petrus beseft hoe groot Jezus is, voelt hij zich extra klein en zondig. Maar juist doordat hij zich een zondaar voelt, kan hij een goede volgeling van Jezus zijn en de mensen ‘vangen’.

� De zevende discipel komt uit een heel an-der milieu dan de eerste zes. Jezus eet en overnacht bij de tollenaar Levi thuis. Dit wekt de ergernis van de Farizeeën op. Je-zus antwoordt dat hij gekomen is voor de zondaars. Levi wordt ook wel Matteüs ge-noemd (Matt. 9:9).

� Vertel dat er naast de discipelen nog veel meer leerlingen bijgekomen zijn. Na een nacht te hebben gebeden wijst Jezus uit zijn leerlingen in totaal 12 mannen aan die zijn apostelen worden. Zij worden afge-zonderd om altijd bij Jezus te zijn, worden uitgezonden voor de verkondiging en zij krijgen bewijzen van Jezus’ goddelijke macht mee. Niet wat de leerlingen kun-nen, maar wat ze moeten worden is van belang. Vandaar de sobere lijst van alleen namen.

� De namen van de apostelen: Simon Pe-trus, Jakobus en zijn broer Johannes, Andreas, Filippus, Bartolomeüs(Natanaël), Matteüs (Levi), Tomas, Jakobus, Tadde-us, Simon Kananeüs, Judas Iskariot.

Introductie op de les Wat maakte Jezus in de woestijn mee? Afsluiting van de les Wat zijn discipelen?

Page 28: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 28 Hoofdstuk 26 Jezus

HOOFDSTUK 26 - DAG 2 BRUILOFT IN KANA Verteltekst Johannes 2: 1 - 13 Achtergrondinformatie Op de derde dag was er een bruiloft in Kana: hier wordt de derde dag na het gesprek met Natanaël (1:45) en het vertrek naar Galilea (1:44) bedoeld. Natanaël komt uit Kana. Kana ligt 14 kilometer ten noorden van Nazaret. Joods reinigingsritueel: voor en na de maaltijd moeten handen, bekers en kannen gereinigd worden. De voeten alleen voor de maaltijd. De vaten zijn van steen, alleen stenen kruiken zijn rein. Een inhoud van twee à drie metrete: de water-vaten zijn erg groot! Een metreet bevat onge-veer 40 liter. Aandachtspunten � Dit bruiloftsfeest valt aan het einde van de

eerste werkweek van Jezus, op de eerste dag van de nieuwe week. Tijdens de brui-loft komt de eerste werkweek tot een hoogtepunt en vindt Jezus geloof bij zijn leerlingen. Hun eerste geloofsbelijdenis (1:42, 46, 50) wordt door feiten bevestigd (2:11).

� Kana ligt vlakbij Nazaret, de stad waar Je-zus vandaan komt. Maria en haar zoon Jezus zijn uitgenodigd, samen met de zes leerlingen (dat zijn op dat moment nog Pe-trus, Andreas, Johannes, Jakobus, Filli-pus, Natanaël). Jezus accepteert de uit-nodiging, en dat is een wezenlijk verschil met Johannes de Doper. Deze leeft als een asceet en drinkt geen wijn en leeft in de woestijn. Jezus daarentegen staat mid-den in het gewone leven. Hij begeeft zich bewust tussen de mensen, deelt in hun vreugde en verdriet.

� De aanleiding van het wonder in Kana is dat de wijn opraakt. Details hierover wor-den niet vermeld, maar aannemelijk is, dat de wijn op is door de onverwachte uitbrei-ding van het aantal gasten (de zes leerlin-gen van Jezus die extra meekomen).

� Maria besluit zich tot Jezus te wenden. Zij vraagt niets concreet, maar toont haar be-zorgdheid. Als er geen wijn meer is, dreigt het feest in het water te vallen!

� Jezus distantieert zich van de suggestie dat Hij iets zou moeten doen, omdat zijn moeder Hem daarover aanspreekt. Zijn tijd wordt bepaald door zijn hemelse Va-der. Hij spreekt zijn moeder aan als ‘me-vrouw’, zoals het gebruikelijk is een onbe-kende aan te spreken.

� Jezus’ verklaring voor de afwijzing is, dat zijn tijd nog niet is gekomen. Deze uit-drukking verwijst later naar de tijd van Je-zus’ sterven en de meekomende verheer-lijking (7:30; 12:23, 27). Het is nu nog niet het geschikte moment voor een publiek optreden als Messias, daarom gebeurt het eerste wonder achter de schermen van de bruiloft. Bijna niemand merkt iets!

� Essentie is in dit verhaal dat het wonder zijn uitwerking niet mist! De eerste discipe-len zijn bevestigd in het vertrouwen en in hun belijdenis!

� Jezus openbaart zich nog niet openbaar, maar vooral aan zijn discipelen.

Introductie op de les Wat is een wonder? Weet je er een voorbeeld van? Afsluiting van de les Welk wonder doet Jezus op de bruiloft?

Page 29: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 29 Hoofdstuk 26 Jezus

HOOFDSTUK 26 - DAG 3 JEZUS IN DE TEMPEL Verteltekst Johannes 2:13-22 Achtergrondinformatie Het Joodse paasfeest: Johannes heeft zijn evangelie achteraf geschreven, na de ver-woesting van de tempel, dus toen het centraal gevierde Pesach tot het verleden behoorde. Door de toevoeging ’Joodse’ roept hij een sfeer op die altijd in de heilige stad hing tijdens dit feest. Tempelplein: hier wordt de voorhof van de hei-denen bedoeld. Verder naar binnen is de voorhof van de vrouwen, en nog verder een voorhof van de mannen. Geldwisselaars: de vreemde valuta moet wor-den ingewisseld voor de gangbare munten zo-dat ook buitenlandse Joden de gewenste of-ferdieren kunnen betalen. Zweep: op andere plaatsen in het Nieuwe Tes-tament wordt het woord ‘geselen’ gebruikt wanneer het gaat over het slaan met de zweep. Op die plaatsen is Jezus zelf het slachtoffer. Dit is de enige plek waar Jezus ‘geweld’ gebruikt, al staat er niet dat Hij men-sen geslagen heeft. Aandachtspunten � Geld verdienen met het dienen van de He-

re wordt sterk veroordeeld door Jezus (2 Cor. 2:17; Zach. 14:21). In dit verhaal komt dat duidelijk naar voren.

� Jezus, het lam van God, verdrijft al het of-fervee uit de tempel. Hij komt direct in ac-tie, zodra hij de handelaren bezig ziet. Hij maakt een geïmproviseerde zweep van touwen waarmee de dieren kunnen wor-den vastgebonden. De dieren jaagt Hij de tempel uit, de tafels van de geldwisselaars draait Hij om. De duivenverkopers geeft Hij de opdracht weg te gaan met hun han-delswaar.

� De tempel is voor Jezus het vaderlijk huis (Lucas 2:49) en daarom wordt Hij boos. Er wordt een markt van de tempel gemaakt. De tempel is een plek van eerbied en ge-bed, niet van schreeuwende koopmannen!

� De leerlingen beseffen direct dat Jezus zich met dergelijke acties dodelijke vijand-schap op de hals haalt. Bij hen komt de tekst boven uit Psalm 69:10. Jezus Zelf haalt deze psalm later ook aan en brengt de inhoud met zichzelf in verband (Joh. 15:25).

� De orthodoxe Joden hebben dit eerste op-treden van Jezus ongetwijfeld als profeti-sche actie gezien, met als bedoeling de feestgangers aan het denken te zetten. Zij

informeren belangstellend naar de juiste betekenis van Jezus’ actie. Het optreden van Jezus is nog nieuw en onbekend voor hen en daarom reageren zij nog niet afwij-zend.

� Jezus antwoord is een raadselachtige uit-spraak die nog meer te denken geeft! Het ontlokt een felle reactie van de vraagstel-lers. Een tempelbouw binnen een termijn van drie dagen staat in geen enkele ver-houding tot de jarenlange en moeizame herbouw van de tempel.

� Na de opstanding pas, zien de leerlingen zelf ten volle de betekenis van Jezus’ woorden hier (Joh. 20:9). Niet een stenen tempel is het heiligdom, maar de persoon van Jezus Christus!

Introductie op de les Waarom gaan mensen naar de tempel toe? Afsluiting van de les Waarom is de Here Jezus zo boos over de markt op het tempelplein?

Page 30: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 30 Hoofdstuk 26 Jezus

HOOFDSTUK 26 - DAG 4 JEZUS KNIEBOEK Plaat Bespreek met de leerlingen de plaat van de bruiloft te Kana. Op welk feest is Jezus hier? Wat is er aan de hand? Betrek de vragen bij de plaat erbij. Twaalf Weten de leerlingen nog hoeveel discipelen Jezus kiest? Misschien is er wel een leerling die nog weet dat er ook 12 stammen waren van het volk Israel. Vissen Eén figuurtje heeft een schepnet om vissen te vangen. De ander heeft een heel groot net, om een mens te vangen! Hieraan kan vraag 8 goed gekoppeld worden. Vis Gevangen vissen. Heb je zelf wel eens gevist? Vind je vis ook lekker om te eten? Je kunt hierbij ook iets vertellen over ICHTUS. Wisselaar Getekend is hier een geldwisselaar op het tempelplein. WERKBOEK De leerlingen lezen de zinnen en tekenen in de lege vakken de gebeurtenis. Ze kunnen lijntjes trekken. Extra suggestie Drama: naspelen wonder op de bruiloft te Ka-na.

Page 31: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 31 Hoofdstuk 27 Jezus helpt

HOOFDSTUK 27 JEZUS HELPT Dag 1 Storm op het meer

Matteüs 8: 23 – 27 Dag 2 Jongen van Naïn

Lucas 7: 11 – 17 Dag 3 Jezus loopt op het water

Matteüs 14 : 22 – 36 Dag 4 Jezus helpt

Knieboek Werkboek p. 28

Thema Je hoeft niet bang te zijn Algemene informatie In het eerste verhaal gaat het over de storm op het meer. De discipelen zijn heel bang dat ze zullen vergaan. Jezus ligt rustig te slapen. Als ze Jezus wakker maken, is Hij verbaasd over hun kleingeloof. Met Jezus in de boot hoeven ze toch helemaal niet bang te zijn? Jezus laat Zijn macht zien door de golven en de zee bestraffend toe te spreken. De discipe-len verbazen zich over Jezus’ macht. Het tweede verhaal gaat over de opwekking van de jongen uit Naïn. Zijn moeder, die ook al weduwe is, is diep verdrietig. Jezus ziet haar en heeft medelijden met haar. Hij geeft de vrouw haar zoon terug uit de dood. Door Zijn woord wordt de jongen levend! Dit laat zien hoe machtig Jezus is. De mensen loven God en zien in Jezus een groot profeet. Ze zien in Jezus God aan het werk. In het laatste verhaal gaan de discipelen weer met hun boot het meer over. Deze keer is Je-zus er niet bij. Ze komen terecht in een storm en roeien wat ze kunnen, maar komen amper vooruit. Jezus komt naar hen toe over het wa-ter. Dit maakt hen bang, ze denken dat ze een geest zien. Als Petrus weet dat het Jezus is, stapt hij vol geloof uit de boot en loopt naar Jezus. Maar als hij op het water loopt, blijkt zijn geloof nog vermengd met angst en daar-om zakt hij door de golven. Jezus redt hem en als hij met Petrus in de boot stapt, gaat de wind liggen. De discipelen erkennen Jezus als de Zoon van God en aanbidden Hem. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � weten de leerlingen waarom Jezus rustig

kan slapen in de storm; � begrijpen de leerlingen dat Jezus de

macht heeft over de zee en de wind; � weten de leerlingen wat er gebeurt bij Na-

in; � begrijpen de leerlingen dat Jezus sterker

is dan de dood;

� weten de leerlingen wat er gebeurt als Je-zus over het water naar de discipelen loopt;

� begrijpen de leerlingen waarom Petrus eerst kan lopen over het water en vervol-gens door de golven zakt;

� begrijpen de leerlingen waaruit in deze verhalen blijkt dat Jezus de Zoon van God is.

Liederen � Ps 121 - Ik sla mijn ogen op en zie � Zingende Gezegend 56 - Door de poort

van Naïn gaat � Opwekking 42 - ‘k Stel mijn vertrouwen � Opwekking voor kinderen 68 - Diep als de

zee � Evangelische Liedbundel 448 - Je hoeft

niet bang te zijn � Elly en Rikkert, CD Samen - In een

scheepje over zee � Jan Visser - In de boot � Jan Visser - Petrus � OPW kids 198 - U alleen wil ik aanbidden

Page 32: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 32 Hoofdstuk 27 Jezus helpt

HOOFDSTUK 27 - DAG 1 STORM OP HET MEER Verteltekst Matteüs 8: 23 - 27 Marcus 4: 35 - 41 Lucas 8: 22 - 25 Achtergrondinformatie Plotseling begon het meer enorm te kolken: het meer van Galilea ligt als een enorme kom water tussen de heuvels van Galilea. In deze binnenzee kunnen in zeer korte tijd zware stormen opsteken. De wind komt over de heu-vels omlaag en brengt het meer (dat 195 meter beneden de zeespiegel ligt) in beroering. De hevige windstoten zorgen voor metershoge golven. Waarom hebben jullie zo weinig moed, klein-gelovigen?: de discipelen hadden moeten ge-loven in de majesteit van Jezus. Zijn slaap be-wees dat er niets mis kon gaan. Hun angst overheerst alleen maar. Sprak de wind en het water bestraffend toe: Jezus kan de wind en het water bestraffen, omdat Hij de Zoon van God is, de Schepper van de zee en de wind (Ps 29:3; Ps 93:4; Ps 107:29; Job 26:12). Wat is dit toch voor iemand: ze verbazen zich over de almacht van Jezus en beginnen steeds beter te begrijpen wat het betekent dat Hij Gods Zoon is. Het is nog veelomvattender dan ze al dachten: zelfs de wind en golven ge-hoorzamen Hem! De mensen zeiden: hiermee worden de disci-pelen bedoeld. Matteüs typeert hen als men-sen om daarmee het verschil duidelijk te ma-ken met Jezus die als God heeft opgetreden. Aandachtspunten � Vertel dit verhaal vanuit één van de disci-

pelen. � Jezus kan slapen terwijl het vreselijk

stormt. De boot gaat heen en weer, de golven slaan in de boot, het schip dreigt te zinken en Jezus slaapt. Hij ziet blijkbaar geen gevaar. Voor Jezus is een onrustige zee geen bedreiging. De slaap is een te-ken van rust. Dit in tegenstelling tot de discipelen die heel erg bang en onrustig zijn. Ze hebben geen vertrouwen meer in de toekomst: “We vergaan!”

� De discipelen maken Jezus wakker. Ze zien Hem als hun Heer, Hij kan hen hel-pen: Redt ons! Matteüs vertelt dat Jezus -direct wanneer Hij wakker wordt - zich verwondert over hun angst en constateert dat ze te weinig geloof hebben. Misschien staat Matteüs dicht bij Jezus als ze Hem wakker maken en kan hij die woorden ho-ren door het gebulder van de wind heen.

Als de storm is opgehouden en het stil is, herhaalt Jezus deze woorden nog een keer, zodat alle discipelen dit kunnen ho-ren (Marc 4: 40 en Luc 8: 25).

� Er is sprake van ongeloof bij de discipe-len. Stel dat ze gezonken waren, dan hadden ze nog kunnen vertrouwen dat Je-zus hen zou redden (zoals God Jona bv redde). Door de wind en de zee te bestraf-fen laat Jezus zien dat ze Hem kunnen vertrouwen, dat Hij machtig is en boven al-les staat.

� De discipelen moeten leren dat zij door een groot geloof Jezus kunnen volgen. Zelfs als de dood dreigt. Later blijkt ook wel dat zij dit hebben geleerd. Als Jezus is gestorven en opgestaan, kunnen ze Jezus volgen. Zelfs als ze moeten lijden of ster-ven als een martelaar.

Introductie op de les Wat gebeurt er op de zee als het stormt? Afsluiting van de les Waarom hoeven de discipelen niet bang te zijn in de storm?

Page 33: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 33 Hoofdstuk 27 Jezus helpt

HOOFDSTUK 27 - DAG 2 JONGEN VAN NAÏN Verteltekst Lucas 7: 11 - 17 Achtergrondinformatie Een dode naar buiten gedragen: het lichaam werd in doeken gewikkeld en op een lijkbaar weggedragen. De stoet die achter de lijkbaar aankomt, gaat door de poort naar buiten. Dit maakt het onmogelijk voor Jezus en zijn ge-volg de stad binnen te gaan. De enige zoon van een weduwe: rouw over de enige zoon is in het Oude Testament beeld van een diep, ontroostbaar verdriet (Jer 6:26; Am 8:10; Zach12:10). De vrouw was ook nog weduwe en had daarom de steun en verzor-ging van haar zoon juist nodig. Nu heeft ze dus niemand meer over. Jezus gaf hem terug aan zijn moeder: Jezus wil het grote verdriet van haar wegnemen en daarom geeft Hij de zoon terug aan zijn moe-der. Een groot profeet onder ons is opgestaan: ze zien dit als de vervulling van de belofte van Deut. 18:15,18. God heeft zich om zijn volk bekommerd: het leek eerder of God zijn volk vergeten was (Jes 40:27). Aandachtspunten � Begin het verhaal te vertellen vanuit de

grote groep mensen die Jezus volgt. Het zijn mensen die met Jezus meegaan en al veel bijzondere genezingen hebben mee-gemaakt. Ze zijn blij en misschien vol ver-wachting voor de dingen die komen gaan. De tegenstelling is groot met de groep mensen die uit het stadje Naïn komt. Een hele groep verdrietige mensen komt naar buiten. En de groep mensen die Jezus volgt moet wel stilstaan en wachten tot ze voorbij zijn. De mensen verwachten op dit moment niks van Jezus. Zieken worden bij Jezus gebracht, die kan Hij genezen. Een dode brengen ze niet bij Jezus.

� De opdracht die Jezus geeft aan de vrouw: “Huil maar niet meer”, lijkt heel vreemd. Ze heeft namelijk alles verloren wat ze had. Maar Jezus zegt dit, omdat Hij haar gaat troosten en de oorzaak van haar verdriet gaat wegnemen. Jezus is bewo-gen door medelijden.

� Jezus maakt een dode weer levend alleen door zijn woord! Dit wonder laat zien dat Jezus de overwinnaar is van de dood. Door de overwinning op de dood laat Je-zus zien dat Hij meer is dan een krachtige genezer of een vrijmoedige profeet. Hij is

bezig met Gods verlossingswerk voor zijn volk.

� De gebeurtenis roept reactie op bij de mensen: ze worden vervuld met ontzag. De mensen voelen dat ze met iets bo-venmenselijks te maken hebben. Ze zien in dit optreden van Jezus een daad van God. Het gevolg is dat de mensen God gaan loven. Ze danken God dat er een gróót profeet is opgestaan en dat God naar zijn volk omziet. In Jezus zien de mensen God aan het werk. Dit verhaal over Jezus wordt doorverteld (Luc 7:17). De stemming is helemaal omgeslagen: van diep verdriet naar grote vreugde!

Introductie op de les Wanneer ben je wel eens heel verdrietig ge-weest? Afsluiting van de les Waarom maakt Jezus de moeder weer blij?

Page 34: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 34 Hoofdstuk 27 Jezus helpt

HOOFDSTUK 27 - DAG 3 JEZUS LOOPT OP HET WATER Verteltekst Matteüs14: 22 – 33 Marcus 6: 47 – 52 Johannes 6: 16 - 21 Achtergrondinformatie Ging Hij de berg op om er in afzondering te bidden: Jezus wil alleen zijn in gebed met Zijn Vader. In het contact met zijn Vader vindt Hij kracht om zijn werk te doen. Jezus gaat vaker naar een rustige plek. Al vele stadiën: ongeveer 5 kilometer. Tegen het einde van de nacht: tussen drie en zes uur in de ochtend. Waarschijnlijk zijn ze omstreeks zonsondergang al met de oversteek begonnen. Lopend over het meer: de storm is voor Jezus geen belemmering. Toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang: als ervaren schipper ziet Petrus, ter-wijl hij over de golven loopt, hoe gevaarlijk krachtig de wind is. Kleingelovige: dit duidt op zwak geloof; geen vast vertrouwen in Jezus’ macht. Waarom heb je getwijfeld?: alleen door volko-men vertrouwen zal er geen angst meer zijn. U bent werkelijk Gods Zoon: zoals God zijn macht gebruikt om mensen in nood te redden (Ps 77:20; Job 9:8), doet Jezus dit ook. Daarin (h)erkennen ze Jezus als Gods Zoon. Aandachtspunten � Vertel dit verhaal vanuit Petrus. Jezus

geeft de discipelen de opdracht alvast naar de overkant van het meer te gaan. Onder de indruk van de wonderbare spij-ziging (Mat 14:15-21) stappen de discipe-len in de boot. De Galilese vissersboten hebben riemen en zeilen. Waarschijnlijk is deze nacht de wind te sterk om de zeilen te gebruiken en daarom roeien de discipe-len.

� Jezus blijf achter. Hij zoekt de rust en bidt tot Zijn Vader. De discipelen zijn de hele nacht aan het zwoegen tegen de wind in; ze roeien wat ze kunnen, maar komen amper vooruit. Het is al tegen de ochtend als Jezus over het water naar hen toe-komt. Marcus vertelt dat Jezus hen wil voorbijgaan om vast naar de overkant van het meer te gaan.

� Met de woorden: “Blijf kalm, Ik ben het, wees niet bang!” maakt Jezus zich bekend aan zijn discipelen. Hij neemt hun angst voor een geestverschijning daarmee weg. (Kinderen hebben vaak een andere asso-ciatie met het woord ‘spook’.) Jezus be-

moedigt in de storm, Hij neemt de storm niet weg.

� Met het woord “Kom!” geeft Jezus aan Pe-trus de kracht om over het water naar Hem toe te lopen. Petrus gaat de anderen voor in geloof. Petrus denkt groot van Je-zus, maar niet groot genoeg. Zijn geloof is nog vermengd met angst. Het is de twijfel die ervoor zorgt dat Petrus zinkt. Hij roept om hulp naar Jezus. Door deze gebeurte-nis vertrouwt Petrus nog meer op Jezus en vertrouwt hij minder op zichzelf en op zijn eigen geloof.

� Jezus helpt Petrus in de boot en zelf stapt Hij ook in de boot. Op dat moment gaat de storm liggen. Jezus heeft tijdens het lopen over de golven Zijn macht over de wind niet gebruikt, Hij kan met tegenwind Zijn doel wel bereiken. Hij is machtig in de storm! Zijn leerlingen liet Hij zwoegen, omdat Hij hun geloof sterker wil maken. De discipelen aanbidden Jezus, ze erken-nen: “U bent werkelijk de Zoon van God!”

Introductie op de les Weet je ook wat twijfelen is? Waar twijfel je wel eens aan? Afsluiting van de les Waarom twijfelt Petrus?

Page 35: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 35 Hoofdstuk 27 Jezus helpt

HOOFDSTUK 27 - DAG 4 JEZUS HELPT KNIEBOEK Plaat Wat doet Petrus uit de boot? Waarom loopt Jezus op het water? Het is een wonder dat Je-zus op het water kan lopen. Waarom kan Hij dat? Het stormt nog steeds. Op het moment dat Jezus in de boot stapt, stopt het pas met stormen. Storm Bij de vragen komt ook aan bod waarom de discipelen bang zijn in de storm. Hebben de kinderen zelf wel eens een storm meege-maakt? Hoe voelden ze zich toen? Zwemmer met ‘bandjes’ Waarom moet je ‘bandjes’ om als je nog geen diploma hebt? Een boot met een reddingsboei Waarom zit dat op een boot? Wanneer heb je een reddingsboei nodig? Een lege draagbaar De tweede dag is verteld over de jongen uit Naïn. De draagbaar staat vergeten aan de kant van de weg, even buiten de stad. Wat is er gebeurd? WERKBOEK Woordzoeker. De leerlingen strepen de woor-den weg. De letters die overblijven schrijven ze op in de goede volgorde. De zin blijft over: Je hoeft niet bang te zijn.

Page 36: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 36 Hoofdstuk 28 Jezus geneest

HOOFDSTUK 28 JEZUS GENEEST Dag 1 Verschillende genezingen

Matteüs 8: 5 – 17 Dag 2 Vier vrienden

Marcus 2: 1 – 12 Dag 3 Dochter van Jaïrus

Matteüs 9 : 18 – 26 Dag 4 Jezus geneest

Knieboek Werkboek p. 29

Thema Jezus maakt zieke mensen beter! Algemene informatie De verhalen deze week gaan stuk voor stuk over mensen die genezen worden door Jezus. Maar de genezingen op zich nemen weinig ruimte in. De nadruk ligt niet op de mensen die beter worden, maar het gaat om het onderwijs van Jezus en waarin hij de genezingen een plek geeft. In het eerste verhaal worden er drie mensen beter gemaakt. Bij de man met huid-vraat gaat het erom, dat Jezus’ macht verder reikt dan die van de priesters. Hij Zelf maakt rein! De Syrische centurio laat een groot ge-loof en vertrouwen zien. Jezus legt de aan-dacht op dit geloof: dat is van werkelijke waar-de, meer dan de afstamming van de aartsva-ders. Het geloof staat ook centraal in het tweede verhaal van de vier mannen die hun verlamde vriend bij Jezus brengen. Jezus ziet zijn geloof en vergeeft de man zijn zonden. Dit zorgt voor achterdocht bij de schriftgeleerden. Het verge-ven van zonden kan alleen God zelf. Gene-zing is te controleren, vergeving niet. Maar Je-zus kan beide, dat laat Hij in dit verhaal zien. In het derde verhaal geneest Jezus een bloedvloeiende vrouw, die daardoor weer rein wordt, en wekt de dochter van Jaïrus op uit de dood. Zowel de vrouw als Jaïrus verwachten dat Jezus herstel kan geven. Het geloof van beiden staat centraal. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � weten de leerlingen dat het niet alleen om

de genezing gaat; � kunnen de leerlingen in eigen woorden

vertellen wat er gebeurt bij de verschillen-de genezingen;

� weten de leerlingen waarom de schriftge-leerden boos reageren als Jezus de zon-den vergeeft van de verlamde man;

� weten de leerlingen dat je met ziekte altijd naar Jezus mag;

� begrijpen de leerlingen dat Jezus de macht heeft over de dood.

Liederen � Psalm 75 - U alleen U loven wij � E&R 224 - Vier Vrienden � Alles wordt nieuw 2 - Kleine dochter van

Jaïrus � Alles wordt nieuw 4 - Vier mannen en een

zieke vriend � God kent jou - Mijn God is zo groot � Wonderlijk - Niets is onmogelijk voor U

Page 37: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 37 Hoofdstuk 28 Jezus geneest

HOOFDSTUK 28 - DAG 1 VERSCHILLENDE GENEZINGEN Verteltekst Matteüs 8: 2 - 17 Achtergrondinformatie Huidvraat: huidvraat is een verzamelnaam voor (besmettelijke) huidaandoeningen, waar-onder eczeem en schurft. Iemand met huid-vraat is tijdelijk verbannen uit de gemeenschap van Gods volk (Lev. 13:45). In Israël geldt huidvraat als directe straf van God ( Num.12:2; Kon. 5;2 Kron.26). Het verbod om met huid-vraat in de stad te komen, heeft niet alleen te maken met besmettingsgevaar, maar ook met ontzag voor de straf van God: God zèlf sluit iemand buiten, wie durft er dan bij Hem in de buurt te komen?! Wanneer iemand herstelt van huidvraat, moet een priester de persoon rein verklaren ( Lev. 13). Centurio: hoofdman over honderd soldaten. De hoofdman uit dit verhaal is geen Jood, maar waarschijnlijk een Syriër. Bezetenen: deze mensen zijn bezeten door onreine geesten, die horen bij Satan, of door Satan zelf. Jezus en zijn leerlingen zijn sterker dan deze geesten, daarom kunnen ze hen uit-drijven. Aandachtspunten � Dit verhaal speelt zich af in de synagoge

(Marc. 1:39; Luc. 5:12). Dat is bijzonder, want iemand met huidvraat, mocht daar helemaal niet komen! Vertel vanuit een omstander, of vanuit een discipel.

� Laat in de vertelling duidelijk uitkomen dat zowel de man met huidvraat als de centu-rio respect en eerbied tonen voor Jezus’ macht. Zij denken groot van Jezus’ gezag en verwachten iets bovenmenselijks. Wonderen en geloof hangen samen! (Marc. 6:5,6)

� Beide mannen staan buiten de gemeen-schap van het volk: de man met huidvraat doordat hij onrein is, de centurio doordat hij onbesneden is. Voor Jezus maakt dat niet uit!

� Jezus raakt de man met huidvraat aan. Dat doorbreekt alle taboes!

� Laat in het verhaal de spanning die dit op-roept bij de omstanders duidelijk uitko-men. Zij zijn gewend contact te vermijden en de zieke persoon juist niet aan te ra-ken. Door aanraking van Jezus is de man van zijn onreinheid af, hij is genezen!

� De man moet het reinigingsoffer gaan brengen zoals Mozes het heeft voorge-schreven (Lev. 14:18-20). Het getuigenis (:4) dat Jezus hiermee geeft, is dat de Zoon en de God van Mozes één zijn. Je-

zus is niet gekomen om tegen de wet in te gaan, maar om te laten zien dat Hij meer kan dan de priesters: Jezus kan rein ma-ken! De man moet eerst zwijgen, zodat de priester kan erkennen dat hij rein is ge-worden.

� Uit Lucas weten we dat de centurio niet persoonlijk bij Jezus komt, maar dat hij zijn boodschappen via oudsten en vrien-den laat horen (Luc. 7:3,6). Als Jezus al bijna bij het huis van de centurio is, komen boden Hem vertellen dat Hij zelf niet hoeft te komen: een woord van Jezus is al ge-noeg om de knecht beter te maken. Jezus is verwonderd zo’n groot geloof te vinden bij een man buiten het volk. Dit geloof is genoeg: de knecht is genezen op dat uur.

� Jezus leert de mensen die om Hem heen zijn dat geloven een keuze vraagt. Red-ding volgt niet automatisch omdat iemand behoort tot het Joodse volk. Het gaat erom dat men Jezus erkent en gehoorzaamt als Zoon van God!

� De genezing van de schoonmoeder van Petrus vormt de aanzet tot de uitdrijving van een hele reeks demonen.

Introductie op de les Weet je wat het woord besmettelijk betekent? Afsluiting van de les Waarom hoeft Jezus niet in het huis te komen van de centurio? Wat verwacht hij dat Jezus kan, en wat gebeurt er dan met de knecht?

Page 38: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 38 Hoofdstuk 28 Jezus geneest

HOOFDSTUK 28 - DAG 2 VIER VRIENDEN Verteltekst Marcus 2:1-12 Achtergrondinformatie Werd bekend dat Hij weer thuis was: Jezus komt weer in Kafarnaüm na een rondreis die waarschijnlijk enkele weken heeft geduurd. Tijdens die rondreis is de toeloop van mensen zo enorm, dat Hij verblijf houdt in verlaten stre-ken. Maar de mensen blijven Hem opzoeken. Ook Kafarnaüm gaat Hij niet openlijk binnen. Men ziet Hem niet binnenkomen, maar na ver-loop van tijd wordt het nieuws bekend. Veel mensen komen op dat gerucht af en het huis stroomt vol. De heilsboodschap: het goede nieuws van Gods rijk. De genezing van de verlamde man wordt opgenomen binnen deze boodschap. Later vergelijkt Jezus het verkondigen van de-ze boodschap met het zaaien van een akker (Marc. 4:14; Gal. 6:7). Niet wie zaait is belang-rijk, maar hoe luisteraars omgaan met de in-houd. Haalden ze een stuk van het dak weg: het gaat om een groot huis, met voorportaal. Alles is vol mensen. De vier mannen moeten tegels weg halen, en vervolgens nog een gat maken langs enkele draagbalken. Waarschijnlijk gaat het om de woning van Petrus en Andreas. Mensenzoon: Jezus laat zijn Godheid zien (2:8), maar Hij blijft als Mens voor de schriftge-leerden staan. Aandachtspunten � Begin het verhaal met vertellen dat de

mensen hebben gehoord dat Jezus weer in de stad is. Massa’s mensen stromen toe en snel is het huis tot de nok vol. Niemand wil een woord van Jezus missen.

� De vier vrienden van de verlamde man verzinnen een manier om tòch bij Jezus te komen. Terwijl omstanders dit erg brutaal vinden, ziet Jezus het geloof van de man-nen.

� Jezus ziet het geloof en geeft iets waar-aan niemand denkt: vergeving van de zonden! Dat is onverwachts! Deze uit-spraak leert de vier vrienden en de ver-lamde man dat er vergeving van zonden is voor mensen die op Hem vertrouwen! Zij kwamen bij Jezus uit de verwachting dat één van hen iets van Hem kan krijgen, maar krijgen iets dat voor hen alle vijf be-tekenis heeft! De genezing van een li-chaam is een groot wonder, maar die ge-nezing is niet blijvend. De vergeving van de zonden is Gods grootste wonder, want die blijft voor eeuwig.

� Verwoord in het verhaal de argwaan en gedachten van de schriftgeleerden hard-op: ‘Alleen God kan zonden vergeven!’. Voor hen is Jezus niet Gods Zoon in wie ze geloven, maar een persoon van wie onderzocht moet worden of het wel waar is wat Hij zegt. Toch kennen zij de Schrif-ten als geen ander en wordt in Jezus ver-vuld wat in Jesaja geschreven staat (Jes. 43:25; 44:22)

� Jezus laat zien, dat Hij weet wat ze den-ken. Uit zijn vraag blijkt dat Hij werkelijk God is, want wie kan verder weten wat iemand anders denkt dan God alleen?

� Het spreken over vergeving is moeilijker dan het spreken over genezing. Dat blijkt uit dit verhaal. Genezing is te controleren, vergeving niet. Het vergeven van de zon-den roept achterdocht op en leidt tot plan-nen (later) om Hem te doden. Jezus is ge-komen om de band tussen God en men-sen te herstellen. En daarvoor moet de zonde opgeruimd.

� Mensen die het hebben gezien zijn ontzet en loven God. Er zijn vaker verlamden ge-nezen, maar nog nooit op deze manier. Deze genezing staat in het licht van de vergeving van zonden!

Introductie op deles Wat gebeurde er toen de man met huidvraat bij Jezus kwam? Afsluiting van de les Wat zegt Jezus eerst tegen de verlamde man en zijn vrienden? Waarom is de vergeving een veel groter wonder dan het genezen?

Page 39: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 39 Hoofdstuk 28 Jezus geneest

HOOFDSTUK 28 - DAG 3 DOCHTER VAN JAÏRUS Verteltekst Matteüs 9: 18 – 26 Marcus 5: 21 – 43 Lucas 8: 40 - 56 Achtergrondinformatie Een leider van de synagoge: iedere synagoge heeft een overste, die verantwoordelijk is voor de goede gang van zaken. Een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed: chronische kwaal waardoor de vrouw veelvuldig menstruatiebloed verliest. Dit levert veel lichamelijke klachten op en maakt de vrouw Levitisch onrein (Lev. 15:25). Dit houdt in dat deze vrouw twaalf jaar heeft moeten vasten, geen huwelijksgemeenschap mocht hebben, en geen toegang had tot de tempel en tot heilige feesten. In Israël een vreugdeloos leven! Uw geloof heeft u gered: Jezus zegt dit expli-ciet tegen de vrouw en tegen de omstanders. Zij uit haar geloof in het vrijpostig aanraken van de kleren van Jezus. De aanraking van Jezus’ mantel mag geen bijgeloof veroorza-ken. Aandachtspunten � Marcus en Lucas berichten over het doch-

tertje dat ze al gestorven is, Matteüs noemt dat ze op sterven ligt. Waarschijn-lijk heeft Matteüs het verhaal in elkaar ge-schoven. Vertel het zo dat het meisje op sterven ligt.

� Jezus zit (Marc. 5:1) in het open veld en geeft onderwijs aan het volk als Jaïrus bij hem komt ( Marc. 5:21). Als Jezus op weg gaat naar het huis van Jaïrus, komt Hij onderweg de bloedvloeiende vrouw tegen.

� Deze beide gebeurtenissen lijken elkaar te hinderen. Jaïrus heeft haast, zijn dochter-tje ligt op sterven! Jezus bepaalt hier de tijd en trekt zich van de haast niets aan. Niet de genezing van de vrouw veroor-zaakt oponthoud, maar Jezus navraag leidt tot stagnatie! De reden van de vraag die Hij stelt over wie Hem heeft aange-raakt, is niet om te horen wat Hij al weet. Hij wil alle omstanders wijzen op wat ze allemaal moeten weten: het geloof heeft behoudende kracht! (:35).

� De vrouw raakt Jezus vluchtig aan. Eén van de vier kwasten aan de hoeken van zijn bovenkleed pakt ze even beet (Num.15:37; Deut.22:12). Net als Jaïrus, heeft de vrouw ook een groot geloof.

� Terwijl Jezus zijn laatste woorden spreekt tot de vrouw, komen de boden bij Jaïrus vertellen dat het meisje is gestorven.

Meteen zegt Jezus: “Wees niet bang, maar blijf geloven” (:36).

� Als ze bij het huis van Jaïrus komen, ho-ren ze de rouwmuziek. Jezus stuurt de rouwklagers allemaal weg. Voor Jezus is de dood niet meer dan een slaap waaruit Hij weer wekken kan. Bij Hem is rouw niet meer nodig! Dit is een uitspraak voor wie in Hem gelooft. De fluitspelers en klagers lachen Jezus er om uit.

� Jezus’ bedoeling van het zwijggebod van de ouders is, dat het volk niet moet gaan afdwalen in allerlei details van wat er pre-cies binnen is gebeurd. Het grote nieuws is dat een dood meisje weer levend is ge-worden! Het meisje loopt weer, kan weer eten, komt naar buiten, ze leeft weer! Wat een wonder! Jezus heeft macht over de dood!

Introductie op de les Welke mensen heeft Jezus allemaal al beter gemaakt? Afsluiting van de les Wat vind je ervan dat de vader en moeder er niet over mogen praten? Wat was de reden er-van?

Page 40: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 40 Hoofdstuk 28 Jezus geneest

HOOFDSTUK 28 - DAG 4 JEZUS GENEEST KNIEBOEK Plaat Bespreek aan de hand van de vragen 1 tot 6 de plaat. Ook vraag 10 kan hierbij betrokken worden. Wonder Kunnen de leerlingen vertellen wat een wonder is? Weten ze waarom het woord deze week wonder is? (Al de genezingen die deze week verteld zijn, zijn wonderen van Jezus.) Kan de dokter alles? Een ziek kind. Wat heeft dit plaatje met de ver-halen die deze week verteld zijn te maken? Ben je zelf wel eens ziek geweest? Wat doe je dan? Op de brancard Brancard die in een ambulance geschoven wordt. Hebben de leerlingen dit wel eens ge-zien? Praat kort door over hun ervaringen. Hoofdman De Romeinse centurio. Wie weet nog wat er met hem gebeurde? WERKBOEK Zoek de 10 verschillen. Extra suggestie Verteltafel inrichten waarop het verhaal van de vier vrienden nagespeeld kan worden. Met bij-voorbeeld playmobiel/ lego. Gesprek over vergeving van zonden Dat kan aan de hand van de volgende ideeën: � Wit hart ophangen, de kinderen noemen

zonden op. Voor elke zonde wordt er een zwarte prop op het witte hart geplakt (met buddy). Het hart wordt lelijk, en vol zwarte plekken. Wanneer Jezus de zonden ver-geeft, verdwijnen alle zonden, en wordt het hart weer schoon (haal alle proppen eraf).

� Glas water. Laat de kinderen opnoemen wat voor verkeerde dingen ze doen. Voor elke zonde doe je een druppel inkt in het glas. Het schone water wordt vies. Als Je-zus zonden vergeeft verdwijnen ze alle-maal. Doe bleekwater in het glas. Het wa-ter is weer schoon!

Kaarten maken voor zieke mensen Laat de leerlingen adressen meenemen. Post de kaarten samen.

Inventariseer namen van zieken om voor te bidden. Praat erover door dat niet alle zieken na gebed genezen zullen.

Page 41: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 41 Hoofdstuk 29 Jezus nodigt uit

HOOFDSTUK 29 JEZUS NODIGT UIT Dag 1 De tien meisjes

Matteüs 25: 1 – 13 Dag 2 De landheer en zijn wijngaard

Matteüs 21: 33 – 46 Dag 3 Het bruiloftsmaal

Matteüs 22 : 1 – 14 Dag 4 Jezus nodigt uit

Knieboek Werkboek p. 30

Thema De Koning komt! Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over gelijke-nissen die Jezus vertelt. Deze gelijkenissen zijn een reactie van Jezus op de afkeuring van de Joodse leiders. De Joodse leiders keuren de omgang van Jezus met hoeren en tolle-naars af. In alle drie de gelijkenissen gaat het om de boodschap: Kom naar het feest van de Koning: bereid je goed voor en ga in op de uitnodiging! In de eerste gelijkenis gaat het over vijf wijze en vijf dwaze meisjes. Alle tien de meisjes moeten lang wachten op de komst van de bruidegom. Vijf meisjes hebben zich goed voorbereid op deze onverwachte lange wacht-tijd en vijf meisjes niet. In de tweede gelijkenis gaat het over de land-heer die een wijngaard in pacht heeft. Wan-neer hij een deel van de opbrengst wil ophalen als betaling voor de pacht, worden eerst de slaven en uiteindelijk zijn eigen zoon en erfge-naam gedood door de pachters. In de derde gelijkenis wordt er verteld dat een koning een bruiloftsmaal organiseert voor zijn zoon. Hij nodigt daarvoor mensen uit, maar zij weigeren te komen. Vervolgens nodigt hij de mensen van de straat uit. Zij komen, zowel slechte als goede mensen. Alleen één per-soon komt zonder bruiloftskleed aan, hij wordt de feestzaal uit gegooid. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: � kunnen de leerlingen vertellen wat het ver-

schil in dwaas en wijs is bij de tien meis-jes;

� weten de leerlingen wat het betekent dat de pachters de zoon van de landheer do-den;

� kunnen de leerlingen vertellen waarom de koning mensen van de straat uitnodigt;

� kunnen de leerlingen vertellen waarom het belangrijk is dat je een feestkleed aanhebt bij de bruiloft;

� weten de leerlingen wat Jezus met zijn ge-lijkenissen wil vertellen;

� kunnen de leerlingen vertellen hoe zij zich kunnen klaarmaken voor de komst van de Koning.

Liederen � Psalm 47 - Juicht, o volken, juicht, hand-

klapt en betuigt � Evangelische Liedbundel 351 - Machtig

God, sterke Rots � Elly & Rikkert, CD Vertel het aan de men-

sen - Zo is het Koninkrijk � Elly & Rikkert, CD Vertel het aan de men-

sen - Op de wolken � Opwekking 11 - Er is een Heer � Elly & Rikkert, CD Samen - Wij zullen op-

staan � Elly en Rikkert - Op het puntje van mijn

stoel

Page 42: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 42 Hoofdstuk 29 Jezus nodigt uit

HOOFDSTUK 29 - DAG 1 DE TIEN MEISJES Verteltekst Matteüs 25:1-13 Achtergrondinformatie Dan zal: Jezus spreekt hier over de toekomst, een vergelijking met het aankomend hemelrijk. Vijf van hen dwaas, de andere vijf waren wijs: twee groepen met eenzelfde aantal. De schei-ding van mensen wanneer Gods rijk komt, gaat dwars door de groep heen. Er is geen meer-derheid waarachter je je kan verschuilen of waartegen je je kan afzetten. Omdat de bruidegom op zich liet wachten: normaal is een bruidegom er ver voor midder-nacht. Aandachtspunten � Jezus vertelt deze gelijkenis nadat Hij aan

zijn leerlingen heeft verteld dat de Men-senzoon komt als een dief in de nacht: je weet niet wanneer, maar wees waakzaam! Vervolgens vergelijkt Jezus de terugkomst van Zichzelf, en dus de komst van de nieuwe hemel en de aarde, met de gelij-kenis van de tien meisjes.

� In deze gelijkenis gaat het vooral om de boodschap dat je goed moet opletten, waakzaam zijn. Dat is wijsheid! Het gaat erom dat op een zekere dag de tijd is ge-komen dat Jezus terugkomt. Daar moet iedereen persoonlijk op voorbereid zijn. Er kan niet van iemand anders worden ‘ge-leend’.

� In het eerste vers gaat het over de verge-lijking die Jezus maakt tussen het hemels koninkrijk en de tien meisjes. De tien meisjes zijn niet al op pad en gaan dan halverwege wachten. Maar de tien meisje wachten in de bruiloftzaal op de koning. Het is in die tijd gebruikelijk dat bruids-meisjes op de avond voor de eerste dag van de bruiloft in het huis van de bruide-gom zijn om daar op hem te wachten. De bruid is ook in het huis. De bruidegom is nog niet aanwezig, want hij is bezig met de laatste voorbereidingen voor het feest. Daarna komt hij dan ook. Wanneer de stoet van de bruidegom het huis nadert, gaan de bruidsmeisjes naar buiten de bruidegom tegemoet en halen hem feeste-lijk binnen om in zijn huis de bruiloft te vie-ren.

� De afloop van het verhaal komt niet over-een met de Oosterse gastvrijheid. Een deur die gesloten blijft, is duidelijk anders dan men in die tijd gewend is. Maar zo zal het gaan als Gods rijk komt.

� Jezus wil dus met gangbare beelden (een bruiloftsfeest, bruidegom inhalen) iets uit-drukken dat extra schokt, omdat niemand het verwacht in dit beeldverhaal. Het gaat hier dus over de onherroepelijke scheiding tussen gelovigen en ongelovigen die zal volgen wanneer het koninkrijk eraan komt.

� De fout van de vijf dwaze meisjes is niet dat ze in slaap zijn gevallen, dat zijn de andere vijf meisjes ook. De fout is dat ze geen extra olie bij zich hadden. Ze zijn niet op alles voorbereid.

� Het voorbeeld van de vijf wijze meisjes voor ons is, dat je goed voorbereid moet zijn op de komst van de Koning! God heeft nu al meegedeeld dat Hij ook wel eens laat kan komen. Dit onderscheidt Hem van de bruidegom uit het verhaal.

Introductie op de les Weet je wat een gelijkenis is? Afsluiting van de les Wat leer je van het verhaal van Jezus over de bruiloft en de tien meisjes? (Antwoord staat in vers 13.)

Page 43: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 43 Hoofdstuk 29 Jezus nodigt uit

HOOFDSTUK 29 - DAG 2 DE LANDHEER EN ZIJN WIJNGAARD Verteltekst Matteüs 21:33-46 (Marcus 12: 1 - 11, Lucas 20: 9 - 18) Achtergrondinformatie Om zijn vruchten in ontvangst te nemen: de pachtprijs wordt voldaan in de vorm van een deel van de opbrengst. Gooiden hem de wijngaard uit: een zinspeling op Jezus zijn sterven buiten Jeruzalem. Bouwers: de Joodse leiders van het volk. Hoeksteen: een steen in het fundament waar-op twee muren bij elkaar komen of een steen in de gevel die als sluitsteen dient voor het ge-hele gebouw. Het is voor een gebouw een be-slissende steen. Het koninkrijk van God zal u worden ontno-men: God zal hen buitensluiten. En gegeven worden aan een volk dat het wel vrucht laat dragen: Jezus bedoelt geen volk buiten Israël om, maar een volk binnen Israël. Er is een tweedeling in het volk Israël: Aan de ene kant het Joodse volk met leiders die Jezus gaan doden. Anderzijds een volk dat Jezus volgt. Aandachtspunten � Deze gelijkenis wordt door Jezus verteld

als reactie op de negatieve houding van de Joodse leiders. De Joodse leiders vra-gen aan Jezus op grond van welke be-voegdheid Hij zijn werk doet. De Joodse leiders leven heel goed en denken dat ze het wel redden. De tollenaars en hoeren leven in zonde. In de ogen van de Joodse leiders zijn tollenaars en hoeren hele slechte mensen. Jezus zegt tegen de Joodse leiders dat de tollenaren en hoe-ren voorgaan op de weg naar het rijk van God, terwijl de leiders achterblijven zonder berouw. Dit is zeer confronterend voor de Joodse leiders. Ze denken dat zij veel be-ter zijn dan de tollenaars en hoeren en nu zegt Jezus tegen hun dat de tollenaars en hoeren voorgaan op de weg naar het rijk van God, omdat deze mensen berouw to-nen?! De Joodse leiders hebben gods-dienst tot een regeltjesgodsdienst ge-maakt in plaats van God lief te hebben.

� Deze gelijkenis is vrij onbekend en kan daarom het beste verteld worden vanuit het verhaalperspectief. Vertel na de vertel-ling ook duidelijk waar het om gaat. De kinderen zullen dit uit zichzelf niet makke-lijk begrijpen. Deze gelijkenis is gericht aan de overpriesters, de oudsten en de Farizeeën. De wijngaard is Israël waar de leiders geen ontzag hebben voor de Zoon.

De landheer is God. Israël verwerpt de Vader wanneer zij het getuigenis van Jo-hannes de Doper afwijzen en nu staan ze op het punt de Zoon te verwerpen. De lei-ders weten dat de gelijkenis over hen gaat, maar ze bekeren zich niet. De Fari-zeeën willen doen wat Jezus net in de ge-lijkenis heeft verteld: ze willen Hem ge-vangen nemen.

� De zorg van de landheer voor zijn wijn-gaard in vers 33 laat zien hoeveel waarde hij hecht aan zijn wijngaard. Dit mag je vergelijken dat God de mensen echt zo lief heeft dat Hij Zijn Zoon geeft. Probeer in de vertelling de liefde van de landheer, van God, te benadrukken. Het gaat hier om de tekst uit Johannes 3:16: want God heeft de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig le-ven heeft.

Introductie op de les Wat is een wijngaard? Afsluiting van de les Waarom wordt de zoon van de landheer ge-dood?

Page 44: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 44 Hoofdstuk 29 Jezus nodigt uit

HOOFDSTUK 29 - DAG 3 HET BRUILOFTSMAAL Verteltekst Matteüs 22:1-14 Achtergrondinformatie Alles staat klaar, kom dus naar de bruiloft: dit is een tweede uitnodiging voor het feest. Voor een belangrijk feest doet de gastheer in die tijd altijd een dubbele uitnodiging uitgaan. De eer-ste zodat men op een feest kan rekenen. De tweede wanneer het feest begint. Bruiloftskleed: het dragen van een bruilofts-kleed staat voor het zich tooien en mooi ma-ken met het oog op een feest. Uiterste duisternis: is de donkere nacht waarin je wordt gestuurd nadat de deur van de feest-zaal, de deur van het binnenhof en van het voorportaal in het slot zijn gevallen. Velen zijn geroepen: slaat op de eerste groep uitgenodigde mensen, en op de man die buiten wordt gezet. Aandachtspunten � Het gaat in deze gelijkenis over gasten die

weigeren te komen op een bruiloft en over het vervolgens uitnodigen van andere mensen. Mensen die geen akker of werk hebben, maar bedelaars en werkzoeken-den. Jezus doelt hiermee op mensen die buiten de samenleving leven, zoals tolle-naars en hoeren.

� Deze gelijkenis van Jezus is een reactie op de houding van de Joodse leiders. De leiders kijken met minachting naar het volk dat op Jezus vertrouwt.

� Het hemelrijk wordt hier vergeleken met een menselijke koning die een bruilofts-feest voor zijn zoon houdt.

� De mensen die weigeren te komen, kun-nen verdeeld worden in twee groepen. Zij die zich niets aantrekken van de knechten en gewoon naar hun akker of zaak gaan en de overigen die wel reageren door de dienaren van de koning te grijpen, te mis-handelen en te doden.

� De man zonder feestkleed reageert op de oproep en gaat ook naar het feest. Toch ontbreekt bij hem respect voor de persoon die hem uitnodigt: de koning. En hij heeft geen respect voor de aard van de uitnodi-ging: een bruiloft. De rijken hebben wat beters te doen dan te komen en deze man van de straat heeft niets beters te doen en komt wel, maar in wezen is er tussen hen beiden geen verschil. Hij krijgt hetzelfde lot als de groep weigeraars. Een uitnodi-ging heeft effect als je deze eerbiedig ont-vangt en er gehoor aangeeft.

� Velen behoren tot de genodigden, maar weinigen tot de gelukkigen. Wie mag blij-ven bij het feest behoort tot de gelukkigen. Neem de uitnodiging aan en bereid je voor op het feest, dan kom je het hemelrijk bin-nen. Voor nu betekent het dat je ja zegt tegen God en leeft naar Zijn wil. Daar wil de heilige Geest je bij helpen.

� Jezus richt deze gelijkenis tot de Joodse leiders. Zij zijn uitgenodigd door Johannes de Doper en door Jezus zelf. Maar zij wei-geren naar de uitnodiging te luisteren. Sommige Joodse leiders trekken zich niets van deze uitnodiging aan en anderen worden agressief en maken plannen om Jezus te gaan doden.

Introductie op de les Wat doe jij als je een uitnodiging krijgt? Afsluiting van de les Hoe reageren de mensen in de gelijkenis op de uitnodiging?

Page 45: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 45 Hoofdstuk 29 Jezus nodigt uit

HOOFDSTUK 29 - DAG 4 JEZUS NODIGT UIT KNIEBOEK Plaat Wat zie je op de plaat? Over welke gelijkenis gaat het? Bespreek de vragen. Koning Heb je die wel eens gezien? Waarom is Jezus een koning? Bruiloft Waar gaat deze tekening over? Wie er wel eens op een bruiloft geweest? Druiven Druiven uit een wijngaard. Wie van de kinde-ren heeft wel eens druiven zien groeien op het land? Wat kun je van druiven maken? Aanliggen Aan tafel zitten…nee, liggen doen ze in de tijd van de Here Jezus. De plek aan tafel is in die tijd belangrijk: hoe dichter je bij de gastheer mag zitten, hoe be-langrijker je bent. WERKBOEK Kinderen mogen datgene wat wijs is afgebeeld groen kleuren en wat dwaas is kleuren ze rood.

Page 46: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 46 Hoofdstuk 30 Geboorte

HOOFDSTUK 30 GEBOORTE Dag 1 Zacharias

Lucas 1: 5 – 25 Dag 2 Maria en de geboorte van Johannes

Lucas 1: 26 – 80 Dag 3 Geboorte van Jezus

Lucas 2: 1 – 7 Dag 4 Geboorte

Knieboek Werkboek p. 31

Thema Johannes en Jezus geboren! Algemene informatie Deze week gaat het over de geboorte van Jo-hannes en Jezus. De engel Gabriël is de boodschapper van de vervulling van de eeu-wenlange belofte. De Messias komt er aan. In het eerste verhaal beleeft priester Zacharias een hele bijzondere dag. Hij mag het reukoffer aansteken. In de tempel vertelt Gabriël aan Zacharias dat hij een zoon krijgt. Zijn zoon, Jo-hannes, zal de voorbode van de Messias zijn. Voor Zacharias is dit moeilijk te geloven. Daar-om kan hij, totdat Johannes wordt geboren, niet meer spreken. In het tweede verhaal vertelt de engel Gabriël aan Maria dat ze de moeder van de Messias, Jezus Christus, wordt. Vol geloof neemt zij de boodschap van de engel aan. Dan gaat zij naar haar nicht Elisabet, die in verwachting is van Johannes. In dit verhaal wordt ook verteld dat Johannes wordt geboren. Gelijk bij zijn ge-boorte gaat er een boodschap van hem uit. Zacharias prijst God om Zijn grote daden. In het derde verhaal vertrekken Jozef en Maria naar Betlehem om zich te laten inschrijven. In Betlehem wordt Jezus geboren. Omdat er geen plaats is in het nachtverblijf, wordt Jezus geboren op een plek met een voederbak. Hij wordt niet onthaald als grote Koning. Zijn leven begint op een eenvoudige plek, maar wel mid-den in het volk. Doelstellingen Aan het eind van dit hoofdstuk: � kunnen de leerlingen vertellen wat Gabriël

aan Zacharias en Maria vertelt; � weten de leerlingen waarom Zacharias

niet meer kan spreken; � weten de leerlingen dat Jezus de Messias

is waar de mensen jarenlang naar hebben uitgekeken.

� kunnen de leerlingen vertellen wat er gebeurt als Maria bij Elisabet aankomt;

� weten de leerlingen wanneer Zacharias weer kan spreken;

� weten de leerlingen waarom Jozef en Maria naar Bethlehem gaan;

� kunnen de leerlingen uitleggen dat Jezus als Koningskind in een stal wordt geboren.

Liederen � Liedboek voor de kerken, Gezang 66 - De

lofzang van Maria � Gereformeerd Kerkboek, Gezang 77- Een

engel zegt Maria aan � Gereformeerd Kerkboek, Gezang 85 -

Weet jij waarom Jezus hier op aarde kwam

� Elly en Rikkert, CD Kind van het Licht - Koning Jezus is geboren

� Kerst = Feest - Dit kind � Jan Visser - Jozef en Maria � Jan Visser - Lang, zo lang gewacht � Jan Visser - U bent als Kind gekomen � Jan Visser - In een kribbe

Page 47: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 47 Hoofdstuk 30 Geboorte

HOOFDSTUK 30 - DAG 1 ZACHARIAS Verteltekst Lucas 1: 5 - 25. Achtergrondinformatie Kinderloos: dit is een groot verdriet voor Zacharias en Elisabet. Ze zijn te oud om kinde-ren te kunnen krijgen. Hun leeftijd is ongeveer 50 jaar. Priesterafdeling: de priesters zijn ingedeeld in 24 klassen. Elke afdeling is bij toerbeurt twee keer per jaar aan de beurt om een week in de tempel te werken. Reukoffer: staat symbool voor het gebed. Het wordt gezien als het hoogtepunt van de dage-lijkse tempeldienst. Doordat er veel priesters zijn, kan een priester slechts één keer in zijn leven gekozen worden. In het heiligdom: in de tempel staat de zeven-armige kandelaar, het gouden reukwerkaltaar en de tafel van de toonbroden. De menigte: als het reukoffer wordt gebracht, komen de mensen in de voorhof bidden. De menigte voor de tempel wacht op de priester, totdat hij naar buiten komt om hen te zegenen. Dan wordt in de voorhof het offerlam geslacht en tot slot zingen de mensen een lofzang. Vijf maanden in afzondering: Elisabet blijft de eerste vijf maanden binnenshuis. Ze be-schermt zich tegen nieuwsgierige vragen en spottende opmerkingen, totdat iedereen kan zien dat ze zwanger is. Aandachtspunten � Vertel het verhaal vanuit Zacharias. De

essentie van dit verhaal is dat God omziet naar zijn volk. Hij doet wat Hij heeft be-loofd. De mensen zien eeuwenlang uit naar de Messias. Dit verlangen wordt ge-beden bij het reukoffer.

� Zacharias is uitgeloot om heel bijzonder werk in de tempel te doen. Eén keer in zijn leven mag hij in het Heilige het reukoffe-raltaar aansteken voor het gebed. Het is een eer om dit werk te doen. Omschrijf het Heilige door de ogen van Zacharias. Bij het reukofferaltaar schept hij de verbrande kolen van de vorige dag in een zilveren pan. Er worden gloeiende kolen op het al-taar gelegd. Zacharias strooit de wierook op het altaar en wacht totdat de wierook ontvlamt.

� De engel komt met prachtig nieuws. Het gebed van de mensen op de voorhof wordt verhoord. God gaat zijn belofte ver-vullen op een manier die voor mensen onmogelijk is. Er zal een kind worden ge-boren uit ouders die te oud zijn voor het

krijgen van kinderen. Het gebed dat Zacharias vroeger bad, komt uit.

� Direct is Johannes een bijzonder kind. Als hij ouder is, mag hij geen alcohol drinken. Hij zal een profeet zijn. Nu al, in de buik, is hij vervuld van de heilige Geest. Johannes zal de mensen voorbereiden op de komst van Jezus Christus.

� Doordat Zacharias niet kan praten, kan hij de mensen niet vertellen wat er is ge-beurd. Maar de mensen in de voorhof be-grijpen wel dat er iets bijzonders is ge-beurd. Thuis trekken Zacharias en Elisa-bet zich terug. Op een gegeven moment zal het voor de mensen zichtbaar zijn dat Elisabet zwanger is.

Introductie op de les Waar denken we aan met het Kerstfeest? Afsluiting Wat voor blij nieuws heeft de engel Gabriël voor Zacharias?

Page 48: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 48 Hoofdstuk 30 Geboorte

HOOFDSTUK 30 - DAG 2 MARIA EN DE GEBOORTE VAN JOHANNES Verteltekst Lucas 1: 26 – 80 Achtergrondinformatie Bergland Juda: de afstand tussen Nazaret en het bergland Juda is ongeveer 160 km. Maria heeft ongeveer 5 dagen gelopen. 3 maanden bij Elisabet: op het moment dat Maria op bezoek komt, is Elisabet zes maan-den zwanger. Schrijftablet: een met was bestreken plank. In de was kan geschreven worden. De was kan gladgestreken worden om weer iets nieuws op te schrijven. Aandachtspunten � Vertel het verhaal vanuit Maria en het

laatste gedeelte vanuit Elisabet. � Gabriël wordt deze keer niet naar de tem-

pel gestuurd, maar naar een onbekende afgelegen plaats, Nazaret. Maria is een onbekend en eenvoudig meisje. Gabriël groet haar gelijk met een gelukwens, want de boodschap die hij mag brengen is prachtig. Eindelijk is Gods plan te zien. Maria krijgt een bijzondere en unieke plaats binnen Gods volk. Zij mag moeder zijn van de Messias.

� Gabriël legt aan Maria uit dat de Heilige Geest er voor zorgt dat Jezus wordt gebo-ren en dat God haar en de baby zal be-schermen.

� Eenvoudig neemt zij de woorden van Ga-briël aan. Gods Geest geeft Maria geloof in dit onvoorstelbare nieuws. Haar kind zal de Zoon van de Allerhoogste zijn.

� Maria wordt vol blijdschap door Elisabet ontvangen. Het ongeboren kind springt blij omhoog. De Heilige Geest laat Elisabet profeteren. Haar woorden zijn een herha-ling van de boodschap van Gabriël. Beide vrouwen worden in hun geloof bemoedigd.

� Laat in Maria's loflied naar voren komen, dat zij blij is dat God een redder stuurt. Vanwege haar moederschap zullen alle mensen gezegend worden. Niet de heer-sers hebben de macht, maar God is vol kracht. Hij komt door dit kind laten zien dat Hij barmhartig is. Door Zijn Zoon zullen al-le gelovigen vergeven worden en eeuwig leven.

� Na drie maanden keert Maria terug naar huis. Zij heeft de geboorte van Johannes waarschijnlijk niet meegemaakt.

� Johannes is in stilte verwacht. Maar als de geboorte bekend wordt, komen de buren en familie. De mensen zijn blij met Elisa-bet en Zacharias. Het is voor de mensen

heel vreemd als Elisabet haar zoon niet Zacharias, maar Johannes wil noemen. Meestal krijgt een kind de familienaam.

� Zacharias is door zijn zwijgen helemaal op de achtergrond komen te staan. Door de verwarring willen de mensen nu de naam van hem weten. Zacharias geeft de baby gelovig de naam Johannes. Door dit ge-loof kan Zacharias weer spreken. Hij zingt het uit dat Gods belofte wordt vervuld. Jo-hannes zal de voorbode zijn en de weg voor Jezus klaarmaken.

� Johannes groeit op en trekt zich, als hij groter is, terug in de woestijn om zich voor te bereiden op zijn taak. Wanneer hij der-tig is, gaat hij preken.

Introductie op de les Wat heeft de engel Gabriël aan Zacharias be-loofd? Afsluiting van de les Waarom is het zo bijzonder dat Johannes wordt geboren?

Page 49: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 49 Hoofdstuk 30 Geboorte

HOOFDSTUK 30 - DAG 3 GEBOORTE VAN JEZUS Verteltekst Lucas 2: 1 - 7 Achtergrondinformatie Decreet: een verordening van keizer Augustus. Volkstelling: de keizer wil weten hoeveel man-nen er in zijn land wonen, zodat hij weet hoe-veel militairen er zijn en hoeveel belasting hij kan geven. Betlehem: de profeet Micha heeft voorspeld dat de Messias in Betlehem wordt geboren (Micha 5:1). Wikkelde hem in een doek: dit is in die tijd ge-bruikelijk: elke baby wordt in deze tijd ingewik-keld, gewonden in strak sluitende doeken. Al-leen het gezicht blijft vrij, maar voor de rest wordt het kind goed ingepakt. De doeken moe-ten steun geven aan de zwakke ledematen. En het kind wordt beschermd tegen temperatuur-verschil tussen dag en nacht en insectenbeten. Aandachtspunten � Leg in de vertelling het accent op de te-

genstelling in de omstandigheden waarin Jezus wordt geboren en dat Hij een Ko-ningskind is. Het is een armoedige plek. Eigenlijk hoort een Koningskind in een pa-leis geboren te worden. Maar God kiest ervoor dat Jezus bij gewone en eenvoudi-ge mensen geboren wordt.

� Jozef en Maria zijn vertrokken naar Betle-hem. De reis kan onder het bewind van Augustus goed gemaakt worden, omdat er rust en vrede heerst in het gebied. De we-gen zijn goed begaanbaar. De reis zal vermoeiend zijn geweest voor een hoog-zwangere vrouw, maar niet onverant-woord. In vers 6 staat te lezen dat ze al in Bethlehem zijn als de bevallingsdag aan-breekt.

� Door de volkstelling is het druk in Betle-hem. Het gastenverblijf is vol mensen en er is geen goede ruimte om te bevallen. Daarom trekken Jozef en Maria zich terug op een rustige plek waar een voederbak staat. Dit kan in een dierenverblijf bij een huis zijn of in een stal. Op het tijdstip van de bevalling zijn de dieren in het veld, dus er is ruimte en privacy voor Jozef en Ma-ria.

� De geboorte van Jezus verandert niet de armoede waarin Jozef en Maria leven. De grote Koning, de Messias, wordt geboren in het onderkomen van de dieren en ge-legd in een voederbak.

� Maria's zorg voor Jezus laat zien hoe kwetsbaar Hij is. Gods Zoon maakt zich heel klein en kwetsbaar door mens te

worden. Jezus is van Zijn troon gekomen om vanaf het begin mens te zijn, in een li-chaam dat beschermd moet worden tegen de buitenwereld.

Introductie op de les Wat voor prachtig nieuws heeft Maria van Ga-briël gehoord? Afsluiting van de les Waarom wordt Jezus niet in een paleis gebo-ren?

Page 50: HOOFDSTUK 21 HET NIEUWE LAND - Bijbelonderwijs · Levend Water – groep 3 2 Hoofdstuk 21 Het nieuwe land HOOFDSTUK 21 - DAG 1 MOZES EN JOZUA Verteltekst Numeri 27: 12 – 23 Deuteronomium

Levend Water – groep 3 50 Hoofdstuk 30 Geboorte

HOOFDSTUK 30 - DAG 4 GEBOORTE KNIEBOEK Plaat Gelukkig kijkt Maria naar Jezus. Hij is geboren. Vraag aan de leerlingen waarom Jezus op een plek bij de dieren is geboren? Herhaal de re-den van de reis naar Bethlehem. Bespreek met de leerlingen wat voor een koningskind Jezus is. Jezus Jezus staat centraal. Hij is de langverwachte Messias. Hij is gekomen! Moeder Laat de leerlingen hun ervaringen vertellen over een pasgeboren baby. Zijn ze wel eens op kraamvisite geweest? Schapen op stal Op de plek waar Jezus geboren is, leven de dieren als het buiten te koud is. Op de foto is een grote stal te zien met heel veel schapen. In Nederland kennen we wel meer van zulke stallen of op de kinderboerderij. Waar eten de dieren uit? Waarom ligt er stro op de grond? Reukofferaltaar Vertel dat dit altaar in de tempel staat. Op dit altaar wordt wierook gedaan tijdens het gebed in de tempel. Alle gebeden gaan met een heer-lijke geur naar God. Zacharias mocht dit altaar klaarmaken toen Gabriel met het bijzondere nieuws kwam. WERKBOEK Puzzel De tekeningen vertellen de verhalen van kerst. Maar alle vertellingen staan door elkaar heen. Laat de leerlingen de volgorde aangeven door de cijfers 1 tot en met 9 in het goede rondje te schrijven. 1. Zacharias met engel Gabriel 2. Maria en Gabriel 3. Ontmoeting Elisabet en Maria 4. Jozef en Maria op reis 5. Zacharias met schrijftablet 6. Jozef en Maria bij voederbak 7. Herders en engelen 8. Magiërs, de wijzen