Technisch Weekblad Salarisonderzoek · 2019. 9. 26. · Samenvatting 21 Onderzoeksverantwoording22...
Transcript of Technisch Weekblad Salarisonderzoek · 2019. 9. 26. · Samenvatting 21 Onderzoeksverantwoording22...
TWSalarisonderzoek
2013
Inhoudsopgave1. Inleiding 4
2. De respondenten 5
2.1 Demografie 5
2.2 Werkgevers 7
2.3 Leiding geven 8
3. Resultaten 9
3.1 Beloning 9
3.2 Beloning starters 10
3.3 Overwerk 12
3.4 Trends in beloning 12
3.5 Mobiliteit 13
3.6 Beleving 15
3.7 Beoordeling arbeidsmarkt 16
3.8 Thuiswerken 17
3.9 Netwerkgebruik 18
4. Berenschot 19
5. KIVI NIRIA 20
6. Samenvatting 21
Onderzoeksverantwoording 22
Colofon 22
3SalarisonderzoekTW 2013
4 SalarisonderzoekTW 2013
1. InleidingVoor het derde opeenvolgende jaar heb-ben Technisch Weekblad, Berenschot en het Koninklijk Instituut Van Ingeni-eurs KIVI NIRIA een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de beloning en beleving van ingenieurs en hoog-opgeleide bèta’s op de arbeidsmarkt. Met behulp van een online enquête is de lezers van Technisch Weekblad en het netwerk van KIVI NIRIA gevraagd naar hun primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, hun ervaringen op de werkvloer, de manier waarop zij hun werkzaamheden invullen en hun
plannen en ideeën voor de toekomst. Met een vanaf het begin goede en elk jaar groeiende respons (dit jaar 3.994 respondenten) levert dat een schat aan informatie op. Werknemers kunnen hun arbeidsvoorwaarden vergelijken met anderen en werkgevers kunnen zien wat ingenieurs belangrijk vinden in hun baan. Na drie jaar tekenen zich bovendien trends af in onder andere loonontwikkeling, arbeidsmobiliteit en beoordeling van de technische arbeids-markt.Dit rapport laat al deze resultaten en
trends zien. Hoofdstuk 2 neemt de res-pondenten onder de loep. In hoofdstuk 3 komen alle resultaten van de enquête aan bod. In hoofdstuk 4 en 5 zullen de onderzoekspartners Berenschot en KIVI NIRIA hun reactie geven op deze resul-taten met behulp van informatie uit andere bronnen. Een belangrijke vraag is onder meer: hoe verhoudt de belo-ning van ingenieurs zich tot die van andere beroepsgroepen? De uitkomsten uit dit rapport zijn deels terug te lezen in Technisch Weekblad 46, de Special Arbeidsmarkt (15 november).
Regio Dit onderzoek Beroepsbevolking*Noord 6% 10%Oost 16% 18%Midden 11% 10%Randstad 46% 38%Zuid 21% 23%*Op basis van cijfers CBS
Industrie Grootbedrijf24%
Industrie MKB16%
Ingenieursbureau 25%
Overheid/Nutsbedrijf11%
Onderzoek/Onderwijs7%
Non-profit organisatie2%
Anders15%
Soort organisatiealle respondenten
t/m 3034%
31 t/m 4027%
41 t/m 5020%
vanaf 5119%
Leeftijdsverdelingalle respondenten
WO PhD4%
WO Master34%
WO Bachelor1%
HBO Associate Degree2%
HBO Master10%
HBO Bachelor38%
MBO10%
Anders1%
Opleidingsniveaualle respondenten
5Salarisonderzoek SalarisonderzoekTW 2013
2.1 Demografi e In totaal hebben 3.994 mensen de salaris enquête volledig ingevuld.Hiervan zijn de meesten hbo- (50 %) of wo-opgeleid (39 %), met een kleinere groep mbo-afgestudeerden (10 %). Er is sprake van een goede leeftijdsspreiding, met iets meer jongeren (61 % onder de 40 jaar) in de mix dan ouderen (39 % boven de 40 jaar). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 38 jaar. Een aan-zienlijke groep (33 %) is minder dan vier jaar geleden afgestudeerd en 14 % min-der dan twee jaar geleden. Geografi sch is de spreiding min of meer representatief voor de beroepsbevolking, met een kleine oververtegenwoordiging van de Rand-stad. De man-vrouwverhouding valt met 91 %sterk in het voordeel van de man uit. Vooral in de hogere leeftijdscategorieën zijn vrouwen ondervertegenwoordigd. De gemiddelde leeftijd van de vrouwen
2. De respondenten
13%
9%
17%
10%
9%
14%
10%
13%
5%
0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20%
> 10.000 medewerkers
5.001 - 10.000 medewerkers
1.001 - 5.000 medewerkers
501 - 1.000 medewerkers
251 - 500 medewerkers
101 - 250 medewerkers
51 - 100 medewerkers
10 - 50 medewerkers
< 10 medewerkers
Bedrijfsomvangalle respondenten
Primair aandachtsgebiedTechnisch advies 22%Technische uitvoering 21%Projectleiding 14%Ontwikkeling 12%Management 8%Sales/marketing 6%Onderzoek 5%Beleid 3%Onderwijs 2%Financieel 1%
DienstverbandIn loondienst 86%Gedetacheerd/uitzendkracht 6%Als zzp- %4reDirecteur/eigenaar 4%
Belangrijkste afstudeerrichtingen%91wuobgiutkreW
Civiele %51keinhcet%31keinhcetortkelE
(Technische) bedrijfskunde 6%%6ednukwuoB
(Technische) informatica 5%Chemische technologie 5%(Technische) natuurkunde 4%Lucht- en ruimtevaarttechniek 3%Industrieel ontwerpen 2%
%2keinhcetotuAWeg- en waterbouw 2%Maritieme techniek/scheepsbouw 2%
6 SalarisonderzoekTW 2013
in dit onderzoek is 32 jaar, van de mannen 39 jaar.Veruit het grootste gedeelte van de res-pondenten is werkzaam in de techniek (88 %), de meesten (86 %) in loondienst. Ook de werkzaamheden zijn voornamelijk technisch van aard, met technisch advies, technische uitvoering en projectleiding als belangrijkste aandachtsgebieden. De tradi-tionele technische studies werktuigbouw-kunde, civiele techniek en elektrotechniek gelden als de voornaamste afstudeerrich-tingen. Met een dergelijk grote groep responden-ten, een dergelijk goede demografi sche spreiding en een duidelijke focus op de techniek, is deze groep een goede represen-tatie van de ingenieurs en hoogopgeleide bèta’s in Nederland.
14%
8%
7%
6%
6%
5%
5%
5%
5%
3%
2%
2%
2%
2%
2%
2%
2%
0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16%
Civiele techniek
Machine- en instrumentenbouw
Chemie
Bouw
Informatietechniek
Energie- en watervoorziening
Metaal
Elektrotechniek
Zakelijke dienstverlening
Onderwijs
Installatietechniek
Gezondheidszorg
Delfstoffenwinning
Voedings- en genotmiddelen
Lucht- en ruimtevaart
Transport en opslag
Handel
Branchealle respondenten
13%
9%
17%
10%
9%
14%
10%
13%
5%
0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20%
> 10.000 medewerkers
5.001 - 10.000 medewerkers
1.001 - 5.000 medewerkers
501 - 1.000 medewerkers
251 - 500 medewerkers
101 - 250 medewerkers
51 - 100 medewerkers
10 - 50 medewerkers
< 10 medewerkers
Bedrijfsomvangalle respondenten
7Salarisonderzoek SalarisonderzoekTW 2013
2.2 WerkgeversDe respondenten in dit onderzoek zijn met name werkzaam in de industrie (40 %) en bij ingenieursbureaus (25 %). Ook overheid en nutsbedrijven zijn een belangrijke werkgever (12 %). De respondenten zijn goed verdeeld over
de verschillende branches, met civiele techniek (14 %) als uitschieter en een goede vertegenwoordiging vanuit onder meer de machine- en instrumenten-bouw (8 %), chemie (7 %), bouw (6 %) en ict (6 %).De respondenten vertegenwoordigen
zowel het midden- en kleinbedrijf (mkb, 41 %) – gedefinieerd als or-ganisaties met maximaal 250 mede-werkers – als grote bedrijven (59 %). Alleen hele kleine bedrijven (minder dan 10 medewerkers) komen minder vaak voor als werkgever (5 %).
t/m 30 23%
t/m 30 19%
t/m 30 24%
31 t/m 40 44%
31 t/m 40 31%
31 t/m 40 45%
41 t/m 50 55% vanaf 51
54%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Allen Vrouwen Mannen
Leiding geven naar geslacht en leeftijd
Geen leiding59%
< 10 mensen29%
11 - 25 mensen7%
26 - 50 mensen3%
> 50 mensen2%
Leidinggevend41%
Leiding gevenzo ja, aantal mensen
8 SalarisonderzoekTW 2013
2.3 Leiding gevenVan de respondenten geeft maar liefst 41 % aan leidinggevend te zijn. Daar-van geeft het merendeel leiding aan minder dan 10 mensen. Het percentage
leidinggevenden loopt uiteraard op per leeftijdscategorie, alleen 50-plus-sers geven minder vaak leiding dan de groep 40- tot 50-jarigen. Opvallend is dat mannen duidelijk vaker leiding
geven dan vrouwen. Deze trend is al-leen signifi cant waar te nemen in de leeftijdscategorieën tot en met 40 jaar, omdat daarboven te weinig vrouwelijke respondenten zijn.
Salaris per functieinclusief variabel deel
€ 0 € 20.000 € 40.000 € 60.000 € 80.000 € 100.000 € 120.000
Directielid
R&D manager
Programmamanager
Overig manager/coördinator
Salesmanager
Procesmanager
Teamleider/−coördinator
Projectmanager/−leider
Beleidsmedewerker
Productmanager
Accountmanager
Adviseur/consultant
Beheerder
Ontwerper/architect
ICT'er
Technicus/engineer/constructeur
Financieel/administratief
Onderzoeker
Werkvoorbereider/calculator
Analist
Student/trainee
Vast jaarsalaris
Variabel salaris
9SalarisonderzoekTW 2013
3.1 BeloningIngenieurs gaan pas echt goed verdienen als ze doorstromen naar het manage-ment. De topsalarissen zijn allemaal voor directie- en managementfuncties wegge-legd. De directeurs verdienen uiteraard het meest, met een totaal jaarsalaris van gemiddeld1 € 108.300, gevolgd door de r&d-manager (€ 88.900) en de pro-grammamanager (€ 79.600). Onderaan de ladder staan de studenten/trainees. Hiervan bedraagt het marktconform
3. Resultatenjaarsalaris zo’n € 35.000.Niet verrassend is de leeftijd van de werknemers met de best betaalde func-ties ook het hoogst. Directieleden zijn gemiddeld 48,3 jaar oud, programma-managers 45,7 jaar en r&d-managers 45,1 jaar. Studenten/trainees zijn met een gemiddelde leeftijd van 25,7 jaar het jongst, gevolgd door analisten (30,2 jaar) en onderzoekers (32,9 jaar). Onder deze relatief jonge groepen is het aandeel vrouwen het hoogst (33 % van de analis-
ten en 23 % van de onderzoekers, waar het gemiddelde percentage vrouwen niet uitkomt boven de 9 %).Leeftijd en functie blijken de belangrijk-ste bepalers voor beloningsverschillen. Opvallend genoeg is er binnen de tech-niek geen verschil in beloning tussen
1 Waar in dit rapport wordt gesproken over een gemiddeld of marktconform salaris, gaat het niet om een wiskundig gemiddelde, maar om de statistische mediaan van de groep.
Opleidingsniveau gem. leeftijd jaarsalarisMBO 24,9 € 35.100HBO Bachelor 26,1 € 35.900WO Bachelor 27,3 € 39.000HBO Master 27,2 € 39.000WO Master 27,3 € 39.100WO PhD 29,6 € 43.000
Starters op de arbeidsmarkt (t/m 30 jaar)
mannen € 37.400
mannen € 50.700
mannen € 59.700
vrouwen € 36.900
vrouwen € 50.200
vrouwen € 59.700
allen € 65.600
allen € 72.400
allen € 74.900
€ 0
€ 10.000
€ 20.000
€ 30.000
€ 40.000
€ 50.000
€ 60.000
€ 70.000
€ 80.000
<30 31 -35 36 -40 41 -45 46 -50 >50
Salaris
naar leeftijd en geslacht
10 SalarisonderzoekTW 2013
deerde lucht- en ruimtevaarttechnologen verdienen gemiddeld het meest met een marktconform startersalaris van € 41.500. De branches waarin startende ingenieurs terecht kunnen, kennen qua beloning echter wel een uitschieter. De delfstoffen-winning (voornamelijk olie en gas) heeft voor ingenieurs een marktconform star-tersalaris van € 53.700. Dat is ruim meer dan de volgende best betaalde branche: transport en opslag, met een markt-conform startersalaris van € 42.200. Opvallend is ook het grote verschil tussen delfstoffenwinning en chemie/petro-chemie, omdat petrochemie direct in het verlengde van de delfstoffenwinning ligt, met deels dezelfde bedrijven die in beide branches actief zijn. Blijkbaar is in de upstream olie- en gas industrie, met onder andere goed betaalde offshore-banen, meer te verdienen voor een starter dan aan de downstream-kant.
mannen en vrouwen, waar dat in andere sectoren wel wordt waargenomen2. Tot een leeftijd van 40 jaar (boven die leef-tijd waren er onvoldoende vrouwelijke respondenten om conclusies te kunnen trekken) zit er nagenoeg geen verschil in marktconform jaarsalaris tussen mannen en vrouwen. Per leeftijdscategorie gaat het salaris echter wel met sprongen om-hoog. Dat mannen en vrouwen evenveel verdienen, is des te opvallender omdat mannen wel relatief vaker leiding geven dan vrouwen (zie paragraaf 2.3).
2 HR Trends 2013-2014; Berenschot; Performa Uitgeverij
3.2 Beloning startersKijken we naar de groep starters, gedefi -nieerd als mensen onder de 30 jaar, dan is ook het beloningsverschil tussen de verschillende opleidingsniveaus niet al te groot. Gepromoveerde starters verdienen weliswaar meer en mbo’ers en hbo-ba-chelors minder, maar daarin zit ook een leeftijdstendens, omdat mbo’ers gemid-deld eerder en PhD’s (gepromoveerden) gemiddeld later de arbeidsmarkt betreden.Het startersalaris verschilt ook niet al te veel per technische opleiding. Afgestu-
€ 0 € 5.000 € 10.000 € 15.000 € 20.000 € 25.000 € 30.000 € 35.000 € 40.000 € 45.000
(Bio)Medische Technologie
Mechatronica
Bouwkunde
(Technische) Bedrijfskunde
Chemische Technologie/(Technische) Scheikunde
Life Sciences
(Technische) Informatica/ICT
Biotechnologie
Civiele techniek
Industrieel ontwerpen
Autotechniek
Werktuigbouw
Elektrotechniek
(Technische)Natuurkunde
Logistiek
(Technische) Bestuurskunde
Maritieme techniek/scheepsbouwkunde
Maritiem officier
Lucht-en ruimtevaarttechniek
Starterssalarissennaar studie
€ 0 € 10.000 € 20.000 € 30.000 € 40.000 € 50.000 € 60.000
MilieuInstallatiechniek
Land- en tuinbouwMetaal
Biotechnologie en farmacieBouw
OnderwijsGezondheidszorg
Civiele techniek (wegen-, spoor en waterbouw)Informatietechniek (hard- en software)
ElektrotechniekTransportmiddelen
Energie- en watervoorzieningMachine- en instrumentenbouw
HandelZakelijke dienstverlening
TelecommunicatieChemie (incl. petrochemie)
WaterbeheerVoedings- en genotmiddelen
Financiën, bank- en verzekeringswezenLucht- en ruimtevaart
Transport en opslagDelfstoffenwinning
Starterssalarissennaar branche
11Salarisonderzoek SalarisonderzoekTW 2013
Trends in loon- en koopkrachtstijging
-2%
-1%
0%
1%
2%
3%
4%
4102310221021102
loonstijging
inflatie
koopkrachtstijging
Salarisstijging Verwachte stijging dit jaar volgend jaar
grootste stijgersOnderzoeker 3,80% 2,60%Programmamanager 3,30% 1,90%ICT−er 3,30% 2,30%minst grote stijgersProcesmanager 1,00% 1,10%Beleidsmedewerker 0,90% 0,80%Beheerder 0,00% 0,40%
12 SalarisonderzoekTW 2013
3.3 OverwerkVeruit de meest tijdrovende banen zijn die van de salesmanager en de directeur. De salesmanager maakt naar eigen zeggen gemiddeld 16,4 overuren per week, de directeur 13,1. Overige managers zeggen gemiddeld 8,0 uur over te werken, voor de andere functies komt het overwerk niet uit boven de 6 uur. De minste over-uren zijn er naar eigen zeggen voor de ict’er (2,0), ontwerper/architect (2,4) en de analist en onderzoeker (beiden 2,6).
Hierbij moet wel worden aangetekend dat voor sommige banen (bijvoorbeeld voor onderzoekers) het aantal werkuren niet zozeer vaststaat en overuren meer als part-of-the-job worden gezien.Opvallend is het verschil tussen mannen en vrouwen. Mannen zeggen gemiddeld 4,7 overuren per week te maken, vrouwen slechts 2,9. Vraag is of dit daadwerkelijk een sekseverschil is, of een gevolg van het feit dat vrouwen zijn ondervertegen-woordigd in de functiegroepen die veel
overwerk maken, of zelfs dat mannen en vrouwen hun overwerk anders inschatten.
3.4 Trends in beloning De gemiddelde salarisstijging afgelopen jaar (ingevuld door de respondenten zelf) was 1,9 %. Onderzoekers konden rekenen op de grootste salarisstijging (3,8 %). Het salaris van beheerders steeg helemaal niet. Ook volgend jaar verwachten on-derzoekers de hoogste salarisstijging en beheerders de laagste. De verwachtingen voor volgend jaar zijn met een gemiddelde salarisstijging van 1,5 % niet al te hoog gespannen.Waar in de eerste twee jaar dat het salaris-onderzoek is uitgevoerd de ingenieurs-salarissen gemiddeld sneller stegen dan de infl atie, is dat in 2013 voor het eerst andersom, met een koopkracht daling (overheidsmaatregelen niet mee gerekend) tot gevolg. Ook volgend jaar is er naar verwachting een koopkrachtdaling.
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
0 - 1 jaar 2 - 5 jaar 6 - 10 jaar 11 jaar of langer Gemiddeld
Werkgeversmobiliteitnaar lengte dienstverband
Op zoek naar een andere: baan werkgeverJa, actief 9% 8%Ja, maar niet actief 16% 13%Nee, tenzij iets echt leuks 41% 41%Nee 33% 37%
13Salarisonderzoek SalarisonderzoekTW 2013
3.5 MobiliteitIngenieurs werken relatief lang bij dezelfde werkgever, gemiddeld 8,0 jaar.De functiemobiliteit (het percentage respondenten op zoek naar een nieuwe baan) is 26 %. Daarmee scoren ingeni-eurs gemiddeld in vergelijking met andere sectoren (bouw, ict, human resources)3. De werkgeversmobiliteit (op zoek naar een nieuwe werkgever) komt uit op 21 %. De overgang van een vaste naar een tij-delijke baan is voor veel ingenieurs onbe-spreekbaar. Van de groep met een vaste baan accepteert 77 % alleen een nieuwe functie als hierbij sprake is van een vast contract. Voor werknemers die een tijde-lijk contract hebben, is dat maar 29 %.Ingenieurs zijn over het algemeen tevre-den om in de techniek te werken: 84 % wil er zeker blijven werken, 15 % weet het nog niet en slechts 0,6 % wil weg uit de techniek.
Ingenieurs met een dienstverband van 2 tot 10 jaar zijn het vaakst op zoek naar een nieuwe werkgever. De eerste 2 jaar van het dienstverband is blijkbaar voor veel men-sen nog te vroeg om al naar iets nieuws uit te kijken en ingenieurs die al meer dan 10 jaar op dezelfde plek zitten, zijn ook niet zozeer geneigd om nog weg te gaan.Technici die werkzaam zijn bij non-profi torganisaties en in het onderzoek en
onderwijs zoeken vaker een nieuwe werkgever dan de technici die werkzaam zijn in de industrie, overheid of bij een ingenieursbureau. Opvallend genoeg is de werkgeversmobiliteit in het industri-ele grootbedrijf kleiner dan in het indus-triële mkb. Grote bedrijven binnen de
3 Op basis van onderzoeken van Berenschot in die sectoren
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Werkgeversmobiliteit naar soort organisatie
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Onderwerk Geen overwerk 1 - 4 uur 5 - 8 uur 9 uur of meer Gemiddeld
Werkgeversmobiliteitnaar mate van overwerken
14 SalarisonderzoekTW 2013
industrie weten hun technische werkne-mers blijkbaar beter te binden dan klei-nere bedrijven. Dit kan eraan liggen dat het marktconform salaris in het industriële grootbedrijf
(€ 62.500) een stuk hoger ligt dan dat in het industriële mkb (€ 49.800). Dat is een groter verschil dan het verschil in gemid-delde leeftijd (39,4 om 37,5) kan verklaren.Ook opvallend is de invloed van overwerk
op werkgeversmobiliteit. Het effect dat mensen vaker weg willen naarmate ze meer moeten overwerken is gering. Tech-nici gaan pas echt op zoek naar een nieuwe werkgever als er te weinig werk voor ze is.
Wensen naar leeftijd
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%Sfeer
Uitdaging
Salaris
Ontwikkelingsmogelijkheden
Spraakmakende opdrachten
Secundaire arbeidsvoorwaarden
Zekerheid langdurig dienstverbandPromotiekansen
Flexibele werktijden/thuiswerken
Dicht bij huis
Maatschappelijke relevantie
Auto/laptop/smartphone van de zaak
Gerenommeerd bedrijf <30
30-45
45+
Stelling Helemaal Eens Neutraal Oneens Helemaaleens oneens
Ik ervaar een goede balans 23% 48% 14% 14% 1%tussen werk en privéIk ervaar voldoende vrijheid 43% 43% 6% 6% 1%in mijn werkzaamhedenIk heb voldoende ruimte 39% 43% 10% 7% 1%om zelf te plannenMijn leidinggevende heeft 53% 35% 5% 5% 1%voldoende vertrouwen in mij
15Salarisonderzoek SalarisonderzoekTW 2013
3.6 BelevingIngenieurs zijn over het algemeen vrij positief bij het beoordelen van de eigen baan. Maar liefst 86 % ervaart voldoende vrijheid bij het uitvoeren van het werk en 88 % krijgt voldoende vertrouwen van de leidinggevende. De balans tussen werk en privé is iets minder, hoewel alsnog 71 % deze als goed beoordeelt en slechts 15 % als slecht.Binnen de werkomgeving hechten in-genieurs de meeste waarde aan sfeer en collegialiteit. Maar liefst 98 % beoordeelt dit onderdeel van zijn baan als ‘belang-rijk’ of ‘zeer belangrijk’. Op plek 2 en 3 komen uitdaging (94 %) en salaris (90 %). Aan de naam en faam van het bedrijf (37 %) en de extraatjes van de zaak als een auto of een smartphone (35 %)
wordt het minste waarde gehecht.Het belang dat men hecht aan de ver-schillende aspecten verschilt over het algemeen vrij weinig per leeftijdsgroep. Jongeren onder de 30 jaar hebben iets minder moeite met weinig fl exibele werk-tijden en langere reistijden, hoeven niet zo nodig allerlei extraatjes van de zaak
PER ASPECT IS AANGEGEVEN WELK PERCENTAGE VAN DE RESPONDENTEN DIT BEOORDEELT ALS “BELANGRIJK” OF “ZEER BELANGRIJK”
en zijn juist meer geïnteresseerd in promotiekansen en het werken aan spraakmakende opdrachten. Voor de generatie boven de 45 jaar geldt juist dat zij meer belang hechten aan de maatschappelijke relevantie van het werk en de goede naam van het bedrijf en minder gericht zijn op promotie.
beter gelijk slechterMijn inkomen (loondienst) 56% 33% 4%Mijn arbeidsvoorwaarden 15% 71% 13%Mijn positie op de arbeidsmarkt 33% 55% 13%
Hoe zijn de volgende aspecten het afgelopen jaar veranderd?
beter gelijk slechterIn loondienst 53% 44% 3%Zzp'er 31% 44% 26%
Inschatting inkomen voor 2013
Wensen versus realiteit voor ingenieurs die wel/niet op zoek zijn naar andere baan
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%Sfeer
Uitdaging
Salaris
Ontwikkelingsmogelijkheden
Spraakmakende opdrachten
Secundaire arbeidsvoorwaarden
Zekerheid langdurig dienstverbandPromotiekansen
Flexibele werktijden/thuiswerken
Dicht bij huis
Maatschappelijke relevantie
Gerenommeerd bedrijf
Auto/laptop/smartphone van de zaak
Belangrijk
Voldoende aanwezig(wel op zoek)
Voldoende aanwezig(niet op zoek)
16 SalarisonderzoekTW 2013
Behalve hoe belangrijk men dit allemaal vindt, is ook gevraagd in hoeverre men dezelfde aspecten terugvindt in de hui-dige baan. Door deze beide antwoorden te vergelijken wordt duidelijk dat de wensen van de ingenieur en de realiteit
het verst uiteen liggen op het gebied van salaris, ontwikkelingsmogelijkheden en promotiekansen.Niet verwonderlijk is de kloof tussen wens en realiteit hoger voor de mensen die op zoek zijn naar een andere baan.
Het verschil zit vooral in de uitdagingen en ontwikkelingsmogelijkheden. Blijkbaar is het gemis van deze aspecten voor veel ingenieurs een reden om uit te kijken naar een nieuwe baan.
3.7 Beoordeling arbeidsmarktIngenieurs in loondienst beoordelen hun positie op de arbeidsmarkt als redelijk stabiel. Het merendeel van de ingenieurs in loondienst geeft aan dat het eigen inko-men het afgelopen jaar is gestegen en de arbeidsvoorwaarden en de eigen positie op de arbeidsmarkt gelijk zijn gebleven. De inschattingen voor komend jaar zijn iets negatiever, vooral voor de zzp’ers.
PER ASPECT IS AANGEGEVEN WELK PERCENTAGE VAN DE RESPONDENTEN DIT BEOORDEELT ALS “BELANGRIJK” OF “ZEERBELANGRIJK” EN WELK PERCENTAGE HET “GOED” OF “UITSTEKEND” ZEGT TERUG TE VINDEN IN ZIJN BAAN
Geen mogelijkheid30% Werkt niet thuis
10%
< 10%38%
10 - 20%15%
21 - 30%4%
31 - 40%1%
> 40%2%
Kan thuiswerken70%
Mogelijkheid om thuis te werkenzo ja,hoeveel
In de loop van volgend jaar 20%Zeker niet in 2014, misschien in 2015 35%Pas over een paar %61raajNooit meer op %5uaevinWeet ik %42tein
Wanneer trekt de arbeidsmarkt voor ingenieurs aan?
17Salarisonderzoek SalarisonderzoekTW 2013
Hiervan verwacht 26 % er komend jaar op achteruit te gaan in inkomen, tegenover 31 % die een verbetering verwacht.Het merendeel (60 %) van de ingenieurs merkt nog niet dat de markt voor hoger opgeleide bèta’s weer aantrekt. Toch is men redelijk positief dat dit uiteindelijk
wel weer zal gebeuren. Meer dan de helft (55 %) schat in dat het niet langer dan een paar jaar duurt, terwijl 16 % verwacht dat er wel meer dan een paar jaar overheen gaat en slechts 5 % denkt dat de arbeids-markt nooit meer op het niveau komt van voor de huidige economische crisis.
3.8 ThuiswerkenHet merendeel van de ingenieurs (70 %) heeft de mogelijkheid om thuis te werken, maar hiervan wordt nauwelijks gebruik gemaakt. Van de groep die thuis kan werken maakt 69 % daar niet of min-der dan 10 % van de tijd gebruik van.
Gebruik van netwerkennaar netwerk en leeftijd
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
Twitter Fora/blogs Beroepsverenigingen Congressen Facebook Vakbeurzen LinkedIn
t/m 30 31 t/m 40 41 t/m 50 vanaf 51 Gemiddeld
18 SalarisonderzoekTW 2013
3.9 NetwerkgebruikBij het professioneel gebruik van ver-schillende netwerken is er een duidelijk verschil tussen jong en oud. Online net-werkmogelijkheden als Twitter, Facebook en LinkedIn worden meer
door jongeren gebruikt; beroepsvereni-gingen, vakbeurzen en congressen meer door ouderen. Opvallend is overigens wel dat de groep 30- tot 40-jarigen vaker professioneel gebruik maakt van Twitter en LinkedIn
dan de jongeren onder de 30 jaar. Bij fora en blogs, toch beschouwd als de wat oudere online communicatiemogelijk-heden, is er nauwelijks verschil te zien tussen het gebruik van de verschillende generaties.
19Salarisonderzoek SalarisonderzoekTW 2013
4. Berenschot: Hoezo ‘bèta’s niet sfeergevoelig?’
Arbeid verricht men om inkomen te verwerven, maar er zijn ook voor de ingenieur/bèta veel meer factoren die er toe doen. Voor de werkgevers biedt de uitkomst van het onderzoek dat de hoogte van het salaris niet de meest bepalende factor is als het gaat om de tevredenheid in het werk in de huidige economische situatie wellicht aankno-pingspunten; het zijn niet alleen euro’s die er toe doen. Medewerkers hechten meer belang aan een goede sfeer en uit-dagende opdrachten. Wat dat betreft valt het salaris ook voor ingenieur te typeren als ‘hygiënefactor’: het moet voldoende zijn, maar een hoger salaris leidt niet tot een (structureel) hogere tevredenheid. Dit betekent ook dat het voor werkgevers zaak is om aan deze behoeften tegemoet te komen. Aan de andere kant: 90 % kent grote waarde toe aan een goede sfeer en dat is geen ‘maakbare’ omstandigheid. Het is geen kwestie van een memo van de directie ‘vanaf morgen heerst hier ten kantore een goede sfeer’. Cultuur en leider-
schapsstijl zijn belangrijke bouwstenen als het om de werksfeer gaat. Ook uit het trendonderzoek dat Beren-schot jaarlijks onder hr-professionals uitvoert, kwam dit jaar naar voren dat het organisaties, in vergelijking met vorig jaar, minder moeite lijkt te kosten om mensen te behouden. Het aantal res-pondenten van het Technisch Weekblad Salarisonderzoek dat aangeeft op zoek te zijn naar een andere functie is met ruim 26 % iets lager dan vorig jaar. Klaarblij-kelijk is de wens weliswaar bij 1:4 ingeni-eurs/bèta’s (latent) aanwezig maar blijft de functiewisseling uit. In deze onzekere tijd neemt menigeen een afwachtende houding aan. Het gebrek aan arbeidsmobiliteit is een van de verklaringen waarom, in het eerste opzicht wellicht tegenstrijdig met de alge-mene beeldvorming omtrent de arbeids-markt, organisaties ook anno 2013 moeite
hebben om functies voor mensen met een achtergrond in de techniek inge-vuld te krijgen. De situatie op de arbeidsmarkt levert wel een steeds
diffuser beeld op; niet alleen is de situatie per branche of functiegroep verschillend, de situatie verschilt soms ook per functie-groep binnen hetzelfde bedrijf. Berichten in de media over branches of functiegroe-pen maken deze qua imago kwetsbaar; een andere verklaring voor een terugloop in arbeidsmobiliteit. Een terugloop die misschien wel logische lijkt, maar niette-min zorgelijk is als deze blijft voortduren. Het is voor zowel werkgevers als werkne-mers een goede zaak als er functiemobili-teit optreedt, dat biedt immers mogelijk-heden voor verdere ontwikkeling, nieuwe uitdagingen en uitwisseling van kennis en ervaring. Nieuwe gezichten en inzichten dragen zeker bij aan een goede werksfeer.
Hans van der Spek MMC RI,Senior management consultant bij Berenschot en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek
20 SalarisonderzoekTW 2013
5. KIVI NIRIA: De emancipatie van de ingenieur
In een tijdsgewricht waarin het belang van het werk en de expertise van ingeni-eurs op de voorgrond treedt, is het goed te zien dat dit zich ook vertaalt naar een waardering in salarisniveau voor deze beroepsgroep.Bijzonder opvallend aan de resultaten van het salarisonderzoek is dat mannen en vrouwen in de leeftijdscategorie tot 40 jaar gelijk beloond worden. Daaruit spreekt een emancipatie die je niet snel in andere sectoren terugvindt. Het zal interessant zijn deze ontwikkeling te vol-gen en verder uit te diepen. Is het een gevolg van de schaarste aan technisch personeel? Of is het een teken dat in een beroepsgroep waarin over het algemeen meer mannen dan vrouwen werken, de stap naar een gelijkwaardige waardering van vrouwen minder moeilijk te maken is? Houdt deze ontwikkeling ook in de toekomst stand? Het antwoord op deze en andere vragen moeten we uitzoeken, maar in ieder geval loopt de ingenieurs-professie op dit punt absoluut voorop. Andere resultaten uit dit onderzoek laten een consistent beeld zien met de
salaris onderzoeken van 2011 en 2012. Ingenieurs zijn positief over hun baan en putten daar veel voldoening uit. Opnieuw laten zij zien dat ze sfeer, col-legialiteit en inhoudelijke uitdaging het belangrijkste vinden in een baan. Het gemis aan uitdaging en ontwikkelmoge-lijkheden is over het algemeen de belangrijkste reden om uit te kijken naar een andere baan. Dit wil echter beslist niet zeggen dat salaris onderge-schikt is; ook dat is een belangrijke fac-tor. Het is duidelijk dat de nuchtere ingenieur niet zit te wachten op spiegel-tjes en kraaltjes, maar gewoon op boei-
ende werkinhoud, een goede werksfeer en een goed salaris. Zoals te verwachten spelen online net-werkmogelijkheden een steeds grotere rol in de carrière van de ingenieur. Met name Facebook en LinkedIn worden meer door jongeren gebruikt, terwijl er bij fora en blogs nauwelijks verschil te zien is tussen de generaties. Werkgevers kunnen tevreden zijn: inge-nieurs zijn loyale werknemers en blijven relatief lang bij dezelfde werkgever. De mobiliteit is, niet geheel verrassend, het hoogst bij de young professionals. Er is onder ingenieurs goede hoop dat het einde van de crisis op afzienbare ter-mijn in zicht is. Met deze hoopvolle blik richten zij zich op een positieve toe-komst, waarin de waarde van ingenieurs voor onze economische en maatschappe-lijke ontwikkeling zich blijvend vertaalt in bijbehorend salaris en arbeidsvoor-waarden.
Micaela dos Ramos,Directeur Koninklijk Instituut Van Ingenieurs KIVI NIRIA
21Salarisonderzoek SalarisonderzoekTW 2013
6. Samenvatting
Met 3.994 bruikbare enquêtes en een pri-ma demografi sche spreiding geeft het TW Salarisonderzoek een goede representatie van de ingenieurs en hoogopgeleide bèta’s in Nederland.Uit de salarisgegevens blijkt dat ingeni-eurs pas echt goed gaan verdienen als ze doorstromen naar het management. De topsalarissen zijn voor directie- en ma-nagementfuncties weggelegd.De gemiddelde salarisstijging (1,9 %) was dit jaar voor het eerst in de laatste drie jaar lager dan de infl atie (2,7 %). De voor-uitzichten voor de koopkracht van ingeni-eurs volgend jaar zijn met een verwachte salarisstijging van 1,5 % en infl atie van zo’n 2 % nog altijd slecht.De belangrijkste bepalers voor belonings-verschillen onder ingenieurs blijken leef-tijd en functie. Opleidingsniveau is van minder belang. Opvallend is dat hoewel mannen vaker leiding geven dan vrouwen,
er geen verschil zit in beloning tussen mannen en vrouwen. Dit is anders dan in andere sectoren waar vrouwen gemiddeld minder betaald krijgen.Voor afstudeerders lucht- en ruimte-vaarttechniek ligt gemiddeld het hoogste starterssalaris klaar, hoewel er over het algemeen geen groot verschil is tussen de verschillende technische studies wat be-treft het vooruitzicht op een hoog starters-salaris. Qua branches is de delfstoffen-winning, met onder andere goed betaalde offshore-banen een duidelijke uitschieter voor starterssalarissen.Ingenieurs werken relatief lang bij dezelf-de werkgever, gemiddeld 8,0 jaar, maar het percentage dat op zoek is naar een andere baan is gemiddeld in vergelijking met andere sectoren. De groep die het meest om zich heen kijkt naar een ande-re baan en/of werkgever zijn de young professionals, die al een paar jaar werk-
ervaring hebben, maar nog niet heel lang aan het werk zijn. Opvallend genoeg is de werkgeversmobiliteit in het industriële grootbedrijf kleiner dan in het industriële mkb. Wellicht dat het gemiddeld hogere salaris bij grote bedrijven binnen de in-dustrie (€ 62.500 om € 49.800 voor het industriële mkb) ervoor zorgt dat deze be-drijven hun technische werknemers beter weten te binden dan kleinere bedrijven.Ingenieurs zijn over het algemeen vrij positief bij het beoordelen van de eigen baan, zijn tevreden om in de techniek te werken en beoordelen hun eigen positie op de arbeidsmarkt als stabiel. Alleen zzp-ers verwachten er even vaak op achteruit te gaan als vooruit. Binnen de werkomge-ving hechten ingenieurs het meeste waar-de aan sfeer en collegialiteit, uitdaging en salaris. Ingenieurs die op zoek zijn naar een andere baan missen vooral uitdagin-gen en ontwikkelingsmogelijkheden.
22 SalarisonderzoekTW 2013
ColofonTechnisch WeekbladBerenschotKIVI NIRIAHet is niet toegestaan de grafi eken en tabellen uit dit onderzoeksrapport anders dan voor persoon-lijk (niet commercieel) gebruik, te verspreiden of te vermenigvuldigen zonder toestemming van Technisch [email protected]
OnderzoeksverantwoordingHet Technisch Weekblad Salarisonderzoek 2013 is uitgevoerd door Berenschot in opdracht van Technisch Weekblad en in samenwerking met KIVI NIRIA. Doel van het onderzoek is het in kaart brengen van ontwikkelingen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van ingenieurs en hoogopgeleide bèta’s. Begin september 2013 zijn de uitnodigingen tot deelname aan het onderzoek per e-mail verstuurd. Aanvullend daarop is de mogelijkheid tot deelname aan de enquête bekend gemaakt in Technisch Weekblad, op diverse websites en via verschillende internet communities. De enquête kon worden
ingevuld via een speciaal daarvoor ingerichte website. Deelname heeft op anonieme basis plaatsgevonden. De resultaten zijn niet te herlei-den tot de individuele respondenten. De vragenlijst is op 7 oktober afgesloten.3.994 respondenten hebben via internet de (vol-ledige) vragenlijst ingevuld en zo meegedaan aan het onderzoek. Alle gegevens zijn gevalideerd en onwaarschijnlijke uitschieters geëlimineerd. In de marktconforme vergelijking zijn we uitgegaan van de mediaan waarneming, dat wil zeggen de middelste waarneming. Hierdoor zijn de extremen uit het onderzoek gefi lterd. Voor het interval is om diezelfde reden gekozen voor alle waarnemingen tussen het 25e en 75e percentiel.De omvang van de steekproeven van alle in dit rapport gepubliceerde onderzoeken zijn voldoen-de groot om uitspraken te doen over gemiddelden van bèta-gerelateerde functies in Nederland. Uit alle analyses blijkt dat er verschillen bestaan tus-sen de verschillende sectoren en/of functies. Daar waar signifi cant en relevant, zijn de verschillen benoemd. Voor de toepassing van de resultaten betekent het dat het van belang is om steeds de juiste vergelijkingsgroep te hanteren.
Salarisonderzoek