Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

35
1 Versie 2.0 Definitief 17 december 2012 Hoofdlijnenplan Basisinformatie

Transcript of Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

Page 1: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

1

Versie 2.0 Definitief 17 december 2012

Hoofdlijnenplan Basisinformatie

Page 2: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

2

Versiebeheer

Versie Datum Auteur Samenvatting van de wijzigingen

0.1 27-08-2012 S. Spoelstra Aanvullingen/wijzigingen na interne

afstemming DBI

0.3 05-09-2012 S. Spoelstra Aanvullingen/wijzigingen na interne

afstemming DBI

1.0 05-09-2012 S. Spoelstra Aanvullingen/wijzigingen MT-DBI,

CIO-intake

1.1 19-09-2012 S. Spoelstra Aanvullingen/wijzigingen vooroverleg

Kwartet

1.19 02-10-2012 S. Spoelstra Aanvullingen/wijzigingen Strategisch

Overleg Stelselontwikkelingen

1.21 11-10-2012 S. Spoelstra Aanvullingen/wijzigingen overleg

Kwartet

1.23 16-10-2012 S. Spoelstra Aanvullingen/wijzigingen overleg DMC

1.3 23-10-2012 S. Spoelstra MT-DBI

1.41 24-11-2012 J. Orsel Aanvullingen/wijzigingen CIM-overleg

en wijziging financiën 2013

1.5 03-12-2012 J. Orsel Wijziging bestuurlijke planning

1.6 14-12-2012 J. Orsel Indicatie DMC verwerkt

2.0 17-12-2012 J. Orsel Definitief

Goedkeuring

Versie Datum Gremium

1.3 23-10-2012 MT-DBI

1.5 13-12-2012 Ambtelijk Team

2.0 15-01-2013 College

Page 3: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

3

Inhoudsopgave Versiebeheer ....................................... ............................................................................... 2 Inhoudsopgave ...................................... ............................................................................ 3 Managementsamenvatting ............................. .................................................................. 4 1. Inleiding.......................................... .............................................................................. 6

1.1 Over het hoofdlijnenplan ........................................................................................ 6 2. Stelsel van basisinformatie........................ ................................................................ 8

2.1 Wat is het stelsel van basisinformatie? .................................................................. 8 2.2 Hoe werkt het stelsel? ............................................................................................ 8 2.3 Toegevoegde waarde van het stelsel en stelselbeheerder.................................... 9

3. Ontwikkelingen stelsel van basisinformatie ......... ................................................. 10

3.1 Basisregistraties en landelijke digivoorzieningen................................................. 10 3.2 Kernregistraties .................................................................................................... 12 3.3 Informatievoorziening ........................................................................................... 13 3.4 Stelselinrichting .................................................................................................... 14

4. Hoe pakt DBI dit aan? .............................. ................................................................. 15

4.1 Aanpak ................................................................................................................. 15 4.2 Besturing .............................................................................................................. 16 4.3 Planning................................................................................................................ 16 4.4 Communicatie ...................................................................................................... 16

5. Capaciteit en financiën ............................ ................................................................. 17 Bijlagen: Bijlage 1 Besluitvormingstraject......................................................................................... 21 Bijlage 2 Projecten............................................................................................................. 22 Bijlage 3 Doelarchitectuur (nog niet vastgesteld) .............................................................. 29 Bijlage 4 Aanpak projecten conform PPM-proces............................................................. 33 Bijlage 5 Verklarende woordenlijst .................................................................................... 35

Page 4: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

4

Managementsamenvatting In dit hoofdlijnenplan wordt het besluit van het college van B&W van 20 december 20111 nader uitgewerkt. Met dat besluit is de Dienst Basisinformatie (DBI) aangewezen om het Amsterdamse stelsel van basisinformatie verder in te richten, te ontwikkelen en te realiseren, nader uitgewerkt. Het hoofdlijnenplan Basisinformatie geeft inzicht in de ontwikkelingen en de bijbehorende stappen de komende jaren rondom het stelsel van basisinformatie. Ook geeft het inzicht in de aanpak die DBI volgt voor de invoering van de wettelijke basisregistraties, landelijke digivoorzieningen en gemeentelijke kernregistraties. Tot slot wordt aangeven wat de taken DBI als stelselbeheerder basisinformatie inhouden. Het stelsel van basisinformatie wordt gevormd door basis- en kernregistraties. De bedoeling van het stelsel van basisregistraties is dat de Nederlandse overheid van de belangrijkste objecten en subjecten in het maatschappelijk verkeer (mensen, bedrijven, gebouwen, voertuigen etc.) een aantal eigenschappen registreert en dat de gehele overheid deze gegevens gebruikt (enkelvoudige bron, meervoudig gebruik) voor publieke taken. Kernregistraties hebben dezelfde bedoelingen als basisregistraties met als enige verschil dat in plaats van landelijke wetgeving, lokaal gemeentelijke wetgeving in de vorm van een verordening de basis vormt. De losse registraties bieden geen samenhang, maar door deze gegevens met elkaar te verbinden ontstaat samenhang en komt het stelsel tot stand. De bevolkingssamenstelling in een bepaald gebied binnen Amsterdam wordt bijvoorbeeld bepaald door persoonsgegevens te combineren met adresgegevens. Zoals al in de nota Inzet op Herstel II is vermeld, levert het gebruik van de gegevens in het stelsel van basisinformatie zorgt voor administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven en een betere dienstverlening van de gemeente2. Door eenmalige inwinning en meervoudig gebruik hoeven burgers en bedrijven niet keer op keer lastig gevallen te worden met dezelfde vragen. Ondernemers hoeven bijvoorbeeld geen uittreksel van de Kamer van Koophandel meer op te vragen ten behoeve van een vergunningaanvraag. Verder worden dezelfde gegevens niet meer op meerdere plekken bijgehouden of verstrekt, wat van maatschappelijke betekenis is vanwege de voorkoming van fraude van onder meer sociale voorzieningen. Dit betekent dat een goede organisatie van de informatiehuishouding van groot belang is. Gegevens moeten betrouwbaar en actueel zijn en eenvoudig uitgewisseld kunnen worden tussen overheden onderling en overheid, burgers en bedrijven. DBI is als stelselbeheerder verantwoordelijk voor een functionerend stelsel van basisinformatie dat beschikbaar is voor gebruik in gemeentelijke processen. DBI fungeert binnen- en buitengemeentelijk als aanspreekpunt voor het stelsel en borgt dat gegevens uit basis- en kernregistraties worden ingewonnen, beheerd en verstrekt. Ook houdt DBI toezicht op het verplicht gebruik van deze gegevens. Uitbreidingen of aanpassingen worden gecoördineerd door DBI en zijn afhankelijk van zowel landelijke ontwikkelingen (o.a. wettelijke verplichtingen) als gemeentelijke behoeften vanuit de opgave in de stad. De daadwerkelijke registratietaken (het inwinnen, beheren en verstrekken van de gegevens) kunnen zowel door de gemeentelijke bronhouders (DBI en DBGA) als door andere (landelijke) partijen worden uitgevoerd. De ontwikkelingen voor de komende jaren worden inzichtelijk gemaakt vanuit vier domeinen. Deze vier domeinen dragen samen bij aan de verdere ontwikkeling van het stelsel van basisinformatie:

1 BD2011-012846, “Inrichten stelsel van basisinformatie en aanwijzing directeur Dienst Persoons en Geo-

informatie als stelselbeheerder basisinformatie” 2 Inzet op Herstel II (versie 1.0 d.d. 16 februari 2012), pagina 21-22)

Page 5: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

5

1. Basisregistraties en landelijke digivoorzieningen. Voor de basisregistraties en landelijke digivoorzieningen is het landelijke programma i-NUP leidend. Het stelsel zal uitgebreid worden van vijf naar twaalf basisregistraties. Hier ligt een wettelijke verplichting aan ten grondslag.

2. Kernregistraties. Aan de kernregistraties ligt geen wettelijke verplichting ten grondslag. Deze worden ontwikkeld op basis van de behoefte van diensten en stadsdelen met als uitgangspunt dat er een gemeentelijk belang is. Op basis van een business case wordt besloten een kernregistratie wel of niet in te voeren. Hiervoor geldt wel het verplicht gebruik en verplichte terugmelden.

3. Informatievoorziening. De informatievoorziening zorgt voor gestructureerde gegevensuitwisseling tussen de landelijke overheid en de gemeente Amsterdam maar ook binnen de gemeentelijke instanties. Informatie die bij de ene gemeentelijke dienst bekend is, kan een andere dienst gebruiken. Hier zijn behoorlijke aanpassingen nodig om de complexiteit te reduceren. Dit vraagt forse investeringen.

4. Stelselinrichting. De stelselinrichting is meer randvoorwaardelijk om het stelsel te laten functioneren. Dat vraagt enerzijds om de verdere ontwikkeling van DBI en anderzijds om verdere uitwerking van randvoorwaarden op financieel, wettelijk en organisatorisch gebied zoals een financierings- en verrekenmodel voor basisinformatie, een gestandaardiseerde aanpak voor uitbreidingen en standaard rapportages.

De ontwikkelingen in deze domeinen leiden tot een projectenportfolio voor de komende jaren. Op alle domeinen is in 2012 een start gemaakt. Jaarlijks wordt invulling gegeven aan dit projectportfolio afhankelijk van de landelijke wetgeving, behoefte binnen de gemeente en de beschikbare capaciteit. In de projecten worden de gevolgen voor o.a. afnemers, financiën, ICT en organisatie in kaart gebracht. Deze worden separaat ter besluitvorming voorgelegd conform de afspraken uit het stedelijk project portfolio management (PPM) proces. De invoering van basisregistraties valt bovendien onder de regeling risicovolle projecten. De aanpak die gevolgd wordt, richt zich op: - Gezamenlijkheid met onze partners: diensten, stadsdelen en de clusterdiensten,

conform de informatiedomeinen van de stad; - Het benutten van kansen voor de gemeente Amsterdam om efficiënter te werken en

processen te verbeteren; - Tijdigheid: door bijtijds te starten met het bepalen van de impact van ontwikkelingen

voor afnemers en DBI kunnen projecten beheersbaar gehouden worden. De komende ontwikkelingen vragen niet alleen om forse investeringen, ook met de huidige capaciteit zijn niet alle wettelijke en de in december 2011 door het college vastgestelde taken uit te voeren. DBI heeft een inventarisatie uitgevoerd van de benodigde capaciteit. Benadrukt wordt dat de uitkomsten indicatief zijn en nog verder zullen worden onderbouwd. De inventarisatie levert de volgende uitkomst op: voor de uitvoering van stelselbeheer-taken heeft DBI een capaciteitsbehoefte van in totaal 9 fte waarvan 3,5 fte binnen de begroting van DBI gedekt kan worden. De resterende indicatieve capaciteitsbehoefte van 5,5 fte heeft betrekking op taken als het toezien op het verplicht gebruik, rapporteren over de voortgang aan het college van B&W, het uitvoeren van audits naar het gebruik van basisgegevens en het bestuurlijk vaststellen van uitbreiding van het stelsel. Het zwaartepunt van de taken rondom uitbreiding van het stelsel ligt op de komende jaren. Hierdoor heeft een deel van de taken een tijdelijk karakter. Het jaar 2013 zal worden bezien als een overgangsjaar, omdat er geen capaciteits-aanvraag in de Kadernota 2013 is opgenomen. De structurele en incidentele capaciteits-aanvraag vanaf 2014 zal worden betrokken in de Kadernota 2014.

Page 6: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

6

1. Inleiding Zowel op landelijk en gemeentelijk niveau heeft zich de afgelopen jaren een aantal ontwikkelingen voorgedaan die effect hebben op de rol, taken en verantwoordelijkheden van de Dienst Basisinformatie (DBI). De herschikking van taken van hogere overheden naar de gemeenten is daar een van. De gedachte is, dat burgers en bedrijven zoveel mogelijk bij de eigen gemeente terecht moeten kunnen voor dienstverlening van de overheid. Zoals verwoord in de gemeentelijke ICT visie3 wordt deze dienstverlening steeds sterker gepersonaliseerd. Dit vraagt om een compacte en efficiënte overheid die door de burger ervaren wordt als één overheid (in zowel persoonlijk als digitaal contact) waarvoor een goede organisatie van de informatiehuishouding van groot belang is. Gegevens moeten eenvoudig uitgewisseld kunnen worden tussen overheden onderling en tussen overheid, burgers en bedrijven. Daartoe is een Nationaal Uitvoerings-Programma dienstverlening en e-overheid opgesteld (NUP) en vertaald naar een implementatieagenda; i-Nup. Dit uitvoeringsprogramma bestaat uit vier bouwstenen: loket voor burgers (bijvoorbeeld 14020 en mijnoverheid.nl), digitale dienstverlening aan bedrijven (antwoord voor bedrijven en e-herkenning), een stelsel van basisregistraties en stelselvoorzieningen. Dienstverlening en Facilitair Management (DFM) is de dienst die borgt dat we aan de plicht van de eerste twee bouwstenen voldoen. DBI borgt dat de gemeente Amsterdam voldoet aan de verplichtingen van de bouwstenen stelsel van basisregistraties en digivoorzieningen. Naast de uitdagingen door onder andere decentralisaties vanuit het rijk en betere dienstverlening en bedrijfsvoering met minimale administratieve lasten, spelen op gemeentelijk niveau de bezuinigingen een belangrijke rol. Ook is er sprake van meer dienst- en concernoverstijgende samenwerking met andere overheden bijvoorbeeld in regionaal verband. Hiervoor zijn een effectieve en efficiënte manier van werken en de beschikbaarheid van juiste, actuele en betrouwbare gegevens noodzakelijke randvoorwaarden. Het gaat dan niet alleen om het delen en gebruiken van de landelijk wettelijk voorgeschreven gegevensverzamelingen (basisregistraties), maar ook om Amsterdamse gegevensverzamelingen (kernregistraties). Deze ontwikkelingen vragen om meer centrale coördinatie en regie. Dit is een van de aanbevelingen geweest van de rekenkamer4 en heeft zich vertaald in de bestuurlijke vastlegging van de Dienst Basisinformatie als stelselbeheerder van het stelsel van basisinformatie. Met het collegebesluit van 20 december 2011 zijn de rol en verantwoordelijkheden van de dienst vastgelegd. De meerwaarde van centrale regie zit in de eenvoud, eenheid, efficiency en effectiviteit in de aansturing van het stelsel van basisinformatie. Het hoofdlijnenplan borduurt voort op dit besluit.

1.1 Over het hoofdlijnenplan Het hoofdlijnenplan van DBI heeft ten eerste als doel inzicht te geven in de ontwikkelingen en de bijbehorende stappen de komende jaren rondom het stelsel van basisinformatie. Ten tweede geeft het hoofdlijnenplan inzicht in de aanpak die DBI volgt voor de invoering van de wettelijke basisregistraties, landelijke digivoorzieningen en gemeentelijke kernregistraties. Als laatste wordt een voorstel voor het beschikbaar stellen van financiële middelen voorgelegd. Dit hoofdlijnenplan is zowel bestemd voor het bestuur als voor iedereen binnen de gemeente Amsterdam te maken heeft met basisinformatie. Dit kunnen

3 ICT visie Amsterdam 2020 – De toekomst van de Amsterdamse ICT in een veranderende wereld. En wat

betekent dat voor nu. Vastgesteld op 5 oktober 2011 4 Rapport Rekenkamer mei 2011: ‘Basisregistraties Adressen en Gebouwen, een aaneenschakeling van

processen’.

Page 7: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

7

informatiemanagers en afnemers zijn bij diensten en stadsdelen, maar ook diensten die zich bezighouden met de informatiefunctie, bijvoorbeeld Dienst ICT en het Stadsarchief. Op basis van het hoofdlijnenplan worden de bestuurlijke rapportages over het gebruik van basisinformatie opgezet. Het hoofdlijnenplan wordt ambtelijk en bestuurlijk vastgesteld en jaarlijks wordt een plan aangeboden aan het Ambtelijk Team (AT) met de planning van op te starten en lopende projecten voor het nieuwe jaar. Het ambtelijk besluitvormingstraject van het hoofdlijnenplan volgt het PPM-proces met de volgende gremia: MT DBI, CIM-overleg inclusief CIO-advies, AT en CMT (ter kennisname). Bestuurlijk zal het hoofdlijnenplan aangeboden worden in de staf van de burgemeester en vastgesteld worden door het college van B&W. Het hoofdlijnenplan zal ter kennisneming worden verzonden aan de raadscommissie Algemene Zaken (AZ). De planning van het besluitvormingstraject is opgenomen in bijlage 1. Ieder project waar impact op binnengemeentelijke afnemers van basisinformatie te verwachten is of het ICT stelsel raakt, zal worden goedgekeurd conform de afspraken uit het stedelijk project portfolio management (PPM) proces. Goedkeuring van het hoofdlijnenplan betekent dus niet dat het project goedgekeurd is. De invoering van de basisregistraties is benoemd als risicovol project. Deze projecten voldoen aan de richtlijnen zoals gesteld in de regeling risicovolle projecten. Het hoofdlijnenplan staat niet op zichzelf. Het sluit aan op de ICT-visie en maakt onderdeel uit van de nog op te stellen informatieplanning van het cluster Dienstverlening & Informatie. Daarnaast zijn er raakvlakken met de Kadernota 2013 en de informatieplannen van de overige clusters. De Kadernota staat vooral in het teken van bezuinigen en hervormen. De ontwikkelingen zoals beschreven in dit plan hebben een wettelijk karakter maar bieden ook kansen om meer als één ambtelijke organisatie op te treden door de informatiehuishouding op orde te brengen. Hiermee worden burgers en bedrijven minder belast en kan dubbel werk worden voorkomen worden waarmee productiviteitswinst behaald kan worden. De winst is zowel kwantitatief als kwalitatief en de baten komen terecht bij zowel de burger als de gemeente. De informatieplannen van de clusters geeft DBI inzicht in de ontwikkelingen binnen diensten en stadsdelen en de behoefte aan basisinformatie. Hierover vindt ambtelijk geregeld afstemming plaats. Bij het opstellen en nog belangrijker het uitvoeren van het plan worden de lessen uit de evaluatie van de invoering basisregistratie Personen en de ervaringen uit het programma binnengemeentelijke invoering Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) meegenomen. Het hoofdlijnenplan is in een vroeg stadium gepresenteerd aan afnemers, CIO-office, clusterinformatiemanagers en de diensten die het cluster Dienstverlening & Informatie vormen om input te krijgen over de inhoud van het plan. Deze input is meegenomen. Het volgende hoofdstuk gaat in op het stelsel van basisinformatie. Daarna wordt per domein de huidige stand van zaken, de komende ontwikkelingen en welke stappen daartoe gezet moeten worden. Hoofdstuk 4 gaat in op de aanpak die DBI voor ogen heeft en als laatste wordt de financiële paragraaf behandeld. In de bijlagen is meer uitgebreide informatie te vinden over het besluitvormingsproces, het projectportfolio, de doelarchitectuur, de projectaanpak volgens het PPM-proces en een lijst met afkortingen.

Page 8: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

8

2. Stelsel van basisinformatie In dit hoofdstuk wordt het stelsel van basisinformatie toegelicht, wordt de werking van het stelsel binnen de gemeente Amsterdam uitgelegd en aangegeven wat de toegevoegde waarde is van het stelsel en het hebben van een stelselbeheerder.

2.1 Wat is het stelsel van basisinformatie? Basisinformatie is vastgelegd in registraties. De registraties zijn op basis van een wet (basisregistraties) of verordening (kernregistraties) tot stand gekomen. De losse registraties bieden geen samenhang, maar door de gegevens uit de registraties met elkaar te verbinden ontstaat samenhang en komt het stelsel tot stand. Het stelsel van basisinformatie wordt dus gevormd door de verschillende vormen van basisinformatie in samenhang te integreren en aan te bieden en op die manier waarde toe te voegen. De bevolkingssamenstelling in een bepaald gebied binnen de gemeente Amsterdam wordt bijvoorbeeld bepaald door persoonsgegevens te combineren met adresgegevens. Bij een ramp kan dan meteen bepaald worden hoeveel ouderen zich in dat gebied bevinden. Ook kunnen persoons- en adresgegevens samen met voertuiggegevens worden gebruikt om het autobezit en het aantal benodigde parkeerplaatsen in een wijk vast te stellen. Naast de verantwoordelijkheden die DBI heeft ten aanzien van het stelsel blijft DBI als bronhouder ook verantwoordelijk voor de registratie en bijhouding van de persoonsgegevens en geo-informatie.

2.2 Hoe werkt het stelsel?

Bovenstaande figuur geeft het werkingsgebied van het stelsel weer. Burgers, bedrijven of andere overheden zoeken contact (bijvoorbeeld via de telefoon, mail, elektronisch loket of aan de balie) met de gemeente Amsterdam voor een bepaald product of dienst. Dit is de start van gemeentelijke processen zoals het verlenen van een rijbewijs, het aanvragen van een vergunning of uitkering. Deze processen worden enerzijds ondersteund met informatie vanuit verschillende functies zoals de archieffunctie of de beleidsfunctie en anderzijds vanuit de informatiefunctie van het stelsel van basisinformatie. Het stelsel van basisinformatie heeft als doel een betere (efficiëntere en effectievere) informatievoorziening binnen de gemeente Amsterdam te bereiken waardoor er verbeteringen in organisatorisch en maatschappelijk opzicht kunnen worden gehaald. DBI, als stelselbeheerder van dit stelsel, draagt zorg voor een functionerend stelsel van

Page 9: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

9

basisinformatie. Dit betekent dat het inwinnen, beheren en verstrekken van gegevens uit basis- en kernregistraties soepel verloopt en op elkaar aansluit zodat binnengemeentelijke afnemers deze gegevens kunnen gebruiken in hun processen. Dit betekent ook dat er een terugmeldplicht voor afnemers bestaat. Gegevens die niet kloppen of waar redelijke twijfel over bestaat worden teruggemeld zodat deze waar nodig aangepast worden. Dit houdt de kwaliteit van de gegevens in stand en is randvoorwaardelijk voor een functionerend stelsel. DBI zorgt voor een heldere terugmeldprocedure en ziet toe op het verplicht gebruik van basisinformatie in de gemeentelijke processen.

2.3 Toegevoegde waarde van het stelsel en stelselbe heerder Door het stelsel van basisinformatie te gebruiken, wordt het eenvoudiger gegevens uit te wisselen. Dezelfde gegevens worden niet meer op meerdere plekken bijgehouden of verstrekt en diensten en stadsdelen beschikken altijd over juiste en actuele gegevens. Dit komt door het principe van eenmalig inwinnen en meervoudig gebruik van gegevens en de terugmeldplicht. Zoals hierboven genoemd draagt het hebben van één authentieke registratiebron waaraan teruggemeld wordt bij aan kwaliteitsverbetering van de gegevens, zowel de actualiteit als betrouwbaarheid. DBI zorgt ervoor dat het terugmelden voor afnemers zo eenvoudig mogelijk is en borgt dat de meldingen terecht komen bij de bronhouder van de registratie voor onderzoek. Ook biedt het stelsel de mogelijkheid om gegevens met elkaar te combineren. Dit geldt niet alleen voor het combineren van basisregistraties of landelijke gegevenssets, maar ook de combinatie met, voor de gemeente Amsterdam vastgestelde gegevens, de kernregistraties. De aanvullende vastgoedgegevens (kernregistratie) gekoppeld aan de BAG (basisregistratie) geven bijvoorbeeld meer inzicht in de inhoud zoals het type verblijfsobject, denk bij woningen aan een- of meergezins, huur of koop en bij niet-woningen aan studentenhuisvesting, bedrijvenverzamelgebouwen, kinderopvang en zorgcomplexen. Dit wordt o.a. gebruikt in de processen van de dienst Belastingen (DBGA), de erfpachtheffing en voor beleidsmatige doeleinden bij de Dienst Advies en Onderzoek maar ook het CBS. Door de koppeling van de basisregistratie met de kernregistratie wordt inhoud verrijkt op basis waarvan beter beleid gemaakt kan worden. Alleen op grond van de basisregistratie is dit niet mogelijk. DBI heeft als stelselbeheerder de regie over het stelsel en alles wat daarbij komt kijken. Dit betekent dat diensten en stadsdelen kunnen beschikken over gegevens uit basis- en kernregistratie, kunnen vertrouwen op de kwaliteit van de gegevens in basis- en kernregistraties en de landelijke ontwikkelingen niet zelf actief hoeven te volgen en monitoren. Uitbreidingen of aanpassingen worden gecoördineerd door DBI. De kerntaak van DBI is het borgen dat gegevens uit basis- en kernregistraties worden ingewonnen, beheerd en verstrekt. Hierin werkt DBI samen met DBGA als bronhouders voor de WOZ-basisregistratie en mogelijke toekomstige bronhouders van kernregistraties in de stad. Dit levert ten eerste directe baten op voor burgers, bedrijven en andere overheden omdat zij gegevens niet meer in veelvoud hoeven aan te leveren aan de gemeente waardoor de tevredenheid van burgers en bedrijven stijgt. Ook levert het directe baten op voor de ambtenaar die een klantproces uitvoert, want hij hoeft niet meer te zoeken naar gegevens, hoeft geen gegevens meer op te halen bij andere organisaties en hoeft de juistheid van verstrekte gegevens niet meer te checken. Als laatste levert het directe baten op voor de dienst waar het proces plaatsvindt doordat overbodige gegevens verdwijnen en minder fouten en herwerk, bezwaren en beroepen. Hiermee wordt Amsterdam een gemeente die: - niet naar de bekende weg vraagt; - klantgericht is; - op basis van juiste informatie handelt; - weet waar ze het over heeft; - haar zaken op orde heeft en niet meer kost dan nodig is.

Page 10: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

10

3. Ontwikkelingen stelsel van basisinformatie Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de ontwikkelingen in het stelsel van basisinformatie en de stappen die DBI hierin onderneemt. De ontwikkelingen zijn onderverdeeld in vier domeinen: 1. Basisregistraties en landelijke digivoorzieningen 2. Kernregistraties 3. Informatievoorzieningen 4. Stelselinrichting Per domein wordt geschetst waar we nu staan, waar we de komende jaren naartoe gaan en welke stappen daartoe genomen moeten worden. Deze stappen zijn voor een deel vertaald naar projecten die in bijlage 2 zijn opgenomen.

3.1 Basisregistraties en landelijke digivoorziening en Toelichting programma i-NUP De overheidsbrede implementatieagenda dienstverlening e-overheid, ofwel i-NUP, beschrijft de plannen voor het implementeren en gebruik van basisvoorzieningen. Gemeenten moeten vóór 2015 de basisinfrastructuur voor de elektronische overheid op orde hebben. DBI voert regie op het nakomen van de resultaatverplichtingen van de NUP-bouwstenen ‘Stelsel van basisregistraties’ en ‘Stelselvoorzieningen’. Stelsel van basisregistraties Het stelsel van basisregistraties bestaat uit 12 landelijke gegevensverzamelingen. In het stelsel staan gegevens over personen, bedrijven, adressen, verblijfplaatsen en hun ligging (percelen en topografie), lonen, arbeids- en uitkeringsverhoudingen, voertuigen, inkomens, ondergrond, de waarde van onroerende zaken. Deze gegevensverzamelingen wisselen onderling gegevens uit. Zo is het adres waar een persoon ingeschreven staat in de basisregistratie Personen afkomstig uit de basisregistratie Adressen. De resultaatverplichting voor basisregistraties is als volgt verwoord: alle gemeenten voldoen aan de wettelijke plicht om de basisregistraties te gebruiken als enige bron van de hierin opgenomen authentieke gegevens en deze niet opnieuw uit te vragen (verplicht gebruik). Daarnaast geldt voor alle basisregistraties een terugmeldplicht. Stelselvoorzieningen Digikoppeling, Digilevering en Digimelding vormen samen de landelijke stelselvoorzieningen5. De inzet van gemeenschappelijke stelselvoorzieningen voor het

5 Digikoppeling: set standaarden voor elektronisch berichtenverkeer tussen overheidsorganisaties Digilevering: levert 'gebeurtenissen' (bv. geboorte van een persoon of vaststellen van een inkomen) aan alle

overheidsinstanties die in deze gebeurtenissen zijn geïnteresseerd via centrale en generieke voorziening Digimelding: digitaal portaal voor terugmeldingen op alle basisregistraties

Uitbreiding met Basisregistraties

Uitbreiding met Kernregistraties

Landelijke digivoorzieningen

Informatie-voorzieningen

Stelsel van Basisinformatie

Stelselinrichting

Uitbreiding met Basisregistraties

Uitbreiding met Kernregistraties

Landelijke digivoorzieningen

Informatie-voorzieningen

Stelsel van Basisinformatie

Stelselinrichting

Stelsel van Basisinformatie

Stelselinrichting

Page 11: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

11

stelsel van basisregistraties stelt organisaties in staat om gegevens uit het stelsel eenvoudig, efficiënt en veilig uit te wisselen met hun omgeving. Waar staan we Vanuit het programma Basisregistraties en ICT-infrastructuur (BRI) zijn de afgelopen jaren in Amsterdam belangrijke stappen gezet voor de inrichting van basisregistraties. Momenteel zijn er vijf basisregistraties in gebruik: Basisregistratie Bronhouder Personen (GBA) Gemeente / DBI

Adressen en Gebouwen (BAG) Gemeente / DBI

Kadaster (BRK) Kadaster (levering aan binnengemeentelijke afnemers via DBI)

Kleinschalige topografie (BRT) Kadaster (levering aan binnengemeentelijke afnemers via DBI)

Waardering Onroerende

Zaken (WOZ)

Gemeente / DBGA

Voor deze registraties geldt dat voldaan wordt aan de resultaatverplichting van verplicht gebruik en de terugmeldplicht. Wat betreft de digivoorzieningen zijn de landelijke ontwikkelingen nog in beweging en is geen van de landelijke voorzieningen ingevoerd. Een nieuwe taak die nog verder ingevuld en geborgd moet worden is het toezicht op het verplicht gebruik van basisregistraties. Zie hiervoor §3.4 over de stelselinrichting. Waar gaan we naartoe Alle overheden moeten voor de uitvoering van hun publieke taken gebruikmaken van gegevens uit het stelsel van basisregistraties. Het college van B&W heeft bepaald dat de i-NUP agenda leidend is voor de invoering van het stelsel van basisinformatie binnen de gemeente. Voor de gemeente Amsterdam betekent dit dat het stelsel uitgebreid zal worden met de volgende basisregistraties: Basisregistratie Bronhouder Nieuw Handelsregister (NHR) Kamer van Koophandel

Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Gemeente / DBI

Registratie Niet-Ingezetenen (RNI) Gemeente / DBI

Basisregistratie Voertuigen (BRV) RDW

Basisregistratie Ondergrond (BRO) TNO/Alterra

Basisregistratie Inkomen (BRI) Belastingdienst

Basisregistratie Lonen, Arbeids- en Uitkeringsverhoudingen (BLAU) UWV

DBI borgt dat de gemeente Amsterdam ook voor deze basisregistraties voldoet aan de resultaatverplichting van NUP, het verplicht gebruik en het verplichte terugmelden. Verder moet de gemeente Amsterdam de komende jaren de landelijke digivoorzieningen implementeren. Het gaat om Digikoppeling, Digilevering en Digimelding. Hoe komen wij daar? De komende jaren staan in het teken van het uitbreiden van het gemeentelijke stelsel van basisinformatie met basisregistraties en de digivoorzieningen. De volgorde en planning hangen voor een belangrijk deel af van de voortgang van het landelijke programma i-NUP. Daar worden de benodigde voorbereidingen getroffen zodat gemeenten de basisregistraties kunnen implementeren en kunnen terugmelden. Ook zijn stedelijk criteria geformuleerd die gehanteerd worden bij de prioritering en vaststelling van de planning. De criteria zijn wet- en regelgeving, bedrijfscontinuïteit, bestuurlijke wens en heroverweging.

Page 12: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

12

DBI behartigt de gemeentelijke belangen en bewaakt samen met de G4-partners dat de landelijke ontwikkelingen de juiste kant opgaan en oefent waar nodig landelijk invloed uit. Het implementeren van de basisregistraties en digivoorzieningen zijn deels aanbodgericht. Het college van B&W heeft zich gecommitteerd aan de landelijke resultaatverplichtingen uit i-NUP. Dat we dit moeten doen, staat dus vast. Jaarlijks geeft DBI aan welke basisregistraties op stapel staan. Hoe DBI dit gaat implementeren is iets waar diensten en stadsdelen bij betrokken worden. De aanpak van de projecten is vraaggericht (zie ook hoofdstuk 4). DBI onderzoekt niet alleen de impact van het verplicht gebruik en de terugmeldplicht op de stad, maar inventariseert ook waar kansen liggen in de stad. Dit doet DBI door de informatiebehoefte uit te vragen; aan welke gegevens is behoefte en op welk moment en in welke vorm zouden de afnemers deze willen ontvangen. Zo kan het zijn dat gemeentelijke diensten meer bedrijfsgegevens nodig hebben dan in de wettelijk verplichte basisregistratie Nieuw Handelsregister staan. Deze behoefte kan leiden tot aanvullende gegevensverzamelingen en voorzieningen. Voor de uitbreiding van het stelsel wordt een standaard werkwijze ontwikkeld.

3.2 Kernregistraties Kernregistraties zijn het gemeentelijke equivalent van een basisregistratie. Een kernregistratie kan ten aanzien van een basisregistratie aanvullende en actuelere gegevens bevatten of andere gegevens waarvoor binnengemeentelijk geldt: ‘eenmalig inwinnen, meervoudig gebruiken’ om gemeentelijke processen efficiënter te kunnen verrichten. Waar staan we De volgende registraties zijn al volgens dit principe binnengemeentelijk ingevoerd: Bedrijven (beheerd door DBGA) en Vastgoedregistratie Amsterdam (beheerd door DBI). De vastgoedregistratie is een verzamelterm voor meerdere kernregistraties die binnen de gemeente Amsterdam worden bijgehouden en verstrekt. Het gaat om de kernregistraties: Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen onroerende zaken (WKPB), aanvullende BAG en BRT gegevens, gebiedsindeling van Amsterdam, geodetische infrastructuur, Amsterdams MeetboutenNET, luchtfoto’s, panoramafoto’s en het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Waar gaan we naartoe DBI heeft het afgelopen jaar een toename in de behoefte aan kernregistraties waargenomen. Een kernregistratie is geen wettelijke verplichting waaraan voldaan moet worden. In tegenstelling tot de basisregistraties worden de kernregistraties ontwikkeld op basis van de behoefte van diensten en stadsdelen met als uitgangspunt dat er een gemeentelijk belang is. Hieraan ligt een business case ten grondslag. Zekerheid over de betrouwbaarheid en actualiteit van gegevens staat hierbij voorop. DBI heeft als stelselbeheerder de verantwoordelijkheid deze ontwikkeling in goede banen te leiden. DBI voert regie op de voorbereiding, besluitvorming en realisatie van kernregistraties, en formuleert heldere uitgangspunten wat een kernregistratie is en aan welke vereisten een kernregistratie moet voldoen. Daarnaast biedt DBI een gestandaardiseerde aanpak hoe een kernregistratie te ontwikkelen. Deze regierol van DBI is nieuw en zal versterkt moeten worden. Hoe komen wij daar? De primaire focus van DBI ligt bij het helder formuleren van de definitie, uitgangspunten en kader voor prioriteitstelling van een kernregistratie. Daarbij hoort ook een gestandaardiseerde aanpak inclusief overzicht van vereisten aan een kernregistratie. De behoefte aan kernregistraties zal voor een deel gedestilleerd kunnen worden uit de informatieplanningen van ieder cluster. Met deze basis gaat DBI het gesprek aan in de

Page 13: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

13

stad om waar nodig de gemeentebrede behoefte te verhelderen en hierin prioritering aan te brengen. Daarnaast wordt de behoefte kenbaar gemaakt in afnemersbijeenkomsten en één op één gesprekken. Op basis van de prioriteitstelling worden projecten opgestart onder regie van DBI om business cases uit te werken en waar nodig te komen tot kernregistraties. Hiervoor wordt een standaard werkwijze gedefinieerd.

3.3 Informatievoorziening Voor een gemeente die transparant, modern, efficiënt en gericht op burgers en bedrijven wil zijn is intensieve informatie-uitwisseling noodzakelijk. Voorwaarde hiervoor is dat de informatie niet alleen beschikbaar is maar ook dat alleen die informatie wordt geleverd die voor de vraag noodzakelijk is en waarvoor de vrager geautoriseerd is. Informatie komt daarbij tot stand via integratie en onderlinge samenhang tussen gestroomlijnde (basis)gegevens en bijbehorende generieke informatievoorzieningen. Waar staan we De huidige informatievoorzieningen van DBI zijn ingericht om de GBA, BAG, BRT, BRK en de vastgoedregistratie bij te houden en te verstrekken aan afnemers. Deze voorzieningen zijn divers van aard, met veel complexiteit en leveranciers. Dit maakt het lastig en duur om veranderingen in wetgeving door te voeren, zoals koppelingen van basisregistraties en toevoeging van nieuwe basis- en kernregistraties. Waar gaan we naartoe Generieke informatievoorzieningen basisinformatie dragen bij aan een transparante, uniforme en gestructureerde gegevensuitwisseling tussen de landelijke overheid en de gemeente Amsterdam maar ook binnen de gemeentelijke instanties. De generieke voorzieningen leiden tot het consequent vastleggen van gegevens in basis- en kernregistraties waardoor burgers en bedrijven niet steeds hun gegevens door hoeven te geven wanneer ze in contact treden met de gemeente Amsterdam. De informatievoorzieningen die daarvoor nodig zijn, zijn weergegeven in een gemeentelijke doelarchitectuur basisinformatie. De doelarchitectuur geeft inzicht in het mechanisme van stelselbeheer (zie bijlage 3 voor de doelarchitectuur en uitleg). De komende ontwikkelingen in het stelsel hebben consequenties voor de huidige informatie-voorziening bij DBI. Met behulp van dit mechanisme worden deze consequenties beter inzichtelijk gemaakt. Dit middel helpt bij het reduceren van de complexiteit in de informatievoorziening op alle fronten (leveranciers, werkwijze, inpassen nieuwe ontwikkelingen). Daarnaast dient de doelarchitectuur als toetsingskader voor ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen vinden deels plaats onder de ’motorkap’ van DBI. De doelarchitectuur staat niet op zichzelf maar maakt onderdeel uit van de gemeentelijke architectuur. Hiervoor gelden voor alle afnemers de kaders en richtlijnen zoals geformuleerd door de CIO-office, bijvoorbeeld op het gebied van gegevensmodellen. In het eindplaatje is het mogelijk een gecombineerde gegevensuitvraag te doen en zal het voor afnemers transparanter worden welke verstrekkingsvormen mogelijk zijn. Naast de voorzieningen voor het distribueren van gegevenssets is de behoefte kenbaar gemaakt aan een platform waar informatie op basis van locatiegegevens (intern en extern) ontsloten kan worden op een kaart. Het gaat om het visualiseren van beschikbare informatie over bijvoorbeeld parkeren, culturele instellingen, sport- en speellocaties en andere informatie. Hoe komen we daar? De komende jaren worden gebruikt om de informatievoorziening verder te ontwikkelen richting de doelarchitectuur. Dit wordt gedaan door middel van een ‘roadmap’. De roadmap geeft in stappen aan hoe toegewerkt wordt naar de doelarchitectuur. Om de stappen te bepalen worden niet alleen de ontwikkelingen in het stelsel op landelijk en gemeentelijk niveau in kaart gebracht, maar ook ontwikkelingen bij leveranciers en

Page 14: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

14

afnemers, de eenvoud en beheersbaarheid wordt meegenomen net als bewezen software en technologie en de kosten. Uit deze roadmap volgt het projectportfolio. Een van de projecten zal als doel hebben de distributievoorzieningen van twee (Diva en Paraplu) naar één terug te brengen. Het toewerken naar complexiteitsreductie met behulp van de doelarchitectuur en roadmap vraagt echter behoorlijke investeringen op financieel gebied.

3.4 Stelselinrichting Waar staan we Het college van B&W heeft op 20 december 20116 ingestemd met de rol van DBI als stelselbeheerder basisinformatie, inclusief verantwoordelijkheden. Een aantal van deze verantwoordelijkheden zal verder uitgewerkt moeten worden. Daarnaast vraagt verdere inrichting van het stelsel om de uitwerking van een aantal randvoorwaarden op financieel, wettelijk en organisatorisch gebied. Waar gaan we naartoe DBI werkt toe naar een stelsel dat niet alleen is uitgebreid met basis- en kernregistraties en landelijke voorzieningen, maar ook goed functioneert. Dit is mogelijk door een aantal randvoorwaarden in te vullen en verantwoordelijkheden verder uit te werken. Dit betekent onder andere dat het stelsel een transparante en passende financierings- en verrekenstructuur kent, dat uitbreidingen volgens een standaard werkwijze worden uitgevoerd en dat kernregistraties juridisch verankerd kunnen worden. Ook is het toezicht op het verplicht gebruik vormgegeven en ontvangt het bestuur jaarlijks een rapportage hierover. Toezicht houden betekent niet alleen dat achteraf gecontroleerd wordt met behulp van bijvoorbeeld een audit, maar dat ook tussentijds informatie verzameld wordt. Dit kan door afnemers tussentijds te bevragen over hun bevindingen, door burger- of bedrijvenpanels in te zetten of het volgen van nieuwsberichten. Behalve het uitwerken van de randvoorwaarden en verantwoordelijkheden is de ontwikkeling van de dienst zelf als stelselbeheerder van belang voor een functionerend stelsel. Hoe komen we daar? De rol zoals we die in 2015 zien, zal veel vragen van de organisatie. De focus op de afnemers zal veel sterker worden, en daartoe moet de bedrijfsfunctie Verstrekken Basisinformatie krachtiger worden ingericht. Wij moeten veel sterker dan voorheen 'in de huid van de klant' kruipen: niet om zijn bedrijfsproces mee te gaan besturen, maar om gericht de - voor hem - optimale combinatie van informatie te kunnen verstrekken. Deze ontwikkeling van een meer aanbodgerichte organisatie naar vraaggericht en uiteindelijk naar vraaggestuurd wordt meegenomen in de interne reorganisatie van DBI. In deze transformatie wordt aandacht besteed aan de aspecten strategie, structuur en cultuur. Wat betreft de uitwerking van de randvoorwaarden wordt DMC gevraagd onderzoek te doen naar een financierings- en verrekenmodel basisinformatie. Met betrekking tot de wetgeving wordt bijvoorbeeld de verordening op kernregistraties aangepast en op organisatorisch gebied worden modelaanpakken gemaakt voor de uitbreiding van het stelsel, rapportage over de voortgang van de uitbreiding van het stelsel en de stand van zaken rondom verplicht gebruik. In 2013 wordt de eerste rapportage over verplicht gebruik opgeleverd. DBI heeft samenwerking gezocht met andere diensten binnen het cluster Dienstverlening & Informatie en met de CIO-Office om de informatievoorziening in de stad verder te brengen.

6 BD2011-012846, “Inrichten stelsel van basisinformatie en aanwijzing directeur Dienst Persoons en Geo-

informatie als stelselbeheerder basisinformatie”

Page 15: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

15

4. Hoe pakt DBI dit aan? In het vorige hoofdstuk is op vier domeinen benoemd waar DBI staat, welke ontwikkelingen eraan komen en welke stappen genomen worden. In de eerste paragraaf wordt inzichtelijk gemaakt welke aanpak DBI hierin volgt. In de aanpak zijn de ervaringen met de implementatie van de GBA en BAG meegenomen. De laatste drie paragrafen bespreken de besturing, planning en communicatie.

4.1 Aanpak De aanpak van de projecten om het stelsel van basisinformatie goed te kunnen laten functioneren is gericht op gezamenlijkheid, het benutten van kansen en tijdigheid. Aan de gezamenlijke aanpak ligt de transformatie van een aanbodgerichte dienst naar een vraaggestuurde dienst Basisinformatie ten grondslag. Een vraaggestuurde dienst gaat uit van de wensen en behoeften van afnemers. Dit is echter niet van de één-op-de-andere dag gerealiseerd. Sommige producten en/of diensten blijven of zijn op de korte termijn nog aanbodgericht. Vraagsturing is bijvoorbeeld niet van toepassing op de wettelijk verplichte basisregistraties. Wel zal de aanpak meer vraaggericht zijn door bijvoorbeeld de informatiebehoefte te onderzoeken. Om te weten wat de informatie-behoefte is, zal DBI in nauw contact met afnemers staan. DBI gebruikt hiervoor verschillende kanalen. Ieder kwartaal wordt een afnemersbijeenkomst georganiseerd. Dit is een platform om ontwikkelingen of specifieke onderwerpen met elkaar te bespreken en ervaringen uit te wisselen. Deze bijeenkomsten geven voor een belangrijk deel input over de behoeften van afnemers. Daarnaast is er regelmatig één-op-één contact met o.a. informatiemanagers bij afnemers. De nauwe samenwerking met de diensten die het cluster Dienstverlening & Informatie vormen en de clusterinformatiemanagers is een belangrijke bron van informatie en ook de informatieplanningen van de clusters zal gaan bijdragen aan inzicht in de behoefte van afnemers. De aanpak zal ook gericht zijn op kansen voor de gemeente Amsterdam. Enerzijds zijn er kansen om efficiënter te werken doordat informatie centraal wordt aangeboden. Diensten en stadsdelen hoeven bijvoorbeeld zelf geen regie meer te voeren op meerdere leveranciers om de kwaliteit, betrouwbaarheid en doorlooptijd te waarborgen. Ook hoeven zij zelf niet meer bij andere instanties te shoppen voor informatie, maar kunnen de benodigde gegevens rechtstreeks halen binnen de gemeente zelf. Anderzijds biedt inzicht in de informatiebehoefte kansen om de gemeentelijke processen te verbeteren. Proceseigenaren binnen diensten en stadsdelen kunnen met de juiste informatie op het juiste moment de processen zodanig aanpassen dat burgers of bedrijven geen onnodige gegevens hoeven aan te leveren, wat productiviteitswinst kan opleveren en de doorlooptijd kan verkorten. Als laatste is de aanpak gericht op tijdigheid. Uit de geleerde lessen is gebleken dat tijdig starten met het in kaart brengen van de ontwikkelingen en benodigde acties essentieel is om projecten beheersbaar te houden. De impact van ontwikkelingen in het stelsel hebben gevolgen voor afnemers waar ze in een vroeg stadium over geïnformeerd en bij betrokken dienen te worden. Hiervoor kunnen onder andere de reguliere afnemersbijeenkomsten gebruikt worden. Niet alleen naar afnemers, ook intern binnen DBI is er impact, bijvoorbeeld voor het inwinnen en beheren van een registratie. Dit is voor het gehele proces ook van belang tijdig in kaart te brengen. De benoemde ontwikkelingen in hoofdstuk 3 worden uitgewerkt in een projectportfolio. De projecten volgen het PPM-proces waardoor verschillende gremia betrokken en geconsulteerd worden, zoals de clusterinformatiemanagers, de CIO-office en het AT.

Page 16: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

16

Hiermee wordt de gemeenschappelijke basis voor de uitvoering van projecten getoetst en geborgd. Aan de hand van het PPM-proces wordt de projectaanpak verder ingevuld. Zie hiervoor bijlage 4. Samenwerking met afnemers in projecten De samenwerking met afnemers staat centraal in het hoofdlijnenplan en de aanpak van de projecten. Per project wordt een projectleider aangesteld en per project wordt bekeken welke afnemers betrokken worden. De intensiteit van de samenwerking kan verschillen per project en per fase waar het project zich in bevindt. Het is mogelijk dat afnemers participeren in het project of een projectfase, dat aan afnemers gevraagd wordt plaats te nemen in een klankbordgroep of dat met de afnemers samengewerkt wordt om informatie te verzamelen of oplossingen te realiseren. Gedurende het gehele project zullen o.a. informatiemanagers, architecten, proceseigenaren, MT-leden en Cim-ers van diensten en stadsdelen betrokken worden.

4.2 Besturing Het college van B&W is bestuurlijk opdrachtgever van het hoofdlijnenplan en heeft dit opdrachtgeverschap belegd bij de portefeuillehouder DBI, burgemeester Van der Laan. De directeur DBI is ambtelijk eindverantwoordelijk voor de realisatie van de projecten/ ontwikkelingen uit het hoofdlijnenplan. Binnen DBI is het hoofd Strategie en Stelsel-ontwikkeling de opdrachtgever voor het hoofdlijnenplan. Jaarlijks rapporteert de directeur DBI over de voortgang van de stelselontwikkeling. De directeur DBI rapporteert tweemaal per jaar over de invoering van basisregistraties in het kader van de regeling risicovolle projecten7.

4.3 Planning Een aantal projecten is in 2012 gestart. Afhankelijk van de ontwikkelingen binnen de basisregistratie, de prioriteit vanuit de landelijke i-NUP lijst en de behoefte aan kernregistraties worden de projecten voor de komende jaren gepland. Jaarlijks wordt een planning van projecten voor het volgende jaar voorgelegd aan het AT. Hiervoor is stedelijk een aantal criteria opgesteld om tot een prioriteitstelling te kunnen komen: wet- en regelgeving, bedrijfscontinuïteit, bestuurlijke wens en heroverweging. Op basis daarvan wordt bepaald welke capaciteit nodig is.

4.4 Communicatie Om de samenwerking met onze binnengemeentelijke partners vorm te geven, stelt DBI een communicatieplan op met het doel tijdig en volledig te communiceren over ontwikkelingen en in te spelen op de informatiebehoefte van de partners. De doelgroepen (afnemers, belanghebbenden, relaties) met wie we in onze rol van stelselbeheerder willen communiceren zijn geïnventariseerd en ingedeeld naar het Factor C krachtenveld-analysemodel. Doel van de analyse is alle actoren in beeld te krijgen die we in onze rol van stelselbeheerder moeten bereiken om te informeren én die we willen bereiken vanwege hun invloed op het beleid en de gewenste samenwerking. Hieruit zal enerzijds de ontwikkeling van verschillende communicatiemiddelen voortvloeien en anderzijds de samenwerking met afnemers in werkgroepen rond de realisatie van basis- en kernregistraties. Daarnaast zal DBI intern de contacten vanuit de verschillende afdelingen met onze externe partners gaan stroomlijnen en toewerken naar eenduidige communicatie.

7 In 2013 zal er éénmaal gerapporteerd worden, vanaf 2014 tweemaal per jaar.

Page 17: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

17

5. Capaciteit en financiën Bij de vaststelling van DBI als stelselbeheerder door het college van B&W in december 2011 zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de directeur DBI als stelselbeheerder basisinformatie vastgesteld en is onder andere vastgesteld dat iedere uitbreiding van het stelsel basisinformatie met een nieuwe basis- of kernregistratie door de directeur DBI met een financieringsvoorstel wordt voorgelegd aan het college van B&W. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de stelselbeheerder zijn de volgende: - ziet toe op het verplicht gebruik van gegevens uit basis- en kernregistraties door

afnemers en rapporteert over de voortgang aan het college van B&W; - krijgt het recht om een audit naar het gebruik van basisgegevens te laten uitvoeren; - stimuleert het binnengemeentelijk gebruik van de basisinformatie; - is verantwoordelijk voor het proces van bestuurlijk vaststellen van uitbreiding van het

stelsel, gelet op de eisen aan het stelsel basisinformatie; - ziet toe op de onderlinge samenhang tussen de basisregistraties en kernregistraties

en toetst voorstellen tot uitbreiding van het stelsel aan de architectuur van het stelsel; - is verantwoordelijk voor het inwinnen, beheren en verstrekken van gegevens uit

basis- en kernregistraties binnen de gemeente Amsterdam en zorgt voor het afnemen van de gegevens uit de landelijke voorzieningen;

- beheert de kernregistraties; - volgt actief de (landelijke) ontwikkelingen van het stelsel, behartigt de belangen van

de gemeente in deze en vertaalt de ontwikkelingen in concrete acties voor de stad. Hieruit volgt een aantal nieuwe taken en uitbreiding van bestaande taken waar DBI extra capaciteit voor nodig heeft. Hieronder worden de taken en daarvoor benodigde capaciteit toegelicht en onderbouwd en wordt aangegeven welke mogelijkheden tot dekking zijn onderzocht. Opgemerkt wordt dat dit de eerste uitkomsten zijn van een verrichte inventarisatie van de benodigde capaciteit. Benadrukt wordt dat de uitkomsten indicatief zijn en nog verder zullen worden onderbouwd. Nieuwe taken en uitbreiding bestaande taken Voor de nieuwe taken en uitbreiding van de bestaande taken geldt dat alles omtrent de landelijke basisregistraties uit een wettelijk verplichting voortvloeit. Nieuwe en uitbreiding van bestaande taken rondom kernregistraties vloeien voort uit het besluit in december 2011 van college van B&W. Per verantwoordelijkheid wordt aangegeven welke taken daaronder vallen en hoeveel capaciteit daarvoor nodig is. 1. Toezien op het verplicht gebruik van gegevens uit basis- en kernregistraties door

afnemers en rapporteren over de voortgang aan het college van B&W Structurele taken: - Verzamelen van informatie over het gebruik van basisinformatie door afnemers,

bijvoorbeeld door burger- of bedrijvenpanels te bevragen, bestandsvergelijkingen uit te voeren mbv de I-spiegel8, informatie verzamelen uit de media, de ombudsman, afnemers/klanten en bronleveranciers

- Analyseren van de informatie - Opstellen rapportages met aanbevelingen - Uitvoeren van het ambtelijk en bestuurlijk besluitvormingsproces - Coördineren van de implementatie van aanbevelingen

8 I-Spiegel is software voor bestandsvergelijking die het binnengemeentelijk gebruik van basisregistraties

analyseert. Dit instrument laat zien wat het gebruik van basisregistraties oplevert en nog meer kan opleveren.

Page 18: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

18

Benodigde capaciteit: - 0,25 fte voor wettelijk verplichte taken - 0,25 fte voor taken zoals vastgesteld door het college van B&W

2. Uitvoeren van audits naar het gebruik van basisgegevens Structurele taken: - Verlenen van de opdracht voor de audit. Deze kan zowel door de afdeling Regie

en Audit binnen DBI uitgevoerd worden als door een externe partij - Uitvoeren van de audit - Analyseren van de auditresultaten - Coördineren van de implementatie van de aanbevelingen Benodigde capaciteit: - 0,75 fte voor wettelijk verplichte taken - 0,25 fte voor taken zoals vastgesteld door het college van B&W

3. Stimuleren van binnengemeentelijk gebruik van de basisinformatie Structurele taken: - Adviseren van afnemers over gebruik basisinformatie - Vastleggen van afspraken omtrent gebruik in Dossier Afspraken en Procedures

(DAP) - Reguliere gesprekken voeren over gebruik basisinformatie met input uit het DAP - Organiseren reguliere informatiesessies en afnemersbijeenkomsten - Overzicht behouden van gegevensverzamelingen binnen de gemeente - Doorverwijzen van afnemers Benodigde capaciteit: - 0,75 fte voor wettelijk verplichte taken - 0,75 fte voor taken zoals vastgesteld door het college van B&W

4. Bestuurlijk vaststellen van uitbreiding van het stelsel, gelet op de eisen aan het stelsel basisinformatie Structurele taken: - Uitvoeren verkenningsfase naar de uitbreiding van het stelsel met een basis- of

kernregistratie waarin de impact van de wettelijke verplichting en de informatiebehoefte in kaart worden gebracht

- Uitvoeren van definitiefase naar de uitbreiding van het stelsel met een basis- of kernregistratie

- Uitvoeren van ambtelijk en bestuurlijk besluitvormingsproces De kosten die voortvloeien uit de realisatie en implementatie van de uitbreiding van het stelsel met een basis- of kernregistratie worden opgenomen in de business case van iedere uitbreiding en met een financieringsvoorstel voorgelegd aan het college van B&W. Benodigde capaciteit: - 2 fte voor wettelijk verplichte taken - 2 fte voor taken zoals vastgesteld door het college van B&W

5. Toezien op de onderlinge samenhang tussen de basisregistraties en kernregistraties en toetsen van voorstellen tot uitbreiding van het stelsel aan de architectuur van het stelsel Structurele taken: - Kaderstelling en beleid met betrekking tot de informatievoorziening en

architectuur van basis- en kernregistraties - Ontwikkelen, beheren en onderhouden van de architectuur van het stelsel van

basisinformatie - Opstellen van architectuurrichtlijnen ten behoeve van realisatie en

implementatieactiviteiten - Ondersteunen en beoordelen van projecten met betrekking tot de architectuur - Maken van de lange termijn planning voor de opbouw en beheer van de

architectuur - Toetsen van plannen en ontwikkelingen op consequenties ten aanzien van

processen, gegevens, systemen en infrastructuur

Page 19: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

19

Benodigde capaciteit: - 0,5 fte voor wettelijk verplichte taken - 0,5 fte voor taken zoals vastgesteld door het college van B&W

6. Inwinnen, beheren en verstrekken van gegevens uit basis- en kernregistraties binnen de gemeente Amsterdam en zorgen voor het afnemen van de gegevens uit de landelijke voorzieningen Structurele taken: - Inwinnen, beheren en verstrekken van de huidige basis- en kernregistraties. Dit is

al in de begroting van DBI opgenomen - Inwinnen, beheren en verstrekken van de nieuwe basis- en kernregistraties. Dit

wordt meegenomen in de op te stellen business case per uitbreiding Benodigde capaciteit: - nvt

7. Actief volgen van de (landelijke) ontwikkelingen van het stelsel, behartigen van de belangen van de gemeente in deze en vertalen van de ontwikkelingen in concrete acties voor de stad Structurele taken: - Volgen van seminars, bijeenkomsten en landelijke informatie - Overleggen met G-4 partners, VNG, King - Globale impactanalyse van de wettelijke verplichting op de gemeente - Organiseren van afnemersbijeenkomsten om de behoefte in kaart te brengen - Actief bijhouden van de informatieplanningen van alle clusters en waar nodig

globale impactanalyses uitvoeren - Prioriteren van behoefte van afnemers naar gelang de benodigde opgave in de

stad Benodigde capaciteit: - 0,5 fte voor wettelijk verplichte taken - 0,5 fte voor taken zoals vastgesteld door het college van B&W

In totaal gaat het om 9 fte waarvan 4,75 fte voortvloeit uit wettelijk verplichte taken en 4,25 fte uit taken die zijn vastgesteld door het college van B&W. Dekking DBI heeft de volgende mogelijkheden tot dekking onderzocht: a. Capaciteit dekken in de eigen begroting

De taken beschreven onder de punten 3, 5 en 7 worden al binnen de dienst opgevangen. Dit betreft in totaal 3,5 fte.

b. Herprioriteren van taken van DBI of binnen het cluster Vervolgens is onderzocht of herprioritering of financiering vanuit het cluster tot de mogelijkheden behoort. Met de vaststelling van DBI als stelselbeheerder zijn de taken van DBI eind 2011 juist geherprioriteerd en vastgesteld door het college van B&W. Daar vloeit juist een tekort aan capaciteit uit voort. Gezien de bezuinigingsopgave van de gemeente Amsterdam is er binnen het cluster ook geen financiële ruimte om de capaciteitsaanvraag te dekken.

c. Landelijke financiering vanuit VNG De VNG heeft gemeenten een stimuleringsimpuls ter beschikking gesteld via het gemeentefonds om kosten voor implementatie en ondersteuning te kunnen dekken. Voor Amsterdam is dit een bedrag van € 5,73 mln (€ 1,29 mln in 2011 en € 1,48 mln van 2012–2014, met afboeking in 2015 van het totaalbedrag). Hiervan wordt geen gebruik gemaakt omdat het een voorfinanciering (kasschuif) betreft. Terugbetaling kan op de korte termijn niet gegarandeerd worden. De ontwikkeling van het stelsel van basisinformatie duurt langer dan de komende twee jaar en de baten zijn niet altijd te kwantificeren per dienst of stadsdeel. Om deze redenen heeft het college van B&W met de begroting 2012 ingestemd met het vormen van een ‘egalisatiereserve kasschuif gemeentefonds’ om deze ongewenste schommeling in de raming van het gemeentefonds op te vangen en te voorkomen dat terug te betalen middelen worden

Page 20: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

20

uitgegeven. Aan deze reserve zal op basis van de huidige gegevens in de jaren 2011 t/m 2014 € 5,73 miljoen worden toegevoegd om de terugbetaling in 2015 van € 5,73 miljoen te kunnen dekken. Daarnaast wordt de gemeente Amsterdam gekort voor een landelijke bijdrage van € 0,9 mln aan het generieke ondersteuningsprogramma van KING/VNG. In het NUP is vastgelegd dat gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor implementatie van de bouwstenen. Overigens is uit een rondvraag onder de overige G-4 gemeenten gebleken dat geen van de G-4 gebruik maakt van de kasschuif regeling.

Conclusie Voor de nieuwe taken is in totaal 9 fte nodig, waarvan 3,5 fte binnen de begroting van DBI gedekt kan worden. De resterende capaciteitsbehoefte bedraagt 5,5 fte en heeft betrekking op taken als het toezien op het verplicht gebruik, rapporteren over de voortgang aan het college van B&W, het uitvoeren van audits naar het gebruik van basisgegevens en het bestuurlijk vaststellen van uitbreiding van het stelsel. Het zwaartepunt van de taken rondom uitbreiding van het stelsel ligt op de komende jaren. Hierdoor heeft een deel van de taken een tijdelijk karakter. Benadrukt wordt dat de uitkomsten indicatief zijn en nog verder zullen worden onderbouwd. Het jaar 2013 zal worden bezien als een overgangsjaar, omdat er geen capaciteits-aanvraag in de Kadernota 2013 is opgenomen. Eind december 2011 is de rol van stelselbeheerder bestuurlijk vastgesteld. De aanvragen voor de Kadernota 2013 moesten in februari/maart 2012 worden ingediend. DBI heeft meer tijd genomen om de aanvraag beter te kunnen onderbouwen, omdat op dat moment een aantal zaken nog niet voldoende duidelijk9 was. In 2013 zal de stelselbeheerder dus moeten roeien met de riemen die zij heeft. Dit betekent concreet: 1. een temporisering in de uitvoering van werkzaamheden:

- er zal in 2013 geen rapportage plaatsvinden van het verplichte gebruik van gegevens uit basis- en kernregistaties. Deze werkzaamheden worden pas vanaf 2014 uitgevoerd.

- er zal maar beperkt capaciteit worden ingezet voor de voorbereiding van kernregistraties, zoals (voor-)onderzoek. De beschikbare capaciteit zal met name worden ingezet ten behoeve van de (wettelijk verplichte) basisregistraties.

- er zal door de directeur van DBI in 2013 één rapportage worden opgeleverd in het kader van de regeling risicovolle projecten, in plaats van de geplande twee (zie hiertoe ook paragraaf 4.2).

2. dat DBI zal trachten om capaciteit ‘om niet’ in te zetten. Hierbij kan gedacht worden aan het inzetten van boventalligen of het om niet gebruiken van capaciteit van andere diensten.

3. dat DBI geen financiële middelen heeft om een beroep te doen op de flexibele schil (AGA en PMB).

De structurele en incidentele capaciteitsaanvraag vanaf 2014 zal worden betrokken in de Kadernota 2014.

9 Het ging hierbij met name om de volgende punten:

- Er was nog onvoldoende helderheid over het landelijk programma i-NUP waardoor ook het hoofdlijnenplan nog niet gemaakt kon worden;

- DBI wilde eerst ervaring opdoen met het programma BAG om een betere inschatting te kunnen maken van een deel van de taken;

- De uitwerking van de nieuwe taken in de staande organisatie heeft om meer tijd gevraagd. Bovendien is door de extra tijd gebleken dat een deel van de taken nu niet uitgevoerd kan worden.

Page 21: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

21

Bijlage 1 Besluitvormingstraject Gremium Datum bespreking Datum aanleveren

2 oktober 2012 (bespreking) 27 september 2012 MT DBI

23 oktober 2012 (besluitvorming) 16 oktober 2012 CIM-ers 28 november 2012 19 november 2012 AT 13 december 2012 5 december CMT 19 december 2012 (TKN) 10 december 2012 Staf burgemeester 12 december 2012 28 november 2012 College B&W 8 januari 2013 21 december 2012 Raadscommissie AZ 31 januari 2013 (TKN) 10 januari 2013

Page 22: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

22

Bijlage 2 Projecten In onderstaand overzicht is een voorlopige planning opgenomen op basis van de huidige inzichten. Deze planning is voor de basisregistraties en digivoorzieningen sterk afhankelijk van landelijke ontwikkelingen in het programma i-NUP. De kernregistraties worden opgepakt op basis van behoefte binnen de gemeente Amsterdam. Uit de informatieplanningen per cluster komt naar voren waar behoefte aan is en waar diensten en stadsdelen hun prioriteiten leggen. Om goed aan te sluiten op de opgave van de stad zijn criteria geformuleerd die gehanteerd worden bij de prioritering en vaststelling van de planning. De criteria sluiten aan op de stedelijk vastgestelde criteria: - Wet en regelgeving (de gemeente moet compliant zijn) - Bedrijfscontinuïteit (de dienstverlening aan burgers en bedrijven mag niet verstoren) - Bestuurlijke wens (bijdragen aan de politiek-bestuurlijke opdracht of wens) - Heroverweging (mogelijkheid om kosten te besparen) Deze planning is dus aan wijzigingen onderhevig en wordt continu bijgewerkt. Hieronder wordt een toelichting gegeven op de projecten per domein. 2012 2013 2014 I-NUP Basisregistraties GBA ingevoerd

WOZ ingevoerd

BAG-GBA gerealiseerd

RNI

BAG

BAG-WOZ

NHR

BGT

BRO

BRT ntb

BRK ntb

BRV ntb

BRI ntb

BLAU nnb

Digivoorzieningen

Digimelding

Digilevering

Digikoppeling

Kernregistraties

Medewerkers

Monumenten Gerelateerde voorzieningen

Platf ruimt pres geg

Page 23: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

23

Projecten basisregistraties en digivoorzieningen 2012 - Nieuw Handelsregister (NHR)

o noodzaak: wettelijke verplichting o context: in het bestaande Handelsregister staan alle ondernemers en

rechtspersonen in Nederland geregistreerd. Ook groepen die voorheen geen inschrijfplicht hadden, zoals eenmanszaken in de landbouw en beoefenaars van vrije beroepen. De kamer van Koophandel is hiervan bronhouder. Doordat het nieuwe Handelsregister deel uitmaakt van het stelsel van basisregistraties, kan de hele overheid werken met consistente en actuele gegevens van bedrijven en instellingen. Het project heeft als doel de implementatie van de basisregistratie en daarmee het nakomen van de wettelijke verplichting van verplicht gebruik en terugmelden. Daarnaast wordt uitgevraagd aan welke aanvullende gegevens behoefte is en in welke vorm deze geleverd moeten worden. In dit project wordt zowel de wettelijke plicht als de aanvullende behoefte meegenomen.

o planning: verkenningsfase in 2012, definitie, besluitvorming en start realisatiefase in 2013, realisatie en implementatie in 2014

- Registratie Niet-Ingezetenen (RNI)

o noodzaak: wettelijke verplichting o context: de Nederlandse overheid kent ruim 2 miljoen niet-ingezetenen. Mensen

die wel een relatie met de Nederlandse overheid hebben, maar niet in Nederland wonen. Denk aan de Poolse schilder die steeds voor 2 maanden in Nederland werkt. Of aan de Nederlander die in Spanje van zijn AOW geniet. Deze mensen hebben vaak een relatie met meerdere Nederlandse overheidsinstellingen, die ieder hun eigen registratie hebben. De Registratie Niet-Ingezetenen (RNI) legt een aantal gemeenschappelijke basisgegevens van niet-ingezetenen gestandaardiseerd en eenduidig vast in de basisregistratie Personen. De gemeente Amsterdam (DBI) is hiervan bronhouder. Doel van dit project is de realisatie van de voorzieningen (loketten en ICT) ten behoeve van het inwinningsproces. Voor deze basisregistratie geldt geen verplicht gebruik.

o planning: eerste kwartaal 2013 zijn de loketten gereed tbv inwinning - Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG)

o noodzaak: wettelijke verplichting o context: de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) biedt een overzicht

van alle gebouwen in Nederland en een adressenbestand van hoge kwaliteit van heel Nederland. De BAG is de registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. De gemeente Amsterdam (DBI) is hiervan bronhouder. De BAG draagt bij aan de verbetering van dienstverlening en vermindering van administratieve lasten door adres- en gebouwgegevens voor alle overheden centraal beschikbaar te stellen. Overheden kunnen zo gegevens uitwisselen zonder de burger onnodig lastig te vallen met vragen. In het programma ‘Binnengemeentelijk gebruik BAG’ is het verplicht gebruik onderzocht en is een uitvoeringsplan opgesteld dat op dit moment wordt uitgevoerd om het verplicht gebruik te borgen.

o planning: de implementatiefase is eind 2012 afgerond. In het eerste kwartaal 2013 wordt de eindrapportage opgeleverd.

- BAG-WOZ koppeling

o noodzaak: wettelijke verplichting o context: de gemeente Amsterdam heeft de wettelijke plicht per eind 2013 aan de

landelijke voorziening (LV) WOZ te leveren. Binnen de gemeente Amsterdam is de Dienst Belastingen (DBGA) verantwoordelijk voor de WOZ administratie. DBGA heeft als bronhouder het voorbereiden van de aansluiting op de LV-WOZ

Page 24: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

24

in een project ondergebracht. In dit project wordt de aansluiting op de landelijke voorziening gerealiseerd. Omdat de WOZ processen onlosmakelijk verbonden zijn met BAG processen, wordt de koppeling met de BAG hierin meegenomen. Het project wordt in samenwerking met DBI uitgevoerd.

o planning: verkenningsfase in 2012, definitiefase en realisatie in 2013 Nog te plannen projecten - Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)

o noodzaak: wettelijke verplichting o context: de huidige Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) is een

gedetailleerde digitale kaart van Nederland. Daarin worden alle objecten als gebouwen, wegen, water, spoorlijnen en groen op een eenduidige manier vastgelegd. In feite is het een digitaal bestand met actuele gegevens over de inrichting van Nederland. De gemeente Amsterdam (DBI) is hiervan bronhouder. De te realiseren BGT uniformeert landsdekkend de inhoud van de kaart en de productie- en beheerorganisatie. Amsterdam is in een vroeg stadium betrokken bij de ontwikkeling van de BGT. Het project heeft als doel de implementatie van de basisregistratie en daarmee het nakomen van de wettelijke verplichting van verplicht gebruik en terugmelden.

- Basisregistratie Ondergrond (BRO)

o noodzaak: wettelijke verplichting o context: voor het vastleggen van bodeminformatie worden verschillende

standaarden gehanteerd. Dit komt de onderlinge uitwisseling van gegevens niet ten goede. Daarom komt er een Basisregistratie Ondergrond (BRO). De BRO moet gegevens gaan bevatten over de bodem en ondergrond, zoals bodemkundige en geologische opbouw van de ondergrond. TNO/Alterra is hiervan bronhouder. De gegevens uit de BRO zijn bijvoorbeeld van belang voor overheden die zich bezig houden met stijging van de zeewaterspiegel, bodemdaling, ondergronds bouwen, natuurbeheer, koude-warmteopslag of opslag van CO2. Het project heeft als doel de implementatie van de basisregistratie en daarmee het nakomen van de wettelijke verplichting van verplicht gebruik en terugmelden.

- Basisregistratie Lonen, Arbeids- en Uitkeringsverhoudingen (BLAU)

o noodzaak: wettelijke verplichting o context: de basisregistratie Lonen, Arbeids- en Uitkeringsverhoudingen (BLAU) is

een beoogde basisadministratie. BLAU heeft als doel betere dienstverlening voor de klant te realiseren en de samenwerking binnen en buiten de SUWI-keten (Structuur Uitvoering Werk en Inkomen) te verbeteren. Nu worden alle gegevens over arbeidsovereenkomsten, uitkeringen en lonen door UWV in de polisadministratie beheerd. Het is de bedoeling dat de polisadministratie uitgroeit tot één van de authentieke bronnen waar het UWV bronhouder van is. Landelijke wetgeving is nog niet vastgesteld. Deze bouwsteen zal tot die tijd in de pre-verkenningsfase blijven.

- Basisregistratie Topografie (BRT)

o noodzaak: wettelijke verplichting o context: de Basisregistratie Topografie (BRT) is dé unieke bron voor alle

topografische kaarten waarvan het Kadaster bronhouder is. Overheden zijn verplicht om de BRT te gebruiken bij voorlichting aan burgers, bij ruimtelijke plannen die ter inzage worden gelegd en bij communicatie met andere overheden. Bijvoorbeeld bij rampen. Het gebruik van deze registratie is binnen de gemeente Amsterdam al ingevoerd. Doel van dit project is bepalen of Amsterdam volledig voldoet aan de NUP resultaatverplichting.

Page 25: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

25

- Basisregistratie Kadaster (BRK) o noodzaak: wettelijke verplichting o context: de Basisregistratie Kadaster (BRK) bevat informatie over percelen,

eigendom, hypotheken, beperkingen (zoals recht van overpad, erfpacht, opstal en vruchtgebruik) en leidingnetwerken. Daarnaast staan er kaarten in met perceel, perceelnummer en de grenzen van het rijk, de provincies en gemeenten. Het Kadaster is bronhouder en het gebruik van deze registratie is binnen de gemeente Amsterdam al ingevoerd. Doel van dit project is bepalen of Amsterdam volledig voldoet aan de NUP resultaatverplichting.

- Basisregistratie Voertuigen (BRV)

o noodzaak: wettelijke verplichting o context: in de Basisregistratie Voertuigen (BRV) worden gegevens vastgelegd

over voertuigen en de eigenaren daarvan. Uit de registratie verstrekt de dienst voor het Wegverkeer (RDW), de bronhouder, informatie aan burgers en bedrijven. De gegevens zijn landelijk beschikbaar voor overheidsinstanties, zoals de politie en de Belastingdienst. De registratie wordt binnen de gemeente Amsterdam gebruikt. Doel van dit project is bepalen van de impact van de resultaatverplichting op de gemeentelijke processen.

- Basisregistratie Inkomen (BRI)

o noodzaak: wettelijke verplichting o context: de Basisregistratie Inkomen (BRI) bevat van circa 13 miljoen burgers het

authentieke inkomensgegeven. Dit is het verzamelinkomen of, als dat er niet is, het belastbare jaarloon over het afgelopen kalenderjaar. De Belastingdienst (Rijk) is bronhouder van de registratie, die in de gemeente Amsterdam met name wordt gebruikt in de SUWI-keten. Doel van dit project is bepalen van de impact van de resultaatverplichting op de gemeentelijke processen.

- Digimelding

o noodzaak: i-NUP verplichting o context: bij basisregistraties draait het om betrouwbaarheid en om juiste, actuele

en eenduidige gegevens. De meeste gegevens staan goed in de basisregistraties. Maar er kan altijd iets misgaan. Daarom is er voor de huidige basisregistraties (bijvoorbeeld GBA, BAG) een terugmeldproces ingericht voor diensten en stadsdelen. De landelijke voorziening Digimelding is een digitaal portaal voor terugmeldingen op alle basisregistraties. Via dit webportaal kan een ambtenaar die vermoedt dat gegevens niet kloppen, daarvan melding maken. Die melding komt automatisch bij de juiste instantie terecht. Het is niet nodig om Digimelding voor elke basisregistratie afzonderlijk te implementeren en te gebruiken. Zijn de gegevens inderdaad onjuist, dan worden ze aangepast.

- Digilevering o noodzaak: i-NUP verplichting o context: gemeenten en andere overheidsinstellingen moeten op de hoogte zijn

van gebeurtenissen die voor hun taken relevant zijn. Denk aan de geboorte van een persoon, het starten van een onderneming of het vaststellen van een inkomen. Basisregistraties kunnen gegevens over deze gebeurtenissen leveren. Om ervoor te zorgen dat dit op een uniforme en efficiënte manier gebeurt, wordt de voorziening Digilevering ontwikkeld. Volgens de huidige landelijke definitie levert Digilevering 'gebeurtenissen', die door de aangesloten basisregistraties worden aangeboden, aan alle overheidsinstanties die in deze gebeurtenissen zijn geïnteresseerd. Wat DBI verwacht van Digilevering is dat het hét portaal wordt voor het landelijk stelsel van basisregistraties; raadplegen, bevragen, kennisgevingen en bestanden. Landelijk is deze bouwsteen nog niet uitgewerkt.

Page 26: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

26

De ontwikkelingen worden gemonitord en in G-4 verband vindt landelijke beïnvloeding plaats.

- Digikoppeling

o noodzaak: i-NUP verplichting o context: digikoppeling is de 'postbode' voor de overheid. Digikoppeling bestaat uit

een set standaarden voor elektronisch berichtenverkeer tussen overheidsorganisaties. Als gemeenten deze standaarden implementeren in de eigen software, dan kunnen zij eenvoudig digitaal berichten uitwisselen met collega-overheidsorganisaties. Via internet of met een andere verbinding.

Projecten kernregistraties 2012 - Monumenten

o noodzaak: borgen rechtszekerheid van burgers door eenduidige informatieverstrekking en efficiëntere uitwisseling van informatie

o context: project is gestart onder regie van Bureau Monumenten en Archeologie (BMA). DBI onderzoekt met BMA de mogelijkheden om een kernregistratie te voeren.

o planning: geplande einddatum van de definitiefase van het project is eind 2012

- Medewerkers o noodzaak: eenduidig kunnen identificeren medewerkers gemeente Amsterdam

zodat processen efficiënter ingericht kunnen worden o context: verkenningsfase is gestart. Belanghebbenden zijn o.a. DICT in verband

met identity management, het bureau gemeentelijke huisvesting en DFM ten behoeve van het toegangsmanagement en de beheerders van de toepassing ‘zoek een collega’.

o planning: verkenningsfase in 2012, definitie, besluitvorming en realisatiefase in 2013

- Uitgangspunten kernregistraties

o noodzaak: randvoorwaardelijk voor inrichting stelsel o context: binnen de gemeente bestaat behoefte aan het eenmalig vastleggen en

meervoudig gebruiken van Amsterdamse gegevens. Dit is een behoefte die sinds het afgelopen jaar toeneemt en vraagt om heldere uitgangspunten wat onder een kernregistratie wordt verstaan en wat niet. Dit wordt parallel aan de projecten medewerkers en monumenten opgepakt.

o planning: 2012 - Verordening kernregistraties

o noodzaak: randvoorwaardelijk voor inrichting stelsel o context: door het college van B&W is vastgesteld dat de uitbreiding van het stelsel

basisinformatie met een kernregistratie door B&W bij verordening wordt vastgesteld op basis van een voorstel van de directeur DBI. Inhoud en vorm worden verder uitgewerkt. Dit wordt in het project kernregistratie Medewerkers en het project Monumenten opgepakt.

o planning: 2012 Nog te plannen projecten Afhankelijk van de behoefte bij afnemers worden projecten opgestart om te beoordelen of een kernregistratie daarvoor de oplossing is. Behoeften die kenbaar zijn bij DBI zijn leegstand, scholen en leerlingen.

Page 27: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

27

Projecten informatievoorziening 2012 - Uitwerken doelarchitectuur

o noodzaak: randvoorwaardelijk voor stelselinrichting op technisch niveau o context: de doelarchitectuur biedt een kader voor de ontwikkeling van de

informatievoorziening en een kader waaraan de losse projecten en ontwikkelingen getoetst worden. Andersom zijn de projecten en ontwikkelingen input om te komen tot de doelarchitectuur. Ontwikkelingen zijn in kaart gebracht en uitgangspunten zijn geformuleerd.

o planning: 2012

- Distributievoorzieningen o Noodzaak: reduceren complexiteit in distributievoorzieningen o Context: op dit moment wordt gewerkt met twee distributievoorzieningen, Diva en

Paraplu. Het doel is toe te werken naar één distributievoorziening in de toekomst. Concrete aanleiding is onder andere het aflopen van het contract voor Paraplu eind 2013. Uit eerder onderzoek is gebleken dat dit niet geïsoleerd opgepakt kan worden. Dit wordt meegenomen in de roadmap waarvoor de doelarchitectuur als kader dient.

o Planning: in 2012 wordt onderzocht wat de eerste stappen zijn - Voorziening ruimtelijke presentatie gegevens

o noodzaak: platform waar informatie o.b.v. locatiegegevens (intern en extern) ontsloten kan worden op een kaart die voldoet aan de behoefte van de huidige gebruikers

o context: Amsterdam bezit een schat aan informatie met een ruimtelijke component. Deze informatie is zowel interessant voor burgers als bedrijfsvoering. Deze informatie zou beter vindbaar moeten worden gemaakt, zo efficiënt mogelijk bij de bron moeten worden opgehaald en in gezamenlijkheid met andere thema’s worden gepresenteerd. DBI neemt als stelselbeheerder Basisinformatie haar verantwoordelijkheid en brengt de behoefte en oplossingsrichtingen in kaart.

o planning: afronden verkenning- en definitiefase in het eerste kwartaal van 2013. Nog te plannen projecten Afhankelijk van de roadmap wordt een projectportfolio samengesteld. De eerste projecten die zich concreet aandienen zijn de NHR, kernregistratie medewerkers en monumenten. De behoeften van afnemers en oplossingen in de markt worden daarbij getoetst aan de doelarchitectuur. Projecten stelselinrichting 2012 - Uitwerking van de rollen en verantwoordelijkheden van betrokken partijen

o noodzaak: randvoorwaarde voor de werking van het stelsel, stedelijke afspraken o context: in december 2011 is de rol van DBI als stelselbeheerder basisinformatie

door B&W vastgesteld met bijbehorende verantwoordelijkheden. De uitwerking van de rollen en verantwoordelijkheden voor alle betrokken partijen zoals afnemers, CIO-office is hierin niet meegenomen. De behoefte is goed inzicht te hebben wie welke rol en verantwoordelijkheid heeft zodat ook duidelijk is wie waarop aangesproken kan worden. Dit wordt in samenspraak met het cluster Dienstverlening & Informatie uitgewerkt.

o planning: 2012

- Uitwerking van een financierings- en verrekenmodel o noodzaak: versimpeling gemeentelijke geldstromen, randvoorwaardelijk voor

werking van het stelsel

Page 28: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

28

o context: binnen de gemeente is behoefte aan versimpeling van geldstromen zodat voor generieke voorzieningen niet meer voor alles facturen heen en weer worden gestuurd tussen diensten en stadsdelen. Informatievoorziening is een generieke voorziening voor de hele stad. Dit borduurt voort op het initiatief op gemeentelijk niveau en het initiatief binnen het cluster Dienstverlening & Informatie naar aanleiding van de Kadernota 2013.

o planning: start in 2012

- Uitwerken hoe DBI toezicht gaat houden op het verplicht gebruik van gegevens o noodzaak: randvoorwaarde voor de werking van het stelsel o context: in december 2011 is de rol van DBI als stelselbeheerder basisinformatie

door B&W vastgesteld. Een van de verantwoordelijkheden is het monitoren van verplicht gebruik door afnemers binnen de gemeente Amsterdam. Deze verantwoordelijkheid wordt in 2012 en 2013 verder uitgewerkt.

o planning: 2012 o Eerste rapportage: 2014. In de oorspronkelijke planning was 2013 voorzien, maar

door het ontbreken van middelen voor 2013 is dit verschoven naar 2014 (zie ook hoofdstuk 5)

- Modelaanpak uitbreiding van stelsel

o noodzaak: betere voorbereiding en standaard aanpak voor vervolgimplementaties o context: dit wordt niet in een separaat project opgepakt, maar vanuit de lopende

projecten. Er zijn al veel standaarden ontwikkeld tijdens het programma ‘Binnengemeentelijk gebruik BAG’. Gedurende het NHR project wordt dit waar nodig uitgebreid.

o planning: 2012 en eerste kwartaal 2013

- Rapportage voortgang uitbreiding stelsel o noodzaak: bestuurlijk en ambtelijk inzicht geven in voortgang ontwikkelingen o context: jaarlijks wordt gerapporteerd over de voortgang van de

stelselontwikkelingen. Hiervoor wordt een standaard rapportage ontwikkeld. Dit is niet onder gebracht in een apart project.

o planning: 2013 o Rapportage: 2013 één maal. In de oorspronkelijke planning waren twee

rapportages voorzien, maar door het ontbreken van middelen voor 2013 is dit beperkt tot één (zie ook hoofdstuk 5). Vanaf 2014 zal tweemaal per jaar worden gerapporteerd.

Page 29: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

29

Bijlage 3 Doelarchitectuur (nog niet vastgesteld)

Tekening 1. de doelarchitectuur

Het stelsel van basisinformatie vormt de basis van de informatiehuishouding binnen de overheid. Uitgangspunt is dat van de belangrijkste objecten en subjecten in het maatschappelijk verkeer (mensen, bedrijven, gebouwen, voertuigen etc.) de eigenschappen eenduidig worden geregistreerd zodat vervolgens de gehele overheid deze gegevens kan gebruiken voor de uitvoering van publieke taken, volgens het principe van enkelvoudige bron, meervoudig gebruik. Om het stelsel van basisinformatie optimaal te kunnen laten functioneren zijn er afspraken nodig. De drie hoofdafspraken met betrekking tot basisregistraties zijn: - Er is per gegeven één organisatie verantwoordelijk voor bijhouding (één bron). - Alle overheidsinstanties (afnemers) zijn verplicht deze gegevens te gebruiken

(meervoudig gebruik). - Afnemers zijn bij geconstateerde afwijkingen verplicht dit terug te melden aan de

bron. Voor de gemeente Amsterdam is de Dienst Basisinformatie (DBI) stelselbeheerder van basisinformatie. In deze hoedanigheid is DBI verantwoordelijk voor de ontwikkeling en beheer van het stelsel en voor het beschikbaar stellen van Basis- en Kernregistraties aan afnemers. Om aan de verantwoordelijkheden als stelselbeheerder te kunnen voldoen is een zogenaamde doelarchitectuur opgezet. De doelarchitectuur is een schematische

Page 30: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

30

weergave van het mechanisme van stelselbeheer. Dit mechanisme is bestaat uit zes onderdelen, die zich afzonderlijk, maar ook in samenhang ontwikkelen. Deze zes onderdelen van het mechanisme zijn: ‘Inwinnen en registreren’, ‘Beheren’ en ‘Verstrekken’, —de drie stelselonderdelen—. De andere drie onderdelen zijn: ‘Afnemers’, ‘Gemeentelijk‘ en ‘Landelijk’. Om de werking van het mechanisme goed te beschrijven worden de zes onderdelen uitgewerkt. Omwille van de logica worden de onderdelen grofweg van rechts naar links beschreven te beginnen met ‘Verstrekken’ en ‘Afnemers’, dan ‘Beheren’, vervolgens ‘Gemeentelijk‘ en ‘Inwinnen & registreren’ en tot slot, ‘Landelijk’.

Tekening 2. de onderdelen

1) Verstrekken Als stelselbeheerder voor de Gemeente Amsterdam draagt DBI zorg voor het verstrekken van gegevens uit zowel basis- als kernregistraties aan (voornamelijk) binnengemeentelijke afnemers. Uitgangspunt is dat afnemers alle (dus ook landelijke) gegevens uit zowel basis- als kernregistraties van DBI afnemen. De (combinatie van) gegevens kunnen zowel uit het gegevensmagazijn komen maar ook ‘vers’ worden opgehaald uit de landelijke voorzieningen. DBI hanteert vijf verstrekkingsvormen: 1 Documenten / kaarten Levering van fysieke, tastbare producten. Gedacht kan

worden aan (geo)grafische kaarten, documenten, aktes of afschriften enz.

2 Raadplegen Het raadplegen van gegevens is het inzage bieden in gegevens door middel van een webinterface direct aan gebruikers bij afnemers.

3 Bevragen Het bevragen van bestanden wordt ook wel aangeduid met ‘vraag-antwoord’. Het systeem wordt bevraagd door een afnemend systeem en levert een antwoord. (bijv. vraag:BSN, antwoord:naam).

4 Kennisgevingen Het sturen van kennisgevingen bij veranderingen wordt ook wel aangeduid als mutatieberichten of ‘was-wordt’ berichten zijn. Iedere mutatie in een gegevensbestand wordt op deze wijze verspreid.

5 Bestanden Het leveren van gegevensbestanden (selecties of totaalstanden).

Niet alle combinaties zullen mogelijk zijn. Afhankelijk van mogelijkheden en vraag zal bekeken worden welke verstrekkingsvormen kunnen worden aangeboden. Bevragen is de verstrekkingsvorm die voor de meeste processen de meeste voordelen biedt, het antwoord bevat het meest actuele antwoord. Er zijn echter ook veel processen die werken op peildatum; hier bieden bestanden uitkomt. Een andere factor die een rol speelt is hoe

Page 31: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

31

in de huidige situatie applicaties zijn opgebouwd. Een applicatie die bestanden inleest is niet zo snel om te bouwen dat deze met bevragen uit de voeten kan. 2) Afnemers Afnemers nemen gegevens af van de stelselbeheerder om deze in hun processen te gebruiken. DBI biedt hiervoor ‘verstrekkingsproducten’ aan de afnemers aan. Omdat de kwaliteit van het stelsel afhankelijk is van de betrouwbaarheid van de gegevens zijn een aantal afspraken, die de kwaliteit op peil moeten houden, onderdeel van de verstrekkingsproducten. Voorwaarden aan afnemers als het verplicht gebruiken van basisinformatie en een terugmeldplicht moeten ervoor zorgen dat de gegevens niet alleen gebruikt maar ook gecontroleerd worden en gecorrigeerd wanneer dit nodig is. 3) Beheren Het beheren van gegevens is een belangrijke stelseltaak. De verantwoordelijkheid voor beheren van gegevens ligt bij de bronhouder. Enerzijds is er het beheer van elektronische gegevensverzamelingen, anderzijds is er het beheer van het register, de verzameling van brondocumenten. Voor de gegevens waar DBI bronhouder voor is, zal een gegevensmagazijn de benodigde gegevens bevatten. 4) Inwinnen en registreren In de tekening van de doelarchitectuur (tekening 1) is binnen ‘Inwinnen & registreren’ een drietal functies te onderscheiden, 1) het inwinnen en registreren van gegevens van basisregistraties, 2) het inwinnen en registreren van gegevens van kernregistraties en 3) terugmeldingen. Al deze functies richten zich op het inwinnen van gegevens, het controleren hiervan en vervolgens de registratie. Doordat het stelsel van basisinformatie een landelijk stelsel is, is het nodig dat de ingewonnen gegevens (tbv. basisregistraties) rechtstreeks ingebracht worden in de Landelijke Registratie. Aanvullende gegevens bij de basisregistraties (zgn. plus of aangehaakte gegevens) en ingewonnen gegevens tbv. kernregistraties worden gemeentelijk beheerd. Binnen stelselbeheer worden een aantal rollen onderscheiden. Een belangrijke rol is de bronhouder. Bronhouders zijn verantwoordelijk voor het bijhouden van de gegevens van de registraties volgens gestelde kwaliteitseisen. De bijhouding van basisgegevens door een bronhouder gebeurt altijd op basis van een brondocument, een formele vastlegging van een rechtsfeit (geboorte, bouwvergunning etc.). Dat deze registratie in de Landelijke Voorziening of de Landelijke Registratie plaatsvindt is ook de verantwoordelijkheid van de bronhouder. Daarnaast is de bronhouder verplicht terugmeldingen te onderzoeken, de zgn. onderzoeksplicht. DBI is voor een aantal basisregistraties bronhouder (GBA, BAG en BGT) 5) Gemeentelijk Het onderdeel ‘Gemeentelijk’ representeert de gemeentelijke processen (bronleveranciers) waar de brondocumenten worden opgesteld die door de bronhouder (DBI) in de betreffende registraties worden opgenomen. In de gemeentelijke processen worden diensten verleend aan burgers en de overheid, gebruikmakend van basisinformatie. Belangrijke notie is dat de gemeentelijke processen zelf ook gebruik maken van basisinformatie en vervolgens weer veranderingen in basisinformatie initiëren. Tijdens het uitvoeren van gemeentelijke processen, zoals de Burgerzaken- en WABO processen, worden gegevens uit verschillende registraties gebruikt bij bijvoorbeeld de aanvraag en leidt de uitvoering van het proces tot een nieuw brondocument op basis waarvan de basisregistratie vervolgens wordt bijgehouden. 6) Landelijk De landelijke voorzieningen vormen het landelijk deel van het stelsel van basisinformatie. De landelijke voorziening zijn nog in ontwikkeling en zullen stapsgewijs worden uitgebreid en worden verbeterd. De landelijke voorzieningen zullen steeds meer de kern van het

Page 32: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

32

stelsel gaan worden waar de actuele gegevens van de basisregistraties worden opgeslagen en beheerd, om ze ook hieruit ‘vers’ op te kunnen halen. De landelijke voorzieningen zullen op termijn bestaan uit dertien basisregistraties en een viertal stelselvoorzieningen. Het landelijke stelsel van basisregistraties en de onderlinge samenhang:

Stelselvoorzieningen. 1 Digikoppeling een set standaarden voor elektronisch berichtenverkeer

tussen overheidsorganisaties.

2 Digimelding ondersteunt overheidsorganisaties bij het terugmelden van (vermeende) fouten in de basisregistraties aan de beheerder van de landelijke voorziening van de betreffende basisregistratie.

3 Digilevering is de beoogde voorziening voor de levering van gegevens vanuit aangesloten basisregistraties.

4 Stelselcatalogus een beschrijving van de structuur van het Stelsel van Basisregistraties. Het geeft inzicht in wie welke objecten beheert, uit welke attributen ze bestaan welke domeinwaarden er zijn en wat de wettelijke grondslagen zijn voor de gegevens.

In de tekening is het zgn. gemeentelijk sectorknooppunt tegen Digilevering ingetekend. Een sectorknooppunt bevat zelf alleen de sectorspecifieke aanvullende gegevens en functionaliteiten. De positionering van het gemeentelijk sectorknooppunt ten opzichte van Digilevering zal verder vorm moeten krijgen.

Page 33: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

33

Bijlage 4 Aanpak projecten conform PPM-proces Hieronder is per fase uit het PPM-proces de aanpak van projecten uitgewerkt. Pre- verkenningsfase DBI hanteert een pre-verkenningsfase om goed vinger aan de pols te kunnen houden rondom nieuwe ontwikkelingen. Voor basisregistraties worden landelijke ontwikkelingen, globaal de wettelijke verplichting en impact op de gemeente in kaart gebracht. Afnemers worden over deze ontwikkelingen geïnformeerd. Voor kernregistraties wordt de behoefte aan kernregistraties in de gaten gehouden en waar een behoefte kenbaar wordt gemaakt, wordt deze geprioriteerd. Verkenningsfase In de verkenningsfase staat voor zowel basis- als kernregistraties de behoefte van afnemers en het denken vanuit processen in plaats van systemen centraal. Afnemers worden in dit stadium betrokken bij de ontwikkelingen die eraan komen en de te volgen aanpak. Voor i-NUP bouwstenen wordt gekeken welke impact de wettelijke verplichting heeft op de gemeentelijke processen, organisaties en ICT voorzieningen en welke mogelijkheden er zijn er om dit te realiseren. Daarnaast wordt de behoefte aan aanvullende gegevens en verstrekkingsproducten in kaart gebracht. Op basis van die informatie worden meerdere scenario’s uitgewerkt en de business case opgesteld. Voor kernregistraties wordt naast de behoefte aan gegevens en voorzieningen onderzocht welk probleem het oplost, wat de te verwachten baten zijn en welke mogelijkheden er zijn om dit te realiseren. Ook hiervoor wordt een business case uitgewerkt. Definitiefase De definitiefase is een verdere uitwerking van de verkenningsfase. De scenario’s worden verder uitgewerkt. De oplossingsrichtingen worden in samenwerking tussen DBI en de betreffende afnemers nader uitgewerkt. Aan het einde van de definitiefase is duidelijk wat de impact is op de financiën, organisatie en ICT. De fase wordt afgesloten met een go/no-go beslissing. Realisatiefase In de realisatiefase wordt de uitbreiding of aanpassing van het stelsel gerealiseerd. Dat betekent dat in deze fase DBI er onder andere voor zorgt dat: - de registratie is ingericht/aangepast - de gegevens beschikbaar zijn voor afnemers via verstrekkingsproducten - de beheertaken zijn ingericht - afspraken zijn gemaakt met bronleveranciers over de levering van gegevens - afstemming met afnemers heeft plaatsgevonden over stelselafspraken

(terugmeldplicht, invulling verplicht gebruikt, duidelijkheid over de aansprakelijkheid en rollen) en de implementatie (aanpak en planning).

Implementatiefase De implementatiefase betreft de aansluiting van gemeentelijke afnemers op de nieuwe registraties en/of implementatie van de afspraken binnen de gemeentelijke processen. Dit is de implementatie van het verplicht gebruik. De diensten en stadsdelen zijn in deze fase verantwoordelijk hun processen en systemen aan te passen indien dit noodzakelijk is. De proceseigenaren en middenmanagement vervullen in deze fase een belangrijke rol. DBI voert in deze fase de regie en faciliteert de diensten en stadsdelen bij de implementatie.

Page 34: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

34

Monitoren gebruik basisinformatie Na de implementatie van het verplicht gebruik volgt de fase van het monitoren van het gebruik van basisinformatie. Dit is een van de verantwoordelijkheden van DBI die bestuurlijk is vastgesteld. DBI informeert het bestuur van de gemeente over het verplicht gebruik van basisinformatie door de diensten en stadsdelen. Er wordt gekeken of er voldaan wordt aan de norm en of het gebruik van basisinformatie doelmatig is ingericht. Indien nodig doet DBI een voorstel tot verbetering van het gebruik. Betekenis voor afnemers en DBI In de verkenning- en definitiefase is het uitvragen van de informatiebehoefte een vast onderdeel. Afhankelijk van de reikwijdte van het project zullen de contactpersonen van DBI binnen de diensten en stadsdelen benaderd worden in combinatie met de clusterinformatiemanagers. De belangrijkste vraag om de informatiebehoefte in kaart te brengen is: welke informatie heb je op welk moment, in welke vorm nodig in je proces? DBI zal deze input verwerken en op basis daarvan scenario’s definiëren en de business case opstellen. DBI is verantwoordelijk voor het tijdig voorbereiden, bestuurlijk vaststellen, realiseren van de registraties en monitoren van het verplicht gebruik. Afnemers zijn in de implementatiefase verantwoordelijk om wijzigingen in eigen processen en systemen door te voeren. Hierbij zal DBI faciliteren en ondersteunen. Ook het voldoen aan de wettelijke verplichting op het gebied van verplicht gebruik en terugmelden valt onder de verantwoordelijkheid van afnemers. Hierbij heeft DBI ook een faciliterende rol en voert centrale coördinatie en regie.

Page 35: Hoofdlijnenplan basisinformatie v2_0

35

Bijlage 5 Verklarende woordenlijst Gemeentelijke organisaties, overlegorganen en funct ies: DBI Dienst Basisinformatie DBGA Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam DFM Dienstverlening en Facilitair Management AGA Adviesgroep Amsterdam PMB Projectmanagement Bureau CMT Concern Management Team AT Ambtelijk Team CIO Chief Information Officer Cim Clusterinformatiemanager Basis- en kernregistraties GBA Gemeentelijke Basisadministratie BAG Basisregistratie Adressen en Gebouwen BGT Basisregistratie Grootschalige Topografie BRT Basisregistratie Topografie BRK Basisregistratie Kadaster BRI Basisregistratie Inkomen BLAU Basisregistratie Lonen, Arbeids- en Uitkeringsverhoudingen NHR Nieuw Handelsregister BRV Basisregistratie Voertuigen BRO Basisregistratie Ondergrond RNI Registratie Niet-Ingezetenen WOZ Waardering Onroerende Zaken Wkpb Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen Programma’s Programma BRI Programma Basisregistraties en ICT-infrastructuur NUP Nationaal UitvoeringsProgramma dienstverlening en e-overheid i-NUP Implementatie Nationaal UitvoeringsProgramma dienstverlening

en e-overheid Overige organisaties KvK Kamer van Koophandel RDW Rijksdienst voor het Wegverkeer CBS Centraal Bureau voor de Statistiek