Hier · 2016-07-01 · kend complex: de Sparta-fietsfabriek van Verbeek en Schakel. Hier recht...
Transcript of Hier · 2016-07-01 · kend complex: de Sparta-fietsfabriek van Verbeek en Schakel. Hier recht...
Op dit punt, waar nu Versnel Hifi zit, stond tot begin jaren ’30 dit ogen-schijnlijk vrijstaande jugendstilpand. Liep je er echter links omheen, dan zag je dat het aan de achterzijde uitgebouwd was tot een indrukwek-kend complex: de Sparta-fietsfabriek van Verbeek en Schakel.
Hier recht tegenover, op de andere scherpe hoek van het Caterplein, waar de Hoofdstraat en Nieuwstraat samenkomen, was jarenlang de witgoedwinkel van Van Reekum.
Arnhemse evacués voor de zaak van fotograaf Stokhuyzen. Ze be-reiden zich voor op terugkeer naar Arnhem. Het werk van fotograaf A.C. Stokhuyzen en zijn zoon Hans is een belangrijke visuele bron voor de geschiedenis van Apeldoorn in de 20e eeuw. De collectie Stokhuyzen, waarin zich ook nog films bevinden, wordt bewaard in CODA Archief.
17 april 1945. Canadese bevrijders in de Hoofdstraat.
Kleurenopname van de kruising Hoofdstraat-De-venterstraat-Korenstraat eind jaren ’30.
19 september 1936. Prinses Juliana en Bernhard passeren tijdens hun verlovingstour via de Hoofdstraat o.a. het Raad-huisplein.
11
12 Hoofdstraat 167 (Versnel Hifi)
12. Hoofdstraat 167Versnel Hifi
11. Hoofdstraat 166Leegstaand winkelpand (makelaar Hunink & Holtrigter)
10. Hoofdstraat 156Ai Van Kleermakerij & Kledingreparaties
9. Hoofdstraat 140Ten Voorde Delicates-senhuis/ Notenbar
8. Hoofdstraat 124Simon Lévelt Koffie en Thee
7. Hoofdstraat 108Sandmann Optiek
6. Raadhuisplein 2Juwelier Van der Mey
5. Hoofdstraat 77HEMA
4. Hoofdstraat 61, hoek HofstraatWok to Go 3. Hoofdstraat 48Ingang voormalig PGEM-gebouw (Van Berlo Ontwikkeling B.V.)
2. Hoofdstraat 34Leegstaand winkelpand (makelaar Hunink & Holtrigter)
1. Hoofdstraat 25Tempelman Vak- en Horecakleding 3
4
5
6
78
9
10
11
Meer informatie op www.coda-apeldoorn.nl
De Hoofdstraat is misschien niet de meest voorname straat van Apeldoorn, maar wel de belangrijkste. In de vroege Middel-eeuwen, toen er voor het eerst sprake was van ‘Appoldro’, had Apeldoorn al zijn Dorpstraat. Veel later, in 1917, was Apeldoorn uitgegroeid tot een fraaie stad en werd de Dorpstraat omgedoopt in Hoofdstraat. De veranderingen zijn daarna alleen maar sneller gegaan...Deze brochure en de panelenroute brengen die ontwikkelingen aan de oppervlakte, daar waar ze zich hebben voorgedaan: in de Hoofdstraat zelf.De panelen zijn van 22 mei tot 25 juli 2010 te zien.
In CODA Kenniscentrum is in dezelfde periode een fotoexpositie te zien met veertig foto’s uit de pas onlangs ontsloten diacollectie van de afdeling Gemeentewerken. Prachtige kleurenbeelden van het centrum van Apeldoorn tussen ca. 1955 en 1970. In het Kenniscentrum is bovendien een viertal videoportretten te zien van mensen die een belangrijk deel van hun leven doorbrachten in de Hoofdstraat. CODA Kenniscentrum aan de Vosselmanstraat is gratis toegankelijk.
Dank gaat uit naar alle mensen die een stukje van hun etalage beschikbaar stelden voor een paneel.
Hiereen
route
D orps t raa t - Hoofds t raa tCODA’s Atlas van Apeldoorn 2010
langs 12 panelen in de HoofdstraatDeze brochure wijst u de weg langs de panelen en biedt u ter plekke extra informatie.
12
21
De Dorpstraat rond 1745. De Antoniuskapel op de voorgrond stond onge-veer daar waar nu de Dynabite-winkel is geves-tigd. Op de achtergrond de Mariakerk, die stond waar nu het Raadhuis-plein is en die toen nog een torenspits had.Tegenover de Antonius-kapel , waar nu Witteveen zit, stond logement De Kapel.
Interieurs van La Venezia (links) en van de groentewinkel van Ten Voorde, jaren ’60.
De hoek Hoofdstraat-Paslaan was in de jaren ’50 en ’60 een geliefde hangplek voor met name de Apeldoornse jeugd. De nabijheid van bioscoop Minerva op de Paslaan en vooral ijssalon La Venezia, hier net links buiten beeld, had hier zeker mee te maken.
9
10
Hoofdstraat 140 (Ten Voorde Delicatessenhuis/ Notenbar)
Hoofdstraat 156 (Ai Van Kleermakerij & Kledingreparatie)
Hoofdstraat 166 (leegstaand winkelpand)
Foto uit 1918 met café-hotel De Veluwe, dat hier indertijd was gevestigd.
Het appartementencomplex op Hoofd-straat 21 heet niet ‘Hof van Gelre’ omdat dit statig klinkt, maar omdat op deze plek tot 1987 een feestzaal stond met die naam. In de dansschool die Her-man Gelderman hier vlak na de oorlog opende, leerden duizenden Apeldoorners elkaar kennen. Ze kregen er verkering, trouwden er en vierden er hun jubilea en andere feesten. In 1987 sloot de feestzaal zijn deuren. Klanten konden hun auto niet meer kwijt. De braakliggende terreinen waar ze eerst parkeerden, waren zo voor en na bijna allemaal bebouwd.
Een blik vanaf de Brinklaanflat richting Mariakerk in 1983.Eén van de vele panden die heeft moeten wijken voor Apeldoorns groot-stedelijke ambities was dit voormalige Volkskof-fiehuis en Burgerhotel van J. A. Nijman. Het stond op de hoek van de Hoofdstraat en de Kalverstraat.Er verdwenen rond 1970 zelfs hele straten, zoals de Rosariumstraat, waarvan alleen de naam nog over is.
1
2
Hoofdstraat 25 (Tempelman Vak- en Horecakleding)
Hoofdstraat 34 (leegstaand winkelpand)
Op de begane grond van het PGEM-gebouw was rond 1970, toen deze foto werd gemaakt, een winkelgalerij. Hier was onder andere kapper Duller ge-vestigd. Op de foto hiernaast is hij in gesprek met de eerder dit jaar overleden orgelman Peter Hurenkamp (met sigaret).
Begin jaren ’50 stond op deze plek een noodgebouw van de Bijenkorf.
De fotograaf van de foto hierbo-ven stond voor de deur van de kleine villa op de foto hiernaast.Deze villa, hier in 1939 in kleur vastgelegd door Jan Stokking, werd bewoond door de familie Eikendal. Toen de Grift werd gedempt en de Hofstraat werd verbreed, moest deze villa wijken.
Boven de onzichtbaar gemaakte Grift verrezen moderne waren-huizen. Links de C&A en rechts V&D rond 1970.
De Kostersbrug in 1888.
3
4 Hoofdstraat 61 (hoek Hofstraat (Wok to Go)
Hoofdstraat 48 (ingang voormalig PGEM-kantoor)
Wagenmaker J.C. Schimmel in zijn werkplaats, ca. 1910-1920.
De HEMA was eind jaren ’50 de eerste franchise-keten in Neder-land. Winkeliers konden een HEMA-winkel openen met behoud van zelfstandigheid, mits ze zich wel aan de regels van het moederbedrijf hielden. De vestiging in Apeldoorn werd in de jaren ’60 geopend.Voor die tijd waren op deze plek verschillende zelfstandige bedrijfjes gevestigd, zoals parfumerie Hollywood, drogist Van Gerrevink en, nog eerder, wagenmaker Schimmel. De HEMA was overigens niet de eerste winkelketen. Waar nu De Tuinen zit, schuin tegenover de HEMA zat bijvoorbeeld al in 1925 een vestiging van De Gruyter.
De Gruyter, rond 1925.
C.P. Tideman, Ingekleurde pentekening van de Dorpstraat met de oude Mariakerk en de pastorie, 1841.
De Mariakerk, die tot 1842 aan de Dorpstraat, op het huidige Raadhuis-plein stond, was eeuwenlang het middelpunt van Apeldoorn. In de oude kerk stond vanaf de 13e eeuw deze zandstenen doopvont. Boven dit water-bekken ondergingen de Middeleeuwse Apeldoorners hun rituele opname in het christelijk geloof. Tijdens de Reforma-tie werd de doopvont buiten de kerk geplaatst. Later klom de dorpsomroeper er op om belangrijke mededelingen te doen. Nog later hebben marktkooplui er waarschijnlijk hun messen op gescherpt. De doopvont is nu permanent te zien in CODA Museum.
Arie Lieman maakte in 1859 deze tekening van het huis van de familie Hardonk, gezien vanuit de Deventerstraat. Links op de hoek met de Dorpstraat staat een van de pompen die Admiraal van Kinsber-gen begin 19e eeuw aan Apeldoorn had geschon-ken.
De Hoofdstraat eind jaren ‘30, met rechts de Deventerstraat en links de Korenstraat. Aan de rechterkant is de erker van de tabakszaak van hofleverancier Ploegman herkenbaar. Rechts naast Ploegman de Albino. Dit was een van de eerste supermarktketens in Nederland, al in 1918 opgericht door Van den Bergh, de voorloper van levensmid-delengigant Unilever. Dat grootindustriëlen via dit soort winkels zelf aan detailhandel deden, stuitte op veel verzet bij de middenstanders. Albino hield in 1948 op te bestaan. Links op de foto staat de manu-facturenwinkel van L.J. Hardonk.
Hiertegenover, waar nu Délifrance is, stond vroeger tapperij ‘Rooie Saar’, een van de vele herbergen en café’s in Apeldoorns centrum. Rechts naast de tapperij Het Achterom. Deze steeg begon waar nu de Bloemensteeg is en liep achter de etablissementen langs naar de Mariastraat. Links naast Rooie Saar Drogisterij Grevestuk. (foto A.C. Stokhuyzen)
Tegeltableau, gemaakt ter ere van het 50 jarig bestaan van Drogisterij Grevestuk door Atelier Sierkunst in 1940. Grevestuk had ook nog vesti-gingen opde Asselsestraat en de Deventerstraat.
Levertraan van Grevestuk.
5 7
6 8
Hoofdstraat 77 (HEMA)
Hoofdstraat 124 (Simon Lévelt Koffie en Thee)
Hoofdstraat 108 (Sandmann Optiek)
Raadhuisplein 2 (Juwelier Van der Meij)
Achtergrond informatie elfde Bellevueroute Binnenstad
– uitgave 20 mei 2010
Zie voor andere delen en verkooppunten: www.bellevueapeldoorn.nl
Inleiding
(Bron: Apeldoorn, een stad om uit te tekenen door Huub Ummels en Leon van der Meer, 1993)
Dwars door de enk liep een van de hoofdverkeersaders, de Asselsestraat, om in het centrum van Apeldoorn
aansluiting te vinden op de straatweg naar Deventer. De namen Roggestraat, Tuinstraat en Koren herinneren
aan het agrarisch gebruik van deze gronden. De Nieuwstraat vormde de scheiding destijds van de landbouw-
gronden en de dorpsbebouwing van het centrum van Apeldoorn.
Waar nu de vierbaansbrede Prins Willem Alexanderlaan loopt, bevond zich ongeveer een halve eeuw geleden
het Griftdal, met de beek waaraan Apeldoorn is ontstaan. Op die beek lag ter plaatse van het gebouw van Cen-
traal Beheer een watermolencomplex. Niet zo maar een molen, maar in oorsprong een grafelijke en later her-
togelijke molen.
Van deze oudste korenmolen in het dorp Apeldoorn werd voor het eerste melding gemaakt in het jaar 1335 in
de rentmeestersrekening van de Veluwe. Het was toen een dwangmolen van graaf Reinald II van Gelre, die van
1326 tot 1343 over Gelre regeerde en in 1339 tot hertog werd verheven. De ingezetenen van het dorp waren
verplicht daar hun granen te laten malen. Er was sprake van een dubbele molen op deze plek aan de Grift, een
oliemolen en een zaadmolen. In 1434 kreeg de pachter Johan Doys vergunning van de Apeldoornse mark om
de beek (de Grift) beneden de korenmolen af te leiden en van dijken te voorzien. Hieruit kan worden afgeleid
dat de Grift later niet meer de oorspronkelijke beekloop had, maar een door Doys omgelegde bedding. Hoe de
loop van de Grift daar vóór die tijd was, valt niet meer met zekerheid te zeggen. Een paar jaar later werd de
molen overgedaan aan het Kartuizerconvent van Monnikhuizen in Arnhem.
De historie van de Monnikhuizermolens gaat nog eeuwenlang verder. Na de reformatie vervielen de bezittin-
gen van het klooster, dus ook de molens in Apeldoorn aan de Staten van Gelderland en kwamen ze onder toe-
zicht van enige Veluwse gedeputeerden die speciaal belast waren met het beheer over de voormalige “geeste-
lijke goederen in het kwartier van Veluwen”. In het belastingregister van het ambt Apeldoorn, het verpon-
dingskohier geheten, in 1648 staat dat de watermolen aan de Grift bij de Brink, verkocht werd door gedepu-
De Geurtsmolen
teerden aan Diderick van Stepraedt, bewoner van het kasteeltje dat wij kennen als Het Oude Loo. Diderick was
ambtsjonker van Apeldoorn.
Op 27 november 1684 kocht stadhouder Willem III het kasteeltje met bijbehorende bezittingen, dus ook de
molens. Vandaar dat de korenmolen later ook wel “Princemolen” werd genoemd. In 1854 kwam het gehele
molencomplex in particuliere handen. Christiaan Geurts, waar de Christiaan Geurtsweg aan herinnert, geboren
op 2 september 1818 schillende molens op deze plek. Ten tijde van Geurts dreef het Griftwater overdag de
raderen van de koren- en oliemolen aan, terwijl de waterkracht gedurende de nacht werd benut voor het in
beweging brengen van de hamers van een toen eveneens aanwezige papiermolen.
In 1935 was de papiermolen geheel verdwenen, in 1936 zijn de restanten van de koren- en oliemolen opge-
ruimd. Later is de Grift geheel overkluist en herinnerde niets meer aan deze voor Apeldoorn zo historische plek.
Met het weer boven de grond halen van De Grift vinden de samenstellers van de route het belangrijk dit ver-
haal te vertellen. Het zou mooi zijn als er in de toekomst een verbeelding ervan kan komen in het Amaliapark.
Het Oranjepark
Op 13 mei 1876, tegelijk met de inge-
bruikneming van de Oosterspoorlijn,
vond ook de overdracht plaats van het
park dat met veel feestelijkheden werd
gevierd in aanwezigheid van Zijne Ma-
jesteit Koning Willem III. Hij gaf de
gemeente toestemming het park
“Oranjepark” te noemen.
Terwijl Hendrik Christiaan van der Hou-
ven van Oordt nog druk bezig was met
de verkaveling in De Parken, de aanleg
van bouwterreinen kocht hij ook de
gronden aan tussen het voormalige
landgoed De Pasch en het nieuwe Sta-
tionsplein. Hij liet voor zijn rekening de
Stationsstraat aanleggen met een brug
over De Grift, als verbinding tussen het
station, de markt en de parken.
De bouwterreinen in De Parken waren
spoedig in trek. Met name veel oud-
Indiëgangers, renteniers en welgestel-
den uit het westen vestigden zich hier in de omgeving van het Oranjepark. Later heeft Van der Houven van
Oordt ook nog het Sophiapark, Emmapark, Julianapark en het Wilheminapark aangelegd en net als het Oranje-
park de gemeente cadeau gedaan. Van deze parken is alleen het Wilhelminapark nog over. Later zijn daar met
de aankoop en verkaveling van drie landgoederen Marialust en Sophia’s Hoeve nog het Prinsenpark en het
Verzetsstrijderspark bijgekomen.
Door de grote trek naar Apeldoorn, niet alleen voor permanente bewoning maar ook van dagjesmensen en
vakantiegangers, kreeg een groot aantal villa’s in de Parken een bestemming als pension. De stad stond in die
tijd dan ook bekend als de ‘stad van de pensions en persioenen”.
De vestiging van een geheel nieuwe maatschappelijke groep van welgestelden in Apeldoorn maakte dat er al
spoedig behoefte ontstond aan hoger onderwijs. Na jaren van geharrewar binnen de gemeenteraad over wel of
geen Hogere Burgerschool kon de burgemeester in de raadsvergadering van 19 mei 1876 verheugd de medede-
ling doen, da de koning voor de stichting van de school een gift had toegezegd van f 5.000,- uit eigen middelen.
Later zouden daar nog eens f 5.000,- bij komen. Dat kwam mooi uit, want er werd in de omgeving van het
Oranjepark toch gebouwd. Op 1 oktober 1877 werd de school in gebruik genomen, vernoemd naar de broer
van Koning Willem III, prins Hendrik.
De ontwikkeling van Apeldoorn als reactie op de bouwactiviteiten in de Parkenbuurt was duidelijk. Omdat hier
geld te verdienen was, vonden ook ambachtslieden, bouwvakkers en middenstanders hun weg naar Apeldoorn.
Bovendien verschafte de toenemende industrie aan het eind van de vorige eeuw veel werk. Voor al deze men-
sen, met doorgaans een smalle beurs, moesten er woningen komen.
Aanleg van het Oranjepark 9foto van glasnegatief)
Interieur van Minerva, ingericht door Chris Wegerif
De ruimte daarvoor werd vooral gevonden op de oude enkgronden ten westen van de Nieuwstraat. De Apel-
doornse Oude Enk had toen al een hele historie achter de rug. Vanaf 1100 was er sprake van een zekere wel-
vaart
Antoniuskapel
De Anthoniuskapel is gesticht in de
Middeleeuwen door leden van de
Arnhemse St. Anthonius broeder-
schap. De leden hadden als taak
om zieken te verplegen en armen
te verzorgen. Sint Anthonius was
een populaire heilige in de Middel-
eeuwen. Hij leefde in de 3e en 4
e
eeuw. Hij verkocht na de dood van
zijn ouders al zijn goederen en
verdeelde de opbrengst onder de
armen en werd kluizenaar. Volgens
overlevering probeerde de duivel,
in de gedaante van een varken,
Antonius tot zonde te verlokken.
Antonius wordt vaak afgebeeld
met een varken naast zich. Op 17
januari werd vaak een Teunisvar-
ken geslacht. Het vlees werd ver-
deeld onder de armen.
Minerva/ Menorah Paslaan
In die tijd was er nogal eens strijd tussen de oorspronkelijke ‘boerenbevolking' en de import (bv mensen die
gingen wonen in de Parken), die van Apeldoorn een culturele stad wilden maken. Deze bioscoop is ouder dan
Tuschinsky in Amsterdam (1919).
Het podium is zodanig verbouwd dat er een zwembad is aangebracht voor de volwassenendoop. De bioscoop-
De Dorpstraat rond 1745. De Antoniuskapel op de voorgrond stond ongeveer daar
waar nu de Dynabite-winkel is gevestigd. Op de achtergrond de Mariakerk, die
stond waar nu het Raadhuisplein is en die toen nog een torenspits had.
zaal is nog redelijk in tact.
Rond 1960 was hier veel stampij omdat de film ‘rock around de klok’ met Bill Haley werd verboden. Bezoekers
uit het hele land werden al ver voor Apeldoorn tegengehouden. Let op de fakkels (symboliek). Architect is We-
gerif, zoals van veel Apeldoornse gebouwen uit die tijd.
Marktplein
De markt werd vroeger aan de
andere kant van het oude
Raadhuis gehouden, wat nu het
Raadhuisplein is. Dit was vroe-
ger een kaal veld aan de Mid-
denlaan (nu Stationsstraat),
aangelegd tussen het station en
de nieuwe wijk De Parken.
Omdat de markt aan de Hoofd-
straat te klein werd, is dit veld
in 1864 als marktplaats in ge-
bruik genomen. Later, in 1909
werd er nog een stuk grond
langs de Deventerstraat bijge-
kocht. Er waren rond 1920 vier
markten: de eier- en boter-
markt, een beestenmarkt en
andere markten zoals de groen-
te- en pluimveemarkt. Later
ook de automarkt. En dan nog de wekelijkse warenmarkten op maandag en zaterdag. Begin 1980 werd onder
de markt een parkeergarage gebouwd, voordat in 1989 de bouw van het nieuwe stadhuis van start ging.
Raadhuisplein
Dit was (en is) het centrum van Apeldoorn. Hier stond vroeger de Mariakerk. De oorspronkelijke Romaanse
kerk dateert al van voor 1200 en is in 1595 van tufsteen herbouwd. De kerk was eerst RK, maar vanaf 2e Pink-
sterdag 1595 werd voor het eerst de leer van de Reformatie verkondigd door dominee Theodorus Jacobi. Toen
werden er ook doden begraven in de kerk. Hierdoor werd de kerk voor de katholieken ontheiligd. Wilhelmina
van Pruisen (vrouw van Stadhouder Willem V) is hier enige tijd begaven geweest omdat de kerk in Delft werd
verbouwd. Later zijn haar resten alsnog naar Delft overgebracht.
De kerk is afgebroken in 1842 ten behoeve
van de markt en het stadhuis. Ook wilde Ko-
ning Willen I een nieuwe kerk laten bouwen
aan de Loolaan. De burgemeester Bas Backer
schreef een officiële brief met het verzoek aan
de kerkvoogdij. De voorzitter van deze voogdij
(dezelfde Bas Backer) beantwoordde de brief
positief. In 1847 is er bij het station een nieu-
we aan Maria gewijde kerk gebouwd.
De fundering van de vroegere kerk is nog
aangegeven met een koperen strip in het
plaveisel. Het orgel is bewaard gebleven en
staat in de hervormde kerk van Beekbergen.
Ook het doopvont is bewaard gebleven en
staat in Museum CODA.
Tijdens opgravingen in 1989 en 1996 zijn de
funderingen nauwkeurig in kaart gebracht,
waarbij een grafzerk van de Willem van Ulft
en Johanna van Stepraedt, de laatste bewo-
ners van Het Oude Loo, voor Willem III, naar
boven werd opgegraven.
De toren was in eigendom van de gemeente. Deze had de opbrengst van de materialen van de toren voorbe-
stemd voor een standbeeld voor V. Kinsbergen. Dit is echter niet doorgegaan. Het geld is op rente gezet en is
Cornelis Petrus Tideman, Dorpsgezicht en kerk te Apeldoorn, 1841
De Markt midden jaren ‘60
later gebruikt voor de bouw van de ULO school, het huidige café van Kinsbergen.
Let ook op het hoogteverschil tussen kerk en rest van het plaveisel. Dit kwam door de begraafplaats.
Tot 1842 werd door de gemeenteraad vergaderd in een zaaltje van herberg ‘Het Hert’ aan de dorpsstraat. Maar
dat werd te klein en hoorde ook niet meer bij een zich ontwikkelende gemeente. In 1839 stelde de gemeente
12.000,- gulden beschikbaar voor de bouw van een nieuw raadhuis. Daar kwam later nog eens 8000,- gulden
bij.
Het raadhuis is gebouwd in 1842 in Neogriekse stijl met Dorische pilaren.
Op de uitgeschreven wedstrijd kwam niet veel respons. De keus viel op het ontwerp Minerva, gemaakt door de
– incognito gebleven – gemeente opzichter Albert Liese. De geldprijs ging aan zijn neus voorbij, want hij ver-
diende als gemeente ambtenaar voldoende, vond men. Uiteindelijk leverde het ontwerp hem 6 tientjes op. Wel
kreeg hij de eer en werd tot bouwopzichter benoemd. Op 9 februari 1843 kon het in gebruik worden genomen.
Voor de bouw moest de kerk worden afgebroken. Op de lege plaats werd het marktplein aangelegd. In 1864
werd dit te klein en is achter het stadhuis een nieuwe marktplaats gemaakt.
Op 19 februari 1863, op de verjaardag van Koning Willem III, werd hier de eerste gaslantaarn ontstoken. Bur-
gemeester Bas Backer sprak de bekende woorden ‘Er zij licht’. Hij draaide aan het gaskraantje er ….. er gebeur-
de niets. Het bleef donker. De directeur van de gasfabriek kwam snel te hulp, klom in de lantaarnpaal, blief en
veegde aan de brander en het licht werd zichtbaar onder luid gejuich. Daarna werden 40 lantaarnpalen ge-
plaatst in het dorp en Het Loo.
Apeldoorn groeide door, bv vanwege de ontwikkeling van de Parken. In de periode 1890 – 1910 ging het hele
centrum op de kop. Het raadhuis werd te krap en werd in 1898 verbouwd en uitgebreid. Gemeente architect
Gerrit de Zeeuw brak de klassieke voorgevel af en bouwde een nieuw front voor het bestaande gebouw en een
verdieping erbovenop. in Neorenaissance of Neobarok stijl. De monumentale trap zit nu aan de binnenzijde.
Op 19 mei 1943 ging de hele bovenverdieping in de brand. Nog steeds is niet duidelijk of het daad van onacht-
zaamheid of van verzet was om het bevolkingsregister uit handen van de Duitsers te houden. Het raadhuis
bleef in gebruik als raads- en trouwzaal, maar was niet erg representatief meer. Pas in 1975 werd besloten om
de bovenetage te herbouwen. In de voorgevel 3 eerste stenen: Rechts de oudste uit 1842. Links de steen ge-
plaatst door burgemeester Tutein Nolthenius in 1889 na een grote renovatie. Midden de laatste door burge-
meester Dijkmeester gelegd in 1977, nadat de kerk die in de 2e wereldoorlog door brandstichting of een ‘rook-
Het Raadhuisplein met het oude raadhuis, rond 1895
foutje’ in vlammen was opgegaan.
Vanaf 1993 is het nieuwe stadhuis in gebruik en wordt het oude raadhuis gebruikt voor trouwerijen en repre-
sentatieve gelegenheden.
Op het plein de buste van Koning Willem I, dat in 1913 door de burgers van Apeldoorn is geschonken ter herin-
nering van het 100 jarig jubileum van het Koninkrijk der Nederlanden. Gemaakt door Pieter Puype.
Links op de hoek het pand van juwelier Van der Meij uit 1907 met gekleurde tegels boven de raampartijen. Ook
hier het teken van hofleverancier. In het plaveisel hier een voetafdruk van wethouder Porringa die veel voor de
Apeldoornse stedenbouw heeft betekend, wat hem overigens ook op veel kritiek kwam te staan.
Prinsengang: Vroeger lag er rond de kerk een begraafplaats. Als de stadhouder ter kerke ging nam hij de prin-
sengang over dit kerkhof naar de prinselijke ingang.
Voor winkel van juwelier Van der Mey kunt u een voetafdruk van voormalige wethouder Hans Porringa in het
plaveisel zien. Hij heeft zich bijzonder ingespannen voor de Apeldoornse stedenbouw in zijn wethoudersperio-
de.
Op de plaats waar nu de nieuwbouw van Sting is gekomen, voorheen de Raadhuispassage, was vroeger het
bekende warenhuis De Duif.
Hoofdstraat
In 1872 braken voor de middenstand nieuwe tijden aan, toen in het pand Dorpstraat/Mariastraat de eerste
spiegelruiten werden geplaatst. Dat was zo bijzonder dat er hele groepen naar kwamen kijken.
Voor het eind van de 19e eeuw was de Hoofdstraat (toen nog Dorpsstraat) vooral bebouwd met boerderijen,
herbergen, enkele kleine ambachtelijke bedrijfjes en enkele villa’s. De boerderijen stonden veelal met de ach-
terkant naar de straat.
De straat zelf was niet meer dan een gedeeltelijk met kinderhoofdjes geplaveid pad. Vol met modder en mest.
Eind 19e / begin 20
e eeuw was een hoogtijperiode voor Apeldoorn. Er was veel cultuur en vertier, mede veroor-
zaakt door de vele nieuwe wijken en bewoners. In die tijd is er dus ook veel gebouwd.
Apeldoorn groeide en ook de Dorpsstraat veranderde volledig. Er kwamen meer winkels
Let op het hoogteverschil in de Hoofdstraat. Als je zuidwaarts kijkt, kijk je over de hoofden van de mensen
heen. (ca 2 meter verschil).
Tapperij De Rooie Saar met rechts de ingang van de steeg Het Achterom en links Drogisterij Grevenstuk.
De Gruyter
Weet u het nog? Het snoepje van de week van De
Gruyter? Een ongekend naoorlogs succes!
De Gruyter was rond 1920 Nederlands grootste
grootwinkelbedrijf. Het bezat 99 winkels, meer
dan Albert Heijn in die tijd met 75 winkels in zo’n
65 steden waaronder Apeldoorn. De van oor-
sprong Bossche grootgrutter (Piet de Gruyter
gestart in 1818) schakelde in de jaren vijftig over
van toonbankwinkels met bediening naar het
Amerikaanse systeem van zelfbediening. De win-
kels van De Gruyter stonden bekend om hun
prachtige versierde gevels en inrichting waaron-
der een marmeren toonbank en gekleurde Delftse
tegeltableaus. Meestal betrof het hier afbeeldin-
gen van de vier seizoenen, de bewerkingen van
het land en de oogst van graan, of de aanvoer van
producten uit verre landen. Op deze oude afbeel-
dingen van de Apeldoornse De Gruyterwinkel kunt
u zien de rijke decoratie goed zien. Vergelijkt u de
oude foto van de gevel maar eens met de huidige
bovengevel. Dan kunt u het pand nog steeds goed
herkennen. De winkel heeft hier toch zo’n 50 jaar
bestaan als we naar de data kijken van rond de
jaren 20 tot rond de jaren 70 van de vorige eeuw.
Nu is er De Tuinen in gevestigd.
Meer informatie:
De geschiedenis van een kruideniersimperium
Gruyter door dr. Kees van den Oord (1952) ter
gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling
in het Noordbrabants Museum in Den Bosch van
30 september 200 tot en met 14 januari 2001:
Leienhuis
De leien en de houten balken zijn van een oude Water-
staatskerk waar nu de huidige Mariakerk staat. Let op de
houtsnede met tekst (gebouwd anno Domini MDCCCXCVI
(1986) van Driekoningen tot Sint Pieter). Wegerif mocht
deze Mariakerk bouwen en gebruikte het ‘sloopmateriaal’
voor het Leienhuis. De naam Wegerif was in Apeldoorn al
bekend in de aannemerswereld. Chris Wegerif (1859 –
1920) begon zijn carrière in de bouwwereld, toen zijn vader
overleed toen hij 24 jaar was en hij het bedrijf overnam.
Ook zijn broer Gerrit en diens zoon Henk (1888- 1963) zijn
bekend als ontwerpers van diverse Apeldoornse woningen.
Hij ontwikkelde zich als een revolutionaire ontwerper van
bijzondere interesse voor avant-garde kunst. In 1893
bouwde hij het merkwaardige leienhuis samen met kun-
stenaar J. Lauweriks, wat veel interieurdecoraties en hout-
snijwerk opleverde.
De Gruyter, rond 1930
Kruispunt Dorpstraat – Deventerstraat - Korenstraat
Dit was de ‘’Hoek van ’t derp’’ Dit kruis-
punt is eigenlijk de oorsprong van Apel-
doorn. Hier kruisten 2 belangrijke wegen
elkaar. Dit was vroeger de doorgaande
route van Arnhem naar Hattem en heette
nog dorpsstraat. Apeldoorn was daarbij
een belangrijke pleisterplaats. Ook lag de
weg van Arnhem naar Harderwijk in de
buurt (bij Assel) met een aftakking naar
Deventer, de Achterhoek en naar Duits-
land via de As-
selsestraat. Ook
de wegen van
Amersfoort naar
Deventer en
Arnhem – Hattem kruisten elkaar hier. Het kruispunt Deventerstraat/Hoofdstraat was
daarbij een belangrijk punt. Vandaar dat er veel herbergen waren (81 stuks) o.a. op
de plaats waar nu de Sting is. Ze hadden fraaie namen als ‘de Moriaan’, ‘In ’t Gulden
Hoofd’ of ‘De Roode Leeuw’. Apeldoorn werd veel gebruikt als vergaderstad. Het lag
tussen de Hanzesteden Zutphen, Deventer, Hattem en men wilde graag op onafhan-
kelijke plek bijeen komen.
Op de erker van de winkel op de hoek staat een spreuk gebeiteld ‘Geen beter ge-
maeck dan eighen dack’ Mogelijk een verwijzing naar de reizigers die hier vroeger
passeerden.
Pand nr. 131 ‘Score’. Het onderste deel van de gevel van dit pand is nog in oorspron-
kelijke staat. Dat is best bijzonder in Apeldoorn. Voorbeeld van Jugendstil architec-
tuur. Gebouwd in 1900 voor parfumerie Apollo. De gevel is opgetrokken uit kostbaar
en voor die tijd zeldzaam geglazuurde witte bakstenen en hardsteen voorzien van
ingegraveerde motieven van insecten en bloemen. Ook het kleurige glas in lood pa-
nelen zijn mooi vormgegeven.
Randerode
Op de hoek met de Hoofdstraat stond vroeger landgoed Randerode. Het pand werd in 1838 gebouwd in op-
dracht van Johanna Cornelia Ten Hoove. Zij behoorde een toen zeer rijke familie in Apeldoorn aan.
In 1875 koopt Jonkheer Repelaer het landgoed voordat hij het Landgoed in Hoenderloo kocht. In 1892 verkoopt
hij het door aan de heer Van
Oordt Heer van Bunschoten
(een broer van Hendrik Christi-
aan van der Houven van
Oordt). Deze verkoopt het
landgoed verder aan Albert
Radstaak in 1898, waarbij de
weg door het landgoed (nu de
van Kinsbergenstraat) aan de
gemeente Apeldoorn wordt
aangeboden en het geheel in
percelen wordt verdeeld en
bebouwd.
Hierna werden op het landgoed
allerlei panden aan de Hoofd-
straat bijgebouwd. Het huis
bleef gewoon staan. Vanaf de
zijkant kun je ook aan de voor-
gevel nog goed zien dat het een
statig landhuis is geweest.
Randerode, gezien vanaf de Dorpstraat, eind 19e eeuw
Parfumerie Apollo
Van Kinsbergen
Op de hoek Café Van Kinsbergen. Achter het café de vroegere ULO-school
opgericht met geld uit de verkoop van de materialen van de afgebroken
oude kerk en met geld uit de erfenis van admiraal Van Kinsbergen.
Van Kinsbergen (geboren in 1735 te Doesburg) kwam in 1798 naar Apel-
doorn om te herstellen van een zware ziekte. De bosrijke omgeving deed
hem blijkbaar zo goed, dat hij zich in Apeldoorn vestigde en zijn laatste
jaren hier doorbracht. Hij woonde lange tijd op het landgoed Welgelegen.
Aanvankelijk zou er ter herinnering aan zijn grote betekenis voor Apel-
doorn een standbeeld worden opgericht op de markt. Dat is er nooit van
gekomen. In plaats daarvan is het budget besteed aan de bouw van de ULO
school voor jongens. Later heeft het dienst gedaan als muziekschool, tot
1995, waarna de stichting Kunstzinnige vorming EDU-ART het heeft be-
trokken. Daarna is het een café geworden.
Op het Raadhuisplein heeft ooit een plaquette gelezen ter nagedachtenis
van de admiraal, maar deze is zoekgeraakt bij een herinrichting van het
plein.
Tijdens de Erfgoedweek in 2008 heeft initiatiefnemer, Stichting Apeldoorn-
se Monumenten, ervoor gezorgd dat er eindelijk een beeld is gerealiseerd.
Beekpark
Het Beekpark is het restant van de tuinen van de woningen van de burgemeesters Bas Backer en Tutein Nol-
thenius aan wat nu de Vosselmanstraat heet, voormalig deel Hoofdstraat. Het Beekpark is genoemd naar de
dorpsbeek en in 2004 opnieuw ingericht. Langs het appartementencomplex De Beekparkveste zijn doornloze
valse Christusdoorn aangeplant. Een ideale stadsboom met een ijle kroon, een hartverwarmende gele herfst-
kleur en grillige peulen als vruchten. Dit gebied is ooit bestemd geweest voor de zeer grootschalige bouw van
stadhuis en kantoren (ca jaren 1960). De gemeente kocht voor 40 miljoen grond aan. Alle oude bebouwing hier
is gesloopt inclusief het badhuis dat op de hoek van de Badhuisweg en de Sprengenweg heeft gestaan en waar
veel Apeldoorners het zwemmen hebben geleerd. Uiteindelijk gingen de plannen niet door en was het grond-
bedrijf bijna failliet. Dit heeft tot bijna 1995 geduurd. Daarna zijn de plannen ontwikkeld voor een cultuur be-
stemming, woningen en herstel van het Beekpark. In het gebouw Westpoint heeft jarenlang het bestuurscen-
Het voormalige badhuis rond 1920
Admiraal Van Kinsbergen
trum van Apeldoorn gezeteld als stadskantoor aan de rand van de stad. Het nieuwe stadhuis op het Marktplein
is in 1992 in gebruik genomen.
Orpheus
Schouwburg- en congrescentrum Orpheus is gebouwd in 1962 door het architectenduo Holt en Bijvoet, uitbrei-
ding door Herman Hertzberger in 2005. De bomen op het parkeerterrein herinneren nog aan de oude begraaf-
plaats op deze plek.
Op het voorplein staat de Orpheus van beeldhouwer Ossip Zadkine, aangekocht in 1965.
Orpheus temde met zijn liederen en lier de wilde natuur, planten en dieren en zelfs de weerbarstige mens.
Orpheus werd hierdoor het toonbeeld van (voordracht)kunst en beschaving. Het beeld van Orpheus, van de
Russische constructivistische kunstenaar Ossip Zadkine, werd aangekocht in 1965. Zadkine geniet in Nederland
vooral de bekendheid met zijn bevrijdingmonument in Rotterdam.
Bevrijdingsmonument Canadalaan hoek Loolaan.
- Op deze hoek direct links een bevrijdingsmonumentje in
de vorm van een zilveresdoorn (een maple leaf, ook
bekend van de Canadese vlag) geplant door lt. Generaal
Simonds op 29-12-1945 ter gelegenheid van het afscheid
van de Canadese troepen in Apeldoorn.
Apeldoorn is bevrijd door de Canadezen op 17-4-1945.
Verder staan hier twee grote tulpenbomen, genoemd
naar de vorm van de bloemen en ook het blad heeft wel
iets van een gestileerde tulp weg.
Van Rhemenslaan langs Oranjepark
De fraaie villa’s rondom het park en het Oranjepark zelf
staan nagenoeg allen op de Rijks- of gemeentelijke mo-
numentenlijst. Veel woningen in de wijk de Parken heb-
ben serres en erkers. Nederlanders die uit Indië terug-
kwamen lieten deze panden bouwen en konden zo, net
als in Indië, ook bij regenachtige dagen van de buitenlucht genieten. Let op de diverse jugendstilelementen
Regentesselaan
Op hoek van Oranjelaan huize Helvetia, bewoond werd door de directeur van de Zwitsal fabrieken, die in Apel-
doorn waren gevestigd.
Deze villa is gebouwd in 1927 naar een ontwerp van de architect J.H. Klosters. Opdrachtgever was Johannes
Albertus Mensink; die ook een ontwerp had laten maken door de architect Prins. In 1950 verkocht Mensink de
villa aan de chemicus, koopman en fabrikant Cornelis Jan Jansen, ondermeer bekend door zijn Zwitsalfabriek.
Sinds deze daar woonde had de villa de naam Helvetia
Nummer 11: Op deze plek liet H.C. van der Houven van Oordt in 1877 een villa bouwen, die hij in 1879 verkocht
aan de gepensioneerde Assistent Resident FWH van Straten. In 1912 kocht de architect Ahasverus Hendrikus
Wegerif de villa, om hem te slopen. Hij bouwde daar naar eigen ontwerp de woning op nummer 9 en een wo-
ning voor zichzelf op nummer 11 als woonhuis en tekenbureau. Wegerif ontleende zijn bouwvormen aan de
meetkunde; hij gebruikte veel rechthoeken, vierkanten, cirkels etc. Let op de halfronde balkons en de pilaren
die vierkant zijn van boven en rond van onder. Dit komt ook terug in het meubilair van het huis en de schoor-
steen. Het meubilair is naar ontwerp van zijn oom Chris Wegerif. Ook de nummers 8 en 12 zijn van zijn hand. In
Apeldoorn zijn veel panden te vinden van Chris en Henk Wegerif.
Nummer 12: “Op den Paschviever”. De naam heeft betrekking op het landgoed de Pasch, dat hier voorheen lag.
(zie ook verder bij de aanleg Oranjepark)
Lt. Generaal G.G. Simonds, commandant van het 2e
Canadese legercorps dat Apeldoorn bevrijdde, plant de
zilveresdoorn
De oude bibliotheek, nu het Inspiratiehuis. Op 22 september 1908 had de caféhouder Willem Vloon een aantal
percelen toegewezen gekregen op de veiling van het kleine landgoed De Pasch. In 1911 verkocht hij een paar
stukjes bouwterrein aan de gemeente. Op één daarvan werd het eerste “Leesmuseum” in Nederland gebouwd.
De opdracht was voor architect A.H. (Henk) Wegerif.