HET MODERNISME R.=K. KERK - dbnl...HET MODERNISME INDE R.-K. KERKDOOR JOS VAN VEEN gewezen...

66
2 e DRUK. PRIJS 45 cent. HET MODERNISME IN DE R.= K. KERK DOOR JOS VAN VEEN gewezen Roomsch-Katholiek Priester. MET PORTRET VAN DEN SCHRIJVER, AANTEEKENINGEN EN WOORDENLIJST. 1 n0 v Uitgegeven te Amersfoort door P. Dz. VEEN in 't jaar MCMVIII.

Transcript of HET MODERNISME R.=K. KERK - dbnl...HET MODERNISME INDE R.-K. KERKDOOR JOS VAN VEEN gewezen...

2 e DRUK. PRIJS 45 cent.

HET MODERNISME

IN DE

R.= K. KERKDOOR

JOS VAN VEENgewezen Roomsch-Katholiek Priester.

MET PORTRET VAN DEN SCHRIJVER,AANTEEKENINGEN EN WOORDENLIJST.

1n0v

Uitgegeven te Amersfoort door P. Dz. VEEN

in 't jaar MCMVIII.

HET MODERNISME IN

DE R.-K. KERK

DOOR

JOS VAN VEENgewezen Roomsch-Katholiek Priester.

MET AANTEEKENINGEN EN WOORDENLIJST.

Op ons beleefd verzoek heeft de Heer Jos VAN VEEN de

vriendelijkheid gehad, zijn portret ter reproduceering af testaan, voor deze uitgave der redevoering, welke hij gehouden

heeft op Maandag den 13en Januari 1908 voor de VRIJE

GEMEENTE te Amsterdam. DE UITGEVER.

STOOMDRUKKERIJ FIRMA VAN DER WANT at CO., AMERSFOORT.

Toen ik de stof voor dit onderwerp bestudeerde werdik met weemoed vervuld.

Ik heb gezien hoe vele groote mannen onedel') werdenbestreden, hoe hun met zorg volbrachte arbeid werd ge-sloopt, hoe de schoone gedachtentempel, dien zij bouwden,werd vernietigd, hoe de kracht van hun geest werdgedood. Door een enkele daad van die macht doormenschen ontvingen; bij ruwe bevelen en grove decretender roomsche overheid.

Diep in mijn ziel voelde ik mede hun smart, om hethopeloos vernietigde werk van hun mooi menschenleven,om hun streven naar geluk voor anderen, dat ten schandeis gemaakt.

Maar toch, ondanks alles, drong zich de gedachte aanmij op, dat de smart van heden de zekere voorbode isvan een betere toekomst; smarten zijn de barenspijnenvan het geluk. En zoo moest ik mij gelukkig voelen reedsgetuige te zijn van een toekomstigen bloei en leerde ik inhet verdriet, in de teleurstellingen, in de beleedigingen,

1) Onedel. Het resumé van dien strijd geeft de Encycliek (1907): „het

is, Eerwaardige Broeders, uw plicht om die hoogmoedige menschen te

dwarsboomen." Er staat niet veroordeelen, maar „dwarsboomen!" Dit

hebben de Eerwaardige Broeders zich geen twee keer laten zeggen!

4

door die mannen kalm gedragen, een moreele schoonheidzien, die, bewust erkend, verheft, edel maakt, vruchtbaaren gelukkig.

Dit is eenmaal de heerlijke Orde der dingen, dathet zaad verscheurd moet worden als de plant groeiengaat.

Maar dat ook in het mechanische geheel der R.-K. kerk,het verborgen leven zich zbÓ openbaart, met denzelfdenmoed-te-leven, door strijd en smarten heen, dat moge inhooge mate onze belangstelling wekken en ik noem mijgelukkig getuige te zijn en te mogen spreken van degrootscha levensuiting, die men met den onnoozelen naamvan .modernisme 1) heeft betiteld; -- want ik ben er vastvan overtuigd dat de evolutie der godsdienstige denk-beelden, die wij daarin erkennen, diep in zal grijpen inhet leven der menschen van onzen tijd.

Ik zal u dan spreken over het modernisme, zooals hetzich verhoudt tot de kerk; wat het is op zichzelf; en wathet is ondanks zichzelf.

I. Om goed te begrijpen wat het modernisme is inde kerk, is het goed ons een duidelijke voorstelling tegeven van datgene waarin de kerk haar bijzonder heilerkent.

1) Modernisme, niets zeggend woord, gekozen om een fractie katholieken

aan te duiden die het kerkgeloof met de wetenschap en de wijsheid

willen verzoenen. Eerst poogde men dezelfden „liberalen" te noemen,

totdat een schrijver in de Civiltà Cattolica het woord modernist heeft

uitgevonden. De modernisten willen geen fractie zijn en met hun

religieuse strevingen zeggen zij, als christenen en katholieken, de kerk

te willen dienen, zooals de opstellers van het verweerschrief Il Programmaduidelijk bewezen. Zie noot pag. 22.

5

Toen wij student waren zongen wij een lied om de kerkte prijzen. Het vangt aldus aan :

Daar vaart door de wereld in duizende galmen

Het sombere lied van vergaan.

Het ruischt door de kronen der wuivende palmen,

Ik hoor het den nachtegaal slaan.

De dichter heeft zich onbewust laten inspireeren doorde gedachte die de kerk praktisch uit wil leven, dat het„eeuwige bestaan" samenvalt met een eeuwige onver-anderlijkheid. Hij heeft daarom niet bemerkt dat door dekruinen der wuivende palmen niet de vergankelijkheid,maar de onvergankelijkheid des levens ruischt. Want

iedere palmtwijg die afvalt, heeft den palmenstam versterkten helpt de kruin hooger beuren in helder licht en reineratmospheer !

En de nachtegaal?0, de nachtegaal, die onze bosschen vult met zijn zangrijke

muziek ! Moet ik uit zijn eeuwig schoon lied vergankelijk-heid hooren ? En als de nachtegaal sterft dan heeft hij metzijn gaaike ons een nest kleine, jonge zangers nagelaten,die, als de zomer daar is, het nachtegalenkoor 1) versterkenzullen, om nog meer bewonderaars van hun levendeschoonheid te laten genieten !

Onvergankelijkheid — onveranderlijkheid ! Hoort gij

1) Nachtegalenlied

„Neen, ik uite,

zinge en fluite

lustig mijne lied'ren al,

tot ik leven

hebb' gegeven

aan dat na mij zingen zal."

„'k Ben een blomme

die rondomme

bloeit in helder klankgeblaart,

tot dat verf en

klank verderve,

blijvende in de vrucht gespaard."(Nachtegale Schuifelare (Karel van Gheldere,) Guido Gezelle),

6

het lied van vergaan ruischen ? Ik niet, ik hoor overalhet lied des levens, èn uit het ruischen der struischepalmen èn uit der nachtegalen lied !

Bestaan is anders worden, en anders worden behoorttot het leven, want leven is groeien ter vruchtbaarheid !

Leven is beter worden, dus veranderen!Leven is groeien naar het levensdoel !Zoo is het „eeu wig leven" een eeuwige verandering,

een onafgebroken voortgaan naar het betere. Zoo leeft destervende bloem wanneer zij uit liet vallen het zaad harervruchtbaarheid.

Nu weet ik wel dat nergens de kerk theoretisch 1) dengroei des levens ontkent, maar daar het leven pure„praktijk" is, maken wij, uit wat wij in de kerk zien ge-beuren, op, wat haar houding is ten opzichte van hetleven, en hoe zij haar „stoorloos bestaan," dat „een telgvan den hemel" wordt genoemd door den dichter, blijktop te vatten.

Er is een tijd geweest dat de christenen niet dan aande oprechte uitlening van Jezus' algemeene levensbeginselen')

1) Theoretisch. Om de handelingen der Kerk goed te doorzien moet

men steeds het onderscheid tusschen theorie en praktijk vasthouden.

De theorie lokt aan, de praktijk onderwerpt. De theorie zou leven

brengen als de algemeene praktijk, (die, wat kracht betreft, gelijk is aan

theorie en praktijk te samen) niet het leven doodde. Het resultaat is:

Macht van de enkelen (met mooie theorieën en leelijke praktijken) over

de millioenen (met hun gedweeheid, en gebrek aan doorzicht om het

bedrog te ontmaskeren). De kerk beroept zich op haar theorieën als gij

haar praktijken leelijk vindt, en beroept zich op ingeburgerde praktijken,

als gij u beroept op de eischen der christelijke wetten. Zoo weet zij

zich te dekken met het edelste en met de „compacte massa." voor wie

de omwisseling der gedachten doorschouwt moet zij wijken.

') Jezus' algemeene levensbeginselen. Het is een geheel algemeen erkend

feit, dat Jezus niets anders heeft beoogd, dan een verlossing van het

7

dachten. Deze werden zonder wetenschap en critiek, uitenthousiasme en innerlijke erkenning aanvaard : „Hebt„ vertrouwen in God. Bemint Hem met de geheele oprecht-„heid uws harten, gelijk kinderen hun vader. Uw gebed„ kome voort uit liefde. Het mag zich niet opsluiten in„machinale formules en zich niet slaafs onderwerpen aan„een ritueel dat de oprechte piëteit verdrijft. Doet een„moedige poging naar gerechtigheid en hartelijke liefde„voor alle menschen. Overwint het kwade door goedheid.„Hecht u niet aan het aardsche." Hun geheele credo wasvervat in het „Onze Vader" en door het uitleven diereenvoudige beginselen hebben de christenen de gecom-pliceerde heidenwereld verbaasd en overwonnen.

Toen is er een tijd gekomen, dat zij niet alleen als edeleindividuen, maar ook als een maatschappij moesten leven,voortbrengende : kunsten, wetenschappen, wijsbegeerte.Maar zij zochten zich niet te isoleeren in hun eigen levenen bleven, door wetenschap en wijsbegeerte vooral, con-tact houden met de wereld, waarin zij bestonden. Ver-schillende resultaten van wetenschap en wijsbegeertemochten hun invloed uitoefenen op de wetenschappelijke,wijsgeerige opvattingen der Christen-scholen. Met den voor-

Jodendom uit het phariseïsme en de officieele verstarring door het

ritueel. Hij bracht de Joodsche beginselen terug tot eenvoudig en innerlijk

leven tegenover God (in monotheïstische opvatting) en tegenover den

naaste; hierdoor, volgens de toenmalige toestanden, den synagogedienst

reduceerend tot een verheffenden en sterkenden le v en s d i e n s t, dien men

steeds zal hebben te zien in het zuivere Jodendom. Die Levensdienst

zou steeds de algemeenheid hebben omvat, als bij de Joden niet het

nationaal exclusivisme, vroeger noodig, te lang beperkend had ingewerkt

op de naar-buiten-strevende kracht van hun principen. Die kracht had

zich toen omgezet in kleingeestigheden-in-eigen-kring, welke de profeten,

en Jezus onder hen het allersterkst, hebben bestreden.

O

uitgang der kerk werd de neiging tot isolement grooteren zocht de kerk naar een eigen wijsgeerig systeem dathet verstand zou vangen en geleiden naar de dogmata,die zij inmiddels als onveranderlijke leerstellingen zeideaanvaard te hebben. De pogingen der karolingische 1) scholen

faalden. S c o tu s E r i u g e n a was te veel individualist omde onpersoonlijke en absolute stellingen te kunnen leverenvoor een algemeene, veroverende wijsbegeerte.

Na hem hebben noch het nominalisme 2) van Roscelin

noch het conceptualisme 3) van A b é l a rd, noch het realisme 4)

van St. Bernard, noch het intuition ism e J) van S. Victor,iets beduidends daartoe kunnen bijbrengen. Totdat, samen-vallend met de schitterende pauselijke theocratie, --- het

1) Karolingische Theologen-scholen waren paleis-scholen ; later, beginnend

reeds onder Karel den Groote, stichtten de Bisschoppen scholen aan hun

curie en bevorderden de kloosterscholen. De Karolingische theologie was

afgezonderd van wijsbegeerte en bestond uit het mededeelen en be-

schouwen van wat de Kerk leerde. Zie Alcuinus.2) Nominalisme zie Roscelin.2) Conceptualisme. Hoofdbegrip van deze wijsgeerige richting is aldus :

Het algemeene („universele") is het begrip waarin wij de natuur der

dingen onbepaald denken, ofschoon deze alleen als op zichzelf staande

afgescheiden, bepaalde natuur bestaat. De wijze van opvatten door ons

verstand is alleen onderscheiden van de wijze van zijn der dingen.

Zoo houdt deze richting een zekeren middenweg tusschen het nomina-lisme van Roscelin en het realisme van Bernard e. a. Vergl. ook Abélard.

4) Realisme. Is de wijsgeerige opvatting, die aan de algemeene afge-

trokken denkbeelden („universalia") een realiteit toekent. Sommigen

gaan zoover dat zij het „universale" de eenigste realiteit toekennen.

Hoe verder men zich van het universale verwijdert, des te slechter men

de realiteit ervan ontdekt en des te meer werkelijkheden men rondom

zich denkt waar te nemen in de schijnbaar afzonderlijke en op zichzelf

staande wezens.

Vgl. Nominalisme, Conceptualisme, Abélard, Roscelin, Bernard vanClairvaux.

9 Intuitionisme zie Hugo de St. Victor, Mystiek, pag. 47.

succes van eeuwenlange politiek —het scholastieke 1) systeemvan Petrus Lombardus, Albertus de Groote, enThomas van Aquino de wijsbegeerte in harmonie wistte brengen met het dogma, en door de banden van deverstandelijke overtuiging de geesten te binden aan dekatholieke kerk. Grooter moreel overwicht van de kerkop de menschen is niet denkbaar, en nooit beleefde dekerk luisterrijker tijdvak, noch politisch, noch auctoritatiefdan de middeneeuwen van I n n o c e n t i u s I I I.

Het scholastieke systeem werd geadopteerd door dekerk, de aanvallen daartegen spitsvondig gepareerd, ofdoor bandecreten bestreden. Dit systeem heeft de kerkwillen behouden tot op dezen dag ; de encycliek vanSept. 1007 „Pascendi Domini gregis" 2) legt hier duidelijkgetuigenis van af.

I) Scholastiek is het systeem van godgeleerden waarbij wijsbegeerte

de medehelpster is der theologie en deze dienst. Men heeft ScotusEriugena (9e eeuw), als den grondlegger willen beschouwen, doch de

wijsbegeerte die hij als grondslag der theologie gaf was platonisch en

dus niet voor algemeene bewijsbaarheid geschikt. De wetenschappelijke

wijsbegeerte van Aristoteles in verband met de theologie is de scholastiek

in eigenlijken zin en Abélard treedt op als grondlegger van dit gecombi-

neerde systeem. Ook noemt men Anselmus van Canterberry (1033-1109).

Petrus Lombardus (1100-1164), Albertus de Groote (1193-1280), maar

vooral Thomas van Aquino (1224-1274) waren de lichten van de Scholastiek.

Als wij nu over Scholastiek spreken, bedoelen we gewoonlijk het systeem

van Thomas van Aquino, die definitief het Aristotelisme aan de theologie

verbond. Zijn systeem is een samenvatting van philosophie — weten-

schap — theologie.

Pascendi Dominici Gregis. Aanvangswoorden en tegelijk naam der

Encycliek van September 1907. Dit pauselijk rondschrijven, veroordeelde

de niet-scholastieken, die ruit hoovaardigheid en nieuwsgierigheid" van

dit systeem zijn afgeweken en gaf als eenig geneesmiddel (!) aan : „de

studie der Scholastieke wijsbegeerte." Zeer zeker is dit voor de Kerk de

eenigste redding op heden. En voor de Wetenschap ? , . .

10

Maar de wetenschap heeft zich niet kunnen storen aandie toevallige samenkomst der intellectueele krachten, enbleef kalm voortwerken, haar roeping volbrengen.

En zoo is er geen tijd geweest dat de groote geestenzich niet tegen de scholastiek hebben verzet.

Het „Humanisme" 1 deed veel geleerden opvliegen in eenstorm tegen de scholastiek.

De wijsbegeerte der stoffelijke ervaring van Roger

Baco (1214-1294) tot Locke, — die van het zelf-bewustzijn van Descartes tot het criticisme van Kant

en het idealisme van Fichte en Hegel en Schopen-hau er's pessimisme, — die van den aangeboren oorsprongder grondwaarheden van Spinoza en L e i b n i t z, dievan het naturalistisch-posivitisme van A u g u s t e C o m t e,-- die der evolutie door L am a r c k vermoed, door Darwin

en volgers geopenbaard, door de modernen verheven toteen transcendente ethiek en door F o g a z z a r o c. s. ingeleidin de katholiek-religieuse gedachte, was een praktischprotest tegen de onvruchtbaarheid der scholastiek voorhet algemeen menschelijk weten.

Maar de kerk wilde en wil het scholastieke systeembehouden en de geesten dwingen de wegen van die wijs-begeerte te volgen en zoo zich gevangen te geven. Daarinbestaat de verstarring van het geestesleven der kerk, datis de onveranderlijkheid waarin zij heil zoekt tot onver-gankelijkheid.

1 Humanisme, beweging voorafgaande aan de Hervorming, en voort-

komend uit het bestudeeren der heidensche schrijvers ; welke studie „de

humanio ra" (Humanisme) wordt genoemd. wat de Renaissance is op kunst-

gebied, dat is het Humanisme op verstand-gebied, een reactie op de vooraf-

gaande kerkelijke verstarring, in casu, de Scholastiek. De eerste hervormers

waren „humanisten". Erasmus van Rotterdam is een beroemd humanist.

11

Die verstarring uit zich echter niet alleen in de wijsbe-geerte. Het is mij opgevallen, dat iedere niet-innerlijkereligie, de uiterlijke door organisatie in het leven gehoudengodsdienst, zijn steun zoekt niet alleen in wijsbegeertemaar ook in geschiedenis.

Voor de kerk komt er dus nog bij : vóórgeschiedenis,dat is bijbelkunde, en geschiedbeschouwing der kerk.

Ook dit zijn twee wetenschappelijke gebieden waaropde kerk haar eigen tradities uit critieklooze tijden voorop-zet tegen den geweldig krachtigen vooruitgang èn vanbijbelkennis èn van geschiedenis.

Ook hier draagt de Kerk het beginsel van stilstand enverstarring mede, met een sans gène dat men bij onderge-schikten zou toeschrijven aan onbeschaamdheid, en datsommigen tot toejuichens 1) toe imponeert.

De modernisten willen van dat alles niets weten ! Zijgeleerde mannen, 2) zien te veel de duisternis van die daaden vorderen dat de kerk een gezonde houding aanneemttegenover den vooruitgang. Zich beroepend op wat steedsgebeurde v(5ór de scholastiek, en het grootscha dogmastelsel

1) Toejuichingen der Encycliek, te lezen in alle clericale bladen, de

„Univers" aan het hoofd. Daarin beweerde Pierre Veuillot juichend: „dat

de duistere modernisten zijn veroordeeld „tot het Licht!" (Verbeeld je!)

Heele stoeten bisschoppen hebben adhaesie betuigd. Maar alles te samen

heeft het geen waarde voor wat waar-of-onwaar is. De Bisschoppen zijn

niet vrij, dikwijls zeer onontwikkeld, en veelal zeer laf. Professoren, die

tegenspraken werden „verdonkeremaand" enz. Toch blijft 2 X 2 = 4.

2) Geleerde mannen. De modernisten vertegenwoordigen de élite der

katholieke wetenschap en als mensch staan zij hoog. Dit erkent zelfs

de Encycliek, maar betreurt daarom des te meer, dat zij zoo eerlijk zijn.

De kerk vraagt slechts gedweeheid, wie dat nu is heeft kans op promotie;

sedert de Encycliek zal alleen een „braaf" mensch de katheder beklimmen

kunnen.

12

toeschrijvend aan menschenarbeid uit de middeneeuwen,stellen zij radicale hervormingen voor.

Letterlijk hebben ook zij tot den Paus geroepen : „Be-staan is anders worden." Zij ook zien in de kunstmatigeonveranderlijkheid niets anders dan een beeld des doods.

Het onveranderbaar „eeuwig bestaan" is slechts voorkortzichtigen grootsch. Het is zuivere kunstmatigheid.Levende bloemen verwelken, kunstbloemen niet. Zeker,kunstbloemen blijven, maar hebben geen zaad, geen leven.En vraag mij nu niet naar het leven 1) dat moet en moest

vernietigd worden, om levende menschen te maken toteen organisme van onveranderlijkheid!

Denkt niet, dat het modernisme als reactie op de scho-lastieke verstarring van het innigste leven der maat-schappij, gebleven is in de hooge regionen der universiteitenen der pauselijke curie. Ofschoon zulks op zichzelf al ge-noeg reden zou zijn voor het zoogenaamd kerkelijk leer-gezag, om zich over de modernisten beangst te maken,

want alle invloed tot vooruitgang komt van boven,toch is er ook iets gebeurd, dat het modernisme heeft doenzien in geheel zijn uitbreiding onder de menschen.

Er was een boek verschenen, een roman van AntonioFogazzaro, genaamd „Il Santo"' de Heilige.

1) Het leven, dat vernietigd wordt in de kerk is het beste dat men zich

denken kan ! Denk eens aan al die groote, edele wijsgeeren, die allen

verdoemd zijn, omdat zij de methode der scholastiek niet volgden. Denk

ook aan Gallilei, Savonarola, Eckart, Hello, Murri, Fogazzaro, Tyrrell,

Gezelle! .. Met honderden kan men ze noemen.2 11 Santo. 18° migliaio p. 335-343 Milano. Baldini. Van dit boek be-

staat een hollandsche vertaling bij Cohen. Een katholieke vertaling werd

gesupprimeerd toen het werk veroordeeld was. Fogazzaro heeft zich_

onderworpenen vele voor hem eervolle tegenmanifestaties voorkomen.

13

In dat boek lag uitgedrukt, de geheele levensbe-schouwing van zeer vele menschen. Dat boek heeft in hetleven gesteld, openbaar, wat in honderden verborgen was.Het heeft doen voelen, dat er iets bestond, schoon enprachtig na te leven. Het heeft doen gevoelen, dat er geenmodernistische theorieën bestonden, zonder dat deze hunreflex hadden in daden van dagelijksche gewoonten enlevenswijs.

Ik ga U door een enkele passage, waarin de geest vanhet werk zich concentreert, aantoonen hoezeer het nieuweleven, de nieuw-begrepen christelijke levensregel, door-gedrongen was tot de „gewone" menschen, dieper danmen in hooge kringen, waar de gezagsmenschen dachtenalléén te doen te hebben met schoolsche theorieën enroekelooze vooruitstrevendheid, had kunnen vermoeden.

Stelt u voor een vertrek in het Vaticaan. De wandenzijn bedekt met rood moiré zijde. Gebeeldhouwde tafel enstoelen, alles verguld. 'n Pauselijke troon en een grootcrucifix.

De paus is gezeten op zijn troon en houdt de beidearmleuningen met de handen vast, terwijl hij starend zichnaar voren buigt tot Benedetto, die in dit uur zijn zendinggaat volbrengen.

„Gelooft gij werkelijk een zending te hebben ?" zegtde paus.

„Ja, dat geloof ik, Heiligheid, omdat iedereen ter„wereld komt met een zending, die in zijn natuur isgeschreven ...."

Daarna staat de paus toe dat hij spreekt.„ Heilige Vader, zeide Benedetto, de Kerk is ziek.„Vier booze geesten zijn in haar lichaam doorgedrongen

14

„om er den Heiligen Geest den oorlog aan te doen.„ De eerste is de geest van leugen.„Ja, de geest van leugen doet zich voor als een engel

„des lichts en veel herders, veel leeraren der kerk, veel„goede en vrome geloovigen luisteren godvruchtig naar„den geest van leugen, meenend te luisteren naar een„engel. Christus heeft gezegd : „ik ben de Waarheid", en„velen in de kerk, ook de goeden, ook de vromen, ver-nietigen de waarheid in hun hart, zij hebben geen eerbied

„ voor de waarheid, die zij geen geloofswaarheid kunnen„ noemen, zij vreezen dat de waarheid de waarheid zal ver-nietigen, zij zetten God tegen God, zij stellen de duister-nissen boven het licht en onderrichten zoo de menschen.

„Zij heeten geloovigen en zij begrijpen niet hoe bekrompen„en kortzichtig hun geloof is, hoe verwijderd hun geest„is van dien des Apostels, die alles onderzoekt. Aan-bidders van de letter, willen zij groote menschen aan

„een kindervoedsel gewennen, dat deze afwijzen. Zij zijn„ de oorzaak van een noodlottig geloofsbederf, die het„geheele religieuse leven verknoeit, omdat een Christen„die aanneemt, wat zij aannemen en verwerpt, wat zij„ verwerpen, denkt al het meeste gedaan te hebben om„God te dienen, terwijl hij minder dan niets deed ; hem„ blijft nog over te leven met geloof in Christus' woord,„ in de leer van Christus, te beleven het „fiat voluntas„ tua" dat alles is.,

„ En zij, die dit weten, zij, die de waarheid niet in hun„ hart vernietigen, zij, die den Hoogdienst vervullen tegen-„over God in Waarheid, die gloeien van een onbevangen„geloof in Christus, in de Kerk, en in de Waarheid, — ik„ kenze , Heilige Vader, -- die worden venijnig bestreden,

15

„uitgemaakt voor ketters, verplicht te zwijgen, dat alles„ door de kracht van den Leugengeest ... .

„ Ook dit ! Raad bijbelverklaarders en godgeleerden aan,„ als het noodig is, wijselijk vooruit te streven.

„En, omdat uwe Heiligheid eens heeft gezegd, dat God„ zijn waarheden openbaart in het geheim aan de zielen,„ laat daarom de uiterlijke devoties zich niet vermeerderen.

„Beveel de geestelijken aan, dat zij het volk onder-richten omtrent het inwendige gebed."

„ Als de geestelijkheid het volk hiervan weinig ver-„haalt, terwijl het toch de ziel sterkt en vele bij ge-„ loovigheden de ziel bederven, -- dan is dat, door den„tweeden boozen geest, die als engel des lichts in de kerk„ is doorgedrongen. Deze is de geest van heerschzucht der„geestelijkheid.

„Deze geest heeft de oude, heilige, katholieke vrijheid„onderdrukt! Deze wil gehoorzaamheid, ook al is die„ niet bij de wet verplicht. verheffen tot de eerste der„deugden. Deze zou onverplichte onderdanigheden willen„opleggen, ontkenningen tegen het geweten in. Deze wil„ het geestelijk gezag uitstrekken buiten het terrein van,,den godsdienst ... .

„De derde booze geest, ging Benedetto voort, die de„ Kerk bederft, omkleedt zich niet als een engel des lichts,„want hij zou weten dat zulks toch niet kon, maar stelt„ zich tevreden met zich te kleeden in gewoon menschelijke„fatsoenlijkheid. Het is de geest van hebzucht ...."

Als F o g a z z a r o „de Heilige" over dezen derden geestlaat spreken, dan weidt hij uit over het leven der priesters,die het er nog al goed van nemen. In mijn positie vindik het onvriendelijk en eenigszins banaal zooiets omtrent

16

mijn oud-collega's te insinueeren. Neen, dáárover looptde quaestie niet ! Als het Oude Testament zich niettelkens tegensprak en het Evangelie authentiek was,woord voor woord en letter voor letter, dan zou ik derust niet verstoren en aan mijn collega's evenals aaneen ieder van harte een goed leventje gunnen !

Laten wij verder gaan.„ De vierde booze geest, ging Benedetto voort, is de

„geest van onbeweeglijkheid. Deze schijnt weer een engel„des lichts. Katholieken, priesters en leeken, beheerscht„door dien geest, gelooven welbehagelij k te zijn aan God,„evenals de ijverzuchtige hebreëen, die Christus lieten„ kruisigen. Alle clericalen, Heilige Vader, evenals alle„ vrome menschen, die nu het vooruitstrevende katho-„licisme bestrijden, zouden ter goeder trouw Christus„ hebben doen kruisigen, in naam van Mozes. Zij aan-„bidden het verleden, alles willen zij onveranderbaar in„ de Kerk. Het is de geest van onbeweeglijkheid, die„ dingen wenscht in stand te houden, welke onmogelijk„in stand te houden zijn en den lachlust der ongeloovigen„opwekt; dat is een groote misslag tegenover God."

Voelt gij, hoe de resultaten van wetenschap entoestancdicennis 1) reeds populair moesten zijn v(5ór „Il

1) Toestandenkennis. De ontwikkelde leeken zijn meestal beter inge-

licht dan de geestelijke overheid. Ik heb er over verbaasd gestaan,

hoe ontwikkelde roomschen spotten met de Encycliek en met de richting

die door Paus en Bisschoppen wordt aangegeven ! Omdat zij zich weinig

voor de kerk als organisatie interesseeren, spreken zij zich niet uit, of

huichelen, om last te voorkomen, orthodoxie ; en de Kerk denkt dat zij

nog heel trouwe volgers zijn. Gedwee zijn ze, helaas, uit lamheid, maar

„trouw" is iets anders. Teekenend zegt Dr. Schoenmaekers : ,De kerken

zijn nog wel vol, maar niet vol met geloof."

17

Santo" en daarna nog meer populair zijn geworden?Voelt gij, hoe diep het modernisme doorgedrongenwas in de gewone standen, om aan dit boek een grootepopulariteit te kunnen bezorgen ? Het werd verkocht, inachttien duizend exemplaren binnen een groot jaar enbeleefde meerdere vertalingen. Van dit boek is de Reactiegeschrokken. Toen wilde iedereen, die voor verstarringin het Modernisme bestrijden ; toen ving de groote klas-sieke strijd aan tegen het stelsel en de vervolging dermodernisten. De tweede Syllabus en de Encycliek

Pascendi Dominici gregis" waren de voornaamste kracht-uitingen der Reactie.

II.

Laat ons nu eens zien wat het modernisme op zich-zelven is. Wie de katholieke bladen leest, kan zeker zijn,geen goed begrip te hebben gekregen van het modernisme,daar deze kranten alles wat hun niet bevalt, modernismenoemen. Dikwijls heeft men ook gedacht dat HermannSchell (Würzburg) en Al bert Ehrhard (Strassburg) totde modernisten behooren, doch ik moet er ten zeerste den,nadruk op leggen, dat hun neigingen tot het reform-katho-licisme iets anders zijn dan de modernistische tendenzen.Schell en Ehrhard hebben wel beproefd om het katholi-cisme in overeenstemming te brengen met hun tijd, enhierin zijn zij met de modernisten accoord, doch terwijlzij zich bevonden in een cultuurleven, dat vrij was ont-bloeid aan de algemeene beginselen der nieuwere tijden,is het modernisme in een ander milieu ontstaan, dat sterkden invloed onderging van het neo-kantisme.

2

18

Het modernisme is van Romaanschen oorsprong , 1) Franschen Italiaansch, en juist omdat in die omgeving de invloedder kantsche wereldbeschouwing zich duchtig liet voelen,is het modernisme geheel iets anders, geheel iets-op-zichgeworden, is het een specifiek verschillende levensop-vatting, onder de verscheiden richtingen, die het katholi-cisme beheerschen.

Wat betreft hun wijsgeerige vrijzinnigheid hebben demodernisten hun voorgangers gehad, in mannen wiernamen u niet meer onbekend zullen klinken.

Als voorloopers van het modernisme worden genoemd:Lamennais, Bautain, Rio, Montalambert, Lacor-daire, de Coux, Bonnetty, Rosmini, Ventura, Gio-berti, Hermès, Gunther, Lenormant.

In den aanvang der regeering van Leo XIII begonnende geesten zich vrijer te ontwikkelen en het woord„ wetenschap" gezag af te dwingen onder de katholieken.Waarlijk groote mannen hebben toen groote werken totstand gebracht. Enkelen van hen vindt men nu terug onderde modernisten.

Op het gebied van geschiedenis worden als dusdaniggesignaleerd : de beroemde uitgever van het „Pausenboek"Mgr. D u c h e s n e. Naast hem de vernietiger van de Loreto-legende, die inhield dat het huisje van Nazareth door

1 ) Romaansche oorsprong van het modernisme blijkt uit genoemde per-

sonen, uit den geest die hen beheerscht en uit den afkeer, dien de

duitsche geleerde reform-katholieken hebben, van wat „modernist"

heet. Zij willen voor niets zoo genoemd worden. In Engeland is echter

de invloed ook merkbaar. Daar worden genoemd George Tyrrell en von

Hugel, als modernisten. Wederkeerig leverde Engeland de Newman-

beweging aan Frankrijk onder den verdienstelijken auteur Henri Bremond.

Deze beweging kan in ruimere beteekenis een modernistische heeten.

19

handen van engelen, door de lucht, was vervoerd naarLoreto in Italië, waarheen men in pelgrimstocht gingom het te vereeren en te offeren, kanunnik U l y s s eC h e v a l i e r! Zijn eerlijkheidsdaad werd hem uiterst kwalijkgenomen, en als ik mij niet vergis is er een pauselijkecommissie benoemd om het „feit" verder te „onderzoeken";wat niets anders beduidt dan om de ergernis „tegen tegaan" en de affaire in een grootgin doofpot') te doen.

Vervolgens de ondeugende Abbé Albert H o u t i n, diemet zijn boek „La crise du clergé", als het gekend werddoor katholieken, de „crise de l'Eglise" tot het culminatiepunt zou opgedreven hebben.

Ook wordt als historie-modernist nagewezen de JezuïetD e l a h a y e, die zijn „Legendes Hagiographiques" uitgaf,een boek, zoo door en door slecht, dat de pater-generaalde geheele orde der Jezuïeten een vasten van acht dagenoplegde om dit misdrijf uit te boeten.

De benedictijn S a i n t y v e s scheen niet al te zeer be-lemmerd te wezen door pij en monnikskap om zijn „LesSaints successeurs des deux" te kunnen schrijven. Eendaad die hem op de lijst der modernisten bracht. Enterecht, wie kent niet de groote, ja overdreven voorliefdevoor heiligenvereering onder de katholieken ? En dan teschrijven „Les Saints successeurs des dieux ' ' f

Als laatste geschiedkundige modernist wordt genoemdde rector van de katholieke universiteit van ToulouseMgr. B a t t i f o 1, een man, die zich door zijn patrologischestudies beroemd en verdienstelijk heeft gemaakt, en ver-

1) Doofpot. De Encycliek sauveert tot overmaat van zekerheid de

devoties door haar maatregelen. Het is al zelfs niet meer geoorloofd de

overgeleverde devoties te critiseeren of openlijk te betwijfelen!

20

leden jaar een boek uitgaf over kerkgeschiedenis. Dit boeicverhuisde naar den Index en er werd besloten, ondankszijn onderwerping, Battifol te ontslaan. Drie van zijneigen collega's hebben zich ervoor gespannen, hem bespieden aangebracht, en nu is Bat t i f o l door Mgr. Richard,aartsbisschop van Parijs, van zijn post dien hij verdien-stelijk bekleedde teruggeroepen. Dit geschiedde enkeleweken geleden, en men kan Battifol noemen, het eersteslachtoffer van de vervolging der modernisten, naar hetplan der Encycliek. Niemand echter vermoedde, dat dezegeleerde een dergelijke promotie zou maken.

Philosophische modernisten wil ik later meer uit hunsysteem laten kennen. Het zijn onvermoeibare speurders.Onder hen is Le Roy een leek, die eenmaal vroeg aangeestelijken wat eigenlijk een dogma was, en toen hij tenantwoord kreeg dat hij om een dergelijke vraag te opperen,als leek, de genade-van-staat miste, ging hij zelf op onder-zoek, en schreef als resultaat ervan, zijn „Qu' est-ce-qu'unDogme?" een werk, dat de dogmatici in uitersten noodzou brengen, als de katholieke leeken zich meer interes-seerden voor wat men hun heeft vóórgezegd in de gods-dienstige opvoeding.

Volbloed Kantianen zijn: Blondel, Laberthonnière,halfbloed: George F o n s e g r i v e en de navolgers van0116-Laprune en Brunetière.

Als modernistische bij belverklaarders fungeeren AlfredLoisy, met zijn „l'Eglise et l'Evangile" en „Autour d'unpetit livre"; de dominicaan L a g r a n g e, met zijn „LaMéthode historique" ; Mgr. M i g n o t, aartsbisschop vanAlbi, met zijn brievenreeks tot opvoeding van den, hemonderhoorigen, clergé, dien hij wat meer leven wilde

21

instorten ; ook hier is weer de ondeugende Albert Hou tin

met zijn beide boeken ,.La Question Biblique au XIXeet au XXe sicele" en de niet minder ondeugende priesterLe Morin, die de opwerpingen tegen het katholicisme nueens heeft ontdaan van alle schoolsche duisterheid, en zekant en klaar, volkomen leesbaar, te verkrijgen heeftgesteld voor het geïnteresseerde publiek.

Naast deze op zich zelf arbeidende lieden die werkelijkgeen „modernistisch stelsel" 1) noch een „modernistisch

geheim-genootschap" 2) hebben gevormd, ontstonden eenigegroepeeringen van geestgenooten waarvan de interes-santste is, de Rinnovamento-groep. 't Zijn de medewerkersvan het tijdschrift „Il Rinnovamento" dat te Milaan ver-schijnt: Fogazzaro, de dichter-senator-hervormer, deweerbarstige don Ro mob() M u r ri, de modernistischedeugdleeraar George Tyrrell, von Hugel van Cam-bridge, en anderen. Zij zijn gewoon onhandelbaar.Dikwijls werd hun gezegd hun arbeid te staken, en toenheel kort geleden de aartsbisschap van Milaan nogmaalsnamens Zijne Heiligheid beval, dat zij zouden bukken,

1) Modernistisch stelsel bestaat niet. De critiek op exegetisch en geschied-

kundig gebied, moest worden aanvaard door wetenschappelijke historici

en bijbelkundigen. Daardoor vervielen de traditioneele opvattingen van

het ontstaan van den godsdienst en van de kerk. Er kwamen wijs-

geeren die een uitweg vonden door hun redeneeringen, en de kerk

nog wilden redden. Deze intellectueel verbonden, doch inderdaad ge-

scheiden machten, heeft de kerk door haar synthese der Encycliek tot

de componenten van een „stelsel" willen maken, om hen onder een

hoofd te kunnen veroordeelen en om een „gevaarlijke ketterij" te

signaleeren.

2) Modernistisch geheimgenootschap. Men heeft zelfs gevreesd dat „de

Ridders van den H. Geest" door Fogazzaro in „Il Santo" scheppend uit-

gedacht, een soort geheimgenootschap vormden over de geheele aarde !

Men denkt hier onwillekeurig aan bokkenrijers-legenden.

22

hebben zij geantwoord, wel te buigen voor hun geweten.maar niet voor den Paus.

Met deze woorden is tegelijk goed weergegeven watde meeste modernisten bezielt en wat de opstellers van„ Il Programma dei Modernisti" 1) uitdrukken met dezewoorden : „Non dalla speculazione teologica .... ma daCristo .... noi aspettiamo la vita." „Niet van godgeleerde

bespiegelingen .... maar van Christus .... verwachten wij

het leven!" Van Christus ja ! die zeide, dat hij de Waar-heid was ! En wanneer zij nu zien dat hij, die zich plaats-bekleeder van Christus noemt, de onwaarheid, de leugenduidt in de kerk, omdat zulks noodig is tot verzorging vanhet theologisch-kerk-systeem, dan voelen zij, dat er in datsysteem geen waarheid is, noch in de Kerk die dit be-houden wil, noch in den Paus, die zich er op beroepthierin de plaatsbekleeder van Christus te zijn, en verzakenzij voor het oogenblik aan de erkenning van zijn Opper-macht, die hij misbruikt — en misbruikend niet bezit, —en beroepen zij zich op Christus alleen.

Zij gelooven aan Christus' woord : „Ik zal u den geest

van waarheid 2) brengen, deze zal u op weg geleiden naarde geheele Waarheid," en hopend dat „de Waarheid henvrij zal maken" hebben zij hun eenige liefde en hunBenig vertrouwen daarop gesteld ; evenals B e n e d e t t o, in

1) Il Programma dei Modernisti, Risposta all' Enciclica di Pio X

,Pascendi Dominici-Gregis" (Roma 1908, Società internazionale scientifico-

religiosa editrice) Op zware straffen is het verboden dit te lezen. Een

zeer interessant werk.

2) Geest der Waarheid. De roomsche geleerden vertalen steeds naar

de Vulgaat „docebit" = zal leeren, maar de Vulgaat-vertaling geeft het

begrip niet weer. De Grondtekst heeft „hodèchèsei" = zal op weg

geleiden.

28

wien zij het toonbeeld van den modernen Heilige zien,met al zijn vertrouwen, met al zijn enthousiasme voorhet Hoogere, met al zijn liefde, met al zijn waarheidzin !

Omdat hun geloof sterk is en boven de menschen-hoofden uitgaat, durfden zij de fouten der Kerk royaal tegemoet te gaan. En terwijl zij zagen, hoe tegen den voor-uitgang in, de kerkelijke wijsbegeerte, geschiedenis enbijbelkunde, koppig bleef wat zij was, hebben zij, alskatholieken-in-de kerk, haar wetenschap willen dwingentot openlijke erkenning van wat door ernstige onder-zoekers was bereikt, en tot afzwering van een systeemvan onoprechtheid dat tot in Rome, aan de pontificaleizoogescholen, l) zegeviert.

Zoo is hun „systeem", niets anders dan het plegenvan critiek op de onhoudbare en toch altijd geleeraardebeweringen der katholieke scholen.

Op het gebied van de H. Schrift hebben zij de ont-dekkingen der nieuwere tijden in toepassing gebracht.Vele zaken, hebben zij binnen den besloten kring derKerk bekend gemaakt : b.v. dat de boeken van Mozesuit vier auteurs eeuwen na Mozes zijn samengevoegd;

1) Pontificale hoogescholen. Hierover leze men Albert Houtin : La

question Biblique au XXe Siècle.

Bekend is het woord van den heel hoog beroemden Jezuïet Louis Billot :

„Ik geef nu twintig jaren cursus en mijn leerlingen weten nog niet

dat er een „question biblique" bestaat." Mgr. Touchet heeft met een

„amère tristesse," dit woord aan zijn omgeving bekend gemaakt. Het

is een handigheid der bestudeerde jezuiëten, die allen specialiteiten zijn,

in de slechte beteekenis van het woord, om door hun „geleerdheid"

een zetel te veroveren en van daar uit niet meer mede te deelen, dan

zij ten opzichte der kerkleer kunnen meedeelen, Ik denk aan de lieden,

van wie Christus zeide met een „amère tristesse" dat zij de leerstoelen

van Mozes geoccupeerd hadden.

24

--- dat het volk der Joden langzamerhand van een gebrekkigen Godskennis is vooruitgegaan tot de mono-theïstische opvatting van het Beginsel des Levens, vanhet aanbiddelijk en weldadig Geheimnis, van God; —dat het boek der Wijsheid van Salomon, niet van hemis, maar van een griekschen schrijver, die kort v(5órChristus geleefd heeft.

Dergelijke ontdekkingen die zij met zeer vele andereaanvullen, passen niet bij de kerkelijke opvatting vanIngeving en Openbaring en daarom hebben zij zich ver-plicht gevoeld hieromtrent hypothesen in te voeren, dieveel aannemelijker zijn dan de geheel en al overwonnenkerkelijke inzichten.

Omtrent de Evangeliën hebben zij aangetoond dat veleteksten zijn ingevoegd op welke het kerkelijk systeemtamelijk sterk steunt, en van de beroemde plaats der„ drie hemelsche getuigen" ') hebben zij bewezen, dat dezeis ingelascht door een Spaanschen ketter P r i s c i l i anus,die overleed in het jaar onzes Heeren 384, en deze tekstwilde, als steun van zijn trinitarische bespiegelingen!

U alles mede te deelen is overbodig. Uit deze voor-beelden kunt u duidelijk genoeg zien dat de grondslagender kerk schokken bij de krachtsontwikkeling der moder-nisten. Denk eens hoe de Kerk de boeken altijd heeftvoorgesteld als het Woord Gods waarin geen „jota oftitel" mocht veranderd worden, een Woord, waarvan zijalleen de vertolking mocht geven ! Vermeen nu niet, datik geen eerbied koester voor de H. Schrift. Ik heb erdiepen eerbied voor. Het is een boek van hooge ethischevolheid ! Een boek, dat vele menschen tot grootheid

1) 1 Joh. 5: 7, 8.

25

bracht ! Een boek, dat velen opbeurde in smart! Eenboek, dat de reinste poezie te genieten geeft, en datkracht en reinheid en leven voort zal brengen, als mente lezen weet. Maar ik ontken alleen aan een ieder, wieook, het recht een systeem te bazeeren op enkele teksten,zelfs al zijn die niet ondergeschoven ! Aan elkeen, ookaan het systeem der synagoge!') ZOO heeft het Boek derBoeken de wereld overdekt met ellende en verdeeldheid.Zoo is het misbruik van het Beste uitgeloopen op ver-derf! En mijn liefde en mijn achting voor de IL Schriftis de oorzaak van mijn verachting en mijn haat tegenoveralle partijdige en baatzuchtige speculatien, die dit boektot hun basis hebben.

Doch laten wij verder gaan. Op wijsgeerig gebied,zeide ik, staan de modernisten onder invloed van I m m a,-nu el K a nt. Deze Koningsberger geleerde heeft door zijn„Kritik der Reinen Vernuft" aangetoond, dat de eenigegrond waarop men tot een Godserkenning wijsgeerig kankomen, alleen is te zoeken in het menschelijk geweten.De scholastici hadden vele Godsbewijzen-van-buiten-af,

1) Systeem der Synagoge. Het blijft mij altijd een raadsel hoe men er

toe gekomen is en wanneer, om de Joodsch-leven-en-Joodsch-denken-en-

Joodsch- nationaliteitsbewustzijn ui tb e e l d e n d e litteratuur, op te

vatten als een moraliteits en godsdienstleer waarvan ieder regeltje

apart moet worden gelezen en wetgevende kracht heeft. Zoo stuit men

immers op honderd tegensprakige beweringen in de teksten zelf. En

dan nog te beweren dat God dit gedaan heeft ! Speciaal voor het Uit-

verkoren Volk ! Alsof Assyrie niet het noodige leverde, dat de uitbeeldende

joodsche gedachte heeft bemachtigd en omgezet (Chammurabi, Sargon-

Moses). Pit erkent de hoogwetenschappelijke en eerlijke „The Jewish

Encyclopedia" (Funk and Wagnalls Comp. 1905 New-York, London)

royaal, maar hoe lang zal het duren, voordat de echte waarheid langs

den langen weg van alle rangen „voorgangers" tot het volk zal ge-

komen zijn?

26

het oorzakelijkheidsbewijs, het doelmatigheidsbewijs, enz.De modernisten gaan daar voorbij en verkondigen hunimmanentie-leer, die de religieuze uitwerking is van Kant'sbeweringen. Zij willen geen onmogelijke bewijzen voorGods bestaan, maar erkennen hem in zichzelf als God enVader. Zoo zal er geen dwang meer zijn, geen bang-makend gezag, maar een liefdevolle erkenning van GodsVaderschap over de zielen. Ieder zij moedig en niet traagin zelfdoorgronding, opdat hij als loon voor zijn arbeidhet geluk moge smaken zichzelf priester te weten overhet altaar van zijn ziel, waarop hij zijn beste gaven, zijnedelste gedachten, zijn bezield leven en zijn hoogste liefdeoffert aan den Heilige, die door een wonderbaar levens-contract al dat edele schiep in het menschelijke gemoed.

Deze overtuiging, eenmaal levend in het diepste desmenschen, zal hem zonder dwang, maar uit liefde, hoogerleiden in Godserkenning en in erkenning van zijn ver-houding tot het Heelal en de 1VIenschheid. Deze over-tuiging eenmaal levend in vele zielen, verbindt ze zekerlijkmet een hechte eenheid, die zich maatschappelijk teopenbaren zoekt in hooge, gemeenzame levensuiting.

Zoo ontstaat ten slotte een hooge godsdienst, die deedelste levensdienst is en niets anders zijn kan ! Hoogstbelangrijk is de toepassing van deze heerlijke begrippenop het ontstaan van het Christendom, gelijk de moder-nisten dat doen, maar het zou ons te vèr voeren, dit inextenso te behandelen.

Genoeg is het te weten dat de religie voor haar eenevolutie-feit is, zoowel in het individu als in de gemeen-schap en dat zelfs het Kerkelijk Gezag een resultaat isvan het innerlijk Godsgeloof der menschen.

'27

Hier zijn de modernisten dus vreeselijk ketter ! Maarzij zien dan ook in de Evangeliën, die zij ontdoen vanbijvoegsels en gedwongen verklaringen, een bevestigingvan wat zij denken, en zoo durven zij gerust zijn, on-danks het leer-systeem der Kerk. Zij hopen, dat de Kerkzich weer eens zal herinneren, hoe het ging in de tijdenvOOr de scholastiek en dat zij, al is het ter elfder ure,nog eens komen zal tot de erkenning van wat schoonis en aannemelijk.

De scholastieken verwijten de modernisten dat zijdoor deze religieuze wijsbegeerte agnostici zijn, d. i.lieden, die zeggen, niets van een God te kunnen weten.De scholastieken erkennen niet de inwendige Gods-kennis, bij ben moet alles zijn „objectief" en „algemeen"dat is „uiterlijk algemeen", en op-gezag-verplichtend,zoodat er iets te organiseeren valt. Als echter de moder-nisten zeggen geen „wetenschappelijke" Godskennis tekunnen krijgen, zijn zij nog lang geen agnostici, wantzij „kennen" wel, doch veeleer zijn dit de scholastieken,die de innerlijke erkenning niet aannemen en uiterlijkebewijzen handhaven, die sedert Kant niet meer te hand-haven zijn.

Om deze consequentie te ontloopen moeten de scho-lastieken wel zeggen dat de modernisten agnostici zijn,maar dat zeggen bewijst niets, dan alleen tegen descholastici, die door het verlies èn van innerlijke ènvan uiterlijke argumenten moeten erkennen, niet meertot Godskennis te kunnen opgaan.

Op geschiedkundig gebied hebben de modernisten ookde meest treffende resultaten bereikt : De sacramentenzijn niet door Christus ingesteld. De dogmata zijn ge-

08

groeid uit geloof, niet uit den koffer der openbaring voorden dag gehaald. Er moet onderscheid gemaakt wordentusschen den Christus der geschiedenis en den Christusvan het geloof. Christus heeft geen kerk gesticht, zooalsde theologie dat voorhoudt, de apostelen dachten er nietaan. Petrus noch de Apostelen hebben Petrus' voorrangvermoed. Petrus was niet de eerste paus 1); dit is laterdoor de georganiseerde kerk door middel van een systeemingevoerd. De zetel van Rome had eeuwen lang geenreligieus, doch door ligging alléén politiek, overwicht.De pausenlijst is onzeker. Er zijn pausen tusschengevoegden de „bijstand van den heiligen 0-eest" is, door histo-rische onderbrekingen, niet meer in een bepaald persoonte erkennen.

Deze en dergelijke ontdekkingen noopten de moder-nisten wel andere verklaringen te vinden voor het „feit"dat „de Kerk" is, en tegelijk op de eerste plaats eeneerlijke houding aan te nemen in het hedendaagschegeestesleven.

In korte trekken gaf ik U dus liet Modernisme aan,zooals het op zichzelf is.

Het is overal in flagranten strijd met de Kerk entracht een vernieuwde kerk te verkrijgen, die echtergeheel iets anders zou worden.

t ) Paus. In zijn Histoire ancienne de l'Eglise durft Monseigneur Duchesne

te erkennen „qu'il n'y avait pas au IVe siècle une autorité centrale,

reconnue et agissante . . . Ii n'y avait pas un pouvoir direct, une expression

efficace de l'unité chrétienne. La papauté, toile que l'Occident la connut

plutard, était encore a nattre." Het algemeen concilie van Chalcedon,

in 't jaar 451, kent in Canon XXVII Rome, om politieke ligging,

voorrang toe. In de 8ste eenw kreeg het woord „paus" de beteekenis

die het nu heeft.

29

Inmiddels blijven al de modernisten, onder wie zeervele priesters en hoogwaardigheidsbekleeders, trouw aanhun kerk en als het even gaat, heel graag op hun post.dien zij in de kerk bekleeden. Ondanks de vele straffendie hen troffen, gaan zij door en beweren tegelijk ge-hoorzaam te willen zijn aan Rome en één met de Kerk.

Ik begrijp hier de modernisten niet.Zij verklaren zich wel, maar 't zijn onhoudbare ver-

klaringen.Wat hen noopt zoo te doen is mij een raadsel. Is het

huichelarij uit lafheid ? Is het égard tegenover de zwakken?Is het omdat zij n azet verband" ') van 200.000.000 men-schen willen behouden? ....

In ieder geval is het oneerlijk tegenover de kerk, endat is niet erg, want zij weten dat de kerk misbruikmaakt van haar invloed, om zelf onoprecht te kunnenzijn ; maar het is ook oneerlijk. en dat is erg, tegenoverde vele geesten die zoeken en vragen : Waar is waarheid,wie wijst ons den weg? Die mannen zouden een wegkunnen wijzen. Moge het eene wat zij hiertoe behoeven,hen niet lang meer ontbreken : Moed ! ... Moed om dengrooten prijs te betalen voor een recht geweten ! Den

1) 't Verband van 200.000.000 menschen. Volgens roomsche statistiekenzijn er 272 miln. katholieken. Dat is natuurlijk het uiterste cijfer. Erzijn 1563 miln. menschen. Hoe wij de katholieken echter moeten be-rekenen, blijkt .uit een cijfer dat ik van iemand, die zeer wel ingelichtis, omtrent Frankrijk vernam. „Het Katholieke Frankrijk" wordt geschat op40 miln. Doch de zegsman verzekerde mij ernstig dat er maar 5 miln.zijn waar de kerk iets aan heeft. Dit doet mij denken hoe de kerk on-verantwoordelijk zich verhoudt tegenover de talloozen, die zij afstoot endie misschien in hun kerkgodsdienst, den eenigsten steun hebben omeen vruchtbaar leven te leiden. Want ik geloof niet dat zulk een getal alrijp genoeg is om af te vallen.

30

grooten prijs ... hoort eens hoe Ge o r g e Ty rr e 11 dienberekent:

„Se separer de ses amis, rompre avec de vieilles„ relations, perdre les confiances, voir croitre les embarras„des conditions nouvelles de la vie, jeter la perplexité„dans les ámes simples, assister au triomphe de ses„détracteurs, subir en bien des cas la pauvreté, engager,„a travers les difficultés materielles, la lutte pénible,,pour l'existence, toutes ces épreuves réunies ou„quelques-unes d'entre elles sopt le prix exigé pour la„paix d'une conscience droite."

En nu gaan wij over tot ons laatste deel.

Als gij mij tot hiertoe gevolgd hebt, dan zult gijbemerkt hebben, dat het modernisme voor een grootdeel bestaat uit resultaten van de protestantsche modernetheologie. Inderdaad komt ook hier de kerk achteraan. Deprotestantsche theologie is haar ontzaglijk ver voor ! Dezoogenaamde rationalisten zijn ten laatste binnen de om-heining der kerk doorgedrongen. Niet omdat zij anti-dog-matisch zijn, maar omdat de kracht van hun wetenschapten slotte moet zegevieren. De modernisten aanvaardenhun ontdekkingen, ook niet omdat zij van rationalistenzijn, maar omdat zij onweerlegbaar feiten vaststellen, diede kerk niet mag en niet kan loochenen.

Door de veroordeeling van „het Modernisme" met zijnrijken inhoud, -- veroordeeling, zoo scherp en breed vanomvang, is de theologische wetenschap, als wetenschap,verdwenen uit de Katholieke Kerk, en is het onmogelijk

31

geworden oprecht dit vak als zoodanig te beoefenen. Zooer geen verandering intreedt is het modernisme de laatsteuiting van katholieke godsdienst-wetenschap en zal deroomsche geleerde 1) zich in het vervolg alleen te houdenhebben aan wat de scholastische methode hem gelieft aante brengen, om aan de jonge mannen, die tot theologenmoeten worden opgeleid, mede te deelen.

Als de modernisten de veroordeeling kalm hebben op-gevat en honderd beleedigingen om wille van hun over-tuiging verdragen, dan zeggen zij dit te doen om te corri-geeren wat de reformatoren misdeden door de Kerk teverlaten en te dulden dat na hen tallooze kerken en kerkjesmoesten ontstaan.

Zooals wij reeds zagen is dit een onmogelijke houdingder modernisten. De tekst van A ug us tinu s, 1) waarop zijzich beroepen, is niet in staat hen van dubbelzinnig gedragvrij te spreken, en hun opvatting omtrent de reformatoren

1) Roomsche geleerde der toekomst; hierover schreef de vrijzinnige

roomsche professor van Munchen, dr. Schnitzer, terecht : „Van daar de

„onverschilligheid tegenover het beroepen van bekwame wetenschappelijke

„krachten, ja de angst voor uitmuntende onderzoekers en de onverholen

„begunstiging van de middelmatigste, ja geheel onbekwame elementen.

„Daarmede gaat een zekere verachting van de wetenschap gepaard."

Tout comme chez nous ! .. .

2) Tekst van Augustinus. De tekst, waarop de modernisten steunen en

die ook in Il Programma wordt aangehaald, luidt aldus : „Souvent, lorsque

l'esprit de révolte s'est emparé des hommes charnels, la divine Providence

permet, que même des hommes vertueux soint expuisés de la société

chrétienne. Lorsqu'ils supportent, avec patience, pour la paix de l'Eglise,

cette affront ou cette injure, sans avoir défendu des nouveautés schismatiques,ou hérétiques, ces hommes nous montrent, avec quel amour et quelle

charité sincère ii faut servir Dieu. En zoo voort. Ik begrijp echter niet

hoe zij dit opzichzelf toepassen. Men moet modernist zijn, om te denken

dat de modernisten geen schismatieke en kettersche nieuwigheden ver-

dedigen. (Augustinus. De Vera Religione. V. I. Vert. George Tyrrell.)

32

is onjuist, daar het ontstaan der verschillende kerkfracties,met al hun hatelijke verdeeldheid, niet in eens was tevoorzien, zooals wij dit nu beleven. Consequenter warehet, wanneer zij van die ondervinding gebruik zoudenmaken en uit de Kerk tredend de zelfstandige geestenzouden vermanen zich niet te laten brengen tot een starrekerkformatie, die het verstand en den wil en daardoorden vooruitgang en den bloei aan banden legt. Zoo zoudenzij in waren zin verlossers zijn ; geboren priesters zoudende plaats innemen van een ambtenarenstand en gaarnevan harte worden gevolgd door de menschen die een on-doodbaar verlangen naar het Hoogere met hen deelen,zonder dat zij den auctoritativen dwang van een nijpendekerk-organisatie behoeven, om iets te doen wat anderengoed voor hen noemen.

Nu zal hun werk vergaan ! Niemand moge er aan twij-felen. Aan dezen misslag zal het katholiek modernismesterven tegelijk met de katholieke wetenschap.

Wie er aan twijfelt, kent niet de macht der kerk-decreten op de groote menigte, die gewend is te volgenen gaarne volgt, als het gezag haar gelegenheid geeftgroote mannen te versmaden.

En hier moet ik aanmerken, dat het conflict tusschenKerk en wetenschap, zooals het in de laatste tijden zijnverloop heeft genomen niet alleen te verklaren is optheologische gronden, neen, dit conflict heeft ook eenpsychischen ondergrond.

Het is een phase van den grooten strijd, die altijdwordt gevoerd en overal, tusschen het hoogere en hetlagere, tusschen de qualitative en de quantitative macht,tusschen hen, die bloei erkennen en hen, die slechts heil

33

zien in onveranderlijkheid, tusschen de waarheid en aan-vaarde gezag.

Overal ziet men dien strijd! Er is geen kerk, geenorganisatie, waar deze strijd niet min of meer uitkomt.

De groote voorgangers worden altijd bestreden door hetmiddelmatige en door het lagere.

De voorgangers zijn weinigen, de bestrijders onnoem-lijk velen. Beroepen de eersten zich op hun arbeid enondervinding, de laatsten beroepen zich op hun getal, datzij ten steun aanbieden aan een gezag dat door en voorhen bestaat.

Zoo beschouwd, zou het modernisme ons niets eigen-aardigs vertoonen, ware het niet dat nu deze strijd zichhad verplaatst op het terrein der Roomsch-KatholiekeKerk.

Dat dit werkelijk zoo is, lees ik uit de laatste Encycliek,waarin de Paus zich telkens op de gewone niet theologisch-ontwikkelde 1) menigte beroept, en aan de modernistenvraagt of zij denken, in hun hoovaardigheid waarlijk ietsanders te wezen dan alle anderen.

Zeker! geheel iets anders. Mannen, die geheel hun

1) Onontwikkelden. Door onontwikkelden verstaan wij niet, anaiphabeten

en dergelijke ongelukkige menschen, maar theologisch-onontwikkelden.

Zelfs geleerde en gevierde menschen, kunnen dit, zonder schande, zijn.

Handelaren, notarissen, advocaten, kamerleden, bankiers enz. Er zijn

zelfs veel priesters, die theologisch onontwikkeld zijn. Het gezag van al

deze menschen is op geloofsgebied van „nul en geener waarde." Het is

een drogreden, als de geloofsverdediging erop wijst, hoevele knappe sterre-

kundigen, dichters en bacteriologen enz., roomsch waren. Het is mogelijk,

dat zij theologisch-onontwikkeld waren, evenals kardinalen soms niets

van sterrekunde weten, of het Hebreeuwsch slecht kennen. (Gallileï-

Bijbelcommissie.)3

34

jeugd offerden aan studie ; die altoos belang genoeg steldenin de Kerk om haar te bestudeeren en haar door weten-schap te schragen; die alles verlieten om alléén en een-zijdig zich te kunnen geven aan dezen hun levensarbeid,zijn waarachtig iets anders dan alle anderen ! En het isleelijk tegenover hen zich te beroepen op de onontwik-kelden. Leelijk zou het zijn in ieder geval, maar het isbijzonder leelijk in de Kerk, die beweert in de voetstappente treden van Hem, die altijd waarheid sprak, nooit weekvoor het slecht begrijpend publiek en ten slotte lieveralléén schandelijk stierf aan het kruis, dan door mis-kenning van zijne roeping de menigte te vleien of hunvertegenwoordigers.

Zoo is deze daad van Rome een anti-christelijke daad.Daarbij, als er ooit van een geopenbaarde waarheid sprakeis, dan heeft men den steun van de menigte niet noodig,en nooit zal de onontwikkelde menigte een ontdekking derwetenschap door ontkenning vernietigen kunnen.

Een kerk die aldus haar prestige s) moet handhaven,heeft voor zelfstandigen afgedaan, en de verzekering vanhaar zending maakt niet den minsten indruk meer.

Ja, zij zal wel niet vernietigd worden ! 0 ! dwaas diedat denkt !

Zoo lang als er hooger en lager zal bestaan, en dat is

1) Prestige der Kerk. Ik geef gaarne toe dat dit voor talloozen noodig en

voorloopig misschien heilzaam is, maar ik heb tegelijk het onoverwinnelijk

geloof, dat uit on waarheid, geknoei en halfheid, geen zegen kan komen

voor het Menschdom. Wanneer ik door mijn daden, woorden of geschriften

iemand erger, doet dit mij ten zeerste leed, maar het onheil dat hierdoor

veroorzaakt wordt komt niet van hem, die waarheid zoekt, doch van

haar, die de waarheid verbergt en daardoor een ramp voorbereidt, dievroeg of laat komen moet.

35

voor ons in een onafzienbaren tijd, zeker „tot het eindeder tijden," zoolang zal het middelmatige en het lagerehet getal vertegenwoordigen, en wat zich vestigt op datgetal, zal met volkomen recht kunnen beweren, dat zijnbestaan onvergankelijk is.

Maar hiermede valt samen de plicht te erkennen, dathet niet optreden kan om te leiden, doch dat het geleidmoet worden, evenals de menigte, door groote eerlijkemannen. In het verzwijgen van dien plicht is een leugenen in het auctoritatief optreden van de Kerk, die praktischgeleidt wordt, tegen de leidende weldadige geesten, is eendaad van vèrstrekkende ongerechtigheid te zien.

Weer moet ik U waarschuwen, dat gij niet denkt, ikzie in lederen priester een oneerlijk mensch

Neen, neen, neen ! Onder hen zijn eerlijke mannenMannen die de lasten des levens voor anderen op hunbreede schouders dragen ! Mannen, die in hun edele hartenmeevoelen alles wat de menschheid drukt ! Mannen, diealien willen vereenigen tot een heerlijke eenheid rondomhet ideaal dat zij in Christus verpersoonlijkt zien ! Mannendie, als zij niet overstelpt waren door stoffelijken arbeiden tot bezinning konden komen, ook zouden weigerenalles aan te nemen, wat voor hen onwaarheid is ! Mannen,die eerlijk het brood willen breken voor hen, die hon-geren .. .

Maar in dit geval spreek ik van de Kerk als organisatie,als mechanisch stelsel, als de anonyme vennootschap „deRoomsch Katholieke Kerk", met al haar geledingen en ge-wrichten, met haar berekeningen en met haar gebrek aanGeloof in het Leven, met haar eenig vertrouwen op zich-zelf en met haar gemis aan vertrouwen in den geest van

36

waarheid die haar leiden moet naar de geheele waar-heid toe !

Die organisatie is het, welke ik beschuldig ! Zij belemmertden Vooruitgang, het Leven, zij doodt het enthousiasmeen den werklust, zij bederft het onderling vertrouwenonder de menschen en brengt verdeeldheid en gebrekaan liefde.

Ja, het gemis van waarheid, at is de oorzaak van dendood der liefde, en het is daarom dat de waarheid erkennendemodernisten, wij sympathiek zijn ondanks ajles.

Dat is het wat ik achter hun daden zie, de eenmakendekracht der waarheid. Dat is, wat ik noem het Modernismeondanks zich zelf. Dat is de „levensuiting" die door wildringen en waarvan wij in dezen tijd verschijning zienin velerlei organisaties. Al zou men het willen onder-drukken, toch zal eenmaal de levenskracht verder door-dringen, en met onwrikbare macht zal het leven zich eenweg banen, om tot de menschen te komen, velen hetleven mededeelend en eenmakend in eenzelfde verlangenhet Leven te dienen in Waarheid en Liefde.

Maar zonder waarheid is het praktische onzin vanliefde te spreken.

Dit is een ondervinding, die ik pas heb opgedaan.Toen ik vroeger preekte voor katholieken sprak ik veel

over liefde, en men lachte mij uit. Ik begreep niet waarom,.ook Jezus had van liefde gesproken.

Later is het mij duidelijk geworden.Ja, het is dwaasheid van liefde te spreken als er geen

waarheid is. We kunnen wel zeggen dat alle menschenelkaar moeten beminnen en dat men niemand haten mag,,omdat hij van een „ander geloof" is ! Maar o wee ! als het

37

er op aan komt, om wat men noemt „kleur te bekennen,"dan moet gij eens zien, hoe gebeten de menschen op elkaarzijn!...

Neen, zonder waarheid is liefde praktisch onmogelijk !Als de waarheid dood is, de liefde eveneens !

En zij die mij bespotten, omdat ik van liefde sprak,hadden gelijk ! Ja, zij hadden gelijk ! Het zijn wijzen !Zij begrijpen het ! Want het is dwaasheid van liefde onderde menschen te spreken als er geen waarheid is.

Daarom juich ik blijde toe, de pogingen die gedaanworden door de verschillende groepen om de waarheid telaten zegevieren, en de leugen te vernietigen, die dernenschheid hopeloos verdeelt. Dit zie en juich ik toe inhet Katholiek Modernisme, dat niet wijkt voor den Paus ;dat zie ik in het Modernisme der Protestantsche Kerken,hetwelk ik prachtig doorgevoerd erken in de heerlijke Ver-eeniging „De Vrije Gemeente" ; dat zie ik in het AnglicaanschModernisme, dat Over de honderd jonge predikanten af-vaardigde tot de leerende ouderlingen om hen te smeeken,afstand te doen van onware overleveringen ; dat zie ik insommige richtingen van Zionisme, dat zelfs in het strengconservatieve jodendom de zelfstandigste, meest humanegeesten afzondert voor het hoogere welzijn van hun volk ende erkenning van de hooge eenheid der menschen ; dat zieik vooral in het prachtige congres van Boston (September1907), waar de geachte voorganger van de Vrije Gemeente,de Heer H u g e n h o l t z als Nederlander over de diepe eenheidder godsdiensten sprak, en waar Protestanten, Katholieken,Joden, Mohammedanen, Hindoes te samen kwamen omopenlijk deze quaestie te behandelen, en de oplossing voorte bereiden ter godsdienstige eenheid aller menschen !

38

Gelukkig voel ik mij, hier welkom toe te roepen aanhet Schoone Leven 1) dat ik overal ontluiken zie ! Nu is hetduidelijk waarheen wij streven moeten, nu is het duide lijkwaarheen onze wegen gaan !

Hoe hebben wij nu onze levensroeping te vervullen?Door het Leven in Waarheid en daardoor te verwachtende komst van het rijk der Gerechtigheid en der Liefde.

Mocht eenmaal door de nieuwe levenskracht de wegdaartoe geeffend worden!

Mocht het heerlijk beeld der Liefde uit strijdgewoelen broedertwisten en ordelooze stormen eenmaal voorons opgaan, zooals ik het zoo gaarne zie in het mooiesonnet van den italiaanschen dichter Mario Rapisardi.

Hij aanschouwt de ellende der verdeeldheid en de komstder Liefde aldus:

Het zweet der vermoeide voorhoofden.... de tranen inhet verborgene geschreid .... en de stroomen bloeds ... .hebben een zee gevormd.

Door die smartenzee gaat de harteslag der menschheid

1) Schoone Leven. De meeste godsdiensten moeten hierin -- horrible

dictu — hun vijand zien ! Terecht roept de Paus in de Encycliek hun

toe, dat zij allen gevaar loopen „door de leer der modernisten." Ja zeker

alle vertakkingen van godsdienst die hun stam hebben in het Oude

Testament met of zonder het Nieuwe erbij, worden onhoudbaar, als

goddelijke organisatie met menschen die heerschen mogen over het fijnste

in der menschen zielen. Maar dat is toch niet erg! Mits de hooge plaats-

bekleeders begrijpen, dat nu het verheven oogenblik daar is, om echt

belangloos „voorganger" te zijn en een nieuw, mooi, vruchtbaar Leven

te ondersteunen. Zij kunnen reeds beginnen met de dubbelzinnigheid

weg te nemen uit de woorden : Geloof, Kerk, Godsdienst, Religie, Waar-

heid, enz. enz.

39

en beurt de roode golven hoog op, als een boezem die,gepijnigd, hijgt. Blijvend is de eentonigheid der bloedigegolven ....

Maar de Liefde komt weder, en uit het roode schuimkomt haar aanbiddelijk beeld blank oprijzen.

„ Wees gegroet, vruchtbare Geest ! die u over de ver„schrikkelijke wateren bewoog. De afgronden doorvoelden„uw gloed, en onder den straal van uw oog groeit de„ aarde weer groen en jeugdig op en met haar begroeten„wij nieuwe tijden, nieuwe volkeren, nieuwe zeden!"

En zoo denk ik dan ook, mijn omgeving, mijn land,mijn volk, dat ik ken ! 0 zeker, het zweet der vermoeidevoorhoofden, en de tranen in het verborgene geschreid,ik weet het ! de tranen in het verborgene geschreid ....om de verdeeldheid, om de gedoode liefde, om het ge-broken Leven! .... en de stroomen bloeds, die nutteloosvloeien uit broedertwist, uit broederhaat .... hebben eenzee gevormd ! ....

En door die smartenzee gaat de harteslag van een edelvolk, dat in zijn beste leven lijden moet.

Maar ik hoop, dat door het wonder-woord der Waar-heid, die storm, die gruwbare storm, zal gestild worden,en dat de weldadige kalmte, de Geest Gods, over diewateren zal afdalen.

Dan zal de Liefdegeest weerkoren en wij zullen hembegroeten, die onzen verjongden bodem heeft bevrucht.Blank zullen wij hem zien komen boven het rossigeschuim der smartenzee, als een teeken van vrede, alseen verkwikkend licht, dat de aarde overschijnt en devruchtbare levenskiemen wekt. Met jong groen getooidzal de bodem hem begroeten en blijde zullen wij een

40

nieuwe lente vieren en een nieuwe kracht, juichend omden frisschen bloei van nieuwe tijden, nieuwe volkerenen nieuwe zeden.

Ik sprak van dingen, die we alle weten ! Ziet toch naaruw eigen omgeving, naar ons eigen volk!

Wat is het verdeeld, wat is het verlamd. Alles staatstil in het bestuur van ons volk. Politieke en socialebelangen worden verwaarloosd, omdat er zooveel partijenbestaan, die ieder voor zich willen zegevieren en er zijnzooveel partijen, omdat er zooveel godsdiensten zijn!

Niet alleen in den geest van ons volk, maar ook in hethart is verdeeldheid. De menschen verachten elkaar enwerken elkander tegen, omdat zij van een „ander geloof"zijn, en dat, terwijl de meesten zich Christenen noemen,die 10 eeuwen geleden door Paulus van Tharse hebbenvernomen, dat er geen onderscheid is' tusschen Jood enGriek, maar dat allen zijn geroepen tot de eenheid dernieuw gepredikte liefde!

Ons land en ons volk is verdeeld door de godsdiensten,en de groote macht van het kleine volk ligt gedood in ver-deeldheid.

Welnu dan, laten wij elkander de hand reiken, enzeggen : „Broeder ga met mij, wij willen vooruitgaan,„gesterkt door elkaar : wij willen door vooruitgang ons

„volk en de Menschheid dienen, als het beste wat het„ Leven ons bracht."

Zoo kunnen wij, wanneer de verdeeldheid der leugen

I) Leugen. 0, Katholieke kranten ! Miserere nobis ! 0, kerkelijke-stand-

punt-bladen ! Miserere nobis ! 0, „orthodoxe" lezers van vrije bladen,

dwing de redacties niet tot het verzwijgen der waarheid, want zoo zult

gij leugen kweeken ! 0 Braven, ontferm u over de arme, arme Waarheid! t

41

van ons is weggenomen en het volk zich weer één zalvoelen door hernieuwden broederband, streven naar hetschoone levensdoel. Dan zullen wij geestdriftig nieuwetijden begroeten ! Dan zullen we voorkomen, dat de na-burige volkeren spotten om onze verdeeldheid, en onsvolk dat eenmaal roemrijk was, weer omgeven met denzelfden luister. Het zal niet zijn de glorie der zegevierendezeegevechten, maar de aureool van een, met groote zelf-verloochening veroverden, Vrede !

Wij willen den nieuwen tijden tegemoet gaan en dennieuwen zeden een weg bereiden !

En met eerbied zal de menschheid zien naar het kleinevernieuwde volk, dat nog vol is van energie tot groote daden.

Abelardus (Petrus) Scholastiker, geb. te Nantes 1079, gest. te Chalons-sur-Saone 1142. Zijn werk Introduction a la Theologie is tot denbrandstapel veroordeeld, 1121.

Leerling van R o s c e 1 i n. Hij is de eerste, die voorgoed de wijsbe-geerte met de theologie bijeenbracht en dus den grondslag legdevan de eigenlijke Scholastiek. » Een veel bewogen leven" hee ft hijgeleid. ,Héros de roman dans l'Eglise, bel esprit dans un temps bar-bare". Latijnsche titel van zijn werken : „De werken van Petrus Abélard,abt van Ruys en van Heloïse zijn echtgenoote, de eerste abdis vanParaclet, nu voor het eerst uitgegeven naar de handschri ften vanFranciscus Amboesius (Parijs 1616). Door sommigen wordt hij de vadervan het conceptualisme genoemd. Hierin vond hij een heftige tegen-stander in Bernard van Clairvaux.

Alcuinus 735-804. Geb. te York, door Karel den Groote naar het vasteland ontboden. Keizer en zijn zonen door hem onderricht. Hij stichttehet klooster met kloosterschool te Tours, dat van groote beteekenisbleef voor de beschaving, en waarvan hij abt bleef tot aan zijn dood.

Albertus Magnus geb. 1193 in Zwaben te Lauingen, werd in 1223 domini-caner monnik, hield in Parijs voorlezingen over Aristoteles, en is in1260 tot Bisschop van Regensburg aangesteld; na twee jaren echter ginghij naar zijn klooster in Keulen terug waar hij in 1280 kindsch stierf.Hoe groot zijn faam van onnaspeurlijk geleerde was, leert een volks-sage die zegt, dat hij een menschenhoofd van ijzer had gemaakt, endat hoofd sprak.

Anselmus van Kantelberg. De groote aartsbisschop v. Kantelberg, geborenin 1033 te Aosta (Piemont), doorleefde een zeer losbandige jeugd.Werd in 1060 benedictijn, en tegen zijn wil in 1093 aartsbisschop.(Engeland). Van dien tijd streed hij ijverig voor het invoeren van hetcelibaat in Engeland. Hij stierf in 1109 en werd heilig verklaard. Zijnwijsgeerig-godsdienstige opvatttng is dat het geloof aan het verstandvoorafgaat. Dit is criteriologisch in zekeren zin niet te ontkennenmaar geloof is bij hem » kerk-geloof"; en zijn fameus woord: » ik ge-loof om te begrijpen", beteekent dat hij de wijsbegeerte bracht in derichting die door het Geloof werd aangegeven. Dit is de essentie van descholastiek geworden en hij moge daarvan al niet als eenige vadergenoemd worden, toch was hij de eerste groote volbloed scholasticus,ik zou haast zeggen, in de slechte beteekenis van het woord. De kerke-lijke leerstellingen maakte hij voor dien tijd voor zijn volgelingen totonloochenbare" leerstellingen.

Aristoteles, de levende encyclopedie" der oudheid werd geb. te Stagira,348 voor Christus en stierf 322 v. Chr. Beroemde wijsgeer. Leerlingvan Plato, wiens systeem van beschouwende wijsbegeerte (zie Mystiek)hij met zijn beredeneerend systeem dat later in vereeniging met deroomsch-kerkelijke dogmentheorieën de grondslag is geworden van deScholastiek, meende overwonnen te hebben. De moorsche wijsbegeerteis op hem gebazeerd. Een eigenaardigheid is zijn wijze van doceeren alwandelend (peripatoon) een morgen- en een avondwandeling, daarom

43

wordt hij de ,,peripateticus", zijn systeem „peripatetisch," en wordenzijn volgelingen „peripatetici" geheeten.

Augustinus (Aurelius) Latijnsch Kerkvader geb. 353 te Tagaste (Africa).Zijn chr. moeder Monica voedde hem op. Leeraar in de welsprekend-heid in 384 te Milaan. Door bisschop Ambrosius aldaar in 387 gedoopt.In 395 coadjutor van den bisschop van Hippo (Bona) waar hij toen deWandalen de stad belegerden, als bisschop, in 430 overleed. A. is Platoni-cien, grondlegger der westersche cultuur. Zijn werken zijn altijd in hoogaanzien geweest. Bossuet „l'aigle de Meaux," de koning der franscherethoren, heeft aan A. zijn inhoud ontleend. A. schreef De C i v i t a t e Dei.Een autobiographie ,,Confessiones" (holl. vert. Frans Erens -- vanLooy, Amsterdam). De Doctrina Christiana, en „Terugtrek-kin gen" in den trant van Multatuli's verbeteringen op zijn Ideeën-reeks. Een mooie Bloemlezing uit de Confessiones „De Levensbiechtvan een Godzoeker" bewerkt met aanteekeningen door E. M. ten Cate,verscheen te Amersfoort bij P. Dz. Veen.

Battifol (Mgr) gewezen ,,Recteur de l'Institut catholique de Toulouse."Bekende patroloog. Vroeger heeft hij de modernisten bestreden enmaakte zich, vooral om zijn verzet tegen L o i s y, geacht bij zijn over-heden. Hij schreef o. a. l'Enseignement de Jésus, l'Avenir prochain ducatholicisme en France, La question biblique dans l'anglicanisme, enz.alle zeer „orthodoxe" werken ; het laatste tracht een middenweg aante wijzen tusschen blindgeloof en geloofsverlies door de resultatender critiek, gaat dus een beetje naar modernistische zijde.

Bantain (Louis) fransch wijsgeer. Geb. te Parijs 1796. Studeerde onderCousin. Als hoogleeraar te Straatsburg werd hij om „vrijzinnigheid"geschorst, liet zich priester wijden (1828) en werd in zijn ambt hersteld.

In zijn boek „De l'enseignement de la philosophie en France auXIX Siecle" besprak bij de slechte opleiding der geestelijken op deSeminaria. De geestelijkheid was op hem verbitterd en zijn bisschopen Rome. Toch bereikte hij nog den hoogleeraarszetel aan deSórbonne (Parijs) in 1853, dien hij tot zijn dood toe behield (1859).Veel stellingen van hem zijn natuurlijk veroordeeld.

Bernard van Clairvaux, heilige, een der grootste leeraren der WesterscheKerk. Geb. 1091. In het klooster Cisteaux (Cistercieusen) als monniktoegetreden, 1112. Arbeidde mee aan den regel der Tempelieren, 1128.Predikte in 1146 te Vecelay den Kruistocht. (God wil het!) Werd abtvan het klooster Clairvaux, 1115. Later woonde hij om gezondheids-redenen buiten het klooster. Hij stierf in het jaar 1153. Hij was grootkenner van de H. Schrift. Godsdienst had volgens hem geen weten-schap in dienst te nemen. Hij klaagde dat A b e l a r d het verstand, dewetenschap in godsdienstzaken binnen wil brengen. (Scholastiek.)Hij neigde geheel naar de mystiek en was een vurig realist. Allesmoest naar het Hoogere streven waarin alleen het eenig reëele tevinden is. Hij schreef o. a. een boek „De Consideratione Libri V" metverwijtingen tegen Paus Eugenius III.

Blonde! (Maurice) auteur van l'Action, Lettre sur les exigences de lapensed comtenporaine, en van een serie artikelen in de Annales dephilosophie chrétienne, die hij met Lab e r t h o n n i é r e bestuurt. Hijschreef ook een werk over 0 11 é Laprun e.

Bonnetty (Augustin) orientalist en theoloog, geboren 1798 te Entrevaux(Basses-Alpes), Besteedde zijn kennis om de eerste hoofdstukken derBijbelverhalen te verdedigen. Hij gaf ook veel af op de slechte wijs-geerige leiding, die op de Seminaries werd gegeven aan de jongelieden

44

die op hun leeraars hun vertrouwen hadden gesteld. Hij is de stichtervan de „Annales de philosophie chrétienne" (1830).

Brunetière (Ferdinand) fransch criticus. Geb. te Toulon 1849, sinds 1893directeur van de „Revue des Deux Mondes" tot aan zijn overlijden(1906). Schreef eenige bundels „Discours", Histoire et litterature, etc.Fameus is zijn uiting over ,,la faillite de la Science," door hem vanuit een oogenblikkelijk lumineus (!) kantiaansch standpunt aanschouwd.Enkele jaren geleden hield hij in Amsterdam een redevoering over„Les Difficultés de croire," waardoor hij zich aan vele hollandersbekend maakte.

Chevalier (Ulysse) Kanunnik, schreef reeksen studiën en polemieken overde H. Zweetdoek van Turijn en het Heilige Huisje van Loreto.

Comte (August) geb. 1798 te Montpellier ontwerper van het positivisme.Zijn voornaamste werk: „Cours de philosophie positive" is doorLittré meer populair gemaakt (Littré, Conservation, Revolution etPositivisme.) Inhoud: Een theologische hypothese, gevolgd door eenmetaphysieke ging vooraan bij de ontwikkeling van het menschdom.Later ontstond de studie der natuurwetten die de noodzakelijkheidhiervan ophief en voldoende licht werpt op den weg, dien het mensch-dom moet afleggen. Hierin oefenen een voorname functie uit, dezuivere wetenschapppen: wiskunde, astronomie, physica, chemie,biologie en sociale wetenschap. Opmerkelijk is ook hoe Comte devooruitgang van het menschdom laat voortgaan door „l'activité militaireconquerante, l'activité militaire défensive, 1 activité pacifique."

Sommigen zien in zijn systeem een zekere gelijkheid met Hegel'swijsbegeerte, die in hoofdzaak hierop neer komt, dat het subject (demensch) met het object (God en de wereld) wordt geïdentificeerd.Inplaats van het subject van Hegel heeft Co m te de „menschheid"gesteld.

Sedert 1849 hield hij lezingen over de geschiedenis der menschheid,die in 1851 door de regeering verboden werden. Hij overleed teParijs, 1857.

Darwin (Charles) geb. 1809 te Shrewsburg, overl. 1882 te Beckenham.Beroemde hervormer der natuurwetenschap. In 1859 gaf hij zijn:„On the origin of the species by modes of natural Selection" uit,waarin hij de overtuiging neerlegde, dat alle dieren en planten uitenkele vormen zijn ontstaan en dat de verscheidenheid der vormenontstaan is door een invloed dien hij noemt: natuurkeus. Hij brachteen geheele revolutie te weeg in de denkbeelden der natuurvorschers.Men noemt hem wel eens den Copernicus of den Newton der organischewereld. Door hem is ontstaan de ontwikkelingsleer, de leer der evolutie,het „darwinisme," waaraan Lamarck en Geoffroy de Saint-Hilairezonder aandacht te wekken reeds vroeger hun arbeid hadden gewijd.Darwins werk is in het hollandsch vertaald door Hartog Heijs vanZouteveen en F. C. Winkler.

De Coux. Geestgenoot van L a c o r d a i r e en M o n t a 1 a m b e r t. Economischexpert van de ,Avenir," met wiens hulp beide mannen de eerstekatholieke vrije school stichtten om tegenstand te bieden aan deVoltairianen.

Delahaye, een geleerde Jezuit, verzamelaar van La nouvelle collectiondes bollandistes, en Legendes hagiographiques. Hiermede bestrijdt hijRuinart's „Acta Sincera," en wijst zeer vele dwalingen aan. Een derconclusies is: „La légende et le mensonge, tels sont donc les deuxprincipaux éléments qui, pendant de longs siècles, ont servi a nourrir

45

dans l'esprit des fidèles la dévotion aux Saints. C'est le mensongeque l'on trouve a la base des récits relatifs a I'apostolicité des églisesdes Gaules." (J. Turmel, Demain 17 Nov. 1905).

Descartes (Cartesius) geb. 1596 overl. 1650, opent een nieuwe richtingder wijsbegeerte. Uitgaande van volslagen gemis aan kennis neemt hijalleen aan „cogito ergo sum" ik denk dus ben ik, en aanvaardt vanzichzelven, dat alles wat helder en duidelijk gedacht kan worden waarmoet zijn : het „Ik," God, de Realiteit-buiten-hem. Hij wilde tevensalle verschijnselen om ons heen, verklaren door beweging der eerstebestanddeelen der lichamen. De verschillende krachten brengt hij dusallen terug tot stoffelijke beweging. Descartes streed onder prinsMaurits in de Nederlanden waar hij zich later metterwoon vestigdeen school maakte.

Duchesne (Mgr. Louis) geboren te St. Servan, 1843. In 1877 hoogleeraarin de Kerk-geschiedenis aan het Kath. Instituut te Parijs. 1895 directeurvan het Fransche historische Instituut te Rome, waar hij resideert inhet Palazzo Farnese en zijn „Histoire ancienne de l'Eglise" bewerkt,waarvan onlangs het 2e deel verscheen. Hij schreef o. a. Origines duculte chrétien 1903. „Het Liber pontificalis" (1886-1892). „Fastes episco-paux de l'ancienne Gaule" (1893-1890). Hij heeft als schrijver hettalent om de meest onaangename zaken zoo te zeggen dat de MagisterSacri Palatii (De Meester van het Heilig Paleis) er druk-verlof aangeeft. Hij is de emancipator der kerk-geschiedenis.

Ehrhard (Dr. Albert) professor in de Kerk- en dogmengeschiedenis inStrassburg i. E. Een der voornaamste reformkatholicisten. Van zijnwerken worden geroemd: Der Katholicismus und das zwanzigsteJahrhundert im Lichte der kirchlichen Entwicklung der Neuzeit, dathij als professor a. d. universiteit van veeenen schreef. LiberalerKatholicismus ? Ein Wort an meine Kritiker, e. a. Onlangs heeft Ehrhardeen critiek geleverd op de Encycliek : Pascendi Dominici gregis. Dat ishem door Rome ten kwade geduid. Hij heeft echter dadelijk „den kopgebogen," zooals men zegt, alsof het trotschheid insluit, eerlijk te zijn.

Fichte (Johann) wijsgeer, 1762 te Rammeneau geboren, overl. te Berlijn1814. Volger van zedenwet wordt vervuld Kant. Hoofdideeën : De zeden et o dt ervuld doorte handelen volgens eigen bestemming, overeenkomstig het zuivere Ik,welks wezen vrije, oneindige werkzaamheid is. Deze leer kreeg eengodsdienstige kleur, doordat Fichte de Ikheid ging begrijpen als eenuiting „van het absolute zijn" der godheid, die zich door de hande-lingen der vrije subjecten openbaart. Zijn leer oefende na hem grooteninvloed uit op ethische richtingen en heeft hier en daar gelijkheid methet moderne socialisme, wetenschappelijk opgevat.

Fogazzaro (Antonio) leerling van den Venetiaanschen dichter Zanella.Geb. 1842 te Vicenza. 1900 Senator. Beroemdheid op 't gebied derA gletteren, sedert 1870, toen zijn Miranda uitkwam. Zijn voornaamstewerk is de roman-trilogie, II piccolo mondo antico (1895), Il piccolomondo moderno (1901), Il Santo, (1906). Wijsgeerige werken : AscensioniUmane (1889), L'origine del uomo et il sentimento religioso (1895) enz.Hij is de romancier der modernisten en blijft trouw aan de kerk, diehem veroordeeld heeft. Een groot figuur in de italiaansche letterwereldvan dezen tijd.

Fonsegrive (George) directeur van de onlangs onmogelijk gemaakte„Quinzaine." Onder den naam van Yves de Querdec, schreef hij boekentot opvoeding van den franschen clergé : Lettres d'un curé de campagne,Lettres d'un curé de canton, Le Journal d'un Evêque 2 dl. en onderzijn eigen naam wijsgeerige werken als Le Catholicisme et la vie de

46

I'esprit (1899). Les livres et les idées, etc. Hij heeft altijd als eenontwikkeld schrijver gegolden. Sedert de Encycliek zal hij met minderbelangstelling moeten tevreden zijn. Ook schreef hij een boek over011é Laprune.

Gioberti (Vincenzo) Italiaansch wijsgeer en staatsman, geb. te Turyn1801, overl. 1852. Schreef o.a. „II Gesuita moderno," (1847), Dellariforma cattolica della chiesa (1857), Filosofia della rivelazione (1857,posthume).

Gunther (Anton) -F 1863, een wijsgeerig wereldgeestelijke die, uit gaandevan de Schelling-Hegelsche wereldbeschouwing, toch vermeende hetpantheïsme te kunnen bestrijden en de beginselen van het christendoma priori te kunnen bewijzen. Hij verviel hierdoor in een reeks dwalingendie in 1857 werden veroordeeld. Hij onderwierp zich een maand daarna.Vgl. Clemens : Die specul. Theologie Gunthers und die kath. Kirchenlehre. (Köln 1853).

Hegel de invloedrijkste wijsgeer van de latere tijden. Geb. 1770 te Stuttgart,overl. 1831 te Berlijn. Evenals Kant is ook Hegel een voltooier vanLei b n i t z' arbeid en wel naar idealistische zijde. Zeer moeilijk is zijnwijsbegeerte te volgen ofschoon zij een schat van wijsheid inhoudt.Het zal aan niemand onbekend zijn dat prof. Bolland een zeer enthousiatevereerder en propagator van Hegel is.

Volgens Hegel heeft God den mensch noodig om geest te worden.In het lange tijdperk der eerste aardvorming heeft hij zich als blindenatuurmacht getoond ; bij het ontstaan van het menschelijk geslachtkwam de schemering van het eerste donkere bewustzijn, het volle Lichtder zuivere zelferkenning is in de nieuwere wijsheid voor hen opgegaan.

Hermes (George) duitsch theoloog en wijsgeer, geb. 1775 in Westfalen, 1799priester gewijd, 1807 hoogleeraar te Munster, 1819 theologie-professorte Bonn waar hij overleed in 1831. Hij trachtte te bewijzen dat dekerkleer niet vereenigbaar was met de nieuwere wijsbegeerte, twijfeldeechter geenszins aan den waarheidsinhoud dier leer. Hij maakte school :Hermesianisme. In 1835 werden zijn werken geindiceerd" en zijnmeeningen als kettersch veroordeeld. Hij schreef o.a. Untersuchungen'O ber die innere Wahrheit des Christentums, (1805) enz.

Hugenholtz als nederlander te Boston.De eigenlijke titel van het Congres is: International C o u n c i l

of Unitarian and other liberal religious thinkers andwo r k e r s. Ook was daar tegenwoordig en heeft het woord gevoerdals vertegenwoordiger van de Nederlandsche Remonstrantsche Broeder-schap H. Y. Groenewegen, professor te Leiden. De bekende AbbéAlbert Houtin heeft men daar ook ontmoet.

Houtin (Albert) buiten dienst gestelde doch kerkgetrouwe priester vanhet bisdom Angers. Hij schreef o.a. l'Americanisme, de geheel origineelopgevatte werken : Mes difficultés avec mon évéque, en La crise duclergé, naast zijn beide boeken: La question biblique au XIXe Siècle,en La question biblique au XXe Siècle. Dit laatste boek moet iederebijbelkundige kennen. De eerste uitgave was in één maand weg, enofschoon het bij Nourry in Parijs is uitgegeven, zijn er 500 exemplarente Rome aan den man gebracht en zullen daar wel verbazing gewekthebben. Houtin is prachtig ingelicht en bezit officieele documentenwaarvan niemand raden kan hoe hij ze heeft kunnen bemachtigen.Voor ingewijden zijn deze boeken geschikt zelfs als ontspannings-lectuur, zoo amusant als ze zijn.

Hugo de St. Victor 1097-1141 de voornaamste doctor van de theologische

47

school van het Augustijnerklooster door Willem v. Champeaux te Parijsgesticht. Hij was mysticus en het systeem gebaseerd op „ziening"intuitie, wordt i n t u i t i o n i s m e genoemd.

Mystiek, contemplatie, beschouwing, is een opheffing van de kennendeziel naar God als het levenscentrum, waardoor men verder komt inkennis van het verborgen wezen der dingen, en eindigt in de erkenningvan het Eene in Alles en Alles in het Eene, zooals Thomas a Kempishet kernachtig zegt. Het resultaat is: kennis, wijsheid ; en de handeling:beschouwing, schouwing, contemplatie, intuïtie, mystisch zien, contem-platief leven, „hooger gebed" enz. De kennis in de mystiek staat tegen-over het weten, door wetenschap en wetenschappelijke wijsbegeerte,die zich bedient van redeneering, syllogisme, inductie, deductie en voorieder denkend verstand mogelijk te bereiken resultaten vaststelt. Dekennis door schouwing is veel waard voor de laatst genoemde wijsbe-geerte, die daarvan haar doel kan leeren, en voor allen trachten tebewijzen", wat „enkelen zagen." Plato en Augustinus zijn mystieken

tegenover Aristoteles en Thomas, die redeneerende wijsgeeren zijn.

Innocentius III geboren te Rome, 1160, overl. te Perugia, 1216. Eengrandiose paus uit het bloeitijdperk der R. K. Kerk. Vgl. Brugerette :Innocent Ill et l'apogée du pouvoir ponti fical. (Bloud et Co. Paris.)

Kant (Immanuel) 1724 geb. te Koningsbergen, in 1770 hoogleeraar inlogica en metaphysica, nadat hij in 1762 voor een professoraat in depoetiek, waarvoor hij zich niet geschikt rekende, had bedankt. (Navolgens-waardig voorbeeld!) Hij overleed in 1864 te Koningsbergen.

Hij is de beroemdste wijsgeer der latere tijden. Zijn hoofdwerkenheeten Kritik der reinen Vernunft (1781), Kritik der praktischen Vernunft(1788), Kritik der Urteilskraft (1790). Het werk Religion innerhalb derGrenzen der bloszen Vernunft (1793) bezorgde hem een bestraffingder Regeering (!)

Kant's wijsbegeerte in haar geheel beoogt niets anders dan hetvaststellen der beginselen, die in het verstand zelf gelegen zijn.(Critische wijsbegeerte.) Zoo komt hij tot de belangrijke conclusie,dat de mensch de zinnelijke wereld leert kennen door aanschouwen.Maar achter de wereld der verschijnselen ligt de wereld der gedachten.Deze wordt niet benaderd door op te klimmen langs de verschijnselenzooals de scholastiek tracht te doen, maar langs den weg van zedelijkdenken en zedelijk willen. Zoo steunt volgens Kant het geloof inGod en een zedelijke wereldorde niet op mathematische bewijzen, maarop zedelijke postulaten. In zijn „Kritik der reinen Vernunft" werpt hijal de scholastieke „Godsbewijzen" omver. De eisch van het gewetenmet „categorischer imperatief" : „Du sollst," die van uit de wereldder gedachten tot hem komt, is de grondslag van de zedelijke natuuren van de godsdienstige overtuiging.

Kant zeide voor twee dingen bijzondere bewondering te hebben,voor „den sterrenhemel boven mij en de zedenwet binnen in mij."

Laberthonnière (Louis) gewezen oratorien, kerkgetrouwe priester, directeurvan de „Annales de philosophie chretienne" een door B o n n e tt y op-gerichte periodiek. Hij schreef ook o.a. studien over: le Dogmatismemoral, l'Apologétique et la methode de Pascal, le Réalisme chrétien etl'Idéalisme grec, Théorie de I'éducation, enz.

Lacordaire (Jean Baptiste) dominicaner pater. Geb. 1802, overl. 1861. Wasvroeger advocaat, en zeer welsprekend redenaar. In 1827 werd hijpriester gewijd. Toen Lamennais met de Kerk brak, trok Lacordairezich van dezen terug en onderwierp zich in alles aan Rome. Hij iseen beroemde „conférencier de Notre Dame" en een bekend académicien.

48

Lagrange (Maria-Joseph) dominicaner pater te Jeruzalem, waar hij deSchriftuur doceerde, en expedities voorbereidt tot bestudeering deroude palestynsche stammen in verband met den inhoud van de H. Schrift.Hij is bekend om zijn artikelen in de Revue Biblique en om zijn boek:La méthode historique. Was jaren lang de gevierde expert in zakehistorische critiek. Totdat de Encycliek kwam ....

Lamarck beroemde fransche natuurvorscher, geb. 1744 in Picardië, 1792hoogleeraar in de zoologie aan den Jardin des Plantes te Parijs.Overl. 1829.

Lamennais, geb. te St. Malo 1782, overl. te Parijs 1854. IJverig voor-vechter van de katholieke zaak. Een aantal jongelieden o.a. Monta-1 a m b e r t en L a c o r d a i r e sloten zich bij hem aan en Leo XII toondezich met dezen priester zeer ingenomen. Na 1830 verdedigde hij in„l'Avenir" het samengaan van de Kerk met de revolutionnaire ideeën.Na vermaand te zijn door Gregorius XVI onderwierp hij zich, dochhervatte zijn ideeën in „Paroles d'un croyant," dat veroordeeld werd.Lamennais onderwierp zich niet. Hij wordt door de modernisten ineere gehouden als een martelaar door de machinaties der Jezuiten. Overzijn geval zeide Card. Mermillod : „Lorsque le Vatican fulmine unanathème, si vous voulez en connaitre l'origine ou la cause, cherchez ...le moine."

L. gaf ook de vertaling der Divina Comedia en van Thomas' aKempis Imitatatio. Hij was een fijne geest par excellence.Posthume: Essai d'un système de philosophie catholique (1830-1832.)

Leibniz (Gotfried von) duitsch wijsgeer geb. 1646, overl. 1716. Wenschteovereenstemming te brengen tusschen mechanische wereldbeschouwingen godsdienstig geloof. Hiertoe dacht hij uit : de leer der monaden,zelfstandig werkzame levende krachten, soortgelijk maar gradueelverschillend. Zij zijn eenigste realiteit, al het andere is schijn, diedoor hen wordt gedragen. God wordt dan de oer-monade, de oor-spronkelijke, de „monas monadum." Er is in al die monaden een doel-richting, die Leibniz noemt: de harmonia praestabilita, waaruit eendeterministische wereldbeschouwing volgt. L. is een onverbeterlijkeoptimist en aanvaardt het bestaande als het beste. Hij heeft de Auf-klärung der 18e eeuw, tot Kant, beheerscht.

Le Morin (l'Abbé Jean) priester, schrijver van Verités d'Hier? la TheologieTraditionnelle et les Critiques Catholiques. Hij heeft den graad vandoctor in wijsbegeerte en godgeleerdheid. Genoemd werk is zeerinteressant en geeft telkens eerst de kerkleer, en dan wat er tegen ingebracht wordt. Meestal blijkt daaruit dat de kerkleer haar grondslagmist en slechts bestaat vanaf de tijden der S c h o l a st i e k.

Lenormant (Francois) archeoloog, geb. 1837, over!. 1883 te Parijs, waarhij professor was aan de nationale bibliotheek. Hij liet een reeks, voorzijn tijd, van veel ontwikkeling getuigende werken na, b.v. Manueld'histoire ancienne de !'Orient (1868), Histoire du peuple juif (1869). In1880 kwam hij met het idee voor den dag om het terrein van de inspiratiete beperken. (Les origines de l'histoire).

Le Roy (Edouard) een leek, schrijver van : Dogme et Critique en qu'est-ce-qu'un Dogme. Veroordeeld!

Locke geb. 1632 te Wrington over!. 1704. Hij is de grondlegger van hetengelsche empirisme en beïnvloedde alle engelsche wijsbegeerte diena hem kwam. Voltaire was zijn apostel in Frankrijk. Leibniz waszijn grootste tegenstander en Locke verwekte dezes meesterwerken.Deze laatste schreef o. a. „Treatises of government" waarin hij een wijs-

49

geerige verdediging gaf van den modernen constitutioneelen regeerings-vorm.

Loisy, (Alfred) priester, afgetreden professor van Parijs. Schreef o.a. Lequatrième Evangile (1903), L'Evangile et 1'Eglise (1903, niet in denhandel) en Autour d'un petit livre (1903) waarin hij zijn tegenstandersweerlegt (B at t i f o 1, eenige bisschoppen, Felix Klein, e. a.) Men dachtdat hij nu verder zwijgen zou, doch van uit het dorpje zijner rusteheeft hij nu in eens de wereld ingezonden een werk van een paarduizend bladzijden, Les Evangiles Synoptiques en daarbij SimplesRéflexions over de Encycliek (1908). Hij zal spoedig in den ban gaan.

Mignot, aartsbisschop van Albi, schrijver van een serie artikelen in de,,Correspondant" getiteld : la Tradition, en van een reeks Lettres a sonclergé sur les sciènces sacrées.

Montalambert, fransch staatsman en publicist. Geb. te Londen 1810,overl. 1870. Medewerker aan L a m e n n a i s' ,, Avenir." Bij de veroor-deeling van dit tijdschrift bleef M. trouw aan de Kerk. Hij was eenbekend Académicien. Beroemd is zijn werk : Histoire de St e Elisabethde Hongrie.

Mozes, wetgever en emancipator van het joodsche volk. Het is moeilijkzijn juiste geschiedenis op te maken. Wat met voldoende zekerheidvan hem wordt geweten, toont aan, dat hij de eer van zijn volk welverdient, ofschoon de legenden die zijn geschiedenis omgeven niet opwaarheid behoeven te berusten. Dat hij de auteur van de Pentateuchzou zijn (Boeken-Mozes) is onwaar gebleken. Sommigen zeggen datdeze is samengesteld uit 4 auteurs, anderen uit 5, en weer anderen, uittalrijke bronnen. Curieus is dat de legende van het biezen korfje eenbabylonisch verhaal is omtrent koning Sargon (3800 vóór Chr.).

Murri (don Romolo) de leider der ,,Lega democratica nazionale", alszoodanig dikwijls door Rome berispt. Hij is een ijverig medewerker vande ,,Rinnovamento" en ofschoon hij op alle mogelijke wijzen gestraft is,blijft hij trouw gelooven, dat hij zich op den goeden weg bevindt. Hijis het vooral, die den nadruk legt op de stelling, dat democratischeaangelegenheden buiten de bemoeiing van de kerkelijke overheid moetengaan. Hij spot met de al te hoog opgevoerde en tegen-recht-in afge-perste gehoorzaamheid". Hij is een der voornaamste modernisten enuitmuntend op de hoogte van de verschillende wetenschappen. Langentijd heeft de Paus hem » gespaard", in de hoop dat hij veranderen zou.

011é-Laprune (Léon) membre de l'Institut, Maitre de conférences a l'Ecolenormale supérieure van 1862-1898. Oorspronkelijk wijsgeer, geboren1839, overl. 1898. ,,Le plus grand laïque catholique qui eat paru en Francedepuis Ozanam". (New Ireland Review, 1899, Georges Goyau in LaVitalité Chrétienne, Introduction). Hij schreef o.a. La Vitalité Chrétienne,(1902). Le Prix de la Vie. (1903). Theodore Jouffroy (1899) enz. enz.

Petrus Lombardus. Professor in de theologie en bisschop te Parijs. Ge-boren te Novarra 1100, overl. te Parijs 1164. Hij leverde een systematischesamenvatting der theologie, ontleend aan de H. Schrift, de Kerkvadersen de Concilies; dit werk wordt » IV Libri Sententiarum" en Lombardusdaarom ,,Magister Sententiarum" genoemd.

Plato, Grieklands beroemdste wijsgeer, waarschijnlijk 427 voor Chr. ge-boren op Egina. 399. Leerling van Socrates. Hij stichtte te Athenede Academia en overleed op ongeveer 80-jarigen leeftijd. Plato is langen

50

tijd niet begrepen. De hoofdoorzaak hiervan is ongetwijfeld te zoekenin de kritiek der ideeën-leer door Aristoteles (zijn leerling), wiensnuchterheid niet wist te reiken tot de hoogheid van het denken desmeesters." Plato was een schouwer, een mystische ziener. Beroemdis zijn princiep; „Zeeren is zich herinneren." De oude kerkvaders warenmeerendeels Platonici en het evangelie van St. Jan is geheel uitplatonische bespiegelingen geboren. Vgl. Mystiek.

Rio, professor in de Geschiedenis aan het Collège Royal de Louis leGrand. Volger van Pascal en Herder ; vriend van Chateaubriand. Schreefo.a. Essai sur l'histoire de l'esprit humain dans l'antiquité (1830),waarin hij met een positieve geschiedsbeschouwing zijn ideeën omtrentde geestelijke ontwikkeling blootlegt.

Roger Baco. Geleerde engelsche monnik, geb. te Ilchester, 1214, over!.1292. Natuur- en scheikundige. Hij wordt Doctor mirabilis, de wonder-bare leeraar genoemd, en geldt als voorlooper van Gallilei enNewton. Hij verzette zich beslist tegen de scholastiek. Ook schreefhij een Verhandeling over de middelen om de gebreken der ouderdomte verhoeden.

Roscelin in N.-Frankrijk geb. 1050 gest. ? auteur der bekende leer vanhet n omina 1 i s m e, die inhoudt dat de abstracte woorden, als : deugd,menschelijkheid, vrijheid enz. geen wezenlijk bestaan hebben, ennergens aan beantwoorden, het zijn maar klanken, ijdele klanken, flatusvocis. Hierin wordt hij bestreden door den H. Anselmus een bekendscholastiek, die de réaliteit (r ea 1 i s m e) der afgetrokken benamingenverdedigde, alsmede door den realist Sint Bernard van C l a i r v a u x.gRoscelin werd als tritheïst door S. Anselmus van Canterberybestreden en door Abélard, ten laatste door 't Concilie van Soissonsveroordeeld, 1092. Hij onderwierp zich.

Rosmini (Antonio) italiaansche wijsgeer geb. te Roveredo 1797, priester,1848 pauselijk minister van onderwijs, over!. 1855. Zijn wijsbegeerte,die veroordeeld is, was een idealisme dat op Descartes en Schellingaansloot en dit in overeenstemming met de leer der kerk trachtte tebrengen. Hij was een zeer vroom mensch en stichter van het Institutodella Carità. Er bestaat nu in Italië een revue als orgaan van derosminiaansche gedachte : „I! Nuovo Risorgimento."

Saintyves (P.) Benediktijner monnik, schrijver van La rdforme intellectuelledu Clergé et la liberté de l'enseignement, Le discernement du miracle,Les Saints successeurs des Dieux, (Essais de mythologie chrétienne).(1906). In dit laatste werk demonstreert hij onweerlegbaar het parallelismevan de heiligenvereering met de godenvereering, hij ontsluiert denoorsprong der heiligendevoties en toont aan hoe sommige heiligen,dank zij hun naam, de veneering, die den heidenschen goden werdgebracht, overnamen.

Schell (Herman). Wurzburger professor in de Dogmatiek. Hij gaf veel uitop apologetisch gebied, maar Rome veroordeelde zijn levensarbeid (1898)met uitzondering van een enkel werk, Christus. De veroordeelde werkenzijn : Der katholicismus als princiep des Fortschrittes, Die neue Zeitund die alte Glaube, Dogmatik, Gott und Geist. Schell is voortdurendlastig gevallen. Zijn vereerders noemden hem : een tweede Paulus. Hijstierf „zum Tode gehetzt" in 1906.

.Schopenhauer (Arthur) geb. te Danzig 1788, over!. 1860 te Frankfort a. M.Groot vereerder van Goethe en Kant met wie hij in verbinding stond.Zijn werk: Die Welt als Wille und Vorstellung voltooide hij op 30-jarigenleeftijd. Zijn Parerga en Parali omena (1851) werd veel gelezen.p

51

Wagner behoorde onder zijn eerste aanhangers en bewonderaars. Zijnopvatting van het menschelijke streef-leven is een pessimistische,en zijn elementaire deugd ,,medelijden".

Scotus Eriugena (de Ier) 9e eeuw. Mystisch ziener. De voornaamste wijs-geer van zijn tijd. Had een idealistisch monisme, een ideaal pantheismedat ook als een bestanddeel de Christelijke leer in zich opnam. Karelde Kale ontbood hem en verbond hem aan zijn hof. Hij vertaalde dewerken van den zoogenaamden Dionysuis den Aropagiet in het latijn.Eenige werken zijn veroordeeld.

Spinoza (Baruch de) Hollandsch wijsgeer, portugeesch-Israeliet vanAmsterdam. Geb. 1632, overleden te den Haag, in het huis Paviljoens-gracht 32. Deze beschaafde, beminnelijke, bescheiden, sobere Israëlietverliet de rabbijnen ingevolge een verbanningsdecreet van 1656. Omin zijn onderhoud te voorzien sleep hij lenzen en wist aldus zijn geeste-lijke vrijheid te behouden, wat voor dien tijd moeilijk was. Zijn wijs-heid van „het Een in het Al en Alles in het Eene," die Thomas a Kempismet hem gemeen heeft, staat regelrecht tegenover de Christelijk- enJoodsch-Aristoteliaansche levensbeschouwing. Hij oefent grooten invloeduit op onzen tijd. Zijn leer is even schoon als zijn leven interessant.Leer Spinoza kennen! Er bestaan goede moderne uitgaven over hem.

Thomas v. Aquino „de engelachtige leeraar," de meest beroemde scholasticus.Geb. 1225 te Roccasecca bij Aquino, een plaatsje tusschen Rome enNapels. Overl. te Fossenuova op weg naar het 2e Concilie van Lyon,waartoe hij door den paus was geïnviteerd. 1243 werd hij Domini-caner pater. 1257-61 doceerde hij te Parijs, daarna te Rome, Orvieto,Anagni, Viterbo, Perugia, en 1269-71 weer te Parijs. Zijn werkenheeten: Summa contra gentiles (weerlegging der moorsche leeraren)Summa theologica (kerk-theologisch-systeem) Commentaren op hetWerk van Petrus Lom bar dus en Kleinere Geschriften (Opuscula.)Hij heeft veel strijd gehad maar slaagde er de finitief in de aristoteliaanschewijsbegeerte tot grondslag te geven aan het kerkelijk systeem vantheologie. Vgl. Scholastiek.

Tyrrell (George) Engelsche ex-Jezuit. Tyrrell is de modernistische deugd-leeraar. In 1906 moest hij om zijn leer de orde der Jezuiten verlaten ondanksde bescherming der Civiltà Cattolica een tijdschrift dier orde. Hij schreefo.a. : Nova et Vetera, Lettre confidentielle a un professeur d'anthropologie,Wine and Oil, Lex orandi or Prayer and Creed, in welke werken hijeen Christelijk levensplan ontwerpt dat dikwijls identiek is met Fogaz-z a r o's ideeën. Eigenaardig is, dat Lex orandi de goedkeuring heeftontvangen van den overste der jezuiten en twee jaar later juist datboek werd aangewezen als ondermijnend het geloof ! Tyrrell blijft inde kerk maar zijn » systeem" is even onhoudbaar als datgene wat hijvervangen wil. Hij schreef een scherpe critiek op de Encycliek inThe Times 30 Nov., 1 Oct. 1907.

Ventura + 1861, generaal der theatijner monniken, bekende wijsgeer,asceet en redenaar. Wijkt hier en daar af van de Scholastieke be-weringen en wordt daarom afgewezen.

St. Victor, eigenlijk theologenschool, meestal afkorting van den naamdes voornaamsten vertegenwoordigers H u go d e S t. Victor (vgl. i. v.).

E 1 I 1I 1

03

—03—

a1•n

C13

03

a

a

e UITGAVEN VAN P. Dz. VEEN. E3

Augustinus. De Levensbiecht van een Godzoeker.Uit de „Bekentenissen" door E. M. ten Cate . . f 1.

Idem, gebonden . . . . . . . . . „ 1.35

Dr. H. A. van Bakel. Ethische Orthodoxie en Moder-nisme .. . „ 0.25

Prof. Drews. Ontw. Ant. Philosofie . . . „ 0.90

Dr. A. H. de Hartog. De Heilsfeiten, 2e dr. . . „ 1.25

Id. id. gebonden „ 1.65

Id. De Redelijkheid der Religie . „ 2.25

id. gebonden „ 2.90

L. de Hartog—Meyjes. Tauler Gedachten . . .

„ 1.75

„ 1.90

Id.

„ imit. antique gebonden .

1

1 1 1 I

Ici

Uitgaven van P . Dz . VEEN, Amersfoort.

PROF. Dr. A. DREWS.

De ontwikkeling der AntiekePhilosofie en Religie in haren

voortgang geschetst,VERTAALD DOOR

DR. A. H. DE HARTOG.

Prijs 0.90

Gij ziet den kunstenaar aan 't werk, die in weinigeforsche lijnen 'n schets geeft, tintelend van leven. 't Iseen schets „van vooruitgang" en werkelijk ziet men metvreugde, hoe vast van tred de grieksche geest den wegging, die tot zoo hooge toppen leidde.

Utrechtsch Studenten WeekbladVox Studiosorumn 23 Mei 1907.

Elk stelsel der antieke wijsbegeerte is hier in eenforschen meesterlijken trek gegrepen en in zijn relatievewaarde in het licht gesteld,Org. v.h. Utrechtsch Stud. Z, G. «Eltheto» 13 Juni 1907.

....is om zijn vastgehouden hoofdgedachten en rijkdom vanstof hoogst interessant en inlichtend over het griekschedenken en gevoelen vooral in het Helleensche tijdvak.

Tijdschrift voor Wijsbegeerte Juni 1907.

Bij het opleven van de belangstelling voor de wijsbe-geerte in onze dagen belangrijke bladzijden.

Amersfoortsch Dagblad 6 .7uli 1907.Zeer lezenswaardig.

Teylers Theologisch Tijdschrift afl. 4 1907

Uitgaven van P. Dz. VEEN Amersfoort.

De Redelijkheid der Religie,DOOR

DR. A. H. DE HARTOG.

f 2.25. Gebonden f 2.90.

Dr. de H. houdt ernstige, ,wijsgeerige betoogen overNatuurwetenschap, Zielkunde, Kennisleer, Geschiedenisen Wijsbegeerte in verband met de religie, waarbij hijtelkens weer tot de slotsom komt, dat de rede zich niettegen de religie verzet, maar haar integendeel handhaaft.

Dr. de H. blijkt daarbij uitnemend op de hoogte tezijn van het wetenschappelijk onderzoek en de wijsgee-rige bespiegelingen der laatste jaren.

Uit de Groene (Amsterdam : Wkbl.) 22 Dec. 1907.

Dr de H. is iemand, met wien onze tijd rekening zalhebben te houden. Hij is iemand, die zoo min tot delinksche als tot de rechtsche partijen behoort en al even-min tot de midden partijen, welke in den regel zichdoor niets onderscheiden dan een zekere halfslachtigheid.Dr. d. H. staat boven de partijen, omdat hij wijsgeer isen zich in de verdeeldheid op de éenheid bezint.

Dit boek zij hartelijk aanbevolen.Den Gulden Winckel Dec. 1907.

Ik hoop, dat het door de intellectueelen onder onsdruk zal gelezen worden en overdacht, vooral door dieintellectueelen, tegenwoordig zoo talrijk, die in hun naïefrealisme nog nooit over den grond der dingen hebbennagedacht.

's Gravenhaagsche Kerkbode 26 October 1907.

Uitgaven van P . Dz . VEEN, Amersfoort.

Dit boek heeft een uitnemend werk te doen : menschente winnen voor de religie. Voorloopig alleen nog maarhun hoofd. Maar het hart kau gemakkelijk spreken, alsde bedenkingen van het verstand overwonnen zijn. Alsde wil er maar is, dat is het voornaamste.

De Hervorming 3o November 1907.

Het heeft medische waarde voor hen, die zoogen.»wetenschappelijke« beweringen gebracht hebben tot ang-stige vragen aangaande de werkelijkheid der ziel. hetrecht der persoonlijkheid, de realiteit onzer verantwoor-delijkheid.

De Schatkamer 20 Dec . 1907.

Het is een boek, dat van studie getuigt en tot studiedringt, maar het is meer : het getuigt van het Leven endringt tot het zoeken daarvan.

Nederl. K. B. 21 Dec. 1907.

Menschen van geestesbeschaving, twijfelende zielen moe-ten het in zich opnemen en overdenken. Dr. de H. isiemand met uitmuntende intelligentie en groote be-lezenheid.

Ontwikkeling Dec. 1907.

De Heilsfeiten,EEN. BESCHOUWING

DOOR

DR. A. H. DE HARTOG.

2de druk. Prijs I 1.25 gebonden f 1.65

Uitgaven van P. Da. VEEN Amersfoort.

De groote lijnen, die door het denken der oude phi-losofen heenloopen, van de voor - Socratische natuurphi-losofie tot aan het Neoplatonisme, zijn uitnemend aan-gegeven.

De IYaclzter Juni 1907.

in beknopten vorm, een helder en eigenaardig geteekendoverzicht van het grieksche wijsgeerige en godsdienstigedenken in de eeuwen vóór en na Christus

Kerkelijke Courant October 1907.

't Boekje leent zich uitnemend als handleiding vooreen cursus in de philosofie.

Friesek Dagblad i6 Mei 190.

De Levensbiecht van eenGodzoeker.

UIT DE BEKENTENISSEN VAN AUGUSTINUS.

VERZAMELD EN TOEGELICHT DOOR

E. M. TEN CATE.

Prijs f 1 . — Gebonden f 1.35,

Uitgaven van P. Dz. VEEN, Amersfoort.

De Heilsfeiten,EEN BESCHOUWING

DOOR

DR. A. H. DE HARTOG.

2de druk. Prijs f 1.25 gebonden f 1.65

Na een korte inleiding worden achtereenvolgens : DeSchepping (p. 25 en v.) ; De Val (p. 34-50); De natuur-lijke en geestelijke Mensch (p. 51-66) ; De Vleeschwordingdes Woords (p; 66-87) ; De Zoendood (p. 87-105) ; DeOpstanding (p. 106. 121); De Hemelvaart (p. I21-130)en de Uitstorting van den H. Geest (p. 130-143) in on-derlingen samenhang beschouwd.

Het doet altijd weldadig aan, de gedachtengang te vol-gen van een man, die over de hoogste levenswaarheidveel en diep heeft gepeinsd, ook met het oog op eigenzielsbehoefte.

Daarom las ik met groote ingenomenheid «De Heils-.feiten»

Geloof en Vrijheid afl. 5. 1907.

..6f geen bespreking 6f eene uitvoerige bespreking moethet worden. Ik koos liet laatste. Vooreerst om het be-lang van het werk, dat reeds «als teeken des tijds»mei kwaardig is i ) en waarvan is gezegd, «dat het komenmoest en door de behoeften van duizenden in de Chris-telijke kerk is gebaard.» 2)

De Wachter. April 1907.

i) De Hervorming no.2 1907.2) Den Gulden Winckel Januari 1907

Uitgaven van P. Dz. VEEN, Amersfoort.

Voor Theosofen vooral is het een zeer lezenswaardigboek. De Theosofen, die zich meer speciaal met hetChristendom bezig houden, zouden goed doen zich «DeHeilsfeiten» aan te schaffen.

Theosofia October 1907.

Zonder ik uit, wat de Doctoren Kuyper en Bavinckwel gepubliceerd hebben, dan is dit het meest degelijke,dat ik van Godgeleerden kant in Holland ken. Nu zouhet nog niet veel beteekenen als ik den heer De Hartogeen eereplaats beloofde onder Hollands theologen ... •Maar Dr. de H. is ook in absoluten zin een ongemeeneGeest en zijn boek is zoo voortreffelijk, dat ik het denkte gebruiken met m'n meer ontwikkelde pupillen vangerijpten leeftijd.

Ontwikkeling; Februari 1907.

Wellicht wekt het vrees voor koud wetenschappelijkbetoog. Geen nood ! want het betoog is getuigenis ; 'tgaat er niet om doode feiten, maar om levend heil.

Vox Stuc'iosorurn. 31 Januari 1907Wij kunnen verstaan, dat zij die klagen over eerre dood-

dogmatische „bediening des Woords" verkwikt wordendoor een boek als dit van dr. de Hartog is : gelijk hetin «Ons Tijdschrift» werd uitgedrukt : «het spreekt tothunne ziel.»

Kerkelijke Courant, 22 Maart 5907.

De Redelijkheid der Religie,DOOR

DR. A. H. DE HARTOG.

f 2.25. Gebonden f 2.90

Uitgaven van P. Dz. VEEN Amersfoort.

Gedachten uit TaulerVERZAMELD DOOR

L. DE HARTOG-MEIJJES.Im : Antique gebonden f 1.90 Verguld op snee f 2.25.

Smaakvol ziet dit boekje er uit, en kostelijk zijn Tauler'sgedachten vertolkt en vele van die gedachten zijn tref-fend en schoon.

Stemmen voor Waarheid en Vrede pagina 682 1907.

Dit is een van die boekjes, die men niet achtereen uit-leest, maar op zijn tafel legt om er nu en dan een blikin te slaan en een of ander gulden woord, sprekend tothet innigste gemoedsleven uit op te vangen.

Kerkelijke Courant 17 Mei 1907.

In een smaakvollen bundel, met het portret van JohannesTauler versierd, wordt ons hier een keur van reine, diep-zinnige gedachten voorgelegd.

De Wachter Augustus 1907. .het middeleeuwsche gewaad, waarin dit gulden

boekske gestoken is, de aantrekkelijkheid er van verhoogtFriesch Dagblad I I April 1907.

Vele zijner gedachten zijn zeer verheven en het lezenoverwaard.

Algem . Nederl. Studenten Weekblad «Minerva».

Elk dezer gedachten verdient te worden overpeinsden zal worden overpeinsd tot heil.

We denken dit boekje nog vaak te voorschijn te halen.Org.v.h. Utr. Stud. Z: G: Eltheto 25 April 1907.

Uitgaven van P. Dz. VEEN, Amersfoort.

Vele kostelijke woorden van dezen begaafden Christenverzameld, die stichting kunnen geven en leering.

Amersfoortsch Dagblad 13 April 1907.

In een keurig bundeltje worden ons «gedachten uitTauler» voorgezet.

De Hervorming 20 April 1907.

Dit boekje bevat inderdaad vele schoone gedachten.

De Standaard 22 April 1907.

Wij danken de verzamelaarster, die voor hen, die naarmystieke lectuur vragen, deze edele soort toegankelijkheeft gemaakt.

Nederlandsche Kerkbode 13 April 19o7.

daarom is het noodig eens kennis te nemen van degevoelsuitingen der godvruchtige my stieken, en daaraanzijn inwendig leven te toetsen.

De Nederlander 15 April 1907,

Uit elke uitspraak ademt gezonde mystiek.

De Schatkamer Mei 1907.

Gebonden is het een vriendelijk geschenk. Wie hetheeft zal het dikwijls ter hand nemen en telkens voelenhet wijst ,,omhoog» en leeren verstaan, het lijden beurtomhoog en Gods genade doet uit lijden zielevrede ge-boren worden.

Nieuwe Zondagsbode to Augusi:us 1907.

Ook een kennismaking met Tauler is de moeite over-waard. De denkende mensch behoort deze gedachtente lezen en te overwegen.—Hun taal is zeer bevattelijkhun wezen is mooi en diep. Ook het boekje is mooi inimit. antiek.

Vlaamsche Gazet November 1907.

Bij P. Dz. VEEN te Amersfoort verscheen :

De Levensbiecht van een GodzoekerUIT DE

Bekentenissen(CONFESSIONES)

VAN

AUGUSTINUS.Verzameld en toegelicht door E. M. TEN CATE.

Prijs f 1,==, gebonden f 1,35.

Een handig en smaakvol gedrukt boekje van 152 bladzijdenkomt ons als verzameling van het meest genietelijke uit hetberoemde geschrift van den vromen kerkvader zeer lezenswaardigvoor. De menigvuldige toelichting van den schrijver zal zekerhet genot d'er . lezing verhoogen en hare vrucht vermeerderen.

DE ZONDAGSBODE, 9 Februari 1908.

Ik geef aan de ve rtaling van den Heer Ten Cate beslist devoorkeur. STEMMEN VOOR WAARHEID EN VREDE,

pag. 347, 1908.

Van den Schijver dezes zal binnenkort verschijnen:

HET PROGRAM DER MODERNISTENUIT HET ITALIAANSCH VERTAALD,

EN

Naar GodsdiensteenheidUIT HET FRANSCH VERTAALD.

van l'Abbé J. DE BONNEFOY.