HET GEHEUGEN - Fledder Kerspel Geheugen van Monique Molenaar KS41.pdf · witte baarden. Overigens,...
Transcript of HET GEHEUGEN - Fledder Kerspel Geheugen van Monique Molenaar KS41.pdf · witte baarden. Overigens,...
24
Geboren: 9 april 1956 te Hillegom als dochter van een vertegenwoordiger in bloembollen (Noorwegen), getrouwd in 1986 te Velp met John Boersma, drie zonen, Ype (27), Jelmer(24) en Jip(21). Toen woonachtig: Verschillende adressen in Nederland, voor haar vertrek naar Vledder woonde het gezin in Arnhem. Nu woonachtig: Kwam in 1994 in Vledder te wonen op het adres Nijbrecht 24. Beroep: Zzp’er als subsidie-adviseur en tekstschrijver. Bijzonderheden: Na de middelbare school eerst de lerarenopleiding gedaan met als vakken geschiedenis en textiele werkvormen, daarna gestudeerd aan de Rijksuniver siteit Groningen met als afstudeerrichting Geschiedenis. Hobby’s: volleybal en schilderen. Is voorzitter van de SportVereniging Vledder.
HET GEHEUGEN
Monique Molenaar
1978 2017
25
Wat is je oudste herinnering aan het dorp?
Deze vraag is niet zo moeilijk te beantwoorden. In onze studententijd – ik had toen al
verkering met John – maakten wij in 1978 vanuit Groningen een kampeerfietstocht
door Nederland. Camping “Adelhof” in Vledder was onze laatste stopplaats voordat
we weer naar Groningen terug fietsten. In mijn fotoboek kun je lezen: “ Vledder, bij
het kruisje (op de plattegrond van het kampeerterrein) hadden wij onze tent gezet.
Een leuke camping, een leuk gebied, maar er was ’s avonds niets te doen!”
Maar de vraag is natuurlijk bedoeld als “Wat is je oudste herinnering aan Vledder
nadat jullie er kwamen wonen?” Voor de toewijzing van een bouwkavel werden we
indertijd op het gemeentehuis uitgenodigd, dit gaf ons het plezierige gevoel dat we
welkom waren. Voor sommige kavels was veel belangstelling, daarvoor moest wor-
den geloot (misschien nu nog wel als ze beschikbaar zouden komen!). We waren te-
vreden met onze toewijzing en de bouw kon beginnen, we waren erg blij toen we
onze nieuwe woning konden betrekken. Een Drentse studievriendin uit Norg had mij
gewaarschuwd: “Houd je zeker in het begin gedeisd, val niet op en steek je hoofd
vooral niet boven het maaiveld uit, daar houden Drenten niet van! Je wordt al gauw
een “wiesneus” gevonden.” Nou, dat viel reuze mee. Mijn man John kwam al snel
met het idee om in “de Tippe” het halfjaarlijkse programma “Dikke Verhalen” te or-
ganiseren. Hij had het programma in Borger onder leiding van Jans Polling1 gezien.
John, ik en enkele anderen2 die oorspronkelijk uit Vledder of omgeving kwamen, zijn
dat programma in 1997 gestart met Aaldert Duiven als eerste gespreksleider. Vanaf
het begin was het een succes. Nu na twintig jaar komen er nog steeds elke keer weer
ruim 150 bezoekers uit alle windstreken van het land er op af. De organisatie ervan
bracht ons snel in contact met de autochtone bevolking. In de Vledderse gemeen-
schap zijn wij volkomen als ‘westerlingen’ geaccepteerd. Vergeet daarbij niet dat
jongeren het verschil tussen het oude en nieuwe Vledder nauwelijks kennen.
Welk voorval heeft de meeste indruk op je gemaakt?
Het zijn niet echt indrukwekkende voorvallen, maar misschien wel leuk om te vertel-
len. We woonden nog maar net in Vledder toen m’n zoontje een fietsje nodig had. Ik
naar de plaatselijke fietshandel, vond er een leuk fietsje en vroeg in keurig Neder-
lands: “Mijnheer, wat kost dit fietsje?” De fietshandelaar keek mij even goed aan en
zei: “Tweehonderdenvijftig gulden.” Ik antwoordde: “Dat wil ik eerst met mijn man
overleggen.” Thuis gekomen besprak ik de voorgenomen aankoop met mijn man,
beschreef het fietsje, en het leek ons wel wat. John er naar toe. Weer dezelfde vraag
maar nu in het Drentse dialect. Het antwoord was nu: “Honderdviefenzeuventig gul-
den.” Kennelijk hield de fietshandelaar er verschillende prijzen op na, afhankelijk
van degene, die voor hem verscheen. Hij wist niet dat John mijn echtgenoot was.
26
Een ander voorval, dat indruk maakte was de intocht van Sinterklaas (1998) in
Vledder. De intocht vanaf het gemeentehuis moest nog beginnen en de goedheilig-
man, gezeten in een koets, had zich met z’n zwarte knecht en koetsier verborgen op-
gesteld achter de Kleine Brink. Met mijn zoontje Jip, toen bijna twee, ik op weg naar
het gemeentehuis. Maar voor de intocht was begonnen kwamen wij de Sint al tegen
en hij groette ons allerhartelijkst. Ik niet wetende dat de Sint een goede bekende van
mij was van de volleybalclub (Hans Vermeer). De Sint stond op en wou Jip een hand
geven, pakte hem bij zijn knuistje en drukte hem stevig tegen zich aan. Jip zette het
op een brullen. Het paard schrok zo, dat het begon te steigeren en het sloeg bijna op
hol. De Sint tuimelde voorover, viel en de koetsier kon maar nauwelijks het paard in
toom houden. Jarenlang heeft onze zoon Jip een hekel gehad aan mannen met lange
witte baarden.
Overigens, het was niet altijd koek en ei. We hebben wat problemen gehad met
het onderwijs aan de lagere school in Vledder. Onze oudste zoon kwam van een
Montessorischool in Arnhem en was een geheel ander soort onderwijs dan in Vledder
gewend. Dat gaf problemen, juf was in onze ogen nogal star en streng, en wel zoda-
nig dat onze zoon zich er erg ongelukkig voelde. Wij hebben toen onze kinderen on-
derwijs in Nijensleek laten volgen. En daar ging het prima. Overigens in die tijd
‘verhuisden’ meer kinderen vanuit Vledder naar de christelijke school in Nijensleek.
Welke persoon heb je als het meest kleurrijke ervaren en waar-om?
Daarvoor komt voor mij maar één persoon in aanmerking en dat is Philip Boot, onze
oude huisarts. Bij zijn bezoek op kraamvisite, het was een warme dag in mei, kwam
hij binnen in een strakke korte broek met t-shirt. Verbaasd dacht ik “Is dat nu onze
huisarts?” Ik had een man in een keurige lange broek met gestreken overhemd ver-
wacht. Maar de verbazing was snel verdwenen, toen we hem leerden kennen. Hij
bleek een ontzettend aardige en vriendelijke man te zijn, deskundig en accuraat in
zijn vak. Veel aandacht voor de mede-
mens, wat o.a. blijkt uit zijn inzet voor
Vluchtelingenwerk. Ook altijd actief in en
belangstellend voor het Vledderse dorps-
leven. Iedereen kan altijd een beroep op
hem doen.
Het is al weer een paar geleden dat Philip
Boot een nieuwe heup kreeg. Hij liep nog
met krukken. Het had stevig gevroren en
het ijs hield bijna. John en ik samen naar
27
“de Lodewiek”, de Vledderse ijsbaan, om te kijken of het ijs al hield. En wie reed
tot onze grote verbazing daar in zijn eentje op de baan: Philip Boot! Zijn vrouw
Nelleke stond als enige aan de kant met zijn krukken in de hand.
Geweldig vind ik dat hij elk jaar in de decembermaand tijdens de advent elke
dag op een midwinterhoorn blaast. Iemand anders in het dorp antwoordt hem dan
met een zelfde hoorn. Een bijzondere en fijne sfeer ontstaat dan, althans in mijn
beleving.
Welke verandering aan het dorp, als je daar nu op terugkijkt, is het meest positieve en welke het meest negatieve?
Het meest positieve vind ik de wijze waarop men omgaat met natuur en landschap
rondom het dorp, ook geniet ik van de diversiteit ervan. Een voorbeeld is het weer
terugbrengen van de Vledder A in zijn oorspronkelijke toestand. De omgeving van
het dorp maakt Vled-
der zo boeiend voor
iedereen die daar oog
voor heeft. Ook vind
ik de eeuwenoude
NH Kerk een prachtig
gebouw, die met zijn
toren het dorp van
verre al laat zien. De
restauratie vind ik
zeer vakkundig ge-
daan. Positief vind ik
ook dat in Vledder
alles te koop is. Je
hoeft voor geen enke-
le aankoop naar de
grote stad, uitzonde-
ringen natuurlijk
daargelaten.
En ja, wat vind je het
meest negatieve?
Ronduit lelijk vind ik
de aanleg van een
parkeerterreintje op
de plaats van het af-Foto: Tiemen Stuiver
28
gebrande café naast de Kleine Brink. Vergelijk eens twee foto’s, een foto van het
café met winkel rond 1925 en een foto van nu. Je ziet het grote verschil. Ik verbaas
mij er ook over dat de gemeente niet kritischer omgaat met oplossingen aan de
Dorpsstraat, ook met de veranderingen aan deze dorpsbepalende straat gedurende de
afgelopen jaren.
Het besluit om de Tuinbouwschool in Frederiksoord in 2005 op te heffen zie ik als
een buitengewoon naïeve bestuurlijke beslissing. Deze sluiting had naar mijn mening
nooit mogen gebeuren. Als historica verbaas ik me erover dat er geen bestuurder (bij
provincie of gemeente) is geweest die het voortbestaan van de tuinbouwschool als
hot item op de agenda heeft gezet met als uitgangspunt “Dit mag nooit gebeuren, niet
over mijn lijk!” De school, die in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog ruim 600
leerlingen telde, was uitermate belangrijk voor de regio en een begrip in het land
(noem Frederiksoord en men kent wel iemand, die op de school heeft gezeten) en
daarmee een belangrijk stuk cultureel erfgoed. Zoiets doek je niet zomaar op. Ik heb
begrepen dat de Maatschappij de eigendommen (tuin en school) onlangs weer in be-
zit heeft gekregen en naarstig op zoek is naar een passende bestemming. Ik hoop, dat
die dan wordt gevonden in de vorm van educatie op het gebied van land-, bos- en/of
tuinbouw, passend in het gedachtengoed van Johannes van den Bosch. Natuurlijk ben
ik blij dat nagenoeg zeker het gebied van de Maatschappij van Weldadigheid volgend
jaar geplaatst wordt op de Unesco Werelderfgoedlijst.
Om te besluiten nog een tip. Ook de trambaan van Steenwijk – met een station in
Frederiksoord – naar Oosterwolde bestaat helaas niet meer. Zou het niet geweldig
zijn om een elektrische tram te laten rijden, bijvoorbeeld van Giethoorn via Steen-
wijk en Frederiksoord naar Vledder, visa versa. Het zou een geweldige toeristische
impuls kunnen geven.
Tiemen Stuiver
(e-mail: [email protected])
1 Jans Polling is in 1946 in Norg geboren. Bekend als radiomaker, presentator, schrijver,
zanger en verhalenverteller in het Drentse dialect. 2 Hilly Vos-Eleveld, Klaske Voorstok-van Roozendaal, Jan en Annie Dekker, Jan Mensink en
Kasper Bovenkamp.