Het faillissement van de marktutopie?

download Het faillissement van de marktutopie?

of 11

Transcript of Het faillissement van de marktutopie?

  • 8/7/2019 Het faillissement van de marktutopie?

    1/11

    1

    Nico Koning

    Het faillissement van de marktutopie?

    Lezing op een discussieavond met Hans Achterhuis over zijn boek De u t op ie va n

    d e vr ije m a rk t , georganiseerd door de Amsterdamse Alumnikring Andragologenop 30 september 2010

    Het faillissement van de marktutopie, was onze titel. Het heeft er even op gelekendat het neoliberalisme bankroet was. Er leek geen redden meer aan. Het wasduidelijk geworden dat je de financile markten niet vrij kan laten. Overal gingenoverheden de teugels weer in handen nemen, de dereguleringsgolf werd tot staangebracht, er zijn zelfs banken genationaliseerd.Nu zetten we toch maar even een vraagteken, want de marktutopie lijkt eendoorstart te maken. De omstandigheden zijn opeens weer gunstig voor demarktfundamentalisten nu de bankencrisis is uitgemond in een landencrisis: deontmanteling van overheidsinstellingen staat nu op de agenda. De overheden zijneen stuk minder bezig de regie over te nemen, ze zijn eerder bezig zichzelf eenstukje af te schaffen, vooral in Nederland. En daarmee krijgt de markt weer ruimbaan.Ik baseer, wat ik verder ga zeggen, voor een groot deel op analyses in hetvanavond ter discussie staande boek van Hans Achterhuis en mijn betoog ligt ookdeels in het verlengde daarvan.Ik richt me voornamelijk op een essentieel ingredint van de utopie van de vrijemarkt, namelijk het idee van het marktevenwicht. Eerst bespreek ik het ideaalzelf en daarna luisteren we kort naar de belangrijkste critici van dit

    evenwichtsideaal. Vervolgens kijken we hoe dit mooi klinkende idee steeds weerin duigen valt en in het bijzonder naar de situatie waarin we nu zijn beland.Tenslotte verkennen we mogelijkheden om de aangerichte schade te boven tekomen.

    evenwichtsutopieIk begin dus met de evenwichtsutopie. Utopien zijn niet zo leuk als ze lijken.Pogingen om utopien te verwerkelijken laten in het algemeen sporen vanvernieling na. Hans Achterhuis heeft dat in diverse publicaties laten zien. Maar(naar hij ook heeft laten zien) begint utopisch denken nogal onschuldig, om niette zeggen sympathiek. Het komt voort uit een soort enthousiasme.De evenwichtsutopie ontspringt aan het vooruitgangsenthousiasme van deVerlichting. Er zijn minstens drie hoofdingredinten van het verlichte denken dieaan de basis liggen van de marktutopie:

    a. het ideaal van het vrije individu, vertaald als mogelijkheid voor elk individuom zonder tussenkomst van welk gezag dan ook de markt te betreden eneigen keuzen te maken.

    b. De mens als schepper van zijn eigen wereld, vertaald als bouwer aan zijneigen welvaart.

    c. De bevrijding van het publieke domein. De Verlichting bewerkstelligde eenontvoogding van het publieke domein en dat heeft ook de ongecontroleerde

    handel mogelijk gemaakt.De filosoof die de vrijheidsidealen van de Verlichting doortrok naar het idee vaneen vrije markt, was Adam Smith, exponent van de Schotse Verlichting (in het

  • 8/7/2019 Het faillissement van de marktutopie?

    2/11

    2

    boek is een hoofdstuk aan hem gewijd). Hij bepleitte vrije koop en verkoop op demarkt en ook vrije handel over de grenzen. Specialisatie is de bron van welvaart.Beroemd is zijn beschrijving van efficinte werkverdeling in een speldenfabriek,en ook beroemd is het citaat over de bakker en de slager die hun werk niet doenom ons een plezier te doen, maar handelen uit eigen belang, maar tegelijkertijdhandelen al die bakkers en slagers onbedoeld ook in het algemeen belang. Zij

    worden daarin als het ware door een onzichtbare hand geleid, namelijk hetmarktmechanisme. De onzichtbare hand, dat is het prijsmechanisme dat allesregelt zonder regelaars.Smith heeft met zijn idee van de onzichtbare hand de basis gelegd voor deevenwichtsutopie. Smith zelf was niet zo'n utopist. Hij was realistisch over denoodzaak van een sterke staat, daar kom ik straks op terug. Smith vond in hetbijzonder dat bankiers goed onder controle gehouden moesten worden.

    marktmechanismeDie onzichtbare hand, door Smith vrij terloops zo genoemd, is later het symboolgeworden voor het marktmechanisme. Laten we even kijken hoe het werkt. Demarkt regelt zichzelf, dat is het mooie. In een planeconomie moet nauwkeuriguitgerekend en geschat worden hoeveel er van alles moet worden geproduceerd.Als je op een bepaalde bevolking zo en zoveel broden nodig hebt per jaar, moet erzo en zoveel tarwe verbouwd worden, zoveel ovens gefabriceerd, zoveel mensen diehet tarwe maaien, dorsen, malen, zoveel molens, enz. In een markteconomie hoeftniemand dat te regelen. Er is genoeg van alles, de koopkrachtige vrager beslisthoeveel van wat geproduceerd wordt, de prijs regelt de te produceren hoeveelheidheel precies. Vraag en aanbod zijn altijd in evenwicht. Dat prijsmechanisme is deonzichtbare hand.Dat geldt voor goederenmarkten, waar producten verhandeld worden, maar ook

    voor factormarkten waar productiefactoren verhandeld worden, namelijk natuur,arbeid en kapitaal. Voor elke bedrijfstak is voldoende grond beschikbaar, maarwaar grond het dringendst nodig is, zal de hoogste prijs betaald worden. Ookvraag en aanbod van arbeid zijn in evenwicht. De beroepskeuze wordtbijvoorbeeld gestuurd door de prijs van arbeid, namelijk de loonhoogte. Engeldkapitaal rolt daarheen, waar de meeste rente (of dividend) betaald wordt,vraag en aanbod zijn ook daar in evenwicht, zonder dat iemand het regelt. Dekoers van een munt zorgt ervoor dat import en export in evenwicht zijn, enz.Stel dat de vraag ergens groter is dan het aanbod, laten we zeggen hetaangeboden spaargeld op een bank is groter dan het gevraagde geld. Er is duseen onevenwichtigheid, er blijft geld op de bank hangen, het rolt niet. Deonzichtbare hand maakt het weer goed. De bank zal de prijs van geldkapitaallaten zakken om het kunnen slijten, dus de rente gaat omlaag. Gevolg: hetaanbod daalt, want het is minder aantrekkelijk om te sparen en de vraag stijgt,omdat het lenen van geld goedkoop wordt. En kijk, de markt is weer in evenwicht.Het is een prachtig systeem, dat heeft nu al een paar eeuwen tot de verbeeldinggesproken. Zo gaat het ook op de goederenmarkt en op de arbeidsmarkt.Elke producent, elke consument, elke bankier, maakt vrije keuzen voor welkeprijzen, lonen, rentes hij/zij iets wil aanbieden of vragen en er zijn nooitoverschotten of tekorten. Zonder heerser, zonder dwang, zonder plancomit,zonder bureaucratie, zonder verkiezingen, dat is allemaal overbodig. En

    bovendien: de markt vergist zich niet, er worden geen rekenfouten gemaakt, er isgeen misorganisatie.

  • 8/7/2019 Het faillissement van de marktutopie?

    3/11

    3

    negatieve terugkoppelingTechnisch gesproken berust het systeem op negatieve terugkoppeling, eenmechanisme dat o.a. in de biologie bekend is. De markt werkt als een soortorganisme, dat altijd op zoek is naar evenwicht. Het is een zelfherstellendsysteem, waarbij de prijs het regelend medium is. Negatieve terugkoppeling houdtin dat de input in het systeem leidt tot een output die de oorspronkelijke input

    verzwakt. Verstoringen van het evenwicht leiden dus automatisch tot een procesdat die verstoring weer neutraliseert. Een thermostaat werkt ook zo: als eenevenwichtige kamertemperatuur door externe kou wordt verstoord, gaat de ketelbranden en als de temperatuur vervolgens boven de evenwichtswaarde komt,houdt het branden op. Economische processen hangen van dit soort dingen aanelkaar. Er is bijvoorbeeld een populaire beroepsopleiding die maar groeit, maardie wordt dan geremd door lagere lonen en bij schaarste juist gestimuleerd.Riskante leningen worden geremd door een hoge rente. De Amerikaanse centralebankpresident Greenspan betoogde in een hoofdstuk in een bundel van zijn idoolAyn Rand dat het leveren van slechte producten vanzelf wordt gestopt door hetverlies van klanten, zodat toezicht op kwaliteit van producten, ook b.v. vanmedicijnen, overbodig is. Hier vindt ook negatieve terugkoppeling plaats.Dit mechanisme schijnt feilloos te werken. Het werkt zolang het niet verstoordwordt door een bemoeizieke overheid. En omgekeerd, als het niet werkt met datwel veroorzaakt zijn door een stoorzender, de overheid dus. Als de markt lijkt tefalen gaan de adepten van de vrije markt altijd zoeken naar wie de marktverstoord heeft. Daar kom ik nog op terug.

    neoliberalismeAfblijven van de markt. Laissez faire, is het parool. Kan de overheid het alleenverkeerd doen? In de geschiedenis van het liberale marktdenken werden aan de

    overheid juist altijd belangrijke rollen toegekend. De markt kan sowieso alleenfunctioneren als er vrede is, de overheid moet het geweld bedwingen. De overheidmoet bovendien de eigendomsrechten beschermen, zonder dat kan de markt ookniet werken. Maar de bemoeienis gaat verder: de overheid speelt de rol vanmarktmeester. De overheid moet er als een scheidsrechter op toezien dat despelregels nageleefd worden. De overheid moet ook de concurrentie bevorderen,monopolie- en kartelvorming moeten bestreden worden. En daar waar monopoliesnatuurlijk zijn (bij de productie van veiligheid b.v en bij infrastructurele werken)moet de overheid zelf de productie organiseren.Op een aantal van deze punten is dit liberale realisme m.b.t de grenzen van demarkt doorbroken door het neoliberalisme. Juist in het neoliberale denken krijgthet enthousiasme over de wonderlijke werking van de markt utopische trekken.Wat blijft staan als overheidstaak is geweldbeheersing en bescherming vaneigendom, maar verder blijft er niet veel over. Er zijn zelfs radicale zogehetenlibertarirs of anarchokapitalisten die de hele overheid willen afschaffen. Wat deiets meer gematigde neoliberalen willen: de sociale taak van de overheidreduceren of afschaffen, het toezicht afschaffen (deregulering), hetconcurrentiebeleid afschaffen (ruim baan voor monopolies, hoewel dat inneoliberale kringen omstreden is), in het algemeen zo veel mogelijkoverheidsdiensten privatiseren en de collectieve sector verkleinen ten gunste vande particuliere sector. Het bedrijfsleven kan dergelijke diensten veel efficinter

    leveren onder de z.g. tucht van de markt.In het neoliberale denken is een welhaast onwrikbaar geloof in de markt. Demarkt is de meest efficinte manier waarop mensen in hun behoeften kunnen

  • 8/7/2019 Het faillissement van de marktutopie?

    4/11

    4

    voorzien. Welvaart en rijkdom gloren aan de horizon. En als het niet zo meezit, isdat een tijdelijke kwestie, een marktschommeling op weg naar een evenwicht. Nahet zure zal altijd het zoet komen. Als de markt grondig verstoord is geweest (m.n.door overheden) zijn pijnlijke processen nodig om de patint weer gezond temaken. Dat is wat Naomi Klein de shockdoctrine genoemd heeft. Er was eenshocktherapie nodig na het socialistisch experiment in Chili, er waren

    dramatische schokken nodig in Polen en Rusland na het fiasco van decommunistische planeconomien. Die therapien zijn uitgedokterd door de meestinvloedrijke profeet van het neoliberalisme: Milton Friedman.Dezelfde Milton Friedman heeft ook het begrip natuurlijke werkloosheid bedacht.Een gezonde economie, een economie in evenwicht, heeft een fors aantalwerklozen, dat is natuurlijk. Zijn er te weinig werklozen dan is er een evenwichtverstoord, werkgevers kunnen dan moeilijk aan personeel komen, de lonen gaanomhoog, de prijzen volgen, en dan prijst die werkgever zich uit de markt. Hijverliest klanten, moet mensen ontslaan, de werkloosheid neemt toe en dan wordthet natuurlijke niveau weer bereikt.

    efficint?Als een crisis ernstiger is dan een gewone dip, moet er iets aan de hand zijn. Voorneoliberalen is dan altijd de overheid de spelbreker. Maar de kredietcrisis heefthet neoliberale denken in ernstige verlegenheid gebracht. Er is op grote schaalveel te risicovol krediet verleend. Een coryfee als Greenspan kwam tot de slotsomdat hij zich vergist heeft met zijn taxatie dat de markt dit zelf zou reguleren. Maaranderen hebben verdedigingslinies opgeworpen. De kredietcrisis zou nietontstaan zijn door een te vrije, ongereglementeerde kredietmarkt, maar juist doorte weinig markt. De overheid heeft zich ermee bemoeit. De Amerikaanseoverheden onder Clinton en Bush wilden het eigenwoningbezit stimuleren en

    hebben hypotheekverstrekkers aangezet tot hypotheekverlening aan armehuizenkopers. Dit verhaal is nu ook in de VVD populair.Een andere verdedigingslinie uit de meer radicale libertarische hoek luidt datGreenspan de geldhoeveelheid te veel reguleerde, m.n. door de rente te verlagen.Ook hier heeft de overheid het gedaan.Dit utopische denken verwacht alle heil van de markt en alle onheil van deoverheid. Ongetwijfeld kunnen we mede dankzij de uitbouw van markten in veelmeer behoeften voorzien dan ooit mogelijk was. Maar het is misschien goed ookstil te staan bij zaken die de markt kennelijk niet levert.De Amerikaanse econoom Joseph Stiglitz heeft er bijvoorbeeld op gewezen dat definancile wereld de afgelopen jaren buitengewoon innovatief was en dat er heelveel nieuwe financile producten op de markt zijn gekomen. Wat in het aanbodontbrak, zegt hij, was een simpele en safe hypotheek met voorspelbaretermijnbedragen en een verzekering tegen grote risico's (althans in de VS).Kijken we naar andere dan financile markten, dan kunnen we bijvoorbeeldconstateren dat markten kennelijk niet in staat zijn om snel vervoer (zonder veelfiles) te produceren. Markten kunnen ook geen werkzekerheid eninkomenszekerheid leveren. En, laatste voorbeeld, een stabiel klimaat zit alhelemaal niet in de aanbieding. Van een efficinte voorziening in onze behoeftenis voorlopig maar zeer ten dele sprake.

    MarxDat markten niet altijd zo goed werken, is geen nieuw inzicht. Ik laat een paarvan de belangrijkste theorien over marktfalen heel kort de revue passeren.

  • 8/7/2019 Het faillissement van de marktutopie?

    5/11

    5

    Marx om te beginnen. Hij laat vooral zien dat markten in de praktijk in de eersteplaats particuliere belangen dienen, dat de bakker en de slager via de onzichtbarehand misschien het algemeen belang dienen, maar als eenmaal het eigenbelangeen geaccepteerd uitgangspunt is, dan gaat de onzichtbare hand als eenonzichtbare voet werken, die mensen eruit trapt, als ze niet meer een bepaaldparticulier doel dienen. Arbeidsuitstoot is inherent aan een groeiende

    markteconomie. Zijn theorie over het industrieel reserveleger is m.i. minderachterhaald en actueler dan vaak wordt gedacht. De theorie heeft in het bijzondervoorspellende waarde in een periode waarin relatief veel arbeidsbesparende enminder kapitaalbesparende investeringen worden gedaan.Marx laat bovendien ook zien dat periodieke crises tot de wetmatigheden van demarkteconomie behoren. Daar laat ik het even bij. Het thema van de periodiekecrises is later veel meer uitgewerkt door Keynes.

    KeynesKeynes theorie is vooral een antwoord op de crisis van de jaren dertig. Hij laatzien dat het principe van de negatieve terugkoppeling vaak niet werkt en dat deeconomie in een neerwaartse spiraal kan komen. Hij maakt daarbij onderscheidtussen twee soorten evenwicht. De economie kan na een neerwaartse spiraal eenevenwicht bereiken op een laag niveau, met lage inkomens en veel werkloosheid.Vraag en aanbod op de goederenmarkten zijn dan in evenwicht, maar deproductiecapaciteit blijft voor een groot deel onbenut. Te veel machines draaienniet, te veel handen wapperen niet. Dan is er weliswaar inkomensevenwicht,maar er is evenwicht op een veel hoger niveau mogelijk, er zou net zoveel besteedkunnen worden dat alle capaciteit wordt benut. Dat noemt hijbestedingsevenwicht. Dat evenwicht wordt niet automatisch bereikt volgensKeynes. Dat komt doordat de factormarkten niet goed werken. Alleen de overheid

    kan de economie reguleren in de richting van een bestedingsevenwicht.Het probleem zit niet bij de goederenmarkten, maar bij de factormarkten, en danmet name aan de onderkant van die markten, dus op de arbeidsmarkt bij lagelonen en op de kapitaalmarkt bij lage renteLaten we weer even kijken naar de werkingswijze van markten. Als de vraaggroter is dan het aanbod, dan stijgt de prijs of het loon of de rente en die stijgingbewerkstelligt evenwicht. Dit werkt op alle markten. Maar als er meer aanbod isdan vraag, kan het mechanisme haperen. In principe gaat de prijs (of het loon of de rente) dalen. Dat leidt op de goederenmarkt wel tot meer vraag (daar komt danevenwicht), maar niet op de arbeidsmarkt en ook niet op de kapitaalmarkt. Als deeconomie in een dip zit, durven ondernemers namelijk niet te investeren, ook alkunnen ze goedkoop mensen krijgen en goedkoop geld lenen. Ze weten namelijkniet of ze wel voldoende zullen verkopen. Ze laten zich niet aansturen door demarktprijs van productiefactoren, maar veel meer door afzetverwachtingen.Deze analyse heeft heel veel invloed gehad en heeft geleid tot een grotere rol vande overheid in alle westerse economien tot aan de neoliberale revolutie van dejaren 80

    PolanyiTot zover Keynes. .Dan gaan we naar de Hongaar Karl Polanyi, een tijdgenoot vanKeynes, maar radicaler dan Keynes. Hij komt in het boek van Hans Achterhuis

    uitvoerig aan de orde. Polanyi heeft zich veel met economiegeschiedenis beziggehouden. Markten bestaan al heel lang, maar ze zijn in de loop van degeschiedenis altijd ingebed geweest in het sociale leven, ze waren aan strakke

  • 8/7/2019 Het faillissement van de marktutopie?

    6/11

    6

    regels gebonden. Voor interne markten golden bovendien weer heel ander regelsdan voor externe markten. Nieuw is dat in de afgelopen eeuw (en deels diedaarvoor) de verzelfstandiging van die markten in gang is gezet. De marktenmoesten zelfsturend worden. Dat noemt hij disembedding , ze zijn niet meeringebed is de sociale context van waaruit ze zijn ontstaan. Hij vindt datonwenselijk, omdat de markt over mensen heen gaat walsen, maar niet alleen

    onwenselijk, ook onhaalbaar. Hij noemt het utopisch. Uiteindelijk zal de uitbouwvan de markten steeds weer stuiten op het niveau van het acceptabele. Op hetmoment dat de sociale kosten te hoog worden, zal er verzet komen en zal demarkt voor een deel getemd worden. Dat is gebeurd in de naoorlogseverzorgingsstaten.Hij maakt daarbij, evenals Keynes, het onderscheid tussen de werking vangoederenmarkten en factormarkten, maar heeft daarbij zijn eigen kenmerkendeterminologie. Hij spreekt van enerzijds rele goederen, anderzijds fictievegoederen. Arbeid, grond en geldkapitaal worden als goederen verhandeld, maarzijn geen echte goederen. Je kun ze niet zomaar verhandelen alsof het gewonegoederen zijn. Ze zijn om te beginnen niet produceerbaar. Je kunt niet bij eentekort aan arbeidskracht nieuwe arbeid produceren of, als de grond schaars is,een stuk van de zee droogleggen. Ook nieuw geld drukken kan niet, althans nietstraffeloos. Je kunt dus niet het aanbod vergroten, maar je kunt ook niet zomaarhet aanbod verkleinen, door mensen en grond even opzij te zetten. Kortom er iseen min of meer constant aanbod van productiefactoren, maar voor de werkingvan de markt zou het aanbod variabel moeten zijn. Grond en arbeid kunnenbovendien niet losgemaakt worden van hun context. De verhandeling ervan roeptvanuit de sociale sfeer tegenkrachten op.Keynes liet zien dat factormarkten aan de vraagkant vaak niet werken, Polanyilaat zien dat het aan de aanbodkant niet werkt. Als er bijvoorbeeld een te groot

    aanbod is, vormt dat voor de markt van goederen geen probleem, maar voorfictieve goederen, zoals arbeid, mensen dus, is dat wel een probleem.

    PigouDan nog een andere tijdgenoot van Keynes, namelijk Pigou. (Er is nog een vierdegrote econoom uit die tijd, namelijk Hayek, maar dat is juist de vader van hetneoliberalisme. Hans Achterhuis zal het vanavond over hem hebben.)Pigou was net als Keynes een liberale econoom, maar lag wel met Keynes in declinch. Het gaat mij nu om zijn visie op de beperkingen van de markt. Hetmarktmechanisme zorgt voor een efficinte voorziening in onze behoeften omdatde prijs die we voor een product over hebben opweegt tegen de totaleinspanningen die nodig zijn geweest om het product te maken. Een product wordtgemaakt zolang de kosten om het product te maken niet groter zijn dan de prijsdie de vrager ervoor over heeft. Dit lijkt een efficint omgaan met schaarsemiddelen, maar, zegt Pigou, in veel gevallen worden allerlei kosten nietmeegerekend in die prijs, hij noemt slijtage en schade door weggebruik, schadedoor alcoholgebruik, gezondheidsschade door fabriekswerk, milieuschade. Wenoemen dat tegenwoordig externe kosten of externaliteiten, ook welmaatschappelijk kosten. Pigou stelt voor die kosten mee te laten wegen in deprijs, via de z.g. Pigouvian tax. Daarmee was hij zijn tijd ver vooruit. Modernevarianten van Pigouvian tax zijn ecotax, rekeningrijden, emissierechten.

    Minsky Economengeneraties na WO II hebben zich ook beziggehouden met marktfalen,

  • 8/7/2019 Het faillissement van de marktutopie?

    7/11

    7

    maar bouwden steeds voort op een of meer van de vier tot nu toe besprokendenkers. Van hen noem ik alleen Minsky. Hij was een Keynesiaan, maar zochtverder naar oorzaken van de conjuncturele golfbeweging in de economie. Hijdenkt dat n sector die golfbeweging in de hele economie veroorzaakt, namelijkde financile sector. In die sector werkt de markt zeer gebrekkig en verstoorttegelijk alle andere markten. Hij ziet daar een soort wetmatige beweging van

    stabiliteit naar instabiliteit. Als het goed gaat in de financile sector, d.w.z. als erin zekere mate een voorspelbare evenwichtige groei is, worden steeds grotererisicos genomen in een concurrrentieslag tussen banken, tot een niveau waaropbeleggers aarzelen nog verder te gaan, en bij zon eerste blijk van onzekerheidbegint de spiraal naar beneden. De opeenvolgende fasen zijn, vereenvoudigdaangegeven, als volgt: eerst is er financile stabiliteit; lenen is dan tegelijk safe enwinstgevend; er worden nieuwe typen leningen gelanceerd; de externefinanciering groeit; het klimaat blijft safe en er komen steeds meer vormen vanspeculatieve financiering; er wordt steeds riskanter gefinancierd; er ontstaataarzeling over het nemen van nog meer risico; er wordt bijgeremd, wat anderenook kopschuw maakt; er ontstaat een bredere rem op kredietverlening; er wordenactiva in de aanbieding gedaan; de waarde van activa dalen, enz.Minsky overleed in 1996, maar ruim 10 jaar na zijn dood, bij het uitbreken vande kredietcrisis, werd hij pas echt goed gelezen. Hij heeft vroeg gezien dat definancile sector niet alleen maar een apart geval is met aparte wetmatigheden,maar dat die sector een grote impact heeft op de hele economie.Ik wijs in dit verband even op een interview in de Volkskrant met Coen Teulings,directeur van het CPB, een paar dagen geleden.

    De financile crisis die in 2007 in de VS begon, verraste zowel Coen Teulings als het CPB. Wehielden ons voor die tijd niet bezig met de financile markten. De meeste kennis over datonderwerp heb ik de afgelopen jaren opgedaan, zegt Teulings, die is opgeleid als arbeidseconoom

    metastabiel evenwichtIk ga wat conclusies trekken naar de situatie van nu. Evenwicht komt nietvanzelf, is gebleken bij deze crisis. Als we daarop vertrouwen, kunnen we hardvallen.Als we even naar het begrip evenwicht in de natuurkunde kijken: balletje A ligt ineen dal en is in stabiel evenwicht. Als je het naar rechts duwt, brengt dezwaartekracht hem weer naar links en omgekeerd. Dat is negatieveterugkoppeling. Maar balletje B ligt op een berg en is in labiel evenwicht. Als je

    balletje B naar rechts duwt gaat hij door de zwaartekracht steeds harder naarrechts. Dat is positieve terugkoppeling. Een tussenvorm is metastabiel evenwicht.Als je balletje C , dat in een dalletje naast een bergje ligt een beetje naar linksduwt gaat hij terug naar rechts, als je harder duwt, gaat hij over het bergje heenheel ver naar links. Ik denk dat metastabiel evenwicht met name kenmerkend isvoor financile markten.Het verschijnsel positieve terugkoppeling verstoort de droom van demarktadepten of zou dat moeten doen. In elk geval worden de markten zelf erdoorverstoord. En die verstoringen versterken zichzelf. Er zijn veel van dit soortspiraalbewegingen bekend, zoals de loon-prijsspiraal. Of het fenomeenvertrouwen of wantrouwen, een heel belangrijke factor. Een gebrek aanconsumentenvertrouwen b.v. leidt tot een lagere vraag en dus lagere productie endus lager inkomen, wat het consumentenvertrouwen verder aantast.Paniek is een extremere variant daarvan. Een run op de bank kan een bank

  • 8/7/2019 Het faillissement van de marktutopie?

    8/11

    8

    failliet doen gaan.Kuddegedrag hoeft niet uit paniek voort te komen, er bestaat ook heel rationeelkuddegedrag (de term kwam ik tegen bij John Cassidy). Met name op dekapitaalmarkt kan kuddegedrag nuttig zijn, namelijk als je niet over relevanteinformatie beschikt. Wat is een aandeel bijvoorbeeld waard? De waarde wordtbepaald door de potentile winstgevendheid van het betreffende bedrijf, zou je

    zeggen. Daar weet je meestal weinig van, maar als je de markt volgt, zit je meestalgoed. Als er veel vraag naar een aandeel is, wordt het vanzelf meer waard. Jemoet dus iets vragen waar veel vraag naar is, kortom wees een kuddedier, danwordt je rijk. Dat is op korte termijn heel rationeel. Totdat het bedrijf opeenshelemaal niet winstgevend blijkt te zijn, dan valt de koers en dan ben je opeenseen stuk armer.Op deze manier ontstaan z.g. zeepbellen of bubbles. De kredietcrisis komt voortuit een enorme bel, maar niet lang daarvoor, in 2001 hebben we deinternetzeepbel gehad, die eerst veel mensen rijk en vervolgens veel mensen armheeft gemaakt. Nog veel eerder hebben we meest beroemde zeepbel in degeschiedenis gehad, de Nederlandse tulpenmanie, die spatte in 1637, dat iswereldwijd een schoolvoorbeeld. Tulpen brengen tulpen voort, een tulpenbolkopen is een investering om uiteindelijk heel veel tulpen te verdienen. Hogeverwachtingen hebben letterlijk tot huizenhoge prijzen geleid, bollen die duurderwaren dan huizen.

    crisesInmiddels stappen we van de ene in de andere crisis. Er zijn nogal wat economendie de kredietcrisis hebben zien aankomen. Ik noem naast Minsky Paul Krugmanen Joseph Stiglitz. Regels voor de financile markten werden onder Reagan,Clinton en Bush steeds meer afgeschaft. De overheid bemoeide zich er

    nauwelijks meer mee. Maar toen het mis ging, moesten ze wel. De banken kloptenbij de overheden aan. Maar die knieval voor de overheid heeft de positie van destaat uiteindelijk toch niet versterkt. De overheden hebben een deel van deschulden overgenomen en hebben nu zelf financile problemen. Overheidstakenworden op grote schaal afgestoten, ambtenaren worden naar huis gestuurd, juistnu een actieve overheid broodnodig is om de crisis te boven te komen. Die isnodig voor de nasleep van de kredietcrisis en ook voor de volgende landencrisis,want de huidige is niet opgelost, maar op de langere baan geschoven. De euro isin metastabiel evenwicht. En er komen nog meer crises aan.De problemen die Pigou heeft aangesneden zullen steeds meer de agenda gaanbepalen. Als de markten zichzelf moeten reguleren, krijgen we enormeverkeersproblemen, en wat erger is: een gigantisch grondstoffenprobleem, en watnog erger is: een desastreus klimaatprobleemIk zet naast het boek van Hans, dat een filosofische analyse is, nog even tweerecente economische studies die een scherpe diagnose geven van de huidigecrisis, allebei het afgelopen jaar verschenen. Beide boeken zijn inmiddelsvertaald. Cassidy zet utopische economie tegenover reality-based economy enbespreekt verschillende economische theorien over marktfalen. Stiglitz, een vande meest toonaangevende economen van onze tijd, spreekt over een verstoordevenwicht tussen markt en staat, maar niet alleen tussen markt en staat, maartussen markt, staat en civil society.

    4 sferenDat brengt mij op het laatste deel van mijn betoog. De meeste theorien over

  • 8/7/2019 Het faillissement van de marktutopie?

    9/11

    9

    marktfalen gaan over de verhouding tussen staat en markt. Maar er is meer danstaat en markt, en daarin springt de theorie van Polanyi er positief uit. In hetboek van Hans komt de visies van Polanyi uitvoerig aan de orde. De titel van deepiloog bij Hans is niet voor niets: noch markt, noch staat.Polanyi zegt dat er in de hele geschiedenis van de mensheid 4 economischordeningsmechanismen een rol spelen, 4 manieren waarop mensen in hun

    behoeften voorzien. Er is de kleine huishouding. Daarin voorzien mensen in huneigen behoeften, verbouwen hun voedsel, bouwen hun huis, of koken, wassen,brengen hun kinderen groot. Daarnaast zijn er allerlei informele contactentussen mensen van verschillende huishoudingen waarbij ze elkaar van dienstzijn, helpen, overleggen, adviseren, geschenken uitwisselen. Er zijn ook altijdvormen van herverdeling geweest, b.v. een jachtpartij waarbij de vangst bij hetstamhoofd wordt ingeleverd die het verder verdeelt, en bij ons kun je o.a. denkenaan de het sociale zekerheidsstelsel. Ten vierde is er de ruil. Daarbij wordenzaken die een vergelijkbare waarde vertegenwoordigen, geruild, waarbij de gelijkewaarde als effect heeft dat er geen verplichtingen overblijven. Polanyi denkt dat deverzelfstandiging van de markt een historische anomalie is, die niet houdbaar is,en dat de markt vanuit de andere mechanismen begrensd moet worden.Een indeling die hierop lijkt, is van de Nederlandse econoom Arjo Klamer. Hijspreek over 4 sferen. De primaire sfeer is de oikos, de huishouding waarvan wedeel uit maken.Daaromheen groeit de sociale sfeer, van allerlei informele netwerken waarvan wedeel uitmaken, eigenlijk komt dit neer op Polanyis domein van dewederkerigheid. Daarbovenop hebben we de staat en de markt. Bij elk geldenverschillende spelregels, maar Klamer denkt dat overheid en de markt uiteindelijkondergeschikt horen te zijn aan oikos en sociale sfeer, omdat overheid en marktin dienst staan van mensen en niet andersom.

    4 elementenKijken we, hierop doordenkend, nog even verder naar de structuur van dezeverschillende sferen. De oikos is plaatsgebonden, mensen zijn ahw ergensgeworteld, hebben een plaats op aarde gekozen die ze als de hunne beschouwen.Op die plaats voorzien ze in elementaire behoeften, al of niet samen methuisgenoten. De sociale ruimte is niet plaatsgebonden, het is een vrije ruimtewaarin mensen elkaar opzoeken of toevallig tegenkomen. Dat kan overal zijn,maar dit onderlinge verkeer is essentieel in het menselijk bestaan.Daarnaast maken we deel uit van een georganiseerde samenleving, een centralestructuur met een veelheid aan regels. Tenslotte zijn er veel transacties met minof meer anonieme anderen, in winkels, bedrijven, enz. die allemaal apartesystemen vormen. We leven a.h.w in 4 verschillende typen werelden.De manier waarop wij met die 4 sferen omgaan zou ik willen vergelijken met demanier waarop mensen in de geschiedenis zijn omgegaan met de 4 elementen:aarde, lucht, water en vuur.Mensen zijn geworteld in de aarde, niet de hele aarde, maar zij bewegen zich ineen beperkt gebied rondom de plaats waar ze zich genesteld hebben, waar ze hunoikos hebben. Om hen heen is de vrije ruimte, de lucht zie ze ademen. Die luchtis een eerste levensbehoefte, maar is overal aanwezig, waar ze ook gaan. Ook desociale ruimte voorziet in een eerste levensbehoefte.

    Het water is minder direct aanwezig dan lucht en aarde, maar mensen komen hetwel steeds op veel plaatsen tegen, niet willekeurig maar in beddingen. Als ze deloop van het water volgen, zien ze dat de stromen samenkomen en dat het geheel

  • 8/7/2019 Het faillissement van de marktutopie?

    10/11

    10

    wijd vertakt is met hoofdstromen en zijarmen. Het is voor mensen van belang deloop van het water te kennen en te controleren. Water voorziet in elementairebehoeften, maar moet wel in de beddingen blijven. De oudste staten zijn ontstaanin rivierdeltas. Daar werd gebruik gemaakt van bevloeiing, maar tegelijkertijdmoest het water kunnen afvloeien en waren waterkeringen noodzakelijk. Onzeomgang met gecentraliseerd bestuur heeft in de geschiedenis een soortgelijke

    ambivalentie gekend tussen enerzijds gebruik maken van en anderzijds op eenafstand houden.Het vuur is het minst direct aanwezig. De ontdekking van het vuur heeft mensenheel veel meer mogelijkheden gegeven. Het vuur heeft bij de oermensen leven opde grond mogelijk gemaakt, heeft ruimte geschapen, heeft tijd en energieopgeleverd door de uitvinding van het koken b.v. Het vuur is ook onberekenbaaren moeilijk te controleren. Mensen hebben moeite gehad het te beheersen, elkestad had b.v. een vuurhuis, waarin het kostbare vuur bewaard en getemd werd.Ook markten zijn bronnen van energie en rijkdom, maar het blijft moeilijk diebinnen gewenste perken te houden. En overheid en markt zijn als water en vuur.Mensen houden altijd de aarde onder zich en de lucht rondom hen zolang zewater en vuur op hun plaats kunnen houden. Maar als het vuur om zich heengrijpt kan het de aarde plaatselijk amputeren en de luchtkwaliteit aantasten,daartegen helpt dan alleen nog maar water.

    de sociale sfeerHet zal duidelijk zijn dat ik het primaat bepleit van de sociale sfeer, die op hetplaatje van Klamer als het ware bemiddelt tussen oikos, markt en staat. Markt enstaat moeten gestuurd en beperkt worden vanuit de sociale sfeer, in de termenvan Habermas: de systemen moeten ondergeschikt worden gemaakt aan de eisenvan de leefwereld. Klamer duidt dit ook vaak aan met de term 3 e sfeer. Stiglitz en

    anderen spreken van de civil society. In het CDA is de in dit verband de termmaatschappelijk middenveld vaak gebruikt. Helaas is dit hoofdzakelijk eendekmantel geweest voor het terugdringen van de staat ten gunste van de markt.Die sociale sfeer dient gecultiveerd en onderhouden te worden. Veel tevanzelfsprekend leggen burgers zich neer bij processen die nu eenmaal bij deeigen dynamiek van de staat of de markt of de organisatie schijnen te horen. Erwordt wel gesproken over de tucht van de markt, die dan als heilzaam wordtvoorgesteld. Het wordt tijd dat staat en markt onder de tucht van degemeenschap worden gebracht. Dat bijvoorbeeld bureaucraten persoonlijkaangesproken kunnen worden op toepassing van regels en dat b.v. iemand diebuitensporig verdient niet meer weg kan komen met de verdediging dat de marktnu eenmaal zo werkt. Wat we nodig hebben zijn veel meer platforms voor moreelberaad. Van daaruit kunnen gedragscodes geformuleerd worden waarop iemandaangesproken kan worden. Maar meer nog dan codes hebben we een anderehouding nodig, namelijk bereidheid tot het nemen van verantwoordelijkheid. Watwe nodig hebben zijn mensen die letterlijk mondig zijn en de moed hebben tespreken waar zij geacht worden zwijgend te accepteren. Daarvoor is trainingnodig, ethische training. Training in wat Victor van den Bersselaar ethischeintelligentie heeft genoemd. Wij hebben een heel hoog geschoolde bevolking, maarethisch zijn we onderontwikkeld. En dat geldt niet alleen voor Nederlanders.In dit boek staat een hoofdstuk over Aristoteles. In een grijs verleden heeft

    Aristoteles geformuleerd welke deugden we moeten oefenen om de eigen oikos tebeheren en om ons in de sociale sfeer te bewegen, het zijn precies die deugden diewe nu nodig hebben om staat en markt dienstbaar te maken aan de oikos en de

  • 8/7/2019 Het faillissement van de marktutopie?

    11/11

    11

    sociale sfeer.

    Krugman-StiglitzdoctrineMaar goed, dit is een programma voor de lange termijn. Op korte termijn moet deuitslaande brand bedwongen worden. Daarvoor hebben we toch vooral even eensterke overheid nodig. Daarover heb ik nog een laatste opmerking.

    Daarvoor kom ik terug bij Stiglitz en ook bij Krugman. Beiden hebben een keer deNobelprijs voor economie gewonnen. Beiden hebben, onafhankelijk van elkaar dekredietcrisis voorspeld. Nu hebben ze gezamenlijk de Krugman-Stiglitz-doctrinegeformuleerd, vanuit de achtergrond van het Amerikaanse wantrouwen tegenoverheidsingrijpen. Over het algemeen zien Europeanen beter dan Amerikanendat markten falen, maar Amerikanen hebben meer oog voor de risicos vanstaatsinterventie. Vanuit die terughoudendheid pleiten ze toch voor actie. Daarbijzijn ze genspireerd door de zogeheten Powell-doctrine, geformuleerd bij de eersteGolfoorlog. Vanuit een basishouding van terughoudendheid bij het gebruik vangeweld, moet je dat volgens generaal Powell, als je het in uiterste noodzaak tochdoet, niet halfslachtig doen maar voluit om het kort en doeltreffend te kunnendoen. Val aan met overweldigende kracht, was zijn parool. Naar analogie hiervanmoet de overheid veel actiever en grootschaliger stimuleringsbeleid voeren dan deregering Obama nu doet en tevens het momentum benutten en de bankenaanpakken, vinden zij.Misschien herinneren sommigen zich het interview met Stiglitz in een Volkskrantvan een half jaar geleden, met de titel: val aan, overheid, val aan, metoverweldigende kracht.