Het Elektronisch Patiëntendossier - Techniekfilosofie
Click here to load reader
-
Upload
reinout-holtrup -
Category
Documents
-
view
217 -
download
0
description
Transcript of Het Elektronisch Patiëntendossier - Techniekfilosofie
Het Elektronisch Patiëntendossier -Reinout Holtrup s1106678
Het Elektronisch Patiëntendossier is een ontwikkeling in de zorgsector. Het is een verzamelterm
voor computersystemen waarmee patiëntengegevens vastgelegd kunnen worden. Deze
patiëntengegevens kunnen via een landelijk schakelpunt (LSP) eenvoudig door andere zorgverleners
opgevraagd worden. De vraag die in dit essay behandeld zal worden, is: In hoeverre helpt het
documenteren van patiëntengevens het welzijn van mensen te verbeteren en in hoeverre
distantieert de techniek mensen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg van hun 'oer' functie, het
beter maken van mensen.
Ik schrijf dit essay naar aanleiding van de veranderde functie van mijn moeder. Zij is al ruim 25 jaar werkzaam als
fysiotherapeut en ik heb haar functie in de loop der jaren sterk zien veranderen. Sinds fysiotherapie niet meer
standaard in het basispakket zit, hebben verzekeringsmaatschappijen een grotere macht gekregen en kunnen zij
daarmee strengere eisen stellen aan praktijken. Één van die eisen is het gedetailleerd (digitaal) vastleggen van
patiëntengegevens en behandelingen. Deze verzekeringsmaatschappijen kunnen zelf bepalen welke behandelingen
wel- en welke niet vergoed worden. Het resultaat is dat bij iedere behandeling (welke ongeveer 20 min. duurt) een
administratieve klus volgt: het vastleggen van hetgeen er in een behanding is gedaan, de status van de patiënt e.d. De
tijd die hierin gestoken wordt komt nauwelijks ten goede van de patiënt. Ook is het niet in het belang van de
fysiotherapeut, of praktijkhouder. De verzekeraar heeft er wel profijt van, want deze kan op basis van de door de
fysiotherapeut aangeleverde gegevens voor kiezen om bepaalde kostbare behandelingen, of patiënten, niet langer te
vergoeden. Aanvankelijk was het vastleggen van patiëntengegevens louter in het belang van de patiënt.
In het essay wil ik niet heel diep ingaan op de privacy risico's van een EPD. Dit omdat hier mijn inziens al genoeg
over geschreven, gediscussieerd en gedebatteerd is. In het kader van het vak techniekfilosofie, heb ik ervoor
gekozen om de theorieën van een aantal techniekfilosofen die zich bezig houden met utopie en dystopie toe te
passen op de vraagstelling: In hoeverre past een EPD binnen een utopisch wereldbeeld. Ik zal eerst een korte
geschiedenis presenteren over het vastleggen en communiceren van patiënten- en behandelingsgegevens.
Vervolgens zal ik enkele theorieën uit proberen te leggen en ten slotte een oordeel proberen te vellen.
Geschiedenis documenteren van behandelingen3
Hippocrates
Hippocrates is de vader van de moderne geneeskunde. Hij was de eerste die inzag dat het nauwkeurig vastleggen
van symptomen belangrijk is om een goede behandeling te kunnen toepassen. In principe is aan de handelingswijze
in al die tijd niet veel veranderd. Een dokter heeft een overzicht van alle lichamelijke klachten en deze kunnen hem
bijstaan om een goede behandeling voor te schrijven. Na het hebben toegepast van een bepaalde behandeling maakt
hij hier notitie van en bepaalt hij of de behandeling succesvol was1.Tot 1960 bestond er geen vast format en was het
voldoende om vast te leggen waar de patient voor behandeld werd en waaruit de behandelingen bestonden.
1960: De SOEP-methode van Lawrence Weed2
In 1960 kwam hier verandering in toen de 'SOEP methode' werd ingevoerd. SOEP staat voor Subjectief, Objectief,
Evaluatie en Plan. Het is een probleem georiënteerde manier van documenteren. Artsen noteren in het kort wat de
patiënt zelf voor informatie aandraagt (S), wat zij vaststellen (O), de diagnose (E) en het behandelingsplan (P). Het
positieve van de methode is dat het ziekteverloop nauwkeuriger kan worden bijgehouden. Het maakt het mogelijk
om een eerder gestelde diagnose en conclusie naderhand te verifiëren, doordat er naderhand nog een keer goed
gekeken kan worden waarop deze gebaseerd was.
Het stelde ook in staat om een derde partij een door een arts gestelde diagnose, conclusie en behandeling te
verfiëren. Dit is het moment waarop er veel veranderde: Vanaf nu konden derde partijen hun eigen interpretatie
geven en conclusies trekken op basis van de door iemand anders opgestelde documentatie. Verzekeraars kunnen
bijvoorbeeld stellen dat er net onvoldoende informatie aangeleverd is om een bepaalde rekening te kunnen
rechtvaardigen. Ook kunnen rechters nu achteraf zeggen: "Je had op grond van de informatie die je had, longkanker
kunnen aanwijzen als veroorzaker van die verkoudheid"3.
70's en 80's: Computers
Vanaf 1970 ontstonden de eerste computers. Deze computers konden helpen in het verzamelen van informatie en
konden deze voor langere termijn bewaren. Patiëntengegevens konden voor het eerst gekoppeld worden met
betalingsgegevens. Deze geautomatiseerde betalingssystemen werden booming business. In deze jaren ontstond de
vraag naar een computersysteem dat meerdere klinieken en ziekenhuizen zou verbinden om patiëntengegevens uit
te kunnen wisselen. Helaas was hier de infrastructuur nog niet voor en zagen ziekenhuizen en praktijken het niet
zitten om samen te investeren.
Vanaf de jaren 90: PC revolutie
Het formaat en de prijs van computers werd in de jaren 90 sterk gereduceerd. Voor het eerst werden computers
ontwikkeld met user interfaces welke niet enkel door raketgeleerden bediend konden worden. Er werden steeds
meer computers in gebruik genomen en administratie verliep steeds vaker digitaal. Het internet ontstond en de
patiëntendossiers kregen meer integratie met betalingssystemen.
Het moderne EPD
Inmiddels is het EPD niet meer zozeer een probleem geörienteerde documentatiemethode om patïenten zo goed
mogelijk te kunnen behandelen maar meer een omgevingsgeörienteerd systeem. De infrastructuur voor het zo
goed, snel en efficiënt mogelijk uitwisselen van patiëntengegevens is leidend geworden. Hierdoor is samenwerking
tussen labaratoria, ziekenhuizen en dokters sterk verbeterd. Zo hoeven ziekenhuizen niet zelf de beschikking te
hebben over allerlei gecompliceerd gereedschap, maar kunnen zij bijvoorbeeld eenvoudig een DNA-sample
opsturen naar een gespecialiseerd labaratorium aan de andere kant van de wereld, waarna dat ziekenhuis direct
beschikking heeft over de gegevens die in dat labaratorium genoteerd worden. Tevens is de software eenvoudiger
te gebruiken en is de leercurve voor de nieuwe generatie personeel sterk toegenomen doordat deze is opgegroeid
met computers.
De theorie
Voordat er een oordeel geveld kan worden over hoe het moderne EPD het menselijk welzijn verbeterd of juist
verslechterd dien ik eerst een stuk theorie te behandelen over utopie en distopie, waarin het welzijn van mensen
centraal staat.4,5
Techniek op handen gedragen6
Vanaf de verlichting tot in de 20e eeuw werd techniek op handen gedragen. Techniek werd gezien als een
wondermiddel. Wetenschappelijk denken en technische ontwikkeling zouden techniek naar een hoger niveau
brengen (Dorrestijn 2012, H4, p.67). Techniek was een nuttig verlengstuk van het menselijk lichaam en had als
uitgangspunt de mens en zijn kwaliteit van leven te verbeteren. Transhumanisten meenden zelfs dat techniek zou
vergroeien met de mens. (Dorrestijn 2012, H468) Het grote probleem waar deze transhumanisten tegenaan liepen
is de ongelijkheid in de beschikking van de techniek en grondstoffen. Hierdoor is een utopie ondenkbaar.
Morris
Een voorbeeld van iemand die naar een utopie wilde streven is William Morris:
William Morris, de Engelse utopist en vader van de Arts-en-craftsbeweging was toch wat minder enthousiast over
techniek. Hij had de visie dat voorwerpen die industrieel gemaakt werden "van slechte kwaliteit en zielloos waren"7.
Morris was van mening dat de materiele cultuur en het welzijn van de samenleving elkaar weerspiegelen en dus
pleitte hij voor kwalitatief goede producten en herintrede van de ambachtsgildes. Het probleem dat hij echter
ondervond, was dat producten die ambachtelijk gemaakt werden eigenlijk alleen voor de Upper-class van de
samenleving weggelegd waren. De rest kon het simpelweg niet betalen.
Nieuwe Zakelijkheid6,
Een andere beweging trachtte het probleem aan te pakken door techniek juist wel te omarmen. Dit was die van de
Nieuwe Zakelijkheid. Deze stelde dat techniek deels de oorzaak is van maatschappelijk ontregelen, maar ook als
middel kan worden ingezet om het maatschappelijk evenwicht te herstellen.
Dystopie: Techniek heeft een prijs6
Aan het vertrouwen in de techniek kwam in de tweede helft van de twintigste eeuw een einde door de
toenemende bureaucratisering, millieuproblemen en de uitvinding van de atoombom. Vooruitgang in de techniek is
niet langer enkel positief. Naast vrijheid die techniek eerst gaf, werkt techniek heel erg beperkend. Techniek was
belangrijk, dat we er afhankelijk van zijn geworden. Tevens kunnen we niet altijd meer sturing geven aan de
ontwikkeling van de techniek. Het utopische beeld van techniek sloeg om naar een dystopische, waarin techniek
een systeem dreigt te worden dat de mens overheerst.
Panopticon6
Een voorbeeld is het ontwerp van het Panopticon van Bentham waarin alle gevangen zich goed zouden gedragen,
omdat zij niet weten of ze wel of niet bekeken worden. Bentham claimde dat eigenlijk de hele maatschappij op deze
manier in elkaar zou moeten zitten. Als iedereen continu het gevoel zou hebben dat iemand anders meekijkt,
moeten mensen zich wel goed gedragen. Foucoult zag dit echter niet als een utopie, maar juist als een dystopie.
Moderne techniek geeft mensen niet langer vrijheid maar beperkt deze juist. Mensen worden onderworpen aan
meer procedures en toezicht. (verwijzen naar dorestijns scriptie)
Jaspers6
Jaspers visie op techniek was dat techniek het menselijk bestaan deed verstikken. Hij was een echte dystopist en
zag techniek als een macht die mensen zelf in het leven hebben geroepen welke zich tegen hen heeft gekeerd. Hij
stelde ook dat techniek als verlichting van arbeid, juist arbeid opriep. Ze creëerd meer behoeften dan ze vervult.
Dit enerzijds doordat er meer mensen onderhouden kunnen worden en er dus een bevolkingsgroei ontstaat en
anderzijds doordat het mensen in staat stelt om nieuwe producten te maken. (Verbeek 2000 h2.3 p. 27, 28). Arbeid
gaat steeds vaker bestaan uit het bedienen van machines om efficiëntie mogelijk te maken en bestaat steeds minder
uit het persoonlijk vervaardigen van producten. De techniek distantieert mensen dus van hun oorspronkelijke
arbeid. Mensen worden zelf onderdeel van de machine. De kritiek die Jaspers heeft, is dat mensen zich verbonden
moeten kunnen voelen met hun wereld om als zichzelf aanwezig te kunnen zijn. Dit is een omgeving waarin niet
alleen functionele behoeften een rol spelen maar ook persoonlijke betrokkenheid. Na de tweede wereldoorlog is
de visie van Jaspers enigszins veranderd: Techniek is een verzameling neutrale middelen voor doelen die we zelf
bepalen. Mensen kunnen zelf richting geven. Mensen zullen zich bewust moeten afvragen voor welke doelen ze
techniek willen inzetten en voor welke niet.
Heidegger
Heidegger had grote kritiek op de visie van Jaspers. Hij stelde dat we juist het ergste aan de techniek zijn
overgeleverd als we haar als neutraal beschouwen.(Verbeek, 2000 p. 63) Heidegger stelt dat techniek een manier
van 'ontbergen' is. Techniek onthult de werkelijkheid op een specifieke wijze. De werkelijkheid wordt volgens
Heidegger ontsloten als een tot onze beschikking staande voorraad grondstoffen en energie- niet omdat de
mensen dat willen, maar omdat dit de manier is waarop de wereld voor hen momenteel 'werkelijk is'. (Verbeek.
2000 p.112, 113)
Ambivalentie, hybride:
Hans Achterhuis stelt dat de mens al eeuwen verweven is met de techniek en dat de mensheid niet meer zonder
kan. Mensen verlangen naar de techniek, maar het is onnodig om te stellen dat mensen daarmee direct afhankelijk
zijn van de techniek. (Bron: Product Impact Tool) Ook Peter-Paul Verbeek deelt een meer ambivalentie visie: Het
puur denken in termen van utopie en distopie in extremen noemt hij trancedentalistisch denken. Hij stelt voor om
beter empirisch onderzoek te doen naar concrete technieken en het waarderen van de verrassende effecten die zij
verrichten als een belangrijke stap voor het doen verwijnen van de valkuilen van het denken in de extreme posities.
Toepassing van deze theorie op het elektronisch patiëntendossier:
De 'Soep-methode' en het transhumanisme
Het vastleggen van patiëntengegevens had aanvankelijk het doel om het welzijn van mensen te dienen. Mensen
konden beter behandeld worden doordat de dokters het ziekteverloop bij gingen houden. Het doel was dus om
mensen beter te kunnen behandelen. Daarvoor diende een dokter alles maar te onthouden en was het lastig om
eerdere klachten te kunnen betrekken bij het stellen van een diagnose. De 'Soep-methode' was een welkome
uitvinding. Transhumanisten zouden deze methode omarmen als een techniek die hen een stap dichter bij de utopie
zou brengen. Het feit dat je met betrekkelijk weinig extra moeite, veel beter kunt behandelen heeft weinig nadelen.
Toch ontstond er een probleem:
Het elektronische patiëntendossier als Panopticon
Het grote nadeel van de 'Soep-methode' is dat deze het mogelijk maakte om derde partijen met dokters mee te
laten kijken. Bentham zou dit omarmen, omdat het de dokter zal dwingen om eerlijk en oprecht tegen zijn
patiënten te zijn en om hem zou motiveren om goed zijn best te doen in het belang van de patiënt. Het grote
probleem zit hem niet zozeer in het vastleggen van de gegevens, maar eerder dat deze gegevens nieuwe technieken
mogelijk maakten. Vanaf nu konden verzekeringsbedrijven eissen stellen aan de door dokters aangeleverde
motievaties voor het rechtvaardigen van rekeningen. De vrijheid van de dokter komt hiermee in het geding.
Jaspers en het EPD
De vrijheid van de dokter komt in het geding, doordat instanties; de verzekeringsmaatschappijen en
overhiedsinstanties, de dokters in een bepaald systeem dwingen. Dokters die eerst los functioneerden van
verzekeraars zijn een rader geworden in het gehele zorgsysteem. Hogere instanties leggen de dokters op hoe zij
hun documentatie aan moeten leveren. Dokters hebben continu het idee dat er met hen meegekeken wordt en
worden gedwongen om dat te doen wat hen door overheidsinstanties wordt opgelegd. Dit werkt erg verstikkend
en is tamelijk bureaucratisch te noemen.
Arbeidsverlichting roept juist arbeid op
Met het digitaliseren en uitbreiden van het elektronisch patiëntendossier steigt de hoeveelheid arbeid. Artsen die
eerst slechts bezig waren met het welzijn van mensen verbeteren en de Soep-briefjes als hulpmiddel gebruikten,
moeten nu een groot deel van hun tijd steken in het administreren van patiëntengegevens. Doordat verschillende
systemen in het gehele zorgcircuit samen moeten werken, is dit een tijdrovende klus en deze tijd kan niet worden
gestoken in het behandelen van patiënten. Je zou het invullen van patiëntengegevens kunnen zien als de door
Jaspers beschreven 'mens als machinebediener', in het leven geroepen ter bevordering van de efficiëntie. De
techniek distantieert artsen van hun oorspronkelijke arbeid. Jaspers zou stellen dat de verbondenheid die dokters
hebben met hun wereld ongunstig is veranderd en dat dokters daardoor minder als zichzelf aanwezig kunnen zijn.
Voor dokters is het onderdeel worden van het systeem een ongunstige ontwikkeling omdat persoonlijke
betrokkenheid afneemt. Voor patiënten is het ook een ongunstige ontwikkeling. In plaatst dat zij naar de dokter
komen om genezen te worden, dienen zij eerst op bureaucratische wijze gegevens over hen in te laten vullen.
Elektronisch: Nog minder efficiënt.3
Met elektronische patiëntendossiers komen daar nog een aantal dingen bij. Dossiers moeten worden bijgehouden
middels computerprogramma's. Deze programma's zijn nooit helemaal geoptimaliseerd voor een specifieke
beroepsgroep binnen het zorgcircuit. Hierdoor hebben deze computerprogramma's een redelijk stijle leercurve.
Daarnaast gaat het om software, welke als eigenschap heeft steeds maar doorontwikkeld te worden. Het nadeel
hiervan is dat als je net gewend bent aan een bepaald systeem, het systeem weer veranderd. Tevens worden
dokters gedwongen om voor hen geschikte software aan te schaffen. Waar een stapel papier vroeger een paar
gulden kostte en je nog een paar centen kwijt was aan postzegels, moeten zij nu computers met de daarbij horende
(dure) softwarelicenties aanschaffen. Deze computers moeten ook weer onderhouden worden, want als er storing
is, kan er ineens niet meer gewerkt worden. Dit brengt hoge kosten met zich mee, welke uiteindelijk weer verhaald
moeten worden op de patiënt.
Voordelen van het EPD
De voordelen voor de patiënt zijn redelijk gering. Een fysiotherapeut kan prima zelf onthouden wat de status van
een patiënt is en heeft daar echt geen geavanceerde computersystemen voor nodig. Tevens kan een patiënt ook
altijd nog zelf vertellen wat er bij de vorige behandeling gedaan is. Wat wel handig is, is dat betalingssystemen
rechtstreeks gekoppeld kunnen worden aan behandelingen, echter ben ik van mening dat de behandelaar daar zelf
de regie in moet hebben.
Conclusie
De vraag die ik in dit essay heb willen behandelen is: In hoeverre helpt het documenteren van patiëntengevens het
welzijn van mensen te verbeteren en in hoeverre distantieert de techniek mensen die werkzaam zijn in de
gezondheidszorg van hun 'oer' functie, het beter maken van mensen.
In het kader van het transhumanisme is het elektronisch patiëntendossier een aangename techniek. Het werkt als
verlengstuk op het mensenlijk kunnen en voor patiënten is dit goed.
Toch ontstond er een probleem toen de gegevens ineens door derden geraadpleegd konden worden. Door het feit
dat dokters ineens eenvoudig patiënteninformatie naar verzekeraars door konden spelen en konden integreren met
betalingssystemen, werd het ineens een norm die verzekeraars gingen stellen.
Doordat ze vervolgens op een door een instantie voorgeschreven methode te werk moesten gaan werden zij in
hun handelingvrijheid beperkt. Ze worden onderdeel van een uitdeinend systeem en ze worden hierdoor
gedistantieerd van hun oorspronkelijke beroep.
Patiënten hebben ook weinig belang bij de toenemend bureaucratische behandelingswijze door arsten.
Het systeem zoals het ontworpen is, is niet langer een probleem/oplossingsgericht middel ter bevordering van het
welzijn van de patiënt. In plaats daarvan is het een gemeenschapsgedreven systeem geworden welke als eigenschap
niet efficiënt te zijn. De hoeveelheid arbeid is gestegen en het invullen van gegevens is zo uitgebreid geworden dat
het bijzonder veel tijd kost.
Oplossing
Het systeem moet opnieuw een probleem/oplossingsgerichte methode worden in het belang van de patiënt, in
plaats van een door een gemeenschap gedreven methode om gegevensoverdracht te stroomlijnen.
De norm die mensen tegenwoordig stellen aan een bezoek aan een huisarts of fysiotherapeut is dat de behandelaar
in één keer moet weten wie de patiënt is die voor hem zit. Dat is wat mensen verwachten. Patiënten verwachten
ook dat een dokter een goede diagnose stelt, dus het is noodzakelijk dat de behandelaar de relevante
patiëntengegevens bij de hand heeft. Het aanvoeren van deze gegevens kan via een digitaal dossier echter is dit geen
gegeven. Het doorverwijzen van een patiënt geschiedde vroeger door middel van verwijsbrieven. Nu kunnen naast
verwijsbrieven hele dossiers doorgestuurd worden. Wat echter wel zo is, is dat bij een doorverwezen patiënt
opnieuw een onderzoeksplicht geldt en daarmee opnieuw gegevens moeten worden ingevuld.
De oplossing op het probleem zit hem niet zo zeer in het volledig aannemen of afwijzen van een elektronisch
patiëntendossier, maar in het nauwsluitend maken van gegevensoverdrachten binnen bepaalde beroepsgroepen.
Zodoende zou het moeten invoeren van informatie beperkt kunnen worden, tot dat wat strikt noodzakelijk is.
Aantal woorden: 2991
Verwijzingen:
1)Wikipedia.org Hippocrates van Kos
2) Wikipedia.org Soap Note
3) Youtube.com "Electronic Health Records - History, Tips, and Tricks" w/ Jeffrey A. Summers, MD
4) Wikipedia.org Utopie
5) Wikipedia.org Dystopie
6) The design of our own lives: Technical mediation and subjectivation after Foucault, Dorrestijn,S 2012
7) Wikipedia.org William Morris
Boeken
Titel Auteur Jaar van uitgifte
De daadkracht de dingen Peter-Paul Verbeek 2000
The design of our own lives:
Technical mediation and
subjectivation after Foucault
Steven Dorrestijn 2012
Filmmateriaal (geraadpleegd op 11 April 2013)
https://www.youtube.com/watch?v=p_tDt1rBxzk
"Electronic Health Records - History, Tips, and Tricks" w/ Jeffrey A. Summers, MD
Part of an ongoing video lecture series called "Grand Rounds" presented by The Office of Continuing Medical
Education at Quillen College of Medicine/East Tennessee State University.
Originally recorded July 3, 2012)
Websites (Geraadpleegd tussen 1 en 12 April 2013)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Dystopie
http://nl.wikipedia.org/wiki/Utopie
http://members.tele2.nl/s.dorrestijn/downloads/Product_Impact_Tool_beta.swf
http://nl.wikipedia.org/wiki/Elektronisch_pati%C3%ABntendossier
http://nl.wikipedia.org/wiki/Hippocrates_van_Kos
http://en.wikipedia.org/wiki/Electronic_health_record
http://en.wikipedia.org/wiki/Medical_record
http://nl.wikipedia.org/wiki/William_Morris
http://en.wikipedia.org/wiki/SOAP_note
http://nl.wikipedia.org/wiki/Transhumanismehttp://en.wikipedia.org/wiki/Problem-
Oriented_Medical_Information_System
http://members.tele2.nl/s.dorrestijn/downloads/Utopisch_design_K&W.pdf
Utopisch design en technische mediatie Steven Dorrestijn. Conceptversie van: Dorrestijn, S. (2011), “Utopisch
design: Technische mediatie in de ontwerppraktijk”. In:Kunst & Wetenschap 20-3, pp.35-36.]
http://members.tele2.nl/s.dorrestijn/downloads/Gedragsbeinvloedende_techniek_usability.pdf