Het Doopsel

P A R O C H I E S I N T W I L L I B R O R D U S E E R S E L

D U I Z E L - E E R S E L - K N E G S E L - S T E E N S E L - V E S S E M - W I N T E L R E

2

3

Welkomstwoord (door pastor)

Openingsgedachte (door ouder) - vrij te kiezen door ouders-

Voorbeeld 1

Wij danken God voor jou, ……. (naam), een nieuw mensenkind.

Voor de ogen waarmee je kunt zien, de dieren en de dingen om je

heen.

Voor de oren waarmee je kunt horen, het zingen van de vogels, het

lachen van de mensen, het feest van de muziek.

Voor je handen en je armen waarmee je kunt werken en spelen en

de dingen kunt maken.

Voor je benen en je voeten die je rechtop door het leven laten gaan.

Voor de mond waarmee je kunt praten en lachen en je gedachten

delen met andere mensen.

Voor je hart waarmee je blij bent en liefde kunt ervaren en geven,

maar ook verdriet kunt hebben, waarmee je kunt genieten en je

kunt inzetten voor wat goed is.

Wij danken God voor dit nieuwe leven.

Voorbeeld 2

Door deze doop willen we ……. (naam) op de weg van Jezus

zetten. Hem achterna.

Wij willen jou, ……. (naam) een basis geven van waaruit jij verder

kan gaan en uit kan groeien tot een mens die liefde kan geven; tot

iemand die het verschil zal weten tussen goed en kwaad, die een

baken zal zijn voor alle mensen om zich heen. Wij willen jou graag

opnemen tussen mensen die geloven dat elk nieuw leven een

wonder van God is.

Wij danken God voor dit nieuwe leven.

4

Naamgeving (door pastor) Als mensen van elkaar houden dan noemen ze elkaar bij hun naam.

Een eigen naam hebben betekent: als grote of kleine mens gekend

zijn en erkend worden als enig en uniek tussen al die andere

mensen van onze wereld. Een naam hebben betekent: Jij, met je

eigen gezicht, je handen, je hart, jij mag er zijn. Jij mag er zijn bij

ons.

……….en …….… (namen ouders), welke naam/namen hebben

jullie je kind gegeven?

Ouders: ……….(noemen doopnaam/-namen van het kind).

Pastor: ……….., deze naam/namen werd(en) je gegeven door je

vader en je moeder. Mogen de mensen je voortaan herkennen aan

deze naam en je daarmee noemen en mag God jouw naam

schrijven in de palm van zijn hand.

Belofte Pastor: ……….en …….… (namen ouders), jullie zijn hier

gekomen met ….. (naam kind).

Wat vragen jullie voor jullie kind van de kerk van God?

Ouders: Het doopsel.

Pastor: ……….en …….… (namen ouders), beloven jullie voor

jullie kind een goede vader en goede moeder te zijn?

Ouders: Ja, dat beloven wij.

Pastor: Beloven jullie dat jullie in de opvoeding samen met jullie

kind een weg willen gaan om te zoeken wat het betekent

om te leven als christen?

Ouders: Ja, dat beloven wij.

Pastor: Beloven jullie als ouders een voorbeeld te zijn voor je

kind in naastenliefde en trouw?

Ouders: Ja, dat beloven wij.

5

Pastor: Beloven jullie dat jullie je kind leren dat je altijd bij God

terecht kan met je zorgen en dat je in het gebed troost en

vergeving kunt ervaren?

Ouders: Ja, dat beloven wij.

Pastor: Peetouders, ……… en ……….., beloven jullie om met je

petekind en de ouders samen deze weg te gaan?

Peet-

ouders: Ja, dat beloven wij.

Pastor: En u allen, die tot de kerk behoort, bent u bereid om dit

kind zich thuis te laten voelen in onze gemeenschap?

Allen: Ja, daartoe zijn wij bereid.

Pastor: Moge God u en mij daarbij helpen.

Lied, gedicht of eigen tekst

Geven van het kruisteken ……. (naam), de gemeenschap van Christus, neemt je met vreugde

op in haar midden. Daarom geef ik je in de naam van de kerk het

kruisteken, teken van Jezus Christus, die altijd leeft en leven geeft.

De pastor maakt een kruisteken over de dopeling

Pastor: En jullie ouders en peetouders, geef dan, dit kruisteken,

het teken van Jezus Christus op het voorhoofd van jullie

kind.

De ouders en peetouders geven het kind een kruisje op het

voorhoofd en zeggen daarbij ‘God zij met jou’.

Schriftlezing (door pastor) Optie 1 Naar Mattheus 5, 1- 12

Jezus zei: “Wat een geluk, wanneer je niets te verliezen hebt, want

dan hoor je bij God thuis.

6

Wat een geluk, wanneer je niet oppervlakkig over de ernst van het

leven heen leeft, want je zult worden getroost.

Wat een geluk, wanneer je een mild mens bent, want je zult het

beloofde land bezitten.

Wat een geluk, wanneer je met heel je wezen verlangt dat alles

terecht komt, want je zult het overvloedig zien gebeuren.

Wat een geluk, wanneer je hart ongecompliceerd is, want je zult

God zien.

Wat een geluk, wanneer je vrede brengt, want God zal je zijn kind

noemen.

Wat een geluk, wanneer je lijdt om te bereiken dat alles terecht

komt, want je hoort bij God thuis.”

Optie 2 Mattheus 25, 35-40 Jezus zei: “Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven.

Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven.

Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen,

Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed.

Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht.

Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht.

Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden en zeggen: Heer,

wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of

dorstig en U te drinken gegeven? En wanneer zagen wij U als

vreemdeling en hebben U opgenomen, of naakt en hebben U

gekleed? En wanneer zagen we U ziek of in de gevangenis en zijn

U komen bezoeken?

Dan zal hij hen ten antwoord geven: Voorwaar, ik zeg u: al wat gij

gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders, hebt gij

voor Mij gedaan.”

7

Optie 3 Marcus 12, 28-32

In die tijd trad een schriftgeleerde op Jezus toe en legde Hem de

vraag voor: “Wat is het allereerste gebod?” Jezus antwoordde: “Het

eerste is: Hoor, Israël! De Heer onze God is de enige Heer. Gij zult

de Heer uw God liefhebben met geheel uw hart, geheel uw ziel,

geheel uw verstand en geheel uw kracht. Het tweede is: gij zult uw

naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod voornamer dan

die twee.”

Voorbeden (door familie) Optioneel: voorbeden kunnen in overleg aangepast worden of voorbeden kunnen toegevoegd worden.

Wij bidden voor ……. (naam), dat hij/zij mag opgroeien in goede

gezondheid, dat hij/zij wijs mag worden en een open oog en oor

heeft voor al wat leeft.

Laten wij bidden:

Allen: Goede God, verhoor ons.

We bidden voor de ouders aan wie ……. (naam) is toevertrouwd, dat

zij goede ouders mogen zijn, dat zij sterk zijn en ……. (naam)

voorgaan in alles wat goed is. Dat zij gelukkig met elkaar mogen zijn.

Laten wij bidden:

Allen: Goede God, verhoor ons.

8

We bidden voor onszelf. Bidden wij, zoals wij hier samen zijn, dat

we tegenover elkaar en tegenover iedereen steeds laten zien dat het

christelijk geloof waardevol is. Dat we respectvol omgaan met de

mensen en de wereld om ons heen, met de natuur, die ons als

schepping is toevertrouwd.

Laten wij bidden:

Allen: Goede God, verhoor ons.

Wij bidden voor ons allen, om uitzicht en vertrouwen in de

toekomst, voor jong en oud. Laten we elkaar tot steun zijn. Dat we

met respect voor eigen identiteit elkaar moed geven wanneer dat

nodig is.

Laten wij bidden:

Allen: Goede God, verhoor ons.

Laten wij bidden voor hen die wij vandaag graag in ons midden

hadden gehad (eventueel namen van overledenen noemen). Zij doen ons beseffen dat het leven niet alleen kostbaar is, maar

ook heel kwetsbaar.

Laten wij bidden:

Allen: Goede God, verhoor ons.

Gebed voor de keuzes in het leven tussen goed en kwaad Goede God, help dit kind om uit te groeien tot een mens die liefde

kan geven, tot iemand die het verschil weet tussen goed en kwaad.

Help ……. (naam) om een lichtpunt te zijn voor de mensen om

zich heen. Dat ……. (naam) op momenten in zijn/haar leven niet

gevangen wordt in boosheid maar de weg van vergeving durft in te

gaan; geen ruzie maar vrede nastreeft; niet verdeelt maar

samenbrengt; geen vooroordelen maar begrip voor de ander heeft.

Dat ……. (naam) de inspiratie krijgt om zo in de voetsporen van

Jezus te gaan.

9

Handoplegging De pastor legt de dopeling de hand op en we bidden vervolgens

samen:

Goede God, uw Zoon, Jezus Christus, heeft mensen de handen

opgelegd. Het is het teken van liefde, zorg en bescherming.

In navolging van Hem stellen wij hier hetzelfde gebaar.

Wij bidden U dat wij onze handen steeds gebruiken om goed te zijn

voor ……. (naam).

Dat wij hem/haar steeds de hand boven het hoofd houden.

Dat hij/zij onze liefde ervaren mag en dat Gij uw beschermende

hand nooit terugtrekt.

Laat dit kind in ons midden opgroeien als een gelukkig en goed

mens. Amen.

Geloofsbelijdenis Optie 1 (traditioneel) Ik geloof in God, de almachtige Vader,

Schepper van hemel en aarde.

En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer,

die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria,

die geleden heeft onder Pontius Pilatus,

is gekruisigd, gestorven en begraven.

Die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden.

Die opgestegen is ten hemel,

zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader.

Vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.

Ik geloof in de heilige Geest,

de heilige katholieke kerk,

de gemeenschap van de heiligen,

de vergeving van de zonden;

de verrijzenis van het lichaam;

en het eeuwig leven.

Amen.

10

Optie 2 Ik geloof in God, Vader en Schepper.

In Jezus, zoon van de Vader, die Zijn wil volbracht.

In de Geest van de Vader en de Zoon.

Ik geloof in de mens en in een wereld,

waarin het voor alle mensen goed is om te leven.

Ik geloof dat het onze taak is om zo’n wereld te scheppen.

Ik geloof in gelijke rechten voor alle mensen,

in liefde en gerechtigheid, vergeving en vrede.

Dit geloof is pas geloof als het daad wordt.

Daarom zal ik samen met anderen werken voor een betere wereld,

ook als dat veel inspanning van mij vraagt.

Optie 3: Pastor: Ik zal nooit geloven in het recht van de sterkste, in de taal

van wapens en geweld.

Allen: Maar ik wil blijven geloven in het levensrecht voor ieder

mens, in de kracht van vergeving, in de weldaad van de

liefde.

Pastor: Ik zal niet geloven in voorrang van ras, rijkdom en

voorrechten.

Allen: Maar ik wil geloven dat alle mensen, mensen zijn, voor

God en mij gelijk.

Pastor: Ik zal niet geloven dat honger en oorlog onvermijdelijk

zijn en vrede onbereikbaar.

Allen: Maar ik wil geloven in de kleine daden van de liefde, die

steeds een begin zijn van vrede op aarde.

Pastor: Ik durf te geloven in Gods belofte van een nieuwe hemel

en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid en vrede zal

zijn en toekomst voor altijd en iedereen.

Allen: Amen.

11

Optie 4 Ik geloof dat ik niet alleen ben, dat u elke dag bij mij bent, God.

Ik geloof dat U mij helpt als ik het moeilijk heb.

Ik geloof dat ik op U kan vertrouwen.

Soms is dat wel eens moeilijk.

Als alles goed gaat vergeet ik wel eens dat U er bent.

Ik geloof dat Jezus ons leert hoe wij samen kunnen leven en

geloven.

Hij heeft dat ook zelf in Zijn leven voorgedaan.

Ik geloof in de Geest van God die ons kracht geeft om goed voor

elkaar te zijn.

Ik geloof dat wij samen Uw kerk zijn om Uw Rijk hier op aarde

waar te maken.

Amen.

DOOPDIENST

Zegening van het doopwater Pastor: Lieve God, moge Uw Geest in dit water neerdalen, opdat

het kindje dat hier gedoopt wordt een waarachtig en goed

mens zal zijn en zal leven naar het voorbeeld van Jezus

Christus.

Moge dit water, als bron van

leven, mensen bijeen brengen

in verbondenheid met U en

met elkaar en hen maken tot

één kerkgemeenschap.

Toediening van de doop met water als symbool van het leven Pastor: In de geest van wat wij

gezegd en beloofd hebben,

gaan wij ……. (naam) dopen.

12

Wij dopen met water opdat de Geest van Jezus het leven

en de toekomst van dit kind zal bezielen. Namens je

ouders en allen die geloven doop ik jou, …….

(doopnaam/-namen) in de Naam van de Vader, de Zoon

en de Heilige Geest.

Zalving met chrisma als symbool van de kracht Zalven met olie in deze tijd is je kind toewensen: ‘wees sterk te

allen tijde, sta weerbaar in het leven, durf te leven vanuit die

innerlijke kracht, je door God gegeven.’

……. (naam), ik zalf je met olie die je sterk en krachtig maakt.

Krachtig om, net zoals God liefde is voor de mens, op jouw eigen

menselijke maat ook liefdevol te zijn voor andere mensen.

Aanreiken van de doopkaars als symbool van licht en warmte De doopkaars wordt ontstoken aan de

Paaskaars, teken van de verrezen Christus.

Dat wil zeggen: het licht van de wereld

overwint de duisternis van haat, zonde,

geweld en dood.

Pastor: (vraagt aan vader van dopeling) …………. (naam vader)

mag ik je vragen om met de doopkaars licht te nemen

van de paaskaars.

Vader: ……. (naam), hoezeer wij je ook willen beschermen,

toch weten we dat je straks in een vaak harde wereld

komt. Je zal in situaties komen waarin goed en kwaad

verstrengeld zijn.

……. (naam) we geven je deze kaars mee die licht zal

brengen ook als het erg donker lijkt. Het licht zal de weg

13

tonen in de duisternis. Het is als een ster in de nacht voor

de kleine reiziger, op zoek naar het huis van zijn Vader.

Wij vergezellen je op deze levensweg.

Peter: Ontsteek in ……. (naam) de wereld van het licht, van de

vormen, de beelden en de kleuren.

Meter: Dat ……. (naam) de vreugde mag leren van het liefdevol

kijken en bewonderen, want daarvoor is de mens

geschapen.

Peter: Wij, de mensen rondom ……. (naam), zullen licht voor

hem/haar moeten zijn, zodat hij/zij op de goede weg kan

blijven.

Meter: Wij, die ……. (naam) het meest nabij zijn, zullen

warmte voor hem/haar moeten zijn, of hij/zij zal in de

kou staan.

Peter: Wij, die ……. (naam), bij de hand nemen, zullen moeten

voordoen wat geloven is.

Meter: Mogen wij de moed opbrengen om voor dit kind licht en

warmte te zijn. Moge God ons daarbij helpen.

Aanreiken van het doopkleed als symbool van nieuwe manier van leven ……. (naam), ontvang dit witte doopkleed als teken van dit nieuwe

leven dat jij nu hebt ontvangen door het doopsel. Probeer te leven

met een goed hart en een zuiver geweten, zuiver als dit witte kleed.

Gebed tot God ‘Effeta’ Pastor: Nu wij ……. (naam) gedoopt hebben, volgens de

opdracht van Jezus, bidden wij ook voor zijn/haar

toekomst:

God, Onze Vader, wek ……. (naam) tot het volle leven.

Gij hebt hem/haar oren gegeven om te horen en ogen om

te zien. Opdat ……. (naam) mag leren luisteren naar de

mensen en naar U en oog mag hebben voor al wat mooi

14

is en goed in deze wereld. Gij hebt ……. (naam) handen

en voeten gegeven. Open de handen van ……. (naam)

om te geven en te ontvangen, laat hem/haar altijd Uw

weg bewandelen. Open ook de mond van ……. (naam)

om te leren lachen en zingen, om de taal te spreken van

geloof en liefde. Zo bidden wij tot U, met de woorden die

Jezus ons gegeven heeft:

Onze Vader Allen: Onze Vader, die in de hemel zijt,

uw naam worde geheiligd,

uw rijk kome,

uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.

Geef ons heden ons dagelijks brood

en vergeef ons onze schulden,

zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,

en breng ons niet in beproeving

maar verlos ons van het kwade.”

Maria Altaar Pastor: Lieve Maria, U weet wat mensen nodig hebben, troost en

zorg, aandacht en liefde. Wij willen daarom vandaag

deze kaars bij u opsteken en wij bidden samen:

Allen: Wees gegroet, Maria, vol van genade,

de Heer is met U,

gij zijt de gezegende onder de vrouwen,

en gezegend is Jezus, de Vrucht van uw schoot.

Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons, zondaars,

nu en in het uur van onze dood.

Amen.

Ophangen van de doopschelp

Afsluiting en zegen