Het Blad Nr 78 december 2014

23
Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 1 Redactie: Justus van den Berg, Fluitekruidstraat 151, 4461 MG Goes, 0113-271210 Voor actieve en beginnende floristen en belangstellenden is het Blad gratis. Oplage 175 exemplaren, verzending digitaal. INHOUDSOPGAVE ZEEUWSE FLORON-middag zaterdag 7 februari 2014 Schaapskooi Nisse ............................................................ 1 FLORON Zeeland inventarisatiekamp 28 tot en met 30 augustus 2015 ................................................................... 3 Inventarisatie Ruppia/Zannichellia op Tholen(2013) en Sint-Philipsland (augustus 2014). ...................................... 4 Bijenorchissen achter de tralies en twee keer Hondskruid .......................................................................................... 5 Beleid van Elsta .......................................................................................................................................................... 6 HNS in Zeeland in 2014 ............................................................................................................................................. 7 Opmerkelijke plantenvondsten in Zeeland in 2014.................................................................................................... 8 Herfstschroeven op de Hompelvoet, verslag in twee delen! ................................................................................... 14 Brede wolfsmelk in West Zeeuws-Vlaanderen over de periode 2006-2013............................................................ 18 Verslag van de Plantenjacht in Zierikzee van 2 januari 2015; ................................................................................... 22 ADRESSEN voor informatie over FLORON ............................................................................................................ 23 ZEEUWSE FLORON-middag zaterdag 7 februari 2014 Schaapskooi Nisse Tijdstip: 13.00-16.00 Plaats schaapskooi Nisse 12.30 - 13.00 uur Koffie met bolus. Dit jaar zijn we weer te gast in de Schaapskooi te Nisse en gaan de presentaties (met name) over natuurgebieden op Walcheren. Locatie is de schaapskooi Nieuwkamersedijk 3 te Nisse. 13.00 - 13.05 uur Opening door Justus Welkom en verslag van de activiteiten in 2014, met name HNS. 13.05 - 13.25 uur Bijzondere waarnemingen in Nederland en Zeeland, door Baudewijn Ode Baudewijn Ode zal de traditie voortzetten met een presentatie van de bijzondere waarnemingen in Nederland. Het is een selectie uit de presentatie van Leni Duistermaat zoals gehouden op de landelijke FLORON-dag (13 december 2014) met een nadruk op de regionale soorten.

Transcript of Het Blad Nr 78 december 2014

Page 1: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 1

Redactie: Justus van den Berg, Fluitekruidstraat 151, 4461 MG Goes, 0113-271210 Voor actieve en beginnende floristen en belangstellenden is het Blad gratis.

Oplage 175 exemplaren, verzending digitaal.

INHOUDSOPGAVE ZEEUWSE FLORON-middag zaterdag 7 februari 2014 Schaapskooi Nisse ............................................................ 1 FLORON Zeeland inventarisatiekamp 28 tot en met 30 augustus 2015 ................................................................... 3 Inventarisatie Ruppia/Zannichellia op Tholen(2013) en Sint-Philipsland (augustus 2014). ...................................... 4 Bijenorchissen achter de tralies en twee keer Hondskruid .......................................................................................... 5 Beleid van Elsta .......................................................................................................................................................... 6 HNS in Zeeland in 2014 ............................................................................................................................................. 7 Opmerkelijke plantenvondsten in Zeeland in 2014 .................................................................................................... 8 Herfstschroeven op de Hompelvoet, verslag in twee delen! ................................................................................... 14 Brede wolfsmelk in West Zeeuws-Vlaanderen over de periode 2006-2013. ........................................................... 18 Verslag van de Plantenjacht in Zierikzee van 2 januari 2015; ................................................................................... 22 ADRESSEN voor informatie over FLORON ............................................................................................................ 23

ZEEUWSE FLORON-middag zaterdag 7 februari 2014 Schaapskooi Nisse

Tijdstip: 13.00-16.00 Plaats schaapskooi Nisse

12.30 - 13.00 uur Koffie met bolus. Dit jaar zijn we weer te gast in de Schaapskooi te Nisse en gaan de presentaties (met name) over natuurgebieden op Walcheren. Locatie is de schaapskooi Nieuwkamersedijk 3 te Nisse. 13.00 - 13.05 uur Opening door Justus Welkom en verslag van de activiteiten in 2014, met name HNS. 13.05 - 13.25 uur Bijzondere waarnemingen in Nederland en Zeeland, door Baudewijn Ode Baudewijn Ode zal de traditie voortzetten met een presentatie van de bijzondere waarnemingen in Nederland. Het is een selectie uit de presentatie van Leni Duistermaat zoals gehouden op de landelijke FLORON-dag (13 december 2014) met een nadruk op de regionale soorten.

Page 2: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 2

13.25 - 13.50 uur Stinzenplanten in de Manteling: Peter Maas In 2014 heeft Peter een inventarisatie uitgevoerd van de stinzenplanten op de terreinen van SBB in de Manteling. 13.50 - 14.15 uur Bostulp op Walcheren: hoe nu verder? Wim van Wijngaarden. Peter Meininger heeft in het zomernummer van Het Blad (nr 76, mei 2014) de bekende groeiplaatsen van de Bostulp op Walcheren beschreven. Wim zal hierop ingaan en een aanzet geven tot een gerichte gedetailleerde inventarisatie voorjaar 2015. Dit moet dan uitmonden in een actieplan voor een betere bescherming en beheer van deze bijzondere voorjaarsbloeier. 14.15 - 14.30 uur Discussie over het uitplanten en eventueel nieuw aanplanten van stinzenplanten en aanverwante soorten. Wat gaan we doen als het aantal groeiplaatsen en de omvang ervan afneemt? Is uitplanten vanuit een nabij gelegen grote groeiplaats een goede beheersmaatregel? En zo ja: hoe dichtbij moet die groeiplaats zijn? Of is zelfs aanplant met (commercieel) gekweekte exemplaren verantwoord voor het behoud van het stinzenkarakter van landgoederen? 14.30 - 14.50 uur Flora-quiz door Baudewijn Ode en Justus Op de landelijke FLORON-dag was er een plantenquiz. Dit is een leuke manier om je kennis over de flora te toetsen. Op het internet zijn overigens diverse quizzen. Grada Menting gaf de tip van de site van Rutger Barendse: https://sites.google.com/site/planteninc6/quizzen. Daar staat ook een groot aantal foto's van planten met een verhelderende toelichting over het voorkomen in België. Hij is overigens ook degene die de quiz op de FLORON-dag 2013 won en in 2014 tweede werd. 14.50 - 15.15 uur pauze Met natuurlijk streeplijsten en het uitwisselen van alle andere noodzakelijke informatie. 15.15 - 15.30 uur Stinkende kamille in Zeeuws-Vlaanderen: Awie de Zwart Awie heeft weer eens een bijzondere soort ontdekt. Kort verslag van zijn "toevallige" vondst. 15.30 - 16.00 uur Klein zeegras en de dijkverzwaring. Robert Jenting Als gevolg van de dijkverzwaringen van de afgelopen jaren worden veel groeiplaatsen van beschermde en kenmerkende planten vernietigd. Rijkswaterstaat gaat hiermee zeer zorgvuldig om en inventariseert vooraf alle beschermde waarden en maakt een plan voor het behoud en compenseren van bijzondere waarden. Eén daarvan is het voorkomen van Klein zeegras in de zone waar werkzaamheden plaatsvinden. Deze planten worden verplaatst naar een andere locatie. Eindelijk een verhaal van succesvolle verplaatsing. 16.00 - 16.15 uur FLORON: plannen voor 2015, door Justus van den Berg Justus geeft een overzicht van de projecten die door het Landelijke bureau worden gedaan met vrijwilligers: HNS en "staat die soort er nog". 16.15: Slot.

Page 3: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 3

FLORON Zeeland inventarisatiekamp 28 tot en met 30 augustus 2015

In 2015 wordt er weer een inventarisatiekamp gehouden in Zeeland volgens het vertrouwde recept. Vrijdag-middag 28 augustus starten we, natuurlijk met mooi weer, tot en met zondagmiddag. De locatie is dit jaar op de Kop van Schouwen-Duiveland: groepsaccommodatie Hoeve de Bosrand bij In de Boogerd Recreatie, Vertonsweg 2, 4328 GL Burg-Haamstede. Het is een accommodatie met 48 bedden en je kan er natuurlijk ook kamperen. Het maximum is dus 48 eters/slapers. Onderzoeksgebieden zijn de duinen van Schouwen, de natuurontwikkelingsgebieden van de Zuidkust en de Deltawerken (Neeltje Jans en Kabbelaarsbank). De kosten van het kamp moeten nog berekend worden maar de basisprijs zal zeker €50,- zijn. Nadere info: Justus van den Berg: [email protected] of 0113-271210

Ligging groepsaccommodatie: daar ergens, tegen de binnenduinrand aan.

Page 4: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 4

Inventarisatie Ruppia/Zannichellia op Tholen(2013) en Sint-Philipsland

(augustus 2014).

Door plantenwerkgroep van Natuurvereniging Tholen zijn op Tholen en Sint-Philipsland is gericht gezocht naar de zilte waterplanten. Naast een aantal locaties waar geen waterplant werd waargenomen zijn de twee ruppia's, gesteelde en zittende zannichellia waargenomen, zie tabel. Coördinaten lokatie soort en abundantiecode

070898-392787 inlagen bij Oesterdam Ruppia cirrhosa (B)

070845-392748 inlagen bij Oesterdam Ruppia maritima (B)

Schakerloopolder bij Oesterdam niets gevonden

sloot langs inlagen bij Oesterdam niets gevonden

071961-392654 sloot, Ceresweg in Schakerloopolder Zannichellia pal. subsp. Pedicellata (C)

Industrieterrein Tholen niets gevonden

Hollaereweg oost niets gevonden

Gemaal van Haaften niets gevonden

Groeneweg Stavenisse niets gevonden

slootje bij Sportlaan St.M’dijk niets gevonden( drooggevallen)

sloot Zoetemelksweg St.M’dijk niets gevonden

sloot 1ste dijk hoek Poppenoordweg niets gevonden

064151-396067 watergang sportvelden Smerdiek Ruppia cirrhosa (A)

063551-395430 vijver landgoederen St.M’dijk Ruppia maritima (C)

063775-394695 Pluimpot zuid Ruppia cirrhosa (E)

064034-395322 Pluimpot midden, bij brug Ruppia cirrhosa (E)

064114-395890 Pluimpot noord Ruppia cirrhosa (D)

landgoedvijvers Veekhoek niets gevonden

Scherpenissepolder, de Boezem niets gevonden

niet ingemeten Grevelingendam, zoute kant Ruppia maritima (A)

068412-405495 Bruintjeskreek, St.-Philipsland Zannichellia, zittende (B)

067594-405318 Bruintjeskreek, St.-Philipsland Zannichellia, zittende (C)

067609-405329 Bruintjeskreek, St.-Philipsland Snavelruppia (A)

067673-405177 Bruintjeskreek, St.-Philipsland Zannichellia, zittende (B)

067673-405177 Bruintjeskreek, St.-Philipsland Snavelruppia (A)

Westzijde van noordelijk gedeelte Bruintjeskreek niets gevonden. .

De kaartmodule van Waarneming.nl deed het helaas niet, dus kan er geen gedetailleerd beeld gegeven worden van de recente waarnemingen van deze soorten in Zeeland.

Page 5: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 5

Bijenorchissen achter de tralies en twee keer Hondskruid

Het afgelopen seizoen had ik het voorrecht om een kijkje te nemen bij een grote groeiplaats van Bijenorchis (Ophrys apifera) op het complex van de energiecentrale van Elsta bij Terneuzen. Ik was daar op uitnodiging van Eric Waals die voor een Amerikaans bedrijf werkzaam is bij Elsta. Enkele jaren geleden werd ik door Eric op de hoogte gesteld van het feit dat er op het terrein van Elsta Bijenorchis groeide. Sinds die eerste melding word ik jaarlijks bijgepraat over het wel en wee van de Bijenorchis. Dit jaar belde Eric dat er een probleem was. Het aantal orchideeën was dusdanig toegenomen dat het tellen onmogelijk begon te worden. Hij nodigde mij uit om de telling samen ter hand te nemen. Enige dagen later, op 11 juni, meld ik mij voor de hermetisch gesloten poorten van het bedrijf. Door de tralies heen zie ik Eric naderen. Nadat hij een kaartje door een gleuf heeft gehaald opent de poort zich en loop ik het terrein op. Achter mij sluit het hek zich weer.

Tijdelijk Voor we aan de slag kunnen wacht ons eerst een aantal plichtplegingen. Ten eerste moeten we een helm en een veiligheidsbril op. Daarna moet ik op een officieel papier voor mijn aanwezigheid tekenen om vervolgens via een aantal zware metalen deuren, die alleen met een pasje te openen zijn, ons een weg naar buiten te banen. Uiteindelijk staan we buiten bij misschien wel een van de best beveiligde groeiplaatsen van bijenorchis in Nederland. We lopen naar een rechthoekig zeer schraal graslandje, kleiner dan een voetbalveld. De bodem bestaat uit opgespoten kalkrijk zand. De natuurbestemming van deze grond is tijdelijk. Als de situatie daar toe aanleiding geeft zal dit stukje grond worden opgeofferd voor de uitbreiding van de centrale.

Turfstreepjes Over het veldje trekken onophoudelijk wolken waterdamp die afkomstig zijn uit de koeltorens op het terrein van de centrale. Samen gaan we op zoek naar de eerste Bijenorchissen. Die worden al snel gevonden. Ze zijn iets over hun hoogtepunt heen maar nog altijd fraai in bloei. Ik zet de eerste turfstreepjes op papier. Al vrij snel is het duidelijk dat we meer gestructureerd aan de slag moeten willen we een betrouwbaar beeld van het aantal exemplaren krijgen. We besluiten parallel aan elkaar banen van ongeveer vier meter breed te lopen en alle orchideeën in die baan te tellen. Dat gaat prima. De aantallen lopen snel op. Baan na baan groeit het aantal turfstreepjes met vele tientallen tegelijk. Als we over de helft zijn stuiten we op een andere orchidee: Hondskruid (Anacamptis pyramidalis). Met zijn donkerroze kegelvormige bloeiwijze springt deze eenling veel meer in het oog dan al die bijenorchissen bij elkaar. Even verderop staat nog een tweede exemplaar in volle bloei.

Page 6: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 6

Het eindgetal Na een goed uur tellen zijn we aan het einde van het veldje en ons latijn. We gaan weer naar binnen om in de kantine, onder het genot van een kopje opbeurende tomatensoep, de turfstreepjes bij elkaar op te tellen en te komen tot een eindgetal. Het tellen neemt even in beslag maar uiteindelijk blijft de teller steken op 3953 bloeiende exemplaren Bijenorchis! Een imposant getal. Na deze administratieve handeling klaren we onszelf uit en begeven ons ieder naar ons eigen voertuig en verlaten het Elsta-terrein. Achter mij valt het hek hermetisch in het slot. De Bijenorchissen zijn weer onbereikbaar geworden, maar het belangrijkste heb ik toch mee naar buiten weten te smokkelen, het eindgetal: 3953. Awie de Zwart

Eric Waals bij een exemplaar van het Hondskruid (maar waar zijn al die bijen?)

Beleid van Elsta

Vanaf oktober 2006 heeft Elsta een milieu-coördinator in dienst en dat was ik tot 1 januari 2014. Mijn opvolger Jordy Goossen zet het ingezette beleid voort. Maaien van het braakliggende terrein ten oosten van de koeltoren is een van de vele taken van een milieu-coordinator. In juni 2007 ontdekte ik tijdens een ronde een aantal Bijenorchissen en heb toen het bestaande maaibeheer tegen het licht gehouden. Het was natuurlijk al snel duidelijk dat Bijenorchissen beschermd zijn en tevens mooi om te zien. Mede omdat ik bekend was met het inventariseren van de flora via de plantenwerkgroep van het Duumpje o.l.v. Awie de Zwart. In overleg met Dethon groen hebben we besloten om geen 2x maar slechts 1x te maaien nadat de weidevogels zijn uitgevlogen en de Bijenorchissen zijn uitgebloeid en hun zaad hebben verspreid. Meestal is dat ergens eind augustus begin september. Een mooi gevalletje van win-win. Minder geld uitgeven aan maaien en zeldzame planten krijgen een kans op deze tijdelijke natuurgronden. Vanaf 2013 zijn voor het eerst 2 hondskruiden waargenomen en ook in 2014 stonden ze er weer met z’n tweeën. De Bijenorchissen zijn toegenomen van +/- 20 tot bijna 4000 exemplaren in juni 2014 in 7 jaar tijd. In 2010 (het jaar van de biodiversiteit) is er veel geschreven en gecommuniceerd over het behoud van biodiversiteit in het Terneuzense havengebied (Sealand seaports/ DOW/ Provincie) , tevens een stimulans voor ons om door te gaan waarmee we bezig waren. Elsta is sinds 2008, ISO 14001 gecertificeerd en dit betekend dat we alle wet- en regelgeving die voor ons van toepassing is naleven, inclusief wet- en regelgeving m.b.t. de natuur. Elsta moet zo wie zo voldoen aan de IPPC- richtlijn en tegenwoordig aan de nieuwe Europese richtlijn voor grote stookinstallaties. Onze huidige en ook toekomstige milieuvergunning werd/wordt getoetst op alle milieuwetgeving ,incl. flora en faunawet, natuurwet, habitat- en vogelrichtlijnen, etc. Eric Waals, EHS coördinator

Page 7: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 7

HNS in Zeeland in 2014

Voor HNS zijn in Zeeland 19 hokken geselecteerd die door twee personen/groepen onafhankelijk van elkaar geïnventariseerd moeten worden. Hiervan zijn er 17 twee maal geïnventariseerd, dat is een mooi resultaat. Van de acht hokken die door de KNNV Bevelanden zijn gedaan is een overzicht opgesteld met de resultaten van de tweede waarnemer. Het totaal aantal waargenomen soorten per hok varieert van 88 tot 240. Het blijkt dat een groot aantal soorten slechts één keer is waargenomen. Dit varieert van 38 tot 54% van het totaal aantal waargenomen soorten per hok. Bij de hokken die in dezelfde maand of één maand later zijn gedaan ligt dit aantal rond de 40%. Als er drie maanden tussen zitten is dit percentage veelal meer dan 50%. Dit is natuurlijk te verwachten. Van de soorten die de plantenwerkgroep gemist heeft is een overzicht gemaakt. Soorten die vijf of zes keer niet gezien zijn door de plantenwerkgroep en wel door de andere groep, blijken de algemene soorten te zijn, waarvan je zo denken dat de trefkans hoog is. Ik ben toch benieuwd naar de analyses die door het Landelijk Bureau van FLORON gemaakt worden naar de trefkansen van de soorten over de maanden. kmhok Pwg KNNV

Bevelanden ander Totaal aantal

waarnemingenWaarvan 1 keer

waargenomen1 x t.o.v.

totaal 23-371 137 175 209 106 51 Sept - mei29-376 114 128 157 72 46 Sept - mei36-385 120 111 151 71 47 Mei - april46-391 157 194 240 129 54 Mei - sept51-385 145 140 192 99 52 Mei - juli52-395 129 100 142 55 39 Juni - juni57-392 158 157 194 73 38 Juli - aug65-380 71 69 88 36 41 Juli - aug

Gemist 6 keer Akkerkool Dovenetel, paarse Hanenpoot, europese Look, kraai- Nachtschade, zwarte

Timoteegras s.s.

5 keer Beemdgras, veld- Dravik, ijle Dravik, zachte s.l. Klit, gewone s.l. Klit, kleine Kruiskruid, jakobs- Moeraskers Muur, vogel- Vergeet-mij-nietje, ruw Populier, canada- Zuring, veld-

Page 8: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 8

Opmerkelijke plantenvondsten in Zeeland in 2014

Peter Meininger Dit is een selectie van opmerkelijke vondsten van vaatplanten in Zeeland in 2014, hoofdzakelijk gebaseerd op ingevoerde waarnemingen in waarneming.nl. Overige bronnen, zoals invoer in Telmee.nl en FLORON streeplijsten, zijn niet direct toegankelijk en hier dan ook niet gebruikt. Met dank aan de invoerders en kwaliteitsborgers van waarneming.nl! Ook dank aan Grada Menting en Henk Remijn voor hulp en advies bij het selecteren. Volgorde alfabetisch op wetenschappelijke naam. Fijn akkerscherm – Ammi visnaga Zeldzame (inburgerende?) exoot. Er zijn slechts enkele vondsten bekend uit Zeeland. In juli 2014 vond Bert Meulenbelt een bloeiend exemplaar op opslagterrein ‘Erica’ bij Westkapelle. Prachtrozenkransje – Anaphalis margaritacea In juli 2014 vond Ed Michiels enkele planten in het Zeeuwse deel van het Markiezaat, de eerste vondst in Zeeland. Deze sierplant is verwilderd aangetroffen verspreid over het hele land (http://www.verspreidingsatlas.nl/5322 ). Pijpbloem – Aristolochia clematitis De vondst door M. van Soest in juli 2014 op de zeedijk bij Bath leek de eerste voor Zeeland. Later bleek de soort hier al in 2012 te zijn aangetroffen door Frank Wagemans, maar alleen (en ten onrechte) ingevoerd op waarnemingen.be. Riviertandzaad – Bidens radiata Op 25 september 2014 vond Marco Knipping een tiental exemplaren in de natuurontwikkeling van Braakman-Noord (op naam gebracht door Erik Slootweg). Dit was pas de tweede vondst voor Zeeland, na een eerste tijdens het FLORON-kamp in september 2013 in een binnendijks natuurontwikkelingsgebied bij Nummer Een door Marcel Hospers e.a. (en later gedetermineerd door, jawel, Erik Slootweg!). Riviertandzaad is een relatieve nieuwkomer in de Nederlandse flora. De soort komt oorspronkelijk uit Centraal Europa en is via de Rijn ons land binnengekomen. Ze heeft geprofiteerd van de vele ingrepen in het rivierengebied en is nu plaatselijk algemeen langs uiterwaardplassen in het oostelijk rivierengebied (http://www.verspreidingsatlas.nl/2458). In België is de soort o.a. aangetroffen bij Antwerpen en – met honderdduizenden (!) – in de Achterhaven van Zeebrugge (www.waarnemingen.be). Struikhei – Calluna vulgaris Bekend van de zandgronden in Oost-Zeeuws-Vlaanderen en de ontkalkte duinen van Schouwen en Noord-Walcheren. Een geheel nieuwe groeiplaats was het Groot Vroon bij Dishoek, waar Bert Meulenbelt enkele planten aantrof in juli 2014. Is hier sprake van het aanboren van een zaadbank bij natuurherstelmaatregelen? Eerder doken hier al op: Grote leeuwenklauw Aphanes arvensis (2012), Gestreepte klaver (2012), Draadklaver (2014) en diverse biezen.

Page 9: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 9

Gifsla – Lactuca virosa Zou vóór 1990 zijn gevonden in Middelburg. Op 19 april 2014 vond Dirk den Ottelander 30 jonge planten in Oranjezon. Hier werden later het jaar op meerdere plaatsen ook bloeiende planten aangetroffen. De soort is hier dus ongetwijfeld al wat langer aanwezig. Zeelathyrus – Lathyrus japonicus Een kleine groeiplaats in Het Zwin is al vele jaren verdwenen. In 2007 ging de laatste Zeeuwse groeiplaats op de Westnol bij Wissenkerke (Noord-Beveland) verloren bij dijkwerkzaamheden, ondanks inspanningen de soort hier te behouden. De vondst door Kees de Kraker in oktober 2011 op de zeedijk van de Schelphoek (Schouwen-Duiveland was onverwacht. De plant perste zich naar boven tussen gietasfalt en stortsteen aangebracht tijdens… dijkwerkzaamheden. In 2014 was deze plant nog aanwezig, overigens zonder tot bloei te komen, terwijl in de nabijheid nog minstens één plant werd gevonden. De enige andere huidige groeiplaats in de Delta bevindt zich op de Kwade Hoek (Goeree). Kleine rupsklaver – Medicago minima Zeldzaam en afnemend. Een florerende groeiplaats rond een parkeerplaats bij de aanzet van de Brouwersdam ging in 2014 (waarschijnlijk) verloren bij een rigoureuze herinrichting. Volgens de FLORON verspreidingsatlas is deze soort na 1990 nog op diverse plaatsen in Zeeland aangetroffen, maar ook verdwenen uit tien atlasblokken (5x5 km) (http://www.verspreidingsatlas.nl/0800). Waarschijnlijk komt de soort nog wel voor in Retranchement, maar van andere groeiplaatsen is niets bekend. Een verrassende vondst was die door Johan Eckhardt op de kade bij het De Ruijterplein in Vlissingen in juni 2014: hier bleken honderden kruipende planten te staan tussen de kasseien.

Page 10: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 10

Kleine honingklaver – Melilotus indicus Landelijk zeer zeldzaam. De FLORON verspreidingsatlas toont vier Zeeuwse atlasblokken waar de soort na 1990 zou zijn gevonden (http://www.verspreidingsatlas.nl/0811 ). Voor 1990 was de soort al bekend uit Middelburg. In 2002 vond Ton Denters (zie “Stadsplanten”) de soort op De Punt in Middelburg. De laatste jaren zijn de Middelburgse kademuren toch uitgebreid bekeken door diverse floristen, maar het duurde tot 2014 voordat de soort (door Jaco Walhout) weer werd aangetroffen: met tientallen op de oude groeiplaats! Waarschijnlijk is bij de renovatie van de kademuur een zaadbank aangeboord. Het is de vraag of de soort zich hier zal weten te handhaven. Bostabak – Nicotiana sylvestris Deze oorspronkelijk uit het Amazonegebied afkomstige een- of tweejarige tuinplant lijkt de laatste jaren in te burgeren in enkele steden, o.a. Amsterdam en Utrecht. De eerste Zeeuwse vondst was in oktober 2013 langs de Veerse Kreken (Grada Menting). In 2014 werd deze soort aangetroffen op meerdere plaatsen in Middelburg. Soldaatje – Orchis militaris De vondst door H. Knibbeler van een bloeiend Soldaatje bij Terneuzen op 31 mei 2014 mag spectaculair genoemd worden. Er was slechts een Zeeuwse vondst bekend van vóór 1950 (West-Zeeuws-Vlaanderen).

Page 11: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 11

Groot glaskruid – Parietaria officinalis Na meldingen in Sluis en bij Sint-Jansteen, betrof de eerste vondst voor Walcheren een tiental exemplaren op Industrieterrein Arnestein II door Jaco Walhout op 25 juni 2014. De locatie, bij een zijdeur van een hal met tropische vogels, maakte deze vondst minstens wat verdacht. Deze locatie is overigens al langere tijd bekend (mondeling informatie Wim van Wijngaarden). Bergnachtorchis – Platanthera chlorantha Na het waarschijnlijk verdwijnen bij Oostkapelle (laatste jaar 1999) en Hulst (laatste melding 2008) en Ritthem (laatste 2001) leek het gedaan met deze soort in Zeeland. De melding van een bloeiende plant op een Schouwse zeedijk op 30 mei 2014 door Rinus van ’t Hof werd dan ook met enige scepsis ontvangen. Kort nadat de determinatie bevestigd was door enkele andere floristen verdween de plant in een hooibaal.

Page 12: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 12

Zandvarkensgras – Polygonum oxyspermum Na enkele vondsten op Noord-Beveland sinds 2010 werden in 2014 minstens vijf exemplaren gevonden op enkele plaatsen op de zeedijken van Noord-Beveland (Peter Meininger, Grada Menting).

Meekrap – Rubia tinctorum De in 2012 gevonden groeiplaats in de heg van een arbeidershuisje bij Kamperland bleek in 2014 nog aanwezig: er groeiden enkele tientallen planten (Peter Meininger). Waarschijnlijk is dit een authentiek restant van de meekrapteelt.

Page 13: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 13

Geoorde zuring – Rumex thyrsiflorus De vondst van vier exemplaren in het duin nabij het Vlissingse Nollehoofd door Marcel Bolten op 30 juni is opmerkelijk. Eerdere vondsten in Zeeland hielden verband met aangevoerde rivierklei (Brouwersdam en Zandkreekdam) of inzaai (in 2011 bij Kamperland). Grote vlotvaren – Salvinia molesta De eerste vondst in Zeeland op 2 augustus 2014 op de Kerkring van Dreischor (Theo Muusse). Zuid-Amerikaanse soort die op diverse plaatsen in Nederland is aangetroffen en wordt beschouwd als invasieve exoot. “Kandelaarkaars” - Verbascum speciosum – Oorspronkelijk afkomstig uit Oost-Europa en West-Azië en als “onsnapte” sierplant inburgerend in de meeste West-Europese landen. Het is een sterk vertakte plant met karakteristiek “opgefrommelde” bladvoet. Op waarneming.nl staan vondsten sinds 2009 op diverse plaatsen in Nederland. Op de verspreidingsatlas van vaatplanten ontbreekt de soort (http://www.verspreidingsatlas.nl/1342). In België is de soort sinds 2009 aangetroffen, o.a. in 2010 bij Kallo. Waarschijnlijk is eerste Zeeuwse vondst op de zeedijk bij Rilland in september 2014 (door Peter Meininger) gerelateerd aan verspreiding van zaden via de (Zee-)Schelde. De tientallen bloeiende planten van deze tweejarige soort suggereert een al wat langere aanwezigheid. In het Engels Hungarian Mullein of Showy Mullein, in het Frans Molène splendide, in het Duits Pracht-Königskerze. Deze soort ontbeert nog een Nederlandse naam. Prachtkaars zou een goede kandidaat zijn, maar is al vergeven aan Oenothera lindheimeri. Hongaarse kaars dan maar? Of Kandelaarkaars? Groot zeegras – Zostera marina Tot in de jaren 1980 waren honderden hectaren in de Grevelingen bedekt met Groot zeegras. Daar verdween de soort geheel en tot voor kort resteerden enkele kwijnende groeiplaatsen in en om de Oosterschelde. Op – voor zover bekend – de enige huidige groeiplaats in de Delta, de Plaat van Oude Tonge, deed de soort het in 2014 nog goed: hier stonden op 3 september minstens 120 planten (Peter Meininger).

Page 14: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 14

Herfstschroeven op de Hompelvoet, verslag in twee delen!

Herfstschroeven op de Ganzenwei (Kees de Kraker) Dag allen, Waarschijnlijk is dankzij gunstige omstandigheden een veel groter deel van de populatie in bloei gekomen dan gewoonlijk. Die gunstige omstandigheden voor orchideeën met een winterrozet werden reeds door verschillende personen benoemd. Het gaat daarbij om:  

1. Het langdurig koude voorjaar van 2013, waardoor er minder productie was en de vegetatie kort de winter is ingegaan.  

2. De bijzonder zachte en niet erg natte winter waardoor de aanwezige rozetten veel voedingstoffen hebben kunnen opslaan.  

 Omdat de bloei veel energie kost komen lang niet alle planten ieder jaar in bloei. Zou dus kunnen dat er volgend jaar een dip komt, maar de soort breidt zich op de Hompelvoet nog steeds verder uit. Vorig jaar werden een kleine 7000 exemplaren met schelpjes gemerkt en aan de hand van een hertelling van een aantal proefvlakken is een percentage voor later in bloei gekomen bijgeteld waarmee het totaal op 10.000 exemplaren kwam. Dit jaar zijn het er duidelijk veel meer. Op de proefvlakken werden 2‐4x meer exemplaren geteld (zie onderstaande tabel), nieuwe groeiplaatsen ‐ zoals een van 580 exemplaren ‐ doken uit het niets op en in de Ganzewei staan ze plaatselijk zo dicht als haren op een hond! Niet verwonderlijk dat er regelmatig bloeiaren door begrazing verdwijnen, al bleek uit waarneming dat de paarden ze bij voorkeur laten staan.  Zoals gewoonlijk is begonnen met het merken van de planten met een kokkelschelpje. Dat werd deze keer wat grootser aan gepakt door schelpen te zeven uit de winputten op Noord, waarna ze in zakjes van 100 voor verder gebruik gereed werden gemaakt. In totaal meer dan 3 volle emmers zijn er weggelegd – dat waren exact 10.000 schelpjes. Nog is een groot deel van de populatie niet gedaan, zo zouden er moeiteloos nog 6.000 of meer 

Page 15: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 15

planten gemerkt kunnen worden. Daarvoor ontbreekt echter de tijd en al dat voortdurend gebukt staan levert een zere rug, slechte bloedsomloop en aambeien op. Het beeld is nu wel duidelijk zodat ik me verder beperk tot een voorlopige schatting van minimaal 20.000 bloeiende exemplaren. Een aantal dat eventueel aan de hand van het percentage later opgekomen exemplaren nog bijgesteld kan worden. Verdere details in het verslag over 2014. In elk geval duidelijk dat de Hompelvoet momenteel van grote betekenis is als groeiplaats voor de Herfstschroeforchis.  Hartelijke groet ‐ Kees  aantallen Herfstschroeforchis (1e telling) op proefvlakken   2011  2012 2013 2014

   

hoekje Schor  120  144 330 1500

stuifrug Ganzewei  272  760 666 1500

westzijde Delingsdijk  275  291 282 880

oost van Oostvijver  55  30 40 135

hoekje Morinellenvlak  350  450 670 1500

  

 Herfstschroeforchis met parnassia (foto Kees de Kraker)    

Page 16: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 16

 Verspreiding herfstschroeforchis op de Hompelvoet  Dag allen, Op 27 augustus heb ik de inventarisatie van de Herfstschroeforchis op de Hompelvoet afgesloten. Bij dit bezoek bleek dat er na 15 augustus maar heel weinig nieuwe bloeiaren zijn verschenen (veelal <5% van het eerder getelde aantal). De hele populatie was er dus vroeg bij. Het aantal planten dat nu nog bloemen heeft is sterk afgenomen. Deels doordat ze uitgebloeid zijn en anderzijds zijn er ook al heel veel bloeiaren door begrazing verdwenen. Op zich geen ramp want er blijven er genoeg over die het tot zaadzetting brengen. De schatting van het totaal aantal planten dat dit jaar gebloeid heeft, blijft zodoende ongewijzigd op 20.000 exemplaren.  Was behoorlijk nat geworden zodat het maaibeheer dat de afgelopen dagen met twee tractoren werd uitgevoerd, voor de laaggelegen delen nog even is uitgesteld. Al die nattigheid was uitstekend voor paddenstoelen, met name Zwartwordende wasplaat gaf het gebied een extra kleurig aspect. Geelhartje was plaatselijk onder water verdwenen. Veel regen is ook altijd gunstig voor de kieming van Slanke gentiaan, die het juist op de open veelal hoger gelegen delen goed doet. Openheid van de vegetatie (geen dicht mosdek)is voor deze eenjarige lichtkiemer een eerste vereiste. Droogte of soms winterse plasvorming zijn daarvoor gunstig. Zo zien we Slanke gentiaan in de Stuifketel te midden van Watermunt en elders met Muizenoor of Herfstschroeforchis. Ook Herfstschroeforchis houdt van een open vegetatie, kiemt daarin het makkelijkst, maar voor de rest moet het vooral een korte begroeiing zijn: enigszins betreden en voortdurend begraasd. Beide soorten vind je daarom vrijwel uitsluitend boven de kruipwilggrens.   Langs de oever stikte het overal van de Brakwatergrondel (is die neerslag ook goed voor) en bovendien waren er hele grote scholen van duizenden pelagische visjes (Haring/Sprot/Koornaarsvis) die de oever afschuimden. Dat afstromende zoete water heeft duidelijk aantrekkingskracht. Bijgaand een paar plaatjes en kaartjes.  Hartelijke groet – Kees  

Page 17: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 17

 Herfstschroeforchis met slanke gentiaan (foto Kees de Kraker)  

 Herfstschroeforchis met puntmutswasplaats (foto Kees de Kraker) 

Page 18: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 18

Brede wolfsmelk in West Zeeuws-Vlaanderen over de periode 2006-2013.

Door Awie de Zwart (dit artikel is bewerkt ook in FLORON Nieuws 21 verschenen) Brede wolfsmelk (Euphorbia platyphyllos) is een zeer zeldzame éénjarige wolfsmelk die van oorsprong thuishoort in pioniervegetaties op kleigrond, veelal akkers. In zijn verschijningsvorm heeft het nog hij meeste weg van Kroontjeskruid (Euphorbia helioscopia). Hij is echter in al zijn onderdelen forser, de bloeiwijzen zijn geler van kleur en de oudere stengels krijgen een kenmerkende rode verkleuring. De zaaddoos is wrattig (kaal bij Kroontjeskruid) en bij jonge vegetatieve exemplaren valt de grijsgroene kleur op. Brede wolfsmelk is een zeer zeldzame verschijning in Nederland. In de meest recente 23e editie van Heukels’ (2005) staat de plant te boek als zeer zeldzaam en op de Rode Lijst als Bedreigd. In de vorige 22e druk (1996) geldt de soort nog als min of meer uitgestorven. Een voetnoot vermeldt: “voor ’t laatst in 1979”. Een aardig detail is dat juist deze waarneming afkomstig is uit Breskens. In de recente periode is de plant dus verre van algemeen. Was Brede wolfsmelk vroeger wel een algemene verschijning? Een antieke Heukels’ uit 1929 geeft uitkomst. De tekst vermeld: “Op bouwland, aan wegen en slooten. Zeer zeldzaam.” We kunnen daarom voorzichtig de conclusie trekken dat Brede wolfsmelk ook toen een bijzonderheid was. Na de laatste vondst uit 1979 duurde het tot 1999 voordat de plant opnieuw werd opgemerkt. Twee floristen vonden de Brede wolfsmelk in het stroomgebied van de Linge in Gelderland (Gorteria 27-1). Naar aanleiding van deze vondst is het gebied in 2006 nogmaals intensief doorzocht. Dit leverde vier nieuwe locaties op (Gorteria 32-3).

Nog onwetend van de hiervoor beschreven zoektocht stootte ikzelf in dat jaar (6 juni 2006) op een vrij forse populatie van meer dan 100 exemplaren. De Brede wolfsmelk groeide in het net ingerichte en ingezaaide Groene Ontmoetingspunt in de Kleine Loodijkpolder bij Zuidzande. De plant stond opvallend te floreren tussen een ijle inzaai van Engels en Italiaans raaigras (Lolium perenne en L. multiflorum). Mede door deze beide grassen was de habitus van de plant atypisch. In de strijd om licht en ruimte met de concurrentie was hij gedwongen tot een lang en smal uiterlijk. Het aantal bloeiwijzen per plant was daardoor zeer karig. Deze afwijkende verschijningsvorm zorgde in eerste instantie voor problemen bij het op naam brengen van de plant. Vanwege de vondst besloot de eigenaar van het gebiedje, Het Zeeuwse Landschap, om de groeiplaats opnieuw te bewerken. Dit in de hoop de aanwezigheid van Brede wolfsmelk met een jaar te verlengen. Maar dat gebeurde

Page 19: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 19

niet. In plaats daarvan geschiedde wat meer akkerreservaten op de kleigrond parten speelt. Plaagsoorten als Akkerdistel (Cirsium arvense), Akkermelkdistel (Sonchus arvensis) en Kweek (Elytrigia repens) namen in recordtempo bezit van de maagdelijke grond. Het akkerexperiment kreeg mede hierdoor geen vervolg en inmiddels is de groeiplaats alweer jaren een gesloten grasmat waar honden naar harte lust hun behoefte kunnen doen. Toch is de Brede wolfsmelk van de Kleine Loodijkpolder niet helemaal verdwenen. Destijds heb ik van de afstervende planten nog enkele zaden kunnen verzamelen. De nazaten van deze kleine oogst teisteren nu nog jaarlijks mijn groentetuintje.

Sinds deze eerste vondst had ik voor mezelf een goed zoekbeeld van de plant op het netvlies zitten. Een jaar later, tijdens een excursie van de Plantenwerkgroep ’t Duumpje, had ik hiervan voor het eerst profijt. In een duinachtig gebied bij buurtschap ‘t Zandertje (vuurtoren Breskens) ontdekten we een kleine populatie van vijf exemplaren in de berm langs het fietspad. De grasmat was op deze plaats eerder in het seizoen door een klepelmaaier flink opengereten en had daarmee de weg vrijgemaakt voor de kieming. Vreemd genoeg was de bodem vrij zandig. Weer een jaar later vond ik één enkel exemplaar nabij de Verdronken Zwarte Polder. Het waterschap had aan de binnenzijde van de zeedijk een strookje asfalt uit de roulatie genomen door er een laag kleigrond overheen te storten. En precies op deze verse stort stond een fraai exemplaar Brede wolfsmelk te bloeien. Helaas is de herkomst van de grond onbekend. Na deze vondst blijft het een paar jaar stil. Het duurt tot de zomer van 2012 voor de Brede wolfsmelk zich opnieuw laat zien. Deze keer in de Burkelpolder, vlak bij de Belgische grens, in een akker. In totaal vijf planten stonden aan de rand van een aardappelveld. Ze groeiden in een smalle zone waar de grond wel was bewerkt maar waar geen aardappelen waren gepoot. Een groot deel van de bodem ging schuil onder een deken van Gewoon varkensgras (Polygonum aviculare). De wolfsmelkplanten waren klein van stuk, hooguit tien centimeter, maar onmiskenbaar. Een maand later was het weer raak. Aan de rand van een bietenakker in de Zuidzandepolder stonden 15 forse exemplaren. Ze groeiden in een smal strookje tussen de grazige rand van de sloot en de eerste rij suikerbieten. Zeer waarschijnlijk was dit smalle reepje net ontsnapt aan de dodelijke nevel uit de sproeimachine. Naast Brede wolfsmelk waren ook Kleine wolfsmelk (Euphorbia exigua), Tuinwolfsmelk (Euphorbia peplus) en Kroontjeskruid (Euphorbia helioscopia) met aanzienlijke aantallen van de partij.

Page 20: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 20

Min of meer gelijktijdig vonden collega’s (CJ en LC*) van mij op enkele kilometers afstand, maar nog wel in de Zuidzandepolder, een tweede groeiplaats van Brede wolfsmelk. De groeiplaats had bij hen de aandacht getrokken vanwege een onwaarschijnlijk groot aantal pollen Kleine wolfsmelk. Of het er duizenden, tienduizenden of meer waren valt moeilijk te zeggen maar hun aantal was enorm. Ze hadden bezit genomen van een verlaten akker. Hier en daar lagen nog de uien van de laatste oogst het jaar ervoor. In afwachting van de inrichting van het gebied, onder andere het graven van een drietal drinkputten, had zich een fraaie akkerflora ontwikkeld. Behalve de overdaad aan Kleine wolfsmelk groeiden er verspreid ook een kleine honderd planten Brede wolfsmelk. Maar het feest was nog niet gedaan want naast de twee wolfsmelken werden ook nog 14 exemplaren Eironde leeuwenbek (Kickxa spuria) aangetroffen. Daarmee openbaarden zich de contouren van de Stoppelleeuwenbekjesassociatie (Kickxietum spuriae). Verder nog enkele tientallen Gladde ereprijs (Veronica polita) en één exemplaar Doffe ereprijs (Veronica opaca). Beiden zeldzame bestanddelen van de associatie van Grote ereprijs en Witte krodde (Veronico-Lamietum hybridi) Een jaar later was een grote hoeveelheid Kleine wolfsmelk op een verlaten akker in de Oud Breskenspolder (toekomstig Waterdunen) de aanleiding om ook hier eens nader te kijken. En jawel, ook hier dook de Brede wolfsmelk op. Deze keer niet in bloei maar in een jonge vegetatieve fase. Het aantal bleef beperkt tot twee maar het is zeker niet uitgesloten dat er, vanwege het vroege stadium, nog over het hoofd zijn gezien. Interessante vraag is of deze planten de nazaten zijn van de waarneming uit 1979. Tot slot deden twee collega’s (LC en PC*) aan het eind van de zomer van 2013 nog een duit in het zakje. Zij troffen een populatie aan van vele tientallen planten in een vers gegraven sloottalud. Vermoedelijk had de graafmachine een oude zaadbank aangesneden en wakker geschud. Ook hier werd de plant begeleid door Kleine wolfsmelk. Verder groeide in het talud een onbekende dravik die men later op kantoor heeft gedetermineerd als Grote trosdravik (Bromus racemosus subsp. racemosus). Braakland zonder haast. Uit het voorgaande mag duidelijk zijn dat Brede wolfsmelk de ontwikkelingen in de moderne landbouw niet heeft kunnen volgen. Vermoedelijk was de plant vroeger algemener dan nu het geval is, al geven de historische gegevens dat niet aan. De huidige agrarische ontwikkeling heeft er in de afgelopen halve eeuw voor gezorgd dat de samenstelling van de akkerflora ingrijpend is veranderd. Soorten die prima gedijden in een trage en minder efficiënte vorm van

Page 21: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 21

landbouw hebben het veld moeten ruimen voor andere assertievere soorten. Zo ook de Brede wolfsmelk. En als het in een zeldzaam geval toch opduikt in een reguliere akker dan is het in de marge. Langs de randen waar de invloed van het gif minimaal is. Maar verreweg de meeste vondsten zijn gedaan in akkers die verlaten zijn. Braakland zonder haast. Gronden waar de mens, afgezien van een enkele florist, geen oog voor heeft en die kortstondig aan hun lot worden overgelaten. Alleen dan laat een kritische akkerplant als Brede wolfsmelk zich nog verleiden tot voortplanting. Dergelijke gronden geven soms meerdere zeldzaamheden prijs uit de historische zaadbank. Dan krijg je als florist even de kans om terug in de tijd te kijken. Likkebaardend rond te lopen in een verloren paradijs. Meestal blijkt deze opleving maar van korte duur. Een kort interbellum als opmaat naar een of ander planologisch hoogstandje. Maar ook als de toekomstige invulling van de grond natuur betreft is dat in de meeste gevallen geen goed nieuws voor de Brede wolfsmelk. Een gesloten kruidenrijke grasmat met broedende kieviten verwijzen de plant weer naar de zaadbank. Een soort reservebank waarvan je als plant vooraf nooit weet op welk moment je weer mag invallen. AdZ = Awie de Zwart CJ = Chiel Jacobusse LC = Luciën Calle PC = Pepijn Calle Beknopt overzicht. datum Locatie A’foortcoörd. aantal groeiplaats detail Vinder 06-06-2006 Kleine loodijkpolder 018,530-372,650 100 ex inzaai AdZ 16-08-2007 Zandertje 025,033-381,383 3 ex berm duinzand AdZ 23-07-2008 Zwarte Polder 019,301-379,253 1 ex grondstort AdZ 26-07-2012 Burkelpolder 014,817-372,763 5 ex akker rand AdZ 11-08-2012 Zuidzandepolder 019,776-374,065 15 ex akker rand AdZ 24-08-2012 Noordmansweg 016,955-374,075 4 ex braak verlaten stoppel LC,PC,CJ 24-08-2012 Noordmansweg 017,046-374,143 21 ex braak verlaten stoppel LC,CJ 22-06-2013 Oud Breskenspolder 026,047-379,934 1 ex braak verlaten akker AdZ 22-06-2013 Oud Breskenspolder 026,050-379,967 1 ex braak verlaten akker AdZ 30-08-2013 Gouverneurpolder 015,004-371,449 ±100 ex sloottalud nieuw gegraven LC,PC

Op drie locaties is van de groeiplaats een opname gemaakt. Vegetatieopname (code volgens Braun-Blanquet). Opname 1 : A’foortcoörd. 018,530-372,650 Kleine loodijkpolder (7 juni 2006) Opname 2 : A’foortcoörd. 026,050-379,967 Oud Breskenspolder (19 juni 2013) Opname 3 : A’foortcoörd. 026,047-379,934 Oud Breskenspolder (19 juni 2013) Opname 1 Opname 2 Opname 3 Duist 3 Rood guichelheil 1 Akkerdistel + Klein kruiskruid 2m Grote ereprijs + Klimopereprijs 2a r Melganzevoet r + Echte kamille + Kleefkruid r Akkermelkdistel + Gewone melkdistel 3 r r Uitstaande melde 2a 2b Hondspeterselie r Perzikkruid + 1 Gewoon varkensgras 2a 2a Brede wolfsmelk 1 r r Kleine wolfsmelk r 1 1 Kroontjeskruid 1 1 Tuinwolfsmelk r Akkervergeet-mij-nietje + Zwaluwtong 1 1 3 = 25-50%, 2b = 12,5-25%, 2a = 5-12,5%, 1 = talrijk < 5%, + = weinig < 5%, r = zeer weinig < 5% Vegetatieopname door Luciën Calle (code volgens Tansley)

Page 22: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 22

Locatie : Gouverneurpolder (015,004-371,449) Datum : 30 augustus 2013 Brede wolfsmelk lf Kleine wolfsmelk lf Kroontjeskruid o Rood guichelheil o Hondspeterselie o Tuinbingelkruid o Duist o Grove varkenskers o Zwarte nachtschade o Akkermelkdistel o Canadese fijnstraal o Klein hoefblad o Grote trosdravik o lf= lokaal zeer regelmatig tot veel o= hier en daar Awie de Zwart, met dank aan Luciën Calle. Literatuur: L.J. van den Berg & B.H. te Linde. 2001. Brede wolfsmelk (Euphorbia platyphyllos) weer gevonden in het oostelijk rivierengebied. Gorteria 27: 1-4. Ton Denters. 2006.: Brede wolfsmelk (Euphorbia platyphyllos) in het stroomgebied van de Linge. Gorteria 32: 92-95. E.J. Weeda, et al. 2003. Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland, deel 3. KNNV uitgeverij.

Verslag van de Plantenjacht in Zierikzee van 2 januari 2015;

 Om 14.00u zijn we met 3 personen gestart met de wandeling vanaf het Parkeerterrein, waar we meteen al de volgende planten vonden; Herderstasje, Witte dovenetel, Fluitenkruid, Paardenbloem en Herik. Vervolgens vonden we op de Nieuwe Haven; Muurpeper, Klein kruiskruid, Gewone melkdistel, Straatgras, Lobelia  en Vogelmuur.   Bij het Havenkanaal; Herderstasje, Straatliefdegras, Canadese fijnstraal, Kweek, Grote brandnetel, Kropaar, Gewone melkdistel, Strandbiet. Parkeerterrein bij de Molen/laan van St.‐Hilaire; Paardenbloem, Madelief, Tuinbingelkruid, Paarse dovenetel, Hondsdraf, Gewone melkdistel, Goudsbloem, Straatgras, Blauw tuinviooltje.   Het Luitje; Vogelmuur, Hondsdraf en Gewone melkdistel. In totaal dus 30 soorten    Met vriendelijke groet, Ine van de Ven.

Page 23: Het Blad Nr 78 december 2014

Het Blad nummer 78, december 2014 – pagina 23

ADRESSEN voor informatie over FLORON

Centrale coördinatie; Justus van den Berg, Fluitenkruidstraat 151, 4461 MG Goes, tel 0113-271210. [email protected]. Wim van Wijngaarden doet de moeilijke dingen. De volgende werkgroepen leveren een belangrijke bijdrage aan het verzamelen van floragegevens in Zeeland:

o Plantenwerkgroep van de Natuur- en vogelwacht Schouwen-Duiveland; o Plantenwerkgroep Natuurvereniging Tholen; o Plantenwerkgroep KNNV Walcheren; o Plantenwerkgroep KNNV Bevelanden; o Plantenwerkgroep van natuurvereniging ’t Duumpje; o Plantenwerkgroep van de Steltkluut; o Individuele waarnemers veelal via Waarneming.nl.

Hompelvoet met Goudknopje (foto Kees de Kraker). Een invasieve soort die veel natuurterreinen in Zeeland te vinden is.