Het bijvoeglijk naamwoord
-
Upload
pwbaaijens -
Category
Education
-
view
540 -
download
3
Transcript of Het bijvoeglijk naamwoord
Grammatica
Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord
• Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
• Noteer twee voorbeeldzinnen waarin een bijvoeglijk naamwoord zit.
Het bijvoeglijk naamwoord
• Het bijvoeglijk naamwoord zegt wat over een zelfstandig naamwoord.
De blauwe broek.De broek is blauw.
Het bijvoeglijk naamwoord (1)
• In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
Le pull vert La chemise verte
De groene trui Het groene overhemd
Het bijvoeglijk naamwoord (2)
• Kijk nog eens goed naar de twee voorbeelden.Wat valt je op?
Le pull vert La chemise verte
Het bijvoeglijk naamwoord (3)
• In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord!
Le pull vert La chemise verte
Le pull vert La chemise verte
Les pulls verts Les chemises vertes
Voorbeeld ‘petit’
Het bijvoeglijk naamwoordoefening
1. Le pull est …………… (vert)2. La chaussure …………… (vert)3. Les pulls …………… (vert)4. Les chaussures ……………. (vert)
Het bijvoeglijk naamwoordnakijken oefening
1. Le pull est vert (vert)2. La chaussure verte (vert)3. Les pulls verts (vert)4. Les chaussures vertes (vert)
Het bijvoeglijk naamwoordUitzonderingen (1)
• Er zijn een aantal bijvoeglijk naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord komen.
Le petit garçon La petite fille
Het bijvoeglijk naamwoordUitzonderingen (2)
• Als een bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een –e (jaune) dan krijg je niet nog een extra –e bij vrouwelijke woorden.
La jupe jaune
Het bijvoeglijk naamwoordUitzonderingen (3)
• Als een bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een –s (gris) dan krijg je niet nog een extra –s in het meervoud.
Le pantalon gris
Les pantalons gris
Het bijvoeglijk naamwoordSamenvatting
Het bijvoeglijk naamwoordoefening
1. Tu aimes le pull …………… (rouge)2. Le pantalon est …………… (gris)3. La fille …………… (hollandais)4. La chemise …………. (bleu)5. Les chemises sont …………….(bleu)6. Les jupes ………….. (noir)7. Les jeans …………… (grand)
Het bijvoeglijk naamwoordoefening
1. Tu aimes le pull rouge2. Le pantalon est gris3. La fille hollandaise4. La chemise bleue5. Les chemises sont bleues6. Les jupes noires7. Les jeans grands