Het bijvoeglijk naamwoord

17
Grammatica Het bijvoeglijk naamwoord

Transcript of Het bijvoeglijk naamwoord

Page 1: Het bijvoeglijk naamwoord

Grammatica

Het bijvoeglijk naamwoord

Page 2: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord

• Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

• Noteer twee voorbeeldzinnen waarin een bijvoeglijk naamwoord zit.

Page 3: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord

• Het bijvoeglijk naamwoord zegt wat over een zelfstandig naamwoord.

De blauwe broek.De broek is blauw.

Page 4: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord (1)

• In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.

Le pull vert La chemise verte

De groene trui Het groene overhemd

Page 5: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord (2)

• Kijk nog eens goed naar de twee voorbeelden.Wat valt je op?

Le pull vert La chemise verte

Page 6: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord (3)

• In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord!

Le pull vert La chemise verte

Page 7: Het bijvoeglijk naamwoord

Le pull vert La chemise verte

Les pulls verts Les chemises vertes

Page 8: Het bijvoeglijk naamwoord
Page 9: Het bijvoeglijk naamwoord

Voorbeeld ‘petit’

Page 10: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoordoefening

1. Le pull est …………… (vert)2. La chaussure …………… (vert)3. Les pulls …………… (vert)4. Les chaussures ……………. (vert)

Page 11: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoordnakijken oefening

1. Le pull est vert (vert)2. La chaussure verte (vert)3. Les pulls verts (vert)4. Les chaussures vertes (vert)

Page 12: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoordUitzonderingen (1)

• Er zijn een aantal bijvoeglijk naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord komen.

Le petit garçon La petite fille

Page 13: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoordUitzonderingen (2)

• Als een bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een –e (jaune) dan krijg je niet nog een extra –e bij vrouwelijke woorden.

La jupe jaune

Page 14: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoordUitzonderingen (3)

• Als een bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een –s (gris) dan krijg je niet nog een extra –s in het meervoud.

Le pantalon gris

Les pantalons gris

Page 15: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoordSamenvatting

Page 16: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoordoefening

1. Tu aimes le pull …………… (rouge)2. Le pantalon est …………… (gris)3. La fille …………… (hollandais)4. La chemise …………. (bleu)5. Les chemises sont …………….(bleu)6. Les jupes ………….. (noir)7. Les jeans …………… (grand)

Page 17: Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoordoefening

1. Tu aimes le pull rouge2. Le pantalon est gris3. La fille hollandaise4. La chemise bleue5. Les chemises sont bleues6. Les jupes noires7. Les jeans grands