Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse...

16
Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger TWEEMAANDELIJKS JANUARI-FEBRUARI 2007 NR 1 P308613 HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Verantw. Uitg.: Jan Grauls, Voorzitter van het directiecomité, Karmelietenstraat 15 – B-1000 Brussel - Afgiftekantoor Brussel X

Transcript of Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse...

Page 1: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger

TWEEMAANDELIJKS JANUARI-FEBRUARI 2007 NR 1

P308613

HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Vera

ntw

. Uitg

.: Ja

n G

raul

s, Vo

orzi

tter

van

het

dir

ectie

com

ité, K

arm

elie

tens

traa

t 15

– B

-100

0 B

russ

el -

Afg

iftek

anto

or B

russ

el X

Page 2: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

2 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

Het Belgisch Overlevingsfonds 3 en de voedselzekerheid in Niger

Gemengde commissies: Rwanda, Burundi, 7Zuid-Afrika en Senegal

De positieve impact van BIO in Peru: 10enkele concrete voorbeelden Eerlijke handel op een tweesprong ? 12

Rubriek PuntKomma 14

Instituut voor Tropische Geneeskunde 16 viert eeuwfeest

EditoriaalHet Belgisch Overlevingsfonds (BOF) is in 1983 opgericht op initiatief van het Belgische Parlement en door de wet van 1999 vernieuwd

om de voedselzekerheid veilig te stellen in de landen van Afrika bezuiden de Sahara die gebukt gaan onder een chronisch voedseltekort.

Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die de problematiek

bij de wortel en op verschillende domeinen tegelijk .aanpakken. De belangrijkste doelstelling bestaat erin de betrokken bevolkingen in

staat te stellen in hun eigen behoeften te voorzien en zelf hun ontwikkeling in de hand te nemen. Voedselzekerheid en bestaanszekerheid

veronderstellen op ieder ogenblik en voor iedereen, een voldoende beschikbaarheid aan voedsel en drinkbaar water, en een bevredigend

gezondheidsniveau. Het BOF financiert de programma’s in samenwerking met vierentwintig organisaties: vier internationale organisaties,

negentien Belgische ngo’s en de Belgische Technische Coöperatie. Elke partner legt vanuit zijn eigen ervaring en mandaat, specifieke accenten

in de projecten. De middelen van het BOF komen van de Nationale Loterij. De beleidskeuzes voor de periode 2000-2010 stelt dat de

projecten vooral ten goede moeten komen aan de vrouwen, de kinderen en de armste bevolkingsgroepen. Op de volgende bladzijden

bezoeken we in woord en beeld enkele projecten van het BOF in Niger.

De redactie

Foto omslag: © ILO/M.Crozet

In dit nummer

HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

© E

dyf

icar

© M

. Serg

oori

s

© S

yfia

/M-A

. Lepla

ideur

Page 3: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

3

Niger

DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

Het Belgisch Overlevingsfonds (BOF) financiert

in het zuiden van Niger verschillende projec-

ten, voorgedragen door zijn partners, om bij

te dragen tot de voedselzekerheid. Het gaat

over projecten van minstens 5 jaar die de

voedselproblematiek aan de basis en op vele domeinen tegelijk

aanpakken. De projecten ondersteunen dus zowel de duurzame

ontwikkeling van de landbouw en veeteelt en de drinkwatervoor-

ziening als de gezondheidszorg, het basisonderwijs en ook de

economische activiteiten.

Omdat goed bestuur en goede dienstverlening cruciaal zijn voor

een duurzame voedselvoorziening, dragen de BOF-projecten

eveneens bij tot de capaciteitsversterking van de lokale overheden

waarmee wordt samen gewerkt. Sinds de gemeenteraadsverkiezin-

gen van 2004 kent Niger voor het eerst democratisch verkozen

gemeentebesturen. Met aan het hoofd 265 burgemeesters die door

de 52 stedelijke gemeenten en 213 landelijke gemeenten werden

aangesteld. Het BOF werkt samen met 33 gemeentebesturen.

Volgende fotoreportage brengt enkele projecten van het Belgisch

Overlevingsfonds in Niger in beeld.

Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger In 2004 en 2005 werd Niger hard getroffen door de hongersnood en moest het land een beroep

doen op buitenlandse voedselhulp. Door het extreem droge klimaat heeft het Sahelland het

bijzonder moeilijk om voor zijn 12 miljoen inwoners voldoende voedsel op te brengen. Niger is een

van de armste landen ter wereld.

Het is half juli. Kinderen zaaien nog snel bonen nu het regenseizoen na acht maanden droogte eindelijk is begonnen.

In de schaarsteperiode van juni tot oktober zijn de meeste graanschuren in de dorpen leeg. De nieuwe voorraden gierst en maïs zullen hier pas na de volgende oogst in oktober worden opgeslagen. Tot zolang kan de voedselvoorziening een probleem zijn: schaarse graanvoorraden betekent stijgende marktprijzen die vele families niet kunnen betalen.

Page 4: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

Niger

4 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

22

velen hun politieke verantwoordelijkheid ernstig op. Eén van de

gemeenteraadsleden, landbouwer en ongeletterd, was in 8 dorpen

gaan uitleggen wat de mensen van hem als kersvers gemeenteraads-

lid mochten verwachten. Nu zocht hij steun bij het project om een

waterput en klaslokalen te helpen financieren. Het BOF moedigt de

projectleiders aan om nog méér in de vorming, de omkadering en

de capaciteitsversterking van de gemeentebesturen te investeren.

Via het gemeentelijke projectfonds financiert het BOF de

bevoorrading van de graanbanken. In de schaarsteperiode worden

hier rijst en gierst tegen een lagere prijs én in kleine hoeveelhe-

den aangeboden. Dit lokale bevoorradingssysteem is een uitste-

kend hulpinstrument om de voedselvoorziening te verzekeren.

Voor de vrouwen die verantwoordelijk zijn voor het eten én voor

de armste families die slechts een maatbekervol kunnen betalen,

zijn deze graanbanken van levensbelang. De verkoopprijs wordt

bepaald door de dorpsraad en de voorraden worden beheerd

door het dorpscomité. Wie geen geld heeft, mag ook in arbeid

betalen.

Deze winkel, eveneens gefinancierd door het project, verkoopt

meststoffen, pesticiden en kwaliteitszaaisel voor de verbetering van

de landbouwproductie.

Issawane (36.000 inwoners) is een van de gemeenten in Niger

waar het BOF het gemeentelijke ontwikkelingsplan ondersteunt.

Dit pilootproject is op initiatief van de VN-ontwikkelingsorganisatie

UNDP in 2000 opgestart om de wetten op de decentralisering voor

te bereiden en de gemeentelijke bestuursfuncties te bepalen. Begin

2005 zijn de verkozen gemeenteraden aan een mandaat van vier jaar

begonnen.

De burgemeester van Issawane geeft uitleg over het gemeen-

telijke ontwikkelingsplan voor 2006-2010, waarin de bevolking

haar acties per Millenniumdoelstelling heeft gegroepeerd. Zo moet

tegen 2010 de ondervoeding van de kinderen jonger dan vijf van

11,5% naar 6,5% worden gebracht. De gemeentetaksen alsook de

dotatie van de nationale overheid, die de wet op de decentralise-

ring voorziet, zijn ontoereikend of niet beschikbaar. Dus rekent de

burgemeester voor de financiering van zijn gemeentelijk ontwik-

kelingsplan grotendeels op de projectfondsen.

De nieuwe gemeenteraadsleden hebben het niet gemakkelijk in

hun bestuursrol: gebrekkige kennis van hun bevoegdheden, weinig

omkadering, nog steeds geen financiële middelen van de overheid.

Ook bevoegdheidsconflicten met de traditionele chefs en de regio-

nale bestuurders staan een goed bestuur in de weg. En toch nemen

1

2

3

4

5

1

3

Page 5: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

5

Niger

DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

55

6

77 De vrouwen zijn erg opgetogen over de proefvelden waar ze

nieuwe en betere variëteiten van o.a. gierst, sorghum, sesam, aard-

noten en witte bonen leren verbouwen. Met de hulp van meststof-

fen en pesticiden hopen ze op een betere oogst en een grotere

opbrengst. De grond behoort toe aan de dorpschef, die 6 ha ter

beschikking heeft gesteld van de vier vrouwengroeperingen. Om

de woestijnvorming te bestrijden worden er ook plantjes gekweekt

voor herbebossing.

Madame Moussa is een van de zes vrouwelijke burgemeesters

van Niger. De voormalige verpleegster liet haar werk en familie

in de hoofdstad Niamey achter om haar geboortedorp te helpen

besturen. Ze slaagde erin om 94% procent van de gemeentebe-

lastingen te innen, dank zij een sensibiliseringscampagne waarbij

ze de dorpelingen kon overtuigen van het nut van de belastingen:

“De taksen zijn nodig om het dorp vooruit te helpen”. De gemeente

kocht er o.a. meststoffen mee voor de landbouwproductie. In het

gemeenteplan voor 2006 was het herstellen van de klaslokalen

voorzien.

Burgemeester Fati Abdoulaye (foto) van de stedelijke gemeente

Birni (33.000 inwoners) heeft zelfs honderd procent van de

gemeentetaksen binnengehaald. Daarmee wil de gemeente de uit-

rusting van de klaslokalen, de stroomvoorziening en de bestrijding

van besmettelijke ziekten financieren. Om de dringendste noden

te kennen heeft ze aan de verantwoordelijken voor de vrouwen,

de jongeren en de ouderen van alle 56 dorpen een staat van hun

behoeften gevraagd.

6

7

4

Page 6: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

Niger

6 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

88

6

99

Deze waterput, gefinancierd door het BOF en uitgevoerd door

de Belgische ngo Aquadev, wordt keurig onderhouden omdat de

lokale projectleiders de gebruikers verantwoordelijk hebben gesteld

voor de netheid en hygiëne rond de put.

Dank zij de sensibilisering van de bevolking voor het onderwijs,

is ook de alfabetisering een succes. In het dorpschooltje, gebouwd

door Aquadev, wordt overdag les gegeven aan de kinderen en

‘s avonds aan hun ouders.

In de volksbank krijgen de dorpelingen gemakkelijk toegang tot

kleine leningen. De financiële ondersteuning van de economische

activiteiten is een belangrijk hulpmiddel voor meer voedselzeker-

heid. Daarom dringt het BOF er op aan dat in de projecten micro-

financiering wordt voorzien.

Deze vrouwen waren niet op de hoogte van het bestaan van

microkrediet, maar ze waren wel erg geïnteresseerd toen ze hoor-

den dat ook zij toegang hebben tot kleine leningen. Zij willen geiten

en schapen houden om in het droogseizoen een basisinkomen te

kunnen verdienen. Met het microkrediet zouden ze dus eindelijk

klein vee kunnen aankopen. Lokale initiatieven zoals dit vrouwen-

project die bijdragen tot meer voedselzekerheid komen in aanmer-

king voor financiële of logistieke ondersteuning door het BOF.

10

11118

9

10

In dit dorp hebben de vrouwen wél een veestapel kunnen

opbouwen, dank zij de projectsteun aan het traditionele systeem

van lokale solidariteit, “habbanaye” genoemd. Dat gebruik voorziet

de armste families die in voedselnood verkeren van dieren. Als de

geit volwassen is, mogen de vrouwen de jonge geitjes houden om

ermee verder te kweken. De moedergeiten gaan telkens van de ene

arme familie naar de andere.

Van 2001 tot 2006 hebben 34 op de 60 gehuwde vrouwen een

veestapel kunnen opbouwen die ze melk voor hun kroost en

een basisinkomen verschaft. “Maar vergeet vooral ons microkrediet niet!”, roepen ze de projectleiders na. Kleine leningen zijn voor de

vrouwen echt van levensbelang: het biedt ze een startkapitaal, het

vergemakkelijkt het werk en het lenigt de grootste nood in geval

van ziekte en tegenslag

Madeleine SergoorisTekst en foto’s

U kan de volledige fotoreportage bekijken op onze website www.dgos.be

11

6 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

Page 7: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

7DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

Partnerlanden

Op 23 oktober 2006 vond in Kigali de gemengde com-

missie tussen België en Rwanda plaats. België feli-

citeerde de regering van Rwanda met de concrete

verwezenlijkingen op het vlak van goed bestuur, decentralisatie,

gender en vrede en veiligheid.

Om de goede verstandhouding verder te versterken, besliste

België de duur van het Indicatief Samenwerkingsprogramma (ISP)

van drie op vier jaar te brengen en de jaarlijkse bijdrage te ver-

hogen van 25 tot 35 miljoen euro. Het ISP bepaalt de prioritaire

lijnen en de financiële middelen van de samenwerking voor een

bepaalde periode. Voor Rwanda is dat 2007-2010 en voor een

bedrag van 140 miljoen euro.

In het kader van het samenwerkingsprogramma zullen volgende

acties worden gerealiseerd:

• De Belgische hulp zal geleidelijk evolueren van een project- of

programmagerichte aanpak naar een sectorale benadering;

• De projectcyclus wordt herzien om te zorgen voor een snel-

lere uitvoering van de interventies;

• Het partnerschap wordt gebaseerd op de toe-eigening

(ownership) van de programma’s door het begunstigde land;

• Er wordt een gemengd comité opgericht voor de opvolging en

de evaluatie van de samenwerking.

De middelen worden als volgt verdeeld over de prioritaire inter-

ventiesectoren van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in

Rwanda:

• Plattelandsontwikkkeling (62 miljoen euro);

• Gezondheidszorg (40 miljoen euro);

• Onderwijs en vorming (13 miljoen euro);

• Goed bestuur (13 miljoen euro);

• Multisectorale interventies (12 miljoen euro).

Na afloop van de gemengde commissie werden ook overeen-

komsten getekend voor nieuwe projecten in het kader van het

lopende samenwerkingsprogramma 2004-2006, voor een totaal

bedrag van 22.555.147 euro.

Gemengde commissiesIn het najaar 2006 jaar vonden vier gemengde commissies inzake ontwikkelingssamenwerking

plaats tussen België en vier van zijn 18 bilaterale partnerlanden (*), meer bepaald met Rwanda,

Burundi, Zuid-Afrika en Senegal. Een overzicht van de resultaten.

Een gemengde commissie is het officiële en zorgvuldig voorbereid overleg tussen twee regeringen – donorland en partnerland – waarin de prioriteiten, sectoren, vormen en financiële middelen van de samenwerking voor een welbepaalde periode worden afgesproken. Het resultaat van dergelijke vergadering is, wat België en het partnerland betreft, de ondertekening van een Indicatief Samenwerkingsprogramma (ISP).

België en Rwanda

Preventiecampagne tegen hiv/aids met de boodschap: «Plan je leven - Denk aan je gezondheid - Vecht tegen aids.»

Page 8: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

Partnerlanden

8 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

Op 26-27 oktober 2006 werd in Bujumbura de

gemengde commissie tussen de Belgische en de

Burundese regering gehouden. Het nieuwe Indicatief

Samenwerkingsprogramma 2007-2009 behelst een bedrag van

60 miljoen euro (20 miljoen per jaar). De vorige gemengde commis-

sie tussen België en Burundi dateerde al van 1994.

Met het nieuwe samenwerkingsprogramma wil België het land hel-

pen bij de uitvoering van zijn strategie om de armoede te bestrijden

en de economie aan te zwengelen. De prioritaire sectoren van het

programma zijn: goed bestuur (rechtsstaat, veiligheid), economie

(landbouw), gezondheidszorg en onderwijs. Een aantal multisecto-

rale interventies vullen het programma aan: een studiefonds, een

expertisefonds, het programma voor de beurzen buiten project en

de micro-interventies.

Per sector worden volgende bedragen voorzien:

• Goed bestuur (15,5 miljoen euro)

• Economische ontwikkeling en landbouw (9 miljoen euro)

• Gezondheidszorg (10 miljoen euro)

• Onderwijs (10 miljoen euro)

• Multisectoraal (7,5 miljoen euro)

De besteding (8 miljoen euro) van het voorziene totaalbedrag van

60 miljoen euro zal worden afgesproken in de loop van het samen-

werkingsprogramma.

Het nieuwe programma wil ook een referentiekader zijn voor de

andere instrumenten van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.

Tijdens de programmering van de interventies zullen dan ook

systematisch samenwerkingsmogelijkheden worden gezocht met

de andere instellingen die in Burundi actief zijn (Belgische en lokale

ngo’s, universiteiten, VVOB, APEFE, de federale politie, het ministerie

van Defensie enz.).

Na de crisisjaren die Burundi heeft doorgemaakt, was de samen-

werking vooral toegespitst op noodhulp, humanitaire zaken, voedsel-

zekerheid en conflictpreventie. In deze logica moet ook het urgen-

tieprogramma voor Burundi (15 miljoen euro) gezien worden, dat

België onlangs op de sporen heeft gezet. Het gaat hier grotendeels

om interventies ter versterking van de basisinfrastructuur (wegen

en drinkwatervoorziening) en de uitrusting (boeken en schoolban-

ken) die een impact op korte termijn beogen.

België en Burundi

De Burundese economie wordt beheerst door de landbouw. Voor meer dan 90% van de bevolking is dat een overlevingslandbouw.

© S

yfia

/M-A

. Lepla

ideur

Page 9: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

9DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

Partnerlanden

Op 10 november 2006 kwam in Brussel de tweede gemeng-

de commissie tussen België en Zuid-Afrika samen, waarbij

het Indicatief Samenwerkingsprogramma voor de periode

2007-2010 werd vastgelegd.

Het ISP is volledig afgestemd op de strategische ontwikkelingspri-

oriteiten en programma’s van Zuid-Afrika. Het ligt eveneens in de

lijn van de besprekingen voor de gezamenlijke landenstrategienota

2007-2013 tussen de EU en Zuid-Afrika, waardoor het ISP zich

inschrijft in de goede naleving van de Verklaring van Parijs over de

harmonisering en de doeltreffendheid van de hulp.

Tijdens de periode 2007-2010 wordt in totaal 24 miljoen euro

voorzien, verspreid over volgende sectoren:

• Consolidatie van de lopende programma’s inzake gezondheid en

landhervorming (5 miljoen euro)

• Capaciteitsopbouw en jobcreatie (8 miljoen euro)

• Studiefonds (2 miljoen euro)

• Mogelijkheden voor trilaterale en regionale samenwerking

(4,6 miljoen euro)

• Programma’s voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk

middenveld en micro-interventieprojecten (4,4 miljoen euro).

Het Indicatief Samenwerkingsprogramma 2007-2010 geldt ook als

voorbereiding en begin van een volwaardige relatie tussen gelijke

partners om gezamenlijk bij te dragen tot het behalen van de Millen-

niumdoelstellingen.

België en Zuid-Afrika

De elfde gemengde commissie van 27 november 2006

in Brussel tussen België en Senegal keurde een nieuw

Indicatief Samenwerkingsprogramma goed dat de strategie,

de doelstellingen en de sectoren van de ontwikkelingssamenwerking

tussen de twee landen uitstippelt voor de periode 2007-2009.

Dat programma is voornamelijk gericht op het helpen van de platte-

landsbevolking van de armste regio’s van Senegal, in het bijzonder de

vrouwen. De Belgische samenwerking is toegespitst op de geografi-

sche zones Kaolack, Fatick en Diourbel, waar de BTC al aanwezig

is en ervaring heeft opgebouwd.

Voor die drie jaar is een bedrag van 24 miljoen euro (8 miljoen per jaar)

voorzien bestemd voor projecten voor watervoorziening en -zuive-

ring en sociale economie (microfinanciering en micro gezondheids-

verzekering).

Er werden eveneens drie specifieke conventies ondertekend die

voornamelijk de ondersteuning van de beroepsopleiding van vrou-

wen beogen.

De bilaterale samenwerking tussen België en Senegal is officieel van

start gegaan op 1 juli 1968. De laatste gemengde commissie dateert

van oktober 2001.

België en Senegal

DGOS ondersteunt het Senegalese Millenniumprogramma voor drinkwatervoorziening en sanering.

(*) De 18 partnerlanden van België:In Afrika: Algerije, Benin, Burundi, Democratische Republiek Congo, Mali, Marokko, Mozambique, Niger, Rwanda, Senegal, Tanzania, Uganda, Zuid-AfrikaIn Zuid-Amerika: Bolivia, Ecuador, PeruIn Azië: VietnamIn het Midden-Oosten: de Palestijnse Gebieden

© S

yfia

/M-A

. Lepla

ideur

Page 10: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

10

Peru

DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

Het eerste succesproject van BIO was haar bijdra-

ge aan de oprichting van het Fondo Transandino

Peru (FTP), voor een bedrag van 5 miljoen

Amerikaanse dollar (USD). Het FTP, dat beheerd

wordt door SEAF (Small Enterprise Assistance

Fund) SAFI PERU, startte met zijn activiteiten in mei 2004 voor

een periode van acht jaar, met een fonds van 15 miljoen USD.

Daarvan wordt 5,4 miljoen USD aangebracht door twee Peruaanse

pensioenfondsen.

SEAF SAFI PERU is een beheersmaatschappij voor investeringsfond-

sen die gevestigd is in Lima en opgericht werd door SEAF om het

fonds te beheren en te structureren, en op die manier te investe-ren in middelgrote participatiebedrijven. SEAF SAFI PERU

beheert niet alleen het kapitaal, maar zorgt ook voor financiële

bijstand, strategische planning en goed bedrijfsbeheer.

Het Fondo Transandino Peru is het eerste investeringsfonds in Peru

dat gespecialiseerd is in directe participaties in Peruaanse kmo’s.

Het investeerde tot nog toe 5,8 miljoen USD in Peru. Ziehier

enkele voorbeelden van de talrijke investeringsprojecten van het

Fonds in Peru:

De positieve impact van BIO in PeBIO, de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden, is al jaren actief in Peru. Dit

Zuid-Amerikaanse land biedt een bijzonder gunstig economisch klimaat voor de ontwikkelingsacties

die BIO organiseert, zoals steun aan de groei van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

(kmo’s), en toegang tot kapitaal. De Peruaanse economie is namelijk grotendeels gebaseerd op de

activiteiten van kmo’s.

SOUTH WEST MARBLES & STONES S.A.C.Activiteit: productie van siersteen en export naar de Verenigde

Staten.

Indirecte bijdrage van BIO: 610.000 USD voor schuld- en

participatiefinancieringen sinds oktober 2004.

Huidig resultaat: verdubbeling van de jaaromzet (5 miljoen USD)

en creatie van 300 nieuwe banen.

SUNSHINE EXPORT S.A.C.Activiteit: productie en export van mango’s en avocado’s naar

de Verenigde Staten en Europa.

Indirecte bijdrage van BIO: participatie van 2 miljoen USD

sinds juli 2005 (2 miljoen USD kapitaal en 200.000 USD aan

leningen).

Huidig resultaat: jaaromzet van 13 miljoen USD, een stijging

van 30 % sinds de toetreding van het FTP, en oprichting van

een diepvriesbedrijf.

Deze projecten bewijzen de essentiële rol van BIO bij de verster-

king van kleine en middelgrote ondernemingen via kapitaalhulp.

Zonder dit soort steun is het voor deze kmo’s moeilijk om op

grotere schaal te starten.

BIO is ook actief in Peru, via haar participatie in de Global

Microfinance Facility (GMF), een investeringsfonds dat microfinan-ciering stimuleert op groeimarkten, via leningen in dollars of in lokale munt (in tegenstelling tot het FTP).

De GMF beschikt over een kapitaal van 30 miljoen USD (waar-

van 2 miljoen afkomstig van BIO), voor een periode van tien jaar

(2004-2014). 40 % van die fondsen werden geïnvesteerd in Latijns-

Amerika, waarvan 13,9 % in Peru. Vandaag is GMF erin geslaagd om

al zijn fondsen te plaatsen. BIO ondersteunt een lokale Peruaanse

groep, Cyrano Management, die het fonds beheert.

Edyficar: directe investering van BIO BIO ondersteunt de groei van Edyficar, een Peruaanse microfi-

nancieringsinstelling, via een lening van 1,5 miljoen USD. Edyficar

heeft als doel het sociale weefsel in Peru te versterken door

Page 11: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

11

Peru

DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

ru: enkele concrete voorbeeldenDit voorbeeld bewijst dat Peru over een ideaal klimaat beschikt voor

microfinanciering, met een markt van 1,5 miljard USD. Op die manier

helpen instellingen als Edyficar via microfinancieringsinstrumenten de

levenskwaliteit van kleine Peruaanse ondernemers en hun gezin te

verbeteren.

Sinds 2004 streeft het Bureau voor Ontwikkelingssamenwerking

van de Belgische Ambassade in Lima permanent contact na met de

begunstigden van BIO en bezoekt het hun vestigingen, om de impact

van BIO naderbij te bekijken. Op die manier kon het de belangrijke

rol nagaan van BIO bij de ontwikkeling van het land. Haar activiteiten

zullen echter in de toekomst wellicht nog belangrijker worden: eind

november 2006 sloot BIO een akkoord met Edpyme Confianza voor

een investering van 1,5 miljoen USD (lening). Edpyme Confianza is

een Peruaanse microkredietinstelling die bijzonder actief is op het

Peruaanse platteland.

Anne Catherine Vaes en Stéphanie Dumas (Bureau voor Ontwikkelingssamenwerking van de Belgische Ambassade

in Lima), Caroline De Cooman (BIO).

(Dit artikel bevat geen volledige lijst van de activiteiten van BIO in

Peru.) Info: www.b-i-o.be

EDYFICARActiviteit: toekenning van microkredieten aan Peruaanse

kmo’s sinds 1998.

Directe bijdrage BIO: 1,5 miljoen USD in de vorm van

leningen.

Huidig resultaat: stijging van het aantal toegekende lenin-

gen met 2.000 % tegenover 1998, en van het aantal nieuwe

klanten met 1.400 %.

Een boekhouder van Edyficar bezoekt een klant

microkredieten toe te staan (gemiddeld 950 USD) en financiële

diensten te verlenen aan ondernemingen die slechts over weinig

economische middelen beschikken. Het gaat daarbij vaak om vrou-

welijke ondernemers die een beroep doen op de producten van de

instelling. Ze vertegenwoordigen 56 % van haar klanten. Edyficar is

in Peru actief via kantoren in de hoofdstad Lima en via vestigingen

in het hele land. Het is een schoolvoorbeeld van de sleutelrol die

microfinancieringsinstellingen vervullen in de regio, waardoor ze

de levenskwaliteit van kleine Peruaanse ondernemers en hun gezin

verbeteren.

© E

dyf

icar

Page 12: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

Fair Trade

12 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

Ethische, eerlijke, duurzame handel: wederzijd-se vraagstellingen en potentiële synergieën?Eerlijke handel heeft al meer dan 50 jaar een belang-

rijke bijdrage geleverd tot de toenemende sociale

verantwoordelijkheid van bedrijven, de raadpleging

van deelnemende partijen, de technieken van de sociale balans en

de bewustwording van de consumenten over hun mogelijkheid om

invloed uit te oefenen op het beleid van de grote distributieketens.

De eerlijke handel is er zo in geslaagd om een commercieel systeem

in te voeren dat het traditionele economische systeem in vraag stelt

en de kiemen draagt voor een mogelijke vernieuwing ervan.

De eerlijke handel is echter niet de enige die het evenwicht in de

handelsbetrekkingen tussen de producenten in het Zuiden en de con-

sumenten in het Noorden wil herstellen en doorzichtiger maken.

Ook de biologische of geïntegreerde landbouw, de ethische handel,

de duurzame handel met initiatieven als “Rainforest Alliance” en

“Utz Kapeh” (dit betekent gewoon “goede koffie” in een Mayataal)

willen dat de sociale en ecologische kosten van de productie wor-

den doorgerekend.

Toch zijn synergieën tussen deze verschillende methodes vaak

beperkt, tot zelfs onbestaand. De verschillende methodes gaan

vaak de concurrentie met elkaar aan, omwille van uiteenlopende

ideologieën en dito commerciële belangen. Men kan zich bij deze

problematiek volgende drie vragen stellen :

1) welke impact hebben deze verschillende initiatieven op de levens

– en arbeidsomstandigheden van de gemarginaliseerde produ-

centen in de ontwikkelingslanden ?

2) welke dynamiek willen ze creëren om de producenten en werk-

nemers meer autonomie te verlenen ?

3) in welke mate houden ze rekening met de bescherming van het

milieu bij het productie – en commercialisering proces ?

Een lokale eerlijke handel, in het Zuiden en in het Noorden?Eerlijke handel spitste zich lange tijd vooral toe op solidaire han-

delsbetrekkingen tussen Zuid en Noord, maar verkent sinds kort

Eerlijke handel op een Naar aanleiding van de Week van de Fair Trade in oktober 2006

organiseerde het Fair Trade Centre een studiedag rond twee thema’s:

Ethische, eerlijke, duurzame handel : wederzijdse vraagstellingen en

potentiele synergieen ?

Een lokale eerlijke handel, in het Zuiden en in het Noorden ?

ook in het “lokale” veld. In het Zuiden zien verschillende Fair Trade

initiatieven het licht, zowel binnen de landen als tussen de landen

onderling, zoals in Ecuador, India, Mexico, Brazilië,…Deze maken

gebruik van de koopkracht van de rijkere klassen en van een snel

groeiende toeristische sector.

De snelle opkomst van de eerlijke handel doet de vraag rijzen of

het concept en de principes van eerlijke handel ook kunnen toege-

past worden tussen Europese consumenten en producenten.

Waarom zou een eerlijke handel in het Noorden niet kunnen ?

Is dit echter even dringend ? Hoe rampzalig de situatie in het

Noorden ook moge zijn, ze kan niet worden vergeleken met de

dagelijkse realiteit in de ontwikkelingslanden. De problematiek van

de producenten in onze westerse landen is niet dezelfde en er

bestaan misschien andere oplossingen.

Voor de Europese Commissie is het begrip “Fair Trade” niet meteen

relevant voor goederen die in de EU worden geproduceerd, waar

sociale en ecologische normen reeds in de wetgeving zijn verankerd.

Page 13: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

13

Fair Trade

DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

tweesprong ?Voor alle producten, producenten en werknemers van de EU gelden

op sociaal en milieugebied reeds beschermende regels die minstens

van het niveau zijn van de Fair Trade producten.

Voor Oost-Europa is dit tot op heden echter nog niet het geval.

De kwestie van een eerlijke handel op lokaal niveau vloeit ook

voort uit een ander debat, nl. over de invoer van eerlijke producten

in landen die deze producten ook lokaal produceren. Vb. de “eer-

lijke” appels die in Zuid-Afrika worden geproduceerd en op onze

markt aanwezig zijn, terwijl België zelf een belangrijke producent

van appels is. De ecologische gevolgen van een internationale eer-

lijke handel zouden ook een aanzet kunnen zijn tot de ontwikkeling

van lokale of regionale Fair Trade netwerken.

Besluit

Inzake wederzijdse vraagstellingen en potentiele synergieen Wat de prijzen betreft is er een consensus tussen alle betrokken

partijen om het aantal tussenpersonen zoveel mogelijk te beperken

waardoor een grotere meerwaarde wordt gecreëerd en tevens

de finale aankoopprijs van een gelabeld product zal dalen. Dit zal

maar mogelijk worden zodra de organisaties van producenten zelf

actiever zullen kunnen deelnemen aan de keten. De Zuiderse pro-

ducenten maken zich vooral zorgen over het feit dat de initiatieven

in deze materie voortkomen en gestuurd worden vanuit en door

het Noorden. De Zuiderse producenten willen volwaardige spelers

worden via initiatieven en aspecten van Fair Trade die hen in staat

stellen hun capaciteiten en hun invloed als economische spelers

zoveel mogelijk te optimaliseren.

Dit proces van grotere autonomie moet vanuit het Noorden

gestimuleerd worden, wat in de lijn ligt van een moderne visie op

internationale samenwerking.

Anderzijds vormt het objectief meten van de impact van elk der

labels een vrij moeilijke opdracht daar de drie systemen niet een-

voudig vergelijkbaar zijn (methodologie).

Inzake lokale eerlijke handelVoor kleine landbouwers uit het Noorden die experimenteren

met alternatieve landbouwtechnieken door korte verwerking-

en verkoopketens te ontwikkelen, draait het om overleven. Een

strijd die getuigt van de spanning tussen de industriële en de

ambachtelijke ontwikkeling, tussen grote supranationale en kleine

familiebedrijven.

Voor de labels die zichzelf reeds bewezen hebben, vormt het onder-

steunen van een endogene Fair Trade (Noord-Noord of Zuid-Zuid)

geen probleem. Toch moet men een versmelting vermijden tussen de

verschillende Zuid-Noord netwerken (die een bepaalde legitimiteit

hebben verworven) de talrijke Noord-Noord of Zuid-Zuid handels-

initiatieven (biologisch, duurzaam, korte keten, landbouwmarkt,…)

Jan Reynaers

België heeft de BelgischeTechnische Coöperatie (BTC) belast met de uitvoering

van het nieuwe programma van het Fair Trade Centrum voor de bevordering van

de eerlijke handel in ons land. Meer info: Fair Trade Centre, Belgische Technische

Coöperatie, Hoogstraat 147, 1000 Brussel. Websites: www.fairtradecentre.be en

www.befair.be (Week van de Fair Trade).

.

Page 14: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

Rubriek PuntKomma

14 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

Rapport Menselijke Ontwikkeling 2006 - «De schaarste voorbij: macht, armoede en de mondiale watercrisis»

Meer dan één miljard mensen hebben geen

toegang tot drinkwater, terwijl 2,6 miljard niet

beschikken over goede sanitaire voorzieningen,

zo blijkt uit het UNDP-Rapport 2006, dat

afgelopen november gepubliceerd werd In

een groot deel van de ontwikkelingswereld

is onzuiver water een veel grotere veiligheidsbedreiging

dan gewelddadige conflicten. «Elk jaar sterven 1,8 miljoen kin-deren aan diarree, een situatie die zou kunnen worden vermeden door iedereen toegang te bieden tot drinkwater en sanitair.» Het

gaat daarbij veeleer om een probleem van beheer en sane-

ring van hulpbronnen dan van waterschaarste. Watertekort

heeft immers tal van indirecte gevolgen. Zo gaan elk jaar

443 miljoen schooldagen verloren als gevolg van door water

verspreide ziekten, stagneert de economische groei, dreigen

er grensoverschrijdende conflicten, … «Het is net als honger een stille plaag die de armen treft en tegelijk nog altijd geduld wordt door diegenen die de nodige middelen, technologie en poli-tieke macht in handen hebben om het probleem op te lossen», aldus nog het Rapport.

De auteurs benadrukken dat daar dringend verandering in

moet komen, want we hebben nog slechts tot 2015 de tijd

om de Millenniumdoelstellingen te bereiken. Minder dan

één decennium dus. Als de huidige trend zich doorzet, zal

Subsaharaans Afrika de waterdoelstelling slechts in 2040

halen en de saneringsdoelstelling in 2076. Vandaar dat het

Rapport een echt actieplan aanbeveelt en iedereen het

basisrecht wil geven om minstens 20 liter gratis drinkwater

per dag te krijgen.

Het Rapport biedt ook een vergelijking tussen de verschil-

lende landen op basis van een menselijke ontwikkelingsindex

die verschillende parameters combineert: de levensverwach-

ting, het percentage geletterde volwassenen en schoollo-

pende kinderen, en het inkomen per inwoner. De resultaten

zijn niet verrassend: de westerse landen voeren het peloton

«hoogontwikkeld» aan, terwijl de landen van Subsaharaans

Afrika de categorie «laagontwikkeld» domineren.

Ons land zakt van de negende naar de dertiende plaats, terwijl

Noorwegen koploper blijft. Niger (176) en Sierra Leone (177)

bengelen onderaan de lijst van minst ontwikkelde landen.

Het rapport “Beyond scarcity: Power, poverty and the global water crisis” kan u downloaden van www.undp.org

De eerste Europese OntwikkelingsdagenAfgelopen november 2006 organiseerde de Europese Gemeenschap de

eerste «Europese Ontwikkelingsdagen» in Brussel.

Dit initiatief heeft twee grote doelstellingen: de Europese burgers

informeren en sensibiliseren over de ontwikkelingsuitdagingen, en

de Europese hulp doeltreffender maken. Deze tweede doelstelling

komt er na de nieuwe Europese consensus over ontwikkeling, een

gemeenschappelijk engagement van de EU om de armoede uit de

wereld te helpen.

Deze dagen boden de Europese burgers de kans om in Brussel kennis

te maken met Afrikaanse films, strips en hedendaagse kunst. Naast deze

sensibiliseringsactiviteiten voor het grote publiek was er vooral ook

een forum over goed bestuur waaraan 2.000 ontwikkelingsspecialisten

deelnamen. Rond de tafel zaten heel wat prominenten, zoals Desmond

Tutu, voormalig Nobelprijswinnaar voor de Vrede, Paul Wolfowitz,

voorzitter van de Wereldbank, de Belgische premier Guy Verhofstadt,

EU-commissaris Louis Michel en tal van Afrikaanse staatsleiders.

http://www.eudevdays.eu/

CGIAR bekroont Belgisch bananenonderzoekMet een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering van bananen heeft

de Belgische wetenschapper Thomas Dubois de Promising Young Scientist Award gewonnen. De prijs gaat uit van de Consultative Group on

International Agricultural Research (CGIAR), een partnerorganisatie

van de Belgische multilaterale ontwikkelingssamenwerking die baan-

brekend werk levert in de wetenschappelijke ondersteuning van de

landbouw, bosbouw, visserij en leefmilieu.

Thomas Dubois werkt in Uganda voor het International Institute of

Tropical Agriculture (IITA). Hij ontwikkelde er een versterkt celweefsel

uit banaaneigen microscopische paddenstoelen dat de plant resistent

maakt tegen ongedierte en ziekten. Voor de lokale bevolking in de

Regio van de Grote Meren is de vondst erg belangrijk omdat de banaan

het hoofdbestanddeel vormt van hun dagelijkse menu.

De Belgische bijdrage aan de CGIAR en aan het bananenonderzoek

kwam uitgebreid aan bod in Dimensie 3, nr.5/2006.

Page 15: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

15DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 1/2007

Rubriek PuntKomma

1 miljoen euro voor de laureaten van het project «Millenniumdoel-stellingen»U weet ongetwijfeld dat de Nationale Loterij de

belangrijkste mecenas van België is, want ze schenkt

haar opbrengst aan goede doelen. In 2006 kende ze

voor 225 miljoen euro subsidies toe, waarvan een

deel ging naar armoedebestrijding en het behalen van

de Millenniumdoelstellingen. Voor het eerst werd er

een bedrag van 1 miljoen euro toegekend aan de win-

naars van de prijs “Millenniumdoelstellingen”.

Er werden meer dan 140 projecten ingediend, van

«klassieke» grote terreinprojecten tot moedige, klein-

schalige initiatieven en sensibiliseringsprojecten. staats-

secretaris voor Overheidsbedrijven Bruno Tuybens

stelde daarvoor een jury samen van onafhankelijke

terreinmensen, met Goedele Liekens, VN-ambassa-

drice en maakster van het tv-programma «Sterke

Vrouwen», Martine Van Dooren, vertegenwoordigster

van DGOS, Pascale Bourgaux, oorlogscorrespon-

dente, en Rik Coolsaet, hoogleraar Internationale

Betrekkingen aan de Universiteit van Gent.

Op 15 december 2006 kregen de 17 beste projecten

een geldprijs van 10.000 tot 90.000 euro, afhankelijk

van hun behoeften. De laureaten werden geselecteerd

op basis van de volgende criteria: de projecten moes-

ten bestemd zijn voor het Noorden (sensibilisering)

of het Zuiden, er moest minstens één project zijn

per Millenniumdoelstelling en de voorkeurthema’s

waren gender en Afrika. Deelnemers waren zowel

grote ngo’s zoals het Rode Kruis als kleine organi-

saties, zoals een groep Marokkaanse migranten die

een watervoorzieningssysteem willen installeren in

hun herkomstdorp, of een vrouwenvereniging die wil

bijdragen tot de alfabetisering van Afghaanse vrou-

wen. Anderen willen ook het Noorden sensibiliseren,

zoals de «Klimaatcoalitie», die de westerse landen wil

oproepen om hun levensstijl, die schadelijk is voor

het Zuiden, te veranderen. We komen op sommige

van die projecten terug in een volgend nummer van

Dimensie-3.

Meer info en de lijst van projecten op:

www.millenniumdoelstellingen.be/static/nl/index.html.

De eerste vrijwilligers voor ontwikkelingssamenwerking zijn vertrokkenNa de tsunami in december 2004 richtte minister van Ontwikkelings-

samenwerking Armand De Decker de «vrijwillige dienst bij de ontwikke-

lingssamenwerking» op, om tegemoet te komen aan de steeds toenemende

vraag bij jongeren om zich te engageren als ontwikkelingswerker. Deze

jonge mensen krijgen een volwaardig arbeidscontract van minstens één jaar

aangeboden in één van de achttien partnerlanden van België.

Het project werd opgestart in 2005, en één jaar later zijn de eerste vrijwil-

ligers al actief op het terrein en wordt er een nieuwe oproep gelanceerd

voor het indienen van kandidaturen.

Ze hebben pas hun diploma communicatiewetenschappen, ingenieurswe-

tenschappen, pedagogie of geneeskunde op zak, en hebben weinig of geen

beroepservaring. 24 van hen trokken in november 2006 naar partnerlanden

van België, vijf anderen reizen binnenkort af. Dankzij de nieuwe oproep in

januari 2007 krijgen nog eens tientallen jongeren de kans om beroepser-

varing op te doen als nieuwe generatie coöperanten. Ze moeten wel eerst

slagen voor een schriftelijke selectietest (opgesteld door SELOR) en een

mondelinge proef, en krijgen nadien een korte opleiding.

Meer info: www.btcctb.org,

[email protected], Tel. 02/505.18.34

© D

GO

S/D

. Ard

ele

au

Page 16: Het Belgisch Overlevingsfonds en de voedselzekerheid in Niger...Het BOF verstrekt geen rechtstreekse voedselhulp of noodhulp maar financiert uitsluitend langetermijnprogramma’s die

Instituut voor Tropische Geneeskunde viert eeuwfeest

Daarnaast is er gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek met

partners uit het Zuiden dat zich concentreert op verschillende

domeinen, met name:

• Preventie bij jongeren in Kenya, evaluatie van aidspreventie in

Cambodja, preventie van overdracht moeder-kind in Ivoorkust;

• Ontwikkeling van microbiciden en vaccins in Zuid-Afrika;

• Verbetering van antiretrovirale behandeling en klinisch onder-

zoek in Cambodja, Rwanda en Zambia;

• Capaciteitsversterking van nationale laboratoria in Peru,

Ivoorkust, Senegal, Cambodja, Rwanda en DR Congo.

Meer info: www.itg.be

Het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) in Antwerpen

vierde op 22 november 2006 zijn honderdste verjaardag Op deze

plechtigheid waren prinsesAstrid, minister van Ontwikkelingssamen-

werking Armand De Decker , de directeur van Unaids, Peter Piot

en talrijke prominenten uit Noord en Zuid aanwezig.

Opgericht in 1906, is het ITG tijdens zijn 100-jarig bestaan uitge-

groeid tot een wereldwijd toonaangevende instelling voor onder-

wijs, onderzoek en expertise in de tropische geneeskunde en

volksgezondheid.

Sinds 1998 ondersteunt de Belgische ontwikkelingssamenwerking

het ITG via meerjarenprogramma’s voor een totaal bedrag van

70,3 miljoen euro.

De laatste jaren gaat er vooral veel aandacht naar aids. Het ITG stelt

zijn internationale expertise inzake aidsonderzoek en aidscontrole

ten dienste van de ontwikkelingslanden via een reeks activiteiten

die grotendeels door Belgische ontwikkelingssamenwerking worden

gefinancierd.

Deze omvatten opleiding in moderne aidsbehandeling en aidscon-

trole, volksgezondheid en reproductieve gezondheidszorg, alsook

een internet-service, Télémédicine, met informatie voor studenten

en behandelingscentra in het Zuiden.

ADRESWIJZIGING / AANVRAAG GRATIS ABONNEMENT

Invullen en sturen naar :DGOS - Dimensie-3, Karmelietenstraat 15, 1000 Brussel (België)

ADRESWIJZIGING NIEUW ABONNEMENT

Naam en voornaam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Instelling (eventueel): . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Straat en nr: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Postcode en gemeente: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Land:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Abonneecode (in geval van adreswijziging):

Redactie:DGOS

Directie Sensibiliseringsprogramma’s

Karmelietenstraat 15

B -1000 Brussel

Tel.: 02/519 08 81 - Fax: 02/519 05 44

E-mail: [email protected]

www.dgos.be

Hoofdredacteur:Myriam De Winter

Layout en productie:www.inextremis.be

De artikels geven niet noodzakelijk

het officiële standpunt weer

van DGOS

of van de Belgische regering.

Overname van de artikels is

toegestaan mits bronvermelding en een

kopie voor de redactie.

Dimensie 3 verschijnt 5 X per jaar

Abonnement:gratis in België en in het buitenland

Gedrukt op

chloorvrij papier

Tweemaandelijks Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS)

HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING