Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

66

Transcript of Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

Page 1: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH
Page 2: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

anarchistisch tijdschrift

Twee en dertigste jaargang, nr. 146, zomer 2004.De AS verschijnt in vier afleveringen per jaar en is een uitgave vanStichting De AS, Moerkapelle.ISSN-nummer 0920-3257.Bestelling: door storting op postgiro 4460315 van de AS te Moerkapelle.Jaarabonnement: 18,90 euro; buiten Nederland 22 euro.Druk: BGS, Schiedam.Zetwerk: Stichting Rode Emma, Amsterdam.Adreswijzigingen: bij voorkeur per briefkaart, of per giro (verbeter het adres op de kaart)graag met vermelding van de postcode.Nieuwe abonnementen: gaan in met het eerste nummer van de jaargang, tenzij andersaangegeven bij bestelling. Zonder opzegging worden abonnementen verlengd.Adres: postbus 43,2750 AA Moerkapelle; [email protected]: Marius de Geus, Jaap van der Laan, Wim de Lobel, Hans Ramaer.Redactieraad: André Bons, Arie Hazekamp, Thom Holterman, Rudolf de Jong, P'tjeLanser, Bas Moreel, André de Raaij, Martin Smit, Siebe Thissen, Rymke Wiersma,Hanneke Willemse.Verder werkten mee: Bert Altena, Jan Bervoets, Henny Buiting, Jeroen ten Dam, Karinvan Haasteren (illustraties), Roger Jacobs, Judith Metz, Pietro Toesca, Willie Verhoysen.Publicatie van een bijdrage impliceert niet dat daarin of daardoor redactionele standpuntenworden weergegeven.E-mail: [email protected]://www.geocities.com/deasnl

DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

Hans Ramaer

Toen Ivan Illich eind 2002 op 76-jarige leeftijd in Bremen (Duitsland) overleed, werd hij inenkele kranten een voorloper van het andersglobalisme genoemd. Door die typering leekIllich weer op slag actueel. Maar kennen jongere generaties deze cultuurfilosoof eigenlijkwel? Weliswaar viel zijn cultuurkritiek in de jaren zeventig in vruchtbare aarde, maarsinds de opkomst van het neoliberale marktdenken medio jaren tachtig was Mich wat op deachtergrond geraakt. Zeker in Nederland, waar uitgever Het Wereldvenster na de uitgavein 1985 van Schaduwarbeid (oorspronkelijk: Shadow Work, 1981) het bijltje erbij had neer-gegooid.Toch bleef Illich, ondanks het feit dat hij ernstige hinder ondervond van de kanker die in dietijd manifest werd, zoveel mogelijk doceren en publiceren, vooral in het Duits. Maar zijnwerk bereikte de Nederlandse lezer niet meer. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig pen-delde hij heen en weer tussen de Verenigde Staten (zo was hij onder meer hoogleraar inBerkeley en Pennsylvania) en Duitsland (gasthoogleraar in Kassel en Marburg). Uiteinde-lijk vestigde hij zich definitief in Duitsland (hoogleraar in Bremen).

De AS 146

Page 3: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

Illich was een wereldburger. Hij werdin 1926 in Wenen geboren als zoon vaneen katholieke Kroaat en een Duits-joodse moeder die luthers was gewor-den. De bezetting van Oostenrijk doornazi-Duitsland maakte een diepe in-druk op hem. Hij studeerde onder meergeschiedenis, filosofie en theologie inSalzburg, Florence en Rome, verdieptezich vooral in de Middeleeuwse samen-leving en werd in 1951 tot priester ge-wijd. Maar het Vaticaan, zijn werkter-rein, verruilde hij al snel voor NewYork, waar hij koos voor parochiewerkonder de arme Portoricaanse immigran-ten. In de tweede helft van de jaren vijf-tig was hij verbonden aan de katholiekeuniversiteit in Puerto Rico.Na een voettocht van 4.500 kilometerdoor Latijns-Amerika vestigde hij zichin 1961 in Cuernavaca, even buitenMexico-stad, waar hij een intercultureelstudie- en documentatiecentrum op-richtte: het CIDOC. Hij bleef er actief tot1976. Het doel van dit centrum, waarMich missionarissen, ontwikkelingswerkers(en enkele guerrillo's) opleidde, was omAmerikaanse en andere westerse hulp-verleners kritisch naar de 'Yankee-samenleving' te leren kijken en de pro-blemen in de Derde Wereld door deogen van de armen te bezien. Illich ra-dicaliseerde en zo kwam het tot conflic-ten en tenslotte tot een breuk met Ro-me. In 1969 legde hij zijn priesterfunc-ties neer. In een interview verklaardehij toen dat hij zo nauw betrokken wasbij de problematiek van Latijns-Ameri-ka dat hij op eigen benen wilde staan."De kerk kan niet instaan voor wat ikdoe en omgekeerd. Ik ben voor een ra-dicaal socialisme en voor een revolutiein de instituties."Die institutionele revolutie staat centraalin Mich' eerste boek Cel ebration of aware-

ness (1970), een bundel lezingen en arti-kelen uit de jaren zestig. De Nederland-se vertaling ervan - Aalmoezen en folte-ringen. Oproep tot institutionele revolutie,in 1971 uitgebracht door de Belgischeuitgeverij Lannoo - bleef onopgemerkt.En de enkeling die van Illich gehoordhad, plaatste hem in de hoek van debevrijdingstheologie, van mensen alsCamilo Torres en Helder Camara. Maarwie decennia nadien dat boek (her-)leest, ziet niet alleen dat hij daarmee te-kort wordt gedaan maar ontdekt ookallerlei aanzetten tot zijn latere werk.

In dat eerste boek pleit Illich voor eeninstitutionele of culturele revolutie, metals doel een omvorming van zowel depublieke als de persoonlijke werkelijk-heid. "De politieke revolutionair wil debestaande instellingen verbeteren - hunproductiviteit en de kwaliteit en deverdeling van de producten ervan. Zijnvisie van wat wenselijk en mogelijk is,is gebaseerd op consumptiegewoontendie zich in de laatste honderd jaar heb-ben ontwikkeld. De culturele revolu-tionair gelooft dat deze gewoonten on-ze opvattingen van wat mensen kunnenhebben en wat mensen willen hebben,radicaal verwrongen hebben. (...) Watik bedoel met een culturele revolutiebinnen een enkel groot internationaalinstituut wil ik duidelijk maken met eenvoorbeeld. Ik neem daarvoor de instel-ling die nu onderwijs produceert. Px be-doel daarmee uiteraard de leerplicht:volledig dagonderwijs voor met namegenoemde leeftijdsgroepen volgens eenklassikaal leerplan. Latijns-Amerika heeftbesloten zichzelf door scholing tot ont-wikkeling te brengen. Dit besluit zalslechts leiden tot de productie van zelf-vervaardigde inferioriteit. Elke schooldie wordt gebouwd betekent het plan-

2 De AS 146

Page 4: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

ten van een volgend zaadje vaninstitutionele corruptie, en dat alles innaam van de economische groei."Dit voorbeeld werkte hij uit in Deschool-ing society (1971), het boek dat hem opslag wereldwijd bekendheid bracht.Illich pleitte voor de ontmanteling vanhet schoolsysteem omdat het niet op-leidt tot zelfstandige individuen maartot passieve consumenten die er hunmaatschappelijke plaats hebben lerenkennen en er hun creativiteit hebbenverloren. De school, aldus Illich, ver-vreemdt van het ware leren.

In hoog tempo werkte hij in de jaren ze-ventig zijn kritiek op de instituties uiten bevocht hij stelselmatig verscheideneals vanzelfsprekend aanvaarde aspec-ten van de hedendaagse maatschappij:van scholen, ziekenhuizen, welzijnsin-stellingen, snelverkeer en modernetechnologie tot het industriële produc-tiesysteem. Al deze algemeen als zege-ningen beschouwde instituties en ont-wikkelingen bedreigen volgens Illichnu juist de menselijke autonomie en desociale rechtvaardigheid.Vanuit verschillende hoeken bekriti-seerde Illich telkens weer de 'tirannievan de deskundigen', de 'hegemonievan de aangeprate behoeften' en 'denieuwe priesterstand van de professio-nals' en verre van toevallig vergeleekhij deze ontwikkelingen met de machtvan de (staats)kerk. "De publieke aan-vaarding van de dominerende profes-sies is in wezen dan ook een politiek ge-beuren", zegt Illich in Het recht opnuttige werkloosheid (1978) dat hij pre-senteerde als een naschrift op Naar eennieuwe levensstijl (1973).In dit laatstgenoemde boek (oorspron-kelijk: Tools for Conviviality, 1973) zetteIllich onder meer zijn ecologische visie

uiteen. Hij stelt zijn ideaal, dat hij con-vivialiteit (samen-leven) noemt, tegen-over de huidige industriële economie."Mijn bedoeling is dat het betekent: au-tonome en creatieve omgang van men-sen onder elkaar en met hun omgeving.(...) Ik beschouw convivialiteit als de in-dividuele vrijheid die in persoonlijkewederzijdse afhankelijkheid verwerke-lijkt wordt en als zodanig als eenintrinsieke ethische waarde." Daarbijstaat centraal dat de mens geen slaaf isvan de techniek en niet nodeloos ener-gie en grondstoffen verbruikt. Maar op-merkelijker is dat Illich benadrukt dattechniek niet neutraal is: hij legt eenverband tussen de structuur van werk-tuigen en de inrichting van de maat-schappij, waarbij dus ook de relatie tothet milieu een rol speelt. Zijn pleidooivoor een conviviale maatschappij alseconomisch model voor de post-indu-striële samenleving is uitermate sympa-thiek, maar mist tegelijk toch concreterichtlijnen om tot zo'n omvorming tekomen. Bovendien valt het op dat hij an-deren (onder wie Bookchin, Schumacheren Ellul) die zich ook met dit vraagstukbezig hebben gehouden, ongenoemd laatNiet alleen blijft de lezer onwetend overde wegen die naar zo'n conviviale wereld zouden kunnen leiden en welke so-ciale groepen daarbij een stimulerendeof misschien zelfs beslissende rol zou-den kunnen spelen, ook is Illich nogalvaag over eigendom en beheer van deconviviale werktuigen. Slechts een paarkeer zegt of suggereert hij dat de pro-ductie van basisbehoeften onder contro-le van de gemeenschap moet vallen ("ikben een socialist").

Op zijn best is Illich als hij analyseerthoe de begrippen schaarste ("Economieis de wetenschap van schaarse waar-

De AS 146

Page 5: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

den; wat niet schaars is kan niet verre-kend worden.") en arbeid met elkaarverbonden zijn. In wat misschien welzijn beste boek is - Schaduwarbeid - zethij uiteen dat de op geldverkeer berus-tende markteconomie niet zou kunnenbestaan zonder de daarbuiten vallendeschaduweconomie. Door de status diebetaalde arbeid heeft gekregen wordtbijvoorbeeld huishoudelijke werk, deopvoeding van kinderen, de verzorgingvan ouderen, burenhulp en vrijwilli-gerswerk (onbetaald werk dat vaakdoor vrouwen wordt gedaan) als twee-derangs arbeid beschouwd. Illichnoemt dat werk schaduwarbeid, de ar-beid die in de schaduw van de loonar-beid wordt verricht.

Is Illich anarchist? Die vraag is niet ge-makkelijk te beantwoorden want hoe-wel er veelal gezegd werd dat zijncultuurkritiek anarchistisch was, heefthij zich bij mijn weten nooit anarchistgenoemd. Ook vindt men in zijn werkgeen verwijzingen naar de klassiekeanarchisten. Toch sluit Illich' oeuvreaan op wat eerder door anarchistischedenkers als Godwin (libertair onderwijsen opvoeding), Bakoenin (de macht vande deskundigen) en Kropotkin (kleinscha-

ligheid; pre-industriële samenlevingen)aan de orde is gesteld. Bovendien kanzijn begrip 'convivialiteit' nauwelijksanders dan als 'libertair' verstaan wor-den. En veelzeggend is verder dat hij deAmerikaanse anarchist Paul Goodmanbeschouwde als zijn inspirator - "mijngoeroe", zei hij in een interview in 1975- die hem had aangezet tot het schrijvenvan zijn ontscholingsboek.In een kort voor zijn overlijden bij deState University of New York uitgeko-men vriendenboek wordt opgemerktdat Illich' anarchisme niet zozeer eenblauwdruk voor een sociale omwente-ling is, als wel een handleiding om eenalternatieve levenswijze te kunnenpraktiseren. Daarmee bouwde hij voortop het oude christelijke communalismeen daarom kunnen zijn opvattingenmisschien ook religieus-anarchistisch ge-noemd worden. In dat vriendenboekwordt er eveneens op gewezen datIllich weliswaar in 1969 afscheid namvan het priesterschap, maar niet van hetrooms-katholicisme. Tot zijn dood bleefIllich gelovig. Met die kennis valt zijnopvatting dat de mens lichamelijk engeestelijk lijden als een 'opdracht' moetaanvaarden wat beter te begrijpen.

AANTEKENINGEN

* Veel, maar zeker niet alles van Illich is in het Nederlands vertaald. Met uitzondering vanzijn eerste boek Celebration of Awareness verschenen alle uitgaven bij Het Wereldvenster. Lan-noo, Tielt/Utrecht bracht een vertaling van dat eerste boek, dat ook een interview door An-dré Truyman met Illich en een inleiding van zijn vriend Erich Fromm bevat. Fromm noemthem een 'humanistische radicaal'. Een andere vriend van Illich was de in 1972 overledenanarchist Paul Goodman, die hem aanzette tot het schrijven van Deschooling Society (Ontscho-ling van de maatschappij). Opmerkelijk is dat Illich in hoofdstuk zes Goodmans pleidooi omManhattan autovrij te maken overneemt. Eerder al was Provo geïnspireerd door dat voorstel.* Na het succes van Deschooling Society bracht Het Wereldvenster in de jaren zeventig entachtig Mich' werk in Nederlandse vertaling uit, maar er zijn hiaten. Retooling Society is niet inhet Nederlands verschenen. De bundel Disabling Professions van Illich en anderen is vertaaldals De deskundige: vriend of vijand? en verscheen in 1978.* Illich schreef vaak diverse versies van zijn essays en boeken. Het bekendste voorbeeld daar-van vormt Het medisch bedrijf dat in de definitieve versie Grenzen aan de geneeskunde werd.

De AS 146

Page 6: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

Ook publiceerde hij in het Duits weer andere versies dan in het Engels of Frans. Zo is deWereldvenster-uitgave Schaduwarbeid deels een vertaling van Shadow Work (1981), sommigehoofdstukken ervan zijn weer eerder verschenen in de bundel Vom Recht auf Gemeinheit(1982). En voor Man/Vrouw — geslacht en sekse is weliswaar het Engelse origineel Gender ge-volgd, maar is voor sommige passages weer gekozen voor vertaling van de afwijkende Fran-se of Duitse editie.* Over Illich is bij mijn weten weinig gepubliceerd. Van kort voor zijn overlijden dateren deinterviews in Ode, elders in dit nummer herdrukt, en in het Duitse dagblad TAZ van 30 juli2001. Een opmerkelijk vraaggesprek had Tessel Pollman voor Vrij Nederland (15 november1975). Illich zegt daarin onder meer dat zijn boeken in wezen over economie gaan ("Waar ikover schrijf, is de economische situatie waaruit het schoolsysteem voortkomt en waar het toeleidt."). Een informatief artikel — maar noodgedwongen slechts over de jongere Illich —schreef Hans Achterhuis in zijn in 1975 verschenen bundel Filosofen van de Derde Wereld.* Achterhuis heeft later — terecht — opgemerkt dat Illich de schaarste in de moderne indu-striële samenleving steeds centraal stelt. De maatschappij van de overvloed is een maatschap-pij van groeiende schaarsten, aan welzijn, gezondheid, water, frisse lucht en zelfs aan stilte enrust. In zijn eigen studie Het rijk van de schaatste (1988) werkte Achterhuis die stelling uit.* Over Illich' opvatting over arbeid valt te lezen in de doctoraalstudie van Ton GeurtsenNachtmerries op een duivels oorkussen (Baalprodukties/Papieren Tijger, 1996). En onmisbaar isde onder redactie van Toine Kreykamp verschenen bundel Waar blijf je met Ivan Illich (1974),waarin ook een bijdrage van Illich zelf is opgenomen. Over Illich als criticus van het school-systeem en de gezondheidszorg is geschreven door de vroegere AS-redacteur Simon Radius(onder meer in De AS 41 en 116 en in de brochure Wat moeten we nou met de school?, uitge-bracht in 1978 door De Vrije Gedachte).* Tot slot: het genoemde Vriendenboek is getiteld The C,hallenges of Ivan Illich: A Collective Re-flection, Lee Hoinacki ,St Carl Mitcharn (ed.); State University of New York Press, 2002.

De AS 146

Page 7: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

ILLICH OVER DE ONTSCHOLING VANDE MAATSCHAPPIJ

Roger Jacobs

ik heb de onhebbelijke gewoonte om in een grote boog rond succesvolle politieke bewegin-gen, denkrichtingen en auteurs heen te lopen. Pas als de 'hype' wat is weggeëbt, is voor mijde tijd gekomen om de desbetreffende publicaties en ideeën eens serieus onder de loupe tenemen. Het debacle van de Vlaamse groene partij Agalev heeft er mij toe aangezet om eenboek te gaan schrijven over de actualiteit van het groene gedachtegoed. De grote controver-ses rond het postmoderne politieke denken waren al uitgewoed toen ik er mijn voordeel meedeed, waardoor mijn politiek denken op een nieuw spoor gezet werd.Vele jaren geleden is mij hetzelfde overkomen met Ivan Mich. In het midden van de zeven-tiger jaren zette ilc een punt achter mijn studies en keerde terug naar mijn geboortedorp inde mijnregio van Belgisch-Limburg. Daar kwam ik in contact met Wereldscholen, een poli-tieke beweging van links-katholieke origine die het vaandel voerde van het 'zelfbeherendesocialisme'.

Zoals de naam al doet vermoeden,hechtte Wereldscholen veel belang aande scholing van gewone mensen, arbei-ders maar vooral ook buurtbewoners,die via basisacties en daaraan gekoppel-de vorming een politiek bewustzijnmoesten verwerven. Ideeën voor zo'nbewustzijnverhogende pedagogie wei-den inin de eerste plaats ontleend aan deBraziliaan Paolo Freire, wiens boek Pe-dagogie van de onderdrukten verplichtelectuur werd. Via Freire, die dezelfdelinks-katholieke achtergrond had als devoortrekkers van Wereldscholen, wer-den ook de geschriften van Ivan Illichpopulair. Zowel Freire (in ballingschapin Europa) als Illich werden in de twee-de helft van de zeventiger jaren meer-dere keren uitgenodigd op Wereldscho-len-initiatieven.Ondanks de toenmalige populariteitvan beide heren ben ik nooit op dezeontmoetingen aanwezig geweest. Ikwas toentertijd in de ban van het liber-taire marxisme (á la Daniel Guérin) en

de wat melige filosofische terminologievan Freire trok me absoluut niet aan. Inmijn archief heb ik wel artikelen uit dietijd over Illich teruggevonden maardiens eigen publicaties heb ik pas velejaren later via tweedehands-boekhan-dels aangeschaft. In een artikel voor DeAS 141 heb ik verteld dat ik voorname-lijk via de geschriften van Hans Achter-huis enigszins op de hoogte was vanIllich' denken.

In de loop van de tachtiger jaren begonIllich' ster uit te doven. Ik herinner menog de hevige kritieken vanuit de vrou-wenbeweging op zijn boek Gender (Ne-derlandse vertaling: Man/Vrouw — ge-slacht en sekse, 1984) en dan... de stilte.Dat stilzwijgen had natuurlijk in de eer-ste plaats te maken met de politiekerestauratiebeweging die rond diezelfdetijd op gang kwam. Zo deed zich in dewelzijnssector, waar Illich ongemeenpopulair was geweest, een 'verzakelij-king' voor waarbij het maatschap-

De AS 146

Page 8: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

pijkritische imago ingeruild werd vooreen nieuw realisme. Zelf verdiepte ikmij in de tweede helft van de tachtigerjaren in het eco-anarchisme van MurrayBookchin die - voor zover ik mij herin-ner - in zijn magnum opus The Ecologyof Freedom maar weinig waardering konopbrengen voor technologie-critici alsIvan Illich en diens geestverwant, deFranse christen-anarchist Jacques Ellul.Toen diezelfde politieke restauratiebe-weging midden van de negentiger jarenook voelbaar werd in mijn eigenprofessioneel werkveld van de 'basis-educatie' (maatschappelijk achtergestel-den werden van dan af omschreven als'laaggeschoolden' die geactiveerd dien-den te worden om hun maat-schappelijke 'participatie' veilig te stel-len), greep ik terug naar de grotepedagogische klassiekers van de zeven-tiger jaren, te weten Freire en Illich.Freires gedachtegoed leek ondertussenaan relevantie ingeboet te hebben tengevolge van de gerechtvaardigde post-moderne kritiek op zijn impliciet uni-versalisme en rationalisme. Dat doetechter niets af aan de invloed die zijnideeën tot op de dag van vandaag (Frei-re stierf in 1997) in Brazilië, zijn geboor-teland, zijn blijven uitoefenen. De door-braak van de linkse Arbeiderspartij inde loop van de tachtiger jaren maaktede politieke vertaling van Freires pe-dagogische ideeën een stuk gemakke-lijker (Freire, 1996).

Illich' denken blijkt na 1984 uitgegroeidte zijn tot een fascinerende en diep-gaande beschavingskritiek (de techno-logie beïnvloedt niet enkel de maat-schappijvorm, maar doet een nieuwmenstype ontstaan), waarvan de weer-klank echter - in scherp contrast metFreire - beperkt is gebleven tot een klei-

ne kring van toegewijde volgelingen(Cayley, 1992).Momenteel fascineert Illich me, op de-zelfde wijze als Daniel Guérin en Mur-ray Bookchin dat vroeger gedaan heb-ben. In dit artikel ben ik echter nog nietin staat de volle rijkdom van Illich' late-re denken tot zijn recht te laten komen.Voor deze gelegenheid beperk ik mijdan ook tot zijn kritiek op de gangbareonderwijsideeën en de wijze waarop iksamen met enkele collega's uit de Vlaam-se basiseducatie iets constructiefs met diekritiek probeer aan te vangen (Jacobs &Van Doorslaer, 2000 en Jacobs, 2003).

Illich houdt in zijn in 1970 verschenenboek Deschooling Society (Nederlandsevertaling: Ontscholing van de maat-schappij, 1972) een pleidooi voor eenradicale 'ontscholing' van de maat-schappij, wat past binnen zijn globalerekritiek op het modernistische vooruit-gangsdenken. Hij stelt dat de pro-fessionele ontwikkeling van aanvanke-lijk nuttige diensten zoals gezondheids-zorg, vervoer, welzijnswerk en onder-wijs er uiteindelijk toe leidt dat zij eendoel op zich worden. Dat is dan het fa-tale keerpunt waarop instellingen con-traproductief worden en meer nadelendan voordelen gaan opleveren. Integenstelling tot Marx, die de kapitalis-tische vooruitgang enkel bekritiseerdeomdat haar motor gevormd werd doorproductiemiddelen in privé-bezit, steltIllich de aard van de productie-middelen zelf ter discussie (met dienverstande dat hij onder 'tools' iets bre-ders verstaat dan Marx: het schoolsy-steem, de gezondheidszorg, het ver-voer, ze maken volgens hem allemaaldeel uit van de menselijke gereed-schapskist).

De AS 146

Page 9: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

Het zijn niet enkel de privé-bezittersmaar ook de werktuigen zelf die gaanbeslissen wat en hoe er geproduceerdgaat worden: de medische sector en hetpedagogische korps gaan bepalen watgezondheid of kennis is. Illich verzetzich daarbij tegen de verlichtingsideedat de mensheid in staat is de natuur tebeheersen. Het menselijk bestaan is on-derworpen aan beperkingen en enkelbinnen die beperkingen kan er mens-waardig geleefd worden. Tegenover hetbegrip 'vooruitgang' hanteert Illich hetbegrip 'grens'.

Hij contrasteert het dominerende Pro-metheïsche ethos, dat staat voor 'ver-wachting', met een Epimetheïsch ethos,dat staat voor 'hoop': "Hoop, in zijnoorspronkelijke betekenis, betekent lo-yaal vertrouwen in de goedheid van denatuur, terwijl verwachting (...) bete-kent het zich verlaten op resultaten diedoor de mens gepland en beheerst wor-den. Hoop richt ons verlangen op eenpersoon van wie we een geschenk ver-wachten. Verwachting ziet uit naar be-vrediging door middel van een bere-kenbaar proces dat produceert wat werechtens kunnen opeisen. De Prome-theïsche ethiek heeft nu de hoop ver-duisterd. Het voortbestaan van hetmenselijk ras hangt af van de heront-dekking van die hoop als socialekracht" (Illich, 1972:146).Het komt er dus op aan ons niet in tepassen in de gangbare ontwikkeling,want die leidt tot ontwrichting van desamenleving en van de natuur.Binnen deze globale beschavingskritiekpast dus ook zijn pleidooi voor een'ontschoolde' maatschappij. Wat ver-staat Illich onder de traditionele plicht-school? "Ik noem 'school' het op een be-paalde leeftijd betrokken, aan leer-

krachten gebonden proces, waarbij deleerling gedurende de hele tijd aan eenverplicht leerprogramma moet deelne-men" (Illich, 1972:47). En wat verwijt hijdie plichtschool? Eerst en vooral gaatdie school er onterecht van uit dat lerenslechts het resultaat kan zijn van onder-wijsactiviteiten van 'eskende' leerkrach-ten volgens een door experts en ambte-naren uitgedokterd en van overheids-wege opgelegd leerplan. Gepland on-derricht kan ons natuurlijk helpen be-paalde vaardigheden snel onder deknie te krijgen, maar de meeste en debelangrijkste dingen leren we op eigenhoutje. "Het grootste deel van het leer-proces vindt terloops plaats en zelfsdoelbewust leren is meestal niet het re-sultaat van geprogrammeerd onder-wijs. Normale kinderen leren hun eer-ste taal terloops, hoewel zij dat snellerdoen als de ouders aandacht aan henbesteden. De meeste mensen die eentweede taal goed leren spreken, doenzulks op grond van toevallige omstan-digheden, niet echter door regelmatigonderwijs" (Illich, 1972:29).Vervolgens maakt de plichtschool deleerling afhankelijk van de leerkrach-ten. Deze laatsten ontnemen de leerlingde verantwoordelijkheid voor de eigengroei en veroordelen hem tot afhanke-lijkheid en onderschikking. De leerlingwordt aldus rechteloos uitgeleverd aande almachtige leerkracht (een kritiekdie ook uitdrukkelijk terug te vinden isbij Paolo Freire). De plichtschool maaktmensen verder afhankelijk van instel-lingen. Men raakt verslaafd aan hetconsumeren van de producten van dekennisfabrieken en men voelt nognauwelijks de aandrang om op eigeninitiatief te leren. De school zorgt metandere woorden voor een conditione-ring van de mens tot een passieve con-

8 De AS 146

Page 10: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

sument. "Zonder uitzondering vormthet de consument die institutionele pro-ducten meer op prijs stelt dan de niet-professionele dienstverlening van eenbuurman" (Illich, 1972:106-107).Tenslotte beroept de plichtschool zichonterecht op de politieke ideologie vande 'gelijke kansen': de sociale onge-lijkheid die buiten de schoolmurenheerst zou in de school geneutraliseerdworden doordat iedereen aan dezelfdebehandeling onderworpen wordt. Weweten ondertussen echter dat juist dezegelijke behandeling van mensen in eenongelijke startpositie tot ongelijkeeindresultaten leidt. Het schoolsysteemfunctioneert als een loterij waarin die-genen 'die het niet maken' niet enkelhun ingelegde geld verliezen, maar ookvoor de rest van hun leven als minder-waardig gestigmatiseerd zullen wor-den. Daardoor gaat het fungeren als eenlegitimatiesysteem voor levenslange mis-lukking. "De school kwalificeert, maardaardoor diskwalificeert zij ook. De mis-lukkeling leert er dat men zijn achter-stelling aan zichzelf te wijten heeft" (H-lich, 1971:136).Onder invloed van zijn Duitse studen-ten (onder wie de bekende ontwikke-lingscriticus Wolfgang Sachs) zal Illichin een latere fase tot het besef komendat de educatieve functie niet meer be-perkt blijft tot 'de school', maar ooksegmenten van het dagelijkse leven isgaan koloniseren in de vorm van 'homeschooling' en 'zelfhulp' (die hij om-schrijft als 'schaduwarbeid', nodig omhet bestaande productie- en consump-tiepatroon in stand te houden). Educa-tie is het monopolie geworden vanbureaucratische instellingen waardoordeze ook getransformeerd wordt toteen 'schaars goed', de sleutelcategorievan de moderne economie. In plaats

van de vroegere autonome mens die opeigen gezag de dingen leerde die hij/zijnodig had om in zijn/haar subsistentiete voorzien ontstond de 'homo educan-dus', een noodlijdend wezen dat be-hoefte heeft aan opleiding die verstrektwordt door een monopolistische instel-ling (Illich, 1985:70). Deze homo edu-candus is de chronologische voorlopervan de 'homo economicus', de produce-rende en consumerende mens die nietweet wat 'genoeg' is en die het mens-type vormt van de huidige schaarste-economie.

Aldus mondt Illich' kritiek op hetschoolsysteem uit in een kritiek op demodernistische vooruitgangsidee diehierop neerkomt dat 'activiteiten van demensen in het vervolg vervangen wor-den door de mogelijkheid om diezelfdeactiviteiten te kopen'. Vooruitgang/ont-wikkeling is daarom een oorlog tegende subsistentie waarbij arme bevol-kingsgroepen allerlei behoeften aange-kweekt krijgen (dorst neemt de vormaan van behoefte aan cola) die niet be-vredigd kunnen worden wegens het ge-brek aan geld. Dit resulteert in de'moderne' armoede die de waardigheidvan de subsistentie-levenswijze (waar-bij dorst geïdentificeerd werd met hetdrinken van het alomtegenwoordigewater) vernietigt.Wat is nu Illich' alternatief voor deplichtschool? Hij stelt voor eenvoudigearrangementen tot stand te brengenwaarmee lerenden hun eigen leergele-genheden kunnen creëren. Hij spreektin dit verband van de creatie van 'edu-catieve netwerken' waarin leermidde-len, kundige en ervaren leermeesters(die niet perse gediplomeerd hoeven tezijn) en leergenoten met gemeenschap-pelijke interesses samen met hun stu-

De AS 146

Page 11: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

diebegeleiders op een vruchtbare wijzegecombineerd worden. Illich heeft ech-ter niet veel te zeggen over de manierwaarop die 'ontscholing in de praktijkin zijn werk zou moeten gaan. We mo-gen niet vergeten dat Deschooling So-ciety geschreven werd in een periode(1970) dat de hoop op een snelle engrondige maatschappijverandering nietongegrond was. Kort na de publicatiezou de Club van Rome haar bekenderapport over de 'grenzen van de groei'uitbrengen en werden nadien de 'Groe-nen' een maatschappelijke kracht vanbetekenis.Illich zelf was van mening dat machtigeinstellingen in een verrassend kort tijds-bestek hun legitimiteit kunnen ver-liezen: hij verwees daarbij graag naarde katholieke kerk ten tijde van de Re-formatie en de monarchie ten tijde vande Franse Revolutie (ondertussen heeftde 'fluwelen revolutie' in Oost-Europaplaatsgehad!). Hij vergeleek deze poli-tieke aardverschuivingen graag met eenrivierstroming die eeuwenlang dezelfdeis gebleven om dan plots, door de toe-vallige val van een rotsblok, van rich-ting te veranderen. De voornaamste enterechte kritiek die Illich op zijn ont-scholingsvoorstel voorgeschoteld kreegwas dat 'ontscholing' het bestaanveronderstelt van een autonome mensdie het juk van bevoogdende instellin-gen van zich kan en wil afwerpen. Dieinstellingen hebben de mens echter netgetransformeerd tot een passieve con-sument Draaien we hiermee niet rondin een vicieuze cirkel?

Wat is de actualiteitswaarde van Illich'kritiek op de geïnstitutionaliseerde edu-catie? Ik waag me niet aan een globaalantwoord op die vraag, in plaats daar-

van wil ik wat dieper ingaan op mijn ei-gen ervaringen met de educatieve sec-tor van de (Vlaamse) basiseducatie. OnsCentrum Basiseducatie (één van de 29in Vlaanderen) vond zijn oorsprong inde alfabetiseringsbeweging van het be-gin van de tachtiger jaren toen het nog'bon ton' was zich te beroepen op deideeën van het populaire trio PaoloFreire-Ivan Illich-Oskar Negt. Door eendecreet van de Vlaamse Gemeenschapuit 1990 werd deze beweging gepro-fessionaliseerd en omgevormd tot desector 'basiseducatie' (naar Nederlandsmodel). De basiseducatie kreeg vanoverheidswege de opdracht mee destrijd aan te binden met de educatieveachterstelling van volwassenen die hetslachtoffer dreigden te worden van toe-nemende maatschappelijke tegenstellin-gen, een kwetsbare positie op de ar-beidsmarkt en andere facetten vanbestaansonzekerheid.

Die term 'educatieve achterstelling' kanechter op een dubbele wijze geïnterpre-teerd worden. In het dominerende dis-cours van de negentiger jaren wordt'educatieve achterstelling een individu-ele problematiek, samenhangend metallerlei tekortkomingen: een tekort aanscholing, aan vaardigheden, aan zelf-redzaamheid, aan verantwoordelijkheid,aan weldoende arbeidsprikkels, enzo-voort. Het is een visie die blind maaktvoor de maatschappelijke processenvan verarming en uitsluiting die sa-menhangen met het gangbare modelvan groei en vooruitgang. Denken wemaar aan de sluipende afbraak van dewelvaartsstaat, de werking van de ar-beidsmarkt, de flexibilisering van de ar-beid en de vermarkting van de samen-leving. Achterstelling wordt alduslosgemaakt van de wijze waarop de

10 De AS 146

Page 12: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

'normale' samenleving rijkdom ver-gaart en verdeelt en gereduceerd toteen vorm van persoonlijk falen.Binnen zo'n perspectief wordt de oplos-sing van de problematiek bijna uitslui-tend gezocht aan de kant van de achter-gestelden. De overheid creëert 'tweedekansen' voor achterblijvers en eist vanhen inspanningen om deze kansen tebenutten met het oog op hun aanslui-ting bij het maatschappelijke hoofdpe-loton ('participatie'). Verwijzend naarbepaalde economische en maatschappe-lijke veranderingen (tertiarisering vande economie, opkomst van de zoge-naamde 'kennismaatschappij') wordt ge-suggereerd dat 'educatie' een sleutelrolmoet spelen in deze inhaaloperatie.Voor de achterblijvers worden educa-tieve veldhospitalen (zoals de basisedu-catie) opgericht die als taak hebben deopgelopen educatieve verwondingen tehelen waarna de opgelapte strijdersweer hun plaats kunnen innemen ophet productiefront. De diverse generalestaven - overheden, werkgevers, onder-wijsexperts, internationale organisaties- leggen de normen op waaraan ieder-een moet voldoen om als volwaardigeburger mee te tellen in deze werkzamesamenleving.

Deze dominante strategie om achter-stelling te bestrijden bewerkstelligtnieuwe vormen van dwang en uitslui-ting. Ik geef enkele voorbeelden:(1) Mensen die op een andere manier ofop een ander ritme willen leven en wer-ken dan nu gangbaar/dominant/ver-plicht is zullen via harde of zachtedwang in de geijkte tredmolen gedre-ven worden, voor 'hun eigen bestwil'.Dragen zulke paternalistische maatre-gelen werkelijk bij tot de emancipatievan andersdenkenden en anders leven-

den? Denk hierbij aan de praktijken van'activering' en 'verplichte inburgering'waarbij het originele rechtendiscourshelemaal overwoekerd werd door eenplichtendiscours.(2) Achtergestelden die misschien welmeewillen, maar niet meekunnen, drei-gen gedropt te worden. Het educatievefilter van modulaire testen en certifica-ten in het tweedekanscircuit gaat opzijn beurt fungeren als selectieve filterwaarbij enkel de besten van de achter-gestelden, diegenen die beschikkenover het geëigende leerpotentieel, over-blijven.(3) Maar zelfs het succes van deze bo-venlaag in het tweede-kanscircuit zal,op middellange termijn, haar maat-schappelijke promotiekansen ondermij-nen. Een certificaat fungeert immersniet als een rechtstreeks toegangstickettot de arbeidsmarkt, maar wel als eenbijkomend selectiecriterium met nega-tieve signaalwaarde: wie er niet overbeschikt komt niet aan de bak, wie erwel over beschikt maakt misschien eenkans (in combinatie met andere selectie-criteria: geslacht, ras, leeftijd, gezond-heid, presentatie). Maar hoe meer certi-ficaten van een bepaald niveau inomloop zijn, hoe minder er rekeningmee gehouden wordt. Diploma-inflatieleidt tot diploma-ontwaarding, wat en-kel leidt tot jacht op bijkomende diplo-ma's. Wie in die jacht het meest succes-vol is verdringt op de arbeidsmarkt deminder geslaagden, ook al zijn dezelaatsten perfect geschikt om de job inkwestie naar behoren uit te voeren.(4)Deze pedagogisering en de-politise-ring van de achterstellingsproblernatiekleidt tot een gevaarlijke polarisering inde samenleving. De 'tevreden meerder-heid' (naar een uitdrukking van J.K.Galbraith) gaat, in navolging van de

De AS 146 11

Page 13: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

opinieleiders, de achterstelling van deonderlaag wijten aan haar eigen tekor-ten en dreigt ermee haar solidariteit opte heffen (minder sociale bijdragen). Deonderlaag op haar beurt ziet haar be-staansonzekerheid (onveiligheid) toene-men en gaat op zoek naar zondebok-ken... We komen in een repressievespiraal terecht waarvan het einde nogniet in zicht is.In tegenstelling tot het dominante dis-cours, beschouwt ons Centrum Basis-educatie 'educatieve achterstelling' alseen aspect van de brede maatschappe-lijke achterstellingsproblematiek. Dezelaatste wordt dan weer opgevat als eenvorm van 'sociaal lijden' (Bons & Jans-sen, 2002). 'Lijden' heeft te maken methet stuklopen van levensprojecten ge-richt op een beetje levensgeluk en ont-plooiing door toedoen van een welbe-paalde sociale politiek en economischefilosofie. 'Sociaal' lijden onderscheidtzich van fysiek en psychisch lijden (diein de praktijk wel dikwijls met elkaarverweven zijn) doordat deze laatstenals het ware tot het leven zelve behorenen hoogstens draaglijker gemaakt kun-nen worden.Binnen dit perspectief betekent strijd te-gen educatieve achterstelling dat deaangeboden educatie steeds ingepastmoet kunnen worden in het eigen le-vensproject van de lerende. Paternalisti-sche dwanguitoefening en van bovenafopgelegde educatieve normering zijnuit den boze, evenals uitsluiting op ba-sis van educatieve rendementsoverwe-gingen (in welke doelgroepen moetenwe investeren om een zo hoog mogelijk(naar de smaak van de overheid) rende-ment te hebben?). Onze educatieve mis-sie bestaat niet uit een eventueel ge-dwongen en selectieve inpassing vande lerenden in de gangbare vooruit-

gang (gemeten aan de normen van eengrotendeels fictieve kennismaatschap-pij) maar in het leefbaar houden en ver-sterken van individuele levensprojectenén de maatschappelijke positie van ach-tergestelde groepen in hun confrontatiemet de dominante 'achterstellende' maat-schappelijke opvattingen en praktijken.

Basiseducatie moet daarom voortdu-rend balanceren op het slappe koordtussen enerzijds een onvermijdelijkemaatschappelijke conformeringsdruk (no-dig om institutioneel te overleven, ietswaarmee Illich het moeilijk zou hebben)en anderzijds een principieel vasthou-den aan de waardigheid van laagge-waardeerde bevolkingsgroepen. Basis-educatie zit daardoor verankerd in eendialectische spanningsverhouding dieslechts opgeheven kan worden als menzich uit de institutionele logica terug-trekt (men heft zichzelf op) of als menerin toestemt zich te laten instrumenta-liseren door het gangbare beleid. In datlaatste geval legt men zich erbij neerdoor de overheid gereduceerd te wor-den tot een productieapparaat van sy-steemvaardige mensen, met uitsluitingvan hen die niet aan de opgelegde nor-men kunnen of willen voldoen. In hetandere geval zal de basiseducatie eenkleine maar niettemin reële bijdrage le-veren tot het 'maken' van een mens-waardiger systeem: de 'fatsoenlijke sa-menleving' (G. Orwell) die iedereen -welke plaats hij/zij ook moge innemenin het maatschappelijke universum - instaat stelt te werken aan zijn/haar be-schaafd levensproject.

4Elders in dit nummer vertelt Illich uit-voerig hoe hij in 1926, vlak na zijn ge-boorte, met de veerboot naar het eiland

12 De AS146

Page 14: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

van zijn grootvader voor de Dalma-tische kust gebracht werd (zie het arti-kel 'Stilte is een gemeenschappelijkrecht'). Op de boot was net een nieuweluidspreker geïnstalleerd. Het typeertIllich' denktrant dat hij die luidsprekervoorstelt als een symbool van de ontlui-kende Moderne Tijden die ook eennieuw maatschappijtype aankondigen.Voor de introductie van de luidsprekerspraken alle mensen met min of meereven krachtige stemmen. Van dan afechter zal de toegang tot de microfoonbepalen wiens stem het meest gehoordwordt. Stilte wordt van een gemeen-schappelijk goed getransformeerd toteen schaars goed waarvoor de luidspre-kers gaan wedijveren. Iets meer dan eendecennium later zal de Oostenrijkse pu-blieke ruimte bezet worden door nazi-stemmen die de half-joodse tiener Illichnaar Italië doen uitwijken.Illich noemde zichzelf soms een 'relictuit een vervlogen tijd', die van het tra-ditionalistische katholieke Europa. Hijheeft dat traditionalisme als het warefilosofisch verinnerlijkt (zijn favorietefilosoof is de 12de eeuwse VlamingHugo van St.-Victor) om er een Archi-medische hefboom van te maken waar-mee hij de gebreken en beperkingenvan de moderne tijd kon blootleggen.Voor hem (als ex-priester) heeft de ge-schiedenis de theologie vervangen alskoningin van de wetenschappen: "Alshistoricus ben ik achterdochtig ten aan-zien van alles wat pretendeert volstrektnieuw te zijn" (Illich, 1985:156).Deze ontmaskering van het heden van-uit het perspectief van het verleden isuitgemond in een gegronde en verre-gaande kritiek op het gangbare vooruit-gangsbegrip dat 'menselijk initiatiefvervangt door geprogrammeerde werk-tuigen' en een pleidooi voor een convi-

viale maatschappij "die zo gebouwdmoet zijn dat zij al haar leden in staatstelt tot de meest autonome activiteitenmet behulp van werktuigen die zo minmogelijk beheerst worden door ande-ren" (Illich, 1973:41). Dit 'conservatieveanarchisme' is in de eerste plaats eenanarchisme dat de bevoogdende en ver-stikkende maatschappelijke instellingenwil openbreken om plaats te makenvoor de dagelijkse creativiteit en onder-nemingszin van de gewone mens (endie ook zijn 'waardigheid' uitmaken).

Met dit soort ideeën treedt Illich in devoetsporen van zijn wat oudere denk-en strijdgenoot, de ondertussen enigs-zins in vergetelheid geraakte Ameri-kaanse anarchist Paul Goodman (die in1960 de inspirerende bestseller Growingup absurd publiceerde). Ook Goodman(1911-1972) pleegde zich een 'neoliti-sche conservatief' te noemen: "conser-vatief in aanleg, maar vastberaden waarhet de noodzakelijke ontwrichtende ac-tie betreft". Hij prees de Amerikaanserevolutionaire voormannen die een ein-de maakten aan het Engelse kolonialeregime maar geen blauwdruk op zakhadden voor wat er na de revolutiemoest gebeuren. Ook de (terechtgestel-de) Franse revolutionair Danton heeftzijn sympathie omdat die na het omver-halen van de vermolmde feodale ordeenkel wilde terugkeren naar zijn wijnen vrouwen. Goodman liep storm tegenwat hij het 'organized system' noemde,waarmee hij bewust het marxistischebegrip 'monopoliekapitalisme' vermeed(want dat suggereerde het bestaan vaneen monolithisch uitbuitingsapparaatgeleid door mannen met hoge hoedenen dikke sigaren). Hij schreef: "Omdatvolgens mij het doel van de politiek nietis om een goede maatschappij tot stand

De AS 146 13

Page 15: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

te brengen, maar wel een leefbare, is hetbeste dat wij haar uitwassen proberenterug te brengen tot een hanteerbareschaal; de beste oplossingen zijn meest-al niet globaal van aard, maar een beetjevan dit en een beetje van dat" (Stoehr,1994:201).Illich en Goodman passen in de wathybride libertair-socialistische traditie,niet dogmatisch maar eerder stap-voor-stap, pragmatisch en functioneel, waar-van ook de Engelse politieke schrijverGeorge Orwell (1903-1950) een proto-type was. Orwell wist zijn hang naartraditie (alhoewel atheïst speelde hij eentijdje voor koster in een Anglicaansekerk) en patriottisme te combineren meteen compromisloze strijd tegen impe-rialisme/fascisme/stalinisme en een uit-gesproken voorkeur voor onderdruktenen gewone mensen. Dat verklaart ookwaarom hij zich politiek gezien een'Tory-anarchist' noemde (Michéa, 1995).Dat anarchistische stond voor zijn hui-ver voor elke vorm van dogmatisme, hetanarchisme zelve niet uitgesloten, waar-voor hij als militieman tijdens de Spaan-se Burgeroorlog nochtans veel sympa-thie had opgevat (George Orwell, 1998).Hij vreesde echter dat een staatlozemaatschappij gebaseerd op redelijkheiden vrijwilligheid in de praktijk wel eens

onvrijer zou kunnen uitvallen dan eenmaatschappij waarin een beperkte over-heid grenzen stelt aan de individuelevrijheid. Vandaar ook zijn voorkeurvoor een libertair socialisme dat overmechanismen beschikt om te voorko-men dat haar vertegenwoordigers zichzouden ontpoppen tot machthebbers endat ook een kader schept dat een 'de-cent society' (een fatsoenlijke samenle-ving) mogelijk maakt. Zulk een fatsoen-lijke samenleving geeft alle kansen aangewone menselijke gevoelens en deug-den (liefde, vriendschap, levensvreug-de, humor, rechtschapenheid, moed)die normalerwijze hun neerslag zullenvinden in praktijken zoals onderlingesolidariteit, wederzijdse hulp en welle-vendheid (vergelijk Illich' convivialepraktijken). Evenmin als Illich en Good-man gelooft Orwell in 'de goede maat-schappij', wel in een betere. Op het ein-de van de Tweede Wereldoorlogschreef hij: "Misschien is een zekere ma-te van lijden wel onlosmakelijk verbon-den met het menselijk leven, misschienis de menselijke keuze altijd wel eenkeuze tussen verschillende vormen vankwaad, misschien zelfs is het doel vanhet socialisme niet om de wereld per-fect te maken, maar enkel om haar watbeter te maken."

BIBLIOGRAFIE

Bons, A.; Janssen, R., Sociaal lijden. Een essay over politiek geluk, Utrecht 2002 - Cayley, D., IvanIllich in conversation, Concord (Ontario) 1992- Freire, P., Letters to Cristina. Refiections on my lifeand work, London 19% - George Orwell at home (and among anarchists). Essays and photographs,London 1998 - Illich I., Aalmoezen en folteringen, Tielt 1971 - Illich 1., Ontscholing van de maat-schappij. Het einde van een illusie?, Baarn 1972- Mich I., Naar een nieuwe levensstijl. Voorwaardenvoor een gelukkiger samenleven, Baarn 1973 - Illich I., Schaduwarbeid, Weesp 1985 - Jacobs, R.;Van Doorslaer, J., Het potnphuis van de 21ste eeuw. Educatie in de actieve welvaartsstaat, Berchem2000 - Jacobs, R., 'Leren om het tij te keren', in: Dumolyn, J.; Jones, P.T. (red.), Esperanza. Prak-tische theorie voor sociale bewegingen, Gent 2003, blz. 68-101 - Michea, J-C, Orwell. AnarchistTory, Castelnau-Le-Nez 1995- Stoehr, T. (ed.), Decentralizing power. Paul Goodman's social criti--cism, Montréal 1994.

14 De AS 146

Page 16: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

DE ECOLOGISCHE VISIE VAN IVAN ILLICHMarius de Geus

Vaak gaat de aandacht uit naar de kritiek van Illich op het onderwijs en op de geneeskunde.Vergeten wordt bijna dat hij zich in de jaren zestig en zeventig &k opwierp als milieuacti-vist en veel heeft gepubliceerd over ecologische vraagstukken. Op dit terrein schreef hij eenflink aantal artikelen en boekwerken waarin hij onderzoek deed naar de diepere wortels vande milieucrisis, de gevolgen voor de aarde van de voortgaande vervuiling en de mogelijkhe-den tot alternatieven voor de industriële maatschappij. Met name in de boeken Energie-verbruik en maatschappelijke tegenstellingen en Naar een nieuwe levensstijl zijn in-teressante ideeën over maatschappij en ecologie aan te treffen. Op welke wijze benadertIllich over het algemeen de moderne problemen van vervuiling en vernietiging van het mi-lieu? Welke meer specifieke analyse geeft hij van de op expansie gerichte industriële maat-schappij? Hoe ziet hij in de toekomst een milieuvriendelijke maatschappij met een maxi-mum aan leefbaarheid en menselijk geluk? En in hoeverre zijn de ecologische analyses vanIllich nog relevant voor de moderne tijd?

De moderne industriële maatschappij isvolgens Illich gebaseerd op een aantalonjuiste aannames. Zo wordt gedachtdat onbeperkte economische groei hethoogste doel is en dat alleen een hoogenergieverbruik kan leiden tot een hogemate van welzijn. In Energieverbruik enmaatschappelijke tegenstellingen geeft hijaan dat er om ecologische en sociale re-derten beperkingen opgelegd moetenworden aan het toenemende energie-verbruik Een hoog energieverbruik zalop den duur leiden tot een tekort aanhulpbronnen en leidt veelal tot psychi-sche verslaving. Voorbij een bepaaldegrens werkt de toename van energie-verbruik corrumperend op de maat-schappij en wordt de ongelijkheid ensociale onrechtvaardigheid vergroot.'Vooral de rijkeren blijken het meest teprofiteren van dit toenemende energie-verbruikEen ander kenmerk van de modernemaatschappij is volgens Illich de con-stante nadruk op een verhoging van devervoerssnelheid. De voortdurende ver-

snelling van het vervoer maakt dat ersteeds meer energie besteed moet wor-den aan de vervoerssystemen en datmensen bovendien grotere afstandengaan afleggen dan voorheen. Er is eenhele vervoersindustrie ontstaan (denkaan het vervoer per auto, trein, bus ofvliegtuig) die een compleet nieuw soortmens heeft gecreëerd. Veel modernemensen nemen niet langer genoegenmet verplaatsingen te voet of per fiets,maar willen met gemotoriseerde voer-tuigen getransporteerd worden. Hetgevolg is dat het individu gelooft datbewegingsvrijheid gelijk staat aan ie-mands recht om vervoerd te worden:"Het gevolg daarvan is dat hij niet méérvrijheid als burger, maar betere serviceals 'klant' wil. Hij legt niet de nadrukop zijn vrijheid om te gaan en te staanwaar hij wil en met mensen te praten,maar op zijn recht om vervoerd en doorde media geïnformeerd te worden. Hijwil liever een beter product dan dat hijloskomt van de verslaafdheid eraan."2Illich stelt daartegenover dat hogere

De AS 146 15

Page 17: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

snelheden ten koste gaan van recht-vaardigheid, vrije tijd en autonomie.Alleen de welgestelden kunnen zichover het algemeen de snelle verplaat-singen veroorloven, zodat een hogerenergieverbruik leidt tot minder recht-vaardigheid. Daarnaast kost het opvoe-ren van de snelheid veel vrije tijd. Bui-tengewoon verhelderend zijn Illich'berekeningen dat de doorsnee Ameri-kaan 1.600 uur kwijt is aan geld verdie-nen, rijden in de auto en in de file staanom 10.000 kilometer af te kunnen leg-gen, zodat hij over zes kilometer onge-veer één uur doet: dat is ongeveer desnelheid van een voetganger.3Zo worden mensen gedwongen eengroot deel van de dag te werken omhun 'zogenaamd snelle' verplaatsingenper auto te kunnen betalen, hetgeenweer ten koste gaat van hun autonomieofwel hun zelfstandige keuzeruimte omde eigen tijd en het eigen leven in te de-len en vorm te geven.Een volgende veronderstelling van deindustriële maatschappij is dat industri-eel vervaardigde producten zoals ge-motoriseerd 'vervoer' beter zijn dan zélfvervaardigde producten, zoals 'gang'(lopen of fietsen) per eigen kracht. Om-dat de samenleving consequent voor-rang geeft aan snelheid wordt in depraktijk 'vervoer' stelselmatig bevoor-deeld boven 'gang'.De consequentie is dat het verkeerwordt overheerst door een grootschali-ge vervoersindustrie die een - wat Illichnoemt - 'radicaal monopolie' is gaanuitoefenen over de bevrediging van detransportbehoeften van de mens. Netals bij het onderwijssysteem, waarbij descholen leiden tot een verplicht gebruikvan 'leren', legt de vervoersindustrieeen heel specifiek systeem van trans-port op en voorziet in behoeftes die al-

leen door deze industrietak gestild kun-nen worden.4 Deze vervoersindustriebepaalt voortaan de voorkeuren enwaardepatronen van het publiek enmaakt zichzelf op deze wijze steedsmeer onmisbaar. Voortaan wordt hetsociale leven beheerst door de vervoers-industrie, die de snelheid, de routes enhet energieverbruik kan bepalen, metals gevolg dat de auto bijna overal toe-gang krijgt, de ruimte wordt aangetasten het energieverbruik voortdurendtoeneemt.Illich stelt dat er in de industriële maat-schappij een algemeen gebrek bestaataan 'een evenwichtige technologie'. Inde westerse wereld gaat men uit vaneen conceptie van onbeperkte economi-sche groei, energie-intensieve technolo-gie en ongebreideld grondstoffenge-bruik. Maar in de praktijk bestaat er denoodzaak van gematigde groei, ener-gie-extensieve technologie en een pla-fond aan het gebruik van hulpbronnen.

ANALYSEWelke meer specifieke analyse geeftIllich van de op expansie gericht indu-striële maatschappij? Met name in Naareen Nieuwe Levensstijl richt Illich zich opde verschillende (economische, maat-schappelijke en sociaal-psychologische)mechanismen die leiden tot een onge-controleerde productie die het leven opaarde bedreigt. Opvallend is dat Illichhet huidige industriële systeem als fun-damenteel onstabiel beschouwt Hetsysteem is op verschillende manierenuit het evenwicht geraakt. Het betrefthier een gebrek aan evenwicht door watIllich aanduidt met de algemene term'de overexpansie van werktuigen' enhet hedendaagse 'gebrek aan evenwichtwaarmee de werktuigen functioneren'.3Werktuigen hebben volgens hem de

16 De AS 146

Page 18: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

neiging hun werkgebeid uit te breiden,bepaalde functies over te nemen van demens en de macht van de mens over tenemen, waardoor die mens wordt be-dreigd in zijn vrijheid. Hoe grootschali-ger en efficiënter de expansie van dewerktuigen in de moderne wereldplaatsvindt, hoe groter deze gevarenzijn en hoe meer het milieuevenwichtwordt verstoord.Illich beargumenteert dat het onmoge-lijk is om de vernietiging van het milieute reduceren tot één oorzaak, zoalsoverbevolking, overmatige welvaart ofonjuiste technologie. Het gaat er juistom een inzicht te krijgen in de vele ni-veaus en dimensies van de milieucrisisen de verschillende manieren waarophet evenwicht tussen de mens en zijnnatuurlijke omgeving wordt bedreigd.

Ik laat hier in het kort de zes redenende revue passeren die volgens Illich lei-den tot grootschalige milieuproble-

6rnen.In de eerste plaats wordt het evenwichtbedreigd door overmatige expansie opdiverse gebieden. Een te sterke groeivan de bevolking heeft meer mensen af-hankelic gemaakt van de beschikbarenatuurlijke hulpbronnen en de hogerewelvaart maakt dat de mensen meerenergie gaan gebruiken. Hierdoorneemt de verspilling toe en wordt hetmilieu zwaarder belast. Het gebruikvan onjuiste technologie zorgt erboven-dien voor dat vaak op een uiterst on-doelmatige wijze wordt omgegaan metde beschikbare energie en hulpbronnen.In de tweede plaats leidt de industriëleexpansie tot de al eerder in dit artikelgenoemde 'radicale' of 'volkomen' mo-nopolies. In de eigen woorden vanIllich: "Met 'volkomen monopolie' be-doel ik de overheersing van één type

product in plaats van de overheersingvan één merk. Ik heb het over een vol-komen monopolie als één industrieelproductieproces de exclusieve controleuitoefent op de bevrediging van eensterke behoefte en niet-industriële acti-viteiten van concurrentie uitsluit." 7 Zovernietigen snelwegen de mogelijkheidom rustig te wandelen en te fietsen, ma-ken zij de ruimte schaars en dwingenzij de anderen tot een soort verplichteconsumptie van een standaardproduct,zoals vervoer per eigen auto. Dit leidtertoe dat vormen van alternatief ver-voer per bus of trein geleidelijk wordenweggeconcurreerd.In de derde plaats worden milieuproble-men veroorzaakt doordat de mens vol-gens Mich over-geprogrammeerd raakten zijn creatieve fantasie aan het verlie-zen is. In vroegere tijden bestond er nogeen 'leerevenwicht', in de zin dat men-sen de kennis verwierven die noodza-kelijk was voor een zelfstandig bestaanen de omgang met relatief eenvoudigewerktuigen. Tegenwoordig worden scho-len gebruikt om mensen te selecteren engeschikt te maken voor gespecialiseerdebanen en technologieën. De mensenworden feitelijk voorgeprogrammeerdom zeer specialistische taken te gaanvervullen in de maatschappij, om gedis-ciplineerd en genormaliseerd te werkenen vooral ook om steeds hogere niveausvan consumptie na te streven. Zowel dearmen als de rijken gaan zich voorna-melijk als 'klant' gedragen. Zij willendat het welvaartsniveau stijgt en dat deinstituties, de werktuigen en de indu-striële producenten in het algemeenzorgen voor behoeftebevrediging enhen voorzien van steeds meer luxearti-kelen.In de vierde plaats wordt de milieucrisisbevorderd door de groeiende polarisa-

De AS 146 17

Page 19: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

tie van de macht. Hiermee bedoelt Illichde steeds grotere verschillen tussen demachteloosheid van een grote groepmensen aan de ene kant en de concen-tratie van macht in de handen van en-kelen aan de andere kant. Een beperktaantal mensen bestuurt de zich voort-durend uitbreidende industriële 'mega-machine', terwijl de grote groep steedsmeer aan zeggenschap verliest. De con-trole over de productie raakt in toe-nemende mate gecentraliseerd. Indu-striële machtsconcentraties, zoals multi-nationale ondernemingen, beheersen dewerktuigen en zijn op zoek naar nieu-we mogelijkheden voor de groei vanproductie en consumptie. Onder dezeomstandigheden wordt het een zeer las-tige taak om de industriële expansie on-der controle te brengen.In de vijfde plaats wordt de modernemilieucrisis versterkt door opgelegdevormen van productveroudering. Het isin het belang van de industriële produ-centen om ervoor te zorgen dat produc-ten snel verouderen en door nieuweworden vervangen: "Vernieuwing is in-herent aan de industriële productieme-thode die gekoppeld is aan de ideologievan vooruitgang. "8Producten worden voorzien van inge-bouwde slijtage, bepaalde onderdelenworden opeens niet meer gemaakt enoude modellen verminderen in waarde,waardoor het aantrekkelijk wordt omtelkens het nieuwste model te kopen. Eris zelfs sprake van dat mensen in soci-aal opzicht worden 'ingedeeld' aan dehand van de leeftijd van de goederendie ze bezitten. Wie zich de aller-nieuwste modellen kan veroorloven, isbevoorrecht en geniet status; wie oudespullen bezit, is arm en achtergesteld.Een essentieel probleem is volgensIllich dat dit geloof dat "alles wat

nieuw is ook beter is", onderdeel isgaan uitmaken van een wereldwijdeideologie. Hij stelt scherpzinnig "Menvergeet dat, wanneer een maatschappijin deze waan leeft, iedere eenheid dieop de markt gebracht wordt meer be-hoeften schept dan zij bevredigt. Als ernieuwe dingen gemaakt worden omdatze beter zijn, dan zijn de dingen die demeeste mensen gebruiken niet helemaalje ware. Nieuwe modellen modernise-ren voortdurend de armoede. De con-sument voelt de achterstand tussen wathij heeft en wat hij zou moeten hebben.Hij gelooft dat producten meetbaar be-ter gemaakt kunnen worden en laatzich voortdurend opvoeden voor hunconsumptie. Het 'betere' komt in deplaats van het 'goede' als het funda-mentele normatieve begrip." 9 Het con-stante veranderen en vernieuwen vangoederen werkt verslavend op de con-sument die bij wil blijven en graag denieuwste spullen wil bezitten. De con-sumenten raken op deze manier gecon-ditioneerd om méër, beter en nieuwerte willen.In de zesde en laatste plaats ziet Illich ineen meer algemeen verspreide frustra-tie en verslaving van de mensen een be-langr9ce oorzaak van milieubederf. Defrustratie ontstaat doordat het in detechnologische maatschappij ontbreektaan grenzen waarbinnen de werktuigengehouden kunnen worden, waardoorhet voortbestaan op aarde wordt be-dreigd. De maatschappij zou uit eigenwil haar werktuigen dienen te begren-zen, om een einde te maken aan de vol-komen uit de hand gelopen expansie.Hij stelt bovendien: "De expansie heeftde mensen aan zich verslaafd. Evenalsverslaving aan heroïne vervormt de ge-woonte het waardeoordeel. Verslaafdenvan iedere soort zijn bereid om steeds

18 De AS 146

Page 20: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

grotere bedragen te besteden aan steedsminder wordende bevrediging..10 u it-

eindelijk zal een ontwenning aan de ex-pansiedrift volgens hem noodzakelijkzijn, om de maatschappelijke verslavingaan groei en consumptie te kunnendoorbreken.

EXPANSIEDat roept de vraag op hoe Illich in detoekomst een milieuvriendelijke maat-schappij ziet met een maximum aanleefbaarheid en menselijk geluk. Zijnwerk biedt verschillende aanknopings-punten om deze vraag te kunnen beant-woorden: (1) hij wil afscheid nemenvan de huidige expansiewaanzin, (2) hijwil werktuigen en werktuigensystemenbedenken die het levensevenwicht opti-maliseren en de menselijke vrijheidmaximaliseren, (3) hij wil een einde ma-ken aan de veel te hoge vervoerssnelhe-den, (4) hij wil dat er grenzen wordengesteld aan het tempo van gedwongenverandering en vernieuwing van goe-deren, (5) hij wil de volkomen monopo-lies opheffen en ruimte creëren voor in-dividuele autonomie, (6) hij wil dat debeslissingsmacht over de politiek en deeconomie wordt teruggebracht naar degewone mensen, (7) hij wil een eindemaken aan de moderne consumptiever-slaving en pleit consequent voor een so-berder maatschappij, en (8) hij wil eenopenbaar wetenschappelijk onderzoeknaar het herstel van het veelzijdigeevenwicht tussen mens en milieu, tus-sen mens en techniek en tussen bevol-kingsgroei en draagkracht van de aar-de.Als een constante rode draad looptdoor het werk van Illich de aandachtvoor de groeigekte of expansiewaanzinvan de westerse wereld. Met argumen-ten pleit hij als een van de eerste den-

kers uit de jaren zeventig voor grenzenaan de economische groei en beperkingvan de toenemende consumptie. Naarzijn overtuiging moet via een democra-tisch proces worden besloten welk le-venspeil voldoende is voor een duur-zaam en menswaardig bestaan. Hetideaal is een maatschappij die uit eigenvrije wil de economische groei aan ban-den legt en op die wijze het verstoordeevenwicht tussen de mens en de bio-sfeer weet te herstellen. Hij wijst in ditverband naar het belang van een 'sta-tionaire toestand in de productie vangoederen'." In de lijn van kritische tijd-genoten als Herman Daley, LesterBrown en Dennis Meadows wenst Illicheen zogenaamde 'steady-state econo-my': een economie die in evenwichtverkeert en niet nodeloos doorgroeit.Een centraal thema in zijn werk is hetontwikkelen van grenzen om het ter-rein van werktuigen te kunnen beper-ken. Illich geeft de voorkeur aan wat hijeen conviviale maatschappij noemt: "Eenconviviale maatschappij zou het resul-taat zijn van sociale maatregelen die ie-der lid de meest uitgebreide en vrije be-schikking garanderen over de werk-tuigen van de gemeenschap en die dievrijheid alleen ten gunste van de gelijkevrijheid van een ander lid beperken. "12

In zo'n conviviale maatschappij zijn dewerktuigen aangepast aan de menselij-ke maat en maken de machines de men-sen niet langer tot slaaf. In de huidigesamenleving overheersen kapitaalinten-sieve, complexe, centraal beheerstetechnieken die een ver doorgevoerdearbeidsdeling met zich meebrengen. Ditsoort werktuigen zijn vaak in ecologischopzicht desastreus. Mich prefereert mi-lieuvriendelijke, conviviale werktuigendie mensen de vrijheid geven "om din-

De AS 146 19

Page 21: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

gen te maken waarmee ze kunnen le-ven, om er volgens hun eigen smaakvorm aan te kunnen geven en om er inde zorg voor en om anderen gebruikvan te maken."13Het gaat hier om relatief goedkope,eenvoudige, decentraal beheerste tech-nieken die een geringe arbeidsdelingmogelijk maken, een eenvoudige oplei-ding vereisen en die de betrokkenenniet afhankelijk maken van zogenaam-de 'deskundigen'. Deze veranderingnaar conviviale werktuigen veronder-stelt volgens hem de overgang naar eensocialistische maatschappij waarin dekapitalistische instituties radicaal zijnveranderd en waarbinnen 'socialisti-sche rechtvaardigheid' vooroptaas t.14Een ander onderdeel van zijn ecologi-sche en conviviale samenleving is hetverminderen van de snelheid en haast.Tegenover het doorgeslagen en energie-verslindende verkeer per auto stelt hijde rust en milieuvriendelijkheid van degang per voet of per fiets: hét convivialewerktuig bij uitstek. Fietsen zijn effi-ciënt, goedkoop, gebruiken weinigruimte en maken het mogelijk om vandeur tot deur te gaan zonder te hoevenlopen.i5Net als bijvoorbeeld Peter Kropotkin enWilliam Morris valt Illich het overdre-ven snelle samenlevingsritme aan datervoor zorgt dat veel mensen perma-nent gespannen zijn en zich moeten for-ceren om het tempo bij te kunnen hou-den. Wat de kwaliteit van leven in hogemate bepaalt, is naar zijn mening demogelijkheid tot rust te komen, zich teontspannen en zich te wijden aan zelf-ontplooiing en gemeenschapsleven.Ook is Illich van mening dat er duidelij-ke limieten gesteld moeten worden aande vaart van gedwongen veranderingen vernieuwing van goederen. De kapi-

talistische producenten hebben er be-lang bij dat industriële producten snelverouderen en goederen uit de tijd ra-ken, zodat ze telkens weer door nieuweworden vervangen. Deze praktijkenzorgen voor een groei van de economie,maar tevens voor een grote verspillingvan grondstoffen en energie.Vandaar dat hij stelt dat een ecologischverantwoorde, "conviviale reconstruc-tie vereist dat er grenzen aan het tempovan gedwongen verandering wordengesteld."16 Dit betekent dat productenlanger moeten meekunnen, geschiktzijn om gerepareerd of hersteld te wor-den en minder gevoelig worden voormodes of trends. In feite houdt Illichhier een pleidooi voor stevige en duur-zame consumptieartikelen die veel lan-ger meegaan en die een kleiner beslagleggen op de hulpbronnen van de aar-de.

Zoals we al zagen, is voor Illich het op-heffen van de volkomen monopolieseen ander onderdeel van een ecologischverantwoorde maatschappij. Hij wilniet dat auto's het verkeer monopo-liseren of scholen een totaal monopolieverkrijgen op het terrein van het leren.Het verdient de voorkeur om dit soortmonopolies te ontmantelen en niet lan-ger uit te gaan van de "verplichte con-sumptie van een standaardproduct datalleen grote instituties kunnen leve-ren" .17 Hij kiest voor werktuigen dieaansluiten bij onze natuurlijke be-kwaamheden, elementaire behoeften enaangeboren vermogens. Deze werktui-gen (zoals de fiets en een daarbij ho-rend uitgebreid net van fietspaden) ver-groten de menselijke onafhankelijkheiden respecteren onze autonomie.Bovendien wordt door Illich beklem-toond dat in een ecologische maat-

20 De AS 146

Page 22: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

schappij de gewone mensen weer volopinvloed moeten krijgen in de politiekeen economische sfeer. Juist het huidigegebrek aan politieke en economischezeggenschap ligt aan de basis van demoderne instituties en grote multinatio-nale bedrijven die 'verbruiksgoederen'proberen op te dringen aan de consu-menten. Het voorkomen van dit soortongezonde machtsconcentraties wordtdoor Illich als een voorname eis be-schouwd voor de bevrijding uit de spi-raal van voortdurende economische ex-pansie.Verder benadrukt Illich dat om een mi-lieuverantwoorde samenleving te kun-nen realiseren een eind gemaakt moetworden aan de moderne vormen vanoverconsumptie. Hij heeft een scherpoog voor het feit "dat er in de consumen-tenmaatschappij onvermijdelijk tweesoorten slaven optreden: de gevange-nen van de verslaving en de gevange-nen van de afgunst."18 Een groeiendaantal mensen is gewend geraakt aaneen hoger individueel consumptiepeilen wil hier geen afstand van doen, om-dat men denkt dat meer consumptieleidt tot meer geluk. Dit is volgens Illichechter een onhoudbare redenering. Eennieuwe, soberder levensstijl is volgenshem een noodzakelijke voorwaardevoor een gelukkiger samenleven meteen maximum aan menselijk welzijn.De aan consumptie verslaafde burgersmoet als het ware geleerd worden om'af te kicken' en binnen bepaalde gren-zen te leven: "Zij moeten leren zich vaneen onbeperkt nageslacht en van onbe-perkte consumptie en gebruik te ont-houden."19 Alleen op deze manier kun-nen mensen op de lange termijn hopenop een vergroting van de leefbaarheidvan het milieu en menselijk geluk. Bo-vendien wil Illich om een ecologisch

verantwoorde maatschappij te bereikenhet wetenschappelijk onderzoek radi-caal anders inrichten. Hij laat zien dathet huidige wetenschappelijk onder-zoek vooral is gericht op het realiserenvan doorbraken naar een meer efficiën-te en goedkopere productie, met alsdoel om de consumptie verder te doentoenemen. Hij pleit voor openbaar we-tenschappelijk onderzoek dat de gevol-gen onderzoekt van het gebruik van aldie moderne werktuigen.Het zal er in de toekomst vooral omgaan om de nadelen van techniekge-bruik tegen te gaan en de werktuigenondergeschikt te maken aan de werke-lijk behoeften van de mens. Hij stelt"Wat we nodig hebben is rationeel on-derzoek volgens de dimensies waarbin-nen de technologie door concrete ge-meenschappen gebruikt kan wordenom hun aspiraties uit te voeren, zondergelijkwaardige aspiraties van anderente frustreren." 2° Dit kan er volgens hemtoe leiden dat de mensen vrijwillig be-sluiten om bijvoorbeeld supersonischverkeer per vliegtuig af te schaffen omhet milieu te beschermen, net als het ge-bruik van auto's, motoren en dergelijke.

RELEVANTIEIn hoeverre zijn de ecologische analysesvan Illich nog relevant voor de moder-ne tijd? Ik had zijn boeken vele jaren ge-leden gelezen, maar bij het gericht her-lezen van zijn werk voor dit AS-artikelwas ik aangenaam verrast door de lees-baarheid en actualiteit. Natuurlijk kanmen merken dat de denkbeelden vanIllich in een aantal opzichten door detijd zijn achterhaald. Hij had uiteraardnog geen besef van de dreigende kli-maatsverandering, het smelten van deijskappen en de verspreiding van gifti-ge, onafbreekbare stoffen op wereld-

De AS 146 21

Page 23: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

schaal. Hij kon nog niet weten dat deozonlaag gevaarlijk dun aan het wor-den is en dat steeds meer belangrijkegrondstoffen uitgeput dreigen te raken.Net zo min kon hij in de jaren zeventigen tachtig van de vorige eeuw al in-schatten dat in veel hedendaagse ont-wikkelingslanden de keuze voor convi-viale werktuigen inmiddels toch eengepasseerd station lijkt. Men denke bij-voorbeeld aan de opkomst van de autoals vervoersmiddel in India en China,nu de koopkracht van de middenklas-sen in die landen sterk aan het stijgenis. De optimistische verwachting datmen dit proces zou kunnen doorbrekenen dat mensen geheel vrijwillig tot hetinzicht zouden komen dat alleen het ge-bruik van conviviale werktuigen - zoalsde fiets - meer welzijn en geluk brengt,lijkt toch moeilijker over te brengen danindertijd door Illich werd ingeschat.Toch was ik zeker niet teleurgestelddoor zijn ecologische analyses. Zo is hetheel treffend dat Illich zijn hele vertoogover duurzaamheid opbouwt vanuit desituatie van de Derde Wereld en de ont-wikkelingen die daar de laatste decen-nia gaande zijn. De gevolgen van deopkomst van de moderne werktuigenvoor de levensstijl in de arme én rijkelanden worden door hem messcherpontleed. Veel moderne groene filosofenen wetenschappers richten zich tochvoornamelijk op de milieuvemietigen-de ontwikkelingen in de rijke westersewereld, maar Mich hanteert een veelbreder wereldperspectief. Hij maakt bo-vendien op originele wijze duidelijk dater een directe samenhang bestaat tussenhet milieubederf in het welvarendewesten en de achteruitgang van natuuren milieu elders op aarde.Een sterk punt van zijn visie is ook datIllich geen genoegen neemt met opper-

vlakkige analyses van het milieupro-bleem, maar tracht tot de diepere maat-schappelijke wortels ervan door te drin-gen. Hij stelt de vernieuwende vraag inhoeverre ecologische problemen zitteningebakken in de manier waarop wijonze werktuigen gebruiken en hoe wijomgaan met technologie in het alge-meen. Vervolgens laat hij zien dat echtradicale maatregelen op dit vlak abso-luut onontkoombaar zijn. Net als bij-voorbeeld de libertaire denker MurrayBookchin neemt hij afstand van de mi-lieustrategie die in de jaren negentig inde moderne westerse wereld - •545k inNederland - dominant is geworden. Datis de benadering van 'ecologische mo-dernisering,' die de bestaande maat-schappelijke ordening als gegeven be-schouwt en waarin wordt geprobeerdom met technologische middelen eneen voorzichtig milieubeleid de ergstevormen van vervuiling tegen te gaan.21Van dit pragmatische en op kleine ver-anderingen gerichte milieubeleid hoeftmen volgens Illich weinig te verwach-ten, omdat de werkelijke oorzaken vanhet milieubederf niet worden weggeno-men.Ook overtuigend is zijn analyse dat hetevenwicht tussen de mens en de bio-sfeer op meerdere niveaus verstoord isgeraakt. Illich geeft de voorkeur aan hetontleden van de vele dimensies van demilieuproblematiek en pleit voor eenherstel van de complexe, 'veelvoudigeevenwichten' die in de moderne indu-striële maatschappij verstoord zijn ge-raakt. Hij redeneert ook niet in termenvan groei, expansie en accumulatie,maar in termen van evenwicht, stabili-teit en 'beperking'. Hij ontwikkelt hetdiepere inzicht dat ecologische proble-men uiteindelijk voortvloeien uit de on-gelimiteerde groeitendensen van pro-

22 De AS 146

Page 24: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

ductie en consumptie in het huidige ka-pitalistische systeem. Hij beargumen-teert op knappe wijze dat er onherroe-pelijk een breuk met deze groeiten-densen zal moeten plaatsvinden en gaatop zoek naar een maatschappij die fun-damenteel in balans verkeert.Ik kon mij niet meer goed herinnerendat Illich in zijn boeken zo'n uitgebrei-de aandacht besteedt aan de rol vanconsumptieverslaving. Hij begrijpt ter-dege dat in essentie natuur- en milieu-vernietiging een gevolg zijn van de heb-zucht van mensen, hun verslaafdheidaan een toenemende consumptie vangoederen en diensten, en ook van af-gunst. Veel burgers zitten gevangen inde val van het willen bijblijven bij hunburen, familie en vrienden. En daarkomt nog bij dat mensen steeds vakergeneigd zijn om hun consumptiemoge-lijkheden te vergelijken met die van dehogere inkomensgroepen in de wester-se wereld.22Illich toont aan dat het grootste deelvan de huidige consumptieve behoeftenworden opgewekt door het productie-systeem zelf, dat is ingesteld op hetvoortdurend vergroten van het aanboden het constant aanwakkeren van dekoopkrachtige vraag. De economie zoude aandacht stelselmatig moeten rich-ten op de productie van kwalitatiefhoogwaardige, conviviale gebruiksgoe-deren in plaats van op verbruiksgoede-ren met ingebouwde veroudering enslijtage.

Maar het meest leerzaam om te bestu-deren zijn toch Illich' beschouwingenover de rol van technologie in de sa-menleving in het algemeen en zijn stel-ling dat een hogere snelheid en produc-tie uiteindelijk leiden tot tijdgebrek bijde mens. Werktuigen en technologie

moeten naar Mich' idee ondergeschiktgemaakt worden aan de behoeften vande mens en aan de voorwaarden die denatuurlijke leefomgeving stelt. Hij ver-klaart op heldere wijze dat men metgrootschalige, gecompliceerde en on-doorzichtige technieken buitengewoonvoorzichtig moet zijn, omdat deze on-gewenste neveneffecten veroorzaken enniet door gewone burgers zijn te begrij-pen en te besturen. Zijn voorkeur voorkleinschalige, relatief eenvoudige enoverzichtelijke technieken is terug tevoeren op de redenering dat deze wélte doorzien zijn en geschikt zijn om di-recte zeggenschap over uit te oefenen.Door het invoeren van conviviale tech-nieken is men in principe niet meer af-hankelic van experts en kunnen de le-den van de gemeenschap de macht overde werktuigen terugverkrijgen.

Ronduit fascinerend zijn de ideeën vanIllich over hoe nutteloos het is om desnelheid en de productie steeds maarweer verder op te voeren. Hij was eenvan de eerste denkers die heeft gewe-zen op de 'verborgen kosten' van hoge-re snelheden: de tijd die direct en indi-rect wordt gebruikt ter voorbereidingvan de verplaatsing, de arbeidstijd dienodig is om te kunnen deelnemen aanal dat snelle verkeer, de ruimte die snel-le voertuigen verslinden en de maat-schappelijke en ecologische kosten vanhoge snelheden.Op dit terrein kunnen veel beleidsma-kers die tot in het oneindige het auto-en vliegtuigverkeer willen bevorderenen kaarsrechte Hoge Snelheidslijnenaanleggen nog veel van hem leren. Vol-komen terecht argumenteert Illich alsvolgt "Hoge snelheden voor iedereenbetekent dat iedereen minder tijd heeftvoor zichzelf, omdat de hele maat-schappij een groeiend stuk van haar

De AS 146 23

Page 25: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

tijdsbudget besteedt aan het verplaat-sen van mensen."24Ook een hoge productie leidt volgenshem tot tijdgebrek. Het kost steedsmeer tijd om goederen en diensten teconsumeren, je moet langer werken tenbehoeve van die hogere productie en jebent geneigd om minder tijd te beste-den aan eenvoudig nietsdoen en aan'ogenschijnlijk' niet-productieve bezig-heden. De mensen proberen tegen-woordig hun tijd zo 'winstgevend' mo-gelijk in te richten, waardoor weinigruimte overblijft voor uiterst belangrij-ke niet-productieve activiteiten. Daar-naast is er de tendens dat naarmate desnelheid toeneemt - denk bijvoorbeeldaan de computer en het emailverkeer -de levenspatronen steeds dwingenderworden aangepast. Men verwacht bijnaaltijd dat je onmiddellijk en met zogroot mogelijke snelheid een antwoordper elektronische snelweg (niet voorniets wordt deze term gebruikt) terug-stuurt.

Met al deze waardevolle inzichten heeftIvan Illich een belangrijke erfenis ach-

tergelaten. Ik had voor het schrijvenvan dit artikel niet het vermoeden datin het bijzonder zijn ideeën over de ver-houding tussen de mensen en hunwerktuigen en de nutteloosheid van hetopvoeren van de snelheid nog zo bui-tengewoon betekenisvol zouden zijn.Mede rekening houdend met het feitdat zijn voornaamste inzichten daterenuit de jaren zeventig en tachtig van devorige eeuw, is het veelzeggend dat demeeste van zijn denkbeelden hun zeg-gingskracht niet hebben verloren.Sterker nog, wie echt is geïnteresseerdin radicale analyses en voorstellen watbetreft de bescherming van natuur enmilieu in onze tijd, kan niet om de in-spirerende inzichten van Ivan Illichheen. Wiens interesse is gewekt, kanom te beginnen zijn leerzame bijdragelezen over Stilte is een gemeenschappe-lijk recht' dat elders in dit nummer isopgenomen. In die lezing gaat hij ver-der in op de betekenis van politiekeecologie en het belang van het handha-ven van de 'commons' (gemeenschap-pelijke gronden en ruimten) voor hetbehoud van het milieu.

NOTEN

(1) Ivan Mich, Energieverbruik en maatschappelijke tegenstellingen, Het Wereldvenster, Baarn,eerste druk 1973, gebruikte versie tweede druk, 1980, pp. 16-18 (vertaling van Energy andEquity, 1973). - (2) 'bid., p. 37. - (3) Ibid., pp. 31-32. - (4) Ibid., pp. 52-56. - (5) Ivan Illich, Naareen nieuwe levensstijl, Het Wereldvenster, Bussum, eerste druk 1973, gebruikte versie vijfdedruk, 1981, p. 77 (vertaling van Tools for Conviviality, 1973).- (6) Ibid., pp. 76-125. - (7) Ibid., p.82.- (8) 'bid., p. 11. - (9) Ibid., pp. 112-113. - (10) Ibid., p. 123.- (11) Ibid., p. 93.- (12) Ibid., pp.30-31. - (13) Ibid., p. 29. - (14) Ibid., p. 30. - (15) 'bid., pp. 66-68. - (16) Ibid., p. 114. - (17) Ibid.,p. 83. - (18) Ibid., p. 75. - (19) Ibid., p. 100. - (20) Ibid., p. 117. - (21) Zie ook Marius de Geus,The End of Over-consumption: Towards a Lifestyle of Moderation and Self-restraint, InternationalBooks, Utrecht, hoofdstukken 1-3. - (22) Zie ook Juliet Schor, The Overspent American; Why wewant what we don't need, Basic Books, New York 1998, Introduction. - (23) Zie ook AnthonyWeston, 'Ivan Illich and the Radical Critique of Tools', in Research in Philosophy and Technolo-gy, no. 9, Jai Press, London 1989, pp. 171-182, en het zeer diepgaande boek over de filosofievan technologie door Albert Borgman, Technology and the Character of Contemporary Lije, Uni-versity of Chicago Press, 1984. - (24) Ivan Illich, Energieverbruik en maatschappelijke tegenstellin-gen, p. 46.

24 De AS 146

Page 26: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

GRENZEN AAN DE GENEESKUNDEMich' kritiek op het medisch bedrijf

Jaap van der Laan

Ivan Illich begint zijn opmerkelijke boek Grenzen aan de geneeskunde met de stelling:"Het medisch apparaat is langzamerhand een grote bedreiging van de gezondheid gewor-den. De invalidiserende werking van de beroepscontrole over de geneeskunde heeft een epi-demische omvang aangenomen." Deze stelling wordt in zo'n 300 pagina's uitgewerkt. Enhoewel ik als arts deel uitmaak van het gezondheidssysteem en daarmee volgens Illich welhet minst geschil« ben om zijn kritiek op het medisch bedrijf te beoordelen, wil ffc in het na-volgende stuk hier toch een poging toe wagen.

Het is al weer jaren geleden dat ik ge-fascineerd Illich' Grenzen aan de genees-kunde' las. Ik was halverwege mijn stu-die medicijnen en moest beginnen metmijn co-schappen, de stageperiode inhet ziekenhuis, waar ik als een berg te-genop zag. Het boek kwam voor mijprecies op het goede moment. Het brakalle zekerheden over de zegeningenvan de gezondheidszorg af en ver-woordde al mijn twijfels, beter en gedo-cumenteerder dan ik dat zelf ooit zoukunnen. En bovendien bracht het nognieuwe twijfels waar ik die niet had.Illich' kritiek hielp me in die jaren metenige distantie de co-schappen te door-staan, de periode voor het artsexamendie een van de hardnekkigste restenvan het gildensysteem in het medischcurriculum vormt. Het boek was voormij een belangrijk wapen tegen de ge-lijkschakeling, tegen de afstandelijkeberoepshouding van de arts. Het hielpme ook in mijn gedachtevorming overde politieke theorieën van medestuden-ten die de geneeskunde in dienst vanhet volk wilden stellen, zonder de ge-neeskunde als zodanig ter discussie testellen. Bovendien maakte het me kri-tisch ten opzichte van de, ook onder

veel anarchisten levende idee dat dewetenschap, ook de medische weten-schap, op zich een waardevrij systeemwas.

Nu bij herlezen jaren later, en lezen vanandere boeken van hem, kan ik meer debeperkingen en de wortels van zijn be-nadering zien. Enigszins gechargeerdzou je kunnen stellen dat Illich aantoontdat van alle gegevenheden die alge-meen als een vooruitgang gezien wor-den in feite het tegendeel waar is. Degeneeskunde is een bedreiging voor degezondheid, het snelverkeer kost meertijd dan ergens te voet heengaan, deuniversele scholing is de dood in de potvoor het echte leren, de mechanisatie ishet einde van de productie, planningvernietigt de vrijheid. Als Illich nognieuwe boeken zou schrijven, zoudendie onderwerpen betreffen als: de mo-derne media betekenen het einde vanhet vermaak, de informatietechnologiemaakt de overdracht van kennis onmo-gelijk, ruimtevaart brengt ons terug inhet stenen tijdperk, en dergelijke. Alle-maal met een kern van waarheid maarook allemaal niet het gehele verhaal.Het lijkt alsof Mich als een negatieve

De AS 146 25

Page 27: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

utopist verlangt naar een heilstaat inhet verleden waarin de moderne ont-wikkelingen nog niet het zicht op dewerkelijkheid van de mens vertroebeldhebben. Dit is overigens een opvattingdie je ook wel bij anarchisten terug-vindt, misschien dat Illich' ideeën daar-om in deze kringen zo aantrekkelijk ge-vonden worden.Onduidelijk blijft echter welke krachtenop de maatschappij inwerken waardoorde maatschappij deze ontwikkelingendoorgemaakt heeft, onduidelijk blijftwelke belangen er spelen en hoe de ge-zondheid tot een waar als alle anderewaren is geworden in deze spektakel-maatschappij.

In de overdonderende literatuurlijst aanhet eind van Grenzen aan de Geneeskundestaat wel Foucault maar ontbreektDebord. Marx wordt genoemd in tweenoten maar aan zijn economische analy-se wordt voorbijgegaan. Lewis Mum-ford wordt aangehaald maar Bookchinontbreekt. Illich mist de aansluiting bijandere critici op de maatschappelijkeen kapitalistische ontwikkelingen. Datis jammer want daarmee blijft zijn boeksteken in een kritiek op het medisch be-drijf, een bedrijf dat alleen een exponentis van een systeem dat de gehele maat-schappij beslaat en dat steeds meer on-derdelen van het leven probeert in te lij-ven. In feite kritiseert Illich deindustrialisatie, de voortschrijdende tech-nologie en de plaats die deze heeft ge-kregen, zonder dat de maatschappelijkeordening die die industrialisatie eenplaats geeft en gebruikt ter discussiekomt.Het centrale begrip in Illich' theorie isiatrogenese, de epidemie van invalidise-ring door de beroepscontrole over degeneeskunde. Hij toont aan dat de me-

dische stand een steeds grotere geepkrijgt op het sociale en maatschappelij-ke leven, zodanig dat sprake is van eenmonopolie van de gezondheidszorg.Dit monopolie heeft zich de laatste ja-ren steeds verder uitgebreid en zonderingrijpende veranderingen valt ook niette verwachten dat aan deze groei eeneinde komt. De medische stand defini-eert uiteindelijk wie gezond is en wieziek, wie geen behandeling nodig heeftof bij wie dat niet meer zinvol is, wiewel behandeld moet worden en metwelke middelen, wie kan werken enwie dat niet mag, wie mag rondlopenen wie wordt opgesloten.Ook definieert de medische stand wienaar school mag en welke school datdan is, wie een normale ontwikkelingdoormaakt en wie bijgeschaafd moetworden; welk kind normaal actief is enwelk overactief, wat leven is en watdood, wie gaat sterven en hoe en waardat plaatsvindt, wat ziekte is en wat eenmisdaad, wie een verzekering kan af-sluiten en wie een hogere premie moetbetalen, welke ethische regels er geldenbij haar eigen onderzoek. Deze voor-beelden zijn nog tot een lange reeks uitte breiden. Door deze ontwikkeling ishet genezend vermogen van de mensenzelf, het zorgen voor elkaar bij ziekte,de kennis van wat te doen bij ziekte enhoe lijden te verzachten verdrongendoor de geïnstitutionaliseerde medischezorg.

GEZONDHEIDMet een lange reeks van voorbeeldentoont Illich aan dat de geneeskunde nietheeft bijgedragen aan de verlengingvan de levensduur en de afname vansterfte aan infectieziekten. Hij stelt dathet met name de verbetering van de so-ciale omstandigheden zijn, de betere

26 De AS 146

Page 28: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

drinkwatervoorziening, de verbeteringvan voeding en huisvesting, de aanlegvan riolering enzovoort, die de kinder-sterfte hebben doen afnemen en ertoehebben geleid dat het leven van demensen in het algemeen langer en ge-zonder is geworden. In plaats van aaninfectieziekten overlijden de mensen te-genwoordig aan chronische kwalen alslongaandoeningen, hart- en vaatziektenen aan kanker. Deze inzichten, die in dejaren zeventig revolutionair waren, zijnthans min of meer gemeengoed, althansonder artsen.Artsen hebben over het algemeen trou-wens een minder hoge pet op van demogelijkheden van de gezondheidszorgdan leken. In het verlengde van deideeën van Illich over de afwezige in-vloed van de medische ontwikkelingenop de levensduur ligt bijvoorbeeld delangzaam veld winnende opvatting datde geleidelijke afname van de epidemievan hart- en vaatziekten gedurende delaatste decennia niet te danken is aan deontwikkelingen in de cardiologie maarvooral aan de veranderde voedings- enrookgewoontes. Het komt erop neer datde huidige geneeskunde haar pretentiestot het leveren van gezondheid nietwaar maakt.De sociale organisatie van de genees-kunde is zodanig dat deze op zichzelfal ziekmakend is. Zij ontneemt het indi-vidu keuzemogelijkheden en daarmeegezondheid. De ontwikkeling van demedische stand heeft geleid tot afbraakvan de oorspronkelijke sociale structu-ren van het genezen in eigen gezin enomgeving, uiteindelijk tot medicalise-ring van het gehele leven, tot verliesvan de greep van het individu op zijneigen gezondheid en op zijn eigenlichaam en tot het feit dat anderen dande patiënt zelf beslissen over genees-

middelen en behandeling. Niet het indi-vidu beslist, maar de deskundige.Hier klinkt Bakoenins kritiek op de rolvan de wetenschappers in de maat-schappij door. "[Er] bestaat maar éénoplossing: een einde maken aan de we-tenschap als moreel stelsel dat buitenhet maatschappelijk leven staat en alszodanig wordt vertegenwoordigd dooreen gilde van officieel benoemde geleer-den; kennis en wetenschap verbreidenonder het volk."2 Eenzelfde betooghoudt Illich hier: de huidige geneeskun-de is daarmee schadelijk en riskant.Verder stelt Illich dat de medischestand allerlei fenomenen die bij het le-ven horen tot haar domein is gaan reke-nen en daardoor het persoonlijk uithou-dingsvermogen van het individu on-dermijnt Ziekte en pijn, lijden en gebre-ken worden van iets dat bij het levenhoort tot behandelbare grootheden. Zoworden ze aan het individu en de gemeenschap ontnomen en verliest het le-ven aan zingeving. Illich pleit ervoordat het individu weer meer zelfrege-lend kan gaan optreden in plaats vanverzorgd worden door anderen, doorprofessionals. Alleen een politiek pro-gramma gericht op beperking van deprofessionele geneeskunde kan demens in staat stellen het vermogen teherwinnen zelf voor zijn gezondheid tezorgen. Dat programma moet onder-deel zijn van een kritiek die de helemaatschappij omvat en paal en perkstelt aan de industriële wijze van pro-ductie.

Het zijn vooral deze laatste hoofdstuk-ken van Grenzen aan de Geneeskunde dietot kanttekeningen nopen. Het is inmid-dels wel gemeengoed dat bestrijdingvan armoede, betere sociale omstandig-heden en scholing meer betekenen voor

De AS 146 27

Page 29: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

de gezondheid op bevolkingsniveaudan veel geld voor gezondheidszorg.De sociale strijd in de afgelopen ander-halve eeuw heeft wat dat betreft in Ne-derland veel effect gehad en je kan ver-wachten dat ook de gezondheid inontwikkelingslanden pas kan verbete-ren als het algemeen welvaartspeilstijgt. Over het algemeen wordt veel teveel verwacht van de geneeskunde ophet gebied van volksgezondheid.Dit wordt in de hand gewerkt door despectaculaire en breed uitgemeten mo-gelijkheden van bijvoorbeeld hartopera-ties. De leek concludeert hieruit dat alsde medische technologie dergelijke din-gen vermag er ook wel veel mogelijkmoet zijn op het gebied van alledaagseongemakken en pijn. Dat laatste is nujuist niet het geval en ook van de spec-taculair gebrachte vorderingen is nietaltijd even duidelijk wat die nu preciesopleveren voor het zieke individu.Ook is duidelijk dat de medische standsteeds meer greep heeft gekregen ennog krijgt op het maatschappelijk leven.Illustratief zijn in Nederland de regelin-gen rond arbeidsongeschiktheid enziektewet. Deze lijken Illich gelijk te ge-ven. Het komt de politieke organisatievan de staat te pas een wetenschappe-lijk kader, een zogenaamd objectievemaat, te kunnen hanteren bij haar in-grepen van de laatste jaren in de socialevoorzieningen, net zoals dat bruikbaarwas destijds bij het opzetten van de so-ciale voorzieningen. Het medische ka-der is hier een goed bruikbaar instru-ment.Dat de medische voorzieningen onge-lijk verdeeld zijn over de wereld, en datvaak zelfs binnen bepaalde landen som-migen wél en weer anderen géén toe-gang hebben tot medische hulp, is over-duidelijk. Ook in de huidige situatie

van ongelijkheid tussen verschillendelanden zou veel meer gezondheid be-reikt kunnen worden, bijvoorbeeld ophet gebied van vaccinaties voor alle kin-deren. Preventie van ziekten door vac-cinaties is een van de weinige voorbeel-den van vooruitgang die door Illichwordt aangeprezen. Dat zou niet eenszoveel hoeven kosten en bij een gelijkblijvend budget zouden wij daarvoormisschien alleen een paar technischehoogstandjes, bijvoorbeeld de eerste po-gingen tot genetische manipulatie bij demens, moeten inleveren. Verdere gelijk-schakeling van levensverwachting overde wereld hangt samen met meer eco-nomische gelijkheid tussen en binnenlanden. Dit is in feite geen medischmaar een politiek probleem.

LIJDEN

In de laatste hoofdstukken van Grenzenaan de Geneeskunde val ik met name overIllich' opvattingen over gezondheid, lij-den, pijn en dood. Dat komt natuurlijkomdat hij hier van opvattingen op be-volkingsniveau overgaat op het indivi-duele niveau. Waar het makkelijk is jete realiseren dat de levensverwachtingin het een of andere land alleen vooruit-gaat als het welvaartspeil stijgt, is hettoch veel moeilijker als je in dat landbent en je een ziek iemand tegenkomtdie met individuele medische hulp ge-baat zou zijn die hulp achterwege te la-ten. Zonder dat dit verder geëxplici-teerd wordt, zijn Illich' opvattingen indeze laatste hoofdstukken wel erg reli-gieus getint. Illich is natuurlijk niet voorniets een ex-priester.Lijden en dood horen bij het leven, totzover kan ik hem wel volgen. Dat zalook geen zinnig mens betwisten, maarhet ligt voor de hand dat mensen pro-beren ziekte, lijden en pijn zoveel mo-

28 De AS 146

Page 30: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

gelijk uit te bannen of in ieder geval teminimaliseren en graag het leven zou-den willen verlengen. Dat pijn bij het le-ven hoort en dat je er mee moet lerenomgaan wil nog niet zeggen dat het ookzinvol is pijn te lijden. Met dit soort be-naderingen kom je op metafysisch ge-bied en uiteindelijk op ongeluldcig ma-kende misverstanden dat een mens eruiteindelijk op de een of andere manierbeter van wordt een ziekte door te ma-ken.Illich gebruikt de term structurele iatro-genese om aan te geven dat het medischbedrijf de wil van mensen om de reali-teit te aanvaarden wegneemt en hetvermogen van mensen ondermijnt omde dikwijls onvermijdelijke en niet teverhelpen pijn en invaliditeit, verval endood te aanvaarden. Het lijkt mij dat demoeite die mensen hebben met lijdenen dood om te gaan van alle tijden is.Tenslotte is geneeskunde, de poging in-vloed uit te oefenen op ziekte, lijden enpijn, zo oud als de mensheid. In depraktijk is het mijn ervaring dat mensenin het algemeen goed in staat zijn om tegaan met lijden en pijn als dat onver-mijdelijk is. Ik kijk vaak met bewonde-ring naar mensen die veel van hun mo-gelijkheden hebben ingeleverd en tochin staat zijn te genieten van wat rest,zonder zich in afhankelijkheid te verlie-zen.En dan nog, is het zo erg als iemandmoeite heeft zijn ziekte en lijden te aan-

vaarden? Het is toch geen opdracht diebij het leven hoort, maar gewoon dom-me pech dat ziekte nu juist die ene per-soon treft. Natuurlijk maakt het me-disch systeem mensen afhankelijk maarjuist op de momenten die van belangzijn in het leven - geboorte, ziekte, ver-lies, dood - realiseren de meeste men-sen zich wel hoe weinig artsen uiteinde-lijk te bieden hebben.

Concluderend ben ik van mening datIllich' kritiek op het medisch bedrijf te-recht is voor zover het de greep opsteeds grotere delen van het maatschap-pelijk leven betreft. Het is hier dat demaatschappij haar macht terug moetnemen. Zijn oplossing, terug naar ge-neeskunde door de gemeenschap zelfen lijden en pijn maar accepteren als bijhet leven horend, lijkt me onjuist. Lij-den en ziekte horen bij het leven maardienen zoveel mogelijk bestreden teworden. Het zou beter zijn de beslis-singsmacht over gezondheid en overmedische behandelingen (weer) bij demensen zelf te leggen, zodat zij de artsalleen als deskundige raadplegen, netzoals je advies inwint bij een loodgieterof andere deskundige. Tenslotte is hetjammer dat Illich geen groter verbandaanbrengt: de geneeskunde is uiteinde-lijk gewoon een markt waarop warenverhandeld worden. Doordat hij dezeeconomische kant laat liggen, blijft zijnkritiek uiteindelijk incompleet.

NOTEN

(1) In 1975 publiceerde Illich Medical Nemesis — Ihe Expropriation of Health, in het Nederlandsverschenen in 1975 als Het Medisch Bedrijf- een bedreiging voor de gezondheid? In 1976 verscheeneen door Illich herziene versie: Limits to Medicine, dat in 1978 in Nederlandse vertaling ver-scheen bij Het Wereldvenster, Bussum: Grenzen aan de geneeskunde. Het medisch bedrijf - eenbedreiging voor de gezondheid?(2) M. Bakoenin, God en de Staat; Amsterdam: kis 2003.

De AS 146 29

Page 31: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

IVAN ILLICH' GENDER GEWOGEN ENOPNIEUW TE LICHT BEVONDEN

Judith Metz

"In mijn analyse ga ilc uit van deze ervaring van vrouwen..."Ivan Illich

Gender (Nederlandse vertaling: Man/vrouw - geslacht en sekse (Baarn 1984) is Illich'eerste werk in wat hij zelf noemt de historische archeologie. Als onderdeel van zijn levens-lange kruistocht tegen de doorgeslagen technologische en historische vooruitgang poogt hijvroegere sociale verhoudingen te reconstrueren als basis, vertrekpunt, inspiratiebron voorandere wijzen van samen leven. Met zijn vergelijking van industriële en pré-industriëleman/vrouw-verhoudingen tegen de achtergrond van de opkomst van grootschalige kapita-listische systemen pretendeert Illich een verband tussen seksisme en maricteconomieën aante tonen. Illich poogt daarmee de milieubeweging, de anti-kapitalistische beweging en devrouwenbeweging samen te brengen. Bij het verschijnen wordt in plaats daarvan Genderdoor de vrouwenbeweging verworpen. Hoewel Illich' observatie van veranderende socialeverhoudingen in relatie tot economische ontwikkeling relevant is voor het doordenken vande negatieve gevolgen van industrialisering, slaat hij wat betreft vrouwlman-verhoudingen(naar huidige maatstaven én die van de jaren tachtig) de plank volkomen mis.

Bij publicatie in 1982 wordt het boekGender unaniem en wereldwijd door devrouwenbewegingen afgewezen. Illichwordt verweten anti-vrouw te zijn;vrouwen te misbruiken in zijn strijd te-gen de industriële maatschappij en te-rug te willen naar de oudheid; zie ookde bespreking van Cees Bronsveld'Ivan Illich en de vrouwenbeweging' inDe AS 69 (1985).Persoonlijk heb ik moeite met mannendie zich in enigerlei vorm storten op destrijd tegen de onderdrukking vanvrouwen. In het kader waarbinnen dezestrijd zich afspeelt zijn mannen nog al-tijd primair veroorzaker van die ellen-de. Waarom houden mannen zich nietbezig met de mannen die vrouwen on-derdrukken? Dit lijkt een futiel onder-scheid, maar bevat een belangrijke om-kering van perspectief. In de eerstesituatie spreken mannen voor vrouwen;

in de tweede verdiepen mannen zich inhun aandeel in het seksisme. Vrouwenzijn altijd in staat geweest om voorzichzelf te spreken; het was/is de con-text die hen belemmert/belemmerde.Het zal dan ook niet verbazen dat Illich'derde zin van hoofdstuk I mijn weerzinversterkt: "In mijn analyse ga ik uit vandeze ervaring van vrouwen..."Ook voor de in 1975 ontstane weten-schappelijke discipline vrouwenstudies,waar Illich regelmatig naar verwijst engraag een bijdrage aan wil leveren, isdeze zinsnede onacceptabel. In de ge-polariseerde jaren zeventig en tachtigvormde de eigen ervaring van vrouwenhet enige uitgangspunt voor vrouwen-studies. De hele wereld was gekoloni-seerd door mannen: openbare ruimte;politiek; wetenschap; gezondheidszorg;privé-sfeer en zelfs de taal. Wat vrou-wen restte als eigen, was de ervaring.

30 De AS 146

Page 32: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

En juist die neemt Illich, man, als ver-trekpunt voor zijn werk.Kort na het verschijnen van Genderkomt in 1984 binnen vrouwenstudies enhet feminisme het eigene van de vrou-welijke ervaring ter discussie te staan.Lesbische en zwarte vrouwen gevenaan zich niet te herkennen in de levens,verlangens en belangen van witte, hete-roseksuele en middenklasse vrouwen.Vrouwenstudies was zich reeds bewustvan het problematische karakter vanhet toe-eigenen van andermens ervarin-gen; zij leert nu tevens zorgvuldig omte gaan met universalistische claims.Het is op deze twee punten dat Illich'betoog mank gaat. Eerst zet ik globaalzijn denken uiteen. Dan toon ik de rele-vantie van zijn werk in relatie met re-cente inzichten op het gebied van indi-vidualisering. Als laatste werk ik uitwaar zijn theorie over vrouw/man-ver-houdingen spaak loopt; want die theo-rie is voor Illich de kern van dit boek.

ONDERSCHEID

In Gender ontwikkelt Illich twee concep-ten die in respectievelijk het vernacu-laire (pré-industriële samenlevingen) enhet rijk van de schaarste (industriëlesamenlevingen) de dan geldendevrouw/man-verhoudingen beschrijven.Omdat niemand eerder gepoogd heeftdit onderscheid te maken, kan Illichniet terugvallen op bestaande begrip-pen. Hij eigent zich daarom twee ter-men toe: geslacht en sekse. Beiden ver-wijzen naar een dualiteit in vrouw!-man-relaties die verschillend van aardzijn. Deze verschillen hangen samenmet de bestaanswijzen die in die sa-menlevingen gangbaar zijn. Verande-rende productiewijzen hebben daaromgevolgen voor de relaties tussen vrou-wen en mannen. Kern van Illich' rede-

nering is dat met de industrialisering dedualiteit van het geslacht verdwijnt endat dat verlies vrouwen harder raaktdan mannen.Geslacht verwijst naar samenlevingenwaarin vrouwen- en mannenlevenscomplementair zijn. Alle taken zijn zo-danig tussen vrouwen en mannen ver-deeld dat er geen neutrale werkzaam-heden overblijven. De precieze verde-lingen kunnen per samenleving en pergemeenschap verschillen. Mannen envrouwen zijn wederzijds afhankelijk;hiermee wordt grove ongelijkheid voor-komen. Kinderen worden als meisje ofjongetje geboren en getogen; terwijl zegeleidelijk volwassen worden krijgen zeautomatisch deze geslachtskenmerkenmee. Dat maakt dat niemand elkaar ietste verwijten heeft. Geslacht vormt de ba-sis van de verbindingen tussen mensen.De gemeenschap corrigeert bij onheusof afwijkend gedrag. Geslacht staat vooreen "plaats- en tijdgebonden dualiteitdie mannen en vrouwen in levensom-standigheden plaatsen die het hen on-mogelijk maken 'hetzelfde' te zeggen; tedoen; te begeren of waar te nemen".Sekse werkt Illich uit als "de dualiteitdie pretendeert economische, politieke,juridische of sociale gelijkheid tussenmannen en vrouwen te kunnen verwe-zenlijken". Sekse staat voor samenlevin-gen waarin alle werkzaamheden zoge-naamd neutraal zijn en mannen envrouwen formeel dezelfde mogelijkhe-den en vaardigheden en rechten heb-ben. Dit concept markeert voor Illich debreuk met vernaculaire samenlevingen.Binnen industriële samenlevingen wor-den vrouwen op drie manieren gedis-crimineerd: (1) in de geregistreerde eco-nomie (inkomensongelijkheid + glazenplafond); (2) in de niet-geregistreerdeeconomie ofwel de wereld van zwart

De AS 146 31

Page 33: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

wek (anti-discriminatiewetgeving heeftop deze sector geen grip); (3) in deschaduwarbeid, oftewel "tijd, moeite eninspanning die nodig zijn om aange-kochte waar, waarde toe te voegen zon-der welke ze ongeschikt is voor ge-bruik" (werkzaamheden zoals huishou-delijk werk of het volgen van een oplei-ding als voorwaarde voor een baan, dieeen vorm van slavernij zijn omdat men-sen er zich niet aan kunnen onttrekken,er niet over de prijs onderhandeld kanworden en er geen geld tegenoverstaat).Illich gaat ervan uit dat industriële sa-menlevingen niet kunnen bestaan zon-der de vooronderstelling dat "beideseksen voor dezelfde arbeid zijn ge-schapen; dat zij de werkelijkheid op de-zelfde wijze waarnemen en behoudensenkele geringe cosmetische variaties,dezelfde behoeften hebben." Hij conclu-deert hieruit dat vrouwen niet gediscri-mineerd kunnen worden zonder devernietiging van het geslacht. Hiermeeimpliceert Illich zonder het te benoemendat het geliftcheidsstreven van de vrou-wenbeweging bedoelt om de positievan vrouwen te verbeteren, een ave-rechts effect heeft. In plaats daarvanzou de vrouwenbeweging zich tegen deverdergaande industrialisering moetenverzetten. Illich schrijft daarover in hetslothoofdstuk: "Ik heb willen aantonendat de strijd tegen seksisme samenvaltmet de pogingen om de vernietigingvan het milieu tegen te gaan en het stre-ven om het absolute monopolie vangoederen en diensten boven behoeftente ondergraven. Ik heb gesteld dat dezedrie hedendaagse bewegingen samen-vallen omdat economische inkrimpingeen voorwaarde is voor alle drie aspec-ten van een poging om de communalerechten te herstellen."

Door de wijze waarop hij het conceptgeslacht uitwerkt, kan Illich romantise-ring van pré-industriële samenlevingen,de Oudheid bijvoorbeeld, worden ver-weten. De vanzelfsprekendheid waarinvrouwen tot vrouw en mannen tot manworden en het automatische corrigeren-de optreden van de gemeenschap waar-deert Illich alleen maar positief. Dekeerzijde van deze communale wijzevan samenleven, groepsdwang waaringeen ruimte is voor anders-zijn, laatIllich buiten beschouwing.En dat terwijl ik werkelijk niet zou wil-len ruilen met een vrouwenleven in deOudheid. Ik ben veel te blij met mijn in-tellectuele bestaan zonder kinderen,zonder zorgtaken en met mijn eigen,niet zo'n hoge inkomen. Tegelijkertijdrealiseer ik mij dat mijn leven, wereld-wijd beschouwd, een leven van de eliteis en dat bijvoorbeeld het merendeelvan mijn hoog opgeleide vriendinnendoor huwelijk en moederschap in oudeleefpatronen teruggevallen zonder dathen passiviteit, afhankelijkheid ofslachtofferschap verweten kan worden.Niet alleen de levens van mijn vriendin-nen, ook internationale sociologen alsBeek en Giddens tonen de relativiteitvan de individualisering. In hun analy-se van de reflexieve moderniteit wijzenzij erop dat de individuele vrijheid be-perkt is en tonen zij hoe instituties on-der het mom van zelfontplooiing men-sen in nieuwe keurslijven dwingen.Recent empirisch onderzoek van de so-ciologen Kees Schuyt, Marc Elchardusen Jan Willem Duyvendak bewijzen opdiverse terreinen hoe al de Hollandseen Vlaamse individuutjes massaal de-zelfde individuele keuze maken.Met zijn herwaardering van de socialeverhoudingen ten tijde van de Oudheidis Illich een van de eersten die de beper-

32 De AS146

Page 34: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

kingen van individuele vrijheden heeftdurven inzien. Daarom is het zo jam-mer dat hij met zijn analyses van devrouw/man-verhoudingen de plank vol-ledig misslaatMijn probleem met de theorie van Illichover de vrouw/man-verhoudingen be-treft de onevenredigheid van de verge-lijking tussen de pré-industriële en in-dustriële samenlevingen. Illich werktde eerste eenzijdig positief en de twee-de eenzijdig negatief uit. Hierdoor cre-eert Illich een tegenstelling die bij nade-re analyse onhoudbaar is; met alsgevolg dat de onderbouwing van zijntheorie ontbreekt.Geslacht wordt breed uitgewerkt naaralle facetten van het leven terwijl Illichsekse alleen beziet vanuit economischperspectief en uitdrukt in geld. Gene-geerd wordt hoe sekse in hedendaagsesamenlevingen tevens een rol speelt inintimiteit, gedeelde (zorg) verantwoor-delijkheden en sociale relaties. Het inhet Nederland van de jaren vijftig totnorm gestelde kostwinnerschap is eenprachtig voorbeeld van wederzijdse af-hankeligcheid, die ondanks dat zij vrou-wen en mannen in een keurslijf duwdeals zorgende of werkende, tevens mo-del stond voor een fundamentele gelijk-waardigheid. (Dit is mijn grootste kri-tiek op de vrouwenbeweging in dejaren zestig die deze vrouwen totslachtoffer heeft gemaakt). Door oversekse volledig te denken in termen vangeld, raakt Illich blind voor de andereelementen die mede de basis vormenvan relaties tussen vrouwen en mannenmet als gevolg dat hij wederzijdse af-hankelicheid bij voorbaat uitsluit.Omgekeerd negeert Illich het bestaanvan andere vormen van uitbuiting in detijd van het geslacht. Alleen landherenhadden burgerrechten. De rest van de

bevolking behoorde met lijf en leden deheersende klasse toe. De industrialise-ring betekende voor deze horigen eenbevrijding van hun landheren. Zij kre-gen met de komst van de fabrieken bur-gerrechten zoals het recht op lichamelij-ke integriteit en daarmee samenhan-gend op eigen bezit. De industriële revolutie betekende voor de horigen-vrouwen een bevrijding van de landhe-ren en dus een einde aan deze vormonderdrukking. Daar waar Illich de po-sitieve facetten van sekse negeert, vlakthij in het geslacht de negatieve gevolgenvoor vrouwen weg.Door deze grove vereenvoudiging cre-een Illich een schijntegenstelling tussende vrouw/man-verhoudingen in hetvemaculaire en die in het rijk van deschaarste (die overig uitstekend past inde gepolariseerde tijdgeest van de jarentachtig). Mijn kritische beschouwingvan Illich' denken maakt de gebruikteconstructiemethoden zichtbaar en toontdaarmee dat zijn theorie onhoudbaar is.De onderbouwing van zijn these datvrouwen in markteconomieën slechteraf zijn dan in pré-industriële samenle-vingen ontbreekt.Illich heeft zich bepaalde ervaringenvan specifieke groepen vrouwen toe-geëigend en universeel gemaakt. Risicovan het toe-eigenen is dat ervaringenuit hun context worden gehaald, het-geen gebeurt is in de conceptualiseringvan geslacht en sekse. De ervaringen vanhet seksisme zijn niet zo éénzijdig nega-tief als Illich doet geloven. De veront-waardiging vanuit de vrouwenbewe-ging is dan ook zeer begrijpelijk.Het gevaar van universalisme is dat ge-lokaliseerde feiten hun geldingskrachtverliezen. Van deze misser draagt Illich

vervolg op pag. 46

De AS 146 33

Page 35: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

STILTE IS EEN GEMEENSCHAPPELIJK RECHT*

Ivan Illich

ik voel me vereerd om dit forum over Wetenschap en De Mens toe te mogen spreken. Hetthema van de door computers beheerste maatschappij is verontrustend. Verwacht kan wor-den dat machines die mensen imiteren de neiging hebben om beslag te leggen op elk aspectvan het menselijk leven en dat dergelijke apparaten de mensen dwingen om zich als machi-nes te gaan gedragen. De nieuwe elektronische apparaten hebben inderdaad de macht ommensen te dwingen om met hen en elkaar te gaan 'communiceren' op voorwaarden die doorde machine worden gesteld. Al datgene wat niet in de logica van machines past wordt effec-tief weggefilterd uit een cultuur die door hun toepassing wordt overheerst.

Het machineachtige gedrag van indivi-duen die zijn vastgeketend aan het ge-bruik van elektronica vormt een aantas-ting van hun welzijn en hunwaardigheid die voor de meeste men-sen op de lange duur ondragelijkwordt. Onderzoek naar het ziekmaken-de effect van volledig vóórgeprogram-meerde omgevingen maakt duidelijkdat mensen in dit soort milieus traag,krachteloos, narcistisch en apolitiekworden. Het politieke proces gaat tengronde, omdat de mensen niet meer instaat zijn zichzelf te regeren; voortaanwillen ze 'gemanaged' worden.Ik felidteer Asahi Shimbun (een Japansdagblad) met de pogingen om in Japaneen democratische consensus tot standte brengen, waardoor de meer dan ze-ven miljoen lezers zich bewust wordenvan de noodzaak om de inbreuk vanmachines op de inhoud van hun gedrag

te beperken. Het is van belang dat juistin Japan een dergelijk initiatief wordtgenomen, omdat Japan als het centrumvan de elektronica wordt gezien. Hetzou fantastisch zijn als dit land voor dehele wereld een voorbeeld werd vaneen nieuwe politiek van zelfbeperkingop het gebied van communicatie, dienaar mijn mening noodzakelijk is wan-neer de mensen zelfbesturend willenblijven.Elektronische overheersing als een poli-tiek issue kan op verschillende manie-ren worden benaderd. Ik stel aan hetbegin van deze lezing voor om het alseen onderwerp van 'politieke ecologie'te benaderen. Ecologie heeft gedurendede laatste tien jaar een nieuwe betekenisgekregen. Het is nog steeds de aandui-ding voor een deel van de biologischewetenschappen, maar de term heeft nuvooral betrekking gekregen op de wijze

* Het begrip 'commons' slaat op gemeenschappelijke gronden of ruimten (ook de lucht en dezee), maar ook op allerlei gemeenschappelijke gebruiksrechten. Vanwege de afwisseling issoms bewust het begrip commons in de vertaling gehandhaafd. Dit artikel geeft een indrukvan de algemene lijn van denken die bij Illich te vinden is. Veelal geeft hij een radicale histori-sche analyse die uitmondt in een vertoog over schaarste en uitsluiting. De oorspronkelijkeEngelse versie 'Silence is a Commons' is te vinden op Internet (zie http://www.preservenet.com/theory/Illich/Silence.html) en is gebaseerd op een lezing die Illich heeft gehoudentijdens het Asahl Symposium Science and Man — The Computer-managed Society, Tokio, Japan,21 maart 1982. De ideeën waren onderdeel van een groot boekproject waar Illich in die tijdaan werkte (The History of Scarcity). De vertaling is van Marius de Geus.

34 De AS 146

Page 36: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

waarop een breed en politiek georgani-seerd publiek bepaalde technische be-slissingen analyseert en beïnvloedt. Ikzal mij concentreren op de nieuwe elek-tronische beheersingsapparaten als eentechnische verandering van de menselij-ke omgeving die, om heilzaam te blij-ven, onder politieke controle moet blij-ven (maar niet alleen door zogenaamdeexperts).In het navolgende zal ik een onder-scheid verhelderen dat ik als funda-menteel beschouw voor politieke ecolo-gie. Ik maak onderscheid tussen hetmilieu als gemene ofwel gemeenschappelijkegrond of ruimte ('commons') en het milieuals een hulpbron (resource). Van ons ver-mogen om dit onderscheid te makenhangt onder andere de vorming vaneen verantwoorde theoretische ecologieaf. Hoe graag zou ik een leerling zijngeweest van de grote Zen-dichterBasho. Dan zou ik in staat zijn geweestom in zeventien lettergrepen het ver-schil uit te drukken tussen de gemeen-schappelijke gronden en ruimten waar-in de dagelijkse activiteiten van demens zijn ingebed, en hulpbronnen diedienen voor de economische productievan die goederen waar ons modernebestaan van afhangt. Als ik een dichterzou zijn, zou ik dit onderscheid wellichtzo mooi en scherpzinnig kunnen uitleg-gen dat het zou doordringen tot jullieharten en onvergetelijk zou worden.Helaas ben ik geen Japanse dichter enmoet ik mij hier in het Engels uitdruk-ken, een taal die de laatste honderd jaarhet vermogen heeft verloren om dit on-derscheid te maken.'Commons' is een oud Engels woord.Mensen spraken over commons (voort-aan vertaald als gemeenschappelijkegronden of ruimten) om die onderdelenvan het milieu aan te duiden waarvoor

bepaalde gewoonterechten specifiekevormen van gemeenschappelijk respectvoor de natuur aangaven. Mensennoemden die delen van het milieu ge-meenschappelijke gronden of ruimten,die buiten hun eigen bezittingen lagenmaar waarvoor men gebruiksrechtenhad, niet voor verhandelbare produc-ten, maar om te voorzien in de be-staansbehoeften van hun huishoudens,bijvoorbeeld het recht om hout tesprokkelen of plaggen te steken.Het gewoonterecht was meestal niet inschriftelijke stukken vastgelegd. Hetwas niet alleen ongeschreven recht om-dat de mensen niet de moeite wildennemen om de rechten op te schrijven,maar omdat het een bestaande situatiebeschermde die veel te complex wasom in regels te kunnen worden vastge-legd. Het recht van de gemeenschappe-lijke gronden of ruimten regelde hetrecht op overpad, het recht om te vissenen te jagen, het vee te laten grazen enom hout te sprokkelen of medicinaleplanten en kruiden te plukken.Een grote eik kon op de gemeenschap-pelijke gronden staan. In de zomer wasde schaduw van de boom bestemd voorde herder en zijn kudde. De eikels wa-ren bestemd voor de varkens van deboeren in de naaste omgeving. Dorretakken konden worden benut alsbrandstof door de weduwen van hetdorp. Nieuwe, verse twijgen konden inde lente als versiersels worden gebruiktin de kerk, en in de avond kon bij dieboom een volksvergadering plaatsvin-den. Wanneer mensen over de gemeen-schappelijke gronden spraken, duiddenze een bepaald aspect van het milieuaan dat beperkt was, dat nodig wasvoor het overleven van de gemeen-schap, dat noodzakelijk was voor ver-schillende groepen op verschillende

De AS 146 35

Page 37: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

manieren, maar dat - in een louter eco-nomische betekenis - niet werd ervarenals 'schaars'.

Wanneer ik tegenwoordig in het bijzijnvan mijn Europese studenten de term'commons' gebruik (in het Duits Al-mende of Ge_meinheit), denken de toe-hoorders direct aan de achttiende eeuw.Zij denken aan de weidegronden in En-geland waarop de dorpsbewoners eenpaar schapen hielden en zij denken aande zogenaamde 'enclosures' (de omhei-ning van gemene gronden) waardoorhet grasland van de gemeenschappelij-ke gronden werd omgevormd tot eenhulpbron waarop commerciële kuddenkonden grazen. In de eerste plaats den-ken mijn studenten echter aan de op-komst van de armoede die het gevolgwas van de omheining van de gemeen-schappelijke gronden: van de absoluteverarming van de boeren die van hetland werden gedreven en tot loonar-beid werden veroordeeld. En ze denkenaan de toenemende commerciële verrij-king door de landheren.In hun directe reactie denken mijn stu-denten vooral aan het ontstaan van eennieuwe kapitalistische orde. Maar daar-bij dreigen zij te vergeten dat de omhei-ningen van het land ook een andere be-tekenis hadden. De omheining van degemeenschappelijke gronden was hetbegin van een nieuwe ecologische orde:de 'endosures' gaven niet alleen in fy-sieke zin de controle over de graslande-rijen van de boeren aan de landheren.De omheiningen markeerden ook eenradicale verandering in de relatie van demensen met de natuur.In de periode daarvoor werd in juri-disch opzicht het milieu als een ge-meenschappelijk bezit beschouwdwaarvan de mensen gebruik konden

maken om te overleven, zonder te hoe-ven terugvallen op de economischemarkt Na de enclosures werd het mi-lieu in de eerste plaats een hulpbron dieten dienste stond van 'ondernemingen',die met behulp van loonarbeid de na-tuur veranderden in de goederen endiensten waarop de bevrediging van defundamentele behoeften van de consu-ment is gebaseerd.Deze verandering kan nog beter wor-den geïllustreerd wanneer wij denkenaan autowegen in plaats van aan gras-land. Wat was er twintig jaar geledeneen groot verschil tussen de nieuwe enoude delen van Mexico City. In de oudedelen van de stad waren de wegen nogechte gemeenschappelijke ruimten. Som-mige mensen zaten aan de rand van deweg om groenten te verkopen en houts-kool. Anderen zetten hun stoelen langsde weg om koffie of tequila te drinken.Anderen hielden bijeenkomsten bij deweg om een nieuwe aanvoerder of lei-der voor de buurt te kiezen, of de prijste bepalen van een ezel. Weer anderendreven hun ezels door de menigte, lo-pend naast hun zwaarbepakte dieren,of zaten in het zadel. Kinderen speeldenin de geulen bij de straat, en mensenkonden ook te voet de weg gebruikenom van de ene naar de andere plaats telopen.Dergelijke wegen waren op zich nietspeciaal voor mensen gebouwd. Net alsalle andere commons waren de stratenhet resultaat van mensen die daar leef-den en die de ruimte daar leefbaar wis-ten te maken. De woningen die aan destraat lagen waren geen privé-wonin-gen in de moderne betekenis. De drem-pels zorgden voor een onderscheid tus-sen twee leefruimten, één intiem en deander gemeenschappelijk. Maar nochdeze huizen in deze intieme betekenis,

36 De AS 146

Page 38: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

noch de straten als gemeenschappelijkeruimten overleefden de economischeontwikkelingen.In de nieuwe delen van Mexico Cityzijn de straten niet langer bestemd voorde gewone mensen. Zij zijn tegenwoor-dig snelwegen voor bussen, taxi's, au-to's en vrachtwagens. Mensen wordenniet meer op de wegen toegelaten, ten-zij ze op weg zijn naar een bushalte.Wanneer mensen op de weg zoudenstilstaan, worden ze obstakels voor hetverkeer en zou het verkeer voor hen ge-vaarlijk worden. De weg is van een ge-meenschappelijke ruimte verworden toteen simpele hulpbron voor het laten cir-culeren van verkeer. De mensen kun-nen zich zelf niet meer zelfstandig ver-plaatsen. Het verkeer heeft hun mo-biliteit verplaatst ze kunnen alleen nogreizen wanneer ze op een stoel vastzit-ten en (in een auto, bus, of trein) van deene naar de andere plaats worden ge-transporteerd.Er was op zich wel verzet tegen de in-bezitneming van de graslanderijen doorde landheren, maar de fundamentelereomvorming van grasland (of van auto-wegen) van gemeenschappelijke ruim-ten tot hulpbronnen heeft tot voor kortplaatsgevonden zonder te worden be-kritiseerd. Het in eigendom nemen vanhet milieu door een kleine groep werdweliswaar als een onaanvaardbare vormvan misbruik gezien, maar de veel ver-dergaande transformatie van mensentot leden van een industrieel arbeidslegeren tot 'consumenten' werd tot voor kortals een vanzelfsprekendheid aanvaard.Al meer dan honderd jaar heeft demeerderheid van de politieke partijende accumulatie van natuurlijke hulp-bronnen in privé-handen ter discussiegesteld. Het onderwerp werd bespro-ken in termen van het privé-gebruik

van deze natuurlijke hulpbronnen, maarniet op basis van het al eerder genoem-de onderscheid tussen gemeenschappe-lijke ruimten en hulpbronnen.Pas sinds kort begint in de samenlevingeen nieuw soort van breed gedragen in-tellectueel besef door te dringen vanwat er is gebeurd. De omheining van degemeenschappelijke gronden heeft aande mensen het recht ontzegd op datdeel van het milieu waarop - door degeschiedenis heen - de 'morele economie'van menselijke overleving was geba-seerd. Zodra omheiningen worden ge-accepteerd, wordt het idee van wat eengemeenschap inhoudt geherdefinieerd.Omheiningen van de gemeenschappe-lijke gronden zijn op deze wijze zowelin het belang van de staatsbureaucratenals van de kapitalisten.Enclosures stellen de bureaucraten instaat om te verklaren dat de lokale ge-meenschappen krachteloos zijn en nietkunnen zorgen voor hun eigen overle-ven. Mensen verworden tot economi-sche individuen die afhankelijk wordenvoor hun overleving van goederen dieten behoeve van hen zijn geproduceerd.Uiteindelijk zijn de meeste protestbewe-gingen van burgers een bepaalde vormvan verzet tegen deze door het leefmi-lieu veroorzaakte omvorming van'mensen tot consumenten'.

Ik begrijp dat u mij wilde horen spre-ken over de invloed van elektronica, enniet over die van grasland en wegen.Maar ik ben een historicus; ik wildeeerst spreken over de pastorale ge-meenschappelijke gronden zoals ik dieken uit het verleden om dan iets overhet heden te zeggen, over de veel grot&re bedreiging van de commons door demoderne elektronica.De man die voor u staat werd 55 jaar

De AS 146 37

Page 39: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

geleden in Wenen geboren. Een maandna mijn geboorte werd ik met de treinen vervolgens per schip vervoerd naarhet eiland Brac. Hier in een dorpje aan

de Dalrnatische kust wilde mijn proot-vader mij zegenen. Mijn grootvaderwoonde in een huis waarin zijn familie

al vele honderden jaren woonde. DeDalmatische kust was achtereenvolgensveroverd door de doges van Venetië, desultans van Istanbul, de keizers vanOostenrijk en de koningen van Joego-

slavië.Maar al deze vele veranderingen in de

uniformen en de taal van de gezagsheb-bers hadden weinig gevolgen voor hetdagelijkse leven in die laatste vijfhon-derd jaren. Dezelfde balken gemaaktvan olijfbomen ondersteunden nog al-tijd het dak van het huis van mijngrootvader. Het water werd nog steedsop het dak opgevangen in grote stenenverzamelbakken. De wijn werd in de-zelfde vaten geperst, de vissen werdenvanuit dezelfde boot gevangen, de oliekwam van olijfbomen die er al genera-ties lang stonden.Mijn grootvader kreeg twee keer permaand het nieuws door. Later kwam depost om de vijf dagen per sloep, vervol-gens eens in de drie dagen per stoom-boot Toen ik werd geboren, verliep degeschiedenis voor de mensen die buiten

de belangrijkste vaarroutes woondenlangzaam, bijna onmerkbaar. Een grootgedeelte van het milieu bestond uit ge-meenschappelijke gronden en ruimten.De mensen woonden in huizen die zezelf hadden gebouwd, ze begaven zich

op wegen die door de hoeven van die-ren waren gevormd. Zij waren auto-noom in het verzamelen en beschikkenover hun drinkwater en ze konden ver-trouwen op hun eigen stem wanneer zehet woord wilden voeren. Dit verander-

de echter in de periode toen ik in Bracarriveerde.Met dezelfde boot waarmee ik in 1926aankwam, arriveerde de eerste luid-spreker op het eiland. Weinig bewoners

hadden ooit van het bestaan van zo'nding gehoord. Tot die tijd hadden allemannen en vrouwen min of meer evenluid gesproken. Vanaf die periode zoudat veranderen. Degenen die toeganghadden tot de microfoon konden nu be-

palen wiens stem zou worden versterkt.

Stilte was niet langer een onderdeel vande commons; het werd een hulpbronwaarvoor luidsprekers elkaar beconcur-reerden. De taal zelf werd hierdoor om-gevormd van een lokale commons toteen nationale hulpbron voor communi-catie. Zoals de omheiningen door delandheren de nationale productiviteithadden vergroot door de individueleboeren het recht te ontzeggen om enke-le schapen te houden, zo had de toe-eigening door de luidspreker de stiltevernietigd die tot dan toe aan iedereman of vrouw de kans had gegeven omop een gepaste en gelijke wijze de stemte verheffen. Tenzij iemand toeganghad tot een luidspreker, was men totstilzwijgen gebracht.Ik hoop dat de overeenkomsten nu dui-delijk worden. Net zoals de gemeen-schappelijke ruimten kwetsbaar zijn en

vernietigd kunnen worden door de mo-torisering van het verkeer, zo zijn de ge-meenschappeli#ce gebruiksrechten om inhet openbaar te spreken kwetsbaar. zijkunnen eenvoudig worden vernietigddoor de inbreuk die wordt gemaaktdoor moderne communicatiemiddelen.Het onderwerp dat ik ter discussie wilstenen zal daarom duidelijk zijn: hoekunnen we voorkomen dat de nieuwe

elektronische apparaten en systemeninbreuk maken op gemeenschappelijke

38 De AS 146

Page 40: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

ruimten die nog subtieler en vertrouwdzijn voor ons bestaan dan gasland ofautowegen — comrnons die minstens zowaardevol zijn als stilte. Stilte, volgenszowel de westerse als de oosterse tradi-tie, is noodzakelijk om mensen de kanste geven om zich te laten horen en teontplooien. Die stilte wordt nu van onsweggenomen door apparaten die men-sen nadoen of imiteren. We kunnen ge-makkelijk in toenemende mate afhanke-lijk worden van machines voor hetspreken en het nadenken, net zoals weal afhankelijk zijn van machines om onste vervoeren.Een dergelijke omvorming van ons leef-milieu van een commons tot een pro-ductieve hulpbron vormt in feite demeest fundamentele vorm van milieu-degradatie. Deze degradatie kent al eenlange historie, die samenvalt met de ge-schiedenis van het kapitalisme, maardie daar niet alleen toe kan worden ge-reduceerd. Helaas is tot op heden het

belang van deze transformatie over hethoofd gezien of door de politieke ecolo-gie als onbetekenend ingeschat. Ditmoet worden erkend als we een bewe-ging organiseren die wil verdedigenwat nu nog resteert van de commons.Deze verdediging vormt de crucialetaak voor de mensen om actie voor tevoeren. Deze taak is urgent omdat com-mons kunnen voortbestaan zonder poli-tieondersteuning, maar hulpbronnendat niet kunnen. Net als het autover-keer dit vereist, vergen computers deinzet van politie, en vereisen ze steedsmeer politie, en in steeds subtielere vor-men.Per definitie vereisen hulpbronnen deinzet van en bescherming door politie.Wanneer die hulpbronnen eenmaalworden verdedigd, wordt hun herstelin de aloude vormen van gemeenschap-pelijke gronden of ruimten steeds moei-lijker. Dit is een speciale reden voor deurgentie van het probleem.

De AS 146 39

Page 41: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

'DIT IS WAT IK GEWORDEN BEN'Een interview met Ivan Illich*

Jurriaan Kamp en Hélène de Puy

Ivan Illich verwierf faam in de jaren zeventig met zijn kritiek op het ontwikkelingsdenkendat toen in zwang kwam. Hij vroeg zich af of de belofte van ontwikkeling de vrijheid en deautonomie van de mens wel zou dienen. Nu de economie meer dan ooit de wereld regeert,groei en ontwikkeling algemeen als een zegen worden beschouwd en het vertrouwen dat detechnologie alle problemen kan oplossen haast onomstotelijk is, is het een goed moment vooreen kritische analyse: maakt de vooruitgang haar beloften waar? In 2001 reisden Ode-hoofdredacteur Jurriaan Kamp en Hélène de Puy naar Bremen in Duitsland voor het navol-gende gesprek met Illich.

Hij schreef de boeken die hem interna-tionale bekendheid brachten, al meerdan 25 jaar geleden. Eén van die boekenstaat al twintig jaar vooraan in onzekast - zo'n boek dat je nooit meer ver-geet. Zijn denken sinds die tijd valtvooral op door consistentie: de bood-schap is dezelfde gebleven. En daaromis hij misschien wel de belangrijkstevergeten denker - in leven - in deze tijdvan eentonige maatschappijvisies.Want na een eeuw van politieke strijdlijkt het economische denken alle ideo-logische conflicten te hebben overwon-nen. Het hoe van de mondialiseringstaat hier en daar nog ter discussie, hetproces zelf - en de onderliggende su-prematie van technologie en vrije markt- lijkt onbetwist. En toch is er een anderverhaal. Zijn verhaal.De zoektocht voert naar Bremen inDuitsland, misschien een onwaarschijn-lijke plaats voor zo'n ander verhaal. 'Ikneem zelf nooit een taxi', had hij ge-zegd, maar ook dat de rit vanaf het sta-

tion acht mark zou kosten. Keurigeschatting. Als de meter 9,30 mark aan-wijst, staan wij in de stromende regenin een straat met sfeervolle voortuinenen gevels uit het einde van de negen-tiende eeuw. In de rij valt één huis uitde toon: zijn huis - het gevolg van eenverdwaalde geallieerde bom. Een jon-gen van een jaar of twintig doet open.Naar later blijkt Björn, student filosofie,en samen met Bine, ook studente filoso-fie, ingetrokken, omdat het stel geen ei-gen onderkomen heeft en binnenkorteen kindje verwacht In de keuken isook Rita, een nichtje van twaalf van eenvan de twee studenten, op bezoek. Endan is er Brenda, studente uit Keniamet oorbellen die het Afrikaanse conti-nent uitbeelden. Brenda leert Duits,maar beantwoordt onze vragende blikmet 'He is coming' in onvervalst Ox-ford-Engels.'He' is Ivan Illich, inmiddels 76 jaar. Hijgroeide op in Wenen met een joodsemoeder en een vader uit Dalmatië. Stei-

* Dit interview verscheen oorspronkelijk in het tijdschrift Ode (nr. 40, 2001). We danken Odevoor de toestemming om een van de laatste interviews die Illich voor zijn dood gaf in ditnummer van De AS op te nemen.

40 De AS 146

Page 42: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

ner en Freud waren huisvrienden, maarIvan pastte niet in de intelligentietestsen werd op school afgeschreven als een'achtergebleven' kind. Veel school waser daarom niet in zijn jeugd en bij ge-brek daaraan trok hij zich terug in deFranse bibliotheek van zijn grootvader.Toen Illich twaalf was, viel Hitler Oos-tenrijk binnen en nam Illich het besluitom zelf nooit kinderen op deze wereldte zetten. Op zijn zestiende maakte hijkennis met corruptie toen hij de secreta-ris van Göring - die zijn familiehuis hadopgeëist - omkocht om zijn grootvadervrij te krijgen.Uiteindelijk studeerde en promoveerdehij in Rome en Salzburg, maakte kennismet het Oosten gedurende lange ge-sprekken met de Indiase hindoe- énkatholieke priester Ramon Panikkar inBenares aan de oever van de Ganges envestigde zich uiteindelijk als pastoor inNew York. Toen hij vervolgens kennis-maakte met Latijns-Amerika en zichniet langer thuis voelde in de dogma'svan de katholieke kerk - 'rk heb genoegjoods bloed om boos op God te kunnenzijn' - begon zijn leven als filosoof enauteur.Hij komt binnen met een fles wijn voorde gelegenheid. Een aimabele verschij-ning met stralende ogen en de armenwijd open. Eigenlijk toont niets de ziek-te die zijn leven sinds twintig jaar meeren meer beheerst - maar daarover latermeer. Kaarslicht, een multicultureelmaal, een gesprek over baby's, een war-me ontmoeting van onbekenden. Later,na het eten, schuiven we in kleerma-kerszit rond het bureau in zijn studeer-kamer. De boekenkasten ademen we-tenschap en universiteit. Van eeninterview mag geen sprake zijn - 'dat iseen onprettige, onbeleefde manier vanbinnendringen in iemands persoonlijk-

heid' - van een gesprek des te meer. Endat gesprek gaat over ontwikkeling.Over mensen, over samenleven en overorganiseren. Over de kwaliteit van le-ven - het soort van gesprek dat zo we-zenlijk is, maar dat zo vaak wordt ver-drongen door de haast van alledag.De meester zet de toon. Mich formu-leert bedachtzaam en laat stilten vallenvoor overwegingen die zijn geest al tal-rijke malen moeten hebben bespeeld.Maar hij laat zich leiden door het ver-langen om nu te leven - maar ook daar-over later meer.Na zo'n stilte veert hij plotseling op: 'Lacondition humaine is de kunst om te lij-den, te genieten en te sterven.'De herkenbare, onvermijdelijke waar-heid dringt diep binnen in het gesprekover zijn verzet tegen het aanbiddenvan technologische en institutioneleontwikkeling. 'La condition technologi-que et institutionelle suggereert daaren-tegen voortdurend, dat we die kern vanhet menszijn kunnen veranderen, kun-nen afschaffen.' Ontwikkeling is im-mers heilig in al het moderne denken.We spreken op het moment dat het ont-wikkelingsprogramma van de Verenig-de Naties (UNDP) - dat sinds 1970 we-reldwijd de welvaart meet - trots heeftbekendgemaakt dat er voor het eerstmeer ontwikkelde dan ontwikkelings-landen in de wereld zijn. De boodschapis onmiskenbaar: we gaan vooruit, hetgaat beter en hoe meer ontwikkeling,des te minder lijden.Het leven van Ivan Mich staat in het te-ken van het bewijs van het tegendeel.Ontwikkeling is uiteindelijk contrapro-ductief, luidt zijn visie. En de vrachtaan argumenten die hij sinds de jarenzestig voor die stelling heeft aangedra-gen, is overweldigend. Niettemin raastde vooruitgang dagelijks verder. Toch

De AS 146 41

Page 43: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

is er geen bitterheid: 'Ik ben niet domgenoeg om te denken dat ik iets wezen-lijk kan veranderen, maar ik kan wel dedraak steken met het systeem.' Wel is er'hartenpijn' over mensen die beter kun-nen weten en toch volharden op degangbare weg.Hij vertelt over een gesprek dat hij ooithad met Wereldbankbaas RobertMcNamara. 'Ik legde uit hoe technolo-gie niet onder alle omstandigheden deoplossing is voor armoede en onrecht-vaardigheid. Dat gelijkwaardigheid envrijheid een illusie blijven in een wereldmet auto's. McNamara antwoordde:"Als er geen vliegtuigen waren geweest,had ik vorige week niet naar Bangla-desh kunnen gaan om met spoed overnoodhulp voor een overstromingsrampte spreken." Ik vroeg "Bent u geslaagd?""Nee", zei hij, "procedurele problemenstonden dat in de weg: Even later brakhij ons gesprek af om met zijn privé-jetnaar zijn vakantieverblijf te vliegen.'

DERDE WERELD

Een halve eeuw geleden ging 'ontwik-keling' nog over soorten, over onroe-rend goed en over een schaakstrategie.Toen, vertelt Illich, kwam de Ameri-kaanse president Harry Truman in 1949met zijn 'vier-punten-programma'. Plot-seling kwam ontwikkeling als een revo-lutionair ideaal naast vrijheid en gelijk-heid te staan. Sindsdien gaat ont-wikkeling ook over mensen, landen eneconomieën. De wereld werd ingedeeldin ontwikkelde en ontwikkelingslandenen daartussen kwamen begrippen als'groei', 'kennisoverdracht', 'inhalen','modernisering' en 'basisbehoeften'. Intwintig jaar tijd classificeerden tweemiljard mensen op de wereld zichzelfals 'onderontwikkeld', aldus Illich. 'Ikherinner me nog, dat "ontwikkeling"

het thema was van de winnende sambaop het carnaval van Rio in 1963. "Ont-wikkeling" luidde de kreet van de dan-sers die bewogen op het ritme van dedrums.' Het doel van elke samenlevingwerd om meer scholen te bouwen, meerziekenhuizen, snelwegen en fabrieken.Bovendien moest de bevolking wordenopgeleid om die instellingen te bedie-nen.Met pretogen vertelt Illich dat hij jarengeleden een stichting oprichtte met alsdoel om bewoners van Latijns-Ameri-kaanse sloppenwijken hun eigen uit-werpselen te laten beheren. De indu-striële ontwikkeling dreef mensen vanhet platteland naar de steden. Maar au-toriteiten ontruimden steeds sloppen-wijken uit de hygiënische overwegingdat er onvoldoende water door die wij-ken stroomde. Te weinig water vooreen behoorlijke riolering betekent infec-tiegevaar, luidde de redenering. 'Maarwater brengt juist infecties', zegt Illich.'Bovendien is het exorbitant duur omwater te gebruiken om poep af te voe-ren. Laat mensen hun eigen hutjes bou-wen, laat hen voor hun eigen poep zor-gen - zoals ze dat gewend waren op hetplatteland - en leg hen geen vreemdenormen op.'Elke ontwikkeling heeft ongewenste ne-veneffecten, aldus Illich. Plastic emmersuit een fabriek in Sáo Paulo zijn goed-koper en lichter dan de emmers dietinsmeden uit afval maken in het wes-ten van Brazilië. Maar de plastic emmerzorgt voor de werkloosheid van de tin-smid en voor smerige rookwolken inSáo Paulo. Het is een dubbel gif dat desamenleving bedreigt. Daarbij komt datde begraafplaatsen voor industrieel af-val zoveel kosten dat zij het voordeelvan de goedkope emmer tenietdoen. 'Ineconomisch jargon: de externe kosten

42 De AS 146

Page 44: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

zijn niet alleen hoger dan de winst diemet productie van plastic emmerswordt gemaakt, maar ook dan de sala-rissen die in de fabriek worden be-taald.'Naast de externe kosten, die de consu-ment niet betaalt en die op de een of an-dere wijze moeten worden afgerekenddoor anderen of door toekomstige ge-neraties, is er ook sprake van contrapro-ductiviteit: gekochte goederen of dien-sten zelf blijken vaak de verwachtingendie zij oproepen, niet waar te maken.Voorbeelden genoeg: door de medicali-sering van de gezondheidszorg groeitde vraag naar zorg zodanig dat het sy-steem onbetaalbaar wordt en boven-dien wordt de innerlijke heling in hetlichaam - de essentie van gezondheid -ondermijnd. Transportsystemen leidentot files. Meer en meer mensen wordenslaaf van het verkeer, waardoor én demobiliteit én de bereikbaarheid afne-men.Het effect van de industrialisatie op desamenleving wordt duidelijk. Illich:'Enkele vormen van economische groeibedreigen het milieu, alle economischegroei bedreigt het gemeenschappelijkerfgoed dat ook sociale structuren be-helst.' De tragiek van ontwikkelingwordt pijnlijk geillustreerd door het feitdat de nieuwe onderklasse bestaat uitmensen die worden gedwongen contra-productieve diensten en goederen teconsumeren. Zij die dat kunnen weige-ren, zijn bevoorrecht: als je buiten despits kunt reizen, als je in een huis kuntwonen dat omgeven is door frisse lucht,als je om de huisarts heen direct naareen specialist kunt als je ziek bent. Of-wel: ontwikkeling staat haaks op hetstreven naar gelijkwaardigheid.De privé-jet van McNamara als treffen-de illustratie. 'Ontwikkeling uitgedrukt

in het verbruik van energie en zorg isde meest verderfelijke invloed van dewesterse zendingsdrang. De dekoloni-satie is een proces van bekering geble-ken. Bekering tot het westerse beeldvan de homo economicus, die slechtsconsumptieve behoeften heeft. Zieken-huizen spugen baby's uit en nemenstervenden weer op, scholen houdenwerklozen bezig tussen en na hun ba-nen en flats slaan mensen op tussenhun bezoekjes aan de supermarkt door- dergelijke instellingen zijn ontworpenom baby's levenslang aan de zuigfles tehouden.'Illich richt zijn argumenten als pijlen.Toch spreekt hier geen dogmaticus,maar een filosoof. Hij is niet uit op hethebben van gel*, maar op het waarne-men van waarheid. Zijn kritiek op ont-wikkeling betreft evenzeer de modernewesterse maatschappij als de opkomen-de maatschappelijke structuren in deDerde Wereld. En het betreft een ma-nier van denken. Illich verwierf zijn we-reldfaam vooral met Medical Nemesis(Nederlandse vertaling: Het medisch be-drijf, 1975), waarin hij betoogt dat hetmedisch apparaat een bedreiging voorde gezondheid is geworden. Maar hetinteressante is, dat hij zijn visie per toe-val op de westerse geneeskunde richtte.Zijn aanvankelijke bedoeling was omeen analyse van de Amerikaanse poste-rijen te maken. Hij wilde de contrapro-ductiviteit van massale systemen aanto-nen. En hij koos voor de post om telaten zien dat, hoe groter en complexerde postbestelling werd, des te minderbrieven op tijd werden bezorgd. Eenvriend overtuigde hem dat het verza-melen van het benodigde naslagwerkvoor dat thema lastig zou zijn en daar-om besloot Illich de geneeskunde alszijn onderwerp te kiezen. Hij schreef

De AS 146 43

Page 45: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

Medical Nemesis vervolgens na zesmaanden research - een gigantischeprestatie gezien het feit dat het boekvoor bijna de helft uit voetnoten be-staatIllich verwerpt de verworvenheden vande moderne geneeskunde niet als zoda-nig. 'Ik zal je niet vertellen dat operatiesslecht zijn. In China werden 2.500 jaargeleden al staaroperaties uitgevoerd enin dezelfde tijd werden in Lahore [inhet huidige Pakistan] al nierstenen ver-wijderd. Een Amerikaanse legerartsheeft mij eens penicilline gegeven,waardoor een gemene beenwond nadagen was geheeld. Het gaat mij nietom wat de technologische, institutione-le ontwikkeling doet met mensen, hetgaat mij om wat die ontwikkeling tegende mensen zegt Die ontwikkeling heefthet denken van mensen getransfor-meerd. In de tijd dat ik Medical Neme-sis schreef, werden er in Duitsland rela-tief twee keer zoveel blindedarmopera-ties uitgevoerd als in Groot-Brittannië.Daar is geen objectieve verklaring voor.Het gaat dus om een cultureel ver-schijnsel.'

AUTONOMIE

Voor Illich staan vrijheid (autonomie)en gelijkheid voorop. Als de auto is be-doeld om de vrijheid van het individute vergroten en dat individu staat ver-volgens vooral in de file, is dat doelmislukt. En als die auto alleen kan wor-den geproduceerd door grootschaligesystemen die machtsconcentratie - endus ongelijkheid - stimuleren, is het eenonwelkom instrument. Een mens kanzich slechts volledig als artiest ontplooi-en, als hij de zelfstandige eigenaar isvan zijn instrumenten. De huizenbezit-ter die gebukt gaat onder zijn hypo-theek, kan dat slechts beamen. In de

conviviale samenleving van Ivan Illichis de gitaar meer waard dan de cd-spe-ler, de bibliotheek meer dan het klaslo-kaal, de moestuin meer dan de super-markt en creatief werk meer danloonarbeid. De verworvenheden vanhet gemeenschappelijk erfgoed staancentraal in plaats van de productie vanconsumptiegoederen.Het klinkt als een romantische terugbliknaar het verleden, in werkelijkheid ishet een - nog ongeëvenaard - strevennaar autonomie en ontplooiing - als deessentie van het leven. Vrijheid mag al-leen worden beperkt als de vrijheid vaneen ander wordt bedreigd. Instrumen-ten - technologie - mogen de individu-ele vrijheid nooit in de weg staan. Zijdienen juist de ontplooiing van demens. Officieel wordt vrijwel elke nieu-we vinding op die wijze aangeprezen.In de praktijk smoort de vooruitgangveelal in de contraproductiviteit dieIllich beschrijft. De meeste mensen zijnpionnen in hun eigen leven en ze latenzich voortdurend verleiden door de pa-radox dat nog meer geld wel vrijheidbetekentIllich kiest voor eenvoud als de wareweg naar vrijheid. Loslaten betekent be-vrijding. Gandhi gaf hetzelfde receptHet vrijheidsideaal is de afgelopentweehonderd jaar in vele strijdkretenverpakt Er is veel geprobeerd en veelmislukt, maar geen enkel land - geenenkele politieke beweging - heeft zichnog gewaagd aan het streven vanGandhi en Illich. Het zou nog wel eensde - nog ongeteste - veelbelovende stra-tegie kunnen zijn voor de toekomst vanmens én planeet.'Wat we nodig hebben is hoop', zegtIllich. 'Onze hoop heeft het afgelegd te-gen de gerezen verwachtingen. Hoopbetekent vertrouwen op het goede van

44 De AS 146

Page 46: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

de natuur. Het is de wens om een giftvan iemand te ontvangen. Verwachtingis het claimen van rechten, van resulta-ten die door mensen worden gemaakten gecontroleerd. Mensen hebben eisen,omdat ze niet meer in staat zijn iets inhun leven te verbeelden dat een instel-ling niet voor hen kan verzorgen. Wemoeten de hoop terugvinden als een so-ciale verbindende en creatieve kracht.''Het verbaast me hoe moeilijk loslatenblijkt', vervolgt hij. Enkele jaren gele-den presenteerde hij op een congresvan een internationaal verbond vanfietsers een alternatief transportplan.De enige auto's op de wegen zoudentaxi's zijn. Illich had berekend, dat te-genover het verlies aan banen in de au-to-industrie - als gevolg van dat plan -drie tot vier keer zoveel banen voortaxichauffeurs zouden ontstaan. Alleburgers zouden worden voorzien vaneen creditcard. Overal zou je eenvoudigin een taxi kunnen springen en maan-delijks zou je thuis de rekening krijgen.Wat wil je nog meer? Het plan werdnooit serieus kritisch besproken. Zelfsin het blad van het internationale fiet-sersverbond werd het voorstel als 'ab-surd' gepresenteerd. 'Terwijl het toch inhun belang is', zegt Illich.Hij pakt de Engelse editie van Ode opmet daarin het conceptverdrag vanNoordwijk voor een menselijker we-reldeconomie. 'Met respect', zegt hij,'dit is het cruciale punt van ons ge-sprek: loslaten betekent meer dan hetwijzigen van een paar spelregels [nieu-we economische wetten en handelsver-dragen]. Jullie en ik kunnen een paar af-spraken maken. Het is mogelijk om eenklein menselijk bestaan te creëren inAbsurdistan. Maar het is geen strategiedie de vrijheid en gelijkheid van ieder-een dient.'

Bovendien is het optimisme van zo'naanpak - hij wijst op het tijdschrift -' strijdig met de condition humaine. Los-laten betekent ook lijden. De meestemensen willen dat niet onder ogen zien.Toen ik Tools for Conviviality [Neder-landse vertaling: Naar een nieuwe levens-stijl, 1973, waarin hij uitgangspuntenvoor een vrije, gelijkwaardige samenle-ving beschrijft] had geschreven, raakteik in een diepe depressie. Het is nietmeer gebruikelijk voor mensen om hunzintuigen te gebruiken om de waarheidte vinden.'De volgende ochtend begint met zon ophet balkon, open deuren, thee en versebroodjes. En opium. 'Het helpt me omte kunnen lachen naar de pijn. De opi-um schept afstand tussen mij en depijn.' Die pijn is intens. Herhaaldelijkzakt Illich diep in zichzelf weg, waarnazijn geest plotseling weer bovenkomten het gesprek verdergaat. In 1982 gafhij een lezing over Medical Nemesis ophet jaarlijkse congres van de Ameri-kaanse oncologen. Zijn boodschap wasals immer: chirurgie en medicijnen -technologie - vormen uiteindelijk eenbedreiging voor de autonomie van demens. Op zijn wang ontwaarden de art-sen een knobbeltje en hij liet zich over-halen om dat door zijn gastheren te la-ten onderzoeken - 'uit respect voorhen'. 'U hebt kanker. Het gezwel op uwwang is ernstig kwaadaardig. Als uniets doet, geven we u nog maximaalvijf jaar', luidde de uitslag.Bijna twintig jaar later corrigeert Illichde artsen nog een keer zorgvuldig: 'Ikheb een kankerdiagnose. Zo'n diagnoseheb ik eerder meegemaakt. In april1938, twee weken nadat Hitler Oosten-rijk was binnengevallen, werd ik doorhet hoofd van mijn school door alleklassen geleid om mijn neus aan de

De AS146 45

Page 47: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

leerlingen te laten zien. Zo ben ik ge-voelig geworden voor diagnoses. In bei-de gevallen ben ik ontsnapt aan de be-handeling - discriminatie en eenoperatie - die men toepasselijk achtte.Hij luisterde wel naar de Pakistaansearts die hen zei niets te doen en opiumte gebruiken als de pijn ooit te heftigzou worden. 'Het is een goedkoop me-dicijn. De prijs van de opium die ik gis-teravond heb gebruikt, is gelijk aan dievan twee six packs bier.'De ontsnapping aan het chirurgenmeshad een prijs. Het knobbeltje van 1982is tegenwoordig een vuistgroot gezwelop zijn rechterwang. Het maakt Illichtot een soort van Elephant Man die opstraat wordt nagekeken. Toch mijdt hijde bakker niet. En hij loopt met opgehe-ven hoofd en een krachtige tred. Eerlijk:'Ik luisterde naar de Pakistaan, omdathij me vertelde wat ik wilde horen. "Ditheeft God jou gegeven als jouw weg",zei hij. Zo is het. Dit is de weg die ikheb gekozen.'Het is onvermijdelijk: het gezwel en depijn versterken zijn boodschap. Michleeft zijn visie. Die consequentie is eenconfrontatie voor zijn omgeving. Je ont-komt haast niet aan de tegenwerping:waarom heb je je niet laten opereren, jezegt toch dat je niet perse tegen opere-ren bent?Illich: 'Iedereen is tegenwoordig inmeer of mindere mate besmet met degedachte dat je de manager bent van je

GENDERvervolg van pag. 33

zelf de gevolgen: zijn theorie over deverwevenheid tussen seksisme en in-dustriële samenlevingen overtuigt niet.Als feilloos en genadeloos criticastervan instituties heeft Illich zich verslikt

eigen leven. Maar meer mogelijkhedenbetekent minder vrijheid. Je bent nietvrij als je bezig bent met wat je ook zoukunnen hebben gedaan. Ik wil me nietlaten leiden door het concept van risico.Er bestaan organisaties die voortdurendberichten welk risico een vrouw heeftom borstkanker te krijgen. Dat is statis-tiek. Voor jou en mij is de kans altijd50/50. Dit is het voor mij. Ik wil het le-ven beleven zoals het nu hier is.'Het studentennichtje Rita komt afscheidnemen. Illich omhelst haar en dankthaar voor haar komst. 'Ik heb haar inmijn hart gesloten', zegt hij als de deurachter haar dichtvalt. Dat is het leven,nu en hier.Maar de pijn dan? 'Pijn beleven heeft temaken met de wezenlijke levenserva-ring van lijden. Als je pijn tot een tech-nisch probleem maakt, beroof je hetlijden van zijn eigen persoonlijke bete-kenis', schrijft Illich in Meclical Netnesis.Vijfentwintig jaar later in Bremen is hijzijn eigen boodschap. Met hier en daareen beetje opium. 'Tien minuten gele-den verging ik van de pijn. Toen ver-koos ik de dood boven het leven, als jeme dat zou hebben gevraagd. Nu is depijn minder geworden. Of mijn krachtis groter geworden, omdat ik geniet vanjullie gezelschap. Ik ben weer hier.'Zonnestralen breken door de klimplantop het balkon en stralen op zijn gezicht.'Ik heb mijn vooroordelen. En daar ge-niet ik van. Dit is wat ik geworden ben.'

in een analyse van vrouw/man-ver-houdingen. Met zijn goed bedoelde po-gingen vrouwen te bevrijden, bereikt hijhet tegengestelde. Wat dit boek rest iszijn pleidooi voor het inlijven van devrouwenbeweging bij Illich' kruistochttegen de instituties. Gelukkig is ook datdeel van dit project mislukt.

46 De AS 146

Page 48: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

HET GEDACHTEGOED VAN ILLICH*Pietro M. Toesca

De herinnering aan het gedachtegoed van Ivan illich betekent de herontdekking van een cri-terium dat ons in staat stelt de historische werkelijkheid die op ons betrekking haft in zijngeheel te beschouwen. Dat criterium is de 'ont-institutionalisering' van de samenleving.Institutionalisering is het georganiseerde antwoord op de behoeften of de eisen die het indi-vidu op de maatschappij afwentelt, in de overtuiging dat die aan zijn eigen onvermogen te-gemoet kan komen door hem een bepaald 'recht' op te leggen. Het lijkt erop alsof dit indivi-du absoluut afhankelijk en streng verplicht is om zich zonder andere keuze tot het instituutte wenden en daaraan diensten te verlenen. Zo wordt het 'institutionele monopolie' ge-vormd en wordt de verhouding tussen individu en maatschappij volslagen omgekeerd. Er isvoortaan de georganiseerde maatschappij, die streeft naar de instandhouding van zijn ei-gen, eenmaal door iedereen aanvaarde vorm, en naar het opleggen van zijn eigen regels enprocedures, en daarom in zijn eigen objectiviteit alle subjectiviteit van zijn participantenabsorbeert. De maatschappij moet echter vrije mensen 'maken', zoals de samenleving 'ge-maakt' moet worden uit de daadwerkelijke vrijheid van wie met elkaar samen leeft. (...)

Wat is het alternatief voor de volkomendoor instituties beheerste maatschappij?Illich vindt dat alternatief in de convivia-Weit. Dit samen-leven betekent aller-eerst samen delen, een vreugdevollewederzijdse deelneming dat betekentniet de stompzinnige ontkenning vande moeilijkheden en de tegenslagen vanhet bestaan, maar wel een voortduren-de activering, voor elkaar, van het won-der dat in ons de schoonheid van dewerkelijkheid doet weerklinken en onsin staat stelt het leed tegemoet te tredenals een innerlijke, nooit rampzalige, di-mensie van iets dat altijd goed afloopt.Mits die samen is opgebouwd in eenwelwillende uitruil van hetgeen ieder-

een vanuit zichzelf weet te ontdekkenen tot stand te brengen. (...)Convivialiteit vernietigt de hiërarchi-sche verschillen in de maatschappij, ter-wijl het wel het onderscheid erkent enbevordert waarmee ieder mens aan hetbegin en aan het eind van elk levens-proces staat. Daarmee bepaalt hij name-lijk op een bepaalde manier vanuit zich-zelf de geschiedenis, die vanuit eengemeenschappelijke dialoog ontstaat endie wederkerigheid van onderaf totstand brengt. (...)

Het eerste probleem van de institutiesdat Illich met een luide en radicale aan-klacht aanpakt, ligt op het terrein vande scholen. (...) Ontscholing is niet het

* Dit nagedachtenisartikel van Pietro M. Toesca, 'Ricordare ontlenen we aan het Itali-aanse tijdschrift Rivista Anarchica 294, jaargang 33 nr. 8, november 2003. De vertaling is vanJan Bervoets. Door ruimtegebrek en overlapping met andere artikelen in dit nummer kondenwij helaas dit artikel niet integraal plaatsen. De bewerking (bekorting) is van Marius de Geus.

De AS 146 47

Page 49: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

weigeren of afschaffen van de opvoe-

dende dimensie maar haar herstel tot

activiteit en bevoegdheid van iedereen,

wie dan ook. Elke handeling heeft, of

men dit nu wil of niet, een pedagogischedimensie en wij moeten juist aan het her-

stel van dit aspect van de structurele

dynamische wederkerigheid van het

menselijk handelen expliciet aandacht

schenken. Elk instituut moet dynamisch

en dientengevolge in zijn uitvoering

van tijdelijke aard zijn. Het ontleent

daarom alleen maar macht aan het sa-

men blijven, dus een macht die duide-

lijk verdeeld is en duidelijk verder ver-

deeld dient te worden (dat is de politiek

als opvoedkunde). De school als vast

bepaald en verkalkt, en dus autoritair

instituut staat dit algemene proces vangezamenlijke opvoeding in de weg, om-

dat ze die vervangt door een opvoed-

kundige indoctrinatie die elke mens diehaar ondergaat op verschillende ni-

veaus tot een werktuig vervormt, ook

het laagste. (...)

De cultuur die 'op schoolse wijze wordt

geproduceerd en verspreid, produceertop voorspelbare wijze uit de geschiede-

nis bepaalde historische antwoorden,

voortkomend uit vaststaande, ware eneigen vooroordelen. Anders dan ware

kennis te ontwikkelen, beletten deze

vooroordelen dat de enkelingen doormiddel van het leren persoonlijk toe-

gang krijgen tot de verscheidene be-

wustwordingsprocessen van de werke-lijkheid. Hier is wat het onderscheid

kan verduidelijken tussen 'proces' en'inhoud' (het medium moet niet de

boodschap zijn, zoals gebeurt in een

vervreemde maatschappij, zoals ook

MacLuhan vaststelt). Dit brengt een on-

eindige variatie van processen teweeg

waardoor de mens zich het weten eigen

kan maken. (...)Door ontscholing wordt het leerproces

bevrijd van de exclusieve afhankelijk-

heid van het 'onderricht'; de pedagogi-

sche dimensie wordt weer gezien alseen aspect van het weten en van het

handelen van iedereen. Ook van de be-

scheidenste mens, wiens ervaring hetvermogen heeft om met kennis om te

gaan. Dat betekent oneindig en on-

schatbaar meer dan het geformaliseerde

onthouden, en dat kunnen de socialeregels niet geven. Illich signaleert de

successen van het gezamenlijk beheer-

de leerproces van partners, waarbij deéén eenvoudigweg over een bepaalde

kennis beschikt waaraan hij zijn com-

municatieve en relationele vermogens

ontleent (bijvoorbeeld een taal, een

technische vaardigheid) en de ander de

behoefte heeft om zich juist die instru-menten te verwerven om op zijn beurt

te communiceren met de werkelijkheid

die hem omringt. (...)De school voldoet volgens Illich niet

aan deze voorwaarde en onderwijst

daarom op een statische manier. Dit be-

tekent dat ze niet nuttig is en dat nie-

mand haar nodig heeft (omdat men in

werkelijkheid heel andere behoeften

heeft en daarom andere belangen die,

omdat ze afkeer opwekken, ons van de

school doen walgen en voortaan tot on-

herstelbare onwetendheid leiden). Endat gaat gepaard met een enorme ver-

spilling van geld, hulpbronnen, energie

en organisatie, die men zich had kun-nen besparen als men maar had geke-

ken naar hoe de zoektocht naar kennis

er werkelijk uitziet. (...)

Illich stelt scholing gelijk aan het begin-

sel dat de algemene maatschappelijke

48 De AS 146

Page 50: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

institutionalisering een vorm van on-derdrukking betekent. Daarin komende kenmerkende processen als bepaal-de eisen voor en leert het kind de ge-woonte om zich te behelpen met eenreeks van hulpmiddelen. En die lappenhem kunstmatig op bij elke behoefte,beroven hem van de mogelijkheid omrechtstreekse lessen te trekken uit deaanwijzingen die afkomstig zijn uit eenbetekenisvolle omgeving. Het alterna-tief is juist een maatschappij als eenduidelijke Umwelt. Daarin hebben deinstellingen niet meer de functie dat zijaanwijzingen van de afwisselende endynamische werkelijkheid manipule-ren. Zij ordenen ze niet meer in sche-ma's, waarbij de handhavingslogicavolledig de levensfuncties vervangtdoor een schijn die afhangt van het mo-ment en wat er in stand gehouden moetworden. Integendeel, zij kennen geenandere taak of rechtvaardiging dan datzij de 'gebruikers' in staat stellen zelf-standig actief, oordeelkundig en vrij tezijn. (...)Controle, beheersing, onderdrukking:dat is de taak van de wet. Het juisteproces van de menswording van hetmensdom steunt daarentegen op de be-wustwording, die op dit punt duidelijkis omdat zij zich niet verlaat op de insti-tuties, maar ze beteugelt. Want die in-stellingen vormt men in de vooronder-stelling dat de mens van het begin afaan niet in staat is zelf de weg naar deeigen verwezenlijking te realiseren. (...)

6

Illich lezen betekent dat we in onze tijdde aanzetten tot een beschaving kunnenbespeuren die, wil zij haar ware aardkunnen openbaren, moet worden be-wijd van haar dubieuze aard. Die laathaar doen alsof en vervormt haar, zo

opgesloten in de geschiedenis, tot eenbeginsel van overheersing en onder-drukking. Tegelijkertijd kunnen weprecies het tegengif identificeren voordeze maskerade: dat is het terugvindenvan de betekenis van deze oorsprongendoor de verwijzing naar de elementaire'natuurlijke' dimensies van de mens. Enjuist dit terugvinden wordt belemmerddoor de school, die het meeste door uit-sluiting of met een streng verwijt van'onaangepastheid' uit het leerprocesverwijdert. Dat proces eist een geheelvoorgevormd systeem, is geenszins on-afhankelijk en, voorzover het de leer-oefeningen zelf betreft, geheel voorge-kookt, terwijl het 'leren' een beginsel inzichzelf zou moeten zijn. (...)Zo zijn de meeste mensen uitgesloten,en de natuurlijke en algemene nieuws-gierigheid maakt plaats voor de logicavan een van te voren bedachte construc-tie, die kan worden gemanipuleerd doorde lieden die het heft in handen hebben.Dat zijn dus de lieden die de zoge-naamde 'kennis' bezitten en toepassenals een voorrecht om te discrimineren:inderdaad als het voornaamste instru-ment om te kunnen discrimineren. (...)Daardoor heeft de ont-institutionalise-ring van de school prioriteit. Juist in deschool worden de criteria uitgewerkt enovergedragen van die discriminatie, degehoorzaamheid en het accepteren vande feiten. "De school is het reclamebu-reau dat ons laat geloven dat we demaatschappij nodig hebben zoals zij is."Illich weet wat de geweldige revolu-tionaire waarde van de beschaving isals progressief proces van zelf verwor-ven kennis en bijgevolg van het verwer-ven van een kritisch oordeel. Juist daar-om klaagt hij de school aan als eenberoving van dit 'explosieve' vermo-gen...

De AS 146 49

Page 51: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

BLADSPIEGEL 14

De wereld is niet meer wat ie was. Dat is na-tuurlijk iedere dag, en feitelijk iedere secon-de het geval, maar nog niet eerder leek diemij van zo weinig belang als eind april. Zelfsnu, een paar weken na de geboorte van onszoontje Yannick, lijkt alles nog zo triviaal, endeze Bladspiegel is daar vast een weerspie-geling van.Ook in andere opzichten is het niet meer zo-als het was. In het Utrechtse muziekcentrumwoedt volgens de maandagenda van aprileen heuse paleisrevolutie, 'na 25 jaar mu-ziekcentrum Vredenburg slecht de jongegarde (...) barrières en haalt er de bezemdoor. Het moet anders, het moet levendigeren moderner'. Modern is tevens dat deze 're-volutie' wordt gesponsord door een fris-drankenmerk.Ook cabaretiers zijn klaarblijkelijk niet meerzoals ze waren, neem Freek de Jonge. VrijNederland (postbus 1254, 1000 BG Amster-dam) 65/8,21 februari 2004, portretteert hemin Treek inspecteert de troepen', dit naaraanleiding van zijn optreden voor de Neder-landse militairen in Irak: "Waarom kun jeniet zeggen: wat gebeurd is, neem ik voorwaar aan (...)?". In dat verband kijkt hijgraag naar Caesar en Napoleon, zegt hij:"Die hebben indertijd de wereld ingerichtnaar hun idee. Daar hebben we achteraf eenhoop baat bij gehad. (...) Ik hoop dat wat hiergebeurt over honderd jaar ook als een zegenwordt ervaren." (...) Hij was vroeger (...) te-gen de atoombom. "Maar later ben ik gaaninzien dat die bom wel voor vrede heeft ge-zorgd. (...) Naarmate je ouder wordt, zie jedat het allemaal niet zo zwart-wit ligt. (...)Sommige mensen willen van mij nog altijdeen verhaal horen met een ideologie. (...) Ikheb geen ideologie. Mijn verhaal staat bovende ideologie." Er valt hier natuurlip( veelover te zeggen, maar dat laat ik maar achter-wege. In hetzelfde VN nummer verwoordthoogleraar sociologie Kees Schuyt het alsvolgt: 'Mensen die van uiterst links naar ui-terst rechts zwabberen, daar heb ik echt een

hekel aan. (.4 Daar kan ik niet tegen_ Of je vroe-gere houding was voor de geef of je latere.'Op 30 april 2004 verhaalde het NRC Handels-blad over een demonstratie voor de vrijlatingvan gegijzelde Italianen in Irak: 'De familie-leden zagen zich gesteund door enkele min-der belangrijke politici, die op persoonlijketitel meeliepen, vredesactivisten, moslims,anarchisten en paus Johannes Paulus II. (...)Premier Silvio Berlusconi: "De manifestatievan vandaag is positief en pacifistisch ge-weest (...)". Anarchisten samen met de paus,Berlusconi die het over pacifisme heeft, nee,de wereld is echt niet meer wat die was!

Desalniettemin blijven sommige dingen bijhet oude. 'Nieuwe regering, zelfde troep —PSOE supporters vieren de overwinning' ishet onderschrift bij een foto in Freedom (84bWhitechapel High Street, London, El 7QX,www.freedompress.org.uk ), - anarchist newsand views -, van 3 april 2004. In het begelei-dende artikel wordt de vraag gesteld of er nade verkiezingsoverwinning van de Spaansesocialistische partij dingen werkelijk zullenveranderen. Nee, luidt het voorspelbare ant-woord, en de conclusie is eveneens van dienaard: 'We hebben feitelijk een anarchistischesamenleving nodig om terrorisme te kunnenvoorkomen.' Zonder een lans te willen bre-ken voor de Spaanse socialisten vind ik hettoch tamelijk oudbakken om te stellen dathet allemaal dezelfde rotzooi is. Ik heb tochliever een Zapatero dan een Aznar, lievereen Kerry dan een Bush, ook al zijn ook zijpolitici.Ook de Nijmeegse leefwerkschool Eigenwijsbestaat nog steeds. Het Volkskrant-magazineberichtte er in 'Het nut van vrijheid' op 14 fe-bruari 2004 over. 'Het is een school voor kin-deren die het op gewone middelbare scholenniet uithouden. Niet omdat ze te dom zijn,maar om allerlei andere redenen. De meestekunnen niet tegen autoriteit. (...) De schoolmoet geschikt worden gemaakt voor hetkind, niet het kind voor de school, is het uit-gangspunt van Eigenwijs.' Maar de schoolkent ook nadelen: 'Als medewerker moet je

50 De AS146

Page 52: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

niet gefrustreerd raken als er acht jongerenop je rooster staan en er geen een komt, ofmaar een.' En niet-rokers hebben het ookniet makkelijk: 'Het lokaal staat blauw vande rook.'

Wie ook blijft, is 'instant composer' MishaMengelberg, over wie drie anderen praten inde VPRO gids (postbus 11, 1200 JC Hilver-sum, www.vpro.n1) nummer 8: 'Van allekanten werd ik voor hem gewaarschuwd: hijsaboteert, is een nare anarchist, en komt al-tijd te laat op afspraken. Maar hij was ge-woon op tijd toen we afspraken. (...) Hij heefteen enorme muzikale bagage en weet allesover regels in muziek. Maar wat hij zijn stu-denten op dat gebied leert, lapt hij zelf ophet podium met plezier aan zijn laars.'

Het afgeven op de Verlichting is van alle tij-den. Nieuw is echter dat het door nieuw-rechtse politici en opiniemakers als PaulCliteur tot ijkpunt is gemaakt van de wester-se cultuur. In het katern 'Opinie en Debat'van het NRC Handelsblad van zaterdag 1 meineemt essayist Cyrille Offermans deze claimop de korrel en plaatst hij het verlichtings-denken in een ander perspectief: 'Wilde deVerlichting niet de emancipatie van het in ar-moede en geestelijke duisternis gehoudenvolk? Ja, de Verlichting was een zaak vanlinks. Zoveel is zeker. Rechtse denkers wa-ren altijd ondubbelzinnige tegenstandersvan de Verlichting. (...) Belangrijker (...) ishet besef dat de Verlichtingsdenkers geenpolitid waren maar — inderdaad — denkers:schrijvers, pamflettisten, essayisten, toneel-makers, journalisten, kortom, intellectuelenin de meest ruime zin van het woord. (...)Onze beschaving, die van het verlichte wes-ten, is superieur aan die van de anderen,speciaal van die achterlijke islam [volgensnieuwrechtse politici en opiniemakers, PL).In die context komt de Verlichting steevastopdraven — als dooddoener. (...) Het beroepop de Verlichting ter legitimering van eenenghartige, vaak xenofobe eigenwaan is eengotspe. Voltaire zou deze zelfbenoemde erf-

genamen van zijn werk aan zijn scherpst ge-punte ganzenveer geregen hebben. (...) Erf-genamen van de Verlichting die alleuiteenlopende tradities en culturen willen ni-velleren ten gunste van een wereldwijde be-schaving die 'haar fundament vindt in derede'. Maar die redelijkheid is er in dit gevaleen van de meest beperkte soort, namelijkdie van de vrije markt. (...) Nieuw Rechtsreageert (...) met een versteviging van de dis-ciplinaire, repressieve en militaire functiesvan de staat, machtsmiddelen waar de Ver-lichtingsdenkers niets van moesten hebben.Deze neoliberale grootheidswaan naar Ame-rikaans model heeft met enigerlei Verlichtingin authentieke zin dus niets te maken. Zeput, als elke waan, uit de troebelste bronnenvan zelfverblinding en maatschappelijkeblindheid.'

Een nieuwe ster aan het anarchistische fir-mament is Geen paniek! (postbus 2228, 2301CE Leiden, www.geenpaniekmagazine.n1).Dit 'politiek cultureel magazine' is de papie-ren opvolger van Dusnieuws, en wordt medemogelijk gemaakt door de Nationale Com-missie voor Internationale Samenwerking enDuurzame Ontwikkeling (NCDO). Het eer-ste kwartaalnummer, dat een opmerkelijkvrije vormgeving kent, gaat geheel over deEuropese samensmelting: 'Hier krijg je eenoverzicht van de laatste ontwikkelingen eneen kijkje achter het rookgordijn van de Eu-ropese eenwording. Dit blad dient als lei-draad in chaotische tijden, als een in-strument voor kritische bespiegeling in eenpassief-agressieve consumptiecultuur. Leesen alles komt goed. Geen paniek!'In een artikel over stemmen wordt ingegaanop het fenomeen blanco stemmen, waar veelmisverstanden over bestaan, ook bij mijblijkt. 'Er zijn anarchisten voor wie de gangnaar de stembus om blanco te stemmen nogte veel eer is voor de machthebbers. Toch be-tekent dit niet dat anarchisten nooit deelne-men aan verkiezingen. Anarchisten richtensoms zelfs hun eigen partij op. (...) Meestal ishet doel de parlementaire democratie bela-

De AS146 51

Page 53: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

chelijk te maken. (...) De term 'blanco stem-men' komt er [in de Kieswet, PL] niet voor.Het is dan ook niet zo vreemd dat over blan-co stemmen de nodige misverstanden be-staan. (...) Blanco stemmen zijn voor dekieswet 'ongeldige stemmen' en die tellenvoor de kiesdeler of de verdeling van even-tuele restzetels niet mee. (...) Met de Europe-se politieke verkiezingen in het vooruitzichtheeft het Leidse Eurodusnie collectief opge-roepen om blanco te stemmen als protest te-gen het ondemocratische en kapitalistischefort Europa. (...) Over de zin en onzin vandeze oproep wordt op de Eurodusnie web-site [http: / /euro2004.eurodusnie.nl , PL] in-middels druk gediscussieerd.'

REACTIES & DISCUSSIES

DOMELA (1)In De AS 145 trof me een enthousiaste be-spreking door Dick de Winter van HennyBuitings studie over De Nieuwe Tijd. Ik moetdat dikke boek nog lezen en zal dat ook ze-ker gaan doen. Immers, Ferdinand DomelaNieuwenhuis (DN) van plagiaat beschuldi-gen, terwijl ik dat toch ook had kunnenweten en moeten schrijven, verplicht een-voudigweg. Als gezegd, het boek heb ik nogniet gelezen. Wel ken ik een heel uitvoerigen gedegen opstel van Buiting over deMarxreceptie door De Nieuwe Tijd in: Mar-cel van der Linden (red.), Die Rezeption derMarxschen Theorie in den Niederlanden (Trier1992), 150-243. Dat komt na een bijdrage vanmij, waarin ik laat zien hoe weinig Marx inKapitaal en Arbeid is te vinden. Ik noem daar-in ook mogelijke auteurs en wijs dan vooralde toen populaire Schaeffle aan, naast enkeleandere auteurs.Inderdaad niet C.A. Schramm. Dat zal danwel komen doordat ik niet gevonden heb datDN Schramm al had gelezen. Hij schrijftdaarnaast over deze auteur ook niet in zijnbriefwisseling met broer Adriaan, met wiealle gelezen auteurs zo'n beetje werdendoorgenomen. Verder heb ik in Gé Nabrinks

Over anarchistische politieke partijen, ge-sproken, die zijn niet meer iets van lang gele-den, want de digitale Springstof (springstof>puscii.n1 http: / /puscii.nl/springstof), 'hetUtregse nieuwsblad voor aktivistisch Utrecht'#13, van 27 mei 2004, meldt de oprichtingvan een anarchistische politieke partij inAmersfoort: 'Onder de ludieke naam PAPA,wat staat voor politieke actiepartij Amers-foort, willen ze de gemeenteraad op z'n kopzetten. (...) In 2006 hoopt PAPA minimaaléén zetel te behalen in de gemeenteraad. (...)Het hoofddoel is om Amersfoort swingenderte maken en minder voorspelbaar'. Info overPAPA is te verkrijgen bij polderwind@ deds.nLP'tje anser

Bibliografie zo gauw geen verwijzingen naarSchramm gevonden.Zegt allemaal niets, al heb ik geen bewijs datDN Schramm wél gelezen heeft. Het exem-plaar van Schramm in de bibliotheek vanDN stamt uit 1884, dus vier jaar na het schrij-ven van Kapitaal en Arbeid. DN kan hetboek echter geleend en gelezen hebben ofuitgeleend, niet meer teruggekregen en toenmaar opnieuw gekocht. Ik wil maar zegen:het was me niet onbekend dat juist ook dedelen in Kapitaal en Arbeid waar Marx veelcommentaar op had, niet gebaseerd zijn opDas Kapital en ik heb dat ook zo geschreven,maar Schramm heb ik inderdaad niet ge-noemd. Het is natuurlijk mogelijk dat niet al-leen DN, maar ook Schramm van een andereauteur heeft overgeschreven.Blijft de kwestie van plagiaat. Groot woord,waar je even mee moet uitkijken. Op het ti-telblad van Kapitaal en Arbeid staat als au-teur Karl Marx en onder de titel staat'bewerkt door F. Domela Nieuwenhuis'. Hetis vervolgens aan Marx opgedragen als 'eer-biedige hulde'. Domela Nieuwenhuis steltzich tegenover Marx dus nogal onderdanigop. Hij plagieert en cijfert zich vervolgensachter een andere auteur weg.Merkwaardig soort plagiaat. Ik vind dat ereen verschil is tussen overschrijven en plagi-

52 De AS 146

Page 54: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

aat, in die zin dat plagiaat overschrijven ismet het uitdrukkelijke doel het overgeschre-vene als eigen werk te presenteren en aldusvooruit te komen. Dat nu is bij DN niet hetgeval. Hij heeft Kapitaal en Arbeid niet ge-schreven om zich als wetenschapsman tedoen kennen of om er rijk van te worden.Die ambities heeft hij als socialist en anar-chist nooit gehad. Hij zal onder andere heb-ben overgeschreven omdat deze economi-sche onderwerpen zijn terrein niet waren enhij geen onzin wilde uitkramen. Als je je danbaseert op auteurs die Marx ook niet echt be-grepen hebben, dan heb je toch nog een in-houdelijk probleem.In de hedendaagse wetenschapspraktijk (dusniet direct die van scholingsliteratuur en be-keringspamfletten) is ook dit overschrijvenniet gewenst. je gebruikt je eigen woordenmaar of je citeert met bronvermelding, maardan is er een limiet aan de hoeveelheid cita-ten die je gebruikt. Kortom, inzake over-schrijven zijn wij nu tamelijk strikt, al is depraktijk van auteurs natuurlijk nog wel eensanders. Ik ben niet genoeg ingevoerd in dematerie om te weten of de negentiende-eeuwse wetenschappers eenzelfde precisiehanteerden. Ik vermoed van niet (de kritiekvan De Graaff heeft minder met wetenschapdan met politieke veroordeling van doen).In 1985 hebben Homme Wedman en ik daareen treffend staaltje van beschreven. Een fel-le kritiek op Marx van de gerenommeerdeM.W.F. Treub werd in 1891 door ChristiaanCornelissen met de grond gelijk gemaakt.Cornelissen had zijn Marx gelezen, maarTreub had slechts gedaan alsof. In werkelijk-heid had hij gebruik gemaakt van DomelaNieuwenhuis' Kapitaal en Arbeid, zonderdat natuurlijk te vermelden. Had DN Marxmaar 'geplagieerd'!Moraal: Kapitaal en Arbeid van DomelaNieuwenhuis is een boekje dat met takt be-handeld moet worden maar dat wisten weal een tijdje.Bert Altena

DOMELA (2)De poging van Bert Altena de reputatie van

Ferdinand Domela Nieuwenhuis te redden,draagt het karakter van een dodelijke omhel-zing. Teruggebracht tot de eigenlijke kerndeelt Altena de lezer immers mee het verevan onwaarschijnlijk te achten dat Domelabij het schrijven van Kapitaal en Arbeid crucia-le delen van C.A. Schramms Grundzuege derNational-Oekonomie heeft overgepend. Gege-ven deze erkenning resteert natuurlijk wei-nig anders dan het aandragen van ver-zachtende omstandigheden. Deze behelzenvoornamelijk de klacht dat Marx met DasKapital zo'n vervloekt moeilijk boek geschre-ven heeft, dat de arme Domela weinig an-ders rest dan te grijpen naar een minderegodheid die op economisch terrein wél tedoorgronden is.Een merkwaardige defensie, waar Altenavervolgens toegeeft dat het leentjebuur spe-len bij een auteur die Marx misverstaat 'eeninhoudelijk probleem' oplevert. In mindereufemistische termen wordt hier dus geargu-menteerd dat Domela bij het grijpen naar an-dermans werk de geniale ingeving heeftgehad de foute genius te verkiezen. Ergeraanklacht is, dunkt mij, moeilijk denkbaaromdat Domela behalve als plagiator ook nogeens als onnozele hals wordt neergezet. DatDomela's handelwijze inderdaad plagiaat in-houdt, is onweerlegbaar omdat het voldoetaan het enig geldige, én tijdloze, criteriumandermans gedachten of redeneringen tedoen doorgaan voor eigen werk.Altena's relativerende argument, dat men inde negentiende eeuw wellicht minder striktis omgegaan met het grijpen naar andermanswerk, doet natuurlijk niets af aan de geïncri-mineerde feitelijkheid zoals deze door demarxistische bollenkweker W.H. de Graaffmet kracht van argumenten aan de kaakwerd gesteld en door ons in het hier en nuaan een oordeel wordt onderworpen.Bert Altena sluit af met de 'moraal' dat Do-mela's Kapitaal en Arbeid 'met takt' moetworden behandeld. Een tamelijk vergoelij-kende conclusie, waar eerder is geponeerddat de geestelijk vader van het werk, de heerSchramm, Marx 'niet echt begrepen' heeft.

De AS 146 53

Page 55: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

Wat betreft de beoordeling van Domela'shandelwijze in het algemeen komt er nogiets anders bij. In mijn studie over hetmaandblad De Nieuwe Tijd wijs ik op een ar-tikel — 'Domela als geschiedschrijver' — vande marxist P.A. Pijnappel in de achtste jaar-gang van vermeld blad. Dit artikel uit 1903,we hebben inmiddels de eeuw bereikt waar-in plagiaat kennelijk plagiaat mag heten, be-schuldigt Ferdinand Domela Nieuwenhuiservan bij het schrijven van diens drieledigeDe Geschiedenis van het Socialisme (1901/1902)het befaamde werk van H.P.G. Quack, DeSocialisten. Personen en stelsels te hebben uit-getrokken en geplagieerd. Domela heeft enpassant, zonder bronvermelding, bovendiengegrepen naar het werk van een aantal min-dere goden, daarbij ook nog eens hun vergis-singen kopiërend. De beschuldiging isonderbouwd met talloze overtuigende voor-beelden, die Pijnappel tot de verzuchting

BOEKBESPREKINGEN

DE STAATDe staat heeft in de theorie van het anarchis-me altijd een vooraanstaande plaats ingeno-men. Immers, de staat beknot de vrijheid,aldus bekende grondleggers van het anar-chisme als Proudhon, Bakoenin en Kropot-kin. Sindsdien is de staat echter ingrijpendvan gedaante veranderd, maar dat gegevenis (uitzonderingen als AS-redacteur ThomHolterman daargelaten) onvoldoende er-kend in de anarchistische theorievorming.Opvallend is dat in nieuwe publicaties overde staat anarchisten vaak weinig anders doendan traditionele standpunten herkauwen.Dat geldt ook voor het boekje van HaraldBarciay over het verschijnsel 'staat'. Een jaarof twintig terug publiceerde deze antropo-loog People without government over samenle-vingen zonder regeringen (zie De AS 61,waarin Cees Bronsveld dat boek besprak).Barday plaatst ook nu de anarchistische kri-tiek op de staat in een antropologisch per-spectief.

voeren dat voor Domela 'schrijven naschrij-ven beteekent' en dat voor hem 'zelfstandigonderzoek een vreemd begrip is' (De NieuweTijd, jrg. 8, 1903, p. 451).Wanneer Domela in zijn Van Christen totAnarchist uit 1910 de beschuldiging tegen-spreekt, deelt Pijnappel mee van Quack be-richt te hebben ontvangen dat deze deindertijd geuite beschuldiging heeft inge-trokken dat Pijnappels oordeel was ingege-ven door 'oppositie en wrok'. (De NieuweTijd, jrg. 16, 1911, p. 68). Quack erkent metandere woorden de juistheid van Pijnappelsplagiaat-beschuldiging, wat tot de onont-koombare gevolgtrekking leidt dat we eentweede werk ontdekt hebben dat 'met takt'moet worden behandeld en vooral, dat erstructuur en consistentie steekt in Domela'smerkwaardige omgang met de wetenschapen met andermans intellectuele eigendom.Henny Buiting

In de eerste plaats bestrijdt Barday de wijd-verbreide fout in de moderne tijd om staaten samenleving door elkaar te halen. Daarbijwordt vaak aangevoerd dat het leven zonderde staat niet mogelijk zou zijn. Maar, zovoert Barday aan: we hebben de staat hele-maal niet nodig om (gedrags)regels te hand-haven. Een samenleving veronderstelt inder-daad een orde, structuur en geregeld gedragdat in afspraken of regels wordt gegoten. Integenstelling tot de dieren, waar regels gene-tisch worden doorgegeven, is dat bij de menseen gevolg van een leerproces en maken zedeel uit van de culturele traditie. Voor hethandhaven van regels hebben we volgensBarday in het geheel geen staat nodig. Daar-bij verwijst hij naar de geschiedenis. Demeeste menselijke samenlevingen hebbenlange tijd bestaan zonder enige regering,zonder wetten en zonder een staat.Niettemin verscheen de veelkoppige draakvan de staat toch op het menselijk toneel.Een veelkoppige draak omdat de verschij-ningsvormen van de staat talloos zijn: zowelin tijd als ruimte. Zo is een essentieel ken-

54 De AS 146

Page 56: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

merk van de hedendaagse staat dat hij abso-lute jurisdictie heeft over een nauwkeurig af-gebakend grondgebied. In Afrika bijvoor-beeld was dat vroeger evenwel niet het ge-val: de grenzen van een staat waren minderduidelijk.Ondanks de grote verscheidenheid aanstaatsvormen ziet Barclay toch een constantein de geschiedenis van de staat: het despotis-me en tegelijk een toenemende afhankelijk-heid van het individu ten opzichte van destaat. Voor Barday snijdt de opmerking dattalrijke hedendaagse democratische statenzich niet despotisch zouden gedragen, geenhout. Naar zijn mening is democratie op zijnbest de dictatuur van de meerderheid overeen minderheid. Bovendien, zo voert Bardayaan, bestaan ook in de democratieën despoti-sche kenmerken zoals de hiërarchie vanheersers en overheersten, de verschillen tus-sen arm en rijk en de regel dat de wet moetworden nageleefd op straffe van detentie ofandere strafmaatregelen.De hedendaagse en toekomstige ontwikke-lingen van de staat stemmen Barclay nietvrolijk. Daarbij wijst hij op de ontwikkelingwaarbij steeds meer staten geheel dan welgedeeltelijk opgaan in grotere verbanden alsde Europese Unie en op wereldschaal deVerenigde Naties. In dat verband stelt Bar-day de theoretische vraag of het mogelijkzou zijn om tot één wereldomvattende staatte komen. Hij beschouwt het in ieder gevalals een bizar fenomeen. Staten werden im-mers altijd gedreven door de competitie enstrijd met andere staten. Wat zou de motorvan die ene wereldstaat moeten zijn als datwegvalt? Er zal volgens Barday hoe dan ookergens een al dan niet imaginair rijk van hetkwaad moeten bestaan.De pessimistische visie die Barday heeft opde toekomstige ontwikkeling van de staat,kan naar zijn mening gebroken worden doorde woorden van Gustav Landauer ter hartete nemen, waar deze stelt dat we de staat zo-veel mogelijk moeten negeren en gebiedenvan vrijheid moeten creëren waar wederkeri-ge hulp de leidraad vormt. We moeten met

andere woorden alternatieve structuren op-bouwen die Barday Permanente AutonomeZones (PAZ) noemt. Dit in tegenstelling totde Tijdelijke Autonome Zones (TAZ) vanHaldm Bey.Met zijn stellingname sluit Barclay in zekerezin aan bij de traditie die al in de negentien-de eeuw gestalte werd gegeven door Kropot-kin. Ook hij vertrouwde op de wederkerigehulp als motor om een nieuwe samenlevingvorm te geven. In de praktijk werd die we-derkerige hulp vorm gegeven in de talrijkecoöperaties die ontstonden. Voortbouwendop de ideeën van Barday zou je de coöpera-ties Permanente Autonome Zones kunnennoemen. Dat kan uiteraard een strategie zijn,maar nooit de enige die zal leiden tot eenmeer anarchistische samenleving. De ge-schiedenis van de coöperaties toont overdui-delijk aan dat deze strategie niet alleen eenweg is die bezaaid is met mijnen, maar ookdat samenwerking met andere bewegingennoodzakelijk is om uiteindelijk niet te ver-zanden in de eigen genoegzaamheid en deacceptatie van de kapitalistische omgevingals een vaststaand gegeven.Dat is dan ook de tekortkoming van de PAZwaar Barclay voor pleit. Op zich kan zijnidee vruchtbaar zijn, maar dan moet dat welnoodzakelijk zijn ingebed in een bredere be-weging. Er daar ontbreekt het bij BarcLayaan.

Hij vertrekt naar mijn mening ook teveelvanuit een naïeve kijk op de oudste geschie-denis van de mensheid. Het ontbreken vaneen staat, een regering en zelfs wetten wilniet zeggen dat er op generlei wijze in deoudste samenlevingen van de mensheidsprake was van hiërarchie en macht. Het isjuist het erkennen van de menselijke drangom anderen te overheersen dat het belangvan het anarchisme zo onderstreept. Maardan wel een anarchisme waarin regels gel-den c.q. vastgelegd zijn over de grenzen vande persoonlijke vrijheid. Want om met Bakoe-nin te spreken: mijn vrijheid eindigt waar dievan de ander begint. Die vrijheid is een veelte groot goed om niet zonder duidelijke af-

De AS 146 55

Page 57: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

spraken (regels) vast te leggen. Inderdaad

moeten die afspraken dan worden nageleefd

en moet in regels worden bepaald wat de sa-

menleving kan doen als iemand de vrijheid

van een ander schendt. Een complexe sa-

menleving als de onze kan dat nooit organi-

seren zonder bepaalde instellingen hiervoor

in het leven te roepen. Het creëren van zulke

instellingen betekent natuurlijk een bepaaldeconcentratie van macht. Het zou veel interes-

santer zijn geweest als Barday in zijn werk

op dergelijke problemen was ingegaan. Nublijft hij teveel aan de oppervlakte met een

analyse die niet echt nieuw is. In zekere zinis Kropotkin hem namelijk al vooraf gegaanen zou je Barclay's analyse een verfijning

daarvan kunnen noemen. (WV)Harold 13arclay, The State; Freedom Press, Lon-

don 2003; 110 pag.; ca. 8 euro.

UITZONDERINGSSTAATOp 13 november 2001 vaardigde de presi-

dent van de Verenigde Staten de militaire or-

der uit die de onbepaalde vrijheidsberoving

zonder proces mogelijk maakt van niet-bur-

gers, verdacht van betrokkenheid bij terro-ristische activiteiten. Op grond van deze

militaire order worden vele honderden men-sen op de basis Guantánamo Bay op Cubagedetineerd. De order heeft voor de genoem-

de personen de gehele juridische status van

het individu opgezegd. Dit betekent dat de

in Afghanistan gevangen genomen Talibaan,

die op Guantánamo vast zitten, niet de sta-tus van 'krijgsgevangenen' volgens de Con-

ventie van Genève genieten. Evenmin vallen

zij onder de categorie 'verdachten' volgensde geldende Amerikaanse wetgeving. De mi-

litaire order heeft dat recht geannuleerd. De

onbepaaldheid van de vrijheidsberoving isdaarmee meerdimensionaal. Ze is onbeperktnaar tijd en ze is onbepaald naar wat voor

maatregelen er genomen kunnen worden.Bovendien ontbreekt geheel de mogelijkheidvan juridische controle op de gang van za-

ken via het systeem van het geldende recht.De enig mogelijke vergelijking van deze si-

tuatie is die met de juridische situatie van jo-

den en politieke tegenstanders van het Hit-

ler-regime in de nazi-kampen.Ook die mensen hadden met hun burger-

schap elke juridische identiteit verloren. De-

ze vergelijking wordt gemaakt' door de

Italiaanse filosoof Giorgio Agarnben, in zijn

boek Etat d'exception (Staat van uitzonde-

ring). Met de vergelijking beoogt Agamben

niet Bush als persoon op één lijn met Hitlerte plaatsen. Agamben is daarentegen uit op

'systeemvergelijking'. Hij wil aantonen dat

het juridisch 'systeem' - hij spreekt van een

paradigma - waarop het opschorten van het

geldende recht berust, hetzelfde is. Boven-dien wil hij aantonen dat het 'systeem' al

heel oud is. Hij gaat daarvoor terug naar de

oude Romeinen. Zelf onderken ik in zijn ver-handeling een doorwrochte aanvulling op

wat ik de 'conversie van rechtsstaat in

machtsstaat' noem (zie De AS 144, p. 4-5).

In de kern van de rechtsstaat zit de machts-

staat, zo betoogde ik. Door de rechtsstaat als

een ui af te pellen, komt men dichter bij de

kern van de ui, in dat geval de machtsstaat.

Hebben we die bereikt dan is wat de inzet

van machtsmiddelen betreft uiteindelijk allesmogelijk.Agamben beweert nu dat in onze wereld destaat van uitzondering regel is geworden.Deze bewering wordt nauwelijks feitelijk on-

derbouwd. Daar zit de zwakke kant van het

boek. Nu moeten we het bijvoorbeeld doenmet een verwijzing naar twee gezaghebben-

de auteurs die naar aanleiding van het ver-

schijnsel 'staat van uitzondering' al in 1961

spraken over een 'mondiale burgeroorlog'.

De ene auteur is Hannah Arendt en de ande-

re Carl Schmitt. Beiden zijn politiek gezien

overigens elkaars tegenpolen (Arendt een

politiek filosofe van links-liberale snit enSchmitt een scherpzinnig rechtsgeleerde dieook wel 'kroonjurist' van nazi-Duitslandwordt genoemd).Een verwijzing naar gezaghebbende auteurs

kan echter niet als bewijs voor de juistheidvan feitelijke beweringen gelden. Daar waar

feitelijke onderbouwing mag worden ver-langd, krijgen historische, juridisch-politieke

56 De AS 146

Page 58: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

beschouwingen bij Agamben de overhand(uitgebreide woordafleidingen; het zoekenvan de stamboom van een bepaalde term).Los van deze kritiek, is wel duidelijk watAgamben wil betogen.Waar draait het bij hem om? De uitzonde-ringsstaat - de staat van uitzondering - ziethij als een overheersend juridisch paradigmain de hedendaagse politiek. In het bedoeldeparadigma zijn twee juridische handelings-mogelijkheden in elkaar gevlochten. In deeerste plaats betreft het de mogelijkheid ombevoegdheden die in tijden van oorlog aanhet militair gezag behoren, uit te breidenvoor toepassing in private domeinen (zoalsin een staat van beleg).In de tweede plaats gaat het om de mogelijk-heid de werking van de grondwet op teschorten (of in ieder geval de klassiekegrondrechten). De uitgeroepen 'staat van uit-zondering' maakt het bestaan van een'rechtsvacuüm' mogelijk. In dat vacuüm kande heersende macht naar eigen goeddunkenhandelen, bijvoorbeeld ten behoeve van debescherming van de maatschappelijke orde,het volk, de staat. Heel in het kort gaat hetdus om de mogelijkheid de werking van derechtsstaat op te schorten.Zo ging het lang geleden al bij de Romeinen,in het oude Rome. Zo ging het nog niet zolang geleden in Duitsland en zo gaat het nuin de Verenigde Staten. In het oude Romekende men een justitium. De term betekentletterlijk: stopzetting of opschorting van hetrecht. Hiermee wordt een rechtsvacuüm ge-creëerd. Het instituut justitium beschouwtAgamben als het archetype van de modernenoodtoestand. Als de Senaat in Rome vonddat de republiek met de ondergang werd be-dreigd, dan kon het de consul(s) vragen allemaatregelen te nemen die nodig waren omde republiek te redden.In Duitsland werd Hitler legaal door deDuitse president benoemd tot rijkskanselier(net zoals Mussolini trouwens in Italië doorde koning als regeringshoofd werd aange-steld). Vervolgens vaardigde Hitler op 28 fe-bruari 1933 een decreet uit ten behoeve van

'de bescherming van het volk en de staat'. Bijdat decreet werden de artikelen van degrondwet van Weimar, die aan de persoon-lijke vrijheden gerelateerd waren, opge-schort. Het decreet werd nooit herroepen.Het Derde Rijk kan vanuit een juridisch oog-punt worden begrepen als een uitzonde-ringsstaat die twaalf jaar voortduurde, aldusAgamben. Dat de president van de VS in2001 legaal een vergelijkbare toestand alshierboven beschreven instelde (de 'Guantá-namo-order'), beschreef ik al. juridisch-tech-nisch wordt steeds hetzelfde kunstje geflikt.Het gaat om de bescherming van volk en va-derland, om de wereldwijde oorlog tegen hetterrorisme, tegen de dienaren van 'de as vanhet kwaad'...De feitelijke onderbouwing in Agamben'sboek is misschien niet sterk, wel gaat er eenniet mis te verstane politieke oproep van zijnboek uit. Burgers en buitenlui, let op uwzaak. De cipiers staan klaar om u te kneve-len. De juridische middelen zijn alom voor-handen om u rechten-loos te maken. (ThH)G. Agamben, Etat d'exception; Seuil; Parijs2003; 153 pag. ; ISBN 2-02-061114-7.

CHRISTEN-ANARCHISMEEen Engelse collega-onderzoeker op het ge-bied van het christen-anarchisme sprak eni-ge tijd geleden tegen mij als zijn mening uitdat de enige toekomst voor het christendomin het anarchisme ligt — en omgekeerd. Eenstelling die voor mij veel nadenken vergt,omdat de consequentie ervan engagement,nee vereenzelviging met wat ik onderzoekzou zijn. Een schrijver uit een volstrekt on-verwachte hoek maakt deze keuze bijna aan-trekkelijk. Dave Andrews, schrijver vanChristi-Anarchy, komt uit de hoek van de 're-bom Christians', een griezel als Pat Bucha-nan (Andrews noemt hem ook zo intussen)is zijn oorspronkelijk referentiepunt. Maarzijn bekering-na-zijn-bekering lijkt mij dui-delijk, aannemelijk en oprecht — waarmee deingenieuze naam Christianarchy gered isvan een eerdere bezoedeling door een Engel-se neonazi. Gelukkig maar, want ik heb in-

De AS 146 57

Page 59: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

I (1

Teelt weer ziften""Ik zie het- "(3

over omgaan mei.11

1 je depressie!_

middels een website ingericht onder dienaam.De Australiër Andrews is geen theoloog ofhistoricus en zijn requisitoir tegen 'de zonde-val van het Christendom', zoals de remon-strantse theoloog Heering het noemde, doetvooral emotioneel aan: bedrog, geweld,moord en doodslag in naam van 'de groteliefdesanarchist van Nazareth' (omschrijvingdoor Jan Boezeroen/S. v.d. Berg). Het is nietnieuw, en dat is zijn pleidooi voor het aan-sluiten bij de anarchistische onderstroom diehet christendom van begin af aan heeft ge-kend ook niet. Hij beklemtoont, zij het ter-loops, dat het niet nieuw is, maar waar-schijnlijk door zijn achtergrond komt hij niettot afwegingen: weegt één Franciscus nietzwaarder dan tienduizenden kruisvaarders?Zijn Jacques Ellul of Ivan Illich — laten wehem ook noemen! — niet belangrijker voorhet gezicht van het christendom dan de mas-samoordenaar Rios Montt (een reborn Chris-tian, en daarmee een bron voor de diepeteleurstelling van Andrews)? Impliciet kiestAndrews wel. Expliciet kiest hij voor klein-schalig werk in de stijl van de Catholic Wor-ker, in de geest van de naamgever van hetchristendom, die hij consequent historiseert.De Christusgeest ziet hij intussen bij alle reli-

gies en hij vindt het christendom als zodanigniet belangrijk — en een christelijk supe-rioriteitsgevoel noemt hij onchristelijk, watmij juist lijkt. Waar geestverwanten van eeneeuw geleden en ook nog later een streeptrokken bij de islam en de zogeheten natuur-godsdiensten gaat Andrews verder, ook datlijkt me goed. Mijn kniezen over het verhas-pelen van niet-Engelse namen, over het his-toriseren van Jezus en over het s-woord datin de ondertitel opduikt legt het tenslotte aftegen wat ik Andrews' bevindelijkheid zalnoemen. Het christen-anarchisme is een le-vende realiteit en het heeft een mogelijk po-pulair manifest opgeleverd. Misschien heeftdie Engelse collega ongelijk, maar ik ben inieder geval blij dat we iets wat leeft blijken tebestuderen. (AdR)Dave Andrews, Christi-Anarchy: discovering aradica1 spirituality of cornpassion; Oxford: Lion;ca. 10,50 euro.

DE PAUS VAN HET ANARCHISMEDe paus van de Franse anarchisten, zo werdJean Grave wel eens genoemd. Jean Gravewas een eeuw geleden een van de belangrijk-ste voormannen van het Franse anarchisme.Met zijn bladen Le Révoltélla Révolte en laterLes Temps Nouveaux was hij jarenlang een

58 De AS 146

Page 60: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

van de belangrijkste toonzetters in de Franseanarchistische beweging in een periode dathet anarchisme veelal vereenzelvigd werdmet bommengooien. Het was dan ook de tijddat menige, al dan niet door het anarchismegeïnspireerde activist meende met een bomiets gemakkelijker de sociale rechtvaardig-heid af te kunnen dwingen. Hoewel Gravezelf nooit bij een van deze terreurdaden wasbetrokken, werd hij omwille van zijn anar-chistische ideeën wel verscheidene jaren degevangenis ingestuurd.Jean Grave werd in 1854 geboren als zoonvan een vader die aanvankelijk molenaarwas, maar later schoenmaker in Parijs. Hoe-wel zijn ouders niet religieus waren, ontwik-kelde Jean toch al op jonge leeftijd eenanti-clericale houding. Hij werd ook sterkbeïnvloed door het milieu van de kleine ar-beiderszelfstandigen in Parijs waarin hij op-groeide, met hun kleine zaakjes en met huninitiatief voor ondernemerschap. Jean Gravewas trouwens een van de weinige anarchisti-sche voormannen van proletarische afkomst.De Parijse Commune die in 1871 een kort-stondig lichtend voorbeeld was voor eennieuwe socialistische samenleving, oefendeonmiskenbaar een grote invloed uit op JeanGrave. De Parijse Commune die eigenlijkontstond omdat de Franse regering onderleiding van Thiers het Parijse volk militair inde steek liet nadat de Franse legers warenverslagen in de Duits-Franse oorlog van1870-1871, bracht Grave ertoe om zich aan tebieden bij de Nationale Garde die Parijsmoest verdedigen. Grave werd evenwel ge-weigerd omdat hij te klein was.Aanvankelijk stond Grave vooral open voorde ideeën van Proudhon die met zijn mutua-listische opvattingen rond 1860 een flinke in-vloed had verworven bij vele Fransearbeiders. Maar rond 1879 trad Grave toe toteen anarchistische groep die vooral open-stond voor de filosofie van Kropotkins anar-cho-communisme. Jean Grave ontpopte zichals een begenadigd propagandist en journa-list met een scherpe pen.De jaren vanaf 1880 werden in Frankrijk in

belangrijke mate mede bepaald door wat hetanarchisme van de daad wordt genoemd:het gooien van bommen. Het anarchismevan de daad leidde in ieder geval tot scherpediscussies in de anarchistische beweging.In 1883 nam Jean Grave het succesvolle LaRévolte over van Kropotkin, die noodge-dwongen uit Zwitserland moest vertrekken.De thuisbasis van het blad was weliswaarGenève, maar het werd vooral in Frankrijkgelezen. Grave slaagde er in een korte tijd inom de oplage van het blad te verdubbelenvan 1.500 tot 3.000 exemplaren. De hysteriein Frankrijk wegens de terreuraanslagen als-mede de antimilitaristische uitspraken in zijnblad brachten Grave vanaf 1890 verscheide-ne keren in de cel. Toen hij in 1895 uit de ge-vangenis werd ontslagen, richtte hij eennieuw blad op: Les Temps Nouveaux. Aan hetblad werd meegewerkt door bekende anar-chisten als Kropotkin en Elisée Reclus. Hetbelang lag niet alleen in de publicatie van hetblad, maar ook in de uitgave van tallozepamfletten van Kropotkin, Malatesta en Gra-ve zelf.Grave werd in de periode rond de eeuwwis-seling heen en weer geslingerd tussen detwee richtingen waar de anarchistische be-weging naar neigde: enerzijds het syndicalis-me en anderzijds het individualisme. Alsgezaghebbend anarchist moest hij een koersbepalen tussen het syndicalisme dat voor or-ganisatie van de arbeiders stond en de anar-cho-individualisten die zelfs de informele entijdelijke organisatie van de wederkerige hulpvoor de algemene samenleving afwezen.Hoewel Grave op vele punten met de revo-lutionaire syndicalisten overeenstemde, konhij zich principieel toch niet vinden in eenpermanente organisatie waar anarcho-syndi-calisten voor pleitten. Tijdens het interna-tionaal anarchistisch congres in 1907 inAmsterdam sprak Grave zich met de meesteFranse anarchisten uit tegen het anarcho-syndicalisme. Het tragische van deze opstel-ling was dat het Franse anarchisme daarmeede band verloor met de arbeidersbeweging,wat tot de teloorgang leidde als mogelijke

De AS 146 59

Page 61: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

vooraanstaande revolutionaire beweging. Desyndicalisten onderschatten volgens Gravehet gevaar van de permanente organisatie.Hij zag dat als een partij, als een kleine staatbinnen de staat. Maar de andere kant schuil-de het gevaar van het anti-sociale individua-lisme.De weifelende houding van Grave werd nogeens onderstreept tijdens het Franse anar-chistische congres in 1913. Weliswaar stem-de hij met de meerderheid mee om eenfederatie van Franse anarchisten te vormen,maar tegelijk wees hij op het gevaar van per-manente organisatie. Dat de federatie er tochkwam, had vooral met de omstandighedenvan de tijd te maken. Bij vele anarchisten be-stond de behoefte aan meer organisatie omzodoende een campagne te kunnen uitwer-ken tegen de dreigende wereldoorlog. De fe-deratie kwam echter niet uit de startblokkenomdat de anarchisten ingehaald werdendoor de oorlog, die al in 1914 uitbrak.Het waren overigens niet alleen de socialisti-sche broeders die met getrokken messen te-genover elkaar kwamen te staan. De groteoorlog, Wereldoorlog I, trok ook een zwarewissel op de anarchistische beweging. Eenaantal vooraanstaande anarchisten, onderwie Kropotkin alsook Grave, ondertekendenin november 1914 een petitie waarin werdopgeroepen tot steun aan de geallieerden.Grave argumenteerde dat steun aan Frank-rijk strijd voor de vrijheid betekende. Samenmet Kropotkin vreesde hij dat een militairenederlaag de revolutionaire Franse traditie

zou ondermijnen en de weg zou vrijmakenvoor de reactionaire krachten in het land.De steun van Grave aan deze oproep waswel verrassend. Grave stond namelijk be-kend als een uitgesproken antimilitarist, fei-telijk was hij een radicale pacifist Er zijnaanwijzingen dat de invloed van Kropotkinop deze stellingname van Grave van door-slaggevende betekenis is geweest. Feit is weldat toen Grave zich eenmaal had laten over-halen, hij zich ook volledig achter de groepschaarde die voor de oorlog was. De animo-siteit onder de anarchisten over de oorlogwerd nog groter toen een groep anarchisten,onder wie de bekende Italiaanse anarchistMalatesta, Grave en Kropotkin verweet dat zehun anarchistische principes waren vergeten.Toen Grave in 1919 in Frankrijk terugkeerde,werd hij geconfronteerd met een anarchisti-sche beweging die flink aan belang had inge-boet onder invloed van de Russischerevolutie in 1917. Met deze revolutie als lich-tend voorbeeld was het tij na de oorlog veelgunstiger voor de communisten. In zoverrezelfs dat de kritiek van Grave op het com-munisme niet werd geslikt door de revolu-tionaire syndicalisten, waardoor de anar-chistische beweging nog verder geïsoleerdraakte.Niettemin bleef Grave tot aan zijn dood in1939 een onvermoeibaar propagandist voorhet anarchisme. (WV)Louis Patsouras, 71w anarchism of Jean Grave.Editor, journalist and militant; Mack Rose Books,MontréallNew York/London 2003.

ABEL PAZ

In het Pinksterweekend 2004 bezocht Abel Paz (pseudoniem voor Diego Camacho, eenSpaanse anarchist en chroniqueur van de Spaanse anarchistische beweging, tijdens deSpaanse Burgeroorlog) Amsterdam en Appelscha. Paz heeft actief aan deze revolutie deel-genomen en vertelde over de lijvige biografie die hij schreef over Buenaventura Durruti.Tevens vertelde hij het een en ander over de Spaanse revolutie. De nuance die een deelvan zijn boeken siert, was tijdens de lezingen meermaals de grote afwezige. Vooraf werdde documentaire film over Durruti, die hij meeproduceerde, vertoond. Voor deze gelegen-heid werd door boekhandel Het Fort van Sjakoo (Amsterdam) de brochure Abel Paz, Dur-ruti en de Spaanse Burgeroorlog uitgebracht, waarin onder andere vertaalde interviews metPaz en een bibliografie van zijn werk zijn opgenomen. (Jeroen ten Dam)

60 De AS 146

Page 62: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

Beste lezer(es)

* In dit zomernummer van 2004 aandacht voor cultuurfilosoof Ivan Illich,die eind 2002 overleed. Hoewel hij zich nooit anarchist heeft genoemd, iszijn werk in libertaire kringen altijd met belangstelling gevolgd.* Wegens drukke werkzaamheden heeft Judith Metz afscheid genomenvan de redactieraad. Ze blijft artikelen voor De AS bijdragen, zoals in ditnummer over Illich' boek Gender.* Het herfstnummer van De AS is gewijd aan het thema jazz. Weia Rein-boud is gastredacteur van dat nummer.* Van het proefschrift van Thom HoltermanRecht en politieke organisatie zijn(opnieuw) enkele exemplaren leverbaar. Zie de Aanbiedingen elders indit katern.* Zonder donaties kan De AS niet blijven bestaan. We doen dan ook weereen dringend beroep op financiële solidariteit. Stort uw donatie op giro4460315 van De AS in Moerkapelle. Alvast zeer bedankt!* Alle afleveringen van De AS (deels originele uitgaven, deels herdrukt)zijn tegen gereduceerde prijzen leverbaar. De nummers zijn afzonderlijkte bestellen (zie elders in dit infokatern) maar zijn nog goedkoper alsgebruik wordt gemaakt van een of meer van onderstaande aanbiedingen.AANBIEDING 1: dit pakket inclusief verzendkosten omvat alle tot nogtoe verschenen nummers (origineel dan wel herdruk) plus het in 1994apart verschenen Eerste Jaarboek Anarchisme alsmede de onmisbareBibliografie van 26 jaargangen van De AS voor 95 euro.AANBIEDING 2: voor 36 euro (inclusief verzendkosten) sturen we allenog leverbare originele nummers van De AS (zie het overzicht elders in ditinfokatern).AANBIEDING 3: met uitzondering van het Eerste Jaarboek Anarchismeen de Bibliografie sturen we alle boeken en brochures die De AS inmiddelsheeft uitgebracht (zie het overzicht van de Uitgaven De AS elders in ditinfokatern) inclusief verzendkosten toe voor 42 euro.AANBIEDING 4: alle uitgaven zoals genoemd in aanbieding 3 plus het EersteJaarboek Anarchisme en de Bibliografie inclusief verzendkosten voor slechts49 euro.Vanzelfsprekend gelden alle aanbiedingen zolang de voorraad strekt.Bestellen via postbanknummer 4460315 van De AS, postbus 43, 2750 AAMoerkapelle met vermelding van de gewenste aanbieding(en).

Redactie en administratie De AS

Page 63: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

LOSSE EXEMPLARENZolang de voorraad strekt zijn tegen gereduceerdeprijs losse exemplaren verkrijgbaarvan een groot aantal eerder verschenen afleveringen van De AS. Men kan dezenummers bestellen door storting/overmaking van 2 euro per exemplaar (indusiefverzendkosten) op postgiro 4460315 van De AS, postbus 43,2750 AA Moerkapelle. Inverband met de verzendkosten moet voor tenminste 6 euro besteld worden!Leverbaar zijn de volgende afleveringen: nr. 38 (Bedrog van het kapitaal), nr. 41(Gezondheidszorg), nr. 42/43 (Proudhon), nr. 44/45 (Onkruit & Antimilitarisme), nr.46 (USA), nr. 47 (Geweld), nr. 55/56 (Politieke vorming), nr. 59/60 (Anarchistischeperspectieven), nr. 61 (Marx), nr. 64 (De crisis), nr. 65 (Nationalisme & bevrij-dingsbewegingen), nr. 66 (Een libertaire staat?), nr. 67 (Arbeidsethos), nr. 68 (Anar-chisme & utopie), nr. 69 (Nieuwe sociale bewegingen), nr. 70 (Clara Wichmann), nr.71 (Staatskunst of straatcultuur), nr. 72 (Eigendom), nr. 73 (Technologie), nr. 74 (Spanje1936,1986), nr. 75 (Macht), nr. 77 (De verwording van rechts), nr. 78 (Max Stimer), nr.79 (Musica Anarchica), nr. 80 (Berlijn), nr. 81 (Onderdak), nr. 82 (Tegenethiek), nr. 84(Oost-Europa), nr. 86 (Literatuur), nr. 87 (Domela Nieuwenhuis), nr. 88 (De staat vande ecologie), nr. 89 (Onder anarchisten), vr. 90 (De verlokking van rechts), nr. 91(Murray Bookchin), nr. 92 (Menselijke natuur en anarchisme), nr. 93 (Stad, straat,federatie), nr. 94 (Het labyrint van de vrijheid), nr. 95 (Christen-anarrhisme), nr. 96(Buitenstaanders over anarchisme), nr. 97 (Israël), nr. 98 (Transport), nr. 99 (Sarajevo),nr. 100 (Beeldvorming), nr. 101 (Media), nr. 102 (Nederland immigratieland), nr. 103(William Godwin), nr. 104/105 (België), nr. 106 (Economie), nr. 107 (Politiek), nr. 111(Voorheen Sovjetunie), nr. 113 (Gustav Landauer), nr. 114 (Poëzie als ordeverstoring),nr. 115 (Latijns Amerika), nr. 117 (Domela als internationalefiguur), nr. 118 (Italië), nr. 121(Leren), nr. 124 (Dieren), nr. 125 (Disdplinering), nr. 128 (Armoede), nr. 129 (Frankrijk),nr. 132 (Afrika), nr. 133 (Techn@), nr. 136 (Tolerantie), nr. 137 (Globaal), nr. 140 (Dood), nr.141 (Boeken), nr. 142 (Tiende Jaarboek Anardüsme), nr. 143 (Erich Mühsam), nr. 144 (Destaat van de staat), nr. 145 (Atalanta).Sommige originele afleveringen, met name dubbelnummers, kosten 4 euro per stuk. Hetbetreft: nr. 109/110 (De bevrijding van het anarchisme), nr. 112 (Tweede JaarboekAnarchisme), nr. 116 (Derde Jaarboek Anardüsme), nr. 119/120 (Vierde Jaarboek Anar-chisme), nr. 122/123 (Vijfde Jaarboek Anarchisme), m. 126/127 (Zesde Jaarboek Anar-chisme/Anarchisme in Nederland), m.130/131 (ZevendeJaarboek Anardüsme/Land-bouw), nr. 134/135 (Achtste Jaarboek Anarchisme/Guy Debord en het situationisme),nr. 138/139 (Negende Jaarboek Anarchisme/De verloedering van het landschap).Alle inmiddels uitverkochte afleveringen van De AS zijn overigensherdrukt. Deze kostenzonder uitzondering 2 euro per exemplaar. Het gaat om de volgende afleveringen: nr.1 (Syndicalisme), nr. 2 (Marxismekritiek), nr. 3 (Anarchisme vandaag), nr. 4 (Vrouwen-bevrijding), nr. 5 (Zelfbeheer), nr. 6 (Registratie), nr. 7 (Energie), nr. 8 (Anarchisme &parlement), nr. 9/10 (Onderwijs, opvoeding, misvorming), nr. 11 (De vakbeweging inde krisis), nr. 12 (DeGrote Depressie), nr. 13 (Terrorisme), nr. 14 (Godsdienst), nr. 15/16(Fascisme), nr. 17 (Misdaad en straf, met teksten van Clara Wichmann), nr. 18 (ArthurLehning), nr. 19 (Antimilitarisme), nr. 20 (Monarchieen Oranje), nr. 21/22 (Bakoenin),nr. 23 (Duitsland), nr. 24 (Anarchisme), nr. 25 (Organisatie), nr. 26 (Kiezen of delen),nr. 27 (Bouwen & wonen), nr. 28 (Kropotkin), nr. 29/30 (Veiligheid), nr. 31 (Milieu &macht), nr. 32 (Ontwikkelingshulp?), nr. 33/34 (Sexualiteit), nr. 35 (Anarchisten en destaat), nr. 36 (Europa), nr. 37 (Anarchisme en wetenschap), nr. 39/40 (Anton Constand-se en het anarchisme), nr. 48 (Kunst & Anarchie), nr. 49 (Stembiljet of sociale aktie), nr.50/ 51/ 52 (Anarchisme over de grenzen), nr. 53 (De Staat van verzorging), nr. 54(Schijnanarchisme), nr. 57 (Tolstoj), nr. 58 (Coöperaties en collectieven), nr. 62 (Bart deLigt), nr. 63 (Anarchie & avantgarde), nr. 76 (De sodocratie van Kees Boeke), nr. 83(Provo), nr. 85 (Anarcha-feminisme), nr. 108 (Wim van Dooren — filosoof, humanist,anarchist). Ook voor deze herdrukte afleveringen geldt dat in verband met de ver-zendkosten voor tenminste 6 euro besteld moet worden.

UITGAVEN DE ASDe AS brengt naast hettijdsdrift een serie reprints van (oudere) anarchistische pamflettenen brochures. In deze reprint-reeks van (soms curieuze) geschriften zijn verschenen:- Anton Constandse, Anarchisme, een uit 1930 daterende, 14 p. omvattende beschou-wing die bij Constandse's eigen uitgeverij de Albatros verscheen (001);- R. Tamminga, Theorie en praktijk van het nemen; een begin deze eeuw door de schrijverin eigen beheer uitgegeven brochure van 16 p., waarin het neem- en eetrecht wordtverdedigd (002);- Henk Eikeboom, De anarchist en het huwelijk; een 24p. tellende, in 1921 bij Libertas(de drukkerij van Rlinders' Vrije Socialist) verschenen betoog van Henk Eikeboom datveel stof deed opwaaien. Clara Wichmann sabelde Eikebooms pleidooi voor 'Stime-riaanse lustbeleving' fijntjes neer (003);

Page 64: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

-Anton Constandse, Heinrich ~ie als dichter en denker, een uit 1928 daterende, 48p.tellende brochure van Constandse, opgenomen in de bundel Groote Persoonlijkheden,een uitgave van Orion (1928) die sindsdien nooit herdrukt is (004);- J. Bedeaux en K.A. Fraanje, Rhapsoden, zangen in modem gewaiul; een bundel die in1951 verscheen bij Het Rode Boek te Rotterdam. Met een inleiding van B. Damme. 64p. (bestelnummer: 005);- Simon Radius, Proudhon over kerk en samenleving; een in 1981 bij de Vrije Gedachteverschenen essay. 42 p. (bestelnummer: 006);- Piet Kooijman, Heden, verleden en toekomst in zakformaat; een reprint van de in 1935voor het eerst verschenen brochure over de voorhoedefunctie van de gedeklasseerden('neem en eet'), aangevuld met een herdruk van het artikel De vooruitzichten derarbeidersbeweging uit datzelfde jaar en een biografische schets van Piet Kooijman doorHans Ramaer. '18p. (bestelnr.: 007);- Spanje 1936-1966. Een '17p. tellende geillustreerde special van het anarchistisch tijd-schrift De 'Vrije (juli 1966) met een interview met een oud-Spanjestrijder en verderbijdragen van o.a. Rudolf de jong, jose Peirats, Hem Day en Victor Garcia (bestelnt: 008).Deze reprints kan men franco per post ontvangen door storting/overmaking oppostgirorekening 4460315 van De AS m Moerkapelle met vermelding van bestelnum-mer(s). De prijs bedraagt 3 euro per exemplaar. Let op: de bestelnummers 001,002 en003 zijn uitsluitend verkrijgbaar in één pakket, waarvoor de standaardprijs van 3 eurogeldt. Ook voor deze serie geldt dat voor tenminste 6 euro besteld moet worden.Behalve de reprint-reeks levert De AS diverse andere eigen uitgaven, zowel herdruk-ken als originele uitgaven. Deze boeken en brochures zijn te bestellen door stor-ting/ overmaking op postgirorekening 4460315 van De AS te Moerkapelle. De prijzenzijn Inclusief verzendkosten.Bibliografie De AS, jaargangen 1972-1998; 105 p.; 6,90 euro.Paul Eltzbacher, Anarchisme; herdruk in paperback van de Nederlandse vertaling uit1903; 293p.; 13,90 euro.Eerste Jaarboek Anarchisme; in 1994 verschenen als aparte uitgave; 151 p.; 5,90 euro.Hans Ramaer, Het onbegrepen anarchisme. Tekst van een lezing opgenomen in debundel'De Ideologieën' (Studium Generale, Utrecht 1994); 12p.; 1,25 euro.Hans Rarnaer, Het individualisme van Anton Constandse. Tekst van de achtste AntonConstandselezing (1994) voor De Vrije Gedachte in brochurevorm; 22p.; 1,90 euro.Anton Constandsg Dezelfvernietiging van het protestantisme, een oorspronkelijk in 1926verschenen kritische beschouwing van de godsdienst; herdruk in paperback; VIII +120 pag.; 6,90 euro.Anton Constandse, De ellende der religie; herdruk brochure uit 1923; 20 p.; 1,25 euro.Anton Constandse, God is het kwaad; herdruk brochure uit 1924; 31 p.; 1,90 euro.Anton Constandse, Kan er een God zijn?; herdruk brochure uit 1927; 16 p.; 1,25 euro.AntonConstandse, Godsdknst is opium voorliet vak; hendruk brodrureuit 1929; 15p.; 1,25 euro.Anton Constandse, Nederkur4 God en Oranje; herdruk vanbrochure uit 1932; 15p.; 1,25 etuo.Jos van Veen, De carrière der zeven Oranjes in de Nederlandsche gewesten 1544-1795;oorspronkelijk in 1929 (?) door Gerhard Rijnders (Bibliotheek voor Ontspanning enOntwikkeling te Zandvoort) uitgegeven kritische geschiedschrijving herdruk in pa-perback; 190 p.; 9,50 euro.

AANBIEDINGENDe AS presenteert diverse afgeprijsde boeken en brochures. Van sommige titels isslechts een gering aantal exemplaren voorradig, dus gelden deze aanbiedingen zolang de voorraad strekt. De prijzen zijn inclusief verzendkosten. Bestellen via overma-ken van uw betaling(en) met vermelding van titel(s) op giro 4460315 van De AS inMoerkapelle. Het betreft:* Thom Holterman, Recht en politieke organisatie Een onderzoek naar convergentie inopvattingen omtrent recht en politieke organisatie bij sommige anarrhisten en sommigerechtsgeleerden; Tjeenk Willink, Zwolle 1986; 310 pag.; 14,90 euro.* Thom Holtennan en Henc van Maarseveen (ed.), 1aw in anarchism; Erasmus Univer-sity, Rotterdam 1980; 177 pag.; 7,50 euro. (Een selectie van bijdragen aan het in 1979gehouden internationale seminar anarchism & law met onder meer artikelen overSpooner, Proudhon en Kropotkin)* Ton Geurtsen, De fabel van het linkse ongelijk, met libertaire teksten van Rosa Luxem-burg, Anton Pannekoek, Henriëtte Roland Holst en Arthur Lehning; Rode Emma,Amsterdam 1990; 111 pag.; 7,50 euro." Arthur Lehning„ Lenin en de revolutie. Marxist-neen anarchisme in de Russische re-oolutie;Rode Emma, Amsterdam 1994; 151 pag.; 10,90 euro. Deze uitgave is een uitgebreideen geillustreerde editie van de in 1972 bij Van Gennep verschenen Nederlandsevertaling van de oorspronkelijke Duitse artikelenserie, getiteld 'Radendernocratie ofstaatsoammunisme'.

Page 65: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

NIEUWE UITGAVEN JAN BÖRGER-BIBLIOTHEEK FILOSOFI EAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA

Jan Börger:Het spookt in de Sint Jan! De filosofischebetekenis van het offer en de levenskunst.1997, ISBN 90-76033-01-3 356p. t 18,00

Wim de Lobel:Spiritueel anarchisme en de orde van de zelfbeteugeling.Het universele principe - Arche anarchos estin.Bundel, 1999, ISBN 90-76033-04-8 geïll. 112 p. c 7,00

Hans de Heer:Oer-informatie. Een confrontatie van de modernenatuurkunde met de filosofie van Jan Börger.1998, ISBN 90-76033-03 50 p. t 4,50Geest van Stof. De Mnemocratische Evolutievan het bewustzijnsproces.2000, ISBN 90-76033-06-4 93 p. c 7,00Het Ik. Splijtzwam van de Geest.2002, ISBN 90-76033-14-5 56p. c 4,50(Werd voorgedragen voor de Socrates Wisselbeker 2002)

Ida Lamers-Versteeg:Kosmotheoros, en het onbegrensd begrensde.Geschiedenis van het denken.Doctoraal-scriptie (1989 bewerkt).2002, ISBN 90-76033-15-3 geïll. 196 p. c 11,50

Peter Dembski:Bet anarchistische principe.Anarchos - Aanvangsloos. 2003. geïll. 16 p. c 1,50Met notenapparaat(Uit het Duits vertaald door Ida Lamers-versteeg)Duitstalige uitgave 2004. geïll. 15 p. c 1,50

Michiel Wielema:Ketters en verlichters. De invloed van hetspinozisme en wolffianisme op de verlichtingin gereformeerd Nederland.Academisch proefschrift (1999) Ringband A-42000, ISBN 90-76033-05-6 geïll. 196 p. c 18,00

Tevens leverbaar - Siebe Thissen: •De spinozisten. Wijsgerige beweging in Nederland.Academisch proefschrift2000 ISBN 90-12-08705-8 geïll. 334p. €18,00

Bestellingen:Door storting op postgiro 77 0 36Jan Börger-Bibliotheek Postbus 43, 2750 AA MOERRAPELLE.Ook te bestellen via onze website:http://www.ibizweb.nl/borgerE-mail: [email protected](Vanwege portokosten minimaal voor c 6,00 bestellen)

Page 66: Hans Ramaer DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

DE CONVIVIALE WERELD VAN IVAN ILLICH

ILLICH OVER DE ONTSCHOLING VAN

DE MAATSCHAPPIJ

DE ECOLOGISCHE VISIE VAN IVAN ILLICH

GRENZEN AAN DE GENEESKUNDE

Illich' kritiek op het medisch bedrijf

IVAN ILLICH' GENDER GEWOGEN EN

OPNIEUW TE LICHT BEVONDEN

STILTE IS EEN GEMEENSCHAPPELIJK RECHT

HET GEDACHTEGOED VAN ILLICH

'DIT IS WAT IK GEWORDEN BEN'

Een interview met Ivan Illich

Hans Ramaer

Roger Jacobs

Marius de Geus

Jaap van der Laan

Judith Metz

Ivan Illich

Pietro M. Toesca

Jurriaan Kamp en

Hélène de Puy

P'tje Unser

Bert Altena /Henny Buiting

Willie Verhoysen e.a.

Prijs

BLADSPIEGEL 14

REACTIES & DISCUSSIES

BOEKBESPREKINGEN

5 euro